www.mit-online.nl
Grote Zorgdebat
Hartritmestoornissen
Minder regeldruk, onenigheid over innovatie
Nieuwe behandeltechniek gestart in MUMC+
pagina 3
pagina
4
●
jaargang 3
Op de IC-afdeling
●
nummer 1
●
maart 2017
Integrated health solutions
Een dag in het leven van een arts-assistent
Medtronic biedt meer dan technologie alleen
pagina 10-11
pagina 13
Moleculaire beeldvorming zet opmars door VAN DE REDACTIE MAASTRICHT – Snel, nauwkeurig en personalized medicine: deze populaire termen komen samen in moleculaire beeldvorming. De techniek leek tot voor kort toekomstmuziek, maar is bezig een stevige plaats binnen de geneeskunde te veroveren. Genoeg reden om in deze editie van MIT in de wereld van massaspectrometers, moleculen en weefselinformatie te duiken. Moleculaire beeldvorming is een techniek om naast de morfologie van cellen en weefsels ook de moleculaire context van cellen en weefsels vast te leggen. Een massaspectrometer kan het moleculaire gewicht van moleculen vaststellen en daarmee in korte tijd bepalen om welk type cellen het gaat. Handig voor een patholoog, maar ook in voedselveiligheid, materiaal-
kunde, farmacie en forensisch onderzoek kan dit type beeldvorming zeer waardevol zijn. Voor de nieuwste ins & outs op het gebied van massaspectronomie zijn we bij prof. dr. Ron Heeren aan het juiste adres. Zijn Maastrichtse lab, waar baanbrekend onderzoek plaatsvindt in moleculaire beeldvorming, is uniek in de wereld. De fysicus, die al zijn hele carrière met massaspectronomie bezig is, kan eindeloos vertellen over de kansen die de techniek biedt. Je kunt er weefselschade 100% accuraat mee vaststellen, benadrukt Heeren in het uitgebreide interview op pagina 6-9. Ook is het mogelijk medicatie persoonlijker, en dus beter, af te stemmen op basis van de moleculaire heterogeniteit van een biopt. Dat moleculaire beeldvorming een bedreiging vormt voor bijvoorbeeld pathologen die in bestaande
toepassingen excelleren, daar wil de hoogleraar niet aan. “We geven juist nieuwe gereedschappen. Daarmee kunnen ze veel gedetailleerder veel preciezer diagnoses stellen in dezelfde tijd of zelfs sneller. Ik denk dat wij hun werk makkelijker maken.” Werken met deze nieuwe technieken is nu nog een kostbare investering, maar dit zal snel veranderen. Volgens Heeren kunnen ziekenhuizen over een aantal jaren een apparaat bestellen en er zelf mee aan de slag gaan, waarbij de kosten per analyse ongeveer honderd euro per weefselcoupe zullen bedragen. Dit bedrag is snel terugverdiend. “Het voorkomen van een verkeerde behandeling, door op basis van moleculaire informatie de beste behandeling te bepalen, kan de gezondheidszorg miljoenen euro’s besparen.” ●
RVS: invoering eHealth gaat (te) langzaam DEN HAAG – De invoering van digitaal ondersteunde zorg (‘eHealth’) in Nederland gaat langzaam. Dat constateert de Raad voor Volks gezondheid en Samenleving (RVS), die eind januari een briefadvies uitbracht aan minister Schippers van VWS. De rijksoverheid kan versnelling aanbrengen door meerjarenafspraken te maken over brede toepassing van eHealth. Daarnaast kan het realiseren van een ‘eHealth-snelweg’ data-uitwisseling makkelijker en goedkoper maken. Dit zou kunnen gebeuren in een hoofdlijnen akkoord met aanbieders en inkopers van zorg, patiëntenorganisaties en zorgprofessionals. Doel is om alle welwillende patiënten te laten profiteren van de voordelen die eHealth biedt: beheer over de eigen gegevens en eigen regie, passende dienstverlening en gerichte zorg. Bovendien kan eHealth een bijdrage leveren aan een beteugeling van de stijgende zorgkosten, aldus de RVS. Pauline Meurs, voorzitter van de RVS, roept zorgaanbieders en zorgverzekeraars in het briefadvies op in de zorginkoop tot meerjarenafspraken te komen en patiënten te verleiden en te stimuleren eHealth te gebruiken. “Wanneer patiënten eenmaal kennis hebben gemaakt met eHealth-toepassingen, erva-
ren zij vaak de voordelen van het gemak en de tijdwinst. Daarvan zijn goede voorbeelden voorhanden. Zo is er een initiatief waarbij hartpatiënten zelf digitaal hun dossier kunnen inzien, worden zij op afstand gemonitord en kunnen ze 24/7 per video contact opnemen met de zorgverlener. Of denk aan een digitale kinderwenspoli, waar patiënten professionals online vragen kunnen stellen en onderling ervaringen kunnen delen.” De Raad constateert dat een gebrek aan mogelijkheden voor veilige data-uitwisseling tussen de verschillende gebruikte informatiesystemen grootschalige toepassing van eHealth blokkeert. Zorggegevens tussen zorgverleners zijn onderling nauwelijks uitwisselbaar, patiënten kunnen niet bij hun eigen gezondheidsgegevens en de nieuwe wereld van eHealthapps kan niet communiceren met de bestaande zorg-ICT. Dit veroorzaakt hoge kosten en irritatie over ontbrekende informatie. Om dit probleem op te lossen wil de RVS dat de rijksoverheid een zogenaamde ‘eHealth-snelweg’ realiseert door zorgaanbieders en leveranciers van informatie systemen te verplichten om voor open koppelvlakken te zorgen, hun data kosteloos aan de patiënt
beschikbaar te stellen en aan te sluiten bij vastgestelde standaarden en identificatie-eisen. Veldpartijen moeten met oplossingen komen. “Verleen het Zorginstituut Nederland doorzettingsmacht, mochten partijen op korte termijn niet tot geschikte oplossingen komen voor burgers en patiënten,” aldus Meurs. “De huidige geslotenheid van bestaande ICT-systemen mag vernieuwing in de zorg niet langer in de weg staan.” Voor een snellere invoering zou eHealth financieel aantrekkelijker moeten worden, bijvoorbeeld door alternatieve bekostiging op uitkomsten en zo nodig tijdelijke eHealth-tarieven toe te staan. Nu schieten zorgaanbieders met de invoering van eHealth zichzelf vaak dubbel in de voet, constateert de RVS. Vergoedingen voor zorgaanbieders zijn namelijk afgestemd op aantallen verrichtingen en uren zorg, terwijl veel eHealth juist het aantal verrichtingen (zoals ziekenhuisopnames of zorgbezoeken) wil terugdringen. Hierdoor verlaagt eHealth de inkomsten voor zorgaanbieders, terwijl zij wel de kosten dragen voor het invoeren ervan. Het RVS-briefadvies Implementatie van eHealth vraagt om durf en ruimte is te downloaden via www.raadrvs.nl. (bron: RVS) ●
Prof. dr. Ron Heeren. “Ik wil moleculaire beeldvorming nog sneller en gevoeliger maken.”
Het laatste nieuws over medische innovatie en technologie ontvangen? Meld u gratis aan voor onze tweewekelijkse e-mailnieuwsbrief op www.mit-online.nl!
Ontvangt u MIT nog niet? Of wilt u een collega aanmelden? Ga naar www.mit-online.nl en meld u aan voor een gratis abonnement!
Eagle II
Eagle II MRI
Full-featured Portable Critical Care Ventilator
Full-featured MRI Ventillator
TM
•
•
•
Invasive and noninvasive ventilation with pressure support Volume and pressure-targeted breaths for all patients 5 kg and above Battery run-time of 10 hours; recharges in less than 2 hours
•
Integrated Sp02 and pulse rate monitoring using Masimo® SET® technology
•
Unique Smart HelpTM display
•
Under 10 lbs (4.5 kg)
TM
•
Designed for use in an MRI suite
•
Successfully tested in 3.0-Tesla environments
•
Optional MRI-safe stand with locking wheels
•
Under 10 lbs. (4.5 kg)
The Eagle II MRI has all of the features found on the Eagle II.
For more information, please call + 31 481 366 410 or visit www.zoll.com. © 2017 ZOLL Medical Corporation, Chelmsford, MA, USA. Eagle II and ZOLL are trademarks and/or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo and SET are registered trademarks of Masimo Corporation.
MCN HP 1502 0116
Binnenlands nieuws 3
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Zorgdebat: minder regeldruk, onenigheid over innovatie
het anders: veel geld naar zorg personeel, maar tegelijkertijd “weg met de overheid en weg met managers.”
TEKST: BEN ADRIAANSE
Preventie
NIEUWEGEIN – De zorgverlener moet niet werken op basis van regeldruk, beperkingen en prikkels, maar de ruimte krijgen zelf naar eer en geweten zijn expertise in te zetten en zorg op maat te leveren. Die mening deelden vrijwel alle aanwezige politici tijdens het Grote Zorgdebat, gehouden op 20 februari in congrescentrum NBC te Nieuwegein. Meer dan duizend aanwezigen en veertigduizend kijkers zagen hoe diverse Kamerleden soms vriendelijk, soms fel debatteerden over hete hangijzers in de zorg. MIT was erbij en belicht de belangrijkste fragmenten, met als hamvraag: welk beleid kunt u van het volgende kabinet verwachten? Aan het debat namen de acht in de huidige peilingen grootste partijen deel. De leiding was in de vakkundige handen van Donatello Piras van het Nederlands Debat Instituut. De organisatie, die van tevoren erkende dat twee uur veel te kort was om alle problemen in de zorg te kunnen bespreken, had vier thema’s bedacht: Patiënt, cliënt en zorgverlener, Arbeids markt, Samenwerking in de keten en Preventie. Ondanks het beperkte aantal thema’s was er weinig beschikbare spreektijd voor elke politicus. Duidelijk werd met welke statements zij kiezers wilden trekken – vaak dezelfde – maar minder evident was wat precies de verschillen zijn tussen de diverse partijen.
Regels, regels, regels
Op allerlei plaatsen in de zorg is een sterke afkeer gegroeid tegen regels, richtlijnen en protocollen. Daarom haastten de politici zich te pleiten voor het verminderen ervan. “De zorg is van en voor mensen,” benadrukte Carla Dik-Faber (ChristenUnie). Daarom moeten we af van het geïnstitutionaliseerde wantrouwen, stelde zij. Mona Keijzer gaf aan dat het CDA de hervormingsdrift moe is, omdat reorganisaties behalve tot onrust ook leiden tot nog meer regels. Regels belemmeren het werk van veel zorgverleners, vulde Arno Rutte (VVD) aan. Linda Voortman (GroenLinks) constateert dat de laatste kabinetten de bureaucratie hebben doen toenemen. Zij vindt dat in de zorg niet moet worden gewerkt op basis van prikkels of andere beperkingen. De zorgverlener moet de tijd krijgen om zijn werk goed te doen, vindt Voortman.
Innovatie
Over het belang van medische innovatie liepen de meningen van de diverse politici sterk uiteen. Na een inspirerende introductie over de toegevoegde waarde van technologie en innovatie kreeg uitgerekend
Kees van der Staaij (SGP) eerst het woord. De voorman van de conservatief christelijke partij vroeg zich hardop af hoe innovatie vertaald moet worden naar een betere zorgomgeving. In plaats daarvan herhaalde hij zijn pleidooi voor de menselijke maat in de zorg. Ook de PVV bleek geen onverdeeld fan van innovatie. “Medische innovatie en technologie mag nooit de rol van zorgverleners vervangen,” aldus Karen Gerbrands. De SP constateert dat innovatie een aparte industrie aan het worden is en vindt ondersteuning van grote bedrijven die toch al veel winst maken met medische innovatie, onnodig. De andere partijen waren positiever. Domotica en innovatie zijn “prachtig,” aldus Pia Dijkstra (D66): “Innovatie maakt de zorg beter en moeten we dus aanmoedigen.” GroenLinks ten slotte denkt dat domotica patiënten kan helpen om meer de eigen regie te voeren in het zorgproces.
