Obam Obama Obama O Oba Het
experiment
Hoop in tegenslag Uwe Becker
Met bijdragen van EsmĂŠ Cartens, Jasper Rischen en Eline van Schaik
Het Obama experiment
Het Obama experiment Hoop in tegenslag
Uwe Becker Met bijdragen van EsmĂŠ Cartens, Jasper Rischen en Eline van Schaik
Spinhuis Uitgevers
Apeldoorn - Antwerpen 2010
Uwe Becker Met bijdragen van EsmÊ Cartens, Jasper Rischen en Eline van Schaik Het Obama experiment Hoop in tegenslag 144 blz. - 21,5 cm ISBN 9789055893065 NUR 754 Š 2010 Uwe Becker & Spinhuis Uitgevers, Apeldoorn-Antwerpen Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de rechthebbende en van de uitgever. Omslagontwerp: Prezns, Marco Bolsenbroek Lay-out: Prezns, Marco Bolsenbroek Spinhuis Uitgevers Koninginnelaan 96, 7315 EB APELDOORN Somersstraat 13-15, 2018 ANTWERPEN www.spinhuis.nl info@spinhuis.nl
Inhoudsopgave
Vooraf 1 1 Inleiding 3 2 De wisselende populariteit van een onverwachte president 11 – Het oordeel van de Obama-gezinde opiniemakers 13 – Nederlandse politici over Obama: Positief, met oog voor de politieke realiteit 18 3 ‘Hoop’ en ‘verandering’ 25 – Hoop en geloof 25 – Verandering en de aantrekkingskracht van een vage visie 29 – De enkeling dient te veranderen en de gemeenschap staat centraal 34 4 Economie, het sociale vraagstuk en onderwijs 39 – Hoe de economische crisis bestrijden? 41 – Strijd tegen de ongelijkheid? 46 – Onderwijshervorming in globale context. Ook in sociale context? 52 5 ‘Hot issues’ van 2009. Gezondheidszorg en klimaat 57 – Op herhaling: van Hillarycare naar Obamacare 57 – Het klimaat, wederom het kind van de rekening 65
6 Verandering in een verlammend politiek bestel? 71 – Parlementaire versus dualistische democratie 72 – Zijn er wel politieke partijen die deze naam verdienen? 75 – Politieke ondernemers en de financiering van hun campagnes 77 – Belangengroepen, lobbyisten en think tanks 81 – Heeft de politiek, en in het bijzonder Obama, wel iets in de melk te brokkelen? 85 7 Conservatief Amerika in verzet 89 – Met god voor de ‘American Dream’ 91 – Het conservatieve media-offensief tegen Obama 97 8 Obama op het internationale toneel 103 – Guantánamo en Irak 106 – De relatie Westen – Islam en het Palestina-vraagstuk 108 – Afghanistan, Pakistan en het strategische dilemma 112 – Iran, geopolitiek en Europa 117 9 Conclusie. Obama en de heel smalle marges voor verandering. Is er nog hoop? 123 Bibliografie 132 Appendix 1 Team Obama 138 Appendix 2 Belangrijkste besluiten regering-Obama 143
Vooraf
Dit boekje over centrale aspecten van Barack Obama’s eerste jaar als Amerikaanse president is afkomstig uit de academische wereld, maar bedoeld voor een breder publiek. Het beschrijft en bediscussieert de belangrijkste ontwikkelingen van dat jaar zoals de hervorming van de gezondheidszorg en de oorlog in Afghanistan en plaatst ze in de context van de Amerikaanse politiek en samenleving. Het idee voor dit boekje werd in het voorjaar van 2009 geboren. Toen vroegen mij drie studenten of ik bachelor-scripties van hen over aan Obama gerelateerde thema’s zou willen begeleiden. In de herfst van 2008 hadden zij een studieprogramma over de Amerkaanse verkiezingen gevolgd en voordien al tijdelijk meegewerkt in Obama’s verkiezingscampagne. Het gesprek over de scripties resulteerde in het plan vanaf september en geconcentreerd vanaf november 2009 gezamenlijk aan het boekje te gaan werken. Het ontstaansproces ervan was niet altijd eenvoudig. We verzopen bijna in het dagelijks instromende nieuws en kwamen in tijdnood omdat andere taken uitliepen. Hindernissen waren boven dien een Mexicaanse griep, een amandeloperatie en een hernia. Toch is het produkt nu gereed. De drie BA-scripties zijn verwerkt in de hoofdstukken 2 (Eline van Schaik), 7 (Jasper Risschen) en 8 (Esmé Cartens). Esmé en Jasper schreven daarnaast de appendices en deden wat uitzoekwerk. Eline zorgde, aan het eind bijgestaan door Franca van Hooren, voor een goede stijl van de tekst en ondergetekende had de inhoudelijke redactie in handen. Dank voor hints en assistentie bij sommige details zijn wij verder verschuldigd aan vrienden, relaties en collega’s en aan de mensen van Spinhuis Uitgevers voor het voorbeeldige uitgeverswerk. Uwe Becker, Amsterdam, 10 januari 2010 1
