www.mit-online.nl
Specialistentekort
Pijnstilling
Baxter
pagina 3
pagina 4
pagina 11
Lange wachtlijsten in Noord- en Oost-Nederland dreigen
Patiënt korter op OK door nieuwe methode
●
jaargang 3
●
nummer 3
●
oktober 2017
Verbeterd exoskelet
“Mogelijkheden big data ongekend”
Lopen weer mogelijk voor dwarslaesiepatiënten
Pagina
15
Patiënt weer centraal in zelfstandige behandelcentra VAN DE REDACTIE AMSTERDAM – Wachtlijsten, bekostigingssystemen die niet functioneren, verzuiling en patiënten die niet centraal staan. In veel ziekenhuizen springen de verbeterpunten al snel in het oog. Zijn deze onvolkomenheden een fact of life? Igor Tulevski en Henk Veeze vinden van niet. De cardioloog resp. kinderarts-diabetoloog besloten zich niet bij de huidige situatie neer te leggen, maar voor innovatie te kiezen. In deze MIT vertellen zij over hun opvallende initiatieven. Tulevski startte elf jaar geleden Cardiologie Centra Nederland (CCN): zelfstandige behandelcentra waar patiënten met hart- en vaatziekten binnen 24 uur na verwijzing terechtkunnen. Veeze begon hetzelfde jaar Diabeter: een centrum gespecialiseerd in zorg voor kinderen en jongvolwassenen met diabetes mellitus type 1. De twee kijken naar elkaar en leren van elkaar, aldus Tulevski. In beide
centra staat technologie centraal in de organisatie. Patiënten van CCN worden op afstand gemonitord met het systeem HartWacht, bij Diabeter is er ‘ther@piemail’. Beide vormen van e-health zorgen ervoor dat een bezoek aan de arts
Patiënten worden beter bediend en kosten gaan omlaag
minder vaak nodig is. Als waarden afwijken, zit er 24 uur per dag een zorgverlener klaar om de patiënt verder te helpen. Diabeter en CCN baseren zich op het systeem van value-based health care. Kenmerkend daarvoor zijn op zichzelf staande organen die hun eigen geld beheren en maximale waardetoevoeging richting de patiënt nastreven. Bij
Tulevski en Veeze bestaat er geen twijfel over dat het werkt. Patiënten worden beter bediend en kosten gaan omlaag. Als echte innovatoren zien zij ook kansen voor de toekomst, want value based healthcare is een geschikte werkwijze voor veel chronische ziekten. Reuma, Crohn, colitis ulcerosa of langdurige oncologische behandelingen zouden baat hebben bij het nieuwe systeem, denkt Veeze. Innovatie en technologie gaan bestaande behandelingen in de zorg veranderen, maar van belang is de patiënt niet uit het oog te verliezen. Veeze en Tulevski zijn nog lang niet klaar met hun verbeteringen in de zorg. Tulevski: “Er komt geen moment dat wij zullen roepen: nu is het geslaagd. Met iedere goed behandelde patiënt zetten we een stap vooruit.” ●
FOTO: MIRELLA SLEENHOFF
Pagina 5: “Het concept poli kliniek is verouderd” Pagina 12: “Concentreer de zorg voor patiënt met diabetes type 1”
Groen licht voor fusie AMC en VUmc AMSTERDAM – Het Academisch Medisch Centrum (AMC) en VU medisch centrum (VUmc) mogen fuseren. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten. Hierdoor kunnen de beide Amsterdamse universitair medi
Ook na de fusie is er voldoende keuze voor de patiënt sche centra samenwerken op het gebied van patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs en opleidingen. AMC en VUmc verwachten volgend jaar bestuurlijk te kunnen fuseren. Voor patiënten, studenten en medewerkers blijven beide zieken huizen op de bestaande locaties voorlopig als voorheen functioneren. Vanaf de daadwerkelijke fusie wordt een meerjarig proces gestart van ‘voortgaande integratie’. Daarbij gaat het in eer-
ste instantie om patiëntenzorg en wetenschappelijk onderzoek. De ACM startte begin dit jaar een onderzoek naar de gevolgen voor de concurrentie, vooral op het gebied van topzorg of (hoog)complexe ziekenhuiszorg. De ACM conclu deert dat patiënten ook na de fusie voldoende keuze overhouden. In de regio zijn andere ziekenhuizen die dit type zorg eveneens aanbieden, zoals het OLVG en het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Ook zorgverzekeraars houden voldoende alternatieven voor hun zorginkoop na de fusie, concludeert de ACM. AMC en VUmc laten weten verheugd te zijn met de toestemming voor de fusie. “Met dit vooruitzicht zijn we straks in staat 24 uur per dag en 7 dagen per week nog betere zorg te bieden, vooral door het samenbrengen van onze gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen voor (hoog)complexe behandelingen en voor patiënten met zeldzame ziekten,” aldus Hans Romijn, internist en voorzitter en decaan van de Raad van Bestuur
Cardioloog Igor Tulevski: “De eerste mens die 150 jaar wordt, is al geboren.”
van AMC. Romijn heeft samen met Wouter Bos, voorzitter van de Raad van Bestuur van VUmc, al eerder aangegeven de komende periode graag gezamenlijk leiding te willen geven aan de alliantie. De fusie van de twee Amsterdamse ziekenhuizen kende een lange aanloop. Al in 2011 waren er plannen om nauwer samen te werken. In 2014 werd een eerste fusie verzoek door de ACM afgekeurd omdat het VUmc toen nog geen zelfstandig rechtspersoon was. Het ziekenhuis zat destijds samen met de Vrije Universiteit in een stichting, hetgeen nu niet langer het geval is. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaf in 2016 al toestemming voor de fusie. AMC en VUmc hebben gezamenlijk ongeveer 15.000 medewerkers en behandelen jaarlijks 500.000 patiënten. Na de fusie wordt het ziekenhuis met een jaaromzet van meer dan 1,6 miljard euro met afstand de grootste zorg instelling van Nederland. (bron: VUmc/ACM/Skipr) ●
PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE
De nieuwe standaard in Nederlandstalige nascholing over vasculaire geneeskunde
PRAKTIJKGERICHTE NASCHOLING OVER INTERDISCIPLINAIRE VASCULAIRE GENEESKUNDE Jaargang 1 - nummer 1 - februari 2016
Praktijkgericht Onafhankelijk Geaccrediteerd
Thema: Schade door hypertensie
Hartfalen met behouden pompfunctie (HFpEF) Chronische nierschade op basis van nefrosclerose Behandeling van hypertensie tijdens en na de zwangerschap Cognitief falen bij hypertensie Diepveneuze trombose bij SLE-patiënten met het antifosfolipidensyndroom
www.focusvasculair.nl
Geaccrediteerd voor 16 punten
WWW.FOCUSVASCULAIR.NL SCHRIJF NU IN EN ONTVANG FOCUSVASCULAIR EEN JAAR LANG VOOR SLECHTS € 199,- I.P.V. € 299,AIOS BETALEN HET EERSTE JAAR € 65,- I.P.V. € 99,-
12849-05 FocusVasculair advertentie 2017 (90x132 mm).indd 1
24-05-17 09:58
Eagle II
Eagle II MRI
Full-featured Portable Critical Care Ventilator
Full-featured MRI Ventillator
TM
•
•
•
Invasive and noninvasive ventilation with pressure support Volume and pressure-targeted breaths for all patients 5 kg and above Battery run-time of 10 hours; recharges in less than 2 hours
•
Integrated Sp02 and pulse rate monitoring using Masimo® SET® technology
•
Unique Smart HelpTM display
•
Under 10 lbs (4.5 kg)
TM
•
Designed for use in an MRI suite
•
Successfully tested in 3.0-Tesla environments
•
Optional MRI-safe stand with locking wheels
•
Under 10 lbs. (4.5 kg)
The Eagle II MRI has all of the features found on the Eagle II.
For more information, please call + 31 481 366 410 or visit www.zoll.com. © 2017 ZOLL Medical Corporation, Chelmsford, MA, USA. Eagle II and ZOLL are trademarks and/or registered trademarks of ZOLL Medical Corporation in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Masimo and SET are registered trademarks of Masimo Corporation.
MCN HP 1502 0116
Binnenlands nieuws 3
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Biologische hartklep “Vervolgopleiding onbereikvoor jonge hartpatiënt baar voor veel basisartsen” UTRECHT – Het UMC Utrecht heeft voor het eerst een nieuwe, biologische hartklep geplaatst die vooral voor jonge hartpatiënten uitkomst biedt. “De verwachting is dat mijn nieuwe hartklep een leven lang meegaat,” aldus de 26-jarige Kiki Bleeker, die in juli de operatie onderging waarbij de klep werd geplaatst. De drie zogeheten hartklepblaadjes in de nieuwe hartklep zijn gemaakt van weefsel van een rund. Daarnaast zijn ze bewerkt met een nieuwe conserveringstechnologie, waardoor er minder snel kalkafzetting op de blaadjes ontstaat. Ook
hoeft met deze klep geen antistollingsmedicatie te worden geslikt doordat hij biologisch is: een groot voordeel voor jonge patiënten die eventueel nog een kinderwens hebben. Bleeker liep vier jaar geleden een bacteriële infectie op. Het bleek om streptokokken te gaan, ook op haar hartkleppen. De 26-jarige past in de doelgroep van jonge patiënten met een actieve levensstijl. Bleeker is professioneel paardrijdster en hoopt binnen het Nederlands team dressuur te rijden. (bron: UMC Utrecht/NOS) ●
DEN HAAG – Duizenden geneeskundestudenten zullen nooit de medische specialistenopleiding van hun keuze kunnen doen. Een groot deel zal zelfs nooit als arts aan het werk gaan. Dat schreef de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) in augustus in een alarmerende brief aan de Tweede Kamer. Voor veel specialismen is het aantal opleidingsplekken verminderd, terwijl het aantal plaatsen voor bachelorstudenten geneeskunde niet is veranderd. Het gevolg is een groot overschot aan basisartsen die zich niet verder kunnen specialiseren. In 2016 kregen 5102 basisartsen niet de opleidingsplek die zij ambieerden. In 2009 was dat aantal nog 3719. De NFU wil die groep nader in kaart brengen, mede omdat de opleiding geneeskunde relatief duur is. De organisatie benadrukt wel dat de werkloosheid onder artsen zeer laag is, hoewel die momenteel wel groeit. Basisartsen die wach-
ten op een vervolgopleiding kijken vaak niet werkloos toe, maar doen ervaring op door als ‘arts niet in opleiding’ (anio) te werken. Het aantal plaatsen voor medische vervolgopleidingen wordt vastgesteld door het Capaciteitsorgaan. het aantal plaatsen voor bachelorstudenten geneeskunde
Veel studenten zullen nooit als arts werken wordt echter niet vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, maar door het ministerie van Onderwijs. Dat zou de adviezen van het Capaciteitsorgaan niet hebben opgevolgd. Het ministerie van Onderwijs zegt met de NFU te zullen overleggen of het nodig is het aantal geneeskundestudenten te verlagen. Volgens een woordvoerder is het moeilijk te voorspellen hoeveel artsen er in de toekomst nodig zijn. (bron: Nu.nl) ●
Eerste kind met hart afwijking geopereerd via ‘sleutelgatmethode’ Kiki Bleeker (26) kreeg een nieuwe, biologische hartklep.
FOTO: UMC UTRECHT
‘ IC-Light kan miljoenen besparen’ AMSTERDAM – Voor patiënten die moeilijk van de beademing afkomen, moet er een ‘IC-Lightafdeling’ in het leven worden geroepen. Dat is patiëntvriendelijker en goedkoper voor deze doelgroep, stelt hoogleraar Experimentele Intensive Care Leo Heunks van VUMC. Tijdens zijn oratie ‘Ademspierfunctie bij de intensivecarepatiënt’ op 2 juni benadrukte Heunks het belang van het diafragma voor patiënten op de IC. Na kunstmatige beademing op de IC is het middenrif sterk verzwakt, waardoor veel patiënten moeite hebben om weer zelfstandig te ademen. Zolang een patiënt dit nog niet kan, blijft hij op de IC, wat soms weken of maanden duurt. Volgens Heunks zijn de kosten van een IC-bed met 2500 euro per dag te duur voor dit type patiënt.