Tekort
In meerdere medische sectoren dreigt of bestaat een tekort aan personeel. Renske Leijten van de SP riep allereerst op om de uitval onder medische professionals tegen te gaan en een opleidingsfonds te maken. Kees van der Staaij (SGP) benadrukte dat er meer nadruk moet komen te liggen op de aspecten die het werk leuk maken: meer ruimte bieden voor het behandelen en minder bureaucratie. De SGP maakt zich hard voor een ‘schrapwet’ waarmee zorginstanties laagdrempelig onnodige regels kunnen afschaffen. Pia Dijkstra kreeg de handen op elkaar voor haar pleidooi om in te zetten op nieuwe mensen en naar de lange termijn te kijken. “Daarbij is het belangrijk dat je het beroep kunt praktiseren dat je in de opleiding leert,” aldus de D66-politica, die behalve geld voor handen aan het bed ook fors wil investeren in medische bij- en nascholing. Karen Gerbrands (PVV) verwoordde
Het ging er soms vriendelijk, soms fel aan toe tijdens het Grote Zorgdebat. FOTO: BEN ADRIAANSE
Preventie is voor velen een toverwoord, maar wat levert het op? Daarover is nog onenigheid, al wijst vooral longitudinaal onderzoek op positieve effecten. Daarnaast is er een belangrijke ethische reserve: in hoeverre mag de overheid vanuit preventief oogpunt ingrijpen in de leefstijl van burgers? Uit een enquête blijkt de helft van de Nederlanders er niet van gediend dat de politiek zich mengt in het voedingspatroon, rook- en drinkgedrag, enzovoort. Op dit punt waren de partijen het duidelijk oneens. Marith
Volp (PvdA) en Carla Dik-Faber (Christen Unie) vinden dat leefstijl geen vrije keuze is, aangezien gezondheidsproblemen de hele samenleving geld kosten. Leonie Sazias van 50PLUS pleitte ervoor de btw op ongezond voedsel te verhogen en de tandarts ook voor volwassenen in de basisverzekering op te nemen. D66 vindt dat burgers te allen tijde zelf mogen beslissen over hoe ze hun leven leiden, maar dat de overheid alles moet doen om een goede gezondheid te stimuleren. Dit kan door actief informeren en preventieprogramma’s, aldus Pia Dijkstra. Arno Rutte (VVD) nam de meest afhoudende positie in. Hij wil burgers weliswaar verleiden gezonder te leven, maar wil hen geen vrijheden ontnemen en zette bovendien
grote vraagtekens bij de effecten van preventie.
Winnaar
De vrouwen gingen er ditmaal met de eer van beste debater vandoor. Renske Leijten (SP) werd na een stemming in de zaal tot winnaar van het debat uitgeroepen. Zij kreeg 19% van de stemmen. Mona Keijzer (CDA) had 18% van de stemmers op haar hand, gevolgd door Pia Dijkstra (D66) met 15%. Karen Gerbrands van de PVV kreeg slechts 1% van de zaal achter zich. Dat laatste was niet verwonderlijk, aangezien zij in een zaal die goeddeels was gevuld met zorgmanagers en -bestuurders zich sterk had afgezet tegen … Inderdaad, zorgmanagers en -bestuurders. ●
UMCG zet technisch geneeskundigen in bij patiëntenzorg GRONINGEN – Het UMCG zet vanaf januari technisch geneeskundigen in op de afdelingen kinderintensive care en chirurgie. Het gaat om zogenoemde ‘fellowships’ in samenwerking met de Universiteit Twente, waarbij twee technisch geneeskundigen in het ziekenhuis verder worden opgeleid in de patiëntenzorg. Op de afdeling kinderintensive care van het Beatrix Kinder ziekenhuis wordt de technisch geneeskundige opgeleid tot een academisch geschoolde ‘respiratory therapist’. Deze wordt verantwoordelijk voor de beademing van ernstig zieke kinderen en het introduceren van nieuwe technieken, om een meer op de individuele patiënt afgestemde beademing mogelijk te maken. Volgens Martin Kneyber, medisch hoofd van de kinder IC: “Beademing van ernstig zieke kinderen lijkt iets gewoons, omdat het de dagelijkse praktijk op een IC is. Maar we weten dat als we het niet goed doen en daarmee de longfunctie van kinderen nadelig beïnvloeden, het gevolgen heeft voor
kwaliteit van leven en functioneren op volwassen leeftijd. Daarom is een toegewijde zorgprofessional in de vorm van een technisch geneeskundige noodzakelijk bij de beademing van kinderen op de intensive care.” In 2003 is de Universiteit Twente gestart met de opleiding Technische Geneeskunde. Aanleiding was de constatering dat de oprukkende technologie in de gezondheidszorg vraagt om profes-
sionals die diepgaande kennis van technologie en geneeskunde weten in te zetten voor de verbetering van de patiëntenzorg. Om de kwaliteit van technisch geneeskundigen in de klinische praktijk te waarborgen, is het volgens het UMCG “noodzakelijk” om technisch geneeskundigen na hun studie op te leiden tot zorgprofessional, als onderdeel van het behandelteam in een specifiek klinisch domein. (bron: Skipr) ●
4 Binnenlands nieuws
Amsterdamse Hand Clinic plaatst eerste mini-MRI in Europa AMSTERDAM – De WristView is een nieuwe zeer compacte MRIscanner, speciaal voor het in beeld brengen van de hand en pols. The HandClinic in Amsterdam plaatste half december 2016 als eerste in Europa deze mini-MRI. De scanner is bijzonder comfortabel voor patiënten: zij hoeven enkel hun aangedane arm in de scanner te plaatsen, de andere hand blijft vrij om bijvoorbeeld een telefoon vast te houden.
De WristView, een compacte MRIscanner voor beeldvorming van hand en pols van de Israëlische fabrikant Aspect Imaging. BEELD: ASPECT IMAGING
De WristView is ontwikkeld door het Israëlische bedrijf Aspect Imaging, dat recent goed keuring ontving om de scanner in de Verenigde Staten en Europa op de markt te brengen. De in Amsterdam gevestigde Hand Clinic heeft de nieuwe scanner direct op 8 december geplaatst. The Hand Clinic is een van de grootste klinieken in Nederland voor de behandeling van hand- en polsklachten: er worden jaarlijks meer dan 3.500 patiënten behandeld. De mini-MRI maakt het uitvoeren van een MRI-scan bij hand- of polsproblemen veel gemakkelijker en comfortabeler. De patiënt hoeft niet met zijn hele lichaam in een MRI-scanner geschoven te worden, maar kan zittend het onderzoek ondergaan terwijl alleen de aangedane hand of pols in de scanner ligt. Tijdens de scan kan de patiënt bijvoorbeeld chatten, bellen of televisiekijken. Metaal in de buurt van het apparaat is geen probleem bij de mini-MRI. Ook is de scanner stiller – het apparaat produceert
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
minder dan 75 decibel wanneer het actief is – en sneller. Een oriënterend onderzoek duurt nog maar vijf minuten, wat gunstig is voor de wachttijd. De compacte scanner heeft geen heliumkoeling nodig en is zo klein, dat hij gewoon in een spreekkamer geplaatst kan worden. Dr. Monika Ritt-Fischer, directeur van The Hand Clinic, is zeer verheugd dat de innovatieve scanner in haar centrum geplaatst wordt. “De plaatsing van deze mini- MRI is een logische stap in ons streven om een leidende positie te blijven innemen in de behandeling van patiënten met hand- en polsklachten.” Naast de klinische inzet van de scanner gaat The Hand Clinic ook onderzoek doen naar de verdere inzet van de scanner. Zo biedt de beperkte magnetische straling buiten het apparaat mogelijkheden voor het scannen van patiënten met een pacemaker. Ritt-Fischer: “Op dit moment kan dit nog niet. We werken samen met de specialisten van het VUmc om de volledige potentie van deze nieuwe technologie te onderzoeken, zodat we patiënten met handen polsklachten optimaal kunnen behandelen.” ●
GE Healthcare
When the fit is right, it shows. Introducing DoseWatch for diagnostic imaging. The appropriate radiation dosage is essential for diagnostic imaging practices, for each patient and every exam received over time. DoseWatch enables you to monitor and manage radiation dose across your entire system—so you can reduce variation between technologists, manage risk, streamline reporting, and help ensure quality imaging at the lowest dose possible. The right fit. Learn more: doseoptimization.gehealthcare.com
Maastricht UMC+ zet nieuwe techniek in voor behandeling hartritmestoornis MAASTRICHT – In het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+ wordt een nieuwe behandeltechniek voor complexe hartritmestoornissen toegepast. Hierbij wordt met een speciale katheter het hart van binnenuit minutieus in kaart gebracht en gevolgd. De cardioloog kan zo tijdens de ingreep al beoordelen of de behandeling succesvol is. Met de nieuwe techniek is de cardioloog tevens in staat om complexe ritmestoornissen op te sporen die voorheen onzichtbaar bleven. Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis. Een cardioloog kan overtol-
Je kunt stoornissen opsporen die je voorheen niet zag
lige prikkels uitschakelen door een ablatie toe te passen. Met behulp van koude of hitte wordt littekenweefsel gecreëerd op de plek waar de ‘verkeerde’ prikkel ontstaat. Bij complexe ritmestoornissen is het soms lastig om de juiste plaats te lokaliseren en te bepalen of het aanbrengen van het littekenweefsel is gelukt. Dat kan ertoe leiden dat patiënten herhaaldelijk terug moeten komen voor een nieuwe ingreep. Met de inzet van de nieuwe techniek is de verwachting dat het aantal her-ingrepen aanzienlijk zal dalen. Voor de procedure wordt gebruikgemaakt van een zogeheten mapping-katheter die in staat is om in het hart bijna 150.000 metingen per seconde uit te voeren. Op basis van deze meetpunten, ge-
Boven: een real-time-scan van het hart. Onder: de kathetertip met sensoren.
maakt door ultrasoon geluid, wordt de hartkamer (of -boezem) van binnenuit gevisualiseerd. Tevens worden de elektrische pulsen die het hart afgeeft minutieus in kaart gebracht. “Daardoor kun je in real time precies zien waar de stoornis wordt veroorzaakt,” zegt cardioloog dr. Laurent Pison, die de techniek in de praktijk brengt. “Je kunt tevens stoornissen die je voorheen niet zag opsporen en je kunt meteen het effect zien van een toegepaste ablatie, waardoor de kans dus veel kleiner is dat de patiënt later opnieuw last krijgt van een gemiste stoornis.” Daarnaast is het de verwachting dat de patiënt in de toekomst ook een CT-scan (met de bijbehorende straling) bespaard zal blijven. Normaliter wordt deze scan voorafgaand aan de ingreep gemaakt om het hart in kaart te brengen. Omdat de visualisatie van het hart tijdens de ingreep nu rechtstreeks wordt uitgevoerd, kan dat mogelijk achterwege blijven. Voorlopig wordt de CT-scan zekerheidshalve nog wel gemaakt. (bron: MUMC+) ●
Colofon Vakkrant Medische Innovatie en Technologie (MIT) verschijnt viermaal per jaar in een oplage van 6000 exemplaren. MIT is tevens te vinden via www. mit-online.nl en op Twitter: @MIT_NL.
Sponsoring en adverteren Dignus Nagelkerke, accountmanager Postbus 545, 3990 GH Houten Telefoon: 06-201 95 299 E-mail: nagelkerke@mit-online.nl
Hoofdredacteur /uitgever Ben Adriaanse
Laura Bogaers, medewerker mediaorder Telefoon: 030-63 55 070. Fax: 030-63 55 069 E-mail: adverteren@mit-online.nl
Redactie Mariëlle Adriaanse Loes Raats, BA Cartoons Auke Herrema Redactieadres Redactie MIT Postbus 545 3900 GH Houten E-mail: redactie@mit-online.nl. MIT kent een onafhankelijke redactie.
©2016 Electric Company – All rights reserved. DoseWatch, GE and GEGE Monogram are trademarks General Electric Company.Electric GE Healthcare, a division of General Electric Company ©2013General General Electric Company – All rights reserved. DoseWatch, and GE Monogram areoftrademarks of General Company.
GE Healthcare, a division of General Electric Company
Aanmelden De doelgroep van MIT (chirurgen, anes thesiologen, cardiologen, radiologen, nucleair geneeskundigen, traumatologen, technisch geneeskundigen, gastro-enterologen, radiotherapeuten, intensivisten, orthopeden, urologen, beleidsmedewerkers in ziekenhuizen en assisterenden in en rond het OK-centrum en de IC) komt in aanmerking voor een gratis abonnement. Behoort u tot de doelgroep en ontvangt u de vakkrant of de e-mailnieuwsbrief nog niet? Meld u dan aan via het inschrijf formulier op www.mit-online.nl.
© 2017 Albion Press BV. Alle rechten voor behouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de samenstellers/ uitgever te wenden.
Nieuw: De zekerheid van topklinische nascholing
L
• Onafhankelijk
GS
PUNTEN
AR!
JA P
t Rijk geïllustreerd
• Topredactie van radiologen en nucleair geneeskundigen • Nascholen op uw werkplek, thuis of onderweg
R
O
IN
E
E-
16
G
PRAKTISCHE NASCHOLING OVER RADIOLOGIE EN NUCLEAIRE GENEESKUNDE
NASCH
• Rijk geïllustreerd
IMAGO • SEPTEMBER 2015
• Praktijkgericht
ARNIN LE
kwartaaltijdschrift
jaargang 1 • nummer 1 • september 2015
IN DIT NUMMER
◗ Interview met Ferco Berger ◗ MRI-rectum en rectumcarcinoom ◗ Beeldvorming bij artrose ◗ Sarcoïdachtige reactie ◗ ACR BI-RADS-classificatie ◗ Iteratieve reconstructie ◗ Neonatale claviculafractuur
WWW.IMAGO-NASCHOLING.NL
Geaccrediteerd voor: Radiologen Nucleair geneeskundigen t
Word nu abonnee voor slechts € 295,- per jaar!
