www.mit-online.nl
●
jaargang 2
●
nummer 2
●
april 2016
Echogeleide borstoperatie Mooier resultaat en lagere kosten
Medische spoedsituaties De patiënt met bedreigde ademweg
Tumor-ablatie met MR-HIFU Nieuwe scalpel voor de chirurg
> pagina 4
> pagina 8-9
> pagina 10
“Snelle beeldvorming essentieel bij multitraumapatiënten”
Prof. dr. Carel Goslings (AMC) werkt met een CT-scanner op de traumakamer. "Multitraumapatiënten komen bij wijze van spreken binnen door de CT-scanner, dat scheelt cruciale minuten." (foto: Job Schlingemann) VAN DE REDACTIE AMSTERDAM – Met loeiende sire-
nes wordt een slachtoffer van een zwaar verkeersongeval de spoedeisende hulp binnen gebracht.
Naast direct zichtbare trauma’s, zoals een complexe beenen armbreuk, is de vraag: is er sprake van inwendige bloedin gen of letsel? En zo ja, waar in het lichaam precies? Elke minuut dat
het traumateam dit eerder weet, maakt verschil. Om nog sneller precieze kennis over de verwondingen van traumapatiënten te kunnen verkrijgen, bedacht prof. dr. Carel
NZa adviseert minister: voorlopig geen nieuwe regels voor MSB edrijf (MSB) op te richten binnen b het ziekenhuis, blijkt uit de NZadisch specialisten hebben tijd Monitor. nodig om hun onderlinge samenwerking verder vorm te geven In eerste instantie was de samenwerking tussen ziekenhuis na de invoering van de integrale en MSB vooral gericht op de fisbekostiging voor medisch-specialistische zorg in 2015. De cale en financiële aspecten, maar Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) inmiddels is de aandacht uitgebreid naar inhoudelijke zaken adviseert minister Schippers van zoals kwaliteit, veiligheid, taken VWS dan ook om voorlopig geen en verantwoordelijkheden. Uit nieuwe regels op te stellen die de de Monitor blijkt dat de relatie samenwerking raken. tussen ziekenhuisbesturen en Op de rekening van het ziekenhuis staat sinds 2015 één – inMSB’s over het algemeen goed is. tegraal – tarief voor medisch- Deze verstandhouding en onderlinge vertrouwensrelatie is voor specialistische zorg. Hierin zitten de interne ziekenhuisorganisazowel de kosten van het ziekenhuis als een vergoeding voor de tie minstens zo belangrijk als het behandelaar. De NZa deed in organisatiemodel en de samenwerkingsafspraken, zo schrijft de haar Monitor ‘Integrale bekostiging medisch-specialistische NZa in haar rapport. Verder onderzocht de zorgautozorg 2015’ onderzoek naar hoe het riteit of MSB’s negatieve effecten eerste jaar van deze integratie is met zich meebrengen, bijvoorverlopen. Vanwege de fiscale gevolgen voor zowel ziekenhuis als beeld door concurrentie tussen vrijgevestigde medisch specialisziekenhuis en MSB. De NZa heeft ten, werden nieuwe organisatiehier geen bewijs of aanwijzingen structuren gezocht. De meeste voor gevonden, maar vond wel in vrijgevestigde medisch specialisdiverse ziekenhuizen positieve ten kozen ervoor om gezamengevolgen van de nieuwe organilijk een medisch specialistisch satiemodellen. Zo wordt er meer UTRECHT - Ziekenhuizen en me-
overlegd tussen artsen van verschillende specialismen en zijn specialisten intensiever betrokken bij het ziekenhuisbeleid. Hoewel de conclusie van de NZa over de integrale bekostiging positief is, meent de zorgautoriteit dat de nieuwe samenwerkingsvorm nog niet geheel is uitgekristalliseerd. Daarom roept zij minister Schippers van VWS op voorlopig geen nieuwe regels op te stellen voor de samenwerking tussen ziekenhuis en medisch specialisten. Ook aan de zorgprofessionals zelf doet de NZa nog enkele aanbevelingen, waaronder de oproep als medisch specialisten gezamenlijk één aanspreekpunt voor het ziekenhuisbestuur te vormen en als MSB transparant te zijn over de bedrijfsvoering. Hoewel de formele invloed van de raad van toezicht van een ziekenhuis op het MSB beperkt is, adviseert de NZa hen om het functioneren van het ziekenhuis én het MSB intensief te volgen. De NZa blijft de ontwikkelingen de komende jaren monitoren. ●
Goslings met zijn team een revolutionaire nieuwe opzet voor de traumakamers. In een interview met MIT legt de hoogleraar Traumachirurgie van het AMC de nieuwe opzet uit (zie pagina 6-7). Sleutelelement hierin is de CTscanner die op de traumakamer staat. Elke zwaargewonde p atiënt die binnenkomt, krijgt geen echo van de buik of röntgenfoto’s van thorax en bekken meer, maar direct een total body CT. Goslings: “Patiënten komen bij wijze van spreken binnen door de scanner.” De eerste onderzoeksresultaten naar deze opzet zijn positief. “Direct een CT-scan is sneller, niet duurder en we zien een trend naar betere overleving,” aldus Goslings. De traumachirurg is dan ook overtuigd van de gunstige effecten voor traumachirurgie. “Er is zeker een rol weggelegd voor de total body CT in de traumazorg. We werken nu aan selectiecriteria zodat we precies die patiënten scannen die er het meest bij gebaat zijn.” Ook na de acute opvangfase ziet Goslings een belangrijke rol voor beeldvorming weggelegd, bijvoorbeeld voor preoperatieve planning van het plaatsen van een fixatuur.
Hiervoor gaat Goslings aan de slag met 3D-geprinte modellen van de patiënt om de planning van zo’n fixatuur te vergemakkelijken. “Dit soort technologie kan de traumachirurgie ver vooruit brengen.” Een andere behandeling waar beeldvorming al tijdens de ingreep wordt ingezet, is MR-HIFU: MRI-gestuurde High Intensity Focused Ultrasound. Deze techniek heeft als doel tumoren zeer lokaal te ‘verbranden’ met radiogolven, zodat geen chirur gie of chemotherapie meer nodig is. Prof. dr. Chrit Moonen van het UMC Utrecht werkt samen met Philips aan het testen van een protot ype MR-HIFU-apparaat (zie pagina 10), dat deze behandeling voor borsttumoren mogelijk moet maken. “De eerste tien patiënten hebben deze behandeling ondergaan en de resultaten zijn ronduit positief. Maar we hebben nog een lange weg te gaan.” Verder frissen we in deze MIT uw kennis op over hoe te handelen in een medische spoedsituatie. In het excerpt op pagina 8-9 leest u over de patiënt met een bedreigde ademweg en hoe deze te behandelen volgens de welbekende ABCDE-systematiek. ●
Discussieer mee op Qlinix!
“Cosmetische ingrepen horen bij opleiding dermatologie” www.qlinix.nl
april 2016 - medische innovatie en technologie
Binnenlands nieuws
3
Operatierobot voor micro- Zorgverleners wensen meer chirurgie in Maastricht ondersteuning bij disfunctioneren MAASTRICHT – ’s Werelds e erste exemplaar van een unieke operatierobot voor microchirurgie staat de komende twee jaar in het Maastricht UMC+. De robot, die wordt bestuurd door een chirurg, is geschikt voor hersteloperaties die met mensenhanden niet of nauwelijks mogelijk zijn. Doel is om voorzichtig en stapsgewijs aan te tonen dat het apparaat geschikt is voor ingrepen bij mensen. Over twee jaar moet het apparaat klaar zijn om gebruikt te worden in OK’s. De operatierobot is een product van Microsure, een gezamenlijke spin-off onderneming van het Maastricht UMC+ en de Technische Universiteit Eindhoven. Zowel ingenieurs als chirurgen zijn betrokken bij de ontwikkeling van de microrobot. De armen van de robot worden bestuurd door een chirurg, via twee joysticks. De robot voert de beweging van de handen van de chirurg ‘verkleind’ uit, waardoor de robot tot vijf keer zo nauwkeurig kan zijn. Bovendien filtert de robot alle trillingen van de mensenhand eruit, wat ook bijdraagt aan de precisie. Het apparaat is vooral bedoeld voor reconstructieve c hirurgie. Operaties om bloedvaten en zenuwen te hechten aan nieuw weefsel vragen zoveel precisie dat slechts een klein deel van de chirurgen zulke ingrepen kan uitvoeren. De robot kan helpen om deze nauwkeurige bewegingen gemakkelijker en beter te maken. Ook zorgt de robot voor meer comfort voor de arts, doordat deze niet meer over de patiënt gebogen hoeft te staan, maar rustig kan zitten. Raimondo Cau, chief technology officer van M icrosure: “Doordat de precisie van de chi-
rurg ondersteund en vergroot wordt, kunnen er mogelijk zelfs operaties gedaan worden die tot nu toe niet mogelijk waren.” De eerste focus van Microsure ligt op het aanpakken van lymfoedeem. Relatief veel borstkankerpatiënten krijgen hier mee te maken wanneer lymfeknopen vanwege metastasen operatief verwijderd worden. Hierdoor hoopt vocht zich op op ongewenste plekken. “Nu worden vaak alleen de symptomen bestreden, maar met de operatie robot kunnen we de verbinding van de kleine vaatjes herstellen. Dan pak je de oorzaak van het probleem aan,” vertelt Cau. “Maar er zijn nog veel meer operaties mogelijk met de robot, bijvoorbeeld op het gebied van de urologie, vaatchirurgie, plastische chirurgie en neurologie.” Raimondo Cau promoveerde twee jaar geleden aan de TU/e op het prototype van de chirurgie robot dat hij ontwikkelde. Cau keek hiervoor naar veel operaties en sprak uitgebreid met microchirurgen. Het prototype is inmiddels door veel chirurgen uitgeprobeerd en leidt tot enthousiaste reacties. Microsure zet de ontwikkeling van dit prototype naar een bruikbare robot voort. In januari van dit jaar ontving de onderneming een lening van een kwart miljoen euro van technologiestichting STW. Het bedrijf is bijna klaar met de ontwikkeling van de operatierobot en werkt tegelijkertijd aan de benodigde Europese CE-markering. René van der Hulst, plastisch chirurg bij het Maastricht UMC+: ”Het verder ontwikkelen van deze techniek kan revolutionaire gevolgen hebben voor de plastische chirurgie.” (bron: Maastricht UMC+) ●
Foto: Bart van Overbeeke
Orthopeed Scheper Ziekenhuis werkt jaren ongeregistreerd EMMEN - Een orthopeed in het Scheper Ziekenhuis in Emmen heeft jarenlang gewerkt zonder bevoegdheid. De orthopeed heeft zijn BIG-registratie in 2009 laten verlopen en nooit opnieuw aangevraagd. Het Scheper Ziekenhuis onderzoekt hoe dit bij niemand bekend heeft kunnen zijn. Wat dit onderzoek precies inhoudt, kan de woordvoerder van het ziekenhuis niet zeggen. Het Scheper Ziekenhuis neemt de kwestie hoog op en heeft de registraties van alle overige medisch specialisten gecontroleerd. Deze bleken allemaal in orde, maar toch worden er wel stappen gezet om nog een incident
te voorkomen. Er wordt een procedure gestart waarbij alle registraties gemeld worden bij de raad van bestuur. Daarnaast gaat het ziekenhuis de registraties monitoren, zodat ook bij het bestuur bekend is als een registratie verloopt. Het is overigens de tweede keer binnen korte tijd dat de afdeling orthopedie van het Scheper Ziekenhuis het nieuws haalt. Eerder werd bekend dat er op de afdeling een conflict was over de wijze van samenwerking. De twee incidenten hebben volgens de woordvoerder van het ziekenhuis niets met elkaar te maken. (bron: Zorgvisie) ●
NIJMEGEN – Ruim een kwart van de zorgverleners werd de afgelopen twee jaar geconfronteerd met een disfunctionerende collega. Onder hen is behoefte aan meer ondersteuning bij het omgaan met zo’n collega. Ook de begeleiding van de rehabilitatie van zorgverleners na een tuchtmaatregel is nog onvoldoende. Dat blijkt uit een onderzoek van het Radboudumc. Voor het onderzoek, onder leiding van Tijn Kool en Jan-Willem Weenink, ontvingen ongeveer vierduizend zorgverleners in Nederland tussen 2013 en 2015 tweemaal een vragenlijst. Ook werden er interviews gehouden met vertegenwoordigers van negen beroepsverenigingen en van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Daarnaast spraken zij met medewerkers van vijf organisaties die geconfronteerd waren met een ernstig incident en met zestien zorgverleners aan wie een tuchtmaatregel was opgelegd. Meer dan een kwart van de bevraagde zorgverleners gaf aan het afgelopen jaar geconfronteerd te zijn met een disfunctionerende collega. Een groot deel van hen zegt hierop actie te hebben ondernomen, vooral door de betref-