Bovendien krijgt de patiënt er niet de juiste soort zorg, namelijk begeleiding om weer te wennen aan zelfstandig ademen. Dat kan volgens de nieuwe hoogleraar beter in een soort ‘IC-Light’. “In de VS en in Londen zijn al speciale ‘ontweneenheden’ en ik heb in Nijmegen meegewerkt aan een pilot, met steun van de zorgverzekeraars. Met een bed op de IC-Light kun je 700 euro per dag besparen. Een unit met twintig bedden zou jaarlijks een besparing van een paar miljoen euro op kunnen leveren, en vooral betere zorg voor de beademde patiënt.” Bij het VUmc is veel kennis over het middenrif. Er is dan ook een diafragma-expertisecentrum in oprichting. Op dit moment onderzoekt Heunks de mogelijkheid van een IC-Light bij het VUmc. (bron: VUmc) ●
GRONINGEN – In het UMCG is voor het eerst een kind met een aangeboren hartafwijking met succes geopereerd via een opening ter grootte van een sleutelgat. Eerder werd bij volwassenen al deze ‘heartport’-operatiemethode toegepast, maar de thoraxchirurgen in het Groningse ziekenhuis zijn er nu in geslaagd deze methode ook bij een kind uit te voeren. De ‘sleutelgatmethode’ is minder ingrijpend dan de bestaande openhartoperatie waarbij het borstbeen wordt doorgezaagd. Met de ‘heartport’-methode is dit niet nodig omdat het gaatje tussen de hartkamers (de afwijking die het
betreft) tussen de ribben door kan worden gesloten. Hierbij blijven het borstbeen en de ribben intact. Bij de nieuwe methode herstelt de patiënt sneller. In plaats van zes tot acht weken gaat het om circa een maand. Daarnaast is er minder kans op bloedverlies en blijft een kleiner litteken achter. Jaarlijks worden ongeveer 1.400 baby’s geboren met een hartafwijking. Meest voorkomend is een gaatje in het tussenschot van de hartkamers of hartboezems. Als het gat in de eerste levensjaren niet vanzelf dichtgroeit, kan een chirurgische ingreep nodig zijn. (bron: UMCG) ●
Dreigend specialisten tekort in Noord- en OostNederland GRONINGEN – Er dreigt een tekort aan medisch specialisten in ziekenhuizen in Noord- en Oost- Nederland. Over vier jaar worden voor beide regio’s samen nog maar 110 specialisten opgeleid. Nu zijn dat in deze regio nog 225 artsen. Dat meldt dagblad De Stentor. Gevreesd wordt dat de wachttijden in de regio zullen oplopen. Opleidingsplekken voor specialisten zijn er in Gelderland en Overijssel in het Zwolse Isala, het Deventer Ziekenhuis, Medisch Spectrum Twente (MST) en ZGT Almelo/Hengelo. De Onderwijs en Opleidingsregio Noord- en Oost-Nederland (OOR N & O) denkt dat de daling van opleidingsplaatsen tot tekorten zal leiden. OOR N & O vindt dat Den Haag moet ingrijpen en er een andere verdeling van opleidingsplaatsen moet komen. Artsen uit andere regio’s halen lijkt evenmin een optie. Medisch specialisten blijven vaak wonen in de regio waar ze zijn opgeleid, blijkt uit onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen. (bron: De Stentor) ●
4 Binnenlands nieuws
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Robotica krijgen voet aan de grond bij zorgorganisaties AMSTERDAM – Ruim de helft van de IT-beslissers in zorginstellingen is momenteel actief bezig met robotica. Dat blijkt uit het marktonderzoek Outsourcing van IT in de Zorg 2017. Zij overwegen het experimenteren met of inzetten van robots of zijn begonnen met de voorbereidingen hiervoor. Ruim 40 senior IT-beslissers van Nederlandse zorginstellingen – zowel in de cure als de care – werkten aan het onderzoek mee, uitgevoerd
door managementadviesbureau Quint Wellington Redwood. “De technologische ontwikkelingen op het gebied van e-health, apps, domotica en robotica gaan snel,” aldus Angelique Boekee, Client Director Health & Life Sciences bij Quint, tegen Skipr. “De geïnterviewden geven aan dat een toekomst zonder robotica en domotica niet meer denkbaar is.” De respondenten gaven weliswaar aan bezig te zijn met roboti-
Patiënt korter op OK d ankzij nieuwe pijnstillingsmethode EINDHOVEN – Patiënten die een leveroperatie krijgen in het Máxima Medisch Centrum (MMC) krijgen voortaan een katheter in het wondgebied voor pijnstilling. Deze nieuwe methode gaat sneller dan de huidige procedure, waardoor patiënten minder lang een bed op de OK bezet houden. Voorheen kregen patiënten
na een leveroperatie pijnstilling toegediend via een ruggenprik of morfinepomp. De nieuwe procedure houdt in dat aan het eind van de ingreep een katheter wordt ingebracht in de operatiewond. De effectiviteit van deze lokale pijnstelling is gelijk aan die van de ruggenprik, maar zorgt naar verwachting voor een sneller her-
ca en domotica, maar temperden het enthousiasme wel enigszins: voorlopig zijn er nog praktische en financiële barrières. De robots die nu worden ingezet betreffen de zora- en tiny-robots. In de nabije toekomst zullen robots ook administratieve taken kunnen overnemen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de toepassing van robots binnen care dichterbij is dan bij cure. De reden hiervoor is dat in de care meer repeterende handelingen met een minder dynamisch cliëntenbestand plaatsvinden, vermoeden de onderzoekers. (bron: Skipr) ●
stel. Patiënten kunnen sneller uit bed en zijn sneller van hun urinekatheter af. De nieuwe procedure kost bovendien minder tijd dan een ruggenprik en er is bij het herstel minder ondersteuning nodig van verplegend personeel. De afgelopen jaren is de opnametijd van patiënten na een lever operatie flink gedaald, van tien naar gemiddeld vijf dagen. Het MMC verwacht dat deze tijd verder gaat afnemen dankzij de nieuwe pijnstillingsmethode. (bron: Skipr) ●
Actueel assortiment medische vakinformatie ✔ Deskundig advies ✔ Betaling na ontvangst ✔ Gratis verzending* ✔ Snelle levering
Eindhovense drone bezorgt medicijnen in ziekenhuis VELDHOVEN – Studenten van de TU Eindhoven hebben een drone ontwikkeld die in het ziekenhuis medicijnen bezorgt, patiënten de weg wijst of met zieke kinderen speelt. De veilige drone werd afgelopen maand gedemonstreerd in het Máxima Medisch Centrum (MMC) in Veldhoven, waar een levensgrote versie van het spel ‘boter, kaas en eieren’ werd gespeeld met patiëntjes. Het team van studenten wil met de drone de potentie van dronetechnologie aantonen voor maatschap-
FOTO: BRAM SAEYS
pelijke doelen, zoals de gezondheidszorg. De drone is zo gemaakt dat deze zelfstandig door ruimtes kan vliegen en veilig is om aan te raken. De gedemonstreerde drone is gebaseerd op een aantal elementen, waaronder veiligheid, behulpzaamheid en sociale interactie. Medisch specialisten en ingenieurs van het MMC zijn al geïnteresseerd in zorgtoepassingen van de drone. Zij denken onder andere aan het bezorgen van medicatie bij patiënten in het ziekenhuis. Marlies Bongers, gynaecoloog in het MMC, ziet de mogelijkheden: “Ik ben ervan overtuigd dat innovatie in het ziekenhuis een goede bijdrage kan leveren aan de toekomst van de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld tijdens het begeleiden van patiënten bij aankomst in het ziekenhuis naar een afspraak.” (bron: Máxima Medisch Centrum) ●
Omvangrijke donatie KWF voor oncologisch onderzoek AMSTERDAM – KWF Kanker bestrijding gaat nieuwe oncologische onderzoeksprojecten financieren en steekt hier in totaal 42 miljoen euro in. Het geld gaat naar 73 onderzoeken, die verschillende fasen in kankerbestrijding beslaan. Voor onderzoeken die zich richten op behandeling en het verbeteren van het opsporen van kanker wordt in totaal 11 miljoen euro gestoken, verdeeld over 26 projecten. 21 miljoen euro gaat naar 39 projecten die het ontstaan van kanker onderzoeken. Een voorbeeld daarvan is een onderzoek in Leiden, waar een mogelijk verband tussen voedselvergiftiging en darmkanker bekostigd wordt. Daarnaast komt er geld vrij voor infrastructurele initiatieven, zoals het aanleggen van databases en biobanken. Hieronder valt ook
een project van onderzoekers in Groningen en Maastricht, die landelijke IT-infrastructuur willen opzetten voor protonenbestraling. Ook vanuit het ALpe d’Huzes/ KWF-fonds en samen met Pink Ribbon wordt geld gestoken in oncologisch onderzoek. “Ons ideaal is dat niemand meer hoeft te sterven aan kanker. Daarom blijven we de opgehaalde euro’s van onze donateurs investeren in de beste oncologische projecten,” aldus KWF- directeur Michel Rudolphie. (bron: KWF Kankerbestrijding) ●
Colofon
Reserveer nu!
Derde geheel herziene editie, verwacht in november 2017
Medische spoedsituaties
Vakkrant Medische Innovatie en Technologie (MIT) verschijnt viermaal per jaar in een oplage van 6000 exemplaren. MIT is tevens te vinden via www. mit-online.nl en op Twitter: @MIT_NL.
Sponsoring en adverteren Dignus Nagelkerke, accountmanager Postbus 545, 3990 GH Houten Telefoon: 06-201 95 299 E-mail: nagelkerke@mit-online.nl
Hoofdredacteur /uitgever Ben Adriaanse, MSc
Erik de Klein, medewerker mediaorder Telefoon: 030-63 55 070. Fax: 030-63 55 069 E-mail: adverteren@mit-online.nl
Redactie Tessa Vogelaar, MSc Mariëlle Adriaanse Loes Raats, BA Cartoons Auke Herrema Redactieadres Redactie MIT Postbus 545 3900 GH Houten E-mail: redactie@mit-online.nl. MIT kent een onafhankelijke redactie.
Onze prijs: € 62,50
www.geneeskundeboek.nl
Aanmelden De doelgroep van MIT (chirurgen, anes thesiologen, cardiologen, radiologen, nucleair geneeskundigen, traumatologen, technisch geneeskundigen, gastro-enterologen, radiotherapeuten, intensivisten, orthopeden, urologen, beleidsmedewerkers in ziekenhuizen en assisterenden in en rond het OK-centrum en de IC) komt in aanmerking voor een gratis abonnement. Behoort u tot de doelgroep en ontvangt u de vakkrant of de e-mailnieuwsbrief nog niet? Meld u dan aan via het inschrijf formulier op www.mit-online.nl.
© 2017 Albion Press BV. Alle rechten voor behouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de samenstellers/ uitgever te wenden.
Interview 5
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Interview met Igor Tulevski, oprichter Cardiologie Centra Nederland
“ Het concept polikliniek is verouderd” TEKST: TESSA VOGELAAR
Wachttijden van zes weken, poliklinieken en regelmatig op en neer reizen om je arts te zien voor controle. Hopeloos verouderde ideeën, vindt cardioloog Igor Tulevski. Hij richtte Cardiologie Centra Nederland op: zelfstandige behandelcentra waar de patiënt met hart- en vaat problemen na verwijzing binnen 24 uur terecht kan. Na twee uur tests is er een diagnose van de cardioloog. Hoe dat kan? “Technologie is cruciaal voor onze zorg.”
Waarom was het nodig te starten met zelfstandige behandelcentra?
Aan het einde van mijn opleiding tot cardioloog in het AMC was daar een wachtlijst van vier tot zes weken. Dat vond ik vreemd, want wie zes weken zonder cardioloog kan, heeft de cardioloog hoogstwaarschijnlijk niet nodig. Je ziet in ziekenhuizen dat de dienstverlening aan patiënten niet centraal staat. Wachtlijsten ontstaan doordat maar een heel klein percentage van de cardiologie-patiënten dat bij het ziekenhuis komt, tertiaire zorg nodig heeft. Het merendeel kan na een enkel gesprek naar huis, een ander deel krijgt pillen en advies. Grote academische ziekenhuizen moeten echter wel al deze patiënten zien, wat zorgt voor enorme drukte op de poliklinieken. Daar komt bij dat we acute patiënten steeds beter kunnen behandelen, waardoor er meer chronisch zieken zijn. Binnen tien jaar bestaat de
zorg voor 60% uit chronische zorg. Ziekenhuizen zijn daar niet tegen opgewassen.
Wat doet u anders?
Ons idee is dat cardiologische dienstverlening beter plaats kan vinden in een netwerk waar patiënten gemakkelijk op- en afgeschaald kunnen worden, zonder te veel tussenschotten. “Is het mijn hart, ja of nee?” Dat is de primaire vraag die patiënten beantwoord willen zien als ze naar de cardioloog worden verwezen. Op dit moment is het geen uitzondering als je drie tot zes weken moet wachten voor je bij de cardioloog terechtkunt. Het maakt mensen angstig en emotioneel als ze zo lang in onzekerheid worden gehouden. Ons doel is iedere patiënt die naar de cardioloog wordt verwezen, binnen een dag te zien. Ook allerlei bijbehorende onderzoeken, zoals een inspanningstest, echo of onderzoek in het lab, vinden dan direct plaats. In ziekenhuizen duurt dat nu veel te lang. Wij verkorten
dat proces van weken naar anderhalf uur.
Hoe zien de netwerken bij Cardiologie Centra Nederland eruit?
