in vogel vluch t
Een terugblik op vier jaar PPO Rotterdam Ter gelegenheid van het afscheid Nicole Teeuwen
Inhoudsopgave De kop is eraf
6
Vliegende tijd
8
Uitwerken, uitwerken, uitwerken
10
PPO Rotterdam is van start!
12
Een lerende organisatie
14
Waar zijn de ambassadeurs?
16
Tweede schooljaar Passend Onderwijs
2015
4
2014
3 Voorwoord
20
2016
18 Why?! Passend Onderwijs van de wal af
24
Op het scherpst van de snede
26
Schotland: regen en zonneschijn
2017
22 Lef!
28 Druk 30
Het past niet
32
Van vinken naar vonken
2018
34 Zwanenzang
2
Voorwoord Ter gelegenheid van het afscheid van Nicole Teeuwen zijn in dit boekje een aantal van haar blogs gebundeld. Blogs waarin zij als directeur-bestuurder van PPO Rotterdam de afgelopen jaren haar ervaringen en inzichten over passend onderwijs en gerelateerde onderwerpen deelde. Een mooi overzicht waarin diverse mijlpalen langskomen: de successen maar ook de uitdagingen. Bent u na het lezen van deze uitgave nieuwsgierig geworden naar meer informatie over het passend onderwijs in Rotterdam? Bekijk dan onze website www.pporotterdam.nl.
PPO Rotterdam is een samenwerkingsverband van
21 onderstaande schoolbesturen
De Kralingsche school | Gereformeerd Primair Onderwijs West-Nederland | Martinusstichting voor so en vso | Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs | 5maalO | Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam | Cosmicus Onderwijs | Hindoe Onderwijs Nederland | Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond | Kind en Onderwijs Rotterdam | Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Hillegersberg Schiebroek | Rotterdamse Schoolvereniging | Stichting van Brienenoordschool | Interconfessioneel Onderwijs te Rotterdam eo | Protestants-Christelijk Basis- en Orthopedagogisch Onderwijs | Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland | Yulius Onderwijs | De Rotterdamse Montessorischool | De Van Oldenbarneveltschool | Montessorischool Kralingen | Horizon Jeugdzorg en Speciaal Onderwijs
50.000
200
Deze besturen zijn actief in het primair onderwijs in Rotterdam voor ruim leerlingen op ruim scholen. Met elkaar willen wij een succesvolle schoolloopbaan voor alle leerlingen in de gemeente Rotterdam realiseren. In de praktijk betekent dit dat er op iedere basisschool een schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam actief is. Deze persoon is aangesloten bij een van onze 9 Onderwijs Arrangeer Teams (OAT’s) verspreid over de stad.
4
De kop is eraf februari 2014
Mijn eerste werkweek als directeur van PPO Rotterdam zit erop! Na een zinderend afscheid als wethouder in Houten, gelijk in vliegende vaart door naar Rotterdam. Deze eerste week stond natuurlijk vooral in het teken van kennismaken. Kennismaken met de huidige directeuren van WSNS Rotterdam-Noord en -Zuid natuurlijk, maar ook een leuk extraatje op kennismakingsgebied. Ik kon namelijk aanschuiven bij een intervisie van het team van coördinatoren en de directeur van WSNS RotterdamNoord. Niet alleen een extra dimensie in het kennis maken, maar voor mij ook een kennismaking met een deel van de stad Rotterdam dat ik helemaal niet kende: het oude Havengebied. Een inspirerende omgeving voor zo’n intervisie, vond ik.
En het was ook een week van kennismaken met de schoolbesturen. Natuurlijk had ik al ruimschoots kennis gemaakt met de bestuurders die ook in de selectiecommissie zaten bij mijn sollicitatie (Kees Terdu, Martin Damen en Jan Menting). Dan nu deze week ook met de bestuursvoorzitters van Horizon, Hans Du Prie, van BOOR, Huub van Blijswijk en Ton Groot Zwaaftink van RVKO. Allemaal betrokken bestuurders die positief gestemd zijn over de nabije toekomst van PPO Rotterdam.
Mijn eerste indruk is zeer positief. Ik zie dat de bestaande WSNS-organisaties al enige tijd bezig zijn zich voor te bereiden op passend onderwijs. Ze zijn beiden, op hun eigen manier, druk doende om dit gedachtengoed te vertalen in concrete activiteiten voor en (heel belangrijk) mét de scholen. Ik verheug me er zeer op om deze organisaties de komende maanden op een goede manier binnen het nieuwe PPO Rotterdam in te passen en te gaan leiden. Op naar de tweede week!
Nicole Teeuwen
5
Vliegende tijd april 2014
De tijd vliegt. Als ik dit blog schrijf is het 9 april, ben ik zo’n 9 weken directeur voor PPO Rotterdam en zojuist terug van mijn tweede vergadering van het PPO projectbestuur. Het is een mooie en uitdagende klus, het opzetten van PPO Rotterdam. Natuurlijk, het is veel werk, maar ook een prachtige kans, om een organisatie in te richten die veel kan betekenen voor passend onderwijs in Rotterdam. Ik merk dat de medewerkers van de beide samenwerkingsverbanden (WSNS Rotterdam-Noord en WSNS Rotterdam-Zuid) en ook ECSO enorm gemotiveerd zijn om een mooie organisatie neer te zetten die dienstverlenend is aan het primair onderwijs in Rotterdam.
passend werkaanbod. In mijn contacten met de scholen, schoolbesturen en schooldirecteuren merkte ik dat er veel vragen zijn over hoe PPO Rotterdam in de toekomst zal gaan functioneren op veel terreinen. Van rugzakjes tot de AWBZ-compensatieregeling, de inrichting van de OAT’S (onderwijsarrangeerteams), bevoegdheden, de inrichting van het OZO (onderwijs-zorg-overleg) etc. Er is voor mijn komst veel over gesproken, er zijn veel suggesties en goede ideeën geopperd. Nu is de tijd aangebroken dat we binnen PPO Rotterdam een aantal besluiten hierover
De afgelopen weken heb ik veel tijd besteed aan het inrichten van de interne organisatie van PPO Rotterdam. Zulke processen zijn voor de buitenwereld zelden zichtbaar en niet erg boeiend, maar voor de organisatie zelf is het wel erg belangrijk. Iedereen moet binnen de nieuwe organisatie PPO Rotterdam een goede plek krijgen en een
6
met de gemeente Rotterdam was er een kennismaking met de directeur van de GGD, dhr. Roozen, en er was een kennismaking met de dhr. de Zwart, die de decentralisaties coördineert.
nemen. De scholen hebben behoefte aan en recht op duidelijkheid over veel thema’s. Op 17 april is er binnen PPO Rotterdam de hele dag een soort van snelkookpanbijeenkomst. Alle losse eindjes en vragen worden dan, met in ieder geval de huidige zorgteam coördinatoren van WSNS, besproken en er volgt een besluit. Al was het maar dat we het beleidsarm invoeren (zeg, voor een jaar het huidige systeem continueren).
En natuurlijk heb ik scholen die mij hebben uitgenodigd bezocht. Zoals de St. Mattheusschool voor so/vso-ZMLK, SBO de Koppeling in Zuid, en het Pluspunt. Stuk voor stuk bijzondere scholen, waar ik erg van onder de indruk was. Ik zou over die ontmoetingen met die scholen en zorgteams moeiteloos aparte blogs kunnen schrijven, maar daarvan ontbreekt me nu de tijd.
Zeer belangrijk is het feit dat we bijeenkomsten in de eerste pilotwijken hebben gedraaid over de ingevulde schoolondersteuningsprofielen. De pilotwijken waren Hoogvliet en Delfshaven. Ik heb aan die bijeenkomsten overgehouden dat de scholen vooral blij waren met elkaar in gesprek te zijn over passend onderwijs op het niveau van de wijk. En dat was precies het goede gesprek. In die zin zijn de SOP’s vooral een middel om met elkaar in gesprek te komen en de ambitie te delen. Wie kan wat, wie wil wat en wie doet wat? In beide pilotwijken werd gevraagd om een vervolg, door PPO Rotterdam georganiseerd. Dat is vanavond door het bestuur positief bekrachtigd. De scholen in de overige 7 wijken krijgen eenzelfde benadering, maar dan na de zomer(vakantie!).
