Februari 2013

Page 1

G.F.S.V. ‘‘Pharmaciae Sacrum’’ Universitair Centrum voor Farmacie

Foliolum Jaargang 26

Het verlangen

De toekomst van de Plastische Chirurgie Prof. dr. B. van der Lei

# 3 | Februari 2013

naar het perfecte lichaam

Lichamelijke perfectie dankzij of ondanks siliconen? Prof. dr. G.J.M. Pruijn

Tandheelkundige problemen door psychofarmaca M.J. de Roo, R.F. van Vuren

Voedingssupplementen; de perfecte oplossing? Prof. dr. R.J.Vonk



Foliolum Jaargang

26

Editie

3

Februari

2013

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Redactioneel

Voorwoord Redactie 4 Voorwoord Bestuur 5 Voorwoord Diescommissie 6 Toekomst van de plastische chirurgie 7 Lichamelijke perfectie dankzij of ondanks siliconen? 10 Tandheelkundige problemen door psychofarmaca 14 Voedingssupplementen; de perfecte oplossing? 17

Pharmaciae Sacrum

Fotopagina 30 P.S. Agenda 32 Mosadex excursie 34 ‘SSS’ ouderejaarsexcursie 35 Ziekenhuisfarmacieavond 36 Almanakcommissie 37 Diescommissie 37 Carrièredagcommissie 38 Eten met de Dies 39 Slotpagina 42

Facultair

Colofon

Koffietijd 20 Student in het Buitenland 23 Afgestudeerden 25 Promovendi 26 STOF 29

7

Redactiecommissie

23

Rick IJpelaar, Myrthe de Boer, Marjolein Deurloo, Annelies Noorlander, Niels Jacobs, Ruben van der Galiën //

Ab-actiaat

Myrthe de Boer Korreweg 113a 9714 AG Groningen tel: 06-55358096 foliolum@rug.nl //

Drukkerij

Smeets & Hagenbeck //

Foto voorpagina

Livera Grote Markt //

34

Slotpagina

Annelies Noordlander //

Oplage 1150 // Copyright 2013 Redactiecommissie Foliolum ‘Written in the stars’ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

Foliolum Februari 2013


Redactioneel Redactiecommissie ´Written in the Stars´ Rick IJpelaar Geachte lezer, Daar waar januari nog zo rustig begon, is februari alweer in volle gang. Voor de meeste Groningse studenten een normale maand, maar voor een enkeling, mogelijk nog met licht Zuid-Nederlands accent, toch ook een maand om zich op te verheugen. Februari staat voor dezen en ondergetekende gelijk aan carnaval ofwel enkele dagen onbezorgd feest vieren en genieten. Nog amper bijgekomen staat het volgende feest alweer voor de deur. Ook de niet carnaval vierende P.S.-ers vieren feest, namelijk tijdens de Dies Natalis van de vereniging, waar u later nog meer over zult lezen. Zoals het tijdens carnaval de traditie is om de namen van dorpen en steden aan te passen, heeft het Foliolum de traditie om het thema van de editie die rond de Dies uitkomt gelijk te houden aan het thema van het Diessymposium. ‘Het verlangen naar het perfecte lichaam’ is het thema van deze derde editie. Naast een interessant onderwerp zeker ook een recent onderwerp. Lichamelijke perfectie is hot, in films, in reclames, op internet, overal kom je het tegen. Het verlangen naar het perfecte lichaam is een logisch gevolg. Een mooi, slank, strak lichaam, wie wil dat nou niet? Hoe ontwikkelt zich dit verder, tot hoe ver moet je gaan en ziet men de nadelen ook in? Daarover willen wij u meer vertellen in deze editie. Prof. Berend van der Lei neemt u mee in de toekomst van de plastische chirurgie; wat zijn de nieuwe mogelijkheden binnen dit vakgebied? Vervolgens zal Prof. Ger Pruijn zijn verhaal doen over siliconen. Erg gewild, maar zijn deze ook altijd zo veilig voor de gezondheid? Naast chirurgische behandelingen kunnen farmaca ook een rol spelen binnen het schoonheidsideaal. Bijwerkingen geven problemen en kunnen de schoonheid aantasten. Apotheker Mariska de Roo vertelt over gebitsproblemen door psychofarmaca. Ook voedingssupplementen horen tegenwoordig bij het verlangen naar het perfecte lichaam, maar zijn ze wel zo nodig en werkzaam zoals gezegd wordt? Prof. Roel Vonk geeft u zijn antwoord. In deze editie gaan we op bezoek bij Prof. Bischoff van de basiseenheid ‘analytische biochemie’. George Liao vertelt over zijn tijd in Pittsburgh, de promovendi worden gefeliciteerd en het STOF praat u bij over de gang van zaken binnen de faculteit. P.S. heeft ook weer enkele activiteiten georganiseerd, waaronder de Mosadex excursie en de SSS ouderejaarsexcursie. Daarnaast stellen de Almanakcommissie, de Diescommissie en de Carrièredagcommissie zich aan u voor en leest u het verslag van ons etentje met de Diescommissie. Met deze woorden wens ik u graag veel leesplezier toe en veel plezier tijdens de Dies Natalis. Met vriendelijke groet, namens de 26e redactiecommissie ‘Written in the Stars’, Rick IJpelaar h.t. praeses

4

Foliolum Februari 2013


Pharmaciae Sacrum Lotte Šebek Geachte lezer, Op het moment dat dit Foliolum bij u op de mat valt, bevinden wij ons in de Dies Natalis van de vereniging. Een week die in het teken zal staan van de 131e verjaardag van G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”. Hoewel P.S. al op 12-12-‘12 deze mooie leeftijd bereikte, zullen deze vier dagen hopelijk alsnog in het teken staan van de vele activiteiten die deze week zijn georganiseerd. Wat natuurlijk zeker niet mag ontbreken in de Dies Natalis is het wetenschappelijke symposium, dat op 13 februari 2013 plaats zal vinden. Traditiegetrouw heeft het Foliolum dat rond de Dies uitkomt hetzelfde thema als het Diessymposium. Met het thema ‘het verlangen naar het perfecte lichaam’, is er voor zowel het symposium als dit Foliolum een interessant onderwerp gekozen. Want wie heeft zichzelf nou nog nooit vergeleken met een mooie persoon in een film of iemand in een modeblad? Overal om ons heen zijn mensen bezig met hun uiterlijk. Is het niet op persoonlijk gebied, dan wel in een serie als ‘America’s Next Top Model’ of ‘10 jaar jonger in 10 dagen’. Over de definitie van het perfecte lichaam is natuurlijk een hoop discussie mogelijk. Waar sommige mensen hun lichaam perfect zouden vinden als ze wat kilo’s kwijt zouden raken, vinden andere mensen dit als zij van hun hangende oogleden af zijn en weer andere mensen gaan nog een stap verder en ondergaan een zogeheten ‘Extreme Make-over’. Bij het nastreven van het perfecte lichaam wordt plastische chirurgie steeds normaler. Steeds meer mensen van middelbare leeftijd ondergaan een botox-behandeling tegen kraaienpootjes en lachrimpels. Mensen zoals bijvoorbeeld Heidi Montag (een van de personages uit de serie ‘The Hills’) kunnen na één behandeling niet meer stoppen en veranderen na enkele ingrepen in een compleet veranderde versie van zichzelf. Er wordt, mede door dit soort gevallen, zelfs gesproken over een mogelijk verslavend effect van plastisch chirurgie. Plastische chirurgie is niet de enige manier waarop het nastreven van het perfecte lichaam wat makkelijker wordt gemaakt. Nu mensen in het nieuwe jaar weer vol goede voornemens zijn, vliegen de reclames voor verschillende afvalmethoden ons om de oren. Van goedkope sportschoolabonnementen inclusief personal trainers, tot shakes waar slechts 76 kcal in zitten en men toch een vol gevoel van krijgt, je kunt het zo gek niet bedenken of het bestaat. Als we TellSell moeten geloven, bestaat er zelfs een soort chocolade die er voor zorgt dat de opname van vetten verminderd wordt. Er zijn dus veel verschillende manieren waarop iemand naar een perfect lichaam kan streven. Dit kunnen gezonde en minder gezonde manieren zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de paar manieren die ik hier heb opgeschreven, slechts het topje van de ijsberg zijn en ik ben dan ook benieuwd op welke andere manieren men een perfect lichaam na kan streven. Hopelijk scheppen dit Foliolum en het wetenschappelijke symposium hier duidelijkheid in. Rest mij voor nu nog u veel leesplezier te wensen en ik hoop u te mogen begroeten tijdens het wetenschappelijke symposium in de Dies Natalis. Met vriendelijke groet, namens het 131e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Lotte Šebek h.t. praeses Foliolum Februari 2013

5


Redactioneel 131e Diescommissie Jeroen Schouten Geachte lezer, Het is bijna zover! Februari is inmiddels begonnen en de viering van de 131e Dies Natalis nadert op krasse schreden. Voor het eerst sinds het bestaan van de vereniging zal de Dies in februari gevierd worden. Dit heeft enkele aanpassingen in het programma van de Dies gehad. Zo is het thema ‘Desire’ op 12-12-’12 onthuld op het gecombineerde Almanak/Dies onthullingsfeest, kortweg ALDI-feest. In de Dies-week is de Buitendag naar zaterdag verplaatst, net als het Galadiner en het Galabal. Toch zijn er ook dingen hetzelfde gebleven. Traditiegetrouw heeft het Foliolum hetzelfde thema als het Diessymposium en dat is dit jaar gelukkig niet anders. Het thema van het Foliolum is daarom ook: ‘Het verlangen naar het perfecte lichaam’. Het verlangen naar het perfecte lichaam speelt iedere dag een rol. Maar wat is het perfecte lichaam? Er zijn mensen die er mooier uit willen zien, bijvoorbeeld door het gebruik van plastische chirurgie en cosmetica. Sporters willen echter betere prestaties neerzetten. Ouderen willen waarschijnlijk hun lichaam van vroeger. Zieken willen een gezond lichaam. Zoals u kunt zien, is het onderwerp erg breed. Ik ben dan ook erg benieuwd hoe de redactiecommissie dit thema ingevuld heeft. Voor het symposium op woensdag 13 februari hebben we, mede op aanraden van dr. Woerdenbag, de dagvoorzitter van het symposium, zeven verschillende onderwerpen gekozen die belicht worden. Zo zal dr. N. Pras een lezing geven over het perfecte lichaam voor ouderen en welke farmacotherapie hierbij past. Drs. H. Alting heeft het over het onderhouden van het gebit en wat de effecten van farmaca zijn. Prof. dr. A.H.L.M. Pieters praat u bij over de ontwikkeling van doping en welke invloed dat heeft op een sporterslichaam. Plastische chirurgie is tegenwoordig ook niet meer weg te denken. Prof. Dr. B. van der Lei zal u daarover vertellen. Prof. dr. G.J. Navis spreekt over de invloed van zout op het menselijk lichaam en de aanpassing van farmacotherapie hierop. Dr. J.J.A. Tuiten vertelt u over het Female Sexual Disease en welke middelen hiertegen werken. Tot slot zal dr. A.C. de Groot met het onderwerp allergie bij cosmetica het symposium afsluiten. In de avond van 13 februari zal de receptie plaatsvinden waarbij het bestuur gefeliciteerd kan worden. Vervolgens zal de dag afgesloten worden met het openingsfeest: DIESel, op welke brandstof draai jij vannacht? Op Valentijnsdag is de Culturele Avond waarbij er een cocktailworkshop gegeven wordt. Zaterdagmiddag 16 februari heeft u de kans om tijdens de Buitendag te gaan indoorpaintballen. ’s Avonds zal de 131e Dies Natalis afgesloten worden met het galadiner en het galabal. Sinds dit jaar heeft P.S. ook een website voor de Dies Natalis: www.dies.psgroningen.nl. Hier is het mogelijk om alle informatie na te lezen en natuurlijk kunt u zich ook hier inschrijven. Ik wens u veel leesplezier toe en ik hoop u te mogen begroeten tijdens de 131e Dies Natalis. Met vriendelijke groet, namens de 131e Diescommissie der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Jeroen Schouten h.t. praeses

6

Foliolum Februari 2013


De toekomst van de Plastische Chirurgie: Reconstructie op Cellulair Niveau? Drs. J.C.N. Willemsen a,b, Dr. M.C. Harmsenc, Dr. H.P.J. D. Stevensa en Prof. dr. B. Van der Lei a,b De “klassieke” plastische chirurgie richt zich van oudsher op het herstel van vorm en functie van het menselijk lichaam. Dat gebeurde allang voordat het vak Plastische Chirurgie in naam bestond: in het oude India met neusreconstructies tot in het moderne heden herstel van bijvoorbeeld een geamputeerde borst met vrij gevasculariseerd weefsel genomen van de buikwand. Het onderhuidse vetweefsel is middels liposuctie eenvoudig en in grote hoeveelheden te ‘oogsten’ [1] (het zogenaamde “lipo-aspiraat”). Deze lipoaspiraten bevatten de voorlopercellen van adipocyten (vetcellen) en zijn tegenwoordig vooral bekend als ADSC (adipose tissue-derived stem cells). De reden is dat ADSC niet alleen maar in vet differentiëren, maar juist van grote waarde zijn in reconstructie van beschadigd weefsel. Daarom is het in de nabije toekomst waarschijnlijk ook mogelijk om, in plaats van reconstructies middels complexe ingrepen te bewerkstelligen, gebruik te maken van de regeneratieve potentie van stamcellen: reconstructie op cellulair niveau. Dit gebeurt reeds op grote schaal voor “beperkte” toepassingen: lipofilling (letterlijk: vullen met vet) van weefsel defecten, bij borstreconstructies, etc. Lipofilling: van vulmiddel tot celtherapie. De eerste toepassing van lichaamseigen vet voor reconstructie werd beschreven door Gustav Neuber in 1893. Hij gebruikte vet om een ingetrokken litteken te corrigeren na osteomyelitis van de orbita-rand. In het ‘Handbuch der Kosmetik’ toont Eugene Hollander als eerste foto’s na vettransplantatie voor lipoatrofie van het gezicht en een ingetrokken defect van de borst (1912). Resultaten van dergelijke ingrepen in de eerste helft van de 20e eeuw werden als ‘matig’ en ‘zeer variabel van aard’ omschreven. In de tweede helft van de 20e eeuw introduceerde Yves-Gerard Illouz liposuctie (1977) maar ook hergebruik van opgezogen vet (het “lipo-aspiraat”) voor lipofilling van de borst. Vervolgens nam de techniek voor het gebruik van eigen vet pas echt een vlucht

nadat Sidney Coleman, plastisch chirurg in New York, de reproduceerbaarheid vergrootte door ‘het centrifugeren van het lipo-aspiraat voorafgaande aan injectie’ te introduceren (1986). Nu, en in al die voorafgaande jaren werd vet alleen beschouwd en gebruikt als vulmiddel. Vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw werd het duidelijk dat er multipotente cellen (“voorlopercellen”) aanwezig zijn in vetweefsel[2]. Het oogsten en typeren van deze cellen bleek toen echter technisch nog niet haalbaar. Met de intrede van de techniek voor liposuctie kwam hierin spoedig verandering: men kon nu voor het eerst beschikken over grote hoeveelheden levende menselijke vetcellen. Zuk et al.[1] ontdekten dat lipo-aspiraat grote aantallen ADSC bevatten. Deze ontdekking heeft geleid tot een stroomversnelling binnen stamcel gerelateerde regeneratieve geneeskunde en tissue enginering. De ADSC blijkt bijna hetzelfde groei en differentiatie potentieel te bezitten (figuur I) als mesenchymale beenmerg stamcellen[3] en is bovendien ook vele malen eenvoudiger te verkrijgen en kweken[4].

Figuur I: Differentiatie potentie van de ADSC (Adipose Derived Stem Cell) en de inducerende factoren.