Een netwerk is veel sterker dan een instelling op zich. Een netwerk kan de patiënt op- en afschalen waar nodig. Niet iedere patiënt hoeft naar het academisch ziekenhuis; tegelijkertijd komen veel patiënten die er wel naartoe zouden moeten er niet, omdat ze vastzitten tussen allerlei tussenschotten. Dat geldt ook voor het bekostigingssysteem. De tussenschotten zorgen ervoor dat geld opgesloten blijft in bepaalde compartimenten en niet op de juiste plekken terechtkomt. De netwerken van Cardiologie Centra Nederland strekken zich uit van preventie tot aan hart revalidatieprogramma’s. Daartussen zit eerstelijnsdiagnostiek, tweedelijnszorg op vijftien plekken in Nederland, ziekenhuisafdelingen in Lelystad en Dokkum, samenwerking met grote tertiaire centra zoals het VUmc en AMC en tot slot nazorg in de vorm van HartWacht en hartrevalidatie buiten het ziekenhuis. Deze netwerken werken het meest efficiënt als na de meest complexe vorm van zorg de patiënt zo snel mogelijk afgeschaald kan worden.
Cardioloog Igor Tulevski.
FOTO: MIRELLA SLEENHOFF
Welke rol speelt technologie in Cardiologie Centra Nederland?
Het menselijk lichaam is een continue bron van data
Technologie is cruciaal binnen onze organisatie. De ruggengraat van onze organisatie is een sterke IT-afdeling. We werken papierloos en alle perifere apparaten zijn aangesloten op onze database. Hierdoor zijn onze data minder foutgevoelig en kan makkelijk worden gecombineerd. Daardoor zijn ze bij uitstek geschikt om informatie uit te filteren. Kortom, onze hele organisatie draait op ons IT-systeem. De 26 ingenieurs die hiervoor bij ons in dienst zijn, ontwikkelen onze eigen software. Bijvoorbeeld die voor HartWacht, het systeem waarmee artsen de patiënten op afstand kunnen telemonitoren.
Waarom is HartWacht in het leven geroepen?
Na verwijzing kan de patiënt binnen 24 uur terecht bij Cardiologie Centra Nederland.
De vraag naar (vooral chronische) zorg neemt sterk toe. Tegelijkertijd zal het aantal handen per patiënt afnemen en dat is een blijvend probleem. We zijn in Nederland onvoldoende bezig met schaalbare projecten, we moeten kijken naar mogelijkheden waarbij niet langer twee handen per patiënt nodig zijn. Wie dat blijft nastreven gaat die strijd niet winnen, het is niet haalbaar en onbetaalbaar. Daarnaast is het menselijk lichaam een continue bron van data. Hartslag, temperatuur, bloeddruk en zuurstofverzadiging, het zijn zaken die ons lichaam doorlopend
genereert. Nu is het nog zo dat je dit lichaam fysiek moet verplaatsen naar het ziekenhuis of een praktijk, waar deze data door iemand in een witte jas worden uitgelezen. Dat is niet meer van deze tijd. Ook het concept polikliniek is verouderd. De klachten van patiënten, zoals pijn op de borst of hartritmestoornissen, zullen niet optreden wanneer je voor de arts zit. De klachten komen op zaterdagochtend of woensdagmiddag en op dat moment kan een patiënt nergens terecht. HartWacht, dat we samen met FocusCura en Zilveren Kruis/ Achmea ontwikkeld hebben, houdt rekening met deze factoren. Enerzijds wordt de patiënt beter bediend, omdat deze zich niet meer hoeft te verplaatsen en continu wordt gemonitord. Anderzijds kun je met één dokter, één zuster en één computer duizenden patiënten helpen.
Hoe wordt de patiënt die deelneemt aan Hartwacht geholpen als hij zich op zaterdagochtend meldt met hartritmestoornissen?
Op het moment dat iemand klachten heeft, stuurt deze via de app data naar het zenuwcentrum. Het systeem zelf kan herkennen of er
Lees verder op pagina 6
6 Interview Vervolg van pagina 5
afwijkende waarden zijn. Als dit het geval is, kan de patiënt contact zoeken met een arts op het zenuwcentrum, die direct kan zien wat er aan de hand is. Vervolgens kan een videoconsult worden gestart waarin de patiënt advies krijgt. Dit kan op ieder moment, zowel overdag als ’s nachts. Voor ons heeft dit als voordeel dat wij bestaande patiënten op afstand kunnen behandelen, zodat de behandelkamers vrij blijven voor nieuwe patiënten. Zo zorgen wij ervoor dat er geen wachtlijsten ontstaan.
Niet alle zorgverzekeraars vergoeden HartWacht. Waarom niet, als de voordelen zo evident zijn?
Zorginstituut Nederland (ZN) heeft besloten dat HartWacht niet onder vergoede zorg valt, omdat er geen evidence voor zou zijn en concrete start- en stopmomenten in de behandeling ontbreken. Ik ben het daar niet mee eens: het gaat om chronische zorg en die start- en stopmomenten hanteren wij wel. Daarnaast is op PubMed een overvloed aan bewijs te vinden dat het meten van bloeddruk thuis betrouwbaarder is dan bij de arts. Uit een project dat wij doen met patiënten met aangeboren hart afwijkingen is duidelijk het nut zichtbaar van HartWacht. Verder heb ik altijd geweigerd een pilot van HartWacht op te zetten omdat ik niet in pilots geloof. Het direct in het bekostigingssysteem zetten is de enige manier om grootschalig patiënten te includeren. We hebben nu individuele afspraken gemaakt met vijf grote verzekeraars. Ik denk echter dat het om miscommunicatie met ZN ging en heb goede hoop dat HartWacht binnen een paar maanden alsnog onder vergoede zorg valt.
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Een substantieel deel van de hart- en vaatoperaties kan nu niet doorgaan omdat de patiënt niet optimaal is voorbereid. Hoe kan dit beter?
Het gaat vaak om mensen met multi-comorbiditeit. Er zit bijvoorbeeld vaak zo’n twee tot zes weken tussen het moment van besluit tot een bypassoperatie en de daadwerkelijke operatie. In de tussenliggende periode zie je dat bij patiënten de waarden van suiker, antistolling of bloeddruk niet goed zijn of patiënten ziek worden. Daarnaast loopt de eerste hulp over van patiënten die in deze periode vrezen voor hun leven zodra ze iets voelen aan hun hart en nergens anders terecht kunnen. Om dit te voorkomen, gaan wij samen met het AMC een proef starten waarbij we patiënten in die tussenliggende periode een pakket met wearables meegeven. Daarin zitten allerlei apparaten om de patiënt te monitoren, zoals een glucosemeter, saturatiemeter, weegschaal en di-
Het ideale ziekenhuis moet zijn aanbod aanpassen aan de vraag van de bevolking eetsoftware. Zo ben je in staat de waarden van de patiënt in aanloop naar de operatie exact te finetunen. Het voorkomt dat je voor verrassingen komt te staan. Hetzelfde geldt voor de periode na de operatie. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft een patiënt bijvoorbeeld goede bloeddrukwaarden, maar als deze stopt met allerlei medicatie, weer anders gaat eten en uit bed komt, kan bij het weerzien van de dokter na vier weken de bloeddruk ineens weer 250 zijn. Ook postoperatief loont het
dus om waarden van patiënten thuis te monitoren om tijdig in te kunnen grijpen. Wij verwachten dat dit kan zorgen voor lagere kosten per patiënt doordat er minder complicaties optreden, patiënten minder lang in het ziekenhuis liggen en sneller revalideren.
Zou deze opzet van zelf standige behandelcentra in combinatie met tele monitoring ook voor andere medisch specialismen een verbetering zijn?
Zeker. Het concept van HartWacht kun je ook toepassen op longziekten, darmziekten of diabetes. Eigenlijk op alle chronische ziektebeelden – en dat zijn er nogal wat – kun je dit systeem toepassen. Wij houden de focus op cardiologie, maar zouden heel graag anderen assisteren bij de implementatie van ons systeem in een project gericht op een ander specialisme.
U bent ook voorzitter van de Raad van Bestuur in zieken huis Sionsberg in Dokkum. Hoe zou een optimale zieken huisorganisatie er volgens u uitzien?
Ik denk dat het hele ziekenhuiswezen een grote herstructurering moet ondergaan. Met als belangrijkste reden dat de patiënt beter bediend wordt. In de zorg hechten wij veel te veel waarde aan instituten, terwijl patiënten alleen geïnteresseerd zijn in diensten. Het interesseert de patiënt niet of hij in een polikliniek, thuis of in een high tech instituut behandeld wordt. Hij wil gewoon beter worden. We moeten terug naar de vraag: voor wie doen we dit? Het ideale ziekenhuis moet zijn aanbod aanpassen aan de vraag van de bevolking en de patiëntenmix. In sommige regio’s kan dat betekenen dat ingrepen te weinig worden gedaan en patiënten op een andere plek betere kwaliteit van zorg kunnen krijgen. Uiteraard zou ook hier moeten worden gewerkt met netwerken waarin onderlinge samenwerking centraal staat.
Wanneer is Cardiologie Centra Nederland voor u als oprichter succesvol?
De nodige onderzoeken en het evaluatiegesprek vinden binnen twee uur plaats.
Met elke tevreden patiënt die onze ambassadeur wordt, worden wij steeds iets succesvoller. Ik geloof erin dat we met Cardiologie Centra Nederland de zorg in Nederland aan het verbeteren zijn. We blijven uitbreiden om onze zorg aan een steeds grotere groep patiënten in Nederland te kunnen aanbieden. Er komt geen moment dat wij zullen roepen ‘nu is het geslaagd’. Met iedere goed behandelde patiënt zetten we een stap vooruit.
Welke rol ziet u weggelegd voor big data in de toekomst?
We zijn nu al bezig met de mogelijke toepassingen van de grote hoeveelheden data die we genereren met HartWacht. Bijvoorbeeld voor de parameter bloeddruk. De meeste ziektebeelden binnen de cardiologie zijn het gevolg van een te hoge bloeddruk. We meten de bloeddruk maar op enkele momenten, terwijl we weten dat de bloeddruk per persoon heel erg kan variëren: de bloeddruk gemeten in de spreek kamer is structureel hoger dan thuis en in de winter vaak stukken hoger dan
FOTO: MIRELLA SLEENHOFF
in de zomer. Mensen slikken echter ongeacht deze factoren steeds dezelfde pillen. Dankzij big data, die komt van een grote groep patiënten met meer meetpunten, hopen wij patronen te herkennen, zodat wij de medicatie beter kunnen laten meebewegen met de bloeddrukvariatie van een patiënt. Bijvoorbeeld door in april te starten met plastabletten en weer te stoppen in november. Nu is dit
Het aantal handen per patiënt zal afnemen, en dat is een blijvend probleem nog theorie, maar ik verwacht dat we dit binnenkort dankzij big data hard kunnen maken.
Wat gaat er in de toekomst nog veranderen in de cardio logische zorg in Nederland?