fende collega of leiding gevende aan te spreken. Zorgverleners hebben echter behoefte aan meer ondersteuning bij het omgaan met zulke situaties. Ze weten vooral niet goed hoe om te gaan met situaties buiten de e igen organisatie. Het onderzoek bevestigt ook dat een open cultuur waarin het normaal is om elkaar aan te spreken op gedrag, belangrijk is voor de patiëntveiligheid. Ernstige incidenten ontstaan meestal na teamfalen in organisaties waar een transparante cultuur ontbreekt. Het onderzoek laat zien dat beroepsverenigingen voldoende aandacht geven aan de eigen verantwoordelijkheid van de zorgverlener bij goed functioneren en het omgaan met verminderd functioneren van zichzelf en hun collega’s. Er is echter nog te weinig aandacht voor begeleiding van zorgverleners die minder goed hebben gefunctioneerd naar weer goed functioneren. Vooral zorgverleners die een corrigerende tuchtmaatregel hebben gekregen, kunnen baat hebben bij ondersteuning en begeleiding tijdens en na afloop van het tuchtproces, omdat een dergelijk proces zowel professioneel als privé een grote
impact heeft, wat kan leiden tot verminderde kwaliteit van zorg. Het onderzoek van het Radboudumc is uitgevoerd in opdracht van ZonMw binnen de Academische Werkplaats Effectief Toezicht, een samenwerking tussen de IGZ en de onderzoeksinstituten iBMG, EMGO+, IQ healthcare en NIVEL. Senior onderzoeker Tijn Kool: “De afgelopen jaren is er in de Nederlandse gezondheidszorg veel gebeurd om het optimaal functioneren van zorgverleners te stimuleren. Het is belangrijk om nu ook het omgaan met en de rehabilitatie bij verminderd functioneren van zorgverleners te verbeteren.” (bron: Radboudumc) ●
OLVG heeft wereldprimeur met ultradunne stent TEKST: MARIEKE EPPING AMSTERDAM – Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam heeft als eerste ter wereld een succesvolle ingreep uitgevoerd met de ultradunne Slender IDS stent. Deze zeer dunne stent kan worden gebruikt voor polsdotteroperaties, waarbij de katheter en stent voor een dotterbehandeling via de pols worden ingebracht, in plaats van via de lies. Het OLVG startte in 1992 met het uitvoeren van de dotter behandeling via de pols, destijds als eerste ziekenhuis wereldwijd. Voor patiënten is de route via de pols prettiger dan via de lies: een
opname is niet nodig, de patiënt kan meteen na de behandeling l open en mag na ongeveer zes uur weer naar huis. Inmiddels is ook aangetoond dat er medische voordelen zijn, vooral minder nabloedingen. In 2014 werd in het OLVG ’s werelds kleinste katheter geïntroduceerd en nu is ook de stent verkleind. Beiden zijn een resultaat van de samenwerking met de Slender Club Europe, een denktank bestaande uit een tiental Europese cardiologen die hun kennis en ervaringen op het gebied van polsdotteroperaties delen. Giovanni Amoroso is cardio loog bij OLVG en lid van de
lender Club Europe. Hij leidde S de klinische studie met de n ieuwe ultradunne stent. “De nieuwe stent is vooral een verbetering voor de patiëntveiligheid,” aldus Amoroso. De polsslagader van een patiënt is erg klein, vele malen smaller dan de liesslagader. Een kleinere katheter verkleint de kans op complicaties zoals een bloeding of verstoppingen in de ader en maakt daarom polsdotteroperaties voor meer patiënten mogelijk. “Minimaliseren van katheters en stents is de toekomst van dotterbehandelingen en deze nieuwe stent is de eerste ultradunne stent wereldwijd.” (bron: OLVG) ●
4
Binnenlands nieuws
medische innovatie en technologie - april 2016
Erasmus MC start vervolgopleiEchogeleide chirurgie bij borstkanker geeft mooier resultaat en lagere kosten ding cosmetisch dermatoloog AMSTERDAM – Echogeleide chi-
rurgie geeft bij borstkankerpatiënten een gunstiger resultaat; er blijft minder tumorweefsel achter in vergelijking met de conventionele techniek en er wordt twee keer minder gezond borstweefsel verwijderd. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Max
aloua, radioloog in opleiding, H aan het VUmc. Al jaren zijn er indicaties dat echogeleide chirurgie superieur is aan de standaardmethode voor borstsparende operaties. Vreemd genoeg gebruiken nog steeds niet alle chirurgen de echo tijdens borstoperaties. Het promotieonderzoek van radioloog in opleiding Haloua lijkt nu uit te wijzen dat echogeleiding een zeer nuttige toevoeging voor deze operaties is. Met de echogeleide techniek blijft in slechts 3% van de gevallen tumorweefsel achter in de borst, met de standaardtechniek is dit bij 17% van de patiënten het geval. Ook wordt met de nieuwe techniek twee keer minder gezond weefsel weggehaald, hoeven minder vrouwen opnieuw onder het mes en is het cosmetisch resultaat van de borstsparende behandeling op korte en lange termijn beter. Ook is de patiënttevredenheid hoger dan na behandeling met de standaardmethode. Door deze techniek in heel
ederland toe te passen kan N minstens een miljoen euro per jaar worden bespaard in de borstkankerzorg, doordat minder vervolgoperaties (en -opnames) en minder extra radio therapie nodig is. “In Nederland wordt de echogeleide techniek nog niet routinematig toegepast, wat gezien onze resultaten te betreuren valt,” zegt Haloua. “Het is niet meer van deze tijd om alleen met de tastzin te opereren terwijl de tumor makkelijk in beeld gebracht kan worden met behulp van echografie.” Ook vanuit het buitenland is er belangstelling voor de Nederlandse resultaten; in Annals of Surgical Oncology is onlangs geopperd om van echogeleide borstsparende o peraties voor borstkanker de g ouden standaard te maken. Haloua verdedigde op 25 februari zijn proefschrift Image-guided breast- conserving surgery. The dawn of a new era. aan de Vrije Universiteit Amsterdam. (bron: VUmc) ●
Kitpack® & Raucodrape® van L&R In de OK moet iedere handeling perfect verlopen. ■■
■■
■■
■■
Tijdsbesparing en veiligheid in de OK: Kitpack OK-meercomponentensets en Setpack OK-verbandstofsystemen Voldoet aan de hoogste eisen bij verminderd infectierisico: Raucodrape OKafdekmateriaal en Sentinex OK-kleding
De afdeling ermatologie van het D Erasmus MC gaat als eerste in Nederland dermatologen in opleiding scholen in cosmetische behandelingen. Ook worden dermato-cosmetische behandelingen aangeboden. Door als eerste academisch ziekenhuis de aandacht op cosmetische behandelingen te richten, moet de kwaliteit op termijn verbeteren. Andere academische ziekenhuizen zetten hun vraagtekens bij de opleiding. Tot nu toe is de cosmetiek geen duidelijk onderdeel geweest van de opleiding tot dermatoloog, zo stelt het Erasmus MC. Het nieuw opgerichte Erasmus MC A esthetics moet hier verandering in brengen. Het opleidings- en kenniscentrum zal artsen in opleiding tot dermatoloog opleiden in dit vakgebied. Voor dermatologen die reeds een eigen praktijk voeren in een ziekenhuis of privékliniek is er de mogelijkheid om bij Erasmus MC Aesthetics nascholing te k rijgen. Initiatiefnemer en hoogleraar dermatologie Tamar N ijsten: “Het ontbreekt aan formele training, iedereen doet maar wat. Met dit opleidingscentrum willen we de behandelingen naar een hoger plan tillen.” Cosmetische geneeskunde is een jong aandachtsgebied, maar inmiddels zijn deze behandelingen niet meer weg te denken uit de maatschappij. Wetenschappelijk onderzoek naar dergelijke ingrepen en de complicaties ervan, is echter nauwelijks voorhanden. Het Erasmus MC had al een complicatiespreekuur, waar patiënten komen bij wie een ingreep niet goed heeft uitgepakt. Dat spreekuur is drukbezocht. Mede daardoor ontstond in Rotterdam de wens om een academische vervolgopleiding voor dit type ingrepen te beginnen. Naast het ROTTERDAM
Colofon Vakkrant Medische Innovatie en Technologie (MIT) verschijnt zesmaal per jaar in een oplage van 6000 exemplaren. MIT is tevens te vinden via www.mit-online.nl en op Facebook en Twitter (MIT-online).
Dagelijks nieuwe en hygiënisch veilige kleding: Sentinex OK-kleding Advies en training: L&R-opleidingen met hoge praktijkgerichtheid
Uitgever Ben Adriaanse, MSc Hoofdredacteur Marieke Epping, MSc Redactie Mariëlle Adriaanse Gerrit Jan Logt, MA Cartoons Mark van Eijk Redactieadres Redactie MIT Postbus 545 3900 GH Houten E-mail: redactie@mit-online.nl. MIT kent een onafhankelijke redactie. Aanmelden De doelgroep van MIT (chirurgen, anesthesiologen, cardiologen, radiologen, nucleair geneeskundigen, traumatologen, technisch geneeskundigen, gastroenterologen, radiotherapeuten, intensivisten, orthopeden, urologen, beleidsmedewerkers in ziekenhuizen en assisterenden in en rond het OKcentrum en de IC) komt in aanmerking voor een gratis abonnement. Behoort u tot de doelgroep en ontvangt u
Beleef de virtuele OK:
www.Lohmann-Rauscher.com
L-R_AZ_OP_178x265_150624_NL.indd 1
scholen van artsen moet er ook onderzoek gedaan worden naar de technieken die worden gebruikt bij behandelingen in de cosmetische dermatologie, bijwerkingen en neveneffecten van ingrepen en naar huidveroudering in het algemeen. Peter van de Kerkhof, hoog leraar dermatologie aan het Radboudumc in Nijmegen, reageert in de Volkskrant niet positief op het Rotterdamse plan. “Ik vind het niet gewenst dat een academisch ziekenhuis artsen gaat opleiden om behandelingen uit te voeren die geen enkel medisch doel dienen.” Enige kennis van cosmetische behandelingen is volgens Van de Kerkhof een goede zaak voor dermatologen, om vragen van patiënten te kunnen beantwoorden en te waarschuwen voor eventuele risico’s. “Daarom stimuleer ik mijn assistenten om eens een congres te bezoeken of een dagje mee te lopen in een privékliniek. Maar om nou met overheidsgeld mensen op te leiden om af te stappen van de klassieke dermatologie, om schoonheidsbehandelingen te gaan uitvoeren? Daar kun je nog wel een goede maatschappelijke discussie over voeren.” In Rotterdam ziet men geen bezwaren. “Er is nu eenmaal grote vraag naar deze behandelingen. Als het gebeurt, kun je maar beter zorgen dat het zo goed mogelijk wordt gedaan.” (bron: Erasmus MC/Volkskrant) ●
24.06.15 16:21
de vakkrant of de e-mailnieuwsbrief nog niet? Meld u dan aan via het inschrijfformulier op www.mit-online.nl. Sponsoring en adverteren Dignus Nagelkerke, accountmanager Postbus 545, 3990 GH Houten Telefoon: 06-201 95 299 E-mail: nagelkerke@mit-online.nl Laura Bogaers, medewerker mediaorder Telefoon: 030-63 55 070. Fax: 030-63 55 069 E-mail: adverteren@mit-online.nl © 2016 Albion Press BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de samenstellers/uitgever te wenden.
4237
THE WORLD’S FIRST FULLY-INTEGRATED BIPOLAR & ULTRASONIC TECHNOLOGY Rapid Cutting and Reliable 7 mm Vessel Sealing from a Single Surgical Instrument. The benefits of both advanced bipolar and ultrasonic energies to provide unprecedented versatility: · Reliable 7 mm vessel sealing · Minimal thermal spread · Fastest-in-class cutting · Reduced mist generation for improved visibility · Precise dissection with fine jaw design · Fewer instrument exchanges For more information please visit www.olympus.nl
Postbus 18, 2380 AA Zoeterwoude | Industrieweg 44, 2382 NW Zoeterwoude | Tel. 071 - 545 08 50 | www.olympus.nl
6
Interview
medische innovatie en technologie - april 2016
“ Tien minuten tijdwinst kan cruciaal zijn” Interview met prof. dr. Carel Goslings (Traumachirurgie AMC)
TEKST: MARIEKE EPPING FOTO’S: JOB SCHLINGEMANN
Wanneer een slachtoffer van een ernstig ongeval het traumacentrum binnenkomt, telt elke minuut. Het is cruciaal om zo snel moge lijk te weten of er bijvoorbeeld sprake is van hersenletsel of een bloeding. In het Academ isch Medisch Centrum in Amsterdam staat een CT-scanner ín de trauma kamer en krijgen multi traumapatiënten bij binnenkomst direct een total body CT-scan. Er zijn geen röntgenfoto’s of echo’s v ooraf en geen verplaatsing naar de scanner meer nodig, met alle tijdwinst en kostenbesparing van dien. MIT sprak met hoogleraar trauma chirurgie Carel Goslings over de zojuist afgeronde REACT II-trial naar deze opzet en over de vooruitgang die beeldvormingstechnieken de traumachirurgie bieden.
