G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum� Universitair Centrum voor Farmacie
Foliolum
Farmacie & Politiek Apotheker, maak je meerwaarde zichtbaar Een interview met Marleen Barth
De Farmaceutische Kieswijzer
Wat zeggen politieke partijen over de farmacie? Jaargang 27
#3 | April 2014
Word lid van de KNMP De KNMP speelt een belangrijke rol bij het bewaken van de kwaliteit van het vak van apotheker, ook op jouw universiteit. Zo zetten wij ons in voor de erkenning van het specialisme openbare farmacie. Jouw opleiding wordt afgestemd op de wensen en eisen vanuit het veld en op de toekomst. De KNMP is dé vereniging die essentieel is bij de invulling en uitvoering van het beroep van apotheker. Ook voor jou! Wat krijg je ervoor? Voor e 37,50 per jaar ben je kandidaatlid van de KNMP. De voordelen van het KNMP kandidaatlidmaatschap op een rijtje: • Het Pharmaceutisch Weekblad, vakblad voor apothekers, elke week op de mat.
• Gratis éénmalig het Informatorium Medicamentorum tijdens de studie. • Gratis éénmalig het FNA tijdens de studie. • Standaarden voor Zelfzorg tegen een sterk gereduceerd tarief. • Toegang tot alle informatie op www.knmp.nl, waaronder de KNMP Leden- en Apothekenlijst. • Gratis toegang tot de KNMP Wetenschapsdag in het voorjaar en het KNMP Congres in het najaar.
Lid worden? E-mail je gegevens naar leden@knmp.nl, o.v.v. aanvraag kandidaat-lidmaatschap. Meer weten: kijk op www.knmp.nl.
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
Foliolum
Jaargang 27
Editie 3
April 2014
G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen
Hoe denkt de politiek over de farmacie? De Farmaceutische Kieswijzer, p. 5
Redactioneel
4 Praesides 5 De Farmaceutische Kieswijzer 12 Apotheker, maak je meerwaarde zichtbaar - een interview met Marleen Barth 15 Hedy’s Historische Hoekje 16 Kort wetenschappelijk 18 Vijf vragen over... Weesgeneesmiddelen
Facultair
20 Education Support Centre 21 Adjunct-directeur 22 Student in het Buitenland 24 PhD & Student 26 Alumnus RUG 27 Docent van het Jaar
Pharmaciae Sacrum
28 Fotopagina 30 P.S.-Activiteiten 34 Commissies 36 Eten met... het bestuur & de Vaandeldragerscommissie 38 Puzzel Activiteitenagenda
Wanneer is een ziekte zeldzaam?
Vijf vragen over... Weesgeneesmiddelen, p. 16
Farmacie & Politiek
3
Praesides Redactioneel
2014: het jaar van de Winterspelen in Sochi, het WK voetbal in Brazilië én de Europese Parlements- en gemeenteraadsverkiezingen in Nederland. Welk van deze evenementen zal het minst leven onder de bevolking, denkt u? Een keuze gemaakt? Mooi zo. Het zal zich niet lastig laten raden: de verkiezingen zullen voor veel mensen een ver-van-hun-bedshow zijn. Ter illustratie: waar in 1990 het opkomstpercentage voor de gemeenteraadsverkiezingen in Groningen nog 62% was, was dat in 2010 nog maar 54%. Waarschijnlijk zal dit voor de gemeenteraadsverkiezingen van enkele weken terug niet veel beter zijn. En dan de verkiezingen van het Europese parlement: daar is de opkomst de afgelopen 20 jaar niet boven de 40% uitgekomen. Dat belooft wat voor 22 mei… Dat andere verkiezingen dan die van de Tweede Kamer niet of nauwelijks leven onder de bevolking komt waarschijnlijk doordat slechts weinigen weten wat bij deze verkiezingen speelt. Ergens is dat begrijpelijk: wie heeft er tegenwoordig nog tijd om een tiental partijprogramma’s volledig door te spitten? Daarom introduceren we de Farmaceutische Kieswijzer: wat vinden politieke partijen van bepaalde onderwerpen rondom de farmacie? Alle partijstandpunten overzichtelijk bij elkaar. Voor u. We hebben overigens niet de illusie dat dit ook maar enigszins invloed zal hebben op de opkomst van de verkiezingen. Wat dat betreft mag men nog van geluk spreken dat het WK pas later is. Zoals Toon Hermans ooit zei: “Als de verkiezingen samen zouden vallen met het wereldkampioenschap voetballen, dan zou er van die hele verkiezingen geen bal terechtkomen.” Namens de 27e Redactiecommisse ‘Getikt’, Boy van Basten h.t. praeses
4
Foliolum april 2014