Besloten online kenniscentrum www.imago-nascholing.nl
t 16 instructieve e-learnings
per jaar, goed voor 16 nascholingspunten
(€ 18,44 per nascholingspunt)
ABONNEER U NU OP WWW.IMAGO-NASCHOLING.NL
6 Interview
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Interview met prof. dr. Ron Heeren (M4I/UM), expert in moleculaire beeldvorming
“ We geven moleculaire informatie direct in handen van de chirurg” TEKST: ANNE DOELEMAN
Twee jaar geleden verhuisde prof. dr. Ron Heeren met zijn hele onderzoeksgroep van Amsterdam naar Maastricht. Daar vond de groep een open, dynamische setting voor baanbrekend onderzoek in moleculaire beeldvorming. Het lab is uniek in de wereld. De mogelijkheden zijn eindeloos: van het direct bepalen of tumormarges schoon zijn tot het voorkomen van naadlekkage bij anastomose tot een betere kwaliteitsbepaling van te transplanteren organen. Die vertaalslag van fysica naar de klinische praktijk is aan Heeren goed besteed. MIT reisde af naar Maastricht voor een boeiend gesprek met de fysicus. “Ik wilde iets nuttigs doen met mijn kennis.”
Wat houdt moleculaire beeldvorming precies in?
Dit is de techniek waarbij naast de morfologie van cellen en weefsels ook de moleculaire context van cellen en weefsels wordt vastgelegd. Met een massaspectrometer, die het moleculaire gewicht van mole culen kan vaststellen, kunnen we in één experiment duizenden moleculen tegelijkertijd in kaart brengen. Dit gewicht vertelt iets over de identiteit. Als je heel nauwkeurig meet, kun je van een eiwit vaststellen hoeveel elementen koolstof, stikstof, waterstof, zuurstof enzovoorts het heeft. Met de massa spectrometer kunnen we ook de aminozuursequentie aflezen. We kunnen zelfs iets zeggen over de tertiaire structuur: hoe een eiwit is opgevouwen. Met een gascel worden deeltjes gescheiden op grootte en vorm. Zo kunnen we uiteindelijk de plaats, vorm, identiteit én structuur van moleculen bepalen. Die informatie gebruiken we om het soort cellen in een stukje weefsel te bepalen.
Wat kun je met deze informatie?
Die kan worden toegepast om te bekijken of tumormarges schoon zijn. Een patholoog heeft hiervoor
Biografie Ron Heeren studeerde in 1988 af in de natuurkunde en promoveerde in 1992 op plasma-oppervlak-interacties (UvA). Hij was voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor MassaSpectrometrie (NVMS) en leidde vele jaren een onderzoeksgroep op het Amsterdamse FOM AMOLFinstituut. Sinds 2001 is hij hoogleraar massaspectrometrie aan de Universiteit Utrecht. In 2012 richtte Heeren Omics2Image op, een startup in biotechnologie. Sinds 2014 is hij universiteitshoogleraar moleculaire beeldvorming aan de Universiteit Maastricht en leidt hij het Maastricht MultiModal Molecular Imaging instituut (M4I) dat zich op moleculaire beeldvorming richt. Momenteel doet Heeren onder andere onderzoek naar neurodegeneratieve aandoeningen en de moleculaire basis van kankersoorten.
beperkte gereedschappen tot zijn beschikking, zoals een hematoxyline-eosinekleuring. Daarmee kan de dichtheid van cellen en kernen en de dichtheid van eiwitten bepaald worden. Op basis van die informatie en zijn eigen ervaring moet de patholoog binnen een halfuur de chirurg de uitkomst geven, als de patiënt nog op de OK ligt. Als de patholoog meer tijd heeft, kan hij ook een getargete kleuring doen naar bijvoorbeeld een bepaald eiwit. Maar dat duurt wat langer en bovendien kijk je dan maar naar één type eiwit. Wij kijken niet naar één getarget molecuul, maar brengen met een labelvrije imagingtechniek alles in één keer in kaart, op basis van een intrinsieke eigenschap van de moleculen, het moleculaire gewicht. Dit is handig als je nog niet goed weet waar je naar moet kijken of als je heel veel informatie tegelijkertijd nodig hebt. Je kunt zo de hele moleculaire context in dezelfde tijdschaal die klinisch relevant is, dus binnen het halfuur, in kaart brengen. Bovendien hebben patiënten snel een diagnose. Bij een lumpectomie moet een patiënt nu twee weken wachten op de uitslag. Met moleculaire beeldvorming is de diagnose direct bekend.
Zijn er nog andere toepassingen mogelijk?
Legio. Deze techniek wordt ook gebruikt voor onder meer voedselveiligheid, materiaalkunde en forensisch onderzoek. Bij forensisch onderzoek worden bijvoorbeeld vingerafdrukken bekeken: is iemand in aanraking geweest met bepaalde vetten, cosmetica, voedsel of drugs? Een haar kan ook gebruikt worden. Omdat een haar een tijdlijn is, kun je precies zien wanneer iemand bijvoorbeeld drugs heeft gebruikt. Ook kun je aan de hand van een haar de therapietrouw meten, zoals in de psychiatrie: heeft een patiënt zijn medicijnen genomen? Moleculaire beeldvorming is ook een diagnostisch middel. De tumorcel is er daar één van. Maar we kunnen ook in biopten van spieren of organen kijken of daar iets aan het veranderen is. Zien we in spierweefsel wellicht vroege markers van hartfalen? Misschien veranderen metabolieten op het moment dat het hart ischemisch wordt en de pompfunctie vermindert. Bij anastomose na chirurgie bij darmkanker treedt in vijf procent van de gevallen naadlekkage
op. Wat gebeurt daar? Misschien kunnen we op basis van moleculaire beelden van materiaal dat toch verwijderd moet worden, bepalen of een patiënt risico loopt op lekkages. Is er een link tussen de moleculaire signatuur van necrose en microbiota? Dat soort zaken zijn we aan het onderzoeken.
Moleculaire beeldvorming is dus vooral voor de patholoog een aanvulling?
Ja, maar ook voor medici die zich bezighouden met regeneratieve geneeskunde. We kunnen kijken wat er gebeurt op het grensvlak tussen regenererende materialen en het levende systeem. Ook farmaceutisch is het interessant. We kunnen zien waar in het lichaam geneesmiddelen werkzaam zijn. Komt de chemotherapie daadwerkelijk in de tumor of komt deze op andere plekken terecht? Verande-
ren de moleculen daadwerkelijk op het moment dat iemand een geneesmiddel krijgt? Daarnaast kun je met moleculaire beeldvorming medicijnen beter, persoonlijker afstemmen. Op basis van de moleculaire heterogeniteit van een biopt kun je de samenstelling van bijvoorbeeld de cocktail aan chemo kuren bepalen.
Hoe nieuw is moleculaire beeldvorming?
Ik ben zelf eigenlijk al mijn hele carrière met massaspectrometrie bezig. Toen ik als technisch fysicus in de kernfusie promoveerde, keek ik op die manier naar waterstof atomen. Ik wilde graag iets nuttigs doen met mijn kennis, dus ben ik massaspectrometers gaan ontwikkelen om naar eiwitten te kijken. Na een paar jaar zag ik dat we echt verschil konden maken voor de patiënt als we moleculaire beelden
konden maken. Twee jaar geleden ben ik van Amsterdam, waar ik op een wat technischer instituut zat, verhuisd naar Maastricht, juist om die klinische vertaalslag te maken. Daar is van alles voor nodig, maar vooral clinici die openstaan voor nieuwe technieken. Die heb ik hier in Maastricht gevonden.
Hoe kijken clinici over het algemeen naar deze nieuwe technieken? Staat men ervoor open of merkt u nog weerstand of een afwachtende houding?
Nieuwe technieken vallen sowieso makkelijker in een academisch medisch centrum, waar men een nieuwe generatie medici wil opleiden, dan in een regionaal ziekenhuis. Daar is men vaak gedwongen
Lees verder op pagina 9
PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE
Nascholen over interdisciplinaire vasculaire geneeskunde, waar en wanneer u wilt
Geaccrediteerd voor 16 punten
PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE Jaargang 1 - nummer 4 - december 2016
Praktijkgericht Onafhankelijk Geaccrediteerd
Thema: Lipiden Familiaire hypercholesterolemie: opsporing en behandeling Cholesterolverlagende therapie: overzicht huidige en nieuwe middelen Vetstofwisseling bij reumatoïde artritis Lipidenprofiel: wel of niet nuchter laten prikken Urinezuurverlagende therapie www.focusvasculair.nl
Abonneer nu op www.focusvasculair.nl
TIJDELIJKE INTRODUCTIEKORTING: € 299,- € 199,- PER JAAR
Interview/Binnenlands nieuws 9
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Vervolg van pagina 6 zich te richten op de patiëntbehandeling en is er weinig tijd om te experimenteren met nieuwe technieken. Hier in Maastricht werken mensen met verschillende achtergronden samen. Zo worden ze dagelijks blootgesteld aan ideeën, uitdagingen, problemen en oplossingen vanuit verschillende achtergronden. Mijn onderzoekers gaan bijvoorbeeld met chirurgen mee de OK in om te bedenken hoe ze hen met moleculaire kennis kunnen ondersteunen. In mijn visie is wetenschap niet meer iets van één discipline. Dan moet je dus ook een omgeving creëren waar mensen over grenzen durven te stappen.
Heeft moleculaire beeld vorming een plek gekregen in de opleidingen geneeskunde, fysica en biomedische weten schappen?
Ja, we proberen al heel vroeg in de opleidingen studenten bloot te stellen aan dit soort nieuwe technieken. Want we realiseren ons ook dat als deze clinici van de toekomst pas in de kliniek met deze technieken te maken krijgen, het te laat is. Tweedejaars bachelorstudenten biomedical sciences draaien bij ons al projecten. We stellen onze labs ook open voor alle clinici van het MUMC die met ons willen samenwerken aan projecten die wetenschappelijk relevant zijn en een impact hebben.
Welk van uw huidige projecten doet uw hart sneller kloppen?
We werken momenteel met transplantatiechirurgen samen om te kijken of we met moleculaire imagingtechnieken de mate van ischemische schade aan transplantatieorganen kunnen bepalen. Pa-
thologen worstelen met de vraag of de kwaliteit van de organen voldoende is, omdat vroege schade morfologisch nauwelijks te zien is. We hebben een experiment gedaan met twee varkensnieren. Eén nier hebben we in een perfusiemachine bij lage temperaturen geperfundeerd. De andere hebben we niet gekoeld, zodat deze ischemische schade opliep. We namen van beide nieren een biopt en legden deze voor aan pathologen met de vraag
Ik wil moleculaire beeldvorming nog sneller en gevoeliger maken bij welk biopt sprake was van de meeste weefselschade. In slechts 38 procent van de gevallen hadden zij het juist. Met massaspectrometrie hebben we ook de ischemische schade bekeken en waren daarbij 100 procent accuraat. Samen met de Nierstichting bekijken we of de techniek ook in de transplantatiepraktijk toepasbaar is. Als dat zo is, verhogen we de kans op succes van een transplantatie. We hopen ook meer organen beschikbaar te maken voor transplantatie, omdat we beter kunnen screenen of een orgaan dat in eerste instantie beschadigd lijkt, toch geschikt is om te doneren.
Is het niet bedreigend voor pathologen, deze nieuwe technieken die het ‘beter doen’ dan zijzelf ?
Nee, we geven pathologen juist nieuwe gereedschappen. Ze kunnen veel meer in detail, veel preciezer diagnoses stellen in dezelfde tijd of zelfs sneller. Ik denk dat wij hun werk juist makkelijker maken. Het is niet zo dat wij de taak van
Andere screening leidt tot betere behandeling op maat van longkankerpatiënt Met een andere test dan de huidige standaardtest kan beter worden voorspeld of een patiënt met longkanker reageert op therapie op maat. Het gaat om patiënten met niet-kleincellige longkanker die een bepaalde genafwijking (ALK-translocatie) hebben. Met de test kan de genafwijking eenvoudiger en sneller worden vastgesteld, waardoor de patiënt eerder een betere behandeling op maat kan krijgen. Dit blijkt uit onderzoek van het UMCG onder leiding van longarts Anthonie van der Wekken, dat is gepubliceerd in Clinical Cancer Research. Longkanker is de vierde meest voorkomende kankersoort en treft jaarlijks meer dan 12.000 mensen. In ruim 9.000 gevallen betreft het niet-kleincellige longkanker. Vijf procent van deze patiënten heeft een afwijking op het ALK-gen. Om de ALK-translocatie te kunnen bepalen, moet de patiënt gescreend worden, zodat deze therapie op maat kan krijgen. Volgens de huidige behandelrichtlijnen gebeurt dat met een zogenoemde ALK-FISH test. De ALK-FISH test wijst uit of er een ALK-translocatie aanwezig is bij de patiënt en of deze in aan-
merking komt voor therapie op maat met het middel crizotinib in plaats van de standaard chemotherapie. Echter, niet alle patiënten die volgens deze test in aanmerking komen voor de therapie op maat, reageren ook op de therapie. Bovendien kan de ALK-FISH test alleen in een gespecialiseerd lab w orden uitgevoerd en duurt het enkele weken voordat duidelijk is of er sprake is van een ALK-translocatie. Soms wordt daarom afgezien van de test en gestart met de standaard chemotherapie. Uit onderzoek van het UMCG blijkt de ALK-IHC-test een betere voorspeller of de patiënt reageert op de therapie op maat. “Deze test kan door ieder lab worden uitgevoerd en wijst binnen een paar dagen uit of de ALK-translocatie aanwezig is. Ook voorspelt de test of de patiënt reageert op de behandeling op maat. Zo kunnen patiënten eerder een betere behandeling krijgen,” aldus longarts Van der Wekken. In het UMCG wordt de ALK-IHC-test al gebruikt. De onderzoekers pleiten ervoor dat deze test als standaardtest wordt opgenomen in de internationale behandelrichtlijnen. (bron: UMCG) ●
de patholoog gaan overnemen. We ontwikkelen de methodes immers ook samen met hen.
