G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“ Universitair Centrum voor Farmacie
Foliolum Jaargang XXIV Editie II December 2010
Geneesmiddelen in een nieuw jasje
Hoang Hirschberg
Wouter Sparreboom
Kiekje buut’n Grunn
Bionaalden als alternatieve toedieningsvorm voor vaccins
De nanopil: een inslikbare pil voor inwendige moleculaire diagnostiek
Op bezoek bij Astellas in Meppel
Wij laten je alle hoeken
van de keten zien!
Wij zijn op zoek naar enthousiaste en gemotiveerde beherend en tweede apothekers (in de registratiefase) om ons team te versterken. Durf jij deze uitdaging aan te gaan? Dan maken wij graag kennis met jou! Stuur een brief met motivatie en curriculum vitae naar onderstaand adres of e-mail naar hrm@lloydsapotheken.nl.
Een beslist beter recept LLOYDS Apotheken • Postbus 191 • 3740 AD Baarn • T: 035-542 72 00 • www.lloydsapotheken.nl
G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“ in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Foliolum Jaargang XXIV Editie II December 2010
En verder ... Redactioneel Praesespraat
09
06 Bionaalden Hoang Hirshberg vertelt over de toekomstige toepassingen van bionaalden.
Nanopil De nanopil is de pil van de toekomst. Wouter Sparreboom legt wat het is en wat je ermee kan.
4 5
Afgestudeerden Promovendi Evaluaties Bacheloronderzoek belicht Masteronderzoek belicht Student in het buitenland
17 18 20 21 22 24
Alumnus Mediq Eerstejaarsexcursie Eerstejaars Beroepenmiddag Nieuwe commissies Ziekenhuisfarmacieavond Mosadex Ouderejaarsexcursie Ranking Foliolum Puzzelpagina Bas & Sil
26 28 29 30 34 35 36 38 38
Redactiecommissie Thomas van der Woude Geert van der Werf Lisanne Geers Marrit Aaten Jeroen Schouten Merlijn van Leent
12 Actueel Het farmaceutische nieuws. Maar dan beter.
14 Kiekje buut´n Grunn Bij Astellas mochten we een kijkje achter de schermen nemen bij de productie van penicilline.
Ab-actiaat Geert van der Werf J.C. Kapteynlaan 27A 9714 CM Groningen tel: 06-36319393 foliolum@rug.nl Drukkerij Smeets & Hagenbeck Oplage 1250 Foto voorpagina: Roel de Locht
Copyright 2010 Redactiecommissie Foliolum “Ex-libris“ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.
Ex-libris Redactiecommissie 2010-2011
Beste lezer, Het is alweer tijd om mijn tweede voorwoord te schrijven. Nog niet zo lang geleden was het allemaal nieuw en zoeken, nu gaan veel dingen al vanzelf. Toch blijft het maken van het Foliolum altijd een beetje nieuw. Elk nummer is weer anders en je komt steeds meer te weten over lay-outen. Wat maakt een nummer mooi? Wanneer leest het prettig? In dit nummer zult u een aantal nieuwe dingen tegenkomen die, denken wij, een antwoord zijn op deze vragen. Zo zult u op deze pagina een andere achtergrond dan u gewoon bent zien en verderop in het nummer zult u onder andere de nieuwe fotobalk zien. We gaan dit jaar blijven proberen het Foliolum zo mooi mogelijk te maken en hopen dat het in goede smaak zal vallen. Het thema van dit nummer is aansluitend op het Dies symposium “Geneesmiddelen in een nieuw jasje“. Veel geneesmiddelen hebben een toedieningsvorm die al tijden hetzelfde is. Omdat het goed werkt of gewoon omdat er nooit iets beters voor was. Neem bijvoorbeeld vaccins, sinds jaar en dag een injectie. Kinderen moeten tegenwoordig voor tal van ziekten gevaccineerd worden en dit worden er steeds maar meer. Hoang Hirshberg vertelt in haar artikel over de belasting die dit voor kinderen heeft en een toekomstige oplossing: bionaalden.
4
Het eerste wat gebeurt voordat bij een patiënt tot behandeling overgegaan wordt, is het stellen van een diagnose. Dit is soms lastig en voor de patiënt onplezierig terwijl het vaak herhaaldelijk gedaan moet worden. Denk aan darmkanker dat alleen goed te behandelen is in een vroeg stadium, of het controleren van de spermakwaliteit. De nanopil moet hier uitkomst gaan bieden. Een zogenaamde “lab on a chip“ waarmee detectie, analyse en patiëntnotificatie allemaal mogelijk is. En dat in een pil van 22 bij 10 mm die je gewoon door kan slikken. Hoe dit exact werkt doet Wouter Spaerreboom in zijn artikel uit de doeken. Voor de rubriek Kiekje buut ’n Grunn zijn we dit keer op bezoek geweest bij Astellas in Meppel. Het Japanse bedrijf produceert hier penicilline en zorgt tevens voor de opslag en transport hiervan. De strenge steriliteitseisen hebben voor een paar mooie foto’s gezorgd! Ook de P.S.ers hebben weer voor een mooie bijdrage gezorgd. Zo hebben we weer een student in het buitenland in de persoon van Lisette Tichelaar, krijgen we een kijkje achter de schermen bij de onderzoeken van Stefan Ottenbros en Judith Borst. Daarnaast kunt u de verslagen van de afgelopen activiteiten lezen. De eerstejaars zijn bij Mediq op bezoek geweest en hebben tevens voorlichting gehad bij de beroepenmiddag. De ouderejaars zijn twee dagen bij Mosadex in Limburg geweest en er is voor het eerste een ziekenhuisfarmacieavond voor P.S. georganiseerd. Daarnaast stellen de nieuwe commissies van P.S. zich voor, kunt u lezen hoe de Dies het er vanaf brengt in “Ranking Foliolum“ en vergeet de puzzelpagina niet! De heren hebben zich deze keer op de foto laten zetten zodat u lekker kunt puzzelen met een warme kop chocomel, terwijl het buiten sneeuwt en de kerktoren kerstliedjes speelt. Rest mij u een fijne vakantie, een vrolijke kerst, een gelukkig Nieuwjaar en vooral veel leesplezier te wensen. Namens de 24e redactiecommissie “Ex-libris“, Thomas van der Woude h.t. praeses
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Verstappen Praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“
Geachte lezer, De eerste sneeuw is gevallen, ik heb mijn handschoenen uit de kast gehaald en de winter is nu echt begonnen. De decembermaand is mijn favoriete maand van het jaar. Heel Nederland wordt in een nieuw jasje gestoken met verlichte straten en prachtige kerstversiering. December is ook een maand van veel gezelligheid, lekker eten en natuurlijk de Dies Natalis van Pharmaciae Sacrum. Drie dagen lang vieren we de 129e verjaardag van onze vereniging met allerlei activiteiten. Voor ons als bestuur betekent dit tevens dat we op de helft van het bestuursjaar zitten. De tijd is voorbij gevlogen en we hebben weer vele activiteiten achter de rug. In oktober hebben we de Eerstejaars Beroepenmiddag, de eerste ALV en de VvAA Discussieavond gehad. In november zijn we naar Limburg afgereisd voor de Mosadex excursie en zijn we met vijftig eerstejaars op bezoek geweest bij Mediq in Staphorst. Ook hebben we een drukbezochte Ziekenhuisfarmacie avond georganiseerd en heeft EJC ‘Dreamteam’ haar commissiejaar waardig afgesloten met een heuse schuimparty. In december kwamen de Sint en zijn pieten nog even langs op de P.S.-borrel en vervolgens hebben we het jaar 2010 afgesloten met zoals gezegd: de Dies Natalis. Traditiegetrouw wordt het decembernummer van het Foliolum gewijd aan het symposiumthema van de Dies Natalis. Het symposium ging dit jaar over de toediening van complexe therapeutica en had als titel ‘Can I wear your genes’. De Redactiecommissie heeft hierbij aansluitend gekozen voor het thema: Geneesmiddelen in een nieuw jasje. Complexe therapeutica, zoals therapeutische eiwitten en gentherapeutica worden vrijwel altijd parenteraal toegediend. Het ontwikkelen van innovatieve toedieningsvormen voor deze groep geneesmiddelen is voor de farmaceut dan ook een grote uitdaging. Bovendien krijgen complexe therapeutica een steeds groter aandeel in het totale pakket van geneesmiddelen. Het is daarom een relevant en actueel thema binnen de farmacie.
5
Naast een interessant wetenschappelijk gedeelte heeft de Redactiecommissie ook gezorgd voor een aantal nieuwe rubrieken in het Foliolum, zoals ‘Kiekje buut’n Grunn’ en ‘Ranking Foliolum’. In de rubriek ‘Actueel’ krijgt u een overzicht van relevante farmaceutische nieuwsberichten van de afgelopen maanden. Ik kijk dan ook uit naar het lezen van deze editie van het Foliolum. Afsluitend wens ik u allen veel leesplezier en de allerbeste wensen voor 2011 toe. Ik hoop u allen te mogen begroeten op de Nieuwjaarsborrel om met elkaar het glas te heffen op een mooi, nieuw kalenderjaar! Met vriendelijke groet, Namens het 129e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Gwenny Verstappen h.t. praeses
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Bionaalden Een alternatieve toedieningsmethode voor vaccins Hoang Hirschberg
Inleiding
Vaccineren zonder naaldinjecties en zonder pijn. Bij het Nederlands Vaccin Instituut in Bilthoven wordt onderzoek gedaan naar alternatieve toedieningsvormen om dit doel te bereiken. De meeste vaccinaties worden intramusculair of subcutaan toegediend d.m.v. naald en spuit. Maar aan naaldinjecties kleven veel nadelen: •
•
•
6
een naaldloze toediening. Binnen het NVI wordt onder leiding van Jean Pierre Amorij en Gideon Kersten onderzoek gedaan naar verschillende alternatieve toedieningsvormen. Een van de alternatieven is Bionaalden. Hoewel de naam anders doet vermoeden hebben we hier te maken met een naaldloze toedieningsvorm.
Naaldincidenten en het hergebruik van de naalden zorgen voor besmettingsgevaar waardoor zowel patiënten als hulpverleners besmet kunnen worden met infectieziekten zoals hepatitis b en hiv. Voor naaldinjecties is getraind personeel nodig wat kosten met zich meebrengt. Dit is vooral een nadeel voor ontwikkelingslanden waar vaccins vaak niet voorhanden zijn omdat het te kostbaar is. Veel mensen zijn bang voor een naald. Dit psychisch aspect speelt voornamelijk bij kinderen en ouders een rol en kan een reden zijn om niet te vaccineren.
In Nederland kunnen baby’s en kinderen binnen het Rijksvaccinatie programma (RVP) beschermd worden tegen 12 ziektes (difterie, kinkhoest, tetanus, polio, haemophilus influenza type b, hepatitis B, bof, mazelen, rode hond, meningokokken C, pneumokokken en humaan papilomavirus infecties). Gelukkig zijn er combinatievaccins waardoor tegelijkertijd tegen verschillende ziektes gevaccineerd kan worden. Ondanks de combinatievaccins loopt, door de vele boostervaccinaties, het aantal injecties toch op. Het beleid in Nederland is dat kinderen niet meer dan twee injecties tegelijkertijd per sessie mogen krijgen. Dit om de kinderen niet teveel te belasten. Kinderen worden daarom tot hun 9e of 12e levensjaar gevaccineerd d.m.v. minstens 13 injecties verspreid over minimaal 7 prikmomenten.
“Hoewel de naam anders doet vermoeden hebben we hier te maken met een naaldloze toedieningsvorm” In de toekomst zullen er meer ziektes bij komen waartegen gevaccineerd gaat worden met het gevolg dat er nog meer vaccininjecties bijkomen. Om het aantal naaldinjecties te reduceren zouden nieuwe combinatie vaccins een uitkomst kunnen bieden. Echter is het ontwikkelingsproces van combinatievaccins erg moeilijk en duur, omdat de formulering van combinatie vaccins gecompliceerd is en uitgebreide klinische studies noodzakelijk zijn. Een alternatief om naaldinjecties te reduceren is vaccinatie d.m.v.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Bionaalden zijn ontwikkeld door Bioneedles BV. Het zijn implantaten van koolhydraten die gevuld kunnen worden met antigeen. Zodra de implantaten gevuld zijn worden deze meteen ingevroren en gevriesdroogd. De gevriesdroogde formuleringen kunnen vervolgens onder luchtdruk subcutaan of intramusculair worden toegediend. Op het NVI is in muizen aangetoond dat zowel tetanus toxoïd als hepatitis B geformuleerd kan worden in Bionaalden. Hoewel er een prototype toedieningsysteem voor de Bionaalden voorhanden is, voor de subcutane en intramusculaire toediening in mensen, kan deze prototype in muizen niet gebruikt worden omdat het diermodel te klein is. Bionaalden kunnen in muizen alleen subcutaan worden aangebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een trocard en mandrijn, dezelfde methode als het plaatsen van een chip in dieren.
Tetanus Toxoïd
Bionaalden zijn geformuleerd met tetanus toxoïd, zowel met als zonder aluminiumfosfaat (AlPO4) als adjuvant. De Bionaaldformuleringen zijn vervolgens in vitro en in vivo vergeleken met de conventionele vloeibare vaccinformulering bestaande uit tetanus toxoïd, geadjuveerd aan AlPO4. In in vitro experimenten is aangetoond dat de Bionaaldformuleringen veel stabieler zijn dan de vloeibare vaccinformuleringen. Tetanus toxoïd formuleringen werden weggezet bij 37 °C en 60 °C en de antigeniciteit werd na 1 week en 3 weken gemeten met behulp van een antigeen ELISA. Na 1 week bij 60 °C werd geen antigeniciteit meer terug gevonden bij de vloeibare vaccinformuleringen. De Bionaaldformuleringen daarentegen vertoonden geen verlies in antigeniciteit onder dezelfde condities. Zelfs na
Geneesmiddelen in een nieuw jasje Regular injection with liquid and freeze dried vaccine
A
6,0
Liquid 5,0
Freeze dried 4,0
3,0 7/8
2,0
1,0
0,0
DTa
VGT38
Regular injection
Hepatitis B
Conventionele hepatitis B vaccins worden intramusculair toegediend en zijn vloeibare vaccins bestaande uit hepatitis B oppervlakte antigenen (HBsAg) geadsorbeerd aan aluminium hydroxide (Al(OH)3). Hepatitis B werd geformuleerd in Bionaalden (HBsAg-Bionaalden) en in vivo en in vitro vergeleken met het conventionele vaccin. In in vivo experimenten werden verschillende formuleringen vergeleken met de conventionele formuleringen toegediend via intramusculaire en subcutane injecties (zie figuur 3). Subcutaan toegediende HBsAg-Bionaalden, met en zonder Al(OH)3, induceerden lagere antistoftiters dan de intramusculaire toediening van vloeibare vaccinformuleringen. De lagere immuunrespons werd toegeschreven aan de route van toediening, subcutaan i.p.v. intramusculair, en niet aan de Bionaaldformulering. Conventionele vaccinformuleringen, toegediend via subcutane injecties, induceerden immers vergelijkbare immuunresponsen als de HBsAg-Bionaalden.
