http://www.psgroningen.nl/foliolum/december2008

Page 1

G. F. S. V. “PHARMACIAE SACRUM” UNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE

Foliolum JAARGANG XXII EDITIE II DECEMBER 2008

Dies thema nummer

Reizigersziekten

Dr. S. Welling-Wester

F. van Weelie

A. Benaars

wat zijn vaccins en hoe werken ze? De antwoorden op de vragen

Niet ziek op reis, maar een parasiet waar je thuis pas achter komt

Ziek op reis: De bijkomstigheden van blaasontsteking op vakantie


j i b n e k r e w m ! k o e K e h t o p A q i d Me

Mediq Apotheek, de landelijke apotheekformule van OPG, stelt de kwaliteit van de zorg centraal. Nu, en in de toekomst. Dat dit succes heeft, bewijst onze snelle groei. Zoek jij een professionele Ên persoonlijke uitdaging? Groei dan met ons mee! Interesse? Neem contact op met de vacaturebank (030 – 282 14 90) of stuur een mail naar vacaturebank@mediq.nl

www.mediq-apotheek.nl


G. F. S. V. “Pharmaciae Sacrum” in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Foliolum Jaargang XXII Editie II december 2008

En verder...

13

09 Vaccins

Patiëntverhaal

Dr. Sytske Welling-Wester legt uit hoe vaccins gemaakt worden, hoe ze werken en welke verschillende soorten er zijn.

De medische zorg is overal anders en mensen komen niet altijd gezond terug van vakantie.

Redactioneel Praesespraat Voorwoord Diescommissie Infectieziekten tijdens de reis Promovendi Afgestudeerden Evaluatie cursussen STOF vs OC Mede mogelijk gemaakt door Onderzoek belicht Student in het buitenland Alumnus Alumnidag Eerstejaarsexcursie Suikerunie OPG eerstejaarsexcursie EJC-feest Voorstellen commissies Post-It PS-Agenda Harteloos Puzzelpagina Wat een UITKOMST

04 05 07 13 23 28 30 32 33 34 36 39 41 42 43 44 46 48 49 51 52 54

Redactiecommissie

14

17

Patiëntverhaal

Ziek op reis

Wat er mis kan gaan bij een blaasonsteking, ook op gebied van medicatie.

Er kan vanalles mis gaan op en voor de vakantie: waar moet je rekening mee houden?

Ilse Dubbelboer Casper van der Hoeven Gert Salentijn Elien Uitvlugt Sjoukje Potijk Louis Keyzer

Ab-actiaat Casper van der Hoeven Hoendiep 19 9718 TA Groningen 06-41480684 foliolum@rug.nl

Drukkerij Weissenbach BV Sneek

Oplage Copyright 2008: Niets van deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder toestemming van de Redactiecommissie der Foliolum.

1100 stuks


Between the lines Redactiecommissie 2008-2009

Geachte lezer, Ik kan wel zeggen dat het maken van ons tweede nummer een hele reis was, met de nodige reizgersziekten. Maar uiteindelijk is het allemaal weer gelukt en ligt het tweede nummer nu voor u. Traditiegetrouw is er ook dit jaar besloten om het nummer op het symposiumthema van de Dies te laten aansluiten. Het thema van het symposium zal grenzeloos zijn, waar ons thema van reizergersziekten op inhaakt. Elk jaar verheug ik mij enorm op de Dies. Het onthullen van het thema is altijd een leuk moment voor mij. Natuurlijk wist ik het dit jaar wat eerder, doordat Maarten Mensink ons het thema niet kon onthouden. De praeses van de Diescommissie moet natuurlijk een mooi voorwoord schrijven in het nummer dat om het thema van het symposium draait. Het thema van het symposium werd ons nog eerder verteld. Hoe konden we anders de schrijvers gaan zoeken? Voor ons was de onthullingsborrel niet meer zo spannend. Maar desalniettemin verheug ik me steeds meer op de Dies, waar we vanzelfsprekend weer een paar leuke dagen tegemoed gaan.

04

Vaccinaties zijn soms noodzakelijk als men op vakantie gaat, maar hoe werken vaccins en welke zijn er? Want natuurlijk zijn er veel meer vaccins dan alleen de reisvaccinaties. Dr. Sietske Welling-Westers legt uit hoe ze werken en hoe ze gemaakt worden. Er zijn ditmaal twee patiëntverhalen: één zoals de meeste van ons die naar een ver land zijn afgereist misschien wel zullen herkennen en één met een wat minder bekend verhaal. Tot slot is er besloten om een artikel over ziekten op en tijdens de reis zelf te schrijven. Gert Salentijn en Louis Keyzer hebben een artikel geschreven over bijvoorbeeld blaren en jet-lags. De connectie zult u vanzelf tegenkomen in het artikel. Natuurlijk bestaat het foliolum uit meerdere onderdelen. Zoals beloofd is er voor het eerst een klein verslag te lezen van de OC en het STOF. Hierin worden de ontwikkelingen binnen de opleidingen farmacie en farmaceutische wetenschappen kort besproken, zodat ook mensen die niet bij de STOF-vergaderingen en de ALV’s van P.S. aanwezig waren een kijkje krijgen over het reien en zeilen van de studie. Natuurlijk is de column “mede mogelijk gemaakt door...” ook weer gevuld, deze keer door dr. Herman Woerdenbag, docent en wetenschappelijk coördinator voor de afdeling farmacie. De P.S.-activiteiten zijn weer onder de loep gelegd, met onder andere de eerstejaarsexcursie naar de Suikerunie en de OPGeerstejaarsexcursie. Post-it is dit maal gespeeld met de EersteJaars Commissie 2008-2009, waardoor zij hopelijk heel wat wijzer zijn geworden over het gaan en staan van P.S. Tonnis Jan en Pieter hebben weer ontzettend hun best gedaan om jullie uit de tent te lokken met hun column. Helaas zijn er ten tijde van schrijven nog geen reacties op de column ‘zelfmedicatie voor apothekers’ of oplossingen voor de puzzels binnen gekomen. Er is dus nog geen prijs uitgereikt. Reacties kunnen tot een maand na uitkomen van het Foliolum gestuurd worden naar het email-aders vermeld bij de stukken. We houden u op de hoogte! Namens de Redactiecommissie ‘08-’09 Ilse Dubbelboer h.t. praeses redactiecommissie

v.l.n.r. Ilse Dubbelboer, Sjoukje Potijk, Louis Keyzer, Elien Uitvlugt, Gert Salentijn en Casper van der Hoeven

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Boon Praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

Geachte lezer, Voor u ligt het tweede Foliolum van Redactiecommissie “Between the lines”. Dit nummer is traditiegetrouw het Dies-themanummer en zal, aangezien het thema van het symposium Grenzeloos is, dit jaar in het teken staan van reizigers- en infectieziekten. In een tijd waarin het mogelijk is elke plek ter wereld te bereiken, zijn deze ziekten een steeds bekender fenomeen. De meest voorkomende reizigersziekte is diarree. Ook hepatitis A en B zijn voorbeelden van ziekten die je makkelijk oploopt in verre oorden. Wat valt hier allemaal aan te doen? Het is algemeen bekend dat je anti-malariamiddelen moet slikken als je naar Afrika gaat. Voor reizen naar tropische gebieden zijn vaccinaties vaste prik. Maar welke vaccinaties zijn dit allemaal? En wat voor ziekten worden er ondanks alle voorzorgsmaatregelen geïmporteerd? Slechts twee van vele vragen waar we hopelijk antwoord op krijgen in dit themanummer of op het symposium van de Dies Natalis op woensdag 10 december. Deze dag is de eerste van drie dagen waarop de 127e verjaardag van Pharmaciae Sacrum gevierd wordt. Na het symposium volgt de receptie, voor ons als bestuur één van de hoogtepunten van het jaar. De eerste dag wordt afgesloten met het openingsfeest. Op de tweede dag staat allereerst een sportieve activiteit, de buitendag, op het programma. ’s Avonds zullen de culturele avond en de almanakonthulling plaatsvinden. Het driedaagse evenement wordt traditiegetrouw afgesloten met de activiteit waar jaarlijks de meeste farmaceuten op af komen: het galabal, voorafgegaan door het galadiner. De Dies markeert het punt waarop het bestuursjaar al weer halverwege is. De afgelopen tijd zijn wij druk geweest met eerst de Algemene Ledenvergadering in oktober, die massaal door eerste- en ouderejaars bezocht werd, en momenteel zijn wij druk met de voorbereidingen voor de ALV in januari. Daarnaast hebben er eerstejaarsexcursies plaats gevonden, naar de Suikerunie en naar OPG Groothandel, is er een groots feest neergezet door de EJC ’07-’08 en hebben we vorige week met een grote groep masterstudenten een bezoek gebracht aan Mosadex in Limburg. Na de Dies hebben we nog één grote activiteit op het programma staan in dit kalenderjaar: de skireis naar Les Menuires. In januari van het nieuwe jaar gaat de EHBO-cursus weer van start en staat het eerste EJC-feest van de EJC ’08-’09 op het programma. Rest mij nog u voor nu veel plezier te wensen bij het lezen van het tweede Foliolum van Redactiecommissie “Between the lines”. Daarnaast hoop ik u allen te mogen begroeten op één van de activiteiten van de Dies Natalis om samen de 127e verjaardag van Pharmaciae Sacrum groots te vieren. Met vriendelijke groet, Namens het 127e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Maarten Boon h.t. praeses

v.l.n.r. Sven de Krou, Mirjam Simoons, Maarten Boon, Astrid Horsels en Rogier Hilbers

Foliolum Jaargang XXII Ed II

05


Je weet pas wat je mist als het er niet is

Inbraak, lekkage of brand. Het zal je verbazen hoe kostbaar je spullen dan blijken te zijn.

Wij vergoeden de waarde. Zonder maximum. Afsluiten doe je via www.vvaa.nl/studeren.

VVAA studenten inboedelverzekering


Mensink Diescommissie 2008-2009

Geachte lezer, U leest nu in het decembernummer van het Foliolum, welke speciaal gewijd is aan het thema van het symposium dat zal worden gehouden tijdens de Dies Natalis. Pharmaciae Sacrum viert dit jaar haar 127e Dies Natalis, een heugelijke gebeurtenis waarbij een groot feest hoort. Het thema van de 127e Dies Natalis is “Loos”. De Dies Natalis is een veelzijdig evenement en daarom vonden wij het een goed plan om iedere activiteit zijn eigen (sub)thema te geven. “Loos” is dan ook meer een kapstok waaraan de subthema’s zijn opgehangen. De eerste en belangrijkste activiteit van de Dies is het symposium. Het symposium draagt het thema “Grenzeloos, reizigers en infectieziekten”. Er zal gesproken gaan worden over de risico’s die er kleven aan het toegenomen reisgedrag van de Nederlander. Men gaat tegenwoordig steeds vaker en verder op vakantie; dat is lang niet altijd zonder gevaar. Het onderwerp zal vanuit verscheidene hoeken worden belicht om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. In deze editie van het Foliolum zal het het thema van het symposium behandeld worden. Na het symposium is het tijd voor de receptie, alwaar genodigden het bestuur traditioneel kunnen feliciteren onder het genot van jenever. Vervolgens is het tijd om voor het eerst echt “Loos” te gaan op het openingsfeest. Het thema van het openingsfeest is “Tijdloos -90’s”, haal dus je Nike Air Max en Australian uit de kast en gabber door tot in de kleine uurtjes! De buitendag zal dit jaar “genadeloos” zijn. We gaan naar de Hunting Valley om daar zes verschillende schietspellen te doen. Als de agressie geloost is, is het tijd voor het tweede avondprogramma, de culturele avond. Op vrijdag 12 december, de echte Dies Natalis, zullen onze laatste activiteiten plaatsvinden. Een “grandi(l)oos” galadiner en galabal. Hier kunt u een laatste keer “loos” gaan. Tot slot wil ik het bestuur en alle leden van Pharmaciae Sacrum feliciteren met de 127e Dies Natalis van onze studievereniging. Ik wens u veel plezier bij het lezen van dit nummer en bij de viering van de 127e Dies Natalis. Met vriendelijke groet, Namens de 127e Diescommissie der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” Maarten Mensink h.t. Praeses

v.l.n.r. Meike van der Veen, Gwenny Verstappen, Maarten Mensink, Lars van der Wijk en Rik de Vries

Foliolum Jaargang XXII Ed II

07


INVESTEREN IN EEN BETERE KWALITEIT VAN LEVEN Passie voor innovatie. Omdat een nieuw medicijn

Het resultaat van jaren succesvol onderzoek:

het verschil kan maken in het leven van een patiĂŤnt.

Baanbrekende medicijnen tegen HIV/AIDS, astma, hart- en vaatziekten en diabetes

Dat is al meer dan 100 jaar de drijfveer van MSD. Met als resultaat een indrukwekkende reeks van medicijnen en vaccins.

Het eerste vaccin tegen de belangrijkste verwekkers van baarmoederhalskanker

Ons werk is nooit af. Omdat innovatie niet stopt.

Effectieve bestrijding van rivierblindheid in Afrika en Latijns-Amerika

En omdat we iedere dag werken aan programma’s om onze medicijnen overal ter wereld bij de

Toekomstige nieuwe medicijnen voor de behandeling van kanker en alzheimer

mensen te krijgen die ze nodig hebben.

Voor meer informatie: www.msd.nl

Postbus 581, 2003 PC Haarlem

Where patients come first

Telefoon: 023 - 515 31 53

Fax: 023 - 514 80 00


Vaccins Dr. Sytske Welling-Wester

Vaccinatie is gericht op preventie van infectieziekten en ook op de complicaties die mogelijk door infectieziekten veroorzaakt kunnen worden. Vaccinatie is niet gericht op het verhinderen van besmettingen en infecties, maar uitsluitend op het voorkomen van de ziekteverschijnselen. Het woord vaccinatie stamt van het woord “vacca”, dat koe betekent. Pasteur (1822-1895) heeft deze naamgeving voorgesteld als eerbewijs aan Jenner (17491823) die als eerste vaccineerde en de menselijke pokken bestreed door inentingen met koepokken. Pokken met een mortaliteit van 25% is uiteindelijk door gerichte vaccinatiecampagnes uitgeroeid. Vaccinatie heeft door de eeuwen heen een grote impact op de volksgezondheid gehad. Dankzij vaccinatie is de mortaliteit door infectieziekten sterk gedaald.

het virusoppervlak voorkomen. Deze eiwitten, die als vaccin dienen, worden uit de virusenvelop geëxtraheerd en gezuiverd. Voor het hepatitis B-vaccin wordt het oppervlakte-eiwit van het virus (het HBsAg) gebruikt als vaccin. Het gen voor het HBsAg is hiervoor in de gist Saccharomyces cerevisiae gekloneerd en tot expressie gebracht. Het HBsAg wordt in het groeimedium uitgescheiden en hieruit gezuiverd. Naast antigenen bevatten vaccins een adjuvant. In de meeste humane vaccins is voor dit doel een aluminiumverbinding toegevoegd als adjuvant. Een adjuvant heeft verschillende functies, het is een stof die de aspecifieke immuunrespons stimuleert. Daarnaast zorgt het in veel gevallen voor een slow-release van de antigenen naar het omringende weefsel. Aanvankelijk bevatten vaccins vaak ook het conserveringsmiddel thimerosal. Tegenwoordig zijn de vaccins die kinderen toegediend krijgen thimerosal-vrij.

09

Waaruit bestaan vaccins? De klassieke virusvaccins bestaan uit levende, verzwakte virussen of uit gedode/geïnactiveerde virussen, die als antigeen dienen. Vaccins tegen bacteriële ziekten bestaan uit geïnactiveerd toxine (toxoïden) of uit polysachariden gebaseerd op het bacteriekapsel gekoppeld aan een dragereiwit. De levende, verzwakte vaccins zijn meestal verkregen door herhaalde passage van het wildtype virus in celkweken of proefdieren totdat de virulente eigenschappen verloren zijn gegaan. In sommige gevallen gaat verandering in virulentie samen met veranderde fenotypische eigenschappen van een virusstam. Zo is bijvoorbeeld. bij de levende, verzwakte poliovirusvaccinstam de temperatuur- en CO2-gevoeligheid een goede graadmeter voor de virulentie. Het inactiveren van bacteriële toxines tot een toxoïd zoals dat voor het tetanusvaccin gebeurt, is al lange tijd bekend. Bij de polysacharidevaccins worden de suikerketens of van de bacteriewand geïsoleerd, of zoals bij de meer recente vaccins chemisch gesynthetiseerd. De suikerketens, die alleen een T-cel onafhankelijke immuunrespons genereren, zijn aan een dragereiwit gekoppeld om een adequate memory-respons te geven. Daarnaast zijn er de vaccins waarbij slechts componenten van virussen als antigeen gebruikt worden. Dit worden subunit-vaccins genoemd. Het influenzavaccin is een dergelijk vaccin. Het bestaat uit de eiwitten die op

Glas-in-lood raam met de afbeelding van Jenner waarbij hij pokkenvaccinatie toepast. Het raam werd door de De Ploeg kunstenaar Johan Dijkstra ontworpen ter gelegenheid van de opening van het Medisch Microbiologisch Laboratoruim

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Reizigersziekten De werking van vaccins De mogelijkheid om door middel van vaccinatie d.w.z. immunisatie met verzwakte, of geïnactiveerde microorganismen, of componenten, of producten daarvan een infectieziekte te voorkomen heeft een lange geschiedenis achter de rug, die in Europa aan het eind van de 18e eeuw begonnen is.

Vaccinatie werd reeds lang toegepast zonder dat men enig inzicht had in de achterliggende immunologie.

10

De werking van een vaccin berust op het opwekken van een immuunrespons met geheugencellen. Bij de injecties met een vaccin zal meestal op de plaats van de injectie een ontstekingsreactie op gang komen. Antigeenpresenterende cellen, zoals macrofagen, zullen het antigeen aanwezig in het vaccinpreparaat opnemen en presenteren aan T-helper cellen. Een voor het vaccinantigeen specifieke immuunrepons zal volgen met de productie van specifieke cytotoxische T-lymfocyten (CTLs), specifieke antilichamen en specifieke memorycellen. Wanneer een gevaccineerd persoon vervolgens in contact komt met het betreffende micro-organisme waartegen gevaccineerd is zal een memory-respons optreden. Immers wat antigene samenstelling betreft is het betreffende micro-organisme identiek aan of sterk gelijkend op het vaccinantigeen. Deze memory-respons die optreedt, is sneller, specifieker en sterker dan de oorspronkelijke primaire respons. Doordat deze memoryrespons in vele gevallen sneller is dan de replicatie van het betreffende micro-organisme zullen ziekteverschijnselen uitblijven. De infectie met het micro-organisme dient als een booster voor de al aanwezige specifieke immuuncellen verkregen na de vaccinatie. Bij infectieziekten met een lange incubatietijd zoals hepatitis B en rabies kan vaak kort na besmetting nog gevaccineerd worden. Bijna altijd wordt dan naast de vaccinatie, passieve immunisatie toegepast, d.i. toediening van specifieke immuunglobinen als onmiddelijke bescherming. Het hoeft verder geen betoog dat dit niet de ideale gang van zaken is.

