jaargang 12 | nummer 3 | december 2016 ACTA Dental Education | Prelum | www.qualitypractice.nl
Quality Practice Tandheelkunde 2016/2017 (3)
Orthodontie in de praktijk
Onzichtbare orthodontie. VacuĂźmgevormde apparatuur, linguale apparatuur en keramische brackets
Detectie en preventie van wittevleklaesies Tijdelijke skeletale verankering in de orthodontie: TAD’s Retentie na de orthodontische behandeling. De genetisch bepaalde envelop
QPT-Nr3_cover.indd 1-3
07/12/16 17:03
Een prachtige bestemming voor uw gouden kronen!
Doet uw praktijk mee aan het Gouden Kronen Plan?
Het nascholingsbureau van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) Wij bieden een uitgebreid programma voor het gehele tandheelkundige team. Ons programma bevat leergangen, cursusdagen, workshops en symposia. We bespreken graag de mogelijkheden voor nascholing bij u in de praktijk of op een locatie naar keuze. Heeft u vragen over ons aanbod of een specifieke cursus, neem dan contact op met een van onze cursuscoĂśrdinatoren.
In ons aanbod: 1 rali a 1
1 a
r ari l
1 i
i
i
aar 01 al lair
ir r i i
aar & 1 april a ai
1 aa
1 april 1 p r l i i i r pr par r Wilt u de gouden kronen uit uw tandartspraktijk een mooie bestemming geven? Doe dan mee met het Gouden Kronen Plan. Dan gaat de opbrengst naar het Rode Kruis Prinses Margriet Fonds en helpt u projecten te ďŹ nancieren die mensen in kwetsbare gebieden beter beschermen tegen de gevolgen van natuurrampen. Bijvoorbeeld in Mali, waar droogte en overstromingen voorkomen. Het Rode Kruis helpt families zich hier beter op voor te bereiden en de uitbraak van ziektes door vervuild drinkwater te voorkomen. Elke kroon helpt mee levens te redden.
a
l
r
p
aar
al
pra i
r
r r
Kijk op de website oor het i
r i
r
aa
mede mogelijk gemaakt door
WWW.ACTA-DE.NL ACTA Dental Education nu ook op
Meld uw praktijk aan op
www.facebook.com/actadentaleducation
Kijk op onze website voor meer informatie over onze producten en diensten. Gustav Mahlerlaan 3004, 1081 LA Amsterdam, T 020 - 5980 308, ade@acta.nl
www.rodekruis.nl/goudenkronen 425.181-02-GoudenKronen-A4-advertentie-wtk.indd 1 QPT-Nr3_cover.indd 4-6
27/06/16 15:53 2 1 -2 1
07/12/16 17:03 29-11-2 1
REDACTIONEEL
1
Orthodontie voor jong en oud In Nederland werken rond de 320 orthodontisten en ongeveer 60% daarvan is man. Net als in de algemene praktijk is dat percentage aan het verschuiven: bij de jongere generatie neemt het aantal vrouwen toe. Bij de auteurs in deze editie is dit ook al zichtbaar.
Binnen de tandheelkunde neemt de vraag naar cosmetische behandelingen toe, en niet alleen onder kinderen (nu 55% van alle kinderen). Ook steeds meer volwassenen kiezen er op latere leeftijd voor iets aan hun gebit te laten doen. Ruim 10% van de patiënten die gebruikmaken van orthodontische zorg, is volwassen. De orthodontische behandeling van volwassenen is meestal complexer dan die van jeugdigen. Op het moment dat patiënten met orthodontische vaste apparatuur worden behandeld, lopen zij risico op het ontwikkelen van glazuurdemineralisaties. Preventie hiervan is uiterst belangrijk, zeker met de toegenomen esthetische wensen. White spots – met een weliswaar mooie occlusie – is immers toch niet het eindresultaat dat men voor ogen had. Een goede mondhygiëne en het gebruik van fluoridetandpasta/spoeldrank zijn hierbij essentieel. Inmiddels zijn er apps ontwikkeld die de patiënt laten zien waar hij moet poetsen en een persoonlijk mondhygiëneadvies verstrekken. Er wordt zelfs al gewerkt aan apps waarmee je de plaque op je telefoon zichtbaar kunt maken. Dat allemaal om patiënten, zeker de jongeren, te stimuleren tot het aanleren van een goede mondhygiëne. Als parodontoloog kom ik de laatste tijd veel met orthodontie in aanraking. Met de aandacht hiervoor vanuit de professie ben ik dan ook zeer blij. Tien tot twintig jaar na de actieve orthodontische behandeling is er bij 40 tot 90% van de patiënten in enige mate sprake van een relaps. Retainers worden dan ook veelvuldig gebruikt om het eindresultaat te stabiliseren. Het ontstaan van recessies tijdens of na de actieve behandeling en de link met het parodontium – de genetisch bepaalde envelop – komen eveneens aan bod in dit nummer. Patiënten met een schisis vormen een aparte groep, waarbij een multidisciplinaire aanpak nodig is. Een heel team buigt zich over deze patiënten, vaak langdurig en heel intensief. Ook dat onderwerp wordt in dit themanummer behandeld. Voor u ligt kortom een nummer dat een flink aantal facetten van de orthodontie belicht. Ik wens u dan ook veel leesplezier! Veel leesplezier!
Monique Danser redacteur
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 1
07/12/16 17:10
COLOFON
INHOUD
Quality Practice, Nascholingstijdschrift voor tandartsen Is een uitgave van ACTA Dental Education en Prelum en verschijnt 6 maal per jaar. www.qualitypractice.nl Onder redactie van A.M.G.A. Laheij (hoofdredactie), a.laheij@acta.nl W. van den Braber, W.vandenBraber@umcutrecht.nl M. Danser, m.danser@acta.nl J. de Lange, j.delange@amc.uva.nl
7
Onzichtbare orthodontie. Vacuümgevormde apparatuur, linguale apparatuur en keramische brackets
Redactieadviesraad W.E.R. Berkhout, F. Lobbezoo, K. Parisius, B. Stokvis
N.C.W. van der Kaaij, P.C.M. Zuurbier
Redactieadres Prelum, Nicky Beetstra (redactiecoördinator) E-mail: beetstra@prelum.nl Prelum, De Molen 37, Postbus 545, 3990 GH Houten
Steeds meer volwassenen willen een orthodontische behandeling omdat ze niet tevreden zijn over hun lach en/of de stand van
Uitgever B. Adriaanse Prelum, De Molen 37, Postbus 545, 3990 GH Houten www.prelum.nl, info@prelum.nl
hun tanden, liefst zonder de conventionele metalen brackets, en daarnaast met een zo kort mogelijke behandelduur. We bespreken de drie
Advertentie-acquisitie/mediaorder Harry Velthuis, accountmanager, Prelum, De Molen 37, Postbus 545, 3990 GH Houten Telefoon: 06-531 55 262, E-mail: velthuis@prelum.nl Laura Bogaers, medewerker mediaorder Tel: 030-63 55 060; fax: 030-63 55 069 E-mail: qptand-mediaorder@prelum.nl Advertenties behoeven de goedkeuring van de redactie.
verschillende technieken die de ‘onzichtbare’ orthodontie momenteel ter beschikking staan: de vacuümgevormde apparatuur, de linguale vaste apparatuur en de keramische brackets.
Ontwerp tijdschrift Haagsblauw, Den Haag Fotografie interview Merel Waagmeester Abonnementen Leden van Quality Practice Tandheelkunde ontvangen het Nascholingstijdschrift als onderdeel van hun jaarlidmaatschap. Niet-leden kunnen een los abonnement op het Nascholingstijdschrift nemen, inclusief toegang tot de besloten website www.qualitypractice.nl, het maken van kennistoetsen en een certificaat van gemaakte kennistoetsen voor € 240,57 (excl. BTW), € 255,- (incl. 6% BTW) per jaar. Zie voor meer informatie over het lidmaatschap: www.qualitypractice.nl. Vanwege de aard van de uitgave wordt de abonnee geacht het abonnement in het kader van zijn beroepsof bedrijfsuitoefening te ontvangen (met uitzondering van studenten en gepensioneerden). Mocht dit anders zijn, dan is de abonnee gehouden dit binnen één maand na ontvangst van de bevestiging van het abonnement per e-mail, telefonisch of schriftelijk aan de uitgever door te geven.
13 Schisis, een multidisciplinaire behandeling M.A. Disse De behandeling van patiënten met een schisis is een multidisciplinaire aangelegenheid. De patiënt bij wie schisis wordt gediagnostiseerd, wordt in zijn gehele ontwikkeling en behande-
Adreswijzigingen ACTA Dental Education B.V., mw. M. Hooghiemster Gustav Mahlerlaan 3004, 1081 LA Amsterdam
ling begeleid door een uitgebreid schisisteam,
Auteursrecht © ACTA Dental Education B.V., Amsterdam; Prelum Uitgevers B.V., Houten. Zie de standaard publicatievoorwaarden op www.qualitypractice.nl. © Copyright of the original German and English articles by Quintessenz Verlags-GmbH, Ifenpfad 2-4, 12107 Berlin, Germany. Publisher: dr. h.c. H.W. Haase. Quintessence Publishing Co. Ltd., New Malden, Surrey, Great Britain. Publisher: dr. h.c. H.W. Haase. Overname van artikelen uitsluitend met voorafgaande schriftelijke toestemming van Prelum Uitgevers B.V.
woordigd en dat werkt op basis van een zorg-
ISSN 1876-4118 (tijdschrift) 1876-410X (website)
pad. Hoe ziet zo’n schisisteam eruit, hoe gaat het te werk? En wat is de rol van de tandarts hierin?
20 Detectie en preventie van wittevleklaesies, tijdens en na orthodontische behandeling met vaste apparatuur M.W. Beerens, M.H. van der Veen K EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
Disclaimer Medische kennis is voortdurend aan verandering onderhevig. Wanneer nieuwe informatie beschikbaar komt, zijn veranderingen in behandeling, procedures, materialen, apparatuur en het gebruik van geneesmiddelen nodig. Redactie, auteurs, vertalers en uitgever hebben er zo veel mogelijk voor gezorgd dat de informatie in dit tijdschrift correct is. De lezer wordt echter sterk aangeraden te controleren of de informatie voldoet aan de meest recente wetgeving en behandelingsrichtlijnen. Artikelen van niet-ACTA-medewerkers zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarmee niet noodzakelijkerwijs de visie van ACTA te vertegenwoordigen.
waarin een aantal specialismen is vertegen-
De meeste clinici zullen regelmatig patiënten in hun stoel hebben met orthodontisch vaste apparatuur, en ook patiënten die overwegen zo’n orthodontische behandeling te ondergaan. Deze patiënten lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van wittevleklaesies. Laesies die
media voor vak & wetenschap
jaren na de behandeling nog steeds zichtbaar kunnen zijn. Wat zijn eigenlijk de risicofactoren? En hoe kunnen deze wittevleklaesies worden voorkomen?
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 2
07/12/16 17:10
de orthodontie: TAD’s
K EN P QU N R A AL IS C IT TO TI Y ET CE S
27 Tijdelijke skeletale verankering in B.J. Polder
Verankering is een belangrijk en uitdagend onderdeel van orthodontische behandelingen. Gelukkig zijn met de ontwikkeling van skeletale verankeringssystemen de orthodontische behandelmogelijkheden sterk toegenomen en is de behandelaar minder afhankelijk geworden van medewerking van de patiënt voor een goed eindresultaat. We werpen een licht op de ontwikkeling en de plaats van tijdelijke skeletale verankeringen (TAD’s) binnen de orthodontie.
Voor- en nadelen van spalken A.M. Renkema
K EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
38 Retentie na orthodontische behandeling. De retentiefase, met als doel relaps te voorkomen, vormt een belangrijk onderdeel van de orthodontische behandeling. Zonder retentie geen stabiliteit. We nemen de historische ontwikkeling van de retentieapparatuur onder de loep en kijken naar de voor- en nadelen van de diverse tegenwoordig toegepaste retainers. Ook de noodzaak van follow-upcontroles na orthodontische behandeling komt aan de orde, en bij wie nu eigenlijk de
47 De genetisch bepaalde envelop G.E. Rhemrev
K EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
verantwoordelijkheid ligt tijdens de retentiefase.
Het parodontium, dat als een bekisting rondom de gebitselementen is gevormd, wordt vaak aangeduid als de genetisch bepaalde envelop. Het lijkt er sterk op dat gebitselementen de vorm van het parodontium nadrukkelijk bepalen. De genetisch bepaalde envelop geniet speciale interesse in de parodontologie en de orthodontie omdat in toenemende mate blijkt dat gebitselementen alleen binnen de grenzen van deze envelop orthodontisch kunnen worden verplaatst zonder dat dit nadelige consequenties heeft.
EN VERDER 1
REDACTIONEEL
Orthodontie voor jong en oud M. Danser 4
INTERVIEW
‘Een verwijzing naar de orthodontist is nog niet per se een opdracht’ F. van Wijck
51 RÖNTGENRAADSELS
Een bij toeval ontdekte radio-opaciteit ter hoogte van de ramus mandibularis links W.H. Schreuder
55 THEMADAGEN
Seizoen 2016-2017 56 AGENDA QUALITY PRACTICE
Agenda PAOT-cursussen
53 KENNISTOETS
Kennistoets 3: Orthodontie in de praktijk
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 3
07/12/16 17:10
4
INTERVIEW Door Frank van Wijck, journalist
‘Een verwijzing naar de orthodontist is nog niet per se een opdracht’ In gesprek met Sandy van Teeseling
Orthodontie is een kwestie van de behandeling onderhandelen, vindt orthodontist Sandy van Teeseling. Het gaat erom dat de patiënt de behandeling krijgt die wenselijk is, en dat is niet per se hetzelfde als de behandeling waarvoor de tandarts hem doorverwijst. Maar orthodontie is ook een vak dat vraagt om interdisciplinaire samenwerking. ‘Samen kom je tot het beste behandelplan voor de patiënt.’
Orthodontist Sandy van Teeseling heeft een helder
maand een middag bij elkaar komt om consulten te
credo over zijn beroep: ‘Wij kunnen niet toveren, wel
doen, meestal voor de meest ingewikkelde cases. Ook
goochelen’. Het verklaart niet alleen waarom hij in
daar ontstond als vanzelf de behoefte om de daarmee
zijn taakuitoefening graag de samenwerking met
opgedane kennis te delen. Iets wat we nu doen met
andere tandheelkundige disciplines opzoekt, maar
de cursus Implantologie á VU die we elke twee jaar
ook waarom hij energie steekt in kennisoverdracht
verzorgen.’
over het vak. ‘Voor dat laatste krijg ik gaandeweg meer tijd,’ vertelt hij. ‘Sinds juli 2015 werk ik samen met
Kruisbestuiving
Heleen Boom, mijn beoogd opvolger als maat in mijn
Voor Van Teeseling schetst het bovenstaande het
voormalige solopraktijk in Haarlem. Ik ben 61 en als ik
helderst hoe hij vindt dat de orthodontie zich hoort
over drie jaar de maatschap verlaat, krijg ik meer tijd
te bewegen in de tandheelkunde: niet solistisch maar
voor onderwijstaken, zoals supervisor aan de opleiding
samen. ‘Die kruisbestuiving is prachtig,’ zegt hij. ‘En
orthodontie in Groningen. Als je lang in een bepaald
vanzelfsprekend speelt de patiënt daar ook een rol
vakgebied werkt, vind ik dat je ook iets kunt doen om
in. Niet een diasteem direct willen oplossen met een
de kennis die je in de loop der jaren hebt opgedaan
beugel, maar de patiënt actief betrekken bij de vraag
over te dragen op anderen.’ Op 28 januari en 4 februari
wat in zijn individuele geval de beste oplossing is.
2017 doet hij dit ook (respectievelijk in Utrecht en
Zoals de Amerikaanse orthodontist Vincent Kokich
Amsterdam), als moderator van de QP-dag Orthodontie in
heeft gezegd: We negotiate the treatment plan. Hij was
de praktijk.
het die deze samenwerking met de patiënt echt op
In de samenwerking met andere disciplines heeft hij
de orthodontische kaart heeft gezet. Uitgaan van het
al ruim twintig jaar geleden een eerste structurele stap
maximale behandelplan en dan pas strepen op basis
gezet, als consultant-orthodontist bij de Kliniek voor
van wat de patiënt wenselijk vindt en wat wij als
Parodontologie Amsterdam. ‘Als orthodontist maak je
behandelaars haalbaar achten. Let your treatment plan
meer mogelijk voor de parodontoloog en andersom; zo
be realistic, not idealistic, die is ook van Kokich. Iedereen
beïnvloeden ook de andere vakgebieden elkaar,’ vertelt
heeft tegenwoordig de mond vol van shared decision
hij. ‘Interdisciplinaire samenwerking, waarbij we in de
making, maar dat doen wij in de tandheelkunde dus
intake samenwerken om tot het beste behandelplan
al jaren. Als ik dit aan collega’s vertel, krijg ik soms de
voor de patiënt te komen, heeft dus een duidelijke
reactie: ‘Ja, maar dat wordt niet gehonoreerd’. Nou en,
meerwaarde. Op de VU in Amsterdam maak ik ook al
zeg ik dan, het is wel wat je in je vak voldoening geeft.
meer dan tien jaar onderdeel uit van een team dat elke
En het wordt bovendien wel degelijk beloond, in die
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 4
07/12/16 17:10
5
zin dat het je behandelplan en uitvoeringsplan veel
het trechtermechanisme noemt: hoe meer je vooraf
gemakkelijker maakt. Daarom houd ik ook niet alleen
uitlegt, hoe minder uitleg na verloop van tijd nodig is.’
spreekbeurten voor orthodontisten, maar ook voor tandartsen. Dat zijn toch ook onze collega’s?’