Bioneedles
*** 5,0
*** 4,0 7/8
3,0
2,0
1,0
0,0
Dose response 6
Score
5 4 3
Bioneedles with VGT38 + Al
2
Regular injection with DTa
1
De neutraliserende antistoffen van deze formulering waren even hoog als die van de reguliere vloeibare, AlPO4geadjuveerde formuleringen, maar wel met één verschil: in Bionaaldformuleringen was vier keer minder antigeen nodig (zie fig. 2 C). Met de Bionaalden werd met 0.1 Lf (Lf is de concentratie-eenheid voor difterie en tetanus toxoid welke bepaald wordt d.m.v een flocculatietest) al de plateauwaarde gehaald, terwijl met de conventionele vloeibare formuleringen 0.4 Lf tetanus toxoid nodig was voor dezelfde plateauwaarde. 
VGT38+Al+Stab
6,0
C
“Bionaaldformuleringen superieur t.o.v. de vloeibare vaccinformuleringen”
VGT38+Al
Regular injections vs Bioneedles
B
Score
Muizen werden gevaccineerd en kregen na 14 dagen een boostervaccinatie. Na 45 dagen werden de muizen verbloed. In het serum werden antistoftiters d.m.v. een ELISA, en neutraliserende antistoftiters, d.m.v. een toxine inhibitie test, gemeten (zie fig. 2). Uit de neutraliserende antistofresponsen kon geconcludeerd worden dat een adjuvant noodzakelijk was, ongeacht de formulering. Bionaalden met AlPO4 induceerden alleen goede immuunresponsen in de aanwezigheid van trehalose.
***
***
Score
3 weken incubatie bij 60 °C werd nog steeds 60% van de antigeniciteit terug gevonden met de Bionaaldformuleringen. De hogere stabiliteit bij 60 °C werd alleen gevonden als trehalose aan de formulering werd toegevoegd. Deze stabilisator lijkt het antigeen te beschermen tijdens het vriesdroogproces. Formuleringen met AlPO4 konden niet meegenomen worden in de stabiliteitstudie omdat AlPO4 interfereerde in de ELISA assay. Maar in in vivo experimenten bleken deze geadjuveerde Bionaaldformuleringen superieur t.o.v. de vloeibare vaccinformuleringen.
0
0
0,1
0,2
0,3
0,4
Lf Tetanus Toxoid
Figuur 2. Neutraliserende antistoftiters bepaald met een tetanus toxine inhibitie test. Muizen (n=8) zijn subcutaan gevaccineerd met een AlPO4 geadjuveerd referentievaccin DTa of met VGT38, een routine produkt van het NVI. De score is een maat voor de titer (2). Al: Aluminiumfosfaat, Stab: trehalose. A) Neutraliserende antistoftiters van vloeibare en gevriesdroogde tetanustoxoid. B) Neutraliserende antistoftiters van vloeibare formuleringen en Bionaaldformuleringen. C) Dosis respons met conventionele vaccinformulering en met Bionaalden. (***) Deze groepen induceren een significant lagere neutraliserende antistoftiter dan de groep met het DTa vaccin (p<0.001).
7
HBsAg-Bionaalden zonder Al(OH)3 bleken superieur t.o.v. Bionaalden met Al(OH)3. De groep muizen die HBsAgBionaalden met Al(OH)3 toegediend kregen vertoonde non-responders in de groep. In de groep met Bionaalden zonder adjuvant respondeerden alle dieren. De inferieure werking van de HBsAg-Bionaalden met Al(OH)3 wordt toegeschreven aan het coaguleren van het Al(OH)3 tijdens het vriesdroogproces. Hierdoor wordt het HBsAg gevangen in de Al(OH)3 matrix waardoor het niet optimaal kan worden gepresenteerd aan het immuunsysteem. Om de antistofrespons met HBsAg-Bionaalden te optimaliseren werd gekozen voor een alternatief adjuvant, nl lpxL1. lpxL1 is een meningitidis lipopolysaccharide (LPS) derivaat. LPS is een endotoxine en een component van het buitenmembraan van gram-negatieve bacteriën en heeft een adjuverende werking. LPS is echter te toxisch voor humaan gebruik door de aanwezigheid van de lipid A staart. Door wijzigingen in de fosfaat- en vetzuurgroep van het lipid A gedeelte aan te brengen wordt een niet toxisch adjuvant verkregen. In het geval van lpxL1 is een vetzuurstaart verwijderd waardoor het lipid A gedeelte penta geacyleerd
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Geneesmiddelen in een nieuw jasje is ipv hexa geacyleerd. Deze LPS derivaat heeft eenzelfde adjuverende werking als het wild type N.meningitidis LPS maar bevat niet de toxische eigenschappen van het wild type LPS. Via de subcutane route werden in de aanwezigheid van lpxL1 vergelijkbare immuunresponsen opgewekt als de conventionele Al(OH)3 geadjuveerde formuleringen toegediend via de intramusculaire route. Omdat dit voor zowel de Bionaaldformuleringen als voor de vloeibare vaccinformuleringen gold wordt de goede antistoftiter toegeschreven aan het lpxL1 adjuvant en niet aan de Bionaalden. Na 1 immunisatie (14 dagen) was er wel een onderscheid tussen de HBsAg-Bionaalden en de vloeibare HBsAg formuleringen: met de HBsAg-Bionaalden met lpxL1 werden significant hogere antistoftiters gemeten dan met de vloeibare vaccinformuleringen. Dit wijst op een snellere immuunrespons met de HBsAg-Bionaalden met lpxL1 t.o.v de conventionele vloeibare vaccinformuleringen.
8
HBsAg-Bionaalden, niet geadjuveerd en geadjuveerd met lpxL1, bleken in een korte termijn stabiliteitsstudie stabieler dan de vloeibare conventionele vaccinformuleringen (zie figuur 4). Vloeibare, aluminium geadjuveerde vaccinformulering vertoonde al 20% antigeenverlies na 1 week bij 50 °C, terwijl de HBsAg-Bionaalden stabiel bleven onder dezelfde omstandigheden. De HBsAg-Bionaalden vertoonden pas na 3 weken bij 50 °C een verlies van 30%, terwijl de HBsAg-Bionaalden met lpxL1 nog stabiel bleven onder deze condities. Ook voor HBsAg kunnen we concluderen dat Bionaalden, gezien de goede immunogeniciteit en de hoge stabiliteit, een goed alternatief is voor de conventionele naaldinjecties van Al(OH)3 geadjuveerde HBsAg vaccins. Voor de Bionaalden is, binnen dit onderzoek, lpxL1 het beste adjuvant. Het introduceren van nieuwe adjuvantia is gebonden aan zeer strenge regelgevingen o.a. op het gebied van veiligheid. Het ontwikkelen van een vaccin met een nieuw adjuvant is daarom een tijdrovend en kostbaar proces. Voor lange tijd waren aluminiumzouten de enige geregistreerde adjuvants voor humaan gebruik. Tegenwoordig worden ook op squaleen gebaseerde adjuvants, zoals AS03 (GSK) en MF59 (Novartis), alsook adjuvantsystemen op basis van LPS derivaten, zoals AS04 (GSK), gebruikt in humane vaccins. Omdat niet-toxische LPS derivaten al geregistreerd zijn zal het introduceren van een nieuwe, niet-toxische LPS derivaat zoals bv lpxL1 mogelijk gemakkelijker zijn.
Conclusie
Met zowel een bacterieel vaccin (tetanus toxoid) als met een viraal vaccin (hepatitis B) is aangetoond dat met Bionaalden goede antistoftiters geïnduceerd kunnen worden. Dit maakt de Bionaald een aantrekkelijk alternatief voor conventionele naaldinjecties. Naast een goede immuunrespons zijn er ook kostenreducerende voordelen: •
•
•
•
• • • • • • • • •
De goede stabiliteit van de Bionaalden bij hogere temperaturen maakt een koude keten overbodig. Zeker in ontwikkelingslanden, waar het transport vaak moeizaam verloopt en waar de omgevingstemperatuur hoog is, is de koude keten een dure logistieke operatie. Dosisreductie. In het geval van tetanus toxoid zou uit eenzelfde productieproces vier keer meer vaccindoseringen geproduceerd kunnen worden. Dit kan ook uitkomst bieden in geval van vaccinschaarste. De Bionaalden (zonder antigeen) zijn in een kleine groep vrijwilligers getest. Deze groep vrijwilligers heeft aangegeven de Bionaalden te verkiezen boven naaldinjecties. De Bionaalden zijn snel en gemakkelijk toe te dienen. Voor het toedienen van de Bionaalden is een prototype apparaat beschikbaar. Een apparaat is in ontwikkeling waarbij meerdere Bionaalden snel achter elkaar toegediend kunnen worden. Dit is een oplossing voor massavaccinaties waarbij tijd en snelheid belangrijk zijn. Geen getraind personeel nodig. Logistiek makkelijker te handelen doordat de Bionaalden minder opslagruimte in beslag nemen. Geen prikincidenten en hergebruik van naalden mogelijk Geen naaldafval na vaccinatie Minder stress voor en tijdens vaccinatie omdat geen naald zichtbaar is. De nadelen van de Bionaaldformulering zijn: Ontwikkeling is een lang traject omdat het hier om een hele nieuwe formulering gaat, nl. gevriesdroogd i.pv. vloeibaar. Mogelijk nieuwe adjuvantia noodzakelijk wat tijdrovend en kostbaar is Het volume van een Bionaaldje is slecht 4 a 5 μl. Het antigeen moet heel geconcentreerd beschikbaar zijn.
Hoewel de introductie van de Bionaald voor vaccinaties nog ver weg lijkt hebben we met deze studies een ‘proof of principle’. Klinische studies zullen uitwijzen of het principe ook in mensen werkt. De snelheid en mogelijkheid van dit vervolgtraject is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van financiën.
Hoang Hirschberg, is in 1995 afgestudeerd aan de TU Eindhoven als chemisch ingenieur, en in 1998 aan de Universiteit Utrecht. Na drie jaar onderzoek aan de Universiteit Utrecht is ze in 2002 bij het RIVM begonnen. Een jaar later werd het Nederlands Vaccin Instituut opgericht vanuit het RIVM. Binnen het NVI werkte ze o.a. als projectleider van het onderzoeksproject ‘Alternatieve toedieningsvormen’. Sinds 2009 is ze binnen het NVI projectleider van het Nationale Programma Grieppreventie. Binnen dit programma worden de jaarlijkse seizoengriepvaccins ingekocht, opgeslagen, verpakt en gedistribueerd naar de huisartsen.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
De nanopil Een inslikbare pil voor inwendige moleculaire diagnostiek Wouter Sparreboom
In de BIOS / Lab on a chip group aan de Universiteit Twente wordt een inslikbare pil ontwikkeld die inwendig moleculaire diagnostiek kan bedrijven. De toepassing is het in een vroeg stadium opsporen van darmkanker. In de dikke darm zal de pil een kleine hoeveelheid (ongeveer 1 ml) darmvloeistof bemonsteren en analyseren. De resultaten worden vervolgens draadloos naar buiten gestuurd. De nanopil is een typisch voorbeeld van een zogenaamde lab on a chip.
Motivatie
Hoewel darmkanker, mits in een vroeg stadium ontdekt, goed te behandelen is, staat het de in de westerse wereld derde als het gaat om kankergerelateerd overlijden (WHO). Dit komt doordat de patiënt veelal pas in een laat stadium klachten ondervindt. In dit late stadium is behandeling extreem risicovol en is de kans op uitzaaiingen groot. Hierdoor is het bij deze vorm van kanker erg belangrijk in een vroeg stadium de diagnose te stellen. Artsen pleiten er daarom voor om mensen uit de risicogroep elke twee jaar een endoscopisch onderzoek te laten ondergaan. Een endoscopisch onderzoek is echter erg onplezierig en qua kosten en logistieke overwegingen slecht haalbaar voor iedereen uit de risicogroep. De nanopil moet daarom als goedkope zelftest beschikbaar komen.
Systeemoverzicht van de nanopil
In de nanopil wordt een kleine hoeveelheid darmvloeistof bemonsterd en geanalyseerd. De analyse is gebaseerd op de detectie van afwijkend vrij ronddrijvend DNA. Het afwijkende DNA is hypergemethyleerd DNA en is een goede biomarker voor darmkanker. De volledige analyse bestaat uit twee stappen. In de eerste stap wordt het hypergemethyleerde DNA verrijkt. Deze verrijking gebeurt door de bemonsterde darmvloeistof langs een oppervlak voorzien van specifieke eiwitten te laten stromen. Dankzij de eiwitten wordt alleen het hypergemethyleerd DNA
gevangen aan het oppervlak. Hierna wordt een tweede vloeistof langs hetzelfde oppervlak geleid waarin het hypergemethyleerde DNA opgelost wordt. In de tweede stap wordt deze vloeistof voorzien van het geconcentreerde DNA langs een sensoroppervlak geleid waar vervolgens de detectie plaatsvindt. Een impressie van de nanopil in het maagdarmkanaal is te zien in figuur 1.
Lab on a chip
De detectie, analyse en patiëntnotificatie moeten allemaal worden gedaan in een pil met een lengte van 22 mm en een diameter van 10 mm. Dit vormt een grote uitdaging en maakt de pil een uitgesproken voorbeeld van een zogenaamde lab on a chip. Een lab on a chip is een systeem van maximaal enkele centimeters groot waarop analyses (bijvoorbeeld biochemische analyses) worden uitgevoerd. Op een lab on chip worden vloeistofkanaaltjes, kamertjes, pompjes, klepjes, sensoren enzovoort zoveel mogelijk geïntegreerd. De analyses worden meestal gedaan door vloeistoffen en componenten daarin op zeer kleine schaal (micrometer schaal) te manipuleren en te verplaatsen. Dit vakgebeid wordt ook wel microfluidics genoemd en is ontstaan in de jaren ‘80.