Het Nederlandse beleid In Nederland worden kinderen gevaccineerd volgens het rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit programma is ingesteld in 1957 en wordt regelmatig op grond van nieuwe inzichten bijgesteld. De vaccinaties zijn gratis en worden betaald uit de AWBZ. Het budget voor het RVP was in 2005 ongeveer 60 miljoen euro. Vaccineren van zuigelingen blijkt een gunstige verhouding tussen kosten en baten te hebben. Nederland kent geen vaccinatieplicht. Desondanks laat een hoog percentage ouders (rond 95%) de kinderen vaccineren. Bij een voldoende hoge vaccinatiegraad van de bevolking treedt er zgn. “kudde-immuniteit” (herd immunity) op, waarbij één ziektegeval niet tot een epidemie kan leiden, omdat er niet genoeg vatbare personen voorkomen om de ziekte verder te verspreiden. Vaccinatie wordt voornamelijk geweigerd om godsdienFoliolum Jaargang XXII Ed II

stige redenen (aangeduid als de zogenaamde “biblebelt”) en uit antroposofische overtuiging. Daarnaast is er een kleine groep weigeraars die ervan uitgaan dat afweer opgebouwd door een natuurlijke infectie effectiever is dan afweer verkregen door vaccinatie. Wetenschappelijk is dit echter nooit aangetoond. In Nederland worden ieder jaar rond de 2,1 miljoen vaccinaties gegeven waarbij ongeveer 1500 meldingen van mogelijk ernstige bijwerkingen worden gemeld. Het Nederlands vaccin instituut (NVI) doet onderzoek naar de gemelde bijwerkingen van de eigen DTP- en BMR-vaccins. Met de uitkomsten kan de informatie in de bijsluiter aangepast worden. Milde bijwerkingen zoals lokale roodheid, spierpijn op de plaats van de injectie, huilerigheid en hangerigheid zijn algemeen en treden in ongeveer de helft van de gevallen op.

In vergelijking met andere Europese landen heeft Nederland een hoge vaccinatiegraad. Het vaccinatiebeleid, inclusief welke vaccins worden opgenomen in het RVP, is een landelijk beleid en wordt door de minister van VWS bepaald op advies van de Gezondheidsraad. Vaccins worden toegelaten conform de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. De afdeling Bureau Uitvoering Programma’s van het RIVM is verantwoordelijk voor de aansturing van landelijke programma’s, waaronder het RVP. In de meeste gevallen worden zuigelingen ingeënt op de consultatiebureaus, die onderdeel zijn van de thuiszorg. Inentingen van schoolkinderen vindt meestal plaats bij de GGD’s. De inspectie van de Gezondheidszorg is belast met het toezicht op de uitvoering. De vaccinaties die worden aanbevolen, zijn min of meer gelijk voor de Europese landen. In enkele landen worden hepatitis B-vaccinatie voor de gehele bevolking aanbevolen. Sommige Europese landen hebben een vaccinatieplicht. SYTSKE WELLING-WESTER studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveerde aan de Faculteit Geneeskunde op onderzoek aan eiwitten van herpes simplex virus type 1 aanwezig op de membraan van geïnfecteerde cellen. Naast haar onderzoek aan de eiwitten van herpes simplex virussen is ze betrokken bij het onderwijs aan studenten in de biomedische richtingen. Ze is als UHD werkzaam bij de afdeling Medische Microbiologie.


Reizigersziekten In Tabel 1 is aangegeven welke vaccins aan zuigelingen worden gegeven via het RVP. Niet in de Tabel is opgenomen de hepatitis B-vaccinatie, die wordt gegeven aan kinderen van draagsters van het hepatitis B-virus, kinderen waarvan de ouders uit een gebied komen waar hepatitis B endemisch is en kinderen met het syndroom van Down. Kinderen van HBV-draagsters worden bij de geboorte passief geïmmuniseerd en vervolgens gevaccineerd. De eerste hepatitis B-vaccinatie bij zuigelingen wordt gegeven op een leefdtijd van 6-9 weken. Daarna volgen booster-injecties op 2, 3, 4, en 11 maanden. De antigene bestanddelen van de RVP-vaccins zijn: - het DKTP vaccin bestaande uit diferie-toxoïd, acellulair kinkhoestvaccin (een extract uit de kinkhoestbacterie), tetanus-toxoïd en geïnactiveerd poliovirus. - het Hib-vaccin bestaande uit een conjugaatvaccin waarbij de gesynthetiseerde polysacharide-ketens gebaseerd zijn op het Haemophilus influenzae type b kapseltype en gekoppeld zijn aan een dragereiwit. - Het Pneu-vaccin (tegen Streptococcus pneumoniae); dit is eveneens een synthetisch conjugaat- vaccin en gebaseerd op 7 verschillende kapseltypen. - Het BMR-vaccin bestaande uit levende, verzwakte bof, mazelen- en rubella-virussen. - Het MenC-vaccin; dit is een synthetisch conjugaatvac cin waarbij de polysacharideketen gebaseerd is op het kapsel van Neisseria meningitidis type C. - Het HPV-vaccin bestaande uit L1-eiwitten van humaan papillomavirussen. Afhankelijk van het commerciële vaccinpreparaat zijn L1-eiwitten van meerdere HPVtypen in het preparaat aanwezig.

Een ander voorbeeld is de hepatitis B-vaccinatie. Personen werkzaam in de gezondheidszorg, wordt geadviseerd zich tegen hepatitis B te laten vaccineren. Voor sommige medische specialismen geldt als aanstellingseis een adequate bescherming tegen hepatitis B.

Tabel 1. Rijksvaccinatieprogramma, schema per kind in 2008

Een aantal vaccins zoals het varicellavaccin tegen waterpokken en gordelroos, het rotavirusvaccin tegen darminfecties bij kleine kinderen worden elders al toegepast maar nog niet in Nederland.

Leeftijd

Vaccinatie *

2 maanden 3 maanden 4 maanden 11 maanden 14 maanden 4 jaar 9 jaar 11 jaar (meisjes

DKTP-HIB-1 + Pneu-1 DKTP-HIB-2 + Pneu-2 DKTP-HIB-3 + Pneu-3 DKTP-HIB-4 + Pneu-4 BMR-1 + MenC DKTP-5 DKTP-6 + BMR-2 HPV (Vanaf sep 2009)

De reizigervaccinaties. Reizen brengt risico’s met zich mee op infectieziekten die niet in Nederland voorkomen. Voor reizigers naar landen waar gele koorts heerst is een gele koorts- vaccinatie verplicht. Omgekeerd zijn personen, die uit gebieden met gele koorts komen, verplicht zich te laten vaccineren bij bezoek aan een gele koorts-vrij land. In het algemeen wordt een DTP-, een hepatitis A, een buiktyfus en cholera-vaccinatie afhankelijk van het reisdoel aanbevolen. Daarnaast kunnen afhankelijk van de verblijfsduur, het te bezoeken land, en andere specifieke omstandigheden nog andere vaccinaties aanbevolen worden. Voor sommige gebieden heeft men specifieke aanvullende reizigervaccinaties nodig. Welke vaccinaties vereist zijn en/of aanbevolen worden voor de verschillende gebieden is te vinden op de website van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigeradvisering.

Sommige ziekenhuizen en verpleegtehuizen vaccineren personeel op vrijwillige basis tegen influenza ter bescherming van de patiënten.

*, -DKTP- tegen difterie, kinkhoest, tetanus, en polio Hib, tegen de ziekte door Haemophilus influenzae type b - Pneu- tegen pneumokokkenziekte, zoals meningitis, sepsis en pneumonie - BMR, tegen bof, mazelen en rubella - MenC, tegen meningokokken C ziekte, zoals meningi tis - HPV, humaan papillomavirus (veroorzaker van cervix carcinoom)

Overige vaccins

De toekomst

Naast de vaccins die in het RVP zijn opgenomen, zijn er vaccins, die voor specifieke groepen in Nederland worden toegepast. Een bekend voorbeeld is de jaarlijkse influenza(griep)vaccinatie. Hiervoor komen in aanmerking personen ouder dan 60 jaar, patiënten met aandoeningen van hart, longen en nieren, evenals diabetici.

Tot slot de vraag: welke nieuwe vaccins zijn er nodig en wat zijn de ontwikkelingen op vaccingebied? Wat ziekten betreft wordt als eerste gedacht aan malaria waarvoor gezien het aantal personen dat eraan lijdt dringend een vaccin nodig is. Daarnaast zijn er nog tal van andere ziekten, zoals b.v. dengue, Neisseria meningitis B infecties, AIDS, cytomegalie, hepatitis C, respiratoir Foliolum Jaargang XXII Ed II

11


Reizigersziekten syncytieel virusinfecties, West Nile, die grote delen van de wereldbevolking treffen, die gebaat zouden zijn bij een vaccin. Naast preventieve vaccins zoals die voor de infectieziekten gebruikt worden, wordt ook onderzoek gedaan naar therapeutische vaccins. Dit zijn vaccins die een ziekteproces terugdraaien en zieke patiënten mogelijk doen genezen. Met name onderzoek wordt gedaan naar vaccins tegen oncologische- en chronische aandoeningen. Het is gebruikelijk dat een vaccin, behalve de antigene componenten van een ziekteverwekker, ook een adjuvant bevat om de aspecifieke immuunrespons te stimuleren. Belangrijk is ook het onderzoek naar nieuwe adjuvantia. Het inzicht dat de laatste jaren verkregen is in het functioneren van het aspecifieke immuunsysteem biedt hiervoor goede mogelijkheden. De opkomst van de moleculaire biologie heeft ook voor vaccinontwikkeling uitbreiding van de bestaande en daarnaast tal van nieuwe mogelijkheden geopend. Subunit-vaccins. Voor de klassieke subunits-vaccins werden de antigene componenten nog uit bacteriën en virussen geïsoleerd. Met de mogelijkheid om het gen voor antigene viruseiwitten te kloneren zijn ook de mogelijkheden voor het produceren van subunit-vaccins vergroot. Voorbeelden hiervan zijn het huidige hepatitis B-vaccin en het HPV-vaccin. Deze toepassingsmogelijkheden worden ook onderzocht voor talrijke nieuw te ontwikkelen vaccins.

12

Vector-vaccins. Een andere benadering zijn de recombinante vector-vaccins. Hierbij wordt het gen van het eiwit waartegen immuniteit verkregen moet worden gekloneerd in een ander niet-schadelijk micro-organisme. Dit kan een virus of een bacterie zijn. Deze worden gebruikt als vector of als drager voor het “vaccin-gen” en zorgen ervoor dat het betreffende gen in het lichaam terechtkomt. In het lichaam zal het eiwit geproduceerd worden en er zal een immuunrespons tegen het betreffende eiwit opgewekt worden. Geliefd als carrier zijn het adenovirus, het kanariepokkenvirus en een gemodificeerde Salmonella-bacterie. DNA-vaccins. Hier wordt geen gebruik gemaakt van een vector als “delivery systeem” maar wordt het gen van het antigene eiwit via een speciale techniek geïnjecteerd in spierweefsel. Het DNA zal tot expressie gebracht worden en tegen het geproduceerde eiwit zal een immuunrespons opgebouwd worden. De combinatie van de huidige moleculaire DNA-technieken samen met de toenemende immunologische kennis zijn goede uitgangspunten voor de ontwikkeling van nieuwe vaccins. Foliolum Jaargang XXII Ed II

Literatuur: 1.www.rivm.nl/rvp, geeft informatie over vaccinatie in Nederland 2.www.reizigersvaccinatie.nl/landeninformatie.htm, informatie over vaccinaties voor reizigers 3.www.travelclinic.com, Havenziekenhuis Rotterdam, reizigersvaccinaties 4.www.rivm.nl/cib/infectieziekten/htm, informatie over infectieziekten 5.www.hepatitis.nl, informatie over hepatitis B virus (HBV) infecties, risicogroepen, en HBV vaccinatie 6.www.gezondheidsraad.nl, adviezen aan de minister 7.www.vaccinatieschade.nl, Stichting vaccinatieschade, platform van ouders 8.www.nvkp.nl, Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken 9.www.who.int/ith/vaccines/en/, World Health Organisation, routine vaccines and travel vaccines 10. www.cdc.gov/az.do, Centre for Disease Control Atlanta, brede informatie over infectieziekten, toegespitst op de Amerikaanse situatie


Infectieziekten tijdens de reis Drs. H. Sprenger Internist-infectioloog aan het UMCG

Tijdens reizen staat men aan allerlei gevaren bloot. Vooral reizen naar ontwikkelinglanden brengen risico’s met zich mee. Hoewel ‘gewone’ risico’s zoals verkeersongelukken daarvan een substantieel onderdeel vormen, zijn het ook vaak infecties waar men mee te maken krijgt. Het is belangrijk daar goed over geïnformeerd te zijn, omdat een aantal, ook voor gezonde mensen, levensbedreigend kunnen zijn. De kansen op het oplopen van infecties verschillen per regio en binnen regio’s verschillen die ook weer. Zo zijn factoren als klimaat, tijd van het jaar, de hoogte waarop men verblijft en omstandigheden waaronder men leeft van invloed. Het is gelukkig mogelijk een groot deel van de gezondheidsrisico’s op reis te beperken. Daartoe is het essentieel zich tevoren goed te laten informeren over preventieve maatregelen die op velerlei gebied daartegen genomen kunnen (soms verplicht, zoals gele koorts vaccinatie) worden. In Nederland wordt deze informatie verstrekt door GGD’s, speciale reizigersadvies- en vaccinatiebureaus en in sommige steden door Travel Health Clinics of Tropencentra. De adviezen van deze instellingen worden centraal aangestuurd door het Landelijk Coördinatie Centrum Reizigersadvisering (LCR, www.lcr.nl). Besprekingen van ziekten die men op reis kan oplopen kan men op verschillende wijzen indelen. Hieronder volgt een overzicht van een aantal van deze infectieziekten die men kan oplopen, geselecteerd op ernst van ziektegevolgen en op frequentie van voorkomen. Een indeling is gemaakt op basis van wijze van overdracht. Het overzicht is echter vanzelfsprekend verre van volledig. Vrij uitvoerig wordt aandacht besteed aan malaria, aangezien dit de meest gevaarlijke aandoening kan zijn

Veel van de ziekten die men op reis kan opdoen worden overgebracht door geleedpotigen (vectoren). 1. Ziekten overgebracht door muskieten. Tijdens de reis kunnen zich allerlei klachten voordoen. Ongeveer 3% van de internationale reizigers krijgt gedurende korte periodes koorts. Het optreden hiervan vereist onmiddellijke aandacht. Daarbij moet in endemi-

sche gebieden in eerste instantie aan malaria gedacht worden, als meest belangrijke oorzaak van koorts. Malaria (afgeleid van het Italiaanse mal aria = slechte lucht, omdat vroeger gedacht werd dat de lucht bij de moerassen de ziekte overbracht) is een ziekte die wordt veroorzaakt door eencellige parasieten van de soort Plasmodium. Zij worden overgebracht door muggen. Het zijn de vrouwtjes van deze malariamuggen die door steken de malariaparasieten overdragen. Dat steken doen ze vooral ’s nachts. Bij mensen zijn er 3 vormen van malaria die door 4 soorten parasieten worden veroorzaakt. Plasmodium falciparum veroorzaakt de gevaarlijke vorm van malaria, malaria tropica, een ziekte die in korte tijd dodelijk kan zijn. De ander malariaparasieten veroorzaken de goedaardige vormen van malaria. P. vivax en P. ovale veroorzaken malaria tertiana, ook ander- of derdedaagse koorts genoemd. P. malariae veroorzaakt malaria quartana, de vierdedaagse koorts. Voor de volledigheid moet opgemerkt worden dat er nog een vijfde malariaparasiet bekend is, P. knowlesi die voornamelijk in apen voorkomt, maar in Zuidoos-Azië soms ook bij mensen

ziekte veroorzaakt. Dunne bloeduitstrijk met Plamodium falciparum in erytrocyten. Foto Lab Bijzondere hematologie UMCG

De malariaparasieten infecteren na een kort verblijf in de lever de erytrocyten. P. falciparum kan alle erytrocytenstadia infecteren. Daardoor kan de besmettingsgraad van de erytrocyten zeer hoog worden. De andere vormen kunnen alleen jonge dan wel oude erytrocyten infecteren, waardoor het percentage geïnfecteerde erytrocyten beneden de 2% blijft. De meeste infecties door P. falciparum worden in Afrika ten zuiden van de Sahara opgelopen. De andere malariavormen komen meer voor in Zuid-Amerika en Azië. Infectie door P. falciparum treedt op binnen 4 weken na terugkeer uit een endemisch gebied. De andere parasieten kunnen in zogenaamde slapende vorm in het lichaam aanwezig blijven, waardoor ziekte zich ook nog tot een aantal jaren na terugkeer uit een endemisch gebied kan manifesteren. Foliolum Jaargang XXII Ed II

13


Reizigersziekten De diagnose wordt gesteld door onderzoek van een bloeduitstrijk en een dikke druppel. Daarbij is de dikke druppel een concentratiemethode, waarvan de sensitiviteit hoger is dan van de bloeduitstrijk. Het laboratorium dient een typering, evenals een percentage van het aantal geïnfecteerde erytrocyten af te geven. Beide zijn makkelijker in de bloeduitstrijk uit te voeren.

Dengue (knokkelkoorts) is een virusziekte. Het virus wordt overgebracht door muggen, onder andere door de tijgermug. Dengue is een opkomende ziekte in de wereld. in tegenstelling tot de malariamug steekt deze vector overdag en komt hij meer in rurale gebieden voor. De ziekte komt vooral voor in Zuidoost-Azië en het Caribisch gebied. Er zijn 4 serotypen van het Denguevirus bekend. De eerste keer dat iemand besmet raakt wordt hij meestal niet zo ernstig ziek. Vindt een volgende infectie plaats met een ander serotype dan kan een zeer ernstige infectie optreden met verschijnselen van shock. Chikungunya, eveneens een virusziekte, komt de laatste jaren meer voor en wordt ook overgebracht door muggen, onder andere door de tijgermug. Het betreft meestal een goedaardig verlopende ziekte en komt voor in Afrika en Azië, maar is recent (onder invloed van klimaatfactoren?) ook in Italië gesignaleerd.

Dikke druppel (erytrocyten kapotgemaakt) waarin zich P.ovale parasieten bevinden. Foto Lab Bijzondere Hematologie UMCG

14

Vanwege de potentieel ernstige gevolgen van malaria dient men zich daartegen te beschermen. De maatregelen bestaan uit muggenwerende maatregelen en chemoprofylaxe. Muggenwerende maatregelen zijn het dragen van kleding met lange mouwen en lange broeken, evenals het toepassen van insectenwerende middelen. Hiertoe kan men de onbedekte huid insmeren met diëthyltoluamide (DEET). Verder kan men muskietennetten gebruiken die geïmpregneerd zijn met permethrine of deltamethrine. Het belangrijkste doel van de chemoprofylaxe is bescherming tegen de ernstig verlopende malaria tropica. Bij zowel de chemoprofylaxe als de behandeling van malaria doet zich het probleem van resistentie voor. Dit betreft vooral resistentie van P. falciparum tegen meerdere middelen. Zoals hierboven vermeld doen ernstige complicaties zich alleen voor bij de malaria tropica. Bij de ernstige vorm daarvan (klinisch zeer ziek, of parasitemiegraad > 2-5%) dient altijd ziekenhuisopname plaats te vinden voor parenterale behandeling. Tot vorig jaar was dat in Nederland nog met het al zeer oude kinine. In de jaren ‘80 zijn er nieuwe middelen ter beschikking gekomen via China, de artemesininepreparaten. Zij waren daar al langer in gebruik als koortswerende middelen, afkomstig van een alsemplant. Deze aertemesininederivaten zijn de breedst werkende antimalariamiddelen, d.w.z. werkzaam tegen alle stadia van de parasiet in het bloed. Ze hebben ook de snelste reductie van de parasietenbiomassa. In trials is de hogere effectiviteit van sommige van deze derivaten ten opzichte van kinine vastgesteld. Sinds 2007 is het dan ook in Nederland mogelijk om op artsenverklaring bij ernstige malaria tropica artesunaat te gebruiken. Foliolum Jaargang XXII Ed II

De tijgermug, overbrenger van onder andere. het Dengue virus en het Chikungunya virus.