Hoe ver bent u met het klinisch toepassen van de nieuwe methodes?
We doen momenteel tests met grote patiëntcohorten om de technieken te valideren. Het vergt nog een ethische en juridische approval om moleculaire imagingtechnieken op routineschaal toe te passen, maar de techniek is er klaar voor. Er zijn al pathologen die de apparatuur in hun workflow opnemen en ermee experimenteren. Momenteel genereren we miljarden spectra over al die verschillende weefsels. Daar bouwen we databases mee, zodat de software een snelle match kan maken en de patholoog meteen kan zien welke celtypen het zijn. Over een jaar of drie zijn we daar al veel verder mee.
Is het een grote investering voor ziekenhuizen om met moleculaire beeldvorming te werken?
De initiële investering is groot. Op dit moment heb je experts en een infrastructuur als M4I nodig om echt optimaal gebruik te maken van massaspectrometers. Maar over een aantal jaren kan een ziekenhuis een apparaat bestellen en er zelf mee aan de slag gaan. De kosten per analyse zijn maximaal 100 euro per weefselcoupe. De apparatuur zorgt bovendien voor grote besparingen: je weet beter of een tumormarge schoon is en wat het type tumor is. Bovendien kun je snel een diagnose stellen. We zijn al met verzekeraars in gesprek. Het voorkomen van een verkeerde behandeling, door op basis van moleculaire informatie de beste behandeling te bepalen, kan miljoenen euro’s besparen.
Waar moeten ziekenhuizen nog meer rekening mee houden als ze willen werken met moleculaire beeldvorming?
Ziekenhuizen moeten investeren in een nieuwe infrastructuur, zodat de informatie uit de moleculaire beeldvorming bij de patholoog en chirurg terechtkomt. Als patholoog maak je nu één foto. Wij maken tienduizend foto’s in één experiment, voor twintig verschillende weefsels. Hoe ga je al die foto’s aan de patholoog geven? Ziekenhuizen moeten ook investeren in de infrastructuur om al die data op te slaan. Het is behoorlijk wat data en de privacy van de patiënt moet gewaarborgd zijn.
Wat doet een clinicus ver volgens met al die data? Niet alleen qua opslag, maar je hebt zoveel informatie over een patiënt, wat kun je daarmee?
Je weet meer over de patiënt dan de patiënt zelf. Het is geweldige informatie om onderzoek mee te doen, mits de patiënt daar toestemming voor geeft en ethisch en juridisch alles geregeld is. Door de moleculaire informatie, informatie over de levensstijl, behandelingen en de patiënten-follow-up aan elkaar te knopen, kun je een nieuw soort patiëntprofielen maken. Je kunt dan bijvoorbeeld iets zeggen over welke levensstijl gekoppeld aan de moleculaire context een verhoogd risico geeft op een bepaald type tumor.
Wat zijn uw wensen en doelen voor de toekomst?
Mijn doel is om moleculaire beeldvorming nog sneller en gevoeliger te maken, zodat we één enkele cel in luttele microseconden in kaart kunnen brengen. Het tweede doel is om die moleculaire informatie direct in handen van de chirurg te
geven. We kijken of we moleculaire technologie met massaspectrometrie kunnen koppelen aan chirurgische tools en procedures. We werken bijvoorbeeld aan het iKnife. De rook die dit electrochirurgische mes genereert bevat allerlei moleculaire informatie en kunnen we heel snel analyseren: is het tumorweefsel, veranderend weefsel of normaal weefsel? De chirurg kan drie seconden na het snijden op het scherm aflezen wat voor soort weefsel het is. We noemen dat de moleculaire OK, waarin we moleculaire pathologie combineren met de moleculaire diagnose intra-operatief. Dat kan voor allerlei oncologische procedures, maar ook in de traumachirurgie. Als iemand van vijftig nu van zijn fiets valt en daarbij zijn heup breekt, bepaalt de chirurg of de heup vervangen moet worden of niet. Dat gebeurt nu op basis van de weerstand die de chirurg voelt als hij een gaatje boort in het bot, en op basis van zijn gevoel en ervaring. Met moleculaire beeldvorming is veel preciezere diagnostiek mogelijk. Met een laser kan een klein beetje bot worden verdampt, waarna op basis van dat profiel bepaald wordt of het bot nog levensvatbaar is. Ik hoop niet dat ik het ooit nodig heb, maar mocht ik een keer vallen, dan hoop ik dat het in de buurt van dit ziekenhuis is.
Loopt Maastricht sterk voorop in dit soort technieken?
Ja, dit soort technieken vind je nog nagenoeg niet in de rest van Nederland. De combinatie van de moleculaire OK, de moleculaire pathologie en de intra-operatieve techniek bestaat sowieso verder wereldwijd nog nergens op deze schaal. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik hier aan de slag kan en dat er zo veel mensen met me mee wilden verhuizen vanuit Amsterdam. ●
Hoogleraren: robotisering bedreigt honderdduizenden banen DEN HAAG – De banen van honderdduizenden Nederlanders staan op de tocht vanwege de ontwikkelingen op het vlak van robotisering. Dat schrijft RTL naar aanleiding van een brandbrief van twintig wetenschappers. Werkgevers en vakbonden ondersteunen de oproep. “Wij hebben een politieke visie nodig om robotisering letterlijk in goede banen te leiden,” aldus de hoogleraren. De oproep geldt voor diverse sectoren, waaronder de gezondheidszorg. De opstellers van de brandbrief
zeggen zich zorgen te maken, omdat politieke partijen weinig prioriteit lijken te geven aan de risico’s voor de arbeidsmarkt. “Wij zijn er niet van overtuigd dat de nieuwe coalitie na de verkiezingen voldoende en op tijd zal inspelen op de robotsamenleving.” Robotisering zal de komende jaren ingrijpende gevolgen hebben op de arbeidsmarkt, aldus RTL. Tussen 5 en 40% van de huidige banen verdwijnt door robotisering en automatisering, wijzen studies uit. Vooral mensen met een middel
bare en lagere opleiding zouden in de gevarenzone zitten. De wetenschappers erkennen dat robotisering ook kansen biedt. “We worden productiever, waardoor we nieuw werk kunnen creëren of werk kunnen behouden in Nederland dat anders zou verdwijnen. Robots kunnen ons verlossen van gevaarlijk en ongezond werk en precisie-operaties mogelijk maken waarvoor een mensenhand ongeschikt is.” CNV-voorman Maurice Limmen deelt de kritiek. “Je moet inspelen op robotisering en digitalisering en de beste manier om dat te doen is door voorop te lopen. Doe je dat niet, dan laat je je overvallen door andere landen die voorop lopen,” vertelde hij aan RTL Nieuws. Van de politieke partijen heeft alleen D66 een expliciete passage over robotisering in het programma staan. De partij pleit voor “een leven lang leren, waarin we investeren in het opbouwen van nieuwe digitale vaardigheden, maar ook aandacht hebben voor de mensen die moeite hebben met de snelle ontwikkelingen en mensen die hun baan verliezen” en voor “ruimte voor experimenten met nieuwe vormen van werkverdeling.” (bron: RTL) ●
10 Reportage
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Een dag in het leven van een arts-assistent IC
TEKST: DRS. N. TRESKES, ANIOS*, DR. P. BRUINS, ANESTHESIOLOOG- INTENSIVIST**, DRS. D.H.T. TJAN, ANESTHESIOLOOG-INTENSIVIST*
Vaak wordt gezegd dat werken als dokter opwindend is. Dat geldt zeker op een IC-afdeling, waar de acute situaties elkaar snel kunnen opvolgen, maar soms ook tegelijk komen. In deze bijdrage vertelt Nikki Treskes, oud-coassistent IC en anios IC, over haar ervaringen tijdens de dienst. Een treffend beeld van hoe een jonge professional in een hoogtechnische omgeving leert ‘overleven’, en zich daarbij met een steile leercurve ontwikkelt. Klokslag 22.30 uur zit ik als dienstdoende arts-assistent IC (AAIC) klaar in de IC-overdrachtsruimte, wachtend op mijn collega van de avonddienst voor de overdracht. Vannacht sta ik er weer alleen voor: 17 kritiek zieke patiënten zijn de komende negen uren mede mijn verantwoordelijkheid als voorwacht van het IC-team. Zodra de dienstdoende intensivist (mijn achterwacht) het pand heeft verlaten moet ik, indien een patiënt acuut verslechtert, de eerste twintig minuten zien te overleven tot mijn achterwacht met spoed komt. Bij een reanimatie verzorg ik de belangrijkste stappen van de ABCDE (Airway, Breathing, Circulation, Disability, Exposure) voor de opvang van de acuut zieke pa-
tiënt. Als dokter van het spoed interventieteam (SIT) staren op de algemene verpleegafdeling alle ogen in mijn richting: “Ga je deze zieke patiënt opnemen of niet?” Op de Intensive Care zelf interpreteer ik alle informatie, die zowel handmatig als automatisch in ons Patiënt Data Management System wordt geüpload. In combinatie met mijn ontwikkelde klinische bevindingen kan ik hiermee aan het bed, in tabbladen per orgaansysteem, alle binnenkomende informatie overzien en inspelen op hoe de patiënt zich ontwikkelt.
Klaargestoomd
Als beginnende dokter ben ik zo compleet mogelijk klaargestoomd voor deze uitdaging. Tijdens mijn
* AFDELING INTENSIVE CARE, ZIEKENHUIS GELDERSE VALLEI, EDE ** AFDELING INTENSIVE CARE, ST. ANTONIUS ZIEKENHUIS, NIEUWEGEIN
basic life support en advanced life support trainingen heb ik geleerd een patiënt in een reanimatie setting te herkennen. Ik ken de taakverdeling in het team en kan samen met hen de basale circulatie en respiratie (kunstmatig) herstellen. Ik ken de differentiaaldiagnose van een reanimatiesetting en weet hoe hierop zowel diagnostisch als therapeutisch te handelen. Tevens heb ik, zoals alle artsen in de acute geneeskunde, een Fundamentals of Critical Care Support (FCCS)- diploma op zak. Bij de FCCS draait alles om de herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt. De vitale parameters ademfrequentie, zuurstofsaturatie, hartfrequentie, bloeddruk, lichaamstemperatuur en bewustzijn worden je houvast. Zij zijn de basis voor de signalering van de patiënt in levensgevaar en worden gebruikt in verschillende scoresystemen, zoals de Modified Early Warning Score (MEWS), die hierbij helpen. Ook worden technische vaardigheden aangeleerd, zoals het gebruik van verschillende hulpmiddelen voor het veilig stellen van de luchtweg, het instellen van en de fysica achter de beademingsmachine en (het gebruik van een echo bij) het plaatsen van
centraal veneuze lijnen en het reanimeren van de levenloze patiënt. Ik loop visite over de IC met mijn supervisor. Het is volle bak. Op box 1 heb ik een jonge man die met de jaarwisseling een nitraat in zijn hand heeft laten ontploffen. Naast
Nikki Treskes met haar huidige opleider Tjan (ZGV, rechts) en toekomstig opleider Bruins (Antonius, links).
Intensive Care is een onderdeel van de geneeskunde dat gespecialiseerd is in de behandeling van levensbedreigende aandoeningen. Bij deze kritiek zieke patiënten zijn de vitale lichaamsfuncties bedreigd. Meestal zijn dat de functies van het hart, de bloedsomloop en de longen, maar soms ook die van de nieren, lever of andere organen. In 1928 werd in het Harvard Medical School door Philip Drinker de eerste beademingsmachine ontdekt: de ijzeren long. Dit is een cilinder, waarin middels een zuiger afwisselend positieve en negatieve druk kan worden gecreëerd. De borstkas van de patiënt werd in de cilinder geplaatst en dit werd met een kraag om de hals van de patiënt hermetisch afgesloten. Door de opbouw van negatieve druk in de cilinder expandeert de thorax en gaat het diafragma naar beneden, waardoor lucht de longen in wordt aangezogen. Tijdens de polio-epidemie in de jaren vijftig had de Deense anesthesioloog Bjorn Ibsen een alternatief idee. Hij stelde vast dat patiënten met poliomyelitis anterior acuta stierven door koolzuurintoxicatie ten gevolge van ernstige hypoventilatie. Hij besloot patiënten een tracheostoma te geven en hen met positieve druk te beademen. De behandeling van poliopatiënten werd gecentreerd en zo werd in 1953 de eerste Intensive Care (IC)-afdeling in het Kommunehospitalet in Kopenhagen opgericht. De epidemie bereikte Nederland in 1956. Er werden in verschillende ziekenhuizen beademingsafdelingen gecreëerd om de bestrijding van de epidemie landelijk te organiseren.1,2 Nu, ruim zestig jaar later, hebben de meeste ziekenhuizen in Nederland een IC met geavanceerde beademingsapparatuur (zie bovenstaande foto).
