Kracht van knopen en verbindinge

Page 1

Kracht van Oost II

De Kracht van Knopen en Netwerken C

T P E C ON

DeZwarteHond concept 16 september 2020


Europa Centraal - Non-daily systems - ABC / Amsterdam Brussels Cologne - IJsselstad - Cirkellijn

Vernieuwing Centraal - Economische vernieuwing & innovatie

Verbindingen Centraal - Het eind van ‘verder = beter’ is nabij - Station Centraal - Ritmes van stad en regio: Daily en Non-daily systems

proloog

55

39

29

17

5

De Kracht van Knopen en Netwerken

Mens Centraal - Kansengelijkheid

3


4

This is your hometown This is your hometown This is your hometown This is your hometown”

I was eight years old And running with a dime in my hand To the bus stop to pick Up a paper for my old man I’d sit on his lap in that big old Buick And steer as we drove through town He’d tousle my hair And say, “son, take a good look around”

Last night me and Kate we laid in bed Talking about getting out Packing up our bags, maybe heading south I’m thirty-five, we got a boy of our own now Last night I sat him up behind the wheel And said, “son, take a good look around This is your hometown”

To your hometown To your hometown To your hometown To your hometown”

Now Main Street’s whitewashed windows And vacant stores Seems like there ain’t nobody Wants to come down here no more They’re closing down the textile mill Across the railroad tracks Foreman says, “these jobs are going, boys And they ain’t coming back

Bruce Spingsteen My Hometown

In ‘65 tension was running high At my high school There was a lot of fights Between the black and white There was nothing you could do Two cars at a light on a Saturday night In the back seat there was a gun Words were passed in a shotgun blast Troubled times had come To my hometown To my hometown To my hometown To my hometown

- proloog Casus ‘My Hometown’ Hengelo Hoe het niet moet

5


6

Groei & bloei

C.T. Stork richtte als 13 jarige het bedrijf Stork op en vestigde zijn fabrieken op het kruispunt van spoorlijnen in Hengelo.

7


8

Ten zuiden van het station en zijn fabrieken werd het eerste tuindorp van Nederland gebouwd. Directie en arbeiders woonden er naast elkaar.

9


10

Stagnatie & neergang Als gevolg van gemeentelijk beleid ging eerst de binnenstad kapot en nu het economisch hart.

11


12

Stagnatie & neergang VDL heeft de kans gekregen om als nietlogistiek bedrijf zich te vestigen op Almelo XL, daarmee laat het een gat achter in het Hengelose centrum, pal naast het station, te midden van industrieel erfgoed. Kortetermijngewin. Op lange termijn en grote schaal kwetsbaar en een hard gelach.

13


14

2000 79.751 inwoners

Kanibalisme: in 20 jaar tijd was er nauwelijks inwonersgroei, maar er vonden wel enorme stadsuitbreidingen plaats. Een verdunning van kwaliteiten en draagvlak. Terwijl er in de stad volop ruimte was.

2020 80.593 inwoners

15


16

Verbindingen Centraal

- Het eind van ‘verder = beter’ is nabij - Station Centraal - Ritmes van stad en regio: Daily en Non-daily systems

17


18

De Cruijffiaanse wijsheid gold echter ook al voor het coronatijdperk, blijkt uit onderzoek1. Dat zit zo. Hoe meer inwoners en banen binnen fietsafstand (3 kilometer), des te minder kilometers maakt een Nederlander dagelijks. Een inwoner van Hengelo reist dus meer dan een Hagenees en minder dan een iemand uit Heerde. Omdat tripjes in de stad korter zijn, wordt hier ook meer gelopen en gefietst. Maar da’s logisch. Want waarom zou je nog in de auto of trein springen, als alles wat je nodig hebt, al om de hoek te vinden is? Of dat nu een baan, opleiding, winkels, zorg, cultuur of frisse neus is. Dat doe je alleen als dat wat van ver komt daadwerkelijk de reis waard is.

Johan Cruijff had het kunnen bedenken: hoe meer keuze om de hoek, des te minder reden om verder te kijken. Steeds meer mensen raken hiervan bewust, in deze bizarre coronatijd. Nu we zo veel mogelijk thuis blijven, ontdekken velen de kwaliteiten van de directe woonomgeving. Tijdens ommetjes ontdekken we het groen om de hoek. Een goede buur blijkt liever, dan die verre vriend. Nu lokale ondernemers dreigen te verdwijnen zien we pas hun waarde.

Het einde van ‘verder=beter’ is nabij

Het zal wellicht verrassen maar dit geldt ook voor Oost-Nederland. Binnen tien minuten fietsen van een station vind je ruim driekwart van de banen en meer dan tweederde van de inwoners van Oost-Nederland. Brabant is bijvoorbeeld veel verspreider en slechter per OV ontsloten. Oost-Nederland kenmerkt zich door een tamelijk compacte verstedelijking. En vrijwel alle grote steden en kernen zijn verbonden met een station. De landschappen blijven daarmee ook veel opener dan elders. Dat vormt een kenmerkend onderscheid en een bijzondere kwaliteit van dit landsdeel.

Stel daarom het station centraal in sociaal en economisch beleid. Dat zit zo. Stationsgebieden zijn de beste multimodaal bereikbare gebieden in een regio. Voor zowel dagelijks als niet-dagelijks gebruik. Op deze plekken kan een ieder met zijn favoriete vervoersmiddel komen. Of je nu te jong, te oud, te ziek of te arm bent om auto te rijden of juist graag met de auto komt. Elke dag of slechts voor een paar keer.