9
“De nanopil is een uitgesproken voorbeeld van een zogenaamde lab on a chip” Het grootste voordeel van deze kleine schaal is een aanzienlijke besparing in volumes van de analyten en benodigde reagentia. Een ander zeer belangrijk voordeel is de mogelijkheid van parallellisatie waardoor zeer complexe analyses (bijvoorbeeld bij het testen van een nieuw medicijn) kunnen worden uitgevoerd in korte tijd. Een stap kleiner is nanofluidics waarbij vloeistofkanalen en/of structuren kleiner zijn dan zo’n 100 nm. Dit vakgebied is ontstaan eind jaren ’90. Dit soort systemen hebben een relatief groot wandoppervlak ten opzichte van het vloeistof volume (oppervlak schaalt met de tweede macht en volume met de derde macht). Hierdoor worden de interacties van de vloeistof of componenten daarin met de wand dominanter. Dit levert een groot aantal nieuwe toepassingen op, bijvoorbeeld op het gebied van scheiding. Hoewel er momenteel veel nieuwe toepassingen van micro- en nanofluidics worden bedacht, is het geen nieuw vakgebied. Het vindt zijn grondslag duidelijk in
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Geneesmiddelen in een nieuw jasje de colloïdchemie en iets recenter in de membraantechnologie. Het grootste voordeel van micro- en nanofluidics is de controle over de geometrie en afmetingen wat zowel het begrip als de toepassing ervan ten goede komt. Het vakgebied van lab on a chip is sterk verweven met micro- en nanofluidics en de naam lab on a chip vindt zijn oorsprong in de jaren ’90. Toch is het vakgebied al ouder. Het is ontstaan uit de MEMS (Micro Electro Mechanical Systems) technologie. In Europa is MEMS beter bekend als MST (Micro Systems Technology) en is ontstaan in de jaren ‘60 uit microtechnologie voor het maken van halfgeleiderstructuren voor elektronische chips. Een andere vroegere benaming voor lab on a chip, begin jaren ’90 ontstaan, is µTAS (micro-total analysis systems). De eerste systemen werden vanwege de microtechnologie-erfenis vooral vervaardigd in silicium met behulp van bewezen technieken uit de micro-elektronica.
10
Impressie van de lab on a chip in de thuistester voor spermakwaliteit bedoeld voor ongewenst kinderloze stellen. Met het elektrische circuit (in rood), het vloeistofkanaal (in blauw), die leiden naar de elektroden (in het grijze blokje). Kleppen (in geel) reguleren de vloeistofstroom in de vloeistofkanalen.
Huidige labs on a chip zijn vaak vervaardigd in andere materialen met soms nieuwe speciaal voor de toepassing ontwikkelde technologieën. Veelvoorkomende voorbeelden van deze materialen zijn glas en PDMS (polydimethylsiloxaan). De eerste wordt onder andere gekozen vanwege zijn doorzichtigheid bij optische experimenten. Een ander belangrijke voordeel van glas is dat het eenvoudig te steriliseren is voor biologisch georiënteerde experimenten. PDMS is een siliconenrubber en heeft als voordeel dat het zowel doorzichtig (voor zichtbaar licht) als biocomptabel is. Het grootste voordeel is echter dat het gemakkelijk, snel en goedkoop te verwerken is tot een lab on a chip (of een onderdeel daarvan). In de jaren ’90 lag de nadruk sterk op de miniaturisatie van systemen voor gebruik in een laboratorium van bijvoorbeeld een ziekenhuis. Tegenwoordig is er een verschuiving naar zogenaamde point of care systemen zichtbaar, waar patiënten tests en medicatie thuis kunnen toepassen. De nanopil is hier een voorbeeld van. Andere voorbeelden in samenwerking met onze groep zijn bijvoorbeeld een zelftest voor ongewenst kinderloze stellen om de kwaliteit van sperma te testen (figuur 2) en een zelftest voor mensen die lijden aan manisch-depressiviteit om de concentratie lithium in bloed te bepalen (figuur 3). Hieronder zullen beide projecten kort worden toegelicht.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Spermakwaliteit
Het meten van de spermakwaliteit gebeurt traditioneel in een ziekenhuis door onder een microscoop te kijken naar de concentratie en de beweeglijkheid van spermacellen in het ejaculaat. In grotere ziekenhuizen neemt een computer deze taak over. Voor de man echter is dit laboratoriumonderzoek onhandig en vaak beschamend: voor een goede meting moet hij zijn ejaculaat binnen een uur naar het ziekenhuis brengen. Dit moet in de praktijk vaak wel 3 tot 5 keer, aangezien de spermakwaliteit niet constant is. Hierdoor zou het veel praktischer zijn wanneer de man zelf thuis een test kan doen op een moment dat het hem uitkomt. Het systeem telt op dit moment de hoeveelheid spermacellen in een aantal druppels ejaculaat. De telling wordt uitgevoerd door het ejaculaat door een microkanaal te laten stromen. In dit microkanaal zijn twee elektroden geïntegreerd waarover een wisselspanning staat. Elke keer wanneer een spermacel langs de elektroden komt, wordt het elektrische veld tussen de elektroden verstoord en verandert de elektrische stroom die door de elektroden stroomt. Door deze elektrische stroom te meten kunnen de cellen geteld worden. Door de kleine schaal en de relatief eenvoudige detectiemethode heeft de man de uitslag binnen een minuut. Momenteel richt het onderzoek zich op het meten van de beweeglijkheid van de spermacellen. Dit is een andere factor die de vruchtbaarheid van de man beïnvloedt.
Manisch-depressiviteit
Mensen die lijden aan manisch-depressiviteit hebben baat bij het gebruik van lithium (lithium ionen). De dosering ervan komt echter erg nauw. Bij een te lage dosis (<0.6 mmol/l) werkt het medicijn niet, bij een te hoge dosis (>1.6 mmol/l) is het dodelijk. Momenteel moet een patiënt drie dagen voor een bezoek aan de psychiater bloed laten prikken. In een laboratorium wordt het bloed dan op lithium getest, zodat de psychiater bij het bezoek de uitslag in handen heeft. Dit is verre van ideaal, omdat de psychiater natuurlijk het liefst een zo actueel mogelijke waarde voor de lithiumconcentratie heeft. Daarnaast moet de patiënt nu alleen voor de prik naar het ziekenhuis laboratorium. In onze groep is een chip bedacht die de concentratie lithium in bloed kan bepalen. In een proof of principle studie is aangetoond dat het mogelijk is een relevante concentratie lithium in bloed te bepalen met behulp van een lab on a chip. Het spin-off bedrijf Medimate heeft de chip doorontwikkeld en brengt deze als complete zelftest binnenkort op de markt. Deze zelftesten komen onder meer bij psychiaters te staan. De werking van de chip is gebaseerd op elektroforese. Hierbij worden ionen gescheiden op basis van hun mobiliteit en lading door een elektrisch potentiaalverschil aan te leggen over een microkanaal met behulp van twee elektroden. Dit potentiaalverschil veroorzaakt een elektrisch veld en ionen in de vloeistof in het microkanaal zullen zich bewegen in de richting van een van de elektroden. De richting en de snelheid van de ionen hangt onder andere af van het teken van lading (positief of negatief), de mobiliteit en de lading. Ionen met een hoge mobiliteit en / of lading zullen sneller door het kanaal getrokken worden
Geneesmiddelen in een nieuw jasje dan ionen met een lagere mobiliteit en / of lading. Hierdoor zullen er groepjes ionen van hetzelfde soort ontstaan die zich over de lengte van het microkanaal voortbewegen. Een detector aan het eind van het microkanaal meet de langskomende groepjes. Deze groepjes zullen een piekvormig signaal in de detector teweegbrengen. Het moment dat deze piek langs de detector komt, bepaalt nu welk ion het is en het oppervlak onder de piek bepaald Figuur 3: Links: De zogenaamde Multireader voor de bepaling van de concentratie lithium ionen in bloed, bedoeld voor de concentratie van de ionen in patienten met manisch depressieve stoornis die lithium gebruiken als medicijn. Hierin zit de elektronica voor de meting het groepje. Door het systeem en de analyse ervan. Patiëntnotificatie vindt plaats op een lcd scherm. Rechts en in de hand: De cartridge voor de lab on a chip. De cartridge maakt de kleine lab on a chip beter handelbaar en zorgt na het aanbrengen van een druppel bloed te ijken op lithium ionen kan voor een eenvoudige inpassing van de lab on a chip in de Multireader. op deze manier de concentratie hoge bindingsefficiëntie. Dit soort structuren is over het lithium in het bloed van de patiënt bepaald worden algemeen een nanofluïdische structuur (zie hierboven onder het kopje lab on a chip) en is beter bekend uit de chromatografie. Wanneer het einde van de dikke darm in Detailoverzicht van de nanopil zicht is en het totale bemonsterde volume bereikt is, wordt Terug naar de nanopil. Zoals hierboven beschreven is, is de peristaltische pomp uitgeschakeld. Vervolgens wordt de nanopil een typische lab on a chip. Een grote uitdaging er met behulp van een andere pomp een speciale buffer aan de nanopil is dat hij autonoom moet kunnen functio- langs het oppervlak geleid. De hypergemethyleerde DNA neren op een moeilijk te bereiken plaats. Dit betekent dat moleculen hebben een hoge affiniteit voor deze buffer alles aan boord moet zijn. De belangrijkste componenten en zullen meegevoerd worden door de buffer. De buffer hiervan zijn: een bemonsteringspomp, monsterpreparatie, met een verhoogde concentratie hypergemethyleerd DNA de detector, een batterij, pompjes en klepjes voor de vloei- wordt vervolgens langs het sensoroppervlak geleid. Dit stof verplaatsingen in de pil en een microcontroller voor sensoroppervlak is speciaal voor de nanopil ontwikkeld. de meting, de analyse en patiëntnotificatie. Het feit dat de Huidige detectiemethoden zijn optisch van aard, elektripil zichzelf in zijn energie moet voorzien en een beperkt sche methoden lenen zich echter beter voor miniaturiseformaat heeft, zorgt ervoor dat alle componenten zeer ring. Daarom is in dit project een volledig elektrische meetmethode voor hypergemethyleerd DNA ontwikkeld. De energiezuinig moeten zijn. De test begint als de nanopil zich in de dikke darm methode is echter generiek en kan ook toegepast worden bevindt. De positie van de pil in het maagdarmkanaal zal voor de detectie van andere geladen (bio)-moleculen. waarschijnlijk bepaald worden door de zuurtegraad van De sensor bestaat uit zogenaamde nanodraadjes. Deze
11
“Een grote uitdaging aan de nanopil is dat hij autonoom moet kunnen functioneren op een moeilijk te bereiken plaats” de omgeving te meten. Het darmstelsel heeft namelijk een kenmerkend pH verloop als functie van de afgelegde afstand vanaf de maag. Met behulp van dit pH verloop is een goede schatting te maken van positie van de nanopil. Op het moment dat de pil aangekomen is in de dikke darm, zal continu een kleine hoeveelheid (in totaal waarschijnlijk 1 ml) darmvloeistof opgezogen worden. Dit opzuigen wordt gedaan met behulp van een geminiaturiseerde peristaltische pomp aangestuurd door een microcontroller. De darmvloeistof wordt langs een structuur geleid met een groot oppervlak ten opzichte van het langsstromende volume. Aan deze structuur zijn eiwitten gebonden waarmee het hypergemethyleerde DNA een sterke en specifieke affiniteit heeft. De grote oppervlakte tot volume ratio zorgt voor een grote interactie van de DNA moleculen in het volume met de wand. Dit zorgt voor een
nanodraadjes zijn enkele micrometers lang en hebben een breedte en hoogte van enkele tientallen nanometers. Een impressie van deze nanodraadjes is te zien in figuur 4. De nanodraadjes zijn uitgevoerd in halfgeleider materiaal (silicium) en hun elektrische weerstand is een functie van de hoeveelheid elektrische lading aan het oppervlak. Door de nanodraadjes te voorzien van moleculen waaraan specifiek hypergemethyleerd DNA bindt, wordt een sensoroppervlak verkregen dat hypergemethyleerd DNA kan detecteren. De DNA moleculen hebben namelijk een netto lading en deze zal een verandering in elektrische weerstand van de nanodraadjes tot gevolg hebben. Deze elektrische weerstand kan eenvoudig gemeten worden en een microcontroller kan in combinatie met een microantenne het resultaat doorsturen naar bijvoorbeeld een mobiele telefoon.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Kiekje buut’n Grunn Astellas Geert van der Werf & Marrit Aaten
Tijdens ons kiekje buut’n Grunn kwamen we deze keer terecht in Meppel. Aan de noordkant van Meppel ligt een farmaceutisch bedrijf, wat al sinds 1798 bestaat, genaamd Astellas. In 1798 is het bedrijf ontstaan onder de naam Brocades BV. De firma Yamanouchi nam in 1991 Brocades over en ging in 2005 na een fusie met Fujisawa verder onder de naam Astellas Pharma. Astellas is het op een na grootste farmaceutische bedrijf van Japan en het vijftiende van de wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in Tokyo en het Europese hoofdkantoor in Staines, net buiten Londen. Over de hele wereld werken bij Astellas 15.000 medewerkers. In Nederland zijn dit er 700, waarvan er 300 gezeteld zijn in Meppel.
steriele ruimte waar het productieproces plaatsvindt en daarnaast een aparte kantine, waar alleen medewerkers uit de PEN-ruimte hun lunch mogen nuttigen. Tevens is het kantine-personeel aangesteld om alleen in de PENruimte te werken. Zij mogen dus onder geen beding in de non-PEN ruimte komen. Om in de PEN-ruimte te mogen werken, moet een heel proces doorlopen worden van striptease, douchen en het aantrekken van steriele kleding (mutsje, pakje en schoentjes). Met non-PEN wordt de productie van overige geneesmiddelen bedoeld. Ook hier wordt steriel gewerkt, maar onder minder extreme omstandigheden. Het bedrijf produceert 15 soorten geneesmiddelen met een totaal
“Bij onze aankomst moesten wij ons eerst melden bij de bewaking”
12
Astellas in het algemeen
De vestiging in Meppel bestaat uit productie, opslag en transport van geneesmiddelen (PEN en non-PEN). Met PEN wordt het productieproces van penicilline bedoeld. Deze productie vindt plaats onder strenge maatregelen. Voor onze microbiologen: er moet gewerkt worden onder extreem steriele omstandigheden. De PEN-ruimte bestaat uit een
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
van 70 formuleringen (verschillende concentraties werkzame stof). Per jaar worden 1,8 biljoen capsules/ tabletten gedistribueerd, dit zijn 71 miljoen pakjes. De vestiging in Meppel is gespecialiseerd in de productie van geneesmiddelen voor de kerngebieden: urologie, cardiologie, dermatologie, transplantatiegeneeskunde en infectieziekten.