2. Ziekten overgebracht door teken Teken als overbrenger van ziekten zijn in Nederland bekend van de ziekte van Lyme. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Elders in de wereld kunnen teken ook een ander speciaal soort bacterieziekten overdragen, de rickettsiosen. Bij een aantal van deze ziekten is ter plaatse van de tekenbeet vaak een roodheid met een zwarte korst zichtbaar, de zogenaamde eschar of tache noire. In Zuid-Europa en Afrika komt mediterranaen spotted fever of fièvre boutonneuse voor, veroorzaakt door Rickettsia conorii en overgebracht door de bruine hondenteek. Daarnaast komt in zuidelijk Afrika ook de Afrikaanse tekenkoorts voor, veroorzaakt door R.africae. Afgezien dat hierbij vaak meerdere teken tegelijk aanvallen (en dus meerdere eschars zichtbaar kunnen zijn) lijkt het ziektebeeld enigszins op fièvre boutonneuse. Beide rickettsiosen, vooral de Afrikaanse tekenkoorts, hebben over het algemeen een goedaardig beloop. In de V.S. komt Rocky Mountain spotted fever voor, veroorzaakt door R. rickettsi. Dit is een ernstig ziektebeeld, dat onbehandeld een mortaliteit heeft van 20-25%. Rickettsiosen kunnen goed behandeld worden met een korte kuur antibiotica, zoals doxycycline. Teken kunnen ook virusziekten overbrengen. In CentraalEuropa komt teken-encepahalitis voor een ziektebeeld


Reizigersziekten dat zich met en neurologische verschijnselen manifesteert, zoals hoofdpijn en verwardheid.

Twee eschars bij Afrikaanse tekenkoorts

3. Overdracht van mens op mens Mensen vormen een bron voor een aantal infectieziekten dat men op reis kan opdoen. In de eerste plaats buiktyfus, veroorzaakt door Salmonella (para-)typhi. De salmonellosen die men daarentegen in de ontwikkelde wereld oploopt zijn zoönosen. Net zoals malaria tropica is buiktyfus een potentieel dodelijke ziekte indien niet antibiotisch behandeld. Hoewel het een Salmonella bacterie betreft, gaat de ziekte niet speciaal met diarree gepaard, maar is er sprake van een systemische ziekte, waarbij de diagnose gesteld wordt door het aantonen van de bacterie in de bloedkweek. Fluorochiniolonen zijn over het algemeen geïndiceerd als therapie, maar resistentie komt in de wereld meer voor. Daarom moet soms met 3e generatie cefalosporinen behandeld worden. Herman G. Sprenger werkt sinds 1986 als internist op de afdeling Algemeen Interne Geneeskunde / Infectieziekten van het UMCG. In 1993 werd hij geregistreerd in het aandachtsgebied Infectieziekten. Op de afdeling en polikliniek Infectieziekten worden patiënten behandeld met HIV / AIDS, hepatitis B en C en bijzondere algemene infectieziekten, waaronder regelmatig patiënten met importziekten. Verder werkt de afdeling samen met de tuberculoseafdeling op de locatie Beatrixoord in Haren van het UMCG. Zijn wetenschappelijk onderzoek richt zich vooral op de complicaties en behandeling van HIV/ AIDS. Naast het leveren van zorg na de reis is het UMCG van plan ook zorg vóór het reizen aan te bieden. Het is de bedoeling samen met de GGD Groningen in het UMCG een Travel Health Clinic op te richten.

Ook enkele wel typische diarreeziekten worden door de mens overgedragen via de faeco-orale route. Het betreffen onder andere de bacteriële dysenterie (ontsteking van de dikke darm), veroorzaakt door Shigella bacteriën en de amoebendysenterie veroorzaakt door de parasiet Entamoeba histolytica. Beide zijn te behandelen met antimicrobiële middelen. Onbehandelde darminfecties door E. histolytica kunnen tot complicaties leiden op iets langere termijn, onder andere in de vorm van leverabcessen. Escherichia coli is een normale darmcommensaal bij de mens. De meest voorkomende diarreeziekte op reis, ‘reizigersdiarree’, wordt vooral veroorzaakt door een pathogene E. coli-soort, de enterotoxigene E.coli (ETEC). Vele worminfecties kunnen ook van mens op mens overgedragen worden, al dan niet via een tussengastheer. Schistosomiasis is een wormziekte waarvan de larfjes vrijkomen uit slakken in stilstaand zoet water. De larfjes kunnen bij iemand die in dat water verblijft via de intacte huid binnendringen en vervolgens via de bloedbaan door het hart en de longen naar de darmen of urine wegen migreren om daar vervolgens als volwassen wormen eitjes te gaan leggen. Bij de acute besmetting kunnen zich verschijnselen voordoen van een netelroos-achtige huiduitslag met veel jeuk en algemene malaise (Katayama fever). Indien die afwezig zijn kan men bij onzekerheid over besmetting een antistoffentest op Schistosoma laten verrichten.

15

Urticariële huiduitslag bij acute schistosomiasis ('katayama syndroom')

Virusinfecties die overgedragen kunnen worden zijn hepatitis A en B. Hepatitis A via de faeco-orale besmettingsweg, hepatitis B vooral door onveilig seksueel contact. Er zijn gebieden in de wereld waar 5% van de bevolking het hepatitis-B-virus draagt. Op dezelfde wijze als hepatitis B kan ook HIV worden overgedragen. Aangezien de concentratie van HBV-DNA in het plasma hoger is dan van HIV-RNA, is hepatitis B echter vele malen besmettelijker. Ook meestal onschuldiger verlopende virusinfecties zoals door Cytomegalovirus (CMV) worden overgedragen via intiem contact.

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Reizigersziekten Ten slotte het risico op tuberculosebesmetting op reis. Dit onderwerp is ook belangrijk omdat er wereldwijd een opmars is van extreem resistente tuberculosebacteriën. De kans op besmetting wordt bepaald door de incidentie van tuberculoste (tbc) in het land van bestemming (het hoogste in Oost-Europa, Azië en zuidelijk Afrika), de duur van het verblijf en het contact met de lokale bevolking. Mensen die in de gezondheidszorg gaan werken lopen de grootste risico’s op besmetting. Voor toeristen is het risico vergroot indien langer dan 3 maanden in gebieden wordt doorgebracht met een verhoogde tbc-incidentie. De gemiddelde infectiekans voor een reis van 6 maanden naar een dergelijk gebied is 1,6%. In Nederland is die kans slechts 0,01%. Besmetting kan worden vastgesteld door middel van de al meer dan 100 jaar oude huidtest met tuberculine (mantouxtest). Indien de reactie hierop een zwelling van >10-15 mm is, wordt uitgegaan van de aanwezigheid van een latente tuberculose-infectie.

16

Positieve Mantoux test

Tegenwoordig gebeurt het opsporen van een latente tuberculose-infectie ook door testen op bloedmonsters. Daarin wordt gekeken naar interferonproductie door bloedcellen na stimulatie met antigenen van tuberculosebacteriën. Na besmetting treedt bij gezonde mensen slechts bij 10% actieve tuberculose op. Bij het merendeel in het eerste jaar na besmetting. Om dit te voorkomen kan, na vaststelling van een latente infectie, gedurende 6 maanden profylaxe gegeven worden met isoniazide (INH). Hiermee wordt in 70% van de gevallen een actieve tuberculose voorkomen. Er bestaat een vaccin tegen tbc. Effectiviteit hiervan wordt als zeer wisselend beschreven in onderzoeken en varieert van 0-80% bescherming. Met de toediening hiervan is men over het algemeen zeer terughoudend, ook omdat daarna controle op een eventuele besmetting sterk bemoeilijkt is. Alleen bij een lang verblijf in gebieden en omstandigheden met een zeer hoge tbc-incidentie wordt BCG-vaccinatie wel toegepast.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

4. Zoönosen Zoönosen zijn ziekten waarvan de verwekkers dieren als een natuurlijk reservoir hebben. Als men de definitie van het begrip zoönosen beperkt, zijn belangrijke voorbeelden hiervan diarreeziekten, brucellose en leptospirose. Brucellose is een bacteriële ziekte die men oploopt door het drinken van ongepasteuriseerde melkproducten. Zij komt veel voor in Zuid-Europa en Turkije en het MiddenOosten. De ziekte kan gekenmerkt zijn door lang aanhoudende koorts en kan met antibiotica behandeld worden. Leptospirose is een bacteriële ziekte die wereldwijd, ook in Nederland, voorkomt en met leverproef- en nierfunctiestoornissen gepaard kan gaan. De bacteriën worden onder andere uitgescheiden door knaagdieren in hun urine. Besmetting vindt plaats door wondjes of door inademing van aerosolen met bacteriën. Tot slot kunnen, evenals in Nederland, op reis ook diarreeziekten opgelopen worden, zoals infecties door (nontyfeuze) Salmonella-soorten of door Campylobacter. Deze Salmonellae zijn commensalen van vele diersoorten (rund, varken, gevolgelte) en worden vooral overgedragen via vleesproducten. Campylobacter is een commensaal van gevogelte en wordt vooral in kip- en kalkoenproducten aangetroffen.


Titel stuk Patiëntverhaal Evt ondertitel Een andere kijk op de medische zorg Franspersoon Titel van Weelie en hun naam, bijv. prof. dr. Martina Schmidt Evt. beroep, bijv. apotheker

Afgelopen zomer ben ik samen met 30 andere mensen afgereisd naar Sierra Leone om daar de begane grond van een nieuwe middelbare school te bouwen. We zijn in Sierra Leone geweest van 17 juli tot en met 8 augustus 2008. De huisvesting was goed en er werd iedere dag door de lokale staf eten gekookt. Dit gebeurde onder primitieve omstandigheden: er werd gekookt op houtskool -vuur in een korf en in de keuken was geen aanrecht en stromend water aanwezig. De lokale staf was wel geïnstrueerd over het schoon wassen van de groentes en het werkelijk koken van de gerechten, om de kans op een voedselvergiftiging voor ons zo klein mogelijk te houden. Gelukkig is de gezondheid in de groep over het algemeen erg goed gebleven. Een enkeling heeft een paar dagen last gehad van diarree. Afgezien van wat vermoeidheid is iedereen van de groep na terugkomst weer gezond en wel aan de slag gegaan. Ik kreeg zelf echter na terugkomst last van buikkrampen, een opgeblazen gevoel en een hele dunne ontlasting. Dat werd gecombineerd met een heftige vermoeidheid en een algeheel niet welbevinden. In eerste instantie probeerde ik met wat venkel en kamillethee verbetering in de situatie te brengen. Helaas was dit zonder succes. Nadat ik drie weken in deze staat verkeerde heb ik besloten om langs de huisarts te gaan. Mijn ontlasting werd onderzocht en ik bleek giardiasis te hebben. Dit is een infectie van de Giardia Lamblia, een parasiet. Besmetting hiervan kan plaats vinden door het eten of drinken van voedsel dat besmet is door Giardia-cysten.

De infectie kan ook rechtstreeks worden overgebracht door contact met ontlasting van een besmet persoon. Na infectie van de parasiet via de mond komt hij uiteindelijk in de dunne darm terecht, waar hij zich gaat vermenigvuldigen en zicht vast hecht aan het slijmvlies. Daar zorgt het voor een beschadiging van het slijmvlies, wat diaree veroorzaakt. De parasiet vormt cysten in de dunne darm die via de ontlasting worden uitgescheiden.

17

De cysten kunnen vervolgens weer andere personen infecteren. Ik kreeg Metronizadol voorgeschreven en dit moest ik een weeklang driemaal daags slikken. Helaas waren de klachten toen nog niet over en daarom ben ik nu bezig met een herhaling van de kuur voor een week. Gelukkig gaan de klachten over. Giardia kan ook in Nederland voorkomen, het komt voor in landen met zowel een hoge als een lage welvaart. Maar omdat ik nooit eerder dergelijke buikklachten heb gehad in Nederland en gezien de hygiënische omstandigheden in Sierra Leone, vermoed ik toch dat ik de parasiet daar heb opgelopen. Zorg in Nederland ligt op een enorm hoog niveau. We vinden het volkomen normaal om een huisarts te bellen voor een consult. Vervolgens is het normaal om binnen een dag je medicijnen middels een recept op te halen bij een apotheek. En als het dan nog niet helemaal over is, haal je na overleg gewoon nog een kuur van een week. Waar we vaak niet bij stil staan, is dat voor 75 % van de wereldbevolking alle bovengenoemde gemakken niet normaal zijn. Huisartsen moeten worden gedeeld met 10 tot 100 keer zoveel patiënten. Beschikbare medicijnen zijn moeilijk te krijgen of gewoon niet beschikbaar. Laten we stoppen met klagen in Nederland! Foliolum Jaargang XXII Ed II


Patiëntverhaal Expert van het kleine stinkende hokje Amely Benaars

Ik kan me herinneren dat de smaakpolitie na een van zijn bezoekjes aan een smerig studentenhuis heeft gezegd dat menig student zonder enige inenting naar Afrika kon. Hij had het helemaal bij het verkeerde eind. Wij, doorgewinterde studenten uit Leeuwarden en Groningen, hangen regelmatig boven het Afrikaanse toilet, ons campusmaaltje op onsmakelijke wijze deponerend.

18

Ik ben nu bijna 4 maanden in Zuid Afrika. Ik woon op een campus met 20 Nederlandse en 50 Afrikaanse studenten en loop stage op een basisschool in de township van Port Alfred, een klein stadje aan de oostkust van Zuid Afrika. In de afgelopen maanden hebben wij Nederlanders het bewijs geleverd fysiek verwend te zijn. Terwijl de Afrikaanse studenten kerngezond zijn, lopen veel Nederlanders voedselvergiftigingen op van ieder ‘keukenfoutje’. Mijn lichaam heeft aardig lang weerstand kunnen bieden tegen de ziektekiemen in ons voedsel, maar dit keer ben ik toch aan de beurt. Het is drie uur ’s nachts en ik zit al ruim anderhalf uur op het toilet. Ik heb een deken om mijn benen heen geslagen en een dikke trui aan tegen de nachtelijke kou. Ik voel me kotsmisselijk, maar overgeven doe ik niet. Dat doe ik zelden. Mijn lichaam weet op misselijkmakende wijze de lunch van gisteren om te zetten tot chocolademelk die, zonder dat ik daar iets over te zeggen heb, mijn lichaam via de achteruitgang verlaat. Uit voorzorg blijf ik dus maar op het toilet zitten. Het heeft geen zin om in bed te gaan liggen om vervolgens krampachtig terug naar het toilet te rennen. Dus daar zit ik dan: doodmoe en niet in staat in slaap te vallen. Mijn gedachten dwalen af naar een aantal jaar geleden. Een zomervakantie waarin ik ook menig uur gespendeerd heb op het toilet. Niet vanwege een voedselvergiftigingen dat keer. Ik was 17, net klaar met mijn HAVO examens en met mijn toenmalige vriend en zijn ouders op vakantie in Kroatië. Na een zorgeloze week vol smoorverliefde strandwandelingen en dergelijke stelletjesbezigheden, kreeg ik blaasontsteking. Niets aan de hand, eerst maar proberen het zelf op te lossen met wat extra hygiënische maatregelen en veel vitamine C. Toen dat niet bleek te werken en ik begon te bloeden - nee, het was niet de tijd van de maand – werd het toch Foliolum Jaargang XXII Ed II

tijd om een arts op te zoeken. Met mijn vriend en zijn vader liep ik het oude gebouw binnen. In het door de zon fel verlichte wachtkamer zaten Kroatische patiënten en wat personeel dat verveeld een sigaretje rookte. Ondanks de drukte in de wachtkamer was ik vrij snel aan de beurt. We liepen door de schemerig verlichte gang naar het kleine kamertje van de dokter. Zoals een goede vriend betaamt, ging mijn vriend met me mee naar binnen. Gelukkig, zo bleek, want de dokter verontschuldigde zich in gebrekkig Engels alleen Duits te spreken. Fántastisch! Ik spreek geen woord Duits, ik had het van mijn leraar Duits op de middelbare niet eens Duits mogen kiezen, want ik was hopeloos volgens hem. En daar moet ik hem gelijk in geven. Gelukkig sprak mijn vriend een aardig woordje Duits en was de dokter uitmuntend in gebarentaal. Ik hoefde maar te wijzen op mijn buik, daar waar mijn blaas ongeveer moet zitten, en ze wist precies wat er aan de hand was. Binnen twee minuten was het doktersbezoekje alweer gepiept. Gelukkig maar, want mijn blaas stond alweer op springen. Vlug ging ik naar het toilet naast de wachtkamer. Na dit toiletbezoek wist ik zeker een blaasontsteking te hebben: als ik het twee minuten nog niet had gehad, had ik het nu wel. Het toilet was zo ranzig dat geen mens er gezond uit kon komen. Misschien was het een Kroatische manier van werkverschaffing, de dokter zou op deze manier nooit zonder patiënten komen te zitten in ieder geval. De dagen die daarop volgden werd ik door vriendlief gedwongen pillen te slikken en vieze groene thee te drinken, waarna ik een sprintje trok naar het minitoiletje in de caravan van zijn ouders, waar ik spontaan God dankte dat zijn ouders net voor deze vakantie hun oude caravan hadden ingeruild voor een super-de-luxe caravan met toilet. Ondertussen had ik aardige koorts. Ik kon niet eten, ik kreeg het simpelweg niet meer door mijn keel. Buiten heerste een hittegolf met temperaturen die bijna net zo hoog waren als mijn lichaamstemperatuur. De vier stappen naar het toilet werden een steeds grotere uitdaging. Op het toilet aangekomen zat ik uit te hijgen voordat ik mezelf weer op kon hijsen en mezelf terug sleepte naar mijn bed. Drinken deed ik alleen nog maar op het toilet, om ongelukjes te voorkomen. Vijf dagen en een aanhoudende koorts van ruim 40 graden Celsius later was er nog geen vooruitgang zichtbaar. Eigenlijk leek het allemaal alleen maar slechter te


Reizigersziekten gaan, ondanks de goede zorgen van mijn vriend en zijn ouders. We besloten nog een keer naar de dokter te gaan. Dit keer was de wachtkamer leeg en konden we meteen doorlopen. Nog voordat ik de dokter in mijn beste Duits kon begroeten, wist ze alweer wat er aan de hand was. Haar talent in het verstaan van gebarentaal, of in dit geval lichaamstaal - ik slofte in elkaar gedoken van de pijn naar binnen - had haar al verteld dat de ontsteking alleen nog maar erger was geworden. Voordat ik goed en wel binnen was had ze me al meegesleept naar een ander kamertje, waar ik op de behandeltafel moest gaan liggen. Toen ik de assistente een megaspuit zag pakken begreep ik dat er geprikt ging worden. Voor ik verder kon vragen werd er, zonder enige vorm van overleg – ach, dat had ook niet gekund in het Duits – zette de assistent een spuit in mijn arm, terwijl de dokter mijn polsslag voelde. Het was zo gepiept. Met de mededeling morgen een tweede prik te moeten komen halen, mocht ik weer gaan. Op de gang schrok mijn vriend zich een ongeluk. ‘Je ziet een beetje geel, met witte vlekjes.’ Ik had geen idee waar hij het over had, ik was vooral doodmoe en verlangde naar een schone wc en mijn bed. Naar het toilet in de dokterspraktijk durfde ik niet meer, dus met een rondgang reden we door de Kroatische straten terug naar de camping. Die middag besloten we naar Slovenië te gaan, want de hittegolf ik Kroatië kon ook niet heel bevorderlijk voor de situatie zijn. De ouders van mijn vriend wisten wel een rustige, schaduwrijke camping in Slovenië waar we heen zouden kunnen gaan. Ik vond alles prima, zolang we maar bij elk tankstation konden stoppen voor een toiletbezoek.