Door het gebruik op grotere schaal van klinisch gebruik van lipofilling verschenen ook de eerste publicaties van de klinische bevindingen: in het artikel van Coleman[5] uit 2006 wordt voor het eerst gesuggereerd dat lipofilling, naast permanente vulling, mogelijk ook zorgt voor een lokaal gunstig regeneratief effect op de huid. Bij lipofilling in het gelaat worden huid verbeteringen waargenomen: kleine rimpels vervagen, poriën worden kleiner en pigmentatie verandering o.b.v. veroudering verbetert (figuur II ). >>> Foliolum Februari 2013

7


Redactioneel Op basis van deze eerste observaties werden verdere studies ondernomen om dit positieve effect nader te onderzoeken. Rigotti et al.[6] beschreef in 2007 in zijn studie “Clinical treatment of radiotherapy tissue damage by lipoaspirate transplant: a healing process mediated by adipose-derived adult stem cells” een geheel nieuwe methode om bestraalde huid te behandelen middels het gebruik van lipoaspiraat. Hiermee werd voor het eerst lipofilling toegepast om herstel op huid / cellulair niveau te bewerkstelligen in plaats van louter en alleen maar volume herstel. Rigotti suggereerde in deze publicatie dat de bemoedigende klinische resultaten mogelijk toe zijn te schrijven aan de in het lipoaspiraat aanwezige ADSC’s.

Figuur II: Klinisch voorbeeld van een litteken behandeling met lipofilling, voor (A) en 3 maanden na de ingreep (B). Er is duidelijke verbetering van de huid waarneembaar.

Recentelijke placebo gecontroleerde dierstudies demonstreren[7] vergelijkbare effecten: lipofilling verzwakt de effecten van de acute radiodermatitis. Het blijkt dat getransplanteerd vetweefsel de TGF-bèta signaalroute in weefselcellen remt, welke sterk is geassocieerd met het optreden van weefselverlitteking oftewel fibrose. Ook blijkt dat uit vet gekweekte ADSC nieuwvorming van bloedvaten (neovascularisatie) en daarmee de weefselperfusie, sterk aanwakkeren. In feite remt vet dus averechtse processen en stimuleert het regeneratieve processen. Ook na thermisch letsel zijn er regeneratieve effecten waarneembaar bij gebruik van lipo-aspiraat: in geval van verbranding zorgt lipofilling voor een snellere neovascularisatie en een verlaagde verlittekening in vergelijking zonder lipofilling[8]. Mogelijk assisteren de ADSC ook in dit proces. In het algemeen wordt aangenomen dat bij ernstig thermisch letsel de recruitering van voorlopercellen van bloedvaten uit het beenmerg te weinig is [9]. De ischemie (lage zuurstofspanning) van het weefsel zet dan juist de verlittekening in gang via stimulering

8

Foliolum Februari 2013

van de TGF- signaalroute. Ook hier biedt lipofilling dus potentiële behandelopties voor de nabije toekomst. Een andere toepassing van regeneratieve eigenschappen van lipo-aspiraat werd gepubliceerd door Cervelli et al. [10,11]. In een aantal studies tonen zij de succesvolle behandeling van post-traumatisch letsel en chronische ulcera aan door een combinatie van PRP-gel (plaatjesrijk bloedplasma) en zg enhanced stromal vascular fraction lipografts (lees: verrijkt aan ADSC). Ondanks dat het aantal klinische studies voor deze toepassing nog gering is, kan deze techniek een goed alternatief bieden voor de uitgebreide resectie van dood weefsel in combinatie met locoregionale/ vrij gevasculariseerde reconstructie en/of hyperbare zuurstoftherapie. Veiligheid In de literatuur zijn er zorgen geuit over mogelijke carcinogene eigenschappen of gevolgen van lipofilling, met name in de borst. Meerdere fundamentele studies hebben aangetoond dat vetcellen onder ischemische stress grote hoeveelheden VEGF (bevordert bloedvatgroei) en andere proliferatieve factoren produceren[12,13]. Daarnaast zorgt het enzym aromatase in de vetcel voor lokaal hoge concentraties aan oestrogenen[13]. Met name in borstweefsel, waar de vaatvoorziening relatief matig is in vergelijking tot bijvoorbeeld het aangezicht, kunnen al de zojuist genoemde zaken in potentie een carcinogene trigger zijn. In de praktijk is dit mogelijk potentiële risico echter (nog) niet vertaald naar een hogere incidentie van carcinomen bij met vet behandelde gereconstrueerde patiënten.[14]. Het aantal level I en II studies met langdurige follow-up is echter gering. De invloed van het verrijken van lipo-aspiraat met groeifactoren (uit de eigen trombocyt) of ADSC op de veiligheid is tot op heden niet bekend en vereist daarom nog verder onderzoek. Toekomst: reconstructie op cellulair niveau Verder fundamenteel onderzoek naar de cellulaire interacties tussen ADSC-adipocyten en de effecten van ADSC op andere cellen gaat in de toekomst onherroepelijk leiden tot hernieuwde inzichten over bestaande behandelingen en opties bieden voor nieuwe behandelingen: zo ook de additionele toepassing van groeifactoren en/of andere farmaca. De overleving van het lipo-aspiraat neemt naar alle waarschijnlijkheid toe, ook op ‘moeilijke plaatsen’


zoals bestraald gebied. Daarnaast zullen grote stappen gemaakt worden op het gebied van tissue engineering met behulp van een scaffold (3D matrix)[3] en ADSC voor het reconstrueren van volemische weefselstructuren in vitro[15] en in vivo[16]. Bovendien kan het ‘dempende’ effect van de ADSC op het immuunsysteem leiden tot therapieën om litteken vorming te minimaliseren in de acute fase van verwondingen of zelfs terug draaien in de chronische fase en een uitkomst bieden bij de behandeling van chronische huidziekten. Vooral plastisch chirurgen hebben tot nu toe de potentie van lipoaspiraat met de daarin aanwezige ADSC dusdanig aangetoond dat het gebruik ervan zonder meer ook in de nabije toekomst door vele andere medische disciplines zal geschieden, zoals huisartsen tot en met cosmetisch artsen, dermatologen, invasief werkende röntgenologen en zelfs cardiologen[17]. Ook een belangrijke rol voor farmacologen zal hierin weggelegd zijn (ontwikkeling van additionele farmaca die de potentie van het lipoaspiraat verbeteren of in bepaalde richting doen stimuleren) a: Afdeling Plastische Chirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hanzeplein 1,9700 RB, Groningen b: Bergman Clinics, Gooimeer 11
1411 DE Naarden c: Afdeling Pathologie & Medische Biologie, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hanzeplein 1,9700 RB, Groningen Referenties

1. Zuk PA, Zhu M, Ashjian P, et al. Human adipose tissue is a source of multipotent stem cells. Molecular biology of the cell. 2002;13(12):4279-95. 2. RODBELL M. Localization of lipoprotein lipase in fat cells of rat adipose tissue. J Biol Chem. 1964;239:753-755. 3. Sterodimas A, de Faria J, Nicaretta B, Pitanguy I. Tissue engineering with adipose-derived stem cells (ADSCs): Current and future applications. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2010;63(11):1886-1892. 4. Ogawa R. The importance of adipose-derived stem cells and vascularized tissue regeneration in the field of tissue transplantation. Curr Stem Cell Res Ther. 2006;1(1):13-20. 5. Coleman SR. Structural fat grafting: More than a permanent filler. Plastic and reconstructive surgery. 2006;118(3 Suppl):108S120S. 6. Rigotti G, Marchi A, Galie M, et al. Clinical treatment of radiotherapy tissue damage by lipoaspirate transplant: A healing process mediated by adipose-derived adult stem cells. Plastic and reconstructive surgery. 2007;119(5):1409-22; discussion 1423-4. 7. Sultan SM, Stern CS, Allen RJ,Jr, et al. Human fat grafting alleviates radiation skin damage in a murine model. Plast Reconstr Surg. 2011;128(2):363-372.

Berend van der Lei (1958) is in 1986 afgestudeerd als arts en cum laude gepromoveerd. Na zijn opleiding tot plastisch chirurg in het Academisch Ziekenhuis Groningen is hij begonnen als plastisch chirurg in het Medisch Centrum Leeuwarden. Hier heeft hij initiatief genomen tot de oprichting van het Centrum Esthetische Chirurgie Friesland, en later van Privékliniek Heerenveen (nu Bergman Kliniek), waar hij nu ook werkzaam is. Per 1 februari 2007 is hij benoemd tot hoogleraar Esthetische Plastische Chirurgie, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Tevens is hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Esthetische Plastische Chirurgie. 8. Sultan SM, Barr JS, Butala P, et al. Fat grafting accelerates revascularisation and decreases fibrosis following thermal injury. Journal of plastic, reconstructive & aesthetic surgery : JPRAS. 2012;65(2):219-27. 9. Rignault-Clerc S, Bielmann C, Delodder F, et al. Functional late outgrowth endothelial progenitors isolated from peripheral blood of burned patients. Burns. 2012. 10. Cervelli V, Gentile P, Grimaldi M. Regenerative surgery: Use of fat grafting combined with platelet-rich plasma for chronic lower-extremity ulcers. Aesthetic Plast Surg. 2009;33(3):340-345. 11. Cervelli V, Gentile P, Scioli MG, et al. Application of plateletrich plasma in plastic surgery: Clinical and in vitro evaluation. Tissue engineering. 2009;15(4):625-34. 12. Hou WK, Xu YX, Yu T, et al. Adipocytokines and breast cancer risk. Chin Med J (Engl). 2007;120(18):1592-1596. 13. Bertolini F, Lohsiriwat V, Petit JY, Kolonin MG. Adipose tissue cells, lipotransfer and cancer: A challenge for scientists, oncologists and surgeons. Biochim Biophys Acta. 2012;1826(1):209214. 14. Claro F,Jr, Figueiredo JC, Zampar AG, Pinto-Neto AM. Applicability and safety of autologous fat for reconstruction of the breast. Br J Surg. 2012;99(6):768-780. 15. Tremolada C, Palmieri G, Ricordi C. Adipocyte transplantation and stem cells: Plastic surgery meets regenerative medicine. Cell Transplant. 2010;19(10):1217-1223. 16. G.McArthur. Melbourne scientists poised to begin surgery to help cancer victims regrow breasts. Herald Sun. 2009. 17. Otto Beitnes J, Oie E, Shahdadfar A, et al. Intramyocardial injections of human mesenchymal stem cells following acute myocardial infarction modulate scar formation and improve left ventricular function. Cell Transplant. 2012;21(8):1697-1709.

Foliolum Februari 2013

9


Redactioneel Lichamelijke perfectie dankzij of ondanks siliconen? Prof. dr. G.J.M. Pruijn Afdeling Biomoleculaire Chemie, Nijmegen Center for Molecular Life Sciences en Instituut voor Moleculen en Materialen, Radboud Universiteit, Nijmegen Als gevolg van de zogenaamde PIP-affaire, nu ongeveer een jaar geleden, kwam het gebruik van siliconen-bevattende implantaten weer uitgebreid in de publiciteit. Al ruim 50 jaar worden siliconen protheses gebruikt voor het vergroten van borsten en voor reconstructies na amputatie vanwege (een hoog risico op) borstkanker of als onderdeel van een geslachtsveranderende behandeling. In de jaren ’80 verschenen er een aantal publicaties over vrouwen met gezondheidsklachten die in verband werden gebracht met de aanwezigheid van siliconen implantaten. Veel studies die sindsdien uitgevoerd zijn hebben eigenlijk nog steeds geen duidelijk antwoord kunnen geven op de vraag of de blootstelling aan siliconen in bepaalde gevallen tot ziekteverschijnselen kan leiden. Desalniettemin wordt in toenemende mate geaccepteerd dat het immuunsysteem van een bepaalde groep mensen kan reageren op siliconen en dat dit kan leiden tot het door dr. Rita Kappel gedefinieerde Silicone Implant Incompatibility Syndrome (SIIS). Aangezien het implanteren van borstprotheses in particuliere klinieken in Nederland niet geregistreerd wordt, is het niet duidelijk hoeveel van zulke behandelingen er jaarlijks uitgevoerd worden. Als we uitgaan van Amerikaanse cijfers, dan zal dit aantal ongeveer 20.000 per jaar zijn. In de meeste gevallen zal het gaan om cosmetische ingrepen, maar in ca. 25% is een borstreconstructie na amputatie de aanleiding. Jaarlijks wordt er in Nederland bij ca. 15.000 mensen, voornamelijk vrouwen, borstkanker vastgesteld en bij een deel hiervan zal een chirurgische ingreep, dikwijls gevolgd door een reconstructie, onderdeel van de behandeling zijn. Daarnaast worden reconstructies ook vaak uitgevoerd bij familieleden van vrouwen met een erfelijke vorm van borstkanker, die drager zijn van een risicogen en overgaan tot preventieve borstamputatie.

10

Foliolum Februari 2013

Wat zijn siliconen? De medische interesse in het gebruik van siliconen werd oorspronkelijk gewekt door de waarneming dat glas dat voorzien was van een siliconen coating het stollen van bloed aanzienlijk vertraagde. Na de eerste onderhuidse toepassingen van siliconen, werd in studies van Rowe en medewerkers gesuggereerd dat siliconen fysiologisch inert zijn en geen gezondheidsrisico’s opleveren [1]. Dit leidde tot een hausse van studies gericht op toepassingen van deze siliconen polymeren in de gezondheidszorg. De chemische basis van siliconen vormen de siloxanen (afgeleid van de Engelse aanduidingen van silicium, zuurstof en alkaan), ketens van alternerende silicium en zuurstof atomen met twee alkylgroepen gebonden aan elk silicium atoom (Figuur 1). Het dimethyl type wordt het meest toegepast en de corresponderende polymeren worden derhalve aangeduid met polydimethylsiloxanen (PDMS), welke trimethylsilyl groepen op de uiteinden van de ketens bevatten. De fysische eigenschappen van deze polymeren zijn direct gerelateerd aan de mate van polymerisatie. Als bijvoorbeeld het aantal dimethylsiloxaan eenheden in de ketens toeneemt van 2 tot 150, dan gaat dit gepaard met een overgang van waterachtig naar olie-achtig. Bestaan de ketens uit meer dan 500 dimethylsiloxaan eenheden, dan is het een gelachtige substantie. Bij siliconengelen worden er bovendien vaak crosslinks tussen de polymeerketens aangebracht wat leidt tot een netwerkstructuur. Aangezien de siliconenpolymeren geproduceerd worden via chemische processen uitgaande van cyclische oligomeren bestaande uit vier (D4) of vijf (D5) dimethylsiloxaan eenheden (Figuur 1), bestaan siliconengelen altijd uit een mengsel van polymeren met verschillende lengtes. Bovendien blijft er altijd een (beperkte) hoeveelheid niet gepolymeriseerd D4 en D5 over. Bij de fabricage van siliconen borstprotheses gaat men in het algemeen uit van een gecrosslinkte gel van PDMS, waaraan vloeibare PDMS toegevoegd


wordt om een samenhangende, vormloze massa te verkrijgen. Deze zeer hydrofobe massa wordt omhuld met een elastomeerschil (Figuur 2), die eveneens een siloxaan basis heeft, maar veel meer crosslinks bevat, waardoor het een rubberachtige structuur vertoont [2]. De siliconen die gebruikt worden voor de fabricage van protheses moeten diverse testen ondergaan alvorens deze goedgekeurd worden voor medische toepassingen. Vorig jaar bleek het Franse bedrijf Poly Implant Protheses (PIP) vermoedelijk al sinds 2002 gebruik te maken van industriële siliconen als vulling in plaats van de medisch goedgekeurde siliconen.

Figuur 1. Siloxanen en siliconen. Chemische structuur van siloxanen, polydimethylsiloxaan en de cyclische oligomeren D4 (octamethylcyclotetrasiloxaan) en D5 (decamethylcyclotetrasiloxaan). Alk: alkyl.