Bewaking
Bij onze aankomst op het bedrijventerrein van Astellas moesten wij ons eerst melden bij de bewaking en ondervonden wij dat het bedrijf zwaar bewaakt is. Onze gegevens werden genoteerd en we kregen een toegangspasje. Gelukkig mocht Jeroen, met zijn Brabantse nationaliteit, ook naar binnen. Met dit toegangspasje konden wij via de draaideur het terrein op. Dit was overigens de enige poort waar we ons pasje voor konden gebruiken. De tekst “visitor” op ons pasje werd dan ook nog eens benadrukt.
Ontvangst en rondleiding
We werden ontvangen door Tineke Bos. Na een presentatie van een half uurtje over de opbouw en de werkzaamheden binnen het bedrijf was het onze beurt om een striptease te doen en een steriel pak aan te trekken (incl. mutsje, lichtblauwe overall + “visitor” sticker en slofjes). Met op de achtergrond “Oh Oh Cherso” begonnen wij aan onze rondleiding binnen het bedrijf. We kregen een rondleiding langs de verschillende stadia van geneesmiddel productie (grondstof tot geneesmiddel). De procedures bij de verschillende stadia worden zo geoptimaliseerd dat onjuiste fracties (bijvoorbeeld een te grote of kleine hoeveelheid farmacon) worden verwijderd uit het productie proces, waardoor een zo’n zuiver mogelijk geneesmiddel over wordt gehouden. Ook leuk om te weten: Astellas heeft een suiker coating proces lopen, welke voor de smaak en ‘Smartie-look’ zorgt van onder andere Ibuprofen.
Productieproces
Het proces wat ons het meest fascineerde was het eindproces van het mechanisch verpakken van het geneesmiddel. De tienduizenden tabletten (zie 2e foto) worden in een meters lange machine verpakt (zie 3e foto) op de manier, zoals wij ze herkennen in de apotheek. Zelfs de bijsluiter én de doosjes worden mechanisch gevouwen. (Zie 4e foto) Op het moment dat wij aanwezig waren, werd er net een maagtablet voor de Russische markt verpakt. Zou de vraag naar deze tabletten komen door het overmatige vodka gebruik van de Russen?! Who knows.
“Het was onze beurt om een striptease te doen” Farmacie in Astellas
Het unieke aan dit bedrijf is de efficiency. Deze wordt verhoogd door de processen continue te optimaliseren, waardoor de productie op een hoog tempo plaats kan blijven vinden. Voor deze optimalisatie is veel technische kennis nodig en hierdoor zul je ook veel technisch-farmaceuten aantreffen in het bedrijf. Een apotheker kan in het bedrijf aan het werk als Quality Manager of Productie-apotheker.
Tot slot
Tijdens deze rondleiding hebben wij een goed beeld gekregen van de werkzaamheden binnen Astellas. Het is duidelijk geworden dat ook afgestudeerde Farmacie studenten terecht kunnen bij een industrieel productie bedrijf zoals Astellas. Door het, op 2 minuten na, missen van onze trein konden wij nog even genieten van een lekker Meppels patatje. En zo eindigt ons Oh Oh Meppel avontuur bij Astellas. Moi.
Actueel Jeroen Schouten
Samenwerken aan veilige overdracht van medicatiegegevens Op 1 januari 2011 moeten alle zorgverleners voldoen aan de Conceptrichtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten. Het doel van de conceptrichtlijn is het voorkomen van fouten bij de overdracht van medicatiegegevens en het vergroten van de patiëntveiligheid, zodat zorgprofessionals in de samenwerkende organisaties altijd over een actueel medicatieoverzicht beschikken. De doelstelling is om binnen 5 jaar het aantal vermijdbare sterfgevallen en andere vermijdbare schade te verminderen met 50%. Bron: http://www.farmaactueel.nl
Apothekers verkopen vaak “nee” Uit onderzoek van de NOS blijkt dat apothekers aan 6000 tot 8000 patiënten per dag een ander geneesmiddel meegeven dan het door de verzekeraars voorgeschreven voorkeursmiddel. De patiënten krijgen dan een vervangend middel mee, met dezelfde werkzame stof, maar met een ander uiterlijk en andere hulpstoffen. Deze door zorgverzekeraars verplicht gestelde voorkeursgeneesmiddelen zijn vaak niet leverbaar, omdat ze om de drie tot zes maanden veranderen en de fabrikant de grote vraag naar voorkeursmiddelen niet aankan.
14
Bron: http://nos.nl
Doorbraak in behandeling trombose Binnen afzienbare tijd wordt thuisbehandeling van de bloedstollingsziekte trombose mogelijk voor trombosepatiënten met de hartritmestoornis ‘atriumfibrilleren’. De nieuwe antistollingstherapie voor thuisgebruik wordt mogelijk door een oraal bloedverdunnend medicijn, een ’factor XA-remmer’. Bij gebruik volgens de strikte medicijnvoorschriften zorgt de remmer ervoor dat het bloed vrij blijft van bloedstolsels die anders een gevaar vormen voor het ontstaan van onder meer een beroerte. Door deze ontwikkeling hoeven ongeveer 100.000 patienten niet meer naar de stollingscontrole. Bron: http://www.telegraaf.nl
Met bloed leeftijd schatten Onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum hebben een methode gevonden om met een druppel bloed iemands leeftijd te schatten. De vinding kan worden gebruikt om daders van misdrijven op te sporen of om slachtoffers van rampen te identificeren. Om de leeftijd van een onbekende te schatten, moesten onderzoekers tot nu toe tanden of botten hebben. De wetenschappers ontdekten dat een bepaald DNA-molecuul minder vaak in het bloed voorkomt naarmate iemand ouder is. Ze hebben op basis van dit principe de test ontwikkeld. Bron: http://nos.nl
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Geneesmiddelen in een nieuw jasje
Onderzoek naar jumboverpakking pijnstillers Het aantal vergiftigingen met paracetamol is verdubbeld, van zo’n 1300 naar 2600 per jaar. Daarom wil minister van Volksgezondheid Edith Schippers laten onderzoeken of de verpakkingen kleiner moeten. Drogisterijen verkopen pijnstillers veelal in jumboverpakkingen van vijftig tot honderd stuks. Een overdosis paracetamol veroorzaakt schade aan de lever en kan dodelijk zijn. Bron: http://www.ad.nl
Geneesmiddel met chip bijna klaar Het EMA buigt zich over 18 maanden over een geneesmiddel met een ingebouwde chip. Het is de bedoeling dat de eetbare microchip verwerkt wordt in een bestaand geneesmiddel voor patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan. De chip, die wordt geactiveerd door het maagzuur, stuurt informatie over de afgegeven dosis en het tijdstip van inname door naar een sticker op de huid van de patiënt. De sticker zendt vervolgens de data door naar een smartphone. De technologie zou ook gebruikt kunnen worden om het hartritme en de lichaamstemperatuur te registreren en om na te gaan of de medicatie haar werk doet. Bron: http://www.pw.nl
Campagne tegen gevaren met bestellen op internet Het Ministerie van VWS is een campagne gestart om consumenten te informeren over mogelijke gevaren die het bestellen van (nep)medicijnen op internet met zich meebrengt. Uit onderzoek blijkt dat 900.000 Nederlanders (5,5%) een online bestelling overwegen. Hiervan bestellen ruim 500.000 Nederlanders (3,3%) medicijnen online. Het is vrijwel onmogelijk om de websites van malafide aanbieders te onderscheiden van websites van echte apothekers. Daar bij zijn de meeste medicijnen zijn alleen in laboratoria te onderscheiden van de echte geneesmiddelen.
15
Bron: http://www.rijksoverheid.nl
3% van de recepten wordt niet afgehaald Van de ruim tien miljoen voorschriften die tussen 1 juli en 30 september 2008 in Amerikaanse apotheken zijn ingeleverd, werd 3,27% niet afgehaald. De verwerkingskosten die apotheken hieraan hebben zijn aanzienlijk. Volgens hoofdonderzoeker Shrank gaat het om $5 tot $10 per voorschrift: zo’n $500 miljoen per jaar in de VS. Medicijnen met bijbetalingen tussen $40 en $50 of hoger werden vaker achtergelaten, 3,5 keer vaker, dan medicijnen zonder bijbetaling. Verder lieten nieuwe gebruikers 2,7 keer vaker hun medicatie achter dan chronische gebruikers. Opiaten werden het vaakst afgehaald. Bron: www.pw.nl
Verjoningstharapie voor muizen ontwikkeld Amerikaanse wetenschappers zijn er in geslaagd om muizen met een zeer verouderd lichaam weer jeugdig en gezond te maken. Het verouderingsproces van het lichaam van muizen kan worden gestopt en zelfs ongedaan worden gemaakt door een enzym te activeren dat de uiteinden van chromosomen (telomeren) beschermt. “Wat we zagen bij deze dieren was geen remming of stabilisatie van het verouderingsproces, maar een dramatische ommekeer”, verklaart hoofdonderzoeker Ronald DePinho in de Britse krant The Guardian. “Dit kwam voor ons totaal onverwachts. Het ging om sterk verouderde dieren die zich na een behandeling van een maand opeens substantieel herstelden. Er groeiden zelfs weer nieuwe neuronen in hun brein”, aldus DePinho. Bron: www.nu.nl
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past.
Jouw studievereniging werkt nauw samen met studystore. En dat heeft zo zâ&#x20AC;&#x2122;n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een scherpe prijs.
Afgestudeerden November
Dhr. B.B. Breeuwsma Analytische Biochemie Dhr. J.J.P. Engelhart Farmaceutische Technologie en Biofarmacie mevr. A. Kort Analytische Biochemie Dhr. F.J. Pauw Farmacotherapie en Farm. Patiëntenzorg Dhr. J.H.M. Reijmer Farmacotherapie en Farm. Patiëntenzorg Dhr. R.E. Rozenbaum Farmacotherapie en Farm. Patiëntenzorg Dhr. R.D. van der Schuyt Moleculaire Farmacologie
17
mevr. M.H.E. Sondervan Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting dhr. M.E.R. Verhulst Farmacotherapie en Farm. Patiëntenzorg Dhr. A.Y. Walstra Farmaceutische GenModulatie
Gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Promovendi
FWN
Promotie: dhr. M. Duyvendak Datum: 28 september 2010 Proefschrift: Pharmaceutical Care by Clinical Pharmacists in Patients with Musculoskeletal Disease Promotor: prof.dr. J.R.B.J. Brouwers Faculteit: Wiskunde & Natuurwetenschappen
Meer regie apotheker vermindert botontkalking door geneesmiddelengebruik Het risico op osteoporose (botontkalking) als bijwerking van corticosteroïden als prednisolon, is afhankelijk van de mate waarin het middel wordt gebruikt. Hoewel deze bijwerking kan worden tegengegaan met medicatie tegen botontkalking, blijkt uit het onderzoek van Michiel Duyvendak dat dit slechts in 54 procent van de gevallen daadwerkelijk gebeurt. In verbetering van deze situatie kan de (ziekenhuis)apotheker een belangrijke rol spelen, volgens Duyvendak, die promoveert op 8 oktober 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Botbreuken komen veel voor: zo’n 80.000 spoedeisende hulpgevallen per jaar. Een aanzienlijk deel van deze botbreuken wordt veroorzaakt door osteoporose, ontstaan door geneesmiddelgebruik, met name van corticosteroïden als prednisolon. Onnodig, stelt Michiel Duyvendak. In veel gevallen is de medicatie eenvoudig aan te passen, zodat patiënten minder risico lopen.
Richtlijnen
18
Uit een inventarisatie van de motieven van huisartsen en specialisten om hun patiënten geen medicatie tegen botontkalking, zogeheten bisfosfonaten, voor te schrijven blijkt dat dokters soms de verantwoordelijkheid daarvoor doorschuiven naar een collega. Met een actieve rol van de apotheker kan deze situatie worden verbeterd. Duyvendak: ‘Er bestaan hele duidelijk richtlijnen over welke patiënten aanvullende medicatie moeten hebben en welke niet. De apotheker kan veel beter dan alle andere partijen zien of patiënten deze pillen daadwerkelijk hebben gekregen en zo ja, hoeveel.’
Dagdosis bijhouden
Duyvendak ontwikkelde software waarmee de apotheker de gemiddelde dagdosis van de patiënt kan uitrekenen. Duyvendak: ‘In de praktijk gebruiken mensen medicijnen vaak anders dan in het voorschrift staat. Aan de apotheekgegevens kun je het gebruik van corticosteroïden vrij goed reconstrueren. Apothekers merken zodoende ook als eerste wanneer mensen later of juist eerder dan verwacht terugkeren voor een herhaalrecept. Doktoren en specialisten zien die patronen vaak niet.’
Risicopatiënten
Als een patiënt boven een bepaald gemiddeld dagverbruik komt, kan de apotheker dit melden aan de huisarts of specialist. Uit een interventiestudie waarin de apothekers de huisartsen wezen op hun risicopatiënten, bleek bij dertig procent van de patiënten alsnog een bisfosfonaattherapie gestart te worden. Bij tien procent van de patiënten kon het prednisolongebruik worden gestaakt of de dosis verlaagd.
“Een dergelijke regie maakt dus de zorg veiliger, efficiënter én goedkoper” Operatiepatiënten
Ook bij operatiepatiënten gaat er in de medicatieoverdracht veel mis. Bij 46% van de patiënten is er een verschil tussen de informatie van de huisarts en/of apotheek en datgene wat de patiënt bij opname in werkelijkheid gebruikt. Duyvendak: ‘Het komt voor dat er voor één patiënt negen verschillende lijstjes in omloop zijn. Lijsten die elkaar nog tegenspreken ook. In zo’n geval weet niemand, zelfs de patiënt zelf niet, wat er precies wordt gebruikt.’