De volgende dag haalde ik mijn tweede prik bij de Kroatische dokter en kreeg de ampullen voor de rest van de week mee. Ook schreef ze een brief - in het Duits voor de Sloveense arts die de derde tot en met de zevende prik zou geven. Vijf uur en zes vieze benzinepomptoiletten later kon ik weer verder drinken en plassen op mijn inmiddels bekende caravantoiletje, ditmaal op de schaduwrijke camping in Slovenië. De volgende ochtend stond ik met mijn vriend en zijn vader in een smetteloze, westers ogende dokterskamer met een hysterische Sloveense arts. “It’s murder! It’s murder! riep de vrouw uit terwijl ze naar de ampullen wees. Mijn Duits mag dan misschien belabberd zijn, op mijn Engels is niets aan te merken. Met deze zin had ik dan ook absoluut geen vertaalproblemen. De dokter zei te weigeren mij de injecties te geven. Doodziek en wanhopig bleef ik met mijn laatste beetje energie volhouden dat ik mijn medicijnen wilde hebben. Na enig aandringen van mijn vriend en zijn vader stemde de dokter toe mij het medicijnen te geven, op voorwaarde dat dit verdund per infuus zou gebeuren. Beide partijen stemden met deze middenweg in, waarna ik anderhalf uur aan een infuus moest liggen. Voor ik wegging deed de dokter een klein onderzoekje. Met een mokerslag gaf ze me een stomp in mijn nieren, waarna ik van de pijn minstens een meter in de lucht sprong. Tenminste, zo voelde het, in werkelijkheid had de dokter mijn nieren zachtjes aangetikt en was ik niet in staat geweest om ook maar 40 centimeter van de grond af te komen. Ze concludeerde dat mijn nieren ook ontstoken waren en ik kreeg tabletten mee. De ampullen gaf ze me niet terug, die vond ze gevaarlijk. Foliolum Jaargang XXII Ed II

19


Reizigersziekten Ten slotte adviseerde ze met spoed naar huis terug te keren voor grondig onderzoek. Dit advies namen we ter harte en de volgende dag begonnen we aan een helse tocht naar huis, ik ineenkrimpend van de pijn bij elke hobbel in de weg. Thuisgekomen, zat ik met mijn moeder bij mijn eigen vertrouwde dokter. De doosjes van al mijn medicijnen had ik als souvenirtjes meegebracht. Mijn dokter zuchtte. Het eerste medicijn was te zwaar geweest, in Nederland zou men dat alleen aan doorgewinterde antibiotica patiënten geven. Door naar de injecties. Mijn dokter haalde haar wenkbrauwen op. Ze legde ons uit dat de Sloveense arts het helemaal aan het juiste einde had gehad met haar verontrustende uitspraken. Antibiotica, zo legde ze uit, mogen nóóit recht in de bloedbaan worden gespoten. Daarnaast was dit antibioticum een sterke. In Nederland wordt deze ook gebruikt, op de intensive care onder zware hartbewaking. Bijwerkingen? Blindheid, doofheid, hartfalen… Het lijstje enge bijwerkingen werd halverwege afgebroken, de boodschap was wel duidelijk: ik had geluk gehad. Na wat onderzoeken in het ziekenhuis bleek ik gelukkig ook geen blijvende schade te hebben overgehouden aan die blaasontsteking.

20

Relativerend concludeer ik, zittend op het Afrikaanse toilet dat ik mezelf voortaan wel een expert op het gebied van Het Kleine Stinkende Hokje mag noemen. Na het bezeten hebben van bijna elk benzinepomptoilet op de route van Kroatië naar Nederland en nu menig in Zuid Afrika, kan ik je alles vertellen over toiletpapier, brilschoonmaak- en hygiëne- inschatting- technieken. De waarde van deze laatste techniek moet vooral niet onderschat worden.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

Wanneer ik na mijn nacht op het toilet met mijn huisgenoot mee ga naar het ziekenhuis in Port Alfred voor een onderzoek naar haar verstopte darmen (geluk bij een ongeluk dat het niet tegenovergestelde klachten zijn, het toilet was de hele nacht bezet), komt deze vaardigheid toch weer goed van pas. Voordat ze ook maar de kans krijgt een stap over de drempel bij de arts te zetten sleep ik haar mee de toiletten in. na een nauwkeurige blik en een vakkundige snuif verklaar ik, de Expert Van Kleine Stinkende Hokjes, het ziekenhuis als onbevoegd voor elke vorm van onderzoek en/of behandeling. Gauw verlaten we het pand. Op zoek naar een privaat ziekenhuis.


Ziek op reis Gert Salentijn en Louis Keyzer

Iedereen heeft wel eens tijdens de vakantie iets opgelopen, zoals diarree, of kent iemand bij wie dit gebeurd is. Bij reizen naar verre landen word je van te voren grondig geïnformeerd over de risico’s en wordt vaccinatie vaak aangeraden, zodat je geen hepatitis, tyfus of gele koorts oploopt. Behalve deze vrij zware aandoeningen, zijn er nog meer problemen waar je lichaam tegen op kan lopen tijdens de vakantie, maar ook tijdens de reis zelf. Het begint al voor de eigenlijke onderneming: vakantiestress. Is alles wel gepakt? Is het visum goed aangevraagd? Identificatie bij de hand? Noem het maar op. Stress zorgt voor de afgifte van cortisol uit de bijnierschors, welke een remmend effect heeft op het immuunsysteem, zodat je vatbaarder bent voor allerlei infecties van buitenaf: het begint al lekker.1

Je “biologische klok”, gelegen in de cellen van de suprachiasmatic nucleus (SCN) in de hersenen, zorgt voor een syntheseritme van melatonine met een periode van iets meer dan 24 uur. Melatonineconcentraties zijn hoog tijdens donkerperioden en laag tijdens lichtperioden. Licht inactiveert de enzymen die nodig zijn voor melatoninesynthese, waardoor de biologische klok wordt gesynchroniseerd door licht uit de omgeving. De lichtinput blijft in het geval van een jetlag veel langer bestaand en de hele hormoonhuishouding raakt verstoord.2 Als je een paar dagen later aan je jetlag gewend bent en het weer aandurft een reisje te maken, huur je een auto om typisch Amerikaans “off-road” te gaan. Je hebt een goede deal gesloten en vrij goedkoop een auto weten te bemachtigen, die volgens de verkoper meer dan geschikt is voor een dergelijke reis. Eenmaal cruisend over de hobbels en bulten wens je dat je toch iets meer geld had

Vol van enthousiasme en cortisol sta je dan op het vliegveld en kijk je op de klok: het is ongeveer twaalf uur ’s middags. Er wordt omgeroepen dat de passagiers in het vliegtuig moeten gaan zitten en niet veel later vertrek je dan. De reis gaat naar San Fransisco, Californië, waar je dan ook negen uur later het vliegtuig weer verlaat. In de terminal aangekomen kijk je weer op de klok en tot je verbazing lijkt de tijd te hebben stil gestaan: het is twaalf uur ’s middags. Bij het passeren van een tijdzone van dergelijke grootte, heb je een aanzienlijke kans op het krijgen van een jetlag. Dit houdt in dat je biologische klok verstoord is geraakt en daarmee je hele hormoonhuishouding. Foliolum Jaargang XXII Ed II

21


Reizigersziekten uitgegeven: op de achterbank hangen je kinderen al met een groen gezicht uit het raam en jij hebt je ook wel eens beter gevoeld. Wagenziekte wordt veroorzaakt door een verschil aan visuele input en aan wat je evenwichtsorgaan waarneemt. Lezen in de auto is vooral funest, aangezien je visueel geen beweging waarneemt, maar het wel voelt. Ook als je gewoon naar de rugleuning kijkt of naar iets anders in de auto komen de inputs niet overeen en kun je al last van wagenziekte krijgen. Vooral jonge kinderen hebben last van wagenziekte, omdat het evenwichtsorgaan nog niet volledig ontwikkeld is. Ook kunnen ze vaak niet goed naar buiten kijken, zodat ze de beweging van de auto niet kunnen waarnemen.3

zijn eigen bedje. Als je zo om je heen kijkt deel je dit gevoel eigenlijk wel met je zoon: je hebt heimwee. Je kunt heimwee krijgen omdat je je vertrouwde gevoel van ‘thuis’ kwijt bent of omdat je een bepaald object (van thuis) mist, zoals je bedje in dit geval. Heimwee komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen, omdat kinderen in het algemeen minder vaak van huis zijn weggeweest, ze hebben er dus meer moeite mee om deze vertrouwde omgeving te verlaten. Als gevolg heeft heimwee dat je depressief, angstig en timide kan worden. Hoe serieuzer de heimwee hoe serieuzer de symptomen, zo kun je ook letterlijk ziek worden van heimwee, je kunt bijvoorbeeld maagklachten krijgen.4 Als je weer thuis bent en tijdens het bekijken van de foto’s terugdenkt aan de vakantie, komt de vraag bij je op waarom nou eigenlijk beweerd wordt dat je bijkomt op vakantie. Zo’n feest was het namelijk niet.

22

Aangezien je de kinderen wel zat bent keer je snel om en meteen zeg je ook maar de geplande cruise af; zeeziek word je nog veel sneller dan wagenziek, omdat de schommelingen groter zijn dan in een auto. In plaats hiervan wordt een lange wandeltocht gepland. Na tien kilometer krijg je wederom spijt van de gemaakte keuze; je had met een lekker drankje tussen de mooie vrouwen kunnen liggen, maar in plaats daarvan voel je de blaren branden onder je voeten. Deze blaren worden veroorzaakt door frictie tussen de lagen van huid, waardoor de lagen los raken en er vloeistof tussen komt.

Literatuur: 1 Silverthorn e.a., Human Physiology 4th ed., p.753-754 2E. Hadley e.a., Endocrinology, 6th ed., p. 455-467 3.http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/diversen/ 19562wagenziekte-of-reisziekte-bij-kinderen.html 4 Verschuur MJ, Eurelings-Bontekoe EH, Spinhoven P, “Associations among homesickness, anger, anxiety, and depression”.

Teruggaand na een hele lange dag en eenmaal zittend in je goedkope, lelijke, slecht verzorgde hotelkamer, uithuilend van de blaren, zegt één van je kinderen ineens dat hij toch wel terugverlangd naar huis en naar Foliolum Jaargang XXII Ed II


Promovendus Promovendi FWN

Promotie: mw. B.E. Smink, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Benzodiazepines and traffic safety Promotor(s): prof.dr. D.R.A. Uges, prof.dr. A.C.G. Egberts, prof.dr. J.J. de Gier Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Medicijngebruik in het verkeer opsporen met speekseltest Een aanzienlijk aantal verkeersongelukken wordt veroorzaakt doordat weggebruikers onder invloed zijn van medicijnen. Grote boosdoeners zijn de zogenaamde benzodiazepinen, een groep medicijnen die als slaap- en kalmeringsmiddelen voorgeschreven wordt. Beitske Smink, toxicologe van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), onderzocht wat de risico’s zijn van benzodiazepinegebruik in het verkeer en welke methode het beste is om vast te stellen of iemand benzodiazepinen gebruikt. Ze stelde vast dat de speekseltest potentie heeft. Smink promoveert op dit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen op 17 oktober 2008. Benzodiazepinen zijn een van de meest gebruikte groep medicijnen in Nederland. Ze worden niet alleen heel veel voorgeschreven, maar ook vaak te lang. Smink: ‘Ze hebben een slaapverwekkende en spierverslappende werking. Dat zijn effecten die je niet in het verkeer kan gebruiken. Bij ongelukken zien we ze daarom vaak terug.’ Het is verboden om te rijden onder invloed van stoffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, maar toch houden veel gebruikers zich hier niet aan. ‘Je ziet wel dat mensen die niet kunnen slapen, midden in de nacht een tablet slikken. Vervolgens stappen ze ’s ochtends in de auto, terwijl het middel nog niet uitgewerkt is.’

Snelle indicatie Als mensen staande worden gehouden door de politie (bijvoorbeeld vanwege afwijkend rijgedrag) en er geen alcohol in het spel is, wordt er bloed afgenomen en doorgestuurd naar het NFI. Daar wordt het bloed gecontroleerd op onder andere benzodiazepinen. Het afnemen van bloed is echter vrij omslachtig, en bij controles is het wenselijk dat zo weinig mogelijk mensen ten onrechte deze procedure moeten doorlopen. Het zou dus handig zijn als de politie na het staande houden van een bestuurder een snelle indicatie kan krijgen of er benzodiazepinen gebruikt zijn. ‘Een blaastest, zoals bij alcohol, werkt niet, omdat benzodiazepinen niet in de adem terechtkomen.’

Speeksel versus urine Smink heeft daarom gekeken of speeksel of urine bruikbaar is om vast te stellen in welke mate iemand onder invloed is van benzodiazepinen. Hiervoor gebruikte ze diverse laboratoriumtests. Deze tests moeten aan veel eisen voldoen. Smink: ‘Er zijn heel veel verschillende soorten benzodiazepinen. Een test moet dus wel twintig soorten stoffen kunnen opsporen.’ Om de aanwezigheid in speeksel en urine te vergelijken met bloed liet Smink acht vrijwilligers het kalmeringsmiddel oxazepam slikken. Vervolgens werden de uitslagen van de speeksel- en urinetests vergeleken met de concentratie van het middel in hun bloed. Hieruit bleek dat de concentratie benzodiazepinen in speeksel veel lager is dan in urine. Speeksel lijkt daarom minder geschikt als testmateriaal, maar de concentratie in speeksel is wel een betere afspiegeling van de concentratie in het bloed dan die in urine. Speekseltests zijn dus een betere indicator voor recent gebruik. Daarbij komt nog dat het gemakkelijker is om speeksel af te nemen dan urine.

Voorlichting Speekseltests zullen de bloedtests niet gaan vervangen. Smink: ‘Het is echt een voorselectie; want alleen bloed kan op dit moment als wettig bewijsmateriaal worden gebruikt.’ Volgens Smink is het nog niet bekend wanneer de politie speekseltests gaat gebruiken als controlemiddel. ‘Het is aan de politiek om te beslissen of dit ingevoerd moet worden. Daarna moet de politie ermee leren werken en zullen de tests verder onderzocht moeten worden.’ Speekseltests maken de controle op benzodiazepinen makkelijker, maar daarnaast moet ook de voorlichting door zorgverleners naar gebruikers verbeterd worden, benadrukt Smink. Dit najaar wordt daarom een speciale publiekscampagne over dit onderwerp gelanceerd.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

23


J. van Dalen FB F. Pol FB H. de Vos FB drs. H.M. Draijer RA

Betrokken en gedegen


Facultair Grenswaarde Smink heeft ook onderzocht wat het verband is tussen benzodiazepinen in het bloed en verkeersongevallen. Bij alcohol is dit al goed vastgesteld, maar bij benzodiazepinen nog niet. Als dit verband wel bekend zou zijn, is het gemakkelijker om – net zoals bij alcohol - een strafbare grenswaarde vast te stellen. Nu moet, bij vervolging, het per geval aannemelijk gemaakt worden of het rijgedrag beïnvloed is door het geneesmiddel. Voor dit deel van het onderzoek bestudeerde Smink een groot aantal dossiers van aangehouden bestuurders waarin hun uiterlijke verschijnselen worden omschreven en de concentratie van benzodiazepinen in het bloed. Hieruit bleek dat er een duidelijk verband is, alhoewel het moeilijk is om op basis van deze resultaten een grenswaarde vast te stellen. Smink: ‘Daarvoor is meer onderzoek nodig. Bovendien is het aan de politiek om te besluiten waar je die grens wilt leggen.’

Noot voor de pers Curriculum vitae Beitske Smink (Utrecht, 1966) studeerde farmacie in Utrecht. Na haar afstuderen in 1992 was ze een aantal jaren werkzaam als apotheker. In 1996 is ze bij het Nederlands Forensisch Instituut gaan werken als wetenschappelijk toxicologisch onderzoeker. In 2002 begon ze met haar promotieonderzoek. Het onderzoek is bij het NFI uitgevoerd in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Farmaceutische Wetenschappen/UMCG en de Universiteit Utrecht, Departement Farmaceutische Wetenschappen. De titel van haar proefschrift luidt: Benzodiazepines andtraffic safety: Forensic, analytical-toxicological and epidemiological aspects of driving under the influence of benzodiazepines.

Symposium Rijden onder invloed van alcohol, drugs en geneesmiddelen staat internationaal in de belangstelling. Met het oog op de verkeersveiligheid en het terugdringen van het aantal verkeersongevallen is de aandacht voor dit probleem groot. Op donderdag 20 november 2008 organiseert het Nederlands Forensisch Instituut in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht een symposium waarbij recente onderzoeksresultaten worden gepresenteerd en actuele ontwikkelingen in de maatschappij worden toegelicht.

Datum: 14 november 2008 Promotie: T.W. de Vries, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Improving care in paediatric asthma: patients, prescriptions, pharmacovigilance, pathogens, and particles Promotor(s): mw.prof.dr. L.T.W. de Jong-Van den Berg, prof.dr. E.J. Duiverman Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Improving care in paediatric asthma: patients, prescriptions, pharmacovigilance, pathogens and particles Veel kinderen met astma krijgen te lage startdosis medicijnen Kinderarts Tjalling de Vries onderzocht een aantal aspecten van de behandeling van astma bij kinderen. Hij concludeert onder andere dat ruim 40% van de kinderen met astma, eczeem of allergische rhinitis een te lage startdosering inhalatiecorticosteroïden (ICS) krijgt en dat veel kinderen niet behandeld worden volgens de beschikbare richtlijnen. Deze laatste conclusie volgt op zijn bevinding dat respectievelijk 2%, 3% en 0.7% van deze kinderen chronisch behandeld worden met corticosteroïden en dat deze getallen lager liggen dan verwacht op grond van eerder epidemiologisch onderzoek. Interventie via apotheken leidt tot een belangrijke verbetering van het voorschrijfgedrag. Aan de hand van gegevens van het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb ontdekte De Vries dat ICS abnormale haargroei kan veroorzaken. Nadere analyse met WHO-gegevens bevestigt dit. Omdat bij Lareb gedragsveranderingen relatief vaak waren gemeld, onderzocht De Vries of deze vaker voorkomen bij kinderen met ICS, in vergelijking met kinderen met KNO-problemen en gezonde kinderen. Dit blijkt niet zo te zijn. Ook bepaalde De Vries de opbrengst van inhaleerbare ICS-deeltjes uit dosisaerosolen. Hij constateert dat tijdens het gebruik van de dosisaërosol met fluticasone 125 µg deze opbrengst duidelijk afnam. De gemiddelde deeltjesgrootte bleef echter gelijk en werd niet beïnvloed door gebruiksduur of vochtigheidsgraad. De dosisaerosolen van hydrofluoroalkaan beclomethasone en ciclesonide gaven de hoogste opbrengst aan inhaleerbare deeltjes. Bovendien toont de kinderarts aan dat sommige ziekmakende bacteriën overleven in zogenaamde voorzetkamers, maar niet als deze van metaal zijn gemaakt. Onderzoek van voorzetkamers van een groep poliklinisch behandelde kinderen laat zien dat in de praktijk weinig voorzetkamer besmet zijn met ziekmakende bacteriën.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

25


Facultair Curriculum vitae Tjalling de Vries (Oldebroek, 1959) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotieonderzoek verrichtte hij in het Medisch Centrum Leeuwarden, waar hij werkzaam is als kinderarts en bij de afdeling Farmacie van de RUG, het landelijk bureau registratie bijwerkingen van geneesmiddelen (Lareb), en het laboratorium voor Volksgezondheid van Friesland. Een deel van het onderzoek is gefinancierd door de Wetenschapscommissie van de Medische Staf van het MCL.

Promotie: M. van Hulst, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Health economics of bloodtransfusion safety Promotor(s): prof.dr. M.J. Postma, prof.dr. C.Th. Smit Sibinga Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Bloedtransfusies in Derde Wereld kunnen veiliger Ontwikkelingslanden moeten geen geld uitgeven aan nieuwe, gevoeliger tests om HIV- en hepatitisbesmettingen door bloedtransfusies te voorkomen, concludeert René van Hulst op basis van internationaal onderzoek. In plaats daarvan is het raadzamer te investeren in betere kwaliteitssystemen en beter geschoold personeel. Van Hulst promoveert op 21 november 2008 op dit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. In ontwikkelingslanden is de kans op het oplopen van een infectie door bloedtransfusies aanzienlijk groter dan in ontwikkelde landen. Kinderen met malaria en vrouwen in het kraambed krijgen relatief het vaakst een bloedtransfusie. Zij zijn dus ook het vaakst het slachtoffer van fouten die gemaakt worden bij het testen, administreren en bewaren van donorbloed.