Het zijn stuk voor stuk pareltjes. Vanavond mijn tweede bestuursvergadering afgerond als ik vertelde. Het was weer constructief, grote stappen gezet ook in relatie tot belangrijke thema’s als zorgplicht. Ik heb er alle vertrouwen in, met zo’n constructief bestuur, dat we 1 augustus 2014 gaan voor zowel de inrichting van de organisatie, als onze belangrijkste dienstverleningsthema’s naar de scholen. Een verdrietige gebeurtenis voor de ontwikkeling van PPO Rotterdam, maar veel meer nog voor haar directe omgeving, is, dat de kwartiermaker van PPO Rotterdam, Simone de Wit, die zoveel tijd heeft gestoken in de opbouw hiervan, ziek is geworden. En zodanig dat zij haar werkzaamheden heeft moeten beëindigen. Voor de ontwikkeling van PPO Rotterdam is dat een groot verlies. Zeker vanwege de inhoudelijke en organisatorische expertise die zij in zo’n complex veld tot een enorm goed en uitgewerkt plan en spoorboekje heeft weten te brengen.
En natuurlijk ben ik verder gegaan met mijn kennis making. Ik heb een zeer plezierig gesprek gehad met Koers VO, Marieke Dekkers en Jaap van der Have. Het is duidelijk dat we veel samen kunnen oppakken en van elkaars expertise gebruik kunnen maken. Het oudersteunpunt, kwaliteit, dat zijn zaken, die we gezamenlijk kunnen vormgeven. Sterker nog, we zijn daar binnen PPO Rotterdam snel op gaan acteren met een werkgroep. Ouderbetrokkenheid is enorm belangrijk! Verder heb ik een zorgteamvergadering meegemaakt van WSNS Rotterdam-Noord, op de Fatimaschool, een school voor speciaal onderwijs bezocht (de Mattheusschool),
Wordt vervolgd…
Nicole Teeuwen
7
Uitwerken, uitwerken, uitwerken juni 2014
Het Ondersteuningsplan van PPO Rotterdam is voor mij een van de mooiste documenten in de hele jeugdzorgtransitie. Veel ruimte voor een snelle oplossing voor kind en ouders, veel ruimte voor de professional, minder ruimte voor regels en bureaucratie. Ik vond het onderwijsveld van Rotterdam moedig en stoer dat ze voor zo’n ondersteuningsplan hadden gekozen. Maar dat vraagt echt iets in de uitwerking. De professional, die het moet gaan doen in de scholen, de schoolcontactpersoon PPO Rotterdam, heeft ruimere bevoegdheden en taken dan de traditionele BLZ-er. En de dossieropbouw is veel flexibeler. Het vraagt ook iets van de betrokkenheid van ouders, in een veel vroeger stadium. Dat zal in een stad als Rotterdam, met zijn
diverse bevolkingsopbouw, ook voor onze mensen een bijzondere uitdaging zijn. Maar wel de beste plek om zo’n concept uit te rollen, omdat de verschillen in Rotterdam groot zijn en maatwerk meer dan waar ook gewenst. Ik moet nog steeds wennen aan de werkdruk die het onderwijsveld zichzelf oplegt. In alle andere sectoren,
8
maken, waarbij er meer mondelinge overdracht is naar de scholen zelf over wat wij doen.
van de zorg, tot de overheid, is er ruimte om zulke veranderingen door te voeren. Maar hier kan het alleen onder ‘schooltijd’. En dat is een geweldige beperking. Dat betekent dat de dagen dat er wordt gewerkt maximaal vol zitten en er nauwelijks rust- en reflectie is voor de belangrijke processen die er zijn.
Voor mij en voor de opbouw van PPO Rotterdam waren de afgelopen maanden enorm hectisch. De interne organisatie vroeg veel aandacht, waarbij de oude organisaties in nieuwe teams moesten worden gemengd. De urenberekening voor de scholen is een hels karwei, waarvan het aantal variabelen waarmee we rekening moeten houden welhaast oneindig lijkt, dat toch voor de zomer af moet zijn. Het vraagt om zorgvuldig personeelsbeleid, dat de personeelscontracten van WSNS Rotterdam-Zuid en WSNS Rotterdam-Noord zijn omgezet voor 1 augustus, de arbeidsvoorwaarden zijn gesynchroniseerd, er een goede Arbodienst is, enz. enz.
Maar hoe dan ook moeten we het gaan doen in Rotterdam. En hier kan passend onderwijs ook gaan slagen, daar ben ik van overtuigd. De spirit en drive is er, net als de massa en de goede financiële uitgangspositie. De afgelopen periode ben ik bezig geweest met het uitwerken van het ondersteuningsplan. Omdat niet iedereen in Rotterdam de beginselen van dat plan in het vizier heeft, komt dat soms als een verrassing, maar dat is wel mijn, - onze - opdracht. In dit geval betekent dat soms overgangsmaatregelen, waar je kind en ouders niet de dupe van wilt laten worden en soms wel echt verandering van beleid.
Al met al is het een pittige opdracht, maar zeer de moeite waard. Als passend onderwijs ergens kans van slagen heeft is het in Rotterda m !
Voor de interne organisatie van PPO Rotterdam was er de meeste verandering. Naar een nieuw team, een nieuw contract straks. En als directeur moet je dan zorgen dat er een nieuwe organisatie is die allereerst de salarissen betaalt, de werkgevers- en werknemersverzekeringen regelt, een goede arbodienst heeft, personeelsbeleid heeft. Dat valt allemaal niet mee in zo’n korte tijd. Gelukkig is PPO Rotterdam enorm gemotiveerd geraakt om een medezeggenschapsraad in de benen te krijgen. Tien kandidaten voor zeven zetels, dat is een hele goede aanstaande verkiezing!
Nicole Teeuwen
Wat mij al snel duidelijk werd, is hoe belangrijk de communicatie is naar scholen. Schriftelijke communicatie via de nieuwsbrieven verloopt mondjesmaat. Dus ik heb opdracht gegeven een nieuw communicatieplan te
9
10
PPO Rotterdam is van start! augustus 2014
Van 31 juli op 1 augustus vierde ik een merkwaardig oud en nieuw: op een zwoele zomeravond in de tuin met mijn partner proostten we om 24.00 uur op de start van PPO Rotterdam. Dit allemaal begeleid met een tweet, maar ja, zoals verwacht weinig reactie. Iedereen was nog op vakantie. Hoe anders waren de eerste twee weken van september! De organisatie PPO moest zijn plekje vinden in de nieuwe Onderwijs Arrangeer Teams. Dat betekende kennismaken met elkaar (voor zover dat nog niet was gebeurd), intern verhuizen naar je nieuwe team, nieuwe ICT en telefonie onder de knie krijgen etc.
het juiste vangnet te genereren in samenwerking met andere partijen. En natuurlijk, de kern van de nieuwe wet is: lichte zorg waar het kan, zwaarder waar het moet. Dat betekent in de praktijk dat er wellicht minder snel wordt opgeschaald.
De eerste week stond bovendien in het teken van informatieverstrekking, met elkaar doorlopen wat de transitie en transformatie betekent voor het Rotterdamse scholenveld, eerste kennismakingen met de scholen enz.
De maatschappelijke opgave is niet gering, maar de motivatie is bij de PPO-medewerkers groot. De start is gemaakt !