Voorspelbaarheid Dit suggereert wel dat de uitkomst van een orthodon-
Imagoprobleem
tische behandeling voorspelbaar is. ‘In 80% van de
Van Teeseling hoeft geen seconde na te denken over
gevallen is dat ook zo,’ zegt Van Teeseling. ‘En als je
de vraag of de orthodontie een imagoprobleem heeft.
zeker bent van je zaak, kun je ook heel veel zeggen
‘Zeker,’ zegt hij direct. ‘Tenminste: bij het publiek.
over het resultaat dat je voor ogen hebt. Maar wel altijd
Niet bij de patiënt. Voor mij hoeven mensen niet
met de toevoeging: “Als u meewerkt”. Als iemand uit
orthodontisch behandeld te worden, maar feit is wel
zicht is, zie ik niet wat hij doet. Ik zeg dus altijd dat ik
dat ze zich daarvoor steeds vaker uit eigen beweging
geen honderd procent garantie kan geven. Het gebit
melden. Het is vooral als ze naar de orthodontist
is een gebruiksvoorwerp en niet iedereen gebruikt
worden verwezen, dat ze argwanend zijn: ‘De
het op even verantwoorde wijze. Dit neemt niet weg
behandeling duurt zo lang en hoe zeker kan ik zijn
dat we natuurlijk wel gebruik kunnen maken van
van het resultaat?’ is een typische opmerking die je
voortschrijdend inzicht. We zijn draadjes gaan plakken
dan hoort. Mensen gaan ervan uit dat er wat moet
om te voorkomen dat tanden na het verwijderen van
gebeuren, omdat ze nu eenmaal zijn doorgestuurd.
een beugel toch weer scheef gaan staan, maar we
Het is dan zaak dat je als orthodontist de tijd neemt
weten inmiddels dat die draadjes ook weer hun eigen
om te onderzoeken of niet alleen de verwijzende
problemen geven. Vertel daar dan ook over.’
tandarts vindt dat er wat moet gebeuren, maar ook de
Die draadjes zijn slechts één van de vele ontwikkelingen
patiënt zelf. En heel vaak volgt dan ergens in de loop
in de orthodontie: onzichtbare beugels, skeletale
van het gesprek de opmerking: ‘Eigenlijk wil ik het
verankering, superelastische draden. ‘De patiënt wil
ook wel’. Maar een verwijzing is zeker nog niet per se
het ook,’ zegt Van Teeseling, ‘die wil gisteren klaar
een opdracht. Het is vooral een verzoek de patiënt te
zijn. Maar sneller dan de biologie kan niet. Die moet
informeren. En als je de tijd neemt om die informatie te
je niet forceren. Natuurlijk kun je de grenzen van de
geven en daarin eerlijk en volledig bent, zal de patiënt
grootte van de kaak – die nauwelijks orthodontisch
niet halverwege gaan klagen dat het zo lang duurt of
manipuleerbaar is – proberen op te rekken, maar ik vind
achteraf klagen dat het resultaat tegenvalt. Wat dat
dat je de grenzen van de biologie moet respecteren. En
betreft heb ik veel geleerd van Eelco Hakman, die dit
zo moet je ook de grenzen van medische hulpmiddelen
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 5
07/12/16 17:10
6 INTERVIEW
inzien. Neem Invisalign, de hoesjes over de tanden.
dat de patiënt ook andere medicatie gebruikt die het
De marketing daarvan was zó goed dat zelfs Time in
proces verstoort, zoals NSAID’s. Gelet op het feit dat we
een artikel stelde dat dit een revolutie was die ons
steeds vaker volwassenen behandelen, moeten we daar
vak zou veranderen. Natuurlijk heeft het product
wel rekening mee houden.’
zijn toepassing gekregen, maar die hooggespannen
Maar willen patiënten wel de grenzen opzoeken? Als
verwachting is toch niet uitgekomen, omdat het
kind hoor je er pas bij als je een beugel hebt en er zijn
product een beperkte indicatie blijkt te hebben. Ik
ook volwassenen die ermee rondlopen met een blik
heb patiënten gehad die dat zeiden te willen en tegen
van: kijk mij eens. ‘Hierbij zie je echt twee groepen,’ zegt
hen heb ik altijd gezegd: “Zullen we eerst even kijken
Van Teeseling. ‘Het imagoprobleem dat we hebben met
wat er aan de hand is met uw gebit?”. Dan kun je tot
traag is in ieder geval wel reëel, dus het is begrijpelijk
heel andere oplossingen komen. Invisalign ziet er heel
dat wordt gezocht naar manieren om het proces te
vertrouwd uit omdat het op basis van computerbeelden
versnellen. Daar is op zichzelf niets mis mee. Wel
tot stand komt, maar die zeggen niets over wat er in
moeten wij als professionals aan patiënten dus altijd
de mond van de patiënt gebeurt. Je hebt nauwelijks
de vraag blijven stellen wat ze precies willen. ‘Het staat
controle over het effect, want het is door iemand anders
scheef dus het moet behandeld worden,’ is niet het juiste
achter een computerscherm uitgedacht. Slotjes geven je
criterium om voor een beugel te kiezen. Anders wordt
veel meer controle over de tandverplaatsing.’
het als iemand zegt met die scheefstand niet goed te kunnen kauwen, of het niet mooi te vinden. Dan gaat het
Wensgeneeskunde
niet meer om de beslissing van de tandarts dat er iets
Ook naar chirurgisch ondersteunde tandverplaatsing
moet gebeuren, maar om de wens van de patiënt zelf.
kijkt Van Teeseling met een kritische blik. ‘Het is toch
Orthodontie is natuurlijk ook wel eens wensgeneeskunde
weer een ingreep waarbij je ook het tandvlees en
en als het op verantwoorde wijze kan is daar niets mis
het onderliggende bot moet manipuleren,’ zegt hij.
mee. Wel kan geld hierin een rol spelen. Orthodontie
‘En in feite beschadig je het bot. De weken die het
zit in de aanvullende verzekering en ik krijg nog wel
vervolgens duurt voordat het bot zich heeft hersteld,
eens de vraag welke verzekering iemand het best kan
kun je gebruiken om de tanden te verplaatsen, en
nemen. Daar heb ik geen antwoord op. Ik zeg dan altijd
er wordt zelfs al geëxperimenteerd met medicatie
dat ik geen verzekeringsagent ben en verwijs naar
waarmee de botopbouw na de gecreëerde beschadiging
vergelijkmondzorg.nl. Maar ik krijg ook wel eens te horen:
wordt versneld. Maar het onderzoek naar de vraag
“Ik ben verzekerd tot 1.500 euro, kunt u het daarvoor
of sneller ook beter en duurzamer is, staat nog in de
doen?”. Dat is de verkeerde vraag. De behandeling moet
kinderschoenen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid
het uitgangspunt zijn, niet de vergoeding.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 6
07/12/16 17:10
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
7
Onzichtbare orthodontie Vacuümgevormde apparatuur, linguale apparatuur en keramische brackets Samenvatting Voor volwassenen die de stap nemen om zich orthodontisch te laten behandelen, zijn er drie esthetische mogelijkheden naast de conventionele metalen brackets. 1) Vacuümgevormde apparatuur, waarbij met een set aligners de juiste tandstand wordt bereikt. Ze zijn comfortabel en nauwelijks zichtbaar, maar hebben een beperkte indicatie. Torque, extrusie, rotaties, ernstige crowding en skeletale problemen kunnen lastig worden opgelost. 2) Linguale apparatuur met brackets aan de binnenkant. Hiermee zijn uitgebreidere orthodontische behandelingen mogelijk bij een parodontaal gezonde patiënt, maar deze vergen veel van de operateur. Daarnaast geeft dit meer ongemakken bij de patiënt. 3) Keramische brackets. Hiermee zijn dezelfde behandelingen mogelijk als met conventionele metalen brackets, wel zijn ze fragieler in het gebruik en vertonen ze meer weerstand. Hierdoor duurt de behandeling soms marginaal langer. Al deze drie opties hebben hun voor- en nadelen, maar zijn goed toepasbaar wanneer juist geïndiceerd. De kosten zijn wel hoger dan bij het gebruik van conventionele brackets.
N.C.W. van der Kaaij, orthodontist, afdeling
Inleiding
Orthodontie, ACTA, Amsterdam; afdeling
Steeds meer volwassenen willen een orthodon-
Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie,
tische behandeling omdat ze niet tevreden zijn
Bijzondere Tandheelkunde en Orthodontie,
over hun lach en/of de stand van hun tanden.
Erasmus MC Sophia, Rotterdam
Velen van hen bezoeken de orthodontist met
P.C.M. Zuurbier, orthodontist, Orthodontisten
de vraag of het kan zonder de conventionele
Heemstede; afdeling Mondziekten, Kaak- en
metalen brackets, en daarnaast met een zo kort
Aangezichtschirurgie, AMC, Amsterdam
mogelijke behandelduur. Momenteel zijn er drie verschillende technieken op de markt van
Leerdoelen
‘onzichtbare’ orthodontie: de vacuümgevormde
Na het lezen van dit artikel kunt u/weet u:
apparatuur, de linguale vaste apparatuur en de
■
keramische brackets.
welke verschillende mogelijkheden er bestaan voor esthetische orthodontie;
■
■
de voor- en nadelen van de verschillende
Vacuümgevormde apparatuur
methodes benoemen;
De vacuümgevormde apparatuur bestaat
de indicaties voor het gebruik van de
sinds 1997, toen Align Technology Invisalign
verschillende methodes noemen.
op de markt bracht. Bij de vacuümgevormde apparatuur wordt gebruikgemaakt van een
Trefwoorden
serie opeenvolgende transparante kunsthars
keramische brackets, linguale apparatuur,
hoesjes, ook wel aligners genoemd, welke de
vacuümgevormde apparatuur, orthodontie,
gebitselementen omvatten. Met elke nieuwe
esthetiek
stap zullen de tanden verder naar de juiste plaats worden gereguleerd.1 DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 7
07/12/16 17:10
8 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
meters glazuur approximaal bij de elementen gesliced (casus 1). Na afronding van de geproduceerde serie aligners is er de mogelijkheid nog een refinement te doen met maximaal drie aligners. Dit kan nodig zijn wanneer de aligners onvoldoende uitwerking hebben gehad. Er moet dan opnieuw een precisieafdruk gemaakt worden, evenals een set-up.
Indicaties Het indicatiegebied is de laatste tijd verder toegenomen, nu er ook mogelijkheden zijn om met intermaxillaire elastiektractie te werken, waardoor er meer occlusieveranderingen mogelijk zijn. Skeletale afwijkingen blijven echter lastig. Daarnaast is het oplossen van Figuur 1 Een attachment van composiet geplaatst op de hoektand ten
crowding van meer dan 5 mm lastig. Indien
behoeve van de vacuümgevormde apparatuur.
extractie van een onderincisief een optie is, is het mogelijk. Echter, extractie van vier premolaren en het sluiten van de extractiediastemen is lastig. Torqueproblemen, ernstige rotaties, extrusies van een enkel element en het oplijnen van ectosteme hoektanden blijken ook een uitdaging te zijn voor de vacuümgevormde aligners. Uit een recent verschenen review blijkt dat
Figuur 2 Een aligner in de bovenkaak in situ.
intrusie van de frontelementen redelijk voorspelbaar en accuraat is, daarentegen bleek extrusie minder goed mogelijk en ook minder
Techniek
accuraat te voorspellen.2 Rotatie was bij hoek-
Bij de vacuümgevormde apparatuur worden
tanden en premolaren (ronde tanden) minder
de tanden gereguleerd door het dragen van de
goed te regelen dan bij voortanden. Het dista-
aligners. Deze moeten dag en nacht worden
liseren van bovenmolaren bleek tot 1,5 mm
gedragen, alleen niet bij tandenpoetsen, eten
goed te controleren. Daarnaast blijkt dat, om
en drinken (op water na). Na twee weken volgt
goede resultaten te verkrijgen, het gebruik van
de opvolgende aligner.
elastiektractie, attachments en IPR nodig is voor
De techniek is gebaseerd op een digitale set-up.
de controle op de tandbewegingen.
Er zal voorafgaand aan de behandeling een precisieafdruk worden gemaakt. Deze wordt
Voor- en nadelen
opgestuurd naar een laboratorium, waarbij met
Naast het feit dat de aligners als ze worden
behulp van CAD-CAM-technologie in combinatie
gedragen nauwelijks zichtbaar zijn (figuur 2),
met een virtueel 3D-model (ClinCheck) een
is het draagcomfort een groot voordeel. Bij
behandelplan wordt opgesteld. Na goedkeu-
brackets heeft de patiënt in het begin vaak last
ring en beoordeling van het plan worden alle
van blaren in de wang of op de tong. Daarnaast
opeenvolgende aligners gemaakt. Elke aligner
is de mondhygiëne bij aligners beter uitvoer-
verplaatst de tand of het groepje tanden onge-
baar, doordat ze kunnen worden uitgenomen,
veer 0,25 tot 0,33 mm. Om bepaalde tandstan-
en ook eten en drinken gaat gemakkelijk door-
den te verkrijgen, worden vaak attachments
dat in de mond geen storende vaste apparatuur
(kleine composietbolletjes) op diverse tanden
aanwezig is.
aangebracht (figuur 1). Daarnaast wordt om
Nadelen zijn de beperkte indicatie en het feit
crowding op te heffen vaak gesliced/interproxi-
dat de tandstand niet individueel te verande-
mal reduction (IPR) gebruikt. Hierbij wordt op
ren en aan te passen is gedurende het lopende
gezette tijdstippen bij het plaatsen van een
traject. Daarnaast mag er gedurende het gehele
volgende aligner een aangegeven aantal milli-
traject geen ingreep worden gedaan in de
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 8
07/12/16 17:10
9
CASUS 1 EEN SIMPELE BEHANDELING MET INVISALIGN
Mevr. D.P. (33 jaar) is eerder orthodontisch behandeld, waarbij twee premolaren in de bovenkaak zijn geĂŤxtraheerd. Ze heeft een neutrorelatie, een disto-occlusie van 1 pb (in verband met de eerdere extractie van de 14 en de 24), wat crowding van het onderfront, een licht torqueverschil tussen de 11 en de 21 en een klein diasteem boven, na eerder losraken van de spalk (figuur 3, 4 en 5). Ze stoort zich aan de crowding, het diasteem en het torqueverschil. Deze casus is uitermate geschikt voor Invisalign. Er waren 14 aligners nodig (14 in de bovenkaak en 11 in de onderkaak), een drietal attachments en IPR in het onderfront (figuur 6, 7 en 8).
Figuur 3 Vooraanzicht voorafgaand aan de behandeling.
Figuur 6 Vooraanzicht na de behandeling.
Figuur 4 Bovenkaak voorafgaand aan de behandeling, je ziet
Figuur 7 Bovenkaak na de behandeling met de nieuwe spalk.
hier goed het torqueverschil en de bestaande spalk.
Figuur 5 Onderkaak voorafgaand aan de behandeling, hier is lichte crowding van het onderfront zichtbaar.
Figuur 8 Onderkaak na de behandeling met een nieuwe spalk.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 9
07/12/16 17:10
10 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
gebitssituatie. Zo is het vervaardigen van vullin-
minder cariës ontstaat dan bij buccale brackets.4
gen na cariës of kronen nauwelijks mogelijk,
Nadelen zijn de hoge kosten, het ongemak
omdat de aligners dan niet meer passen. Verder
(vooral aan de tong) en de invloed op de
lopen de kosten van de vacuümgevormde appa-
spraak.5 Tevens neemt het goed reinigen van de
ratuur hoog op. Dat komt met name door de
linguale apparatuur meer tijd in beslag. Tot slot
materiaal- en techniekkosten, welke veel hoger
is er een groot nadeel voor de operateur: een
liggen dan de materiaalkosten van brackets.
verlengde stoeltijd, zowel bij de plaatsing als bij de controles. Ook vergt de procedure grote
Linguale apparatuur
behendigheid van de operateur, vooral bij
Linguale orthodontie bestaat al zeer lang. Maar
de kleine precisiestapjes in de oplijning. In
waar het in het verleden simpelere apparaten
Nederland wordt deze mogelijkheid dan ook
betrof – zoals de linguale boog, de transpalatina-
maar door een beperkt aantal orthodontisten
le boog of de quad-helix – waarmee nauwelijks
aangeboden. Ook hier zijn de materiaal- en
individuele regeling van de tanden en kiezen
techniekkosten hoger, mede afhankelijk van
mogelijk was, is het nu mogelijk om brackets
het gebruikte systeem. Daarnaast zijn de
aan de linguale zijde van de tanden en kiezen te
controles duurder.
gebruiken. Daarmee is een individuelere positionering mogelijk.3 Rond 1970 begon Kinja Fujita
Keramische brackets
in Japan te experimenteren met de brackets aan
Nog een andere esthetische mogelijkheid zijn
de linguale zijde als alternatief voor de oudere
de keramische brackets. Deze zitten net als de
simpele linguale apparaten. Hij was de eerste die
standaard metalen brackets buccaal. De draden
de typische paddenstoelvormige bogen maakte.
zijn meestal ook de gewone metalen draden, hoewel er ook wit gecoate draden bestaan.6
Techniek
Hierdoor is dit de ‘minst onzichtbare’ beugel
Inmiddels bestaan er diverse technieken. Eén
van de drie in dit artikel besproken methoden
techniek is geheel computerondersteund.
(casus 3).
De brackets worden individueel vervaardigd
De eerste witte brackets waren van polycarbo-
en de serie opeenvolgende draden ook. De
naat (plastic). Deze verkleurden snel en waren
brackets worden bij deze systemen indirect
niet altijd sterk genoeg om de orthodontische
geplaatst, dat wil zeggen met behulp van een
krachten op te vangen. Sinds de jaren tachtig
door de fabrikant individueel vervaardigde mal.
van de vorige eeuw zijn er porseleinen brac-
Tevens bestaan er systemen met zelfligerende
kets op de markt. Tegenwoordig bestaan er ook
brackets. Dan is er nog een niet individueel
zelfligerende keramische brackets.
vervaardigde variant met prefab brackets en
Nadeel van keramische brackets is hun
(paddenstoelvormige) draden.
broosheid, waardoor delen van de bracket (bijvoorbeeld de wings) snel kunnen afbreken.
Indicaties
Daarnaast glijdt de draad minder goed door
De patiënt moet wel aan een aantal voor-
een porseleinen slot dan door een metalen
waarden voldoen om voor linguale brackets in
slot (frictie), waardoor niet alle orthodontische
aanmerking te komen: parodontaal gezond,
bewegingen even goed kunnen worden uitge-
niet te veel restauraties, slijtage of onregel-
voerd of uitwerken. Soms heeft de fabrikant
matige linguale vlakken en een goede mond-
dit ondervangen door een metalen slot in de
opening. Bepaalde malocclusies, bijvoorbeeld
keramische bracket te plaatsen.7 Deze beide
crowding, retrusie en een diepere beet, zijn
zaken maken dat de behandeling met kera-
goed te behandelen met behulp van linguale
mische brackets vaak wat langzamer gaat dan
apparatuur. Aangezien het een andere mecha-
met metalen brackets.
nica betreft dan buccale apparatuur, blijft de
Porselein is een harder materiaal dan glazuur,
orthodontische behandeling een uitdaging voor
wat kan leiden tot glazuurschade (microbarst-
de operateur (casus 2).
jes en scheurtjes) bij het debonderen.8 De porseleinen brackets kunnen vanwege de
Voor- en nadelen
broosheid van het materiaal ook verkleuren als
Voordelen van de linguale apparatuur zijn dat
gevolg van het nuttigen van veel koffie/thee,
deze niet zichtbaar is en dat de linguale vlak-
rode wijn en bepaalde specerijen. De gebruikte
ken minder ontkalkingsgevoelig zijn en er dus
doorzichtige elastiekjes bij de niet-zelfligeren-
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 10
07/12/16 17:10
11
CASUS 2 EEN BEHANDELING MET LINGUALE APPARATUUR
Mevr. E.K. (49 jaar) is eerder orthodontisch behandeld, waarbij er twee premolaren in de boven- en onderkaak zijn geëxtraheerd. Zij heeft een neutrorelatie, een neutro-occlusie, retrusie van het onder- en bovenfront, een diepe beet, crowding van het onder- en bovenfront en een linguale stand van de 35 en 45 en een palatinale stand van de 15 en 25 (figuur 9, 10, 11). Zij stoort zich aan de smalle bovenkaak en de crowding van het onderfront. Deze casus is in verband met de retrusie uitermate geschikt voor een behandeling met linguale apparatuur; in dit geval is het incognitosyteem geplaatst (figuur 12, 13 en 14). De totale behandelduur was 13 maanden.
Figuur 9 Bovenkaak voorafgaand aan de behandeling.
Figuur 12 Bovenkaak met linguale apparatuur in situ.
Figuur 10 Onderkaak voorafgaand aan de behandeling, de
Figuur 13 Onderkaak met linguale apparatuur in situ.
crowding is goed zichtbaar.
Figuur 11 Vooraanzicht voorafgaand aan de behandeling.
