2020 Sociaal-economische situatieschets van Oost-Vlaanderen
1
Colofon De Sociaal-economische situatieschets van OostVlaanderen (editie 2020) is een uitgave van de Kenniscentrum Economie van de Provincie OostVlaanderen.
Provincie Oost-Vlaanderen PAC Het Zuid Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent
Team Economie
tel. +32 9 267 86 86 economie@oost-vlaanderen.be www.oost-vlaanderen.be
Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen tel. +32 9 267 86 00 info@pomov.be www.pomov.be
Economische Raad voor Oost-Vlaanderen tel. +32 9 267 86 10 erov@oost-vlaanderen.be www.erov.be
Inhoudsopgave Voorwoord 3
Deel 1 Oost-Vlaanderen in de kijker
4
Oost-Vlaanderen: competitief in een Europese context?
6
Interview Internationale samenwerking: “Onze provincies lijken wel heel sterk op elkaar” Een input-output matrix voor Oost-Vlaanderen: alles is verbonden
Deel 2 Oost-Vlaanderen doorgelicht
28 34
42
Overzichtskaart gemeenten
44
Overzichtstabel gemeenten per arrondissement
44
Bevolking
45
Inkomen
51
Werkgelegenheid 53
Dataverzameling en -verwerking, redactie Pascal de Meyer Kathy Gillis Jos Saerens Dataverwerking afgesloten op 1 juli 2020.
voorwoord Waar kunnen we het anders over hebben dan
Op alle niveaus – federaal, gewestelijk, provinciaal,
over de covid-19 crisis in het voorwoord van de
gemeentelijk – is er uitgepakt met economische
Sociaal-economische situatieschets van Oost-
steunmaatregelen voor bedrijven, werknemers en
Vlaanderen 2020? Bij het begin van het jaar
consumenten. De impact ervan is op dit moment
leken de Amerikaanse presidentsverkiezingen de
moeilijk in te schatten. Een zaak staat vast: de
opvallendste nieuwsfeiten te worden, samen met
maatregelen hebben alvast erger voorkomen voor
de voor Vlaanderen belangrijke afwikkeling van de
vele bedrijven en gezinnen.
brexit-saga. Een virus met als officiële naam SARSCoV-2, zelfs naar virale normen klein (zo’n 65-125
Het wordt tot in den treure herhaald: het is wachten
nanometer als diameter), heeft er in de lente van
tot er een effectief vaccin is voor we een vorm van
2020 anders over beslist.
normaliteit kunnen bereiken. Op het ogenblik dat dit voorwoord wordt geschreven, zijn er meer dan 46
Het IMF verwacht een globale economische groei
mogelijke vaccins in ontwikkeling, waarvan 11 in de
van -4,9% voor 2020 – voor vorig jaar werd de groei
finale fase van de grootschalige klinische tests.
geschat op +2,9%. Voor de Eurozone wordt de daling door de OESO geraamd op -9,1%, voor België ligt
In de Sociaal-economische situatieschets van
Ondernemingsweefsel 60
het cijfer op -8,9%, beide cijfers in het geval van
Oost-Vlaanderen die nu voorligt, wordt niet dieper
Werkloosheid 64
dat een ernstige tweede golf met lockdowns wordt
ingegaan op de gevolgen van de covid-19 crisis voor
voorkomen. Dit zijn cijfers die sinds de Tweede
de Oost-Vlaamse economie. Wat u wel aantreft in ons
Onderwijs
70
Wereldoorlog niet meer opgetekend werden. “De
hoofdstuk ‘Oost-Vlaanderen in de kijker’ is enerzijds
Toegevoegde waarde
74
gevolgen van de twee olieschokken (1975 en 1981),
een Europese analyse van de competitiviteit van
de crisis begin jaren negentig en de financiële crisis
onze economie en anderzijds een blik op de interne
zijn nauwelijks rimpels in die gestage opwaartse
machinerie van de Oost-Vlaamse bedrijvigheid, via
klim [vanaf de jaren zestig]”, schrijft De Tijd op 22
een input-outputanalyse.
Zeehavens
76
Conjunctuur 83
augustus 2020. Voor 2021 wordt de groei geraamd op 6,5%
Interview
(Eurozone) en 6,4% (België). Dat betekent dat
Mark Van Bogaert
onze economie allesbehalve volledig hersteld zal
Ontwerp
zijn volgend jaar. Daartoe zou de groei zowat 11% moeten bedragen voor ons land.
Graffito
Verantwoordelijke uitgever Kurt Moens, eerste gedeputeerde p/a Gouvernementstraat 1 9000 Gent
Beeld cover: Bio Base Europe Pilot Plant Overname van cijfergegevens is toegelaten mits bronvermelding.
Wettelijk depotnummer: D/2020/5139/8. Gedrukt bij Stevens Print op gerecycleerd papier (1.000 ex.)
3
Deel 1
Oost-Vlaanderen in de kijker
4
Oost-Vlaanderen:
competitief in een Europese context?
Introductie
verschijnt meer dan 10 jaar na de globale financiële
Het World Economic Forum publiceert sinds 2004
opeenvolgende jaren van economische groei, zij
jaarlijks de ‘Global Competitiviness Index’ (GCI),
het dat deze groei de laatste paar jaar vertraagde.
die aan de hand van 103 indicatoren de nationale
De huidige analyse baseert zich op cijfers van
competitiviteit berekent. Volgens hun definitie is
2014-2018; vanzelfsprekend is de impact van de
dit “a set of institutions, policies and factors that
coronacrisis hier niet geïncorporeerd. Daarvoor is het
determine the level of productivity of a country”.
wachten voor de editie 2022.
crisis van 2008, waarvan de wereldeconomie ondertussen hersteld is. Europa kende ondertussen
Deze definitie linkt zodoende het micro(bedrijfsniveau) met het macroniveau (nationaal).1
De competitiviteit van een regio wordt gemeten aan de hand van indicatoren die verder gaan dan louter
In voorliggende analyse wordt als tussenniveau het
het bruto regionaal product (BRP). Het integreren
idee van regionale competitiviteit gebruikt, omdat
van het welzijn van de bevolking wordt gerealiseerd
een regio geen simpele optelsom van bedrijven is en
door het introduceren van tal van indicatoren rond
geen verkleinde versie van een natie is. Regionale
bijvoorbeeld gezondheid, de kwaliteit van de
competitiviteit wordt in deze analyse, gebaseerd
instellingen en het onderwijsniveau.
op cijfers van de Europese Commissie, omschreven als: “the ability of a region to offer an attractive and
De RCI-analyse geeft een vergelijkbare, veelzijdige
sustainable environment for firms and residents
en duidelijke meting van de competitiviteitsgraad
to live and work”.2 Deze definitie probeert het
van de verschillende regio’s binnen de EU-28 landen
economische belang te combineren met het welzijn
(het Verenigd Koninkrijk wordt nog mee opgenomen
van de bevolking. Met het begrip ‘duurzaamheid’
in de analyse). Op die manier geeft de index een
wordt tevens de langetermijnvisie van de regio
idee omtrent de sterkten en zwakten van de regio’s
ingecalculeerd.
en kunnen vergelijkingen gemaakt worden door bijvoorbeeld het EU-gemiddelde als referentiepunt te
Deze analyse gebeurt op basis van de vierde
nemen of door peer groepen met ongeveer dezelfde
editie van The European Commission’s Regional
RCI score of met vergelijkbaar BRP te bekijken,
Competitiviness Index (RCI ).3 Deze studie, die
zodanig dat daaruit voor het beleid strategieën voor
om de drie jaar geactualiseerd wordt sinds 2010,
een regionale veerkracht kunnen ontwikkeld worden.
1
De meest recente editie dateert van 2019: www3.weforum.org/docs/ WEF_TheGlobalCompetitivenessReport2019.pdf
2
ANNONI, Paolo en Lewis DIJKSTRA, The EU regional competitiveness index 2019, EU, Luxemburg, 2019, blz. 3
3
Ibidem, 42 blz + ec.europa.eu/regional_policy/en/information/ maps/regional_competitiveness/
6
7
Methodologie
Figuur A.1.: Relatie BRP - RCI
vergeleken kunnen worden. Als de z-waarde positief of negatief is, kan je direct zien of de waarde uit de
De RCI-2019 editie is samengesteld op basis van de
steekproef respectievelijk boven of onder het EU-
cijfers van:
gemiddelde zit.
110 Oost-Vlaanderen BRP=109 RCI=82
90
Deze z-scores van de 11 dimensies worden op
omvat op basis van de NUTS 2016-classificatie
hun beurt gewogen op basis van het stadium van
281 regio’s, maar in deze analyse werden zeven
ontwikkeling van een regio (1 tot 5 op basis van het
hoofdstedelijke regio’s met hun respectievelijke
BRP per inwoner, waarbij het EU-28 gemiddelde
‘satelliet’regio’s samengenomen. Voor België
als 100 wordt genomen) om tot een RCI te komen
valt het NUTS-2 niveau samen met de provincies.
die aldus een gewogen rekenkundig gemiddelde
Brussel wordt samen met Vlaams- en Waals-
is, uitgedrukt in z-score. Het EU-28 gemiddelde
Brabant geanalyseerd (‘région de Bruxelles-
uitgedrukt als z-score is nul.
70
RCI
» 268 regio’s op NUTS-2 niveau.4 Het niveau 2
Referentie RCI
50
20
Capitale and its commuting area’). » 74 indicatoren x die gegroepeerd worden in 11 dimensies van
10
Analyse
competitiviteit x die dan verder gegroepeerd worden in 3
Hierna worden de resultaten van de studie RCI-2019
subindices:
geanalyseerd op basis van drie referentiegroepen
-
basis subindex
(peer groups) voor Oost-Vlaanderen.
-
efficiëntie subindex
-
innovatie subindex
In eerste instantie is er een analyse van regio’s die een vergelijkbaar bruto regionaal product
» die samen uiteindelijk de RCI-score geven.
hebben als Oost-Vlaanderen. Daarna bekijken we een referentiegroep met een met Oost-Vlaanderen
Referentie BRP 10
40
70
100
130
-10
160
190
220
250
280
BRP
Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
1. Referentiegroep op basis van vergelijkbaar bruto regionaal product per inwoner
Deze regio’s situeren zich op de groene pijl in figuur A.1.
De meeste indicatoren overspannen de periode
vergelijkbare RCI-score. Tot slot vergelijken we Oost-
2015-2017, sommige gaan terug tot 2014 en
Vlaanderen met de Belgische provincies, waarbij
sommige zijn meer recent (2018).
moet vermeld worden dat het Brussels Hoofdstedelijk
Om de relatieve prestatie van de regio
en de RCI z-waarde. Aan deze tabel werden
Tabel A.1 geeft voor de referentiegroep de z-waarden van de 3 subindices (basic, efficiency en innovation)
Gewest en de provincies Vlaams- en Waals-
Oost-Vlaanderen te beoordelen, wordt een
bovenaan het Groothertogdom Luxemburg (met
De 74 indicatoren hebben niet allemaal dezelfde
Brabant worden geanalyseerd als een functioneel
vergelijkingsgroep genomen die een vergelijkbaar
hoogste BRP-index, 262) en onderaan de Bulgaarse
meeteenheid – soms is deze een % van de totale
grootstedelijk gebied (zie hiervoor).
bruto regionaal product per inwoner heeft.
regio Severozapaden (met laagste BRP-index, 29)
bevolking, van de actieve bevolking, van het BBP, van
toegevoegd om de referentiegroep nog beter te
de tewerkstelling, etc. Deze scores worden daarom
Figuur A.1 zet de scores van de regionale
Het BRP is een maatstaf voor de economische
via gewogen z-score (weging op basis van het aantal
competitiviteitsindex (RCI schaal 0 – 100)
activiteit van een regio en omvat alle in een bepaalde
inwoners) vertaald naar de 11 dimensiescores.
uit tegenover het bruto regionaal product per
tijdsperiode geproduceerde goederen en diensten
Oost-Vlaanderen bevindt zich met de BRP-index
inwoner (gemiddelde 2015 – 2017), gemeten met
min intermediair verbruik. In deze analyse zijn de
gesorteerd van hoog naar laag op de 74e plaats van
De z-score geeft aan hoeveel standaarddeviaties
koopkrachtpariteit per capita, als index met BRP/
BRP-cijfers berekend in ‘purchasing power standards’
de 268 geanalyseerde regio’s. Voor de efficiëntie-
een score van het gemiddelde af zit. De
inwoner van de EU-28 = 100.
(PPS) of ‘koopkrachtpariteit’, wat er op neer komt
en innovatie-subindices scoort de provincie
standaarddeviatie is een rekenkundige maat voor de
dat de verschillen in prijsniveau tussen de regio’s
Oost-Vlaanderen meer dan behoorlijk binnen de
spreiding van de getallen rondom het gemiddelde,
geëlimineerd worden. Het BRP wordt in deze analyse
referentiegroep.
hier het EU-gemiddelde. Als er weinig spreiding
als een index gehanteerd, waarbij het EU-gemiddelde
is, liggen de getallen allemaal dicht bij elkaar. De
aan 100 wordt gelijkgesteld.
situeren.
z-score is een gestandaardiseerde waarde, zodat steekproeven uit verschillende populaties met elkaar
De referentiegroep – op basis van een BRP-index ongeveer 110 – bestaat uit de volgende tien regio’s: Sostinés regionas (Litouwen), Eastern Scotland (VK), Catalina (Spanje), Gloucestershire, Wiltshire and Bristol/Bath area (VK), Arnsberg (Duitsland), Kärnten
4
Voor meer info: s.n., Methodological manual on territorial typologies – 2018 edition, European Commission, Luxemburg, 2018, 132 blz.
8
(Oostenrijk), Gelderland (Nederland), Nordjylland (Denemarken) en Koblenz (Duitsland).
9
Tabel A.1: Referentiegroep BRP/inwoner (index = +/- 110; EU-28=100)
Figuur A.2.: Referentiegroep BRP-index = 109 ( EU-28 = 100) - z-scores per dimensie en totale RCI-score Sostinès regionas
BRP index (gemidd. 2015-17)
Regio
1,2
Basis
Efficiëntie
Innovatie
subindex
subindex
subindex
RCI 2019
Koblenz
0,9
262
Luxembourg
0,73
0,74
1,38
0,93
0,6
110
Sostinés regionas
-0,62
0,15
-0,34
-0,16
0,3
109
Eastern Scotland
0,18
0,46
0,82
0,48
109
Cataluña
0,12
-0,40
0,01
-0,17
Eastern Scotland
0"
Nordjylland
Cataluña
-0,3 -0,6
109
Gloucestershire, Wiltshire and Bristol/Bath area
0,28
0,75
1,01
0,71
109
Oost-Vlaanderen
0,36
0,68
0,66
0,60
108
Arnsberg
0,62
0,44
0,32
0,45
108
Kärnten
0,32
0,32
0,19
0,28
108
Gelderland
1,07
0,59
0,64
0,72
107
Nordjylland
0,74
0,13
0,19
0,29
107
Koblenz
0,60
0,51
0,17
0,44
29
Severozapaden
-1,40
-1,31
-1,72
-1,40
Gloucester, Wiltshire and Bistrol/Bath area
Gelderland
Basic Kärnten
Oost-Vlaanderen
Efficiency Innovation RCI 2019
Arnsberg Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
» het begrotingsoverschot of -tekort als % van het
Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
internettoegang. In Oost-Vlaanderen is dit 88%;
BBP, wat voor België in de periode 2016-2018
de meeste Griekse regio’s halen maar 69%. Op
een deficit betekende (-3,0%) tegenover + 1,9%
nationaal vlak scoort België in deze dimensie heel
voor Luxemburg en + 1,2% voor Duitsland.
goed voor de indicatoren kmo’s die online orders ontvangen hebben (4e in de EU-28 rangschikking) en
Voor de basis-subindex scoort ze echter matig en
» Ondanks onze gekende goede gezondheidszorg
» een overheidsschuld als % van het BBP van
dat is vooral te wijten aan de dimensie ‘gezondheid’.
halen we qua kindersterfte een 199 plaats
103,8%, periode 2016-2018, tegenover 21,7%
Deze dimensie omvat zelf 6 indicatoren.
– 3,99 kindersterftes per 1.000 geboortes,
voor Luxemburg en 64,6% voor Duitsland.
e
Scandinavische regio’s (1,50 sterftes/1.000
In de innovatiesubindex wordt de dimensie
tabel A.1. Zo wordt nog iets duidelijker dat de waarde
geboortes).
‘technology readiness’5 enerzijds op regionaal niveau
van de Oost-Vlaamse RCI-score wordt ingekort door
en anderzijds op nationaal niveau geanalyseerd.
de score van de basisindex, zoals gezegd door de
2017 bezet Oost-Vlaanderen de 154e plaats met
Binnen de basis-subindex is er ook de dimensie
Op regionaal niveau zijn de cijfers relatief goed
op nationaal niveau verkregen scores voor onder
58 doden per 1 miljoen inwoners. De Zweedse
‘macro-economische stabiliteit’ die uit 5 indicatoren
maar kunnen ze beter. Zo hebben in de meeste
meer economische stabiliteit. Dit valt nog meer op
regio Stockholm telt er gemiddeld slechts 12 over
bestaat. Deze zijn evenwel alleen op het nationale
Nederlandse regio’s 99% van de gezinnen
wanneer de Nederlandse regio Gelderland bekeken
de beschouwde periode.
niveau beschikbaar en worden naar de regio’s
wordt. Alhoewel deze regio mindere prestaties laat
doorgetrokken. Dit zorgt er voor dat de cijfers van
optekenen qua efficiëntie en innovatie behaalt de
Oost-Vlaanderen in deze dimensie niet bij de beste
regio toch een veel hogere totale RCI-score dankzij de
zijn, omdat het gaat over indicatoren zoals:
heel sterke basisdimensie waarde, grotendeels toe te
wegenongevallen betreft voor de periode 2014-
» Ook voor de indicator levensverwachting scoort Stockholm met 79,4 jaar het best. OostVlaanderen behaalt met 75,3 jaren de 130 plaats.
10
technologieën. Bovenstaande figuur visualiseert de waarden uit
niet goed tegenover bijvoorbeeld een aantal » Wat bijvoorbeeld het gemiddeld aantal doden in
6e voor de indicator beschikbaarheid van nieuwste
e
5
Hoe kijkt de bevolking aan tegen nieuwe technologieën en in
rekenen aan de Nederlandse economische stabiliteit.
hoeverre zijn die technologieën beschikbaar?
11
RCI 2019
Innovatie
Efficiëntie
Basis
Innovatie
Sectorale ontwikkeling bedrijfswereld
Technologische ontwikkelingsgraad
Subindices
Martkgrootte
Arbeidsmarktefficiëntie
Hogere opleiding en levenslang leren
Basisopleiding
Gezondheid
Infrastructuur
Macro-economische stabiliteit
Dimensies
Instellingen
Regio
GDP/inw. index gem. 2015-17 (EU28=100)
Tabel A.2: Referentiegroep naar RCI 2019 - z-scores dimensies, subindices en RCI
Stockholm 172 1,14 1,04 0,80 1,09 1,77 1,59 0,88 0,43 0,99 0,78 1,85 1,17 0,97 1,21 1,08 Limburg (Nl) 112 1,13 1,19 0,80 0,25 1,64 0,25 0,56 0,79 1,09 0,29 0,15 1,00 0,53 0,51 0,62 Mittelfranken 136 0,91 1,13 0,62 0,25 0,39 0,13 1,10 0,75 0,76 0,10 0,69 0,66 0,66 0,52 0,62 Wien & 131 0,70 0,50 0,64 0,10 1,32 0,67 0,36 0,80 0,22 0,82 0,70 0,65 0,61 0,58 0,61 Niederösterreich Antwerpen 140 0,51 0,35 1,14 0,24 0,40 0,14 0,52 1,05 0,39 1,32 0,47 0,53 0,57 0,73 0,61
2. Referentiegroep op basis van vergelijkbare RCI-scores
Voor het beschikbaar inkomen per hoofd in
In deze analyse wordt de referentiegroep samen-
Bulgaarse regio’s behalen hier respectievelijk slechts
gesteld op basis van vergelijkbare RCI-scores. Deze
45 en 35 als index.
koopkrachtpariteit scoort Oost-Vlaanderen met index 118 de 50 plaats op 268 regio’s. Roemeense en e
de 31 positie binnen de 268 EU-regio’s populatie.
Berlin & 106 0,58 1,13 1,20 0,29 0,39 0,16 0,46 0,71 0,71 0,56 0,97 0,72 0,44 0,75 0,59 Branderburg Overijssel 106 1,18 1,19 0,55 0,33 1,64 0,48 0,56 0,35 1,19 0,24 0,02 0,98 0,46 0,48 0,59
van hoog naar laag sortering geeft Oost-Vlaanderen e
Oost-Vlaanderen 109 0,51 0,35 0,71 -0,15 0,40 0,25 0,76 1,03 0,34 1,20 0,44 0,36 0,68 0,66 0,60
Ook in de dimensie arbeidsmarktefficiëntie scoort Oost-Vlaanderen goed. Zo scoort Oost-Vlaanderen
In tabel A.2 wordt de referentiegroep van 10 regio’s
voor langdurige werkloosheid (langer dan 12 maand)
met de z-waarden voor de 11 dimensies en de 3
met 1,3% heel goed, wetende dat bijvoorbeeld
subindices weergegeven, evenals de regio met de
de meeste Griekse regio’s tussen de 18% en 21%
beste competitiviteitsindex (Stockholm – Zweden)
scoren. Eenzelfde goede score is er voor de totale
en die met de zwakste samengestelde index (Voreio
werkloosheid (% actieve bevolking) met 4,1%
Aigaio – Griekenland).
tegenover tussen de 25% en 30% voor de Griekse
Östra 106 1,14 1,04 -0,13 0,81 1,77 1,25 0,57 -0,66 0,88 0,14 0,96 0,93 0,39 0,66 0,59 Mellansverige Västsverige 120 1,16 1,04 -0,21 0,82 1,77 1,31 0,80 -0,63 0,88 -0,16 0,81 0,91 0,49 0,51 0,58 Herefordshire, Worcestershire
99
0,92 -0,40 0,52 0,32 -0,13 0,30 0,64 0,74 0,99 0,86 0,86 0,24 0,56 0,90 0,57
Voreio Aigaio
51
-1,47 -2,02 -0,88 0,12 -1,31 -0,98 -1,98 -3,18 -1,91 -0,48 -1,39 -1,11 -2,04 -1,26 -1,61
regio’s. Opvallend voor Oost-Vlaanderen is de zwakke score voor de basissubindex en de sterke positie voor de
Ook de indicator arbeidsproductiviteit (BRP tegenover
efficiëntiesubindex. Die efficiëntie-score heeft te
het totaal aantal gewerkte uren) behaalt met index
maken met de drie onderliggende dimensies van
132 een sterke positie. Dit is de 22e plaats binnen
de subindex: hogere opleiding en levenslang leren;
de 268 regio’s. Hier scoren vooral de Bulgaarse
arbeidsmarktefficiëntie; marktgrootte. Vooral in de
en Roemeense regio’s erg zwak met indices die
dimensie marktgrootte scoort de provincie erg goed
schommelen rond respectievelijk 40 en 30%.
Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
omdat Oost-Vlaanderen sterk is in de indicatoren
12
beschikbaar inkomen per capita en potentiële
Binnen deze dimensie is er ook de belangrijke
marktgrootte.
indicator NEET, het percentage van de bevolking
13
Basis subindex
tussen 15 en 24 jaar dat ‘not in education,
Tabel A.3: Referentiegroep Belgische provincies - z-scores dimensies, subindices en RCI
» Anderzijds scoort België heel goed voor de ‘Net
Verder wordt voor Oost-Vlaanderen telkens de positie
International Investment Position’ (NIIP). Dit is
binnen de EU-268 rangschikking weergegeven.
het verschil tussen de activa en passiva van een land, vergeleken met de rest van de wereld en uitgedrukt als % van het BBP. Het is in zekere mate een indicatie voor externe kwetsbaarheid van landen. Hoge negatieve NIIP-waarden zijn meestal het gevolg van blijvend hoge handelsbalans tekorten. België scoort met 51% tegenover het BBP de 5e plaats na onder meer Duitsland en Nederland. Griekenland scoort op deze indicator bijvoorbeeld -140%. » De dimensie ‘infrastructuur’ die via 3 indicatoren de regionale bereikbaarheid – over de baan, per spoor en via luchtverkeer – bekijkt is, behalve voor de provincie Luxemburg, heel goed in alle Belgische regio’s. Oost-Vlaanderen moet enkel de luchthavenregio’s Antwerpen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Luik laten voorgaan. Wetende dat slechts 95 van de 268 EU-28 regio’s
6 cohesiondata.ec.europa.eu/stories/s/yt77-f74u
14
een z-score groter dan nul hebben, kunnen we
Innovatie
RCI 2019 Stockholm (Se) 1,08
Efficiëntie
Basis
Innovatie
Sectorale ontwikkeling bedrijfswereld
Technologische ontwikkelingsgraad
Martkgrootte
Arbeidsmarktefficiëntie
Hogere opleiding en levenslang leren
OostVlaanderen
108,74 0,51 0,35 0,71 -0,15 0,40 0,25 0,76 1,03 0,34 1,20 0,44 0,36 0,68 0,66 0,60
Limburg WestVlaanderen
96,33
0,51 0,35 0,41 0,25 0,40 0,12 0,38 0,87 0,37 1,12 0,07 0,38 0,46 0,52 0,46
114,68 0,51 0,35 0,42 -0,38 0,40 0,15 0,70 0,71 0,31 1,11 -0,08 0,26 0,52 0,45 0,45
Namur
80,20
0,15 0,35 0,44 -0,93 0,40 0,00 0,03 0,33 -0,02 0,60 0,06 0,08 0,12 0,21 0,13
Liège
84,01
0,15 0,35 0,93 -0,54 0,40 -0,32 -0,21 0,47 0,12 0,53 -0,01 0,26 -0,02 0,21 0,11
Luxembourg
73,57
0,15 0,35 -0,06 -1,21 0,40 0,08 0,12 -0,03 0,15 0,35 -0,21 -0,08 0,05 0,10 0,02
Hainaut
74,92
0,15 0,35 0,62 -0,79 0,40 -0,60 -0,38 0,58 -0,07 0,53 -0,20 0,14 -0,13 0,09 -0,01
EU-regio met laagste score (268e op 268) (1)
Voreio Aigaio (El) -1,61
de RCI als voor de 11 dimensies en de 3 subindices.
Oxfordshire (Uk) 1,47
Griekenland, Italië en Portugal.
140,06 0,51 0,35 1,14 0,24 0,40 0,14 0,52 1,05 0,39 1,32 0,47 0,53 0,57 0,73 0,61
-1,80
goed scorende EU-268 regio, zowel voor het BRP en
Antwerpen
Sud-Est (Ro)
103% tegenover het BBP – 4e laatste positie na
London (Uk) 1,07
tabel is aangevuld met telkens de best en de minst
-2,27
tegenover het BNP en een overheidsschuld van
Melilla (Sp)
indicatoren, zoals een begrotingstekort van 3%
het BRP als de RCI het best (‘capitals take it all’).6 De
Stockholm (Se) 1,17
scoort het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zowel
159,26 0,23 0,35 1,05 0,30 0,40 0,55 0,20 1,05 0,34 1,59 0,82 0,47 0,60 0,92 0,67
-1,57
De verklaring ligt dus bij zwakke nationale
Brussels Hoofdstedelijk Gewest (*)
Sud-Est (Ro)
meeste andere hoofdstedelijke regio’s van de EU
Oxfordshire (Uk) 2,07
dus gelijk aan de provincies toegerekend worden.
Notio Aigaio (El) -1,97
dimensies (z-scores). Zoals ook het geval is voor de
(1)
Luxembourg (Lu) 262,02
duidelijk aan de onderliggende indicatoren die
-1,83
competitiviteitsindex met de 11 samenstellende
(1e op 268)
Oltenia (Ro)
en Nederland, –2,00 voor Griekenland, ligt
Groningen (Nl) 1,27
het bruto regionaal product en de regionale
hoogste score
Severozapaden (Bg) -2,27
voor de Scandinavische landen en Duitsland
London (Uk) 1,74
Tabel A.3 geeft voor de Belgische provincies
EU-regio met
Subindices
Övre (Se) -3,2
op deze dimensie – z-score 0,35-tegenover 1,20
-2,72
Dat de Belgische provincies maar matig scoren
Melilla (Es)
is opgebouwd uit indicatoren op nationaal vlak.
genoemd).