Langzaam wordt duidelijk wat de transformatie als maatschappelijke ontwikkeling voor het scholenveld gaat betekenen. Minder regels, formulieren, bureaucratie, meer ruimte voor de professional. Dat is de insteek. Alles om het kind zo snel mogelijk op de goede plek te krijgen en
Nicole Teeuwen
11
Een lerende organisatie februari 2015
Als PPO Rotterdam zijn we samen bezig het passend onderwijs in Rotterdam uit te vinden. Dat is voor iedereen wennen. Want waar vroeger voor iedere ondersteuningsbehoefte een kant-en-klare oplossing was, willen we nu naar de specifieke omstandigheden van het kind kijken en maatwerk bieden. Ieder kind is immers anders en kant-en-klare oplossingen blijken vaak niet goed te werken. Het passend onderwijs is op 1 augustus ingevoerd en toen stond ook onze nieuwe organisatie er. Maar passend onderwijs is bij uitstek mensenwerk en dat betekent dat alle medewerkers ook mentaal de omschakeling naar de nieuwe manier van werken moeten maken. We zijn dus met recht een lerende organisatie en het doet me deugd dat dat steeds beter gaat.
Op 11 februari is er weer een personeelsbijeenkomst van PPO Rotterdam. Ook die bijeenkomsten willen we meer gaan gebruiken om van elkaar te leren.
Want dat we op wijkniveau, dichtbij de scholen, willen opereren, betekent natuurlijk niet dat de verschillende tea ms niet van elkaar kunnen leren.
Maar niet alleen de medewerkers van PPO Rotterdam moeten leren. Ook de scholen moeten ons opnieuw leren kennen. De afgelopen periode hebben we daarom vele wijkbijeenkomsten georganiseerd waarin we samen met scholen het passend onderwijs vorm zijn gaan geven. Door elkaar te leren kennen en elkaar uit te dagen, maken we grote stappen voorwaarts. Onlangs was er weer zo’n geslaagde bijeenkomst in Feijenoord. Niet de makkelijkste wijk, maar wel een wijk waar het onderwijs het verschil kan en wil maken. Die werkwijze gaan we dus voortzetten en verbreden. Niet meer onder de naam ‘SOP-bijeenkomsten’, want het hoeft niet alleen over het schoolondersteuningsprofiel te gaan, maar onder de naam ‘PPO-netwerkbijeenkomsten’. Zo blijven we ook in de toekomst van elkaar leren.
Daarom gaan we op de personeelsbijeenkomst horen wat er goed en minder goed gaat in de verschillende wijken. Daar kan iedereen zijn voordeel mee doen. En om het ook nog een beetje leuk te houden, organiseren we een quiz waarin we de kennis van onze medewerkers op een ludieke manier gaan testen. Wie zou het meeste over PPO Rotterdam weten?
Nicole Teeuwen
12
13
14
Waar zijn de ambassadeurs? mei 2015
Op 22 april was er een uitzending van Zembla over thuiszitters en de introductie van passend onderwijs. Op herkenbare wijze werden de problemen die kinderen ervaren bij het vinden van een passende onderwijsplek in beeld gebracht. Kinderen die graag naar school willen, maar waar maar geen oplossing voor lijkt te komen. Politici en deskundigen die zich voor de camera haasten te zeggen dat uiteraard ieder kind op school hoort en een goede onderwijsplek hoort te krijgen. En machteloze directeuren van scholen en samenwerkingsverbanden die moeten toegeven dat er voor deze kinderen maar moeilijk een pasklare oplossing is. Mismoedig concludeert de voice-over dat passend onderwijs geen soelaas biedt voor de 8.000 thuiszitters.
Het is belangrijk daar bij stil te staan, maar toch zou de focus, ook in de publiciteit, moeten liggen op de oplossingen en niet op wat er onder het oude regime verkeerd ging. Want daar is de hele hervorming van het sociale stelsel, inclusief de Wet Passend Onderwijs, nu juist voor bedoeld. Maar waar zijn de ambassadeurs van het gedachtengoed van passend onderwijs in de publiciteit? Het is dringend noodzakelijk dat niet het falen van het oude systeem, maar de kansen van de nieuwe werkwijze bij herhaling onder de aandacht wordt gebracht. Ik hoop dat al die betrokken professionals in het scholenveld zich niet aangesproken voelen. Want we moeten niet op zoek gaan naar nieuwe bypasses om de gaten uit het oude systeem te dichten, zoals het al te makkelijk faciliteren van thuisonderwijs, maar de nieuwe wet en werkwijze omarmen en ervoor zorgen dat dit gaat werken. Dat betekent een integrale aanpak met één plan per gezin, in partnerschap optrekken om dit te bereiken, zo min mogelijk belemmerende protocollen en systemen, en ruimte voor de professional. Pas dan krijgt passend onderwijs de kans die het verdient!
Al kijkend werd ik eerst wat moedeloos en toen toch wel een beetje opstandig. Natuurlijk is het aan alle kanten onacceptabel dat kinderen thuiszitten. Daar ben ik het volmondig mee eens. Maar het is belangrijk dat we inzien wat nu in gang is gezet. We zitten nog in een transitiejaar. In april waren we in Rotterdam bijvoorbeeld nauwelijks acht maanden bezig met de nieuwe werkwijze, waarbij de nadruk veel meer op ouderparticipatie en preventie ligt. Waarbij het samenwerkingsverband veel meer de rol krijgt van partner van de scholen en samen met ouders en het kind tot goede oplossingen komt. De Wet Passend Onderwijs biedt hier legio kansen voor. De casuïstiek die we in de uitzending zagen betrof een groep kinderen die in het oude systeem beschadigingen heeft opgelopen die binnen de nieuwe wetgeving en werkwijze niet zo eenvoudig meer zijn terug te draaien.
Nicole Teeuwen
15
Tweede schooljaar Passend Onderwijs september 2015
Op 1 augustus heeft Passend Onderwijs haar eerste verjaardag gevierd en dat betekent dat dit alweer het tweede schooljaar voor Passend Onderwijs is. Na de sprankelende opening van het onderwijsjaar bij de gemeente Rotterdam, kreeg Passend Onderwijs in de landelijke publiciteit echter een domper te verwerken. De uitkomst van een onderzoek van DUO Onderwijs onderzoek was dat veel leerkrachten vinden dat zij door Passend Onderwijs te weinig aandacht aan hun leerlingen kunnen geven.
Als PPO Rotterdam gaan wij leerkrachten vanaf dit schooljaar themamiddagen aanbieden om hen beter toe te rusten voor Passend Onderwijs. Toch zit me iets dwars in het onderzoek en dat is dat niet is gevraagd wat ouders en kinderen eigenlijk van Passend Onderwijs vinden. Dat is opmerkelijk, want uiteindelijk zijn zij degenen voor wie we dit allemaal doen. Onze ervaring in Rotterdam is dat Passend Onderwijs kinderen helpt.
In Rotterdam is de beweging naar Passend Onderwijs serieus ingezet en ook wij horen deze geluiden. De problemen waar leerkrachten tegenaan lopen zijn – zeker in een stad als Rotterdam – niet mals. In de klas komt alles samen, van hoogbegaafdheid tot gedragsproblemen. Daar moet de leerkracht allemaal mee dealen en dat valt niet altijd mee. Toch hebben veruit de meeste scholen in Rotterdam zich geschaard achter het idee om zoveel mogelijk kinderen een plek in het reguliere onderwijs te bieden.
Neem bijvoorbeeld het verhaal van een tweeling van vijf jaar met ernstige gedragsproblemen. De ene jongen zat thuis en de andere dreigde geschorst te worden. Beide jongens zitten nu op verschillende scholen, omdat geen school het aandurfde om ze allebei aan te nemen.
Het signaal van de leerkrachten moeten we serieus nemen, want zij maken Passend Onderwijs.
De jongens hebben de afgelopen maanden een enorme groei doorgemaakt. Hun leerkrachten ook. Beide leerkrachten zijn trots dat ze deze bijzondere uitdaging zijn aangegaan en dat het met de jongens in de klas nu goed gaat. En hoewel de jongens enorm op elkaar lijken (het is een eeneiige tweeling), is het verhaal dat je op de twee scholen hoort heel verschillend.