Kosteneffectiviteit In veel gevallen wordt in ontwikkelingslanden gebruik gemaakt van donoren die niet vooraf op HIV of hepatitis getest zijn. Pas nadat het bloed is afgenomen, wordt het onderworpen aan een test. Hierbij wordt gekeken of er antilichamen tegen HIV in het bloed aanwezig zijn. Er bestaan betrouwbaarder tests, gebaseerd op DNA- en RNA-analyse. Het is echter niet kosteneffectief deze tests naast de gebruikelijke tests in te voeren, zo blijkt uit het onderzoek van Van Hulst. Door het beschikbare geld anders te besteden, kan grotere gezondheidswinst worden geboekt.

26

Eerst testen, dan doneren Beter nog is het om donoren te testen vóórdat ze bloed geven, blijkt uit een onderzoek in een ziekenhuis in Kumasi, Ghana. Zo hoeft er geen bloed weggegooid te worden, hoeft er niet onnodig bloed afgenomen te worden en wordt geld bespaard. Maar het is ook veiliger: bloed dat niet afgenomen is, kan niet per ongeluk toch aan een patiënt worden toegediend.

Voorbeeld voor Nederland Wat voor ontwikkelingslanden geldt, geldt mutatis mutandis ook voor ontwikkelde landen. Gevoeliger tests voor HIV en hepatitis invoeren naast bestaande tests, is duur, voorkomt slechts weinig infecties en levert dus weinig gezondheidswinst op. Van Hulst: “In ontwikkelingslanden heeft men opmerkelijk veel aandacht voor rationele argumenten bij doorvoering van vernieuwingen in de zorg. Ook in Nederland moeten we blijven streven naar optimale en niet naar maximale bloedveiligheid. Niet elke nieuwe techniek moet automatisch ingevoerd worden. Eerst moet duidelijk worden wat de kosten zijn en hoeveel besmettingen voorkomen kunnen worden. Onze politici moeten op basis van gezondheidseconomisch onderzoek soms impopulaire beslissingen durven nemen. Alleen zo kan de zorg betaalbaar en toegankelijk blijven.”

Curriculum vitae René van Hulst (Leeuwarden, 1972) studeerde Farmacie te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de onderzoekschool SHARE, vakgroep Farmacie, faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotors zijn prof.dr. M.J. Postma en prof.dr. C. Th. Smit Sibinga. Het onderzoek werd gefinancierd door de Landsteinerstichting voor bloedtransfusieonderzoek, het Ghanees-Nederlandse samenwerkingsprogramma voor onderzoek naar zorg en ontwikkeling, het ministerie van VWS en de firma’s Bio-Rad en Baxter. Van Hulst is thans werkzaam als onderzoeker aan de RUG, ziekenhuisapotheker in het Martini Ziekenhuis te Groningen en consultant bij adviesbureau HECTA. De titel van zijn proefschrift luidt Health economics of bloodtransfusion safety.

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Facultair Datum: 28 november 2008 Promotie: M.K. Reinders, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Practice research in the field of gout: clinical pharmacology of antihyperuricemic drugs Promotor(s): prof.dr. J.R.B.J. Brouwers, prof.dr. M.A.F.J. van de Laar Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Practice research in the field of gout: clinical pharmacology of antihyperuricemic drugs Klinisch onderzoek naar urinezuurverlagende medicijnen bij jicht Jicht wordt gekenmerkt door acute pijnaanvallen in gewrichten, veroorzaakt door neerslag van urinezuurkristallen. De belangrijkste factor is een te hoge concentratie urinezuur in het lichaam. Mark Reinders onderzocht de klinische farmacologie van de urinezuurverlagende middelen allopurinol, benzbromaron, probenecide en rasburicase bij jichtpatiënten in de dagelijkse reumatologische praktijk, gericht op effectiviteit en verdraagbaarheid. In de literatuur zijn veel meldingen van het tekort schieten van de behandeling van jicht. Een van de redenen is dat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over effectieve behandelstrategieën. Reinders concludeert onder andere uit zijn onderzoek dat benzbromaron in standaard of hoge dosering, allopurinol in hoge dosering (600 mg/dag) en allopurinol+probenecide effectieve behandelingen zijn. Allopurinol in standaarddosering (300 mg/dag) en probenecide zijn minder effectief; probenecide wordt minder goed verdragen dan benzbromaron. Ook beschrijft hij de experimentele behandeling van rasburicase bij twee uitbehandelde jicht-patiënten. Deze nieuwe intraveneuze behandeling is bij deze patiënten zeer effectief gebleken.

Curriculum vitae Mark Reinders (Winschoten, 1978) studeerde farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zijn promotieonderzoek verrichtte bij de vakgroep Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg. Reinders werkt als ziekenhuisapotheker bij Atrium Medisch Centrum Parkstad in Heerlen.

27

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Afgestudeerden augustus, september en november

DE AFGELOPEN MAANDEN ZIJN DE VOLGENDE LEDEN VAN PHARMACIAE SACRUM AFGESTUDEERD: AUGUSTUS M.A. Eschbach S. Mardo onderzoeksproject Moleculaire farmacologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

M. Plaisier onderzoeksproject Medische microbiologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

A. Bouma onderzoeksproject Therapeutische gen modulatie, differentiatie Farmaceutische Zorg

A.L. van Ojik onderzoeksproject Farmacochemie, differentiatie Farmaceutische Zorg

D.J.A.R. Moes onderzoeksproject Moleculaire farmacologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

K.M.C. van der Elst onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg. differentiatie Farmaceutische Zorg

28

M.H. van Dijk onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

W. Kromdijk onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

B.J.A. Hofman onderzoeksproject Analytische biochemie en ziekenhuisfarmacie , differentiatie Farmaceutische Zorg

P. ten Have onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

E. van Noord onderzoeksproject Sociale farmacie en farmaco-epidemiologie

J.C.A. de Koning onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

P.A. Dao onderzoeksproject Farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

N.W. Hoekstra onderzoeksproject Sociale farmacie en farmaco-epidemiologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Facultair I.M. Redder onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

I.M. Harmelink onderzoeksproject Ziekenhuisfarmacie, differentiatie Farmaceutische Zorg

I.B.M. Meijer onderzoeksproject Klinische chemie, differentiatie Farmaceutische Zorg

M. Fouchier onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

SEPTEMBER W. Tanaydin onderzoeksproject Analytische biochemie, differentiatie Farmaceutische Zorg

D.J. Wiegman onderzoeksproject Therapeutische genmodulatie, differentiatie Farmaceutische Zorg

R.A. Janssen onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

J.L.W. Pot onderzoeksproject Farmacotherapie en farmaceutische patiëntenzorg, differentiatie Farmaceutische Zorg

H.A. Bakker onderzoeksproject Farmacochemie, differentiatie Farmaceutische Zorg

Q. Fillekes onderzoeksproject Biomonitoring en Sensoring, differentiatie Productie en Kwaliteit

J.E. Buiskool onderzoeksproject Sociale farmacie en farmaco-epidemiologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

J.J. de Groot onderzoeksproject Moleculaire microbiologie, differentiatie Farmaceutische Zorg

NOVEMBER E.H. Schepers onderzoeksproject Farmaceutische patiëntenzorg

P.T. Boersma onderzoeksproject Farmacotherapie

E. ten Brug onderzoeksproject Farmacotherapie

S.R. Saadat onderzoeksproject Farmacotherapie

C.D. Ton onderzoeksproject Farmaceutische patiëntenzorg

Foliolum Jaargang XXII Ed II

29


Facultair J.C. Dekker onderzoeksproject Technologie & biofarmacie

I.E.M. de Haan onderzoeksproject Moleculaire biologie

A.J.Th.M.Jenniskens onderzoeksproject Moleculaire biologie

T. de Vos onderzoeksproject Ziekenhuisfarmacie

V. Tanaydin onderzoeksproject Ziekenhuisfarmacie

Allemaal van harte gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!

30

Evaluatie cursussen

Vervolg Evaluaties studiejaar 2007 – 2008 Moleculen en Reactiviteit januari 2008 Een cursus die als goed geÍvalueerd is met enkel kleine kritiekpunten op de docent en de zwaarte van de cursus in vergelijking met andere cursussen (brief 1). Farmacologie practicum februari 2008 Er is enige kritiek op de tijd die er is voor de voorbereiding, met name op de uitvoering en nabespreking van het practicum. Over de inhoud en opzet zijn de respondenten zeer tevreden (brief 1). Practicum Minimale Cel 2007 – 2008 De practica Celbiologie, Genetica en Biochemie zijn allemaal goed en zonder knelpunten verlopen. Wel vinden de studenten over het geheel genomen dat de beoordeling van de practica niet duidelijk is en het rooster niet optimaal (brief 1). Levensloop periode 2 De relevantie van het vak lijkt voor veel respondenten niet voldoende duidelijk. Ook is ongeveer de helft niet tevreden met de inhoud van het vak en de plaats in het studieprogramma. Belangrijke punten, die om verbetering vragen (brief 3). Foliolum Jaargang XXII Ed II


Facultair Criminalistiek 2008 De studenten hebben een positieve waardering voor de cursus, alleen is er kritiek op het tentamen (brief 1). Geneesmiddelvormen en Biofarmacie april / mei 2008 De cursus is inhoudelijk goed bevonden. Er is echter kritiek op het practicum (werkruimte, eisen verslagen en tijdsdruk voor opdrachten). (brief 2 + opmerkingen over practicum). Diversiteit Ecologie en gedrag, december 2007 Studenten hebben kritiek op de algehele inhoud van het vak. Dit komt waarschijnlijk voort uit het gemis aan relevantie voor de studie Farmacie, evenals vorig jaar. Bovendien is er kritiek op de werkcolleges en de wijze van roosteren. De organisatie van het vak wordt wel positief beoordeeld (brief 1). BioAnalyse april 2008 Prima cursus (brief 1). Fysiologie en Farmacologie 2007 – 2008 In het algemeen zijn de studenten positief over deze cursus (brief 1). Farmacokinetiek februari 2008 De studenten waarderen deze cursus en de docent positief (brief 1). Specialistische Farmacotherapie november 2007 De studenten hebben een positieve waardering voor deze cursus, die niet als zwaar ervaren wordt (brief 1). Farmacie in Perspectief mei 2008 Een matig geÍvalueerde cursus. De studenten hadden vooral opmerkingen over de inhoud en samenhang van de colleges en de vraagstelling op het tentamen (brief 2 + opmerking over tentamen). Farmacologie practicum januari 2008 Een prima cursus, de studenten zijn enthousiast. Mogelijke aandachtspunten betreffen de uitvoerbaarheid van de practicumopdrachten en de helderheid in de eisen van de verslagen (brief 1). Farmaceutische Analyse A mei / juni 2008 De studenten hebben een positieve waardering voor deze cursus, maar vinden hem wel zwaar (brief 1). Immunologie juni 2008 De respondenten zijn over het algemeen tevreden over de cursus. De colleges en de docenten worden als goed beoordeeld. De normering van het tentamen en de gedetailleerdheid waarmee de tentamenvragen moeten worden beantwoord, verdienen nog aandacht (brief 1). Thermodynamica maart 2008 (tweedejaarsvak voor studenten Technische Farmacie) De cursus en de docent worden als goed beoordeeld door de studenten. Aansluiting bij voorkennis van de studenten en (toelichting op) het gebruikte boek evenals het benutten van Nestor zijn verbeterpunten (brief 2 + opmerking over boek).

Foliolum Jaargang XXII Ed II

31


STOF versus OC J. Vogelzang en K. Rijkee namens de OC R. Kollen en L. Tanke namens het STOF

32

Dit is de eerste keer dat we een stukje over het STOF en de OC plaatsen. De STOF (StudentenOverleg Farmacie) en de OC (Opleidingscommissie) zijn beiden overlegorganen die er voor zorgen dat de opleidingen farmacie en farmaceutische wetenschappen beter functioneren.

Dit jaar is de klapper ‘Communicatieve vaardigheden’ vernieuwd en deze zal worden uitgedeeld aan alle bachelorstudenten. Hierin staat informatie over alle communicatieve vaardigheden, zoals onder andere presenteren en verslagen schrijven. Er zal worden gekeken naar de invulling van de verschillende communicatievormen (zoals presentaties en verslagen) in de vakken om zo alle vaardigheden in de bachelor aan bod te laten komen.

Aangezien er veel vragen zijn over onderwerpen die spelen binnen opleiding, schrijven wij vanaf nu in elke editie van het Foliolum een korte samenvatting van de behandelde onderwerpen van de afgelopen OC- en STOFvergaderingen.

Er is gebleken dat het niveau van de Nederlandse taal van sommige studenten niet goed genoeg is. Daarom zijn er een aantal toetsingsmomenten in de bachelor ingevoerd om deze studenten te signaleren en hen er op te wijzen dat het niveau omhoog moet. Indien aan het eind van de bachelor het niveau nog steeds onvoldoende is, moet hier eerst wat aan worden gedaan voordat men verder kan met de studie.

Er zal dit jaar veel gesproken worden over de capaciteitsproblemen. Op ProgressWWW staan veel studenten op de wachtlijst omdat de capaciteit van een vak niet groot genoeg is. Dit is onder andere aan de orde bij het tweedejaars vak Farmaceutische Analyse B (FA-B) en de vierdejaars vakken Geneesmiddelproductie en Onderzoek (GPO) en Communicatie/Stage. Vanwege de toenemende studentenaantallen zullen deze problemen alleen nog maar groter worden. Daarom hebben wij een brandbrief geschreven naar de directeur van het opleidingsinstituut Levenswetenschappen waarin wij deze problemen onder de aandracht brengen en wij dringend verzoeken hier iets aan te doen. Mogelijke oplossingen voor dit probleem zijn meer geld voor het onderwijs (voor extra docenten en coördinatoren) en de invoering van avondonderwijs.

Bachelorstudenten zouden een beter beeld willen krijgen van de beroepsmogelijkheden na de studie. Bij het vak Farmacie in Perspectief vindt de eerste kennismaking met de apotheek plaats. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden om dit uit te breiden. Bij het schrijven van dit stukje, wordt er inmiddels gekeken naar de mogelijkheid om een beroependag te organiseren. Het STOF zal in samenwerking met het bestuur van P.S. deze taak op zich nemen. Via de P.S./STOF-website en de email worden jullie hiervan op de hoogte gehouden. Hetzelfde geldt voor een onderwijsmiddag die georganiseerd zal worden vanuit de Opleidingscommissie en het STOF. Deze heeft als doelstelling de vragen die bij de studenten leven te laten beantwoorden door medewerkers binnen de opleiding.

Naar aanleiding van steeds terugkerende signalen van studenten over het zesde jaar is er aan het einde van het jaar een enquête gehouden onder de bijna afgestudeerde studenten, om zo te peilen wat er volgens hen veranderd zou moeten worden. De resultaten van deze enquête zijn inmiddels bekend. Er is ontevredenheid over de onderlinge samenhang van vakken, de beoordeling en de coördinatie ervan. Daarnaast zouden de studenten graag een intensiever programma willen met meer aandacht voor bijvoorbeeld zelfzorgmiddelen. Deze wensen worden doorgespeeld naar het ontwikkelteam van de master, zodat zij hiermee aan de slag kunnen gaan en deze punten verbeterd kunnen worden.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

Indien jullie vragen en/of opmerkingen hebben, kunnen jullie in eerste instantie naar het STOF. Het STOF zal zo nodig de vragen/opmerkingen doorspelen naar de Opleidingscommissie.


Mede mogelijk gemaakt door... Dr. H. Woerdenbag Docent en wetenschappelijk coördinator voor de afdeling farmacie

Of ik een column wil schrijven voor Foliolum. Natuurlijk! Maar het moet een verhaal worden over jezelf. Oei, dat maakt de opdracht lastiger. Wat vindt de lezer leuk om over mij te weten? En wat wil ik zèlf kwijt op zo’n pagina? Als ik nu -in gedachte- Herman Woerdenbag interview en daar een verhaaltje van maak.. Sinds juni van dit jaar ben ik docent in de basiseenheid Farmaceutische Technologie en Biofarmacie. Ik neem het recepteerkunde-onderwijs over van dr. Gerad Bolhuis, die volgend jaar met pensioen gaat. Daarnaast (de andere helft van mijn werktijd) ben ik wetenschappelijk coördinator voor de Afdeling Farmacie. Dat werk doe ik nu ruim tien jaar. Ik ben RUG alumnus en begon in 1976 met de studie Farmacie, waar ik 8½ jaar over deed. Dat was gemiddeld in die tijd. Tijdens mijn studie ben ik een aantal jaren student-assistent geweest en heb ik het nodige gedaan binnen Pharmaciae Sacrum en de ANPSV. Met een kersvers apothekersdiploma op zak begon ik aan mijn promotieonderzoek bij de toenmalige vakgroep Farmacognosie. Daarmee verkoos ik de universiteit boven de openbare of ziekenhuisfarmacie. Eind 1988 mocht ik de titel “doctor” voeren. De combinatie van onderzoek doen aan medicinale planten en onderwijs geven beviel goed. Uiteindelijk werkte ik na mijn promotie tot medio 1997 als docentonderzoeker bij Farmaceutische Biologie. Toen diende zich een carrièreswitch aan, maar de liefde voor ‘natural products’ is altijd gebleven. Ik vervolgde mijn loopbaan aan de beleidsmatige kant van universitair onderzoek en onderwijs. Voordat ik docent recepteerkunde werd, was ik een half decennium lang beleidsmedewerker onderwijs farmacie. In die tijd coördineerde ik ook het vak Oriëntatie Geneesmiddelonderzoek. Dat farmacie in de praktijk echt leuk is, werd me nog eens duidelijk toen we vorig jaar startten met een project gericht op het ontwikkelen van de klinische farmacie in Vietnam. Ik ben coördinator van dit project. Prof. Koos Brouwers is inhoudelijk verantwoordelijk en zijn enthousiasme voor het vak is aanstekelijk. Toen prof. Erik Frijlink mij vroeg of ik zijn groep wilde versterken, zag ik dat als een prachtkans om weer wat dichter bij de farmacie te komen. Voor dat vak had ik immers geleerd. Bovendien vind ik onderwijs en onderwijsontwikkeling heel erg belangrijk, net als het contact met studenten. Ik vertegenwoordig onze basiseenheid in de Opleidingscommissie, de Evaluatiecommissie en het Ontwikkelteam Farmacie. Dit werk deed ik al met de pet

op van beleidsmedewerker onderwijs. Ik kan mijn ervaring dus gewoon blijven gebruiken. Binnen het Ontwikkelteam werken we nu aan het nieuwe eerste jaar van de masteropleiding, dat in september volgend jaar van start gaat. Het vak recepteerkunde zal de komende tijd enige veranderingen ondergaan. We willen een betere link met de farmacotherapie (is het rationeel wat de arts voorschrijft?) en aandacht voor communicatie (wat vertel je de patiënt als je een klysma aflevert?). Ook GMP en het omgaan met risicovolle stoffen moeten in de toekomst aan bod komen. Om mijn kennis over recepteerkunde en productzorg bij te spijkeren heb ik de afgelopen tijd veel gelezen. Daarnaast bieden de collega’s van de Apotheek van het UMCG mij alle gelegenheid om een kijkje in de keuken te nemen en mee te draaien. Ik heb inmiddels een productdossier ontwikkeld voor een intravitreale ooginjectie. Contacten met het veld zijn waardevol en nodig voor onze opleiding. Als docent ben ik daarom ook bij onderwijsstages betrokken, als ze over apotheekbereiding gaan. Verder werk ik mee als redacteur aan de nieuwe uitgave van het boek Recepteerkunde, dat volgend jaar moet verschijnen. Een onderzoeksproject doen in het buitenland wordt steeds populairder. In de rol van internationaliseringsmedewerker adviseer ik studenten bij hun voorbereiding van een buitenlandperiode en help hen met het verwerven van financiële steun. Dit is nog een ‘erfenis’ van mijn vorige baan, maar omdat het onderzoek betreft sluit het aan bij mijn werk als wetenschappelijk coördinator. Iedere farmaciestudent kent de Faberzaal met helemaal voorin en beneden de buste van prof. Faber. Ik heb prof. Faber goed gekend. Hij was een van de belangrijkste en invloedrijkste hoogleraren in mijn studietijd. Zijn betrokkenheid bij de studenten was groot en welgemeend. In die zin was hij een voorbeeld voor ons, docenten, maar er was helaas ook een grote afstand. Mijn deur staat daarentegen altijd open, letterlijk en figuurlijk, juist voor studenten. Foliolum Jaargang XXII Ed II

33


Onderzoek belicht De rol van Interleukine-8 en Epac bij astma en COPD Loes Kistemaker

In januari 2008 ben ik begonnen met mijn onderzoeksproject bij de vakgroep Moleculaire Farmacologie. Ik had al eerder kennis gemaakt met deze vakgroep tijdens het vak communicatie en oriëntatie. Het was me toen al erg goed bevallen en hoewel ik wel even getwijfeld heb of ik niet bij een andere vakgroep moest gaan kijken, ben ik achteraf erg blij met mijn keuze om mijn onderzoek toch ‘gewoon’ bij Moleculaire Farmacologie te doen. Zoals jullie waarschijnlijk allemaal wel weten, houdt deze vakgroep zich bezig met receptorfarmacologie en signaaltransductie van de luchtwegen, voornamelijk gericht op de pathofysiologie van allergisch astma en van COPD. Dit gebeurt zowel in vivo (in vrij bewegende proefdieren), als in vitro (in geïsoleerde organen, cellen en celmembranen), waarbij verschillende technieken worden gebruikt.