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Facultair Door de medicatie al voor opname van de patiënt te analyseren blijkt dat geneesmiddelgerelateerde problemen worden teruggebracht van gemiddeld 3,6 tot 1,5 per patiënt. ‘Patiënten komen voorafgaand aan een operatie naar het ziekenhuis voor een voorbereidend gesprek. Op zo’n moment kun je ook een gesprek inplannen met de apothekersassistent, eventueel aangevuld met de apotheker.’ Op deze manier ligt de regie over de medicatie bij de apotheker en niet bij de steeds wisselende specialisten waarmee de patiënt te maken krijgt voor, tijdens en na de operatie.
Goedkoper
‘Natuurlijk is dit voor de apotheker iets arbeidsintensiever,’ erkent Duyvendak. ‘Maar op de langere termijn bespaart een grotere regisserende rol van de (ziekenhuis)apotheker ook kosten voor het ziekenhuis. Een dergelijke regie maakt dus de zorg veiliger, efficiënter én goedkoper.’
Promotie: dhr. P.M. van Midwoud, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Datum: 26 november 2010 Proefschrift: An alternative approach based on microfluidics to study drug metabolism and toxicity using liver and intestinal tissue Promotor(s): prof.dr. G.M.M. Groothuis, prof.dr. E.M.J. Verpoorte Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen
Analternativeapproachbasedonmicrofluidicstostudydrugmetabolismandtoxicityusing liver and intestinal tissue Nieuw systeem kan communicatie tussen organen nabootsen
Paul van Midwoud heeft een nieuw systeem ontwikkeld waarmee het mogelijk is om het omzetten van medicijnen in het menselijk lichaam na te bootsen. Hiervoor gebruikte hij plakjes (slices) van het intacte orgaan. Het bijzondere aan dit systeem is dat Van Midwoud hiermee ook in staat was om communicatie tussen de organen onderling na te bootsen. Hiertoe ontwikkelde hij een geminiaturiseerd systeem waarin plakjes van de darm en lever geplaatst kunnen worden. Vervolgens kan er een vloeistofstroom aangebracht worden en worden de door de darm gevormde stoffen afgevoerd en naar de lever gebracht. Op deze manier wordt zichtbaar wat het effect van de door de darm gevormde producten op de lever is. In zijn proefschrift toont hij aan dat met dit systeem de regulatie van galzoutsynthese te meten is. Dit systeem zal bijdragen tot een betere voorspelling van metabolisme en toxiciteit in de mens en proefdieren in vivo. Daarom heeft het de potentie om een significante bijdrage te leveren aan metabolisme- en toxiciteitsstudies van nieuwe medicijnen en aan de reductie van het proefdiergebruik bij de geneesmiddelenontwikkeling.
19
Paul van Midwoud (Hoogeveen, 1983) studeerde scheikunde aan de VU in Amsterdam. Zijn promotieonderzoek deed hij aan de Rijksuniversiteit Groningen bij de vakgroep Farmacokinetiek, Toxicology & Targeting en de vakgroep Farmaceutische Analyse. Beide maken deel uit van de onderzoeksschool GUIDE. Zijn promotieonderzoek werd gefinancierd door ZonMw. Hij gaat door als postdoc-onderzoeker in Zwitserland.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Evaluaties
FATEM (Farmacie, Technologie, Ethiek & Maatschappij) februari â&#x20AC;&#x201C; maart 2010 De cursus toont minder zware overschrijdingen, maar wordt nog steeds niet positief beoordeeld. De colleges vertonen veel overlap, de beoordeling van de opdrachten en toetsing is niet duidelijk (brief 3).
Fytotherapie maart 2010
De cursus wordt voornamelijk positief beoordeeld. Het niveau van het taalgebruik, voornamelijk van de collegesheets, maar ook in het tentamen, wordt door velen echter als onvoldoende beschouwd. Daarnaast vindt men de aanschaf van het boek overbodig (brief 1).
Farmaceutishe Analyse B december 2009 â&#x20AC;&#x201C; februari 2010
De inhoud van de cursus is goed, maar wordt door bijna alle studenten als zwaar ervaren, met name de practica. Tevens zou de gedetailleerdheid waarmee de tentamenvragen beantwoord moeten worden duidelijker moeten worden aangegeven en zijn meer oefenvragen voor het tentamen gewenst (brief 2).
Pathologie juni 2010
De cursus is verbeterd ten opzichte van vorig jaar. De studenten zijn positief over de inhoud van de cursus, de belangrijkste kritiek ligt bij het tentamen. Het tentamen wordt als moeilijk ervaren (brief 1).
20
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Bacheloronderzoek belicht Effect van urinezuur op renale en cardiovasculaire aandoeningen Stefan Ottenbros
Toen ik een tijd geleden me aan het oriënteren was op een onderwerp voor mijn bachelorscriptie, werd ik niet direct enthousiast over de aangeboden onderwerpen. De uurtjes die we op het lab doorbrengen vanwege de studie vind ik eigenlijk wel genoeg en de handelingen niet dusdanig interessant om hier mijn bachelorscriptie over te schrijven. Maar gelukkig zijn er nog genoeg andere opties! Ik kwam in contact met de afdeling Klinische Farmacologie van het UMCG van prof. de Zeeuw. Deze afdeling richt zich op het verbeteren van huidige therapieën en ontwikkelingen van nieuwe therapieën om het progressieve verlies van de renale en cardiovasculaire functies in patiënten te vertragen of te stoppen. Op deze afdeling bestaat het werk dus uit zeer diverse werkzaamheden, van praktisch werk in het lab tot het analyseren van grote geneesmiddel databases. Het onderwerp waar ik mijn scriptie over heb geschreven is urinezuur. Urinezuur is het afbraakproduct van het purine metabolisme. Het meeste urinezuur wordt uitgescheiden via de nieren, maar er zijn ook geneesmiddelen die de concentratie urinezuur in het serum kunnen beïnvloeden. Het bloeddruk verlagende middel Losartan is hier een voorbeeld van. Nu is de concentratie urinezuur in het serum een zeer belangrijke indicator voor de renale en cardiovasculaire complicaties. Aangezien deze complicaties vaak aanwezig zijn in patiënten met diabetes heb ik onderzoek gedaan naar deze patiënten populatie. Ik heb dan ook gebruik gemaakt van de RENAAL database, waar 1513 patiënten met diabetes en nefrophatie gerandomiseerd behandeld zijn met Losartan en placebo voor gemiddeld 3,4 jaar. Ik was vooral geïnteresseerd of de verlaging van urinezuur in serum op korte termijn geassocieerd is met verlaging van renale en cardiovasculaire complicaties op de lange termijn. Tijdens dit onderzoek heb ik dus vooral analyses gedaan uit deze database, maar ik heb ook meegelopen met andere promovendi en bijvoorbeeld geholpen met het geneesmiddelonderzoek op een individuele patiënt.
21 Er zijn erg mooie resultaten uit mijn onderzoek gekomen. Losartan verlaagt de concentratie urinezuur in het serum namelijk significant ten opzichte van placebo en deze verandering is onafhankelijk geassocieerd met een lager risico voor renale eindpunten. Namelijk, iedere 1 mg/dL verlaging van urinezuur door Losartan brengt een risico verlaging van 17% op renale en 9% op cardiovasculaire complicaties op de lange termijn. Deze data suggereren dus dat behandeling dat speciaal is gericht op het verlagen van urinezuur in het serum renale en cardiovasculaire protectie biedt. Dit kan dus erg veel betekenen in de praktijk wanneer patiënten met diabetes behandeld worden met Losartan. Met behulp van mijn supervisor heb ik me aangemeld voor het internationale jaarlijkse congres van de “American Society of Nephrology” in Denver , Colorado. Ik ben inmiddels toegelaten en mag mijn resultaten daar eind november 2010 presenteren! Een ontzettend mooie ervaring natuurlijk wat ik vooraf nooit verwacht had! Aangezien het bij het schrijven van dit stukje nog niet zover is kan ik hier helaas nog niets over vertellen. Wat me wel duidelijk is geworden, is dat onderzoek doen ontzettend uitdagend kan zijn en er van alles mogelijk is!
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Masteronderzoek belicht ONCOMIND: Verbreding van de zorgketen - medicatiebegeleiding in de oncologie Judith Borst Inleiding
Gedurende 28 weken heb ik een onderzoeksstage uitgevoerd in het Deventer Ziekenhuis. Dit werd vanuit de universiteit begeleid door de vakgroep Farmacotherapie en Farmaceutische patiëntenzorg. Tijdens deze stage was ik medeonderzoeker aan het ONCOMIND onderzoek. ONCOMIND staat voor ONCOlogie Medicatie IN Deventer. Doel van dit onderzoek is het inventariseren van het effect van intensieve medicatiebegeleiding door de ziekenhuisapotheker, met betrekking tot geneesmiddel gerelateerde problemen (GGP’s) bij oncologiepatiënten ten opzichte van de standaard oncologische farmaceutische zorg in het Deventer Ziekenhuis.
22
Farmaceutische zorg voor oncologiepatiënten is multidisciplinair en transmuraal. De openbaar apotheker en huisarts leveren farmaceutische zorg voor orale cytostatica, orale comedicatie voor het onderdrukken van bijwerkingen en voor geneesmiddelen die worden gebruikt voor comorbiditeiten. De ziekenhuisapotheker en oncoloog leveren deze zorg voor parenterale cytostatica en parenterale comedicatie. Systematische medicatiebegeleiding door apothekers in de eerste en tweede lijn vindt niet in samenwerking met elkaar plaats. Dit maakt de huidige medicatiebewaking onvolledig. Het aantal patiënten dat wordt behandeld met chemotherapie is de afgelopen jaren sterk gestegen. Dit geldt met name bij ouderen. Ouderen hebben meer kans op Geneesmiddel Gerelateerde Problemen (GGP’s), omdat zij over het algemeen meer comorbiditeiten hebben en daardoor vaak meer geneesmiddelen naast elkaar gebruiken. Het doel van deze studie is het effect van intensieve medicatiebegeleiding en interventies door de ziekenhuisapotheker op aantal en ernst van (potentiële) GGP’s bij oncologische patiënten ten opzichte van standaard farmaceutische zorg vast te stellen.
Materiaal and methoden
Alle patiënten >18 jaar, die chemotherapie hebben ontvangen in het Deventer Ziekenhuis tussen 12 maart en 27 mei 2010 is gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De onderzoeker stelt een medicatieoverzicht samen van iedere patiënt met behulp van de afleverhistorie van de thuisapotheek. De patiënt- en carcinoomkarakteristieken en labwaarden worden opgezocht in het EPD. Middels een interview of enquête wordt de patiënt gevraagd thuis een
Figuur 1: Indeling van de populatie op het type tumor waarvoor de chemotherapie is geïndiceerd
leeg medicatieoverzicht in te vullen en deze mee te brengen naar het interview of op te sturen in de bijgevoegde retourenvelop. Dit overzicht wordt gebruikt voor verificatie van het door de onderzoeker opgestelde medicatieoverzicht. Het aantal interventies tijdens de verificatie wordt geteld en onderverdeeld in interventie stop/ start/ switch/ schema. Het geverifieerde overzicht wordt gecontroleerd op aanwezigheid van GGP’s met behulp van het algoritme van Schumock en de WinAp G-standaarden. Wanneer patiënten niet deelnemen, wordt het ongeverifieerde overzicht gebruikt voor deze analyse. De gevonden GGP’s worden verdeeld in 2 groepen: oncologie GGP’s (betreffen oncolytica + comedicatie uit chemokuur schema) en overige GGP’s (betreffen medicatie voor comorbiditeiten). Alleen geverifieerde overzichten worden (inclusief bevindingen) naar de behandelend oncoloog gestuurd.
Resultaten
Er werden 100 patiënten geïncludeerd, waarvan 58% vrouw. De patiënten werden in 3 leeftijdscategorieën verdeeld: <60 jaar = 35%, 60-69 = 27%, >70= 38%. De verdeling per type kanker is te zien in figuur 1. Bij 57 patiënten werd het medicatieoverzicht geverifieerd, middels 21 interviews en 36 enquêtes. Verificatie middels
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Facultair interview levert gemiddeld een licht hoger aantal interventies op dan middels enquête. Bij 43 patiënten werd niet geverifieerd, zie tabel 1. Tabel 1: Het aantal interventies dat is gepleegd in het medicatieoverzicht door middel van verificatie Verificatie medicatieoverzicht
N
Totaal aantal interventies
Gem. aantal interventies
Interventies na doorvragen
Gem. aantal interventies na doorvragen
Interview
21
53
2,52
14
0,67
Enquête
36
85
2,36
-
-
Geen verificatie
43
-
-
-
-
Totaal
100
152
2,42
14
Wanneer alle oncologie GGP’s (interacties, contra-indicaties, onterechte monotherapie en dubbelmedicatie) worden meegeteld, heeft bijna 3 op de 4 patiënten tenminste 1 oncologie GGP, met gemiddeld 2,07 oncologie GGP’s per persoon. In de bovenste grafiek van figuur 2 is dit gemiddelde apart berekend voor 3 leeftijdscategorieën. Coumarines gaven het vaakst een interactie met het oncolyticum, corticosteroïden het vaakst bij de comedicatie. Carboplatin en capecitabine gaven als oncolyticum de meeste contra-indicaties en corticosteroïden als comedicatie.
lijke oncolyticum kwamen minder vaak voor. Vaak werden deze al afgehandeld door de oncoloog. GGP’s bij oncologie patiënten kunnen niet zo zwart-wit worden afgehandeld als overige GGP’s, met name bij contra-indicaties als verminderde nierfunctie. Het onthouden van chemotherapie kan soms meer schade berokkenen aan de patiënt dan de behandeling met chemotherapie ondanks de contraindicatie. Dosiscontrole door de ziekenhuisapotheker blijft noodzakelijk maar men moet ermee rekening houden dat een arts soms bewust geen dosisreductie heeft toegepast. Bijna 50% van de patiënten had tenminste 1 overige GGP, waar de oncolytica en comedicatie niet bij betrokken waren. Deze GGP’s zouden ook al gesignaleerd moeten zijn door de openbaar apotheker of huisarts. Er is kan niets gezegd worden over de aanwezigheid van een trend in toename van aantal GGP’s per leeftijdscategorie, wegens de kleine aantallen per leeftijdscategorie. Een ziekenhuisapotheker kan het meest bijdragen aan de farmaceutische zorg door met name de comedicatie goed te bewaken. Hier worden de meeste oncologie GGP’s gevonden en de openbaar apotheker is vaak niet op de hoogte van alle medicatie die in het ziekenhuis wordt toegediend waardoor bewaking vanuit de openbare apotheek niet volledig is. Daarnaast dient er extra aandacht te worden besteed aan patiënten die coumarines gebruiken. Met dit middel worden de meeste interacties met oncolytica gevonden.