-2,33
de eenvoud het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Oberbayern (De) 1,21
» Ook de dimensie ‘macro-economische stabiliteit’
Azoren (Pt)
functioneel grootstedelijk gebied (hierna voor
Hovestaden (Dk) 1,65
en Waals-Brabant samengevoegd wordt tot een
Basisopleiding
Regio
Stockholm (Se) 1,77
onpartijdigheid van overheidsdiensten.
Vest (Ro) -2,11
best inzake verantwoordingsplicht, corruptie en
Hoofdstedelijk Gewest dat met Vlaams-Brabant
-2,71
Belgische provincies, evenwel met het Brussels
Mayotte (Fr)
gelegen is. Het Vlaams Gewest scoort telkens
Gezondheid
Brussels Hoofdstedelijk, Vlaams of Waals Gewest De referentiegroep die hier bekeken wordt, zijn de
Stockholm (Se) 1,09
bekomen worden, al naargelang de regio in het
Infrastructuur
3 verschillende waarden voor de provincies
Severozapaden (Bg) -1,82
3. Analyse van de Belgische provincies
London (Uk) 1,81
volgens de gewesten, zodat ook daar slechts
Macro-economische stabiliteit
De 3 regionale indicatoren zijn opgebouwd
Hovestaden (Dk) 1,27
dezelfde waarde geeft voor alle provincies.
-2,02
indicatoren). Het is duidelijk dat deze laatste
liggen. In totaal zijn er 9 regio’s.
Ipeiros (El)
de Nederlandse en Duitse waarden, die rond de 4%
Instellingen
en ‘instellingen op nationaal vlak’ (met 17
Aland (Fi) 1,95
binnen de 268 EU-28 regio’s) maar toch zwakker dan
Dimensies
Severozapaden (Bg) -1,95
‘instellingen op regionaal vlak (met 3 indicatoren)
Luxembourg (Lu) 262,02
» De dimensie ‘instellingen’ is opgebouwd uit
Vlaanderen scoort behoorlijk met 8,1% (82 positie e
Severozapaden (Bg) 29,41
of studeren, noch een opleiding volgen. Oost-
GDP/inw. index gem. 2015-17 (EU28=100)
employment or training’ is, jongeren die noch werken
(1) Tussen haakjes wordt de Europese landcode weergegeven: Bg = Bulgarije, De = Duitsland, Dk = Denemarken, El = Griekenland, Es= Spanje, Fi = Finland, Fr = Frankrijk, Lu = GH Luxemburg, Nl = Nederland, Pt = Portugal, Ro = Roemenië, Se = Zweden, Uk = Verenigd Koninkrijk. (2) Inclusief provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant - zie tekst. Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie 15
concluderen dat de transportinfrastructuur in
Efficiëntie subindex
Tabel A.4: Referentiegroep Belgische provincies - indicatoren dimensie ‘gezondheid’
38,16
75,21
3,21
67,9
27,0
11,9
0,30
Antwerpen
45,57
75,56
3,30
64,1
23,7
13,6
0,24
Limburg
70,41
76,03
2,40
65,1
22,3
12,2
0,25
Oost-Vlaanderen
58,45
75,29
3,99
71,3
25,9
16,2
-0,15
West-Vlaanderen
74,78
75,71
3,81
70,5
27,2
20,4
-0,38
Hainaut
82,75
72,44
3,79
91,1
45,6
17,5
-0,79
Liège
74,02
73,30
3,08
77,4
40,0
20,5
-0,54
Luxembourg
163,10
73,68
2,51
87,1
35,1
21,9
-1,21
Namur
112,87
73,06
2,92
87,4
40,3
21,0
-0,93
hebben. In die zin moeten ook de mindere cijfers Daarom worden in tabel A.4 de onderliggende
van Antwerpen (37%) en West-Vlaanderen (35%)
cijfers van de verschillende indicatoren gegeven
geïnterpreteerd worden. Toch zijn deze cijfers niet
die gezamenlijk de z-score voor de dimensie
slecht, in vergelijking met meerdere Italiaanse en
‘gezondheid’ uitmaken per regio, met bovenaan de
Roemeense regio’s waar de scores tussen 15% en
beste regio en onderaan de minst performante EU-
10% liggen.
268 regio per indicator. 9 indicatoren die de tewerkstellingsgraad,
» De dimensie ‘basisopleiding’ meet – op nationaal vlak – de volgende indicatoren:
arbeidsproductiviteit, gendergelijkheid in
x de participatiegraad in jobgerelateerde,
tewerkstelling en de kwaliteit van parttime werk,
niet-formele opleiding en training die qua
vergelijken.Omdat deze dimensie erg belangrijk
kostprijs ten minste deels ten laste zijn van de
is binnen de hele analyse geeft tabel A.5 een
werkgever.
idee van de totale arbeidsmarktefficiëntiescore en die van 4 van de indicatoren, met
x het deel van de populatie dat zelf aangeeft
Brussels Hoofdstedelijk
telkens ook de scores voor de regio Oberbayern
geen vreemde taal te kennen.
(Duitsland) en de regio Melilla (Spanje) die Deze indicatoren meten de basisvaardigheden met
respectievelijk de hoogste en de laagste totale
een directe relatie naar de arbeidsmarktbehoeften.
arbeidsmarktefficiëntie-score hebben binnen de
Met een z-score van 0,40 doet België – 11 plaats
EU-268 regio’s.
e
in de EU-28 – niet echt goed tegenover 1,77 voor
positie binnen de EU-268 regio’s.
7
Voor meer informatie: zie statbel.fgov.be/nl/over-statbel/ methodologie/classificaties/internationale-standaard-classificatievoor-opleidingen
180,9
slechtste score (268e op 268) (1)
Severozapaden (Bg)
maar toch scoren ze hiermee maar rond de 120e
EU-regio met
(Hr) 65,2
jaar – is behoorlijk voor Oost- en West-Vlaanderen
Kontinentalna Hrvatska
populatie (zonder de landbouwsector) van 15 tot 64
Luxembourg (Be) 163,1
De tewerkstellingsgraad (zonder de landbouwsector) – een gemiddelde over de periode 2015-2017 voor de
16
EU-regio met beste score (1e op 268) (1)
Gewest (2) » De dimensie ‘arbeidsmarktefficiëntie’ omvat
Zweden en 1,44 voor Nederland.
Z-score dimensie “gezondheid” Stockholm (Se) 1,09
de regio trekt die bepaalde hogere classificaties
Mayotte (Fr) -2,71
met het soort arbeidsaanbod dat inwoners naar
relatief zwak is.
(per 100.000 inwoners onder 65)
waarom de basis subindex voor onze provincies
Aantal overlijdens door zelfmoord
merkelijk beter; dat heeft onder meer te maken
Campania (It) 3,0
BRP is deze dimensie een van de redenen
EU - regio’s
Latvija (Lv) 31,3
Brussels Hoofdstedelijk Gewest doet het met 47%
inwoners onder 65)
referentiegroepanalyse op basis van vergelijkbaar
vasculaire aandoeningen (per 100.000
dit is een opleiding bachelor of equivalent.7 Het
Trento (It) 18,8
hogere opleiding van minstens ISCED 5-6 behaalt,
doodsoorzaak. Zoals ook reeds vermeld in de
Aantal overlijdens door cardio-
een rangschikking geeft al naargelang de
100.000 inwoners onder 65)
40% van de bevolking tussen 25 en 64 jaar een
Aantal overlijdens door kanker (per
hogere opleiding. In Oost-Vlaanderen heeft bijna
6 indicatoren die naast de levensverwachting
Norrland (Se) 48,5
andere provincies negatief. Deze dimensie omvat
Alföld (Hu) 155,3
regio’s voor de indicator behalen van een diploma
Aland (Fi) 1,14
z-score 0 als EU-268 gemiddelde scoren de
Guyana (Fr) 9,9
Oost-Vlaanderen de 38e plaats binnen de 268
Stockholm (Se) 79,44
Antwerpen en Limburg een slechte score. Met
Stockholm (Se) 11,78
peilen naar de graad van opleiding. Zo behaalt
(per 1.000 geboorten)
belangrijke factor is voor groei en competitiviteit,
van de regio’s Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
in verhouding tot het aantal geboorten
» De dimensie ‘gezondheid’ geeft met uitzondering
Aantal overlijdens bij kinderen < 1 jaar
kapitaal als productiefactor ontegensprekelijk een
gezondheid)
leren’ meet 4 indicatoren die, omdat menselijk
zoals files en overbezette treinen.
(op basis van eigen perceptie van
» De dimensie ‘hogere opleiding en levenslang
Levensverwachting in gezonde jaren
evenwel geen rekening met mobiliteitsproblemen
Aantal verkeersdoden/miljoen inwoners
België sterk is uitgebouwd. Deze cijfers houden
(1) Tussen haakjes wordt de Europese landcode weergegeven: Be = België, Bg = Bulgarije, Fi = Finland, Fr = Frankrijk, Hr = Kroatië, Hu = Hongarije, It = Italië, Lv = Letland, Se = Zweden. (2) Inclusief provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant - zie tekst. Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
17
Tabel A.5: Referentiegroep Belgische provincies - indicatoren dimensie ‘arbeidsmarktefficiëntie’
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haalt met 61%
Een maatstaf die een kwalitatief aspect toevoegt
slechts de 170 positie en de regio Henegouwen zelfs
aan de kwantitatieve arbeidsmarktefficiëntie
maar de 220e positie met een tewerkstellingsgraad
is de indicator onvrijwillige part time/tijdelijke
van 53%. Wat de langetermijn werkloosheid betreft
tewerkstelling. Part time werken is al een tijdje
(meer dan 12 maand) zien we dezelfde tendens voor
relatief populair. Dit kan enerzijds vrijwillig zijn, wat
de Belgische provincies: slechts 1,3% voor Oost- en
positief kan zijn omdat het de werk/vrije tijd balans
West-Vlaanderen, 7,4% voor Henegouwen. Over heel
ten goede komt. Anderzijds, als part time of tijdelijk
de EU-268 scoren vooral de Griekse regio’s slecht met
werk geen eigen keuze is, kan het een indicatie zijn
langetermijn werkloosheid percentages rond de 20%.
van een tekort aan fulltime job mogelijkheden. De
EU-regio met beste score (1e op 268) (1) -
2,3
efficiëntie"
Z-score dimensie "arbeidsmarkt-
tewerkstelling
Onvrijwillige parttime / tijdelijke
78,5
Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2)
61,3
5,6
159,7
9,4
0,20
Antwerpen
64,4
2,6
153,8
7,0
0,52
Limburg
64,5
1,9
119,7
8,4
0,38
Oost-Vlaanderen
67,2
1,3
131,5
4,7
0,76
West-Vlaanderen
67,3
1,3
122,7
6,3
0,70
Hainaut
53,3
7,4
113,7
11,3
-0,38
Liège
55,4
6,8
119,7
11,9
-0,21
Luxembourg
60,8
3,2
105,7
9,4
0,12
Namur
58,0
4,9
112,7
10,5
0,03
45,0
19,5
90,0
30,8
-2,72
-
156,5
indicator die deze onvrijwillige part time of tijdelijke
Oberbayern (De)
EU-regio met slechtste score (268e op 268) (1)
0,7
Arbeidsproductiviteit
LT werkloosheid
Peergroep Belgische provincies
Tewerkstellingsgraad (excl. landbouw)
e
1,21
De arbeidsproductiviteit – bij uitstek een maatstaf
jobs meet voor de populatie tussen 20 en 64 jaar, is
voor efficiëntie – wordt bepaald als het bruto
een goede benadering om dit groeiend deelsegment
binnenlands product gedeeld door het arbeidsvolume
in te schatten. De grootste percentages, tussen 30 en
(het aantal gewerkte uren). De gebruikte cijfers zijn
40%, vinden we vooral in de Spaanse regio’s. Oost-
die over 2015 en zijn uitgedrukt in indices, waarbij
Vlaanderen scoort met 4,7% zeer goed. De Waalse
EU-28 index 100 heeft. Met index 131,5 scoort Oost-
regio’s en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doen
Vlaanderen de 22e plaats binnen EU-268. Het Brussels
het met scores tussen 9,4 en 12,0% beduidend
Hoofdstedelijk Gewest doet het met index 160 heel
minder goed, hetgeen wijst op een gebrek aan
goed naast andere hoofdstedelijke gebieden zoals in
voldoende volwaardige jobs.
Ierland, Frankrijk en het Groothertogdom Luxemburg. Een lage arbeidsproductiviteit met indices tussen 30 en 40 vinden we in de meeste Roemeense, Bulgaarse en Poolse regio’s.
» De dimensie ‘marktgrootte’ bekijkt naast het beschikbaar inkomen per hoofd ook de potentiële marktgrootte in termen van BRP en bevolking.
Melilla (Es)
(1) Tussen haakjes wordt de Europese landcode weergegeven: De = Duitsland, Es = Spanje. (2) Inclusief provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant - zie tekst. Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
18
19
Grotere markten geven de kans om verder te
Innovatie subindex
ontwikkelen, onder meer door schaalvoordelen. Binnen de EU is er immers vrijheid van verkeer
» De dimensie ‘technologische ontwikkelingsgraad’
van goederen, diensten, arbeid en kapitaal. Er is
meet de mate waarin gezinnen en
natuurlijk een kostprijs om een grotere markt te
ondernemingen technologie gebruiken, vooral
bereiken, zowel in tijd, afstand en geld. Daartoe
informatie- en communicatietechnologie (ICT).
wordt naast het beschikbaar inkomen per
Deze toepassingen veranderen immers de
inwoner ook de potentiële markt bekeken.
organisatiestructuur van ondernemingen en vergemakkelijken de overgang naar nieuwe en
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Antwerpen
snellere commerciële en productieprocessen.
scoren op deze dimensie heel goed, respectievelijk
Omdat er een wisselwerking is tussen het gebruik
13 en 14 plaats binnen de EU-268. Oost-
van technologie binnen gezinnen en binnen
e
e
Vlaanderen, 18e, doet het ook heel goed. Limburg
ondernemingen wordt deze indicator bekeken
(22 ) doet het beter dan West-Vlaanderen (44
op beide niveaus, dus zowel qua privaat als
positie). Grotendeels is voor deze provincies
qua zakelijk gebruik. Wat de eerste betreft, zijn
de indicator beschikbaar inkomen per inwoner
gegevens beschikbaar op regioniveau, voor
dezelfde, het verschil zit in de indicator potentiële
de tweede zijn de gegevens beschikbaar op
markt, die voor de goed scorende regio’s groter
nationaal niveau. De zakelijke indicator is een
is, omwille van de kleinere toegangskosten
gemiddelde waarbij aan iedere regio dezelfde
tot nabijgelegen markten. Zo zijn de Duitse en
nationale ondernemingsscore wordt gegeven. De
Nederlandse nabijgelegen markten voor Antwerpen,
regionale score onderzoekt het gebruik van en de
Oost-Vlaanderen en Limburg belangrijker dan de
toegang tot internet door de gezinnen. Koplopers
nabijgelegen Franse markt voor West-Vlaanderen.
hierbij zijn zowat alle regio’s in Nederland en
e
e
in het Verenigd Koninkrijk. De Belgische regio’s liggen dicht bij mekaar maar bevinden zich toch meer rond de 140e positie. Roemenië, Bulgarije en Griekenland scoren zwakst voor internetgebruik door de gezinnen. De nationale scores – op niveau van de ondernemingen – tonen voor België over het algemeen goede resultaten, vooral voor de volgende indicatoren: x beschikbaarheid van nieuwste technologieën: 6e positie binnen EU-28 x FDI (foreign direct investment – rechtstreekse buitenlandse investeringen) in technologietransfer: 10e positie. Deze indicator geeft een idee over de disseminatie van technologie door buitenlandse ondernemingen binnen België, wat concurrerende firma’s binnen de thuismarkt kan stimuleren tot technologische opwaardering. x 26% van ondernemingen met meer dan 10 werknemers ontvingen online bestellingen: 4e positie. » De dimensie ‘ontwikkeling van de bedrijven’ (‘business sophistication’) focust op sectoren met hoge toegevoegde waarde, omdat specialisatie in deze sectoren sterk bijdraagt
20
21
tot regionale competitiviteit. Regionale clusters
en Griekse regio’s die slechts rond de 20%
met hoge toegevoegde waarde leiden vaak tot
kenniswerkers tellen. Opvallend voor de
overloopeffecten in productiviteit en efficiëntie,
Belgische regio’s is de relatief zwakke score voor
maar vooral tot kennisoverdracht en grotere
West-Vlaanderen (39% - 148e/EU-268). Namur
concentratie van gespecialiseerd menselijk
scoort dan weer goed, samen met Antwerpen en
kapitaal. Deze indicatoren focussen dan ook
Oost-Vlaanderen – alle 3 ongeveer 46% en rond
op sectoren die sterk kennis- en technologie-
de 45e positie in de EU-268 rangschikking.
Figuur A.3.: RCI-score 2019 en de 11 dimensies Instellingen 90 80
RCI 2019
70 60
intensief zijn. Daartoe wordt gekeken naar tewerkstelling en bruto toegevoegde
50 innovatie
» Eenzelfde situatie vinden we ongeveer voor de
40
waarde in ondernemingen in: financiële en
belangrijke indicator intramurale O&O uitgaven
verzekeringsdiensten; vastgoedactiviteiten;
(onderzoek en ontwikkeling, vaak vermeld als
wetenschappelijke en technische activiteiten;
research & development) als % van het BRP. De
20
administratieve en ondersteunende diensten.
Belgische regio’s Brussels Hoofdstedelijk Gewest
10
In de globale business sophistication score
en Antwerpen, met 3,1% en ongeveer 20 in de
doen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
EU-268 rangschikking, en ook Oost-Vlaanderen
Antwerpen en Oost-Vlaanderen het heel goed.
(2,5% en 45e positie) scoren sterk. West-
Respectievelijk bezetten ze voor deze dimensie
Vlaanderen daarentegen met 1,1% (165e positie)
de 4e, 7e en de 10e plaats in de EU-268 ranking.
doet het minder goed. Als ter bevestiging de
De geografische nabijheid en de onderliggende
O&O uitgaven per provincie en per inwoner
verbondenheid van de ondernemingen in de
bekeken worden als gemiddelde over de periode
hoger vermelde sectoren geeft zowel een sterke
2013-2016, dan bedragen die voor Oost-
tewerkstelling als een grote bruto toegevoegde
Vlaanderen 841 EUR, voor West-Vlaanderen
waarde.
411 EUR, Antwerpen 1.231 EUR, Limburg 390
e
» De dimensie ‘innovatie’ meet het regionaal
Infrastructuur
30
0
Sectorale ontwikkeling bedrijfswereld
Gezondheid
Basisopleiding
Technologische ontwikkelingsgraad
Hogere opleiding en levenslang leren
Marktgrootte
EUR, Vlaams-Brabant 1.601 EUR en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.040 EUR.9
potentieel om te innoveren en het huidig resultaat
Arbeidsmarktefficiëntie
van innovatieve activiteiten. Indicatoren hiervoor
Dezelfde rangschikking voor de Belgische provincies
zijn onder meer het aantal kenniswerkers;
doet zich voor bij de twee indicatoren personen
wetenschappelijke publicaties; O&O uitgaven;
met een hogere opleiding en/of tewerkgesteld in
export van medium/hoogtechnologische
technologie als % van het aantal arbeidskrachten en
producten. Deze indicatoren geven een idee van
tewerkstelling in technologie en kennisintensieve
De totale z-score voor de dimensie innovatie
de mate waarin kennisproductie geografisch
sectoren als % van de totale tewerkstelling.
geeft dan ook een sterke score: 28e/positie voor
Oost-Vlaanderen België EU gemiddelde
RCI-score uitgedrukt als index, index regio met hoogste score (Stockholm) is 100; index regio (Voreio Aigaio) met laagste score is 0. Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
het Brussels Hoofdstedelijke Gewest; de regio’s
geconcentreerd is. De indicator export van medium/high technologische
Antwerpen en Oost-Vlaanderen bevinden zich rond
producten als deel van de totale export meet eerder
de 60e positie. West-Vlaanderen met een negatieve
totale tewerkstelling – omvat de high-tech-,
het resultaat van de innovatieve activiteiten (de
z-score (-0,08) – beneden het EU-gemiddelde dus -
markt-, en financiële kennisintensieve diensten.8
capaciteit voor commercialisering van de O&O
neemt slechts plaats 125 in de EU-268 rangschikking
Opvallend in de EU-268 regio’s rangschikking is
resultaten). Voor deze indicator scoren de Belgische
in.
de dominantie van de grootstedelijke gebieden.
regio’s eerder zwak, maar omdat deze niet op
De hoofdstedelijke regio’s Warschau (62,5%),
provinciaal niveau beschikbaar zijn – enkel op
Bovenstaande figuur A.3 geeft de verhoudingen
Stockholm (61,3%), Île-de-France (56%)
nationaal niveau – is het niet mogelijk de regio’s
weer tussen de RCI-score en de scores voor de 11
en ook het Brussels Hoofdstedelijk gewest
afzonderlijk te evalueren.
dimensies voor Oost-Vlaanderen, België en het EU
» De indicator kenniswerkers – als % van de
Macro-economische stabiliteit
(54,0%) scoren hoog voor deze indicator, dit
gemiddelde voor de 268 regio’s. De waarden in
in tegenstelling tot de Bulgaarse, Roemeense
de figuur zijn een vertaling van de respectievelijke z-scores naar een waarde tussen 0 en 100. Hierbij staat 0 voor de laagste RCI z-waarde (dit is de Griekse regio Voreio Aigaio z = -1,61 ) en 100 voor de hoogste RCI z-waarde, in de Zweedse regio Stockholm (z = 1,08 ).
8
Dit komt grosso modo overeen met de NACE-codes 58 tot en met 93. Meer info over de NACE-indeling: s.n., NACE-BEL Activiteitennomenclatuur, FOD Economie, Brussel, 2011, 522 blz.
22
9
Bron: Eurostat - appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show. do?dataset=rd_e_gerdreg&lang=en
23
Enkele conclusies.
Een bijkomende vaststelling is de grote spreiding qua
1. De relatie bruto regionaal product per inwoner en regionale competitiviteitsindex
Voor eenzelfde BRP, ongeveer 110 ,scoort de
competitiviteit bij de meer ontwikkelde regio’s.
Litouwse regio Sostinés regionas een RCI van 53,8 terwijl Oost-Vlaanderen een RCI van 82 haalt. De verklaring is dat de Litouwse regio niettegenstaande het hoog BRP/inwoner toch niet goed scoort voor de
Figuur A.4 geeft duidelijk het positieve verband
meeste indicatoren, vooral deze uit de basisdimensie
tussen beide indices. De curve heeft een niet-lineair
(zie tabel A.1) zoals infrastructuur, instellingen en
concaaf verloop, wat impliceert dat naarmate een
basiseducatie. Het zijn deze indicatoren waarop deze
regio een groter BRP/inwoner heeft, deze ook een
regio zich in eerste instantie zou moeten richten om
grotere RCI heeft, maar ook dat naarmate het BRP
naar een volgend niveau van betere efficiëntie en
stijgt, de relatieve toename van de RCI kleiner wordt
daarna van innovatie op te klimmen. Normalerwijze
- hier geïllustreerd wordt door de twee gebieden A en
zou in dit geval het niveau van het BRP voldoende
B. Dat betekent dat voor minder ontwikkelde regio’s
moeten zijn om investeringen mogelijk te maken die
een lichte stijging van het BRP, een sterkere stijging
de competitiviteit kunnen stimuleren.
van de competitiviteit genereert (A). In sterker ontwikkelde regio’s geldt het omgekeerde : een
De algemene vaststelling die hier ook uit voortvloeit,
verdere stijging van het BRP creëert steeds minder
is dat regio’s die onder of boven de RCI-BRP curve
competitiviteitsgroei (B). De facto illustreren deze
liggen, respectievelijk onder- of boven-presteren met
vaststellingen de economische wetmatigheid van de
betrekking tot het aanwezige economisch potentieel.
afnemende marginale meeropbrengsten.
Figuur A.4.: Relatie BRP/inwoner - RCI-score
Concreet bevinden de Belgische regio’s zich bijna allemaal boven de curve en presteren ze dus beter
120
dan hun economisch potentieel. Enkel het Brussels potentieel alhoewel het de grootste BRP- en RCIscores heeft, maar door de sterke positie ondergaat
Oost-Vlaanderen
90
B
Limburg RCI
het duidelijk het effect van de dalende marginale
Tot slot kunnen we ons afvragen of op basis van deze
meeropbrengsten.
RCI-analyse conclusies kunnen getrokken worden met betrekking tot de vraag of de Oost-Vlaamse
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Namur 60
Hoofdstedelijk Gewest presteert licht onder zijn
Antwerpen
West-Vlaanderen
2. Oost-Vlaanderen binnen de EU268 regio’s: een KNOB-benadering (krachtpunten, nadelen, opportuniteiten, bedreigingen)
sociaal-economische situatie schokbestendig is en veerkrachtig zal zijn in de verwerking van de
Liège
coronacrisis. Het is duidelijk dat op dit moment voorspellingen en projecties niet zo eenvoudig door
Luxembourg
te voeren zijn gelet op de ongeziene omvang van de
Hainaut
Sosistinés regionas
impact van de pandemie. Het finale antwoord zal pas jaren na deze analyse kunnen gegeven worden.
30
Nochtans kunnen een aantal zaken geconcludeerd worden.
A
Intern binnen Oost-Vlaanderen zijn er zeker een 0
30
60
90
120
150
180
210
240
BRP/inwoner Bron: EU (ec.europa.eu/regional_policy/en/information/maps/regional_competitiveness/), bewerking Kenniscentrum Economie
24
270
aantal krachtpunten. Vooreerst is er de sterk uitgebouwde transportinfrastructuur, zij het dat dit geldt voor alle Belgische regio’s – maar met iets hogere scores
25
voor de ‘luchthavenprovincies’. Natuurlijk moet in
meeste Belgische provincies slechte scores
de toekomst blijvend geïnvesteerd worden in de
worden opgetekend. Specifiek provinciaal beleid
infrastructuur om deze als een comparatief voordeel
is op dit vlak eigenlijk niet mogelijk, gelet op de
te behouden.
bevoegdheidsverdeling binnen België en het Vlaams Gewest.
Ook de indicator hogere opleiding en levenslang leren is voor Oost-Vlaanderen een krachtpunt.
Extern valt een opportuniteit te zien in de indicator
Deze duidt op de kwaliteit van de factor menselijk
marktgrootte.
kapitaal. Oost-Vlaanderen heeft de 38e positie
De marktgrootte wordt vooral bepaald door de
binnen de EU-268 regio’s. Zo heeft bijna 40% van de
indicatoren beschikbaar inkomen per capita en
bevolking tussen 25 en 64 jaar een hoger opleiding
potentiële marktgrootte in BRP. Daar scoort Oost-
van minstens bachelor of equivalent genoten
Vlaanderen zowel binnen de EU-268 regio’s als
daar waar in vergelijking de scores van de meeste
tegenover de andere Belgische provincies erg
Italiaanse en Roemeense regio’s tussen 15% en 10%
goed. Tegenover de EU regio’s is dat deels te wijten
liggen.
aan het relatief hogere beschikbare inkomen in koopkrachtpariteit in België (50e positie voor Oost-
De indicator onvrijwillige part time/tijdelijke
Vlaanderen binnen de EU-268 rangschikking).
tewerkstelling is een maatstaf die een
Binnen de Belgische regio’s scoort Oost-Vlaanderen,
kwalitatief aspect toevoegt aan de kwantitatieve
na Antwerpen en Brussels grootstedelijk gebied,
arbeidsmarktefficiëntie. Oost-Vlaanderen scoort met
sterk inzake marktpotentieel, vooral door de
4,7% zeer goed.
toegankelijkheid van de Nederlandse en Duitse markten.