1 Inleiding
Een experiment is het zeker en in meerdere opzichten: een zwarte president, een president met betrekkelijk weinig bestuurlijke ervaring en vooral een president die programmatisch linkser en idealistischer is dan de meerderheid van de Amerikanen en, zo lijkt het, zelfs de meerderheid van de Democratische leden van het Congres. Is dat vol te houden? Is er in het eerste jaar al een kloof tussen Obama’s verkiezingsprogramma en daadwerkelijk beleid ontstaan? Hoeveel verandering – Change we can believe in – is er al geweest? Kan de regering Obama het verzet van conservatief Amerika en ook vanuit bepaalde gelederen van de Democratische Partij wel aan? Hoop is er nog volop zoals de uitreiking van Nobel prijs voor de Vrede aan Obama in oktober 2009 illustreert, maar de obstakels die op zijn weg liggen zijn evenzeer duidelijk geworden. Obama’s campagne was op het eind een feest. Tegen Hillary Clinton stotterde de motor nog iets en tot laat in de voorverkiezingen zat er nog een nederlaag voor hem in, maar tegen McCain liep alles als een trein. En de bijna wereldwijde campagne voor goodwill en support, met optredens in Afrika, Azië en Europa, liep misschien nog beter. De parels van de campagne waren de toespraken met daarin de afkondiging van doelen zoals betere kansen voor iedereen, een schoner milieu, meer nationale harmonie en meer internationale samenwerking in plaats van conflict en oorlog. De centrale boodschappen zijn steeds weer: ‘Change’, ‘Hope’, ‘Yes We Can’! Overal werd Obama als een ster binnen gehaald, soms ook als een soort Messias; gewone burgers en politici van alle gedaantes adoreerden hem.
3
Het Obama experiment
De verwachtingen waren navenant: Obama zou snel de oorlog in Irak beëindigen, vruchtbare onderhandelingen met Iran en tussen Israël en Palestina op gang brengen en algemeen een internationaal klimaat van vreedzaam overleg en deëscalatie van conflicten bevorderen. Hij zou de onder Bush verstoorde Amerikaans-Europese relatie weer herstellen en leiding nemen in de bestrijding van de globale financiële en economische crisis evenals van de globale milieuproblemen. Binnenlands zou de ongelijkheid aangepakt worden, speculatiewinsten hoger belast worden en zou discriminatie vanwege huidskleur, geloof of seksuele geaardheid niet meer mogelijk moeten zijn. Er zou een ziektekostenverzeke ring voor iedereen komen, het lobbyisme en het gekonkel in ‘Was hington’ onder vuur worden genomen en de politieke en ideologi sche tegenstellingen zouden verminderd worden. Links en rechts, Democraten en Republikeinen moesten weer constructief met elkaar praten. Het moest kunnen deze veranderingen voor elkaar te krijgen, al was daarvoor, zoals Obama in zijn campagne niet vergat te benadrukken, ook de ondersteuning van de gehele achterban vereist. Was dit niet vragen om een duikvlucht en om toenemende te leurstelling in brede lagen van de bevolking en zelfs bij de actieve achterban? Sommige van Obama’s centrale doelstellingen, denk aan de gezondheidszorg, vereisen tijd en kunnen op dit moment alleen voorzichtig beoordeeld worden, maar bij andere, bijvoorbeeld de strijd tegen ‘Washington’, wordt al duidelijk dat ze zullen mislukken. Obama heeft nog veel krediet, maar zijn ‘approval rate’ is toch behoorlijk gedaald. Heel gewoon, als men naar voorgaande presi denten kijkt, maar Obama heeft de ambitie van een buitengewone president. Er is bijna altijd een zekere kloof tussen de beloftes van politici tijdens verkiezingscampagnes en de realiteit van het politieke bedrijf van na de verkiezingen. Maar hier had iemand wel heel veel hooi op zijn vork genomen, niet eens zozeer wat de concrete beleidsvoorstellen betreft, maar vooral wat betreft de algemene of, waarschijnlijk treffender uitgedrukt, vage belofte van verandering.