Conclusie
De meeste geneesmiddel gerelateerde problemen bij oncologiepatiënten betreffen de comedicatie voor het onderdrukken van de bijwerkingen. Ziekenhuisapothekers kunnen het meest bijdragen aan de farmaceutische zorg van oncologiepatiënten door deze comedicatie goed te bewaken. Daarnaast dient aan patiënten die coumarines gebruiken extra aandacht besteed te worden, vanwege de hoge frequentie van interactie met oncolytica.
23
Mijn ervaringen
Figuur 2: Spreiding van het aantal GGP’s per leeftijdscategorie, waarbij het aantal Oncologie GGP’s (b) en de overige GGP’s (o) zijn gesplitst.
Bijna 50% van de patiënten had tenminste 1 overig GGP (betreft medicatie voor overige morbiditeiten), gemiddeld 2,28 overige GGP’s per persoon, zie de onderste grafiek van figuur 2 voor het gemiddelde per leeftijdsgroep.
Discussie
Het verschil in aantal interventies tussen interview en enquete is klein, patiëntverificatie via enquêtes lijkt daarmee een goede vervanger voor interviews. Interacties en contra-indicaties komen het meest voor in de groep ‘oncologie GGP’s’, en wel bij de comedicatie uit het kuurschema. De gemiddelde GGP’s met het daadwerke-
Gedurende mijn stageperiode bleek telkens dat intensieve medicatiebewaking bij oncologie patiënten tegenwoordig een hot topic is. Hoe verder mijn stage vorderde, hoe meer artikelen in het Pharmaceutisch Weekblad verschenen over dit onderwerp. Enerzijds was dit teleurstellend, de kans op het publiceren van de resultaten achtte ik steeds kleiner. Anderzijds bewees dit dat ik me met een belangrijk onderwerp bezighield én bleek dat het ONCOMIND onderzoek iets extra’s weet toe te voegen aan alle voorgangers: medicatieoverdracht door middel van patiëntengesprekken! Met name dit laatste was voor mij een zeer interessante ervaring. Aangezien de patiënten aan een lastige periode van hun leven beginnen, zijn de gesprekken soms erg emotioneel. In het begin erg spannend, maar door de positieve reacties werd ik steeds enthousiaster. Ik vond het erg fijn om bij te dragen aan het zorgproject dat zojuist voor hen gestart werd.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Student in het Buitenland Australië Lisette Tichelaar
Toen in Nederland afgelopen februari nog een dik pak sneew lag, stapte ik op het vliegtuig richting het land ‘Down Under’ (Australië). In totaal ben ik vier maanden werkzaam geweest aan de University of Tasmania in Hobart, Tasmanië, en vier maanden aan de Charles Darwin University in Darwin, Northern Territory. In beide steden verbleef ik de eerste twee weken in een hostel voor ik mijn intrek kon nemen bij een Australisch meisje (in Hobart) en mijn kamer op de universitietscampus (in Darwin). Omdat ik ook wat ruimte wilde hebben voor bezoek en langere uitstapjes heb ik enkele weken aan mijn onderzoekstijd van 28 weken geplakt. Mijn onderzoek bestond uit twee delen. Het eerste deel was een vervolg op een Tasmaanse interventiestudie om
het gebruik van sederende geneesmiddelen zoals antipsychotica en benzodiazepines in verzorgingstehuizen met oudere patiënten te reduceren door actieve scholing van artsen en verzorgers door apothekers. Deze interventiestudie was genaamd Reducing the Use of Sedatives (RedUSe). Het tweede deel was een vergelijking van het gebruik van antipsychotica, benzodiazepines en de ‘sedative load’ van het totale medicatiegebruik van de tehuisbewoners in Tasmanië en Darwin. De ‘sedative load’, oftewel de ‘sedatieve lading’, is het cumulatieve effect van het gebruik van verschillende medicijnen met sedatieve eigenschappen. Iedere groep werd een bepaalde sedatieve score toegekend. Voor de verzameling en analyse van de onderzoeksgegevens heb ik eerst de medicatielijst in het RedUSe softwareprogramma up-to-date gemaakt en uitgebreid voor de sedatieve meting. In Tasmanië heb ik apotheken en tehuizen bezocht om de benodigde informatie te verzamelen. In Darwin gebruikte ik notities van jaarlijkse medicatiereviews. De combinatie van bureauwerk en de uitstapjes naar apotheken en tehuizen is mij erg goed bevallen. Ook ben ik met een apotheker meegeweest naar tehuizen om te kijken hoe medicatiereviews in de praktijk worden uitgevoerd. Daarbij werd ik uiteraard ook even aan het werk werd gezet.
24
De combinatie van onderzoek doen in de meest zuidelijke als noordelijke steden van Australië vond ik geweldig. Het is echt een land van uitersten. De mensen, het klimaat en het landschap zijn bijvoorbeeld erg verschillend. Zo is het oosten van Tasmanië erg droog met prachtig witte stranden, een helder blauwe zee en kleine eilandjes.
“Het gebied rond Darwin heeft slechts twee seizoenen” Dit deel van het eilandstaatje heb ik voornamelijk met een groep Australiërs (lees: locals met vakantiehuisjes) en via geörganiseerde dagtripjes bezocht. Het regenachtige, maar ontzettend mooie westen van Tasmanië heb ik samen met mijn studiegenootje Janneke Klein Gunnewiek verkend, die op dat moment onderzoek deed in Perth, Western Australia. We hebben daar onder andere mooie wandelinge en een boottocht gemaakt door het regenwoud, om ’s avonds in een mijnwerkersdorpje de local pub op te zoeken. Daar vroegen de bewoners zich af wat twee meisjes uit Nederland daar deden en wat we nou zo leuk vonden aan reizen. Sommigen waren namelijk nooit verder geweest dan een
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Facultair paar dorpen verderop. Het gebied rond Darwin heeft een nat, tropisch klimaat met slechts twee seizoenen: het droge en het regenseizoen. De temperatuur ligt overdag gedurende het hele jaar rond de 30 graden, waarbij naarmate het regenseizoen nadert de gevoelstemperatuur samen met de luchtvochtigheid en de kans op onweersbuien stijgt. Ik was daar gedurende het droge seizoen wat dus voornamelijk zonneschijn betekende. Ondanks de hitte zijn de stranden rondom Darwin vrijwel altijd leeg in verband met het gevaar van krokodillen, haaien en dodelijke box jellyfish die zich in de zee bevinden. Schaduw, airco en zwembaden moeten daarom voor verkoeling zorgen.
“De ene dag hoor je ze hoppen en de andere dag liggen ze op de barbeque” Het grootste deel van het Northern Territory behoort tot de Aboriginals waardoor een deel moeilijk toegangbaar is, met uitzondering van enkele grote nationale parken. Op een paar uur rijden van Darwin vind je Litchfield en Kakadu National Park waar het geweldig is om te kamperen, in meertjes te zwemmen (pas op voor krokodillen!) en te ‘douchen’ onder watervallen. Het is geweldig om onder de sterren te slapen en kangoeroes om je heen te horen hoppen. De ene dag zie en hoor je ze hoppen en de andere dag liggen ze op de barbecue. Dit klinkt misschien een beetje raar, maar er zijn gewoon kangoeroeboerderijen voor het vlees, net zoals er krokodillenspiesjes (en handtasjes) worden verkocht bij krokodillendierentuinen. Het landschap rondom Darwin is tijdens het droge seizoen vrij dor, vol met termietenhopen en zwartgeblakerde velden (door gecontroleerde branden). Omdat het openbaar vervoer buiten de Australische steden niet zo goed geregeld is als hier in Nederland, fietsen lang niet zo populair is en de afstandend juist groot zijn, hebben veel studenten al een auto. Omdat ik zelf geen auto had, was ik blij dat ik vaak met andere studenten in zowel Hobart als Darwin mee kon rijden naar de stad voor een studentenhap of een Australisch biertje.
25
Naast eropuit gaan met andere studenten vond ik het soms ook fijn om in mijn eentje op een dagtrip te gaan of door de stad te lopen. Ik kon er echt van geniet om in de zon op een bankje aan de haven of op het strand te zitten met mijn (dag) boek. De extra weken die ik in Australië was heb ik besteed aan een bezoek aan Janneke in Perth, een trip naar de nationale parken in de buurt van Darwin met mijn ouders, een vakantie naar Bali met mijn vriend (hij was zo lief me twee keer [!] op te zoeken) en een bezoek aan Sydney waar ik onder andere naar Bondi Beach en een opera in het Sydney Opera House ben geweest. Ik kan iedereen aanraden een deel van zijn of haar studie naar het buitenland te gaan. De combinatie van het doen van onderzoek aan een andere universiteit, het ontmoeten van nieuwe mensen, het wonen in een nieuwe omgeving, het leren van een andere taal en het ontdekken van al het moois dat een ander land te bieden heeft is gewoonweg super. Wil je meer weten over mijn buitenlandervaring of heb je andere vragen, stuur dan een mail naar lisette_1701@hotmail.com.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Alumnus Kirsten Lubbers
In mei 2009 heb ik na 7 fantastische jaren dan toch Groningen achter mij moeten laten om te vertrekken naar Den Haag. Nu werk ik intussen al ruim 1,5 jaar als tweede apotheker bij SAL apotheek Segbroek. Deze apotheek is een onderdeel van de stichting SAL (Service, Aandacht, Lage kosten). De SAL bezit 11 apotheken waarvan de apothekers allemaal in loondienst zijn. Voordeel hiervan is dat declaraties en administratie voor een groot deel centraal geregeld worden, waardoor je als apotheker meer tijd overhoudt voor zorg verlenen. Het is ook prettig dat je niet telkens zelf het wiel opnieuw uit hoeft te vinden omdat er binnen de apothekers veel kennis zit die ook graag met elkaar gedeeld wordt. Apotheek Segbroek is een grote apotheek met ruime openingstijden (elke dag, ook weekends en feestdagen van 8-22 uur). Vanwege de ruime openingstijden heb je om de 8 weken een week achterwacht dienst, wat inhoud dat je elke avond van half 6 tot 22 uur en in de weekends de hele dag telefonisch bereikbaar bent en alle recepten nakijkt. De apotheek zit naast een huisartsen/fysiotherapiecentrum van ArtsenZorg waar we veel mee samenwerken, het contact met de artsen is erg leuk. Wat ook speciaal is aan de apotheek is dat we voor 20 andere apotheken bereiden.
“Je merkt dat je tijdens de studie veel hebt geleerd, maar toch moet je nog echt veel opzoeken”
26
Met al die activiteiten heb je een groot team nodig: er werken 30 assistentes en met mij erbij 3 apothekers bij Segbroek. In het begin was ik vooral bezig met het leren kennen van de apotheek en de assistentes. Ook het recepten nakijken is de eerste maanden echt een dagtaak. Je merkt dat je tijdens de studie veel hebt geleerd, maar toch moet je nog echt veel opzoeken. In de loop van de tijd merkte ik dat de recepten veel sneller gingen en kon ik me ook op andere dingen richten. Vooral de projecten vind ik erg leuk om te doen. Toen ik begon was er net een project over ontslagmedicatie gestart. Dit houdt in dat alle ontslagrecepten door de apotheker beoordeeld worden en dat de patiënt en de huisarts op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen die plaats hebben gevonden. Hier ben ik meteen volop mee aan de slag gegaan. Ik heb het project ingediend voor de Jonge Honden Prijs van de VJA waar ik in mei 2010 de hoofdprijs beste FPZ-project 2010 mee heb gewonnen. Nu ben ik in de apotheek met een aantal projecten bezig: een pro-actieve herhaalservice (het “servicerecept”), mijn registratieproject over nierfunctie en ik ben bezig om mijn apotheek als Central Filling apotheek te laten functioneren
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
voor de andere SAL apotheken. Gedurende de week zijn de taken binnen de apothekers verdeeld in “apotheker van de dag” (dit houdt in dat je de hele dag het aanspreekpunt voor assistenten, patiënten en artsen bent, dat je alle recepten nakijkt en dat je alle kapotte printers en faxen ed. maakt), “apotheker van de receptuur” (dit houdt in dat je alle bereidingen nakijkt voordat ze de apotheek verlaten en dat je je bezig houdt met het maken van productdossiers van niet FNA/ LNA preparaten omdat we binnenkort een bezoek van de inspectie verwachten n.a.v. de richtlijn van de IGZ “doorleveren van apotheekbereidingen”) en administratie. Tijdens mijn administratiedagen hou ik me onder andere bezig met mijn projecten, het begeleiden van assistent- en apothekerstagiaires (jammer genoeg tot nu toe alleen studenten uit Utrecht), de baxter en een aantal centrale taken vanuit de SAL (logistiek en bezorging). Na een half jaar werken ben ik gestart met de registratiefase nieuwe stijl, ofwel “apotheker in opleiding tot specialist”. De cursussen zijn allemaal al achter de rug en mijn registratieproject is net van start gegaan. Ik hoop mij over een half jaar openbaar-apotheker-specialist te kunnen noemen. Naast mijn taken in de apotheek ben ik ook druk met farmacie buiten de apotheek: ik zit in de GAPER commissie
Pharmaciae Sacrum (’s Gravenhaagse Apothekers Pharmaca Evaluatie voor de Regio). Wij organiseren elke maand een bijeenkomst waar een wetenschappelijke presentatie over een nieuw geneesmiddel gehouden wordt, met daarna een discussie en het vaststellen van een plaatsbepaling. Na mijn PS-carrière afgesloten te hebben met de organisatie van de fantastische 1e Carrièredag, heb ik dit gelukkig voort kunnen zetten bij de VJA. Nadat ik 1 week gewerkt had, ben op het VJA/KNPSV golfdag al gestrikt door de VJA als regiocoördinator voor Den Haag, Leiden, Delft. We proberen om elke maand een borrel of een nascholing te organiseren. Deze worden druk bezocht, zowel door openbare apothekers als ziekenhuisapothekers en zijn altijd ook zeer gezellig. Tijdens mijn studietijd wilde ik altijd graag het ziekenhuis in. Gedurende mijn managementstage veranderde dit beeld en zag ik mezelf steeds meer als een openbaar apotheker. Gelukkig is dit beeld na 1,5 jaar in de praktijk
gewerkt te hebben nog niet veranderd. Ik geniet volop van mijn werk en ga met een tevreden gevoel naar huis als een patiënt ook tevreden over onze service is. Hoe langer je in een apotheek werkt, hoe beter je de patiënten leert kennen, zelfs zo erg dat ik vorige week een mevrouw van 89 jaar aan de telefoon had die zei: “ik heb u nu al zo vaak aan de telefoon gehad, het lijkt net of we vriendinnen zijn” Op deze manier kan ik dit beroep nog wel jaren vol houden! Mocht je na het lezen van dit stuk enthousiast geworden zijn over apotheek Segbroek: je bent van harte welkom om (snuffel)stage te komen lopen. Neem dan contact op met mij via 070-3634944 (apotheek) of k.lubbers@sal. nl Vanwege de Haagse Hogeschool zijn er in Den Haag heel veel studentenkamers, dus huisvesting is nooit een probleem.