Figuur 14 Vooraanzicht met linguale apparatuur in situ, duidelijk te zien is de onzichtbaarheid van deze methode.
de brackets of chains – kettingelastieken – om
een deel van de orthodontisten deze brackets
diastemen te sluiten, verkleuren ook zeer
alleen op de zes bovenfrontelementen (van
gemakkelijk.
cuspidaat tot cuspidaat). Deze elementen zijn
Tot slot is ook deze optie duurder; de keramische
het zichtbaarst. De voordelen van de conven-
brackets zijn wat materiaalkosten betreft duur-
tionele brackets voor bijvoorbeeld het sluiten
der dan de conventionele brackets.
van extractiediastemen kunnen dan zijdelings
Mede door de verschillende nadelen gebruikt
worden benut en in het onderfront.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 11
07/12/16 17:10
12 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
Conclusies CASUS 3 BEHANDELING MET KERAMISCHE BRACKETS
De drie behandelmethoden zijn – wanneer juist
Mevr. J.K. (39 jaar), bekend met schisis, is eerder langdurig
geïndiceerd – goede opties voor volwassenen
orthodontisch behandeld. Zij heeft een geopereerde lip/
met een wens voor een esthetische beugel.
kaak- en gehemeltespleet rechts, een neutrorelatie, een
Men moet daarbij ook rekening houden met
neutro-occlusie, compressie van de bovenkaak en een
de verwachtingen die de patiënt heeft.
kruisbeet van de zijdelingse delen rechts vanaf de 13. Er zijn
De extra kosten lopen uiteen; de keramische
In-Ovation C-brackets geplaatst (zelfligerend) (figuur 15, 16
brackets zullen maar een gering extra bedrag
en 17) voor een korte behandeling van twaalf maanden.
aan materiaalkosten met zich meebrengen bovenop de kosten van de vaste apparatuur. Voor vacuümgevormde apparatuur en linguale apparatuur bestaan aparte declaratiecodes en de materiaal- en techniekkosten kunnen hoog oplopen, zeker bij de geheel individueel vervaardigde variant.
Literatuur Figuur 15 Lach voorafgaand aan de behandeling; de kruisbeet rechts is goed zichtbaar.
Figuur 16 De keramische brackets in situ.
Figuur 17 Lach na de behandeling.
1. Malik OH, McMullin A, Waring DT. Invisible orthodontics part 1: invisalign. Dent update. 2013;40(3):203-4, 7-10, 13-5. 2. Rossini G, Parrini S, Castroflorio T, Deregibus A, Debernardi CL. Efficacy of clear aligners in controlling orthodontic tooth movement: a systematic review. Angle Orthod. 2015;85(5):881-9. 3. McMullin A, Waring D, Malik O. Invisible orthodontics part 2: lingual appliance treatment. Dent update. 2013;40(5):391-4, 7-8, 401-2. 4. Wiechmann D, Klang E, Helms HJ, Knosel M. Lingual appliances reduce the incidence of white spot lesions during orthodontic multibracket treatment. Am J Orthod Dentofac Orthop. 2015;148(3):414-22. 5. Wu A, McGrath C, Wong RW, Wiechmann D, Rabie AB. Comparison of oral impacts experienced by patients treated with labial or customized lingual fixed orthodontic appliances. Am J Orthod Dentofac Orthop. 2011;139(6):784-90. 6. Waring D, McMullin A, Malik OH. Invisible orthodontics part 3: aesthetic orthodontic brackets. Dent update. 2013;40(7):555-6, 9-61, 63. 7. Cacciafesta V, Sfondrini MF, Scribante A, Klersy C, Auricchio F. Evaluation of friction of conventional and metal-insert ceramic brackets in various bracket-archwire combinations. Am J Orthod Dentofac Orthop. 2003; 124(4):403-9. 8. Karamouzos A, Athanasiou AE, Papadopoulos MA. Clinical characteristics and properties of ceramic brackets: A comprehensive review. Am J Orthod Dentofac Orthop. 1997;112(1):34-40.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 12
07/12/16 17:10
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
13
Schisis, een multidisciplinaire behandeling Samenvatting Schisis is een aangeboren afwijking van het hoofd-halsgebied. De behandeling van patiënten met een schisis is een multidisciplinaire aangelegenheid. De schisiszorg is omschreven in een aantal zorgpaden. Schisispatiënten kunnen te maken krijgen met diverse problemen: voeding, gehoor, spraak, esthetiek, psychologie en functie (aangezichts-, kaak- en gebitsontwikkeling). De patiënt bij wie schisis wordt gediagnostiseerd, wordt in zijn gehele ontwikkeling en behandeling begeleid door een uitgebreid schisisteam, waarin een aantal specialismen is vertegenwoordigd. De rol van de tandarts hierin omvat intensieve aandacht voor preventie en cariësproblematiek en de verzorging van tijdelijke en definitieve prothetische en cosmetische voorzieningen. Langdurige nazorg is essentieel in het kader van de noodzakelijke stabilisatie van het behandelresultaat.
M.A. Disse, orthodontist, afdeling orthodontie,
Inleiding
Schisisteam Amsterdam, locatie VUMC/ACTA,
Schisis, vertaald vanuit het Grieks, betekent
Amsterdam
spleet of splijting. In Nederland worden
E-mail: mdisse@acta.nl
jaarlijks circa 320 kinderen met een lip-, kaak- en/of gehemeltespleet geboren. De
Leerdoelen
verschillende vormen van schisis kunnen
Na het lezen van dit artikel:
ofwel tussen de zesde en negende week van
■
■
■
■
■
■
weet u wat schisis is en welke
de zwangerschap ontstaan (cheiloschisis/
verschijningsvormen er zijn;
lipspleet), ofwel tussen de tiende en twaalfde
kent u de incidentie van schisis in
week (palatoschisis/gehemeltespleet).
Nederland;
De meest voorkomende vormen zijn
weet u dat schisis wordt behandeld in
cheiloschisis (lip), cheilognathoschisis (lip,
teamverband;
kaak), cheilognathopalatoschisis (lip, kaak en
hebt u een beeld van het zorgpad bij een
gehemelte) en palatoschisis (gehemelte). Deze
cheilognathopalatoschisis;
laatste kan zowel het palatum durum (harde
weet u hoe een schisisteam is samen-
gehemelte) betreffen als het palatum molle
gesteld en welke functies de leden vervullen
(zachte gehemelte). De splijting kan compleet
(meer specifiek de rol van de tandarts);
of incompleet zijn, unilateraal of bilateraal
weet u welke algemene en specifieke
(zie figuur 2a), mediaal of transversaal.
problemen zich voordoen bij
Afhankelijk van het type schisis kunnen ook
schisispatiënten.
andere aangeboren afwijkingen voorkomen, variërend van 13-50%.
Trefwoorden
De etiologie van de verschillende vormen
schisis, schisisteam, zorgpad, schisis-
van schisis is niet geheel bekend. Zowel
behandeling, cheilognathopalatoschisis
omgevings- als genetische factoren spelen een rol. Het gebruik van foliumzuur tijdens DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 13
07/12/16 17:10
14 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
de vroege zwangerschap zou een reducerend
met als doel kwalitatieve en efficiënte zorg-
effect hebben. Schisis kan prenataal worden
verlening te verzekeren, overeenkomstig de
vastgesteld en de invoering van de twintig-
zorgrichtlijn.
wekenecho heeft gezorgd dat de meeste ouders
De meeste schisisteams hebben inmiddels
al vroeg op de hoogte zijn. Vaak wordt in die
zorgpaden ontwikkeld. Een voorbeeld, het
vroege fase al contact opgenomen met het
zorgpad van schisisteam Amsterdam voor
regionale schisisteam. Na de geboorte wordt de
de behandeling van een cheilognathopala-
patiënt aangemeld bij het schisisteam, waarna
toschisis, is weergegeven in figuur 1 (zie
meestal binnen enkele dagen een consultatie
www.qualitypractice.nl).
plaatsvindt.
De richtlijn omvat een op systematische wijze gebundeld document gebaseerd op
Multidisciplinaire behandeling
evidence-based medicine en practice-based
De vier oudste multidisciplinaire teams in
klinische ervaring. Het is een hulpmiddel voor
Nederland (schisisteams) zijn ontstaan rond
hulpverleners en patiënten bij het nemen van
1955. Het initiatief kwam vanuit de wens van
beslissingen over effectieve en doelmatige zorg.
enkele deskundigen om gestructureerd gestalte te geven aan een samenwerking tussen
Diagnostiek
de verschillende bij schisisbehandelingen
In 2015 waren er in Nederland 349 (243 man/
betrokken specialismen.
139 vrouw) nieuwe geopereerde patiënten en
De teams bestaan uit een plastisch chirurg,
33 al in het land van herkomst geopereerde
een orthodontist, een KNO-arts, een logopedist,
adoptiekinderen met een schisis geregistreerd.
een kaakchirurg, een kinderarts, een klinisch
De man-vrouwverhouding is 1,7 : 1. Een
geneticus, een pedodontoloog, een psycholoog
cheilo(gnatho)- of cheilognathopalatoschisis
en/of een maatschappelijk werker.
komt verhoudingsgewijs meer voor bij de
Een enkel team heeft tegenwoordig ook een
mannen (tabel 1). De palatoschisis komt
schisisverpleegkundige (nurse practioner).
meer voor bij vrouwen. Een schisis aan de
In Nederland zijn op dit moment dertien
linkerzijde komt meer voor dan een schisis
schisisteams werkzaam. De afgelopen
aan de rechterzijde.
jaren werkten steeds meer teams samen en te verwachten valt dat in de toekomst
Groep
%
Ratio m/v
Aantal
cheilognathoschisis
22
2,2
83
komen twee- à driemaal per maand bijeen
cheilognathopalatoschisis
31
2,8
119
voor een spreekuur. Een deel daarvan wordt
palatoschisis
47
1,2
180
verschillende teams zullen fuseren. De tijdstippen waarop patiënten worden gezien, variëren per schisisteam. Teams
gebruikt voor het observeren en bespreken van patiënten, een ander deel voor planning en organisatie van de behandelingen. Per ochtend worden circa twee baby’s en twaalf kinderen
Totaal
100
382
Tabel 1 Frequentieverdeling van drie categorieën schisis in Nederland in 2015.
geobserveerd. Alle schisisbehandelingen worden door de leden van het schisisteam uitgevoerd.
Erfelijkheid
Reguliere tandheelkundige behandelingen
Erfelijkheid kan een rol spelen in het ontstaan
worden – vooral bij veraf wonende patiënten
van een schisis. Alle pasgeboren kinderen met
– uitgevoerd door een lokale pedodontoloog of
een vorm van schisis waarbij een vermoeden
huistandarts.
bestaat op een syndromale aandoening, zullen door de klinisch geneticus worden
Zorgpad en richtlijn
getest. Schisispatiënten hebben een meer
De zorg voor een patiënt met een schisis is
dan gemiddelde kans op een bijkomende
een langdurig traject. Om de opeenvolgende
aangeboren afwijking, Deze varieert per
stappen, beslismomenten en criteria in het
schisistype: palatoschisis 13-50%, cheiloschisis
zorgproces voor deze specifieke patiëntengroep
7-13% cheilognathopalatoschisis 2-11%. In
te omschrijven, is het zorgpad ontwikkeld. Dit
2015 kwam bij 19% van de patiënten een
is een concretisering van een zorgprogramma
schisis voor in de familie en bij 8% een andere
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 14
07/12/16 17:10
15
a
b
Figuur 2a-b Bilaterale cheilognathopalatoschisis met een a-centrale premaxilla.
a
b
Figuur 4 Op de leeftijd van 1 jaar:
Figuur 3a-b Pre-orthopedische (orthodontische) behandeling om de premaxilla te centraliseren en later te distaliseren met behulp van elastiek. Het ‘plaatje’ wordt vastgezet met kleefpasta.
a
b
het ‘platte neus’-effect bij een bilaterale schisis ontstaat door een in aanleg sterk verkort columella. De cheiloschisis en de schisis van het palatum molle zijn gesloten. Dit laatste gebeurt op de leeftijd van 9 maanden in verband met de spraak. Het palatum durum blijft open tot de transverale groei van de bovenkaak heeft plaatsgevonden.
c
Figuur 5a-c Skeletale klasse III door een hypoplasie van de bovenkaak (mesiorelatie).
Figuur 6 Hoera, 6 jaar! De eerste
Ontwikkeling bij een 6-jarig meisje met een cheilognathopalatoschisis links.
wisselfase komt eraan.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 15
07/12/16 17:10
16 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
b
Figuur 7a-b Dubbelzijdige kruisbeet, propositie en verticale uitgroei van de premaxilla op de leeftijd van 6 jaar. Het palatum durum ( harde gehemelte) is nog niet gesloten.
a
b
Figuur 8a-b Gebits- en kaakontwikkeling op de leeftijd van 9 jaar. De orthodontische voorbehandeling voor de kaaksluiting kan worden gestart.
a
b
Figuur 9a-b Orthodontische voorbereiding met vaste apparatuur in de bovenkaak voor de BIG-operatie. De voorbehandeling duurt gemiddeld een jaar.
patiënten had bijna 30% naast de schisis een of
Algemene problematiek van de schisispatiënt
meer aangeboren afwijkingen van het hoofd-
De patiënt met een schisis heeft gedurende
halsgebied (o.a. mandibula en oren); zo’n 47%
zijn leven te maken met een omvangrijke
had ook afwijkingen in andere orgaansystemen
problematiek, die in de loop van een geslaagd
(o.a. centraal zenuwstelsel, tractus circulatorius
behandeltraject geleidelijk aan aanzienlijk
en respiratorius). De meest voorkomende
afneemt. De problematiek betreft niet alleen
aangeboren afwijkingen in combinatie met een
de morfologie, maar ook de nadelen van
vorm van schisis zijn de Robinsequentie en de
vooral de chirurgische ingrepen met daardoor
22q11-deletie (velocardiofaciaal syndroom).
verlittekening en verminderde groei en/of
congenitale aandoening. Van het totale aantal
functie. QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 16
07/12/16 17:10
17
a
b
c
d
e
Figuur 10a-e Debondering zes weken na de BIG-operatie. Er is een (tijdelijke) spalk geplaatst van 11-21 en een retentieplaat in de bovenkaak die is voorzien van twee dummy’s. De vertraagde ontwikkeling van de 12 en 22 wordt gevolgd.
Problemen met voeding, spraak, gehoor, esthetiek, psychologie en functie
Functie. Na doorbraak van de gebitselementen
Voeding. Door de open verbinding tussen
het overgrote deel van de gevallen gestoord.
zijn functie en esthetiek van de dentitie in
neus en mondholte is borstvoeding vrijwel onmogelijk. Deze open verbinding vormt ook een aanzienlijke belemmering voor andere
Specifieke problematiek van de schisispatiënt
voedselopname. Niet alleen het onvermogen om vacuüm te zuigen maar ook de beperkte
Kaakontwikkeling
mobiliteit van het gehemelte bemoeilijkt de
Bilaterale schisispatiënten ondervinden direct
voedselopname.
een gestoorde functie door de propositie en suprapositie van de premaxilla (figuur 2). Vrijwel
Spraak. Door de beperkte mobiliteit van het
direct na de geboorte wordt bij deze patiënten
gehemelte en ontsnapping van lucht door een
een orthopedisch plaatje gemaakt om de
verkort of gespleten gehemelte kan de spraak
laterale delen van de bovenkaak te expanderen
nasaal en onduidelijk zijn.
en de premaxilla naar dorsaal te verplaatsen. Dit laatste wordt bereikt door taping of elastiek
Gehoor. Er ontbreekt een normale verbinding
(figuur 3 en 4). Toch bestaan na doorbraak van
tussen het middenoor en de mondholte. Dit
de melkincisieven een vergrote overbite en
kan resulteren in middenoorontstekingen,
overjet die de functie kunnen belemmeren.
uiteindelijk leidend tot een verminderd gehoor. De groeitendens van de meeste schisisEsthetiek. Het esthetisch beeld is afwijkend van
patiënten is ontwikkeling van een klasse III.
wat normaal wordt gevonden. Dit kan leiden
De verminderde sagittale en transversale groei
tot onverwachte en onprettige reacties van
van de maxilla resulteert in een mesiorelatie
anderen.
(figuur 5) en occlusie met kruisbeten door de schisismorfologie en littekenvorming van de
Psychologie. Begeleiding bij de verwerking van
operaties (figuur 6 en 7). De orthodontische
de functionele en cosmetische gevolgen van
behandeling en begeleiding zijn erop gericht
de afwijking is zowel voor ouder als kind vaak
deze ontwikkeling zo veel mogelijk te beperken.
geïndiceerd. Dit kan in de breedste zin van het
Door afwezigheid van bot in de spleet is het
woord.
noodzakelijk de spleet te stabiliseren door het aanbrengen van bot van elders (kin of DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 17
07/12/16 17:10
18 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
heup). Hierdoor wordt ook de eruptie van de
de maxilla in de meeste gevallen orthodontisch
anders in de spleet erupterende elementen
verbreed worden (figuur 9). Om stabilisatie van
genormaliseerd (figuur 8). Door een late sluiting
de kaak te bewerkstelligen zal een zogenoemde
van het palatum durum (rond de leeftijd
BIG-operatie
van 9 Ă 10 jaar) krijgt het gehemelte de kans
(figuur 10). Door het aanbrengen van de BIG
zijn maximale transversale groeipotentie te
zullen hoektanden en laterale incisieven niet
benutten. Voordat er kan worden gesloten, zal
in een lege spleet erupteren maar in bot.
(Bot In Gnatho) plaatvinden
a
b
Figuur 11a-b Orthopantomogram op 6- en 9-jarige leeftijd van een jongen met een complete cheilognathopalatoschisis. Veel voorkomend zijn de rotaties in het bovenfront en het doorbreken van de laterale incisief in de bovenkaak in de schisis.
a
b
c
Figuur 12a-c GlazuurhypoplasieĂŤn in het melkgebit (op 6-jarige leeftijd) en in de blijvende dentitie (op 9-jarige leeftijd) bij een jongen met een complete cheilognathopalatoschisis.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 18
07/12/16 17:10
19
Gebitsproblematiek
Na de eerste wisselfase is het van belang
Schisispatiënten zijn meer dan gewone
dat de kwaliteit van de elementen wordt
patiënten gevoelig voor afwijkingen in
beoordeeld en ook de cosmetische aspecten.
vorm en aantal in het gebit. Vooral laterale
Mogelijk is er in dit stadium restauratieve zorg
incisieven in de bovenkaak kunnen agenetisch,
nodig bovenop de standaardzorg. Hierbij valt
overtallig, of in afwijkende vorm zijn aangelegd
te denken aan cosmetische behandeling van
(figuur 11). Agenesie van bijvoorbeeld tweede
glazuurhypoplasieën en/of restauraties met
premolaren en onderincisieven, ook in de
betrekking tot vorm- en functiedeficiënties.
onderkaak, komen bij schisispatiënten
Na de tweede wisselfase en de definitieve
echter vaker voor. Glazuurhypoplasie en
orthodontische behandeling kunnen definitieve
eruptiestoornissen komen vaker voor
restauraties plaatsvinden. Bij ernstige vormen
rondom de spleet maar ook elders in de
van schisis worden soms frameprotheses
dentitie (figuur 12). Belangrijke aspecten
gemaakt, waardoor ook voor langere termijn de
van de begeleiding van schisispatiënten
breedte van de bovenkaak wordt gestabiliseerd.
zijn preventie, vroege cariësbehandeling en
Definitieve voorzieningen voor agenetische
eventueel behandeling van glazuurhypoplasie.
elementen en het opbouwen van afwijkende, gereduceerde elementen behoren tot de
De rol van de disciplines in het schisisteam
eindfase van de tandheelkundige behandeling.