Innovatie gaat de manier van werken in de cardiologie volledig veranderen. Bestaande behandelingen zijn obsoleet geworden, net als de manier waarop gekeken wordt naar bepaalde ziektebeelden. Met de komst van onder meer nanotechnologie en genetica gaan we heel veel zaken anders behandelen. We zijn er niet ver vandaan dat een nanopartikel wordt ontwikkeld dat twintig keer meer zuurstof op kan nemen dan een rode bloedcel. Welke gevolgen heeft dat voor mensen met COPD of astma? Waarschijnlijk werpt het onze huidige behandelingen volledig omver. Dat geldt ook voor aderverkalking of infarc-
ten. Als wij dankzij alle markers tijdig problemen herkennen, zullen dotteren, katheteriseren en bypassoperaties niet langer nodig zijn. Op welke termijn weet ik niet, maar de eerste mens die 150 jaar wordt, is al geboren. Ik denk dat het heel hard gaat. ●
HartWacht HartWacht is telemonitoring voor patiënten van Cardiologie Centra Nederland. Cardio logen kunnen patiënten thuis m onitoren op basis van metingen (gewicht, bloed druk etc.) en vragenlijsten die door de patiënt thuis worden ingevuld. HartWacht bestaat uit drie onderdelen: online kan overal ter wereld het eigen CCNzorgdossier worden ingezien en meetwaarden, zoals bloed druk of hartslag, kunnen via een bijbehorende app worden doorgegeven. Indien nodig is vervolgens direct videocontact mogelijk met een hartverpleeg kundige onder auspiciën van een cardioloog. Op gezette tij den kunnen meetwaarden wor den ingestuurd. Zijn ingestuurde waarden verontrustend of wordt er een door de arts ingestelde grenswaarde overschreden, dan neemt een arts contact op met de patiënt. Afhankelijk van de situatie kan de arts besluiten de medicatie bij te stellen of als er nader onderzoek nodig is, de patiënt vragen naar de huisarts of cardioloog te gaan. (bron: Cardiologie Centra Nederland)
8 Klinisch
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
De klassieke RSI
Cardiovasculaire depressie De middelen gebruikt voor een RSI zijn de afgelopen decennia veranderd. De klassieke combinatie van thiopenthal en suxamethonium wordt tegenwoordig vaak vervangen door bv. etomidate of propofol en (hoog gedoseerd) rocuronium. Het doel van de RSI is echter hetzelfde gebleven: met een endotracheale tube zo snel mogelijk een gezekerde luchtweg verkrijgen. Hiervoor wordt met hoge snelheid een vooraf berekende dosis van een snelwerkend sederend middel (al dan niet gecombineerd met een opiaat) en een spierverslapper toegediend. Vooraf berekenen van de dosering kan twee nadelen hebben. Enerzijds kan de dosering te ruim zijn; samen met de snelheid van toediening kan dit een snelle daling van de bloeddruk geven. Bij een kritiek zieke patiënt kan dit, ondanks genomen maatregelen voor ondersteuning, tot grote hemodynamische instabiliteit leiden – zeker als ook de benodigde spierverslapper wordt toegediend die een definitief einde betekent van de ademhaling en dus van de negatieve intrathoracale druk, met gevolgen voor de preload. Met name bij ernstig ARDS
factoren
punten
patiëntgerelateerde factoren
mallampatiscore III of IV
5
obstructief slaapapneusyndroom
2
beperkte mobiliteit cervicale ruggenwervel
1
beperkte mondopening (< 3 cm )
1
pathologiegerelateerde factoren coma
1
1
ernstige hypoxemie (< 80%)
behandelaargerelateerde factoren non-anesthesioloog
1
totaal
12
Tabel 1 MACOCHA-score-calculatieschema
10% 5%
Overige complicaties
De klassieke RSI bevat nog steeds cricoïddruk. Hiervan is aangetoond dat het niet zinvol is, dat het boven-
od
ke oe ilij m
Figuur 1 Incidentie van twee complicatiecategorieën van intubatie: ernstige complicaties (ernstige hypoxemie, ernstige collaps, hartstilstand, dood) en mildere complicaties (moeilijke intubatie, aritmie, oesofagiale intubatie, agitatie, aspiratie, tandschade). A 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
Respiratoire depressie
Het uiteindelijke doel van ‘airwaymanagement’ is het behoud van oxygenatie. Tijdens een RSI is er altijd sprake van een apneutijd waarin desaturatie kan plaatsvinden. Dit kan door de vertraging in de saturatiemeting niet of te laat worden opgemerkt. De tijd tot desaturatie kan verlengd worden door preoxygenatie (al dan niet met CPAP) of door (voorzichtige) maskerbeademing. In het Verenigd Koninkrijk gaf 17% van de anesthesiologen in een survey aan ‘gentle mask ventilation’ toe te passen tijdens RSI.6 Ondanks preoxygenatietechnieken zal het zeker in de kritiek zieke populatie niet altijd mogelijk zijn om effectief te preoxygeneren en er zal dan ook maar weinig tijdwinst zijn tot desaturatie. De laatste jaren is er aandacht gekomen voor ‘apnoeic oxygenation’ via een continue zuurstofflow voor behoud van oxygenatie tijdens inleiding. Het principe berust op het fysiologische fenomeen dat wordt beschreven als ‘aventilatory mass flow’, waarbij het verschil tussen alveolaire zuurstofverwijdering en koolzuurexcretie een negatieve drukgradiënt kan genereren tot wel 20 cm H2O. Hiervoor is een open luchtweg uiteraard een vereiste.7 Bovendien is er bij een RSI altijd sprake van een bepaalde apneutijd. De kortste tijd voor een spierverslapper (bv. succinylcholine of hooggedoseerd rocuronium) om effectief te zijn is 30 seconden. Daarbij komt dan ook nog de eventuele apneutijd van het sedativum dat gegeven wordt voor de verslapping en de tijd om de endotracheale tube te plaatsen. Deze tijd bij elkaar opgeteld kan leiden tot een ongewenste significante stijging in CO2 en daarmee gepaard gaande stijging van de intracraniële druk (intracranial pressure, ICP). Een stijging in ICP is bij een beperkte patiëntenpopulatie een probleem, bijvoorbeeld bij neurotraumapatiënten.
in tu ba tie oe so ar fag itm ial ie ei nt ub at ie ag ita tie as pi ra tie ta nd sc ha de
0%
do
Intuberen op de IC is een hoog risicoprocedure met een hoge morbiditeit en mortaliteit (figuur 1).1 Er wordt beschreven dat tot wel 40% van de casussen geassocieerd is met ernstige hypoxemie of hypotensie. Een recente studie wijst uit dat patiënten met acuut respiratoir falen in een spoed eisende situatie een ziekenhuismortaliteit hebben van 34%. In deze studie kwam 12% van de patiënten in een reanimatie setting tijdens de intubatie, met een ziekenhuismortaliteit van 82%.2 Er is een gevalideerde score voor het inschatten van risicofactoren voor moeilijke intubatie op de IC, de MACOCHA-score (tabel 1).3 In het originele en in het validatiecohort is te zien dat een oplopende score een verhoogd risico geeft op een moeilijke intubatie (figuur 2). Patiënten in spoedeisende situaties zijn in principe nooit nuchter en hebben dus een verhoogd aspiratierisico. Bij een verhoogd aspiratierisico is een rapid sequence induction (RSI) de gebruikelijke inductiemethode. Er is echter geen bewijs voor een verlaagde incidentie van aspiratie na een RSI, hoewel dit het enige doel is van RSI.5 De gerapporteerde incidentie van aspiratie is laag, variërend tussen 1:600-900 in spoedgevallen en 1:3000-4000 bij electieve inleidingen. De ‘klassieke’ RSI zoals gepubliceerd in 1970 door Stept en Safar beschrijft een inductie met preoxygenatie, een vooraf berekende dosis thiopenthal en suxamethonium, cricoïddruk, vermijden van kapbeademing en intuberen met een gecufte tracheale tube. Een recente survey in het Verenigd Koninkrijk heeft laten zien dat er inmiddels vele varianten op de ‘klassieke’ RSI zijn, met andere medicatie, toch ‘voorzichtig’ kapbeademing, zonder cricoïddruk enz.3 Er is geen bewezen voordeel van RSI, maar er zijn mogelijk wel nadelen, zoals hemodynamische instabiliteit, hypoxie, awareness, moeilijker intubatie (met meer trauma) en stijging van CO2 met daarmee samengaand eventueel stijging van de intracraniële druk.
kunnen de hemodynamische consequenties van het wegvallen van de negatieve intrathoracale druk groot zijn, aangezien hypoxische pulmonale vasoconstrictie zorgt voor hoge pulmonaal arteriële (PA) drukken. Spontane ademhaling kan helpen PA-drukken laag te houden. Anderzijds kan een vooraf berekende dosis van het inductiemiddel, met vrijwel directe combinatie met spierverslapping, niet voldoende zijn om adequate diepte van anesthesie te verkrijgen om de reactie op laryngoscopie te dempen. Dit kan een verhoging van de sympathicusactiviteit geven.4 Ook dit kan uiteraard onwenselijk zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van ischemisch cardiaal lijden. Tevens kan een onvoldoende diepte van anesthesie een vagale reactie uitlokken, met bijbehorende hemodynamische consequenties, die ook niet wenselijk zijn bij een kritiek zieke patiënt.
hy po xe er m ns ie tig ec ol la ha r t s ps til sta nd
Inleiding
IC-patiënten zijn fysiologisch heel anders dan electieve patiënten die geïntubeerd worden op de OK en de intubatie dient een ander einddoel (opereren of stabiliseren). Intuberen op de IC is dan ook een andere procedure dan intuberen op de OK. Patiënten op de IC zijn hemodynamisch, respiratoir en/ of neurologisch instabiel. Hierdoor hebben ze een fysiologisch moeilijke luchtweg, in tegenstelling tot patiënten met een anatomisch moeilijke luchtweg. Bij een verwachte moeilijke luchtweg staat in het algoritme nog altijd de wakkere intubatie als beste keus, gebaseerd op het adagium: als je de luchtweg niet vertrouwt moet je de patiënt niet onder narcose brengen. Lapinsky stelt dan ook voor om alle IC- patiënten wakker, door ervaren artsen te laten intuberen.4 We zetten hieronder de overwegingen die wij op de IC in het Erasmus MC maken met betrekking tot intuberen op een rij.
15%
0
B
0-1
2-3
N=509
129
4-5
6-7
8-9
10-12
27
52
25
1
MACOCHA Score
100 90 80 % moeilijke intubatie
Dit artikel is eerder verschenen in nascholingstijdschrift A&I, editie juni 2017.
20%
er ns tig e
DR. J.A.M. LABOUT, ANESTHESIOLOOG-INTENSIVIST, MAASSTAD ZIEKENHUIS, ROTTERDAM DR. D. DOS REIS MIRANDA, ANESTHESIOLOOG-INTENSIVIST, ERASMUS MC, ROTTERDAM P.C. GERRITSEN, ANESTHESIOLOOG-INTENSIVIST, ARTS HELI MMT, ERASMUS MC, ROTTERDAM
25%
% moeilijke intubatie
Intuberen op de IC
30%
70 60 50 40 30 20 10 0 0-1
2-3
4-5
6-7
8-9
10-12
N=203
50
11
20
6
1
MACOCHA Score
Figuur 2 Frequentie van moeilijke intubatie in het originele cohort (a) en het validatiecohort (b), verdeeld naar verschillende MACOCHA-scores. N = aantal patiënten.
dien zelfs de intubatie kan bemoeilijken en kan leiden tot meer intubatieletsel. Onafhankelijk van de manier van intuberen is cricoïddruk obsoleet.8-10 Verder is aan getoond dat door de vooraf berekende (en dus niet op effect getitreerde) dosis sedativum en de eerder genoemde snelle combinatie met spierverslapping, RSI een risicofactor is voor awareness.11 Daarom zijn wij terughoudend met intuberen met behulp van RSI op de IC.
Hoe anders?
Er is in de literatuur geen eenduidige andere manier van intuberen op de IC anders dan RSI. De termen non-RSI en ‘gradual sedation induction’ komen voor. Het lijkt dat op Europese IC’s meer gebruik wordt gemaakt van verslapping dan op Amerikaanse IC’s (voordracht en discussie op ESICIM congres 2017). In het Erasmus MC worden geselecteerde patiënten geïntubeerd door middel van een langzame, gecontroleerde inductie, die we ‘continuous controlled induction’ (CCI) noemen (tabel 2.) Deze methode gaat uit van een zittende patiënt die spontaan ademend geïntubeerd wordt. Indien reeds een maagsonde aanwezig is laten wij deze te allen tijde zitten. Indien een maagsonde niet aanwezig is wordt deze (indien veilig) alsnog ingebracht. Het mo-
gelijk teruglopen van maaginhoud door het eventueel verminderen van de effectiviteit van de onderste slokdarmsfincter door een maagsonde wordt ondervangen door de zittende positie. Zelfs als we ervan uitgaan dat de patiënt niet nuchter is na uitzuigen van maaginhoud, kan de vloeistof in de zuigpot in ieder geval niet meer geaspireerd worden. Ook kan eventuele lucht die in de maag geblazen wordt als de patiënt onverhoopt toch geballoneerd moet worden, ook weer verwijderd worden, wat potentieel het aspiratierisico ook verlaagt. Er was reeds aangetoond dat een zittende positie voor intubatie bij electieve patiënten voor preoxygenatie en tracheale intubatie de veiligheid verhoogt. Recent is daar een retrospectieve studie bijgekomen die dit ook aantoont voor patiënten in een spoedsituatie.12 Er kan (mede) gebruik gemaakt worden van lokale verdoving (xylocaïne 10%-spray en/of eventueel percutaan tracheaal lidocaïne 2%). De sederende middelen en eventueel middelen voor hemodynamische ondersteuning worden rustig getitreerd. Afhankelijk van de ervaring en de voorkeur van de specialist wordt er meer of minder sedatie en lokale verdoving gebruikt. Indien noodzakelijk geacht kan er zelfs voor gekozen worden te stre-
Klinisch 9
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
fysiologie optimaliseren (de layed sequence intubation) zittende patiënt (BUHE, backup head-elevated) maagsonde inbrengen (indien veilig) sedatie titreren hemodynamische ondersteu ning titreren apnoeic oxygenation Tabel 2 De hoekstenen van ‘conti nuous controlled induction’ (CCI)
grotere kans op aspiratie. Het titreren van sedatie en eventuele lokale verdoving vereist ervaring; het inbrengen van een laryngoscoop bij een onvoldoende gesedeerde/verdoofde patiënt kan een braakreflex opwekken met risico van aspiratie.
varing en kunde waar het gaat om de gebruikte farmacologische middelen, en uitgebreide luchtwegmanagementskills.
Tot slot
Tot nu toe is er veel aandacht geweest voor de anatomisch moeilijke luchtweg, maar zeker in een SEHof IC-setting is de incidentie van de fysiologisch moeilijke luchtweg vele malen hoger, met de nodige morbiditeit en mortaliteit tot gevolg. Wij denken dat CCI een toevoeging kan zijn aan uw scala van inductiemogelijkheden. Het is een techniek die
Onze ervaring
Net als voor RSI is er voor CCI geen evidentie. Onze ervaring met CCI bedraagt enkele honderden casussen en wij denken dat we minder hemodynamische en hypoxische problemen ondervinden, zonder extra aspiraties te zien. CCI vereist er-
wij met veel vertrouwen uitvoeren. We baseren ons op beperkte literatuur en getallen, maar denken met bovenstaande overwegingen omtrent mogelijke nadelen van RSI en bijpassende redenering van voordelen van CCI u ervan te overtuigen dat de CCI een goed alternatief voor de RSI kan zijn voor inductie van kritiek zieke patiënten. Referenties 1. Jaber S, et al. Clinical practice and risk factors for immediate complications of endotracheal intubation in the intensive care unit: a prospective, multiple-center study. Crit Care Med 2006; 34: 2355-61.
