5 minute read
In gesprek: Groeien in een andere wereld
in gesprek
Tekst: Hille Takken & Jolanda Konings Foto: Stephanie Driessen
Advertisement
Katrien Zuininga
werkte zestien jaar in het basisonderwijs. Ze is onderwijswetenschappen gaan studeren en werkt nu ruim twee jaar als onderwijskundige en opleidingsadviseur voor Inholland Academy.
Monique Veelenturf
werkt als interne cultuurcoördinator en ambulante leerkracht voor OBS de Zonnewijzer in Haarlem en wordt ingezet in de verschillende groepen op school. Daarnaast is ze professioneel verhalenverteller. Corona heeft ons veel zekerheden ontnomen. Toch bleven wij én onze kinderen zich ontwikkelen. Wat leren mensen van onzekerheid? En hoe heeft dit effect gehad op ons onderwijs? Een leerkracht en onderwijskundige praten over wat onbekend terrein vraagt én wat het biedt.
Groeien in een andere wereld
Monique: “Over onbekend terrein kan ik meepraten! Mijn man en ik zijn afgelopen zomer drie maanden op reis geweest. We wilden een rondje Oostzee doen, de prachtige natuur in Lapland zien en het bijzondere licht. Maar door de reisbeperkingen kwamen we ineens in Rome terecht! We hadden ons ingesteld op kou en natuur, maar kwamen uit in een hete stad. Wat cultuur betreft natuurlijk een cadeautje, maar voor ons op dat moment onbekend terrein…”
Katrien: “Ook ik ken dat gevoel. Mijn man en ik hebben het afgelopen jaar een huis uit 1911 gekocht en alles gestript. Ik keek rond en zag van het oude huis alleen nog maar de muren en een houten latjesplafond. Toen voelde ik in mijn hele lijf: waar zijn we aan begonnen?”
Leren is durven
Katrien: ““De slogan van Inholland is: ‘leren = durven’. Dat was dit jaar zonder meer van toepassing. Voor ons allemaal persoonlijk en zeker in het onderwijs. Wij hebben ons huis stapje voor stapje weer moeten opbouwen. Ik leerde daar veel van en heb ervaren dat gedurende het proces ons huis steeds meer ‘eigen’ werd. Het onderwijs is, doordat er noodgedwongen op afstand les werd gegeven, versneld gaan digitaliseren. Leerkrachten hebben zich snel aangepast. Dat vergde lef.”
Monique: “We kunnen niet alles aanbieden wat we zouden willen, maar we hebben geleerd te focussen op wat wél mogelijk is. Mijn klas was ingeloot voor een cultureel project van Het Teylersmuseum, maar we konden er niet met hele groepen naar toe. Het Teylersmuseum zorgde toen voor vouchers. Daarmee konden kinderen met hun ouders een tijdslot reserveren. We kwamen erachter dat alleen al samen erover praten enthousiasme genereerde. En dat juist doordat er zo weinig gebeurt, dit project meer betekenis kreeg. Het komt meer uit de verf. Dit gaf ook de onderwijzers een boost.”
in gesprek
Monique: “Juist doordat er weinig gebeurt, krijgt wat je doet meer betekenis.”
Katrien: “Samen reflecteren is zonder meer belangrijk. Alle afzonderlijke ervaringen en ideeën samen leveren een schat aan kennis en inspiratie. Je kijkt samen vanuit verschillende perspectieven naar een onderwerp. Reflecteren met kinderen vraagt ook iets van de leerkracht. Je leert kinderen niet alleen na te denken over het resultaat, maar ook over het proces, evenals de stap die volgt. Je kunt hen daarbij helpen door middel van kijkvragen. Wat zijn de criteria voor succes?”
Monique: “Zelf ben ik dol op verhalen. In deze tijd heb ik extra veel met prentenboeken gewerkt, nét wat meer verhalen verteld! Tijdens de lockdown vroeg een collega mij een filmpje met een verhaal op te nemen voor het thuisonderwijs. De filmpjes gaven later meteen een band met de klassen waar ik kwam. De kinderen herkenden mij van het verhaal op de film. Dat was onverwacht. Het digitale contact zorgde meteen voor verbinding.”
Katrien: “In relatie zit heel veel. Om overzicht te houden planden de leerkrachten op de school van mijn kinderen persoonlijke gesprekjes in. Ook met ouders. Om een vinger aan de pols te houden en kinderen een hart onder de riem steken. Daarnaast probeerden leerkrachten het online onderwijs meer activerend te maken, niet alleen te zenden. Met de chat, Kahoots, een dansspelletje of beweegopdracht tussendoor. Én leerkrachten wisselden dat onderling uit. Wat werkt en wat niet? Het is een mooi voorbeeld van informeel leren.”
Flexibel
Monique: “Die uitwisseling heeft heel erg te maken met het beleid van de school. Op de school waar ik werk wisselen we veel uit. Als ambulante leerkracht kan ik overal meekijken. Dat is heel verrijkend! Dan zie ik een leerkracht bepaalde rituelen doen en denk: ‘Oh, leuk! Dat ga ik ook doen!’ of ‘Wat pakt die dat leuk aan!’ Iedere leerkracht regelt het onderwijs op zijn eigen manier met zijn eigen ongeschreven regeltjes en gebruiken. De ene heeft een poppetje om mee te praten, de andere gebruikt liedjes voor instructies en weer een ander werkt met hulpjes of groepsleiders. Soms zie je je eigen rituelen terug komen bij anderen.”
Katrien: “Ook bij Inholland Academy werd een flink beroep gedaan op flexibiliteit. Docenten, studenten, de organisatie, iedereen moest steeds schakelen. Een opleiding volgen vergt al dat je steeds een stap zet en jezelf uitdaagt. In deze tijd gold dat nog meer. Ik hoop dat het er toe leidt dat we in beweging blijven en kansen voor innovatie blijven zien.”
Veiligheid
Monique: “Omdat ik steeds in andere groepen sta, werk ik meteen aan de veiligheid in de groep. Een fijne dag staat voorop. Ik vraag ook openheid van de leerlingen: ‘Wie heeft er nog extra rekeninstructie nodig?’ Dan moet ik zelf ook bereid zijn om open te staan en op het onverwachte in te spelen. Zo zijn we een keer met twee collega’s naar buiten gegaan. Gitaar en keyboard mee, verlengsnoer uit het raam en liedjes zingen. Daar vertelde ik een verhaal bij. Heerlijk buiten in het zonnetje. We hebben allemaal enorm genoten. Dan stap je dus uit je normale patroon. Dat was echt een droommomentje.”
Katrien: “Het is inderdaad soms goed om uit je normale patroon te komen. Uit je voorbeeld stappen, noem ik dat. Niet alleen kijken naar wat voor jou altijd gewerkt heeft, maar juist vanuit verschillende perspectieven een situatie benaderen. Het is heel fijn om te kijken wat je van een ander mee kunt nemen voor de toekomst.”