Oost-Vlaanderen bezet de 10e positie binnen de EU-268 regio’s op het gebied van ‘business
Tot slot is er extern nog een bedreiging, met name in
sophistication’. Deze dimensie focust op sectoren
de dimensie macro-economische stabiliteit.
zoals financiële en verzekeringsdiensten; vastgoed
De zwakke resultaten van de indicatoren binnen deze
activiteiten; wetenschappelijke en technische
dimensie, die op nationale basis gemeten worden,
activiteiten met hoge toegevoegde waarde en
zorgen ervoor dat alle regio’s binnen België met een
tewerkstelling.
zekere achterstand tegenover sterkere landen zullen beginnen aan het herstel van hun competitiviteit.
Hierbij aansluitend is de sterke score van Oost-
De reeds aangehaalde factoren, zoals de hoge
Vlaanderen voor de belangrijke indicator intramurale
overheidsschuld, het begrotingstekort, de hoge
O&O uitgaven als % van het BRP – 45e positie.
belastingschuld en de lage overheidsinvesteringen zijn voor onze regio’s een bedreiging, te meer daar
Eveneens intraprovinciaal zijn er echter ook een
we wegens een kleine binnenlandse markt sterk
aantal nadelen.
aangewezen zijn op export. Daarom moet er over
De tewerkstellingsgraad is behoorlijk voor Oost-
gewaakt worden dat deze bedreiging zo weinig
Vlaanderen maar toch scoren ze hiermee maar rond
mogelijk impact heeft op de hierboven aangehaalde
de 120e positie binnen de EU-268 regio’s. Nochtans
opportuniteit van de potentiële marktgrootte, in casu
moet benadrukt worden dat als de populatie 20
de exportkansen.
tot 64 jaar bekeken wordt, de tewerkstellingsgraad (werkzaamheidsgraad) voor Vlaanderen 75,5% bedroeg in 2019, daar waar deze slechts 67,3% bedroeg in 1999.10 Ook de indicatoren rond de dimensie ‘gezondheid’ zijn een grote zorg, waarbij trouwens voor de
10 Bron: www.statistiekvlaanderen.be/nl/werkzaamheidsgraad
26
27
Internationale samenwerking
“Onze provincies lijken wel heel sterk op elkaar” Hoe doen vergelijkbare provincies het in het buitenland? Vanuit Oost-Vlaanderen kijken we graag over de grens. Naar Overijssel en Nederlands Limburg bijvoorbeeld: twee provincies die voor dezelfde uitdagingen staan als wij. Hoe doen zij het?
Ken je Oost-Vlaanderen goed?
Limburg doet het voor alle RCI-dimensies even goed
Dirk Plees Ik als Belg wat beter dan de gemiddelde
als vergelijkbare regio’s. Alleen voor infrastructuur
Nederlander? Als kunststad is Gent vergelijkbaar
en basisopleiding scoren jullie beter.
met Maastricht. Ook het toerisme is vergelijkbaar:
Dirk Plees Ja, de Provincie heeft de laatste jaren fors
jullie hebben de Vlaamse Ardennen met hun
geïnvesteerd in de kennisinfrastructuur en in de ba-
wielerklassiekers, wij de Amstel Gold Race en het
sisinfrastructuur van de nieuwe innovatiemotoren in
Limburgse Heuvelland. We kennen hier natuurlijk ook
Limburg. We zijn wel op een andere manier gaan in-
flanders.bio en we zijn partner van Oost-Vlaanderen
vesteren dan met klassieke subsidies: meer en meer
in het Interregprogramma Vlaanderen-Nederland.
willen we graag iets terug voor onze investeringen. Als medeaandeelhouder
Joost Kuijper Ik heb een jaar in België gewoond en ik ben weleens door Gent gewandeld. De Vlaamse Ardennen staan al lang op mijn
‘Op een andere manier investeren dan met klassieke subsidies. Meer en meer willen we graag iets terug voor onze investeringen.’
Je moet jezelf aan je eigen haren optrekken uit het moeras, hoor. Niemand gaat dat in jouw plaats doen.’
Senior beleidsmedewerker Internationalisering Dirk Plees Provincie Nederlands Limburg
Strateeg Economie en Cultuur Joost Kuijper Provincie Overijssel
tieve bv’s waar ook belangrijke marktspelers bij betrokken zijn zoals melot Campus Geleen of BASF in Brightlands
Overijssel werken we natuurlijk grensoverschrijdend
Onze drie provincies halen ongeveer dezelfde RCI-
Overijssel een lichte bevolkingsgroei. In Twente – de
samen, in ons geval ook met de aangrenzende
score, de regionale competitiviteitsindex. Is ook
oostelijke helft van de provincie, tegen de grens met
Bezirke van Nedersaksen en Rijnland-Westfalen.
onze economie vergelijkbaar?
Duitsland – stabiliseren de bevolkingscijfers.
Greenport Venlo. En Overijssel scoort vooral beter voor basisopleiding? Joost Kuijper Goh ja, die scores. In Limburg loopt er
Joost Kuijper Soms zelfs verbazingwekkend
28
in verschillende innova-
DSM in Brightlands Che-
programma. En ook in
“Soms zelfs verbazingwekkend vergelijkbaar.”
investeert de Provincie
vergelijkbaar. Overijssel heeft 1,2 miljoen inwoners,
Dirk Plees Ook ik vind de gelijkenissen opvallend.
een snelweg door de hele provincie, maar Overijssel
wat minder dan Oost-Vlaanderen dus. Maar de
Ook bij ons is er een heel rijk weefsel van mkb’s –
is ook een belangrijke goederencorridor naar Noord-
beroepsbevolking is heel vergelijkbaar. In Overijssel
wat in Vlaanderen kmo’s heet. En de belangrijkste
Duitsland en verder. En het onderwijs is vooral
is er relatief wat meer maakindustrie dan gemiddeld
sectoren in Nederlands Limburg zijn chemie en
nationaal beleid. Overijssel heeft een typische
in Vlaanderen en Nederland, maar verder is de
materialen, logistiek, agrofood en toerisme. Voor die
‘middenrif’-economie, met veel werknemers die een
sectorale verdeling heel vergelijkbaar. In de industrie
sectoren en voor gezondheidszorg en digitalisering
middelbare beroepsopleiding gevolgd hebben. Maar
zijn veel familiebedrijven nichespeler dankzij
voert de Provincie een sterk innovatiebeleid.
de maakindustrie evolueert snel naar complexere
slimme specialisatie. Gezondheidszorggerelateerde
Chemiereus DSM en het complex Chemelot zijn de
producten, waarvoor hoger opgeleide technici nodig
dienstverlening groeit bij ons wat harder dan
grootste werkgevers. En logistiek zijn we een hotspot
zijn. Daarvoor hebben we de Universiteit Twente met
in Oost-Vlaanderen. Voor een deel is dat een
in Europa.
de slogan ‘high tech, human touch’. In het westen
inhaalbeweging. Oudere mensen uit Amsterdam en
van de provincie groeien commerciële en zakelijke
Rotterdam zwermen graag uit naar een rustiger stukje
dienstensectoren wat harder: ook daarvoor zijn hoger
Nederland. Daardoor zien we in het westen van
opgeleide mensen nodig.
29
Joost Kuijper In dat opzicht lijken onze provincies wel heel sterk op elkaar. Ook Overijssel heeft grote
Groningen
fabrieken voor auto-onderdelen en vrachtwagenasFriesland
semblage, Scania in Zwolle onder andere. En veel voedingsmiddelen vertrekken vanuit Overijssel zowel
Drenthe
naar het westen als naar Duitsland. Zoals Oost-Vlaanderen gaan ook wij sowieso een tik krijgen van welke vorm van brexit ook. Maar het is zoals Dirk zegt: de
“Britse bedrijven willen ook na de brexit hun producten nog kwijt kunnen in Europa.”
statistieken en de verwachtingen lopen achter op wat
Noord-Holland
Flevoland Overijssel
de bedrijven al zelf deden om zich voor te bereiden op het mogelijke verlies van een grote afzetmarkt.
Utrecht
Ondernemers zijn al lang op zoek naar alternatieven. Hoe dan ook kan de Britse voedingsindustrie op dit moment haar eigen bevolking niet voeden. Er gaat
Noord-Brabant
dus zeker voeding uit Europa nodig blijven. En andere producten van het continent. Nederland exporteert
Zeeland
ook veel bloemen naar de VK: die moet je vers en dus heel snel over de grens krijgen. Daar zijn de bedrijven al in belangrijke mate op voorbereid. Oost-Vlaanderen stimuleert innovatie in de De brexit zit eraan te komen. In Oost-Vlaanderen gaan
economie met een slimme specialisatiestrategie in
we dat hard voelen in de voedingsindustrie en in twee
zes clusters: bio-economie en cleantech, materialen,
grote autofabrieken, sectoren die het moeten hebben
zorgeconomie en zorginnovatie, ICT en slimme
van de export. In 2018 gingen de schattingen hier
digitalisering, agrofood en logistiek. Hebben jullie
over 5.000 bedreigde jobs en 1,2 miljard euro minder
provincies een vergelijkbaar beleid?
toegevoegde waarde. Hoe zit dat bij jullie?
Dirk Plees Wij gebruiken andere begrippen, maar
Dirk Plees Limburg exporteert voor 2 miljard naar de
inhoudelijk zijn onze clusters en onze slimme
VK en importeert voor 900 miljoen euro. Dat zijn be-
specialisatiestrategie zowat identiek.
Gelderland
Zuid-Holland
WestVlaanderen
OostVlaanderen
Limburg
Antwerpen Vlaams-Brabant
Limburg
Brussel Waals-Brabant Luik
Henegouwen Namen
Luxemburg
langrijke stromen. Wel hebben er zich ondertussen al Britse bedrijven gevestigd in Limburg. Die willen na-
Joost Kuijper Logisch, want dat zijn voorwaarden voor
tuurlijk ook na de brexit hun producten nog kwijt kun-
Europese steun voor regionale ontwikkeling. Iedereen
nen in Europa, en vanuit Limburg komen ze snel in de
heeft dus een specialisatiestrategie.
rest van Europa. In Venlo is er een nieuw distributie-
En wat zijn de troeven van Zuid-Nederland dan?
Joost, in Overijssel werken jullie vooral samen met
Dirk Plees Onze kracht, dat zijn die topclusters,
de Provincie Gelderland?
centrum van de Britse webwinkel Monster Group, met
Dirk Plees Ja. Wij werken voor onze Regionale In-
onze kennisinstellingen en campussen, en onze
Joost Kuijper Ja, en ook ik herken die clusters. In onze
spullen die de volgende dag al bij de klant moeten
novatiestrategie voor Slimme Specialisatie (RIS3)
grensoverschrijdende cultuur van samenwerken.
samenwerking gaat het over gezondheid, voeding,
zijn: dat lukt vlotter vanuit Venlo dan vanuit York.
samen met de andere Zuid-Nederlandse provincies
Uiteindelijk moet die samenwerking leiden
hightechsystemen en materialen – dat is dus wat rui-
Zeeland en Noord-Brabant. Het motto is: innoveren
tot flexibele energiesystemen, meer biobased
mer dan in Oost-Vlaanderen – en energie en klimaat.
en specialiseren met impact. Uitgangspunt zijn de
materialen, betere waterkwaliteit en meer veiligheid,
Veel traditionele ondernemingen en industrieën val-
transities waarop we een antwoord moeten bieden:
gezondere en betaalbare voeding, en dus langer
len wat buiten die hoogtechnologische spitssectoren.
de energietransitie, grondstoffen, klimaat en gezonde
gezonder leven. Dat klinkt basaal, maar dat is
Overijssel haalt daar een wat zwakkere RCI-score.
voeding. Voor ons provinciaal ‘missiegedreven eco-
belangrijk voor onze concurrentiepositie, welvaart
Bedrijven willen vooral de internationale trends kun-
nomisch beleid’ houdt dat twee opgaven in: Limburg
en banen, en om de export te stimuleren. Daarvoor
nen blijven volgen. Dat houdt ze echt bezig. En dat
maakt gezond en Limburg maakt energiek. Op die
kijken we ook over de grens naar heel Vlaanderen.
betekent dat wij voor hightechniches sterk gericht
uitdagingen moeten we innovatie loslaten. Bij ons in
zijn op samenwerking met andere partijen buiten de
Zuid-Nederland heten de topclusters hightech sys-
provincie of het landsdeel. Wij hebben geen plaats
tems en materialen, agrofood en chemie, life science
die vergelijkbaar is met Gent waar veel innovatie
en health, biobased, logistiek en maintenance.
samenklontert. De Universiteit Twente trekt rond Enschede wel hightechindustrie aan en zorgt voor veel technische start-ups. Maar in Zwolle is er geen technische universiteit, wel een brede hogeschool. Daar is er veel gevarieerder kennisoverdracht nodig.
30
31
Als het over innovatie gaat, heeft de maakindustrie het wat lastiger. Slim en schoon produceren is al een
In België is Mini-Europa een miniatuurpark dat
En met welke argumenten zou je Overijssel
flinke uitdaging.
binnenkort de deuren moet sluiten. Wat maakt
‘verkopen’ aan buitenlandse investeerders?
Nederland fiscaal gunstig voor bedrijven?
Joost Kuijper Daar zijn we al volop mee bezig.
Dirk Plees De brutokosten en de sociale lasten in
De perfecte ligging: net iets verder weg van de
Nederland zijn in doorsnee tien procent voordeliger
drukte van de Randstad en op weg naar Duitsland.
dan gemiddeld in België.
Mooie streek ook. Overijssel heeft voor smulpapen
Oost-Vlaanderen werkt grensoverschrijdend samen met West-Vlaanderen en Zeeland in de Euregio Scheldemond rond werk, ondernemen, logistiek, mobiliteit, klimaat en leefbaarheid. Zitten Limburg en Overijssel ook in zo’n grensoverschrijdend samenwerkingsverband? Dirk Plees Ja, wij hebben de Euregio Maas-Rijn. Daarin werken we samen met de regio Aken,
“Andere begrippen, maar inhoudelijk zijn onze clusters en onze slimme specialisatiestrategie zowat identiek.”
verrassend veel restaurants met een Michelinster en prachtige historische Hanzesteden. Veel voormalige familiebedrijven zijn vroeger al overgegaan in multinationale handen: dat trekt nieuwe investeerders aan, zelfs ondernemingen uit China en
de Provincie Luik, de Duitstalige Gemeenschap
de VS. En dan is er nog de arbeidsmoraal: er wordt
van België en Belgisch Limburg aan een betere,
hier hard gewerkt tegen aanvaardbare loonkosten.
veiligere, grensoverschrijdende Europese proeftuin.
Veel buitenlandse hightechbedrijven zoeken vandaag
Belangrijke prioriteiten zijn mobiliteit, veiligheid en
al een plekje in de buurt van de Universiteit Twente
arbeidsmarkt aan de andere kant van de grens.
met zijn vele goed opgeleide technici. Daarin is Zijn de provincies daarin onmisbaar?
Joost Kuijper Overijssel grenst aan twee Duitse deel-
Joost Kuijper Ja, de regio is het natuurlijke
staten: Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen, het
schaalniveau voor de economie. Daarom voeren
powerhouse van de Rijndelta. Onze langste gemeen-
provincies in Nederland een regionaal-economische
schappelijke grens is die met de Provincie Gelder-
politiek. Regio’s moeten een schakel zijn in
land. In de eerste opgerichte Euregio in de Europese
nationale en internationale netwerken. Zo kunnen
Unie werken we met Gelderland samen met het Mün-
we onmisbaarheid opbouwen. En aan lokale merken
sterland, ten noorden van het Roergebied en met ver-
waarde toevoegen. We hebben daar de mensen,
schillende gemeenten in Noordoost-Brabant en het
de producten en de flexibiliteit voor. Nu eisen de
noorden van Limburg, en in Duitsland met de regio’s
harde brexit en corona even alle aandacht op. Maar
Kleve en Wesel, en de steden Duisburg en Düssel-
de positie die Europa inneemt sinds de Industriële
dorf. Samenwerking stimuleren we met Europees en
Revolutie kunnen we alleen maar handhaven als we
met eigen geld. Zo steunen we rond energieopslag de
op alle mogelijke niveaus samenwerken. Beschouw
samenwerking tussen de universiteiten van Twente
het als een welgemeend advies: je moet jezelf als
en Münster.
regio voortdurend aan je eigen haren optrekken uit het moeras. Niemand anders gaat dat voor jou doen. En dat is een opdracht voor bedrijven, onderwijs en onderzoek, overheden en in toenemende mate ook groepen burgers. Wij hebben bijvoorbeeld in Overijssel nog veel natuur. Burgers hebben daar veel aandacht en zorg voor. En zo zijn er nog wel meer
“De positie van Europa sinds de Industriële Revolutie kunnen we maar handhaven als we op alle mogelijke niveaus samenwerken.”
terreinen waarop het engagement van burgers een belangrijke rol kan spelen. Nog een dingetje om ons te inspireren? Hoe zou je buitenlandse bedrijven overtuigen om te investeren in je provincie? Dirk Plees Kom naar Limburg! Wij zitten op het kruispunt van Europa. Van hieruit ben je overal in no time. Voor bedrijven hebben we een gunstig fiscaal regime. En je nestelt je in een topomgeving van innovatiepotentieel. Op 25 kilometer van Maastricht wordt Frans gesproken. 25 kilometer in de andere
Enschede perfect vergelijkbaar met Gent.
Ter vergelijking: enkele kerncijfers voor Oost-Vlaanderen, Overijssel (Nl) en Limburg (Nl) Oost-
Overijssel
Vlaanderen
(Nl)
Limburg (Nl)
België
Nederland
oppervlakte (km²)
3.009
3.421
2.209
30.666
37.378
bevolking
1.516.283
1.156.431
1.116.137
11.455.519
17.282.163
bevolkingsdichtheid (inw./km²)
504
338
505
374
462
mediaanleeftijd bevolking
42,6
42,4
48,0
41,7
42,7
BRP (EUR/inwoner)
37.300
37.500
39.800
40.200
44.900
41,5
34,3
33,6
40,7
40,4
toerisme: aantal overnachtingen
1.167.032
5.979.841
8.572.754
21.308.009
71.692.192
transportnetwerk (km/1.000 km²)
66
46
98
58
81
% gezinnen met breedbandinternet
86
96
99
88
98
werkgelegenheid
690.700
578.900
537.900
4.770.700
8.689.200
% inwoners (25-64j.) met hogere opleiding
richting Duits. Het maakt Limburg heel divers, met veel cultuur en natuur: een soort van mini-Europa.
32
Bron: Eurostat - telkens meest recente data
33
Een input-output matrix voor Oost-Vlaanderen
alles is verbonden Inleiding
Om deze intersectorale verbanden in beeld te brengen
Elke economie, zij het op internationaal, nationaal
in 1973 de Nobelprijs voor economie1 kreeg voor zijn
of regionaal niveau, is een geheel van onderling
baanbrekend werk over input-output analyse.
gebruiken economisten een input-output tabel, ook wel een Leontief-matrix genoemd naar Wassily Leontief die
verbonden bedrijfstakken. Twee eenvoudige In een vereenvoudigde vorm ziet een input-output
voorbeelden illustreren deze verbindingen:
tabel er als volgt uit: » De landbouw levert grondstoffen aan de voedingsindustrie. De voedingsindustrie levert op haar beurt veevoeder aan de landbouw maar ook consumptiewaren aan de groothandel. 1
» Boekhoudkantoren verlenen diensten aan zowat
Eigenlijk de Sveriges Riksbank Prijs in Economische Wetenschappen ter nagedachtenis van Alfred Nobel. Een ‘echte’ Nobelprijs voor economie bestaat niet. De Nobelprijs wordt enkel uitgereikt voor
alle andere sectoren terwijl zij op hun beurt
fysica, chemie, geneeskunde, literatuur en voor inspanningen voor
beroep doen op ICT-consultants.
de bevordering van de vrede.
Figuur B.1: Vereenvoudigde weergave van een input-output tabel
Bruto toegevoegde waarde
Intermediaire input
Bruto nationaal product (output) A+B
TOTAAL (B)
Consumptie-uitgaven buiten gezinnen Consumptie van gezinnen Investeringen Voorraadwijzigingen Export
vraag naar goederen en diensten
Finale vraag
TOTAAL (A)
Aanbodsector
Intermediaire vraag
1 Landbouw 2 Mijnbouw 3 Industrie …
Vraagsector
1 Landbouw 2 Mijnbouw 3 Industrie … aanbod aan goederen en diensten (binnenlands en import) TOTAAL (D) Beloning van werknemers Operationele winst Afschrijvingen Indirecte belastingen (min) Subsidies TOTAAL (E)
Bruto nationaal product (input) D+E Bron: SIMPSON, David en Jinkichi TSUKUI, “The fundamental structure of input-output tables, an international comparison”, The Review of Economics and Statistics, vol. 47, nr. 4, nov. 1965, blz. 434-446 34
35
A+B is in deze figuur gelijk aan D+E. De rijen bevatten de samenstelling van de bestemmingen van de productverkoop bestemmingen (outputs). De kolommen zijn samengesteld uit de uitgaven voor grondstoffen en bruto toegevoegde waarde (inputs). De voorbeelden van hierboven aangehaald kunnen
Methodes om van een nationale naar een regionale input-output tabel te gaan2
Voor de uitwerking van een regionale IOT voor OostVlaanderen wordt enkel de schattingsmethodiek in beschouwing genomen.
De berekening hiervan gebeurt als volgt: In essentie zijn er drie belangrijke varianten binnen de schattingsmethodiek. In de eerste variant wordt gebruik gemaakt van locatiecoëfficiënten (zie
algemener als volgt worden vertaald. Een sector
Een beknopte theoretische uiteenzetting is
verder). De tweede variant hanteert het regionale
koopt grondstoffen, brandstof enz. van andere
noodzakelijk om de aanpak van de transformatie
aanbodspercentage om van een nationale naar
sectoren (input) en verwerkt via de toevoeging van
van nationale naar regionale IOT te duiden. Er is
een regionale IOT te gaan. De nood aan een grote
arbeid en kapitaal tot goederen en diensten. Deze
geprobeerd om dit zo kort en duidelijk mogelijk te
hoeveelheid data op regionaal niveau beperkt vaak
goederen en diensten worden verkocht (output)
houden.
de bruikbaarheid van deze methodiek. De derde
aan andere sectoren om te dienen als grondstof.
Enkelvoudige locatiecoëfficiënt (Hoover Balassa index)5
x(r:i) LC(r:i) LC(r:i) = = / x(r)
x(n:i) x(n)
[formule1]
waarbij x(r:i) = output bedrijfstak i in regio r x(r) = totale output regio r x(n:i) = nationale output bedrijfstak i x(n) = totale nationale output
variant is de bi-proportionele aanpak. Hiervoor is het
De aanpassing van de nationale IOT om tot de
Deze aankoop-productie-verkoop kettingen
Kort samengevat bestaan er drie groepen van
noodzakelijk dat op zijn minst de regionale totalen
regionale IOT te komen, gebeurt dan als volgt (met de
leiden uiteindelijk tot eindproducten die worden
methodologieën om van een nationale naar een
voor intermediaire input en intermediaire vraag
IOT in matrixnota zoals aangegeven in figuur B.1):
geconsumeerd door gezinnen, overheden, bedrijven
regionale IOT te gaan:
beschikbaar zijn (zie figuur B.1 op pagina 35). Op
3
of die worden geëxporteerd.
4
varianten 2 en 3 zal hier niet verder ingegaan worden.
a(rr:ij)=
1. met enquêtes (‘survey’);
(LC(r:i)a(n:ij), a(n:ij),
als LC(r:i) < 1 als LC(r:i) ≥ 1
[formule2]
Input-output tabellen (IOT) worden meestal
2. met schattingen (‘estimation’);
Eenvoudig gesteld geeft een locatiecoëfficiënt (ook
Dit betekent dat de nationale coëfficiënten behouden
op nationaal niveau opgemaakt. Door de
3. hybride methodes.
bekend als locatiequotiënt of concentratiecoëfficiënt)
blijven wanneer de LC groter is dan of gelijk aan 1 en
aan in welke mate een sector in een regio over- of
dat ze aangepast worden op basis van de LC als de LC kleiner is dan 1.
focusverschuivingen in studies over economische geografie richting het regionale (dus: sub-
Wanneer gebruik gemaakt wordt van enquêtes, wordt
ondervertegenwoordigd is in een regio. Vanuit een
nationale) niveau is de aandacht voor regionale
een staal van ondernemingen ondervraagd over
andere invalshoek bekeken, zouden we kunnen
IOT evenwel aangescherpt. Het is duidelijk dat
hun aankopen en verkopen, binnen en buiten de
zeggen dat een locatiecoëfficiënt (LC) per sector
regionale verschillen worden uitgevlakt bij een
onderzochte regio.
aangeeft in welke mate een regio zelfvoorzienend is. Wanneer de LC groter is dan of gelijk aan 1, dan is de
nationale aanpak van de IOT. Bovendien is de rol
Flegg locatiecoëfficiënt (FLC)6
van interregionale handel sterk verschillend tussen
Het tijdrovend, arbeidsintensief en foutgevoelig
regio zelfvoorzienend (= 1) of kan de regio voor
perifere regio’s en centrale regio’s.
verzamelen en verwerken van antwoorden op
deze sector zelfs exporteren naar andere regio’s
De Flegg locatiecoëfficiënt is een modificatie van
enquêtes kan vermeden worden door schattingen.
(> 1). Wanneer de LC kleiner is dan 1, moet de regio
de cross-sectorale locatiecoëfficiënt. Die vergelijkt
Omdat vaak enkel nationale IOT beschikbaar
Deze maken gebruik van regionale data om een
importeren.
de grootte van de sectoren als aankoper (output)
bestaan, is er geen gedetailleerde informatie over
nationale IOT te transformeren tot een regionale.
de inter-industriële relaties tussen regio’s. Daartoe
Dit kan snel en vrij goedkoop uitgevoerd worden
Er zijn grofweg beschouwd vier methodes om
transformatie zoals bij de enkelvoudige LC, wordt de
werden regionalisatiemethodes ontwikkeld: van
wanneer voldoende regionale data beschikbaar zijn.
locatiecoëfficiënten te bepalen. Hierna worden er
IOT cel per cel getransformeerd.
en producent (input). In plaats van rij-per-rij
evenwel slechts twee besproken: de enkelvoudige LC
een nationale naar een regionale IOT. In het volgend hoofdstuk worden een aantal methodes toegelicht.
In de hybride methodes trachten onderzoekers de
In het derde en laatste hoofdstuk wordt dan een
voordelen van de twee voorgaande methodes te
volgt berekend:
regionale IOT voor Oost-Vlaanderen uitgewerkt.
combineren. Hierbij wordt uitgegaan van schattingen expertenmeningen of informatie uit additionele
x(r:i) x(n:i) LC(r:i) CSLC(r:ij) = = x(r:j) LC(r:j) x(n:j)
databanken.
Hier worden twee enkelvoudige LC door elkaar
en de Flegg LC.
die dan worden aangevuld met enquêteresultaten,
De cross-sectorale locatiecoëfficiënt (CSLC) wordt als
[formule3]
gedeeld waarbij i de producerende sector is (aanbod of input) en j de aankopende sector is (vraag of
2 SZABÓ, Norbert, “Methods for regionalizing input-
output tables”, Regional Statistics, vol. 5, nr. 1, 2015, blz. 44-65
3 GREENSTREET, David, “A conceptual framework for
construction of hybrid regional input-output models”, Socio-Economic Planning Sciences, vol. 23, nr. 5, 1989, blz. 283-289
36
4 BIKKER, Reinier et al., Macro-integratie. Deelthema:
inpassen, Centraal Bureau voor Statistiek, Statistische methoden (08003), Voorburg/Heerlen, 2008, 37 blz.
5
KOPCZEWSKA, Katarzyna et al., Measuring regional specialisation: A new approach, Palgrave Macmillan, Cham (CH), 2017, blz. 82-86
6
FLEGG, Anthony T. en Timo TOHMO, “Regional inputoutput tables and the FLQ formula: A case study of Finland”, Regional Studies, vol. 47, 2013, blz. 703-721.