Ik heb me dus bezig gehouden met Epac, wat staat voor Exchange protein directly activated by cAMP. Zoals in onderstaande figuur te zien is, is Epac ‘het zusje’ van protein kinase A (PKA). PKA is al erg lang bekend, Epac is echter nog meer recent ontdekt. Er wordt verondersteld dat Epac een belangrijke rol speelt in de (pathofysiologie van de) longen, omdat het belangrijke processen zoals inflammatie en celproliferatie kan beïnvloeden. Er is nog maar weinig bekend over de expressie van Epac in de luchtweg gladde spiercellen van de mens die onze vakgroep gebruikt, welke verkregen worden van operatiepatiënten van het UMCG. Daarom heb ik geprobeerd de aanwezigheid van Epac aan te tonen met behulp van Western Blot analysis. Hoe dit het best gedaan kan worden was nog niet bekend en ik heb geprobeerd de methode te optimaliseren. Hier heb ik niet echt goede resultaten mee gekregen, wat weinig motiverend werkte!

Over al deze signaaltransductiemechanismen heeft een ieder van jullie waarschijnlijk al veel gehoord tijdens colleges. Mijn onderzoeksproject heeft echter betrekking op een nieuwe focus, namelijk de rol van de nieuwe cAMP effector Epac. Dit heb ik gedaan onder begeleiding van een Italiaanse AIO; Sara Roscioni. Even wennen aan het Engels praten natuurlijk, maar uiteindelijk erg leuk. Zo kreeg ook mijn project in Groningen nog een internationaal tintje.

Daarom is besloten om de focus van mijn project ergens anders op te leggen, namelijk de rol van Interleukine-8 (IL-8) bij astma en COPD en de rol van Epac hierin. Luchtweg gladde spieren zijn naast hun contractiele en proliferatieve functie ook in staat om onder andere groeifactoren, cytokines en chemokines te produceren. IL-8 is een chemokine welke bij veel ziektes, ook bij astma en COPD, verhoogd geproduceerd wordt. Vervolgens zorgt het voor de infiltratie van neutrofielen

34

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Facultair en eosinofielen en op die manier moduleert het de inflammatie, onder andere door de vorming van reactieve zuurstof radicalen. Vooral eosinofielen worden beschouwd als het meest belangrijk in de pathogenese van de late fase van astma. Onder de COPD-patiënten zijn er veel mensen die niet goed reageren op corticosteroïden, en er is een dringende behoefte aan ati-inflammatoire geneesmiddelen. Naast corticosteroiden zijn ß-agonisten erg belangrijk in de therapie, welke bronchodilaterend werken. Ook hierbij zouden veel mensen baat kunnen hebben bij een anti-inflammatoir geneesmiddel, met Epac als een eventueel target. Om het effect op IL-8 te onderzoeken zijn de cellen gestimuleerd met verschillende stoffen. Dit heb ik gedaan met specifieke PKA en Epac activatoren, maar ook met fenoterol, een ß2 agonist, en met forskoline, welke specifiek op cAMP aangrijpt. Op die manier wordt ook het effect van PKA én Epac onderzocht. Ook heb ik de cellen gestimuleerd met bradykinine, wat aangrijpt via de Gq gekoppelde receptor. Ook zijn combinaties gebruikt om het synergisme tussen de verschillende mechanismen te onderzoeken. Dit stimuleren wordt gedaan door de stoffen in de gewenste concentratie aan het medium, en dus aan de cellen, toe te voegen. De cellen zullen de stof opnemen en hierop reageren door meer of minder IL-8 te gaan produceren. Dit medium blijft 18 uur op de cellen zitten, waarna het supernatant verzameld wordt. In dit supernatant kan met behulp van een ELISA (Enzyme-Linked ImmunoSorbent Assay) de hoeveelheid geproduceerde IL-8 gemeten worden. Dit klinkt misschien saai, maar wanneer je aan het eind van de dag leuke resultaten hebt na al je inspanningen, ben je hier erg blij en vind je het de leukste techniek die er is. Uiteindelijk heb ik hier goede én significante data weten te verzamelen en bleek dat PKA en Epac beide in staat zijn de hoeveelheid geproduceerde IL-8 dosis gerelateerd te beïnvloeden. Hier was ik, en natuurlijk mijn begeleidster, erg blij mee.

Om meer zekerheid te krijgen over deze data heb ik ook onderzocht wat het effect van al deze stoffen is op de eiwit expressie, opnieuw met behulp van Western Blot analysis. Ik heb specifiek gekeken naar de activatie van een MAP (mitogen-activated protein) kinase, namelijk ERK (extracellular signal-regulated kinases). Ik heb weten aan te tonen dat ERK verhoogd tot expressie komt na zowel stimulatie van PKA als Epac, met als gevolg een verhoogde IL-8 productie. Bovendien wordt deze activatie sterker wanneer je het combineert met bradykinine. Dit was in overeenstemming met de IL-8 data en dus een extra bevestiging. Vervolgens heb ik nog twee remmers gebruikt, welke volgens een verschillend mechanisme aangrijpen. Met beide was een verminderde IL-8 productie en een vermindere ERK expressie te zien. Opnieuw een bevestiging! Tot slot is er ondertussen een methode gevonden waarop Epac wel aangetoond kan worden en hier is een nieuwe student al mee bezig. Al met al heb ik dus, na een ietwat moeizame start, leuke resultaten weten te verzamelen, waarover mijn begeleidster een artikel gaat publiceren. Het is erg leuk om, in tegenstelling tot een practicum, zelf over je experimenten na te mogen denken en uit te zoeken hoe je dit het beste aan kunt pakken. Maar buiten dat heb ik ook een erg leuke tijd gehad bij deze vakgroep, de 28 weken zijn voorbij gevlogen. Het was altijd erg gezellig, waardoor ik er elke dag met veel plezier naar toe ging. Ook dingen zoals samen het EK-voetbal kijken was erg gezellig. Hoewel dit voor mijn begeleidster (ik help je even herinneren: Italiaans; en zo ongeveer de meest fanatieke voetbalsupporter die ik ken!) natuurlijk minder leuk was. Ook heb ik de jaarlijkse lab-dag mee kunnen maken, wat, zoals op de foto te zien is, een succes was. Ik wens iedereen die zijn onderzoek nog moet gaan doen veel plezier. Naar mijn idee is dit het leukste onderdeel van je studie! Zoek een vakgroep die bij je past en als je twijfelt, moleculaire farmacologie is een aanrader en je kunt altijd even een kijkje komen nemen!

Foliolum Jaargang XXII Ed II

35


Student in het buitenland Tessa Leenders

Toen was de tijd gekomen om een half jaar onderzoek te doen, om deze tijd nog specialer te maken leek het me leuk dit in het buitenland te doen. Omdat de vakgroep Klinische chemie me erg aansprak, kwam al snel Curaçao als optie naar voren. Onder begeleiding van Prof. Muskiet heb ik in Nederland mijn project voorbereid. Vitamine D deficiëntie in tropische gebieden lijkt misschien niet voor de hand te liggen en juist daarom heb ik dit onderzocht. In Nederland is het vrij normaal om bij een bepaalde leeftijd supplementen te nemen om vitamine D aan te vullen, op Curaçao is dit zeker niet vanzelf sprekend omdat daar veel zonneschijn is. Maar wat nou als de mensen niet buiten komen? Hoe komen ze dan aan hun vitamine D? Ik ben nu nog bezig met het verwerken van de resultaten maar het is al wel duidelijke dat ook op Curaçao helaas vitamine D tekort voorkomt. Vanuit Nederland had ik veel voorbereidend werk gedaan zoals het onderkomen op Curaçao geregeld en de verschillende fondsen voor een buitenland stage aangeschreven. Zonder de subsidie van KNMP Stipendiafonds, het Marco polo fonds en het Guf zou het een stuk moeilijker worden het onderzoek in het buitenland te doen.

36

Bij aankomst op Curaçao was het wel even wennen, ik kwam uit een koud en regenachtig Nederland in een tropisch warm klimaat met een hele andere cultuur waar ik niemand echt kende. Na een kleine aanpas periode waar ik toch even moest wennen zat ik helemaal in het leven daar. Ik kwam erachter dat het toch wel een beetje anders gaat dan in Nederland, het openbaar vervoer bijvoorbeeld. Zoals je misschien kunt voorstellen zijn daar geen treinen en trams of metro’s. Wel busjes, al gaan die niet op gezette tijden of routes. Wanneer je in een busje zit, kan die je brengen naar het huis waar je moet zijn. Ideaal zou je zeggen…maar iedereen kan dat dus doen, dus de rit duurt op die manier wel iets langer. Huizen zoals wij in Nederland hebben kennen ze daar ook niet, iedereen leeft veel meer buiten, dus de porch is erg belangrijk. Huizen hebben dan ook vaak geen bovenverdieping. Verder is het niet normaal om gewoon over straat te lopen, bijna alles doe je met de auto. Ik was dan ook superblij eindelijk mijn eigen autootje te hebben, het zijn echter geen glimmende mercedessen die je daar huurt, maar kleine barrels waar nog al eens wat aan mankeert, zoals geen binnenspiegel, ramen die niet open kunnen (of juist niet meer dicht) en onverklaarbare geluiden die uit de auto komen. Foliolum Jaargang XXII Ed II

Op Curaçao spreken de mensen Nederlands en Papiaments. Omdat sommige mensen slecht Nederlands spreken, stelden ze het op prijs als ik ook een paar woordjes Papiaments kon. Wat weer heel herkenbaar was daar, was dat de gulden daar nog gewoon wordt gebruikt. De munten en briefjes zien er wel iets anders uit, maar de koers is ongeveer gelijk aan onze oude gulden. Met mijn onderzoek kwam ik veel bij mensen thuis om met hun een enquête over hun leef- en eetgewoontes door te nemen en om een bloedmonster af te nemen om aan de hand van verschillende parameters de vitamine D status te kunnen bepalen. Hiervoor heb ik samen gewerkt met de thuiszorg, een verpleegtehuis en verschillende bejaardenhuizen. Het samenwerken met verschillende instanties en mensen was erg interessant, je ziet veel van de verschillende instanties en hun werkzaamheden. Doordat het zoveel verschillende instanties waren was het ook veel geregel en overleg, maar daar heb ik veel van geleerd om dat zo soepel mogelijk te laten verlopen.


Facultair Mijn resultaten en bloedmonsters kon ik op het laboratorium van Stichting Rode Kruis bloedbank verwerken. Ook heb ik samen met een orthopedisch chirurg gewerkt, zodat ik verschillende mensen in het ziekenhuis kon benaderen. Via hem mocht ik ook meekijken met twee operaties, dat was een hele nieuwe ervaring en heel erg interessant. Doordat ik veel bij mensen thuiskwam zag ik dat er erg veel mantelzorg is op het eiland. Familie is nog steeds heel erg belangrijk op Curaçao. Moeder en vader wonen dan ook vaak naast of bij zonen en dochters in. Het is ook vaak druk bij mensen thuis en iedereen kan altijd langskomen. Dit maakte mijn onderzoek een stuk makkelijker omdat ik minder hoefde te plannen. Als ik in de ochtend bellen kon ik die middag gewoon langskomen. Op Curaçao is het ook gewoon niet te veel te plannen, wat komt dat komt. Er was nog een farmaceut, Anneliene Schimmel, die ook op dit eiland haar onderzoek deed en met wie het snel klikte. Met haar en een groep huisgenoten gingen we in de weekenden het eiland verkennen, zo ook de vele landhuizen die nog uit te slavernij stammen. De werkdagen begonnen vroeg en konden lang duren, maar het weekend was des te relaxter, heerlijk naar de verschillende stranden en in de avonden verschillende happy hours af. Veel stagiaires zoeken elkaar toch op, er zijn een aantal uitgaansgelegenheden waar op vaste avonden iedereen komt, dus na een aantal weken kende je al heel veel mensen. Iedereen heeft ook hetzelfde soort leven dus dat trekt elkaar ook wel aan. De mogelijkheden om op Curaçao nieuwe dingen te proberen waren te veel om op te noemen. Iedereen was enthousiast om nieuwe dingen te proberen, dus daar ga je snel in mee. Een echte must is het duiken, voor 295 gulden (120 euro) kon je al je duikbrevet (PADI) halen.

Voor de rest wordt op Curaçao enorm veel gedanst, en dan ook de mannen die in Nederland nog wel eens muurbloempjes zijn, gingen op Curaçao met de heupen wiegen. Omdat daar veel salsa, merengue en bachata werd gedraaid, ben ik op salsa les gegaan Samen met iemand die ik daar heb leren kennen, hebben we twee cursussen doorlopen en kon ik op het laatst een paar leuke pasjes maken. Ook kwam bij toeval zeilen op mijn pad, na flink wat lessen heb ik ook daarvan mijn brevet gehaald. Het waait altijd op Curaçao, dus wind genoeg om te zeilen. Op Curaçao is ook een dolphine academie waar je met dolfijnen kunt zwemmen. Omdat het daar niet duur is en je het toch een keer gedaan moet hebben, heb ik met vriendinnen een half uur met dolfijnen gezwommen. Er is ook een therapie gedeelte waar bijvoorbeeld autistische kinderen met dolfijnen kunnen zwemmen. Toen het moment gekomen was om naar Curaçao te gaan viel het me erg zwaar, maar toen dat moment op Curaçao gekomen was, viel het me opnieuw erg zwaar. Ik heb veel geleerd van deze ervaring en ik ben er ook door veranderd en ik had het nooit willen missen. Ik wil nu zeker meer van de wereld zien en ik hoop dat ik snel weer die mogelijkheid krijg. Als je meer zou willen weten over Curaçao of onderzoek in het buitenland kun je altijd contact met me opnemen. Ayo

37

Foliolum Jaargang XXII Ed II


'JOBODJFFM &DPOPNJTDIF %JFOTUWFSMFOJOH "QPUIFLFST 0OEFSEFFM WBO 77"" HSPFQ CW

"MFYBOEFSTUSBBU 1PTUCVT (- %FO )BBH

"QPUIFLFS N W

5FMFGPPO

5FMFGBY & NBJM

JOGP!GFEBQ OM

'&%"Q JT FFO BEWJFTPSHBOJTBUJF XFMLF JT WPPSUHFLPNFO VJU EF "GEFMJOH 'JOBODJFMF "EWJF[FO WBO EF 4UJDIUJOH %JFOTUWFSMFOJOH WBO EF CFSPFQTPSHBOJTBUJF ,/.1 '&%"Q BEWJTFFSU IBBS DMJÑOUFO PQ mOBODJFFM KVSJEJTDI FDPOPNJTDI FO mTDBBM HFCJFE 8JK LVOOFO KF FFO TUVEFOUFOQBLLFU BEWJTFSFO NFU EBBSJO WFS[FLFSJOHFO EJF WPPS TUVEFOUFO UFHFO FFO BBOUSFLLFMJKLF QSFNJF FFO VJUFSTU HPFEF EFLLJOH CJFEFO UFHFO SJTJDP T BMT CSBOE JOCSBBL BBOTQSBLFMJKLIFJE FO POHFWBMMFO %BBSOBBTU LVOOFO XF KF BBO IFU FJOEF WBO KF TUVEJF VJUHFCSFJE JOGPSNFSFO PWFS CFMBOHSJKLF [BLFO EJF HFSFHFME NPFUFO XPSEFO XBOOFFS KF BBO IFU XFSL HBBU BMT BQPUIFLFS [PBMT EF BSCFJETPWFSFFOLPNTU WFS[FLFSJOHFO FO FFO IZQPUIFFL JOEJFO KF FFO IVJT HBBU LPQFO +F LVOU POT CFSFJLFO PQ POEFSTUBBOE UFMFGPPOOVNNFS