4
1 Inleiding
Zo is dus gemakkelijk een basis gelegd voor een bijzonder grote kloof tussen aangekondigde en gerealiseerde doelstellingen. Het internationale politieke klimaat is verbeterd en in het kader daarvan de bereidheid van staten met elkaar te praten. Het botert weer tussen Amerika en het ‘oude Europa’ (België, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Zweden), zoals Bush en zijn minister van defensie Rumsfeld dat noemden. Over het algemeen is het aanzien van de Verenigde Staten in de wereld weer gegroeid, en in zijn toespraak in Caïro op 4 juni 2009 heeft Obama misschien een basis gelegd voor meer wederzijds begrip tussen ‘het Westen’ en de Islamitische wereld. Deze ideële component is vooralsnog een enorm belangrijk aspect van Obama’s presidentschap. Dat geldt onder enig voorbehoud eveneens met betrekking tot het onderwerp klimaat waar Amerika weer aan tafel zit. Bovendien staat de gezondheids zorg in elk geval weer op de agenda van de Amerikaanse politiek en heeft het zogenaamde stimulatiepaket van 787 miljard dollar een zekere stabiliteit in de economie teruggebracht. De aanwijzingen voor een groeiende kloof tussen pretenties en daden zijn echter niet te overzien. Israël en Palestina staan onveranderd scherp tegenover elkaar, in Guantánamo zitten nog steeds gevangenen en in Afghanistan is vooralsnog nauwelijks verschil ten opzichte van het beleid van George Bush te herkennen. De hervorming van de gezondheidszorg zou wel eens, ondanks de beste wil van de regering-Obama en nadat de eerste stap nu is gedaan, op een langdurig proces met bescheiden perspectieven kunnen uitdraaien. En over concrete voorstellen tot verbetering van de kansengelijk heid in het onderwijs hoort men Obama nauwelijks nog. In de strijd tegen de milieuvervuiling en het broeikaseffect ageert de VS eerder als rem dan als inspirerende kracht en de (tijdelijke?) stabilisering van de economie heeft groeiende werkloosheid en armoede niet kunnen voorkomen. De economische crisis is meer dan alle andere thema’s een internationaal op te lossen vraagstuk. Amerika is onder Bush in het economische moeras verzonken en Obama kreeg deze crisis in de wieg van zijn presidentschap gelegd. De kiezer zullen dat over korte of lange tijd echter vergeten en Obama
5
Het Obama experiment
ervoor straffen als een duidelijke verbetering van de situatie te lang op zich laat wachten. Regeringen worden nu eenmaal vooral op de ontwikkeling van banen en inkomen afgerekend. ‘It’s the economy, stupid’, zoals Bill Clinton zei. Tot op heden is er niets terecht gekomen van de overbrugging van de, volgens Obama in zijn verkiezingscampagne, diepe kloof in de Amerikaanse bevolking en in de politiek. De sociale harmonie is zoek en de politieke kampen staan, op individuele uitzonderingen na, haaks tegenover elkaar. De zo populaire strijd tegen ‘Washington’ is een soortgelijk geval. De lobbyisten doen hun werk als altijd en enkelen van hen zijn zelfs deel gaan uitmaken van Obama’s ‘administration’. Men kan zich afvragen of Obama en zijn team niet een te naïeve kijk op de Amerikaanse samenleving en op de nationale en internationale politiek hadden toen ze met hun karwei begonnen. Hoe kan men serieus verwachten dat er harmonie mogelijk is in een land dat barst van de ongelijkheden en tegenstellingen? In geen enkel westers land zijn de rijken zo rijk als in de VS en de armen zo arm en talrijk – ook in relatieve termen. Aan de ene kant is er de onvoorstelbare weelde die van de villa’s op, om maar een plek te noemen, het New Yorkse Long Island afstraalt. De vele gated communities die ’s avonds op slot gaan en bewaakt worden door particuliere veiligheidsdiensten, de stran den die niet toegankelijk zijn omdat ze in privé-bezit zijn en de, ook internationaal gezien, topscholen en topuniversiteiten. Aan de andere kant zijn er het grote aantal daklozen, soms woonachtig in tentenkampen, de regelmatig troosteloze voorsteden – rijd eens per trein van New York naar Washington –, het, door Obama terecht aangekaarte, vaak belabberde onderwijs in de arme wijken (de be kostiging van het onderwijs is vooral de zaak van gemeenten en wijken) en de mensen die meerdere laagbetaalde banen hebben om rond te kunnen komen. Deze ongelijkheid heeft nog steeds een sterke etnisch-raciale component. De groeiende groep Aziaten doet het relatief goed, de zogenaamde Hispanics zijn vaak illegaal en onderbetaald en onder