Beeldvorming is voor elke arts een belangrijk hulpmiddel. Leunt de trauma chirurg meer of juist minder dan andere specialisten op bijvoorbeeld röntgenfoto’s, echo’s en scans? Als iemand mogelijk zwaar gewond binnenkomt in het trauma centrum, wil je zo snel mogelijk weten of de patiënt dat daadwerkelijk is. Eerst hadden we röntgenfoto’s en echo’s om het letsel in het lichaam te kunnen bepalen. Toen raakte de CT-scan in opkomst. Deze gaf veel gedetailleerdere beelden, dus eigenlijk zou je wel van elke traumapatiënt een CT-scan willen maken. Maar die scanner stond op de afdeling Radiologie: dan moest de patiënt de gang door, de lift in, we moesten hem soms wel zes keer overtillen. Je kunt dan geen optimale zorg leveren én bij zo’n verplaatsing kunnen gemakkelijk kabels en infusen losraken. Een risicovolle onderneming dus. Daarom dachten wij: als we nu de CT-
scanner ín de traumakamer zetten? Daaruit is de REACT I-trial ontstaan. Wat waren de resultaten van dit onderzoek? We hebben duizend trauma patiënten gerandomiseerd verdeeld tussen het traumacentrum van het AMC met de CT-scanner in de traumakamer en een trauma centrum waarbij de CTscanner gewoon op de radio logieafdeling stond. Daaruit bleek dat onze opzet tijdwinst oplevert, ongeveer een kwartier. Dat lijkt weinig, maar kan zomaar het verschil maken: een patiënt kan in een kwartier doodbloeden. Al zagen we naast de evidente tijdwinst geen verschil in overleving tussen de twee patiëntengroepen. Waarschijnlijk doordat op de uiteindelijke overleving van de traumapatiënt nog zoveel meer factoren van invloed zijn, bijvoorbeeld of iemand een bloedtransfusie heeft gehad of hoe het verloop op de IC is geweest. Die extra tijd door de CT-
scanner in de traumakamer is slechts één schakel in het gehele proces. Bovendien zaten er bij die duizend geïncludeerde patiënten natuurlijk ook mensen die alleen een gebroken enkel bleken te hebben. Na dit onderzoek wilden we verder. In de REACT I-studie kregen patiënten de gewone workup volgens de ATLS-systematiek, waarbij iedereen die mogelijk zwaargewond is standaard een
“
De directe total body CT-scan hoort thuis in de traumazorg
”
thoraxfoto, bekkenfoto en echo van de buik krijgt, soms aangevuld met een scan van de nek. Dit kostte in onze opzet nu extra tijd: we maakten röntgenfoto’s om tien minuten later alsnog een CT-scan te maken. Dus vroegen we ons af of ook deze stap er nog
tussenuit kon. Iemand komt binnen en je maakt meteen een CTscan, dat zou revolutionair zijn. Dat werd de recente REACT II trial… Precies, deze hebben we uitgevoerd als multicentertrial: naast het AMC deden het Erasmus MC, Radboudumc en UMC G roningen mee, evenals een Zwitsers zieken huis. Een belangrijke reden om voor deze traumacentra te kiezen, was de positie van hun CT-scanner: deze moest natuurlijk zeer dicht bij de traumakamer staan. Bij ons staat de scanner op de traumakamer, bij de andere centra er praktisch naast. Bij binnenkomst werden (geschikte) traumapatiënten gerandomiseerd naar óf de normale opvang met röntgen, echo en een CT-scan op indicatie, óf naar de directe total body CT-opvang, waarbij we na een korte check of de patiënt stabiel was, direct een CT-scan maakten van hoofd tot en met bekken. Dit was baanbrekend: er was wereldwijd nooit eerder een
Interview
april 2016 - medische innovatie en technologie
prospectieve gerandomiseerde studie met deze opzet uitgevoerd. Het was ook een heel lastige, spannende opzet. De patiënt inclusie bijvoorbeeld: een p atiënt komt zwaargewond, soms bewusteloos binnen, hoe regel je dan een toestemmingsverklaring? Het traumateam moet daarbij snel kunnen schakelen. Natuurlijk hebben we dit eerst in een pilot getest, of het veilig was voor de patiënt maar ook of het traumateam het aandurfde. Zo had bijvoorbeeld de anesthesist, die verantwoordelijk is voor de ademhaling, voorheen altijd de thoraxfoto om te zien wat de situatie was. Dat hadden we nu niet, het moment voor de scan bepaalden we op klinische gronden of de patiënt stabiel genoeg was.
“
De patiënt komt bij wijze van spreken binnen door de CT-scanner
”
Dat is spannend, maar maakt het werk ook extra boeiend. Ondanks deze uitdagingen is het heel goed gegaan, en hadden we na 2,5 jaar ruim duizend patiënten geïncludeerd. Heeft het zin om direct een total body CT uit te voeren bij zwaargewonde patiënten? Het levert ongeveer tien minuten tijdwinst op. Dat is bij zwaargewonde patiënten absoluut van belang. Ook hier hebben we gekeken naar de overleving van patiënten, zowel bij de patiëntengroep als geheel als specifiek de patiënten met hersenletsel en patiënten die een andere acute interventie nodig hadden – wegens een milt- of leverbloeding bijvoorbeeld. Bij alle groepen zagen we een trend richting een betere overleving na een total body CT. Het verschil was niet significant, maar we zijn er door de duidelijke trend wel van overtuigd dat dit de betere aanpak is. Al hadden we natuurlijk graag kunnen zeggen dat een directe total body CT bij multitraumapatiënten een x-aantal levens redt. Gaat nu elk traumacentrum over op een directe CT-scan bij binnenkomst? Je ziet wel dat het navolging krijgt, al na ons eerste onderzoek, en in Duitsland en de VS is deze handelwijze al ingeburgerd, maar een wetenschappelijke fundering ontbrak nog. Wij wilden ook weten of de voordelen opwegen tegen de nadelen, denk aan stralingsbelasting en de kosten. Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen we nu met zekerheid zeggen dat het niet duurder is, de extra stralingsbelasting bij de zwaargewonde patiënten geen probleem vormt en het evident sneller is en gunstiger lijkt voor de overleving. We werken nu aan een advies voor de overige traumacentra, zodat we in Nederland een gestandaardiseerde inzet van de total body CT hebben. Er is zeker een plaats voor deze aanpak in de N ederlandse traumazorg, in het AMC hanteren we deze aanpak nog steeds bij multitrauma patiënten. Waar we nu nog aan werken, is betere selectiecriteria
voor welke patiënten de directe total body CT de grootste winst oplevert. Waarop worden die selectie criteria gebaseerd? We hebben eigenlijk drie soorten criteria, die ons een indicatie geven of iemand zwaargewond is. De eerste zijn gebaseerd op het letselmechanisme, bijvoorbeeld of iemand een val van hoogte heeft gemaakt, of een hoog-energetisch letselmechanisme had zoals een botsing met auto of motor. Dat doet al vermoeden dat iemand zwaargewond is. Ten tweede letten we op bepaalde fysiologische parameters, zoals een hoge pols of een lage bloeddruk, of een verminderd bewustzijn. Als derde nemen we de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek mee, bijvoorbeeld wanneer we een gebroken bekken vermoeden of veel gebroken ribben. Met een dergelijke gestandaardiseerde lijst van criteria en de inschatting van de traumachirurg kunnen we met redelijke nauwkeurigheid zeggen of iemand zwaargewond is en dus door de scanner moet. In verschillende gebieden binnen de chirurgie is de operatierobot in opkomst. Is een robot ook zinvol in de traumachirurgie? Ik denk niet dat er binnen de traumachirurgie een rol is weggelegd voor operatierobots, z eker niet in de acute fase. Robots zijn zeer goed voor precisiewerk in lichaamsholten en bij ingrepen die redelijk goed te plannen of standaardiseren zijn. Dat is in de traumachirurgie helaas nooit het geval. Er zijn wel experimenten gedaan met traumarobots bij militairen in Irak en A fghanistan. De robot werd dan op afstand bediend door een chirurg, zodat een specialist een ingreep kon uitvoeren zonder in het kamp te hoeven komen. Behalve dergelijke specifieke situaties denk ik niet dat robotchirurgie in de reguliere traumasetting snel een belangrijke rol zal gaan spelen. Wat zijn de meest invloed rijke ontdekkingen geweest in de traumazorg? De afgelopen tien jaar hebben we een belangrijke ommekeer gezien in de traumachirurgie: we doen nu vooral damage control surgery bij zwaargewonde patiënten. Dat wil zeggen dat we al-
“
Damage control surgery betekende een ommekeer in de traumachirurgie
”
leen de levensreddende en ledemaat-reddende ingrepen doen, geen lange operaties. We stelpen de bloedingen, zorgen voor goede bloedtranfusie en brengen externe fixateurs aan bij botbreuken, en dan gaat de patiënt naar de IC. Gaan we een botbreuk herstellen met allerlei pennen, platen en schroeven, om de breuk ‘echt’ te behandelen, dan kost dat zo een aantal uur opereren. Dat is een te zware uitputtingsslag voor een zwaargewonde patiënt. Dus brengen we in het bot twee metalen pennen aan met aan de
7
buitenzijde een staaf. Deze externe fixateur stuurt het eerste herstel in de goede richting en maakt de patiënt verzorgbaar op de IC. Pas later, als de patiënt is aangesterkt, gaan we uitgebreid ‘repareren’. Die andere manier van denken, van enkel opereren wat echt nodig is, is een belangrijke verandering in de traumachirurgie geweest. Een tweede ontwikkeling die van belang is geweest, is dat tegenwoordig bloedingen niet alleen operatief gestelpt worden maar sinds enige tijd ook door de interventieradioloog. Via een katheter in de lies kunnen bloedende slagaderen met metalen ‘coils’ of kunststof propjes dicht worden gemaakt. Dat kan een levensreddende behandeling zijn en is natuurlijk veel minder invasief dan een operatie. Ten derde weten we nu dat patiënten direct na een ernstig ongeluk al stollingsstoornissen ontwikkelen en niet pas na een paar uur, door bijvoorbeeld het bloedverlies, het toedienen van vocht en door afkoeling. Ongeveer 25% van de ernstige ongevalsslachtoffers komt bij ons al binnen met stollingsproblemen. Daarom maken we inmiddels gebruik van zogeheten massatransfusie protocollen, waarbij ervan wordt uitgegaan dat deze patiënten ‘slecht’ binnenkomen. Welke uitdagingen liggen er nog in de traumachirurgie? Er zijn nog een aantal zaken die we niet onder controle hebben, zo zijn we altijd bang voor infecties. Een bepaald percentage patiënten krijgt een wondinfectie na bijvoorbeeld een fractuuroperatie waarbij een pen of plaat wordt ingebracht, wat de genezing vertraagt en voor de patiënt vervelend is. Nog veel vervelender is het wanner de infectie op het plaat- of schroefmateriaal komt te zitten, of zelfs in het bot trekt. Daardoor geneest het bot soms helemaal niet meer. Patiënten moeten soms wel vijf tot tien keer opnieuw onder het mes en jarenlang onder behandeling blijven. Soms krijgen we het helemaal niet meer gezond. Het verminderen of voorkomen van deze infecties en een manier vinden om niet-genezende botbreuken toch te laten helen, dat zijn zaken waar veel aan gewerkt wordt op dit moment. Een ander verbeterpunt is het gebruik van computernavigatie voor bepaalde operaties. Bij een wervelfractuur moet bijvoorbeeld een metalen constructie worden aangebracht. Hiervoor moeten dikke schroeven heel precies langs het ruggenmerg in de wervel worden geschroefd, terwijl de patiënt op zijn buik ligt en de operateur het ruggenmerg niet goed ziet. Met computernavigatie is goed uit te rekenen hoe bij een specifieke patiënt de schroeven geplaatst moeten worden. Op dit gebied is nog winst te behalen door het systeem vaker te gebruiken. Nadelen zijn de kosten en de extra tijd die het kost. Is daarin een rol weggelegd voor 3D-modellen van de patiënt? Ja, we hebben net subsidie gekregen om samen met onder an-
dere de afdeling kaakchirurgie een 3D-printer aan te schaffen. Daarmee kunnen we preoperatief een individueel model printen van bijvoorbeeld het bekken van de patiënt om operaties beter te kunnen plannen. Er zijn ook al ontwikkelingen om met een individueel 3D-model precies op maat de platen en schroeven te maken voor het herstel van een botbreuk. De opkomst van 3Dprinten is dus ook in de traumachirurgie te merken. De navigatie tijdens een ingreep en de preoperatieve planning zijn twee gebieden waar de technologie de traumachirurgie nog erg veel vooruit kan brengen. Maar ook de beeldvorming tijdens een operatie: nu werken we in de OK nog altijd met gewone 2D-röntgendoorlichting om te contoleren of de operatie goed is gelukt. Een klein stapje verder is al gemaakt door met een soort boog die om de patiënt heen draait röntgenopnamen te maken waarmee een 3D-beeld te produceren is. Ook zijn er wel CT-scanners die op een OK staan, waarmee tijdens een ingreep een scan kan worden gemaakt. Zou je dit allemaal integreren, dan zie je natuurlijk vele malen beter wat je aan het doen bent als chirurg en kunnen de uitkomsten voor de patiënt mogelijke verbeterd worden. In de medische wereld wordt kennis en kunde steeds verder toegespitst, binnen de specialismen ontstaan superspecialisaties. Wat vindt u van deze trend? Dit is enerzijds gunstig, want het zorgt ervoor dat artsen steeds deskundiger zijn binnen een specifiek gebied. Maar ik zie ook
een tegengestelde beweging. Mijn eigen vakgebied is een mooi voorbeeld: daar moet je wel generalistisch blijven. Er kan van alles mis zijn met een traumapatiënt en er kunnen geen tien superspecialisten aan het bed van één zwaargewonde patiënt staan. Er moet iemand overzicht houden én gewend zijn om snel beslissingen te nemen. Daar is ook de patiënt het meest bij gebaat: duidelijkheid wie er aan het roer staat en overzicht heeft. Er schuilt een gevaar in het op alle gebieden alsmaar verder specialiseren. Superspecialisatie is niet de heilige graal en ik vind
“ ” De geneeskunde heeft altijd generalisten nodig
het in zekere zin ook een verarming van ons vak. Zeker de acute opvangfase is echt een fase voor een generalistische aanpak, pas daarna kun je gaan specialiseren en differentiëren. In ons traumateam hebben alle traumachirurgen dezelfde brede basis, en voor de fase daarna hebben we ieder nog een onderwerp waarin we ons meer interesseren en wat ons meer ligt. Zo doe ik veel pols-, bekken- en rugbreuken en mijn collega weer meer complexe hiel- en enkelbreuken. Maar je moet altijd in de basis ‘alles’ herkennen, de damage control surgery goed kunnen toepassen, het overzicht houden en het team leiden. Precies die sterke generalistische insteek is ook wat voor mij het vak leuk en interessant maakt. Je hebt altijd generalisten nodig in de geneeskunde. ●
8
Excerpt
medische innovatie en technologie - april 2016
De patiënt met een bedreigde ademweg AUTEURS: T.J. OLGERS
Internist-acute geneeskunde, Centrale Spoedopvang/afdeling Interne Geneeskunde, UMC Groningen M. OOSTERLOO
SEH-arts, Centrale Spoedopvang, UMC Groningen DR. J.C. TER MAATEN
Internist-acute geneeskunde, Centrale Spoedopvang/afdeling Interne Geneeskunde, UMC Groningen Dit hoofdstuk is oorspronkelijk verschenen in het praktische naslagwerk Medische spoed situaties. Tweede, herziene druk (Prelum, 2015).