2. Karlsson CM, Donnino MW, Kirkegaard H, Cocchi MN, Chase M, Andersen LW; American Heart Association’s Get With the GuidelinesResuscitation® Investigators. Acute respiratory compromise in the emergency department: a description and analysis of 3571 events from the Get with the Guidelines-Resuscitation® Registry. J Emerg Med 2017; 52(4): 393-402. 3. Jong A de, et al. Early identification of patients at risk for difficult intubation in the intensive care unit development and validation of the MACOCHA score in a multicenter cohort study. Am J Respir Crit Care Med 2013; 187: 832-39. 4. Lapinsky SE. Endotracheal intubation in the ICU. Critical Care 2015; 19: 258. 5. Neilipovitz DT1, Crosby ET. No evidence for decreased incidence of aspiration after rapid sequence induction. Can J Anaesth 2007; 54(9): 748-64. Voor de volledige literatuurlijst wordt verwezen naar www.a-en-i.nl. Geen financiële banden, geen belangenverstrengeling. ●
ven naar een minimale hoeveelheid sedatie om de patiënt comfortabel te houden. Wanneer bij (video-)laryngoscopie blijkt dat er toch sprake is van discomfort, wordt de poging gestaakt en wordt meer lokale en/ of systemische anesthesie gegeven.
Cardiovasculaire depressie
Door CCI toe te passen worden hemodynamische problemen voorkomen als men de sedatiediepte rustig titreert. Eventuele hemodynamische schommelingen treden geleidelijk op en zijn daarmee beter op te vangen. Lokale verdoving door middel van xylocaïne 10%-spray en eventueel percutaan-tracheaal lidocaïne 2% geven adequate demping van de intubatieprikkel.
OnTarget. OnBudget. OnTime.
Respiratoire depressie
Aangezien de patiënt tijdens CCI spontaan blijft ademen blijft er oxygenatie en ventilatie plaatsvinden, zodat desaturatie en/of hypercapnie grotendeels worden voorkomen. Indien er wel een ademstilstand optreedt is apnoeic oxygenation een optie. De zuurstofflow kan gegenereerd worden door een conventionele neusbril, maar wij gebruiken ook graag OptiFlow (in de literatuur beschreven als Transnasal Humidified Rapid-Insuflation Ventilatory Exchange; THRIVE). Ook als er geen ademstilstand optreedt is OptiFlow een goede manier om een optimale omstandigheid voor intubatie te creëren.
Meet the New Solution for affordable, OnSight 3D Extremity Exams.
Stabilisatie en optimalisatie voor intubatie
Een verdere overweging is dat er zelden noodzaak is om direct over te gaan tot intubatie. Onderzoek laat zien dat patiënten die zowel respiratoir insufficiënt als hypotensief zijn, een zeer hoog risico lopen om gedurende zo’n spoedintubatie in een reanimatiesetting te raken met een zeer hoge mortaliteit.1 Naast CCI valt daarom ook te overwegen om zo mogelijk voor aanvang van de intubatie de patiënt respiratoir en hemodynamisch te stabiliseren en te optimaliseren. Respiratoir kan dit o.a. door te starten met niet-invasieve beademing of OptiFlow. Hemodynamisch kan de vullingsstatus worden geoptimaliseerd of kan worden gestart met hemodynamiekondersteunende medicatie, zoals vasopressie of inotropica. Indien de patiënt erg onrustig is en de behandeling niet accepteert, kan een lage dosering esketamine gebruikt worden. Dit is beschreven als een ‘delayed sequence intubation’ (DSI).13 In enkele gevallen vervalt hiermee zelfs de indicatie om te intuberen.
Potentiële nadelen
De CCI heeft een langere duur tot definitieve zekering van de luchtweg met als theoretisch nadeel een
[ OnSight 3D Extremity System ] Experience the power of an on-site CT System A world leader in diagnostic X-ray introduces a revolution in Cone Beam CT imaging. The Carestream OnSight 3D Extremity System is designed to meet your most official imaging needs
– supporting rapid, affordable exams for accurate diagnoses and accelerated productivity. So get ready for OnSight to lead the field in CBCT imaging.
Learn more at carestream.com/onsight.
www.trompmedical.com
e-mail: sales@trompmedical.com - Tel.: +31 (0)251 662067 tromp_A4advertentie_Memorad_juli2017_def.indd 1
06-07-17 16:24
10 Wetenschap
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Half miljoen voor nieuw te ontwikkelen MRI-technieken LEIDEN – Hoogleraar MRI-fysica Andrew Webb krijgt een half miljoen euro om nieuwe MRI-technieken te ontwikkelen voor het vroeger opsporen van ziekten. Het bedrag hoort bij de titel Simon Stevin Meester, Nederlands grootste prijs voor technisch-wetenschappelijk onderzoek toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Webb, verbonden aan het LUMC, ziet ruimte voor verbetering van MRI-scans. Gezonde familieleden van patiënten met bijvoorbeeld de ziekte van Huntington zouden veel
baat hebben bij betere MRI, denkt Webb. Ook oogtumoren en de eerste kenmerken van alzheimer zouden in een vroeger stadium mogelijk beter te detecteren zijn. (bron: NWO) ●
Andrew Webb, Simon Stevin Meester 2017. FOTO: IVO VAN DER BENT
Koelen lever vermindert schade na operatie AMSTERDAM – Het koelen van de lever tijdens een operatie blijkt een goede methode om leverschade na grote leveroperaties te verminderen. Dat stelt AMC-promovenda Megan Reiniers in het proefschrift dat zij op 5 juli 2017 verdedigde. De gekoelde levers hebben een betere functionaliteit op de derde dag na de operatie dan levers die niet gekoeld waren. Deze bevinding kan bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid van grote leveroperaties. Tijdens grote ingrepen aan de lever sluit de chirurg vaak de aanvoerende bloedvaten af naar de lever om het bloedverlies tijdens de operatie te verminderen. Hoewel dat grote voordelen heeft, ontstaat tijdens het herstellen van de bloedtoevoer – de zogenaamde reperfusiefase – schade aan de lever. R einiers laat in haar proefschrift zien dat tijdens deze fase reactieve zuurstofradicalen ontstaan in levercellen, die de schade veroorzaken. Ook toonde ze
aan dat het neutraliseren van deze radicalen tot een afname leidt van leverschade na de operatie. Tijdens de operatie stroomde er gekoelde vloeistof door de lever, zodat de temperatuur van het orgaan daalt van 37 naar 26 graden Celsius. Waarschijnlijk verbetert hierdoor het herstel van de lever na de operatie. “Het meest risicovol is de fase na het afsluiten van de bloedtoevoer,” vertelt Reiniers, die de resultaten van haar onderzoek bemoedigend noemt, in AMC Magazine. “Drie dagen na de ingreep zagen we dat de gekoelde levers beter in staat waren om een radioactief gelabelde teststof uit het bloed te verwijderen dan de ongekoelde levers.” Reiniers benadrukt wel dat er vervolgonderzoek nodig is bij grotere populaties, zeker bij hoogrisicogroepen. In haar onderzoek werden ‘slechts’ negen patiënten met de alternatieve methode behandeld. (bron: AMC Magazine) ●
Nieuwe techno logie maakt EEG tijdens MRI mogelijk WEST LAFAYETTE, VS – Amerikaanse onderzoekers hebben een apparaatje ontwikkeld dat van patiënten in een MRI-scanner hersenactiviteit meet met een EEG. De technologie is revolutionair voor hersenonderzoek, aldus de wetenschappers. Simultane informatie van EEG en fMRI zouden unieke complementaire inzichten in de hersenen kunnen bieden, zo melden de wetenschappers. Het visueel weergeven van hersenactiviteit en het gelijktijdig monitoren van elektrische signalen – voorheen onmogelijk – kan verbanden helpen leggen tussen de complexe activiteiten die met de twee modaliteiten worden gedetecteerd. Hierdoor is meer inzicht mogelijk in neurologische stoornissen, hun oorzaak en de poten tiële behandeling ervan. De onderzoekers van Purdue University presenteerden hun bevindingen onlangs op de jaarlijkse bijeenkomst van de International Society for Magnetic Resonance in Medicin. De technologie is gebaseerd op een draadloos apparaat dat wordt gevoed door het elektromagnetische veld van het MRIapparaat. Het apparaatje detecteert de magnetische resonantie van de scanner en maakt EEG-registraties in de perioden tussen de magnetische pulsen. De EEG-data wordt vervolgens in gecodeerde vorm opgeslagen in de MRI-beelden. (bron: Medgadget) ●
Nieuwe methode detecteert erfelijke oorzaak in DNA tumor UTRECHT - Onderzoekers hebben een methode gevonden om uit het DNA van een tumor op te maken of er sprake is van een erfelijke oorzaak. Dat gebeurde op het DNA van organoïden: mini-dikkedarmen opgekweekt uit menselijke stamcellen. Volgens de wetenschappers kan deze methode van grote betekenis zijn voor diagnostiek en behandeling van meerdere kankersoorten. Het onderzoek is gedaan door onderzoeksgroepen van het Hubrecht Instituut, Prinses Máxima Centrum en het UMC Utrecht. De studie wordt gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science. De nieuwe methode kan onder meer worden toegepast bij dikkedarm- en borstkanker. De werkwijze is gebaseerd op een methode die heel nauwkeurig veranderingen in het DNA kan aanbrengen, het zogeheten CRISP-Cas. Hiermee is het mogelijk de processen die ten grondslag liggen aan het ontstaan en de ontwikkeling van kanker heel duidelijk in kaart te brengen, omdat specifieke patronen in het DNA worden achtergelaten. Er
Medicijntests mogelijk goedkoper door ‘organs-on-chips’ LEIDEN - Modelorgaantjes op microchips reageren hetzelfde op aspirine als echte menselijke organen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. Dankzij deze ‘organs-on-chips’, gemaakt van menselijke orgaancellen en minuscule vloeistofkanaaltjes, wordt medicijnen testen in de toekomst mogelijk veel goedkoper en zijn minder proefdieren nodig.
Maak kennis met de nieuwe GE Healthcare B105 en B125 Patiënt Monitoren
Parameter technologie die u kunt vertrouwen. Eenvoudig en Intuïtief
voor uw gebruikers
Flexibel
voor al uw Care gebieden
Betrouwbaar en robuust technologie voor een uitdagende werkomgeving
B1x5 patient monitor A5Landscape.indd 1
De onderzoekers stelden 357 darmen-op-chips geruime tijd bloot aan de stof acetylsalicylzuur, beter bekend als aspirine. Hiervan is al lang bekend dat het kan leiden tot een darmperforatie. “In onze darmen-op-chips zagen we precies dezelfde bijwerkingen ontstaan,” aldus hoogleraar Analytische biowetenschappen Thomas Hankemeier. Dat aspirine op de modelorgaantjes hetzelfde effect heeft als op menselijke organen, is een teken dat deze ‘orgaanchips’ goede voorspellers zijn voor de werking van medicijnen in het menselijk lichaam. Voor farmaceuten kunnen de modelorganen uitkomst bieden, omdat eenvoudiger de werkzaam-
Zelfde bijwerkingen als in het menselijk lichaam
Eenvoudig. Flexibel. Betrouwbaar.
Voor meer informatie: 033 25 41 222 | info.nl@med.ge.com
zijn inmiddels zo’n dertig patronen gevonden. Die patronen geven informatie over de processen die het DNA veranderen en daarmee tot kanker kunnen leiden. Die informatie laat onder meer zien of er genetische aanleg is en is belangrijk voor de keuze van behandeling. In de studie werd eveneens een onbekende vorm van erfelijke kanker nagebootst door een specifiek gen uit te schakelen. Uit eerder genetisch onderzoek was al bekend dat veranderingen in dit gen het risico op kanker verhogen. In het DNA van de bewerkte organoïden werd vervolgens een specifiek mutatiepatroon gevonden. Dat patroon kwam overeen met dat van een eerdere patiënt met een onbekende vorm van borstkanker, die ook een aangeboren mutatie had in hetzelfde specifieke uitgeschakelde gen. “Hiermee is aangetoond dat de aanwezigheid van dit patroon in het DNA van een tumor een belangrijke aanwijzing kan zijn dat een erfelijke mutatie in het gen de oorzaak van de ziekte is,” aldus onderzoeker Ruben van Boxtel. (bron: Skipr) ●
© 2017 General Electric Company. GE en het GE Monogram zijn handelsmerken van General Electric Company.