De orthodontist begeleidt de aangezichts- en
Conclusie
gebitsontwikkeling en alle orthodontische
Tandheelkundige schisiszorg is intensiever en
ingrepen die in de loop van de ontwikkeling
complexer in vergelijking met de tandheel-
noodzakelijk zijn. De plastisch chirurg heeft
kundige zorg voor de gemiddelde patiënt.
als taken lip- en gehemeltesluiting (palatum
Meer nazorg is vereist, te meer omdat de
molle), spraakoperaties (farynxplastiek) en
prothetische voorzieningen een integraal
in een later stadium secundaire correcties
onderdeel zijn van de stabilisatie van het
van lip en neus. De KNO-arts gaat over
gecombineerde orthodontische en chirurgische
gehoor en spraak, vaak in combinatie met
behandelresultaat. Bij de follow-up van
de logopedist. De logopedist gaat over
deze patiëntengroep moet worden gelet op
voeding en (uit)spraak. De kaakchirurg
terugkeer van de kruisbeten, zowel in de
neemt bottransplantaten, kaakcorrecties en
zijdelingse delen als in het front, die gepaard
behandeling van doorbraakstoornissen voor
kunnen gaan met occlusiestoornissen.
zijn rekening. De kinderarts doet de algehele gezondheidscontrole en begeleidt eventuele bijkomende afwijkingen en syndromen.
Literatuur
De klinisch geneticus doet het erfelijkheids-
— Jaarverslag NVSCA 2015: www.schisis-cranio.nl — Wilcox AJ, Lie RT, Solvoll K, Taylor J, McConnaughey DR, Abyholm F, et al. Folic acid supplements and risk of facial clefts: national population based case-control study. BMJ. 2007;334(7591):464. — www.erfelijkheid.nl — Wyszynski DF (ed.). Cleft lip and palate. From origin to treatment. Oxford: Oxford University Press; 2002. — Zorgpad Schisisteam Amsterdam VUmc ACTA: www.vumc.nl/afdelingen/schisisteam
onderzoek en de risicoanalyse en onderzoekt genetische achtergrondinformatie. De psycholoog/maatschappelijk werker is verantwoordelijk voor de psychologische begeleiding van ouder en kind, zowel maatschappelijk als in het onderwijs. De nurse practitioner/schisisverpleegkundige is het eerste aanspreekpunt van het team en vormt een brug tussen patiënt/ouders en de verschillende disciplines. De kindertandarts in het team voorziet de ouders in eerste instantie van informatie over de mondgezondheid en houdt het gebit in optimale conditie. Zeer regelmatige controles zijn noodzakelijk voor een goede begeleiding. De gebitsverzorging geschiedt in samenwerking met de lokale kindertandartsen en eventueel met de huistandarts.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 19
07/12/16 17:10
20
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
K EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
Detectie en preventie van wittevleklaesies tijdens en na orthodontische behandeling met vaste apparatuur Samenvatting Wittevleklaesies (white spot lesions) zijn glazuurdemineralisaties, die aangrenzend aan de vaste
apparatuur kunnen ontstaan. Deze laesies kunnen jaren na de behandeling nog steeds zichtbaar zijn. Doordat plaque de belangrijkste oorzaak is van het ontstaan van wittevleklaesies, is een slechte mondhygiëne gedurende de orthodontische behandeling de belangrijkste risicofactor. Een goede klinische indicator om het cariësrisico te bepalen, is de in het verleden ontstane mate van cariës. Voor het detecteren en monitoren van wittevleklaesies is visuele inspectie de eerste keuze, als daarbij een score wordt gebruikt die onderscheid maakt tussen de verschillende stadia van cariës, zoals het ICDAS-classificatiesysteem. Preventie van wittevleklaesies tijdens orthodontie bestaat uit een goede mondhygiëne en het gebruik van fluoridetandpasta en -mondspoelmiddel. De behandeling van wittevleklaesies na orthodontie verschilt van de behandeling ter preventie van wittevleklaesies tijdens de orthodontie.
M.W. Beerens, orthodontist, afdeling Orthodontie, ACTA, Amsterdam M.H. van der Veen, universitair hoofddocent, afdeling Preventieve
Inleiding
Tandheelkunde, ACTA, Amsterdam
in hun stoel hebben met orthodontisch vaste
E-mail: ortho@beerens.net
apparatuur, en ook patiënten die overwegen
De meeste clinici zullen regelmatig patiënten
zo’n orthodontische behandeling te ondergaan.
Leerdoelen
Deze patiënten lopen een verhoogd risico op
Na het lezen van dit artikel:
het ontwikkelen van wittevleklaesies. Het
■
■
■
■
kunt u de risicofactoren voor het ontstaan van wittevleklaesies
is daarom belangrijk om te weten wat de
tijdens de orthodontische behandeling benoemen;
risicofactoren zijn en hoe deze wittevleklaesies
begrijpt u het belang van cariësrisico-indicatie voorafgaand
kunnen worden voorkomen.
aan de orthodontische behandeling;
Het ontstaan van cariës, en vooral witte-
kunt u adequaat bepalen welke maatregelen u neemt om het
vleklaesies (white spot lesions), tijdens de
ontstaan van cariës tijdens de orthodontische behandeling te
orthodontische behandeling met vaste
voorkomen;
apparatuur is een veelvoorkomend
weet u waarom het toedienen van een hoge dosis fluoride
probleem (figuur 1). Deze wittevleklaesies
na verwijderen van de vaste apparatuur geen afdoende
zijn glazuurdemineralisaties en ze ontstaan
curatieve werking heeft op actieve wittevleklaesies.
aangrenzend aan de vaste apparatuur. De geplaatste brackets met draad, maar ook
Trefwoorden:
sluitelastieken, inbindelastieken en banden,
cariës, orthodontie, preventie, fluoride
vormen retentieplaatsen voor plaque op de
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 20
07/12/16 17:10
21
gladde buccale en labiale vlakken van de behandelde gebitselementen. Dit is de reden dat orthodontisch behandelde patiënten significant meer wittevleklaesies hebben dan onbehandelde patiënten. De laesies kunnen jaren na behandeling nog steeds zichtbaar zijn en als esthetisch storend worden ervaren.1 Naast wittevleklaesies die tijdens de orthodontische behandeling zijn ontstaan, bestaat er over het algemeen een verhoogd risico op carieuze laesies in de gehele mond.2 De incidentie van wittevleklaesies is het hoogst op de bucco- en labiogingivale tandoppervlakken van de laterale incisieven in de boventandboog en het laagst bij de molaren in de boventandboog. De prevalentie van
Figuur 1 Wittevleklaesies zichtbaar op de labiale vlakken van de bovenincisieven na debondering.
aantoonbare wittevleklaesies bij patiënten na orthodontische behandeling varieert tussen 15 en 85%.3 De meeste studies rapporteren
is nog steeds de mate van cariës ontstaan
dat bij 45,8 tot 73% van de orthodontisch
in het verleden. Patiënten met een matige
behandelde patiënten één of meer wittevlek-
tot slechte mondhygiëne voorafgaand aan
laesies ontstaan.4
de orthodontische behandeling blijken een hoger risico hebben op het ontwikkelen van
Oorzaak
wittevleklaesies tijdens deze behandeling.
Wittevleklaesies ontstaan door een disbalans
Vanwege de extra moeilijkheidsgraad
tussen demineralisatie en remineralisatie.
van adequate mondhygiëne tijdens de
Er is netto meer demineralisatie door
orthodontische behandeling dient er vooral
bacteriële plaque op het tandmateriaal, de
aandacht te zijn voor plaquecontrole en
aanwezigheid van voedingsstoffen uit het
tekenen van gingivitis, maar ook voor
dieet, in combinatie met de factor tijd. Doordat
risicofactoren zoals het dieet en de frequentie
plaque de belangrijkste oorzaak is voor het
van eet- en drinkmomenten.
ontstaan van wittevleklaesies, is een slechte
Uit onderzoek blijkt dat er bij proximale
mondhygiëne gedurende de orthodontische
glazuurlaesies die zichtbaar zijn op bitewing-
behandeling de belangrijkste risicofactor.4,5
röntgenfoto’s, een verhoogd risico is op het
Door het aanwezige orthodontische materiaal
ontstaan van wittevleklaesies tijdens de
ontstaan nieuwe plaqueretentieplaatsen en is
orthodontische behandeling.6
plaque verwijderen met een tandenborstel een
Het is verstandig om bij deze patiënten
stuk moeilijker.
orthodontie met vaste apparatuur uit te stellen
Uit onderzoek blijkt dat wittevleklaesies rond
en zich eerst te richten op cariëspreventie.
orthodontische brackets in een periode van
Bij een verwijzing voor orthodontie is het
vier weken kunnen ontstaan.4 Aangezien
dus ook zinvol melding te doen van een
orthodontische controles vaak om de vier tot
eventueel verhoogd risico op het ontstaan
zes weken plaatsvinden, kunnen laesies al
van wittevleklaesies.
ontstaan tussen plaatsing van de apparatuur
Tijdens de orthodontische behandeling
en de eerste controle. Dit maakt een risico-
moet bij alle patiënten het cariësrisico
inschatting voorafgaand aan de orthodontische
worden gemonitord, en in het bijzonder de
behandeling erg belangrijk.
plaque- en bloedingsscores, omdat zelfs bij voorheen cariësvrije patiënten het ontstaan
Cariësrisico van de patiënt
van carieuze laesies tijdens orthodontische
Bij de risico-inschatting voorafgaand aan
behandeling is gerapporteerd.2 Zo zal bij
de orthodontische behandeling worden
plaatsing van vaste apparatuur het risico
individuele patiënten ingedeeld in laag, matig
op het ontstaan van cariës in de hele mond
of hoog cariësrisico. Een goede klinische
groter worden.
indicator om het cariësrisico mee te bepalen DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 21
07/12/16 17:11
22 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
ICDAS-code
Omschrijving
0
gezond, geen zichtbare demineralisatie
1
beginnende glazuurdemineralisatie, zichtbaar na droogblazen met de meerfunctiespuit
2
duidelijke glazuurdemineralisatie, zichtbaar zonder droogblazen
3
laesie met zichtbaar glazuurverlies, waarbij het glazuuroppervlak doorbroken is
4
laesie met dentineschaduw: laesie vermoedelijk tot in het dentine, zichtbare donkere verkleuring doordat het dentine is aangetast
5
duidelijke caviteit met zichtbaar dentine
6
verregaande caviteit met zichtbare dentine
Tabel 1 Omschrijving van de uitgebreidheid van laesies per ICDAS-code.
Detectie van cariëslaesies
Preventie tijdens orthodontie
Het monitoren van cariës tijdens de
Een goede instructie en uitleg over het behoud
orthodontische behandeling is lastig doordat de
van een goede mondhygiëne is erg belangrijk
orthodontische apparatuur het zicht belemmert.
tijdens de orthodontische behandeling.
Dit geldt zowel voor het aangrenzende vlak
Hiermee wordt getracht de hoeveelheid plaque
als de proximale vlakken. Visuele inspectie
te reduceren en rijping van de plaque te
is de eerste keuze. Om beginnende laesies
voorkomen. Patiënten die een orthodontische
echt goed te kunnen beoordelen, is het
behandeling met vaste apparatuur ondergaan,
belangrijk dat het tandoppervlak plaquevrij
moeten goed worden geïnstrueerd om
is gemaakt. Daarnaast is het van belang
minimaal tweemaal per dag de tanden te
een score te gebruiken die onderscheid
poetsen met fluoridetandpasta (minimaal 1.350
maakt tussen de verschillende stadia van
ppm) (figuur 3a). Aanvullend is het gebruik
cariës, zoals het ICDAS-classificatiesysteem.7
van 0,05%-natriumfluoridemondwater te
Hierbij wordt de uitgebreidheid van cariës
adviseren, op een ander tijdstip van de dag dan
oplopend geclassificeerd van beginnende
de poetsmomenten. Een extra dosis fluoride
laesie tot gevorderde dentinecariës (tabel 1).
in de vorm van een mondspoelmiddel helpt
Het toekennen van een score aan bestaande
het ontstaan van wittevleklaesies voorkomen.2
laesies verhoogt de nauwkeurigheid van de
Het gebruik van ragers (figuur 3b) om onder
visuele inspectie.7 Daarnaast kan de score
de draad te reinigen is aan te bevelen. Poetsen
ook worden gebruikt voor het monitoren van
met een elektrische tandenborstel kan worden
veranderingen in activiteit en omvang van
aanbevolen bij patiënten die elektrisch poetsen
de laesie. In aanvulling op visuele inspectie
gewend zijn. In overige gevallen moet per
kunnen mogelijk intraorale foto’s worden
patiënt worden beoordeeld of deze optie beter
ingezet om veranderingen in de tijd waar te
is dan reinigen met een handtandenborstel.
nemen en zo laesies te monitoren.5,8
Bij patiënten bij wie de mondhygiëne een
Een visueel hulpmiddel dat is ontwikkeld
probleem is en het uitstellen, af- of onder-
voor het monitoren van beginnende cariës en
breken van de orthodontische behandeling
dat in potentie kan worden gebruikt tijdens
geen optie is, kan het appliceren van een
orthodontische behandeling, is quantitative
2,2%-fluoridelak iedere zes weken worden
light-induced fluorescence (QLF; Inspektor
overwogen.10 In dit proces is de adviserende rol
Research Systems BV, Bussum; figuur 2), terwijl
van de tandarts bij het screenen op verhoogde
fiber-optische transilluminatie (FOTI) of het
risico’s voorafgaand aan de orthodontische
daarvan afgeleide camerasysteem DIAGNOcam
behandeling essentieel, evenals het monitoren
(KaVo, Biberach) de mogelijkheid lijkt te bieden
van de mondgezondheid gedurende de
tot het diagnosticeren van proximale cariës.8,9
orthodontische behandeling door tandarts
Op dit moment ontbreken echter onderzoeken
en orthodontist. Een goede samenwerking
naar de toepassing hiervan tijdens de
tussen orthodontist, tandarts en ook
orthodontische behandeling.
mondhygiënist is daarom van groot belang.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 22
07/12/16 17:11
23
a
b
c
d
e
f
g
h
Figuur 2 Voorbeelden van witlicht- (links) en QLF-foto’s (rechts) tijdens en na behandeling met vaste orthodontische apparatuur. De witlichtfoto (a) en de bijbehorende QLF-foto (b) van een patiënt met vaste orthodontische apparatuur, waarbij de slechte mondhygiëne opvalt. Op de QLF-foto (b) is rondom de brackets en onder de draad oude, rood fluorescerende plaque zichtbaar. (c-d) Een patiënt die wittevleklaesies heeft ontwikkeld direct na het verwijderen van de beugel en reinigen. Op de QLF-foto (d) zijn de wittevleklaesies zichtbaar als donkere vlekken. Op diverse elementen is de cariës zo poreus dat rode fluorescentie in de laesie zichtbaar is. (e-f) Orthodontisch behandelde persoon circa vijf jaar na behandeling. De wittevleklaesies zijn bruin verkleurd, maar inactief. Op de QLF-foto (f) zijn de wittevleklaesies zichtbaar als scherp afgebakende littekens. (g-h) Linguale spalk in het onderfront, gefotografeerd via een spiegel. Op de QLF-foto (h) valt op dat rondom het composiet veel rode fluorescentie zichtbaar is. Het gaat in dit geval om tandsteen.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 23
07/12/16 17:11
24 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
b
Figuur 3 Voorbeelden uit de instructiekaart voor het reinigen van de tandvlakken rondom de orthodontische brackets en draad. (a) De oriëntatie van de handtandenborstel voor het reinigen van het vlak boven de bracket. (b) Een rager (Ø 4 mm of Ø 5 mm) kan worden gebruikt voor het reinigen naast de bracket en onder de draad.
Zowel de patiënt zelf als eventuele ouders of
en restauratief moeilijk behandelbaar.
verzorgers moeten goed geïnformeerd worden
De behandelmethode van wittevleklaesies
over de risico’s en gevolgen van een slechte
na orthodontie verschilt van de behandeling
mondhygiëne voor de mondgezondheid.
ter preventie van wittevleklaesies tijdens de orthodontie. Waar tijdens de orthodontische
Remineralisatie na orthodontie
behandeling regelmatige applicatie van
Wanneer tijdens de behandeling met
een hoge dosis fluoridelak cariës kan
orthodontische apparatuur wittevleklaesies
voorkomen, worden, juist om remineralisatie
zijn ontstaan, is het zaak de cariësprogressie
te stimuleren, hoge doses fluorideapplicaties
te stoppen en waar mogelijk ontstane laesies
na de orthodontische behandeling afgeraden.
te remineraliseren. Remineralisatie van
Wanneer fluoride in hoge dosering wordt
gedemineraliseerd glazuur zorgt niet voor
gebruikt, sluit het de laesie af met een
herstel van de prismata in hun originele
gehypermineraliseerde laag, terwijl de
structuur. Er ontstaat een toplaag, een
onderliggende poreuze laesie blijft bestaan.1
gehypermineraliseerde structuur van calcium-,
De gehypermineraliseerde toplaag voorkomt
fosfaat- en fluoridemolecuulstructuren.
dat mineralen kunnen infiltreren in het diepe
Het is van belang onderscheid te maken
poreuze gedeelte van de laesie. Zo ontstaan de
tussen een actief voortschrijdende laesie en
karakteristieke white spot littekens, die nooit
een inactieve laesie die als litteken zichtbaar
meer zullen verdwijnen. Er wordt daarom de
is. Een actieve glazuurlaesie kenmerkt zich
voorkeur gegeven aan producten met een lage
door een zacht, dof wit, kalkachtig oppervlak
dosis fluoride. Volgens de huidige evidence
en is poreus. Vaak is het oppervlak bedekt met
lijkt de beste aanpak van remineralisatie van
plaque (plaqueretentieplaats) en voelt het
wittevleklaesies die zijn ontstaan tijdens
ruw aan wanneer het wordt afgetast met een
orthodontische behandeling, te bestaan uit
stompe sonde. Let op dat deze laesie niet met
twee keer per dag tandenpoetsen met een
een scherpe sonde wordt beschadigd. Ook bij
fluoridehoudende tandpasta, om daarnaast het
debonderen, het verwijderen van de brackets,
speeksel zijn remineraliserende werk te laten
moet de lijm met zorg worden verwijderd en de
doen. Zo wordt de laesie ook van binnenuit
naar verhouding zachtere glazuurlaag worden
weer opgebouwd.1
gespaard.