Inleiding Problemen van de bovenste luchtweg kunnen direct levensbedreigend zijn, waarbij weinig tijd is om de onderliggende oorzaak te herkennen en te diagnosticeren. In deze noodsituaties staat adequate ventilatie en oxygenatie voorop. Soms kan met simpele handelingen een vrije ademweg worden verkregen en is kapbeademing mogelijk. Deze zogenaamde ‘luchtwegmanoeuvres’ zullen verderop in dit hoofdstuk beschreven worden. Endotracheale intubatie is nodig als de luchtweg onvoldoende vrijgemaakt kan worden of onvoldoende beschermd wordt door luchtwegreflexen (bijvoorbeeld slikken, hoesten) van de patiënt. Herhaalde intubatie pogingen bij een moeilijke luchtweg betekenen uitstel van een goede ventilatie en oxygenatie, terwijl tegelijkertijd de intubatie steeds moeilijker wordt door beschadiging van de slijmvliezen in de keel met bloedingen en zwelling tot gevolg. Herhaald mislukte intubatie kan leiden tot fatale hypoxie en dood van de patiënt. Het is daarom belangrijk dat een ervaren arts de intubatie doet bij een acuut zieke patiënt. Oorzaken 1. Verlies van bewustzijn en slikreflex a. hersentrauma: EMV-score <8 b. medicatie en drugs c. cerebrovasculair accident d. hypercapnie e. metabole oorzaken, bijvoorbeeld hypoglykemie 2. Obstructie van de bovenste luchtweg a. trauma: mandibulafractuur, direct larynxletsel, cervicale wervelfractuur met hematoom b. oedeem door inhalatie van rook, chemicaliën c. vreemd lichaam (corpus alienum) d. infectie: epiglottis, abces e. tumor f. larynxoedeem of -spasmen: bijvoorbeeld anafylaxie g. retentie van sputum, aspiratie van sputum of maaginhoud 3. Thorax- en longproblemen a. trauma: hematothorax, pneumothorax, multi-
pele ribfracturen (fladder thorax), bronchusruptuur b. atelectase c. pneumonie d. chronic obstructive pulmonary disease (COPD) Patiënten met ademhalingsproblemen ten gevolge van een bovenste luchtwegobstructie zijn te herkennen aan een hoorbare stridor. Een rochelend geluid wordt meestal gehoord bij sputumretentie of vocht in de bovenste luchtwegen. Een totale obstructie daarentegen maakt geen geluid. Het luchtwegprobleem is dan te herkennen aan intrekkingen van de ademhalingsspieren (supra sternaal, supraclaviculair, intercostaal), onrust, bewustzijnsverlies en cyanose. Als de patiënt toegenomen ademarbeid moet leveren en inadequaat ventileert, dient de obstructie zo snel mogelijk verholpen of overwonnen te worden door een alternatieve luchtweg. Gestructureerde benadering In dit hoofdstuk zal de gestructureerde ABCDE-benadering beperkt blijven tot de luchtweg. De benadering van de luchtweg wordt wel gestructureerd besproken aan de hand van een aantal stappen. Eerste beoordeling Luchtweg Anatomische kennis van de bovenste luchtwegen is nodig om te kunnen begrijpen welke handelingen gebruikt kunnen worden om de luchtweg vrij te maken.
Bij de bewusteloze patiënt treedt vaak luchtweg obstructie op door prolaps van de tong in de posterieure pharynx. De patiënt met een bedreigde luchtweg kan worden benaderd aan de hand van de volgende stappen. STAP 1. Beoordeel de patiënt. • Is de patiënt aanspreekbaar? • Hoe is de kleur? • Is er eigen ademactiviteit? • Is er passage? • Is er een obstructie? Compleet of partieel? • Wat is de oorzaak van de obstructie: tong, epiglottis, laryngospasme, ruimte-innemend proces (tumor, oedeem, abces, hematoom), voorwerpen (voedsel, secreet, gebitselementen)? Laat hulp komen van iemand met ervaring met luchtwegmanagement. Trek handschoenen aan. STAP 2. Controleer of er iets in de mond-keelholte zit en verwijder dit indien mogelijk. STAP 3. Maak de luchtweg vrij. Er zijn twee luchtwegmanoeuvres om de ademwegdoorgankelijkheid te verbeteren: • ‘head tilt, chin lift ’ • ‘jaw thrust’
Bij de bewusteloze patiënt kunnen diverse oorzaken leiden tot luchtwegobstructie. De belangrijkste oorzaken zijn prolaps van de tong in de posterieure pharynx en tonusverlies van het zachte gehemelte. De ‘head tilt/chin lift ’ en de ‘jaw thrust’ kunnen dit probleem snel verbeteren. Zorg dat je goed bij de patiënt kunt. Ga bij voorkeur aan het hoofdeinde staan. Kussen alleen verwijderen als het te dik is en door flexie van de nek de luchtweg wordt belemmerd. Laat het hoofdeinde omhoog als dit voor de patiënt beter is. Head tilt- / chin lift -manoeuvre Dit is de primaire manoeuvre bij patiënten waarbij geen verdenking is op een letsel van de cervicale wervelkolom (CWK). Met gebruik van twee handen wordt zowel de nek gestrekt als de luchtweg geopend. Met de ene hand wordt het voorhoofd naar beneden geduwd, met de wijs- en middelvinger van de andere hand wordt de onderkaak opgetild, zodat de tong van de posterieure pharynx wordt opgetild. Jaw thrust-manoeuvre Met gebruik van twee handen wordt de tong, samen met de bovenkaak naar voren verplaatst. Staande aan het hoofdeinde van de liggende patiënt worden hiervoor de handpalmen beiderzijds parieto-occipitaal op het hoofd van de patiënt geplaatst. Met behulp van de vingers ter plaatse van de kaakhoeken wordt de onderkaak naar voren verplaatst. Deze manoeuvre is ook veilig bij patiënten met verdenking op CWK-letsel. Als het niet lukt om de luchtweg met deze handelingen vrij te krijgen of je wilt je handen vrij hebben voor de verdere evaluatie van de patiënt, dan kun je gebruik maken van een: • oropharyngeale tube • nasopharyngeale tube. Oropharyngeale tube Er wordt gebruikgemaakt van een Guedel of Mayo tube. De oropharyngeale tube is een korte gebogen holle canule van hard plastic die tussen mond en glottis geplaatst kan worden om obstructie door tong en ander weefsel te voorkomen. Dit kan goed worden gecombineerd met maskerbeademing. Een oropharyngeale luchtweg dient alleen te worden gebruikt bij een patiënt met een sterk verminderd bewustzijn, die zelf de luchtweg niet vrij kan houden. Bij patiënten met intacte luchtwegreflexen kan het immers leiden tot braken, waarbij vervolgens het risico op aspiratie groot is. De juiste grootte van de oro pharyngeale luchtweg kan worden geschat door de tube naast de onderkaak van de patiënt te houden. Met het uiteinde ter plaatse van de hoektand van de patiënt dient de top van de tube precies de kaakhoek te bereiken. Bij het inbrengen van een oropharyngeale luchtweg moet
worden vermeden dat de tong naar achteren wordt geduwd. Dit wordt bereikt door de tube omgekeerd in te brengen en dan 180º te draaien als de punt van de canule achter in de keel zit (figuur 1.1). Risico’s van de oropharyngeale luchtweg zijn: • het naar achteren duwen van de tong (verergering van de luchtwegobstructie) • het gebruiken van een te korte dan wel te lange tube, waardoor deze niet effectief is • beschadiging van tong of l ippen • braken en aspiratie bij patiënt met intacte luchtwegreflexen. Nasopharyngeale tube De nasopharyngeale tube of luchtweg is een holle canule van zacht plastic of rubber die door de neus in de posterieure pharynx wordt geplaatst. Een nasopharyngeale luchtweg wordt in het algemeen gebruikt als het gebruik van een oropharyngeale luchtweg moeizaam is, bijvoorbeeld als de patiënt reactief is of de kaken op elkaar geklemd houdt. De nasopharyngeale luchtweg wordt beter verdragen door de patiënt dan de oropharyngeale luchtweg. Het gebruik is gecontra-indiceerd bij een (vermoeden op) schedelbasisfractuur vanwege de kans op een fausse route en bij aangezichtsletsel en bekende ernstige stollingsstoornissen. De juiste lengte van de naso pharyngeale luchtweg kan eveneens worden geschat door de tube naast de onderkaak van de patiënt te houden. Met het uiteinde ter plaatse van de neuspunt dient de punt van de tube precies de kaakhoek te bereiken. Voorafgaand aan introductie van de nasopharyngeale luchtweg dient de tube te worden ingesmeerd met een glijmiddel of lokaal anestheticum. Hierdoor wordt de tube beter verdragen na plaatsing. De tube dient over de bodem van de neusholte, eventueel draaiend, te worden ingebracht.
tie behoeft (dus check pulsaties) of dat verder gegaan kan worden met de ABCDE-benadering. Vraag laagdrempelig gespecialiseerde hulp bij een luchtweg obstructie: het is een levensbedreigende aandoening! STAP 4. Ondersteun zonodig de ademhaling Masker- en ballonbeademing (of kapbeademing) is een levensreddende vaardigheid bij een patiënt met een bedreigde luchtweg. Kapbeademing heeft als doel het overnemen of assisteren van de eigen ademhaling van de patiënt. Voorwaarde hierbij is het verkrijgen en onderhouden van een vrije luchtweg. Een belangrijk dilemma is dat de luchtweg wel vrijgehouden kan worden, maar niet beschermd is. Kap beademing dient dus meestal ter overbrugging van de periode tot een veilige oplossing ter bescherming van de luchtweg mogelijk is, zoals endotracheale intubatie. De correcte uitvoering van kapbeademing is lastig maar, in onervaren handen, veiliger dan een poging tot intubatie. Een succesvolle kapbeademing is afhankelijk van drie factoren:
Figuur 1.1 Inbrengen oropharyngeale tube.