Zwetende en scheurende implantaten Ondanks de afscherming van de siliconengel door een elastomeerschil, blijken er siliconen uit de implantaten te ‘zweten’ en in het omliggende weefsel terecht te komen. Dit betreft waarschijnlijk vooral de relatief kleine oligomeren, zoals D4 en D5. Bovendien zal het omhulsel na verloop van tijd in veel gevallen scheuren, waardoor er een grote hoeveelheid siliconengel in direct contact komt met het omliggende weefsel. Voor de nieuwste generatie implantaten wordt de frequentie van scheuren geschat op 8 – 15% gedurende de eerste tien jaar [2]. Gescheurde imlantaten zullen in het algemeen vervangen worden door nieuwe implantaten. Uit de (gescheurde) implantaten gelekte siliconen kunnen zich vervolgens verspreiden in het lichaam en in diverse organen terecht komen [3]. Gezondheidsklachten Siliconen werden lang beschouwd als biologisch inerte materialen en werden daarom toegepast in tal van producten voor medische toepassingen, zoals artificiële hartkleppen, gewrichtsimplantaten,

ventriculo-peritoneale shunts en intraoculaire lenzen. Het meest toegepaste medische gebruik van siliconen is dat als hoofdbestanddeel van borstimplantaten. Al snel na de introductie van deze toepassing verschenen er in de medische literatuur rapportages van patiënten met bindweefselziekten, met name sclerodermie, die in verband gebracht werden met de siliconen implantaten. Typische symptomen zijn pijnlijke spieren en gewrichten, zwelling van gewrichten, huid en ledematen, extreme vermoeidheid en het vaker optreden van ontstekingen. Bovendien wordt er vaak fibreus weefsel (kapsel) gevormd rondom de implantaten, wat eigenlijk een normale reactie is van het menselijk lichaam op stoffen die niet in het lichaam thuis horen. In sommige gevallen zal dit bindweefsel zover doorgroeien dat het vervolgens >>> Prof. dr. Ger Pruijn is hoogleraar Biomoleculaire Chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn afdeling is onderdeel van het Instituut voor Moleculen en Materialen en hij is geaffilieerd met het Nijmegen Center for Molecular Life Sciences. Hij verricht en coördineert wetenschappelijk onderzoek dat met name gericht is op de rol van autoantilichamen en autoantigenen bij autoimmuunziekten. Hij geeft onderwijs aan bachelor- en master-studenten scheikunde, moleculaire levenswetenschappen en science en levert ook bijdragen aan het master programma ‘Molecular Mechanisms of Disease’. Tevens is hij voorzitter van de opleidingscommissie scheikunde van de Radboud Universiteit. Na het behalen van het doctoraal diploma scheikunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen heeft hij promotie-onderzoek verricht aan de Universiteit van Utrecht. Sindsdien is hij werkzaam in biochemisch onderzoek en onderwijs, o.a. als ‘Akademie-onderzoeker’ van de KNAW, aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (thans Radboud Universiteit Nijmegen). Hij is medeoprichter van ModiQuest BV. Foliolum Februari 2013

11


Redactioneel gaat samentrekken om te proberen de prothese het lichaam uit te persen (kapselcontractie). Dit gaat gepaard met verharding van het weefsel en pijn. Nadat er bovendien klachten waren gekomen over lekkende borstimplantaten en omdat geconcludeerd werd dat er onvoldoende informatie beschikbaar was om de risico’s volledig te beoordelen verbood de Food and Drug Administration (FDA) in 1992 het gebruik van met siliconengel gevulde borstimplantaten in de Verenigde Staten. Dit werd gevolgd door een serie epidemiologische studies in

Figuur 2. Siliconen borstimplantaten. Enkele voorbeelden van intacte (boven) en gescheurde (beneden) siliconen borstimplantaten.

Europa en Noord-Amerika om de associatie van siliconen borstimplantaten met bindweefselziekten te onderzoeken. De gecombineerde resultaten van deze studies konden geen significante associatie aantonen, ook al werd in sommige studies een licht verhoogd risico op met name de ontwikkeling van sclerodermie gerapporteerd. In 2006 werd het gebruik van siliconenimplantaten van twee fabricanten weer toegestaan in de VS, op voorwaarde dat er een groot onderzoek uitgevoerd zou worden onder 40.000 vrouwen gedurende een periode van 10 jaar na het implanteren van de borstprotheses. Het aantal vrouwen dat bereid is deel te nemen aan de evaluaties die noodzakelijk zijn voor deze studies valt helaas wat tegen; in 2011 heeft de FDA een tussentijds rapport uitgebracht [4]. Een belangrijke tekortkoming van veel van de uitgevoerde epidemiologische studies is dat deze gefocusseerd zijn op gedefinieerde autoimmuunziekten, zoals sclerodermie, en niet op de symptomen waardoor deze ziekten gekenmerkt worden. Bovendien was de follow-up periode vaak relatief kort. Er zijn diverse gevallen beschreven

12

Foliolum Februari 2013

waarin de symptomen zich pas jaren na het implanteren openbaren en er is onlangs gesuggereerd dat een follow-up periode van 10-15 jaar vereist zou zijn om de risico’s op een betrouwbare manier in te kunnen schatten [5]. Daarnaast suggereert de lage frequentie waarmee gezondheidsklachten zich in vrouwen met siliconen implantaten ontwikkelen dat hier meerdere factoren een rol bij spelen. Deze frequentie is op basis van de beschikbare gegevens overigens nauwelijks goed in te schatten, omdat registratiesystemen grotendeels ontbreken en een mogelijke relatie van de klachten met de aanwezigheid van implantaten door de behandelend arts lang niet altijd onderkend zal worden. De lage frequentie zou samen kunnen hangen met de genetische achtergrond van de patiënten. Een relatie met HLA-genen bijvoorbeeld, die een belangrijke rol spelen bij het genereren van een immuunrespons, is aangetoond voor vele autoimmuunziekten, en de mogelijkheid bestaat dat blootstelling aan siliconen alleen in combinatie met een weinig voorkomende variant van zo’n gen leidt tot de symptomen. Recentelijk is er gesuggereerd dat siliconen implantaten een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een nieuw syndroom, dat aangeduid wordt met ASIA (Autoimmune Syndrome Induced by Adjuvant) [6]. Dit syndroom omvat een reeks immuun-gerelateerde aandoeningen, waarvan SIIS (Silicone Implant Incompatibility Syndrome; aanduiding voorgesteld door dr. Rita Kappel) er één is. Als er goede en consistente criteria gedefinieerd zijn voor de diagnose van deze syndromen zouden er nieuwe epidemiologische studies uitgevoerd moeten worden om de relatie met siliconen implantaten vast te stellen. Silicone Implant Incompatibility Syndrome Een belangrijke aanwijzing voor het daadwerkelijke bestaan van SIIS is de waarneming dat de verwijdering van de siliconen implantaten of de vervanging van zulke implantaten door borst protheses die een zoutoplossing of een combinatie van zoutoplossing en carboxymethylcellulose bevatten de klachten bij veel patiënten doet verminderen of zelfs geheel verdwijnen. Het ziekteproces lijkt dus omkeerbaar wanneer de siliconen implantaten in een relatief vroeg stadium verwijderd dan wel vervangen worden door niet siliconengel bevattende implantaten, zoals de Monobloc Hydrogel implantaten [7].


Vindt de verwijdering in een te laat stadium plaats dan lijkt het proces onomkeerbaar, mogelijk omdat er dan al te veel uit de implantaten gelekte siliconen in het lichaam aanwezig zijn. Bovendien zijn er aanwijzingen verkregen dat siliconen niet zo inert zijn als lange tijd werd aangenomen. Blootstelling aan medicinale siliconen als huidvullers bleek bijvoorbeeld te leiden tot een inductie van proinflammatoire cytokines en dus een reactie van het immuunsysteem [8]. Onder andere door de resultaten van de eerder genoemde epidemiologische studies hebben verschillende medische disciplines grote moeite met de opvatting dat er een direct verband zou kunnen bestaan tussen de blootstelling aan siliconen en het ontstaan van symptomen die bij SIIS patiënten gevonden worden. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ook commerciële belangen een rol spelen bij de meningsvorming van verschillende beroepsgroepen. Daar staat tegenover dat de wetenschappelijke kwaliteit van een aantal studies waarin verbanden gesuggereerd worden mager is. Daarom concludeer ik dat het hoog tijd is dat er nieuwe, gedegen, systematische en statistisch verantwoorde studies geïnitieerd worden om de veiligheid en mogelijke risico’s van siliconen implantaten te onderzoeken. Bij zulke studies zal het bestaan van een specifiek syndroom (SIIS), dat een gevolg is van blootstelling aan siliconen en dat zich maar bij een beperkt aantal individuen die blootgesteld zijn zal ontwikkelen, in aanmerking genomen moeten worden.

breast implants. Juni 2011. http://www.fda.gov/ MedicalDevices/ProductsandMedicalProcedures/ I m p l a n t s a n d Pr o s t h e t i c s / B r e a s t I m p l a n t s / ucm259866.htm. 5. Lidar M, Agmon-Levin N, Langevitz P, Shoenfeld Y. Silicone and scleroderma revisited. Lupus 2012;21:121-127. 6. Shoenfeld Y, Agmon-Levin N. ‘ASIA’ autoimmune/inflammatory syndrome induced by adjuvants. J Autoimmun 2011;36:4-8. 7. Kappel RM, Pruijn GJM. The monobloc hydrogel breast implant, experiences and ideas. Eur J Plast Surg 2012;35:229-233. 8. Miro-Mur F, Hindie M, Kandhaya-Pillai R, Tobajas V, Schwartz S, Alijotas-Reig J. Medicalgrade silicone induces release of proinflammatory cytokines in peripheral blood mononuclear cells without activating T cells. J Biomed Mater Res Part B: Appl Biomater 2009;90B:510-520.

Referenties 1. Rowe VK, Spencer SC, Bass SL. Toxicologic studies on certain commercial silicones. Arch Ind Hyg Med 1950;1:539-44. 2. Berry MG, Davies DM. Breast augmentation: Part I – a review of the silicone prosthesis. J Plast Reconstr Aesth Surg 2010;63:1761-1768. 3. Flassbeck D, Pfleiderer B, Klemens P, Heumann KG, Eltze E, Hirner AV. Determination of siloxanes, silicon, and platinum in tissues of women with silicone gel-filled implants. Anal Bioanal Chem 2003;375:356-362. 4. Center for Devices and Radiological Health U.S. Food and Drug Administration. FDA update on the safety of silicone gel-filled Foliolum Februari 2013

13


Redactioneel Tandheelkundige problemen door psychofarmaca M.J. de Roo, R.F. van Vuren Psychofarmaca kunnen tandheelkundige problemen veroorzaken. Bijvoorbeeld door afname van de speekselproductie, zodat cariës kan ontstaan. Samen met de bij psychiatrische aandoeningen vaak verminderde aandacht voor de mondhygiëne heeft dit grote gevolgen voor het gebit, wat uiteindelijk problemen kan opleveren bij het herintreden in de maatschappij en torenhoge tandartsrekeningen tot gevolg heeft. Jarenlang zijn somatische bijwerkingen van psychofarmaca onderbelicht geweest. Bij de behandeling richtte men zich op de geestelijke gemoedstoestand van de psychiatrische patiënt en op de diagnose volgens de classificatie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV). Inmiddels is het besef gegroeid dat psychiatrie en somatiek niet los van elkaar staan. Over de effecten van antipsychotica op bijvoorbeeld QT-tijd en metabole parameters is veel bekend. Er is aandacht voor de mogelijke gewichtstoename bij het gebruik van antipsychotica en antidepressiva. Daarnaast houden psychiaters steeds meer rekening met seksuele bijwerkingen. Helaas geldt dit besef nog niet voor tandheelkundige bijwerkingen van psychofarmaca. Psychiatrische patiënten hebben door verminderde aandacht voor mondhygiëne en een afwijkend eetpatroon vaak al een groter risico op tandheelkundige problemen. Gebruik van psychofarmaca kan dit verergeren. Veel patiënten hebben daarom slechte tanden, wat naast pijnklachten kan zorgen voor een onverzorgd uiterlijk. Dat laatste is niet bevorderlijk voor het vaak al aangetaste zelfvertrouwen van een psychiatrisch zieke en kan uiteindelijk zelfs herintreding in de maatschappij in de weg staan. Studies Recente studies naar de relatie tussen psychiatrische aandoeningen en tandheelkundige aandoeningen komen uit Groot-Brittannië en Scandinavië. McCreadie e.a. [1] vergeleken schizofreniepatiënten met een algemene Britse populatie. De leeftijd van de personen zonder eigen gebit was in de studiegroep significant lager dan in de controlegroep.

14

Foliolum Februari 2013

Van de studiegroep had 70% meer dan twintig eigen gebitselementen, in de controlegroep was dat percentage 83. Het merendeel van de psychiatrische patiënten bezocht de tandarts alleen bij acute problemen. De personen die niet regelmatig hun tanden poetsten, scoorden op de PANNS, een schaal om de ernst van schizofrenie te meten, vooral hoog op negatieve symptomen. Persson e.a. [2] onderzochten een poliklinische populatie volwassen psychiatrische patiënten met als diagnose voornamelijk schizofrenie, stemmingsen angststoornissen [2]. De mondhygiëne was het slechtst bij personen met schizofrenie. Deze groep bleek tevens het grootste aantal vullingen en ontbrekende elementen te hebben. Tevens toonde Persson aan dat de status van het gebit invloed heeft op de ervaren kwaliteit van leven van psychiatrische patiënten [3]. Hyposalivatie Veel psychofarmaca hebben anticholinerge effecten. Eén van de gevolgen daarvan is een verminderde speekselproductie. Door langdurige afname van de beschermende speeksellaag kan een verhoogde vatbaarheid voor schimmelinfecties, bacteriële infecties (gingivitis en parodontitis) en tandcariës ontstaan. Het Nederlands bijwerkingen centrum Lareb ontving van vrijwel alle antidepressiva meldingen van een droge mond. Het hoogste aantal meldingen komt van geneesmiddelen met sterke anticholinerge werking, zoals TCA’s en paroxetine. Maar ook andere SSRI’s, antipsychotica, stemmingsstabilisatoren en methylfenidaat kunnen een droge mond veroorzaken [4]. Friedlander et al beschrijven in enkele reviews ook andere orale bijwerkingen van psychofarmaca [5-7]. De tabellen 1 en 2 geven hieruit de conclusies met betrekking tot TCA’s en SSRI’s weer. Depressie op zich wordt eveneens geassocieerd met een verminderde speekselvloed [7-10]. Oorzaak daarvan zijn volgens Anttila et al [10] de tijdens depressie optredende fysiologische veranderingen van endocriene en monoamine regulerende systemen, waardoor veranderingen in de hoeveelheid en aard van speeksel productie optreden.


Tabel 1: Tandheelkundige bijwerkingen van TCA’s Citalopram

Fluoxe- Fluvoxatine mine

Paroxetine

Sertraline

Droge mond X

X

X

X

X

Ontsteking speekselklier

X

-

X

-

Smaakverlies X

X

X

X

X

Stomatitis

X

X

X

X

X

Gingivitis

X

X

X

X

-

Glossitis (tongontsteking)

X

X

X

X

X

Bruxisme

X

X

-

X

X

-

Bruxisme kan worden veroorzaakt door drugs, zoals amfetamine en XTC [14], door alcohol en nicotine. Er zijn aanwijzingen dat bruxisme kan optreden als bijwerking van SSRI’s [15] en venlafaxine. Ook bij enkele antipsychotica is deze bijwerking gemeld. Als gevolg van bruxisme kunnen gebitselementen beschadigen. Door overbelasting kunnen hoofdpijn of klachten in kauwspieren of kaakgewricht ontstaan.