37
Resultaten
Enkele conclusies
informatie die zo’n tabel bevat niet heel snel:
Een overzicht van de berekende locatiecoëfficiënten
Het spreekt voor zich dat conclusies trekken op basis
intersectorale relaties veranderen niet van dag op
geven, zou ons in het kader van dit artikel te ver
van een 38x38 matrix niet zo evident is. We beperken
dag. Daarmee is het geen groot probleem dat de data
voeren. Onthou dat ze berekend zijn met [formule3],
ons tot enkele opvallende vaststellingen.
an sich wat verouderd is. Het gaat hem in dit soort
[formule4] en [formule5] , op basis van de hiervoor
onderzoeken vooral over de conclusies die men kan
vermelde NBB-data. In [formule5] wordt als waarde
output). Wanneer i=j dan is de CSLC (r:ij)= LC (r:i) =
versie voor België is van 2019 en bevat data van
LC (r:j).
2015. Door de aard van een IOT evolueert de
De Flegg locatiecoëfficiënt wordt als volgt berekend: FLC(r:ij) = λ(r)CSLC(r:ij) FLC(r:ij) λ(r)CSLC(r:ij)
[formule4]
Waarbij λ(r) = relatieve grootte van een regio = {log2[1+(x(r:e)/x(n:e)]}^δ [formule5] met δ als gevoeligheidsparameter (0,15 < δ < 0,30) x(r:e) = grootte van de regionale economie x(n:e) = grootte van de nationale economie
trekken over de relaties tussen en de grootteordes
voor δ 0,25 gehanteerd. In dezelfde formule gebeurt
van de sectoren.
de vergelijking van de grootte van de regionale
tabel is het onvermijdelijk dat de intrasectorale
1. Door de methodiek eigen aan een input-output
economie versus de nationale economie op basis van
leveringen (bijvoorbeeld bouw aan bouw) voor
Een Belgische IOT wordt elke vijf jaar geproduceerd
de bruto toegevoegde waarde. Het aandeel van Oost-
alle sectoren de grootste zijn, met uitzondering
door het Federaal Planbureau (FPB). Als bijlage 1
Vlaanderen versus België bedraagt 12,3%. [formule5]
van de landbouw die vooral levert aan de
bij dit artikel wordt de IOT voor 2015 weergegeven,
ziet er dan als volgt uit: λ(r) ={log2[1+0,123)]}^0,25.
voedingsindustrie. Bedrijven binnen eenzelfde
waarvan de finale versie gepubliceerd is in 2019.
Na berekening komt dit neer op λ(r) = 0,6396.
sector leveren aan elkaar basisproducten die dan
Hoe lees je deze tabel nu concreet? In de rij ‘01’
Deze waarde wordt dan als constante gebruikt in
worden getransformeerd tot half-afgewerkte of
staat bij kolom ‘10-12’ het getal 8.420. Dat betekent
[formule4].
afgewerkte producten. De aanbod-vraagrelaties
8
dat de landbouw (01) 8.420 miljoen EUR levert aan
voor half-afgewerkte producten spelen zich ook
De waarde van de gevoeligheidsparameter δ hangt
de voedingsindustrie (10-12). In de rij ‘10-12’ staat
Via [formule6] zijn de berekende LC dan toegepast op
meestal af binnen dezelfde sector. Dit is bij
samen met de grootte van de regio. Flegg suggereert
bij kolom ‘01’ het getal 2.081. Dat betekent dat de
de FPB-data.
deze analyse nog meer zo omdat hier met ruime
zelf dat een waarde van 0,25 over heel de lijn
voedingsindustrie 2.081 miljoen EUR levert aan de
bekeken goede resultaten oplevert.7
landbouw (vooral veevoeder in dit geval).9
De aanpassing van de nationale IOT om tot de
Voor de berekening van de locatiecoëfficiënten
regionale IOT te komen, gebeurt dan op dezelfde manier als bij de enkelvoudige LC: a(rr:ij)=
(FLC(r:ij)a(n:ij), a(n:ij),
als FLC(r:ij) < 1 als FLC(r:ij) ≥ 1
[formule6]
bedrijfstakken wordt gewerkt. We werken op Voor de transformatie van de waarden zoals btw,
NACE-2 digits niveau, terwijl de NACE-indeling
beloning werknemers,… (horizontaal) en consumptie
voor bedrijfstakken tot 5 digits kan gaan. Van de
huishoudens, investeringen,… (verticaal) worden
hier gebruikte 38 bedrijfstakken kan afgedaald
worden de gegevens gebruikt van de regionale
het aandeel van de Oost-Vlaamse economie in
worden tot in totaal 943 subklassen. Helaas is dit
rekeningen opgemaakt door de Nationale Bank van
de Belgische economie gehanteerd (12,3%). Een
niet mogelijk voor de beschikbare IOT-data.
België (NBB). Het gaat hier meer bepaald over de
verfijndere transformatie zou ons in het kader van dit
bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen van
artikel te ver voeren.
dat die als vraagsector beroep doet op een pak
2018, op NUTS-2 niveau (provincies) en verdeeld
De Flegg LC heeft twee overduidelijke voordelen: (1)
over 38 bedrijfstakken.10 Het FPB hanteert een
men houdt rekening met de cross-sectorale relaties
indeling van 64 bedrijfstakken – beide indelingen
(als aanbieder/als vrager) en (2) de grootte van
zijn op de ESR-2010 en NACE-indeling gebaseerd en
de regio wordt expliciet in rekening gebracht, met
gemakkelijk te converteren. Een conversietabel is
[formule5].
beschikbaar als bijlage 2 bij dit artikel.
2. Bij de chemische industrie (klasse CE) valt het op andere bedrijfstakken: voeding (CA), metalen
De resultaten worden weergegeven in tabel B.1.
producten (CH), elektriciteit, gas, water, stoom, lucht (DD), de handel (GG) en logistiek (HH).
Tabel B.1 is te vinden op de openvouwpagina achterin.
3. Handel (GG) en logistiek (HH) leveren een opvallende output voor vele sectoren. 4. De belangrijkse outputproducenten binnen de dienstensector (logistiek buiten beschouwing
Deze methodiek zal verder in het onderzoek
Bijlagen 1 en 2 zijn achterin te vinden.
gelaten) zijn de zakelijke diensten (MA -
gehanteerd worden om een Belgische IOT om te
boekhouding, consultancy, advocaten,…) en
zetten tot een Oost-Vlaamse IOT.
ondersteunende en administratieve diensten (NN - verhuur en leasing, immobiliën, interim, callcenters,…). 5. De bouwnijverheid (FF) blijft een belangrijke Oost-
Gebruikte data
Vlaamse bedrijfstak. 6. De belangrijkste industriële sectoren zijn:
Basis van de regionalisering is een nationale
metaal en metalen basisproducten (CH),
IOT. Gelet op de nood aan een uitgebreide
chemie (CE), voeding (CA). Daarbij valt op dat er
dataverzameling, worden nationale IOT niet op
sterke interindustriële relaties bestaan binnen
jaarlijkse basis aangemaakt. De meeste recente
7
38
Ibidem, blz. 715.
8
Zie www.plan.be/publications/publication-1948-nlinput_outputtabellen_2015.
9
Opgelet: alle getallen zijn afgerond. In het rekenmodel wordt gewerkt met getallen die tot 13 cijfers na de komma tellen.
10
Zie stat.nbb.be – regionale rekeningen, variabelen per industrie, resultaten per A38 - NUTS2.
de voeding en de chemie. Dit zijn echt wel voorbeelden van lokale waardeketens. Wanneer een van de schakels van die ketens in de problemen komt, gaat dit de sterkte van die keten bedreigen. Doelgericht industrieel beleid moet hier rekening mee houden.
39
7. Merkwaardig is de beperkte vraag naar metaal (CH) door de transportmiddelenindustrie (CL). Specifiek denken we hier aan de mogelijke leveringen van ArcelorMittal Gent aan Volvo Cars en Volvo Trucks. ArcelorMittal Gent is slechts in beperkte mate gespecialiseerd in staal voor de transportmiddelenindustrie (‘automotive’). Op de afdeling ‘tailored blanks’, waar zo’n 85 personeelsleden werken, worden kant-en-klare onderdelen geproduceerd die bij autobouwers in een stuk tot koetswerkonderdeel kunnen worden geperst. Veel staal van ArcelorMittal Gent wordt wel verscheept naar de Zweedse Torslandafabriek van Volvo Cars. Daar wordt het staal verder behandeld en terug naar Gent getransporteerd via trein. Deze transacties ontbreken natuurlijk in de IOT. 8. Wanneer we kijken naar de clusters van de Oost-Vlaamse slimme specialisatiestrategie, wordt door deze input-outputanalyse zeker het belang bevestigd van bio-economie (deel van de chemie), materialen (metaal, kunststof), voeding en logistiek. De andere twee clusters, zorg en slimme digitalisatie, vallen onder de dienstensectoren, waarvan cijfers qua toegevoegde waarde meestal niet het belang van de sector correct inschatten.11
11
Dit heeft onder meer te maken met Baumol’s cost disease. William Baumol toonde aan de productiviteitsgroei in de dienstensector achterop bleef bij de algemene economische groei. De cost disease bestaan er dan in dat de loonkosten door de discrepantie tussen die groeicijfers sneller stijgen in de dienstensector dan de productiviteitsgroei verantwoordt. Zie onder meer: BAUMOL, William, “Performing arts: the permanent crisis”, Business Horizons, vol. 10, nr. 3, 1967, blz. 47-50. Patrick Vanhopplinus (MOW)
40
41
Deel 2
Oost-Vlaanderen doorgelicht
42
Overzichtstabel: gemeenten per arrondissement (vervolg)
Overzicht Overzichtskaart van Oost-Vlaanderen: gemeenten en arrondissementen
Sint-Laureins
Moerbeke
Oudenaarde
Zelzate
Nazareth
Ronse
Arrondissement Gent
Oosterzele
Wortegem-Petegem
Aalter
Sint-Martens-Latem
Zwalm
Deinze
Wachtebeke
Arrondissement Sint-Niklaas
De Pinte
Wachtebeke
Beveren
Destelbergen
Zulte
Kruibeke
Evergem
Arrondissement Oudenaarde
Lokeren
Gavere
Brakel
Sint-Gillis-Waas
Gent
Horebeke
Sint-Niklaas
Lievegem
Kluisbergen
Stekene
Lochristi
Kruisem
Temse
Melle
Lierde
Merelbeke
Maarkedal
Bevolking
Overzichtstabel: gemeenten per arrondissement
44
Arrondissement Aalst
Sint-Lievens-Houtem
Waasmunster
Aalst
Zottegem
Wetteren
Denderleeuw
Arrondissement Dendermonde
Wichelen
Erpe-Mere
Berlare
Zele
Geraardsbergen
Buggenhout
Arrondissement Eeklo
Haaltert
Dendermonde
Assenede
Herzele
Hamme
Eeklo
Lede
Laarne
Kaprijke
Ninove
Lebbeke
Maldegem
Verouderingscoëfficiënt = bevolking +65 jaar / bevolking -20 jaar
Vervangingscoëfficiënt = bevolking 20–39 jaar / bevolking 40–59 jaar
De verouderingscoëfficiënt is een demografische
De vervangingscoëfficiënt is een indicator van
indicator die de verhouding weergeeft van het
de arbeidsmarkt en meet de verhouding tussen de
aantal ouderen (65+) ten opzichte van het aantal
groep van jong actieven (20–39) tegenover de groep
jongeren (-20) en is een aanduiding van de
van ouder actieven (40–59). Dit cijfer duidt aan in
bevolkingsvergrijzing. Het aantal jongeren zal een
welke mate vervanging plaatsvindt binnen de actieve
weerslag hebben op onder meer de behoefte aan
bevolking: de jong volwassenen bepalen de instroom
kinderopvang en schoolinfrastructuur. Ouderen
op de arbeidsmarkt, terwijl de oudere actieven de
vormen dan weer de groep van gepensioneerden,
groep uitmaken van diegenen die hun pensioen
en dit aandeel heeft onder meer gevolgen voor de
naderen.
behoefte aan woon- en gezondheidsinfrastructuur. Een verouderingsgraad van meer dan 1 betekent dat het aandeel van de bevolking boven de 65 groter is dan de groep onder de 20 jaar. Omgekeerd betekent een waarde kleiner dan 1 dat de groep 65-plussers kleiner is dan de groep onder de 20 jaar. Bij een indicator 1 zijn beide groepen even groot.
45
46
20-39 jaar / 40-59 jaar
vervangingscoëff.
65+ jaar / -20 jaar
verouderingscoëff.
km2
oppervlakte
inwoners/km2
dichtheid
inwoners
aantal
20-39 jaar / 40-59 jaar
vervangingscoëff.
65+ jaar / -20 jaar
Tabel 1: Bevolkingsaantal en -dichtheid, bevolkingsvergrijzing (01.01.2019) (vervolg)
verouderingscoëff.
km2
oppervlakte
inwoners/km2
dichtheid
inwoners
aantal
Tabel 1: Bevolkingsaantal en -dichtheid, bevolkingsvergrijzing (01.01.2019)
Aalst
86.502
1.100
78,7
0,91
0,89
Kruibeke
16.771
501
33,5
0,88
0,83
Aalter
28.924
241
119,9
1,03
0,82
Kruisem
15.659
219
71,6
0,88
0,83
Assenede
14.278
163
87,5
1,08
0,79
Laarne
12.384
380
32,6
1,08
0,76
Berlare
14.964
391
38,2
0,97
0,74
Lebbeke
19.334
707
27,4
0,89
0,83
Beveren
48.703
319
152,7
0,99
0,85
Lede
18.707
626
29,9
0,99
0,81
Brakel
14.804
260
57,0
1,05
0,77
Lierde
6.620
252
26,3
0,94
0,76
Buggenhout
14.526
567
25,6
0,97
0,77
Lievegem
26.170
324
80,8
1,16
0,81
De Pinte
10.690
601
17,8
1,06
0,72
Lochristi
22.502
371
60,7
0,92
0,71
Deinze
43.619
341
128,0
0,97
0,84
Lokeren
41.711
611
68,3
0,76
0,91
Denderleeuw
20.381
1.469
13,9
0,71
0,81
Maarkedal
6.350
138
46,2
1,18
0,70
Dendermonde
45.790
811
56,5
0,99
0,86
Maldegem
23.798
249
95,6
1,07
0,82
Destelbergen
18.294
685
26,7
1,07
0,82
Melle
11.747
766
15,3
0,87
0,93
Eeklo
21.252
698
30,4
1,13
0,84
Merelbeke
24.671
667
37,0
0,95
0,83
Erpe-Mere
19.820
576
34,4
1,07
0,79
Moerbeke
6.475
171
37,9
0,87
0,86
Evergem
35.453
470
75,4
0,96
0,80
Nazareth
11.625
328
35,4
1,07
0,79
Gavere
12.802
405
31,6
1,01
0,74
Ninove
38.928
532
73,1
0,94
0,80
Gent
262.367
1.663
157,7
0,78
1,34
Oosterzele
13.597
312
43,6
0,85
0,77
Geraardsbergen
33.466
418
80,1
0,97
0,78
Oudenaarde
31.417
456
68,9
1,01
0,83
Haaltert
18.638
611
30,5
1,01
0,79
Ronse
26.487
763
34,7
0,71
0,92
Hamme
24.868
613
40,6
0,88
0,89
Sint-Gillis-Waas
19.390
349
55,5
0,91
0,80
Herzele
18.038
377
47,9
0,94
0,78
Sint-Laureins
6.783
91
74,5
1,11
0,79
Horebeke
2.036
181
11,2
1,38
0,67
Sint-Lievens-Houtem
10.346
382
27,1
0,92
0,76
Kaprijke
6.438
191
33,6
1,05
0,79
Sint-Martens-Latem
8.403
581
14,5
1,33
0,70
Kluisbergen
6.491
212
30,6
0,89
0,88
47
20-39 jaar / 40-59 jaar
vervangingscoëff.
65+ jaar / -20 jaar
Kaart 1: Bevolkingsdichtheid 01.01.2019 (inw./km2)
verouderingscoëff.
km2
oppervlakte
inwoners/km2
dichtheid
inwoners
aantal
Tabel 1: Bevolkingsaantal en -dichtheid, bevolkingsvergrijzing (01.01.2019) (vervolg)
Temse
78.403
933
84,0
0,82
0,98
Stekene
18.447
408
45,3
0,96
0,81
Temse
29.936
743
40,3
0,83
0,89
Waasmunster
10.799
335
32,2
0,98
0,80
Wachtebeke
7.785
225
34,6
1,02
0,81
Wetteren
25.882
699
37,0
0,96
0,89
Wichelen
11.677
504
23,2
0,94
0,83
Wortegem-Petegem
6.404
151
42,5
0,90
0,80
Zele
21.133
635
33,3
0,83
0,91
Zelzate
12.852
934
13,8
0,98
0,87
Zottegem
26.585
463
57,5
1,10
0,79
Zulte
15.730
480
32,8
0,80
0,85
Zwalm
8.153
241
33,9
0,90
0,69
Arr. Aalst
291.411
616
472,9
0,94
0,82
Arr. Dendermonde
201.357
581
346,6
0,94
0,84
Arr. Eeklo
85.401
255
335,5
1,07
0,82
Arr. Gent
560.854
591
949,6
0,89
1,04
Arr. Oudenaarde
124.421
294
422,9
0,91
0,82
Arr. Sint-Niklaas
253.361
528
479,6
0,86
0,89
Oost-Vlaanderen
1.516.805
504
3.007,1
0,92
0,91
Vlaams Gewest
6.552.967
481
13.624,2
0,93
0,89
België
11.376.070
371
30.688,1
0,83
0,93
91 - 238 238 - 339 339 - 437 437 - 588 588 - 700 700 - 1.663
Bron: Statbel, Rijksregister - bevolkingskubus, berekeningen Kenniscentrum Economie
48
49
Tabel 2: Bevolkingsevolutie tussen 2000 en 2019 (2000 = 100)
Inkomen
2000
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
aantal
index
index
index
index
index
index
index
index
Arr. Aalst
262.294
106,2
107,1
107,7
108,2
108,8
109,5
110,3
111,1
Arr. Dendermonde
186.484
104,7
105,3
105,8
106,1
106,6
107,2
107,5
108,0
Arr. Eeklo
79.484
104,1
104,9
105,0
105,3
105,5
106,1
106,6
107,4
Arr. Gent
495.368
108,2
108,8
109,4
110,0
111,2
112,0
112,5
113,2
Arr. Oudenaarde
114.345
106,0
106,6
107,0
107,4
107,7
108,0
108,4
108,8
Arr. Sint-Niklaas
223.648
107,6
108,6
109,1
109,7
110,5
111,6
112,2
113,3
Oost-Vlaanderen
1.361.623
106,8
107,6
108,1
108,6
109,4
110,1
110,7
111,4
Vlaams Gewest
5.940.251
106,9
107,4
107,9
108,5
109,0
109,7
110,3
110,3
BelgiĂŤ
10.239.085
107,8
108,4
108,9
109,5
110,0
110,6
112,2
112,2
Kaart 2: Gemiddeld inkomen/inwoner 2017 (EUR)
Bron: Statbel, Rijksregister - bevolkingskubus, berekeningen Kenniscentrum Economie
Figuur 1: Leeftijdspiramide voor Oost-Vlaanderen (01.01.2019) 95+ jaar 90-94 jaar 85-89 jaar 80-84 jaar 75-79 jaar 70-74 jaar 65-69 jaar 60-64 jaar 55-59 jaar 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar
15480 - 18500
25-29 jaar
18500 - 20000
20-24 jaar
20000 - 21000
15-19 jaar
21000 - 22000
10-14 jaar
22000 - 24000
5-9 jaar 0-4 jaar 60.000
24000 - 30750 40.000
20.000
0
vrouwen
20.000
40.000
60.000
mannen
Bron: Statbel, Rijksregister â&#x20AC;&#x201C; bevolkingskubus, berekeningen Kenniscentrum Economie
50
51
Aalst 19.693 100,3
Kluisbergen 19.975 101,7
(Vlaanderen = 100)
Peil
in EUR
(Vlaanderen = 100)
Werkgelegenheid
Peil
in EUR
(Vlaanderen = 100)
Peil
in EUR
Tabel 3: Gemiddeld inkomen per inwoner 2017 (aanslagjaar 2018)
Sint-Martens30.748 156,6 Latem Sint-Niklaas 18.093
Aalter 20.818 106,0
Kruibeke 20.415 104,0
Assenede 20.234 103,0
Kruisem 21.044 107,2
Berlare 20.010 101,9
Laarne 21.780 110,9
Beveren 21.023 107,1
Lebbeke 19.731 100,5
Waasmunster 22.310 113,6
Brakel 19.877 101,2
Lede 20.864 106,3
Wachtebeke 19.689 100,3
Buggenhout 21.390 108,9
Lierde 20.447 104,1
De Pinte 25.766 131,2
Lievegem 20.627 105,0
Wichelen 20.584 104,8
Lochristi 21.885 111,5
Wortegem21.416 109,1 Petegem
Deinze 20.638 105,1 Denderleeuw 19.054
Dendermonde 19.892 101,3
Stekene 19.734 100,5 Temse 19.539
Wetteren 19.590
99,5
99,8
95,8
Zele 17.920
91,3
Maarkedal 21.114 107,5
Zelzate 18.139
92,4
Lokeren 18.804
97,0
92,1
96,5
Zottegem 21.624 110,1
93,6
Melle 22.257 113,3
Zulte 19.759 100,6
Erpe-Mere 21.300 108,5
Merelbeke 22.985 117,1
Zwalm 21.547 109,7
Evergem 20.395 103,9
Moerbeke 20.323 103,5
Arr. Aalst 20.081 102,3
Gavere 22.086 112,5
Nazareth 22.026 112,2
Arr. Dendermonde 19.868 101,2
Destelbergen 23.088 117,6 Eeklo 18.374
Maldegem 18.957
Gent 18.789
95,7
Geraardsbergen 19.183
97,7
Oosterzele 21.869 111,4
Haaltert 20.923 106,6
Oudenaarde 20.438 104,1
Hamme 18.534
Ninove 19.231
Ronse 15.480
94,4
Herzele 20.858 106,2
97,9
78,8
Sint-Gillis-Waas 20.333 103,6
Horebeke 21.080 107,4 Kaprijke 20.167 102,7
Sint-Laureins 18.994
96,7
Sint-Lievens20.856 106,2 Houtem
Arr. Eeklo 19.000
Concentratiecoëfficiënt = Oost-Vlaams aandeel bedrijfstak tegenover Vlaams aandeel bedrijfstak
Activiteitsgraad = (werkenden + werkzoekenden) / bevolking 20–64 jaar De activiteitsgraad is de verhouding tussen de actieve beroepsbevolking (werkenden en werkzoekenden)
De concentratiecoëfficiënt geeft aan of een
en de bevolking op arbeidsleeftijd (20–64 jaar). De
bedrijfstak over- dan wel ondervertegenwoordigd
ratio is een weergave van de mate waarin de bevol-
is, en in welke mate. De globale Vlaamse situatie
king bereid is te werken, dus een baan heeft of zoekt.
geldt als referentiebasis. Voor Oost-Vlaanderen wordt de concentratiecoëfficiënt dus berekend door het Oost-Vlaamse procentuele tewerkstellingsaandeel van een bedrijfstak te delen door het Vlaamse aandeel van diezelfde bedrijfstak. Een
Werkzaamheidsgraad = werkenden / bevolking 20–64 jaar
concentratiecoëfficiënt groter dan 1 betekent dat de
De werkzaamheidsgraad (jobratio) is het totaal
sector in Oost-Vlaanderen meer vertegenwoordigd
aantal arbeidsplaatsen (loon- en weddetrekkenden
is dan in Vlaanderen; een concentratiecoëfficiënt
plus zelfstandigen) in een bepaalde regio gedeeld
kleiner dan 1 betekent dat de sector in Oost-
door het aantal inwoners van 20 tot en met 64 jaar
Vlaanderen ondervertegenwoordigd is ten opzichte
in die regio. Deze indicator verwijst naar de tewerk-
van Vlaanderen.
stelling volgens de plaats van creatie en is dus een indicator in hoeverre een gemeente, arrondissement, provincie of gewest erin slaagt werk te verschaffen. Deze indicator wordt veelal als streefcijfer gebruikt in het werkgelegenheidsbeleid, bij de vooropstelling om meer mensen aan het werk te krijgen.