9/19/2017 8:52:49 AM
heid en schadelijkheid van nieuwe medicijnen kan worden ingeschat. Zo kunnen veel stoffen al uitgesloten worden van vervolgonderzoek, voordat het medicijn de proefdierfase ingaat. De wetenschappers in Leiden werkten voor dit onderzoek samen met het farmaceutische bedrijf Roche. Het onderzoek is in augustus gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications. Mimetas, het spinoff-bedrijf van de Leidse onder zoekers, gaat modelorgaantjes op de markt brengen. Het is het eerste bedrijf ter wereld dat de orgaanchips op grote schaal gaat produceren en verkopen. (bron: Universiteit Leiden) ●
marktgeluiden 11
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Interview met Frederic Hoffmann, General Manager Benelux van Baxter
“ Mogelijkheden voor big data in gezondheidszorg zijn ongekend” TEKST: TESSA VOGELAAR / BEELD: BAXTER
Sinds 1931 biedt Baxter patiëntgerichte medische oplossingen. In de loop der jaren heeft het van oorsprong Amerikaanse bedrijf al flink wat medische doorbraken op zijn naam gezet, onder meer op het gebied van nierdialyse en infuusoplossingen. MIT sprak met general manager Benelux Frederic Hoffmann over zorg op afstand, big data en de innovativiteit van de Nederlanders. “Nederlandse artsen zijn early adopters.” Vlak voor de komst van een nieuwe CEO in 2016 besloot Baxter de focus weer compleet te leggen op de kerntaken. Baxter concentreert zich nu volledig op het maken en verkopen van producten die van levensbelang zijn voor patiënten met onder andere, nierinsufficiëntie, ondervoeding en andere chronische of acute medische aandoeningen. “Onze producten kunnen het verschil betekenen tussen leven en dood,” aldus Hoffman. “Een voorbeeld is dialyse bij nierziekte, zonder overleven patiënten soms niet. Of de hemostatische middelen die zorgen voor het stoppen van het bloeden tijdens operaties. Een ander voorbeeld is onze parenterale voeding voor patiënten die niet via de gewone weg kunnen eten.” Baxter richt zich met zijn producten en diensten onder meer op het ondersteunen van chirurgen en intensivisten bij het werk op de OK en IC. “Voor chirurgen doen we dat middels ons complete port folio van hemostatische middelen en sealants die de chirurg gebruikt bij complexe operaties, zoals minimaal-invasieve en laparoscopische operaties. Deze materialen zijn essentieel voor het werk van de chirurg,” vertelt de Belgische general manager. “Voor de intensive care hebben we de zogeheten Prismaflex: een multitherapie-apparaat om de patiënt in de acute setting
te helpen. In eerste instantie ontwikkeld voor acute nierfunctievervangende behandeling, maar uitgebreid tot een platform waarmee ook patiënten met long- en leveraandoeningen en sepsis kunnen worden behandeld.” Het bieden van begeleiding bij de geleverde producten en het geven van training is een belangrijk onderdeel van de organisatie. Hoffmann: “We hebben een speciaal team om zorgverleners te bege-
Nederlandse artsen waarderen innovatie leiden. Chirurgen nodigen we uit voor ‘hands-on’-training in laboratoria. Voor intensivisten zit een team van technici heel dicht op de klanten om hen te helpen met bijvoorbeeld het Prismaflex-systeem. Onze filosofie is: klanten kopen niet alleen een apparaat, maar ook de complete service eromheen. Daarbij investeren wij veel in de ontwikkeling en het talent van ons personeel. Het managen van werknemers is mijn passie.”
Big data
Innovatie en technologie is voor het internationale bedrijf, met inmiddels bijna 50.000 werknemers
Baxter International werd in 1931 opgericht door onder meer Donald Baxter, een arts uit Los Angeles. Het bedrijf startte als producent en distributeur van oplossingen voor intraveneuze therapie, destijds nog in glazen flessen. Het bedrijf is inmiddels uitgegroeid tot een multina tional met bijna 50.000 medewerkers, die naast hun hoofdvestiging in Deerfield, Illinois (VS), werkzaam zijn in ruim zestig landen en aan meer dan honderd landen producten en diensten leveren. Verspreid over Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Azië zijn er 27 productie vestigingen. Het bedrijf kende in 2016 een omzet van 10,2 miljard dollar. In Nederland heeft Baxter een vestiging in Utrecht. Baxter hecht waarde aan duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid en heeft daarom onder meer de Baxter International Foundation in het leven geroepen, waarbij het bedrijf niet alleen gerichte liefdadigheidsacties ondersteunt, maar ook producten doneert aan hen die ze het meest nodig hebben.
wereldwijd, onmisbaar. “Ontzettend belangrijk” noemt Hoffmann de rol van technologie in de zorg in onze huidige samenleving. “In eerste instantie kun je denken aan technologische ontwikkelingen als robotisering en automatisering op plekken als de OK. Een andere door technologie gedreven ontwikkeling is remote therapy management en selfcare, dus behandeling op afstand waarbij mensen thuis zorg krijgen. Voor nierinsufficiëntie heeft Baxter het zogeheten Claria Homechoice-systeem met sharesource ontwikkeld. Dit is een ICTplatform waarbij in de peritoneale dialyse-apparatuur bij de patiënt thuis een modem is geplaatst die een directe koppeling heeft met het ziekenhuis. Via beveiligd dataverkeer worden patiëntgegevens gemonitord en kan de apparatuur rechtstreeks vanuit het ziekenhuis worden aangestuurd. De bulk aan gegevens van allerlei parameters van patiënten richting artsen die hiermee wordt gegenereerd, biedt vervolgens weer mogelijkheden om kennis uit te extraheren, ter bevordering van de therapiebehandeling zoals nu steeds meer wordt toegepast bij big data.” De general manager ziet big data als de belangrijkste van de huidige technologische ontwikkelingen. “Werken met robots is een vooruitgang, maar die valt in het niet bij de revolutionaire mogelijkheden van big data.” Remote therapy management gebeurt nu al, bijvoorbeeld bij een nieuw dialysesysteem waar de arts op afstand kan monitoren. Maar het bedrijf wil een stap verder gaan. “Wat big data betreft werken we aan next generation-apparaten voor allerlei behandelingen. Daarbij kunnen parameters, zoals hartslag en bloeddruk, worden gemeten die worden gekoppeld aan een netwerk. Deze gegevens kun je laten correleren met events van patiënten, zoals een beroerte. Een systeem kan vervolgens van al die patiënten nagaan welke veranderingen er optraden in die parameters voorafgaand aan de beroerte. Het monitorende systeem zou dan met een alarm kunnen waarschuwen dat er aanwijzingen zijn dat iemand mogelijk een beroerte krijgt. Dankzij de historische data van een heel grote groep patiënten kun je een patroon creëren dat voorspellende waarde heeft,” zet Hoffmann uiteen. Baxter verwacht een eerste apparaat dat van deze techniek gebruikmaakt vanaf 2020 op de markt te brengen.
Early adopters
Het innovatieve klimaat in Nederland bevalt de Belg, die in de Benelux zo’n 150 mensen mag aansturen. “Ten eerste is het Nederlandse gezondheidszorgsysteem een van de beste in Europa, bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid en outcome. Mijn persoonlijke ervaring is daarnaast dat Nederlanders early adopters zijn. Nederlandse
artsen waarderen innovatie.” Als voorbeeld haalt Hoffmann een Groningse chirurg aan, die per se als eerste een hemostatisch middel van Baxter wilde gebruiken. De eerste gebruiker van e-healthsoftware voor dialyse van Baxter was eveneens een Nederlandse arts. “Het zit ook echt in jullie cultuur, de openheid voor innovatie. Wij werken ook samen met Nederlandse universiteiten, zoals de TU Delft. Soms zoeken onderzoekers die goede ideeën hebben een industrieel partner, soms weten wij waarnaar we op zoek zijn en scannen we het onderzoeksveld om te zien of er al aan gewerkt wordt. Het werkt twee kanten op.” Toch ziet de general manager nog kansen voor Nederland op het gebied van de gezondheidszorg. Wat betreft preventie zijn er landen in Europa die voorlopen op Nederland, al is er volgens hem in heel Europa op dit gebied nog winst te behalen. “Ook hier zou big data een rol kunnen spelen. Aan de hand van zo’n enorme berg data kun je anticiperen. Voor nierinsufficiëntie geldt dat hoe eerder de patiënt behandeld wordt voor nierziekte, hoe kleiner de kans dat de patiënt aan de dialyse moet.” Ook bij (onder)voeding zou meer preventie nuttig zijn, vindt Hoffmann. Om de expertise van Baxter hierbij in te zetten, was het bedrijf dit jaar aanwezig op een jaarlijks congres over voeding in Den Haag. Hiervoor wordt samengewerkt met de American Society of Nutrition. “In het kader van preventie helpen we zo professionals, maar ook beleids makers, met het maken van een beslissingspad van diagnose tot behandeling.”
Kosteneffectiviteit
In de ontwikkeling van de gezondheidszorg zijn volgens Hoffmann een aantal trends te ontdekken. We krijgen te maken met een sterk vergrijzende populatie en chronische ziektes enerzijds, en over heden en medische systemen die onder druk staan anderzijds. Voor de toekomstige gezondheidszorg zal de grootste uitdaging zijn een balans te vinden tussen de druk van kostenverlaging en het bieden van kwaliteit van zorg aan de patiënt. Deze, en meer trends, houdt Baxter nauwlettend in de gaten en springt erop in. “Wij werken aan kosteneffectiviteit en doen onderzoek om dit goed te kunnen onderbouwen. We brengen toepassingen voor big data in kaart en geven mogelijkheden voor behandeling op afstand. We bewegen mee met de trends, maar niet zonder altijd vast te houden aan de missie van Baxter: het redden en verlengen van levens. Of dat een lastige balans is? Zeker, maar daarin zit juist de uitdaging.” ●
12 Industrie
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
“ Concentreer de zorg voor patiënt met diabetes type 1” TEKST: TESSA VOGELAAR / BEELD: MAURICE KLOOTS, FOTOTRENDS
Gekleurde stoelen en krukjes, uitzicht op de Markthal en een Wall of Fame met foto’s van patiëntjes. Wie de Rotterdamse vestiging van Diabeter betreedt, waant zich eerder in een kantoor van een hippe start-up dan in een ziekenhuis. Dat is ook precies de bedoeling van oprichters dr. Henk Veeze en dr. Henk-Jan Aanstoot. De kinderartsdiabetologen gaan voor een compleet nieuwe aanpak van diabetes. In hun zelfstandige, gespecialiseerde centrum is de zorg voor kinderen en jongvolwassenen met diabetes mellitus type 1 het enige aandachtspunt. MIT sprak met dr. Henk Veeze over e-health, valuebased healthcare en bedankjes van patiënten.
Voor de oprichting van Diabeter in 2006 werkte u al jaren in het ziekenhuis. Wat zag u daar dat beter kon?
Henk-Jan Aanstoot en ik hebben veel ervaring opgedaan op het gebied van diabetes. Eerst in academische ziekenhuizen en de laatste jaren in het IJsselland Ziekenhuis. Daar konden we flink groeien, maar op een gegeven moment loop je tegen de organisatorische grenzen van een ziekenhuis aan. Ook bemoeilijkt de sterke verzuiling in het ziekenhuis de slagvaardigheid in de besluitvorming. Wil je een goede diabetesverpleegkundige werven, dan gaat de ene manager daarover. Wil je iets aan de ICT veranderen, dan moet je bij een ander zijn. Doorslaggevend was voor ons echter het moment dat wij met de zorgverzekeraar een adequate prijs hadden onderhandeld voor de diabeteszorg. Het ziekenhuis liet weten dat dit geld van harte welkom was, maar dat het aan andere afdelingen besteed zou worden die het geld hard nodig hadden. Dat vonden wij vanzelfsprekend niet zo’n goed plan.
Wat was uw persoonlijke drijfveer om Diabeter te starten?
We volgden de technische ontwikkelingen en zagen kansen om de diabeteszorg te verbeteren, maar waren niet in staat dit te realiseren. Je bent niet voor niets dokter geworden: je wilt het beste voor je patiënt. In mijn ogen kun je dat in dit vak het beste doen door je
te specialiseren. Daarmee kan je betere uitkomsten voor je patiënt genereren. Dat zie je bijvoorbeeld aan de kinderoncologie. De cijfers van overleving en blijvende ziekte in organen van kinderen met leukemie zijn beter dan die van kinderen met diabetes type 1. Dat komt door de centralisering van dat type
Het contact verloopt deels digitaal of telefonisch
zorg: binnenkort gaan alle kinderen met kanker naar één centrum gespecialiseerd in kinderoncologie in Utrecht. Diabeter doet in feite niets anders dan dat: we proberen de zorg voor kinderen met diabetes type 1 te concentreren naar een hoger niveau van expertise.
Kinderen en ouders zitten er toch niet op te wachten om verder te moeten reizen voor diabeteszorg?
Mensen kunnen hier wel mee leven, omdat buiten de vier standaard bezoeken aan het centrum, het contact digitaal of telefonisch verloopt. De gegevens van bloedsuikermeters en insulinepompen kunnen geüpload worden naar ons digitale systeem. Als daar behoefte aan is kan er vervolgens via Skype of telefoon over de resultaten wor-
den gespard met een arts of verpleegkundige. In de periode tussen de vier bezoeken wordt continu gewerkt aan zorgverbetering. Als alles goed gaat, komt een patiënt niet eens aan die vier bezoeken.
E-health speelt een cruciale rol in de zorg van Diabeter. Hoe ziet dit er concreet uit voor de patiënt?