Naast fluoride in een lage dosis blijkt in
Een inactieve glazuurlaesie heeft een
het laboratorium, onder controleerbare
hard, glad en glanzend oppervlak. Het
omstandigheden, ook een oplossing van
is een geremineraliseerde laesie waarin
caseïnefosfopeptide met calcium, fosfaat
in het verleden een actief proces heeft
en aanvullend fluoride (CPP-ACPF) een laesie
plaatsgevonden. Het glazuur van deze laesie
dieper te kunnen binnendringen en deze
is hard maar ook poreus, en kan als bruin
te kunnen remineraliseren vanuit de kern.
verkleurd litteken esthetisch minder fraai zijn
Daardoor kan dit systeem in potentie de laesie
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 24
07/12/16 17:11
25
beter remineraliseren, met een esthetisch beter resultaat dan fluorideproducten. Tot op heden is er voor dit commercieel verkrijgbare product, GC Tooth Mousse genaamd, geen wetenschappelijk bewijs geleverd dat het in de klinische setting met de laboratoriumresultaten vergelijkbare resultaten behaalt.11 Wanneer remineralisatie tot onvoldoende resultaat leidt, lijkt infiltratie met Icon (DMG) een veelbelovende behandelmethode voor het herstel van bestaande wittevleklaesies. Bij deze minimaal-invasieve behandeling wordt vloeibaar composiet in de laesie aangebracht. Dit sluit de laesie af voor verdere demineralisatie en maskeert de laesie. Verder onderzoek moet aantonen of dit een duurzame behandelmethode van bestaande wittevleklaesies is.12
Conclusie Het voorkomen van wittevleklaesies tíjdens de orthodontische behandeling is altijd beter dan het behandelen van deze laesies ná de orthodontische behandeling. Preventie van cariës tijdens de behandeling met orthodontische vaste apparatuur vergt een proactieve houding van de patiënt en de betrokken zorgverleners: orthodontist, tandarts en mondhygiënist. Een goede risicoschatting
5. Benkaddour A, Bahije L, Bahoum A, Zaoui F. Orthodontics and enamel demineralization: clinical study of risk factors. Int Orthod. 2014;12(4):458-66. 6. Fornell AC, Twetman S. Prediction of enamel demineralization (white spots) during orthodontic treatment with fixed appliances. Orthodontics. 2004;1:121-5. 7. Mendes FM, Braga MM, Oliveira LB, Antunes JL, Ardenghi TM, Bonecker M. Discriminant validity of the International Caries Detection and Assessment System (ICDAS) and comparability with World Health Organization criteria in a crosssectional study. Community Dent Oral Epidemiol 2010;38(5):398-407. 8. Beerens MW, Boekitwetan F, Veen MH van der, Cate JM ten. White spot lesions after orthodontic treatment assessed by clinical photographs and by quantitative light-induced fluorescence imaging; a retrospective study. Acta Odontol Scand. 2015;73(6):441-6. 9. Abdelaziz M, Krejci I. DIAGNOcam--a Near Infrared Digital Imaging Transillumination (NIDIT) technology. Int J Esthet Dent. 2015;10(1):158-65. 10. Benson PE, Parkin N, Dyer F, Millett DT, Furness S, Germain P. Fluorides for the prevention of early tooth decay (demineralised white lesions) during fixed brace treatment. Cochrane Database Syst Rev. 2013;(12):CD003809. doi:10.1002/14651858. CD003809.pub3 11. Chen H, Liu X, Dai J, Jiang Z, Guo T, Ding Y. Effect of remineralizing agents on white spot lesions after orthodontic treatment: a systematic review. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2013;143(3):376-82. 12. Senestraro SV, Crowe JJ, Wang M, Vo A, Huang G, Ferracane J, Covell DA Jr. Minimally invasive resin infiltration of arrested white-spot lesions: a randomized clinical trial. J Am Dent Assoc. 2013;144(9):997-1005.
voorafgaand aan de orthodontische behandeling is belangrijk. Daarnaast moet worden ingezet op het optimaliseren van de mondhygiëne, ondersteund door extra fluoride tijdens de orthodontische behandeling. Herstel van ontstane laesies vraagt om lage doses fluoride.
Literatuur 1. Sonesson M, Bergstrand F, Gizani S, Twetman S. Management of post-orthodontic white spot lesions: an updated systematic review. Eur J Orthod. 2016. doi:10.1093/ejo/cjw023 2. Kaaij NC van der, Veen MH van der, Kaaij van der MA, Cate JM ten. A prospective, randomized placebo-controlled clinical trial on the effects of a fluoride rinse on white spot lesion development and bleeding in orthodontic patients. Eur J Oral Sci. 2015;123(3):186-93. 3. Mitchell L. Decalcification during orthodontic treatment with fixed appliances-an overview. Br J Orthod. 1992;19(3):199-205. 4. Sundararaj D, Venkatachalapathy S, Tandon A, Pereira A. Critical evaluation of incidence and prevalence of white spot lesions during fixed orthodontic appliance treatment: A meta-analysis. J Int Soc Prev Community Dent. 2015;5(6):433-9.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 25
07/12/16 17:11
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 26
07/12/16 17:11
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
27
Tijdelijke skeletale verankering in de orthodontie: TAD’s Samenvatting Het toepassen van skeletale verankering heeft de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Door deze techniek zijn nieuwe behandelconcepten mogelijk geworden: we kunnen nu verankering plannen waar verankering noodzakelijk is en orthodontische behandelingen kunnen voorspelbaarder en meer gecontroleerd verlopen, met minder ongewenste neveneffecten. Vooral sinds de komst van tijdelijke skeletale verankering (TAD’s) is verankering geen echt probleem meer: het direct en eenvoudig kunnen aanbrengen van tijdelijke verankering waar dit voor de orthodontische behandeling noodzakelijk is, biedt behandelmogelijkheden die met conventionele verankering complex zouden zijn. De skeletale verankering heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. TAD’s, zowel minischroeven als botankers, horen in
Inleiding Verankering is een belangrijk en uitdagend
Implantologie, Emmeloord & Centrum Bijzondere
onderdeel van orthodontische behandelingen.
Tandheelkunde Vogellanden, Zwolle
Alle orthodontische apparatuur heeft twee
E-mail: polder@houttuinen.nl
elementen om tandverplaatsing mogelijk
K
B.J. Polder, tandarts-implantoloog en tandarts voor orthodontie, Praktijk voor Orthodontie en
EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
iedere orthodontische praktijk een standaardonderdeel te zijn van het behandelarsenaal.
te maken: een actief deel en een passief
Leerdoelen
verankeringsdeel. Verlies van verankering
Na het lezen van dit artikel:
brengt direct ongewenste neveneffecten
■
■
■
■
weet u het verschil tussen conventionele
met zich mee. Orthodontische krachten
verankering en skeletale verankering;
volgen immers ook Newtons derde wet:
heeft u een overzicht van de verschillende
actie = - reactie. Bepalende factoren hierbij
mogelijkheden voor skeletale verankering in
zijn het aantal beschikbare gebitselementen
de orthodontie;
voor verankering en skeletale, myofunctionele
kent u een aantal toepassingen van skeletale
en occlusale verhoudingen. Tevens is de
verankering in de orthodontie;
patiënt een belangrijke factor wanneer
weet u het verschil tussen het gebruik van
elastiektractie of extraorale apparatuur
minischroeven en van botankers als tijdelijke
(headgear) als verankering wordt gebruikt.
skeletale verankering (TAD’s).
Door de ontwikkeling van skeletale verankeringssystemen zijn de orthodontische
Trefwoorden tijdelijke skeletale verankering,
behandelmogelijkheden sterk toegenomen TAD’s,
orthodontie, minischroeven, botankers
en is de behandelaar minder afhankelijk geworden van medewerking van de patiënt voor een goed eindresultaat.1 In dit artikel worden de ontwikkeling en de plaats van tijdelijke skeletale verankeringen (TAD’s) binnen de orthodontie besproken. DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 27
07/12/16 17:11
28 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
b
c
d
e
f
Figuur 1 Gebruik van een standaardimplantaat als verankering om een diasteem te sluiten. (a-b) Het diasteem tussen de 13 en de 16 is te groot voor één implantaat en te klein voor twee implantaten; besloten is om één implantaat ter plaatse van de 14 te plaatsen. (c-d) Na de inhelingsfase is het implantaat voorzien van een noodkroon met bracket. De 16 en de 17 zijn ook voorzien van brackets. (e-f) Met een NiTi-coil zijn de 16 en de 17 in drie maanden tijd 2 mm naar mesiaal verplaatst, waarna de definitieve kroon op het implantaat is vervaardigd.
Historie Onder de noemer verankering in de
Conventionele tandheelkundige implantaten als skeletale verankering
orthodontie vallen alle methoden om
Conventionele tandheelkundige implantaten
ongewenste tandverplaatsing te controleren.
binnen de tandboog zijn goed te gebruiken
Intraoraal kunnen we hiervoor onder andere
als verankering.3 Bij aanwezigheid van
gebitselementen, de occlusie en het verhemelte
een diasteem van voldoende grootte lijkt
gebruiken. Extraorale verankering is mogelijk
het aantrekkelijk om eerst het definitieve
met bijvoorbeeld een headgear. Het aanbrengen
implantaat te plaatsen en na de inhelingsfase
van orthodontische implantaten is een
dit implantaat, voorzien van noodkroon en
nieuwe manier om verankering te realiseren.
bracket, te gebruiken als verankering. Na
Skeletale verankering blijkt effectiever dan
afronding van het orthodontische traject wordt
conventionele verankering.
het implantaat voorzien van de definitieve
2
kroon. De behandelaar moet echter wel honderd procent zeker zijn van de indicatie en QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 28
07/12/16 17:11
29
a
b
Figuur 2 Palatinaal implantaat.
a
d
b
c
e
Figuur 3 Correctie van skeletale klasse III met botankers. (a) Laterale schedelprofielfoto (LSP) voor aanvang van de behandeling; (b-c) LSP en OPG na aanbrengen van een palatinaal expansieapparaat (RPE; rapid palatal expander). Hierbij wordt de beet direct gelicht en kan de omgekeerde frontrelatie gemakkelijk worden gecorrigeerd. Met de vier botankers en elastieken kan klasse III-tractie worden opgebouwd. (d-e) Twee rรถntgenopnamen 1,5 jaar later, bij aanvang van de laatste fase van de orthodontische behandeling met vaste apparatuur. De botankers functioneren in deze fase als extra verankering.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 29
07/12/16 17:11
30 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
de positie van het implantaat in alle dimensies.
Tijdelijke skeletale verankering
Het plannen van de optimale positie van het
Een volgende logische stap was de ontwikke-
implantaat voorafgaand aan een orthodontisch
ling van tijdelijke skeletale verankering (TAD’s =
traject blijkt in de praktijk erg lastig. Correctie
temporary anchorage devices). Onder de noemer
van de implantaatpositie is immers niet meer
van tijdelijke skeletale verankering vallen
mogelijk. De indicatie voor het gebruik van
zowel botankers als minischroeven.
conventionele implantaten als verankering is
Alleen gedurende de actieve orthodontische
dan ook beperkt.
behandeling is skeletale verankering noodzakelijk. Volledige osseo-integratie is ook niet
Speciale orthodontische implantaten
noodzakelijk: mechanische verankering in
Om een aantal van bovenvermelde bezwaren
vooral het corticale bot is voldoende om
weg te nemen zijn speciale orthodontische
de relatief lichte orthodontische krachten
implantaten ontwikkeld die buiten de tand-
(tot 500 gram) te kunnen weerstaan.
boog kunnen worden geplaatst. Het palatinale
Kanomi was een van de eerste auteurs die
implantaat (figuur 2) en het retromolaire
tijdelijke skeletale verankering beschreef, met
implantaat zijn hier voorbeelden van.
een minischroef als tijdelijke verankering
Nadelen van deze orthodontische implantaten
om het onderfront te intruderen.6 In de
zijn de hoge kosten, de benodigde inhelings-
afgelopen jaren zijn vele minischroeven en
tijd voor de noodzakelijke osseo-integratie
botankers ontwikkeld als verankering voor de
(meestal 12 weken) en de beperkte toepassings-
orthodontie.
4,5
mogelijkheden: enkel indirecte verankering orthodontische implantaten na afronding van
Botankers als tijdelijke skeletale verankering
de behandeling een invasieve en belastende
Het bollard-anker, ontwikkeld en uitgebreid
ingreep.
beschreven door Hugo de Clerck, is hier een
Het palatinale implantaat in figuur 2 kan
goed voorbeeld van.7 Voor het aanbrengen
na twaalf weken worden voorzien van een
hiervan is wel een chirurgische ingreep
palatinale baar en verbonden worden aan de
noodzakelijk. Botankers kunnen in principe
15 en de 25 (figuur 2a). Het behandelplan is om
onder lokale anesthesie worden aangebracht.
de diastemen te sluiten zonder de premolaren
Het plaatsen van vier botankers wordt meestal
en molaren naar mesiaal te laten migreren
in dagverpleging gedaan door de MKA-chirurg.
is mogelijk. Ook is het verwijderen van deze
(figuur 2b). In de praktijk is de procedure echter
Correctie van een skeletale klasse III is een
lastig (een siliconenafdruk van een volledig
redelijk onderzochte en gedocumenteerde
gebandeerde bovenboog is belastend voor
toepassing van bollard-ankers in boven- en
patiĂŤnt en behandelaar). Ook is de palatinale
onderkaak.8 De botankers worden hierbij in de
baar niet star genoeg om migratie van premo-
bovenkaak in de regio M1/M2 boven de apices
laren en molaren volledig te voorkomen.
op de onderrand van het zygoma (buttress)
Bij verlies van osseo-integratie (een failure
geplaatst, en in de onderkaak mesiaal van de
rate van meer dan 30% is gerapporteerd)
cuspidaten. Het dragen van intermaxillaire
staat de orthodontische behandeling weer
elastieken tussen botankers in boven- en
enkele maanden stil. Speciale orthodontische
onderkaak is veel minder belastend voor de
implantaten, die voor hun verankering
patiĂŤnt dan de conventionele extraoraal te
afhankelijk zijn van osseo-integratie, worden
dragen Delaire- of reverse headgear.
mede om de genoemde redenen tegenwoordig vrijwel niet meer gebruikt.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 30
07/12/16 17:11
31
b
a
c
d
e
f
g
h
i
Figuur 4a-i Onregelmatige tandstand.
CASUS 1
Stap 1
Het klinische voorbeeld zoals getoond in
■
figuur 4 illustreert fraai de mogelijkheden
Gebruik van een palatinaal expansieapparaat (RPE) om de bovenkaak (skeletaal)
van skeletale verankering met botankers.
te verbreden.
Hoofdprobleem van deze patiënte is de
■
onregelmatige tandstand (figuur 4a t/m i).
Het plaatsen van vier botankers (in dagverpleging) om de skeletale klasse III en de omgekeerde frontrelatie te corrigeren
De belangrijkste orthodontische problemen zijn:
(figuur 4j).
■
hypoplastische maxilla;
■
skeletale klasse III met retrusie van de
Stap 2
bovenkaak;
Na expansie van de bovenkaak is de RPE
■
kinpuntdeviatie naar links;
verwijderd, de vaste apparatuur in boven- en
■
mediaanlijnverschuiving onder naar links;
onderkaak geplaatst en een palatinale baar
■
laterale open beet links en rechts;
(TPA) geplaatst. Ook tijdens de behandeling
■
omgekeerde frontrelatie 22/12;
met vaste apparatuur is de correctie van
■
crowding onder en boven.
de skeletale klasse III gecontinueerd met intermaxillaire elastieken. Tevens is de
Het verbreden van de bovenboog en simpelweg
skeletale verankering gebruikt voor het sluiten
oplijnen van de onder- en bovenboog zal
van de open beet links en rechts.
in deze casus de omgekeerde frontrelatie
Na afronden en verwijderen van de apparatuur
vergroten. Daarom is gekozen voor het
zijn alle skeletale en dentale problemen
volgende behandeltraject.
gecorrigeerd (figuur 4k t/m 4q). Een half jaar na verwijderen van de orthodontische apparatuur zijn de botankers met lokale verdoving verwijderd (figuur 4r). Het intraorale deel DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 31
07/12/16 17:11
32 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
van het botanker kan ook simpelweg worden afgeknipt of afgeslepen om de patiënt de ingreep van het verwijderen te besparen. Tijdens de actieve orthodontische behandeling is één botanker in het onderfront losgekomen en opnieuw bevestigd. Dit is een vervelende, maar gelukkig weinig voorkomende complicatie. Hoewel er beperkte data beschikbaar zijn, scoren botankers in de literatuur goed: Hibi vermeldt een succespercentage van 93,4 voor botankers in de bovenkaak.9 Botankers in de bovenkaak zitten tevens op enige afstand van de radices van de Figuur 4j OPG na plaatsen 4 botankers en RPE (rapid palatal expander).
k
n
gebitselementen, waardoor tandverplaatsing in alle richtingen mogelijk blijft.
l
m
o
p
q
Figuur 4k-q LSP en klinische foto’s direct na afronden van de actieve orthodontische behandeling.
r
Figuur 4r Een half jaar later zijn de botankers verwijderd onder lokale verdoving.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 32
07/12/16 17:11
33
Minischroeven als tijdelijke skeletale verankering
zelfborende minischroeven is in veel gevallen
Naast de botankers zijn ook verschillende
dient liefst in de aangehechte gingiva te
minischroeven als TAD ontwikkeld:
gebeuren (figuur 5a). Om irritatie van de weke
Minischroeven hebben de volgende voordelen:
delen tot een minimum te beperken, kunnen
voorboren niet eens noodzakelijk. Plaatsing
■
eenvoudig te plaatsen;
draad en kop van de minischroef met een
■
eenvoudig te verwijderen;
dun-vloeibare composiet worden bedekt (figuur
■
geringe kosten (zeker in vergelijking met
5b en 5c). Bij voorkeur wordt de minischroef
standaardimplantaten);
direct belast (figuur 5a t/m d). Actieve krachten
■
kleine afmetingen;
vanaf skeletale verankering zijn mogelijk, maar
■
op veel plekken binnen de tandboog
er moet terdege rekening worden gehouden
toepasbaar;
met de richting (line of force): in figuur 5e is aan
direct te belasten en te gebruiken.
de linkerzijde een meer verticale component
■
actief in vergelijk met de rechterzijde; dit kan Het aanbrengen van een minischroef is
ongewenste effecten geven. Oplossing hiervoor
eenvoudig: enkel verdovingszalf volstaat
kan zijn om de minischroef als indirecte
in de meeste gevallen. Met het gebruik van
verankering te gebruiken.
a
b
c
d
Figuur 5a-d Het plaatsen en direct belasten van minischroeven in de onderkaak.
e
Figuur 5e OPG-opname waarop verschil in tractierichting zichtbaar is: links een meer verticale component ten opzichte van rechts.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 33
07/12/16 17:11
34 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
b
c
Figuur 6a-c Het mesialiseren van de 36 met een minischroef en een NiTi-coil. Irritatie van de mucosa en afstrippen van weefsel zijn zichtbaar.
a
b
c
d
e
f
g
h
Figuur 7a-h Het mesialiseren van de 36 met indirecte verankering bij agenesie van de 35; de persisterende 75 is carieus.
Minischroeven worden tussen de radices
minischroeven lager in vergelijking met
geplaatst en bij voorkeur in de zone met
botankers. Vooral de dikte van het corticale
aangehechte gingiva. Dit is tevens een van de
bot is een bepalende factor voor het succes.10
beperkingen: niet overal is voldoende ruimte
Het vermijden van weefselirritatie en van
aanwezig. Zodra een minischroef contact
frequente manipulatie van de minischroef zijn
maakt met een parodontaal ligament/wortel,
eveneens belangrijke factoren voor succes. De
zal de minischroef loskomen. Een minischroef
complicaties met minischroeven als TAD zijn
in de beweeglijke mucosa kan weefselirritatie
over het algemeen gering. Na het verloren gaan
geven en pijnlijk zijn voor de patiĂŤnt (figuur
van een minischroef kan snel en eenvoudig een
6a-c). Hoewel de literatuur hierover niet
nieuwe worden geplaatst. Minischroeven zijn
eenduidig is, ligt het succespercentage van
dan ook populair en veelbelovend.2
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 34
07/12/16 17:11
35
a
b
c
d
Figuur 8a-d LSP en klinische foto’s voor aanvang orthodontische behandeling.