Station Centraal

Maar decennialang subsidieerden we als maatschappij dat verder altijd beter was. Door middel van het reiskostenforfait en grootse infra investeringen gingen we steeds verder van ons werk wonen. In 19852 woonde de gemiddelde Nederlander nog 11,7 km van zijn werk. Inmiddels is dat opgelopen tot ruim 22 kilometer3. Een afstand die (uitzonderingen daargelaten) niet dagelijks te fietsen is. Het einde van ‘verder = beter’ is nabij.

1 ) https://www.studiobereikbaar.nl/assets/uploads/2020/02/StudioPlaats-uitleg.pdf 2) https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=2046&m=1422883031&action=file%2Edownload 3) https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/32/bijna-4-op-de-10-werkt-en-woont-in-dezelfde-gemeente

19


20

OOST-NEDERLAND Regionale spreiding, lokale concentratie

Ruim driekwart van de banen en meer dan tweederde van de inwoners van Oost NL woont binnen 10 minuten fietsen van een station. Brabant is bijvoorbeeld veel verspreider en slechter per OV ontsloten. Stationsgebieden zijn bovendien dé plekken waar daily & non-daily systems elkaar het makkelijkste treffen.

bron: kaart NOVI (2020)

21


hun familie in de Randstad kon wonen.

Langzaam verkeer

KNOOP

Langzaam verkeer Aanwezigheid OV-fiets, Aanwezigheid ov-fiets, spoorwegovergangen en spoorwegovergangen en fietsparkeervoorzieningen, fijnmazigheid netwerk fietsparkeervoorzieningen, binnen netwerk 300 meter fijnmazigheid binnen 300 meter

aus komen – m voor elk een betere OV-verbinding cruciaal is? Waarom elt Rick ten • Danone koos voor de Uithof zodat haar management met eestgedruis

• ASML medewerkers mogen, zoals bij meer multionder nationals, niet zelf rijden na een intercontinentale vlucht. eniging

• Internationale werknemers zijn wettelijk verplicht een oor deNederlands analyse rijbewijs te halen voor ze hier mogen rijden. vervoer Openbaar

Aanwezigheid, frequentie en

owel• naar de van de Universiteit Maastricht en Hogeschool Studenten richtingen van ov-modaliteiten Openbaar vervoer Aanwezigheid, frequentie en e functies de nauwelijks stage bij Chemelot omdat de OVZuydin lopen richtingen van OV-modaliteiten verbinding eeuwig duurt. • Van een universiteit is 40-50% ondersteunend personeel. oriented • Niet iedereen hoeft met het OV, maar het is een essentieel onderdeel van een veerkrachtige en inclusieve ontwikkeling. Bovendien milieuvriendelijk.

Auto

Auto Aanwezigheid van snelweg-

afslagen, regionale wegen en Aanwezigheid van snelwegen, snelwegafslagen, Station Centraal parkeervoorzieningen Stel stations centraal in het economische en sociaal regionale wegen en parkeervoorzieningen beleid als de best multimodaal bereikbare plekken van een regio. Voor iedereen dus. En maak ze veel meer dan efficiënte overstapmachines: prettige (verblijfs-)plekken

r – mede door etgangers en

22

om te werken, te studeren en elkaar te ontmoeten. n Doeschate: rieur Rijksnetdaar met rela-

Nabijheid

Intensiteit van gebruik in de

en we

Dichth bezoe

Inte

Nabijheid ten opzichte van het totaal Intensiteit van gebruik in de eerste 300 meter ten opzichte van het totaal

PLAATS

Intensiteit Dichtheid inwoners, werknemers, bezoekers

Menging

Menging Verhouding inwoners en werknemers per ha. Verhouding inwoners

23


24

Observaties op basis van onderzoeken Tordoir en Meijers Oost-Nederland bestaat uit compacte stedelijke centra te midden van aantrekkelijke landschappen. Waarvan een deel gentrificeert door de vestiging van westerlingen. Het landelijk gebied werkt in de stad. Stedelijke centra pendelen naar grotere steden. Westelijk van de IJssel wordt sterker afhankelijk van de Randstad. Oostelijk van de IJssel staat meer op zichzelf.

Dominante pendelrichting

25


26

Vernieuwing Centraal

- Economische vernieuwing & innovatie

27


Amsterdam - Brussels - Cologne

ABC

arbeidsmarkt - woonmarkt- voorzieningenmarkt

Daily Urban System

Regio

concentratie van gespecialiseerde functies

Campus, centrum, cluster, (woonwijk)

Centrum

Netwerkkracht: gebalanceerde voordelen van concentratie op drie schaalniveaus

Hoe zo veel mogelijk mensen elkaar op een prettige en eenvoudige manier kunnen ontmoeten

29

zakelijke voorzieningen, gespecialiseerde opleidingen, afzetmarkt, distributie & logistieke systemen internationale verbindingen