Leerkrachten geven in het onderzoek aan dat zij zich onvoldoende toegerust voelen om extra ondersteuning te geven aan kinderen. Dat moet dus beter.
Beide scholen staan in dezelfde wijk. De ene school – waar toevallig de jongen zit met nog iets ernstigere
16
gedragsproblemen – is enorm positief. De juf is enthousiast, heel positief naar de jongen en blij met de ondersteuning vanuit PPO Rotterdam en de kansen die Passend Onderwijs biedt. De andere juf is opgelucht dat het is gelukt, maar kijkt terug op een zeer moeizaam traject en heeft – hoewel haar leerling nu goede resultaten haalt en vriendjes krijgt – nog ernstige twijfels over de toekomst.
omgang met de uitdagingen van Passend Onderwijs. Op de scholen met een positieve cultuur, waar gezamenlijk wordt gezocht naar oplossingen en er steun is vanuit de directie, verlopen begeleidingstrajecten gemakkelijker en kennen ze vaak een positieve uitkomst. Natuurlijk is dat geen garantie voor succes, maar we kunnen inmiddels wel veel succesverhalen vertellen. Als we een open blik houden en durven samen te werken, maken we van Passend Onderwijs een succes. En dan zie ik de uitkomsten van een volgend onderzoek met vertrouwen tegemoet!
Beide verhalen zijn voorbeelden van Passend Onderwijs, maar laten wel een verschillend beeld zien. Op onze vraag aan de schoolbegeleiders waar dit nu in zit, kwam het antwoord dat de schoolcultuur bepalend is voor de
Nicole Teeuwen
17
Why?! april 2016
Een kleine twee maanden geleden schreef ik over de uitrol van ons nieuwe ondersteuningsplan. Dit plan, onze strategische koers voor de komende vier jaar maakt veel los. Wij van PPO zijn gedurende de rit op weg naar een breed gedragen stuk gedwongen te focussen op onze ‘why’. Waartoe zijn wij hier op aard, waarom doen wij wat wij doen en is dat goed? Wij leerden de ‘why’ kennen via de TedTalk van de Britse auteur en motivational speaker, Simon Sinek. Hij zet de ‘why’ centraal in zijn gouden cirkel en zegeviert. Omdat wij dat het Passend Onderwijs ook gunnen, hebben wij onszelf onderworpen aan een flinke portie retrospectie. Dit blog is een korte verhandeling hierover. De ‘why’ van
passend onderwijs, hij is zalvend voor de onderwijsziel. Want we willen toch voor alle kinderen in Rotterdam dat er verbinding wordt gemaakt met de samenleving door de scholen het veilige middelpunt van hun omgeving te laten zijn. Omdat we de basisschool als het platform zien waarmee we ervoor kunnen zorgen dat niemand
18
zich buitengesloten voelt. Meer hierover lees je ook in ons artikel over een van onze succesvolle initiatieven: de samenvoeging van bassischool Babylon en SBO-school Henry Dunant. Of zoals ook te lezen staat in mijn blog van januari van dit jaar: “Passend Onderwijs draagt bij aan een samenleving waarin plek is voor iedereen. Waarin kinderen binnen de groepsdynamiek op eigen tempo en met ondersteuning op maat kunnen leren. In de klas, zoals de rest. En passend onderwijs leert onze kinderen naast theoretisch onderwijs ook dat een samenleving bestaat uit veel verschillende mensen en dat dat goed is.”
Dat is ook de reden dat PPO Rotterdam zich inzet om kinderen met bijzondere onderwijsbehoeften succesvol te laten deelnemen aan thuisnabij regulier onderwijs waar het kan en speciaal onderwijs waar het moet. Zo dragen wij ons steentje bij aan een samenleving die om kan gaan met anderen en waarin voor iedereen ruimte is zijn eigen leercurve te volgen. Passend onderwijs gebiedt een andere manier van kijken naar leerlingen die extra hulp nodig hebben. Het gaat in de eerste plaats om wat een kind nodig heeft en wel kan. Volgens PPO Rotterdam is goede ondersteuning namelijk gebaat bij pedagogisch optimisme. We richten ons op de mogelijkheden en niet op beperkingen. Onze belangrijkste instrumenten zijn de leerkrachten. Daarom investeren we in het verder ontwikkelen van hun vakmanschap. Ook investeren we in een goede samenwerking met ouders (educatief partnerschap) en de ondersteuning van diezelfde ouders.
Tegelijkertijd is de maatschappelijke impact van alle veranderingen die niet (meteen) positief uitpakken loodzwaar. Denk aan de voorgenomen bezuinigingen op achterstandsleerlingen door staatssecretaris Sander Dekker (onderwijs), iedere lacune in beleid en ieder struikelblok in complexe samenwerkingstrajecten. Het effect is niet te onderschatten: wanneer passend onderwijs niet wordt toegepast zit er dus een kind thuis. Alleen, afgezonderd van de samenleving anoniem te wezen.
Gelukkig leren we met vallen, opstaan en weer doorgaan om welke knelpunten het precies gaat en hoe we daar iets aan kunnen doen. Vaak zit de sleutel in: er samen iets kunnen aan doen. Daarom trekken gemeente Rotterdam, PPO en de scholen steeds intensiever met elkaar op. Zodat we snel, structureel de goede dingen doen met elkaar voor de kinderen die naast hun recht op onderwijs soms ook zorg nodig hebben! Wat dat betreft zitten we allemaal op 1 lijn. Zo kunnen wij onze missie vervullen: het bieden van de optimale ondersteuning voor een kind, de ouder(s)/verzorger(s) en of de school. Opdat iedereen de kans krijgt mee te draaien in onze samenleving.”
Mijns inzien gaat de ‘why’ van passend onderwijs over het toekomstbestendig maken van onze sa menleving waarbij onderwijs ons ‘grote’ mensen de kans biedt een goede basis te leggen voor onze kinderen.
Nicole Teeuwen
19
Passend Onderwijs van de wal af juni 2016
Ik voel me er niet zo senang bij, de radiostilte rondom Passend Onderwijs. We zijn nog geen twee jaar jong… Waar we voor en direct na de invoering van Passend Onderwijs geen blad, site of congresaankondiging konden openslaan zonder tips, best practices enz. lijkt het onderwerp nu van de radar van de landelijke media te zijn geraakt. Het is beduidend stiller. Ondertussen gaat er veel wel, maar ook veel niet goed in de wereld van Passend Onderwijs. Wie de moeite neemt om op www.onderwijsgeschillen.nl te kijken, ziet dat een groot deel van de casuïstiek een directe relatie heeft met Passend Onderwijs. En wie de vacatures een beetje in de gaten houdt, ziet wekelijks vacatures voor directeur (-bestuurder)s samenwerkingsverbanden. En dat is niet het gevolg van een toename van het aantal samenwerkingsverbanden, maar mogelijk wel het gevolg van de enorme diversiteit aan verwachtingen rondom Passend Onderwijs.
Om Passend Onderwijs echt uit te kristalliseren naar aard en resultaat, zou het naar mijn mening gebaat zijn bij een evenwichtig publiek en maatschappelijk debat over de onderwijskundige visie achter deze wet. Eentje die past bij de maatschappelijke opdracht die zich op het snijvlak tussen onderwijs en zorg bevindt. Zoals dat bij vele andere decentralisaties op een vanzelfsprekende manier wel is georganiseerd via een democratisch debat. Natuurlijk kent het passend onderwijs het OOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) tussen samenwerkingsverband en de gemeente, maar dat vindt veelal plaats aan de bestuurlijke tafel. Daarmee blijven de resultaten buiten het publieke blikveld.