96,8
Arr. Gent 20.335 103,6 Arr. Oudenaarde 19.539
99,5
Arr. Sint-Niklaas 19.393
98,8
Oost-Vlaanderen 19.927 101,5 Vlaams Gewest 19.636 100,0 België 18.331
93,4
Bron: Statbel, Kenniscentrum Economie berekeningen
52
53
Tabel 4: Aantal beschikbare arbeidsplaatsen (werknemers en zelfstandigen) per gemeente (31.12.2018)
Tabel 4: Aantal beschikbare arbeidsplaatsen (werknemers en zelfstandigen) per gemeente (31.12.2018)
(inclusief zelfstandigen en helpers actief op pensioenleeftijd, exclusief bijberoepen)
(inclusief zelfstandigen en helpers actief op pensioenleeftijd, exclusief bijberoepen) (vervolg)
Zelfstandigen (1)
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
6,6%
5.532
4,9%
39.300
6,2%
0,9%
19,7%
40,9%
38,4%
Kruibeke
3.172
0,6%
1.144
1,0%
4.316
0,7%
3,6%
27,2%
46,0%
23,1%
Totaal
Primaire sector
Werknemers
Quartaire sector
Gemeente / regio
=Totaal
Tertiaire sector
Sectorale werkgelegenheid
Aalter
8.671
1,7%
2.977
2,6%
11.648
1,9%
4,6%
32,3%
42,6%
20,6%
Kruisem
4.062
0,8%
1.806
1,6%
5.868
0,9%
4,3%
37,8%
42,0%
15,9%
Assenede
2.256
0,4%
1.187
1,0%
3.443
0,5%
10,7%
31,3%
33,5%
24,5%
Laarne
1.548
0,3%
1.127
1,0%
2.675
0,4%
9,0%
21,2%
44,8%
25,0%
Berlare
1.483
0,3%
1.236
1,1%
2.719
0,4%
4,0%
20,6%
47,8%
27,7%
Lebbeke
3.625
0,7%
1.263
1,1%
4.888
0,8%
2,6%
35,9%
38,3%
23,2%
Beveren 21.687
4,2%
3.410
3,0%
25.097
4,0%
2,6%
31,8%
46,8%
18,9%
Lede
2.332
0,5%
1.246
1,1%
3.578
0,6%
3,3%
11,2%
45,1%
40,4%
Brakel
1.798
0,3%
1.132
1,0%
2.930
0,5%
5,6%
13,9%
38,6%
41,9%
Lierde
539
0,1%
510
0,4%
1.049
0,2%
7,1%
23,6%
35,7%
33,7%
Buggenhout
3.141
0,6%
1.027
0,9%
4.168
0,7%
2,4%
35,5%
30,4%
31,6%
Lievegem
4.163
0,8%
2.359
2,1%
6.522
1,0%
5,9%
19,7%
38,4%
35,9%
De Pinte
1.188
0,2%
995
0,9%
2.183
0,3%
3,2%
9,0%
51,9%
36,0%
Lochristi
5.018
1,0%
2.161
1,9%
7.179
1,1% 12,9%
14,6%
49,4%
23,1%
Deinze 13.309
2,6%
4.108
3,6%
17.417
2,8%
4,6%
20,0%
42,2%
33,2%
Lokeren 15.504
3,0%
2.873
2,5% 18.377
2,9%
1,8%
30,0%
37,6%
30,5%
2.236
0,4%
927
0,8%
3.163
0,5%
1,3%
18,7%
40,3%
39,8%
Maarkedal
656
0,1%
772
0,7%
1.428
0,2% 11,4%
15,3%
33,0%
40,3%
Dendermonde 14.654
2,8%
2.900
2,5%
17.554
2,8%
1,1%
23,1%
38,5%
37,4%
Maldegem
5.580
1,1%
2.387
2,1%
7.967
1,3%
5,5%
33,0%
40,8%
20,8%
0,8%
5.846
0,9%
1,0%
27,2%
42,4%
29,3%
1,7% 10.894
1,7%
1,7%
19,6%
54,2%
24,6%
Denderleeuw
54
De werkgelegenheid in de Oost-Vlaamse gemeenten
Secundaire sector
Aalst 33.768
Sectorale werkgelegenheid
Primaire sector
Werknemers
Gemeente / regio
Zelfstandigen (1)
De werkgelegenheid in de Oost-Vlaamse gemeenten
Destelbergen
3.517
0,7%
1.779
1,6%
5.296
0,8%
3,8%
25,2%
48,1%
23,0%
Melle
4.970
1,0%
876
Eeklo
9.908
1,9%
1.180
1,0%
11.088
1,8%
1,4%
23,7%
31,0%
43,8%
Merelbeke
8.947
1,7%
1.947
Erpe-Mere
4.261
0,8%
1.443
1,3%
5.704
0,9%
2,1%
25,6%
48,4%
23,8%
Moerbeke
695
0,1%
499
0,4%
1.194
0,2% 14,3%
12,2%
45,1%
28,4%
Evergem
8.954
1,7%
2.324
2,0%
11.278
1,8%
4,0%
25,0%
38,2%
32,8%
Nazareth
6.986
1,4%
1.150
1,0%
8.136
1,3%
1,9%
22,3%
56,8%
19,0%
Gavere
2.565
0,5%
1.090
1,0%
3.655
0,6%
3,5%
21,6%
41,0%
34,0%
Ninove
9.242
1,8%
2.708
2,4% 11.950
1,9%
1,8%
22,1%
50,4%
25,7%
Gent 174.061
33,8%
18.424
16,2%
192.485 30,6%
0,5%
18,1%
41,8%
39,5%
Oosterzele
1.689
0,3%
1.230
1,1%
2.919
0,5%
6,5%
21,6%
44,3%
27,5%
Oudenaarde 14.533
2,8%
2.453
2,2% 16.986
2,7%
1,4%
27,4%
37,9%
33,3%
Geraardsbergen
6.330
1,2%
2.161
1,9%
8.491
1,4%
2,1%
16,3%
40,8%
40,8%
Haaltert
2.033
0,4%
1.213
1,1%
3.246
0,5%
2,9%
20,5%
43,9%
32,7%
Ronse
7.899
1,5%
1.444
1,3%
9.343
1,5%
0,9%
30,3%
33,5%
35,3%
Hamme
4.757
0,9%
1.786
1,6%
6.543
1,0%
3,1%
26,6%
40,3%
30,0%
Sint-Gillis-Waas
2.691
0,5%
1.536
1,3%
4.227
0,7%
7,2%
24,3%
42,9%
25,7%
Herzele
1.983
0,4%
1.259
1,1%
3.242
0,5%
4,7%
17,1%
40,3%
37,8%
Sint-Laureins
710
0,1%
761
0,7%
1.471
0,2% 19,0%
19,0%
36,3%
25,7%
Horebeke
225
0,0%
219
0,2%
444
0,1%
9,0%
14,6%
41,7%
34,7%
Sint-LievensHoutem
1.529
0,3%
828
0,7%
2.357
0,4%
4,1%
35,9%
36,4%
23,6%
Kaprijke
1.112
0,2%
713
0,6%
1.825
0,3%
10,7%
35,7%
33,4%
20,3%
Sint-MartensLatem
2.998
0,6%
1.643
1,4%
4.641
0,7%
1,5%
16,0%
66,3%
16,2%
Kluisbergen
1.303
0,3%
595
0,5%
1.898
0,3%
4,4%
35,5%
36,7%
23,4%
Sint-Niklaas 30.695
6,0%
4.785
4,2% 35.480
5,6%
1,1%
16,0%
43,3%
39,6% 55
Tabel 4: Aantal beschikbare arbeidsplaatsen (werknemers en zelfstandigen) per gemeente (31.12.2018)
Figuur 2: De grootste bedrijfstakken inzake werkgelegenheid (31.12.2018)
(inclusief zelfstandigen en helpers actief op pensioenleeftijd, exclusief bijberoepen) (vervolg) 120.000
Sectorale werkgelegenheid
1,9%
2.192
1,9%
11.835
1,9%
1,8%
27,0%
50,1%
21,0%
Waasmunster
1.523
0,3%
1.365
1,2%
2.888
0,5%
4,4%
19,5%
50,2%
25,8%
Wachtebeke
925
0,2%
505
0,4%
1.430
0,2%
7,5%
7,3%
39,5%
45,7%
Wetteren
9.701
1,9%
1.793
1,6%
11.494
1,8%
2,4%
27,9%
38,2%
31,5%
Wichelen
1.850
0,4%
851
0,7%
2.701
0,4%
4,5%
35,0%
39,8%
20,8%
WortegemPetegem
1.532
0,3%
793
0,7%
2.325
0,4%
5,0%
36,4%
40,9%
17,6%
Zele
7.100
1,4%
1.428
1,3%
8.528
1,4%
2,0%
42,3%
33,6%
22,0%
Zelzate
3.492
0,7%
488
0,4%
3.980
0,6%
1,1%
13,5%
44,7%
40,7%
Zottegem
7.224
1,4%
1.850
1,6%
9.074
1,4%
1,8%
14,4%
43,3%
40,5%
Zulte
3.542
0,7%
1.470
1,3%
5.012
0,8%
3,2%
36,4%
44,3%
16,2%
Zwalm
997
0,2%
741
0,7%
1.738
0,3%
5,3%
10,7%
45,2%
38,8%
Arr. Aalst
70.938 13,8%
19.167 16,8%
90.105 14,3%
1,7%
19,5%
43,0%
35,8%
Arr. Dendermonde
49.382
9,6%
14.776 13,0%
64.158 10,2%
2,6%
28,8%
38,7%
29,9%
Arr. Eeklo
23.058
4,5%
29.774
4,7%
5,0%
26,2%
36,1%
32,6%
297.735 47,3%
1,9%
19,7%
43,3%
35,1%
7,0%
3,0%
28,1%
37,8%
31,2%
103.139 16,4%
2,1%
24,5%
44,2%
29,2%
-
2,2%
22,3%
42,2%
33,3%
Arr. Gent 252.198 49,0% Arr. Oudenaarde
33.544
Arr. Sint-Niklaas
85.837 16,7%
6,5%
6.716
5,9%
45.537 40,0% 10.465
9,2%
17.302 15,2%
44.009
Oost-Vlaanderen 514.957 100,0% 113.963 100,0% 628.920 Vlaams Gewest 2.342.097
- 502.551
- 2.844.648
-
2,1%
20,4%
46,2%
31,2%
BelgiĂŤ 4.037.512
- 814.573
- 4.852.085
-
1,8%
18,0%
45,0%
35,1%
40.000
20.000
0
Bron: RSZ, RSVZ, berekeningen Kenniscentrum Economie
Land- en tuinbouw
9.643
Chemie en kunststoffen, overig niet-metaal
Temse
60.000
Voeding, drank en tabak
29,5%
Horeca
48,4%
Basismetaal en metaalverwerking
17,7%
Overheid
4,4%
Transport, verkeer en communicatie
0,6%
Bouw
3.807
Onderwijs
1,2%
Handel en reparatie
1.362
Gezondheid en sociale diensten
0,5%
80.000
Diensten en huur
Quartaire sector
2.445
aantal werknemers en zelfstandigen
Tertiaire sector
Stekene
Gemeente / regio
Totaal
Secundaire sector
100.000
Primaire sector
Werknemers
Zelfstandigen (1)
De werkgelegenheid in de Oost-Vlaamse gemeenten
(1) Zelfstandigen van wie niet gekend is tot welke sector zij behoren, zijn niet in deze statistieken opgenomen. Voor Oost-Vlaanderen gaat het om 2.718 zelfstandigen en helpers Bron: RSZ, RSVZ, berekeningen Kenniscentrum Economie
56
57
Tabel 5: De totale werkgelegenheid naar bedrijfstakken (31.12.2018)
Tabel 6: Activiteits- en werkzaamheidsgraad (31.12.2018) (*)
Werkzaamheidsgraad
Activiteitsgraad
Werkzaamheidsgraad
Activiteitsgraad
Werkzaamheidsgraad
Kluisbergen
0,54
0,50
Sint-MartensLatem
1,05
1,02
Secundaire sector
121.508
18.591
140.099
22,3%
1,09
Aalter
0,72
0,69
Kruibeke
0,49
0,45
Sint-Niklaas
0,87
0,81
Energie en water
4.480
170
4.650
0,7%
1,60
Assenede
0,45
0,41
Kruisem
0,66
0,64
Stekene
0,39
0,36
Winning van delfstoffen
9
8
17
0,0%
0,15
Berlare
0,34
0,31
Laarne
0,40
0,37
Temse
0,73
0,68
Industrie
82.324
5.109
87.433
13,9%
1,05
Beveren
0,93
0,89
Lebbeke
0,47
0,44
Waasmunster
0,49
0,46
Basismetaal en metaalverwerking
30.460
323
30.783
4,9%
1,10
Brakel
0,38
0,34
Lede
0,36
0,33
Wachtebeke
0,37
0,33
Chemie en kunststoffen, overig niet-metaal
14.141
710
14.851
2,4%
0,83
Buggenhout
0,53
0,50
Lierde
0,30
0,27
Wetteren
0,80
0,75
Voeding, drank en tabak
16.145
1.460
17.605
2,8%
1,12
De Pinte
0,39
0,37
Lievegem
0,47
0,44
Wichelen
0,43
0,39
Textiel, leer en kleding
6.625
482
7.107
1,1%
1,50
Deinze
0,71
0,69
Lochristi
0,58
0,55
WortegemPetegem
0,65
0,62
Hout en meubelen; papier en drukkerij
9.097
1.612
10.709
1,7%
1,05
Denderleeuw
0,31
0,27
Lokeren
0,80
0,76
Zele
0,74
0,70
Diverse
5.856
522
6.378
1,0%
0,89
Dendermonde
0,70
0,65
Maarkedal
0,43
0,40
Zelzate
0,60
0,54
Bouw
34.695
13.304
47.999
7,6%
1,15
Destelbergen
0,55
0,52
Maldegem
0,61
0,57
Zottegem
0,62
0,58
Tertiaire sector
200.466
65.068
265.534
42,2%
0,91
Eeklo
0,98
0,92
Melle
0,90
0,86
Zulte
0,56
0,53
Handel en reparatie
61.283
27.976
89.259
14,2%
0,91
Erpe-Mere
0,53
0,49
Merelbeke
0,78
0,75
Zwalm
0,39
0,36
Horeca
13.677
10.340
24.017
3,8%
0,87
Evergem
0,58
0,55
Moerbeke
0,35
0,32
Arr. Aalst
0,57
0,53
Transport, verkeer en communicatie
29.103
4.280
33.383
5,3%
0,87
Gavere
0,51
0,48
Nazareth
1,24
1,21
Arr. Dendermonde
0,59
0,55
Financiële instellingen
6.499
328
6.827
1,1%
1,04
Gent
1,26
1,18
Ninove
0,58
0,53
Arr. Eeklo
0,65
0,60
Diensten en huur
89.904
22.144
112.048
17,8%
0,94
Geraardsbergen
0,48
0,44
Oosterzele
0,39
0,36
Arr. Gent
0,94
0,89
Quartaire sector
190.660
18.807
209.467
33,3%
1,07
Haaltert
0,33
0,29
Oudenaarde
0,96
0,92
Arr. Oudenaarde
0,66
0,61
Overheid
32.050
27
32.077
5,1%
0,97
Hamme
0,50
0,46
Ronse
0,71
0,64
Arr. Sint-Niklaas
0,76
0,71
Onderwijs
56.674
933
57.607
9,2%
1,12
Herzele
0,33
0,30
Sint-Gillis-Waas
0,41
0,38
Oost-Vlaanderen
0,75
0,71
Gezondheid en sociale diensten
87.991
7.084
95.075
15,1%
1,10
Horebeke
0,43
0,41
Sint-Laureins
0,41
0,37
Vlaams Gewest
0,79
0,74
Overige
13.945
10.763
24.708
3,9%
0,99
Kaprijke
0,53
0,50
Sint-LievensHoutem
0,42
0,39
België
0,80
0,72
Totaal
514.957
113.963
628.920
100,0%
1,00
(*) Concentratiecoëfficiënt = aandeel bedrijfstak in Oost-Vlaanderen tegenover aandeel bedrijfstak in Vlaanderen Bron: RSZ, RSVZ, berekeningen Kenniscentrum Economie 58
coëfficiënt (*)
0,78
Concentratie-
0,83
aandeel
Aalst
Relatief
1,03
werkgelegenheid
2,2%
Totale
13.820
zelfstandigen
11.497
Aantal
2.323
werknemers
Primaire sector
Aantal
Activiteitsgraad
(inclusief zelfstandigen en helpers actief op pensioenleeftijd, exclusief bijberoepen)
Activiteitsgraad = (werkenden + werkzoekenden) / bevolking 20-64 jaar Werkzaamheidsgraad (jobratio) = aantal werkenden (loon- en weddetrekkenden + zelfstandigen) / bevolking 20-64 jaar Met zelfstandigen worden bedoeld zelfstandigen en helpers in hoofdberoep en actief na pensioen(leeftijd) Bron: FOD Economie - Directie Statistiek, RSZ, RSVZ, berekeningen Kenniscel Economlie 59
Tabel 7: Aantal ondernemingen en werknemers naar dimensieklassen (31.12.2018)
Ondernemingsweefsel Figuur 3: Ondernemingen (exclusief eenpersoonzaken) opgedeeld naar dimensieklassen (31.12.2018)
van 1 tot 19 werknemers
werknemers
ondernemingen
werknemers
ondernemingen
werknemers
ondernemingen
werknemers
totaal
Aalst
1.809
7.380
208
8.916
62
17.472
2.079
33.768
Aalter
728
2.634
76
3.101
16
2.936
820
8.671
Assenede
232
729
12
438
5
1.089
249
2.256
Berlare
253
849
11
518
1
116
265
1.483
Beveren
1.076
4.647
160
7.106
43
9.934
1.279
21.687
Brakel
211
635
24
981
1
182
236
1.798
Buggenhout
251
966
32
1.215
4
960
287
3.141
De Pinte
157
505
15
555
1
128
173
1.188
Deinze
1.112
4.260
127
5.404
18
3.645
1.257
13.309
Denderleeuw
214
775
22
958
4
503
240
2.236
Dendermonde
989
4.041
125
5.081
24
5.532
1.138
14.654
Destelbergen
366
1.372
37
1.359
5
786
408
3.517
Eeklo
510
2.064
92
3.741
15
4.103
617
9.908
Erpe-Mere
355
1.281
40
1.743
7
1.237
402
4.261
Evergem
619
2.638
89
3.750
13
2.566
721
8.954
Gavere
267
843
27
981
4
741
298
2.565
Gent
6.832
28.568
967
40.351
314
105.142
8.113
174.061
Geraardsbergen
549
2.030
59
2.597
11
1.703
619
6.330
Haaltert
271
874
22
1.049
1
110
294
2.033
Hamme
437
1.680
55
2.357
4
720
496
4.757
Herzele
257
909
21
965
1
109
279
1.983
Horebeke
34
109
3
116
0
0
37
225
Kaprijke
118
359
6
269
1
484
125
1.112
20-99 wkn. 10,6%
< 20 wkn. 87,1 %
meer dan 99 werknemers
ondernemingen
> 99 wkn. 2,3%
van 20 tot 99 werknemers
Bron: RSZ, berekeningen economische studiedienst
Figuur 4: Werknemers opgedeeld naar dimensieklassen (31.12.2018
> 99 wkn. 42,8%
< 20 wkn. 25,1%
20-99 wkn. 32,0%
Bron: RSZ, berekeningen economische studiedienst
60
61
1
101
156
1.303
Sint-MartensLatem
412
1.486
27
946
4
566
443
2.998
Kruibeke
262
1.146
35
1.412
4
614
301
3.172
Sint-Niklaas
1.851
7.592
236
9.774
63
13.329
2.150
30.695
Kruisem
418
1.626
37
1.452
6
984
461
4.062
Stekene
339
1.261
24
800
3
384
366
2.445
Laarne
217
815
21
632
1
101
239
1.548
Temse
668
3.112
97
3.925
13
2.606
778
9.643
Lebbeke
258
967
32
1.407
3
1.251
293
3.625
Waasmunster
263
909
13
479
1
135
277
1.523
Lede
254
862
14
788
4
682
272
2.332
Wachtebeke
101
396
11
421
1
108
113
925
Lierde
99
262
8
277
0
0
107
539
Wetteren
606
2.391
81
3.444
20
3.866
707
9.701
Lievegem
495
1.615
39
1.365
6
1.183
540
4.163
Wichelen
185
630
11
424
5
796
201
1.850
Lochristi
575
2.164
59
2.377
4
477
638
5.018
WortegemPetegem
105
416
13
540
3
576
121
1.532
Lokeren
996
4.482
152
6.703
25
4.319
1.173
15.504
Zele
492
1.962
68
3.073
14
2.065
574
7.100
Maarkedal
90
249
9
288
1
119
100
656
Zelzate
210
937
38
1.471
6
1.084
254
3.492
Maldegem
588
2.102
58
2.356
6
1.122
652
5.580
Zottegem
550
2.096
58
2.523
11
2.605
619
7.224
Melle
273
1.115
47
2.020
6
1.835
326
4.970
Zulte
354
1.326
42
1.809
2
407
398
3.542
Merelbeke
554
2.224
65
2.820
17
3.903
636
8.947
Zwalm
128
436
5
145
3
416
136
997
Moerbeke
102
367
9
328
0
0
111
695
Arr. Aalst
5.155
19.650
532
23.082
120
28.206
5.807
70.938
Nazareth
365
1.728
63
2.565
13
2.693
441
6.986
Arr. Dendermonde
3.951
15.210
449
18.630
77
15.542
4.477
49.382
Ninove
719
2.858
75
3.154
16
3.230
810
9.242
Arr. Eeklo
1.807
6.706
211
8.470
33
7.882
2.051
23.058
Oosterzele
244
874
21
815
0
0
265
1.689
Arr. Gent
13.556
54.115
1.721
70.967
424
127.116
15.701
252.198
Oudenaarde
880
3.762
131
5.365
25
5.406
1.036
14.533
Arr. Oudenaarde
2.619
10.088
316
13.048
48
10.408
2.983
33.544
Ronse
515
2.041
70
3.234
8
2.624
593
7.899
Arr. Sint-Niklaas
5.584
23.529
735
30.842
153
31.466
6.472
85.837
SintGillis-Waas
392
1.289
31
1.122
2
280
425
2.691
OostVlaanderen
32.672
129.298
3.964
165.039
855
220.620
37.491
514.957
Sint-Laureins
149
515
5
195
0
0
154
710
Vlaams Gewest
148.549
582.263
17.592
725.589
3.907
1.034.245
170.048
2.342.097
Sint-LievensHoutem
177
585
13
389
3
555
193
1.529
BelgiĂŤ
259.691
1.007.760
29.424
1.203.932
6.575
1.825.820
295.690
4.037.512
werknemers
650
werknemers
16
werknemers
ondernemingen
totaal
werknemers
ondernemingen
meer dan 99 werknemers
552
werknemers
ondernemingen
van 20 tot 99 werknemers
ondernemingen
van 1 tot 19 werknemers
totaal
werknemers
ondernemingen
meer dan 99 werknemers
139
werknemers
ondernemingen
van 20 tot 99 werknemers
Kluisbergen
werknemers
ondernemingen
van 1 tot 19 werknemers
Tabel 7: Aantal ondernemingen en werknemers naar dimensieklassen (31.12.2018) (vervolg)
ondernemingen
Tabel 7: Aantal ondernemingen en werknemers naar dimensieklassen (31.12.2018) (vervolg)
Bron: RSZ, berekeningen Kenniscentrum Economie
62
63
In Vlaanderen wordt het dossier van de werk-
Aalst
1.582
1.259
2.841
7,2
6,5
6,9
482
5,9
Aalter
224
181
405
3,0
2,7
2,9
314
1,3
Assenede
167
149
316
4,4
4,6
4,5
48
6,6
Berlare
164
147
311
4,2
4,2
4,2
39
8,0
Beveren
567
536
1.103
4,5
5,0
4,7
291
3,8
Brakel
151
140
291
3,9
4,2
4,0
61
4,8
Buggenhout
125
120
245
3,3
3,6
3,5
30
8,2
De Pinte
75
91
166
3,1
3,8
3,4
23
7,2
Deinze
384
358
742
3,5
3,6
3,5
293
2,5
Denderleeuw
303
269
572
6,0
5,6
5,8
30
19,1
Dendermonde
665
529
1.194
5,7
5,0
5,3
207
5,8
Destelbergen
177
167
344
4,0
4,1
4,0
67
5,1
Eeklo
385
328
713
7,4
7,3
7,3
169
4,2
Erpe-Mere
233
195
428
4,5
4,2
4,4
95
4,5
Evergem
340
302
641
3,7
3,7
3,7
198
3,2
Gavere
103
99
202
3,1
3,3
3,2
31
6,5
Gent
7.179
5.380
12.559
10,3
9,0
9,7
2.869
4,4
Geraardsbergen
521
404
926
6,3
5,4
5,9
128
7,2
Haaltert
191
162
353
3,9
3,7
3,8
41
8,6
Hamme
288
288
576
4,4
5,1
4,7
169
3,4
Herzele
187
154
341
3,9
3,7
3,8
45
7,6
Horebeke
12
12
25
2,5
2,9
2,8
5
5,0
Kaprijke
53
55
108
3,0
3,7
3,4
46
2,3
Kluisbergen
57
54
111
3,2
3,5
3,3
32
3,5
Niet-werkende werkzoekenden
ten laste van het OCMW, werkzoekenden erkend
Werkzoekendengraad (*)
als persoon met een handicap door de FOD Sociale Zekerheid (dienst personen met een handicap),
Spanningsindicator = werkzoekenden / beschikbare vacatures
zoekende, ingeschreven bij de VDAB, als basis
Deze ratio meet de spanning op de arbeidsmarkt
genomen. De niet-werkende werkzoekenden
door het aantal werkzoekenden per vacature (zonder
(NWWZ) bestaan uit: werkzoekenden met recht op
interim) weer te geven. Afhankelijk van de hoogte van
werkloosheidsuitkering, schoolverlaters, vrij
deze ratio is er sprake van arbeidsreserve, dan wel
ingeschrevenen (hebben geen recht op een uitkering,
arbeidskrapte.
zoals bijvoorbeeld werknemers in vooropzeg) en Kaart 3: Werkzoekendengraad (gemiddelde 2019)
2,78 - 3,70 3,71 - 4,74 4,75 - 5,87 5,88 - 7,68 7,69 - 9,67
64
Spanningsindicator (**) (december 2019)
actief naar zoekt.
Openstaande vacatures (december 2019)
op uitkering uitgesloten werkzoekenden.
beschikbaar is voor een passende betrekking en er
Totaal
een werkloze als iemand die niet werkt, onmiddellijk
Vrouwen
werkzoekenden in deeltijds onderwijs, van het recht
Mannen
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) definieert
Totaal
andere verplicht ingeschrevenen (werkzoekenden
Vrouwen
Werkzoekendengraad = niet-werkende werkzoekenden (18â&#x20AC;&#x201C;65 jaar) / beroeps- bevolking (18â&#x20AC;&#x201C;65 jaar)
Mannen
Tabel 8: Werkloosheid en vacatures (gemiddelde 2019)
Werkloosheid
65
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Openstaande vacatures (december 2019)
Spanningsindicator (**) (december 2019)
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Openstaande vacatures (december 2019)
Spanningsindicator (**) (december 2019)
Kruibeke
212
193
405
4,8
5,0
4,9
44
9,2
Sint-Niklaas
1.502
1.234
2.736
7,8
7,6
7,7
458
6,0
Kruisem
126
125
251
2,9
3,4
3,2
169
1,5
Stekene
177
190
367
3,7
4,6
4,1
87
4,2
Laarne
94
101
195
3,0
3,5
3,2
38
5,1
Temse
422
410
832
5,5
6,3
5,8
200
4,2
Lebbeke
206
194
401
4,0
4,4
4,2
41
9,8
Waasmunster
120
101
220
4,4
4,1
4,3
47
4,7
Lede
206
182
388
4,4
4,2
4,3
64
6,1
Wachtebeke
89
73
162
4,6
4,4
4,5
27
6,0
Lierde
56
53
108
3,3
3,4
3,3
7
15,4
Wetteren
365
319
684
5,6
5,4
5,5
281
2,4
Lievegem
227
195
422
3,6
3,3
3,5
75
5,6
Wichelen
125
107
232
4,1
3,8
4,0
18
12,9
Lochristi
201
188
389
3,5
3,6
3,5
181
2,1
WortegemPetegem
46
55
102
2,8
3,6
3,2
115
0,9
Lokeren
572
532
1.104
5,4
5,9
5,6
305
3,6
Zele
263
289
551
4,7
6,5
5,5
168
3,3
Maarkedal
45
49
94
3,0
3,4
3,2
11
8,5
Zelzate
223
185
408
6,9
7,2
7,1
48
8,5
Maldegem
230
202
431
3,7
3,7
3,7
138
3,1
Zottegem
284
258
542
4,3
4,2
4,3
227
2,4
Melle
116
119
234
4,1
4,3
4,2
119
2,0
Zulte
121
130
251
2,8
3,4
3,1
69
3,6
Merelbeke
242
215
457
3,9
3,7
3,8
227
2,0
Zwalm
67
66
133
3,0
3,6
3,3
18
7,4
Moerbeke
64
56
121
3,7
3,9
3,8
23
5,3
Arr. Aalst
4.150
3.413
7.563
5,6
5,1
5,4
1.316
5,7
Nazareth
105
100
205
3,5
3,7
3,6
207
1,0
Arr. Dendermonde
2.415
2.193
4.608
4,6
4,8
4,7
1.038
4,4
Ninove
541
450
991
5,6
5,1
5,4
160
6,2
Arr. Eeklo
1.113
975
2.088
5,1
5,2
5,1
457
4,6
Oosterzele
115
88
203
3,3
2,7
3,0
31
6,5
Arr. Gent
9.816
7.813
17.629
6,8
6,1
6,4
4.820
3,7
Oudenaarde
435
332
767
5,4
4,5
5,0
224
3,4
Arr. Oudenaarde
1.607
1.371
2.978
5,0
4,9
5,0
787
3,8
Ronse
611
485
1.096
9,7
9,6
9,6
145
7,6
Arr. Sint-Niklaas
3.640
3.306
6.946
5,6
6,0
5,8
1.437
4,8
Sint-Gillis-Waas
188
212
400
3,4
4,8
4,1
52
7,7
Oost-Vlaanderen
22.741
19.071
41.812
5,8
5,6
5,7
9.855
4,2
Sint-Laureins
56
57
113
3,2
3,8
3,4
8
14,1
Vlaams Gewest
100.442
84.409
184.851
6,1
5,8
5,9
46.195
4,0
Sint-LievensHoutem
102
81
183
3,7
3,4
3,6
44
4,2
België
252.158
223.988
476.146
5,7
5,0
5,4
n.b.
n.b.