6
1 Inleiding
aan de ladder staat nog steeds zwart Amerika. De armste staten van de VS zijn niet toevallig in het oude Zuiden te vinden, bijvoorbeeld Alabama, Louisiana, Mississippi en de Carolina’s. Beroemd en berucht zijn zwarte wijken zoals het New Yorkse Harlem, the Bronx, Queens en Southeast in Washington, waar armoede en criminaliteit samengaan en waar een groot deel van de jonge zwarte mannen in de gevangenis vandaan komt. In deze situatie moet change komen; straatwerker Obama weet dat als geen ander. Corresponderend met deze grote verschillen zijn de ideologische verschillen tussen hen die de situatie willen veranderen en hen die dat niet willen, wat leidt tot de vorming van kampen. Gedeeltelijk bestaan ze langs partijlijnen, maar partijen stellen niet veel voor in Amerika en dus moet men vooral kijken naar de polarisatie tussen ‘think tanks’, de media en de vele, vaak gepolitiseerde, religieuze gemeenschappen. Amerika is zeer godsdienstig en winnaars hebben een andere god dan verliezers – Bob Dylan zong er al in 1963 over (With God on Our Side). Conservatieve versus progressieve standpunten in levensbe schouwelijke vraagstukken zoals abortus en tolerantie tegenover minderheden zijn eveneens in hoge mate godsdienstig bepaald. De Christian majority van veelal evangelisten was – al is ze nominaal geen meerderheid – een belangrijke steun voor de dominantie van de Republikeinen van 1980 tot 2006/2008, alleen onderbroken door de jaren 1992-1994 toen er én een Democratische president én een Democratische meerderheid in het Congres was. Met de Democratische meerderheid sinds 2006 en met Obama’s verkiezing tot president is de beurt aan gematigde Christenen en seculieren. Dat leidt opnieuw tot polarisatie, de tegenkrachten zijn al gemobiliseerd. Deze polarisatie is duidelijk te bespeuren in de media, op TV vooral door Fox, op de radio door Rush Limbaugh en op talloze conservatieve websites en in kranten. Net als in de verkiezingscampagne wordt Obama afgeschilderd als socialist en heiden of moslim. Boeken als de bestseller The Culture of Corrup tion. Obama and his Team of Tax Cheats, Crooks and Cronies van Michelle Malkin doen het hunne.
7
Het Obama experiment
Het Amerikaanse politieke systeem is ander een obstakel op de weg naar verandering, vooral voor wie grote verandering wil. De presi dent en zijn kabinet regeren niet alleen maar samen – althans in de binnenlandse politiek – met vijftig staten en gedeeltelijk ook samen met de gemeenten. In de Amerikaanse federatie hebben zowel staten als gemeenten een hoge mate van autonomie op allerlei gebieden. Daarnaast is het politieke bestel een trias politi ca met een belangrijke positie voor het constitutionele hof en is de relatie tussen parlement en regering dualistisch. Het Huis van Afgevaardigden en de Senaat (samen vormen zij het Congres) kunnen door hun veto de voornemens van de regering blokkeren en de president kan omgekeerd door zijn veto de parlementaire wetge ving stilzetten. De Senaat heeft bovendien een zelfstandige rol in de buitenlandse politiek en zoals gezegd zijn politieke partijen niet te vergelijken met partijen zoals we die in Europa kennen. De leden van Huis en Senaat kunnen zeer individualistisch optreden. De Clintons hebben dat ervaren toen hun voorstel tot hervorming van de gezondheidszorg het ondanks de Democratische meerderheid in het Congres niet haalde. Het individualisme van parlementariërs is één aspect van een politiek bestel dat in het geheel sterke individualistische trekken heeft. Niet alleen partijen stellen niet zoveel voor; hetzelfde geldt voor vakbonden en ondernemersverenigingen. Overal is er, net als op kerkelijk gebied, een groter aantal van organisaties