Want dat zijn ze, de verwachtingen van Passend Onderwijs: divers. En dat is niet zo verwonderlijk. Wanneer is Passend Onderwijs nu eigenlijk een succes? Waar kunnen we dat aan afmeten? De wet geeft op dit punt weinig handvatten. Is Passend Onderwijs een succes als alle scholen hun zorgplicht nakomen? Of als het aantal thuiszitters gereduceerd is tot 0? Of gaat het erom dat kinderen op de eerste plaats een passende plek hebben en de leerkrachten zich geholpen en gesteund voelen wanneer zij kinderen met extra ondersteuningsbehoefte in de klas hebben? Wat mij betreft het laatste, al realiseer ik mij dat dit lastig te meten is. Hoe maak je gevoel meetbaar? En wanneer is een plek passend? Als het leerrendement stijgt?
Het rijk heeft de nodige lange termijn onderzoeken uitgezet om Passend Onderwijs te volgen en de successen te meten. Maar nergens is een plek waar breder, en in de schijnwerpers van de publieke opinie wordt gedebatteerd over bijvoorbeeld de positionering van Passend Onderwijs, de raakvlakken met de (bezuinigingen) in de jeugdzorg en de WMO, en de effecten daarvan. Dit zou de discussie, de verwachtingen en de gewenste opbrengst van Passend Onderwijs meer duidelijkheid en richting geven. Wellicht een mooie kans voor een nieuw regeerakkoord?!
Nicole Teeuwen 20
21
22
Lef! oktober 2016
Ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Mijn zoon van vier voor het eerst naar school. Zijn klamme handje in de mijne. Een beetje schuchter, maar opeens zijn verlegenheid opzij zettend laat hij los. “Ga maar mama, ik kan het zelf.” En hop daar stapte hij de klas in, gaf de juf een hand en zocht zijn plekje. Dat noem ik nou lef. Afgelopen maand bezocht ik samen met een heleboel collega’s uit VO en PO de tweedaagse conferentie ‘Samen werken aan transformatie.’ De conferentie bestond uit een aaneenschakeling van nuttige workshops, co-creatie sessies, interessante dialogen en toespraken met als rode draad hoe nu verder.
van schoolbesturen. Wij in Rotterdam zeggen: de mouwen opstropen en ervoor gaan! In datzelfde Rotterdam zijn we sinds de start van passend onderwijs bezig met de initiatieven van scholen zelf. Juist om te komen tot een dekkend netwerk en om passend onderwijs vorm te geven. Het getuigt van lef dat schoolbesturen en samenwerkingsverbanden dit durven. En het getuigt van lef dat scholen niet terugdeinzen, maar zich met enorme passie en betrokkenheid inzetten voor die leerlingen die het het hardste nodig hebben. We willen heel graag laten zien hoeveel van dit soort initiatieven er zijn. Eind dit jaar zullen we dan ook een reader beschikbaar stellen aan alle scholen waarin dit alles gebundeld is. Met als doel van elkaar te leren.
Na de enorme stelselwijziging die zowel passend onderwijs als jeugdzorg voor hun kiezen kregen is het nu tijd voor de volgende stap. Toch lijkt passend onderwijs daarin te aarzelen. Bekneld door regels en gedemotiveerd door veel papier. Hoe gaat passend onderwijs de omslag maken van samenwerkende besturen naar samenwerking in en rond de school? Naar mijn mening begint dat met een stevige portie lef. Lef om de transformatie te laten beginnen bij jezelf. Lef om stevig mandaat te pakken, om ondanks dat er zaken nu ingewikkeld liggen doelen te stellen.
In mijn optiek maakt de combinatie van zorg en onderwijs passend onderwijs tot een succes. Dat is iets waarmee wij als PPO Rotterdam mee aan de slag zijn en gaan. Om met Marc Dullaert te spreken: “Het centraal stellen van de onderwijsbehoefte van het kind. Dat is waar het om gaat.”
Niet te denken in beperkingen, maar in mogelijkheden en kansen. Katinka Slump, juridisch adviseur onderwijsrecht en spreker op de conferentie noemde het de emancipatie
Nicole Teeuwen
23
Op het scherpst van de snede december 2016
José is acht en woont samen met zijn ouders, twee zusjes en een oudere broer middenin de Afrikaanderwijk. Vader heeft momenteel geen werk en drinkt. Moeder loopt op haar tenen door het huis, spreekt matig Nederlands en probeert met schoonmaakwerk in de avonduren de eindjes aan elkaar te knopen. José brengt, zonder te hebben ontbeten, zijn zusjes naar school en ploft daarna zelf in de klas neer. Groep 5. José heeft een lieve juf, maar kan zich moeilijk concentreren. Zit altijd andersom op zijn stoel, haalt graag geintjes uit met klasgenoten. José is over het algemeen een rustige jongen, maar kan onverwacht enorm uit zijn slof schieten. Schelden, een klasgenoot een dreun verkopen, een stoel door de klas... Het is allemaal al eens gebeurd.
Met het aanpakken van zijn houding en gedrag op school zijn we er nog niet. Deze casus behoeft een integrale aanpak, eentje waarbij alle stakeholders worden betrokken. En laat dàt nu juist zijn waar ik het laatste jaar vaak tegenaan loop. Want hoewel de invoering van Passend Onderwijs deze integrale manier van werken, deze solidariteit, beoogt, opereren we nog vaak te solistisch. De samenwerking onderling en met stakeholders is voor velen nog nieuwe, complexe materie. Toch is het belangrijker dan ooit om met elkaar te blijven knokken voor de integraliteit en de collectieve, maatschappelijke opdracht die Passend Onderwijs heet. Voor José. Op het scherpst van de snede.
Zijn juf is het zat, zo kan het niet langer. Er moet iets gebeuren. Zij klopt aan bij de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam. Ze proberen samen met de ouders van José tot een oplossing te komen. Samen concluderen ze dat Josés werkhouding aandacht nodig heeft en dat hij gedragsproblemen laat zien. De schooldirecteur vraagt via de schoolcontactpersoon een arrangement aan bij het OAT. Maar dan?
Binnen Passend Primair Onderwijs Rotterdam zien we dat het aantal kinderen dat niet naar school kan en dus langdurig thuiszit, toeneemt. Mijn gevoel is dat hier een verband ligt met de andere decentralisaties van onder andere Jeugdzorg. PPO Rotterdam is bezig dit te onderzoeken.
Kan het OAT hier alle benodigde ondersteuning bieden? Het antwoord is simpelweg nee. De problemen van José reiken verder dan alleen het onderwijsveld.
Wellicht voelt dit als een sombere afsluiting van het jaar. Een jaar waarin we gelukkig ook kunnen terugkijken
24
op de successen van Passend Onderwijs. Denk bijvoorbeeld eens aan al het moois wat er met de professionaliseringsgelden in de wijken is neergezet, aan de fijne samenwerking tussen schoolcontactpersonen en de scholen, het realiseren van het basisbudget en niet te vergeten een aantal prachtige pilots (waaronder de pilot Kinderen In Delfshaven, en de pilot Dyslexie) die als
voorbeeld dienen voor regionale en zelfs landelijke partijen. Ondanks mijn zorgen, kijk ik daarom met vertrouwen naar 2017. Omdat ik weet hoe groot de betrokkenheid van de professionals en besturen is. Vanaf deze plaats wens ik u en jou fijne feestdagen.
Nicole Teeuwen
25
Schotland: regen en zonneschijn februari 2017
Afgelopen maand pakte ik mijn koffer en stapte ik op het vliegtuig richting Schotland. Niet voor een regenachtige city-trip, maar op uitnodiging van de Vereniging Speciaal Onderwijs (LECSO). Doel van dit werkbezoek: met allerlei beleidsmakers en bestuurders op het gebied van Passend Onderwijs kijken naar het Schotse systeem. In Schotland zijn de ontwikkelingen rond passend onderwijs en de decentralisatie jeugdzorg reeds enkele jaren gaande en dus erg interessant voor ons Nederlanders die pas een paar jaar op weg zijn. Wat ik in Schotland zag? Inclusief onderwijs. En dan bedoel ik ook ĂŠcht inclusief. Ik heb dingen gezien waarvan ik van tevoren niet had gedacht dat het zou kunnen. Zo zag ik een jongen van een jaar of tien met een IQ van een kind van 18 maanden, gewoon in de klas. Zo zag ik
kinderen met autisme en hoogbegaafdheid, gewoon in de klas. En denk maar niet dat het kleine klasjes zijn daar in Schotland. Ook daar zitten er zo’n 30 tot 33 leerlingen bij elkaar. Ook opvallend: geen overbelaste leerkrachten, althans niet op dit thema.