Risico’s van de nasopharyngeale luchtweg zijn: • gebruik van een te lange tube, waardoor deze in de oesofagus komt te liggen en kan leiden tot maagdilatatie • letsel aan neusmucosa en bloeding met verergering van de obstructie.
Als het niet lukt de lucht weg vrij te krijgen is er een zeer groot, direct levensbedreigend probleem!
Als het wel lukt de luchtweg vrij te krijgen moet je de ademhaling beoordelen (‘look-listen-feel’). Is deze adequaat, geef dan (indien nodig) alleen zuurstof. Als de ademhaling inadequaat of afwezig is moet je deze ondersteunen. Hiervoor heb je een masker en een Ambu-ballon nodig. Beslis of patiënt reanima-
Figuur 1.2 Kapbeademing.
Excerpt
april 2016 - medische innovatie en technologie
• een vrije ademweg • een adequate afsluiting van het gelaat met het masker • een adequate ventilatietechniek, bijvoorbeeld juiste volume, frequentie en ritme. Techniek van kapbeademing De kap moet goed afsluitend op het gelaat van de patiënt geplaatst kunnen worden. Gebruik dus de juiste maat. Verder is een juiste techniek essentieel (figuur 1.2). Dit is een vaardigheid die je moet leren door te oefenen: • plaats de kap met duim en wijsvinger over mond en neus van de patiënt • plaats de overige vingers op de rand van de onderkaak, waarbij je met de pink de kaakhoek optilt • zorg dat je de luchtweg op deze manier vrijhoudt; zonodig kun je de kap met twee handen vasthouden en een tweede persoon vragen in de ballon te knijpen. Probeer, als de patiënt nog eigen ademactiviteit heeft, daaraan synchroon mee te ventileren, anders bestaat het risico op braken door insufflatie van de maag. Ook dit vraagt enige oefening. Als de patiënt niet ademt moet je de ademhaling overnemen. Blaas rustig met een frequentie 12/min, ongeveer gelijk aan je eigen ademhaling, en zorg vooral dat de patiënt voldoende tijd krijgt om uit te ademen. Wanneer te snel en te veel wordt beademd kan de circulatie gecompromitteerd worden door toename van de intrathoracale druk met verminderde veneuze return. Voorkom maagdilatatie: als je heel veel druk nodig hebt controleer dan opnieuw of er geen obstructie is en hef deze indien mogelijk op. Als de patiënt een maagslang heeft: zuig de maag leeg en laat de maagslang open. Zorg dat er adequaat werkend afzuigmateriaal beschikbaar is. Kijk naar: • thoraxexcursies • expiratoir teugvolume • ademgeruis • vitale functies • monitoring. Vermijd kritieke fouten bij kapbeademing: • te grote teugvolumes • te snelle inflatie • te hoge frequentie. Een juist volume bedraagt 8-10 ml/kg en maakt dat de thorax net naar boven komt. De inflatie van de ballon dient ongeveer 1 seconde in beslag te nemen. De frequentie dient niet hoger te zijn dan 10-12 teugen per minuut. Problemen bij kapbeademing Overweeg de volgende problemen bij luchtwegobstructie: • inadequate afsluiting door het masker; bij gelaatsbeharing kan dit bijvoorbeeld bevochtigd worden. Vaak is het gemakkelijker een gebitsprothese in situ te laten • onjuiste grootte van het masker • geen gebruik van oro- of nasopharyngeale luchtweg • inadequaat gebruik van luchtwegmanoeuvres.
Herkenning moeilijke kap beademing De incidentie van moeilijke en onmogelijke kapbeademing bedroeg in een groot onderzoek 1,56%.1 Voorspellers van een moeilijke of onmogelijke kapbeademing zijn: • BMI > 30 kg/m2 • het hebben van een baard • leeftijd > 57 jaar • voorgeschiedenis van snurken • een beperkte protrusie van de kaak • een abnormale anatomie van de nek • voorgeschiedenis van slaap apnoe • een thyromentale afstand <6 cm • een Mallampati classificatie III of IV (zie verder) • een tandenloze mond (edentaat).
Moeilijke kapbeademing O – obese B – beard E – elderly S – sleep apnoe, secretions E – edentulous
Beademingsballonnen Er zijn twee soorten beademingsballonnen: de Ambu-ballon en de Waters-set. Beide systemen hebben voor- en nadelen. De Ambu heeft als voordeel dat dit een ‘self-inflating’ ballon is; er is dus geen luchttoevoer nodig om te kunnen ventileren. Nadelen zijn dat slecht voelbaar is wat de patiënt zelf nog ademt en dat je voor het geven van een hoge FiO2 een extra bufferballon nodig hebt. De Waters-set heeft als voordeel dat je goed kunt voelen wat de patiënt zelf nog ademt. Een nadeel is dat deze ballon niet
KLASSE I
KLASSE II
KLASSE III
9
KLASSE IV
Figuur 1.3 De Mallampaticlassificatie. Deze wordt gebruikt om de moeilijkheid van een intubatie te voorspellen. Men kijkt in de mondholte van de rechtop zittende patiënt en beoordeelt de zichtbaarheid van de structuren lettend op de uvula, farynxbogen en zachte palatum. Hoe hoger de classificatie, des te lastiger zal de intubatie zijn.
‘self-inflating’ is en dat je een hoge ‘flow’ nodig hebt. Verder is er bij deze kap aandacht nodig voor de instelling van het ventiel en is er minder controle over het toegediende teugvolume. STAP 5. Zorg zonodig voor een definitieve behandeling van een bedreigde luchtweg. Intubatie kan het beste door een deskundige worden verricht, maar iedere arts op de SEH dient in staat te zijn een potentieel moeilijke luchtweg te herkennen. De risicofactoren van een moeilijke luchtweg voor intubatie zijn globaal hetzelfde als de risicofactoren voor een moeilijke kapbeademing. Voor de herkenning van de moeilijke luchtweg wordt het ezelsbruggetje LEMON gehanteerd: • ‘Look externally’: baard, trauma, tandeloosheid, obesitas • Evalueer 3 – 3 –2 regel - afstand tussen snijtanden – drie vingers van de patiënt - hyomentale afstand – drie vingers van de patiënt - thyrohyoïdale afstand – twee vingers van de patiënt • Mallampati klasse III of IV – zie figuur 1.3
• Obstructie: tumor, abces, corpus alienum • Nekmobiliteit: halskraag, verminderde beweeglijkheid (ouderdom, artrose), korte nek. Voorop staat dat bij een bedreigde en moeilijke luchtweg altijd hulp gevraagd wordt. Een goede kapbeademing is de primaire opvang van een bedreigde luchtweg waarmee tijd gewonnen wordt om voorbereidingen te treffen voor een definitieve ademweg. Laat na twee intubatiepogingen iemand anders (met meer ervaring) intuberen. De kans dat de intubatie na een derde poging alsnog slaagt, is erg klein. Het moeilijke luchtwegalgoritme is er voor de intubatie die na twee pogingen nog niet succesvol is. De alternatieven zijn: iemand met meer ervaring laten intuberen, iemand op de kap blijven beademen, gebruik van alternatieven als het larynxmasker of hulpmiddelen als de trachlight. Cricothyrotomie of tracheotomie zijn noodmaat regelen om de luchtweg alsnog vrij te maken als alles verder mislukt.
In het kort • Een niet-vrije luchtweg is een direct levensbedreigend probleem. • Herkennen hiervan begint met het aanspreken van de patiënt, waarbij gelet wordt op terugspreken, bijgeluiden als snurken, rochelen en stridor, en inspectie van de mondkeelholte. • Het vrijmaken van de luchtweg kan onder andere gedaan worden met luchtwegmanoeuvres zoals de ‘head tilt, chin lift ’ en ‘jaw trust’. • De luchtweg kan worden vrijgehouden door het toepassen van hulpmiddelen zoals een oropharyngeale of nasopharyngeale tube. • Na het vrijmaken van de luchtweg wordt zo nodig zuurstof toegediend en waar nodig wordt de ademhaling ondersteund met masker- en ballonbeademing. • Vraag laagdrempelig hulp van een expert in luchtweg management. ● Literatuur 1. Kheterpal S, et al. Incidence and predictors of diffi cult and impossible mask ventilation. Anesthesiology 2006;105:885-91.
Medische spoedsituaties De systematische benadering Onze prijs:
€ 59,50
Een snelle herkenning en behandeling is bij acuut zieke patiënten van cruciaal belang. Daarom is een gestructureerde benadering noodzakelijk waarin eerst de direct levensbedreigende aandoeningen worden behandeld. Juist in een tijd waarin spoedeisende hulpafdelingen een gestage groei van het patiëntenaanbod signaleren, staat verantwoord en efficiënt handelen hoog op de agenda. Dit boek geeft een uitgebreide, praktische beschrijving van een systematische benadering bij medische spoedsituaties volgens de ABCDE-methodiek en hoe deze wordt toegepast bij veelvoorkomende ziekten en symptomen. Medische spoedsituaties is een praktisch naslagwerk dat niet mag ontbreken op een spoedeisende hulp.
10 Reportage
medische innovatie en technologie - april 2016
MR-HIFU: een nieuwe scalpel voor de chirurg Opereren zonder te snijden bij borstkanker TEKST: GERRIT JAN LOGT
HIFU, High Intensity Focused Ultrasound, is een non-invasieve methode om tumoren gericht te verbranden, waarna de patiënt geen verdere chirurgie meer hoeft te on dergaan. Hoewel het idee achter HIFU al stamt uit de jaren rond de Tweede Wereldoorlog, breekt de techniek pas de laatste jaren door, nu er beeldgeleiding (MRI) aan is toegevoegd. Chrit Moonen is hoogleraar Beeldgestuurde Moleculaire Interventies aan het UMC Utrecht en werkt binnen het VOLTAVALO-project samen met Philips aan een MR-HIFU-apparaat specifiek voor de behandeling van borsttumoren. De eerste resultaten en vooruitzichten zijn veelbelovend. Maar is dit werkelijk de heilige graal? Er is momenteel in de geneeskunde een groeiende belangstelling voor minimaal- of zelfs non-invasieve beeldgeleide therapieën, waarbij aandoeningen worden genezen met zo min mogelijk schade voor de patiënt. Deze methoden leiden tot minder complicaties, minder en kleinere littekens en minder belasting voor de patiënt. Bovendien herstellen patiënten eerder en verlaten zij eerder het ziekenhuis, wat leidt tot lagere zorgkosten. Een veelbelovende beeldgeleide non-invasieve therapie is HIFU, of meer precies: MR-HIFU. Professor Moonen is betrokken bij twee opeenvolgende grote Nederlandse onderzoeksprojecten, waarin MR-HIFU wordt onderzocht en geperfectioneerd. Als projectleider van het VOLTAVALO-project is zijn doel om deze techniek zo spoedig mogelijk in de kliniek te krijgen, in ieder geval voor de behandeling van borstkanker. Een uitdaging, aangezien bij MR-HIFU het
CTMM CTMM – Center for Trans lational Molecular Medicine, per 1 januari 2016 samengegaan met TI Pharma tot Lygature – is een Nederlands publiek-privaat samenwerkingsinitiatief waarin alle Nederlandse universitair medische centra, enkele universiteiten en 90 bedrijven samenwerken om nieuwe vindingen aan het bed van de patiënt te brengen. VOLTA en VOLTAVALO zijn CTMM-projecten die zich richten op het toepassen van MR-HIFU voor ablatie van borsttumoren. Het VOLTA-project, dat medio 2015 werd afgerond - was gericht op de ontwikkeling van een technologie voor niet-invasieve behandeling van kanker met behulp van MRI- geleide hoge intensiteit gefocusseerd ultrageluid (MR-HIFU), met toepassingen in borst en le-
verbrande tumorweefsel in het lichaam achterblijft, zonder dat verdere chirurgie wordt verricht. Tumorweefsel verbranden met geluidsgolven HIFU – High Intensity Focused Ultrasound - is therapie via ultra geluid, dezelfde golven als die gebruikt worden bij een echo. Er zijn bij HIFU echter twee belangrijke verschillen met echografie: allereerst de hoge intensiteit van de geluidsgolven - de hoge ‘druk’ - en ten tweede de focus, dat wil zeggen de concentratie van geluidsgolven in één focaal punt. Via talloze kleine zenders worden de geluidsgolven zodanig op het focale punt gericht dat een zeer hoge druk ontstaat. Deze mechanische golf van geluidstrillingen wordt omgezet in warmte. Als tumorweefsel gedurende een paar minuten wordt verwarmd tot 50 graden Celsius, dan is dat dodelijk voor het weefsel. Een paar seconden bij 56 graden Celsius heeft hetzelfde dodelijke effect. Uitgangspunt hierbij is de
“ ”
Tumoren worden heel precies in het lichaam 'verbrand'
volgende rekensom: 240 minuten op 43 graden is dodelijk. Bij elke graad stijging moet de benodigde tijd door twee worden gedeeld. Op deze manier kan de tumor heel precies in het lichaam worden ‘verbrand’. Voor de inzet van HIFU als behandeling is het essentieel dat het target, de tumor, tijdens de behandeling precies in beeld is en ook dat steeds exact wordt gecontroleerd of het tumorweefsel tot de juiste, dodelijke temperatuur wordt verhit. Hiervoor is de koppeling met beeldvorming door MRI nodig. Moonen legt uit: “MRI is de beste radiologiver. Een belangrijk resultaat in VOLTA was de ontwikkeling, samen met Philips, van een prototype van een MR-HIFU systeem voor de borst. Dit apparaat is met succes gebruikt voor een eerste klinisch ablatie studie in VOLTA op tien patiënten. Het vervolgproject VOLTA VALO – dat nog wordt uitgevoerd onder de naam van CTMM – is gewijd aan de valorisatie van dit nieuw ontwikkelde MR-HIFU-prototype voor borstkanker, met behulp van de resultaten van de eerste klinische haalbaarheidsstudie. Een fase II klinische studie zal worden uitgevoerd met behulp van het verfijnde MR-HIFU-systeem gericht op volledige tumorablatie, en is dus een logische volgende stap in het ontwikkelings proces. Prof. dr. Chrit Moonen is projectleider van zowel VOLTA als VOLTAVALO.