28


30

Economische vernieuwing & innovatie Hoe ontstaat vernieuwing? Wat is er van belang voor vernieuwing? Structurele economische innovatie ontstaat op plekken waar een kritische massa van mensen die in elkaars nabijheid werken aan min of meer hetzelfde thema. Denk aan het overbekende Silicon Valley of in Nederland aan het Westland voor tuinbouw of de regio Eindhoven voor High-Tech. Vaak vormen clusters of ‘campussen’ de brandpunten van een regionale economische specialisatie. Op deze plekken komt de veel geroemde ‘triplehelix’ tot een ruimtelijke expressie. De WUR-campus in Wageningen is hier een mooi voorbeeld van. De universiteit vormt de magneet waar de andere organisaties zich omheen georganiseerd hebben. Van onderzoeksinstituut tot HBO-opleiding, van start-up tot R&D-afdeling van een multinational. Hier werken veel mensen met verschillende achtergronden aan min of meer hetzelfde thema (in dit geval Food). Als ondernemer, onderzoeker of student. De frequente onderlinge ontmoetingen en uitwisselingen leiden tot vruchtbare kruisbestuiving. Hiervan profiteren niet alleen de partijen op de campus zelf, ook partijen elders uit de regio hebben voordeel van deze verhoogde uitwisselingen. Geen Silicon Valley zonder Stanford University. En voor mensen van buiten die contact zoeken is het ook een makkelijk en herkenbaar adres. De campus als antwoord op Henry Kissingers probleem: “Who do I call when I call Europe?”

31


32

‘Denk’-clusters

Potentiële ‘Doe’-clusters

33


34

Deze triple-helix-verbanden blijken vaak gelaagd te zijn. Neem het onderwijs. Het WO leidt wereldburgers op voor het oplossen van wereldvraagstukken. Wetenschappelijke kennis met universele waarheid en wetmatigheden. Het HBO leidt vooral mensen uit de regio op voor werkgelegenheid in diezelfde regio. Het past wetenschappelijke kennis toe in de praktijk. Via stageplaatsen komt het matig georganiseerde MKB ook in aanraking met nieuwe toepassingen van wetenschappelijk onderzoek. Het MBO leidt lokaal vakmensen op voor lokale werkgevers. Verschillende onderwijsniveaus hebben elk een verschillende oriëntatie op de buitenwereld. Ook het bedrijfsleven kent deze gelaagdheid: de belangen van een multinational zijn niet beperkt tot een regio, maar kunnen daar wel grote invloed op uitoefenen, bijvoorbeeld door een besluit van het hoofdkantoor een vestiging te openen of te sluiten. Het MKB is vaak heel regionaal georiënteerd, het personeel komt uit de regio. Al kunnen onderdelen van de keten of hun ecosysteem de hele wereld omvatten. Idealiter ontwikkelt elke regio een onderscheidend economisch profiel, dat complementair is aan buurregio’s en van toegevoegde waarde voor Nederland. In dit profiel vormen, naast een brede basis, enkele onderscheidende thema’s een cruciale rol. Deze specialisaties bieden de kans om als regio te excelleren. Daarvoor is wel een zekere kritische massa voorwaardelijk. Binnen die kritische massa van een regio helpt het als er zich brandpunten ontwikkelen waar deze specialisatie tot een fysieke concentratie komt. Dit is een ideale plek voor uitwisseling, voor verwachte en onverwachte ontmoetingen. Noem dit een campus of innovatiedistrict zoals je wil. De gespecialiseerde kritische massa in een regio bestaat bij voorkeur uit de verschillende gelaagde elementen van de triple-helix: bedrijven in groot en klein en onderzoeks- en opleidingsinstituten van praktisch tot wetenschappelijk. Het helpt daarbij om het brandpunt (de ‘campus’) te ontwikkelen op een stationslocatie. Omdat dit goed bereikbare plekken zijn voor zowel dagelijkse als niet-dagelijkse verbindingen. Dagelijkse netwerken zijn van belang voor werknemers en andere intensieve relaties. Niet-dagelijkse netwerken zijn essentieel voor vers bloed, nieuwe ideeën, afzetmarkt, toeleveranciers. Het levert de nodige impulsen voor vernieuwing en veerkracht en daarmee voor economische volhoudbaarheid.

Campus van de Wageningen Universiteit Research center:

een voorbeeld van een fysieke verschijningsvorm van een gelaagde Triple Helix

35


36

Europa Centraal

- Non-daily systems - ABC / Amsterdam Brussels Cologne - IJsselstad - Cirkellijn

37


38

Dominante functie

Dominante groep

Dominante schaal

Woon > werk, school, voorzieningen

Generiek

Massa, meerderheid Gemiddelde werknemer, scholier, huishouden

Regio

‘DAILY’

Vers bloed en frisse ideeën van buiten Congressen, zakelijke afspraken, internationale verbindingen, opleidingen, etc. Uitjes: cultureel en recreatief Vrienden en familie

Specifiek

Een kleine groep van ‘unieke specialisten’, kenniswerkers en ‘elite’ gebruikt dit systeem wel dagelijks

Nederland en ABC

‘NON-DAILY’