Tabel 2: Tandheelkundige bijwerkingen van SSRI’s Amitriptyline

Clomipramine

Imipramine

Nortriptyline

Droge mond X

X

X

X

Ontsteking speekselklier

X

X

X

X

Smaakverlies X

X

X

X

Stomatitis

X

X

X

X

Gingivitis

-

X

-

-

Glossitis (tongontsteking)

-

X

-

-

Bruxisme

-

-

-

-

Bruxisme Bruxisme, in de volksmond beter bekend als tandenknarsen, is een onwillekeurige activiteit van de kauwmusculatuur die wordt gekarakteriseerd door klemmen, knarsen, wrijven en tikken van de gebitselementen. Er bestaan twee typen bruxisme: bruxisme in de waaktoestand en bruxisme in de slaap. Wanneer er sprake is van knarsen of klemmen tijdens de nacht wordt het slaapbruxisme genoemd. Hier is het onderdeel van de slaapwaakrespons en wordt het samen met bewegingsstoornissen en slaapstoornissen geclassificeerd als parasomnia [11]. Bruxisme maakt deel uit van een groot aantal neurologische en psychiatrische aandoeningen [12]. De etiologie van bruxisme is nog niet volledig opgehelderd [13]. De aandoening is in verband gebracht met veranderingen in de centrale neurotransmitterhuishouding (dopamine). Ook is een relatie aangetoond met stress, geneesmiddelen en genotsmiddelen.

Figuur 1 Orofaciale klachten ten gevolge van bruxisme

Preventie Zowel door de psychiatrische aandoening, die vaak gepaard gaat met verminderde mondhygiëne, als ook door cariogene voeding en medicatie is het risico op tandheelkundige problemen onder psychiatrische patiënten groot. Voorlichting bij het voorschrijven van medicatie, betere mondhygiëne en een aanpassing van de eet- en drinkgewoonten zijn daarom noodzakelijk. De apotheker kan bij afgifte van psychofarmaca een grote bijdrage leveren aan preventie. Enkele eenvoudige tips kunnen psychiatrische patiënten helpen hun gebit gezond te houden. Cariës ontstaat pas als er plaque aanwezig is. Goede plaqueverwijdering door poetsen en tandenstokers, floss of ragers is daarom noodzakelijk. Hierbij is van belang dat men niet poetst binnen het uur na consumptie van een zuur product. Het tandglazuur is dan zacht en kan worden weggepoetst. Vanzelfsprekend is van belang om bij hyposalivatie de frequentie en de duur van het contact met (kool) zuurhoudende producten te beperken. Speekselklieren kunnen worden gestimuleerd door kauwen, bijvoorbeeld op suikervrije kauwgom. Stukjes komkommer kunnen de klachten van droogheid van de mond verminderen. In ernstiger gevallen kan worden gebruikgemaakt van speekelsubstituten. >>>

Foliolum Februari 2013

15


Redactioneel Het zal niet altijd mogelijk zijn een psychiatrische patiënt te motiveren. Maar door goede preventie kunnen tandheelkundige problemen voor een aanzienlijk deel worden voorkomen. En voorkomen is beter dan genezen. De kosten van het weer in goede staat brengen van het gebit zijn immers niet voor iedereen op te brengen.

Mariska de Roo is in 1994 afgestudeerd als apotheker aan de “Christian-Albrechts-Universität” te Kiel (Dl.) waarna ze waarnemer was in een openbare apotheek. In 1995 gaf ze als AIO aan dezelfde universiteit in Kiel onderwijs aan farmacie studenten en deed ze onderzoek binnen de vakgroep Farmaceutische Chemie.

M.J. de Roo is apotheker bij GGZ Centraal, Amersfoort. R.F. van Vuren is tandarts-gnatholoog in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde, Flevoziekenhuis, Almere en in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein.

In 1998 kwam ze naar Nederland om als Wetenschappelijk Beoordelaar te beginnen bij het Laboratorium voor Geneesmiddelenbeoordeling, RIVM, Bilthoven. Van 2000 tot 2010 is ze werkzaam geweest als laboratorium apotheker bij Saltro in Utrecht en is sinds 2000 werkzaam als apotheker bij GGZ Centraal te Amersfoort.

Referenties 1. McCreadie RG, Stevens H, Henderson J, et al. The dental health of people with schizophrenia. Acta Psychiatr Scand 2004;110:306-10. 2. Persson K, Axtelius B, Söderfeldt B, et al. Monitoring oral health and dental attendance in an outpatient psychiatric population. J Psychiatr Mental Health Nurs 2009;16:263-71. 3. Persson K, Axtelius B, Söderfeldt B et al.. Oral health-related quality of life and dental status in an outpatient pschyiatric population: a multivariate approach. Int J Mental Health Nurs 2010;10:62-70.\ 4. Boyd LD, Dwyer JT, Papas A. Nutritional implications of xerostomia and rampant caries caused by serotonin reuptake inhibitors: a case study. Nutr Rev 1997;55(10):362-8. 5. Friedlander AH, Marder SR: The psychopathology, medical management and dental implications of schizophrenia; JADA, Vol. 133, May 2002 6. Friedlander AH, Friedlander IK, Marder SR: Bipolar I disorder: Psychopathology, medical management and dental implications; JADA, Vol. 133, September 2002 7. Friedlander AH, West LJ. Dental management of the patient with major depression. Oral Surg Oral Med Oral Pathol 1991;71(5):573-8. 8. D’Mello DA. Are your patients depressed? Implications for dental practice. J Mich Dent Assoc 2003;85(5):26-32. 9. Friedlander AH, Friedlander IK, Gallas M, et al. Late-life depression: its oral health significance. Int Dent J 2003;53(1):41-50

16

Foliolum Februari 2013

10. Anttila SS, Knuuttila ML, Sakki T: Depressive symptoms favor abundant growth of salivary lactobacilli. Psychosom Med 1999 Jul-Aug; 61(4):508-12 11. Chen G, Guilleminault C. Sleep disorders that can exacerbate pain. In: Lavigne G., Sessle B., Choinière M.: Sleep and Pain; IASP Press 2007: 322-4. 12. Lavigne G, Montplaisir J. Bruxism: Epidemiology, diagnosis, pathophysiology, and pharmacology. Adv Pain Res Therapy 1995;21:387-404. 13. Lavigne G, Khoury S, Abe S, et al. Bruxism physiology and pathology. An overview for clinicians. J Oral Rehabil 2008;35(7):476-94. 14. Baylen CA, Rosenberg H. A review of the acute subjective effects of MDMA/ecstasy. Addiction 2006;101(7):933-47. 15. Beers E., Groothuis AC van. Tandenknarsen als bijwerking van SSRI’s. Psyfar 2008;45-7.


Voedingssupplementen; de perfecte oplossing? Prof. dr. Roel J.Vonk, Medical Biomics,UMCG Medicijnen slik je als je ziek bent en beter wilt worden; voeding heb je nodig om je honger te stillen. Als we deze zwart-wit benadering gebruiken zijn er een aantal categorieën stoffen die hier tussenin vallen: 1. voedingssupplementen, 2. functional foods, 3. novel foods en 4. nutraceuticals zijn hiervan de bekendste voorbeelden. Al deze voedingsmiddelen/stoffen beogen een bepaalde gunstige metabole functie te versterken of risico’s op ziekten te verminderen. Het onderscheid tussen deze verschillende categorieën is niet erg scherp te maken en varieert ook per werelddeel. Belangrijk bij het geven van een waarde oordeel is het analyseren van twee aspecten: a. functionaliteit en b. veiligheid. 1. Voedingssupplementen (dietary supplements). Voedingsmiddelen in de vorm van pillen of drankjes als toevoeging op onze voeding. Werkzaamheid is niet gewaarborgd. De veiligheid is in het algemeen genomen gewaarborgd. 2. Functional foods. Voedingsmiddelen waarin iets is bewerkt, veranderd of toegevoegd of waarvan het productie proces is veranderd met het oogmerk van een verhoging van het gezondheidseffect. Functional foods in Europa gaan vergezeld van een gezondheidsclaim, die wordt gewaarborgd door de Europese regelgeving (EFSA).Hierdoor is de werkzaamheid en veiligheid gewaarborgd. 3. Novel foods. Voedingsmiddelen veelal gebaseerd op gemodificeerde producten. Veiligheid is gewaarborgd. 4. Nutraceuticals. Pillen, poeders of drankjes gebaseerd op natuurlijke producten,waarvan een gezondheidseffect wordt geclaimd ,maar de werkzaamheid niet is gewaarborgd. De veiligheid is in het algemeen genomen gewaarborgd Klinische voeding wordt in dit artikel buiten beschouwing gelaten.

We beperken ons in dit hoofdstuk tot voedingssupplementen. Bij voedingssupplementen gaat het om een zeer groot aantal producten ; alleen al in Nederland zijn meer dan 28.000 te koop. Voedingssupplementen kunnen we onderverdelen op grond van chemische klasse of fysiologische target. Chemische klasse: - vitamine preparaten. Een zeer belangrijke groep stoffen die veel worden geconsumeerd. Tegenstanders zeggen dat met een evenwichtige, nutriëntrijke voeding in het algemeen consumptie van extra vitamine preparaten niet nodig is. Voorstanders zijn van mening dat als de indruk bestaat dat het functioneel is er geen bezwaar is (mits er geen mega hoeveelheden worden geconsumeerd). Soms worden vitaminesupplementen aanbevolen bij speciale groepen: bijv. foliumzuur bij vrouwen die zwanger willen worden ter voorkomen van afwijkingen en vitamine D bij kinderen en ouderen. Momenteel krijgt vitamine D deficiëntie veel belangstelling. - mineralen en spoor elementen. Worden ook veel geconsumeerd, soms in combinatie met vitamine preparaten. Calcium preparaten zouden zinvol kunnen zijn bij Calcium gebrek en dus kans op botbreuken en zeker niet schadelijk. - pre/probiotica. Prebiotica hebben een stimulerend effect op de microbiota van de dikke darm en probiotica zijn bacteriën waarvan een gunstig effect wordt geclaimd. Doordat langzamerhand duidelijk wordt dat processen in de dikke darm ook allerlei functies elders in het lichaam kunnen beïnvloeden, krijgt deze categorie stoffen ook meer aandacht. Algemene acceptatie van de werkzaamheid is nog niet aan de orde. - anti-oxidanten. Na aanvankelijk groot enthousiasme over vermeende effecten is gebleken dat anti-oxidanten in geïsoleerde vorm een tegengesteld effect kunnen hebben. De consumptie van antioxidanten in pil en poeder vorm wordt niet algemeen ondersteund. Er dient echter een duidelijk onderscheid gemaakt te worden met anti-oxidanten in groente en fruit (zie opmerkingen bij bioactives). >>> Foliolum Februari 2013

17


Redactioneel - anti-inflammatoire stoffen. Recent wordt veel aandacht besteed aan het concept “chronic low grade inflammation”, een unifying concept waarin dit type inflammatie als algemeen pathologisch mechanisme wordt gezien waardoor vele chronische ziekten als hartfalen, type 2 diabetes, alzheimer etc. kunnen ontstaan. Derhalve ligt de ontwikkeling en toepassing van anti-inflammatoire preparaten voor de hand. - bioactives (fytochemicals). Planten bevatten tienduizenden stoffen die een specifiek effect kunnen hebben op het metabolisme in de mens. We kunnen hierbij denken aan flavonen, flavonoiden, anthocyanen etc. Het precieze werkingsmechanisme van al deze stoffen is nu onderwerp van veel studies. Overlap met anti-inflammatoire stoffen en antioxydanten in de uiteindelijke effecten is zeker niet uit te sluiten. Het zal duidelijk zijn dat een voeding met voldoende groente en fruit voorkeur verdient boven allerlei pillen. Gericht op targets kan het volgend onderscheid gemaakt worden: - sportprestatie - gewichtsbeheersing - glycaemische controle - hartgezondheid - kankerpreventie - atopic exceem behandeling etc. en de meer exotische targets: - cosmetic foods - aphrodisiacs Het economisch belang van de verkoop/consumptie van voedingssupplementen moet niet worden onderschat; mondiaal gaat het om een markt van miljarden euro’s. Een ander punt van interesse kan zijn eventuele schadelijke effecten van de supplementen en interacties met de werking van geneesmiddelen; dit moet goed herkend worden. De meest belangrijke vraag is echter welke voedingssupplementen zijn nodig en ook werkzaam? Om deze zeer algemene vraag te beantwoorden zullen we een aantal voorbeelden onder de loep nemen: 1. Sportpreparaten. De belangrijkste preparaten zijn eiwit supplementen, meestal wei eiwit en caseïne die worden gebruikt in samenhang met een trainingsschema om de spieropbouw te bevorderen.

18

Foliolum Februari 2013

De omzet van deze preparaten is aanzienlijk en er is wetenschappelijke evidentie dat hiermee resultaten kunnen worden geboekt [1]. 2. Supplementen voor gewichtsbeheersing. Er zijn veel supplementen die gericht zijn op gewichtsbeheersing. Wetenschappelijk is duidelijk dat er vele factoren zijn die een rol spelen bij het bepalen van het gewicht (inname calorieën, besteding calorieën, netto darmabsorptie, oxydatie in het lichaam), maar er is geen magic pil die de problemen tegen kan gaan. Met stip is nog steeds de beste behandeling: matige inname van calorieën, hoge kwaliteit van het voedsel (voedsel met hoge nutriëntdichtheid) en voldoende beweging. 3. Preparaten voor glycaemische controle. Het reguleren van de bloed glucose spiegel of glycaemische controle speelt een rol bij gewichtsbeheersing, sportprestatie en preventie van type 2diabetes. In de voedingsleer wordt sinds enige tijd aandacht besteed aan dit onderwerp in relatie met het voorbewerken van zetmeel. Langzaam verteerbaar zetmeel geeft een optimale glucose spiegel: over langere tijd licht verhoogd waardoor de insuline respons laag blijft, voldoende energie aanwezig is, voortijdige hongergevoelens wordt vermeden. Aanvullende preparaten lijken mij niet relevant. 4. Hartpreparaten. Voedingssupplementen voor dit doel worden gebruikt zowel bij de preventie van hart en vaatziekten alsmede therapeutisch om herhaling van incidenten te voorkomen. Mijns inziens is het erg belangrijk om dit onderscheid te maken: bij preventie dienen primair lifestyle adviezen een zeer belangrijke rol te spelen: niet roken, aandacht voor voeding en voldoende bewegen. Therapie dient onder de regie van een arts / specialist plaats te vinden. Bij het gebruik van statines als therapeuticum om de cholesterol spiegel in het plasma te verlagen, geldt dat bij veel patiënten aanzienlijke bij-effecten ontstaan, met name spiertoxiciteit. Hierdoor moet de statine therapie worden gestaakt waardoor de aandacht voor alternatieven en voedingssupplementen sterk wordt vergroot. Geen enkel voedingssupplement wordt als afdoende beschouwd [2].


5. Cosmetic food. Dit is een categorie van supplementen die bij uitstek past bij het verlangen naar een perfect lichaam. Er wordt geïnvesteerd in onderzoek op dit gebied omdat de huid kwaliteit kan worden beïnvloed door de voeding. Op dit moment zijn er nog geen duidelijke aanraders. 6. Afrodisiacs. Ook een onderwerp waarover op het internet meer wordt gepubliceerd dan in pubmed. Vele chemische ingrediënten waarvan wordt geclaimd dat die de seksuele functie stimuleren, zijn vaak ook als voedingsmiddel te consumeren, hetgeen te prefereren is. Dan kan eerder het motto gelden: baat het niet, dan schaadt het ook niet. Een punt van aandacht is mogelijk ook nog eventuele interacties van voedingssupplementen met regulier medicijn gebruik. Een bekend voorbeeld is hierbij vitamine K preparaten en de werking van warfarine met betrekking tot bloedstolling. Ten slotte, terug naar de kernvraag: zijn voedingssupplementen nodig en werkzaam? Deze vraag kan niet altijd met zekerheid beantwoord worden, behalve in enkele speciale situaties bijv. sportvoeding en bepaalde vitaminepreparaten. Zijn voedingssupplementen derhalve wetenschappelijk niet interessant? Dit is zeer zeker niet het geval. Voedingssupplementen zijn niet weg te denken uit de context van zelfmedicatie. Tevens moeten we ons realiseren dat door de individuele variatie van ons metabolisme de werkzaamheid van supplementen via een clinical trial in populaties vaak moeilijk is aan te tonen. In een individu kan een supplement wel degelijk werkzaam zijn. Wel is vaak het effect van een supplement ook te bereiken door een specifieke voeding. Het is belangrijk dat we ons realiseren dat voeding meer is dan alleen calorieën en dat voeding bestaat uit vele specifieke nutriënten die ingrijpen op het metabolisme in ons lichaam. Met name op het gebied van bioactieve componenten (”fytochemicals”) is heel veel ontwikkeling in het inzicht wat deze stoffen met ons lichaam doen.