Reportage 11
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
een amputatie van twee van zijn vingers, luxatie van zijn schouder en volledige excoriatie van zijn onderarm, heeft hij ook een inhalatietrauma opgelopen. Zijn bovenste luchtwegen zijn volledig opgezwollen door het inademen van de rook en bedreigen zijn ademweg. Om te voorkomen dat deze jongeman in alle onrust zijn tube verwijdert, wordt hij diep gesedeerd. Menig drugsverslaafde zal jaloers zijn op de combinatie en dosis van de middelen die wij hem toedienen, hoewel genot op dit niveau van bewustzijn te betwisten valt. Daarnaast ligt een 65-jarige patiënt met een Legionella pneumosepsis. Zijn rechterlong is volledig geconsolideerd. De patiënt was in de eerste uren van zijn opname zodanig verslechterd dat we hem nu in buikligging beademen. Zijn buurman is er niet veel beter aan toe. Dankzij zijn geïnfecteerde pacemaker maakt hij een diepe septische shock met multi- orgaanfalen door. De noradrenalineperfusor staat op 1 µg/kg/min, een torenhoge dosering, wat betekent dat we hem eigenlijk chemisch aan het reanimeren zijn. Daarbij heeft hij toenemend hoge beademingsvoorwaarden en wordt hij continu gedialyseerd. Om nog wat eigen voorbeelden te noemen heb ik de zorg voor een patiënte met een terugkerende exacerbatie van haar Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) Gold IV. Zij wordt bij ieder briesje direct bronchospastisch en heel benauwd. Ook hebben wij een patiënt die door zijn langdurige IC-opname ernstig is verzwakt, een beeld dat ICU acquired weakness heet. Middels een tracheostoma en zeer nauwlettend en langdurig weantraject wordt hij getraind om van de beademing af te komen en weer te revalideren. Bij een 71-jarige vrouw worden de negatieve bijwerkingen van de orale antistolling geïllustreerd door een indrukwekkend rectus hematoom. Het is niet zozeer de vraag of, maar eerder wanneer ik met haar naar de angiokamer moet voor een nieuwe poging om het bloeden te stelpen door de interventieradioloog. We zijn nog niet eens halverwege onze visite als een van de verpleegkundigen belt. “Het is meneer B. Hij heeft net zijn neusmaagsonde verwijderd en probeert nu uit bed te klimmen.” B. is een 88-jarige man met poliklinisch multi-orgaanfalen. Hij heeft uitgebreide comorbiditeit, waaronder chronische nierfunctiestoornissen, diabetes mellitus, hypertensie, aortastenose en recidiverend hartfalen. Verder was hij rollatorafhankelijk en kon hij zich niet zelf verzorgen. Een huis-, tuin- en keukengriep die hij in zijn verpleeghuis heeft opgelopen is zijn lichaam iets te veel geworden, waardoor het hele kaartenhuis nu op instorten staat. Voor zijn ziekenhuisopname had de patiënt al toenemende cognitieve stoornissen met vergeetachtigheid. De fragiele oudere patiënt is een veelvoorkomend ethisch probleem. Bijna dagelijks staan wij voor lastige maatschappelijke en ethische vraagstukken omtrent behandelopties en behandelbeperkingen.
aangepast, vochtbalansen gecorrigeerd en beademingsvoorwaarden geoptimaliseerd. We moeten alleen nog langs de hartbewaking voor een patiënt bij wie we eerder die avond al in consult waren gevraagd. Onderweg check ik of mijn reanimatiepieper werkt, een vaste tic van mij aan het begin van iedere dienst. Ik reset de pieper en als we de Cardiac Care Unit (CCU) oplopen zie ik mijn collega van de interne hartmassages geven. “Dit is raar,” denk ik, als eindelijk tot mijn cortex doordringt dat ik onderdeel van het reanimatieteam ben. Ik storm de kamer in, oordelend dat mijn consult nog heel even moet wachten, en neem de kapbeademing over. De ‘airway’ en ‘breathing’ zijn mijn verantwoording tijdens een reanimatie. Ik denk mee met de assistent van de interne, die de leiding heeft, over welke van de 4H’s en 4T’s de oorzaak van deze reanimatiesetting zou kunnen zijn geweest. Intussen vraag ik om de tube en laryngoscoop en intubeer de patiënt tijdens de ritmecheck. Hij heeft een recidief infarct en moet zo snel mogelijk naar een Percutane Coronaire Interventie (PCI)centrum. We brengen de patiënt naar de SEH, waar ik de patiënt oplijn. Ik vergeet mijn eerste centrale-lijnplaatsing nooit meer. Het zweet stond me op het voorhoofd, de tremor in mijn handen. “Alsjeblieft geen pneumothorax, alsjeblieft geen pneu” galmde door mijn hoofd terwijl ik die dikke naald onder de clavicula manoeuvreerde. Zo’n zeventig centrale lijnen later, gelukkig nog steeds complicatieloos, denk ik dat nog steeds (fig. 2). Ik ben nog maar net met het papierwerk bezig, zodat deze patiënt met een goede overdracht naar een ander ziekenhuis kan, als mijn roodgloeiende telefoon
alweer afgaat. Het is de verpleegkundige van de acute-opnameafdeling. Een van haar patiënten is acuut “niet lekker” geworden en ze vraagt of ik zo snel mogelijk kan komen. Eigenlijk is de assistent van de interne haar voorwacht, “maar hij staat vast bij een reanimatie,” dus of ik z.s.m. (lees: nu) kan komen kijken. “Hmm ... Ik sta vast bij diezelfde reanimatie,” denk ik hardop. Zijn controles klinken echter zorgelijk, dus ik vraag mijn baas om bij de gereanimeerde te blijven en sprint naar boven. Daar tref ik een andere IC-kandidaat aan. Opnieuw telefoon. Het is mijn baas: “De ambulance is er, kom je nu naar beneden?” Ik denk bij mezelf: hoe ga ik dit doen? Kon ik mezelf maar in achten splitsen. De Mobile Intensive Care Unit (MICU) rijdt in de nacht niet, dus ik moet zelf met de patiënt mee. Ik doe opnieuw een wisseltruc met mijn supervisor en zit
In een paar minuten moet ik over iemands leven beslissen even later met gillende sirenes en een gezonde nervositeit in de ambulance. Een infarcerende patiënt, die daarbij in shock is en respiratoir moeilijk te beademen met een transportbeademingsapparaat zo snel mogelijk naar het hartcentrum transporteren. En straks aan een supergespecialiseerd team in het universitair centrum overdragen hoe de rit is gegaan. “Gaan jullie dit echt aan mij overlaten?” Ik ben nog maar net terug als ik opnieuw word gebeld. “Nik, werk aan de winkel.” Op de longafdeling ligt een 75-jarige vrouw die in de ochtend was opgenomen met
Nagalmende piepjes
Zo ben ik de hele nacht kleine, en grote (!), brandjes aan het blussen. Voor het grootste vuur moet ik nog komen te staan. De overdracht zou een vast stramien moeten hebben, maar dat lukt helaas niet altijd. Een nieuw team van kersverse, uitgeslapen dokters hangt aan mijn lippen, maar echt op een rijtje heb ik het niet meer na zo’n drukke nacht. Ik moet ervoor zorgen dat ik een zo goed mogelijk lopend verhaal heb. En vooral: niet stoppen met praten, want zodra de kans er is zal mijn verhaal worden onderbroken door een stormvloed aan vragen. “Waarom heeft hij nog een tweeliterinfuus? Hoeveel loopt die drain nog precies? Wat heeft de geriater hierover gezegd? Wie heeft bedacht dat deze patiënt een code A-van-Alles (volledig behandelbeleid) heeft, wat kon hij thuis eigenlijk nog?” Als ik eindelijk in bed lig, hoor ik de piepjes van overschrijdende alarmgrenzen van de monitor nog in mijn hoofd nagalmen.
Hartmassages
Onze avondronde is klaar. Alle vragen van de verpleegkundigen zijn beantwoord, recepten zijn
pleuravocht van onbekende origine. Het plan was om de volgende dag een diagnostische punctie uit te voeren, maar ze werd in de nacht onaanspreekbaar aangetroffen door de verpleegkundige. “Ze heeft wijde pupillen en een zuurstofsaturatie van 50%,” aldus mijn collega. “En de bloeddruk?” “Het lukte niet om die te meten.” “Moet je niet gaan reanimeren dan?”, vraag ik, in een drafje onderweg naar de longafdeling. Ik heb op de IC gauw de SIT-verpleegkundige en onze noodtas opgehaald. Een rugzak ter grootte van een hut koffer met onder andere een ambuballon, infusievloeistof en al mijn favoriete ampullen (fig. 3). “Ze heeft een NTBR (Not To Be Resuscitated).” Ik kom aan op de afdeling en tref een gaspende, comateuze, morbide obese patiënte aan. Een oververhitte verpleegkundige is heftig bezig een nieuw infuus aan te sluiten. De verpleegkundige die de patiënte zo slecht aantrof is bevroren. Het sissende geluid van de 15 liter zuurstofsuppletie via een non-rebreathermasker, het driftige piepje van de saturatiemeter (ik hoor alleen al aan de toonhoogte dat het veel te laag is) en het geklaag van de bloeddrukmeter die zijn waarde niet kan produceren, maken de scene helemaal af. En dan staren alle ogen ineens naar jou. Wat ga ik doen? Mijn eerste gedachte is dat deze patiënt al is aangekomen bij de hemelpoort. Ik kan al mijn middelen inzetten en deze patiënt proberen te redden door haar te intuberen en beademen, maar ik betwijfel of ze levend de IC haalt. Wat zijn haar kansen op overleving en goede kwaliteit van leven eigenlijk? Drie kwartier geleden heeft de verpleegkundige nog een gesprek met haar gevoerd. Echter voor hetzelfde geld is ze al een halfuur zo hypoxisch en heeft haar brein irreversibele schade opgelopen. In een paar minuten moet ik over iemands leven beslissen, terwijl ik geen idee heb hoe zij in het leven stond.
Terugkijken Assisteren bij inbrengen cannules voor interventional lung assist device (ILA).
Terugkijkend op het afgelopen jaar is de groei die een AAIC doormaakt
IC-noodtas, met onder andere een ambuballon, infusievloeistof en medicatie.