27
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Mediq Eerstejaarsexcursie Emma Veldman
Op 8 november vond de Mediq Eerstejaars Excursie plaats. Er was erg veel animo voor dit uitstapje en de bus zat dan ook helemaal vol met enthousiaste eerstejaars. Na een vlotte busreis met buschauffeur Jan kwamen we aan bij OPG Groothandel, waar we door Monique de Wolf en Abeth Demmers werden ontvangen met lekkere broodjes. Toen iedereen zijn of haar buikje rond had gegeten was het tijd voor de rondleiding door het distributiecentrum. Hier werd ons uitgelegd hoe de hele distributielijn werkt: van pick-order, via een lopende band systeem in de juiste bakken naar de juiste apotheek. Omdat er veel stappen zijn waar dingen mis kunnen gaan, wordt de order met barcodes regelmatig gecontroleerd met behulp van de mooie vingerscanners die de medewerkers dragen. Na de rondleiding was het tijd voor de presentatie over Mediq en OPG groothandel. Voor de eerstejaars waren veel ontwikkelingen binnen de farmacie af en toe moeilijk te begrijpen, maar gelukkig schroomde de meeste niet om vragen te stellen.
28
Na de presentatie was het tijd om naar Hoogeveen te gaan, waar we met zâ&#x20AC;&#x2122;n allen gingen karten. Bij binnenkomst stond ons een heerlijk Indisch buffet op te wachten en daarna begon de strijd om de welbefaamde kartbeker. Helaas konden Monique de Wolf en Abeth Demmers niet meedoen met het karten, omdat hun nog een lange reis naar Utrecht te wachten stond. Het karten vond plaats in groepjes van tien, waarvan de beste twee van elke heat door naar de finale mochten. Al snel werd duidelijk wie de natuurtalenten en wie de motorisch minder capabele waren. Het was een bittere strijd en af en toe moesten een aantal mensen tot de orde geroepen worden door de medewerkers van het kartbedrijf. Toen Ruben tegen de rand
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
aan knalde schrokken alle toeschouwers zich rot, maar gelukkig bleek het allemaal mee te vallen. Iedereen bleef ongedeerd en uiteindelijk stond ons nog een spannende finale te wachten. Toch stak Marc Wilkens uiteindelijk met kop en schouders boven de andere karters uit en mocht hij als trotse winnaar plaatsnemen op het erepodium. Om de overwinning te vieren werd er nog gezellig nageborreld en kreeg iedereen de tijd om nog even op te scheppen over zijn of haar rondetijden. Daarna was het toch echt tijd om naar huis te gaan. Ondanks dat alle eerstejaars moe en voldaan waren van de mooie dag, vond er nog een geslaagde afterparty plaats in â&#x20AC;&#x2DC;t Vaatje.
Eerstejaars Beroepenmiddag Kim Mulder
Op woensdag 6 oktober was speciaal voor de eerstejaars studenten een beroepenmiddag georganiseerd door P.S.. Omdat niet voor iedereen duidelijk is wat je nu precies kunt doen met een farmaciediploma of welke richting ze op willen, maar pas later in de studie voorlichting wordt gegeven, werd dit jaar ook voor nieuwsgierige eerstejaars een voorlichting gegeven. We werden allen om twee uur verwacht in de Boeringzaal. Met een niet al te grote groep, waarschijnlijk omdat het al een intensieve dag was geweest, werd er zorgvuldig geluisterd, helaas niet door iedereen even zorgvuldig. Op deze middag waren drie sprekers aanwezig, Sylvia Eleveld, prof. Dr. D.R.A. Uges en Hoeke Baarsma. Elk actief in een andere regio van de farmacie, zodat er voorlichting zou worden gegeven uit elke richting van de farmacie. Helaas was uit de industriële farmacie niet iemand uit het vak, omdat dit zo’n brede sector is. Maar daarvoor in de plaats was wel een onderzoeker, werkzaam aan de RuG. Als eerste was Sylvia Eleveld aan de beurt. Zij is net afgestudeerd en werkzaam als tweede apotheker in een grote openbare apotheek in Groningen. Vooral de voordelen van de openbare farmacie kwamen aan bod. En waarom wij vooral wel voor de openbare farmacie moeten kiezen of juist niet. Als contact met de patiënten wel jouw ding is zou je niet moeten kiezen voor het vak als ziekenhuisapotheker
omdat je dan vrij anoniem blijft. Dit kon de tweede spreker prof. Dr. D.R.A. Uges ook goed vertellen, maar hij heeft toch ook vooral verteld over de voordelen van het beroep ziekenhuisapotheker. Prof. Dr. D.R.A. Uges is werkzaam in de ziekenhuisapotheek in het UMCG. Ook is hij gespecialiseerd in de oncologie en heeft gewerkt met oa Peter R. de Vries. Hij heeft erg veel werkervaring en kon dus ook goed vertellen over de voordelen van het ziekenhuisapotheker zijn, met nadruk op het erg goede salaris. Een erg leuke spreker met in zijn verhaal erg veel grappige anekdotes. Als laatste was het woord aan Hoeke Baarsma, die aan het promoveren is aan de universiteit. Hij doet onderzoek naar astma. Hij vertelde vooral veel over het onderzoek, en niet zozeer de voor- en nadelen van onderzoek doen aan de universiteit. Zo was het uiteindelijk een zeer geslaagde middag, maar vooral een heel informatieve middag. Ook al duurt het nog zo lang voordat wij een van de beroepen uit mogen oefenen, we hebben nu toch een voorproefje gekregen.
29
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
RWPT
SSS
Lieve farmaceuten,
Lieve farmaceuten,
Heb je zin in een sportieve dag met bijbehorende activiteit en een kans om de RWPT-bokaal mee naar huis te slepen? Dan moet je dit jaar meedoen met de 38e RijWiel Prestatie Tocht!
De commissie farmaceutische wetenschappen SSS organiseert twee leuke symposia, één voor eerstejaars en één voor ouderejaars. We zullen ons commissiejaar afsluiten met een binnenlandse bedrijvenbezoek. Afgelopen ALV is onze commissie geïnstalleerd, en daarom zullen we ons even voorstellen. De commissie bestaat dit jaar uit 5 enthousiaste farmaceuten: Thomas, Vreneli, Eva, Peggy en Derk.
Tijdens deze dag staat er een activiteit op het programma waarvan de meeste mensen niet zouden denken dat dit mogelijk is. Om bij deze activiteit te komen is er een route door Groningen uitgestippeld waarbij bepaalde opdrachten en vraagstukken moeten worden opgelost. Na deze fysiek uitputtende dag kan er tijdens het diner uitgerust worden en kan er gespeculeerd worden wie de prachtige RWPT-bokaal mee naar huis mag nemen. Wanneer iedereen uitgegeten is zal de dag in stijl worden afgesloten met een borrel. Ben je er van overtuigd dat je een kans maakt om te winnen en heb je, net als wij, zin in een super gezellige dag? Dan zien wij je op de 38e RWPT! Namens de RWPTC 2010-2011 ‘Zadelpijn’ Joep Kuiphuis Ton van Heugten Lara Beck Kimberly Schopman
Praeses Ab-actis Quaestor Assessor
Thomas, de ambitieuze en serieuze voorzitter, zal alle touwtjes goed in handen houden. De ab-actis Vreneli, zal komend jaar met haar goede initiatieven en enthousiasme zorgen dat alle contacten goed zullen verlopen. Met behulp van `Het boek met alle antwoorden´ zal questor Eva zeker haar taken kunnen uitvoeren, er is geen vraag waarop zij geen antwoord weet. De assessorraad bestaat uit de muzikale Peggy en enthousiaste Derk, samen zijn ze het creatieve brein van de commissie. Komend jaar zal de SSS volledig in het teken staan van bijzondere onderwerpen, waarbij men wakker geschud wordt. Verder kijken dan je neus lang is, hopelijk zorgt het voor interessante en mooie ideeën en thema’s. We kijken er naar uit jullie te ontmoeten bij een van de door ons georganiseerde activiteiten! SSS 2010-2011 ‘Verder dan je neus lang iSSS’ Thomas Smits Vreneli Boerlage Eva van Doorn Peggy Bouwer Derk Meijer
30
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Praeses Ab-actis Questor Assessor I Assessor II
EJC
Fotocommissie
Beste lezer,
Waerde farmaceuten,
Alleen maar studeren gaat op den duur vervelen. Af en toe een feestje tussendoor zou dan ook erg fijn zijn. Wij zijn er om in het studiejaar 2010-2011 een viertal spetterende feesten voor jullie te organiseren!
Op deze pagina vinden jullie de commissie die schuil gaat achter de camera. De camera die telkens weer op de prachtige borrels, mooie feesten en fantastische activiteiten verschijnt, trachtend om spektakels vast te leggen. Steeds proberen wij precies op tijd op de goede plek te zijn om dit doen. Dat, farmaceuten, is een taak waarin men zich absoluut niet mag vergissen! Zie maar in een keer goed een foto te maken zonder dat men met hun ogen dicht erop staat! Hopelijk krijgen wij dit jaar al het moois vastgelegd zodat jullie deze heerlijk prachtige momentjes op de website kunnen bekijken en misschien ook wel om uzelf eraan te herinneren wat er nu werkelijk allemaal plaatsgevonden heeft, aangezien u het eventjes niet meer helemaal voor de geest kan halen. Natuurlijk kunnen jullie na elk feest de foto’s via de PS-site bestellen en dan zorgen wij ervoor dat jullie ze ontvangen!
Wij stellen ons voor als ‘4 Feest’, de Eerstejaars Commissie die de oude EJC, ‘Dreamteam’ opvolgt. Met zijn zevenen zijn we een vrij grote, maar desalniettemin gezellige commissie. Zoals voorgaande jaren is de Eerstejaars Commissie gekozen op het Eerstejaars Introductie Kamp. Dit jaar was het weer een “spannende strijd”. Aangezien er vrij weinig concurrentie was, werd al snel duidelijk dat wij de nieuwe EJC zouden worden. Als kandidaat-commissie hebben we al een aantal gezellige commissieavonden gehad. Ten tijde van onze daadwerkelijke installatie zaten we dan ook al vol ideeën voor de komende feesten. Het eerste feest dit jaar werd nog georganiseerd door de oude EJC, maar het komende EJC-feest in januari zal geheel door ons verzorgd worden. We hebben er ontzettend veel zin in en hopen jullie terug te zien op onze EJC-feesten!
Vale! Sabine Holst Loes Maij Denise van Marion Roel de Locht Yuri van Dinteren
Praeses Ab-actis Quaestor Assessor I Assessor II
Met vriendelijke groet, Eerstejaars Commissie 2010-2011 ‘4 Feest’ Daphna Lamberts Merel Tebbens Thomas Leferink Riemer Kingma Jorren Spit Boudewijn Riemersma Sacha van Miltenburg
Praeses Ab-actis Quaestor Assessor I Assessor II Assessor III Assessor IV
31
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Ziekenhuisfarmacieavond Rogier Hilbers & Evianne van der Kruk
Wederom een waar succes voor de derde ziekenhuisfarmacieavond georganiseerd door de meest noordelijke farmaceutische studentenvereniging van Nederland. Weer, wind en geen borrel konden maar liefst 103 deelnemers niet weerhouden om deze avond bij te wonen. Er werd een goede bodem gelegd met lux belegde broodjes, thee, koffie en lekkere sapjes, waarna Evianne van der Kruk de avond opende. Aan het roer van deze avond stonden drie sprekers, Mvr. Dr. W.M. Böttger, Mr. A.J. Risselada en Dr. R. Kemperman. De eerste presentatie werd gegeven door Dr. R. Kemperman, waarin hij zijn opleiding tot klinisch chemicus in Groningen uitlichte. Hij volgt deze vierjarige opleiding welke, in achtneming van enkele extra ingangseisen, gevolgd kan worden na de studie farmacie of farmaceutische wetenschappen. Deze studie wordt gekenmerd door in de eerste jaren meer theorie en in mindere mate onderzoek, maar namate de studie vordert zal het zwaartepunt meer komen te liggen op het onderzoek.