Het is misschien zinvol voor de opleiding van apothekers meer aandacht te besteden aan alle aspecten van gezonde voeding, waaronder voedingssupplementen en functional foods teneinde een overzicht te hebben over het gehele spectrum van behandel opties en in de toekomst een effectieve invulling te geven van het begrip “personalised therapy” in de gezondheidszorg Roel Vonk is hoogleraar medische voedingsleer bij het UMCG en is opgeleid als biochemicus. Hij heeft gestudeerd aan de RUG (technische chemie, biochemie) en vervolgens gepromoveerd in de farmacologie (RUG). Na een training in de Pediatrische Gastroenterologie in Montreal heeft hij bij de kindergeneeskunde van het UMCG het lab gastroenterologie en voeding opgezet. Als hoofd van de Medical Biomics unit heeft hij zich bezig gehouden met de diverse genomics technieken o.a. proteomics en metabolomics voor het ontwikkelen van biomarkers. Hij houdt zich verder bezig met de vertering van koolhydraten (lactose,zetmeel) en de werking van bio-actives. Hierbij worden de gezondheidsaspecten van o.a. brood, aardappelen en zuivelproducten en groente onderzocht. Dit met focus op preventie van type 2 diabetes en healthy aging. Momenteel is hij ook dga van HanzeNutrition BV Contact: roelvonk@gmail.com Referenties 1. Burke D.G., et al. The effect of whey protein supplementation with and without creatine monohydrate combined with resistance training on lean tissue mass and muscle strength. Int J Sport Nutr Exerc Metab. 2001 Sep; 11(3): 349-64 2. Kanji S, et al.. Interactions of commonly used dietary supplements with cardiovascular drugs: a systematic review. Systematic Reviews 2012; 1(26)

Foliolum Februari 2013

19


Facultair Koffie... koffie... tijd Prof. Bischoff

Analytische Biochemie Op een winterse dinsdagmiddag in januari hebben we een interview gehouden met professor Bischoff, hoofd van de basiseenheid Analytische Biochemie. Onder andere zijn studententijd, zijn dagelijkse activiteiten binnen de basiseenheid en zijn visie op het onderwijs binnen de opleiding kwamen ter sprake. Professor Bischoff heeft vroeger scheikunde gestudeerd in Göttingen (Duitsland). Destijds was er in het Duitse onderwijssysteem geen Bachelor- en Masterfase, maar was er sprake van een drie à vier jaar durend “Vordiplom”, gevolgd door een twee tot drie durend “Diplom”. In zijn studententijd was professor Bischoff niet actief bij een studie- of studentenvereniging. Hij gaf aan dat dat in de tijd dat hij studeerde ongebruikelijk was; in de naoorlogse Duitse maatschappij was er onder studenten niet echt behoefte aan studentenverenigingen. Ook spreekt het imago van “bierdrinkende studenten” hem niet zo aan. Bovendien was Scheikunde toen ook al een pittige studie; slechts een derde van zijn collega-eerstejaars haalde het tweede jaar. Hiernaast was professor Bischoff op politiek gebied betrokken via kleine politieke partijen binnen het universiteitsmilieu. Tijdens zijn studie was er wel tijd om met vrienden door Afrika en Japan te trekken. Professor Bischoff gaf aan dat hij een aantal verschillen ziet tussen de opleiding Scheikunde zoals hij deze vroeger heeft gedaan in Duitsland en de huidige opleiding Farmacie zoals deze nu in Groningen wordt gegeven. Professor Bischoff deed vroeger met name scheikundige vakken als analytische, organische en fysische chemie. Meestal had hij in eerste instantie mondelinge examens, gevolgd door practica op het lab. Hij kon de grote

20

Foliolum Februari 2013

Redactiecommissie

mate van vrijheid die het instituut hem bood waarderen. Ook hadden de professoren die een practicum leidden de beschikking over een vijfvoud aan assistenten in vergelijking met de situatie zoals die nu is op onze opleiding. In vergelijking met zijn opleiding vindt hij dat Farmacie naar zijn mening erg schools is opgesteld; het hele jaar lang zijn alle vakken in blokken afgebakend, zodanig dat het rooster erg strak gepland is en dat de studenten relatief weinig vrijheid geboden wordt. Naar zijn mening zou het beter zijn om deze strak geplande blokken van cursussen te versoepelen en de studenten meer vrijheid te bieden, zodat zij doelgerichter en zelfstandiger, zeker wat betreft onderzoek, kunnen worden opgeleid. Echter, doordat het collegejaar vanaf volgend studiejaar wordt ingekort, zal het alleen maar moeilijker worden dit in de realiteit om te zetten. Professor Bischoff gaf aan dat hij waarde hecht aan het feit dat een academische studie ook studenten de mogelijkheid moet bieden zich te kunnen verdiepen in andere studierichtingen, wat door deze maatregel alleen maar meer wordt bemoeilijkt. Na zijn studententijd was hij drie jaar PhD bij het “Max-Planck-Institute for Experimental Medicine in Göttingen” waar hij in een internationale onderzoeksgroep terecht kwam. Hij beschouwde het als “eye opener” dat hij door een Amerikaanse onderzoeker werd begeleid. Dit heeft ook zijn Engels verbeterd. Bij het instituut heeft hij onderzoek gedaan naar translatie van de genetische code, een ‘hot item’ in de jaren tachtig. Tijdens zijn onderzoek heeft hij de rol van enzymen in het ribosoom op de synthese van de juiste nucleotidevolgorde bestudeerd. Nadat professor Bischoff twee jaar als postdoc in de Verenigde Staten werkzaam was, heeft hij elf jaar bij een biotechnologisch bedrijf in het Franse Strasbourg gewerkt. Hierna is hij drie jaar werkzaam geweest bij het Zweedse farmaceutische bedrijf AstraZeneca. Vervolgens werd hij in 2001 door een “editor collega” van een vakblad erop geattendeerd


dat er op de RuG een vacature was voor een professor die een nieuwe basiseenheid, namelijk Analytische Biochemie, wilde oprichten. Met zijn familie heeft hij deze afweging besproken en uiteindelijk heeft hij ervoor gekozen om naar Nederland te komen en te beginnen aan een nieuwe uitdaging. Aangezien professor Bischoff pas sinds 2001 aan de RuG kwam werken, kan hij niet heel veel vertellen over veranderingen die hebben plaatsgevonden in het onderwijs. Wel ziet hij duidelijk verschillen tussen de Duitse wijze waarop hij les had en de wijze zoals het bij onze opleiding gebruikelijk is. Hij had vroeger veel meer vakken elke week, die een jaar lang werden gegeven, terwijl bij onze opleiding steeds blokken van afzonderlijke vakken zijn ingeroosterd. Naar zijn mening is het voor de student nuttiger om een vak een heel jaar te volgen, zodat je de opgedane kennis bij zo’n vak langer onthoudt. Echter, voor de docenten is een dergelijk systeem minder handig, doordat ze dan gedwongen worden een bepaalde dag in de week aanwezig te zijn om te doceren. Hierdoor zouden ze minder vrijheid hebben, bijvoorbeeld in het maken van buitenlandse reizen. Het is in de jaren dat Bischoff doceert ook opgevallen dat het chemische ingangsniveau van de farmaciestudenten is gedaald, zelfs wat betreft simpele rekensommen. Dit komt niet door de studenten zelf, maar is te wijten aan het onderwijssysteem. Er wordt onvoldoende chemische achtergrondkennis meegegeven aan scholieren om ze optimaal voor te bereiden voor een bètastudie. Professor Bischoff ziet daarentegen wel dat de invoering van de BSA en de harde knip een positief effect hebben op de resultaten en prestaties van de huidige lichting studenten die Farmaceutische Analyse C heeft gevolgd. Ook het feit dat het aantal herkansingen is verminderd heeft ertoe geleid dat studenten zich beter op het tentamen voorbereiden, wat de prestaties van de studenten heeft doen verhogen. De voornaamste bezigheden die professor Bischoff binnen zijn basiseenheid verricht zijn gerelateerd aan fondsenwerving voor zijn onderzoek, besprekingen met andere onderzoeksgroepen op verschillende universiteiten, onderwijs aan studenten en het begeleiden van onderzoeksprojecten en AIO’s. Hij ziet het als voordeel dat hij binnen de Universiteit een grotere mate van vrijheid heeft in zijn werk dan in de tijd dat hij in het bedrijfsleven actief

was. Ook kon een bedrijf een lopend, maar niet succesvol project ieder moment annuleren tenzij het wel wetenschappelijk interessant was. Dat is nu veel minder het geval binnen zijn vakgroep op de universiteit. Hiernaast reist professor Bischoff vaak naar onderzoeksgroepen in het binnenen buitenland om persoonlijke contacten te onderhouden en mee te helpen aan het opzetten van (Europese) projecten aangaande de analytische biochemie. Ondanks zijn drukke agenda vallen al deze activiteiten goed te combineren met zijn functie binnen de basiseenheid. Hij gaf aan dat hij samen met professor Verpoorte een gemeenschappelijk secretariaat heeft in de persoon van mevrouw Meindertsma, die alles strak plant, waardoor hij overal van op de hoogte blijft. Professor Bischoff gaf aan dat in de analytische biochemie de afgelopen decennia grote doorbraken hebben plaatsgevonden, zoals de mogelijkheid tot het sequencen van het humane genoom en het toepassen van databases op de hieruit komende gegevens. Parallel hieraan zijn ook de grootse ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de massaspectrometrie noemenswaardig. Zo wonnen de technieken “Laser desorption ionization en Electrospray ionization”, waarmee grote moleculen

konden worden geanalyseerd, de Nobelprijs voor scheikunde. Daarnaast heeft proteomics ervoor gezorgd dat heel veel eiwitten nu goed kunnen worden geïdentificeerd. Verder verwacht professor Bischoff dat met name de miniaturisatie in de biochemie een grote rol gaat spelen. Het doen van analyses met kleinere volumina vloeistoffen is een “hot topic” op dit moment (zie ook het werk van de basiseenheid van professor Verpoorte). >>> Foliolum Februari 2013

21


Facultair Professor Bischoff doceert het derdejaars vak Farmaceutische Analyse C, begeleidt de Junior Scientific International Master, de BCN International Master en de Top Master PDMI en doceert het vak Biotechnologie bij de studie Life, Science & Technology. Verder begeleiden collega’s van zijn vakgroep het tweedejaars vak Biostatistiek en verschillende Bachelorprojecten. Naast zijn drukke baan besteedt professor Bischoff ook graag tijd aan het bezoeken van zijn familie in Duitsland, skiën en fietsen. Zelf heeft hij drie Russische adoptiekinderen van 18 en 20 jaar. Ook is hij editor van een wetenschappelijk blad dat uitgegeven wordt door de Elsevier. Menig zondagmiddag vult hij met zijn werkzaamheden als editor van dit blad.

22

Foliolum Februari 2013

Stel, je bent van plan in de nabije toekomst een bachelor- of masterproject te gaan doen, maar je weet nog niet precies bij welke basiseenheid je dit wilt gaan doen. Analytische Biochemie is bij uitstek geschikt voor studenten die geïnteresseerd zijn in het doen van onderzoek, en dan met name laboratorisch onderzoek. Wanneer je de interactie tussen biochemie en het ziekenhuis boeit, dan is deze basiseenheid echt een aanrader! Zo wordt er gewerkt met weefsel van kankerpatiënten en zijn er vergaderingen met clinici waaraan ook de masterstudenten deelnemen. Als masterstudent wordt je gelijk betrokken in lopende projecten op de basiseenheid en werk je samen met een PhD-student of een postdoc. Ook wanneer je interesse hebt om later in de farmaceutische industrie te gaan werken, is deze basiseenheid een goede mogelijkheid.


Student in het buitenland George Liao Pittsburgh Pittsburgh, Pennsylvania: de tweede stad in de staat en nummer 22 landelijk. Liefkozend ‘the Steel City’ of ‘the City of Bridges’ genoemd naar de vroegere booming staal industrie en de vele bruggen. Tegenwoordig is Pittsburgh een stad van universiteiten, ziekenhuizen (>20 UPMC Hospitals), sport en natuurlijk nog steeds die bruggen.

mijn tweede onderzoek had er dan ook alles mee te maken. De postdoc met wie ik samenwerkte, hield zich bezig met de vele eiwitten die daarbij betrokken zijn en we hebben verscheidene cel en enzym assays uitgevoerd waarbij verschillende stoffen getest werden. Ik werkte dezelfde assays af, als onafhankelijke duplo, waardoor we een grotere nauwkeurigheid bereikten – mits onze resultaten overeenkwamen.

In juni 2012 kreeg ik mijn minor aan the University of Pittsburgh rond en werd ik voor een klein half jaar ingeschreven aan Pitt. Het Amerikaanse universiteitssysteem werkt enigszins anders dan het Nederlandse, dat wist ik, maar dat ik als bachelor Farmaceutisch Wetenschapper ingeschreven werd als graduate student Pharmaceutical Sciences met een bijhorend master/PhD level vak, kwam toch als een verrassing. Professoren aan beide universiteiten bleven volhouden dat het te doen is, dus ach, waarom ook niet? Aan de universiteit deed ik, naast mijn vak, vooral onderzoek. Mijn tijd voor onderzoek verdeelde ik onder twee verschillende projecten bij twee postdocs: één synthetisch/organisch van aard en de ander biochemisch/cellulair. Bij mijn synthetisch organisch project mocht ik volledig mijn eigen gang gaan; ik werkte aan de Ugi-synthese van pyrrolidine diketon scaffolds, die vervolgens gecycliseerd werden en gevolgd door een Pictet-Spengler reactie voor extra cyclisatie; klinkt ingewikkeld, maar het werk zit voornamelijk in de purificatie en analyse. Dr. Day, mijn ‘host’ professor, heeft een grote naam op het gebied van cytoskelet onderzoek;

Pittsburgh was een geheel onbekende stad voor mij. Het enige wat ik eens had vernomen, was dat the Pittsburgh Steelers wel het een en ander bereiken en dat zowel de stad als de universiteit tot één van de oudsten van het land behoren. Pittsburgh is voor Amerikaanse begrippen een bescheiden stad, wat nog steeds betekent dat een auto redelijk essentieel is. Verder ziet het er erg on-Nederlands uit door de bergen en heuvels. Van de grote staalindustrieën van weleer is weinig nog over, de grootste herinnering aan het verleden is eigenlijk nog de naam Steelers. Pittsburghers zijn erg trots op hun drie sportteams – Steelers (NFL), Pirates (MLB) en Penguins (NHL); overal in de stad zijn de nodige fan gear en logo’s te spotten. Helaas presteerden de Steelers en Pirates bijzonder jammerlijk dit seizoen en is de helft van het NHL seizoen niet gespeeld door de lockout; gelukkig zal ik een wedstrijd van de Penguins toch nog wel kunnen meepakken. Pittsburgh telt zeven universiteiten, maar op Pitt na heeft geen ander zo’n grote campus als wij. Alle universiteitsgebouwen zijn gegroepeerd >>> Foliolum Februari 2013

23


Facultair

24

en alles wat je als studen nodig hebt, bevindt zich op loopafstand. The Cathedral of Learning, het hoofdgebouw van Pitt, bevindt zich in hartje campus en kun je niet missen; the Cathedral lijkt namelijk inderdaad op een kathedraal, telt 42 verdiepingen (lecture halls op elk van die 42) en is gebouwd in een geheel neogotische stijl. Door studenten is the Cathedral omgedoopt tot ‘the drunken compass’, wegens overduidelijke redenen. De Biomedical Science Tower 3, waar mijn lab zit, is ook bijzonder. Het eerste wat mij opviel bij aankomst, was de uitgebreide beveiliging. Na een week ongeveer, kwam ik erachter dat de FBI een counter-bioterrorism lab met level drie biohazard clearance (alle dodelijke microorganismen) in het gebouw heeft. Ook waardeert men het niet als je een kijkje op die verdieping probeert te nemen.