Sint-MartensLatem
54
74
127
2,8
4,2
3,4
66
1,9
Niet-werkende werkzoekenden
66
Tabel 8: Werkloosheid en vacatures (gemiddelde 2019) (vervolg)
Mannen
Tabel 8: Werkloosheid en vacatures (gemiddelde 2019) (vervolg)
Werkzoekendengraad (*)
Niet-werkende werkzoekenden
Werkzoekendengraad (*)
(*) Werkzoekendengraad = aantal niet-werkende werkzoekenden (18-65 jaar) tegenover beroepsbevolking (18-65 jaar), in %. Voorheen heette deze indicator ‘werkloosheidsgraad’. (**) Spanningsindicator = aantal beschikbare werkzoekenden tegenover aantal beschikbare vacatures Bron: VDAB-Arvastat, NBB, berekeningen Kenniscentrum Economie Opgelet: voor België is dit de geharmoniseerde werkloosheidsgraad op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten van Eurostat, wat een onderschatting geeft in vergelijking met de VDAB-data. 67
Tabel 9: Kwalitatieve beschrijving van de niet-werkende werkzoekenden (gemiddelde 2019) (vervolg) 2. Naar leeftijd (+)
Aantal
Aandeel provincie
Aandeel Vlaams Gewest
Jonger dan 25 jaar
8.990
21,5
19,6
25 - 39 jaar
14.301
34,2
33,1
40 - 54 jaar
10.083
24,1
24,8
55 jaar en ouder
8.438
20,2
22,5
Totaal (*)
41.812
100
100
Aantal
Aandeel provincie
Aandeel Vlaams Gewest
Minder dan 1 jaar
21.588
51,6
51,6
1 - 2 jaren
6.749
16,1
16,4
2 - 5 jaren
7.465
17,9
17,9
Meer dan 5 jaren
6.010
14,4
14,1
Totaal (*)
41.812
100
100
3. Naar werkloosheidsduur
Tabel 9: Kwalitatieve beschrijving van de niet-werkende werkzoekenden (gemiddelde 2019)
1. Naar studieniveau
68
Aantal
Aandeel provincie
Aandeel Vlaams Gewest
Lager onderwijs + 1ste graad secundair
9.215
22,0
21,4
2de graad secundair
8.971
21,5
21,1
3de en 4de graad secundair
13.483
32,2
33,9
Graduaat-HBO5
502
1,2
1,4
Professionele bachelor
3.628
8,7
8,9
Academische bachelor
616
1,5
1,6
Master
3.493
8,4
7,7
Leertijd (Syntra)
703
1,7
1,6
Deeltijds beroepssecundair
1.202
2,9
2,4
Totaal (*)
41.813
100
100
(*) Door afrondingen kunnen de totalen afwijken van de som van de onderdelen. (+) De indeling is sinds de vorige editie gewijzigd. Bron: VDAB-Arvastat, berekeningen Kenniscentrum Economie
69
Onderwijs Tabel 10: Schoolbevolking (2018-2019)
arr. Dendermonde
arr. Gent
arr. Oudenaarde
arr. Sint-Niklaas
prov. Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
Totaal basisonderwijs (1)+(2)
31.286
20.403
8.296
61.773
13.324
29.550
164.632
731.634
Kleuteronderwijs (1)
11.159
7.272
2.995
22.163
4.676
10.505
58.770
264.575
Gewoon
11.090
7.221
2.993
21.933
4.640
10.429
58.306
262.435
Buitengewoon
69
51
2
230
36
76
464
2.140
Lager onderwijs (2)
20.127
13.131
5.301
39.610
8.648
19.045
105.862
467.059
Gewoon
19.323
12.455
5.013
37.615
8.264
17.915
100.585
442.275
Buitengewoon
804
676
288
1.995
384
1.130
5.277
24.784
Secundair onderwijs
22.580
11.469
6.180
36.917
7.231
19.512
103.889
448.000
Gewoon
21.788
11.088
6.180
34.711
7.026
18.472
99.265
427.456
Buitengewoon
792
381
-
2.206
205
1.040
4.624
20.544
Hoger onderwijs - BAMA en basisopleidingen (3) + (4) (*)
-
-
-
-
-
-
79.946
254.915
Hogescholenonderwijs (3)
-
-
-
-
-
-
40.548
119.892
Arteveldehogeschool
-
-
-
-
-
-
12.947
-
Hogeschool Gent
-
-
-
-
-
-
14.736
-
LUCA School of Arts (**)
-
-
-
-
-
-
2.704
-
Odisee (**)
-
-
-
-
-
-
10.161
-
Universitair onderwijs (4)
-
-
-
-
-
-
39.398
135.023
Universiteit Gent
-
-
-
-
-
-
39.398
-
arr. Eeklo
arr. Aalst
Schoolbevolking in het voltijds onderwijs per onderwijsniveau, schooljaar/academiejaar 2018-2019
(*) Exclusief gezamenlijke opleidingen, inclusief hoger beroepsonderwijs en educatieve masters - aantal studenten met diplomacontract (**) Inclusief campussen buiten Oost-Vlaanderen Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
70
71
Tabel 11: Aantal leerlingen in het gewoon secundair onderwijs (schooljaar 2018-2019)
onderwijsvorm
Oost-Vlaanderen
Tabel 13: Aantal studenten ingeschreven in de Universiteit Gent per studiegebied (BAMA, academiejaar 2018-2019) (+)
Mannen
Vrouwen
Totaal
Archeologie en kunstwetenschappen
213
389
602
Bewegings- en revalidatiewetenschappen
942
1.368
2.310
Biomedische wetenschappen, biotechniek
459
963
1.422
Diergeneeskunde
345
1.418
1.763
Economische en toegepaste economische wetenschappen
1.652
1.026
2.678
Farmaceutische wetenschappen
191
770
961
Vlaams Gewest
onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers
914
4.293
1ste graad secundair onderwijs
33.870
143.917
2de en 3de graad ASO
28.537
117.645
2de en 3de graad BSO (incl. modulair)
15.516
69.475
2de en 3de graad KSO
1.489
6.342
2de en 3de graad TSO
18.939
85.784
Geneeskunde
777
1.318
2.095
Totaal
99.265
427.456
Geschiedenis
345
200
545
Geschiedenis; Taal- en letterkunde
171
325
496
Handelswetenschappen en bedrijfskunde
1.849
1.505
3.354
IndustriĂŤle wetenschappen en technologie
1.912
333
2.245
Politieke en sociale wetenschappen
688
1.017
1.705
Psychologie en pedagogische wetenschappen
669
3.470
4.139
Totaal
Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen
1.129
2.380
3.509
Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
Tabel 12: Aantal studenten ingeschreven in het hoger onderwijs naar inrichting (academiejaar 2018-2019)
Professioneel gerichte opleidingen
Academisch gerichte opleidingen
Odisee (*)
10.161
0
10.161
Sociale gezondheidswetenschappen
49
579
628
LUCA School of Arts (*)
1.319
1.385
2.704
Taal- en letterkunde
248
719
967
Associatie KU Leuven
11.480
1.385
12.865
Tandheelkunde
120
172
292
Arteveldehogeschool
12.947
0
12.947
Toegepaste biologische wetenschappen
691
694
1.385
Hogeschool Gent
13.241
1.495
14.736
Toegepaste taalkunde
175
503
678
Toegepaste wetenschappen
1.802
610
2.412
Universiteit Gent
0
38.963
38.963
Wetenschappen
1.331
827
2.158
Associatie Universiteit Gent
26.188
40.458
66.646
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
183
127
310
Master na professionele bachelor
33
177
210
Schakelprogramma
997
1.537
2.534
Totaal
16.971
22.427
39.398
(*) Inclusief campussen buiten Oost-Vlaanderen Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, berekeningen Kenniscel Econimie
(+) De indeling van deze tabel is gewijzigd sedert de vorige editie. Het Vlaams Ministerie van Vorming en Onderwijs publiceert geen data meer over master na master, lerarenopleiding na master, doctoraatsopleidingenâ&#x20AC;Ś Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, berekeningen Kenniscentrum Economie
72
73
Tabel 14: Economische structuur op grond van de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijs, in lopende prijzen -
Toegevoegde waarde
aandeel per bedrijfstak (2018) (vervolg)
Tabel 14: Economische structuur op grond van de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijs, in lopende prijzen OostVlaanderen
aandeel per bedrijfstak (2018)
OostVlaanderen
74
Vlaams Gewest
Concentratiecoëfficiënt (*)
Vlaams Gewest
Concentratiecoëfficiënt (*)
vervoer en communicatie
5,9
6,7
0,88
uitgeverijen en audiovisuele diensten
0,4
0,6
0,67
informaticadiensten
2,1
2,5
0,84
financiële instellingen
3,0
3,3
0,91
exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening
9,6
9,3
1,03
9,3
9,8
0,95
Landbouw, jacht, bosbouw en visserij
0,6
0,7
0,86
Energetische en industrieproducten, m.i.v. bouw
27,2
25,1
1,08
winning van delfstoffen
3,0
2,5
1,20
industrie
1,0
0,5
2,00
voeding, drank en tabak
1,4
0,9
1,56
rechts- en boekhoudkundige dienstverlening, architecten en ingenieurs, technische testen
textiel en kleding, schoenen en leer
0,0
0,4
-
wetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
0,9
0,4
2,25
hout en artikelen van hout, papier en karton, uitgeverijen en drukkerijen
2,6
3,2
0,81
0,6
0,7
0,86
cokes en aardolieproducten
0,3
1,7
0,18
reclame en onderzoek; overige wetenschappelijke en technische activiteiten
4,9
5,6
0,88
chemie en synthetische producten
1,6
1,4
1,14
administratieve en ondersteunende diensten openbaar bestuur en defensie
5,0
5,0
1,00
farmaceutische grondstoffen en producten
3,1
2,2
1,41
onderwijs
7,3
6,3
1,16
rubber en kunststof, overig niet-metaal
0,5
0,5
1,00
gezondheidszorg
5,2
4,4
1,18
metallurgie en producten van metaal
0,4
0,3
1,33
informaticaproducten, elektronische en optische instrumenten
maatschappelijke dienstverlening
2,8
2,5
1,12
0,7
1,4
0,50
kunst, amusement en recreatie
0,6
0,6
1,00
elektrische apparatuur
1,6
0,9
1,78
1,0
1,0
1,00
machines, apparaten en werktuigen
0,8
1,0
0,80
overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal-culturele en persoonlijke diensten particuliere huishoudens met werknemers
0,1
0,1
1,00
transportmiddelen
1,6
0,9
1,78
Totaal
100,0
100,0
-
overige industrie
0,8
1,0
0,80
productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
1,5
1,2
1,25
distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer/sanering
1,1
0,9
1,22
bouwnijverheid
7,6
6,1
1,25
Diensten
72,1
74,1
0,97
groothandel en kleinhandel
11,7
13,4
0,87
hotels en restaurants
1,7
1,9
0,89
(*) Concentratiecoëfficiënt = Oost-Vlaams aandeel bedrijfstak tegenover Vlaams aandeel bedrijfstak Bron: NBB, berekeningen Kenniscentrum Economie
75
Zeehavens Tabel 15: Toegevoegde waarde haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018)
2018
2018/2017
2018
× 1 miljoen EUR
procentuele evolutie
aandeel directe TW (%)
Maritieme cluster Scheepsagenten en expediteurs
37,6
-10,5
0,8
Goederenbehandeling
256,8
1,9
5,8
Rederijen
4,0
-18,4
0,1
Scheepsbouw en herstelling
3,5
-14,6
0,1
Maritieme handel
0,3
0,0
0,0
Havenbedrijf
30,4
-0,3
0,7
Openbare sector
22,5
6,6
0,5
Totaal maritieme cluster
355,1
0,1
8,0 Tabel 15: Toegevoegde waarde haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018) (vervolg)
Niet-maritieme cluster
76
Handel
1.052,1
7,6
23,6
Energiebedrijven
23,6
-52,4
0,5
Brandstofproductie
108,9
-4,7
2,4
Chemische bedrijven
491,6
1,0
11,0
Totaal transport over land
81,9
-7,2
1,8
Automobielnijverheid
786,4
5,4
17,6
Andere logistieke diensten
123,0
-0,6
2,8
Elektronica
36,3
-1,6
0,8
Totaal niet-maritieme cluster
4.109,5
1,0
92,0
Metaalverwerkende nijverheid
957,0
-9,4
21,4
Directe effecten
4.464,6
0,9
100,0
Bouw
154,1
7,1
3,5
Indirecte effecten
4.026,8
-3,4
-
Voedingsnijverheid
119,9
11,7
2,7
Totaal toegevoegde waarde
8.491,4
-1,2
-
Andere industrieën
174,7
24,5
3,9
Totaal industrie
2.852,5
-0,7
63,9
Wegtransport
70,8
-3,5
1,6
Ander vervoer over land
11,1
0,0
0,2
2018
2018/2017
2018
× 1 miljoen EUR
procentuele evolutie
aandeel directe TW (%)
Bron: NBB (RUBBRECHT, Ilse en Koen BURGGRAEVE, “Economic importance of the Belgian maritime and inland ports”, Working Paper Research, NBB, juli 2020, nr. 384, 119 blz); bewerking Kenniscentrum Economie Er worden twee clusters onderscheiden: een maritieme en niet-maritieme cluster. De maritieme cluster omvat alle havengebonden bedrijfstakken die van essentieel belang zijn voor de haven (beheer en onderhoud, scheepvaart, overslag, bevrachting, loodsdienst, sluizen, goederenopslag, baggerwerken, visserij, maritieme diensten, enz.). De segmenten uit de niet-maritieme cluster hebben geen directe economische band met de havenactiviteiten, maar zijn er nauw en wederzijds van afhankelijk. Het gaat om industrie, groothandel, transport en logistiek.
77
Landbouwproducten
6.922.612
867.523
7.790.135
60,4
Voedingsproducten en veevoeder
4.562.630
589.719
5.152.349
4,4
Vaste minerale brandstoffen
5.379.988
1.680.325
7.060.313
4,4
Petroleumproducten
11.494.845
5.662.639
17.157.484
-0,1
Ertsen en metaalresiduen
6.707.476
1.501.498
8.208.974
-0,5
Producten van de metaalindustrie
3.908.465
1.579.267
5.487.732
-6,2
Ruwe mineralen en bouwmaterialen
5.311.458
709.789
6.021.247
22,7
Meststoffen
2.215.961
3.797.872
6.013.833
2,4
Chemische producten
1.673.119
1.490.163
3.163.282
Overige goederen (o.m. voertuigen, machines)
2.370.539
3.061.343
Totaal maritiem goederenverkeer
50.547.093
20.940.138
Goederencategorie
Afvoer (in ton)
2019/2018 (%)
Tabel 18: Werkgelegenheid haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018)
Totaal (in ton)
Aanvoer (in ton)
Tabel 16: Maritiem goederenverkeer North Sea Port (2019)
2018/2017
2018
absolute cijfers (aantal vte)
procentuele evolutie
aandeel directe wgl. (%)
Maritieme cluster Scheepsagenten en expediteurs
413
-0,8
1,4
Goederenbehandeling
2.282
8,8
7,9
Rederijen
4
2,6
0,0
Scheepsbouw en herstelling
46
-1,9
0,2
Maritieme handel
3
12,9
0,0
Havenbedrijf
138
-3,8
0,5
-51,2
Openbare sector
196
-8,6
0,7
5.431.882
2,7
Totaal maritieme cluster
3.082
5,4
10,7
71.487.231
1,6
Niet-maritieme cluster Handel
1.663
1,4
5,8
Energiebedrijven
198
0,7
0,7
Brandstofproductie
234
-0,6
0,8
Chemische bedrijven
2.241
3,0
7,8
Automobielnijverheid
9.505
1,6
33,1
Elektronica
262
4,8
0,9
Metaalverwerkende nijverheid
5.819
-3,5
20,3
Bron: North Sea Port
Tabel 17: Binnenvaart North Sea Port (2019)
Afvoer (in ton)
Totaal (in ton)
2019/2018 (%)
Aanvoer (in ton)
2018
Landbouwproducten
768.242
2.017.475
2.785.717
22,2
Voedingsproducten en veevoeder
1.042.556
2.544.660
3.587.216
-1,9
Vaste minerale brandstoffen
2.113.444
2.805.890
4.919.334
-1,1
Bouw
1.781
6,3
6,2
Petroleumproducten
8.423.777
12.662.149
21.085.926
13,1
Voedingsnijverheid
681
0,5
2,4
Ertsen en metaalresiduen
2.502.433
1.229.217
3.731.650
-16,4
Andere industrieĂŤn
991
1,6
3,5
Producten van de metaalindustrie
526.767
1.114.476
1.641.243
14,7
Totaal industrie
21.712
0,4
75,6
Ruwe mineralen en bouwmaterialen
4.489.855
4.119.216
8.609.071
-5,3
Wegtransport
766
0,8
2,7
Meststoffen
1.915.313
1.489.045
3.404.358
-7,8
Ander vervoer over land
166
3,6
0,6
Chemische producten
1.546.608
3.592.153
5.138.761
-28,1
Totaal transport over land
932
-0,7
3,2
Overige goederen (o.m. voertuigen, machines)
1.511.087
2.025.251
3.536.338
16,7
Andere logistieke diensten
1.318
-2,0
4,6
Totaal maritiem goederenverkeer
24.840.082
33.599.532
58.439.614
0,1
Goederencategorie
Bron: North Sea Port 78
79
Tabel 18: Werkgelegenheid haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018) (vervolg)
Tabel 19: Investeringen haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018) (vervolg)
2018
2018/2017
2018
2018
2018/2017
2018
× 1 miljoen EUR
procentuele evolutie
aandeel directe TW (%)
× 1 miljoen EUR
procentuele evolutie
aandeel directe TW (%)
Totaal niet-maritieme cluster
25.625
0,6
89,3
Metaalverwerkende nijverheid
73,1
-54,1
13,2
Directe effecten
28.707
1,6
100,0
Bouw
15,1
12,7
2,7
Indirecte effecten
34.984
-3,4
-
Voedingsnijverheid
22,1
14,5
4,0
Totaal toegevoegde waarde
63.691
-1,2
-
Andere industrieën
14,0
-15,2
2,5
Totaal industrie
369,0
2,0
66,5
Wegtransport
10,4
-1,9
1,9
Ander vervoer over land
8,6
68,6
1,6
Totaal transport over land
19,0
37,7
3,4
Andere logistieke diensten
34,1
36,9
6,1
Totaal niet-maritieme cluster
456,1
-17,4
82,2
Totale investeringen
554,7
-22,9
100,0
Bron: NBB (RUBBRECHT, Ilse en Koen BURGGRAEVE, “Economic importance of the Belgian maritime and inland ports”, Working Paper Research, NBB, juli 2020, nr. 384, 119 blz); bewerking Kenniscentrum Economie
Tabel 19: Investeringen haven van Gent, onderdeel van North Sea Port (2018)
2018
2018/2017
2018
× 1 miljoen EUR
procentuele evolutie
aandeel directe TW (%)
Maritieme cluster Scheepsagenten en expediteurs
4,0
100,0
0,7
Goederenbehandeling
72,0
-49,4
13,0
Rederijen
4,1
86,4
0,7
Scheepsbouw en herstelling
0,3
-75,0
0,1
Maritieme handel
0,0
-
0,0
Havenbedrijf
17,7
51,3
3,2
Openbare sector
0,5
-94,2
0,1
Totaal maritieme cluster
98,6
-41,3
17,8
Handel
34,0
9,0
6,1
Energiebedrijven
5,4
20,0
1,0
Brandstofproductie
3,9
6,6
0,7
Chemische bedrijven
109,3
55,9
19,7
Automobielnijverheid
120,6
-37,0
21,7
Elektronica
5,5
66,7
1,0
Bron: NBB (RUBBRECHT, Ilse en Koen BURGGRAEVE, “Economic importance of the Belgian maritime and inland ports”, Working Paper Research, NBB, juli 2020, nr. 384, 119 blz); bewerking Kenniscentrum Economie
Niet-maritieme cluster
80
81
Tabel 20: Maritiem goederenverkeer Waaslandhaven (2019) Aanvoer (in ton)
Afvoer (in ton)
Totaal (in ton)
2019/2018
Conjunctuur
ChemicaliĂŤn en gassen
4.402.670
1.043.348
5.446.018
3%
Ertsen, zand en grind
1.152.959
93.444
1.246.403
13%
Metaalproducten
1.818.803
437.434
2.256.237
-16%
Hout
150.395
2.877
153.272
2%
-30
Houtcellulose
74.167
31.978
106.145
168%
-35
Papier
485.821
17.284
503.105
-19%
Rollend materieel
1.513.769
2.253.699
3.767.468
-5%
Containers
46.624.421
56.552.126
103.176.547
4%
Diverse goederen
598.163
1.487.663
2.085.826
-2%
Totaal maritiem goederenverkeer
56.821.168
61.919.853
118.741.021
3%
Goederencategorie
Figuur 5: Conjunctuurcurve Oost-Vlaanderen 2011-2020 5 0 -5 -10 -15 -20 -25
-40 -45
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks Bron: NBB
Figuur 6: Verloop van bepaalde vraagcomponenten 2015-2019 2,5
Bron: Havenbedrijf Antwerpen (via Maatschappij Linkerscheldeoever)
Tabel 21: Evolutie van de werkgelegenheid in de Waaslandhaven (2005-2019) 2005
2019
grondgebied Beveren
7.995
13.876
grondgebied Zwijndrecht
3.895
7.134
Totaal
11.890
21.010
2,0
1,5
Bron: Maatschappij Linkerscheldeoever
1,0
0,5
0 2015-2018
2019 r
2015-2018
BelgiĂŤ Particuliere consumptie 1
2019 r
Drie voornaamste buurlanden 1 Overheidsuitgaven
Particuliere investeringen
Duitsland, Frankrijk, Nederland
Bron: NBB 82
83
Figuur 7: Ondernemersvertrouwen België 2015-2020
Tabel 22: Arbeidsaanbod en -vraag (in duizendtallen, tenzij anders vermeld)
100
verschil tegenover jaar voordien 2014
2015
2016
2017
2018
Totale bevolking
55
59
57
54
55
54
11.457
Bevolking op arbeidsleeftijd (1)
9
16
16
12
13
13
7.338
Beroepsbevolking
33
21
33
49
36
55
5.450
Binnenlandse werkgelegenheid
20
41
58
76
66
74
4.891
Loontrekkenden
14
30
46
64
53
58
4.072
Conjunctuurgevoelige bedrijfstakken (2)
0
18
28
38
37
38
2.528
Overheid en onderwijs
7
3
2
9
4
5
834
Overige diensten (3)
7
9
16
17
11
15
710
Zelfstandigen
6
10
12
12
13
16
819
Niet-werkende werkzoekenden
14
-19
-26
-28
-30
-19
476
p.m. Geharmoniseerde werkloosheidsgraad (4) (5)
8,6
8,6
7,9
7,1
6,0
5,4
-
p.m. Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraad (4) (6)
67,3
67,2
67,7
68,5
69,7
70,6
-
0
-10
-20
-30
-40
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks Bron: NBB
absoluut 2019 (7) 2019 (7)
Figuur 8: Consumentenvertrouwen België 2015-2020 15 lange-termijn lange-termijn gemiddelde gemiddelde sinds 1990 sinds 1990
5
-5 (1) Bevolking van 15 tot 64 jaar (2) Landbouw, industrie, energie en water, bouwnijverheid, handel en horeca, vervoer en communicatie, financiële activiteiten, exploitatie van en handel in onroerend goed en diensten aan ondernemingen (3) Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening; kunst, amusement en recreatie; overige diensten en huishoudens als werkgever (4) Op basis van de gegevens van de enquête naar de arbeidskrachten (5) Werkzoekenden in % van de beroepsbevolking van 15 tot 64 jaar (6) Werkenden in % van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar) (7) Raming van de NBB
-15
-25
Bron: FPB, INR, RVA, Statbel, NBB
-35
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Bron: NBB
84
85
Totaal provincies 14,8% 1.120 8.695 7.575 7.983 8.377 9.569 6.636
7.649
7.958
8.160
8.760
9.020
8.067
Waals-Brabant 12,6% 49 437 388 331 380 452 299
340
345
359
408
416
384
Namen 7,2% 25 374 349 373 407 401 305
368
379
428
374
447
404
Luxemburg 49,6% 65 196 131 147 157 199 110
120
144
161
146
172
166
Luik 12,8% 125 1.103 978 930 1.041 1.175 787
872
901
953
995
1.128
973
Henegouwen 8,2% 62 822 760 813 1.029 1.182 915
1.030
994
1.106
1.072
1.161
853
West-Vlaanderen 6,4% 56 937 881 836 863 1.011 711
879
821
832
902
1.030
809
Vlaams-Brabant 19,0% 113 709 596 598 608 660 564 513
605
586
675
632
607
Oost-Vlaanderen 17,2% 188 1.281 1.093 1.233 1.063 1.070 1.344 1.094 997 940
696 578
1.071
1.257
686 798 866
2.020
499
2008
1.860
2009
1.557
2010
749
777
790
1.280
Limburg 19,3% 129 798
Antwerpen 17,8%
2012
1.915
2013
2011
Bron: Graydon
308 2.036 2.031
2014
2.279
2015
2.154
2016
2.174
2017
669
2018
670
2019
2.038
absoluut verschil t.o.v. 2018
1.730
% verschil t.o.v. 2018
1.921
Provincies
Tabel 23: Overzicht falingen per provincie (2008-2019)
Tabel 24: Evolutie jobverlies door falingen per provincie (2017-2019)
absoluut verschil
% verschil
t.o.v. 2018
t.o.v. 2018
2017
2018
2019
Antwerpen
3.130
3.195
3.273
78
2,4%
Limburg
1.355
1.371
1.190
-181
-13,2%
Oost-Vlaanderen
2.105
1.644
2.438
794
48,3%
Vlaams-Brabant
1.120
1.056
1.026
-30
-2,8%
West-Vlaanderen
1.615
1.155
2.081
926
80,2%
Henegouwen
2.664
1.903
2.514
611
32,1%
Luik
1.808
1.632
1.912
280
17,2%
Luxemburg
239
235
352
117
49,8%
Namen
872
555
796
241
43,4%
Waals-Brabant
1.330
891
1.281
390
43,8%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
5.059
5.211
4.617
-594
-11,4%
BelgiĂŤ
21.297
18.848
21.480
2.632
14,0%
Bron: Graydon, berekeningen Kenniscentrum Economie
86
87
88
2016 213 1 25 245 42 117 66 20 25 167 2 4 22 15 1 17 7 2 1 7 2
2016 1 11 0 2 0 2 1 5 0 6 7 3 0 0 4 2 0 14 181 1.233
bedrijfstakken Horeca Reparatie van computers en consumentenartikelen Overige persoonlijke diensten Bouw Transport Kleinhandel Groothandel Handelsbemiddeling Garagehouders en aanverwante sectoren Dienstverlening aan bedrijven Verzekeringen en vermogensbeheer Sport en recreatie Immo Land- en bosbouw Visserij en aquacultuur Voedingsindustrie en -nijverheid Textiel en lederindustrie Houtindustrie Papierindustrie Drukkerijen, uitgeverijen en media Chemische en kunststofindustrie
bedrijfstakken Bouwmaterialenindustrie Metaalindustrie Elektrotechniek, elektronica en computers Machinebouw Bouw van vervoerstuigen en componenten Meubelindustrie Andere industrie Reparatie en onderhoud Energieproductie Water- en afvalbehandeling, sanering Vrije beroepen - totaal Medische beroepen Juridische beroepen Economische beroepen Bouwtechnische beroepen Overheid en onderwijs Verenigingen ( vakverenigingen, religieuze organisaties, â&#x20AC;Ś) Andere Onbekende activiteit (geen nace code) Totaal
1.280
195
15
0
1
11
1
4
2
18
0
0
4
2
5
0
2
0
7
2
2017
1
6
1
3
3
19
0
5
15
13
3
170
26
37
50
115
58
230
29
6
239
2017
1
9
0
0
4
12
0
8
13
7
1
163
44
28
42
88
63
215
32
3
211
2019
1.093
172
9
0
5
7
5
2
0
14
1
2
4
2
2
0
0
2
12
2
2018
1.281
261
8
0
5
19
3
0
4
26
8
1
5
1
2
4
2
2
10
2
2019
Aantal faillissementen
0
5
0
3
2
10
0
13
11
9
2
132
19
23
47
111
57
192
22
3
205
2018
Aantal faillissementen
188
89
-1
0
0
12
-2
-2
4
12
7
-1
1
-1
0
4
2
0
-2
0
2018
absoluut verschil t.o.v.
1
4
0
-3
2
2
0
-5
2
-2
-1
31
25
5
-5
-23
6
23
10
0
6
2018
absoluut verschil t.o.v.
17,2%
51,7%
-11,1%
0,0%
0,0%
171,4%
-40,0%
-100,0%
85,7%
700,0%
-50,0%
25,0%
-50,0%
0,0%
0,0%
-16,7%
0,0%
2018
% verschil t.o.v.
80,0%
0,0%
-100,0%
100,0%
20,0%
0,0%
-38,5%
18,2%
-22,2%
-50,0%
23,5%
131,6%
21,7%
-10,6%
-20,7%
10,5%
12,0%
45,5%
0,0%
2,9%
2018
% verschil t.o.v.