onvoorstelbaar. Zo’n 50 acute opnames, 250 visites, 25 intubaties, 200 centraal veneuze, arteriële en dialyselijnen, 15 reanimaties, 100 familiegesprekken, tientallen presentaties en een handvol cursussen en congressen zit ik nu heel anders klaar aan het begin van mijn dienst dan een jaar geleden. Hoe de dienst eruit gaat zien is altijd weer een verrassing en een dag op de IC is nooit hetzelfde. ICdokters moeten snel kunnen herkennen, denken, prioriteren en handelen. Het is niet alleen het behandelen van (multi)orgaanfalen, maar ook het aanpakken van ethische vraagstukken, begeleiden van families en omgaan met sterfte. Daarnaast behoort het begeleiden van coassistenten en jonge AAIC tot het takenpakket. Technische vaardigheid en medisch inhoudelijke kennis van de geneeskunde op al haar gebieden zijn onmisbaar. Intensivisme is een multidisciplinaire professie die alle 7 competenties van een (basis)arts vereist. Ik heb de start van mijn carrière mogen ervaren in een zeer vaardige en competente omgeving, met uitgebreide casuïstiek, ruime exposure en een veilig leerklimaat. Een fantastisch team van gespecialiseerde verpleegkundigen en intensivisten heeft mij ondersteund en begeleid en mij de mogelijkheid gegeven stap voor stap meer verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Ik heb mijn passie gevonden in de vitale functies en dit maakt dat ik mij uiteindelijk wil specialiseren tot anesthesioloog. Nu, tijd voor de volgende stap, sta ik aan de deur van een groot opleidingsziekenhuis, waarin ik die droom mogelijk kan verwezenlijken. Met gezonde spanning, die mij herinnert aan de eerste dag van een nieuw coschap, bereid ik mij voor op een nieuw team, opnieuw die eerste overdracht, die eerste nachtdienst, maar vooral de nieuwe uitdaging. Nikki Treskes was coassistent en anios IC in het Gelderse Vallei Ziekenhuis Ede van 1 januari 2016 tot 28 februari 2017. Per 1 maart 2017 begon zij als anios IC in het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Ze hoopt uiteindelijk anesthesioloog te worden. Referenties 1. Meinesz AF, Wijkstra PJ, Zijlstra JG, Albers MJIJ, Koëter GH. Van de poliomyelitisepidemie naar de oprichting van beademingscentra, intensivecareafdelingen en centra voor thuisbeademing. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:444-9. 2. Kacmarek RM. The mechanical ventilator: past, present, and future. Respir Care 2011;56(8):1170-80. ●
12 Industrie
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
ZOLL introduceert transportbeademing
Philips en LabPON creëren ‘grootste pathologische databank ter wereld’
De 731-reeks van draagbare beademingsapparaten is de ideale oplossing voor omgevingen variërend van de afdeling spoedeisende hulp tot ambulancezorg en militaire operaties. Er is zelfs een MRI-versie van de Eagle II beschikbaar. Deze apparaten bieden diverse beademingstherapieën en ondersteunen zuigelingen (≥5 kg), kinderen en volwassenen. De beademingsapparaten van ZOLL zijn gebouwd voor mobiliteit en wegen minder dan 4,5 kg. De accu gaat maar liefst 10 uur mee en de interne compressor biedt vele voordelen. Alle beademings-
BEST – Philips en LabPON, het eerste klinische laboratorium dat volledig is overgestapt op digitale histopathologische diagnostiek, gaat met behulp van de Philips- oplossing IntelliSite Pathology1 een digitale databank opzetten met daarin enorme samengevoegde reeksen geannoteerde pathologiebeelden en ‘big data’. De databank biedt pathologen een schat aan klinische informatie voor de ontwikkeling van beeldanalysealgoritmen voor computational p athologie en pathologieonderwijs, melden beide partijen in een gezamenlijk persbericht. Daarnaast kan de databank bijdragen aan het bevorderen van onderzoek en nieuwe ontdekkingen met het oog op nieuwe inzichten in de evaluatie van ziektebeelden, bijvoorbeeld in de oncologie. Deep learning-algoritmen kunnen mogelijk de objectiviteit en efficiëntie van tumordiagnostiek verbeteren. Deze technieken voor beeldanalyse zijn in de afgelopen jaren uitgegroeid tot de standaardaanpak als het gaat om computer vision en hebben bewezen in een aantal taken beter te presteren dan de mens. De uitdaging bij het uitvoeren van dergelijke technieken is dat er een databank beschikbaar moet zijn met een gegevensbestand dat zowel kwalitatief als qua omvang toereikend is om de algoritmen te ontwikkelen. Als een van de grootste pathologische laboratoria in Nederland zal LabPON zijn beeldenbestand beschikbaar stellen, waarmee elk jaar naar verwachting circa 300.000
De accu gaat maar liefst 10 uur mee
apparaten bieden Smart Help™technologie om het oplossen van alarmmeldingen te vergemakkelijken, alsmede Masimo® SET®pulsoxymetrie, bewezen klinisch superieur voor continue, nauwkeurige SpO2- en hartslagmetingen. Laat u verbazen door de bijzonder lage cost of ownership van deze ventilatoren. Er is al bijzonder veel interesse getoond in de beademings oplossing van ZOLL. Meer informatie op www.zoll. com. U kunt ook mailen naar Info. benelux@zoll.com of bellen naar 0481 366 410. ●
whole slide images (WSI) aan de data bank zullen worden toegevoegd. Daartoe behoren geanonimiseerde gegevensreeksen van geannoteerde casussen die door de patholoog handmatig van commentaar zijn voorzien. Verder omvat de databank uiteenlopende weefsel- en ziektecategorieën, en andere diagnostische informatie om deep learning te faciliteren. “Bij ‘deep learning’ gaat het om de ontwikkeling van geavanceerde computerprogramma’s die weefselbeelden automatisch begrijpen en zeer gedetailleerd digitaal in kaart brengen: hoe meer gegevens er beschikbaar zijn, des te verfijnder de computeranalyse”, zegt Peter Hamilton, hoofd van de werkgroep Image Analytics bij Philips-onderdeel Digital Pathology Solutions. “LabPON en Philips hebben samen de benodigde competenties en vaardigheden om dit te realiseren.” Aangezien er momenteel sprake is van een stijgend tekort aan pathologen en ook het aantal oncologische casussen toeneemt, wordt het nauwkeurig diagnosticeren en stageren van kanker steeds complexer, waardoor de werkdruk op pathologische diensten groter wordt. Technologieën als computational pathologie kunnen patho logen hulpmiddelen aanreiken waarmee ze zo efficiënt mogelijk kunnen werken. “De rol van de patholoog blijft belangrijk bij het stellen van de definitieve diagnose en is van grote invloed op de behandeling van de
patiënt. Softwareprogramma’s kunnen helpen om pathologen een deel van hun werkzaamheden uit handen te nemen, zoals identificatie van tumorcellen, telling van mitotische cellen of vaststelling van perineurale en vaso-invasieve groei. Daarnaast kunnen op deze manier metingen nauwkeuriger worden verricht,” aldus Alexi Baidoshvili, patholoog bij LabPON. “Uiteindelijk zou dit kunnen helpen de kwaliteit van de diag nostiek te verhogen en diagnoses objectiever te maken.” Afgezien van de ontwikkeling van computeralgoritmen voor diagnostisch gebruik is Philips van plan de databank via het Philipsplatform voor translationeel onderzoek beschikbaar te stellen aan onderzoeksinstellingen en andere partners. Daarmee krijgt een select aantal partijen de mogelijkheid een beroep te doen op enorme gegevensreeksen en deze te combineren om zo nieuwe inzichten op te doen die uiteindelijk kunnen worden omgezet in nieuwe gepersonaliseerde behandelingsopties voor patiënten. ●
ADRZ en Siemens openen nieuw operatiekamercomplex
en figuurlijk de volgende bouwsteen aan het nieuwe ADRZ.” Zij sprak haar tevredenheid uit over de constructie waarbij Siemens de technisch complexe infrastructuur ontwikkelt en realiseert. Kees Smaling, directeur van Siemens Healthineers, constateert dat steeds meer klanten op zoek zijn naar een partner die de kennis en kunde heeft om dergelijke oplossingen te kunnen realiseren. “Het is voor het eerst in Nederland dat klinische specialisten en ingenieurs op deze manier samenwerken in de realisatie van een OKcomplex.” Siemens Healthineers heeft de veiligheid onder meer geborgd door alle OK’s uniform in te richten. Hierdoor ontstaan eenduidige looplijnen en een logische ordening. In welke OK de chirurg ook opereert, alles zit op dezelfde plek. Dat geldt ook voor de medische apparatuur. Een van de OK’s is voorbereid om in de toekomst te worden uitgerust als hybride OK voor onder meer vaatchirurgische toepassingen. Voorafgaand aan de opening van het nieuwe complex zijn artsen en medewerkers getraind in het gebruik van de nieuwe applicaties en apparatuur. Het nieuwe complex, dat aan het ziekenhuis is gebouwd, bevat behalve de operatiekamers ook ruimtes voor de opslag van materialen, een pauzeruimte en een kantoor. In een verbouwde bestaande vleugel komen sluizen, verkoeverruimtes, kleedkamers en opslag van apparatuur. ●
GOES – Eind februari 2017 is een gloednieuw operatiecomplex in gebruik genomen in de Goese vestiging van het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (ADRZ). De opdracht kwam van het ziekenhuis, maar het ontwerp, de bouw, het onderhoud en de financiering werden en worden verzorgd door Siemens Healthineers. Het ADRZ en Siemens gingen in 2015 een samenwerking aan, waarbij werd overeengekomen dat Siemens het ADRZ de komende tien jaar van de nieuwste medische apparatuur voorziet. Ook is Siemens betrokken bij de bouw van het centrum voor nucleaire geneeskunde bij het ADRZ in Goes. Voor de zes nieuwe operatiekamers is een vergelijkbare constructie gekozen: Siemens is eigenaar en het ADRZ huurt de ruimtes en apparatuur. Op deze manier kan het zieken-
huis drastisch vernieuwen zonder ingrijpende investeringen te doen. De nieuwe OK’s zijn zodanig opgezet dat ze optimaal passen bij de functie van het ziekenhuis. Een van de operatiekamers is qua beeldvorming speciaal ingericht voor het verrichten van diverse minimaal invasieve interventies. Claudia Brandenburg, voorzitter van de Raad van Bestuur van het ADRZ, noemde de nieuwe operatiekamers “na een periode van bezuinigen en heroriëntatie letterlijk
Alexi Baidoshvili, patholoog bij LabPON, in actie.
Marktgeluiden 13
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Integrated Health Solutions van Medtronic
“ Het gaat ons om meer dan technologie alleen” TEKST: GERRIT JAN LOGT
Over Medtronic
In 1957 ontwikkelde de Amerikaanse ondernemer Earl Bakken de eerste draagbare pacemaker op batterijen en legde daarmee de basis voor het bedrijf Medtronic. Nu, zestig jaar later, telt Medtronic zo’n 88.000 werknemers, verspreid over 160 landen. “Elke seconde worden twee patiënten geholpen met behulp van medische technologie van Medtronic,” vertelt Bart van de Kerkhof, sinds 2010 Country Director van Medtronic in Nederland. MIT sprak met deze Vlaming over de ingrijpende veranderingen in de zorg en de manier waarop Medtronic daarop inspeelt. Daarbij draait het nadrukkelijk om meer dan alleen medische technologie. De basis van het succes van Medtronic werd gelegd door het ontwikkelen van technologie voor hart- en vaatziekten. Ook vandaag de dag is het ontwikkelen van medische technologie nog steeds essentieel voor het bedrijf, vertelt Van de Kerkhof. Als actueel voorbeeld noemt hij de percutane hartkleppen. Waar de chirurg vroeger het borstbeen moest openknippen om een nieuwe hartklep te plaatsen, kan deze tegenwoordig via een katheter vanuit de lies in het hart geplaatst worden. “Een enorme reductie van de kosten en risico’s, en bovendien veel minder belastend voor de patiënt,” aldus Van de Kerkhof.
Meerwaarde
“Over de hele wereld zijn wij continu op zoek naar verbeteringen in de gezondheidszorg, die niet alleen de gezondheid verbeteren maar ook een economische meerwaarde opleveren,” zegt Van de Kerkhof. Historisch gezien waren de producten en therapieën van Medtronic bestemd voor de behandeling van chronische aandoeningen, maar momenteel breidt het bedrijf zijn focus uit naar het bieden van een completer zorgaanbod. Van de Kerkhof noemt informatietechnologieën, zoals de CareLink-net-
werkmonitoringservice, als voorbeeld. “Door sensoren en monitoren te integreren in onze producten, kunnen we gegevens doorsturen via een beveiligde internetverbinding naar een behandelend team van zorgverleners. Hierdoor kan het team patiënten op afstand beter monitoren en behandelen, en hoeft de patiënt niet telkens op controle te komen in het ziekenhuis. Voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in onze pacemakers, ICD’s, implanteerbare hartmoni toren en insulinepompen.” Het draait bij Medtronic dus allang niet meer om technologie alleen. Technologie wordt ingezet binnen zorgprocessen en zorg paden. En pas wanneer de processen en zorgpaden zijn geoptimaliseerd, is de technologie optimaal te gebruiken. “Het gaat erom de technologie te integreren.” Twee recente stappen van Medtronic, een meerderheidsbe lang in de Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) en de overname van Diabeter (een innovatieve zorgverlener op het gebied van diabetes), maken duidelijk dat Medtronic breder kijkt dan alleen naar technologie. “Zowel NOK als Diabeter onderscheiden zich door de kwaliteit van de zorgpaden en de focus op klinische resultaten. Daarom
Wij zoeken wereldwijd naar oplossingen met economische meerwaarde
Geïntegreerde oplossingen voor neurochirurgie.
Bart van de Kerkhof, Country Director Medtronic Nederland.
hebben wij deze strategische stap gezet.” De combinatie van strakke zorgprocessen en state-of-the-art technologie kan niet anders dan tot betere resultaten leiden, aldus Van de Kerkhof.
Medtronic werd in 1949 opgericht door Earl Bakken, een Amerikaanse ondernemer met Nederlands-Noorse roots, uitvinder van de draagbare pacemaker. Medtronic is een wereldwijde onderneming die zich heeft toegelegd op medische technologie voor de behandeling van chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes, neurologische stoornissen, wervelkolomaandoeningen en chronische pijn. Voorbeelden van medisch-technologische producten van Medtronic zijn pacemakers, implanteerbare defibrillatoren (ICD’s), stents, neurostimulatoren, hartkleppen, insulinepompen, OK-apparatuur en OK-materiaal. De wereldwijde omzet van Medtronic bedroeg in boekjaar 2016 ongeveer 28 miljard dollar. Het bedrijf heeft circa 88.000 mensen in dienst, van wie ongeveer 20% onderzoekers en ingenieurs zijn. De onderneming opereert in zo’n 160 landen en bezit wereldwijd meer dan 57.000 patenten. In Nederland heeft Medtronic vier vestigingen – in Heerlen, Kerkrade, Maastricht en Eindhoven – en stelt Medtronic meer dan 1700 mensen te werk. In Maastricht is het internationale Bakken Research Center (BRC) van Medtronic gevestigd. De 350 werknemers aldaar houden zich vooral bezig met het opzetten en uitvoeren van klinische studies wereldwijd.