Toen ik eens aan de zijlijn stond bij onze monsterlijke overwinning van een footballwedstrijd tegen de nummer 21 landelijk en ons zo kwalificeerden voor een eindjaarsbowl, heb ik de sport ook leren waarderen en heb ik begrepen waarom iedereen zo trots is op z’n eigen universiteit.

Het Amerikaanse studentenleven is uniek door de uitgesproken school pride. In Nederland zul je dit niet zo gauw tegenkomen, aangezien wij ook geen uitgebreid sportprogramma aan de universiteiten hebben en dat is toch wel een gemis. Op de campus zie je overal de Pittsburgh Panthers. Wanneer er wedstrijden zijn, zijn de kroegjes volledig gevuld. Naast alle wedstrijden worden evenementen als homecoming ook live uitgezonden op nationale TV, wat dit jaar gepaard is gegaan met vuurwerk, lasers en een slam dunk contest; mijn five seconds of fame werden toen ook een feit.

Op het moment van schrijven heb ik nog een klein maandje te gaan. Het leven hier in Amerika is fijn en Pittsburgh is niet langer een onbekende stad voor mij. Over een week vier ik mijn 21e verjaardag, wat voor Amerikaanse studenten de belangrijkste verjaardag is, terwijl ik een tweede coming of age krijg.

Foliolum Februari 2013

In mijn eerste maand in Pittsburgh, werd ik uitgenodigd voor een camping door de andere studenten in het lab. Buiten het lab om had ik ze vooralsnog weinig gezien en wist ik dus niet wat ik van deze excursie verwachten kon. Flessen drank kwamen uit kussens en slaapzakken te voorschijn en wat een geluk dat er een paar dobbelstenen aanwezig waren. Paar rondes dobbelen, en opmerkingen als ‘You Dutch guys are heartless!’ om de regeltjes, verder, wist ik dat ik me in goed gezelschap bevond.

Tot in Februari bij de Dies! P.S.; I haven’t Dutched for a while.


Afgestudeerden Abdullah El Asadi

Molculaire Farmacologie

Samir Baghban Ziekenhuisapotheek Daphne Bertholee

Farmacotherapie en Farmaceutische Patiëntenzorg

Sophie Brus FE2 Willeke Eilander

Farmacotherapie en Farmaceutische Patiëntenzorg

Iren Heidari Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting Pieter Oomen

Biomonitoring en Sensoring

Karlijn Rijkee Ziekenhuisapotheek Marije Van Veen Schillhorn

Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting

Attje Talsma Farmacotherapie en Farmaceutische Patiëntenzorg Linet Tanke Klinische ziekenhuisfarmacie Marij De Vries Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting

Gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!

Foliolum Februari 2013

25


Facultair Promovendi

Catalytic promiscuity of 4-oxalocrotonate tautomerase. Discovery and characterization of C-C bondforming activities Datum: Promotie: Proefschrift: Promotor(s): Faculteit:

07 december 2012 mw. E. Zandvoort, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Catalytic promiscuity of 4-oxalocrotonate tautomerase. Discovery and characterization of C-C bond-forming activities prof.dr. W.J. Quax, prof.dr. G.J. Poelarends Wiskunde en Natuurwetenschappen

Promiscue enzymen nuttig voor kunstmatige synthese Ook een enzym kan promiscue zijn. Katalytisch promiscue dan, waarbij het enzym naast zijn natuurlijke activiteit een alternatieve reactie (of reacties) katalyseert. Het is een verschijnsel, dat als recent ontdekt concept erg relevant is voor het ontwerpen van nieuwe enzymen. Ellen Zandvoort toont aan dat het screenen op nieuwe promiscue reacties op basis van de unieke eigenschappen van een enzym - in haar geval de aanwezigheid van een katalytisch N-terminaal proline met de reactiviteit om enamines te vormen met carbonylverbindingen - een krachtige strategie is om nieuwe, synthetisch relevante katalytische transformaties te vinden. Enzympromiscuïteit is een veelbelovende bron van synthetisch relevante katalytische transformaties. De uitdaging is om gebruik te maken van de kennis van reactiemechanismes om nieuwe promiscue reacties te ontdekken en vervolgens deze promiscuïteit in te zetten voor het creëren van op maat gemaakte biokatalysatoren. Het enzym 4-oxalocrotonaat tautomerase (4-OT) katalyseert tautomerisatie reacties en gebruikt daarbij een uniek N-terminaal proline residue (pKa~6.4) als katalytische base. Zandvoort heeft, geïnspireerd door het succes van L-proline in de organokatalyse van C-C bindingvormende reacties, onderzocht of het prolinegebaseerde enzym 4-OT in staat is om onnatuurlijke C-C bindingvormende reacties te katalyseren. Ze vond dat 4-OT katalytisch promiscue is en C-C bindingvorming katalyseert in verschillende aldol (condensatie) reacties en een Michael-additiereactie. Het product van deze laatste reactie is 4-nitro-3-fenylbutanal gevormd, dat een bouwsteen is voor het antidepressivum Phenibut (4-amino-3-fenylbutaanzuur). Verder ontdekte Zandvoort een promiscue cis-trans-isomerisatie activiteit. Karakterisatie van de verschillende activiteiten wees uit dat het N-terminaal proline residu inderdaad essentieel is voor al deze promiscue reacties en dat katalyse waarschijnlijk plaatsvindt via een enamine intermediair. Ellen Zandvoort (Drachten, 1983) studeerde biomoleculaire wetenschappen aan de RUG. Haar promotieonderzoek deed zij daar bij de afdeling Farmaceutische Biologie binnen het Groningen Research Institute of Pharmacy (GRIP). Haar onderzoek valt binnen een onderzoekslijn gericht op de ontwikkeling van enantioselectieve proline-gebaseerde biokatalysatoren voor alkylering, Michael additie en aldol reacties. Het doel is deze biokatalysatoren als synthetische strategie toe te passen in de productie van medicijnen en fijn chemicaliën. Zandvoorts onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) met een Vidi-subsidie en door het European Research Council (ERC) met een ERC Starting grant. Beide subsidies toegekend aan prof.dr. G.J. Poelarends.

26

Foliolum Februari 2013


Applying and extending mixed-effects models in health economics and outcomes research Datum: 18 december 2012 Promotie: dhr. P. Pechlivanoglou, 9.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Applying and extending mixed-effects models in health economics and outcomes research Promotor(s): prof.dr. M.J. Postma, prof.dr. J.E. Wieringa Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Kosteneffectiviteit voorgeschreven medicijnen beter inschatten met ‘mixed-effects modellen’ Het opleiden van artsen in kosteneffectief denken wanneer ze een geneesmiddel voorschrijven, lijkt effectiever dan hun hiertoe een financiële prikkel te geven, concludeert Petros Pechlivanoglou. Zogenaamde ‘mixed-effects modellen’ kunnen helpen de effectiviteit en kosteneffectiviteit van een behandeling beter in te schatten. Pechlivanoglou onderzocht de toepassing en de methodologie van mixed-effects modellen binnen gezondheids- en farmaco-economie en uitkomstenonderzoek. Hij richtte zich met name op de analyse van voorschrijfgegevens en methoden voor de synthese van medische ‘evidence’. Om de waarschijnlijkheid van generieke substitutie van een recept door de apotheker te identificeren analyseerde Pechlivanoglou voorschrijfgegevens uit Noord Nederland. De gelaagde structuur van de voorschrijfgegevens vereist het gebruik van een ‘mixed-effects’ model dat significante relaties tussen substitutie en variabelen als ervaring met medicijngebruik en apotheekformule specificeert. Een tijdreeks dataset uit dezelfde regio werd gebruikt om de invloed van zowel een financiële als een educatieve interventie op rationeel voorschrijven te analyseren. Voor deze analyse werd een multivariaat ‘state-space’ model ontworpen. Met dit model identificeerde Pechlivanoglou een belangrijke invloed van de educatieve interventie op de voorschrijfpatronen, terwijl de financiële interventie hierop geen significant effect bleek te hebben. Daarnaast gebruikte Pechlivanoglou ‘mixed-effects’ modellen om medische en gezondheidseconomische besluitvorming te ondersteunen in meer specifieke ziektegebieden, zoals infectieziekten en preventie van beroertes. In een meta-regressie, uitgevoerd om de S. pneumoniae prevalentie bij community-acquired pneumonie in Europa te schatten, vond hij een grote regionale en zorgspecifieke variatie. Methoden voor synthese van bewijs werden gecombineerd met economische beslismodellen om zo de kosten-effectiviteit van nieuwe antimycotica en anticoagulantia te onderzoeken. Met name de laatste analyse verrichtte hij direct in het kader van advisering door Gezondheidsraad. Tot slot presenteert Pechlivanoglou in zijn proefschrift een verbetering van de methodologie van de bewijs-synthese die de toepassing van mixed-effects modellen in complexe model structuren mogelijk maakt. Petros Pechlivanoglou (Griekenland, 1983) studeerde econometrie aan de RUG, waar hij vervolgens zijn promotieonderzoek deed bij de afdeling Farmacie, vakgroep PharmacoEpidemiology & PharmacoEconomics. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse generieke medicijnenindustrie (BOGIN), door ZonMw, MSD UK en de Nederlandse Gezondheidsraad. Precision-cut liver slices as a model for intrinsic and idiosyncratic drug-induced liver injury Datum: 21 januari 2013 Promotie: dhr. M. Hadi, 12.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Precision-cut liver slices as a model for intrinsic and idiosyncratic drug-induced liver injury Promotor(s): prof.dr. G.M.M. Groothuis Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen Veelbelovende en robuuste ex vivo methode om levertoxiciteit van medicijnen beter te voorspellen Leverschade als bijwerking van medicijnen is vaak verantwoordelijk voor het van de markt halen van medicijnen. Deze levertoxiciteit was meestal niet voorspeld in de preklinische studies omdat er geen Foliolum Februari 2013

27


Facultair adequate methoden beschikbaar zijn dit te voorspellen. Mackenzie Hadi ontwikkelde nieuwe voorspellende ex vivo screening tools en biomarkers die levertoxiciteit beter kunnen voorspellen. Daarmee draagt hij tevens bij aan het verfijnen, reduceren en vervangen van dierproeven. Hadi ontwikkelde een methode met precies gesneden leverplakjes (PCLS) van mens en dier om intrinsieke en idiosyncratische levertoxiciteit te voorspellen. Deze PCLS bestaan uit dunne plakjes lever waarin de structuur en de normale cel-cel interacties gehandhaafd blijven. Hoewel intrinsieke levertoxiciteit soms in preklinische studies kan worden voorspeld, bestaan er geen goede methoden om idiosyncratische toxiciteit te ontdekken mede omdat die slechts heel zelden voorkomen (in 1 op de 1000-10.000 patiĂŤnten). Gebaseerd op de hypothese dat idiosyncratische levertoxiciteit het gevolg is van blootstelling aan het geneesmiddel tijdens een ontstekingsreactie, stelde Hadi leverplakjes van mens, rat en muis bloot aan een niet-schadelijke concentratie van geneesmiddelen, waarvan bekend is dat ze idiosyncratische toxiciteit bij patiĂŤnten veroorzaken, tegelijk met een ontsteking-inducerende stof, LPS. Onder deze omstandigheden bleek in het merendeel van de monsters levertoxiciteit op te treden. Ook vond Hadi duidelijke verschillen in metabolisme en toxiciteit tussen de mens en proefdieren. Zijn model blijkt dus veelbelovend voor de voorspelling van intrinsieke en idiosyncratische levertoxiciteit voor de mens. Bovendien wordt hiermee het belang onderstreept van experimenten met menselijk levermateriaal in aanvulling op dierproeven om de mechanismen van intrinsieke en idiosyncratische DILI te onderzoeken bij de mens en draagt dit onderzoek bij aan de reductie van het proefdiergebruik voor geneesmiddelonderzoek. Mackenzie Hadi (IndonesiĂŤ, 1984) studeerde biotechnology aan de Mannheim University of Applied Sciences en promoveert aan de RUG op onderzoek dat hij uitvoerde bij de afdeling Pharmacokinetics, Toxicology and Targeting, onderzoeksschool GRIP. Het werd gefinancierd door Top Institute Pharma. Hierna gaat hij werken bij Shell in Den Haag, als toxicoloog. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------Precision-cut liver slices as a model for intrinsic and idiosyncratic drug-induced liver injury Date: January 21, 2013 PhD ceremony: Mr. M. Hadi, 12.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Dissertation: Precision-cut liver slices as a model for intrinsic and idiosyncratic drug-induced liver injury Promotor(s): prof.dr. G.M.M. Groothuis Faculty: Mathematics and Natural Sciences Severe liver toxicity is one of the main reasons why drugs are taken from the market. This liver toxicity was not predicted in preclinical studies, because nowadays no adequate translational strategies are available to adequately predict the safety of new drugs. Mackenzie Hadi developed novel predictive screening tools and biomarkers for better prediction of liver toxicity. His research contributes to the 3Rs (refinement, reduction and replacement) of animal experiment Hadi developed an in vitro model with precision-cut liver slices (PCLS) from human and animal liver for intrinsic and idiosyncratic drug-induced liver injury (DILI). These PCLS retain the normal tissue architecture of an intact liver and normal cell-to-cell interactions. Although intrinsic DILI sometimes can be detected during preclinical studies, idiosyncratic DILI is up to now almost unpredictable as it occurs in a small minority of the patients taking the drug (<1 in 1000-10.000 people). Based on the hypothesis that this idiosyncratic DILI may arise when drugs are taken during inflammatory episodes, Hadi exposed PCLS from rat, mouse and human liver to a non-toxic dose of drugs known to cause IDR in patients and at the same time to an inflammation-inducing agent, LPS. Indeed under these circumstances liver toxicity could be found in the majority of the samples, indicating that this model could predict idiosyncratic DILI in vitro. Moreover marked species differences in drug metabolism and intrinsic and idiosyncratic toxicity were identified by Hadi. This underlines the importance of using human tissue in addition to animal experiments for prediction of toxicity, for the elucidation of the mechanisms of intrinsic and idiosyncratic DILI in humans and also to reduce the number of experimental animals for research and drug development.

Gefeliciteerd met de promotie!