2.557
4
9
0
0
1
0
0
4
5
0
0
3
0
20
0
3
0
57
0
2016
0
9
21
0
52
109
0
7
165
2
0
340
26
99
199
200
56
680
114
0
377
2016
2.105
30
8
0
0
5
0
0
3
8
0
0
5
0
44
0
2
0
32
3
2017
0
16
2
13
17
41
0
7
8
4
2
404
41
22
52
107
87
725
45
14
366
2017
0
233
0
0
25
61
0
8
6
2
0
312
35
19
108
111
116
339
29
2
296
2019
1.644
39
2
0
13
4
6
2
0
12
0
0
4
18
9
0
0
1
21
2
2018
2.438
21
638
0
4
27
5
0
2
34
7
0
0
1
2
7
8
2
8
2
2019
Potentieel jobverlies
0
15
0
0
0
76
0
9
11
18
2
152
17
18
108
171
115
486
17
0
308
2018
Potentieel jobverlies
794
-18
636
0
-9
23
-1
-2
2
22
7
0
-4
-17
-7
7
8
1
-13
0
2018
absoluut verschil t.o.v.
0
218
0
0
25
-15
0
-1
-5
-16
-2
160
18
1
0
-60
1
-147
12
2
-12
2018
absoluut verschil t.o.v.
48,3%
-46,2%
31800,0%
-69,2%
575,0%
-16,7%
183,3%
-100,0%
-94,4%
-77,8%
100,0%
-61,9%
0,0%
t.o.v. 2018
% verschil
1453,3%
-19,7%
-11,1%
-45,5%
-88,9%
105,3%
105,9%
5,6%
0,0%
-35,1%
0,9%
-30,2%
70,6%
-3,9%
t.o.v. 2018
% verschil
Tabel 25: Evolutie faillissementen en jobverlies naar sectoren, Oost-Vlaanderen (2016-2019) Tabel 25: Evolutie faillissementen en jobverlies naar sectoren, Oost-Vlaanderen (2016-2019) (vervolg)
Bron: Graydon, berekeningen Kenniscentrum Economie 89
Bijlages ‘Alles is verbonden’
Bijlage 2 Conversietabel van de A64-indeling (64 sectoren) naar de A38-indeling (38 sectoren) (vervolg) 80-82
Bijlage 2 Conversietabel van de A64-indeling (64 sectoren) naar de A38-indeling (38 sectoren) A64 NACE
84
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
85
Onderwijs
86
Menselijke gezondheidszorg
87-88
Maatschappelijke dienstverlening met en zonder huisvesting
90-92
Creatieve activiteiten, kunst en amusement; bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten; loterijen en kansspelen
01
Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze activiteiten
93
Sport, ontspanning en recreatie
02
Bosbouw en de exploitatie van bossen
94
Verenigingen
03
Visserij en aquacultuur
95
Reparatie van computers en consumentenartikelen
05-09
Mijnbouw en ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
96
Overige persoonlijke diensten
10-12
Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten
97
Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel
13-15
Vervaardiging van textiel, kleding, leer en producten van leer
16
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
17
Vervaardiging van papier en papierwaren
18
Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
19
Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten
20
Vervaardiging van chemische producten
21
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
22
Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
23
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
24
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
25
Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten
26
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
27
Vervaardiging van elektrische apparatuur
28
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
29
Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers
30
Vervaardiging van andere transportmiddelen
31-32
Vervaardiging van meubelen; overige industrie
33
Reparatie en installatie van machines en apparaten
35
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
36
Winning, behandeling en distributie van water
37-39
Afvalwaterafvoer; inzameling, verwerking en verwijdering van afval; terugwinning; sanering en ander afvalbeheer
41-43
Bouwnijverheid
45
Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen
46
Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen
47
Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen
49
Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
50
Vervoer over water
51
Luchtvaart
52
Opslag en vervoerondersteunende activiteiten
53
Posterijen en koeriers
55-56 58 59-60 61 62-63
Verschaffen van accommodatie; eet- en drinkgelegenheden Uitgeverijen Productie van films en video- en televisieprogramma's, maken van geluidsopnamen en uitgeverijen van muziekopnamen; programmeren en uitzenden van radio- en televisieprogramma's Telecommunicatie Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's, computerconsultancy-activiteiten en aanverwante activiteiten; dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie
64
Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen
65
Verzekeringen, herverzekeringen en pensioenfondsen, exclusief verplichte sociale verzekeringen
66
Ondersteunende activiteiten voor verzekeringen en pensioenfondsen
68
Exploitatie van en handel in onroerend goed (excl. toegerekende woninghuur)
68a 69-70
Toegerekende woninghuur (eigenaars) (§)
A38 A38-code
NACE (*)
Omschrijving
01+02+03
AA
Landbouw, bosbouw en visserij
(05-09)
BB
Winning van delfstoffen
(10-12)
CA
Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten
(13-15)
CB
Vervaardiging van textiel, kleding, leer en producten van leer
16+17+18
CC
Houtindustrie, vervaardiging van papier en papierwaren, drukkerijen
19
CD
Vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten
20
CE
Vervaardiging van chemische producten
21
CF
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
22+23
CG
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof en van anderen niet-metaalhoudende minerale producten
24+25
CH
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal, exclusief machines en apparaten
26
CI
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
27
CJ
Vervaardiging van elektrische apparatuur
28
CK
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen n.e.g.
29+30
CL
Vervaardiging van transportmiddelen
(31-32)+33
CM
Vervaardiging van meubelen en overige industrie, reparatie en installatie van machines en apparaten
35
DD
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
36+(37-39)
EE
Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
(41-43)
FF
Bouwnijverheid
45+46+47
GG
Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen
49+50+51+52+53
HH
Vervoer en opslag
(55-56)
II
58+(59-60)
JA
Verschaffen van accommodatie en maaltijden Uitgeverijen, audiovisuele diensten en uitzendingen
61
JB
Telecommunicatie
(62-63)
JC
Informaticadiensten en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatie
64+65+66
KK
Financiële activiteiten en verzekeringen
68
LL
Exploitatie van en handel in onroerend goed
(69-70)+71
MA
Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen
72
MB
Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied
73+(74-75)
MC
Reclamewezen en marktonderzoek; overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten
77+78+79+(80-82)
NN
Administratieve en ondersteunende diensten
84
OO
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
85
PP
Onderwijs
86
QA
Menselijke gezondheidszorg
(87-88)
QB
Maatschappelijke dienstverlening
(90-92)+93
RR
Kunst, amusement en recreatie
94+95+96
SS
Overige diensten
97
TT
Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening; activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer
71
Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen
72
Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied
73
Reclamewezen en marktonderzoek
74-75
90
Omschrijving
Beveiligings- en opsporingsdiensten; diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging; administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten
Overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten; veterinaire diensten
77
Verhuur en lease
78
Terbeschikkingstelling van personeel
79
Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten
91
CH
CI
CJ
CK
CL
CM
DD
EE
FF
GG
HH
II
JA
JB
JC
KK
LL
MA
MB
MC
NN
OO
PP
QA
QB
RR
SS
TT
P.31/ S14
P.31/ S15
P3./S13
P.51
P.52 +P.53
P.6/ S21i
P.6/ S21x
P.6/S22 Totaal gebruik basisprijzen
CG
Uitvoer niet-EU
CF
Uitvoer EU niet-eurozone
CE
Uitvoer eurozone
CD
Voorraadwijzigingen en saldo aan- en verkoop kostbaarheden
CC
Investeringen
CB
Consumptie overheid
CA
Consumptie IZW's
BB
Totaal
AA
Consumptie huishoudens
Tabel C.1 Geregionaliseerde input-output tabel Oost-Vlaanderen (2015, miljoen EUR, lopende prijzen) (*)
AA
Landbouw, bosbouw en visserij
695
0
8.111
5
46
0
116
1
14
1
0
0
0
0
8
9
4
42
169
7
267
0
0
1
0
1
4
0
1
80
9
0
16
52
2
12
0
9.673
333
0
0
10
16
378
48
48
10.507
BB
Winning van delfstoffen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
84
10
1.066
1.177
CA
Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten
1.998
0
6.202
8
34
0
585
3
30
40
8
7
3
6
27
25
46
115
754
133
437
4
2
4
6
17
138
3
4
12
33
48
375
250
15
7
0
11.379
1.823
0
5
29
44
1.974
459
512
16.225
CB
Vervaardiging van textiel, kleding, leer en producten van leer
2
0
5
736
9
0
6
1
7
3
0
0
1
16
25
0
1
31
21
2
4
0
1
0
0
1
2
0
2
6
5
0
8
2
1
5
0
904
596
0
1
8
5
493
172
137
2.315
CC
Houtindustrie, vervaardiging van papier en papierwaren, drukkerijen
3
0
782
15
1.553
0
23
9
262
80
1
31
7
23
43
17
2
1.087
134
30
7
67
2
2
12
11
23
3
20
34
32
7
15
3
3
13
0
4.353
82
0
1
12
40
452
109
96
5.146
CD
Vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
432
0
1
12
22
1.239
252
819
2.778
CE
Vervaardiging van chemische producten
373
0
508
195
338
0
6.014
42
1.457
300
31
84
8
59
176
132
60
309
650
111
63
4
2
26
9
47
158
25
53
163
11
25
345
36
17
98
0
11.928
193
0
7
43
13
2.500
585
1.067
16.338
CF
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten
8
0
18
0
1
0
14
786
1
1
0
0
1
0
1
0
1
4
19
3
2
4
6
2
3
0
7
6
15
6
3
21
278
6
1
1
0
1.221
162
0
175
225
9
647
156
871
3.467
CG
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof en van anderen nietmetaalhoudende minerale producten
28
0
568
20
162
0
377
14
928
193
31
66
19
276
237
3
50
2.891
666
74
92
1
1
9
2
151
45
4
17
214
9
4
43
16
5
7
0
7.225
97
0
6
44
21
816
221
218
8.648
CH
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal, exclusief machines en apparaten
7
0
236
17
74
0
515
2
372
6.768
188
458
143
443
73
47
28
2.463
67
13
8
1
3
2
4
15
11
15
2
15
24
2
59
15
2
3
0
12.095
51
0
15
408
40
1.765
402
523
15.300
CI
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten
11
0
8
1
7
0
42
4
6
21
546
86
16
205
74
7
13
105
305
28
5
1
42
185
15
5
48
6
5
21
10
8
28
5
7
35
0
1.910
104
0
4
563
5
461
125
218
3.389
CJ
Vervaardiging van elektrische apparatuur
9
0
8
1
5
0
26
1
5
33
84
287
40
169
337
3
6
607
145
14
5
0
5
17
0
18
24
2
2
11
3
1
5
2
3
1
0
1.878
134
0
2
211
8
279
90
155
2.756
CK
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen n.e.g.
52
0
10
1
5
0
78
1
6
47
12
2
1.292
133
165
3
10
251
140
58
7
3
1
8
10
8
31
16
2
25
29
1
23
2
3
8
0
2.443
29
0
4
693
12
708
249
570
4.710
CL
Vervaardiging van transportmiddelen
1
0
9
1
3
0
2
2
7
46
1
7
5
4.862
34
0
2
79
48
37
1
1
1
2
1
0
5
6
1
22
12
0
3
0
0
1
0
5.199
518
0
7
940
19
1.703
862
673
9.922
CM
Vervaardiging van meubelen en overige industrie, reparatie en installatie van machines en apparaten
89
0
83
11
70
0
75
7
76
146
28
14
95
74
282
51
113
207
291
473
43
3
9
17
2
16
114
20
30
130
134
22
452
57
83
44
0
3.359
378
0
27
293
8
566
152
780
5.563
DD
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
157
0
271
21
89
0
740
7
191
393
15
19
8
33
44
1.284
109
76
449
338
150
3
12
97
24
97
149
10
23
70
20
73
106
135
67
80
0
5.359
676
0
22
8
0
451
67
30
6.612
EE
Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
12
0
51
5
160
0
115
3
90
1.262
8
3
2
107
111
19
2.391
154
209
77
62
1
1
11
3
45
50
12
14
110
63
14
41
28
18
62
0
5.313
935
0
96
18
0
607
77
100
7.147
FF
Bouwnijverheid
118
0
87
6
41
0
205
21
75
270
9
18
5
37
290
794
225
14.212
662
490
17
6
8
13
8
845
412
22
3
216
46
147
134
116
12
30
0
19.599
40
0
1
4.229
1
224
99
192
24.385
GG
Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen
539
0
1.110
74
200
0
796
38
396
503
141
109
464
212
377
63
190
1.571
3.704
791
796
19
36
150
49
150
608
19
205
896
399
112
772
127
96
184
0
15.896
4.023
0
225
676
60
1.652
504
790
23.825
HH
Vervoer en opslag
63
0
668
33
177
0
572
26
398
398
22
44
204
95
151
300
166
356
5.363
12.432
53
40
22
175
67
37
624
19
147
1.016
923
151
192
108
127
249
0
25.421
417
0
885
26
0
1.453
362
827
29.391
II
Verschaffen van accommodatie en maaltijden
4
0
17
2
4
0
21
2
14
13
6
5
24
6
11
7
4
36
297
398
50
17
2
69
68
13
203
9
17
744
156
165
208
51
117
193
0
2.953
1.350
0
0
0
0
133
16
27
4.479
JA
Uitgeverijen, audiovisuele diensten en uitzendingen
1
0
48
3
8
0
13
5
8
11
2
5
6
4
12
3
2
21
361
32
19
814
159
51
120
8
58
1
489
94
36
41
8
7
35
27
0
2.514
226
0
63
159
1
134
26
28
3.151
JB
Telecommunicatie
0
0
3
0
1
0
8
2
4
5
1
1
4
1
3
7
5
20
91
38
14
37
1.839
89
615
12
79
1
7
33
60
14
35
12
11
15
0
3.069
511
0
1
15
0
167
70
166
3.999
JC
Informaticadiensten en dienstverlenende activiteiten op gebied van informatie
5
0
20
2
6
0
59
7
10
33
16
5
30
17
15
68
8
36
395
182
18
10
77
1.933
180
7
701
11
102
339
383
20
144
9
61
50
0
4.958
20
0
10
479
0
296
149
46
5.958
KK
FinanciĂŤle activiteiten en verzekeringen
68
0
136
7
30
0
144
24
51
72
10
12
66
25
39
215
66
254
630
305
114
57
276
122
6.673
533
898
6
54
298
453
32
168
49
40
63
0
11.992
1.560
0
3
39
0
555
232
510
14.891
LL
Exploitatie van en handel in onroerend goed
11
0
55
4
13
0
16
1
17
27
4
4
30
19
34
15
39
333
1.515
601
477
6
13
108
80
867
764
14
76
298
493
175
252
136
145
230
0
6.872
1.253
0
8
29
0
14
7
7
8.190
MA
Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen
90
0
393
36
91
0
737
250
256
432
65
43
280
91
255
386
272
906
6.222
1.417
548
52
28
902
555
397
8.600
73
713
1.702
1.513
189
593
133
534
854
0
29.607
97
0
18
517
1
1.200
457
994
32.891
MB
Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied
0
0
3
0
1
0
3
254
2
4
0
0
0
0
0
3
0
11
3
1
1
1
0
1
2
0
5
213
1
2
1
0
7
0
0
1
0
523
1
1
34
657
0
30
21
29
1.294
CH
CI
CJ
CK
CL
CM
DD
EE
FF
GG
HH
II
JA
JB
JC
KK
LL
MA
MB
MC
NN
OO
PP
QA
QB
RR
SS
TT
P.31/ S14
P.31/ S15
P3./S13
P.51
P.52 +P.53
P.6/ S21i
P.6/ S21x
P.6/S22 Totaal gebruik basisprijzen
CG
Uitvoer niet-EU
CF
Uitvoer EU niet-eurozone
CE
Uitvoer eurozone
CD
Voorraadwijzigingen en saldo aan- en verkoop kostbaarheden
CC
Investeringen
CB
Consumptie overheid
CA
Consumptie IZW's
BB
Totaal
AA
Consumptie huishoudens
Tabel C.1 Geregionaliseerde input-output tabel Oost-Vlaanderen (2015, miljoen EUR, lopende prijzen) (*) (vervolg)
MC
Reclamewezen en marktonderzoek; overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten
145
0
124
4
7
0
25
109
21
11
4
11
26
6
12
15
12
50
956
49
36
27
5
83
73
27
317
6
1.330
182
182
96
17
4
97
49
0
4.120
50
0
1
8
0
178
46
268
4.671
NN
Administratieve en ondersteunende diensten
135
0
385
26
53
0
295
242
173
168
40
43
209
85
133
37
100
726
2.243
1.603
529
60
64
461
146
337
1.754
48
169
2.240
371
169
522
99
151
222
0
14.040
818
3
5
83
0
292
98
156
15.494
OO
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
3
0
11
0
7
0
4
1
4
4
1
1
3
2
4
10
4
17
126
47
29
24
3
47
103
25
74
4
15
44
41
12
28
7
41
19
0
764
393
22
3.811
85
0
21
148
16
5.261
PP
Onderwijs
0
0
4
0
1
0
6
8
4
4
1
1
4
2
6
3
3
11
43
19
4
1
1
46
14
5
76
18
5
31
4
478
9
11
16
12
0
850
144
42
2.973
269
0
43
35
40
4.395
QA
Menselijke gezondheidszorg
0
0
1
0
0
0
2
0
1
2
1
0
0
1
2
1
1
6
7
9
2
0
0
19
1
0
14
1
1
8
7
0
2.015
49
1
6
0
2.158
1.042
14
2.832
11
0
3
2
1
6.063
QB
Maatschappelijke dienstverlening
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
1
0
0
0
4
0
0
2
0
3
1
0
1
7
0
0
1
0
26
536
220
708
2
0
1
0
0
1.493
RR
Kunst, amusement en recreatie
5
0
14
1
1
0
5
1
3
4
0
1
2
2
5
3
3
17
95
25
61
16
3
14
7
3
22
1
29
38
97
23
43
6
386
16
0
953
328
28
127
26
0
23
8
29
1.522
SS
Overige diensten
4
0
25
1
4
0
24
6
10
39
1
2
7
8
10
21
15
26
190
75
59
4
4
42
49
12
227
2
42
90
30
69
243
40
45
773
0
2.198
540
212
2
7
0
30
8
14
3.011
TT
Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
52
0
0
0
0
0
0
0
52
Totaal (basisprijzen)
4.637
0
19.973
1.236
3.201
0
11.664
1.880
4.900
11.332
1.279
1.372
3.005
7.020
2.994
3.552
3.948
27.031
26.974
19.913
3.980
1.281
2.629
4.708
8.901
3.712
16.249
594
3.599
9.189
5.591
2.124
7.194
1.575
2.143
3.372
0
232.753
29.720
784
13.538
14.093
547
32.930
9.874
18.045
352.283
D.211
Btw
22
0
4
0
0
0
1
0
1
1
0
0
1
1
1
0
1
51
13
35
8
2
0
2
120
50
96
0
0
37
106
64
178
41
6
46
0
1.272
1.997
0
29
481
0
0
0
0
3.780
D.21*-D.31
Productgebonden belastingen (excl. btw) minus subsidies
11
1
15
8
4
7
15
2
9
6
1
1
2
7
4
4
6
41
38
62
55
0
0
3
28
10
34
0
2
34
0
4
24
0
4
6
0
705
927
0
17
462
0
22
10
2
2.144
Totaal (aankoopprijzen)
4.669
1
19.993
1.245
3.206
7
11.680
1.882
4.910
11.339
1.280
1.373
3.008
7.028
2.999
3.556
3.955
27.123
27.025
20.010
4.043
1.284
2.630
4.713
9.050
3.772
16.379
595
3.602
9.259
5.698
2.192
7.396
1.617
2.153
3.424
0
234.730
32.644
784
13.584
15.037
546
32.952
9.884
18.047
358.207
D.1
Beloning werknemers
69
18
584
121
234
83
513
273
374
566
99
127
241
288
266
244
247
1.270
3.221
1.615
511
192
225
560
1.219
122
1.109
111
135
1.630
3.160
2.852
1.470
1.218
171
410
52
37.346
D.29
Niet-productgebonden belastingen op productie
7
1
14
3
7
0
17
2
11
16
1
2
2
3
4
36
13
22
83
30
22
3
6
7
233
193
18
1
6
19
0
2
6
6
25
25
0
1.348
D.39
Niet-productgebonden subsidies
75
0
26
8
21
3
28
12
18
34
16
10
11
21
7
4
25
37
100
68
18
10
3
18
5
29
49
42
5
263
76
51
91
255
39
63
0
2.349
B.2n+B3.n
Exploitatieoverschot en gemengd inkomen (netto)
223
-1
214
15
35
137
397
75
26
45
-16
7
120
-9
57
200
43
770
1.487
198
196
61
192
170
1.104
1.259
2.539
6
101
338
7
21
522
40
88
129
0
17.263
B.1n
Toegevoegde waarde (netto)
224
18
786
131
255
217
899
338
392
593
68
125
353
261
319
476
278
2.026
4.692
1.775
711
246
421
719
2.551
1.544
3.616
76
238
1.723
3.090
2.823
1.907
1.009
245
502
52
53.608
P.51c
Verbruik vaste activa
128
10
202
51
95
48
234
375
158
186
94
47
83
138
57
257
165
348
793
853
142
116
212
170
363
241
451
56
68
440
401
357
283
80
63
78
0
11.996
B.1g
Toegevoegde waarde (bruto)
352
27
989
182
350
265
1.133
713
550
779
162
173
436
399
376
733
443
2.373
5.484
2.628
852
363
632
889
2.914
1.785
4.068
133
306
2.163
3.491
3.180
2.190
1.088
308
580
52
65.604
P.1
Output (basisprijzen)
1.599
111
7.039
796
2.020
3.681
4.812
2.702
2.390
6.042
539
617
1.530
3.477
1.595
1.828
1.983
10.691
15.783
10.384
2.560
1.352
1.651
2.240
8.203
3.144
10.540
397
1.762
5.583
5.441
3.949
5.095
1.646
1.038
1.757
52
211.540
P.7/S21i
Invoer eurozone
697
1.460
1.984
604
479
836
2.026
600
821
1.244
872
531
1.006
1.965
717
639
417
222
251
1.424
133
366
120
198
507
9
1.151
176
307
515
6
2
1
0
24
37
0
33.264
P.7/S21x
Invoer EU niet-eurozone
45
86
183
99
74
210
347
52
163
270
226
89
334
964
118
109
14
41
38
395
25
60
53
88
117
1
560
70
129
102
3
0
0
0
8
14
0
8.158
P.7/S22
Invoer niet-EU
266
1.293
282
386
109
495
872
377
228
566
394
210
426
858
992
159
154
38
71
547
21
63
152
98
157
12
547
530
122
197
0
1
1
0
18
29
0
15.593
Totaal aanbod basisprijzen
2.606
2.950
9.488
1.885
2.682
5.223
8.057
3.732
3.602
8.121
2.030
1.447
3.297
7.264
3.423
2.734
2.567
10.992
16.144
12.750
2.739
1.840
1.976
2.625
8.984
3.165
12.799
1.174
2.319
6.396
5.451
3.953
5.097
1.646
1.087
1.836
52
268.555
Bijkomende data
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Arbeidsvolume (miljoenen uren)
18
0
18
4
8
1
9
5
10
15
2
3
6
7
9
4
6
57
115
47
29
5
5
14
23
5
113
2
9
71
84
57
55
42
9
22
6
1.381
Investeringen
136
7
239
31
67
95
231
687
108
145
61
32
74
81
45
242
160
464
812
827
129
129
215
207
377
1.326
506
114
54
603
426
385
340
97
98
72
0
13.840
P.51
(*) Opgelet: alle getallen zijn afgerond. In het rekenmodel wordt gewerkt met getallen die tot 13 cijfers na de komma tellen. Bron: Federaal Planbureau, NBB, bewerking Kenniscel Economie
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31-32
33
35
36
37-39 41-43
45
46
47
49
50
51
52
53
55-56
58
59-60
61
62-63
64
65
66
68_
68a
69-70
71
72
73
74-75
77
78
79
80-82
84
85
86
87-88 90-92
93
94
95
96
P.31/ S14
97
01
1027
52
0
2
8420
42
0
1
0
1
148
6
14
1
4
1
0
0
0
1
0
0
0
12
1
5
44
0
203
33
8
0
0
3
0
359
0
0
1
1
1
0
0
1
0
5
1
1
0
0
0
0
0
111
21
1
21
72
1
2
17
0
4
0 10650
02
7
0
0
0
1
0
278
92
0
0
6
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
12
0
0
0
0
2
0
22
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
20
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
P.31/ S15 P3./S13
P.51
P.52+ P.53
P.6/ S21i
P.6/ S21x
P.6/ S22 Totaal gebruik basisprijzen
19
Uitvoer niet-EU
18
Uitvoer EU niet-eurozone
17
Uitvoer eurozone
16
Voorraadwijzigingen en saldo aan- en verkoop kostbaarheden
13-15
Consumptie overheid
05-09 10-12
Consumptie IZW's
03
Consumptie huishoudens
02
Totaal
01
Investeringen