CASUS 2
Het klinische voorbeeld zoals getoond in figuur 7 illustreert fraai de mogelijkheden van skeletale verankering met een minischroef. Hoofdprobleem van deze patiënte is de onregelmatige tandstand en het centrale diasteem. Tevens zijn 2 gebitselementen agenetisch: de 35 en de 15. De persisterende 75 is carieus; de radices tonen flinke wortelresorptie. Ook de persisterende 55 was mobiel na doorbraak van de 14 (figuur 7a t/m c). Na oplijnen van onder- en bovenboog is de 75 verwijderd en is een minischroef geplaatst tussen de 33 en 34 met zowel indirecte als
Figuur 8e Palatinale baar met minischroeven en NiTi-
directe verankering om de 36 en de 37 te
coils voor intrusie.
mesialiseren (figuur 7d t/m 7f). OPG-opname en klinische foto direct na afronden van de orthodontische behandeling
Door het toepassen van skeletale verankering
(7g en 7h).
is dit een gecontroleerde en voorspelbare behandeling geworden. Bij de patiënt in
Met skeletale verankering zijn behandelopties
casus 3 is met minischroeven in combinatie
mogelijk geworden die in het verleden zeer
met NiTi-coils en een palatinale baar de
lastig of onmogelijk waren. Het intruderen van
open beet gesloten door het intruderen van
gebitselementen is hiervan een goed voorbeeld.
bovenmolaren.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 35
07/12/16 17:11
36 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
f
g
h
i
j
Figuur 8f-j De open beet is na 10 maanden vrijwel gesloten; de kruisbeet is volledig gecorrigeerd.
CASUS 3
De patiĂŤnt in figuur 8 heeft een open beet in
De skeletale verankering dient aanwezig
het front in combinatie met een kruisbeet
te blijven gedurende de gehele resterende
in de zijdelingse delen (figuur 8a-d). Het
orthodontische behandeling. Met een
behandelplan is om door het intruderen van
draadligatuur kan de verankering passief
de molaren in combinatie met expansie de
worden gemaakt. Het bereikte resultaat kan
open beet te sluiten (figuur 8e).
eenvoudig ongedaan gemaakt worden, indien
Na tien maanden maakt de palatinale baar
de skeletale verankering te vroeg verwijderd
contact met de minischroeven door intrusie
wordt.
van de molaren. De open beet is gesloten (figuur 8f-8j).
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 36
07/12/16 17:11
37
Tot slot Minischroeven en botankers hebben ieder hun
Literatuur
eigen indicatie. Minischroeven zijn eenvoudiger
1. Creekmore TD, Eklund MK. The possibility of skeletal anchorage. J Clin Orthod. 1983;17:266-9. 2. Jambi S, Walsh T, Sandler J, Benson, PE, Skeggs RM, O’Brie KD. Reinforcement of anchorage during orthodontic brace treatment with implants or other surgical methods. Cochrane Database Syst Rev. 2014;19:8. 3. Higuchi KW, Slack JM. The use of titanium fixtures for intraoral anchorage to facilitate orthodontic tooth movement. Int J Oral Maxillofac Implants. 1991;6:338-44. 4. Wehrbein H, Merz BR, DiedrichP, Glatzmaier J. The use of palatal implants for orthodontic anchorage. Design and clinical application of the orthosystem. Clin Oral Implants Res. 1996;7:410-6. 5. Roberts WE, Helm FR, Marshall KL, Gongloff RK. Rigid endosseous implants for orthodontic and orthopedic anchorage. Angle Orthod. 1989;59:24756. 6. Kanomi R. Mini-implant for orthodontic anchorage. J Clin Orthod. 1997;31:763-7. 7. De Clerck HJ, Cornelis MA, Cevidanes LH, Heymann GC, Tulloch CJF. Orthopedic traction of the maxilla with miniplates: A new perspective for treatment. J Oral Maxillofac Surg. 2009;67(10):2123-9. 8. De Clerck HJ, Cevidanes LH, Baccetti T. Dentofacial effects of bone-anchored maxillary protraction: A controlled study of consecutively treated Class III patients. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2010;138(11):577-81. 9. Hibi H, Sakai K, Oda T, Hattori H, Ueda M, Sakai M. Stability of a locking plate and self-drilling screws as orthodontic skeletal anchorage in the maxilla. J Oral Maxillofac Surg. 2010;68(8):1783-7. 10. Reynders RM, Ronchi L, Bipat S. Mini-implants in orthodontics: A systematic review of the literature. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2009;135(5):564. e1-19; discussion 564-5. 11. Reynders RM, Ronchi L, Ladu L, Di Girolamo ND, De Lange J, Roberts N, Mickan S. Barriers and facilitators to the implementation of orthodontic mini-implants in clinical practice: a protocol for a systematic review and meta-analysis. Syst Rev. 2016;5:22.
aan te brengen, maar ze zijn niet overal toe te passen en kunnen vaker loskomen. Botankers hebben een hoger succespercentage; het aanbrengen en verwijderen vormt wel een grotere belasting voor de patiënt. Er is dan ook nog steeds voldoende ruimte voor verbetering, om de voorspelbaarheid te vergroten en de belasting voor de patiënt te verminderen. Hoewel er al enorme stappen zijn gezet in het inpassen van tijdelijke skeletale verankering in de orthodontische praktijk, is er nog een lange weg te gaan.11 Toch horen TAD’s,
zowel minischroeven als botankers,
nu al in iedere orthodontische praktijk een standaardonderdeel te zijn van het behandelarsenaal.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 37
07/12/16 17:11
38
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
Retentie na de orthodontische behandeling Voor- en nadelen van spalken Samenvatting De retentiefase vormt een belangrijk onderdeel van de orthodontische behandeling. Het doel is relaps te voorkomen. Zonder retentie geen stabiliteit. De historische ontwikkeling van de retentieapparatuur wordt belicht en er wordt ingegaan op de voor- en nadelen van de diverse tegenwoordig toegepaste retainers. Ook wordt de noodzaak besproken van follow-upcontroles na
K
EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
een orthodontische behandeling en bij wie de verantwoordelijkheid ligt tijdens de retentiefase.
A.M. Renkema, orthodontist, vakgroep
Inleiding
Orthodontie en Craniofaciale Biologie,
De orthodontische behandeling bestaat uit
Radboudumc, Nijmegen
een actieve en een passieve fase. Gedurende
E-mail: annemarie.renkema-padmos@
de actieve fase vindt correctie plaats van de
radboudumc.nl
afwijkende tand- en kaakstand. De daaropvolgende passieve fase – de retentiefase –
Leerdoelen
vormt een belangrijk onderdeel van de
Na het lezen van dit artikel:
orthodontische behandeling. Het doel van de
■
■
■
■
bent u globaal op de hoogte van
retentiefase is het resultaat van de actieve
de ontstaansgeschiedenis van
orthodontische behandeling te behouden.
retentieapparatuur en van de anno 2016 in
Hiertoe kunnen uitneembare en vaste
Nederland toegepaste retentieprocedures;
retainers worden toegepast, elk met hun
kent u de voor- en nadelen van diverse
eigen voor- en nadelen. Zonder retentie
orthodontische retainers;
hebben de gebitselementen de neiging
kent u de betekenis van het begrip actieve
geheel of gedeeltelijk terug te keren naar hun
retainer en bent u in staat een actieve
oorspronkelijke positie, een proces dat ook
retainer te diagnosticeren;
wel wordt aangeduid met de term ’relaps’.
weet u bij wie de verantwoordelijkheid ligt tijdens de retentiefase.
Relaps Tien tot twintig jaar na de actieve orthodon-
Trefwoorden
tische behandeling toont 40 tot 90% van de
orthodontische retentie, orthodontische
patiënten enige mate van relaps. Tot op heden
relaps, orthodontische retainer, retentiespalk,
is er geen wetenschappelijk bewijs voor het
actieve spalk
ontstaan van relaps, wel zijn er verschillende hypothesen. Er wordt verondersteld dat relaps onder meer kan ontstaan door de reorganisatie van parodontale weefsels, en krachten op de dentitie door de orofaciale musculatuur en occlusale contacten. Daarnaast kunnen ook post-puberale craniofaciale groei en ‘aging’ een rol spelen bij het ontstaan van
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 38
07/12/16 17:11
39
a
b
Figuur 1a-b (a) Band met gesoldeerde draad ter voorkoming van relaps (rotatie) van de laterale incisief. (b) Banden met daaraan gesoldeerde draad ter retentie van het front.
Figuur 2a Occlusaal aanzicht van een combinatie van
Figuur 2b Frontaal aanzicht waarbij duidelijk wordt dat
uitneembare en vaste retentie: uitneembare retainer vervaardigd uit gevulkaniseerd rubber waarmee relaps na expansie werd voorkomen, gecombineerd met een vaste retainer ter retentie van het bovenfront.
de zichtbaarheid van de banden de esthetiek niet ten goede komt.
veranderingen na de actieve orthodontische behandeling. In de Engelstalige literatuur worden de veranderingen ontstaan na de actieve orthodontische behandeling aangeduid met de term ‘post-treatment changes’. De scheidslijn tussen veranderingen door relaps en door aging is vaag. Relaps treedt relatief kort na de orthodontische behandeling op, aging treedt op bij iedereen.2 Gebitsveranderingen door aging treden ook op bij individuen die in het verleden nooit orthodontisch zijn behandeld. Terwijl er op jeugdige leeftijd sprake was van mooie tandbogen, kan er bijvoorbeeld op latere leeftijd tertiaire crowding ontstaan in het onderfront. Ter voorkoming van relaps kunnen verschillende vormen van retentie worden toegepast. Figuur 3 Occlusaal aanzicht van de originele hawley-
Hierbij dient rekening te worden gehouden
retainer, vervaardigd uit gevulkaniseerd rubber en goud.
met potentiële en verwachte veranderingen in de tandstand, en ook met de bereidheid en het vermogen van de patiënt mee te werken
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 39
07/12/16 17:11
40 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
a
b
b
c
Figuur 4a-b (a) Dieptrekplaat klaar voor gebruik.
Figuur 5a-c (a) Spalk gebandeerd op premolaar en
(b) Dieptrekplaat in situ en bijna onzichtbaar.
premolaar, vervaardigd uit rond 0,030 inch RVS-draad. (b) Spalk gebondeerd op cuspidaat en cuspidaat, vervaardigd uit rechthoekig 0,0215 × 0,027 inch RVS-draad. (c) Spalk gebondeerd op alle frontelementen vervaardigd uit 0,0195 inch Twistflex-draad.
aan de retentieprocedure. Het is van belang te weten met welke retentiestrategie het resultaat van de actieve orthodontische behandeling het beste behouden kan worden voor de lange
van de dieptrekplaat (figuur 4), die vanwege
termijn.
zijn esthetische superioriteit en eenvoudige fabricage een aantrekkelijk alternatief werd
Orthodontische retentie tot 1970
voor de retainer van Hawley.1
Het is al heel lang bekend dat er zonder retentie geen sprake kan zijn van stabiliteit.
Orthodontische retentie na 1970
Al in 1823 maakte Disarabode gewag van de
Het voornaamste nadeel van de gebandeerde
noodzaak tot retentie. Er werd gebruikgemaakt
spalk was de zichtbaarheid van de banden op
van vaste of uitneembare retainers vervaardigd
de cuspidaten of premolaren. Het jaar 1973 –
uit edelmetaal, zoals goud. Door Farrar,
toen Knierim de procedure beschreef voor het
Guilford, Case en Angle werden vervolgens
bonderen van een spalk achter het onderfront
allerlei modificaties toegepast (figuur 1). De
met behulp van de toen recent geïntroduceerde
door Angle beschreven gebandeerde retainer
etstechniek – staat symbool voor het tijdperk
was de voorloper van de in latere jaren
van de moderne orthodontische retentie.
veelvuldig toegepaste gebandeerde C-C-bar.
‘Bandloze’ retentie werd gemeengoed in de
In 1873 introduceerde Farrar een uitneembare
praktijk. In de beginperiode werden alleen
retentieplaat van gevulkaniseerd rubber
spalken ter retentie van het onderfront
waarmee relaps na expansie van de tandboog
toegepast. Deze werden gemaakt van dikke
werd voorkomen (figuur 2). De in 1919
getwijnde draden of enkelvoudig RVS-draad en
gepubliceerde modificatie van Hawley werd de
gebondeerd op beide cuspidaten. Later werden
voorloper van de wereldwijd meest toegepaste
dunne Twistflex-draden gebondeerd op alle zes
uitneembare retainer (figuur 3). Ponitz
frontelementen om het opnieuw ontstaan van
beschreef in 1971 als eerste de vervaardiging
diastemen en rotaties te voorkomen (figuur 5).
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 40
07/12/16 17:11
41
a
b
c
d
Figuur 6a-c De momenteel in Nederland meest toegepaste draadmaterialen voor spalken. (a) Rechthoekige, drievoudige getwiste en vervolgens gewalste draad, 0,016 Ă— 0,022 inch. (b) Ronde, zesvoudige coaxiale draad (5 draden getwist rond een enkelvoudige kern), 0,021 inch. (c) Rechthoekige, achtvoudige gevlochten en gewalste draad, 0,016 Ă— 0,022 inch.
Figuur 6d Ronde, drievoudige Twistflex-draad, hier getoond om het verschil aan te geven met b.
In het laatste decennium van de vorige eeuw
bewijzen is dat de ene retentiestrategie beter
heeft de grote omslag plaatsgevonden naar
is dan de andere.4 Dit gebrek aan bewijs heeft
het min of meer standaard toepassen van
ertoe geleid dat de keuze vaak wordt gebaseerd
gebondeerde retainers. In eerste instantie gold
op individuele voorkeur. Ook blijkt er sprake te
dit alleen voor de onderboog, maar gaandeweg
zijn van een grote geografische variatie.
ook voor de bovenboog. Daarbij is een veelvoud
Onlangs is een inventarisatie uitgevoerd
aan materialen op de markt gekomen, waarvan
om meer inzicht te krijgen in de retentie-
we ons moeten afvragen of ze allemaal
procedures die vandaag de dag in Nederland
doen wat ervan verwacht wordt, namelijk
worden toegepast. Meer dan de helft van
het resultaat van de actieve orthodontische
de orthodontisten plaatst in de bovenboog
behandeling behouden. In figuur 6 staan de
meestal een spalk, gecombineerd met een
momenteel meest toegepaste draden voor
uitneembaar retentieapparaat. Deze spalk
retentiespalken afgebeeld.3
is bevestigd aan alle frontelementen (13-1211-21-22-23), of enkel aan de incisieven
Orthodontische retentie anno 2016
(12-11-21-22). In de onderboog wordt meestal
Een recente Cochrane-review heeft aangetoond
alleen een spalk geplaatst en bevestigd
dat er een gebrek is aan kwalitatief hoogwaar-
aan alle frontelementen (33-32-31-41-42-
dig onderzoek, waardoor niet of moeilijk te
43), soms alleen aan de cuspidaten (33-43). DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 41
07/12/16 17:11
42 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
Voor- en nadelen van retentieapparatuur De effectiviteit van uitneembare retentieapparatuur hangt af van de gebruiker. En daarmee is meteen het grootste nadeel benoemd: de afhankelijkheid van de medewerking van de patiënt. Het is algemeen bekend dat het verkrijgen van medewerking bij het dragen van uitneembare retainers onvoorspelbaar is, zelfs als deze alleen voor ’s nachts zijn voorgeschreven. De hawleyretainer is van invloed op de spraak, en de labiale boog Figuur 7a Damon-splint.
wordt als onesthetisch ervaren. Dit geldt in veel mindere mate voor de dieptrekplaat. Zowel met de hawleyretainer als met de dieptrekplaat kan uitstekend geretineerd worden, maar het is onmogelijk er incisieven mee te retineren die tijdens de actieve behandeling zijn geëxtrudeerd. Doordat de retainers uitneembaar zijn, kan gemakkelijk geflost, geragerd of gestokerd worden, en niets staat de tandarts in de weg bij het verwijderen van tandsteen, het vervangen van een restauratie of het openen van een gebitselement voor een endo. Het dragen kan in de loop van de
Figuur 7b Spalk gebondeerd van P1 – P1 en vervaardigd
tijd vaak worden afgebouwd. Een indicatie
uit 0.0195-inch RVS twistflexdraad.
voor de toepassing van een hawleyretainer of dieptrekplaat is het in stand houden van de boogbreedte na expansie.1
Naast bovengenoemde vormen van retentie
Ook vaste retentieapparatuur heeft voor-
worden meer incidenteel nog diverse andere
en nadelen. Algemeen voordeel van vaste
retentieprocedures toegepast (figuur 7).
retainers is dat de afhankelijkheid van de
Meerdere orthodontisten gaven aan het lastig
medewerking van de patiënt grotendeels
te vinden voldoende medewerking van hun
vervalt. Spalken, vervaardigd uit een
patiënten te krijgen voor het dragen van de
enkelvoudige dikke draad, die alleen bevestigd
uitneembare retainer. Enkele orthodontisten
worden aan beide ondercuspidaten, hebben als
passen om deze reden nooit uitneembare
voordeel dat ze relatief snel te plaatsen zijn en
retainers toe. Daar staat tegenover dat er ook
voor de patiënt relatief gemakkelijk te reinigen.
enkelen zijn die in de bovenboog nooit een
De tandarts kan relatief eenvoudig tandsteen
spalk plaatsen, omdat deze veelvuldig zouden
verwijderen. Bovendien stelt de patiënt direct
losraken of breken.3
zelf vast wanneer de spalk los is. Nadeel is wel
Het merendeel van de orthodontisten is van
dat deze spalken vervolgens direct reparatie
mening dat de retentie met uitneembare
vereisen en daarmee niet vakantieproof zijn.
retainers beperkt – gemiddeld twee jaar – en
Bovendien kunnen bij toepassing van deze
met vaste retainers in principe permanent
spalken kleine onregelmatigheden ontstaan,
moet zijn. De duur van de retentieperiode is
die niet meer door iedere patiënt worden
al jaren een punt van discussie. Zachrisson
geaccepteerd.1
stelde onlangs voor alleen permanente retentie
De spalken die worden bevestigd aan alle
toe te passen bij die patiënten bij wie het echt
zes frontelementen, hebben als voordeel dat
nodig is. Zolang we niet kunnen voorspellen
ze voor een uitstekende stabiliteit zorgen,
welke behandelingsresultaten voor altijd
waarbij moet worden aangetekend dat dit
stabiel zijn, is het onmogelijk te bepalen bij
alleen geldt voor de elementen waaraan de
welke patiënten er geen noodzaak bestaat tot
draad is bevestigd (figuur 8). Het plaatsen
permanente retentie.5
van deze spalken duurt relatief langer, het
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 42
07/12/16 17:11
43
a
b
c
d
Figuur 8a-d Intraorale opnamen van een 28-jarige patiënt bij wie 14 jaar geleden – na de actieve orthodontische behandeling – Twistflex-spalken werden geplaatst. Er is sprake van tonginterpositie en een verticale gelaatsopbouw. Er werd geen uitneembare retentie toegepast.