28

Foliolum Februari 2013


Studenten Overleg Farmacie

Het STOF heeft de afgelopen maanden niet stil gezeten. Zo hebben we in het vorige Foliolum laten weten bezig te zijn met het ontwikkelen van een klachtenformulier. Deze zijn vanaf nu onder meer op het P.S.-hok en bij STOF-leden te verkrijgen. Mocht je ons tegenkomen of op het P.S.-hok zijn, kun je nu snel en makkelijk een klacht kenbaar maken! We zullen vervolgens binnen vijf werkdagen contact opnemen. Klachten indienen kan natuurlijk ook nog steeds via de mail: stof@psgroningen.nl. Daarnaast hebben we de Nestor-pagina bijgewerkt. De oude STOF-site verdwijnt en Nestor is nu de centrale plek voor alle informatie vanuit het STOF: onder meer nieuws, notulen, informatie over de geledingen en de Docent-van-het-jaarverkiezing zijn hier nu allemaal terug te vinden. Ook zullen voortaan alle vakevaluaties hier terug te vinden zijn. Recente ontwikkelingen Vanaf 1 januari 2013 bestaat de bestuurslaag van de FWN officieel uit twee besturen: de Undergraduate en de Graduate School of Science. Dit vervangt de structuur met drie opleidingsinstituten (ONT, OIC & OLW). Het bestuur van de UGS is verantwoordelijk voor alle bacheloropleidingen van de FWN. Het bestuur van de GSS is verantwoordelijk voor de masteropleidingen en promotiestudenten. Er zijn plannen om binnen de gehele universiteit het jaarrooster aan te passen. Hierbij zou een jaar gaan bestaan uit vier blokken van elk 9 weken, direct gevolgd door een (her)tentamenweek. Eén blok bestaat dan uit drie vakken van elk drie weken. Dit zou als gevolg hebben dat onder meer de hertentamenperiode in de kerstvakantie en lintvakken verdwijnen. Daarnaast zou het uitruilen van vakken uit een ander jaar of het volgen van vakken bij een andere opleiding gemakkelijker worden, omdat de roosters gelijk zullen lopen. Evaluaties Farmaceutische Technologie en Biofarmacie I (FTB I, mei 2012) De cursus wordt gewaardeerd met het cijfer 7,1. De meeste overschrijdingen hebben betrekking op de literatuur en het tentamen. De respondenten geven aan dat collegesheets in de klapper vaak niet goed leesbaar waren en zouden graag collegesheets op Nestor willen gebruiken. Daarnaast is de literatuur niet duidelijk en niet noodzakelijk voor dit vak. Er wordt aangegeven dat er weinig representatieve

ZuurSTOF

oefenvragen zijn en dat de toetsnormen onduidelijk zijn. Ook geeft een deel van de respondenten aan dat de tentamenvragen te gedetailleerd waren. Biostatistiek (juni 2012) De cursus wordt gemiddeld gewaardeerd met het cijfer 6,4. Opvallend is het aantal klachten over de gegeven hoorcolleges. De studenten vonden de docent niet taalvaardig genoeg, wat ten koste ging van goede uitleg, relevantie, enthousiasme en begrip van de leerstof. Aan de opbouw, het aantal colleges en de bereidheid tot uitleg lag het niet. Men was zeer positief over de werkcolleges, die goed aansloten op de colleges en goed voorbereidden voor het tentamen. Ook was men tevreden over het tentamen. Wel vonden studenten dat er te grote niveau verschillen waren bij de tussentoetsen, en het boek en de syllabus werden niet zinvol gevonden. Humane Fysiologie (juni 2012) De cursus (zowel hoorcolleges als werkcolleges en practicum) wordt zeer goed gewaardeerd, al is er veel overlap met andere cursussen. Een blijvend aandachtspunt is het ontbreken van voldoende representatieve oefenvragen voor het tentamen. In een reactie hebben de betrokken docenten aangeven meer oefenvragen ter beschikking te zullen stellen. De Evaluatiecommissie (EC) is nog steeds op zoek naar nieuwe studentleden. De EC vergadert één keer per maand, waarbij alle evaluaties besproken worden. Verder wordt er van je verwacht dat je helpt met beoordelen van de evaluaties. Lijkt het je leuk om eindelijk eens te zien wat er met de evaluaties wordt gedaan, hieraan mee te werken en je zo in te zetten voor de opleiding? Stuur dan een mailtje naar stof@psgroningen.nl. Tot slot De eerstvolgende STOF-vergadering is 4 maart. Ben je benieuwd wat er zoal speelt, of heb je een punt dat je onder de aandacht wilt brengen? Kom dan gerust langs! Met vragen of klachten kun je zoals altijd terecht bij ons: stof@psgroningen of via Twitter (@stofpsgroningen). Studenten Overleg Farmacie 2012-2013 “ZuurSTOF”

Foliolum Februari 2013

29


Fotopagina

Foliolum Februari 2013


Foliolum Februari 2013


Pharmaciae Sacrum P.S. Agenda Februari

Dies

04 - STOF-vergadering 05 - P.S.-borrel 07 - EHBO-cursus 21 - EHBO-cursus 28 - EHBO-cursus

13 - Diessymposium, Receptie en Openingsfeest 14 - Dies Culturele Avond 16 - Dies Buitendag, Galadiner en Galabal

Maart 04 - STOF-vergadering 05 - P.S.-borrel 07 - Sportdag STERC

14 - Masteruitreiking 20 - SSS Eerstejaarssymposium 26 - ALV P.S.

April 01 - STOF-vergadering 02 - P.S.-borrel 04 - Pre-BEC borrel

32

Foliolum Februari 2013

12 - Voetballen met AIO’s 18 t/m 24 - BEC


Wist je dat ..... ... Platelet Rich Plasma (PRP) behandeling, de nieuwste ontwikkeling in de plastische chirurgie, gebruik maakt van je eigen bloed om de vitaliteit van je huid terug te brengen? Bij deze behandeling wordt uit het eigen bloed plasma gefilterd, wat de ietwat lugubere bijnaam “vampire facelift” heeft opgeleverd. Dit plasma bevat een hoge concentratie bloedplaatjes en actieve factoren. Ingespoten in de huid hebben deze een verjongend, verstevigend en hydraterend effect, wat een stralende en strakkere huid tot gevolg heeft. Omdat de groeifactoren enige tijd nodig hebben om hun werk te doen, worden de eerste resultaten na ongeveer vier tot acht weken zichtbaar. Nieuwe collageenvezels (type 1) worden aangemaakt, deze zorgen voor het behoud van de natuurlijke elasticiteit van de huid. Dit type collageenvezel neemt af bij het ouder worden, wat het ontstaan van rimpels tot gevolg heeft. Al vanaf €350,- per behandeling kun ook jij het veroudingsproces in je huid op deze nieuwe manier tegengaan!

... Er een nieuwe techniek is omtrent de liposuctie waarbij er met geluidsgolven het onderliggend bindweefsel wordt verwarmd en daarmee de vetcellen vloeibaar worden? Op deze manier kan het vet makkelijker en gelijkmatiger worden weggehaald. Dit zorgt voor minder pijn, minder zwelling en blauwe plekken. Het resultaat is beter en de herstelperiode is korter.

... Lelijke mannen meer sperma produceren dan knappe mannen? Dit is te wijten aan het feit dat mooie mannen meer kansen krijgen op voortplanting en daarom hun zaad verdelen. Omdat lelijke mannen minder kans maken gebruiken zij meer sperma en zouden vrouwen met een kinderwens bij hen dan ook aan het juiste adres zijn, aldus Britse onderzoekers.

... Ons lichaam in staat is om aspirientjes te produceren? Dat fruit en groente gezond is wist je vast al, maar wist je ook dat het nut hiervan is dat het lichaam zijn eigen aspirine maakt. Benzoëzuur, een natuurlijke stof in groente en fruit, maakt zijn eigen salicylzuur en zoals jullie vast weten is dat de stof met de pijnstillende eigenschappen.

Foliolum Februari 2013

33


Pharmaciae Sacrum Mosadex Excursie Rixt Wijma ‘Als je ooit de kans krijgt om met deze excursie mee te gaan MOET je zeker gaan!’ Deze plicht werd mij opgedragen door de Masterstudenten uit mijn toenmalige commissie die twee jaar geleden al met deze excursie mee mochten. Ik, als klein Bachelorstudentje, mocht toen helaas nog niet mee en sindsdien zit deze opdracht zeer diep in mijn farmaciehart opgeslagen. Afgelopen december kon dit stille verlangen ein-delijk worden vervuld toen ik met een grote groep P.S.-ers op donderdagochtend (VROEG) in de bus naar Limburg stapte. De buschauffeur had met z’n buschauffeur instinct voorspeld dat het erg druk op de weg zou zijn en dat we dus maar lekker vroeg moesten vertrekken. Uiteraard hoor je mij niet klagen aangezien je dit soort dingen natuurlijk over moet hebben om je droom te verwezelijken. Eindelijk was mijn Limburgse avontuur begonnen. Een avontuur vol met zachte g’s, een toekan, schildpadden en kerstversiering. Mosadex is een farmaceutische groothandel die ongeveer 600 apotheken in Nederland voorziet van hun voorraden en is gelegen in Elsloo (iets ten noorden van Maastricht). Om het jaar organiseert dit bedrijf een excursie voor de Masterstudenten van P.S. om hen de mogelijkheid te bieden een kijkje achter de schermen te nemen van zo’n groothandel. De excursie bestaat uit verschillende presentaties en rondleidingen en beslaat twee dagen. De deelnemers overnachten in een hotel in de buurt van het Mosadex gebouw. Als deelnemer hoef je dus alleen maar op tijd bij de bus te zijn en de rest volgt vanzelf. Zo makkelijk kan het zijn! Na een voorspoedige, en zeer vermakelijke, busreis kwamen we aan bij Mosadex waar we hartelijk ontvangen werden door Bert en Sonja, die de regie van de excursie in handen hadden. Na de lunch vertelde Bert ons iets over de invulling van de excursie en zijn werk als Regiodirecteur van Mosadex. Ook vertelde hij ons dat het goed gaat met Mosadex en dat er een stijgende lijn in het aantal klanten zit. Dit was interessant. Hoe krijgt een bedrijf, in tijden van crisis en de grote veranderingen in de zorg, het voor elkaar om alleen maar te groeien? Deze vraag moet ongetwijfeld in ieders hoofd omhoog gekomen zijn en we waren erg benieuwd naar het antwoord op deze vraag. Vervolgens kwam Bart Jansen, een apotheker ondernemer en eigenaar van Apotheek Budel, aan het woord. Hij vertelde ons alles over hoe het is om zelfstandig >>>

34

Foliolum Februari 2013


‘SSS’ Ouderejaarssymposium

Maarten van Oijen

Het was een regenachtige dag op drie december en velen in Nederland waren in afwachting van de Sint. Maar de ouderejaars studenten van Farmacie hadden andere plannen die dag. Het ouderejaarssymposium stond gepland, georganiseerd door de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘Sur Sum Scutra’ (afgekort de ‘SSS’).

ondernemer te zijn en wat er allemaal komt kijken bij het opstarten van een eigen apotheek. Zijn presentatie vond ik één van de meest interessante van de hele excursie omdat het ervoor heeft gezorgd dat ik met een hele andere kijk tegen het zelfstandig ondernemerschap aankijk. Misschien is het toch wel iets voor mij... De middag werd afgesloten met een uitgebreide rondleiding door de groothandel waarna we, vol verwachting, naar het hotel vertrokken. De uren die daarna volgden waren in één woord: legendarisch! Ik heb genoten van de borrels, het diner, de DJ-kunsten van DJ Chiel en van het enthousiasme van de mensen van Mosadex. Ze hebben ontwijfeld de tijd van hun leven gehad. Na een korte nacht en een goed ontbijt werden we weer naar het gebouw van Mosadex gebracht. Gedurende de ochtend kwamen we er onder andere achter hoe volgens de mensen van Mosadex de toekomst van de openbare apotheek en het perspectief voor de zelfstandige apotheker eruit ziet en werden we, middels een rondleiding, op de hoogte gebracht van het wel en wee op afdeling ‘Central Filling’. Het moge duidelijk zijn: de mensen van Mosadex hebben een super gevarieerd en goed verzorgd programma voor ons neergezet en vooral door hun enthousiamse hebben de deelnemers een goed, en positief, beeld gekregen van het bedrijf Mosadex. Ik raad iedereen aan om, wanneer de mogelijkheid daarvoor is, mee te gaan op deze excursie. Het is voor iedereen, ook voor studenten die zeker weten niet in de openbare farmacie werkzaam te willen zijn, een prachtexcursie.

Het thema van deze dag zou zijn: “Genen en Gedrag: Gekoppeld of Gescheiden?!” Bij dit thema kan gedacht worden aan de vraag of het gedrag bij geboorte al vaststaat of dat dit gedrag nog wel beïnvloed kan worden? Het symposium begon rond het middaguur met een goed georganiseerde lunch. Uiteraard verblijdt de aanwezigheid van verschillende goed belegde broodjes menig student, zeker wanneer deze gratis aangeboden worden. Het symposium werd geleid door de dagvoorzitter prof. dr. Berend Olivier. Hij is gedragsfarmacoloog en onder andere medeontdekker van het alom bekende antidepressivum fluvoxamine. Tijdens het symposium behandelde hij het verband tussen genen en agressie. De volgende spreker, prof. dr. Ulrich Eisel, zette het verband uiteen tussen genen en depressiviteit. Na de pauze, waarbij een kopje koffie of thee genuttigd werd, werd er gesproken over genen en eetgedrag en hoe dit kan leiden tot obesitas door prof. dr. Harold Snieder. Het symposium werd afgesloten door prof. dr. Anton Scheurink. In zijn presentatie koppelde hij niet alleen genen aan gedrag, maar hij keek hierbij ook naar de invloed van allerlei omgevingsfactoren. Na alle inspanningen die de sprekers die dag hadden geleverd, werden ze bedankt door de praeses van de ‘SSS’, Fianne van Loveren. Ze kregen een bloemetje en werden door het aanwezige publiek getrakteerd op een daverend applaus. Aan het eind van de dag zijn alle studenten huiswaarts gekeerd met meer inzicht over het verband tussen genen en gedrag. Tot volgend jaar!

Foliolum Februari 2013

35


Pharmaciae Sacrum Ziekenhuisfarmacieavond

Berdien Oortgiesen

Op 20 november vond de jaarlijkse ziekenhuis-farmacieavond plaats. Een avond waarin wij informatie kregen over wat het inhoudt om een ziekenhuisapotheker te zijn. Er kwamen twee sprekers aan het woord, die hun ervaringen met ons deelden om ons kennis te laten maken met dit vakgebied. De eerste spreker van de avond was mevrouw Sturkenboom, een ziekenhuisapotheker die werkzaam is in het UMCG. Elke ziekenhuis-apotheker is gespecialiseerd in een aspect van de ziekenhuisfarmacie en samen met hun team proberen zij de patiënten in het UMCG zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun ziekteverloop. De taken die in een ziekenhuisapotheek worden uitgevoerd zijn onder andere het bereiden en beheren van geneesmiddelen, het bepalen van lichaamsvreemde stoffen voor ‘therapeutic drug monitoring’ en het geven van voorlichting. Ook verpleegkundigen en artsen bellen vaak voor advies bij het behandelen van bijzondere gevallen. Daarnaast vindt er wetenschappelijk onderzoek plaats en worden apothekers in opleiding begeleid. Wat vooral duidelijk werd, is dat het een zeer veelzijdig beroep is, waarbij je echt bezig bent met de werking van geneesmiddelen in het lichaam en de verschillen tussen de patiënten. Na de pauze met lekkere broodjes kwam een ziekenhuisapotheker in opleiding bij het Martiniziekenhuis aan het woord. Ze liet ons haar rooster zien en dat was erg druk! Ze liep telkens met verschillende afdelingen mee, om te leren hoe het er daar aan toe gaat. Ze heeft het erg naar haar zin en ze vindt het fijn dat er in haar ziekenhuis niet echt sprake is van een hiërarchie, waardoor ze met iedereen mee mag lopen en vragen kan stellen. Na het horen van de verhalen van de sprekers, is mijn interesse voor het worden van ziekenhuisapotheker verder aangewakkerd. Helaas zijn er ieder jaar maar een beperkt aantal opleidingsplaatsen. Wil jij ook weten wat je nog meer kunt worden met je opleiding, dan raad ik je aan om volgend jaar zeker te komen!

36

Foliolum Februari 2013


Almanakcommissie

Diescommissie

Wij zijn de Almanakcommissie en bij deze hebben we het Foliolum betrapt op plagiaat. Zoals jullie in de Almanak kunnen lezen wordt de waarheid altijd achterhaald en zo hebben we de Redactiecommissie helaas betrapt op het overnemen van onze commisie introductie. Wij hebben natuurlijk niks tegen het verspreiden van onze mooie ideeën, maar willen we natuurlijk wel met de eer strijken dus bij deze ;) * Nu even onze serieuze kant. Als commissie maken wij de Almanak, het jaarboek, van de vereniging. Hierin staan verslagen van afgelopen activiteiten, alle commissies en besturen en natuurlijk het ledenbestand waarin je jouw medefarmaceuten terug kunt vinden met telefoonnummers, wat altijd van pas kan komen ;). Ons Almanak heldenteam bestaat uit; Anneke, Richard, Quincy, Marrit en wordt aangevoerd door baasje Rixt. Hebben jullie dit mooie boekwerk nog niet kunnen aanschouwen, haal jouw exemplaar dan op bij het bestuur.