sche methode om laesies in zacht weefsel aan te tonen. Het geeft een prachtig contrast om een tumor af te beelden, of andere afwijkingen, of een inflammatie.” Daarnaast is MRI op dit moment de enige radiologische methode om de temperatuur in het target te bepalen, volgens Moonen. “Niet in absolute zin, maar wel in relatieve en dynamische zin, ten opzichte van het omliggende weefsel en ten opzichte van de uitgangstemperatuur.” Zowel HIFU als MRI gebruiken geen ioniserende (=schadelijke) stra ling. Dit soort therapieën is dus eenvoudig en zonder complicaties te herhalen. Behandeling van borstkanker Sinds enkele jaren wordt MR-HIFU ingezet voor de be handeling van uteriene fibromen. Hierbij wordt de HIFU- behandeling in de MRI-scanner uitgevoerd: de HIFU-zenders zijn ingebouwd in de tafel van een MRI-bed. Voor de behandeling van bijvoorbeeld borstkanker heeft dit apparaat een aantal nadelen. Zo ligt de patiënt op het apparaat en worden de zenders en geluidsgolven naar binnen in het lichaam gericht. Zou men dat bij borstkanker ook doen, dan richten de geluidsgolven zich ook op de longen en het hart, wat niet zonder risico is. Daarom is het VOLTA-project gestart, waarbij in samenwerking met Philips een MR-HIFU apparaat wordt ontwikkeld speciaal voor behandelingen in de borstregio. Daarbij worden de zenders rondom de borst geplaatst, zijdelings, en worden de geluidsgolven ook zijdelings gericht. “Wij denken dat dit beter werkt en de eerste studies lijken dat te bevestigen, ” zegt Moonen. Bij het ontwikkelen van een dergelijk nieuw apparaat doemen veel vragen op. Hoe veilig en nauwkeurig is MR-HIFU voor de behandeling van borstkanker? Heeft de thermische energie schade aangebracht in het omliggende, gezonde weefsel? En klopt de diameter van het gebied dat werd verwarmd met hetgeen de patholoog ziet op de chirurgische samples? Om deze te kunnen beantwoorden, werd in het VOLTAproject met tien patiënten een fase I test gedaan. Zij ondergingen een partiële thermische ablatie volgens een treat and resect- opzet. De tien patiënten kregen een HIFU-behandeling van een deel van hun tumor, en volgden daarna het normale chirurgietraject. De resultaten waren zonder uitzondering positief - er was geen sprake van schade aan omliggende weefsels, en de ablatie viel exact binnen het beoogde gebied - en voldoende basis om door te gaan met fase twee. Fase twee, die valt binnen het VOLTAVALO-project, zal volgens Moonen een langdurig traject worden. Uiteindelijk moet bij een MR-HIFU-behandeling de gehele – verbrande - tumor in het lichaam achterblijven. “Maar
Prof. dr. Chrit Moonen, projectleider VOLTAVALO.
dan moeten we kunnen aantonen dat de tumor in zijn geheel is weggebrand,” aldus Moonen. Daarom willen de onderzoekers in fase twee opnieuw met een tiental patiënten een treat and resect doen, maar deze keer met een volledige in plaats van een partiële ablatie. Na resectie kan de p atholoog dan bepalen of inderdaad de gehele tumor is ver-
“ ” Bij de eerste behandelde patiënten bleef het omringende weefsel intact
brand. “Pas wanneer ook die test goed is verlopen, zullen we de medisch-ethische commissie verzoeken om de tumor in het lichaam te mogen achterlaten en de chirurgie achterwege te laten. Daarbij is het waarschijnlijk dat we in eerste instantie nog wel radiotherapie en soms ook chemotherapie blijven doen,” zegt Moonen. De eerste groep van tien patiënten zal zo spoedig mogelijk behandeld gaan worden. Deze fase zal tussen de zes en twaalf maanden gaan duren. “Daarna zullen we naar verwachting nog eens zo’n twee tot drie jaar nodig hebben voor het hele traject,” zegt Moonen. Uniek apparaat Ook tijdens het vervolgonderzoek is fabrikant Philips nauw
betrokken bij het finetunen van de techniek- bijvoorbeeld de besturing en de temperatuurmetingen - en de bewaking van de kwaliteit. Ook voor Philips staat het belang van goed klinisch onderzoek, waarin de waarde van deze techniek bewezen wordt, nu voorop. Wordt dat bewijs geleverd, dan zal Philips pas een beslissing nemen over het al dan niet op de markt brengen ervan. Op dit m oment is het prototype dat Moonen gebruikt uniek in de wereld. Alleen in Zwitserland staat een (gedeeltelijke) kopie er van, maar daar begint men er nu pas mee te werken. Mocht Philips op basis van de uiteindelijke resultaten besluiten om het apparaat daadwerkelijk in productie te nemen, dan zal het in verband met de verdere validaties nog wel enkele jaren duren voordat het daadwerkelijk de kliniek in komt, verwacht prof. Moonen. De heilige graal? Moonen is er “absoluut” van overtuigd dat MR-HIFU de toekomst heeft. “Maar je moet het wel per gebied – afhankelijk van het type kanker, het type persoon, de stagering - nauwkeurig bekijken en afwegen.” Vooral bij tumoren in organen die relatief gemakkelijk bereikbaar zijn, zoals bij borstkanker en
> lees verder op pagina 13
Kitpack® & Raucodrape® van L&R In de OK moet iedere handeling perfect verlopen. ■■
■■
■■
■■
Tijdsbesparing en veiligheid in de OK: Kitpack OK-meercomponentensets en Setpack OK-verbandstofsystemen Voldoet aan de hoogste eisen bij verminderd infectierisico: Raucodrape OKafdekmateriaal en Sentinex OK-kleding Dagelijks nieuwe en hygiënisch veilige kleding: Sentinex OK-kleding Advies en training: L&R-opleidingen met hoge praktijkgerichtheid
Beleef de virtuele OK:
www.Lohmann-Rauscher.com
L-R_AZ_OP_178x265_150624_NL.indd 1
24.06.15 16:21
Nieuw: De zekerheid van topklinische nascholing
L
• Onafhankelijk
GS
PUNTEN
AR!
JA P
t Rijk geïllustreerd
• Topredactie van radiologen en nucleair geneeskundigen • Nascholen op uw werkplek, thuis of onderweg
R
O
IN
E
E-
16
G
PRAKTISCHE NASCHOLING OVER RADIOLOGIE EN NUCLEAIRE GENEESKUNDE
NASCH
• Rijk geïllustreerd
IMAGO • SEPTEMBER 2015
• Praktijkgericht
ARNIN LE
kwartaaltijdschrift
jaargang 1 • nummer 1 • september 2015
IN DIT NUMMER
◗ Interview met Ferco Berger ◗ MRI-rectum en rectumcarcinoom ◗ Beeldvorming bij artrose ◗ Sarcoïdachtige reactie ◗ ACR BI-RADS-classificatie ◗ Iteratieve reconstructie ◗ Neonatale claviculafractuur
WWW.IMAGO-NASCHOLING.NL
Geaccrediteerd voor: Radiologen Nucleair geneeskundigen t
Word nu abonnee voor slechts € 295,- per jaar!
Besloten online kenniscentrum www.imago-nascholing.nl
t 16 instructieve e-learnings
per jaar, goed voor 16 nascholingspunten
(€ 18,44 per nascholingspunt)
ABONNEER U NU OP WWW.IMAGO-NASCHOLING.NL
april 2016 - medische innovatie en technologie
> vervolg van pagina 10 prostaatkanker, ziet Moonen potentie voor de inzet van MRHIFU. Maar ook hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen verschillende typen kanker, tussen verschillende grootten, en moet bepaald worden of ze al dan niet uitgezaaid zijn, benadrukt hij. “Zeker voorlopig zullen we M R-HIFU vaak ook in combinatie met bijvoorbeeld conventionele radiotherapie en
chemotherapie blijven gebruiken,” aldus Moonen. Op de vraag of MR-HIFU chirurgen overbodig gaat maken reageert prof. Moonen ontkennend. “We hebben chirurgen echt nodig. We moeten juist hen ook deze techniek in handen geven. Ook chirurgen willen minder invasief behandelen. Zij zijn toch de golden standard. De chirurg zal blijven bestaan, maar wellicht verandert de inhoud van zijn vak en wordt MR-HIFU zijn nieuwe scalpel.” ●
Het in samenwerking met Philips ontwikkelde prototype van een MR-HIFU apparaat voor de borst is uniek in de wereld.