(figuur 10). Er treedt torqueverschil op tussen de radices van buurelementen of contralaterale cupsidaten. De incidentie van het ontstaan van actieve spalken is met 3-5% (ruwe schatting) laag, maar het probleem is daarmee niet gering.1
Actieve spalken Het exacte ontstaansmechanisme van actieve spalken is niet bekend. De theorie is dat door mechanische (kauwkrachten) of elastische deflectie (de draad is niet passief geplaatst of gerepareerd) spanning in de draad Figuur 9 Retainer gebroken tussen 33 en 32 en tussen
ontstaat, met als gevolg tandverplaatsing en
32 en 31, en los bij 42. Om verdere verandering tegen te gaan werden de 33 en 32 met composiet aan elkaar verbonden. Een dergelijke stugge verbinding komt de fysiologische beweeglijkheid niet ten goede en is in de regel geen lang leven beschoren.
torqueverschil. Ook wordt er gesuggereerd dat er spanning in de spalk kan ontstaan door het ontwinden van Twistflex-draden. Actieve spalken komen vooral voor wanneer ronde, getwiste draden zijn toegepast (figuur 6b en d). Onlangs gepubliceerd onderzoek bevestigt
handhaven van een optimale mondhygiëne
dat een rechthoekige, achtvoudige gevlochten
is relatief lastiger, net als het verwijderen van
en gewalste draad beter bestand is tegen
tandsteen. Als deze spalken losraken of breken,
torsiekrachten dan een ronde, getwiste draad
merkt de patiënt dit meestal in het geheel
(figuur 6c), waarmee het advies van Zachrisson
niet op, of pas als er een gebitselement aan
om vooral een vijfvoudige coaxiale draad (5
de wandel is gegaan (figuur 9). Het grootste
draden getwist rond een enkelvoudige kern)
nadeel van spalken vervaardigd uit een dunne,
te gebruiken, wordt ondergraven. Overigens
samengestelde draad is dat ze actief kunnen
komt uit het onderzoek ook naar voren
worden, met tandverplaatsing als gevolg
dat het gemakkelijk te plaatsen kettinkje DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 43
07/12/16 17:11
44 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
a
b
c
d
Figuur 10a-d (a-b) Actieve retainer met torqueverschil tussen de beide centrale onderincisieven (linguale torque radix 31 en labiale torque radix 41). (c-d) Actieve retainer met torqueverschil tussen de beide ondercuspidaten (linguale torque radix 33 en – zij het in mindere mate – labiale torque radix 43).
a
b
Figuur 11a-b (a) Ortho-FlexTech® SS-kettinkje 0,016 × 0,039 inch (met vergroting). (b) Bond-a-Braid dead-soft RVS-draad,
achtvoudige gevlochten en gewalst, 0,011 × 0,026 inch (met vergroting).
Ortho-FlexTech® en de dead-soft draad Bond-
opnieuw te beoordelen. Soms is het wenselijk
a-Braid (beide van Reliance Orthodontic
een front opnieuw op te lijnen met gedeeltelijk
Products) evenmin goed bestand zijn tegen
vaste apparatuur of met behulp van een op
torsiekrachten en daardoor niet voldoende retineren of gemakkelijk breken (figuur 11).
een ideale set-up vervaardigde dieptrekplaat. 6
Vervolgens kan na drie tot zes maanden een
Wanneer tijdig wordt vastgesteld dat er sprake
nieuwe retentiespalk worden geplaatst.
is van een actieve retentiespalk en er direct
Het ontstaan van een gingivarecessie kan
wordt ingegrepen, zullen de nadelige gevolgen
wijzen op de aanwezigheid van een actieve
beperkt blijven (figuur 9). De spalk moet geheel
spalk (figuur 12). In de regel zal door het ortho-
of gedeeltelijk worden verwijderd. Het is
dontisch oprichten van de radices geen volledig
verstandig de situatie na een paar maanden
herstel van het defect plaatsvinden. Wel leidt
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 44
07/12/16 17:11
45
a
b
c
d
Figuur 12a-d (a-b) Situatie na het plaatsen van een spalk en debond vaste apparatuur. (c-d) Een jaar later, waarbij duidelijk torqueverschil is ontstaan tussen de rechter laterale onderincisief en de rechter ondercuspidaat (linguale torque radix 42 en labiale torque radix 43). Er is een linguale gingivarecessie ontstaan bij de 42 en een labiale gingivarecessie bij de 43.
a
b
Figuur 13a-b Actieve retainer met torqueverschil tussen beide centrale onderincisieven (forse linguale torque radix 31 en forse labiale torque radix 41) waarbij het zeer de vraag is of beide elementen voor de toekomst behouden kunnen blijven.
a
b
Figuur 14a-b Actieve retainer met torqueverschil tussen beide centrale onderincisieven (forse linguale torque radix 42 en forse labiale torque radix 43) waarbij het sterk de vraag is of beide elementen voor de toekomst behouden kunnen blijven (Met dank aan Hans Keestra, parodontoloog te Rotterdam).
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 45
07/12/16 17:11
46 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
het oprichten van de aangedane gebitselemen-
de orthodontist is geweest, heeft de tandarts
ten tot een gunstiger uitgangspositie voor het
de taak tijdens het (half)jaarlijkse periodieke
succesvol uitvoeren van parodontale plastische
mondonderzoek te controleren of de spalk(en)
chirurgie en daarmee tot een blijvend positief
goed vastzit(ten) en of de gebitssituatie stabiel
resultaat op de lange termijn.
is. Mochten er bijzonderheden zijn, dan moet de patiënt hiervan op de hoogte worden
Wanneer bij een actieve retentiespalk niets
gebracht. Zo nodig wordt contact opgenomen
wordt ondernomen, kunnen de gevolgen
met de orthodontist of wordt de patiënt naar
desastreus zijn en moet worden gevreesd
de orthodontist terugverwezen.
voor verlies van de aangedane gebitselementen (figuur 13 en 14). Dit maakt de noodzaak
Tot slot
duidelijk van follow-upcontroles na een
Tot op heden is niet bekend welke retentie-
orthodontische behandeling, die uiteindelijk
procedure wetenschappelijk het best onder-
gelijktijdig met het periodiek mondonderzoek
bouwd is en daarom de voorkeur verdient. Dit
kunnen plaatsvinden. Het is niet alleen zinvol
maakt het noodzakelijk een gestructureerde
te controleren of de retentiespalken nog goed
en waar mogelijk evidence-based richtlijn
aan alle gebitselementen bevestigd zijn, maar
voor orthodontische retentie op te stellen
het is ook belangrijk te beoordelen of het resul-
waarmee de kwaliteit van de orthodontische
taat van de orthodontische behandeling stabiel
zorg wordt geoptimaliseerd. De beroepsgroep
is, en of er ongewenste neveneffecten zijn
werkt momenteel hard aan het opstellen van
opgetreden als gevolg van een actief gewor-
meerdere richtlijnen, waaronder die voor
den retentiespalk. Het vaststellen van torque-
orthodontische retentie.
verschillen kan het beste plaatsvinden door nauwkeurige inspectie van de frontelementen vanaf incisaal. Vergelijking met mondfo-
Referenties
to’s gemaakt direct nadat de spalken werden
1. Renkema AM. Permanent retention from a longterm perspective. Academisch proefschrift. Nijmegen; 2013. ISBN 978-90-9027866-7. 2. Thilander B. Orthodontic relapse versus natural development. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2000;117:562-3. 3. Padmos JAD, Fudalej P, Renkema AM. Orthodontic retention in the Netherlands – A survey to benefit clinical practice guideline development. Eur J Orthod. 2016 Nov. Submitted. 4. Littlewood SJ, Millett DT, Doubleday B, Bearn DR, Worthington HV. Retention procedures for stabilising tooth position after treatment with orthodontic braces. Cochrane Database Systematic Reviews. 2016;1:CD002283.update 4. 5. Zachrisson BU. Multistranded wire bonded retainers: from start to success. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2015;148:724-7. 6. Arnold DT, Dalstra M, Verna C. Torque resistance of different stainless steel wires commonly used for fixed retainers in orthodontics. J Orthod. 2016;43:121-9.
geplaatst kan toegevoegde waarde hebben.
Wie is verantwoordelijk tijdens de retentiefase? De verantwoordelijkheid voor de retentiefase ligt bij de combinatie orthodontist-patiënttandarts en zeker niet alleen bij één of twee van deze drie. Het is de taak van de orthodontist (1) de patiënt/ouder(s)/ verzorger(s) vóór de behandeling te wijzen op de noodzaak van retentie en dit tegen het einde van de actieve orthodontische behandeling te herhalen, (2) bij het plaatsen van retentieapparatuur mondelinge en schriftelijke informatie te verstrekken over de toegepaste apparatuur, (3) de tandarts van de patiënt te informeren over vorm en duur van de toegepaste retentie en het tijdstip van de laatste retentiecontrole bij de orthodontist, en tot slot (4) de patiënt/ouder(s)/verzorger(s) te wijzen op hun verantwoordelijkheid. De patiënt dient zich te houden aan noodzakelijke handelingen zoals het dragen en reinigen van de retentieapparatuur, het tijdig melden van problemen met de retentieapparatuur of de dentitie aan de tandarts of orthodontist, en het nakomen van controleafspraken. Nadat de patiënt voor de laatste retentiecontrole bij
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 46
07/12/16 17:11
ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
47
De genetisch bepaalde envelop Samenvatting De genetische achtergrond van een individu bepaalt voor een groot gedeelte de ontwikkeling van de mond en daarmee van het aangezicht. Het lijkt er sterk op dat gebitselementen de vorm van het parodontium nadrukkelijk bepalen. De genetisch bepaalde envelop geniet speciale interesse in de parodontologie en de orthodontie omdat in toenemende mate blijkt dat gebitselementen alleen binnen de grenzen van deze envelop orthodontisch kunnen worden verplaatst zonder dat dit nadelige consequenties heeft. Het parodontaal ligament blijkt essentieel te zijn voor orthodontische regulatie van gebitselementen. De weerbaarheid van de gingiva neemt af bij aanwezigheid van een botdehiscentie, waardoor de kans op gingivarecessie op termijn is verhoogd. De voorbereiding van een orthodontische behandeling, waarbij de patiënt goed op de
Inleiding Veel is bekend over het parodontium
Amsterdam
rondom gebitselementen. Deze dynamische
E-mail: guidorhemrev@kvpa.nl
botstructuur staat in doorsnede als een
K
G.E. Rhemrev, parodontoloog, implantoloog, Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (kvpa),
EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET CE S
hoogte wordt gebracht van de eventuele consequenties, is daarom van groot belang.
bekisting boven op de osseale basis van
Leerdoelen
de mandibula en de maxilla en vormt de
Na het lezen van dit artikel:
behuizing van de tanden. Al eeuwenlang
■
■
■
kent u de definitie van de term ‘genetisch
wordt in de terminologie een vergelijking
bepaalde envelop’;
gemaakt tussen de ontkieming van zaden
kunt u aangeven binnen welke grenzen
in het plantenrijk en de tanden bij de mens.
gebitselementen orthodontisch kunnen
Opmerkelijk is dat de ontwikkeling van
worden gereguleerd;
tandkiem tot volwassen tand uiteindelijk de
kent u de biologische risicofactoren
vorm van het parodontium bepaalt en dus de
voor het ontstaan en de progressie van
opvulling van de mond. Daarnaast hebben
gingivarecessies.
ligging en aanhechting van de spieren van de mond veel invloed op de doorbraak en
Trefwoorden
de positie van gebitselementen. Iemands
genetische envelop, botdehiscenties,
genetische achtergrond dicteert in beginsel
gingivarecessie, orthodontie
dit ontwikkelingsproces en bepaalt daarmee het aangezicht. Omgevingsfactoren nuanceren de opbouw van het aangezicht vervolgens. Gelukkig maar, anders zouden we niet herkend worden door onze ouders.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 47
07/12/16 17:11
48 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
Ingrepen die het parodontium beïnvloeden
ze door het parodontale medium worden
Interessant wordt het als de plaats en
wortelresorptie door trauma waarbij de
de positie van de gebitselementen door
regulerende krachten te groot zijn geweest. Het
toedoen van menselijk handelen worden
parodontium is vanzelfsprekend ook een op
gemanipuleerd. In hoeverre is het van
zichzelf staande biologische unit, een medium
buitenaf mogelijk de genetisch gevormde
waarin de radices van de gebitselementen
kaak en het parodontium te versmallen, te
liggen ingebed en zijn verankerd met een
verbreden of gedeeltelijk te verplaatsen? Van
cruciaal ligament.
nature is de kaak ter plaatse van de molaren
Elementen die worden gereguleerd, vertonen
breed aangelegd en wordt hij smaller naar
aan de kant waar ze naartoe worden
het front. Interessant is de vaststelling dat
verplaatst botresorptie en aan de kant waar
het parodontium na extractie in breedte
ze vandaan worden verplaatst botappositie.
afneemt en voor een gedeelte degenereert
Dit is afhankelijk van de aanwezigheid van
naar de embryonale vorm. Het lijkt er dus
het parodontale ligament. Zonder dit ligament
op dat gebitselementen de vorm van het
treedt geen botombouw of remodelling op.
parodontium nadrukkelijk bepalen. Zonder
Elementen die ankylotisch zijn, kunnen
tanden heeft het parodontium geen rol van
namelijk niet worden gereguleerd. Het
betekenis en wordt dit door het lichaam zelf
parodontaal ligament lijkt dus essentieel voor
voor een groot gedeelte geresorbeerd. Dit geldt
orthodontische regulatie van gebitselementen.
in mindere mate voor de ossale basis van de
Dit is op grote schaal bevestigd in de
kaak. Deze blijft veelal grotendeels intact,
parodontologie. Een goed voorbeeld is de
tenzij er mucosale druk wordt opgebouwd
orthodontische regulatie van parodontaal
door bijvoorbeeld een gebitsprothese. Deze
aangetaste gebitselementen. Diepe angulaire
externe druk op de mucosa heeft een grote
defecten kunnen namelijk orthodontisch
nadelige invloed op de kaakvorm en kan
uitgevlakt worden als een element wordt
worden voorkomen met bijvoorbeeld een
geëxtrudeerd. Andersom worden angulaire
implantaatgedragen voorziening die los staat
defecten alleen maar dieper bij intrusie van
van de mucosa.
parodontaal aangetaste gebitselementen. Bij
verplaatst. Een uitzondering hierop is
te grote krachten kan de toevoer van voeding
De genetisch bepaalde envelop
naar het parodontaal ligament worden
Het parodontium, dat als een bekisting
verhinderd en sterft het af, waardoor ook
rondom de gebitselementen is gevormd, wordt
botombouw uitblijft.
vaak aangeduid als de genetisch bepaalde envelop. Binnenin deze envelop staan de
CASUS
gebitselementen. Theoretisch zou ook kunnen
Een patiënte meldt zich medio 2010 met
worden gesproken over de genetisch bepaalde
ernstige gingivarecessies in de onderkaak
tand of de genetisch bepaalde kaak, aangezien
(figuur 1). Sinds haar 19e is zij onder
alle structuren van ons lichaam genetisch
orthodontische behandeling. Klinisch zijn
zijn bepaald. Genetisch wil eigenlijk zeggen
enkele gingivarecessies zichtbaar. Vooral de
‘van tevoren bepaald’ en niet zomaar te
33 en de 43 zijn buccaal ernstig aangetast.
veranderen zonder biologische consequenties.
De gekeratiniseerde zone ontbreekt in het
De genetisch bepaalde envelop geniet speciale
onderfront vrijwel geheel.
interesse omdat in toenemende mate blijkt dat gebitselementen alleen binnen de grenzen van
Bij aanvang van de behandeling in 2007 waren
deze genetisch bepaalde envelop orthodontisch
de recessies afwezig. Dit wordt bevestigd op het
zonder nadelige consequenties kunnen worden
gipsmodel uit 2007 (figuur 2). Er was wel enige
verplaatst.
crowding, vooral in het onderfront.
Elementen kunnen vrijwel overal naartoe orthodontisch worden gereguleerd, maar geldt
Drie jaar na aanvang van de behandeling,
dit ook voor het omliggende parodontium?
in de fase van afbehandeling, zijn forse
Reguleert dat automatisch mee? Het lijkt erop
gingivarecessies duidelijk zichtbaar geworden
dat tanden op zichzelf staande biologische
(figuur 3).
units zijn: ze veranderen niet van vorm als QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 48
07/12/16 17:11
49
Figuur 1 Intakefoto.
Figuur 2 Model uit 2007.
Dit klinische beeld is aanleiding om de patiënte te verwijzen naar de parodontoloog met de vraag of een recessiebedekking zinvol is. De recessiebedekking wordt uitgesteld en de patiënte wordt verwezen naar een (andere) orthodontist voor een uitgebreid consult en eventuele vervolgbehandeling. Een tweede orthodontische behandeling is ingezet (met extractie van de eerste premolaren). Na ongeveer een jaar wordt duidelijk dat de elementen in vooral de onderkaak te ver buiten de genetisch bepaalde Figuur 3 Model uit 2010.
envelop komen te staan (figuur 4). Een tweede behandeling met extractietherapie heeft verlies van parodontale weefsels niet verder weten te voorkomen. Een uitgebreide recessiebedekking is uitgevoerd in boven- en onderkaak. Volledige bedekking was lastig haalbaar; er is een drastische verbetering bereikt in het parodontium. In de onderkaak is gebruikgemaakt van een ‘onlaytechniek’ waarbij een gekeratiniseerd transplantaat uit het verhemelte is getransplanteerd naar het receptorbed. In de bovenkaak is gebruikgemaakt van een
Figuur 4 Tussenfase van de orthodontische
‘inlaytechniek’ waarbij een gedeëpithelialiseerd
behandeling in 2011.
transplantaat is aangebracht onder een coronaalwaarts verplaatste flap (figuur 5).
Figuur 5 Twee jaar na chirurgie.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 49
07/12/16 17:11
50 ORTHODONTIE IN DE PRAKTIJK
Elementen die bijvoorbeeld door ruimtegebrek
Literatuur
gedeeltelijk buiten de genetisch bepaalde
— Andreasen JO, Andreasen FM. Root resorption following traumatic dental injuries. Proc Finn Dent Soc. 1992;88(Suppl 1):95-114. — Cardaropoli D. e.a. Intrusion of migrated incisors with infrabony defects in adult periodontal patients. Am J Orthodontics Dentofac Orthop. 2001;120:671-5. — Djeu G, Hayes C, Zawaideh S. Correlation between mandibular central incisor proclination and gingival recession during fixed appliance therapy. Angle Orthodontist. 2002;72:238-45. — Elliot JR, Bowers GM. Alveolar dehiscence and fenestration. Periodontics. 1963;1:245-8. — Joss-Vassalli I, Grebenstein C, Topouzelis N, Sculean A, Katsaros C. Orthodontic therapy and gingival recession: a systematic review. Orthod Craniofac Res. 2010;13:127-41. — Melson B, Allais D. Factors of importance for the development of dehiscences during labial movement of mandibular incisors: a retrospective study of adult orthodontic patients. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2005;127:552-61. — Pilon JJ, Kuijpers-Jagtman AM, Maltha JC. Magnitude of orthodontic forces and rate of bodily tooth movement. An experimental study. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 1996;110:16-23. — Polson A, Caton J, Polson AP, Nyman S, Novak J, Reed B. Periodontal response after tooth movement into intrabony defects. J Periodontol. 1984;55(4):197-202. — Renkema AM, Fudalej PS, Renkema A, Bronkhorst E, Katsaros C. Gingival recessions and the change of inclination of mandibular incisors during orthodontic treatment. Eur J Orthod. 2013;35(2):249-55. — Renkema AM, Fudalej PS, Renkema A, Kiekens R, Katsaros C. Development of labial gingival recessions in orthodontically treated patients. Am J Orthod Dentofacial Orthop. 2013;143:206-12.
envelop staan, vertonen dehiscenties in het alveolaire bot: de radix perforeert ter plaatse gedeeltelijk het alveolaire bot. Het parodontium zelf, met een volledig intact parodontaal ligament, hoeft daarbij niet te zijn aangetast. Uit de literatuur blijkt wel dat bij een botdehiscentie lokaal de dikte van de aangehechte mucosa of gingiva vaak wat is afgenomen. Hierdoor kan de weerbaarheid van de gingiva afnemen en de vatbaarheid voor gingivarecessie toenemen. Dit betekent niet dat lokaal de kans op een parodontale ontsteking is verhoogd. Wel kan bij een lokale ontsteking of een lokaal trauma het gingivale weefsel gemakkelijker degenereren. Een botdehiscentie met een intact parodontium kan zich door een orthodontische behandeling ook weer sluiten, zolang het gebitselement binnen de genetisch bepaalde envelop wordt gereguleerd. Andersom kan een botdehiscentie zich verder openen als het element verder buiten de envelop wordt geplaatst. Op korte termijn heeft dit weinig consequenties maar op de lange termijn moet men beducht zijn op gingivarecessies. Een goede voorbereiding van de orthodontische behandeling en informed consent van de patiënt zijn daarom van essentieel belang.