39


40

Non-daily systems De niet-dagelijkse systemen zijn minder frequent en spelen zich af op een hoger schaalniveau. Tussen de regio’s van Oost-Nederland en daarbuiten. Hoewel het niet om hele dikke stromen gaat zijn ze wel van cruciaal belang voor het economische succes van Oost-Nederland. Goede uitwisselingsmogelijkheden tussen een regio en de rest van de wereld zorgen voor vers bloed (personeel) en verse ideeën (innovatie). Ook als onderdeel van de productieketen is het essentieel om buiten de regio te kijken (voor afzetmarkt, toeleveranciers, werven van personeel van gespecialiseerde opleidingen elders, geavanceerde dienstverlening enzovoort). De autoverbindingen in Oost-Nederland zijn reeds op orde. Een verbreding hiervan leidt louter tot het uitdijen van het daily-system: meer mensen gaan verder weg van hun werk wonen. Met louter grotere pieken in de ochtend- en avondspits tot gevolg. Daar wordt Oost-Nederland niet beter van. Je hebt immers meer massa nodig om te kunnen profiteren van agglomeratievoordelen. Maar daarbij gaat het om meer vissen en niet per se om een grotere vijver. Deze massa kan je ook en beter organiseren door lokale concentraties te stimuleren (in hogere dichtheden) in een hecht regionaal netwerk in plaats van mensen over een steeds groter territorium te verspreiden door wegverbredingen en steeds langere intercities. Het optimum in onze ogen is om concentraties te bevorderen op de best bereikbare plekken in een regio. Plekken die zowel goed in het daily-system van een regio zijn gepositioneerd als dat ze goed verbonden zijn met de rest van Nederland en omgeving. Plekken die voor allerlei soorten mensen met alle vervoersvormen goed te bereiken zijn. Dat zijn stationsgebieden.

Het is overigens helemaal niet erg als een relatief kleine groep (noem het de elite bestaande uit o.a. unieke talenten en hoogopgeleiden), het non-daily system gebruikt als daily-system. Door dagelijks over grote afstanden te pendelen. Zij zorgt op die manier voor frisse ideeën en vers bloed. Dit wordt problematisch als grote groepen (zeg >10% van je arbeidsmarkt) dat doen. Deze ‘elite’ / kleine groep bestaat veelal uit hoogopgeleiden, maar zeker niet alleen. De verbindingen zijn ook van belang voor ‘overstappers’; mensen die een stap van elders naar Oost-Nederland willen maken (of andersom) en dat eerst een tijdje uitproberen door heen-en-weer te pendelen.

Fysiek kenmerkt een vervoersnetwerk voor een daily-system zich door een grote capaciteit om pieken in de spits te kunnen accommoderen. Voor het non-daily system hoeft de piekcapaciteit helemaal niet groot te zijn, maar is een doorlopende frequentie of beschikbaarheid (ook ’s avonds laat en in het weekend) van belang. . Zo kan er gestuurd worden hoe het netwerk gebruikt wordt.

De daily en de non-daily systems zijn te lezen als respectievelijk de Local buzz & Global pipelines.

bron: Maskell, Bathelt en Malmberg (2002)

41


42

ABC is de grootste economische en bevolkingsconcentratie binnen de EU. Intern is ABC behoorlijk verspreid. Keulen is het grootste centrum met nog geen miljoen inwoners.

43


44

ABC Waar de regio de basis voor het daily-system vormt, lijkt Nederland de basis te vormen voor de context van de regio; voor het non-daily system. Maar eigenlijk is dat nog niet groot genoeg. Zeker niet voor een grensregio als Oost-Nederland. Kijken we verder dan zien we dat de delta van Rijn, Maas en Schelde het vruchtbare economische hart van de Europese Unie vormt. Dit ABC (Amsterdam-Brussels-Cologne) heeft ruim 50 miljoen inwoners en wordt gevormd door Nederland tezamen met België, Nord-Rhein-Westfalen, Luxemburg en Nord-Pas-de-Calais. Hier wordt op 3% van het grondgebied van de EU door 10% van de EUbevolking ruim 13% van het GDP van de EU verdiend. Vanuit ABC liggen de belangrijkste verbindingen van de EU met de rest van de wereld (Schiphol en Düsseldorf Airport en de havens van Rotterdam en Antwerpen) en wordt het continent bestuurt en gecoördineerd (Brussel: EU en NAVO). ABC bestaat uit overlappende daily-systems: de regio’s. Die regio’s maken gebruik van elkaars kwaliteiten op een niet-dagelijkse frequentie. Voor een studie voor dochter of zoon, een intercontinentale vlucht, een congres, wedstrijd, concert of tentoonstelling en een weekendje er helemaal even uit. De verschillende regio’s binnen ABC vullen elkaar aan en verrijken elkaar. Des te meer regio’s zich van elkaar onderscheiden, des te meer bieden ze een herkenbaar veilig thuis voor haar inwoners. Tegelijkertijd biedt het rijke palet van diverse regio’s de reislustigen, kosmopolieten en avonturiers een mer à boire.

45


46

Stedelijk netwerk IJsselstad De ruggengraat van Oost-Nederland lijkt te worden gevormd door de Hanzesteden langs de IJssel. Van Kampen tot Arnhem. Nijmegen is hier eventueel ook nog aan te koppelen, al ligt dat niet aan de IJssel en is het van nature meer op Brabant gericht. De zeven gemeenten Kampen, Zwolle, Apeldoorn, Deventer, Zutphen, Arnhem en Nijmegen vertegenwoordigen meer dan een kwart van de inwoners en van de werkgelegenheid van Oost-Nederland. Als je de bijbehorende (corop) regios bekijkt betreft dit zelfs meer dan 60% van de inwoners en van de werkgelegenheid van Oost-Nederland. Ze liggen centraal in het landsdeel en hebben de beste verbindingen met de grote economische centra en bevolkingsconcentraties in Noordwest-Europa. Deze zeven kunnen uitgroeien tot een sterk stedelijk netwerk dat we IJsselstad noemen. Het is het antwoord van Oost-Nederland op Brabantstad (en de veel grotere broer de Randstad). Binnen dat netwerk kan elk van de steden werken aan het verder uitbouwen van haar eigen onderscheidende profiel. Zie de bijlage voor een eerste voorzet hiervan voor een aantal van deze steden. Het vergroten van de samenhang in IJsselstad kan het beste worden nagestreefd door: 1. De woningbouw en werkgelegenheidsontwikkeling zo veel als mogelijk te concentreren op goede OV-locaties binnen deze steden. Zodat nieuwe ontwikkelingen de stadscentra een impuls geven en er wordt voortgebouwd op maatschappelijke investeringen uit het verleden. 2. Daarnaast kunnen nieuwe ontwikkelingen ook bijdragen aan het beter ontsluiten van bestaande wijken, door het vergroten van het draagvlak voor OV- en fietsinvesteringen. 3. Mochten bovenste twee punten onvoldoende ruimte bieden dan kan eventueel nog gekeken worden naar de reeds goed bereikbare stationsgebieden buiten de steden. Denk aan stations in de kleinere kernen.