Parkinsonpatiënten krijgen eerder deep brain stimulation-implantaat EINDHOVEN – Het implantaat voor deep brain stimulation (DBS) van MedTronic mag in een vroeger stadium van de ziekte van Parkinson bij patiënten geplaatst worden. De fabrikant ontving hiervoor recent goedkeuring van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA), nadat een klinische trial uitwees dat vroegtijdig implanteren 26% stijging in kwaliteit van leven opleverde. In de controlegroep nam de kwaliteit van leven juist met 1% af. Bij deep brain stimulation wordt een elektrode in de substantia negra in de hersenen geplaatst, waar met een specifieke – in te stellen – frequentie elektrische pulsen uitkomen. Hierdoor nemen de motorische problemen die Parkinsonpatiënten ondervinden, zoals hevige tremoren en rigiditeit, sterk af of verdwijnen zelfs helemaal. Tot nu toe was het
(beeld: MedTronic)
plaatsen van een DBS-implantaat enkel geïndiceerd bij patiënten in een vergevorderd stadium van de ziekte. Met de nieuwe FDA-goedkeuring komen patiënten die de ziekte minimaal vier jaar hebben en recent nieuwe motorische problemen hebben ontwikkeld, of motorische problemen hebben die niet verholpen kunnen worden met medicatie, ook in aanmerking voor een DBS-implantaat. Dit is gebaseerd op de resultaten van de EARLYSTIM-studie, die al in 2013 werd gepubliceerd. Hieruit bleek dat patiënten die een implantaat kregen gecombineerd met medicatie een verbetering van hun kwaliteit van leven rapporteerden van 26%, tegenover een afname van 1% bij patiënten die enkel medicatie kregen. Bij patiënten met langdurige motorische problemen bleek de DBS- stimulatie in zes maanden tijd een verbetering van de levenskwaliteit van 20% op te leveren. In de controlegroep werd geen verbetering of verslechtering gerapporteerd. Uit dezelfde studie bleek dat de klinische situatie van 30% van de patiënten die enkel medicatie kregen in de loop van twee jaar ernstig verslechterde. In de groep met DBS ging slechts 2% van de patiënten achteruit. Deze substantiële verbetering van de klinische situatie heeft er nu toe geleid dat MedTronic, de grootste fabrikant van DBS-implantaten, deze al in een eerder stadium beschikbaar kan maken voor Parkinsonpatiënten. (bron: MedGadget) ●
Reportage/Buitenlands nieuws
13
Ziekenhuis betaalt bitcoins om patiëntendossiers terug te krijgen LOS ANGELES – Het Hollywood
Presbyterian Medical Centre is slachtoffer geworden van h ackers die met ransomware de toegang tot patiëntendossiers in het ziekenhuisnetwerk blokkeerden. Pas na betaling van ongeveer 17.000 dollar losgeld in bitcoins werd de blokkade van de patiëntgegevens opgeheven. Volgens het ziekenhuis is de patiëntenzorg nooit in gevaar geweest en hebben de hackers geen medische gegevens kunnen inzien. Op vijf februari werd door ziekenhuismedewerkers ontdekt dat zij niet langer bij de elektronische patiëntendossiers konden. Alle bestanden op het netwerk bleken met zogenaamde ransomware te zijn geblokkeerd. Deze software wordt door hackers gebruikt om bestanden als het ware te gijzelen: de bestanden worden versleuteld en zijn slechts met een encryptiecode – die de hackers uiteraard tegen betaling van losgeld aanbieden – weer vrij te krijgen. Het Hollywood Presbyterian ging over tot betaling van het losgeld van 40 bitcoins – omgerekend zo’n 17.000 dollar – omdat dit “de snelste en meest efficiën-
te manier was om het systeem te herstellen.” Desondanks waren de systemen pas tien dagen na het ontdekken van de hack weer volledig functioneel. Volgens een verklaring van het ziekenhuis heeft de patiëntenzorg niet geleden onder de gijzeling van de dossiers en is de kwaliteit van zorg in die periode “net zo hoog als altijd” geweest. Ook zegt het ziekenhuis geen aanwijzingen te hebben dat de hackers daad werkelijk inzage hebben gehad in de dossiers. Volgens berichtgeving in de LA Times zou het Hollywood Presbyterian eerst het losgeld
hebben betaald voordat de politie werd ingeschakeld, maar het ziekenhuis ontkent dit. Tot nu toe ontbreekt elk spoor van de mogelijke daders. Hoe het ziekenhuisnetwerk besmet kon raken met de ransomware is nog altijd onduidelijk. Het hacken van zorginstellingen met ransomware is geen nieuw verschijnsel. A fgelopen zomer waarschuwde IT-beveiligingsspecialist Erik Remmelzwaal al voor een toename van dit soort aanvallen. Van alle gemelde hacks in Nederland vindt 30% plaats bij een zorginstelling. (bron: Bright.nl) ●
3D Bioprinter maakt lichaams delen van l evende cellen WINSTON-SALEM, VS – 3D printen is een grensverleggende technologie en bijna wekelijks is er wel nieuws over significante ontwikkelingen op dit terrein. Zo hebben onderzoekers van het Wake Forest Institute for Regenerative Medicine in de VS een 3D-printsysteem ontwikkeld dat constructies met levende cellen kan printen. Hiermee werden kraakbeen, spierweefsel en bot geprint, dat in proefdieren bleek te kunnen groeien. Een van de grote uitdagingen met 3D-printen van menselijk weefsel vormde tot dusver het gebrek aan bloedvaten die de cellen in de geprinte constructie van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. In deze studie waren de constructies voorzien waren van microkanalen, die het mogelijk moesten maken dat bloedvaten het geprinte weefsel in konden groeien. Vervolgens werden de 3D-geprinte constructies geïmplanteerd in muizen en na twee maanden observeerden de onderzoekers inderdaad infiltratie van de constructies met bloedvaten. Hoewel deze technologie nog steeds een paar stappen verwijderd is van klinische toepasbaarheid, brengt het de mogelijkheid tot het printen van bijvoorbeeld (donor)organen wel dichterbij. De constructies die met de printer van het Wake Forest Institute worden gemaakt, zijn structureel stabiel dankzij het gebruik van een biocompatibele synthetische polymeer genaamd polycaprolacton (PCL). De te printen cellen worden opgelost
in een gel die is samengesteld uit verschillende stevige lichaamseigen stoffen zoals gelatine, fibrinogeen en hyaluronzuur, waardoor ze binnen de PCL-constructie op hun plaats blijven. De cellen gaan delen en ontwikkelen een ondersteunende matrix die in het lichaam integreert wanneer de geprinte constructie afbreekt. Aan het eind van dit proces moeten de cellen voldoende geïntegreerd zijn in het lichaam en niet langer de ondersteunende structuren nodig hebben. Met de printer maakten de onderzoekers al met succes een stuk kaakbot, schedelbot, een oor uit kraakbeen en spierweefsel. In alle gevallen konden ze het weefsel in leven houden in
een proefdier en ontstonden zelfs nieuwe cellen en structuren, zoals bloedvaten en zenuwen. Door deze resultaten zijn de onderzoekers optimistisch over het gebruik van de 3D-printer voor het maken van vervangende weefsels. Vervolgonderzoek gaat zich richten op het testen van de gemaakte weefsels in het menselijk lichaam. De vraag is dan of ze worden geaccepteerd door het lichaam. Het onderzoek van het Wake Forest Institute for Regenerative Medicine wordt onder andere gefinancierd door het Amerikaanse leger, dat interesse heeft in deze technieken voor het behandelen van de wonden van militairen. (bron: MedGadget) ●
De 3D-printer van het Wake Forest Institute for Regenerative Medicine.
14 Industrie/Kalender
medische innovatie en technologie - april 2016
“Onze patiënt is hier de winnaar”
Cursus- en congreskalender
Vaatchirurgie in nieuwe MST toonaangevend met hybride OK
APRIL
TEKST & BEELD: MEDISCH S PECTRUM TWENTE ENSCHEDE - Enschede heeft sinds
begin dit jaar een nieuw, uiterst modern ziekenhuis: na jaren van bouwen is het Medisch Spectrum Twente (MST) verhuisd naar hun nieuwbouwlocatie. Op de derde verdieping, in het hart van het operatiecomplex, is een hybride operatiekamer gerealiseerd. Als eerste in Nederland staat hier de nieuwste röntgenrobot van GE Healthcare, waarmee de operatie teams tijdens operaties de modernste technieken van beeldvorming toe kunnen passen. De hybride OK van MST is s tate of the art ingericht als het gaat om 3D-beeldvormende technieken en een maximale hybride functie door een volledig verrijdbaar systeem. “Met één druk op de knop” kan de röntgenrobot bij de operatietafel worden verwijderd. De ruimte verandert dan in een gewone OK. Slechts vijf ziekenhuizen in Europa zijn met dit systeem (Discovery 740 van General Electric) uitgerust. In andere hybride OK’s in Nederland – één op de drie ziekenhuizen heeft zo’n voorziening – is de röntgen apparatuur niet volledig verplaatsbaar. Een volledig mobiel apparaat biedt grote voordelen. Als de röntgenrobot (toch) niet nodig is, kan het apparaat gemakkelijk opzij worden geschoven, zodat het zicht van het OK-team niet wordt belemmerd. Bovendien wordt de steriele luchtstroom rondom de operatietafel niet onderbroken, waardoor infectiegevaar afneemt. Hoe verliep de eerste operatie op deze nieuwe OK? “Het ging super,” aldus vaatchirurg Robbert Meerwaldt. Samen met zijn collega-vaatchirurgen Edith Willigendael, Bob Geelkerken en Roland Beuk, anesthesioloog Gerard Lucassen en anesthesieen operatie-assistentes Daphny Somhorst, Wilma Braun en Anne Keizer voerde hij de eerste operatie uit op de hybride OK. Een patiënte werd geopereerd aan een slecht doorbloed been en een niet genezende wond aan haar teen, een ingreep van circa vier uur. Helaas een pijnlijke kwaal waar
meer en meer mensen mee te maken krijgen, veelal als gevolg van suikerziekte. Het vaatteam van MST behandelt nu al honderden patiënten per jaar. Meerwaldt glundert: “Het opereren in MST krijgt een nieuwe dimensie voor ons, maar de patiënt is hier de winnaar. We kunnen in de hybride OK effectiever, efficiënter en veiliger opereren.” Hybride opereren Volledig mobiel of slechts deels, een zogenaamde hybride OK is hoe dan ook gunstig voor de behandeling van patiënten met onder meer vaatproblemen. Mocht tijdens de ingreep blijken dat het niet lukt om een bloedvat via de lies met een stent of een dotter te repareren, dan biedt een hybride OK vaatchirurgen de mogelijkheid naadloos over te gaan tot een klassieke chirurgische operatie, waarbij ze een grote(re) snee in het lichaam maken. Of als na bloedvatherstel middels stent of dotter nog een gewone operatie nodig is, bijvoorbeeld aan een slecht genezende wond, dan kan dat aansluitend gebeuren. Zo wordt voorkomen dat patiënten verspreid over meerdere dagen, meerdere keren moeten worden geopereerd en dus ook meerdere keren onder narcose moeten worden gebracht. Vaatchirurg Beuk: “In ziekenhuizen zonder hybride OK gebeurt zo’n ingreep in etappes. Daar zit tijd tussen, wat kan leiden tot onnodig verlies van ledematen. Voor het behoud van tenen of een been is een snelle behandeling cruciaal.” Hij vervolgt: “Wat wij doen, is minder ingrijpend en dus gunstig voor de patiënt.” Bovendien maakt de hybride OK het mogelijk om meer mensen voor een stent- of dotterbehandeling te selecteren, omdat het OK-team meteen kan overschakelen naar een gewone operatie wanneer de ingreep ‘van binnenuit’ niet lukt. De hybride operatiekamer maakt het mogelijk om een endovasculaire operatie te combineren met een ‘open’ operatie. Daarbij is de röntgenrobot van GE toonaangevend, volgens de vaatchirurg. “Het nieuwste van het nieuwste in Nederland.”
Minder infecties, minder contrastvloeistof Meerwaldt ziet nog meer voor delen voor de patiënten: “Doordat we bijvoorbeeld het hele been volledig kunnen behandelen, zien we minder infecties. Ook ervaren patiënten tijdens de lange ingreep minder pijn, door goede anesthesie.” De investering in de apparatuur en hybride OK betaalt zich daarmee snel uit, volgens Meerwaldt. “Die eerste patiënte hoefde hier geen drie dagen te zijn, maar kon de volgende dag naar huis.” Dankzij de technologie in de hybride OK kan bij operaties aan (slag)aders worden volstaan met de toediening van kleinere hoeveelheden contrastvloeistof. Ons röntgensysteem kan namelijk een eerder gemaakte CT-scan ‘inladen’, zodat op een beeldscherm in 3D te zien is hoe een bloedvat loopt. De chirurgen gebruiken deze beelden dan om te navigeren door de bloedvaten. Beuk: “Nierproblemen door contrastvloeistof, die doorgaans wordt gebruikt om bloedvaten te onderscheiden, kunnen we zo voorkomen.”