Voor de volledige literatuurlijst verwijzen wij u naar www.qualitypractice.nl.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 50
07/12/16 17:11
RĂ–NTGENRAADSELS
51
Door W.H. Schreuder, mond-, kaak- en aangezichtschirurg/oncoloog, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, AMC, Amsterdam; afdeling Hoofd-halschirurgie en Oncologie, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam onder redactie van W.E.R. Berkhout en J. de Lange
Een bij toeval ontdekte radioopaciteit ter hoogte van de ramus mandibularis links Een 66-jarige ongeruste man presenteert zich via de tandarts in verband met een bij toeval ontdekte nieuwe radio-opaciteit op het orthopantomogram ter hoogte van de ramus mandibularis links. Hij is tien jaar geleden behandeld voor een pT2aN0M0 cutaan melanoom van de wang rechts ter plaatse van de kaakhoek, waarvoor toen een re-excisie en schildwachtersklierprocedure zijn uitgevoerd. Anamnestisch Figuur 1 Het orthopantomogram van vijf jaar geleden, met multipele kleine radioopaciteiten in de regio van de rechter ramus mandibulae.
zijn er nu geen klachten. Er is geen pijn of zwelling. Hij heeft geen tandheelkundige klachten. Er zijn geen klachten die passen bij een speekselklierobstructie (koliekachtige pijnen en/ of zwellingen gerelateerd aan het eten). Er is geen doorgemaakte tuberculose of andere infectieziekte. Hij is de laatste tijd ook niet afgevallen. Bij lichamelijk lokaal onderzoek zijn er geen aanwijzingen voor een locoregionaal recidief van het melanoom. Bij intraoraal
Figuur 2 Het meest recente orthopantomogram, waarop, naast de bekende kleine radioopaciteiten in de regio van de ramus mandibularis rechts, nu ook links twee duidelijk herkenbare radio-opaciteiten in de regio van de ramus mandibularis te zien zijn.
onderzoek is er een verzorgd gerestaureerd gebit. Er zijn geen afwijkingen van het slijmvlies. Bij massage van de glandula parotis is er afvloed van helder speeksel uit de
Vragen
ductus Stenoni beiderzijds.
1. Wat is uw differentiaaldiagnose op basis van bovenstaande informatie?
Inspectie van de orofarynx laat
2. Wat is uw voorlopige werkdiagnose?
iets vergrote tonsillen links en
3. Is aanvullende beeldvorming noodzakelijk?
rechts zien. Bij palpatie van
4. Wat is de verdere behandelplanning?
de wang en hals is er geen lymfadenopathie of andere zwelling palpabel.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 51
07/12/16 17:11
52
RÖNTGENRAADSELS (antwoord)
Antwoord 1 De differentiaaldiagnose voor een dergelijke afwijking op het orthopantomogram is: fleboliet, tonsilloliet, sialoliet, gecalcificeerde lymfeklier of granuloom, maligniteit, infectieuze ziekte waaronder tertiaire syfilis, tuberculose en diepe schimmelinfecties, corpus alienum en geïsoleerde bot- of kraakbeenafwijkingen in de ramus mandibulae.
Antwoord 2 Gezien de multipele kleine, afgrensbare radio-opaciteiten ter hoogte van de mandibulaire ramus, die vooral op het eerste orthopantomogram zijn gelokaliseerd in de regio waar het dorsum van de tong de ramus kruist (glossofaryngeale ruimte), is een tonsilloliet zeer waarschijnlijk. Een fleboliet, sialoliet, of gecalcificeerde lymfeklier is echter ook nog steeds mogelijk.
Antwoord 3 Een orthopantomogram is geen geschikt diagnostisch middel voor het detecteren en diagnosticeren van een tonsilloliet. Hoewel een tonsilloliet vaak asymptomatisch is, kunnen klinische symptomen nog wel bijdragen aan de diagnose, zoals klachten van pijn en een corpusalienumgevoel, zwelling
Figuur 3 en 4 De nieuwe verdichtingen op het OPT over
van de tonsillaire fossa, odynofagie, otalgie
de ramus mandibulae links betreffen een overprojectie van de tonsilcalcificaties. Er zijn tonsilcalcificaties te zien op de CT (4× rechts; 1× links tonsillolieten); rechts meer dan links.
en halitose. Deze klachten zijn echter niet specifiek voor een tonsilloliet. Daarom kan bij een ongeruste patiënt met een maligniteit in de voorgeschiedenis worden besloten een aanvullende CT-scan te maken (figuur 3 en 4).
worden gedetecteerd, slechts een klein deel van de werkelijke tonsillaire calcificaties
Antwoord 4
representeren. De voornaamste verschillen voor
De CT toont een tonsilloliet in de linker en
de discrepantie tussen CT en orthopantomogram
rechter palatinale tonsil als verklaring voor
zijn de mate van calcificatie, de grootte van de
de radio-opaciteiten. Een tonsilloliet, ofwel
tonsilloliet en het aantal.
tonsilsteen, is een gecalcificeerde depositie
Een tonsilloliet in de palatinale tonsil kan over
van bacteriën en organisch debris in vergrote
het algemeen worden vervolgd. Alleen als
tonsillaire crypten van de palatinale tonsil.
tonsillolieten halitose of een palatinaal abces
Recidiverende tonsillitis kan het ontstaan
veroorzaken, dienen ze te worden verwijderd.
hiervan bevorderen, hoewel de exacte etiologie
Bij een oppervlakkig gelegen tonsilloliet kan dit
en pathogenese onbekend zijn. Een tonsilloliet
geschieden door enucleatie, terwijl een dieper
kan enkelvoudig, meervoudig, unilateraal of
gelegen tonsilloliet een tonsillectomie vereist.
bilateraal voorkomen. Ze worden doorgaans bij jongvolwassenen in de leeftijd 20-60 jaar en worden zelden gezien bij kinderen. De
Literatuur
detectie-rate voor een tonsilloliet is laag op het
Oda M, Kito S, Tanaka T, Nishida I, Awano S, Fujita Y, et al. Prevalence and imaging characteristics of detectable tonsilloliths on 482 pairs of consecutive CT and panoramic radiographs. BMC Oral Health. 2013;13:54-61.
orthopantomogram, maar relatief hoog wanneer CT
wordt gebruikt. Er kan dus worden gezegd dat
de tonsillolieten die op een orthopantomogram
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 52
07/12/16 17:11
Kennistoets 3 - 2016-2017 Orthodontie in de praktijk
53
K EN P QU N RA AL IS C IT TO TI Y ET C E S
KENNISTOETS
ID nummer: 273570 Door het maken van de Kennistoets ontvangt u – alleen als u lid bent van Quality Practice – een certificaat voor 3 krt-punten. Uw resultaat wordt vertrouwelijk behandeld. Leden kunnen de toets maken via de website www.qualitypractice.nl. U vindt daar de juiste antwoorden en een toelichting. Succes!
Detectie en preventie van wittevleklaesies tijdens en na orthodontische behandeling met vaste apparatuur
3.3
Welke stelling is juist?
a.
Een inactieve glazuurlaesie heeft een hard, glad en
M.W. Beerens en M.H. van der Veen, pp. 20-25
b.
3.1 Welke stelling is juist?
a en b zijn juist.
a.
a is juist en b is onjuist.
multifactorieel proces.
a is onjuist en b is juist.
Plaqueophoping door onvoldoende plaquecontrole
a en b zijn onjuist.
glanzend oppervlak. Een actieve glazuurlaesie kenmerkt zich door een zacht, dof wit, kalkachtig oppervlak, en is poreus.
b.
Het ontstaan van wittevleklaesies is een
is de belangrijkste risicofactor.
a is juist en b is onjuist.
Tijdelijke skeletale verankering in de orthodontie: TAD’s
a is onjuist en b is juist.
B.J. Polder, pp. 27-37
a en b zijn onjuist.
a en b zijn juist.
3.4 Welke stelling is juist? 3.2 Welke stelling is juist? a.
a.
Spoelen met fluoridemondspoelmiddel na de orthodontische behandeling voorkomt het
complex. b.
ontstaan van wittevleklaesies. b.
Minischroeven kunnen pas gebruikt worden na een inhelingstijd van 12 weken.
Spoelen met fluoridemondspoelmiddel tijdens
c.
de orthodontische behandeling voorkomt het ontstaan van wittevleklaesies. c.
Het plaatsen van minischroeven is lastig en
Minischroeven zijn op veel plekken binnen de tandboog toepasbaar.
d.
Spoelen met fluoridemondspoelmiddel na de
Het verwijderen van minischroeven is een belastende ingreep voor de patiënt.
orthodontische behandeling herstelt de ontstane wittevleklaesies.
3.5 Welke stelling is juist?
a is juist.
a.
b is juist.
c is juist.
Alle stellingen zijn onjuist.
Met botankers is correctie van een skeletale klasse III
b.
mogelijk.
Intrusie van gebitselementen met minischroeven is niet mogelijk.
a en b zijn juist.
a is juist en b is onjuist.
a is onjuist en b is juist.
a en b zijn onjuist.
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 53
07/12/16 17:11
54 KENNISTOETS
Retentie na de orthodontische behandeling. Voor- en nadelen van spalken
De genetisch bepaalde envelop
A.M. Renkema, pp. 38-46
3.9 Welke stelling is juist?
G.E. Rhemrev, pp. 47-50
a. 3.6 Welke stellingen zijn juist? a.
De termen ‘relaps’ en post-treatment
of meer intact. b.
c.
Een gebitsprothese voorkomt kaakresorptie.
changes’ zijn synoniem. b.
Na extractie blijft het parodontium min
Direct na het beschikbaar komen van de
a en b zijn juist.
etstechniek werden gebondeerde retainers
a is juist en b is onjuist.
standaard toegepast.
a is onjuist en b is juist.
Met hawleyretainers en dieptrekplaten kan
a en b zijn onjuist.
uitstekend geretineerd worden; het is echter onmogelijk er incisieven mee te retineren
3.10 Welke stelling is juist?
die orthodontisch geëxtrudeerd zijn.
a.
a en b zijn juist, c is onjuist.
a is juist, b en c zijn onjuist.
a is onjuist, b en c zijn juist.
a en b zijn onjuist, c is juist.
Structuren die genetisch zijn bepaald, veranderen gemakkelijk van vorm door invloeden van buitenaf.
b.
Elementen die worden gereguleerd, vertonen aan de kant waar ze naartoe worden verplaatst botappositie en aan de
3.7 Welke stellingen zijn juist? a.
b.
kant waar ze vandaan worden verplaatst botresorptie.
Voor spalken die worden vastgezet op alle frontelementen, kunnen het beste ronde
a en b zijn juist.
getwiste draden worden gebruikt.
a is juist en b is onjuist.
De incidentie van het ontstaan van actieve
a is onjuist en b is juist.
spalken is hoog en daarmee is dit een
a en b zijn onjuist.
groot probleem. c.
Het exacte ontstaansmechanisme van actieve spalken is helder: ze worden met zekerheid veroorzaakt door kauwkrachten en het niet passief plaatsen of repareren van de spalken.
Alle stellingen zijn juist.
a is onjuist, b en c zijn juist.
a en b zijn onjuist, c is juist.
Alle stellingen zijn onjuist.
3.8 Welke stellingen zijn juist? a.
Algemeen voordeel van vaste retainers is dat we voor het behoud van stabiliteit slechts beperkt afhankelijk zijn van de medewerking van de patiënt.
b.
Een patiënt in de retentiefase moet problemen met de retentieapparatuur of de dentitie tijdig melden bij de orthodontist of tandarts.
c.
Bij het vermoeden van een actieve spalk en daarmee van torqueverschillen kunnen de frontelementen het best nauwkeurige geïnspecteerd worden vanaf incisaal.
Alle stellingen zijn juist.
a en b zijn juist, c is onjuist.
a is juist, b en c zijn onjuist.
Alle stellingen zijn onjuist.
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 54
07/12/16 17:11
AGENDA
55
Themadagen Seizoen 2016/2017
Themadag 3 Orthodontie in de praktijk Moderator: Sandy van Teeseling zaterdag 28 januari 2017 (Utrecht) en zaterdag 4 februari 2017 ACTA Amsterdam Orthodontie, het verplaatsen van gebitselementen, is zo oud als de tandheelkunde. In de wetenschap is men al langer bezig om het ‘achterliggende’ biologische mechanisme van tandverplaatsing te ontrafelen. Welke ontwikkelingen zien we in de dagelijkse praktijk? Is het mogelijk tandverplaatsing te versnellen? Nog beter te doen? Is (nog) betere stabiliteit op langere termijn te realiseren? Zijn bestaande grenzen – verantwoord – te overschrijden? Daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen in orthodontische apparatuur die het leven van behandelaar én patiënt aangenamer maken. Onzichtbare beugels, skelettale verankering, superelastische draden. Ook in diagnostische hulpmiddelen gaan de ontwikkelingen snel. Behalve digitale röntgen zijn er nu mondscanners, conebeam CT en 3D-fotografie. Kortom: een thema over de huidige wetenschappelijke en technische ontwikkelingen in de orthodontie en de betekenis daarvan in de dagelijkse praktijk.
Themadag 1
Themadag 5
Lifestyle en Mondgezondheid
De praktijk van de toekomst – Bent u er klaar voor?
vond plaats: zaterdag 5 november 2016 Utrecht
Moderatoren: Frank Andriessen & David Rijkens zaterdag 13 en zaterdag 20 mei 2017 ACTA Amsterdam
Themadag 2
Acute Tandheelkunde Themadag 6
vond plaats: zaterdag 26 november en zaterdag 3 december 2016 ACTA Amsterdam
Levensloopbestendige mondzorg Moderator: dr. Claar van der Maarel-Wierink
Themadag 4
Restaureren Moderator: prof. dr. Marco Cune zaterdag 1 april en zaterdag 8 april 2017 ACTA Amsterdam
zaterdag 17 juni 2017 ACTA Amsterdam zaterdag 24 juni 2017 Utrecht
DECEMBER 2016 | NUMMER 3 | JAARGANG 12 | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | QP TANDHEELKUNDE
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 55
07/12/16 17:11
56
AGENDA
Cursussen en workshops
Datum aanvang
Naam cursus, congres, etc.
Aantal
Cursusleider
Doelgroep
dagen 20 januari 2017
Lokale anesthesie bij
Plaats waar cursus gehouden wordt
1
Jacques Baart
Tandartsen
ACTA,
Amsterdam
1
Henk Algra
Tandartsen en
ACTA,
Amsterdam
ACTA,
Amsterdam
kinderen 2 februari 2017
Kunnen en aankunnen
mondhygiënisten 17 februari en
Motivational Interviewing
2
Ellen Zwart
17 maart 2017
Tandartsen, mondhygiënisten en assistenten
17 maart 2017
De keramische kroon en
1
Martijn Moolenaar
Tandartsen
Dental Design Center, Blaricum
brug: indiceren, prepareren en cementeren 17 maart 2017
Dento-alveolaire chirurgie
1
in de algemene praktijk 30 maart 2017
Angstbeheersing in de
Jan Wolff en
1
Ad de Jongh
praktijk 11 en 12 mei 2017
Functieherstel en esthetiek
Tandartsen
ACTA,
Amsterdam
Tandartsen en
ACTA,
Amsterdam
Jacques Baart
mondhygiënisten 2
Martijn Moolenaar
Tandartsen
Dental Design Center, Blaricum
12 mei 2017
Parodontale chirurgie in de algemene praktijk
1
M. vd Zwet/
Tandartsen
ACTA,
Amsterdam
S. Bizzarro
QP TANDHEELKUNDE | WWW.QUALITYPRACTICE.NL | JAARGANG 12 | NUMMER 3 | DECEMBER 2016
QPT-Nr3_binnenwerk v4.indd 56
07/12/16 17:11
Een prachtige bestemming voor uw gouden kronen!
Doet uw praktijk mee aan het Gouden Kronen Plan?
Het nascholingsbureau van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) Wij bieden een uitgebreid programma voor het gehele tandheelkundige team. Ons programma bevat leergangen, cursusdagen, workshops en symposia. We bespreken graag de mogelijkheden voor nascholing bij u in de praktijk of op een locatie naar keuze. Heeft u vragen over ons aanbod of een specifieke cursus, neem dan contact op met een van onze cursuscoĂśrdinatoren.
In ons aanbod: 1 rali a 1
1 a
r ari l
1 i
i
i
aar 01 al lair
ir r i i
aar & 1 april a ai
1 aa
1 april 1 p r l i i i r pr par r Wilt u de gouden kronen uit uw tandartspraktijk een mooie bestemming geven? Doe dan mee met het Gouden Kronen Plan. Dan gaat de opbrengst naar het Rode Kruis Prinses Margriet Fonds en helpt u projecten te ďŹ nancieren die mensen in kwetsbare gebieden beter beschermen tegen de gevolgen van natuurrampen. Bijvoorbeeld in Mali, waar droogte en overstromingen voorkomen. Het Rode Kruis helpt families zich hier beter op voor te bereiden en de uitbraak van ziektes door vervuild drinkwater te voorkomen. Elke kroon helpt mee levens te redden.
a
l
r
p
aar
al
pra i
r
r r
Kijk op de website oor het i
r i
r
aa
mede mogelijk gemaakt door
WWW.ACTA-DE.NL ACTA Dental Education nu ook op
Meld uw praktijk aan op
www.facebook.com/actadentaleducation
Kijk op onze website voor meer informatie over onze producten en diensten. Gustav Mahlerlaan 3004, 1081 LA Amsterdam, T 020 - 5980 308, ade@acta.nl
www.rodekruis.nl/goudenkronen 425.181-02-GoudenKronen-A4-advertentie-wtk.indd 1 QPT-Nr3_cover.indd 4-6
27/06/16 15:53 2 1 -2 1
07/12/16 17:03 29-11-2 1
jaargang 12 | nummer 3 | december 2016 ACTA Dental Education | Prelum | www.qualitypractice.nl
Quality Practice Tandheelkunde 2016/2017 (3)
Orthodontie in de praktijk
Onzichtbare orthodontie. VacuĂźmgevormde apparatuur, linguale apparatuur en keramische brackets
Detectie en preventie van wittevleklaesies Tijdelijke skeletale verankering in de orthodontie: TAD’s Retentie na de orthodontische behandeling. De genetisch bepaalde envelop
QPT-Nr3_cover.indd 1-3
07/12/16 17:03