26
We hebben ons met elkaar verbaasd en afgevraagd: wat is hier nu anders dan in Nederland? Wat is het geheim? Het budget lijkt grosso modo hetzelfde, de leraren salarissen lijken op die in Nederland, ook daar kampt men met een lerarentekort, er is een onderwijsinspectie en de klassen zijn dus ongeveer even groot als bij ons. Ook in Schotland zijn er multiculturele scholen. Een van de scholen die ik heb bezocht bestond voor 70% uit allochtonen. Daarbij is het gebied dat wij bezocht hebben, in en rondom Edinburgh, dichtbevolkt en kent een hoog voorzieningenniveau. De randvoorwaarden lijken dus hetzelfde. Maar toch zijn er een aantal essentiële verschillen.
Het is zelfs zo vanzelfsprekend dat zij zich verbaasden over onze vragen over hoe zij kinderen mee lieten doen met de les. Alle kinderen zitten in ‘mainstream education’. Op een school die ik bezocht van zo’n 700 leerlingen waren er vier kinderen met een SO-profiel. Zij waren de enige leerlingen die delen van de dag apart zaten in ‘The Golden Room’, en een speciale begeleider hadden. Streven was ook voor deze leerlingen om deels in een gewone klas mee te draaien. Daar heb ik later inderdaad ook een mooi voorbeeld van gezien. Een ander belangrijk verschil is de positionering van de lerarenopleiding. In de lerarenopleiding is inclusief onderwijs en omgaan met kinderen met ‘special needs’ een vanzelfsprekend en belangrijk onderdeel. Een onderdeel dat ook wordt ook geëxamineerd.
In Schotland is in 1999 het hele systeem omgegooid. Het Speciaal Onderwijs is grotendeels afgebouwd als aparte voorziening (naar nu minder dan 1%) en al het geld is gestoken in zoveel mogelijk regulier onderwijs. Om de school heen staan er specialisten. De samenwerkingsverbanden, scholen, het onderwijs, maar ook jeugdzorg vallen onder een centrale aansturing, dat van de City Counsil (gemeente). Alles in 1 hand dus.
En de resultaten? Die zijn zonder meer goed! Maar liefst 20% van de kinderen met ‘special needs’ gaat na het voortgezet onderwijs richting HBO en WO. Natuurlijk zijn er ook aandachtspunten. Zo’n grote cultuuromslag heeft tijd nodig. Er ging een kleine groep leerkrachten in de weerstand. Ook de vraag of alle leerlingen op school voldoende aandacht krijgen werpt zich zo nu en dan op. Toch staat het concept zelf niet ter discussie. Schotland durft te kiezen voor een inclusieve samenleving, waar iedereen erbij hoort. Ook in het onderwijs.
Een afspiegeling trouwens van de wijze waarop de gehele sa menleving is georganiseerd: integratie in plaats van segregatie.
Wat een inspirerend werkbezoek. Een prachtig voorbeeld van hoe inclusief passend onderwijs wérkt. Daar kunnen wij samen met de PO-raad, VO-raad en LECSO, weer thuisgekomen in Nederland, mee verder. Want wat blijkt? Als je het systeem anders organiseert valt er op een groot aantal terreinen veel te winnen. Zo zit de zorg dichtbij de school en de leerling. Zo blijven de kosten nagenoeg gelijk. En het belangrijkste: het kind floreert!
Het is een concept dat iedereen als vanzelfsprekend omarmt. Wie je er ook spreekt, van het Schotse parlementslid tot de juf voor de klas, iedereen spreekt hetzelfde uit: inclusie is een vanzelfsprekendheid in de gehele samenleving, dus ook in het onderwijs.
Nicole Teeuwen 27
Druk mei 2017
Juf Elif haalt haar mouw langs haar voorhoofd. Het is pas 11 uur, maar het voelt alsof de laatste bel ieder moment kan gaan. Voor haar zitten 37 kinderen - juf Margje is ziek – door de WWZ was er was geen vervanger dus haar klas is opgedeeld - keurig in rijtjes gebogen over hun rekenwerk. Het duurde even, maar ze heeft het toch voor elkaar. Er steekt een hoofd om de hoek van de deur: “Willen Hamit, Jada en Levi meekomen voor de remedial teaching?” De kinderen pakken hun spullen, een uitgelezen kans voor Lars om zijn buurvrouw aan haar haar te trekken. De toch al licht ontvlambare buurvrouw krijgt spontaan een woede-uitbarsting. Als juf Elif het tumult weer tot bedaren heeft gebracht kan ze zich weer richten op het uitleggen van de som op het bord.
De werkdruk in het onderwijs is een ontegenzeggelijk probleem.
De klas van juf Elif bestaat uit kinderen die ondersteuning nodig hebben op allerlei gebied: van dyslexie tot gedragsproblemen, van hoogbegaafdheid tot kinderen met een autistisch spectrum. Daarnaast zijn er een hoop ‘wiebelaars’, hangen er koptelefoons voor kinderen die zich af willen sluiten en is Jayvano net terug van een ernstig ziekbed. Een mooie uitdaging waar zij best wat hulp bij krijgt, maar daarnaast speelt er nog zoveel meer. Wanneer ze zich aan het eind van de middag buigt over de grote stapel papier die op haar wacht, dwalen haar gedachten af naar Liz. Heeft ze dit stille meisje vandaag wel écht gezien?
Een probleem waar ik de leerkrachten in het Rotterdamse onderwijs ook mee zie worstelen. Er wordt dan ook nogal wat van hen gevraagd. De afgelopen tijd heeft het onderwijs te maken gehad met een groot aantal ingrijpende maatregelen. Zo gaan scholen sinds kort zelf over materiële zaken wat direct leidt tot minder handen in de klas (Algemeen Dagblad, 5 mei). Daarnaast zorgt het onderwijsachterstandenbeleid vaak tot grotere klassen en is de jeugdzorg gedecentraliseerd waar juist de combinatie onderwijs-zorg zo belangrijk is. En denk eens aan de torenhoge administratieve werklast. Tenslotte is er nog de invoering van passend onderwijs: het bieden van een goede onderwijsplek aan alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Maar is dat laatste nu werkelijk de (hoofd)oorzaak van de ervaren werkdruk?
Ruim 33.000 basisschoolleraren - die zich hebben verenigd onder de naam PO in Actie - klagen ook over de werkdruk en papieren rompslomp. Deze onderwijzers zeggen te gaan staken als hun eisen niet worden ingewilligd bij de formatiebesprekingen.
28
Ik probeer iedere vrijdag mijn agenda vrij te houden voor een schoolbezoek. Zo bezocht ik afgelopen week De Archipel, een SO cluster 4 school in Rotterdam-Zuid. Een school die het moeilijk had, maar nu tien groepen goed draaiend houdt. Naast veel betrokken en bevlogen leerklachten zag ik daar een mooi voorbeeld van werkdrukverlichting. Het meisje aan het tafeltje kijkt schichtig om zich heen, naast haar zie ik het bekende gezicht van onze schoolcontactpersoon. Mij wordt verteld dat dit meisje met goede resultaten behandeld is in een ziekenhuis, nog ondersteuning nodig heeft en daardoor thuis dreigde te komen zitten. Mede dankzij de inzet van de Taskforce Thuiszitters, de Archipel en de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam kan zij nu toch
naar school. Er is tijdelijke klassenassistentie voor de ochtenden - gefinancierd door PPO Rotterdam – gericht op volledige integratie in de klas. Dít is de Rotterdamse aanpak. Het verlichten van de werkdruk van leerkrachten door hen daar waar nodig te ondersteunen tot aan meer handen in de klas. Met de glimlach van het kind als doel. Ja, er is een hoge werkdruk en laten we daar zeker wat aan doen. Snijd in administratielast, leg geen onnodige bijtaken op, zorg dat de klassen niet te groot worden. En laat dan leerkrachten doen waar hun hart ligt: het onderwijzen van álle kinderen. Daar zijn zij, naar mijn idee, graag druk mee.