Observaties Zutphen suburbaniseert Werk concentreert zich langs de (Oude) IJssel en in Twente

47


48

De grootste risico’s van IJsselstad zijn, in onze ogen: • De naïeve wens om IJsselstad tot één daily system te willen ontwikkelen, door stevig te investeren in onderlinge verbindingen voor het daily-system. Dit verzwakt de sociale basis en kansengelijkheid van Oost-Nederland (zie volgende hoofdstuk Mens Centraal). Het is goed om te beseffen dat Brabantstad en de Randstad beiden ook géén daily-system zijn, maar uit in verschillende deels overlappende daily-systems bestaan. • Stadsuitbreidingen in het landschap. Die verzwakken juist de steden en schaden een van de belangrijkste vestigingskwaliteiten; het landschap en de nabijheid daarvan. Een florerende en goed functionerende IJsselstad (in balans) is ook goed voor Twente, de Achterhoek, de Veluwe en Betuwe. Omdat een stedelijk netwerk meer hoogwaardige voorzieningen, werkgelegenheid en externe verbindingen kan onderhouden dan een losse verzameling van stadjes en steden dat kan. Het geeft de andere regio’s in Oost-Nederland ook de ruimte zich te richten op die sterke aspecten waarin zij zich onderscheiden van de rest (complementariteit).

Randstad

Brabantstad

IJsselstad

Twente

49


50

Cirkellijn Voor de economische excellentie en voor de kansengelijkheid van de inwoners van Oost-Nederland is het van belang dat de samenhang binnen OostNederland en die van Oost-Nederland met ABC worden vergroot voor het non-daily system. Verbind Oost-Nederland daarom beter met de rest van Nederland en de buurregio’s over de grens. Het voorstel is om de hogesnelheidslijn Breda – Schiphol gekoppeld aan de Hanzelijn naar Zwolle in te zetten als (nationale) ruggengraat. Deze lijn kan met hogesnelheid bereden worden, onder meer door de reeds bestelde Intercity Next Generation (ICNG) waarvan de eerste exemplaren net geleverd zijn. Dat scheelt nog flink ten opzichte van de huidige al korte reistijd op het traject Breda - Zwolle (het kan nog circa 20 – 25 min. korter). Dit is een betrekkelijk eenvoudige stap. Het spoor ligt er al. De treinen zijn al besteld. Het past in het OV-Toekomstbeeld 2040 van Rijk en regio’s. En het bouwt voort op een aantal recente verbeteringen. Doordat bijvoorbeeld de IC van Den Haag naar Eindhoven over de HSL is gaan rijden is de verbinding tussen (TU) Eindhoven en (TU) Delft terug gebracht tot 1’14”. Daar kan je met de auto niet tegenop. Zeker niet in de spits. Om Oost-Nederland en Eindhoven ook van deze kwaliteiten te laten profiteren stellen we voor om van Zwolle ook een ICNG via Eindhoven naar Breda te laten rijden. Dit gaat grotendeels over bestaand spoor (met daardoor een lagere snelheid). Tussen Nijmegen en Eindhoven vergt dit een nieuw spoor waar dan ook met hogesnelheid gereden kan worden. Een rondje over de Cirkellijn kan ten opzichte van nu worden teruggebracht van 4’30” naar 3’30”. Maar de treinen rijden niet alleen over deze cirkel. Het is juist interessant om lange-afstandverbindingen over deze lijn te laten lopen. Binnenlandse en Europese bestemmingen worden zo gekoppeld aan een snelle trein.

51


52

De Cirkellijn beoogt de samenhang binnen Oost-Nederland en haar externe relaties te versterken op vooral een niet-dagelijkse basis. Om zo OostNederland te kunnen voorzien van voldoende talent, specialisten, vers bloed en nieuwe ideeën. En tegelijkertijd om te voorkomen dat massa’s mensen zich dagelijks over onnodig grote afstanden verplaatsen, met de daarbij horende negatieve maatschappelijke gevolgen (zie Mens Centraal). De samenhang binnen IJsselstad wordt in directe zin vergroot met de Cirkellijn. Door twee ‘aanvoerlijnen’ van de Cirkellijn te versnellen van Hengelo naar Zwolle en van Hengelo naar Deventer profiteren Twente en de Berlijnlijn ook van deze Cirkellijn.