en grassroots bewegingen die afzonderlijk of ook in wisselende bondgenootschappen actief zijn en actie voeren. Lobbyisten die namens deze organisaties en bewegingen maar ook namens individuele bedrijven optreden (en door hen betaald worden) zijn niets dan het toppunt van dit individualisme, dat sterk geworteld is in de Amerikaanse maatschappij. Tegelijk is het een reflectie van de commercialisering van de politiek. Lobbyen is een service en dus is het heel normaal dat in 2009 allerlei lobbyisten van bijvoorbeeld verzekeringsmaat schappijen en de farmaceutische industrie zich inzetten om hervorming van de gezondheidszorg te voorkomen. Wie tegen het lobbyisme ten strijde wil trekken moet het gehele politieke indivi
8
1 Inleiding
dualisme en het politieke spel waarin parlementariërs, ‘think tanks’, activisten en lobbyisten om invloed strijden, willen afschaffen. Zal Obama’s team zo naïef zijn geweest dit niet te weten, net zomin als het onbekend is geweest met de grote tegenstellingen in de Amerikaanse samenleving en de checks and balances in het po litieke bestel? Heeft men uit electoraal opportunisme bewust het risico genomen grote woorden in de mond te nemen en daarmee verwachtingen te kweken die niet of alleen heel moeilijk realiseerbaar zijn? Is Obama misschien alleen iemand van woorden, van symboolpolitiek en minder van daden? Hillary Clinton zei het al tijdens de voorverkiezingen en tegenstanders van Obama herhalen het nu keer op keer. Is hij permanent op campagne zoals Richard Cohen in The Washington Post van 29 september 2009 schreef? ‘The election is over, but the campaign goes on and on.’ We zullen zien. Thematische aspecten die in de eerste hoofdstuk ken aan de orde komen zijn symboolpolitiek, Obama’s plannen en ideeën en zijn grote, maar recentelijk toch afkalvende steun onder bepaalde bevolkingsgroepen, vooral onder jongere, goed opge leide Amerikanen, maar ook onder Nederlandse politici. Daarnaast kijken we terug op een aantal van Obama’s speeches en zijn boeken en komt hij zo ook zelf aan het woord. Andere thema’s die aan bod komen zijn een uitwerking van de in deze inleiding aangestipte punten: de veranderingen die Obama’s regering in de internationale politiek heeft bewerkstelligd, de poging de gezondheidszorg en het onderwijs te hervormen en eindelijk eens serieus klimaatbeleid te gaan voeren, de hindernissen die in de VS voor daadwerkelijke verandering op deze terreinen overwonnen moeten worden, de haast onmogelijke realisering van de voornemens het lobbyisme in te perken en bruggen te slaan tussen de kampen in de Amerikaanse politiek. De sociale structuur van het land, de opvattingen van de mensen en het politiek bestel komen in dit verband aan de orde. Ook zal er aandacht worden besteed aan de krachten die Obama in het politieke en ideologische spel tegenwerken. Dit laatste is een bijzonder aspect omdat het ook van invloed is op het schrijven van dit boek. Berichten in de media, met name
9
Het Obama experiment
gedrukte media, zijn een belangrijke bron daarvoor. Helaas moeten we echter constateren dat Amerikaanse media veelal zeer partijdig zijn. Soms zijn ze neutraal, maar soms ook dermate links of, in het geval van het front tégen Obama, rechts dat met de waarheid een loopje wordt genomen. Zo worden bepaalde uitspraken van Obama, van zijn staf of zijn vrouw Michelle in de wereld geholpen die verzonnen of verdraaid zijn. Deze uitspraken gaan een eigen leven leiden en worden soms zeer krachtig en hardnekkig. Of is het juist zo dat de linkse pers deze uitspraken met de mantel der liefde bedekt? Als auteur van een boek van het soort dat wij hebben geschreven moet men daarom bij heel veel uitspraken eerst driedubbel controleren of een aan iemand toegeschreven uitspraak echt werd gedaan. Tot slot willen graag vermelden dat dit boek gedragen wordt door sympathie voor de doelstelling van Obama om een aantal zaken fundamenteel aan te pakken, maar tegelijk door het streven een kritische evaluatie te presenteren en verwachtingen in een realistisch perspectief te plaatsen.
10