Voor patiënten met diabetes type 1 geldt dat je bloedsuikers volledig afhankelijk zijn van eten, bewegen, stress en insuline spuiten. Dat maakt deze ziekte een heel ingewikkeld spel met ontzettend veel fluctuaties van de bloedsuikerspiegel binnen korte tijd. Als er zoveel fluctuaties zijn, heb je behoefte aan overzicht, is ons idee. Om die reden hebben wij ‘ther@piemail’ ontwikkeld: een IT-platform met dashboards waaruit de bloedsuikerwaarden vanuit je glucosemeter of insulinepomp gemakkelijk af te lezen zijn. Dat dashboard is een kleurig, geblokt overzicht met de glucosewaarden van de afgelopen weken. Rode blokjes laten zien wanneer de bloedsuikers te hoog waren, blauwe blokjes wanneer ze te laag waren. Bij groene blokjes waren de waarden goed. In de mail zit een persoonlijk advies en soms houdt dat in dat er contact nodig is met de arts. Wij kijken mee met de data die is geüpload en houden in de gaten of er reden is om actie te ondernemen bij een verslechtering.
Dus iemand houdt dat continu in de gaten?
Ja, net zoals de vliegtuigen in de lucht over heel Europa gemanaged worden. Afhankelijk van de data is er kort contact tussen arts of verpleegkundige en patiënt. Moet er worden bijgespoten en hoeveel dan? Is er iets nieuws gegeten waarvan de hoeveelheid koolhydraten niet bekend was? Je ziet dat als patiënten heel veel van deze overlegmomenten hebben gehad, er een leercurve optreedt en de
resultaten verbeteren. Patiënten kunnen hun ziekte zo veel beter managen.
Welke reacties krijgt u van patiënten over deze digitale werkwijze?
Met name over de therapiemail zijn patiënten heel erg tevreden. “Waar is dokter Veeze? Kan ik hem bedanken?” Dat waren de reacties in de begintijd. Patiënten zijn blij dat ze eindelijk in beeld kunnen uitdrukken hoe het voelt om diabetes te hebben. Kinderen kunnen het aan hun leraar laten zien en ouders zien wat hun kind beleeft.
Wordt de zorg er uiteindelijk goedkoper door?
Ja. Als we kijken naar de wereldwijd vastgestelde waarden voor ‘goede’ of ‘slechte’ regulering van de glucosewaarden, doet Diabeter
Onze patiënten zijn minder vaak slecht gereguleerd
het goed. Het merendeel van onze patiënten behaalt goede waarden en als we internationaal gaan vergelijken, vallen de patiënten van Diabeter minder vaak in de categorie ’slecht gereguleerd’. Deze uitkomsten leiden tot lagere directe jaarlijkse kosten. Daarnaast is er een besparing in de kosten doordat minder van onze patiënten acuut naar het ziekenhuis moeten voor
diabetes gerelateerde opname. In 2014 werd gemiddeld 8% van de kinderen in Nederlandse diabetesklinieken opgenomen, bij Diabeter ging het dat jaar om 3%. Verder geldt dat kinderen die over langere perioden goede waarden hebben, op latere leeftijd minder complicaties door diabetes ontwikkelen.
Diabeter heeft dit jaar een prijs gewonnen met uw werkwijze, die gebaseerd is op de principes van value-based healthcare. Wat houdt dit in?
Value-based healthcare gaat niet uit van betaling op basis van een verrichting die heeft plaatsgevonden, maar op basis van uitkomsten. Die uitkomsten zijn de focus en daarop willen we afgerekend worden. Om dat goed te doen heb je een ‘integrated practice unite’ (IPU) nodig; een op zichzelf staand orgaan, waarin je je eigen geld beheert en dat op een verstandige manier besteedt aan het juiste volume dokters, verpleegkundigen, ICT, huishouding et cetera. Zo kun je bij ieder beslismoment kiezen voor de maximale waardetoevoeging richting de patiënt. Verder moet je een IT-systeem hebben om zaken te kunnen meten, zodat je richting zorgverzekeraar rapporten kunt genereren over wat je doet. Met die zorgverzekeraar spreek je een bundelprijs af, het gaat dan om één prijs voor één pakket. Als je dat systeem hebt, is het vervolgens de vraag of je het kunt multipliceren. Bij ons bleek dit het geval, inmiddels hebben wij vijf locaties. Op dat moment heb je de cirkel gesloten: er is een duurzame vorm van value-based healthcare gecreëerd.
Industrie 13
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Is value-based healthcare geschikt voor alle typen behandeling?
Nee, het is goed om daarin onderscheid te maken. Is acuut een blindedarmoperatie nodig? Dan ga je de standaard ziekenhuisloop in, word je geopereerd en sta je twee dagen later weer buiten met een rekening. Daarvoor werkt het huidige systeem prima. Bij chronische zorg gaat het echter om een langetermijnperspectief. Aan het begin moet je investeren in iets waarvan de winst in zorg pas over drie of vijf jaar relevant wordt, ook voor de zorgverzekeraar. Reuma, Crohn, colitis ulcerosa of langdurige oncologische behandelingen zijn voorbeelden van ziekten waarvoor een model met een langetermijnvisie zeer geschikt is. Ik zeg niet dat het huidige ziekenhuissysteem niet goed is. Het ziekenhuis heeft een belangrijke functie als integratie van multispecialismen nodig is. Maar die twee modellen – waarbij enerzijds heel kort, cyclisch wordt gewerkt en anderzijds wordt geïnvesteerd voor de lange termijn – moeten naast elkaar bestaan. Een mengvorm is geen logische keuze.
Sinds 2015 is Diabeter onder deel van Medtronic. Wat betekent dit voor jullie?
Binnen de muren van Diabeter heeft dit geen verandering gegeven. Wel maakt Medtronic het voor Diabeter mogelijk zich internationaal te ontwikkelen. Voor onze werkwijze is veel belangstelling vanuit het buitenland. Daar wordt ook gezocht naar manieren om data en expertise zo efficiënt mogelijk in te zetten. Medtronic heeft kennis van systemen in het buitenland, hoe zorgverzekeraars daar te werk gaan bijvoorbeeld. Dit soort partijen is gewend aan het proces van opschalen. Om tot internationale expansie te komen, biedt Medtronic heel goede hulp en expertise.
Hoe ziet Diabeter er over vijf jaar uit?
Over vijf jaar hebben wij tussen de vijf en tien klinieken in Europa geopend, misschien nog een paar in andere werelddelen, zoals NoordAmerika. Het kan snel gaan, maar het hangt af van het zorgverzekeringssysteem. Landen als bijvoorbeeld Frankrijk, Engeland, Spanje en Zweden zijn landen waar dit
concept naar verwachting goed kan aarden. Maar we willen zorgvuldig te werk gaan om te kijken wat werkt en wat niet. Niet het volume, maar de kwaliteit telt.
Wanneer is Diabeter voor u geslaagd?
We kunnen onze patiënten op dit moment niet genezen van diabetes. Wat we willen is dat patiënten
een normale levensverwachting hebben, zonder complicaties. Dat is de missie van Diabeter. Dat gaat gewoon lukken, daarover is bij ons geen enkele twijfel. ●
Over de aanschaf van een innovatieve CT-scanner
“Zien wat je voorheen niet zag” TEKST: TESSA VOGELAAR
Radioloog Giorgos Karas wilde met eigen ogen zien welke CT-scanner op zijn afdeling in het OLVG zou komen. Powerpointpresentaties en brochures voldeden voor hem niet, dus toog hij met een team richting het Universitair Ziekenhuis in Brussel en een cardiologiecentrum in Parijs om een potentiële nieuwe scanner in werking te aanschouwen. Wat hij daar zag, gaf de doorslag. Het OLVG, locatie West is nu het eerste ziekenhuis in Nederland dat werkt met de innovatieve GE Revolution™ CT, zoals de naam van het apparaat officieel luidt. Voor de aanschaf van de nieuwe scanner werd in het OLVG een commissie in het leven geroepen waar Karas onderdeel van uitmaakte. De commissie stelde een pakket van eisen samen, gebaseerd op drie
speerpunten. Voor de afdeling neurologie was het van belang dat de scanner goed moest draaien op de Spoedeisende Hulp voor patiënten met een beroerte, cardiologie wilde dat er goede beelden van het hart
gemaakt konden worden en tot slot moesten ook de forse patiënten van het obesitascentrum in de scanner passen. Drie leveranciers bleven uiteindelijk over, waarvan de scanners op locatie in werking werden bekeken. Doorslaggevend voor Karas was dat de gekozen scanner van GE vooral heel goed in beeld brengt hoe de coronaire slagaders eruitzien na het inbrengen van een stent. “Bij de oude scanners kon je soms niet goed in de stent kijken, maar meerdere casus in de praktijk lieten zien dat dat bij deze scanner juist heel goed te zien was.” Sinds juni werkt het team nu
met de razendsnelle scanner. Wat deze zo bijzonder maakt is wat er ‘onder de motorkap’ zit, legt Karas uit. “De detector is met 16 centimeter langer dan de meeste andere detectoren in Nederlandse ziekenhuizen. Daarmee is het mogelijk met één draai van de scanner, zeer goed specifieke delen van het lichaam scherp af te beelden. Dat is met name voor het brein en het hart belangrijk.” Bij kleinere detectoren is de kwaliteit van de beelden vaak een stuk minder. “Voorheen was het beeld geregeld onduidelijk op belangrijke plekken, zodat niet bepaald kon worden of er sprake was van coronair lijden.”
met de overstap naar de detector van 16 centimeter. “Daarmee zie je echt dingen die je voorheen niet zag.”
Menselijke kant
In de radiologie is innovatie essentieel, vindt Karas. “Er wordt zo veel aangeboden. Zaak is om goed te filteren welke nieuwe technieken de toekomst hebben en welke niet. Je kunt snel worden verleid om te betalen voor opties die je nooit gaat gebruiken.” De kunst is om de echte innovatie aan universiteiten en bedrijven te laten, en als ziekenhuis op het juiste moment in te haken. “Daarom gingen wij niet
Hogere productiviteit
Medewerkers OLVG, van links naar rechts: Giorgos Karas, Soheila Ghasemi Abyazani, Marjon Hepkema, Maaike Hofland, Annalies Blommestijn en Riedowald With. FOTO: HANS MOINAT
Voor de laboranten, assistenten en radiologen werd een cursus georganiseerd om met de nieuwe scanner uit de voeten te kunnen. Een medewerker van GE kwam naar het ziekenhuis om de training te geven. Voor de laboranten is het grootste verschil dat deze scanner een stuk sneller werkt en ruimte biedt voor innovatie. Uit een recente benchmark bleek de productiviteit van de CT-laboranten in het OLVG het hoogste van heel Nederland. “Het was al een heel goede groep, maar met deze nieuwe tool zijn ze nog beter,” aldus de trotse radioloog. De technologie achter de CTscanners gaat snel, vindt Karas. “Een scanner deed in de jaren tachtig een uur over twee beelden van het brein. Nu is de acquisitietijd twee seconden en komen er tweeduizend beelden uit. Het gaat heel hard. De stralingsbelasting wordt ook steeds minder, wat bijvoorbeeld ideaal is voor zwangere vrouwen en kinderen.” Volgens de radioloog zijn dit echter incrementele verbeteringen in vergelijking
Met deze tool wordt de kwaliteit nog beter
akkoord met het zien van slechts een Powerpointpresentatie van de scanner. Wij wilden het apparaat in actie zien: een echte ‘proefrit’ met echte patiënten. Zo konden we de juiste keuze maken, voordat andere ziekenhuizen in Nederland zoiets hadden.” De werking van het apparaat in de praktijk gaan bekijken is een van de tips van de radioloog voor ziekenhuizen die op het punt staan een grote investering te doen. Een tweede is het niet vergeten van de menselijke kant bij innovatie. “Praat met de clinici, laboranten en klinisch fysici die met het apparaat te maken hebben, weet wat zij belangrijk vinden. Zonder draagvlak is het kansloos en ben je een roepende in de woestijn.” ●
14 Kalender
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Cursus- en congreskalender OKTOBER Cardiovascular MRI with CT correlation 5 en 6 oktober, Leiden www.emricourse.org A multidisciplinary approach to the diagnosis of bone tumours 9-11 oktober, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl Stralingshygiëne voor medisch specialisten 10-11 oktober, Fletcher Hotel Nieuwegein www.boerhaavenascholing.nl
Betaalbaarheid en kwaliteit van zorg 11 oktober en 6 december, online www.radboudumc.nl Basic surgical skills 11-12 oktober, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl Nascholing Maag-, Darm- en Lever ziekten: oncologie (colon) 31 oktober, Tuinzaal Studiecentrum Soeterbeeck, Ravenstein www.radboudumc.nl
Stralingshygiëne voor medisch specialisten 31 oktober – 1 november, Holiday Inn, Eindhoven www.boerhaavenascholing.nl Collegereeks management in de zorg 31 oktober – 19 december, Neyenrode Business Universiteit, Breukelen www.zorgvisie.nl NOVEMBER Basiscursus duikgeneeskunde deel 1 4-11 november, Bintang Flores hotel, Flores, Indonesië www.scotthaldane.nl Oncoplastische Mammachirurgie 16 en 17 november, SkillsLab Erasmus MC, Rotterdam www.skillslab.nl
ECG en ritmestoornissen bij kinderen 24 november, LUMC, Leiden www.boerhaavenascholing.nl
Uitgelicht
DECEMBER Nascholing Maag-, Darm- en Leverziekten: Inflammatory Bowel Disease 12 december, Tuinzaal Studiecentrum Soeterbeeck, Ravenstein www.radboudumc.nl
Cardiovascular MRI with CT
Stralingshygiëne voor medisch specialisten 2017 12-13 december, Hotel Mercure Amsterdam Airport, Amsterdam www.boerhaavenascholing.nl
vaatsysteem. Zaken die relevant zijn
correlation Deze cursus concentreert zich op klinische applicaties van CT- en MRI- imaging van het hart- en voor de klinische praktijk worden besproken in plenaire sessies, samen met verder gevorderde onderwerpen en toekomstvisies. De beste experts uit het veld van cardiovasculaire imaging wereldwijd geven uitgebreide training. Ook zijn er workshops om in de praktijk te oefenen met image processing tools voor CT en MRI. De cursus is gericht op radiologen,
Praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
cardiologen en MRI- en CT-technici. Interne radiologen, cardiologen,
Onafhankelijk en flexibel nascholen voor nog geen € 20,- per punt
artsen en fysiologen die momenteel werken met cardiovasculaire MRI en CT of dat in de toekomst gaan doen. Zij raken zo bekend met de basis en vergevorderde toepassingen van MRI en CT in cardiovasculaire diagnose. Geslaagden ontvangen een certificaat.