Integrated Health Solutions
“Drie jaar geleden hebben we bij Medtronic de divisie ‘Integrated Health Solutions’ (IHS) opgericht, vanuit de visie dat er een diepgaande transformatie in de gezondheidzorg nodig is,” vertelt de Country Director. “Via IHS bieden wij onze expertise in zorgprocessen aan, zodat we samen met partners zoals ziekenhuizen, zorgverzekeraars en overheden ‒ en gebruik makend van onze technologie ‒ de zorg daadwerkelijk diepgaand kunnen verbeteren.” In Nederland heeft dit geleid tot een samenwerking met een viertal ziekenhuizen, namelijk het MUMC+ in Maastricht, het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en het HagaZiekenhuis in Den Haag. Via de IHS-divisie biedt Medtronic ziekenhuizen ondersteuning die veel verder gaat dan het leveren van medische hulpmiddelen alleen, namelijk medische technologie in combinatie met expertise op het gebied van procesoptimalisatie en therapiekennis. In N ederland is in het MUMC+ in 2012 een proefproject uitgevoerd waarbij Medtronic ter plaatse het projectmanagement voor de opleiding van het ziekenhuispersoneel verzorgde en de lean six sigma-werkmethodiek hielp te introduceren; deze werd eerst op de cardiovasculaire afdelingen geïntroduceerd en later op alle ziekenhuisafdelingen. Het project resulteerde in een kostenbesparing van naar schatting vele honderdduizenden euro’s in het eerste jaar en een verbeterde zorgervaring bij patiënten. Van de Kerkhof benadrukt dat het hier gaat om een samenwerking, een partnerschap. “Het is niet zo dat wij als Medtronic ergens binnenkomen en zeggen hoe men moet werken,” zegt hij. “Het is eerder dat wij onze expertise verbinden aan die van onze partners,
De Pomp App van Medtronic.
en gezamenlijk een betere zorg genereren.” Daarbij is het volgens de Vlaamse bestuurder belangrijk dat ziekenhuizen zich durven te specialiseren. “Ieder ziekenhuis zou maximaal vijf speerpunten moeten durven definiëren.” Hij geeft het voorbeeld van de Martini-Klinik in Duitsland, die zich uitsluitend richt op de behandeling van prostaatkanker. “Zij hebben vele malen betere resultaten dan de gemiddelde Europese ziekenhuizen.”
Primeur
Hoe ziet Van de Kerkhof de toekomst van Medtronic? “Wij zullen altijd een innovatief bedrijf blijven. We zullen altijd nieuwe producten en diensten ontwikkelen die een meerwaarde bieden aan zorgprofessionals en patiënten. Niet alleen op klinisch gebied, maar ook wat
betreft de totale gezondheidsuitkomsten. Als wij een nieuw product maken, moet het niet alleen beter zijn dan het voorgaande product, maar uiteindelijk ook bijdragen aan een doelmatigere zorg.” Welke nieuwe producten heeft Medtronic voor 2017 in de pijplijn? Van de Kerkhof wil ons wel een primeur geven. “De batterijen van de huidige ICD’s en pacemakers hebben een gemiddelde levensduur van zo’n zes tot acht jaar, en dan moeten ze operatief vervangen worden. Wij hopen nog dit jaar een pacemaker op de markt te brengen die niet alleen kleiner is, maar ook zo’n veertig procent langer meegaat dan bestaande modellen. Dat betekent concreet dat hij misschien wel veertien jaar meekan. En ook dat betekent: toegevoegde waarde!” ●
14 Wetenschap/Kalender Onderzoekers ontwikkelen apparaat dat circulerende tumorcellen isoleert ENSCHEDE – Onderzoekers van UTonderzoeksinstituut MIRA en het bedrijf VyCAP hebben een apparaat ontwikkeld dat individuele kankercellen uit het bloed kan isoleren. Wetenschappers kunnen hiermee beter onderzoeken hoe uitzaaiingen ontstaan en nieuwe medicijnen testen. Kern van het apparaat is een chip met daarin 6.400 ‘putjes’ waarin de cellen zich kunnen nestelen. Joost Swennenhuis promoveerde op dit onderzoek aan de Universiteit Twente. Circulerende tumorcellen (CTC’s) spelen een cruciale rol bij het ontstaan van uitzaaiingen. Om beter inzicht te krijgen in het ontstaan van uitzaaiingen, om deze vroeger op te kunnen sporen en voor de ontwikkeling van medicijnen is het van groot belang om het DNA van deze CTC’s goed te kunnen onderzoeken. Omdat ze echter in een extreem lage concentratie in het bloed voorkomen, werden ze tot op heden handmatig geïsoleerd. Een tijdsintensieve en onbetrouwbare methode, waarbij een gedeelte van de cellen beschadigd raakte. Joost Swennenhuis, die aan de Universiteit Twente een promotieonderzoek uitvoerde naar CTC’s, liep tijdens zijn onderzoek tegen deze beperking aan. Samen met het bedrijf
yCAP ontwikkelde hij vervolgens V een apparaat, ‘The Puncher’ gedoopt, waarmee individuele circulerende tumorcellen te isoleren zijn. Kern van het apparaat, dat is opgebouwd rondom een microscoop, is een chip met daarin 6400 kleine putjes. De putjes hebben een diameter van 70 micrometer en een volume van één nanoliter. De putjes hebben een klein gaatje aan de onderkant. Wanneer met een speciaal ontwikkelde pomp een vloeistof met daarin witte bloedcellen en CTC’s door de chip wordt gepompt, blijven de CTC’s achter in de putjes, terwijl de vloeistof en de witte bloedcellen door het gaatje heen stromen. De onderzoeker kan vervolgens met een dunne naald, waarmee het apparaat is uitgerust, de bodem uit elk gewenst putje drukken, waardoor de individuele CTC in een bakje valt. En dat is volgens Swennenhuis precies waar het om te doen was: “We wilden uiteindelijk één enkele CTC in een bakje hebben.” Het systeem is nog in ontwikkeling, maar het bedrijf VyCAP heeft The Puncher al wel op de markt gebracht. Momenteel werken wereldwijd vijf onderzoeksziekenhuizen met het systeem. (bron: UT-onderzoeksinstituut MIRA) ●
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Cursus- en congreskalender MAART Surgical anatomy of the nerves of the leg 24 maart, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl
Radiologendagen 2017 11-12 mei, Postillion Convention Centre, Rotterdam www.radiologen.nl
Basiscursus duikgeneeskunde deel 1 24-25 maart, De Dijnselburg, Zeist www.scotthaldane.nl
3th Dutch Emergency Cardiology Congress 10 mei, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht www.emtcenter.nl
Openingssymposium Oncologisch Centrum UMCG 30 maart, UMCG, Groningen www.wenckebachinstituut.nl
Nijmegen Advanced Breast Imaging Course 17 mei, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl
Symposium Gedreven Innovatieve Oncologische zorg 31 maart, CWZ/Het Leerhuis, Nijmegen www.cwz.nl
Conferentie Transmurale antistolling 17 mei, Domus Medica, Utrecht www.fnt.nl
APRIL
SEH-Congres ‘De Vliegende Hollander’ 18 mei, Grote Kerk, Goes www.sehadrz.nl/vliegendehollander
Advanced Therapeutic Endoscopy Live porcine model Hands-on EMR and ESD workshop 3-4 april, Skillslab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl
Masterclass Samenwerken en communiceren met collega’s. Non Technical-Skills: Hoe leid je daarin op? 23 mei en 20 juni, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl
Advanced Life Support (ALS) Basiscursus 6-7 april, Emergency Medical School, Uden www.emschool.nl
CRICOURSE, workshop in noodluchtwegmanagement 27 mei, Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl
Vaatdagen 2017 10-11 april, NH Leeuwenhorst, Noordwijkerhout www.vaatdagen.nl
Neuroanatomie, hands-on snijzaalcursus 31 mei (start), Radboudumc, Nijmegen www.paoheyendael.nl
NVEC Congres 2017 12 april, Beurs van Berlage, Amsterdam www.nvec.nl
JUNI
Leergang Ziekenhuisfinanciën 13 april (start), Hotel Restaurant Oud London, Zeist www.academiemedischspecialisten.nl MEI Chirurgendagen 2017 11-12 mei, NH Koningshof, Veldhoven www.chirurgendagen.nl
E-health essentials 14 juni, Jaarbeurs, Utrecht www.zorgvisiecongressen.nl Chirurgische anatomie van het hoofd-halsgebied 15-16 juni, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl 4th Endoscopic Skull Base Masterclass and Symposium 28-30 juni, LUMC, Leiden www.skullbasecourse.eu
Anesthesiologendagen 2017 11-12 mei, MECC, Maastricht www.anesthesiologie.nl
De bouwstenen van The Puncher.
Stralingsbelasting bij hartonderzoek kan gehalveerd ZWOLLE – De stralingsdosis bij nucleair hartonderzoek kan drastisch omlaag. Dit toont technisch geneeskundige Joris van Dijk (Universiteit Twente) aan in zijn promotieonderzoek, dat hij uitvoerde op de afdeling Nucleaire geneeskunde van Isala. De radioactieve dosis kan met de helft worden verminderd, terwijl de kwaliteit van de onderzoeken behouden blijft. Tijdens nucleair hartonderzoek wordt de doorbloeding van de hart-
spier in beeld gebracht. Zo kunnen de gevolgen van mogelijke afwijkingen in de kransslagaders in een vroeg stadium worden ontdekt. De dosis radioactieve stof die hiervoor gebruikt wordt, is al decennialang hetzelfde en voor iedere patiënt gelijk. De afdeling Nucleaire geneeskunde van Isala onderzocht of het niet beter is de dosis nucleair materiaal te koppelen aan het gewicht van de patiënt. Joris van Dijk: “Wij zagen in de
SPECT-camera. Het gebruik van de nieuwste apparatuur zorgt voor extra stralingsreductie.
praktijk dat de beeldkwaliteit bij zwaardere patiënten slechter was dan bij lichtere patiënten. Lichtere patiënten krijgen nu daarom in verhouding minder radioactiviteit toegediend dan zwaardere patiënten. Maar ook bij zwaardere patiënten kon de dosis worden verlaagd. Dit maatwerk zorgt ervoor dat de beeldkwaliteit verbetert en bij elke patiënt hetzelfde wordt.” Isala past deze stralingsreductie nu toe. Gecombineerd met het gebruik van de nieuwste apparatuur zorgt dit ervoor dat de straling die patiënten bij hartonderzoeken ontvangen binnen Isala nu veel lager is dan in andere ziekenhuizen. Een baanbrekende ontdekking, want de radioactieve stof in die straling kan in een zeer klein aantal gevallen kanker veroorzaken. Van Dijk onderzocht ook de effecten van de aanschaf van nieuwe Philips-apparatuur bij onder andere het plaatsen van pacemakers bij patiënten. Omdat hierbij een goede beeldkwaliteit vereist is, gebruiken de cardiologen relatief veel röntgenstraling. Het gebruik van de nieuwste apparatuur leverde echter een afname van de röntgen-
Technisch geneeskundige Joris van Dijk promoveert op onderzoek naar stralingsreductie van 50% bij hartonderzoek.