Nicole Teeuwen
29
Het past niet November 2017
Vraag de man op straat eens te kiezen tussen insluiten en uitsluiten. Drie keer raden welk antwoord hij geeft. Scholen, ouders, professionals, overheid: bijna iedereen onderschrijft de visie van passend onderwijs. De gedachte dat kinderen, waar het kan, zoveel mogelijk naar het regulier onderwijs gaan om ze op die manier voor te bereiden op een plek in de inclusieve samenleving. De boot groter maken, zodat er minder kinderen uitvallen. Zorgen dat er een plek is voor iedereen. MAAR. En tja, dan duiken er allerlei haken en ogen op aan deze klaarblijkelijke utopie. Sommige breed uitgemeten in de media, andere direct zichtbaar in de klas of besproken aan de keukentafel over een kopje thee. Waarom stijgt
het aantal leerlingen in het Speciaal Onderwijs? Hoe komt het dat er opeens zoveel meer zorgleerlingen in mijn klas zitten? Wordt mijn kind wel gezien in een klas vol aandachtstrekkers?
30
onderwijs en (jeugd)zorg en werkdruk onder leerkrachten. Het nieuwe kabinet zet de ingezette systematiek van passend onderwijs voort: de visie wordt zelfs verstevigd. Er komt niet alleen een onderzoek naar de wijze waarop het leerrecht van kinderen wettelijk kan worden vastgelegd, ook is er in het akkoord aandacht voor het beperken van thuiszitters en het vroeg signaleren van verzuim. En er zal voor de samenwerkingsverbanden extern en onafhankelijk toezicht worden geregeld.
Het is wederom een roerige tijd in het land van (passend) onderwijs. Waar we in Rotterdam met elkaar op de goede weg lijken te zijn blijft het pak wringen. Op steeds meer punten blijkt de facilitering niet te passen. Laat ik eens een klein stukje context schetsen van waar wij dagelijks opereren. Scholen zitten dusdanig krap bij kas dat zij de bekostiging van zorg vaak moeten steken in de grote klassen. Klassen die overvol zitten als gevolg van de wijziging in het onderwijsachterstandenbeleid en het lerarentekort. En klassen die, zeker in Rotterdam, gevuld zijn met een grote variatie aan nationaliteiten en kinderen met NT2. Er komt een andere, moeilijkere doelgroep in zowel het regulier als het speciaal basisonderwijs. Iets wat wellicht is toe te wijzen aan de drie grote decentralisaties (m.n. die van de Jeugdzorg) en onze pilot Leerrecht. Een pilot waarin leerlingen die voorheen een leerplichtontheffing hadden door zorg in de klas mogelijk te maken weer kunnen deelnemen aan het onderwijs. Tegen de verwachting in stijgt het aantal doorverwijzingen naar het Speciaal Onderwijs in Rotterdam als gevolg van o.a. het groeiend aantal leerlingen. Capaciteitsproblematiek, wachtlijsten en thuiszitters liggen dan ook op de loer. Tel daarbij op dat de verantwoordingssystematiek en de doorzettingsmacht van samenwerkingsverbanden van meet af aan bij wet niet goed geregeld zijn. Iets wat de beeldvorming in Nederland geen goed doet gezien de stroom aan negatieve berichtgeving. En dat terwijl er ook zoveel successen zijn!
Aan minister Slob is nu de eerste zet waar het gaat om het constructief omzetten van de kabinetsplannen ten einde passend onderwijs verder te brengen. Een stevige klus voor onze nieuwe minister, gezien de lopende discussies in de onderwijssector.
Toch blijf ik ervan overtuigd dat het kan. Z eker als ik kijk naar de grote stappen die Rotterda m de afgelopen drie jaar heeft gezet. Wij Rotterdammers weten als geen ander onze mouwen op te stropen. Laten we er met elkaar voor zorgen dat het pak gauw zit als gegoten.
Nicole Teeuwen
Begint u te begrijpen waarom het pak zo strak zit? We zullen met elkaar objectief moeten kijken naar hoe we de gedragen visie van passend onderwijs de ruimte kunnen geven. Te beginnen bij het regelen van de wettelijk verplichte doorzettingsmacht en eenduidige verantwoording van samenwerkingsverbanden. Maar ook door onderzoek te doen naar de relatie tussen
31
Van vinken naar vonken december 2017
Zo net voor de feestdagen is er altijd een moment van terugblikken. Hoe is het afgelopen jaar verlopen? Momenten om te koesteren en gebeurtenissen die je liever in 2017 laat. Mijn afgelopen jaar begon heel goed, het bezoek aan Schotland zette de toon voor waar het binnen PPO Rotterdam ook dit jaar om draaide: hoe kunnen zoveel mogelijk kinderen op reguliere scholen onderwijs volgen? 2017 werd het jaar van de continuering van onze pilots en projecten. Initiatieven die in heel Nederland op diverse plekken werden gezien, bevraagd en gewaardeerd. Met als veelbesproken koploper onze pilot KID waar jonge kinderen door inzet op de combinatie van onderwijs en jeugdzorg kunnen worden ondersteund. 2017 was ook het jaar van de wijkplannen. Alle Rotterdamse wijken zetten met elkaar op papier hoe en waarmee zij met elkaar aan de slag willen gaan. 2017 was het jaar waarin PPO Rotterdam de poortwachtersfunctie in vergoede dyslexiezorg toegekend kreeg, het jaar waarin een start werd gemaakt met tevredenheidsmetingen en waarin voorbereidingen werden getroffen voor een nieuw registratiesysteem. Ook in 2017 is er door de scholen, onze medewerkers en natuurlijk een heleboel Rotterdamse kinderen weer bergen werk verzet. Des te plezieriger dat ook in 2017 de scholen onze schoolcontactpersonen waardeerden met het prachtige rapportcijfer van 8,4. Om mij heen zag ik niets dan gedreven professionals die met hart voor de zaak, vol passie wilden vonken.
werd een landelijk gedragen initiatief. Leerkrachten leggen politici het vuur aan de schenen en dat zorgt her en der voor vuurwerk.
Toch is het niet al goud dat blinkt. Het passend onderwijs lag ook in 2017 menigmaal onder vuur in de media. Het afgelopen jaar liep de spanning in onderwijsland steeds hoger op en dat resulteerde zelfs in stakingen. PO in actie
Inspiratieloos vinken kom je steeds vaker tegen.
Een roerige tijd dus waarin het, relatief jonge, passend onderwijs zich staande wil houden. Natuurlijk zien ook wij de moeilijkheden. Niet voor niets startten we het afgelopen jaar het onderzoek naar de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg. Toch wel het belangrijkste thema van het afgelopen èn komende jaar. Soms lijken we met PPO Rotterdam ten onder te gaan aan onze eigen ambitie. Zo zou je kunnen zeggen dat we financieel leeglopen op het succes van onze arrangementen. Reden om zo nu en dan zomaar even de moed te verliezen. De onzekerheden van vandaag kunnen maken dat je je lamgeslagen voelt. Het werk kan dan voelen als een lange lijst waarop we zonder werkelijke betrokkenheid (af) vinken. En dat terwijl we er juist op dit moment vol passie met elkaar de schouders onder moeten zetten.