Concrete maatregelen Hardware (het fysieke spoor) - Leg ontbrekend segment Nijmegen - Eindhoven aan; inclusief haltes voor Heyendaal (Radboud) en Automotive Campus Helmond. - Voer de hele lijn dubbelsporig uit (aanpassing Olst – Deventer) - Verbeter de verbinding tussen Hengelo - Zwolle door het spoor tussen Almelo en Zwolle te elektrificeren en dubbelsporig uit te voeren. - Versnel de treinverbinding Hengelo – Deventer, onder meer door niet te stoppen in Almelo Software (de dienstregeling) Benut de nieuwe infrastructuur optimaal door: - Intercities / snelle treinverbindingen slechts een stop per regio te geven. Van daar reis je verder per regionaal OV (incl. sprinter / stoptrein / metro of light rail-achtige verbindingen) - Laat Nederlandse lange-afstandstreinen (IC’s) doorrijden tot hogesnelheidsstations (of andere strategische stops) over de grens. Denk hierbij aan Osnabrück, Münster (Uni), Duisburg / Düsseldorf - Vanuit deze Duitse steden kan over worden gestapt op snelle ICEtreinverbindingen binnen Duitsland en naar Scandinavië (in 2028 moet HSLverbinding gereed zijn) en Centraal Europa.

53


54

Mens Centraal

- Kansengelijkheid

55


56

Kansengelijkheid In hoeverre bepaalt de plek van waar je opgroeit je lot? Hoe kan iedereen profiteren van de kansen en kwaliteiten van Oost-Nederland? Nabijheid en toegang tot scholing, werk, zorg en voorzieningen vormen de ruimtelijke sleutel. Ze zijn een deel van de oplossing en dienen vergezeld te gaan met nietfysiek beleid. “De buurt waarin een kind opgroeit heeft invloed op het inkomen dat het later bereikt” stelde het CPB dit voorjaar. Daarom is het niet erg als je ouders minder opleiding of inkomen hebben. Dat wordt pas een probleem als geen enkel kind in je klas of straat ouders heeft met een ander perspectief op het leven. Zet daarom in op sociaaleconomisch gemengde wijken. Binnen deze gemengde wijken wonen mensen dan weer graag onder gelijkgestemden in homogene buurtjes. Zo treffen verschillende groepen elkaar dagelijks; in de klas, supermarkt of op straat. Maar een portiek, plantsoentje of parkeerplek deel je met mensen zoals jij. Dit type nabijheid biedt ook vitale beroepen, zoals de leraar, verpleegkundige en politieagent, de kans om een betaalbaar huis dichtbij hun werk te vinden. Want waar veel hoogopgeleiden ver pendelen en met hetzelfde gemak ook thuis kunnen werken geldt dat niet voor de vitale beroepen. Door meer gemengde wijken te ontwikkelen wordt ook de mogelijkheid geboden om wooncarrière in de eigen vertrouwde buurt te maken. Zo worden sociale stijgers voor de wijk behouden. Daarnaast is het van belang dat alle buurten toegang hebben tot hoogwaardig OV. Zodat alle inwoners op basisniveau toegang hebben tot opleiding, werk, zorg en andere voorzieningen. Een uitgebreidere uiteenzetting van de ruimtelijke voorwaarden voor kansengelijkheid en economische excellentie wordt vervat in het CRa advies De Noodzaak van Tuinieren, dat dit najaar verschijnt.

Hoger opgeleiden reizen gemiddeld verder naar hun werk dan lager opgeleiden. En vitale beroepen kunnen niet thuiswerken.

57


58

Samen leven. Sociale cohesie.

Soms is rond beter, soms vierkant.

Soms is rond beter, soms vierkant.

59

De exclusiviteit over hetdeterritorium en soevereiniteit de nationale vele diensten waaronder huur van kantoren hoog op. van Bedrijven die op staatgelijk zijn winst volgense haar de belangrijkste thema’s. Aan de hand vangecontwee een niveau blijven worden nu met hoge kostensteigingen voorbeelden thema ‘s geoperationaliseerd. De global city fronteerd en worden worden deze daarom gedwongen een deel van hun diensten in als de het ultiemeeconomie voorbeeld de exclusiviteit vanook deeen nationale ontbuninformele af waar te nemen. Zo verdwijnt deel vanstaat de reguliere delt wordt. En het internationaal als voorbeeld van de veranderende middenklassemarkt in de informelerecht economie. soevereiniteit waarin langzamerhand ook andere rechtspersonen ontstaan * De ruimtelijke organisatie van de economie naast de nationale Er is ook sprake vanstaat. een ruimtelijke polarisatie van de economie. Een steeds Het doelsegregatie van dit hoofdstuk is omvan nieuwe analytische terreinen te ontdekken grotere creëert zones hyperontwikkeling en van totale achterwaar vrouwenstudies zich op richten. uitgang in de metropolen. Hetzouden centralmoeten business district en suburbs floreren, terwijl achterstandswijken steeds verder achteruit gaan. 6. Notes on the incorporation of Third World women into labor through immigration offshore production Uit wage deze oorzaken blijkt dat de informeleand economie is ontstaan als gevolg van Hethoogontwikkelde toenemende aantal Derde Wereldenvrouwen betaald werk verricht is de markteconomie dat de dat traditionele criminalisering onderdeel van eendemondiaal dat specifieke vormen op verschillende van dit deel van economieproces ten onrechte is. Ze wordt vaak afgedaan als locaties aanneemt. of Twee daarvan in it hoofdstuk immigrantensector als voorbeelden onderontwikkeld deel worden van de economie. Maarbede sproken. Als eerste de werving vaneen vrouwen werk invan de nieuw ontstane informele economie komt voort uit aantalvoor strategieën vele consumenproductie en diensten op exportgerichte in DerdeDe Wereld ten en producenten omvan flexibel te zijn om zo teindustrieën kunnen overleven. groei landen. Als tweede voorbeeld is de arbeidsparticipatie vanmeer immigrantenvan de informele economie maakt duidelijk dat het tijd is om algemeen vrouwen in hoogontwikkelde voornamelijk in de wereldsteden. Dit de aandacht te richten op eenlanden, groeiend aantal problemen in de verhouding is vaakde denieuwe eerste keer dat deze vrouwen betaaldenwerk verrichten, maar toch tussen economische ontwikkelingen de oude regelgeving. is het een voortzetting van de patronen die al in gang zijn gezet in de landen van herkomst. Het interessantste zijn de processen die het aanbod van en de vraag naar deze vrouwen op de arbeidsmarkt bevorderen. De verschuiving naar op diensten georiënteerde economieën, die arbeidsintensief werk devalueren, onder andere om concurrerend te blijven met Derde Wereld landen, is hiervan de duidelijkste oorzaak. De groeiende vraag naar laagbetaalde arbeid is direct en indirect een gevolg van de groei van manage-