Op 12 december 1881 werd de Groningse Farmaceutische Studenten Vereniging “Pharmaciae Sacrum” opgericht. Pharmaciae Sacrum is de oudste studievereniging uit Groningen en de op één na oudste studievereniging van Nederland. Dit jaar viert de vereniging haar 131e verjaardag; de 131e Dies Natalis. Het belooft een unieke Dies te worden: voor het eerst sinds het bestaan van de vereniging zal de Dies in februari gevierd worden. Dit zal plaatsvinden op 13, 14 en 16 februari 2013. Op 13 februari vindt het wetenschappelijke symposium met het thema “Het verlangen naar het perfecte lichaam” plaats. Hierna volgt de receptie en aansluitend het openingsfeest “DIESel, op welke brandstof draai jij vannacht”. Op 14 februari vindt de culturele avond plaats, die uit een cocktailshakecursus bestaat. Na een dag rust wordt op 16 februari ‘s middags gepaintballd en wordt de 131e Dies Natalis afgesloten met een galadiner en galabal.

Lievelingseten / beste kok: Quincy met z’n kapsalon, lasagne, build your own hamburger en schort. Mooiste moment tot nu toe: DE Onthulling!! Favoriete drankspel / grootste zuipschuit: het Bierspel. Grootste blunder: Ons commissiehitje dat het thema verraadt openbaar op Spotify draaien, zonder het door te hebben. Meest serieuze commissielid: Arjan Grootste praatjesmaker: Pim Vaakst te laat: Quincy is altijd fashionably late. Meest sportief en wat voor sport(en) dan: Richard heeft net hardloop schoenen gekregen op z’n verjaardag en iets met gymmen op een paard in strakke pakjes. Favoriete bezigheid: bedscènes opnemen en foto’s maken in de Oosterpark. Als enkele laatste woorden willen we jullie dit meegeven: Handteeekeeeninggg!! * Wij als redactiecommissie kunnen het hier helaas niet mee eens zijn, maar hechten natuurlijk wel waarde aan de vrijheid van meningsuiting.

131e Dies Natalis “DESIRE” Jeroen Schouten, Heleen van der Meer, Thomas Leferink, Astrid Broek, Jorren Spit en Florian Zeevat Lievelingseten / beste kok: Boerenkool, Jeroen Mooiste moment tot nu toe: Astrid en Heleen gesandwicht door 13 homo’s in een Friese kroeg. Favoriete drankspel / grootste zuipschuit: Kaartje blazen, Jorren Grootste blunder: Jeroen nuchter op Kermesse Meest serieuze commissielid: Florian Grootste praatjesmaker: Sowieso Thomas Vaakst te laat: Louter op tijd Meest sportief en wat voor sport(en) dan: Florian, die loopt als een beer. Favoriete bezigheid: Zoeken naar ice. Gezegd hebbende: “Balnea vina venus corrumpunt corpora nostra, sed vitam faciunt balnea vina venus” (Baden, wijn en seks vernielen onze lichamen, maar baden, wijn en seks maken het leven.)

Foliolum Februari 2013

37


Pharmaciae Sacrum Carrièredagcommissie Beste farmaceuten, Zit jij in de masterfase van je studie Farmacie en komt het afstuderen nu toch echt steeds dichterbij? Wil je je graag verder oriënteren op de farmaceutische arbeidsmarkt en in contact komen met potentiële toekomstige werkgevers? Kom dan naar de Carrièredag op vrijdag 22 maart 2013! De Carrièredag is een dag vol workshops, lezingen en bedrijfspresentaties, maar geeft ook de mogelijkheid om tijdens lunch, borrel, diner of tijdens het speeddaten in direct contact te komen met jouw potentiële toekomstige werkgever. Deelname is gratis! Voor vragen, opmerkingen of suggesties kun je altijd een e-mail sturen naar ons (carrieredag@psgroningen.nl) of spreek één van de leden van de Carrièredagcommissie aan. Hopelijk tot ziens op 22 maart. De Carrièredag, de beste aftrap van je farmaceutische carrière! De Carrièredagcommissie 2012-2013 Mirjam Simoons Praeses Anke Kylstra Ab-actis Godelief van den Hurk Quaestor I Louis Keyzer Quaestor II Koen Hilgerink Assessor I Lievelingseten / beste kok: Lasagne / Mirjam Mooiste moment tot nu toe: Toen de singel van Psy uitkwam (hoppa gangnam style) Favoriete drankspel / grootste zuipschuit: Mario kart / Anke (aziaat) Grootste blunder: Louis met een voet in het zwembad. Meest serieuze commissielid: Mirjam Grootste praatjesmaker: Godelief Vaakst te laat: Koen Meest sportief en wat voor sport(en) dan: Louis, keepen. Favoriete bezigheid: Buitenspelen in de sneeuw. Wie finished er nooit een ronde bij Mario kart: Mirjam Wie jaagt mensen weg in zijn ondergoed: Louis Wie eet er het meest: Bij gebrek aan concurrentie, Louis Wie is sjef van alles: Koen Wie lacht het hardst om zichzelf: Louis Wie heeft de meest vervelende huisbel: Godelief Enkele laatste woorden: Ceterum censeo Foliolum esse legantur.

38

Foliolum Februari 2013


Eten met de Dies

Redactiecommissie

Op een sombere maandagavond kwamen we allen tezaam om het commissiespel te spelen: ‘Starlight Casino’. Helaas waren er door het weer en de heersende griepjes, verkoudheden etc. bij de Dies twee afwezigen en hadden wijzelf ook een commissielid minder. Maar zonder daar al te veel over te treuren gingen we er een mooie avond van maken. Vanwege ruimtegebrek werd dit keer de avond georganiseerd bij Niels thuis in plaats van bij één van de Diesleden. Dat was ook geen punt want we hadden een grote gemeenschappelijke kamer ter beschikking en iedereen had praktisch zijn eigen bank. Na wat getreuzel van sommige commissieleden was het tijd dat de Dies zich naar de keuken begaf om voor ons een maaltijd te maken. Dat is ze zeker goed gelukt! Heerlijke Italiaans-achtige pasta pesto met olijven, salami, rucola en nog veel meer lekkere dingen! Ze waren helaas het toetje vergeten maar die werd later nog gehaald door Niels en Ruben. Goed, nu we een beetje in de sfeer waren gekomen en onze hongerige magen gevuld waren was het dan eindelijk tijd voor het spel! De spelregels hoeven vast niet meer uitgelegd te worden, want dat is in vorige stukken al eens aan de orde geweest. Na een ‘Rock Paper Scissors’ wedstrijdje tussen de praesides werd besloten dat wij mochten beginnen. Rick trok meteen ‘Eye of the tiger’ en was voor meer dan vier minuten gedoemd om in beweging te blijven. In de tussentijd trok Jeroen ventje dragen en begon de race met Thomas op z’n rug. De gang door, deur aanraken en weer zo snel mogelijk terug. Myrthe klom bij Rick achterop nadat hij uitgerekt en gestrekt was. Zo wonnen we met veertien seconden van de Dies, die er zeventien seconden over deden, en Rick had ook een puntje met zijn opdracht gewonnen dus dat betekende twee punten voor ons en nul voor de Dies! Myrthe was aan de beurt en trok ‘geen ja/nee’, maar die kwam meteen te vervallen toen Heleen het kaartje ‘geen namen’ trok. Thomas was aan de beurt en had het kaartje Zipke-Boy. Dit ging heel erg goed, maar het op de rare manier uitspreken van de woorden door Jeroen zorgde voor lachstuipen

bij Myrthe en gingen helaas de drie punten naar de Dies en het adtje naar ons. Annelies draaide adtje solidair dus iedereen kon gezellig aan de sterke drank. De volgende beurt was voor Niels die het kaartje snoephappen had. Dit was een challenge tegen Jorren die hij dik verloren had, want met maar drie snoepjes voor ons had de Dies gewonnen met maar liefst negen snoepjes! In de tussentijd werd er heel erg ons best gedaan om geen namen te noemen, maar tijdens deze opdracht vlogen de namen ons werkelijk waar om de oren. Om dit gedrag af te straffen hadden we allemaal een adtje van formaat drie en een extra shotje voor ons vanwege het verlies.

“Puntje voor de Dies, shotje voor ons” Jorren pakte de kaart babyfood en moest tegen Niels zo snel mogelijk een bekertje met babyfood leegeten. Zoals we gewend zijn van Jorren en z’n adt-kunsten zo is hij ook met babyfood. Nog geen tien seconden had hij nodig of hij was al klaar terwijl Niels kokhalzend de grote happen die Myrthe hem gaf probeerde weg te krijgen. Puntje voor de Foliolum Februari 2013

39


Pharmaciae Sacrum Dies, shotje voor ons. Hier en daar werden weer wat namen genoemd en verstandig niet gehoord totdat Ruben heel duidelijk de naam van Jeroen zei. Dus wij moesten weer drinken. De weg naar de ondergang was definitief ingezet. Het was de beurt aan Ruben en hij trok het kaartje met doorfluisteren. Thomas had weer eens een mooie opmerking gemaakt over het boek 50 tinten grijs naar Annelies en Jeroen vond dat ze daar wel een extra punt voor hadden verdiend. Nee dus, de punten moeten verdiend worden door te winnen! Het doorfluisteren ging ons deze keer maar bar slecht af wat waarschijnlijk door Hector kwam (inside joke). Alweer drie punten voor de Dies. Jeroen moest weer een kaartje pakken en trok beautymerken. Dit ging iedereen vrij goed af totdat Heleen een merk zei die al voorbij was geweest. Zo, drie punten voor ons.

“Fritsie mixte zijn whiskey met een whiskeymixer, blijft lastig” Maak de lyric af was voor Heleen en Rick. Heleen maakte het nummer ademnood perfect af, waar Rick wat meer moeite had met zijn nummer van Nick en

Thomas pakte adem inhouden en won met volle glorie van Myrthe. Weer een adtje voor ons. Annelies was de volgende en pakte Snake Eyes waardoor de regel ‘geen namen’ verviel. Niemand was nog toegestaan haar aan te kijken zonder dat er gedronken moest worden. ‘Zap de neger’ was de volgende opdracht voor Niels en Jorren. Het duurde even en de spanning was hoog, maar daar was ie dan toch! Gespot door Jorren op Net 5 als figurant in een restaurant. De punt ging naar ons en het adtje was voor de Dies. Jorren pakte vervolgens het kaartje de langste adem. Ook hier was hij weer zegevierend, want met zeventien seconden had hij glansrijk gewonnen van onze Niels met 58 seconden. Het ging hem deze keer wat minder af. Puntje voor de Dies, adtje voor ons. Tot nu toe ziet het er nog niet rooskleurig uit voor ons, of misschien toch wel enigszins na al die adtjes? De volgende opdracht was de tongbreker. Nadat deze vijf keer opnieuw herhaald was mocht Ruben beginnen en hij maakte er ook meteen een eind aan door whikseymixer te zeggen in plaats van whiskeymixer, want Fritsie mixte zijn whiskey met een whiskeymixer!

“Een surprise adtje moet wel een verrassing blijven”

Simon. Winst voor de Dies en adtje drie voor ons. De dropveter race ging tussen Heleen en Myrthe en werd met een overweldigende voorsprong en dropveter-eetskills door Myrthe gewonnen. Puntje voor ons, adtje voor de Dies!

40

Foliolum Februari 2013

Toen het surpriseadtje getrokken werd, werd de diksap maar even aan de kant gezet en kwam er een bijzonder drankje uit Hongarije, dat Palinka wordt genoemd, tevoorschijn. Die viel wat sterk in de smaak, maar hé een surprise adtje moet wel een verrassing blijven. De thumbwar tussen Heleen en Myrthe werd gewonnen door Heleen. Punt voor de Dies.


Ondertussen heeft Rick de Rinus of Romana kaart getrokken en we wachten allen met spanning af wanneer de rare Rinus-beweging zich laat zien. Met het spel hoger en lager verloor Jeroen van de kaarten en gingen er drie punten naar ons en een adtje naar de tegenpartij. Het kaartje biermerken werd getrokken. Wat wisten wij wonderbaarlijk veel van bier af! Maar helaas ging het fout bij Heleen die alweer een merk zei die al geweest was. Weer drie punten erbij voor ons! De volgende challenge was tussen Thomas en Annelies met de oude kous. Die werd gewonnen door Annelies waarna Thomas heel sportief liet blijken dat hij het een enig spel vond. Puntje voor ons, adje voor de Dies. Het volgende puntje was weer voor ons, want Ruben die het spel beschuitfluiten speelde tegen Thomas, won door als eerste wat tonen te laten horen. Zouden we dan toch nog kunnen winnen van de Dies? Toen werd ’t opeens stil en zat iedereen de rare Rinus beweging te maken, behalve Annelies omdat ze gebogen over haar schrijfblok zat te notuleren. Helaas, drie punten voor de Dies en een adje, dankzij onoplettendheid, voor ons. Ook heeft Annelies niet door dat Snake eyes al lang is opgeheven en loopt nog steeds onterecht adtjes uit te delen.

“Zouden we dan toch nog kunnen winnen van de Dies?” ‘Verboden woord’ kwam langs, waardoor Snake eyes werd opgeheven. Direct daarna werd regel opheffen getrokken dus telde het verboden woord ook niet meer. De laatste opdracht was amoebe opstaan en wij als supergetrainde commissie maakte de Dies helemaal in! Drie punten voor ons, adtje voor de Dies en toen begonnen er toch de eventuele overwinningskriebels naar boven te komen. Tijdens het tellen van de punten/sterren gingen we gelijk op, maar met een meerderheid in punten bij de Dies hadden we helaas verloren met een eindstand van 20 punten voor ons en 24 punten voor de Dies. Gefeliciteerd Dies, we zijn blij voor jullie dat jullie gewonnen hebben, want dat houdt het traditioneel verliezen van de Redactiecommissie in stand! Al met al was het een gezellige avond, die door een aantal van ons werd afgesloten in het Vaatje.

Foliolum Februari 2013

41


Pharmaciae Sacrum Slotpagina

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

Horizontaal

1. Ander woord voor adipocyten 8. Lidwoord 9. Miezerig 11. Plaats in Noord-Holland 13. Vetus Testamentum 14. Wordt dit keer in februari gevierd 15. Watervlakte 16. Slee 17. Plaspot 18. Borstimplantaten

42

Foliolum Februari 2013

Verticaal

1. Klein ondiep water 2. Niet cis, maar‌ 3. Stuk 4. Aanhef naar een bekende die je lief hebt 5. Seizoen 6. Afkorting etage 7. Nikkel 10. Graag 12. Afkorting polydimethylsiloxanen 15. Dierentuin 17. Computer



Stap in!

Op de Carrièredag 2013 waar DE CENTRALE APOTHEEK (DCA) je de kans geeft in te stappen in...

De DCA bedrijfspresentatie die je uitdaagt vanuit een vernieuwend initiatief naar je eigen toekomst te kijken

>

Een DCA werkomgeving

of zogenaamde workshop waarbinnen je een half uur lang mag ervaren hoe het is om als student farmacie op de studentenafdeling van DCA te werken! Waar je uitstapt met in je hand een door jou ingevuld officieel interventievoorstel, waarmee je op weg gaat naar...

De DCA stand

waar je de officiĂŤle DCA antwoordenvelop (met daarin je interventievoorstel) op de post moet doen (in een ouderwetse brievenbus), kunt kijken naar een animatievideo over de vernieuwing die DCA in de huidige farmaceutische wereld heeft gebracht. Waarna je genoeg informatie hebt verzameld om goed voorbereid aan te schuiven bij...

<

> De DCA speeddate

die wordt verzorgd door een ervaren DCA apotheker die je alles kan vertellen over wat het precies inhoudt om apotheker te worden (en te blijven!) binnen het DCA model en dan...

De Borrel

waar geconverseerd zal worden, en gedronken, en... prijzen zullen worden uitgereikt...

<

www.decentraleapotheek.nl en http://decentraleapotheek.nl/unit-3 De Centrale Apotheek, Ceintuurbaan-Noord 148-152, 9301 NZ Roden


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.