Bijlage 1 Input-outputtabel BelgiĂŤ (2015, miljoen EUR, lopende prijzen) (*)
2418
0
2
78
137
2909
380
352
16925
447
87
0
0
2
-12
98
9
33
663
03
0
0
0
0
34
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
0
0
0
0
0
0
108
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
149
206
0
0
0
2
70
3
3
433
05-09
3
0
0
35
58
2
0
8
0 10744
612
2
1
325
1110
1
0
18
0
0
0
414
0
45
0
0
327
0
386
1
1
0
0
1
0
1
0
1
1
1
0
0
0
12
18
0
0
0
0
0
1
0
0
12
11
0
2
0
0
0
2
0
0
0
14159
2
0
2
3
131
685
83
8666
23732
10-12
2081
2
0
1
9696
27
11
48
12
110
721
25
23
19
32
40
11
9
21
11
2
16
11
30
2
51
171
28
689
69
29
1
2
102
2
3549
9
20
19
32
30
5
17
19
9
119
28
6
20
16
21
7
3
66
269
53
452
292
33
87
22
2
34
0
19343
14825
0
42
232
356
16047
3731
4164
58740
13-15
9
0
7
1
38
1150
1
64
5
3
52
6
42
15
8
13
3
3
7
131
2
179
23
0
1
6
251
40
104
25
5
0
1
8
1
33
1
1
4
3
1
0
1
10
4
7
13
2
3
11
6
1
0
39
37
4
67
20
1
7
0
5
39
0
2525
4844
0
8
62
42
4009
1396
1112
13999
16
11
0
0
3
92
3
665
36
5
5
43
1
17
45
18
28
2
9
41
9
4
254
6
139
0
4
1154
7
72
3
16
0
0
11
0
3
0
1
1
2
1
0
1
75
149
15
6
1
1
4
3
0
0
32
8
1
3
1
0
0
2
2
21
0
3035
178
0
1
39
240
1174
231
202
5100
17
9
0
0
0
727
26
68
753
654
5
118
59
124
75
36
19
7
20
10
18
1
71
3
2
1
8
37
20
332
87
15
0
1
183
2
42
130
1
3
4
20
3
12
11
2
34
15
2
7
6
4
2
2
111
70
12
104
13
4
4
9
0
8
0
4126
399
0
5
37
52
1983
500
421
7523
18
2
0
0
0
98
9
7
9
232
1
22
10
5
7
3
4
2
3
3
3
0
11
1
0
0
0
27
78
191
297
3
0
0
11
3
15
370
38
11
10
29
1
28
4
0
109
5
1
129
16
10
1
4
105
185
44
13
8
9
10
49
2
12
0
2266
94
0
0
21
34
519
155
157
3248
19
249
68
20
25
123
44
27
74
12
6628
2949
30
173
185
135
57
8
25
33
26
3
88
22
31
8
67
453
121
582
101
583
212
854
298
19
82
10
10
18
62
86
14
54
48
2
202
123
7
21
13
167
12
5
130
294
44
184
61
16
10
20
4
30
0 16065
3513
0
8
101
180
10077
2051
6659
38654
20
478
15
1
26
1009
859
205
524
164
2205
9403
338
2200
369
486
197
51
148
67
146
10
207
26
201
36
51
586
109
677
74
24
4
12
103
1
75
21
10
13
32
54
9
13
64
43
162
53
59
23
37
29
10
4
160
89
35
528
54
6
13
17
3
88
0
22716
1571
0
60
353
108 20329
4756
8677
58569
21
83
0
0
1
264
4
2
5
3
12
166
1229
12
7
9
9
2
2
4
3
1
4
4
3
0
6
57
6
165
20
9
4
8
7
1
20
4
18
24
20
11
2
3
3
1
24
43
108
2
129
36
1
1
19
21
220
3180
66
4
2
3
0
4
0
6083
1318
0
1422
1829
75
5261
1269
7081
24340
22
19
0
0
6
824
71
46
184
137
42
466
56
523
110
121
110
35
78
149
499
26
190
40
1
3
49
1308
225
230
31
38
1
1
37
1
78
5
3
5
6
5
1
3
46
88
24
12
8
2
3
8
1
1
72
58
4
47
19
1
3
2
11
31
0
6201
608
0
34
243
93
4317
1362
1371
14229
78
2317
437
397
9612
210 10990
2513
3033
30028
23
13
0
0
12
176
8
8
3
3
5
57
56
43
775
127
32
11
26
9
121
0
46
2
4
1
12
3554
166
122
8
5
0
0
2
1
18
1
1
2
4
2
0
1
137
278
4
13
1
1
11
3
0
0
151
12
1
12
2
1
1
0
0
9
0
6075
179
0
11
118
24
6
3
0
2
34
10
17
13
3
20
292
8
115
177
6702
1954
117
461
772
235
28
122
55
28
13
142
1082
48
160
13
8
1
0
9
3
14
1
1
3
7
5
1
2
25
37
10
6
7
1
1
3
1
0
22
27
3
16
4
1
1
2
0
2
0
12853
145
0
112
171
25
40
4
4
11
287
41
43
39
20
49
261
10
50
108
554
1372
96
93
390
488
53
98
322
22
31
39
2125
143
139
41
49
14
0
18
5
53
1
4
23
10
15
1
6
93
55
32
40
17
4
10
16
0
0
84
165
11
46
12
9
7
2
7
13
0
7794
273
0
11
3145
118
3359
758
1219
16677
26
13
1
0
1
14
4
6
8
3
12
63
30
4
6
22
23
854
144
129
498
16
5
88
9
5
13
189
178
185
19
15
6
1
10
2
6
1
6
338
211
54
10
54
6
1
27
35
13
2
3
8
1
1
15
78
10
41
7
4
3
2
32
3
0
3547
844
0
31
4575
37
3745
1017
1776
15572
27
9
0
1
1
13
5
2
4
6
8
36
6
3
4
29
37
123
448
326
393
4
93
302
4
2
5
1020
80
84
7
9
2
0
3
1
6
0
2
40
18
2
0
1
22
23
8
22
3
1
2
4
0
0
8
23
2
7
2
2
1
1
2
2
0
3275
1089
0
16
1715
67
2267
733
1256
10418
28
35
79
2
5
35
8
6
14
4
32
206
8
9
10
50
130
33
7
2020
585
8
13
355
8
4
20
803
97
187
28
28
4
0
91
4
13
1
2
9
17
7
2
2
18
35
45
27
65
2
3
20
1
0
31
43
3
60
4
3
2
7
1
6
0
5358
234
0
35
5638
94
5760
2028
4636
23781
29
3
0
0
0
9
1
1
1
1
3
12
11
2
4
20
24
3
6
31
7062
16
2
10
2
0
10
73
345
23
11
131
2
2
25
2
5
1
3
6
11
5
1
2
3
2
17
5
7
2
1
164
1
0
10
20
2
22
2
1
1
7
0
2
0
8153
3748
0
31
6685
138
12854
6736
4567
42913
30
1
0
2
0
2
0
0
0
0
1
3
2
0
1
5
12
1
1
6
9
514
1
261
1
1
4
15
1
12
1
63
0
69
7
0
1
0
0
0
3
2
0
0
1
0
2
14
3
0
2
0
0
0
1
77
0
2
0
2
0
0
0
0
0
1110
466
0
27
960
13
992
274
903
4744
31-32
6
0
0
1
24
8
3
3
3
4
39
27
13
37
28
28
21
4
15
128
4
158
14
1
0
4
265
11
99
24
27
0
0
18
0
13
3
0
2
4
4
1
1
7
6
9
7
5
2
27
5
0
0
23
22
8
712
64
2
48
1
1
21
0
2019
2941
0
219
1804
64
4191
1114
6146
18500
33
120
7
5
14
170
47
66
109
35
25
99
27
45
63
236
100
33
26
89
49
50
39
230
91
46
144
198
25
180
117
154
62
360
91
13
47
4
15
73
20
7
0
4
18
1
121
45
51
0
10
67
0
2
94
118
28
105
36
27
33
7
1
27
0
4129
129
0
4
581
1
406
124
194
5569
35
213
0
0
32
551
95
67
108
66
201
1186
54
101
244
818
99
25
34
62
72
17
43
16
2007
39
123
148
59
137
414
267
0
2
168
14
182
8
16
97
119
108
9
81
135
0
158
49
25
12
14
12
8
1
68
164
104
166
204
28
50
19
2
70
0
9392
5496
0
177
62
0
3664
546
247
19585
36
7
0
0
0
32
4
3
2
2
14
28
4
5
7
76
8
1
1
2
4
1
2
2
5
478
87
15
4
21
15
12
0
0
13
1
29
1
1
1
5
7
1
3
46
0
9
5
2
1
4
2
1
0
7
251
11
40
30
3
12
8
0
6
0
1339
1201
0
0
10
0
18
5
4
2576
37-39
8
2
1
7
77
20
160
281
7
36
164
24
82
77
2443
562
13
5
17
13
287
6
148
26
517
2656
298
9
205
42
24
5
2
37
14
49
2
4
5
9
6
1
6
20
10
19
39
28
2
11
15
2
1
119
261
9
28
16
5
3
56
0
4
0
9003
904
0
601
76
1
1255
75
565
12481
41-43
127
1
1
25
142
21
25
42
23
45
264
172
27
82
95
411
12
26
41
65
17
24
292
999
68
73
323
326
176
17
10
312
9
136
14
32
65
104
29
7
27
951
665
218
242
43
5
22
75
19
29
99
374
169
169
141
43
55
74
4
164
7
1822
804
1562
69600
45
25
0
0
3
58
8
8
6
5
7
31
10
28
27
28
45
11
9
36
397
6
11
17
7
4
47
286
122
230
93
366
11
7
207
27
23
7
6
15
39
18
6
12
26
2
197
48
6
20
6
704
7
3
99
82
32
132
20
8
8
8
3
24
27
2173
1215
880
13805
46
721
37
9
19
2383
354
176
186
208
393
1356
282
360
364
705
498
248
206
445
193
51
299
229
101
28
233
3028
356
4115
654
187
21
30
311
19
1017
78
60
266
152
196
34
106
202
219
567
132
44
100
127
118
29
13
320
309
144
1182
189
33
74
66
21
106
5786
426 10492
47
46
3
1
1
163
25
11
12
13
21
84
16
23
25
47
31
17
14
27
12
3
19
14
6
1
14
208
20
166
36
15
0
0
12
2
73
5
3
14
23
14
3
6
13
15
21
6
2
10
12
7
1
1
18
24
10
80
13
2
4
3
2
8
0
1501
22312
49
75
0
1
48
1120
120
145
258
38
108
484
120
191
445
435
204
12
70
140
144
14
99
70
504
5
211
474
635
2043
674
3189
13
18
1378
481
47
61
31
24
98
54
10
37
17
0
153
102
16
23
33
139
12
16
112
203
74
180
139
24
12
25
4
127
0
15737
2301
202 22220
0 30693 0
3744
0 24708
322
0
4613
0
8 34382 165
987
0
504
4200
2681
5198
53996
0
1159
307
31
763
203
343
26618
0
2158
122
-2
4462
967
1046
26790
50
0
0
0
0
116
14
8
12
1
56
117
8
19
41
155
70
3
2
14
29
2
5
6
0
0
27
53
377
315
7
21
540
2
168
1
2
0
3
3
2
1
0
0
0
0
1
2
0
0
0
5
0
0
2
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
2219
9
0
11
1
0
808
342
1023
4414
51
0
0
0
1
21
14
1
5
13
3
29
54
12
7
12
8
24
9
24
14
12
9
5
1
0
1
67
49
280
264
7
11
233
991
172
9
3
14
16
71
48
14
143
3
0
167
113
31
21
7
23
1
803
7
96
124
0
1
71
31
83
0
0
0
4250
523
0
3
2
0
963
328
885
6955
52
14
0
8
14
308
15
22
32
5
119
430
27
33
81
144
47
5
11
34
79
2
19
20
20
0
26
180
646
1998
705
3900
378
659
6554
310
7
24
3
2
46
7
1
5
7
0
77
28
4
32
9
116
1
2
62
14
16
23
4
3
1
2
1
16
0
17358
346
0
5023
50
1
5182
1252
3483
32694
53
1
0
0
0
30
11
2
1
20
1
17
3
12
6
11
6
1
3
15
6
1
3
3
27
16
5
41
44
355
149
25
0
1
125
260
10
167
16
134
37
89
27
107
34
0
329
43
4
34
43
11
36
12
167
666
40
149
48
18
13
65
3
5
0
3507
211
0
0
38
0
401
55
284
4497
55-56
7
0
0
1
44
14
5
4
5
22
42
18
15
18
12
28
13
12
30
17
4
12
7
14
1
7
91
43
355
121
34
4
164
474
6
78
13
125
16
111
185
19
349
24
0
247
115
28
13
12
15
22
1077
111
182
306
421
100
100
75
215
1
65
0
5664
10973
0
1
2
0
1083
133
217
18073
58
2
0
0
1
88
7
4
6
27
30
35
30
12
8
16
34
8
19
10
17
3
9
9
9
2
3
63
156
367
202
17
1
9
47
4
34
314
73
80
110
42
5
131
15
0
129
15
7
479
17
94
11
19
104
63
115
24
23
26
14
41
2
19
0
3260
1020
0
10
829
4
602
135
168
6030
59-60
1
0
0
0
136
24
13
1
1
2
15
12
4
8
1
8
2
2
4
7
1
19
1
0
0
1
31
181
108
117
5
1
8
4
2
20
46
839
112
35
3
0
1
10
0
39
3
1
807
8
15
5
6
23
11
22
3
3
42
13
2
0
4
0
2793
817
0
498
467
0
491
76
62
5204
61
1
0
0
1
20
6
3
4
4
14
39
15
10
11
14
20
7
6
13
5
2
6
7
33
4
19
116
58
238
76
73
1
8
61
9
51
12
64
2875
330
486
59
665
51
0
269
60
8
13
10
21
18
24
63
162
62
164
53
25
12
35
2
14
0
6512
4157
0
10
122
0
1357
566
1349
14073
62-63
8
0
0
6
52
9
2
16
2
45
119
61
12
11
43
54
33
11
36
55
2
14
12
134
6
10
89
41
549
86
142
2
9
133
21
28
65
16
627
3021
851
108
502
12
2
1110
117
35
120
29
91
49
61
345
437
37
285
17
83
7
62
5
4
0
9953
161
0
81
3894
4
2410
1209
373
18083
64
144
5
1
19
426
47
54
37
27
212
329
115
56
81
161
107
27
33
93
99
17
40
39
411
38
96
714
178
559
425
183
33
25
261
29
226
31
31
208
227
2760
2018
772
1296
2340
1559
113
21
68
38
250
67
29
165
920
30
405
121
34
40
51
9
67
0
19019
4758
0
10
181
0
2466
1184
2347
29964
65
42
9
1
9
87
18
14
9
11
23
93
56
19
22
26
40
7
10
23
33
4
16
14
71
8
31
301
62
223
131
121
12
15
66
28
63
5
7
20
53
93
593
32
217
489
220
60
5
7
15
172
7
9
56
52
75
130
28
8
11
10
3
15
0
4111
6754
0
6
62
0
548
238
283
12001
66
15
1
0
13
148
12
29
9
5
55
128
21
12
31
42
24
7
9
33
8
3
8
7
320
18
44
162
62
263
131
59
31
4
95
4
40
9
8
116
79
2198
1779
188
264
0
991
21
8
16
7
82
13
11
47
5
4
92
29
6
13
3
3
9
0
7858
1171
0
8
73
0
1501
463
1514
12589
68_
16
0
0
2
124
20
6
16
17
5
28
11
19
16
13
57
8
8
32
48
8
30
22
26
4
61
724
125
548
1622
144
2
8
700
40
646
16
33
104
150
284
49
317
1355
0
1037
146
38
45
54
94
54
51
226
497
281
441
231
72
116
207
10
74
0
11136
10187
0
63
235
0
115
60
59
21855
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31-32
33
35
36
37-39 41-43
45
46
47
49
50
51
52
53
55-56
58
59-60
61
62-63
64
65
66
68_
68a
69-70
71
72
73
74-75
77
78
79
80-82
84
85
86
87-88 90-92
93
94
95
96
97
P.31/ S14
P.31/ S15
P3./ S13
P.51
P.52+ P.53
68a
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
69-70
121
4
2
35
850
179
91
92
92
955
1079
2011
232
257
262
425
87
71
236
161
60
99
165
642
14
217
1505
977
6235
2014
268
81
113
1480
73
743
187
227
198
996
2051
759
1419
434
12
9525
853
175
695
173
856
395
290
809
1465
275
1013
223
189
186
819
16
244
0
46413
703
71
10
1
0
1
51
2
3
2
0
875
253
23
10
22
57
395
36
18
65
44
14
12
113
39
84
142
483
29
251
13
19
9
42
43
0
7
0
5
31
263
202
11
69
193
0
219
2850
27
11
55
32
18
1
53
79
30
34
5
305
19
3
1
6
0
7695
81
0
58
2410
72
0
0
0
0
4
1
0
0
0
1
3
2069
1
2
2
4
0
1
1
1
0
0
1
3
0
2
14
3
15
10
2
1
1
6
0
4
1
3
4
12
11
2
3
3
0
26
16
333
4
1
7
2
1
5
6
3
7
1
2
1
8
0
2
0
2615
6
9
273
5339
73
4
0
0
3
290
16
3
4
9
205
36
884
17
26
1
11
3
6
13
13
0
13
0
16
2
16
63
386
945
247
38
0
6
12
9
46
60
83
33
99
359
77
80
43
0
410
27
9
1480
15
126
24
26
62
74
27
21
5
58
50
34
1
3
0
6632
8
0
5
36
0
74-75
259
1
0
0
51
10
3
3
4
3
19
6
3
4
14
9
7
19
20
7
1
7
2
16
1
5
69
15
104
47
11
0
0
12
1
13
50
26
5
38
11
62
4
8
0
76
78
9
32
553
10
7
3
55
147
159
15
2
33
11
32
1
4
0
2176
399
0
2
27
1
0 24383
P.6/ S21i
P.6/ S21x
P.6/ S22 Totaal gebruik basisprijzen
19
Uitvoer niet-EU
18
Uitvoer EU niet-eurozone
17
Uitvoer eurozone
16
Voorraadwijzigingen en saldo aan- en verkoop kostbaarheden
13-15
Investeringen
05-09 10-12
Consumptie overheid
03
Consumptie IZW's
02
Totaal
01
Consumptie huishoudens
Bijlage 1 Input-outputtabel BelgiĂŤ (2015, miljoen EUR, lopende prijzen) (*) (vervolg)
0
0
0
0
0
0
0
24383
0
87
1792
9
8975
3279
6575
67834
0
781
436
1510
12971
0
242
168
237
8889
1254
271
2092
10298
197
103
87
2992
77
10
0
0
10
145
79
10
23
9
35
221
1330
55
54
53
72
27
28
65
48
6
16
44
16
2
46
666
168
1026
176
157
55
332
79
20
160
89
173
318
240
89
6
104
33
1
878
138
38
17
7
862
35
19
171
104
60
57
26
43
20
27
2
23
0
8825
2523
0
15
81
0
1115
322
859
13740
78
26
1
0
7
570
53
34
40
27
6
128
572
91
93
63
162
28
44
75
134
13
49
62
29
2
92
464
161
555
237
219
14
4
706
61
415
25
60
38
167
125
26
74
43
0
275
375
18
40
16
45
342
14
402
26
67
179
17
38
36
27
5
34
0
7752
15
22
23
39
0
23
47
11
7932
79
0
0
0
0
5
2
3
0
1
2
18
40
1
2
1
2
4
1
14
5
2
0
4
1
0
1
4
22
91
4
22
0
0
31
0
3
1
0
1
9
8
1
4
2
0
66
23
10
4
15
1
1
20
1
1
21
1
4
6
1
14
0
1
0
505
2784
0
0
5
0
11
6
5
3315
80-82
186
0
0
5
239
12
5
15
8
474
212
23
21
66
92
34
23
23
88
68
7
34
13
25
5
36
593
259
537
484
99
4
21
765
21
207
76
63
164
283
196
38
513
500
147
1086
135
76
87
54
110
66
41
1371
280
150
766
137
29
43
142
4
29
0
11286
1329
0
4
548
2
1221
424
394
15208
84
6
0
0
2
40
2
26
6
2
4
10
12
5
6
6
10
3
2
5
5
2
5
4
28
2
9
56
33
142
121
22
3
4
75
4
61
14
14
25
100
69
7
40
61
0
150
28
16
22
8
29
13
6
49
64
30
76
19
20
63
27
1
9
0
1683
3195
177 30987
693
-2
172
1205
132
38242
85
0
0
0
1
8
1
0
2
2
2
10
63
2
5
4
8
3
1
4
3
2
4
5
5
1
4
24
10
36
18
12
1
5
9
0
5
2
5
11
62
42
8
63
8
0
89
25
47
4
2
9
6
3
25
31
748
16
18
15
5
8
2
4
0
1518
1171
339
24172
2184
0
348
282
328
30342
86
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
3
1
1
1
4
2
1
0
2
1
1
1
1
1
1
1
11
1
6
3
9
0
0
3
0
3
0
0
3
23
6
1
1
1
0
16
4
2
1
0
4
0
0
6
60
0
3151
75
1
0
1
0
6
0
3420
8471
113 23023
87
0
28
15
10
35167
87-88
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
2
0
0
0
1
0
1
0
0
1
5
1
0
1
1
0
3
0
0
4
0
0
0
0
1
2
1
11
1
0
0
0
0
0
0
43
4354
1790
5752
12
0
11
4
2
11969
90-92
0
0
0
0
11
1
0
0
0
0
2
2
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
3
10
28
14
1
0
1
2
0
31
26
30
11
7
3
0
2
1
0
9
6
1
16
7
15
1
0
5
66
10
15
2
372
14
8
0
2
0
744
1760
192
525
191
0
119
52
192
3775
93
9
0
0
0
26
3
2
1
2
1
9
8
3
4
5
6
1
2
3
3
2
3
6
7
2
3
43
30
62
30
11
1
3
25
1
69
24
51
16
16
32
5
12
4
0
18
9
2
19
5
13
7
0
24
52
34
75
11
28
189
9
0
5
0
1038
902
32
508
22
0
67
14
42
2626
94
5
0
0
1
56
4
5
3
2
9
42
27
6
13
93
23
3
4
7
6
13
4
8
44
1
27
36
44
106
54
28
1
2
63
7
38
13
7
10
23
93
29
175
7
0
113
100
5
35
28
11
9
3
63
16
123
443
42
10
56
1054
0
42
0
3293
734
1726
14
50
0
171
49
64
6101
95
1
0
0
0
3
1
1
0
1
0
2
3
1
1
1
4
1
1
1
1
0
2
2
0
0
1
19
6
74
30
2
0
0
14
0
1
5
0
16
44
79
1
15
16
1
190
20
0
1
1
4
1
0
25
1
10
5
6
1
1
1
8
1
0
630
271
0
1
5
0
18
6
9
938
96
1
0
0
0
10
1
0
1
1
2
10
15
1
3
3
4
0
1
1
2
7
1
1
1
0
2
13
3
20
20
4
1
3
11
1
61
1
6
7
4
3
1
3
1
0
8
5
1
1
1
29
2
4
9
21
4
78
37
2
2
3
0
100
0
537
3382
0
2
1
0
55
14
38
4029
97
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
425
0
0
0
0
0
0
0
425
Totaal (basisprijzen)
6340
301
67
418 30634
3598
2408
3232
1964 23903 22849 10150
4922
4516 15691
7723
2123
2253
5852 12237
1331
2965
3149
6229
1508
7185 28476 10821
11115
1566
3066 16490
1713
9178
2019
2276
6288
7688 11202
5831
6279
6681
4658 21649
6662
1491
4520
1729
4800
1331
2621
6674
8918
3904 15701
2780
1915
1498
3422
190
1673
2771 171744 50893 97504
1157025
Btw
178
0
0
0
35
2
1
1
1
2
6
2
2
4
3
5
2
2
4
5
1
2
3
2
0
6
413
15
68
23
32
1
19
79
157
63
2
17
4
20
382
331
261
404
321
763
21
3
2
2
11
17
170
100
863
523
1451
337
27
18
324
0
49
0
7564 16236
0
239
3913
0
0
0
0
27951
Productgebonden D.21*-D.31 belastingen (excl. btw) minus subsidies
60
20
5
6
125
68
19
9
7
55
122
16
46
27
15
30
9
12
20
54
2
20
16
29
1
47
332
74
188
48
355
7
6
124
11
446
-5
8
2
22
133
58
41
79
97
237
38
2
9
11
189
5
3
79
2
30
192
3
15
19
22
4
23
0
3746
0
137
3759
-2
179
80
14
15448
Totaal (aankoopprijzen)
6578
322
72
425 30794
3667
2429
3242
1972 23961 22977 10168
4971
4548 15708
7758
2134
2266
5876 12296
1334
2987
3168
6261
1509
5199 47861
7274 28732 10892 11502
1574
5076 22649
6853
9782
4457 17345
3120
1957
1536
3768
194
1746
Beloning werknemers
504
26
28
145
4751
986
569
669
664
673
4170
2220
1394
1644
2054
2547
802
1029
1962
1840
501
872
1288
1980
597
1415 10329
3668 13230
5367 25690 23188 11955
9900
792
601
2527
94
716
Niet-productgebonden D.29belastingen op productie
48
4
1
12
111
22
18
30
12
0
141
16
26
60
83
45
4
13
20
18
5
19
10
291
44
58
181
101
D.39
Niet-productgebonden subsidies
597
8
1
3
212
64
70
49
49
26
230
100
84
63
147
129
127
81
93
129
45
30
31
33
125
82
298
B.2n+B3.n
Exploitatieoverschot en gemengd inkomen (netto)
1781
24
7
-8
1743
120
20
209
54
1117
3228
612
171
38
-95
465
-130
57
978
-230
158
233
233
1628
48
304
6257
B.1n
Toegevoegde waarde (netto)
1736
45
36
146
6392
1064
537
859
680
1764
7309
2748
1508
1679
1895
2928
550
1018
2867
1498
620
1095
1499
3866
564
P.51c
Verbruik vaste activa
983
45
14
78
1645
416
230
219
322
392
1899
3052
567
717
753
758
766
385
679
810
311
309
154
2090
501
B.1g
Toegevoegde waarde (bruto)
2719
91
51
223
8037
1479
767
1078
1002
2156
9208
5800
2075
2395
2648
3686
1315
1403
3545
2309
931
1404
1653
5956
1065
2533 19294
P.1
Output (basisprijzen)
9297
413
123
648 38832
5147
3196
4320
2974 26117 32185 15968
7046
6943 18356 11444
3449
3670
9421 14605
2265
4391
4821 12217
2574
7732 67155 13595
P.7/S21i
Invoer eurozone
5191
228
246 11869 16130
8179 14910
1062
5431
397
5196
2
3386
1804
145
1897
0
5497
727
2012
3123
219
1077
2163
811
975
1612
2029
610
1480
71
0
7812
P.7/S21x Invoer EU niet-eurozone
306
12
89
910
53
882
0
110
332
21
292
0
1587
463
493
619
51
205
335
150
427
716
414
170
369
9
0
4201
1329
7768
298
1290
0
1253
310
44
536
0
434
945
846
1940
285
152
1239
798
527
234
514
95
0
4069
378
2576 12481 69600 13805 53996 26618 26790
4414
D.211
D.1
P.7/S22
Invoer niet-EU
2131
11
Totaal aanbod 16925 basisprijzen
663
4914
1028
2619
245
4880
4746
1930
6705
3406
7087
4315
701
1487
801
227
371
3
1710
2825
427
1048
277
1323
870
1836
724
2719
7747
19 10514
2291
25
4028
7086
3065
1389
463
3643
956
3200
1709
3463
5650
46
3138
648
213
433 23732 58740 13999
5100
7523
6800 16473
3248 38654 58569 24340 14229
9612 30028 16677 15572 10418 23781 42913
4744 18500
5569 19585
5146 47116
1695 16468 838
2826
1881
9687
2015
2300
6294
7730
11717
6219
6580
7165
6722
1496
4531
1741
4999
1353
2794
9292
5720
168
445
5317
1480
4156
784
781
1829
4549
5842
2183
1884
994
0
6596
2419
903
822
277
779
6735
367
307
270
117
5
1
106
16
183
9
15
52
59
1630
212
52
1565
2405
119
27
11
47
6
69
5
5
77
0
12
48
47
162
39
167
6
34
0
9278
81
388
347
147
92
24
252
41
149
30
53
25
144
12
8
18
239
0
233
169
340
16
26
16
830
20
1271
621
417
742
2070
124
194
449
4
60
0
12555
1703
6388
3999
411
274
21
423
481
1590
105
393
1563
1379
5639
2033
1301 10235
1621 19714
929
47
309
514
1367
315
105
958
55
172
4247
324
334
383
-210
100
1159
0
89403
5392 19537
13215
6102
354
443
5595
1937
5779
867
1136
3419
5843 13099
4420
3219 12554
4026 26196
5130 25123 22954 15508
2512
1670
351
69
4724
125
1151
291
654
1720
1384
2177
348
427
6321 22539 15726
7771
705
512 10319
2062
6930
1159
1790
5139
7226 15277
4768
3646
51271 26618 19273
2279
3603 27012
3942 16617
3174
929
3002
3091 16693
0 462637 181026
6955 32694
0 473946 204797 425 208128
3205
620
1161
771
2198
6226
457
2907
761
458
329
226
2227
98
59
14515 19306 29103
3967
1077
1491
997
4426
6324
515
4090 11432 14957 26994 10987 10226 21680 24383 51752 10688
2573
6022
2738
9425
7677
3309
1549
1432
2338
154
2893
133
3
1154
48
20
11
355
573
1007
43
401
42
1
382
28
3
1
4311
931
57
1021
80
1
496
0
5
4
0
143
2
3
210
23
2992 13740
7932
3315 15208 38242 30342 35167 11969
3775
2626
6101
938
4029
14,0 266,6
39,6
31,2
60,6
12,6
102,8
48,2
7274,4
395
402
255
40
287
0
91776
1961 15281
174
357
4497 18073
6030
50,7 238,4
17,5
21,2
41,4
112,0
93,8
37,3
57,5
0,0
814,6
103,5
15,8
29,0
44,7
22,1
275,3
306
744
1752
1684
2317
235
515 10777 13564
3273
840
924
209
227
3266
155
5204 14073 18083 29964 12001 12589 21855 24383 67834 12971
8889 10298
8201
1165
829
2035
196
1850
2298
648
268
246
252
42
340
6324 28384 25857 17805
8849
1432
1075
2288
238
2190
425 373302
13177 38166 30314 35150 11969
3389
2611
6056
432
3935
425 847248
0
182
11
31
224
43
0 181664
0
61
1
11
73
28
0
41366
0
86746
1193
3260
2903
425 294254 0
79048
425 1157025
Bijkomende data
P.51
Arbeidsvolume (miljoenen uren)
137,9
5,1
0,8
3,7
147,3
35,4
23,5
17,0
26,2
7,5
72,0
38,2
36,3
42,4
39,3
85,5
17,1
27,2
47,6
45,3
11,1
35,9
34,5
29,7
11,8
39,2
462,1
Investeringen
1037
45
26
58
1940
251
197
157
190
769
1876
5583
412
470
619
563
496
261
601
391
271
249
114
1966
538
764
3768
(*) Opgelet: alle getallen zijn afgerond. In het rekenmodel wordt gewerkt met getallen die tot 13 cijfers na de komma tellen. Bron: Federaal Planbureau
128,1 338,2 1134
3002
467,8
178,3
6,5
8,5
140,1
2465
2287
436
82
3771
145
1048
40,4
52
1433
684,1 464,8 446,6 340,8 3464
3127
2764
791
7536
4403 98029 88017
4403 98404 95689
2769 171923 50973
97519 1200424
92
Provincie Oost-Vlaanderen Kenniscentrum Economie