Elke top heeft ook een basis nodig. Geen florerende economie zonder laagopgeleid werk.


60

- epiloog Agrifood ter illustratie van het feit Landschap als bepalende factor voor economische specialisatie

Een snelle schets van de verschillende specialisaties binnen het ecosysteem van de voedselsector op basis van de onderscheidende ruimtelijke condities.

61


62

Regio Zwolle 129 102,7 65 29 66,7

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 19.320 84

Zwolle

Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen Zwolle is een heel compacte veelzijdig (binnen) stad, ingebed in een vaak open landschap. Het contrast tussen stad en land is groot, een duidelijk onderscheidend kenmerk voor deze regio. Helaas waren recente ontwikkelingen, gericht op expansie van de stad waaronder Stadshagen. Zwolle is het dominante hart van een groot voorzieningengebied. Dat is af te lezen aan de stervormige structuur van het spoor- en wegennet en aan de hoge concentratie werkgelegenheid. Ruim honderduizend banen op honderddertig duizend inwoners. Zwolle heeft geen duidelijk onderscheidend economisch profiel. Dat lijkt een bewuste keuze, Zwolle heeft geen universiteit of internationaal hoofdkantoor. Wel is er een van de grootste hogescholen en het grootste perifere ziekenhuis van het land.

63


64

Stedendriehoek 164 95,1 77,1 35,1 53,1

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 26 1 938 10

Apeldoorn

Aantal WO-studenten Aantal WO-opleidingen Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen In de stedendriehoek, ook wel Cleantech regio, Apeldoorn-Deventer-Zutphen heeft iedere stad een eigen profiel. Apeldoorn is de grootste van de drie, maar mist een (historisch) stedelijk centrum. De stad ademt een landschappelijke suburbane kwaliteit, die op de ring zijn hoogtepunt viert. Hier zijn grote bedrijven en publiekstrekkers als de Apenheul en Paleis het Loo gevestigd. door aantrekkelijke landschappen en verbonden door een gemeenschappelijk landelijk uitloopgebied. De tijd lijkt daar om nieuwe ontwikkelingen meer te concentreren in het hart van Apeldoorn.

65


66

Stedendriehoek 101 60,3 47,7 25,6 38,6

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 7.263 41

Deventer

Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen

Deventer is kleiner dan Apeldoorn, maar heeft een veel stedelijker profiel met een historische binnenstad aan de rivier. Een stad met evenementen, zoals de boekenmarkt en het Dickensfestival. Bovendien heeft Deventer een grote hogeschool die jongeren aan de stad bindt. Een vitale basis. Echter de uitbreiding met een mega bedrijventerrein ten zuiden van de A1 leidt in onze ogen louter tot het leegtrekken van het bedrijventerrein ten noorden van de A1. Niet duurzaam.

67


68

Stedendriehoek

Zutphen Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

48 19,1 20,9 13,8 12

Zutphen is verreweg de kleinste van de drie. De stad heeft een aantrekkelijk historisch centrum met stedelijke voorzieningen als winkeltjes en horeca. Een rustige woonstad met opvallend veel treinverbindingen. Samen bieden deze drie steden een compleet stedelijk aanbod. Wat verder opvalt dat in tegenstelling tot de andere steden in Oost-Nederland, Zutphen als enige een negatieve pendel heeft. Er werken meer mensen elders dan in Zutphen. De stad suburbaniseert, onder andere door lange-afstand pendelaars naar de Randstad.

69


70

Twente

Almelo Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

73 42,5 32,5 17,8 27,8

71


72

Twente

Hengelo Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel Casus ‘My Hometown’ Hengelo Hoe het niet moet

x 1.000

81 43,7 39,1 22,7 27,3

Groei & blloei C.T. Stork richtte als 13 jarige het bedrijf Stork op en vestigde zijn fabrieken op het kruispunt van spoorlijnen in Hengelo. Ten zuiden van het station en zijn fabrieken werd het eerste tuindorp van Nederland gebouwd. Directie en arbeiders woonden er naast elkaar. Stagnatie & neergang Als gevolg van gemeentelijk beleid ging eerst de binnenstad kapot en nu het economisch hart. VDL heeft de kans gekregen om als niet-logistiek bedrijf zich te vestigen op Almelo XL, daarmee laat het een gat achter in het Hengelose centrum, pal naast het station, te midden van industrieel erfgoed. Kortetermijngewin. Op lange termijn en grote schaal kwetsbaar en een hard gelach. Met woningbouw ging het in dezelfde periode niet anders. Kanibalisme. in 20 jaar tijd was er nauwelijks inwonersgroei, maar er vonden wel enorme stadsuitbreidingen plaats. Een verdunning van kwaliteiten en draagvlak. Terwijl er in de stad volop ruimte was.