32
Koop je bij de drogist wel eens een doosje paracetamol? Waarschijnlijk krijg je dan ook standaard de vraag of ‘je vragen hebt over dit medicijn?’ Op die manier vinken ze bij het Kruidvat hun zorgplicht af. Ik hoorde eens dat iemand als antwoord gaf dat hij er een taart mee ging bakken met zijn dochter van vier en toen het advies kreeg: “nou, veel plezier dan maar hé.” Klus geklaard, niemand geholpen.
een verpleger die snapt wat vonken is: hij checkte ook alle monitoren, en liep vervolgens naar Jaap toe, legde een hand op zijn schouder en zei: ‘It’s okay’. Het maakte voor Jaap alle verschil in de wereld. Ik wens u en jou vanaf deze plek hele fijne feestdagen. Ik hoop dat je de kerstvakantie kunt gebruiken om jouw eigen vuurtje (weer) aan te wakkeren. Misschien een goed voornemen als jij regelmatig moet vinken: bedenk deze kerst eens jouw eigen Carlos-moment. En gooi eens een paar vinklijstjes weg. Namens alle Rotterdamse kinderen: hartelijk bedankt!
Afgelopen woensdag 13 december was ik op de Pro-dag waar Jaap Bressers sprak. In zijn boek Waar een wiel is, is een weg vertelt hij over het moment dat hij op zijn 21e zijn nek brak tijdens het duiken aan de Portugese kust. Een zeer ernstig ongeval waarmee hij voor de rest van zijn leven in een rolstoel zou belanden. Maar eerst wachtte hem nog een verblijf in een ziekenhuis in Portugal. ’s Nachts werd hij vaak in blinde paniek wakker. Hij schreeuwde het uit, maar niemand kwam. De meeste verplegers gingen immers direct vinken: ze checkten de monitoren, keken of de bloeddruk in orde was en controleerden zijn hartslag. Behalve Carlos. Carlos was
Oh ja, ik zou bijna vergeten dat 2017 ook het jaar is waarin ik heb besloten om na vier jaar deze mooie organisatie te verlaten. Per 1 februari ga ik aan de slag als voorzitter landelijke Sectorraad Praktijkonderwijs. Mij wederom hardmaken voor onderwijs en kinderen, zij het nu in een iets andere leeftijdscategorie. Hierover later meer.
Nicole Teeuwen
33
Zwanenzang januari 2018
Dit is hem dan: mijn laatste blog voor PPO Rotterdam. Het voelt nog een beetje onwerkelijk, maar na deze week ben ik dan echt directeur-bestuurder af. Ik weet nog goed hoe ik vier jaar geleden binnenkwam. Vastbesloten mijn opdracht te volbrengen en aangenaam verrast door de sector. Mijn beeld van het onderwijs was tot dan toe gekleurd door mijn eigen ervaring als moeder van drie kinderen en wethouder. In Rotterdam zag ik de gigantische betrokkenheid die professionals toonden bij kinderen. Dat raakte me. Het bleek later de sleutel tot de realisatie van een heleboel mooie dingen. Toen ik bij PPO Rotterdam begon was het expertisemodel iets waar ik direct enthousiast over was: de
ondersteuning naar het kind toe brengen. Dit betekende wel een enorme cultuuromslag. Onze mensen moesten
34
weg achter hun bureau en de boer op, gewapend met laptop en mobiele telefoon. Ik kijk met trots terug op wat onze mensen in zo’n korte tijd hebben neergezet. Het brengen van expertise naar de scholen heeft een waarneembaar effect, niet alleen in cijfers, zeker ook in beleving. Het afgelopen jaar werden onze schoolcontactpersonen gewaardeerd met het mooie cijfer van een 8,4: een kroon op ons harde werken. Met de pilots en projecten van PPO Rotterdam, ontstaan vanuit de expertise en betrokkenheid van de scholen en onze medewerkers, proberen we in te spelen op dat wat nodig is. Veelal met succes. In Rotterdam wacht men niet af, zag ik al snel. De mouwen worden opgestroopt en er wordt stevig aangepakt. Iets wat ook landelijk niet onopgemerkt blijft: onze pilots en projecten staan regelmatig in de spotlights en geven inspiratie waar het gaat om de inpassing van passend onderwijs. Terugkijkend besef ik dat we in staat werden gesteld om onze visie ook makkelijk fysiek te bepalen. De snelle huisvesting van onze OAT’s bij het CJG is daar een mooi voorbeeld van.
Op 29 maart neem ik officieel afscheid. Onze personeelsbijeenkomst wordt omgevormd tot een publiek symposium. Samen met Andries Baart duiken we deze middag in de presentietheorie. Ook zal Maarten van Rossem zijn licht laten schijnen over het spanningsveld tussen zorg en onderwijs. ‘Onze eigen’ Jeroen Naaktgeboren verwoord vervolgens de boodschap van het symposium in een gedicht, iets wat hem als voormalig stadsdichter wel is toevertrouwd. Aandacht als basis, een appellerend gegeven waarmee ik eenieder tijdens dit symposium hoop te inspireren. Iets wat ik tenslotte ook aan u wil meegeven:
Wat is er veel gebeurd de afgelopen jaren. Teveel om allemaal in dit blog aan te halen. Was het dan alleen rozengeur en maneschijn? Zeker niet. Er zijn helaas ook hoofdbrekers die ik met spijt moet achterlaten voor mijn opvolger. Want hoe zorgen we nu dat we niet ten onder gaan aan ons eigen succes? Door onze aanpak worden er steeds meer kinderen geholpen. Deze actiestand zorgt ervoor dat onze maatwerkbudgetten omhoog schieten. Financieel ligt hier een probleem op de loer. Toen ik bij mijn start de hand schudde van (toen nog) wethouder Hugo de Jonge, spraken we samen af een prioriteit te maken van de combinatie zorg en onderwijs. Dit bleek niet gek gedacht. Wanneer u regelmatig mijn blog leest weet u dat dit een uitdaging blijft. Zorgen dat er geen kinderen tussen wal en schip vallen.
Zet voort dat mooie werk, wellicht zien we elkaar weer!
Kijk wat belangrijk is voor het kind, daar begint het wat mij betreft mee. In februari wil ik dat zelf weer doen in mijn nieuwe functie als voorzitter van de landelijke Sectorraad Praktijkonderwijs.
Nicole Teeuwen
35
Er liggen handen op een tafel waar ons betekende hier - nu aan kan raken Tellen niet terug. Verblijven als gegeven. Er leggen handen op een tafel waar verwoord nog onbeschreven wit zoekt Ik ook Jij mag zijn. Bezinnen als bevatten. De scharrelhanden van nieuwsgierig en verbaasd omdat passend waar zaaien en zorgen in een kring aansluiten zoals schepen onze stad ontsluiten De bedoelhanden die begrijpen met vingers in aarde & de waarde omwoelen om groei van wortels een plaats van schaduw en licht aan te reiken De geefhanden van lief voor mens waar een grens met lijnen van vingerafdrukken langs dezelfde touwen een loopplank herkent Jij bent hier – de school is geen plek maar een plaats van waarom - wederkerig present omdat je alleen samen een ander kan zijn In Rotterdam bouwen wij havens met handen omdat wij de overslag durven vertrouwen aan oevers van monding uit mouwen
Jeroen Naaktgboren t.g.v. afscheid Nicole Teeuwen maart 2018
Meer informatie over het samenwerkingsverband en passend onderwijs is te vinden op onze website: www.pporotterdam.nl | info@pporotterdam.nl | 010 303 1400 | Postbus 22171 | 3003 DD Rotterdam
Design: Mangoa | Fotografie: deels Tineke de Lange en deels stockfotografie
Jij bent hier Jij bent hier - klinkt de overkant waar een kind vandaag haar eerste pijler tekent in een midden dat als nieuwe brug aan twee zijden gene zijde weet