Onafhankelijk • Geaccrediteerd • Ongesponsord • Geen advertenties • Praktijkgericht
CME-accreditatie wordt aangevraagd. Kosten voor deelname bedragen 500,euro voor twee dagen; aanmelden kan ook voor één dag voor 250,- euro.
Betaalbaarheid en kwaliteit van zorg Artsen zijn belangrijk in de discussie over kwaliteit versus betaalbaarheid
A&I 1
• 16 nascholingspunten per jaar, geaccrediteerd door de NVA en NVIC • Geaccrediteerd per artikel
nascholingstijdschrift over perioperatieve geneeskunde
• Bereikbaar via de A&I-app
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift
t
• Modern nascholen op uw werkplek, thuis of onderweg
van zorg. Zij worden namelijk niet geregeerd door de boekhouders. In deze cursus word bekeken waarom het zorgstelsel is zoals het is, hoe het werkt en hoe de medisch specialist invloed kan uitoefenen op de betaal baarheid van de zorg. Aan de hand van cases, opdrachten en artikelen leer je over de rollen van de zorg verzekeraar, de overheid, de patiënt en de medisch specialist. Deze cursus wordt online aangeboden, maar start en eindigt met een face-to-face bijeenkomst. De cursus omvat een
Thema: Kinderen
combinatie van verschillende vormen
Interview met Francis Veyckemans • Postoperatief pijnmanagement in de eerste levensmaanden • Perioperatief vochtbeleid en transfusiebeleid • Anesthesie en het jonge brein • High-flow zuurstoftherapie • CRM op een kinder-IC • Een kind met stridor • Regelgeving bij de behandeling van kinderen • Niertransplantaties bij kinderen
van kennisoverdracht, het uitvoeren van opdrachten en debat met docen ten en tussen de cursisten onderling. In de digitale leeromgeving communi
jaargang 8 nummer 1 maart 2016 www.a-en-i.nl
ceren cursisten met elkaar en vragen zij zo nodig hulp aan begeleiders. De debatten worden begeleid door een e-moderator.
Collegereeks management in de zorg De veranderingen in de zorg vragen veel van u als manager. Eén van de uitdagingen is om nog slimmer en slagvaardiger te opereren om zo
t
Alle informatie op tablet of smartphone
de kwaliteit en continuïteit van de zorg binnen uw (zorg)instelling te kunnen borgen. Hoe gaat u hiermee om? En welke strategische keuzes moet u hierbij maken? Wat zijn de
t
Besloten online kenniscentrum WWW.A-EN-I.NL
zeven belangrijkste zorgthema’s en hoe speelt u in op de laatste trends en (online) ontwikkelingen in de gezondheidszorg? En wat is de rol van zorgverzekeraars anno 2017? In deze collegereeks gaat een gevarieerde groep hoogleraren en praktijksprekers in op de uitdagingen die bestuurders en managers in de zorg te wachten staan. Ze dragen op een inspirerende en praktijkgerichte wijze hun kennis over. Stel hen al uw vragen over dé zeven managementonderwerpen in de zorg op dit moment.
ADV-A&I-1.indd 2
20-09-17 09:35
Media 15
MEDISCHE INNOVATIE EN TECHNOLOGIE OKTOBER 2017
Nieuwsflits Serious game moet diabetespatiënt gezonde leefstijl leren Een filmpje van twee artsen die elkaar de huid volschelden tijdens een bevalling is viral gegaan. Het voorval had plaats in het Umaidziekenhuis in de stad Jodphur, in het noordwesten van India. De minutenlange discussie ging over de vraag of de vrouw had gegeten voordat ze werd geopereerd. De twee artsen zijn niet officieel geschorst, zegt de ziekenhuisdirectrice tegen de BBC, maar mogen niet aan het werk zolang het onderzoek loopt. De moeder op de operatietafel bracht ondanks het gekibbel een gezond kind ter wereld en beiden maken het goed. (WWW.RTLNIEUWS.NL, 30-08-’17)
Mensen die de symptomen van hun kwalen willen onderzoeken gaan vaak eerst op zoek via Google. Reden voor een Amerikaanse organisatie gespecialiseerd in geestelijke gezondheid om de samenwerking met ’s werelds populairste zoekmachine aan te gaan. Wie in Amerika op zijn smartphone zoekt op de term ‘clinical depres sion’, krijgt sinds kort tussen zijn zoekresultaten de vraag of je wilt nagaan of je depressief bent. De link leidt naar een pagina met een klinisch gevalideerde vragenlijst, de PHQ-9, die verschillende niveaus van depressie in kaart brengt. De vragenlijst is er niet om een diagnose te stellen, maar maakt mensen bewust en neemt mogelijk een drempel weg om hulp te zoeken, aldus de CEO van de organisatie. (WWW.LIVESCIENCE.COM, 24-08-’17)
De Amerikaanse verloskundige Amanda Hess had al voorspeld dat ze tot ver in haar zwangerschap zou werken, maar dat ze tot enkele minuten voor haar bevalling nog aan de slag zou zijn, had ze niet kunnen weten. Tijdens haar eigen bevalling bracht ze ook de baby van een ander ter wereld. Terwijl de verloskundige al opgenomen was en klaar om ingeleid te worden, hoorde ze de zusters praten over een andere moeder die hulp nodig had. “Ik zei: ik ben niet aan het werk en ik sta hier in een ziekenhuisjurk, maar ik denk dat deze baby nu gehaald moet worden,” aldus Hess in een interview met NBC News. Kort na de geboorte van een gezond meisje startten haar eerste weeën. “Een kind van een ander ter wereld brengen is nog altijd een stuk gemakkelijker dan bevallen van mijn eigen kind,” aldus Hess. (WWW.NBCNEWS.COM, 28-07-’17)
Kankerpatiënten die uitbehandeld leken, lijken baat te hebben bij medicatie die normaal gesproken niet voor hen bedoeld is. Dat komt naar voren uit een studie van het Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT), waarbij 23 Nederlandse ziekenhuizen zijn aangesloten. De eerste successen in de DRUP (Drug Rediscovery Protocol)-studie zijn geboekt, omdat tumoren bleken te slinken of de ziekte stabiel bleef. Voor de studie hebben tien farmaceuten 19 bestaande geneesmiddelen beschikbaar gesteld. Zo wordt bijvoorbeeld een geregistreerd medicijn voor borstkanker gegeven aan uitbehandelde prostaat- en longkankerpatiënten die gelijke kenmerken in de tumor hadden. Internist-oncoloog Emile Voest van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis noemt de studie ‘veelbelovend’. (WWW.AD.NL, 28-08-’17)
EINDHOVEN – Het Máxima Medisch Centrum en de TU Eindhoven hebben de handen ineengeslagen en een game ontwikkeld voor patiënten met diabetes mellitus type 2. In het spel ‘SugarVita’, een combinatie tussen een computerspelletje op een tablet en ouderwets ganzenborden, moeten spelers de juiste keuzes maken om de bloedsuikerspiegel zo normaal mogelijk te houden. Internist Harm Haak van het
Verbeterd exoskelet voor dwarslaesie DELFT – Studenten van de TU Delft hebben een vernieuwde versie uitgebracht van een robotachtig pak dat mensen met een dwarsleasie weer moet laten lopen. Het zogeheten exoskelet was al gemaakt door een eerdere lichting studenten in Delft, maar wordt nu verder ontwikkeld. Eind augustus werd het nieuwe exemplaar gepresenteerd. Ruben de Sain, lid van het ontwikkelteam en zelf dwarslaesiepatiënt, probeerde het pak publiekelijk uit. Hij wil nu samen met de studenten in oktober meedoen aan een soort Paralympische Spelen met bionische hulpmiddelen. Het pak zou De Sain daar onder meer over ruw terrein moeten laten lopen en hem in staat stellen op te staan van een lage bank of een trap op te lopen. Het pak heeft een gunstige werking op de algehele mentale en fysieke fitheid, maar werkt ook gunstig op bijkomende problemen van dwarslaesiepatiënten, zoals darm- en blaasproblematiek, legt revalidatiearts Ilse de Nes van de Sint Maartenskliniek uit. De Sain, die het pak al eerder aanhad, laat weten dat het vooral fijn is vrienden en familie weer op ooghoogte aan te kunnen kijken. Project MARCH, zoals het Delftse project heet, ontwikkelde eerder al een exoskelet. In september 2015 heeft het eerste team de MARCH I ontworpen en gebouwd. Elk jaar werkt een groep studenten fulltime aan het verbeteren van de exoskelettechniek. De verbeterde versie is een compleet nieuw exoskelet, de MARCH II, dat in maart 2016 werd gepresenteerd. Dit ontwerp is een stuk compacter en de manier van opstaan en lopen is veranderd. Ook het feedbacksysteem, dat ervoor zorgt dat een patiënt weet waar zijn benen zich bevinden, is aangepast. (bron: TU Delft/Skipr) ●
Dwarslaesiepatiënt Ruben de Sain demonstreert het nieuwe exoskelet. FOTO: PROJECT MARCH/TU DELFT
Máxima Medisch Centrum ontwikkelde de game samen met promovenda Anne Maas van de TU Eindhoven, geholpen door een team van medewerkers van beide instituten. Eerst werd in het lab een simulator gemaakt, die kon voorspellen welk effect voeding, beweging, stress en ingenomen medicatie hebben op iemands bloedsuiker. Maas: “Dat was de basis, maar van alleen grafieken wordt niemand gemotiveerd om te veranderen.” Daarop besloot de promovenda een serious game te ontwikkelen. Het spel richt zich op young seniors, mensen tussen vijftig en de zeventig jaar oud, grotendeels met ‘leefstijlafhankelijke’ diabetes type 2. Volgens Haak een lastige doelgroep om een gezonde leefstijl aan te leren, terwijl juist deze groep er ontzettend veel aan kan hebben. Hij verwacht dat een spel wél motiveert. “We willen de patiënt niet langer vertellen wat hij moet doen. Met het spel stellen we de patiënt in staat zelf de regie te pakken. Dat bespaart geld en biedt begeleiding op een beter niveau.” In het spel zitten patiënten gevangen in een ongezonde leefstijl
en worden zij door stimulering en beloning verleid tot een gezonder leven. Onderzoek wees uit dat de doelgroep een voorkeur had voor zowel het spelen van computerspelletjes op tablets als ouderwetse bordspellen. Om die reden is voor een combinatie gekozen. Anne Maas promoveerde 6 september aan de TU Eindhoven als mede-ontwikkelaar van de Diabe-
FOTO: MÁXIMA MEDISCH CENTRUM
tes Simulator en de daaraan gekoppelde diabetesgame SugarVita. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of patiënten hun gezonde leefstijl ook door de jaren heen kunnen volhouden met behulp van de diabetessimulator. Het team verwacht dat het spel in 2018 op de markt wordt gebracht. (bron: Máxima Medisch Centrum) ●
GE Heallthcare
Carestation™ Insights MOGELIJKHEDEN ONTDEKKEN, RESULTATEN VERBETEREN In een tijd waarin data bepalend is, zal het beheer en het zinvol gebruik van deze data fungeren als een essentiële informatiebron voor de anesthesie. NEEMT U BELANGRIJKE KLINISCHE EN FINANCIËLE BESLUITEN? Carestation Insights is een geavanceerd analytisch platform van het Aisys CS2 ™ anesthesie toedieningssysteem, dat u helpt bij het nemen van beslissingen om uw patiëntresultaten te verbeteren.
Carestation Insights is geen medisch apparaat . © 2017 General Electric Company. GE, het GE Monogram en Carestation zijn handelsmerken van General Electric Company. JB48958FR