straling op van 74%, zonder dat de beeldkwaliteit afnam. “Door het maatwerk voor de patiënt konden we de dosis met 25% verlagen, met behoud van de beeldkwaliteit,” legt Van Dijk uit. “Isala beschikt over de nieuwste digitale SPECT-camera waardoor wij hier de dosis zelfs nog verder konden verlagen. In Isala gebruiken we daarom nu 50% minder radioactieve dosis dan de internationale richtlijnen voorschrijven. Daarmee zijn we wereldwijd toonaangevend op dit gebied.” Van Dijks proefschrift, getiteld ‘Image quality and radiation dose in cardiac imaging’, is te lezen op doc.utwente.nl. (bron: Isala) ●
Uitgelicht Leergang Ziekenhuisfinanciën De leergang Ziekenhuisfinanciën biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van de bedrijfseconomie van algemene en academische ziekenhuizen en GGZ. Het gaat er hierbij niet om dat u zelf een financieel specialist wordt, maar dat u er voldoende van weet om uw rol als medisch manager, afdelingshoofd, bestuurder van een MSB of medische staf, penningmeester van een maatschap en dergelijke, naar behoren te kunnen vervullen. De cursus is interactief van karakter en sterk praktijkgericht. De actualiteit in de wet- en regelgeving komt zeer uitvoerig aan bod, mede aan de hand van praktische casussen, die ook door de deelnemers zelf worden ingebracht. De duur van de cursus is zes keer twee dagdelen. De cursus is door de ABAN geaccrediteerd voor 36 punten. Deelnamekosten bedragen voor leden van FMS en VvAA 3.395,- euro (beide lidmaatschappen vereist) en voor niet-leden 3.695,- euro. Chirurgische anatomie van het hoofd-halsgebied Deze cursus is sterk ‘hands-on’ georiënteerd. In korte inleidingen door ervaren hoofd-hals-chirurgen en -anatomen wordt ingegaan op peroperatieve oriëntatie door het gebruik van ‘landmarks’ en door het herkennen van relaties met omgevende structuren. Doel is een operatiemethodiek aan te leren die is gebaseerd op nauwkeurige anatomische kennis en secure preparatietechniek, waardoor peroperatieve schade en postoperatieve morbiditeit kunnen worden geminimaliseerd. De practica worden gegeven in het skillslab van het LUMC. De theorie wordt geïllustreerd en verlevendigd met klinische voorbeelden uit de ervaringswereld van de verschillende docenten, met in het bijzonder aandacht voor chirurgisch-anatomische complicaties en de preventie ervan. De deelnemers ontvangen voorafgaand aan de cursus het cursusboek. Tevens zijn de presentaties van de sprekers gedurende drie jaar beschikbaar op de website. Kosten voor deelname zijn 1.165,euro. De cursus is geaccrediteerd bij de NVvH (12 punten), NVPC (9 punten) en KNO (12 punten). CRICOURSE, workshop in noodluchtwegmanagement In deze cursus gaat u zich bekwamen in de invasieve noodluchtweg. De kans dat u in uw carrière naar dit middel moet grijpen, is niet groot. Dit komt onder andere door de lage prevalentie van een can’t intubate can’t oxygenate-situatie. Als u echter in deze situatie komt, wilt u deze techniek beheersen. In tegenstelling tot andere moeilijke luchtwegtechnieken is een noodluchtweg niet electief te trainen op patiënten. Dit maakt de cricothyrotomie bij uitstek een techniek om te trainen door middel van een model. Aangezien angst een slechte raadgever is en veel artsen relatief laat neigen te beslissen tot een invasieve luchtweg, is training voor professionals die zich bezighouden met acute patiëntenzorg onmisbaar. In deze praktijkgerichte cursus oefent u meerdere malen de cricothyrotomie op een diermodel. Na elke sessie wordt uw handeling beoordeeld en krijgt u direct feedback. Tevens bestaat de mogelijkheid te oefenen met een set uit uw eigen kliniek. Aan het eind van de cursus ontvangt u een digitaal certificaat. Accreditatie voor de cursus is aangevraagd bij NVA, KNO, NVSHA en NVIC. Deelnamekosten bedragen 750,- euro voor artsen en 500,- euro voor aios, anios en andere professionals.
Buitenlands Nieuws/Media 15
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE MAART 2017
Nieuwsflits Slimme plasapp voor mensen met MS wint prijs
Een triest verhaal uit het ZuidAfrikaanse Durban. Daar werd het slachtoffer van een verkeersongeluk naar het mortuarium gebracht. Ambulancemedewerkers hadden geen pols gevoeld bij een 28-jarige man, die daarom werd doodverklaard en afgevoerd om te worden opgebaard. Toen de familie de volgende ochtend kwam om het slachtoffer te identificeren, bleek de man te ademen. Er werd ook een polsslag gevoeld, zelfs na een nacht in de koelcel van het mortuarium. Het slachtoffer werd in allerijl naar het ziekenhuis getransporteerd, maar stierf vijf uur na binnenkomst alsnog aan zijn verwondingen. De familie van het slachtoffer beraadt zich op stappen tegen de ambulancebroeders wegens nalatigheid. TELEGRAAF.NL, 10-12-’16
Een recente studie van Imperial College London moet chirurgen als muziek in de oren klinken. Uit de resultaten bleek dat luisteren naar hardrock op de OK slecht is voor de prestaties van mannelijke chirurgen. Klassieke muziek maakt chirurgen juist preciezer, tenzij de chirurg een liefhebber is van de specifieke componist. Eerder onderzoek wees al uit dat het luisteren naar hiphopmuziek operaties sneller doet verlopen. Gek genoeg bleek in het onderzoek geen enkel effect van de muziek op vrouwen. FAQT.NL, 13-12-’16
Het Amstelveense ziekenhuis Amstelland wil één van de verlos kamers tot Amsterdams grondgebied laten verklaren. Hierdoor kunnen Amsterdammers die noodgedwongen moeten uitwijken naar Amstelveen voor de bevalling van hun kind alsnog Amsterdam als geboorteplaats opgeven. Volgens Ida Zwaan van het Vrouw & Kind Centrum hebben ouders die noodgedwongen moeten uitwijken er vaak moeite mee dat Amstelveen en niet Amsterdam de officiële geboorteplaats van hun kind wordt. Steeds meer Amsterdammers bevallen noodgedwongen in Amstelveen omdat er in Amsterdamse ziekenhuizen geen plek meer is. Dat komt onder andere door de sluiting van de afdeling verloskunde in het ziekenhuis MC Slotervaart. De kans dat het verzoek wordt gehonoreerd is niet groot, omdat de wet ervoor moet worden gewijzigd. NU.NL, 24-1-’17
Een patiënt meldde zich recent in een ziekenhuis in de Indiase stad Kerala met klachten aan zijn ingewanden. Een arts die via zijn mond een endoscopie uitvoerde, ontdekte daarbij een lintworm. Omdat zijn endoscopie-instrument was voorzien van een happertje, besloot hij aan de parasiet te trekken. De lintworm bleek langer en langer, en het resultaat haalde uiteindelijk het medische vakblad New England Journal of Medicine. De arts was anderhalf uur bezig om de lintworm van bijna twee meter lang te verwijderen. FAQT.NL, 30-1-’17
HOUTEN – De slimme plas-app BladdeRunner heeft The World vs. MS-wedstrijd gewonnen. Het initiatief van biotechnologiebedrijf Sanofi Genzyme daagde innovators uit ideeën te ontwikkelen om het dagelijks leven van mensen met MS te verbeteren. Maar liefst twee op de vijf mensen met MS ervaart blaasproblemen en het winnende concept sluit daarmee goed aan bij hun behoeften. Om de app verder te ontwikkelen, ontvangen de winnaars een bedrag van honderd duizend euro. BladdeRunner is bedacht door een Portugees team. De app beschikt over verschillende functies, zoals een dagboek waarin gebruikers informatie kunnen opslaan. Gebaseerd op die informatie voorspelt de app mogelijke momenten voor toiletbezoek en stuurt daaraan voorafgaand notificaties. Daarnaast zoekt de app naar restaurants, hotels of andere locaties met sanitaire voorzieningen. De digitale ‘priority’-kaart is een functie die uitkomst biedt om bijvoorbeeld lange wachtrijen te voorkomen. De
De BladdeRunner geeft mensen met MS de regie over hun leven terug ‘SOS Loo’-knop laat gebruikers alle toiletten in de nabije omgeving zien. Ook beschikt de app over een digitaal platform waarop gebruikers contact met elkaar kunnen zoeken en informatie kunnen uitwisselen. Behalve de geldprijs wordt het winnende team gedurende 18 maanden begeleid om het idee verder te ontwikkelen en realiteit te laten worden. Volgens Tom Snow, Vice President van Sanofi Gezyme’s MS Franchise Europe, is BladdeRunner de terechte winnaar: “Door het innovatieve concept en gebruiksgemak zal BladdeRunner ongetwijfeld mensen met MS helpen die last hebben van verminderde blaascontrole. Wij zijn erg trots dat Sanofi Genzyme een rol mag spelen in het realiseren van dit idee.” De functies van de app bieden veel mogelijkheden voor mensen met MS. Het doel is om hen weer de regie over hun eigen leven te geven, zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken om blaasproblemen. (bron: MedicalFacts.nl/Sanofi Enzyme) ●
Kennistekort staat ontwikkeling 3D-printen in de weg 3D-printen wint aan populariteit in de gezondheidsindustrie, maar een echte doorbraak wordt tegengehouden door een kennistekort over de techniek en beperkende regelgeving. Dat schrijft het Britse onderzoeksbureau IDC op basis van een onderzoek bij bedrijven in Frankrijk, Duitsland, Italië en Groot-Brittannië. Door de mogelijkheid tot personaliseren zijn 3D-printers zeer geschikt voor toepassing in de gezondheidsindustrie. Hierdoor kunnen onderdelen snel en op maat geproduceerd worden. Hoewel deze manier van produceren zijn nut al toont binnen de afdelingen Research & Development en het maken van prototypes, dringt het nu langzaam door tot de daadwerkelijke productielijn. Hiermee maakt de techniek het mogelijk op korte termijn precies de juiste hoeveelheid te produceren. De machines in de gezondheids- en luchtvaartindustrie hebben vaak te maken met complexe
onderdelen. De 3D-printtechniek maakt het mogelijk te innoveren in de creatie van onderdelen. Bij het creëren van een template voor de 3D-printer, is het immers mogelijk meerdere onderdelen samen te voegen. Diezelfde onderdelen ‘offline’ samenvoegen, zou echter resulteren in een te zwaar geheel. Zo biedt 3D-printen deze werelden een scala aan nieuwe mogelijk heden. Ondanks deze positieve geluiden staat 3D-printen in deze industrieën nog in de kinderschoenen. Eén van de redenen is het gebrek aan adequate materialen. De huidige polymeren die bij 3D-printen veelal ingezet worden, voldoen onder andere niet aan de eisen van kracht en levensduur die deze industrieën hanteren. Ook heeft materiaal voor 3D-printen vaak een te hoge prijs.
Gebrek aan kennis
Om de productiesnelheid te verhogen, zullen 3D-printers nog verder
moeten ontwikkelen. Momenteel zijn er te vaak problemen met de hardware, waardoor de technologie onbetrouwbaar is. Dit probleem brengt ook een andere tegenwerkende factor in beeld: het gebrek aan kennis over 3D-printen. Vaak moet personeel een speciale training of opleiding volgen, aangezien de technologie om gespecialiseerde kennis vraagt. Ook aan de industriekant is een gebrek aan kennis waar te nemen: hardware- en materiaalverkopers hebben meestal niet genoeg inzicht in het materiaalgebruik binnen de gezondheids- en luchtvaartindustrie. Hierdoor is het aanbod van industrie-specifieke materialen nog te minimaal. Ook de trage verandering in wet- en regelgeving werkt de ontwikkeling tegen, stellen de ondervraagde bedrijven. Dit vormt een grote bedreiging voor de ontwikkeling van 3D-printen in de gezondheids- en luchtvaartindustrie. Samenwerking tussen verschillende partijen, om zo problemen te overbruggen, zal nodig zijn om de industrieën 3D-printers volledig te laten adopteren. (bronnen: IDC, ICT Health) ●
Actueel assortiment medische vakinformatie
The Netter Collection of Medical Illustrations, 14-Volume Set, 2nd revised edition The Netter Collection of Medical Illustrations, Dr. Frank H. Netter’s decades of work devoted to depicting each of the major body systems, has been updated and brought into modern context. The second edition of the legendary “green books” offers Netter’s timeless work, now arranged and enhanced by modern text and radiologic imaging contributed by field-leading doctors and teachers from world-renowned medical institutions, and supplemented with new illustrations created by master artist-physician, Carlos Machado, and other top medical illustrators working in the Netter tradition.
The Complete Package includes all 9 volumes (14 books): • • • • • • • • •
Onze prijs € 799,-
€ 699,-
The Cardiovascular System The Digestive System The Endocrine System The Integumentary System The Musculoskeletal System The Nervous System The Reproductive System The Respiratory System The Urinary System
Frank. H. Netter • 2.600 illustrations • 3.000 p. • Hardcover • 2017 • 2nd revised editions • 14-Volume Set
gehealthcare.com
Mammografie kan 1/3 van kanker in dense borsten over het hoofd zien
1
Vier van de tien vrouwen hebben dicht borstweefsel. Dense borsten geven vrouwen 4-6 keer meer risico om borstkanker te ontwikkelen. Het is soms moeilijk om borstkanker met standaard mammografie te detecteren.2
De Invenia™ ABUS (Automated Breast Ultrasound System) van GE Healthcare verbetert de invasieve borstkankerdetectie met een relatieve stijging van 55% ten opzichte van mammografie alleen, bij vrouwen met dense borsten.3 Het kijkt met ultrasound naar dense borsten om kanker te detecteren die met mammografie niet gedetecteerd kan worden. Het resultaat: meer vertrouwen in de diagnose voor u en uw patiënten. Neem contact op met uw GE Ultrasound Sales Specialist of bezoek http://tinyurl.com/InveniaAbus om te zien hoe de GE Invenia ABUS u kan helpen uw patiënten met dense borsten gerust te stellen en de gepersonaliseerde zorg te geven die noodzakelijk is.
1. Kolb, T.M., Lichy, J., Newhouse, J.H. Occult Cancer in Women with Dense Breasts: Detection with Screening US-Diagnostic Yield and Tumor Characteristics, Radiology 1998; 207:191-199. 2. Boyd, N.F. et.al. Mammographic Density and the Risk and Detection of Breast Cancer, N Engl J Med 2007; 356:227-36. 3. Wilczek, Leifland, et.al. Adding 3D Automated Breast Ultrasound to mammography screening in women with heterogeneously and extremely dense breasts. Report from a hospital-based, high-volume, single-center breast cancer screening program. European Journal of Radiology http://dx.doi.org/10.1016/j.ejrad.2016.06.004 GE, het GE Monogram, en Invenia zijn handelsmerken van General Electric Company. JB43240XE