Zorg & ICT 5-7 april, Jaarbeurs, Utrecht www.zorg-en-ict.nl
Op elkaar ingespeeld Vaatchirurg Edith W illigendael wijst verder op het belang van een goed op elkaar ingespeeld OKteam. “Dat is doorslaggevend. Je bent van elkaar afhankelijk. Het team is van levensbelang voor een goede procedure. Ook daar investeren we in.” Willigendael roemt verder de mogelijk heden tot samenwerken met andere specialismen, bijvoorbeeld de cardiologie. “De hybride OK ondersteunt die samenwerking volledig.” Gezamenlijk opereren zodat de patiënt zo efficiënt mogelijk wordt behandeld, neemt een toevlucht. Mimi ter Weeme, cardio-thoracaal chirurg in MST: “Een goed voorbeeld daarvan is een percutane klepimplantatie. De hybride OK maakt het mogelijk dat de nieuwe hartklep in de patiënt wordt geïmplanteerd op een veel minder ingrijpende manier dan via een open hartoperatie. Dit heeft positieve gevolgen voor het herstel van deze operatie.” ●
MEI
Polytrauma Rapid Echo- evaluation Program 2016 7 april, Opleidingscentrum OSG, Houten www.osg-vvaa.nl Advanced Airway Management cursus (SAMT-IC) 8 april, VUmc Amsterdam www.samt-amsterdam.org DARA Neuraxiale:ECHO- geleide perifere zenuwblokkades 9 april, Radboudumc Nijmegen www.dara-esra.nl Groningen Live Endoscopy Dag 15 april, UMC Groningen www.wenckebachinstituut.nl Congress of the European A ssociation of Poisons C entres and Clinical Toxicologists 24 april, Madrid www.eapcct2016.com
TeAMS - Acute situatie- simulatietraining 9 mei, VUmc, Amsterdam www.vumcacademie.nl Basis Spoedechografie 2016 10-11 mei, OSG VvAA, Houten www.zorgdatjebijblijft.nl Resuscitation / European Resuscitation Council (ERC 2016) 20 mei, Reykjavik www.erc.edu Beeldvormende technieken in de gynaecologie 25 mei, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl > European Anesthesiology Congress / Euroanaesthesia (ESA 2016) 28 mei, Londen www.euroanaesthesia.org JUNI
Nijmegen Advanced Breast Imaging Course 1 juni, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendaal.nl Around the nose 2016 15-17 juni, Radboudumc, Nijmegen www.aroundthenose.nl > Chirurgische Anatomie van het hoofd-halsgebied 16-17 juni, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl Dutch Liver Week 2016 21-24 juni, Hilton Rotterdam www.hepatologie.nl >
Met één druk op de knop kan de röntgenrobot van de operatietafel worden weggereden. (foto: Medisch Spectrum Twente)
Third Endoscopic Skull Base Masterclass & Symposium 22-24 juni, LUMC, Leiden www.skullbasecourse.nl
Beeldvormende technieken in de gynaecologie Dankzij voortschrijdende technologie is het mogelijk de diagnostiek van gynaecologische aandoeningen met uitgebreide beeldvorming tegemoet te treden. Gynaecologen stonden vooraan om met de (vaginale) echografie uitgebreide beeldvormende diagnostiek toe te passen en inmiddels zijn daar de 3D-echografie, de CT en de MRI aan toegevoegd. De mogelijk heden lijken onbeperkt te zijn geworden. Maar wanneer passen we wat toe en bij welke indicatie? Is de gewone (vaginale) echografie nog wel de gouden standaard in de handen van de gynaecoloog? Of moeten we de hulp inroepen van de radiodiagnost om de diagnose endometriose te stellen? Moet elke myoomenucleatie vooraf gegaan worden door een MRI? Kan cavumpathologie beter voortaan met 3D-echo worden vastgesteld? Kortom, er dient een goede balans gevonden te worden tussen de verschillende beeldvormende technieken die de gynaecoloog kan inzetten. Deze cursus biedt een overzicht van de verschillende beeldvormingstechnieken. Vanuit diverse klinische invalshoeken zal de cursist in interactieve sessies wegwijs worden gemaakt in het wel en wee van de nieuwste technieken om straks in de klinische praktijk weer goed beslagen ten ijs te kunnen komen. Kosten voor deelname bedragen 145 euro, de cursus is geaccrediteerd door de NVOG voor 6 punten. Around the Nose 2016 Alweer de zeventiende editie van deze jaarlijkse internationale cursus gericht op reconstructieve en esthetische chirurgie van de neus en het gezicht. Deze editie is de eregast professor Ralf Siegert (Duitsland), die de Around the Nose-lezing zal verzorgen. De cursus legt de nadruk op een hands-on en interactieve behandeling van de verschillende chirurgische procedures die in het gebied rondom de neus kunnen worden gebruikt. Op een gestructureerde wijze worden zowel de reconstructieve als cosmetische technieken besproken. Elke presentatie wordt gevolgd door een praktijksessie, waarbij in een moderne en high tech snijzaal de technieken direct geoefend kunnen worden. Alle twaalf oefeningen (vier per dag), worden uitgelegd in een cursushandleiding, die voorafgaand aan de cursus wordt toegestuurd ter voorbereiding. De l ichamen waarop de operaties worden geoefend zijn van uitstekende kwaliteit, omdat deze niet chemisch zijn geconserveerd, maar door middel van bevriezing. Dit geeft een zeer goede soft tissue feeling en imiteert de daadwerkelijke chirurgische situatie op de best mogelijke manier. Kosten voor de gehele cursus bedragen 1.850 euro, accreditatie bij de beroepsverenigingen is aangevraagd. Dutch Liver Week 2016 De Dutch Liver Week (DLW) wordt georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie, in samenwerking met de Vlaamse universiteiten. Op dinsdag start de DLW met een eendaagse echocursus, waarin de beginselen van de abdominale echografie worden bijgebracht. De echocursus bestaat uit een theo retische introductie en oefening op gezonde vrijwilligers; daarna kan het geleerde in de praktijk worden gebracht op computersimulatoren, welke het mogelijk maken om de meest voorkomende pathologie in beeld te brengen. Van woensdag tot en met vrijdag gaat de DLW verder met drie dagen Klinische Hepathologie, waarin een breed scala aan hepatologische onderwerpen aan bod zal komen. Hierbij zullen niet alleen de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling binnen de Hepatologie uitgebreid worden belicht, maar wordt ook de pathologie van diverse leverziekten besproken. Zo is er aandacht voor onder andere auto-immuun h epatitis, cholestatische leverziekten, levertransplantatie, levertumoren, cirale hepatitis en complicaties van cirrose. De DLW geeft een goed overzicht van de belangrijkste leveronderwerpen, op maat gepresenteerd voor chirurgen, mdl-artsen, internisten, kinderartsen en radiologen, al of niet in opleiding. De cursus is in zijn geheel te volgen, maar kan ook per dagdeel worden geboekt.
Media
april 2016 - medische innovatie en technologie
Nieuwsflits Hij had een eigen praktijk, liep rond in witte jas met stethoscoop, bouwde een website voor zijn praktijk en vierde de opening met een feestje. De 18-jarige M alachi Love- Robinson uit Florida werd onlangs opgepakt nadat hij zich maandenlang had voorgedaan als arts. Het ‘onderzoek’ dat hij deed bij een vrouwelijke undercoveragent deed Love-Robinson uiteindelijk de das om. De gezondheidsinspectie had de jongen al in oktober 2015 in het vizier en maande hem om te stoppen. Ondanks de waarschuwing ging de jongeman, die zich uitgaf als specialist in ‘natur opathie’, toch door met zijn illegale artsenpraktijk. “Dat je een paar seizoenen Grey’s Anatomy hebt gezien, maakt je nog niet geschikt als arts,” aldus de sheriff die Love-Robinson uiteindelijk arresteerde. www.rtlnieuws.nl, 18-02-’16 Sommige drummers spelen zo snel en virtuoos dat het lijkt alsof ze een derde arm hebben. Onderzoekers van het Georgia Institute of Technology hebben nu daadwerkelijk zo’n derde arm gemaakt. Het gaat om een robotische ‘smart arm’, die op de schouder geplaatst wordt. Hoogleraar en onderzoeks leider Gil Weinberg en zijn team ontwikkelden de robotarm nadat ze een robotprothese hadden gemaakt voor een drummer die door een ongeluk zijn arm was verloren. De robo-drum houdt niet alleen precies de maat, maar wisselt ook tussen verschillende drums en bekkens, afhankelijk van wat de drummer doet, en geeft de juiste druk bij elke slag. Ook het tempo stemt hij exact af op de drummer. www.cnet.com/news, 18-02-’16 Dr. Allen Carl, chirurg en hoogleraar pediatrie uit Albany (VS), is een crowdfunding-website gestart waarmee chirurgen financiering kunnen krijgen voor medische innovaties die ze zelf hebben bedacht. De crowdfunding is gekoppeld aan The Know: een online community bestaande uit chirurgen en andere medische professionals. Met de website
wil initatiefnemer Carl de kloof dichten tussen de ideeën van chirurgen en het geld om die ideeën waar te maken. Volgens de Amerikaanse arts is het klimaat voor jonge chirurgen met ideeën niet gunstig. Investeerders steunen meestal onderzoekers die zij al kennen en die hun eigen product gebruiken. Dit nieuwe initiatief moet daar verandering in brengen en de innovatie via ‘peer collabora tion, education and investment’ stimuleren. www.timesunion.com, 08-03-’16 Een Braziliaanse plastisch chirurg wordt vervolgd vanwege het vervalsen van de overlijdensakte van een van zijn patiënten. De patiënte, het 28-jarige model Raquel Santos, overleed aan een hartaanval nadat zij een chirurgische procedure met fillers had ondergaan. Volgens de politie in Rio de Janeiro vervalste chirurg Wagner Moraes in januari 2016 de overlijdensakte van de jonge vrouw, omdat hij verzuimd had haar te vragen of zij medicijnen gebruikte die negatief interacteren met de door hem ingebrachte fillers. Het model overleed direct na de operatie. Een autopsie wees uit dat zij zichzelf regelmatig injecteerde met Potenay, een medicijn voor paarden, om haar prestaties in de sportschool te verbeteren. www.latinofoxnews.com, 11-03-’16 Dr. Xiaoping Ren, de chirurg die ‘China’s Doctor Frankenstein’ genoemd wordt, heeft aangekondigd op afzienbare termijn een menselijk hoofd te zullen transplanteren. Eerder dit jaar schokte Dr. Ren de wereld al nadat bekend was geworden dat hij en zijn team met succes het hoofd van een aap hadden getransplanteerd, waarna deze nog 20 uur leefde. Dr. Ren, die vijftien jaar in de Verenigde Staten werkte, bevestigt dat hij met zijn team op het punt staat een historische doorbraak te forceren. “We komen steeds dichter bij ons doel van een menselijke hoofdtransplantatie. Ik zal niet zeggen dat het morgen al gebeurt, maar volgend jaar sluit ik niet uit,” aldus Dr. Ren. www.dailymail.co.uk, 12-03-’16
Ingreep met tekening uitleggen via app AMSTERDAM – Vanuit het principe ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’ ontwikkelden Amerikaanse artsen de app DrawMD, waarmee zij ingewikkelde medische informatie op een simpele visuele manier kunnen uitleggen aan patiënten. De app bleek in de VS een groot succes en is vanaf nu ook verkrijgbaar voor Europese artsen. DrawMD is bedacht en ontwikkeld door artsen aan de hand
“ ” Tekenen waar de patiënt bij zit
van hun eigen ervaringen in de spreekkamer. De app is bedoeld om complexe informatie over bijvoorbeeld een operatie op een simpele en heldere manier uit
te leggen. De arts opent de app, kiest een plaatje uit een uitgebreide beeldbank en kan daar naar eigen inzicht op tekenen en schrijven terwijl hij met de patiënt praat. Het resultaat kan hij vervolgens uitprinten of e-mailen naar de patiënt. Dit alles kan de communicatie tussen arts en patiënt flink versoepelen. In de Verenigde Staten is de app zeer populair. Dr. Anthony Corcoran, oncologisch uroloog in het Winthrop University Hospital in Long Island, New York gebruikt DrawMD tijdens zijn spreekuren. “Het kan lastig zijn om uitleg te geven over een ingreep in een lichaamsdeel waarvan patiënten de anatomie niet kennen. Via de app kan ik die uitleg ondersteunen met plaatjes, waardoor de patiënt de operatie beter begrijpt. Het is gemakkelijk om de tekeningen te maken, dus ik doe het waar de patiënt bij zit. Mijn ervaring is dat patiënten en
hun familieleden de app enorm waarderen.” Na het succes in de Verenigde Staten wordt DrawMD nu ook in Europa beschikbaar gesteld door Medix Publishers, in samenwerking met de de Amerikaanse ontwikkelaars Visible Health. De app is beschikbaar voor zowel iPad, iPhone als Android. Er zijn verschillende versies van de app, waarbij de aangeleverde beeldbank is toegespitst op een specifiek specialisme. (bron: Medix Publishers) ●
Discovery* IGS 740
Free yourself from the rails Bevrijd uzelf van de beperkingen van plafond gemonteerde rails met het Discovery IGS 740 mobiele angiografie systeem. Het mobiele karakter van het Discovery concept zonder rails, laat u met zijn flexibele C-boog positionering toe om met uitzonderlijk comfort en precisie te werken. De ruime detector brengt grote anatomie in beeld, zowel in 2D als 3D.
Het laatste nieuws over medische innovatie en technologie ontvangen? Meld u gratis aan voor onze tweewekelijkse e-mailnieuwsbrief op www.mit-online.nl!
15
Vessel Assist
Geïntegreerde oplossing om uw procedures op een eenvoudige manier te plannen, navigeren en controleren.
gehealthcare.com/igs740 * Trademark of General Electric Company
MIT-GEIGS740A5.indd 1
PLANNING
NAVIGATIE
CONTROLE
3/18/2016 10:07:34 AM
gehealthcare.com
SIMPLE. FAST. PRECISE. Empowering Point of Care Ultrasound Wide variety of patients. Wide variety of problems. Wide variety of users. Wide variety of risks …AND NO TIME.
LOGIQ™ P9
Automation & personalization that make studies simple and fast.
LOGIQ™e
The Laptop with Premium imaging and control for those who demand more.
Venue™ 50
The intuitive, rapid boot up and wipe clean tablet.
Vscan™ with Dual Probe
The Pocket-sized ultrasound with 2 transducers in one probe.
Cardiac imaging with the 3Sc-RS
Morrison’s Pouch imaged with the 3Sc-RS
For info write us at: poc.ultrasound@ge.com
The GE Ultrasound Portfolio designed for the demands of emergency medicine providing simple access to wide variety of applications.
© 2016 General Electric Company – All rights reserved. GE and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Medical Systems Ultrasound & Primary Care Diagnostics, LLC, a General Electric company, doing business as GE Healthcare. JB38379XE