;JFLFOIVJT BQPUIFLFS N W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W


Alumnus D. Vogel

Ik ben door de Redactiecommissie gevraagd om iets te vertellen over mijn studietijd en de werkzame periode daarna als apotheker. Nu moet ik bekennen dat ik nog niet eens drie jaar ben afgestudeerd, dus de ervaring in de apotheek is betrekkelijk. Op de lagere school was de inschatting dat ik makkelijk naar het VWO moest kunnen. Mijn ouders dachten echter dat ik op de HAVO beter uit de verf zou komen en hiermee in de privé-situatie meer ruimte over zou houden. Na een carrière van zes jaar heb ik dit diploma behaald en omdat ik eigenlijk nog niet wist wat ik voor opleiding zou kunnen doen ben ik naar enkele open dagen gegaan. Zo kwam ik terecht op de Hogere Laboratorium Opleiding (HLO). Dit was leuk! Allemaal mensen in witte jassen die leuke proefjes deden. Dat was ook wel wat voor mij. Jammer genoeg had ik geen natuurkunde en wiskunde B in mijn pakket, dus toch maar gestart op de Middelbare Laboratorium Opleiding. Deze opleiding ging me erg gemakkelijk af. Tijdens mijn stage bij de Keuringsdienst van Waren en een producent van babyvoeding kwam ik er echter achter dat ik het werk in de praktijk niet zo interessant vond. Ik besloot om door te studeren, het zou de HLO in Utrecht worden. Na een half jaar had ik mijn propedeuse op zak en heb toen de benen genomen. Mijn vriendin, nu huidige vrouw, zou naar Groningen gaan om een studie te starten en ik mocht mee! Tijdens het doorspitten van het universiteitsboekje kwam ik de studie Farmacie tegen, hé dit leek toch wel veel op de laboratoriumsfeer waarin ik tot voor kort verkeerde. September 1999 begon de introductie van de EIK en een maand later werd deze voortgezet op Ameland. Na drie fantastische dagen, een hoop drank en veel nieuwe vrienden te hebben gemaakt werd ik samen met Elma, Bart, Henk, Josine en Mark verkozen tot EersteJaars Commissie. Dit betekende dus dat we bij ieder feest aanwezig zouden zijn! Dat was een mooi vooruitzicht. Na drie mooie feesten in onder andere de Golden Arm hebben we het EJC-jaar afgesloten met een feest in de Beach Bar, waar om drie uur 's nachts nog een vrouwelijke stamgast een spontane stripshow gaf! En iedereen maar denken dat wij die mevrouw hadden ingehuurd. De tijd in de Buitenland Excursie Commissie was eveneens om niet te vergeten. Eén van mijn commissiegenoten loopt zelfs nu nog rond op de faculteit (hoi Dries). De onvergetelijke BEC-onthullingsborrel in 2002 met Poolse Vodka in overvloed heeft sommige mensen doen beseffen dat deze drank toch best hard kan aankomen. De reis ging destijds naar Krakow waar de 'roots' liggen van onze BEC-praeses Joanna Klopotowska. Een mooie meevaller was dat zij de boete voor een snel-

heidsovertreding wist te verlagen van 40 naar 10 euro. Waar de Poolse taal al niet goed voor is. De studie farmacie ging ondertussen eigenlijk wel soepel. Weinig hertentamens en daarnaast veel assisteren voor de vakken celbiologie, TBF, biostatistiek en farmacokinetiek. Dit assisteren is leuk en zeer leerzaam, ik kan het iedereen aanraden. Net voor de periode dat ik stage mocht gaan lopen heb ik een week of tien vertraging opgelopen doordat ik het theorie examen van recepteerkunde een aantal keren heb verprutst. De tijd voor het wachten op een nieuw examen heb ik benut met een reis naar India, heel gaaf! Via een studiegenoot ben ik direct na de studie in Zwolle begonnen als onderzoeker voor het HARM onderzoek, een grote multi-center studie naar geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames. Een zeer leerzame periode waarin ik veel in de kliniek ben geweest om medische statussen door te spitten. Aan de hand van de gebruikte medicatie moest een inschatting worden gemaakt of de opname naar aanleiding van een medicatiefout was gebeurd. Helaas is de oorzaak van ruim vier procent van de spoedopnames medicatie-gerelateerd. Een uitdaging voor de toekomstige apotheker om hier verandering in te brengen! Een opleidingsplaats op korte termijn in Zwolle zat er echter niet in. Gelukkig werd ik in dezelfde periode benaderd door een collega uit Leeuwarden die daar in opleiding zou gaan, maar toch naar Arnhem ging; of ik nog iemand wist die in Leeuwarden wilde werken. Ja, die wist ik wel! Zo ben ik in november 2006 aan een projectplek in Leeuwarden begonnen en in juli 2007 ingestroomd als ziekenhuisapotheker in opleiding. In mijn huidige werk komen verschillende aspecten naar voren. Een deel van mijn werkzaamheden bestaat uit het updaten van een transmuraal formularium. Dit houdt in dat ik literatuurstudie moet doen om de meest recente ontwikkelingen op verschillende ziektegebieden bij te houden. Voor elk ziektegebied is er een werkgroep samengesteld, welke bestaat uit een ziekenhuisapotheker, specialist, huisarts en een openbaar apotheker. Gedurende bijeenkomsten vinden discussies plaats over de mate van evidence van de effectiviteit van geneesmiddelen, waarna men tot een gefundeerde keuze voor een bepaald geneesmiddel komt. Foliolum Jaargang XXII Ed II

39


Pharmaciae Sacrum Naast het formularium ben ik één tot twee dagen per week dagapotheker, hier komt de bereiding van geneesmiddelen voorbij en de daarbijbehorende kwaliteitscontroles door het laboratorium. De medicatiebewaking is een ander groot onderdeel van mijn werkzaamheden waarbij voornamelijk interacties tussen geneesmiddelen worden beoordeeld. Daarnaast kun je geconsulteerd worden door artsen, verpleegkundigen, analisten en apothekers-assistenten over geneesmiddelen. Deze vragen variëren van de wijze van toediening van geneesmiddelen tot de bloedspiegelbepaling ervan met bijbehorende doseringsadviezen. Wanneer je in opleiding tot ziekenhuisapotheker gaat moet je minimaal een half jaar voltijd aan wetenschappelijk onderzoek besteden. Op dit moment zit ik in de opstartfase hiervan. Samen met een reumatoloog en mijn opleiders Koos Brouwers en Eric van Roon ben ik bezig een onderzoeksvoorstel op te stellen. Ik hoop in de loop van 2009 de eerste patiënt te includeren en eind 2010 hierover een artikel te publiceren. De veelzijdigheid van aspecten van de ziekenhuisfarmacie zijn voor mij een reden om dit vak erg leuk te vinden. Ik kan het iedereen aanraden en ik zou zeggen: kom tegen de tijd dat je stage moet lopen eens langs in Leeuwarden! Djoek Vogel

Foto’s Alumnidag 6 september 2008

40

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Alumnidag Jan-Dietert Brugma

Na lang praten en veel gefilosofeer was het 6 september 2008 dan zover, de Alumnidag van Pharmaciae Sacrum. Alexander Armbrust, Matthijs van Luin, Lous Kluin en Mirjam Simoons hadden de organisatie op zich genomen. Ongeveer vijfentwintig oud-leden hebben zich aangemeld, uitlopend van de jaren 1997 tot en met 2000. Volgens het programma moest iedereen zich om twaalf uur melden bij het "Land van Kokanje", waar een lunch en instructies op ons wachtten. Hier was het weerzien van oude bekenden, waarvan je sommigen al een paar jaar niet meer gezien had (dus de vraag rees soms op, wat ook al weer de naam was van die ene persoon). Natuurlijk konden we daarnaast kennis maken met het huidige bestuur van P.S. Waarna we door de organisatie naar de tafels werden gedirigeerd. Er volgde een korte maar altijd weer bondige uitleg van Alexander over de plannen van de dag. Zijn eerste taak was om de voorgenomen rally even snel om te vormen naar een "puzzelrit" (weer van dat juridische geneuzel, want volgens mij is het resultaat hetzelfde; met slippende banden wegrijden, één heeft de taak de Volvo met een kastje te spotten en hopen dat je heel aankomt). Op de oude vertrouwde Bloemsingel zou de "puzzelrit" aanvangen. Alexander en Matthijs zouden de start regelen, al waren ze toen al volledig de regie kwijt over de vijf auto's. Als eerste vertrokken Maurits de Rotte en Emma de Feijter, als oud-bestuur, en het zou nog lang duren voordat we ze terug zagen. Als derde konden wij (Peter Brummelhuis, navigator, Rik Stuurman en Jelte Meulenaar (de heren van het bier) en ikzelf chauffeur), met een achterbak slepend over de grond van het bier, starten. Peter, wonend in Groningen, wist precies de weg door het lege landschap van de Ommelanden en zette nauwkeurige koers uit, met zo min mogelijk aantal kilometers.

Hij bracht ons via de binnenwegen optimaal naar De Fraeylemaborg (op zoek naar een paard en een hond op het dak), waar Lous en Mirjam ons verwelkomde met een biertje en voor de chauffeurs iets fris. Na deze goede start volgde de route via Sidderburen en Scheemda naar de Blauwe stad (leuke buitenwijk, maar ik zou er niet dood gevonden willen worden). Na deze lange tocht (waarbij ook nog wel wat denkwerk moest worden verricht) verlangden de heren, zeker na al dat bier, naar een vette hap, wat resulteerde in een versnelde rit (gelukkig kennen ze in Groningen nog geen traject controle) naar de stad. Aangekomen bij de finish, hadden we het genoegen om als eerste het bier, inclusief vette hap, te mogen verwelkom. Ondanks dat het huidige bestuur het voor elkaar kreeg om gediskwalificeerd te worden en het oude bestuur vergeten was dat er ook nog zo iets was als een klok, was het verschil in de top drie erg klein. Maar door het sublieme navigeren van Peter mocht hij de fantastische prijs (fietsroutes in Groningen en een fles bubbels die niet open te krijgen was) in ontvangst nemen. Na een borrel in de fameuze Gouden Zweep, werd de avond voortgezet in eetcafé ‘Schuitendiep’. Hier werden we getrakteerd op een heerlijke drie gangen maaltijd. Hier werd de groep ook nog aangevuld met oud-leden die overdag niet aanwezig konden zijn. Onder genot van ijs en koffie werden de plannen voor de avond gesmeed. Voor de Tapperij was het nog wat vroeg! Dus na een lange discussie was het besluit om maar de stad in te gaan en te zien waar we terecht kwamen. Om censuur te voorkomen sluiten we daarom af met: dat het bier nog steeds prima smaakte! De openingstijden bestaan nog steeds niet en paracetamol werkt nog steeds prima tegen koppijn. Alexander, Matthijs, Lous en Mirjam dank jullie wel voor de goede organisatie, we kijken uit naar de alumnidag van 2009.

Foliolum Jaargang XXII Ed II

41


Eerstejaarsexcursie Suikerunie Pim de Haan

Op maandag 13 oktober was het dan zo ver: na een ruime maand colleges was er voor de eerstejaars van farmacie de allereerste excursie gepland. Volgens P.S.-traditie ging deze eerste excursie naar de fabriek van de Suikerunie, in Hoogkerk. De suikerfabriek was inmiddels al gestart met haar bietencampagne; de karakteristieke geur was volop te ruiken in de stad. Om één uur 's middags verzamelden degenen die meegingen zich voor het gebouw MWF, waar het assessoraat van P.S. al klaar stond. Na een korte tijd wachten op de laatste paar deelnemers kon de stoet fietsers (het zullen er zo'n 25 geweest zijn, helaas een stuk minder dan de 50 beschikbare plaatsen) vertrekken richting Hoogkerk.

42

Daar aangekomen werden we ontvangen met een overheerlijke kop koffie, waarna een korte film over de Suikerunie werd getoond. De film gaf alvast een kort inzicht in de productie van kristalsuiker uit suikerbieten, welke producten ervan gemaakt worden (de door de Suikerunie geproduceerde suikerproducten worden verkocht onder de merknaam 'Van Gilse'), en gaf ook een kort overzicht van de geschiedenis van de Suikerunie. Oorspronkelijk hadden twee suikergiganten, de Suikerunie en de Centrale Suiker Maatschappij (CSM), elk een fabriek: de Suikerunie in het westen van de stad Groningen, en CSM in Hoogkerk. Begin 2007 heeft CSM haar suikerafdeling verkocht aan de Suikerunie, waardoor de Suikerunie momenteel in het bezit is van beide fabrieken (op beide fabrieken prijkt het Suikerunielogo). De fabriek in Groningen wordt nu alleen nog gebruikt voor de opslag van geproduceerd suiker, vanaf volgend jaar zal de fabriek in Hoogkerk zelf voldoende opslagruimte hebben en wordt de Groningse fabriek afgebroken. Na de film begon de daadwerkelijke rondleiding, die werd verzorgd door twee gidsen. Het productieproces werd min of meer chronologisch gevolgd - alleen duurde de rondleiding minder lang dan de 24 uur die een suikerbiet erover doet om volledig door de fabriek te komen. Het begon bij de weegbrug voor binnenkomende vrachtwagens, waar naast het wegen ook een monster wordt genomen van de door hen aangeleverde lading suikerbieten. Aan de hand van dat monster wordt de prijs die de boer zal krijgen voor zijn bieten bepaald. Na de weegbrug worden de bieten gelost op een grote hoop achter de fabriek, waarna ze de fabriek in worden getransporteerd. Eerst worden de bieten gewassen, want Foliolum Jaargang XXII Ed II

zand en stenen zijn immers niet prettig in de koffie. Na het wassen vallen de bieten in een hoge toren naar beneden, aan de binnenzijde bekleed met vlijmscherpe messen, waar ze tot kleine reepjes worden versneden. Nu kan het meest energieverslindende deel van de suikerproductie beginnen: het koken van de suikerbieten tot een stroperig sap, waar de suiker uit gewonnen kan worden. Binnen deze afdeling van de fabriek was de temperatuur erg hoog en de lucht vochtig (de gids kreeg een hevige hoestbui). Door een serie kleine kijkglaasjes in de enorme reactievaten werd zichtbaar hoe het diksap langzaamaan werd omgezet tot helderwitte sacharosekristallen. Ergens halverwege werd er door de deelnemers aan de excursie nog een tussenproduct geproefd, namelijk een mengsel van suiker en een fractie die er nog uitgehaald moest worden (het deed denken aan basterdsuiker, maar dat was het volgens de gids zeker niet). De laatste stap kwam in zicht: de opslag en distributie van de geproduceerde suiker. Deze afdeling kon niet van dichtbij bekeken worden; staande naast de grote opslagtorens werd toegelicht hoe de suiker wordt gescheiden op basis van korrelgrootte en deze vervolgens in verpakkingen van allerlei vormen en afmetingen werd gedaan. Daarna begint de distributie van de suiker. De excursie was hiermee bijna tot een eind gekomen: de menigte eerstejaars kwam weer aan bij het beginpunt van de rondleiding, het filmlokaaltje. Hier werd de rondleiding afgesloten met een kort vragenrondje, gevolgd door een glas frisdrank - uiteraard pas nádat ons werd verteld dat er maar liefst zes à zeven suikerklontjes in een glas cola zitten. De groep fietste weer terug richting MWF rond vier uur 's middags. Al met al was het een zeer geslaagde excursie, die een interessant inzicht verschafte in de herkomst van 'die typische stank'.


OPG-Eerstejaarsexcursie Steffan Geertman

Ieder jaar wordt het weer georganiseerd: De eerstejaarsexcursie naar de OPG (Onderlinge Pharmaceutische Groothandel). Het bestuur samen met 45 eerstejaars gaan op bezoek bij dit bedrijf. Dit jaar was de excursie gepland op woensdag 19 november. Na weer een geweldig college DEG stond er in Haren een bus voor ons klaar. Op het programma stonden een rondleiding door de OPG, een lunch, een praatje van Leo Timmers, een potje karten in Hoogeveen en daarna een lekker avondmaal. Die woensdag vertrokken we rond 11 uur met de bus richting Staphorst. Na een uurtje reizen waren we er en werden we ontvangen in een zaaltje. Voor de rondleiding werd iedereen in 3 groepen verdeeld, die ieder een gids/begeleider kregen. Ze lieten zien hoe alle producten die binnenkomen volgens een bepaald systeem in stellingen werden geplaatst. Dit gebeurde heel zorgvuldig, zodat bestellingen gemakkelijk en snel bij elkaar konden worden gepakt. In principe gaat dit net als bij andere groothandelaren: Met behulp van het welbekende orderpick-systeem.

voor ons, farmaceuten, relevant zijn. Het ging over wat hij binnen de OPG deed en over wat ze willen veranderen en bereiken met de nieuwe organisatie Mediq. Het gaat hierbij vooral om persoonlijk advies, goed overleg met andere deskundige zorgverleners en innovatie. Daarna stapten we de bus weer in en als presentje kregen we allemaal een USB-stick mee. Bij Indoor Karting Hoogeveen mochten we allemaal een nickname verzinnen en werden we ingedeeld bij een van de zes heats voor het karten. Tijdens het wachten konden we uiteraard wat te drinken bestellen, wat ook betaald werd door OPG. Na de zes heats werd er nog een finale gereden met de beste racers van alle heats. Rogier Hilbers ging als eerste door de finish en kreeg een geweldig mooie beker en een lekkere dikke smakkerd van het meisje achter de bar. Ook Sven de Krou en ik, die respectievelijk tweede en derde werden, kregen ieder een beker en een zoen. Hierna werd het warm en koud buffet geopend en stortte iedereen zich op het heerlijke eten. Nadat we goed gegeten en gedronken hadden, verplaatsten we ons weer naar de bus en konden we vanuit Haren weer naar huis. Volgens mij was het een geslaagde dag en ik denk dat er nog veel meer mooie activiteiten komen, met het oog op december.

Na de rondleiding was het lunchtijd. Hier was iedereen wel aan toe en de broodjes kroket waren zeker een succes. Toen we vol zaten begon Leo Timmers met zijn praatje. Hij vertelde over zijn werk en vooral de dingen die

43

Foliolum Jaargang XXII Ed II


EJC-feest Casper van der Hoeven

Op dinsdag 11 november 2008 stond het eerste EJC-feest van het jaar in de planning, wat tevens het laatste feest van EJC "Cervisia" zou zijn. Een nieuwe EersteJaars Commissie stond namelijk te trappelen om het stokje over te nemen. In Huize Maas, waar de band ENERGY de avond aftrapte, liep het al snel vol met farmaceuten. De band speelde enthousiast en er konden zelfs verzoeknummertjes aangevraagd worden.

44

Veel mensen hadden hun masker opgezet, het thema van het feest was immers "Incognito". Vele maskers passeerden de revue, van vlinders en Esmeralda's tot Darth Vader. Echte creatievellingen hadden hun outfit compleet aangepast en gingen voor een geheel andere persoonlijkheid. Maarten en Sven waren er respectievelijk als hamer en roos.

Na de band kwam er een DJ die voor de rest van de avond voor de muziek zorgde. Nu konden er mooie pasjes gemaakt worden op de dansvloer en menig farmaceut stond even later dan ook op het podium. Om half vier werd aangekondigd dat het einde van het feest er nu toch echt aan zat te komen. De DJ draaide daarom nog een stuk of vijf afscheidsliedjes, maar daarna moesten de mensen die nog verder wilden feesten zich maar naar de afterparty in de Tapperij begeven. Of dit een grap was of echt, heb ik niet meer ondervonden. Ik ben ervan overtuigd dat goed voorbeeld doet goed volgen en dat het volgende EJC feest minimaal even mooi wordt als dat van afgelopen dinsdag. Veel succes met het organiseren van het feest in januari!

Ondanks de hoge prijs vloeide het bier rijkelijk; een gratis fust gaat er namelijk altijd goed in.

Foliolum Jaargang XXII Ed II



Carrièredag Commissie

46

RWPTC

Beste lezer,

Beste mede-farmaceuten,

Het is mij een eer en genoegen om jullie in deze uitgave van het Foliolum te berichten over de allernieuwste commissie die onze vereniging rijk is: de Carrièredag Commissie! Een idee dat nog niet zo heel erg lang geleden is ontstaan en wel op de volgende wijze. We schrijven de maand maart van het lopende jaar, dat Piter en ik onder het genot van veel drank in Cafe Time Out op de ons gebruikelijke enthousiaste wijze het reilen en zeilen binnen onze prachtige vereniging Pharmaciae Sacrum doorspraken. Immers, het was 'ongenuanceerde vrijdagavond'. En, zoals dat gaat op deze avonden, waren we het de hele tijd met elkaar eens. Zo ook over de volgende twee zaken. - Pharmaciae Sacrum heeft te weinig activiteiten die gericht zijn op de master-studenten en - er bestaat te weinig contact tussen apothekers in spe en hun aanstaande werkveld. Ondanks - of misschien wel dankzij - onze beschonken toestand wisten we gaandeweg ons gesprek deze twee zaken te verbinden in een nieuw initiatief: de Carrièredag. Hoewel we nog geen vijf minuten na deze ingeving al droomden van wachtlijsten voor zowel bedrijf als student met dollartekens in de ogen, beseften we ons terdege dat vooral de drank het idee zo goed maakte. Zodoende werd er, ondanks goede voornemens, een week lang niet over gesproken. Stiekem bleef het idee echter toch kriebelen. Het is een week later als we, nuchter en wel, de besproken zaken nog eens proberen terug te halen. We zijn verbaasd dat we nu ook zonder drank zo enthousiast worden en besluiten tot het schrijven van een concept. Dit concept was al binnen enkele dagen klaar, waarna contact werd gezocht met het bestuur. Sindsdien is de bal echt gaan rollen en wel in de richting van de ALV. Toen de ALV eenmaal achter de rug was, waren we blij dat we konden uitzien naar een aantal nieuwe mensen, die ons konden versterken. Immers, de commissieavonden met ons tweeën begonnen te vervelen: we gingen op zoek naar nieuwe gezichten met nieuwe inzichten. Gelukkig verliep de samenstelling van de gehele commissie zeer voorspoedig en door de aanwinst van drie echte talenten zijn we inmiddels goed op dreef geraakt. Zo staat de Carrièredag inmiddels op de agenda voor maandag 16 maart 2009 en is deze dag vrij geroosterd voor zesdejaars studenten! Daarnaast zijn ook vijfdejaars studenten welkom! Op de dag zullen 8 bedrijven aanwezig zijn uit zowel de openbare farmacie als de farmaceutische industrie. Binnenkort kun je hier alles over vinden op onze nieuwe site: www.pscarrieredag.nl! Dus, als je nu bijna klaar bent met je studie Farmacie of Farmaceutische Wetenschappen; zorg dat je erbij bent op maandag 16 maart 2009! We houden jullie op de hoogte, Met vriendelijke groeten,

Een leuke sportieve dag binnen de G.F.S.V. 'Pharmaciae Sacrum' is natuurlijk de Rijwiel Prestatie Tocht. Dit jaar wordt deze gezellige dag voor de 36ste keer georganiseerd. Er wordt een fietstocht uitgezet langs allemaal mooie plekjes van Groningen. Tijdens het fietsen worden een aantal opdrachten bedacht om jullie vindingrijke en geestige hersenen toch ook even flink te laten kraken.