73


74

Twente 160 84 70,5 28,5 42

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 11.356 51 15.089 54

Enschede

Aantal WO-studenten Aantal WO-opleidingen Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen

75


76

161 99,5 73,7 43,2 69

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 11.958 52

Arnhem

Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen

Arnhem lijkt binnen IJsselstad de beste papieren te hebben om zich tot het belangrijkste (voorzieningen)centrum te ontwikkelen. Het is via weg en spoor zowel oost-west als noord-zuid goed verbonden. Ligt te midden van andere bevolkingsconcentraties (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Zwolle). Heeft als enige een ICE-station, met een bereik van twee luchthavens met intercontinentale verbindingen binnen anderhalf uur. Deze positie komt echter nog onvoldoende tot uitdrukking. Uit het onderzoek van Tordoir komt Arnhem vooral naar voren als een ideale woonplek om te pendelen naar elders, waaronder de Zuidas. Ook mist een scherp economisch profiel. Mode en energie zijn onderscheidende economische thema’s, maar deze ontberen massa. Bij energie ontbreekt ook een passende opleiding, al lijkt daar verandering in te komen met de komst van een opleiding van de TU Delft.

77


78

178 97,7 86,5 45,9 57,1

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 22.859 95 20.121 64

Nijmegen

Aantal WO-studenten Aantal WO-opleidingen Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen

Nijmegen health - ict / tech - universiteti Brabant - katholiek links rheinisch

79


80

Regio Food Valley 40 18,5 16,8 10,9 12,6

x 1.000

Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel 12.091 46 70 7

Wageningen

Aantal WO-studenten Aantal WO-opleidingen Aantal HBO-studenten Aantal HBO-opleidingen

Enerzijds is de is de WUR-campus in Wageningen is een schoolvoorbeeld van een campus waar de veel geroemde ‘triple-helix’ tot een ruimtelijke expressie komt. Het vormt het hart van een wereldberoemd innovatief foodcluster. De universiteit vormt de magneet waar de andere organisaties zich omheen georganiseerd hebben. Van onderzoeksinstituut tot HBOopleiding, van start-up tot R&D-afdeling van een multinational. Hier werken veel mensen met verschillende achtergronden aan min of meer hetzelfde thema (in dit geval Food). Als ondernemer, onderzoeker of student. Anderzijds heeft de campus van de Wageningen Universiteit de twijfelachtige eer om de Nederlandse universiteitscampus te zijn die het verst weg ligt van een treinstation. Dit beperkt de slagkracht, aantrekkingskracht en uitwisselingsmogelijkheden van de plek.

81


82

Achterhoek

Doetinchem Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

58 33,4 27,4 16,3 23,3

83


84

Achterhoek

Ruurlo Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

44* 14,2 21 13,7 6,9

*) al deze data heeft betrekking op de gemeente Berkelland

Velen zullen denken dat kleinere kernen en dorpen minder goed met OV bereikbaar zijn, Maar daar is in Oost-Nederland niet echt sprake van. Neem Ruurlo. Niet alleen woont de grote meerderheid binnen 5 minuten fietsen van het station. Ook een belangrijke publiekstrekker, Museum More Kasteel Ruurlo ligt eigenlijk direct naast het station. Bovendien is het station van Ruurlo een buitengewoon aantrekkelijk voorbeeld van een karakteristiek station dat bijdraagt aan de unieke en specifieke kwaliteiten van juist dit dorp.

85


86

Achterhoek

Lichtenvoorde Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

39* 14,9 18,6 12,3 8,6

x 1.000

*) al deze data heeft betrekking op de gemeente Oost Gelre

Zelfs De Zwarte Cross, toch het icoon van het het landelijk leven (in de Achterhoek is met elk gewenst vervoersmiddel voor iedereen die dat wil te bereiken. Het ligt binnen anderhalve kilometer van een station.

87


88

Rivierenland

Tiel Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

42 22,4 20,3 13 15,1

89


90

Noord-Veluwe

Harderwijk Inwoners Banen Inwoners met een baan Uitgaande pendel Inkomende pendel

x 1.000

48 23 22,9 14,6 14,7

Van oudsher zijn de protestants-christelijke kernen een concentratie van sterke ondernemerszin. Denk in Oost-Nederland aan Rijssen, Staphorst en Harderwijk en omgeving. Uit de onderzoeken van Tordoir komt naar voren dat er in de kernen in het landelijk gebied flink wat productiecapaciteit en kunde zit. Tegelijkertijd is innovatie en een solide kennisbasis hier veel minder sterk. Dat maakt ze kwetsbaar in sterk veranderende tijden. Het lijkt er op dat de beperkte uitwisselingsmogelijkheden met de grotere steden niet helpen om de structurele kennis van de daar gevestigde opleidingen naar deze ondernemende kernen te brengen. Verbeter daarom de fysieke en zakelijke banden van deze kernen met de grotere steden. Koppel kennis aan kunde: da’s kassa!

Katholiek

Protestants

91

databron: CBS , 2010-‘13

> 50%

6-50%

0-6%

0-6%

6-50%

> 50%

overwicht


Kracht van Oost II De Kracht van Knopen en Netwerken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.