34
In tegenstelling tot Dr. R. Kemperman is Mvr. Dr. W.M. Böttger al enige tijd geleden afgestuurd. Zij deelde haar ervaringen als ziekenhuisapotheker in een gezamenlijke ziekenhuisapotheek van het Bethesda Ziekenhuis in Hoogeveen en het Diaconessenhuis in Meppel (ZAMH). De ZAMH levert veilige, effectieve en doelmatige farmaceutische zorg, zowel klinisch als poliklinisch, aan patiënten en
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
bewoners van de aangesloten instellingen. Met trots kon ze meededelen dat de ZAMH in 2010 de GMP-z erkenning heeft behaald. Nadat Mvr. Dr. W.M. Böttger een duidelijke kijk in de keuken van het ZAMH had gegeven betreffende bereidingen, controle en distributie van medicijnen, was het tijd om de informatie samen met een hapje en een drankje te laten bezinken tijdens de pauze. Na deze kleine onderbreking pakte Mr. R. Risselada de draad weer op. Hij vertelde in het kort hoe de ziekenhuisapotheek in Assen werkt en hoe hij zijn rol als ziekenhuisapotheker vervult aan de hand van casussen en anecdotes. Zo vertelde hij over een aangrijpende praktijkervaring, waarmee illustreerde dat het vak van ziekenhuisapotheker beduidend meer aspecten kent dan alleen recepten controleren. Zo kan men als ziekenhuisapotheker in situaties terecht komen waarbij men emotioneel dichter bij de patient komt te staan. Naast zijn werk als ziekenhuisapotheker doet hij promotieonderzoek naar genetische voorspellers van overgewicht en het metabool syndroom. Aan het einde van de drie presentaties was gelegenheid voor de student om enkele vragen te stellen. Uit het weinige aantal vragen bleek hoe sterk de presentaties waren. Via deze weg willen wij de sprekers nogmaals bedanken voor hun inbreng. Nu kunnen de aanwezigen met nieuwe bagage koers gaan zetten richting hun toekomst.
Mosadex Ouderejaarsexcursie Manon Snels
Op donderdag 4 november werd menig farmaceut wakker nog voordat de zon op kwam. De nette kleding ging aan en om kwart voor acht ’s ochtends stonden we al bij de faculteit. Een enkeling was een paar minuten te laat, maar om acht uur vertrokken we richting het zuiden. Tijdens deze vier uur durende reis hadden we gelukkig een film om ons te vermaken, ook al was zwartboek niet de vrolijkste film zo vroeg in de ochtend. Om half één waren we aangekomen in het Limburgse Elsloo. De dagvoorzitter van deze excursie, Bert Davelaar, stond ons al op te wachten bij de ingang van Mosadex groothandel. We kregen eerst een lunch en daarna was het tijd voor het eerste praatje van die dag. Ton van Hulst vertelde ons over het ontstaan van Mosadex als regionale groothandel dat inmiddels sterk uitgebreid is, over de structuur binnen Mosadex, wat de status van de zelfstandige openbare apotheker is en hoe toekomst er uitziet en tot slot hoe je een eigen apotheek kunt verwerven en financieren. Na een korte pauze kwam de tweede spreker van de dag aan bod. Jacqueline Bonenkamp, een jonge zelfstandige apotheker, vertelde hoe ze in zes jaar tijd mede eigenaar werd van drie apotheken. Ook sprak ze over één dag uit het leven van een apotheker en hoe toekomst er uitzag voor de zelfstandige, ondernemende, jonge apotheker. Ik denk dat iedereen dit praatje wel is bijgebleven en dat zelfs de mensen die absoluut niet de openbare apotheek in willen, toch weer aan het twijfelen zijn gebracht. Het laatste praatje van die dag werd gegeven door Hans Vogel. Hij is de projectleider van Central Filling en vertelde ons uiteraard over hoe Central Filling in z’n werk gaat. Aansluitend op het praatje kregen we een rondleiding door de Central Filling apotheek. De laatste activiteit van de dag was een rondleiding door Mosadex groothandel. Hiervoor werden we in twee groepen verdeeld. Terwijl de ene helft van de groep nog een bakje koffie of thee nuttigde, kreeg de andere helft de rondleiding. Helaas was er geen tijd meer om de tweede groep rond te leiden in de groothandel van Mosadex. Iedereen werd verzocht om weer plaats te nemen in de bus en Jan de buschauffeur bracht ons naar het van der Valk hotel. Bij aankomst hadden de meeste mensen de befaamde schildpadden al ontdekt, maar ze werden nog wel even met rust gelaten. Iedereen kreeg de sleutel van zijn of haar kamer en na het droppen van alle spullen was het tijd het diner. In de Maaszaal stond een heerlijk buffet voor ons klaar. Onder het genot van een wijntje of een biertje was iedereen lekker aan het eten en kletsen. Daarna was het tijd voor DJ Chiel. Zijn commentaar over sommige mensen die meewaren op deze excursie was niet altijd even aardig,
maar gelukkig kon iedereen er wel hard om lachen. De toekan was ook deze keer een echte bezienswaardigheid, en waarom? “Omdat je er naar toe kan”. De avond werd voorgezet met een paar danspasjes, een paar biertjes en wat drankspelletjes. Zelfs Bert deed goed mee. Hij heeft aardig wat pasjes gemaakt met enkele dames en ook van een potje mexxen was hij niet vies. Om een uur of twaalf of één was het feestje wel een beetje afgelopen en zocht men zo langzamerhand zijn bedje op. Enkele pakten nog een taxi richting Maastricht, weer anderen hadden een uitstapje voor twee schildpadden verzorgd. Het uitstapje van de schildpadden werd niet zo gewaardeerd door het personeel van het hotel. Bepaalde mensen uitgenodigd om een andere kamer te bezoeken. Dit werd gemeend op meerdere vlakken! Na verloop van tijd werd het rustig en ging iedereen toch echt slapen. Om acht uur ’s ochtends stond er een ontbijtbuffet klaar. De meeste mensen waren wel uitgeslapen, echter een select groepje had maar twee uurtjes geslapen en zij gingen een taaie dag tegemoet. Buschauffeur Jan bracht ons weer naar Mosadex toe. Daar stonden ons nog twee praatjes en een rondleiding te wachten. Het eerste praatje werd gedaan door Hans Versteijnen. Hij is directeur van Apotheek Voorzorg, een dochteronderneming van Mosadex. Apotheek Voorzorg verzorgt de medicatierol. Hierbij worden alle tabletten en capsules die de patiënt op hetzelfde tijdstip moeten innemen in één zakje gedaan. Voor elk tijdstip van de dag zijn er dus zakjes met medicijnen. Deze zakjes zitten aan elkaar op één rol. Aansluitend op het praatje van Hans Versteijnen kregen we een rondleiding in Apotheek Voorzorg. Hier zagen hoe de medicijnen door middel van mens en machine vanuit het doosje in de medicatierol terecht komt. Ook hebben ze ons de verschillende controlepunten laten zien. Na de rondleiding kregen we een kopje koffie of thee en toen was het alweer tijd voor het laatste praatje van de gehele excursie. Het praatje werd gegeven door Hans Mol. Hij is commercieel directeur van Service Apotheken en hij vertelde ons over het belang van de franchiseformule voor de apotheek.
35
Voordat we weer vertrokken richting het hoge noorden, kregen we nog een lunch. Daarna was het toch echt tijd om te gaan. Iedereen klom de bus weer in. Jan zette een aantal mensen die naar het thuisfront toe wilden, af bij het treinstation en we konden onze weg vervolgen naar Groningen. Tijdens deze busreis werd er veel geslapen en een enkeling heeft de film nog gezien. We kwamen ’s avonds weer bij de faculteit aan. Het was een zeer geslaagde excursie en ik kijk nu al uit naar de volgende mosadex excursie over twee jaar!!
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Ranking Foliolum Met de Dies Lisanne Geers & Thomas van der Woude
In het vorige nummer zijn we van start gegaan met ons nieuwe commissiespel: Ranking Foliolum. Het doel van het spel is om elkaar te “ranken” aan de hand van willekeurig gekozen opdrachten. Team 1 trekt een kaart waarop bijvoorbeeld de vraag “Wie kan het hoogste springen?” staat. Vervolgens moet team 1 de tegenstander van hoog naar laag rangschikken. Team 2 voert hierna de opdracht uit om de ranglijst te checken. Voor alle juist gerankte personen krijgt het team punten, voor alle foutieve rankings worden adtjes genomen. Met de Dies in aantocht is het tijd om de commissie die de verjaardag van onze vereniging organiseert uit te nodigen met ons te komen eten. Op maandag 1 november stond een heerlijke pan stampot boerenkool klaar voor de hongerige en koude Dies-leden. Helaas kon Maurice hier niet van genieten omdat hij later kwam en thuis al gegeten had. Toen iedereen zijn buikje vol had konden we beginnen.
“Ik kan niks” Het begon al meteen goed want bij de uitleg was Rosanne het spoor al bijster en verklapte de aanwezigen dat het voor haar niet heel moeilijk hoeft te zijn om het niet te snappen, met als toevoeging dat ze niks kan. Uiteraard was niemand
36
het hier mee eens …
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
De eerste opdracht was voor het Foliolum. Zij mochten de Dies demonstreren wie de mooiste koprol kon maken. Om het leed wat te verzachten haalde Geert zijn matras naar beneden en werd er vanuit de gang naar de keuken gekoprold. Marrit bewees hier dat gingers ook wel iets kunnen, way to go! Hierna moest de Dies uitvechten wie van het Foliolum het mooiste ondergoed aan had, met motivatie uiteraard. Hier hadden de mannen Wisse en Maurice het erg moeilijk mee, ze weten duidelijk niet wat ze willen (of durven het niet te zeggen). Een lange discussie over sexy zwart tegen felle kleuren kon geen uitsluitsel geven. Vooral Hedi kon niet begrijpen dat de mannen niet vielen voor het zwart. Marjolein vond dat ondergoed er niet toe doet, maar dat het gaat om wat er in zit. Tja… Toen de gemoederen weer iets gekalmeerd waren was het voor de Dies tijd om kauwgombellen te blazen. Waren de bellen vorige keer nog vrij karig, nu bewees de Dies vroeger bellenblazende hangjeugd te zijn geweest. Vooral Hedi en Wisse waanden zich weer even op het schoolplein en verhalen over “met vijf kauwgompjes tegelijk!” kwamen los. Toen het Foliolum mocht bepalen wie van de Dies het lelijkst was als baby was de eerste reactie “sowieso Hedi!” Dit werd door Marjolein nog enigszins genuanceerd met de uitspraak: “lelijk in de luier, mooi in de sluier”. Desalniet-
Pharmaciae Sacrum
P.S. Agenda Januari 03 - STOF-vergadering 04 - P.S.-borrel 05 - Eerstejaarsactiviteit Hooghoudt 11 - EJC-feest 18 - ABN Amro Workshopavond 25 - ALV P.S. 29 - AV der K.N.P.S.V.
Februari 01 - P.S.-borrel 07 - STOF-vergadering 15 - STERC Sportdag
temin een laatste plaats voor Hedi. Wisse wist echter zeker dat hij de lelijkste baby ooit was; wij wachten nog steeds op de foto’s. In de vorige editie heeft Len een wereldrecord spekjes in z’n mond stoppen gevestigd: 30 stuks. Deze keer werden door de Dies verwoede pogingen gedaan het record te verbreken, maar tevergeefs. Maurice kwam tot 23 en bleef daarmee ruim achter op Len. Ook Maaike deed goed haar best en leek op de titel af te gaan met al 12 spekjes in één wang. Toen rende ze echter kokhalzend richting de prullenbak. Helaas.
“Lelijk in de luier, mooi in de sluier!”
37
Op de valreep mocht Thomas zich revancheren voor de verloren adtwedstrijd van vorige keer. Dit maal liet hij zijn commissie ver achter zich. Ook de Dies mocht laten zien wie het snelst een biertje in het keelgat kon laten verdwijnen. Dit leverde enige discussie op omdat niet iedereen zijn glas op z’n hoofd had gezet. Hedi was het laagst gerankt en deed ook meer dan 5 minuten over haar adtje water nota bene. Wisse maakte hierop terecht de opmerking: “Wat slecht dat jij aan het verwachtingspatroon voldoet!”. Met dit soort mooie uitspraken werd de hele avond gestrooid en we kunnen terugkijken op een leuke en gezellige ontmoeting met de Dies, die door enkelen passend afgesloten werd in ’t Vaatje. Uit het eindklassement bleek dat we al een stuk beter waren in ons eigen spel, volgende keer hopen we ook daadwerkelijk te winnen.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
Puzzelpagina Thomas van der Woude & Jeroen Kolkman
Zoek de verschillen (Gezichtsuitdrukkingen tellen niet mee)
Sudoku 7 1
38
5
Bas & Sil 2
3
2 9
5 6
3 8 7 2 7 1
6 5 9 4 3 1
8 6 7 5
6
3 2 3 4
Indien u denkt de antwoorden te weten op de beide puzzels, kunt u deze per e-mail tot 30 januari sturen naar foliolum@rug.nl. De inzendingen worden op juistheid beoordeeld. De beste inzending wordt beloond met een prijs. De winnaar van de vorige editie van de puzzelpagina is Sven de Krou.
Foliolum Jaargang XXIV Ed II
j i b n e k r e w ! m k e Ko e h t o p A q i Med
Mediq Apotheek, de landelijke apotheekformule van Mediq NV, stelt de kwaliteit van de zorg centraal. Nu, en in de toekomst. Dat dit succes heeft, bewijst onze snelle groei. Zoek jij een professionele ĂŠn persoonlijke uitdaging? Groei dan met ons mee! Interesse? Neem contact op met de vacaturebank (030 - 282 14 90) of stuur een mail naar vacaturebank@mediq.nl
www.mediq-apotheek.nl helpt u van harte
Service Apotheek DĂŠ formule voor de zelfstandige apotheker
Het concept Service Apotheek
De praktijk is vaak een harde leerschool. Maar zij levert wel goede leerlingen af. Het concept van Service Apotheek is niet ontwikkeld achter een bureau, is niet ontstaan op een tekentafel. De ervaringen in de praktijk van elke dag hebben Service Apotheek gemaakt tot wat het nu is. Een formule van gedreven, zelfstandige apothekers die erg graag hun eigen identiteit willen bewaren. Dat lukt ook, omdat Service Apotheek altijd van, voor en door zelfstandige apothekers is gebleven. Die eigen identiteit willen wij fors onderstrepen door maximaal in te zetten op onze sterke kant: wij bieden de cliĂŤnt medicatieveiligheid, persoonlijke begeleiding en veel service. Hiervoor gebruiken Service Apotheken de nieuwste technieken. Een Service Apotheek is er niet alleen voor de geneesmiddelen, maar is afgestemd op de totale zorgbehoefte van de cliĂŤnt.
g e d r e v e n
d o o r
g e z o n d h e i d
Meer informatie over wat Service apotheek voor u kan betekenen? Neem dan voor een vrijblijvend gesprek contact op via het hoofdkantoor van Service Apotheek op telefoonnummer 088-2768484