Ebian Brill, Loes Kistemaker, Piter Oosterhof, Kirsten Lubbers en Lisette Knuif. Foliolum Jaargang XXII Ed II

Om tussendoor even bij te komen van de actieve fietstocht wordt een leuke groepsactiviteit gepland. Wordt het paintballen, bioscoop of misschien karten? Eén ding is echter zeker, het wordt geweldig mooi! Na de activiteit zal weer op de fiets worden gesprongen om richting Groningen terug te keren. Eenmaal weer aangekomen in Groningen zullen de hongerige magen gevuld worden met een lekker diner. Hierna zal de sportieve maar ook gezellige dag worden afgesloten met een borrel waar bekend zal worden gemaakt wie de opdrachten het best heeft uitgevoerd en welke naam in de prestigieuze RWPT beker zal worden gegraveerd. Dus, ben jij die enthousiaste farmacie student die de eventuele zadelpijn durft te trotseren, doe dan mee! Go to fietz yourself! Lotte Knapen Maarten Broecks Julia Lederhofer Simba Timmer

Praeses Ab-actis Quaestor Assessor


SSS

STERC

Lieve Farmaceuten,

Batavierenrace

Aangezien wij net geïnstalleerd zijn, leek het ons gepast om ons even voor te stellen. Wij zijn de SSS, ofwel de commissie farmaceutische wetenschappen en zullen dit jaar 2 mooie symposia organiseren en als afsluiting van het jaar nog een binnenlands bedrijvenbezoek. Dit jaar zal de commissie bestaan uit Karlijn, Milou, Remy, Ingrid en Mark.

In 50 voor Christus zakten de grote batavieren met vlotten de Rijn af. In navolging van deze grote sterke mannen organiseerde een groep Nijmeegse studenten in 1973 een estafetteloop van Rotterdam naar Nijmegen. Het was een daverend succes! Vanwege logistieke problemen werd besloten om de race de jaren daarop te verplaatsen. Sinds 1974 lopen de deelnemers vanaf het Universitair Sportcentrum Nijmegen, via Duitsland en de natuurrijke Achterhoek naar de campus van de Universiteit Twente. De route is nauwelijks veranderd, het aantal deelnemers wel. Waren er de eerste loop 600 deelnemers, lopen er inmiddels bijna 8.000 studenten mee (een record in het Guiness Book of Records). De totale loopafstand bedraagt ruim 182 kilometer en is onderverdeeld in 25 etappes (17 heren- en 8 damesetappes). Het startschot klinkt in Nijmegen, het eindsignaal is op de atletiekbaan van de Universiteit Twente. Pharmaciae Sacrum liep afgelopen jaar mee en veroverde de 91e plaats met een gemiddelde loopsnelheid van 12,1 kilometer per uur! Voor deze zware fysieke inspanning zijn deze lieden beloond met een prachtig eindfeest. Eigenlijk is het eindfeest alleen al de moeite waard om mee te gaan, duizenden sportieve mannen en vrouwen, allen wanhopig op zoek naar iemand om op te steunen vanwege de spierpijn. Ook dit jaar is Pharmaciae Sacrum weer vertegenwoordigd op de batavierenrace en ook dit jaar zoekt zij de meest enthousiaste lopers binnen onze mooie vereniging. In de de zeer vroege morgen van zaterdag 25 april (zo rond half één) zal het startschot klinken, en zal een dame van Pharmaciae Sacrum, onder het mom van 'een goed begin is het halve werk' haar benen uit haar lijf lopen, om na een aantal kilometers te worden afgewisseld door een heer.

Karlijn is dit jaar onze gedreven praeses en zal altijd van de partij zijn om ons de goede weg te wijzen. Milou staat dit jaar garant voor een goede verslaglegging als ab-actis en streeft naar perfectie van onze activiteiten. Remy is onze quaestor. Met zijn motto 'geld moet rollen' zal hij ervoor zorgen dat alles goed gefinancierd zal worden. Het assessoraat bestaat uit Ingrid en Mark. Ingrid is de vroege vogel van ons en zal ervoor zorgen dat we altijd op schema blijven. En last but not least, Mark. Hij zal iedereen overtuigen van ons mooie programma met zijn zachte géé. Het komende jaar zal in het teken staan van vooruitstrevende gedachten die hopelijk tot mooie ideeën en thema's zullen leiden. Wij kijken er daarom naar uit jullie te mogen ontmoeten op één of meerdere van onze activiteiten. SSS '08-'09 'Vooruitstrevend' Karlijn Rijkee Milou Vreeman Remy Verheijen Ingrid van der Mooren Mark Bastiaansen

Natuurlijk staat de STERC ook dit jaar weer voor jullie klaar om een aantal trainingen te organiseren. Ruimschoots voor de race zullen er hardlooptrainingen georganiseerd worden opdat deelnemers zo goed voorbereid als redelijkerwijs mogelijk aan de start van de etappe verschijnen. Vrijdag 24 april vertrekken deze atletishe keizers richting Enschede (en een deel naar Nijmegen), zondag 26 april komen zij brak maar zeer voldaan weer terug in Groningen. Wees erbij!! Geert Oldenbeuving Babette Becherer Sjoerd van Olffen Willemieke Mudde Sport, Training en Recreatie Commissie '08-'09 'Farmaceutical Friends, STERC spul!'

Foliolum Jaargang XXII Ed II

47


Post-it met de EersteJaars Commissie 2008-2009 Gert Salentijn

Het is bijzonder vermakelijk om eens aan tafel te gaan zitten en een gesprek te voeren over onze vereniging met mensen die nog hier nog geen deel van uitmaken en zodoende weinig weten over de mores en tradities hierachter. Zo ware het dat wij van de Redactiecommissie op 20 oktober, overigens slechts één dag voor de inauguratie van de eerstejaarsleden en de installatie van de eerstejaars commissie EJC, uitgenodigd waren, of liever gezegd, onszelf hadden uitgenodigd, bij Rianne thuis, toenmalig kandidaat ab-actis van de EJC 2008-2009. Het was een behoorlijke klus om de Jadestraat te vinden; allereerst is er de rit naar Vinkhuizen, welke voor een doorsnee student toch echt wel buiten de maximale reisafstand valt en dan zijn er ook nog eens een stuk of tien Jadestraten naast elkaar waar je uit mag kiezen. Uiteindelijk heeft het gros de bestemming weten te bereiken en was alleen Frank van de kandidaat EJC nog afwezig; dit was echter vanwege een muziekles die gegeven diende te worden en niet vanwege een gebrek aan oriëntatievermogen.

twee waren verminderd vanwege kookaangelegenheden en een derde gewoonweg niet het stemvolume had om boven de vierde, te weten Rob, uit te komen. Als wij dachten dat Louis een praatjesmaker was, dan waren wij echt niets gewend. Spoedig stond het eten op tafel en begon het goed gezellig te worden. Louis en Rob schepten de borden vol met pasta en salade, waarna er even geen gekwebbel meer uit hun monden kwam, aangezien deze, zij het voor een korte periode, gevuld waren. Kort hierna werden we alweer overspoeld met een hippie klassieker van "The Trashmen". Voor wie het nog niet heeft gehoord, het schijnt zo te zijn dat "the bird is the word."

48

Na een aanzienlijke periode van slap geouwehoer, welke overigens wel erg bevorderlijk is geweest voor de sfeer

Na een lange zoektocht naar de bieropener besloten wij van de redactiecommissie dat een ander flesje ook zou volstaan en met een drankje in de hand begonnen de eerste gesprekken al te komen. Nadat we het doel van deze bijeenkomst hadden opgehelderd en nog wat meer over P.S. hadden verteld, werd de sfeer vrij snel gemoedelijk en kwamen de woorden evenredig van beide kanten. Hierbij dient wel vermeld te worden dat wij met zes man waren en de vier aanwezige leden van de EJC met Foliolum Jaargang XXII Ed II


Pharmaciae Sacrum

en waarin tevens Frank arriveerde, begonnen wij met de speluitleg van Post-It. Aanvankelijk kregen we de reactie: "Wat een stom spel," maar gelukkig draaide deze mening wel bij na enige speeltijd. Mannen met baarden domineerde Post-It deze avond. We vonden zowel Osama Bin Laden, als Sinterklaas maarliefst twee maal op een Post-It. Rob had de gewoonte om iedere keer als hij een fout antwoord gaf, af te sluiten met "Kak!". Dit heeft zelfs eenmaal in zijn voordeel gewerkt, aangezien de gezocht persoon meneer Cactus bleek te zijn. Een erg mooie uitspraak uit de tweede ronde, waarin absoluut geen geluiden gemaakt mogen worden door de actieve speler, luidde: "Je mag geen geluid maken in de tweede ronde, en dat was wel een hele harde scheet!" Ook verkeerden wij in het gezelschap van enkele leken op het gebied van sport; tijdens de derde ronde, waarin slechts één woord gesproken mag worden om de persoon te raden, werd "tennis" gezegd. Het antwoord hierop luidde Taeke Takema, waarbij het ergste nog wel was dat dit inderdaad de naam bleek te zijn die op de Post-It stond. Uiteindelijk zijn Casper en Louis als overwinnaars geëindigd. Er moet helaas wel van enig bedrog van de kant van Louis worden gesproken, aangezien zijn drie personen vrij onbekend waren en hij zodoende ongeveer de enige was die ze heeft kunnen raden. Wat de EJC betreft, zijn wij er wel achter gekomen dat er in ieder geval mensen in zitten waarmee je een gezellige avond kunt hebben en hopelijk zullen we komend jaar vier hele gezellige avonden beleven tijdens vier hele gezellige EJC feesten.

Na ons etentje is de samenstelling van de EJC veranderd. Nicole van Zenden is gestopt als praeses, Rob van de Velde heeft deze plaats overgenomen. Verder is Renske Glerum als 5e commissielid toegevoegd.

P.S.-agenda December 10. Dies-viering 11. Dies-viering 11. Almanakonthulling 12. Dies-viering

Januari 05. STOF vergadering 06. P.S.-borrel 08. EHBO-cursus 13. EJC-feest 15. EHBO-cursus 20. ALV 22. EHBO-cursus 29. Eerstjaars Beroepenmiddag 29. EHBO-cursus

Februari 02. STOF vergadering 03. P.S.-borrel 05. EHBO-examen 21. STERC Sportdag Foliolum Jaargang XXII Ed II

49


De ondernemende apotheek Wie? Giselle Tak-Ronnen (32) Sinds 2005 ondernemend apotheker van de Kring-apotheek ‘t Oude Dorp.

Waarom Alliance Apotheek? Ik wilde mijn ambities combineren met het sterke imago van Kring-apotheek en de ondernemersgeest en support van Alliance apotheek. Ik ben en voel me een ondernemer in loondienst.

Tip?

Carrière maken |

Laat je maar eens vrijblijvend informeren.

Alliance Apotheek is een sterke groep van 78 apotheken. Samen met meer dan 240 zelfstandige apotheken zijn we voor de consument herkenbaar als Kring-apotheek. Gezamenlijk garanderen we de beste zorg voor de consument. Alliance Apotheek koestert ondernemers. Niet in de laatste plaats omdat we zelf ondernemers zijn maar ook omdat ondernemers gedreven zijn en de passie hebben die we zoeken.

Alliance Apotheek is altijd op zoek naar ondernemende apothekers (m/v) die carrière willen maken Ben je ondernemend en vind je dat zorg meer is dan medicijnen? Houd je van samenwerking en heb je plezier in de dynamiek van de openbare apotheek? Dan nodigen we je van harte uit te reageren. Je schriftelijke reactie, bestaande uit CV en motivatie, kun je sturen naar elly.van.hellemondt@alliance-healthcare.nl. Meer informatie lees je op www.alliance-apotheek.nl.

Alliance Apotheek, Hambakenwetering 5A, 5231 DD ’s-Hertogenbosch, telefoon +31 (0)73 628 29 00, e-mail: elly.van.hellemondt@alliance-healthcare.nl, www.alliance-apotheek.nl


Harteloos Tonnis Jan Kruizinga & Pieter Oomen

De derde woensdag van september kromden mijn tenen zich door mijn schoenzolen heen. "Terror" Geert (red: Wilders) had zeer uitgesproken commentaren bij de algemene beschouwingen, o.a. over het volgens hem weggooien van geld in het kader van ontwikkelingshulp. Ongelofelijk! Nederland is juist een land dat met haar solidaire en gulle houding naar ontwikkelingslanden hét voorbeeld is/zou moeten zijn van Westerse Beschaving. Hoe komt deze man er bij hier kritiek op te leveren? Generositeit is al twee generaties een traditie. Altruïsme is de basis van vele religies, filosofieën en culturen. Waar komt dan opeens dit commentaar vandaan? Voor de hand ligt het te denken, dat ontwikkelingshulp minder belangrijk wordt geacht nu we als Westerse wereld in een financiële dip zitten en de economische fundering instabiel is. Dit is echter te kort door de bocht. Natuurlijk is de vraag of ontwikkelingshulp wel functioneert belangrijker geworden nu er problemen ontstaan in eigen land. Maar de kritiekpunten zijn ouder dan de crisis zelf. Ik bleef een maand zitten met deze vraag totdat op een zaterdagavond mijn ogen werden opengerukt. In een aflevering van Rondom Tien werd gediscussieerd over de vraag of het Nederlandse ontwikkelingsbeleid wel zo prijzenswaardig is. Journalisten, ex-ontwikkelingsmedewerkers, mensen uit de bijstand, de minister van Ontwikkelingssamenwerking, mensen uit rampgebieden, kortom: eigenlijk iedereen die met de discussie over ontwikkelingssamenwerking heeft te maken. Het overgrote merendeel van de sprekers was het erover eens dat het beleid van de afgelopen jaren absoluut niet functioneel was. Punten die naar voren kwamen waren de bekende strijkstok en alles wat daaraan blijft hangen en daarnaast de corruptie - al dan niet ter plaatse. De strijkstok heeft betrekking op het geld dat in eigen land verloren gaat aan de organisatie. Corruptie vindt plaats doordat de infrastructuur van ontwikkelingslanden ernstig te kort schiet. De warlords zijn oppermachtig en claimen alle goederen en de financiële steun die wij ze in onze naïviteit sturen. De warlords hebben dan meer geld en kunnen beslissen wat er met bijvoorbeeld medicijnen en eten gebeurd. Het uiteindelijke resultaat is dan dat veel van de hulpbehoevende mensen nog hulpbehoevender worden: de machtsverdeling schuift nog meer op naar de warlords.

Verrassend vond ik echter dat veel van de "zielige hongernegers" eigenlijk helemaal niet zo dankbaar zijn als ze hulp krijgen. Om dit uit te leggen dient u zich de volgende situatie voor te stellen: U werkt in een fabriek 70 uur per week en verdient zo weinig dat u (en uw gezin) niet rond kunnen komen. Dan komt de directeur van de fabriek naar u toe en gooit u een brood in het gezicht. Het brood valt op de grond en is niet bruikbaar. De directeur is rijk geworden door uw arbeid en koopt schuldgevoel af op bijzonder inefficiënte wijze. Ditzelfde overkomt de Afrikanen: het Westen koopt grondstoffen van de warlords voor veel te weinig geld en de Afrikanen moeten dan heel dankbaar zijn wanneer wij naar hen toegaan met ontwikkelingshulp. Hulp die zoals eerder beschreven vaak niet eens aankomt. In het programma werd productie die uit dit soort marktwerking ontstaat beschreven als heling. Een ander voorbeeld van de enorme ongelijkheid is het feit dat pas sinds enkele maanden Verkade is overgestapt naar cacaobonen die niet door "slavernij" zijn geproduceerd. Hiermee is het de eerste chocoladefabrikant in Nederland die zich bezighoud met de rechten van de arbeiders daar. Verwachten wij dat Afrika een soort Stockholm-syndroom ontwikkelt? Dat als we af en toe lief naar ze lachen en een paar pogingen doen ze te helpen ze alles wel slikken, terwijl we tegelijkertijd ontzettend van ze profiteren? Hoeveel mensen gaan er niet een wc-complex bouwen in Afrika of een school… Goede initiatieven, absoluut, maar wanneer durven we gewoon lekker die geitenwollen sokken aan te trekken en de mensen echt proberen te helpen? Of is dat dan weer te veel van het goede? Ik zit nu achter mijn pc te typen en weet dat deze is gemaakt door de rijkdom hier. Naast me ligt een mooie camera en zo heb ik nog wel meer erg leuke en handige gadgets. Ach, ik heb al een column geschreven. Ik denk dat het zo eerst wel even goed is….

Wilt u reageren op bovenstaande tekst, kunt u een email sturen met uw reactie naar foliolum@rug.nl. Het is niet gegarandeerd dat een inzending daadwerkelijk geplaatst gaat worden. Uw inzending kan worden ingekort of aangepast. Foliolum Jaargang XXII Ed II

51


De Puzzelpagina Titel stuk Evt Gertondertitel Salentijn, Louis Keijzer & Jeroen Kolkman Titel persoon en hun naam, bijv. prof. dr. Martina Schmidt Evt. beroep, bijv. apotheker

De puzzel op deze pagina staat in het teken van reizigersziekten. De kakuro op de volgende pagina staat in het teken van de dies. Indien u beide puzzels heeft opgelost, kunt u de uitkomsten binnen 1 maand naar verschijnen per e-mail verzenden naar foliolum@rug.nl. Onder de juiste inzendingen wordt een prijs verloot.

Plaatjespuzzel Onderstaande puzzel dient als een soort rebus opgelost te worden. Elk plaatje stelt een woord voor. Als alle woorden ingevuld zijn, kunt u de oplossing van boven naar onder in de gele balk lezen.

52

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Kakuro Links van de diagonale lijn staat de omschrijving van een som die verticaal moet worden ingevuld, te beginnen in het vakje onder de omschrijving. Rechts van de diagonale lijn staan omschrijvingen voor horizontale sommen, te beginnen rechts van de omschrijving. In een som mogen cijfers niet twee keer gebruikt worden. Ook mogen alleen cijfers van 1 t/m 9 gebruikt worden.

A B - C D- E F G H __-__-____

Bas & Sil

53

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Wat een UITKOMST! De antwoorden van de puzzels uit de oktobereditie 2008

65 54

Foliolum Jaargang XXII Ed II


Thinking big Thinking big. Dan denken wij aan complexe generieke geneesmiddelen. Relevante medicijnen voor de meest uiteenlopende indicaties. Ontwikkeld door getalenteerde onderzoekers. Ondersteund door experts in octrooirecht, registratie en fabricage. Samen met farmaceutische bedrijven over de hele wereld. Maar we denken ook aan nieuwe uitdagingen. Zoals innovaties op het gebied van biotechnologie waarmee Synthon zich in de toekomst onderscheidend wil profileren. www.synthon.com


Nummer 1 in distributie

Telefoon 046-4203900, www.mosadex.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.