Nadat het rode grafietgereedschap een paar jaar terug verdrongen was door de stemcomputer, wordt tegenwoordig het rode stempotlood tijdens de verkiezingen weer gebruikt. Maar waarom nu uitgerekend een rood potlood? Rood heeft vaak een negatieve klank in onze taal, zoals bij vele gezegden: ‘rood als een kreeft’ en ‘in de rode cijfers staan’. Daarnaast heeft de kleur ook vaak een afschrikwekkende werking in het verkeer met het rode stoplicht en de waarschuwingsborden die altijd de kleur rood hebben. Sinds 1922 stemmen we met een rood potlood, want in 1918 bleek bij het tellen een zwart potlood minder geschikt. De kleine hokjes konden door foutjes in het drukwerk zwart lijken, waardoor misverstanden konden worden veroorzaakt. Om deze reden koos men voor een contrasterende kleur. De sociaaldemocraten stelden rood voor, de liberalen oranje. Het werd rood. Voor de landelijke verkiezingen is het nog steeds de vraag of de stemcomputer of het stempotlood gebruikt gaat worden. Hopelijk duurt het nog even voordat er weer landelijke verkiezingen zijn, maar de discussie over welke partij het beste op jouw idealen aansluit, blijft altijd aanwezig. Tijdens je studie Farmacie wordt het steeds duidelijker waar je later terecht zal komen en zal je ook steeds vaker over je toekomst nadenken. Welke ideeën hebben de partijen over de gezondheidssector? Wat zal dit betekenen voor de farmaceutische wereld? Vaak zie je door de bomen het bos niet meer, omdat partijen soms niet een eenduidig antwoord hebben klaarstaan. Als mogelijke oplossing voor dit probleem zal dit Foliolum in het teken staan van de politiek en de farmaceutische wereld. Namens het 132e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Rik Beernink h.t. praeses
Redactioneel
Verkiezingen. Tja. Op welke partij ga je stemmen? Je hebt het al zo vreselijk druk met van alles en nog wat, laat staan dat je tijd hebt om een hele zwik partijstandpunten door te spitten. Gelukkig hebben we het iets makkelijker gemaakt voor de farmaceuten. We hebben alle partijen die momenteel in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn, gevraagd om het partijstandpunt te geven op een zestal stellingen die verband houden met de farmaceutische wereld. Zes partijen hebben hierop gereageerd. De standpunten van deze partijen kun je op de volgende bladzijdes lezen. Wij presenteren jullie...
E H ISC
T U E C A M R R E A Z F J I E D W S E I K
Farmacie & Politiek
5
De reden van voorschrijven moet bij alle geneesmiddelen verplicht op het recept vermeld worden Redactioneel
VVD: Over het algemeen genomen vinden we dat de voordelen hiervan niet opwegen tegen de nadelen. Dit heeft vooral te maken met de privacy van de mensen die de medicijnen ophalen bij de apotheek, maar zeker ook met de lastendruk en de uitvoerbaarheid. Met het oog op de patiëntveiligheid moeten er wel uitzonderingen gemaakt kunnen worden. Er zijn 23 stoffen aangewezen waarvoor het wel verplicht is gesteld om de reden van voorschrijven bij de apotheek te melden, met als doel de dosering nauwkeuriger te kunnen controleren. Dat lijkt ons zeer verstandig, maar we moeten er niet in doorschieten. SP: Dit tast de privacy van de patiënt te zeer aan. Het is aan de arts om te bepalen of een patiënt geneesmiddelen nodig heeft. Dat bepaalt de arts vanuit zijn professie. Verantwoording legt de arts af aan directe collega’s en indien nodig aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In bijzondere gevallen dient de arts te overleggen met de apotheker. PVV: Wij begrijpen dat de diagnose op het recept kan bijdragen aan patiëntveiligheid en inzicht verschaft in verstrekkingen en declaraties. Aan de andere kant speelt hier een privacykwestie. Wij kiezen liever voor een tussenweg waarbij we het aan de patiënt overlaten. Bij bezwaar wordt het niet vermeld. CDA: Voor het CDA is het vooral van belang dat de apotheker tijd en ruimte heeft om goede voorlichting aan patiënten te geven. Ook vindt het CDA de medicatiecheck erg belangrijk. Zorgverzekeraars horen dit ook ruim bij apothekers in te kopen.
6
Foliolum april 2014
CU: Nee, helaas is dit onmogelijk. Voor de veiligheid is dit wel het beste, want wanneer er gekozen wordt voor ‘alle’ geneesmiddelen wordt de regeling ook het meest helder en geeft het daardoor de grootste kans op succes. In de praktijk loop je echter wel tegen een aantal aspecten aan die het lastig maken. Zo is het voor een huisarts ook niet altijd helder wat de precieze indicatie is. Geneesmiddelen worden soms immers gebruikt als een soort diagnosticum. Ook is het de vraag hoe openbaar een diagnose moet zijn. Moet een diagnose op zo’n wijze beschreven worden dat iedereen dit kan begrijpen? Druist dit niet in tegen de privacy van patiënten? Of is een code al voldoende? Daarnaast zal er, wanneer dit wordt ingevoerd, ook registratie door apotheken van de diagnoses moeten plaatsvinden Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid van het medisch dossier bij de (huis)arts. Het is onduidelijk welke status het dossier bij een apotheek krijgt. SGP: De SGP vindt het een goede zaak dat artsen en andere voorschrijvers bij sommige geneesmiddelen sinds kort verplicht zijn om de reden van voorschrijven op het recept te vermelden. Dat is met name belangrijk voor medicijnen die voor meerdere indicaties voorgeschreven kunnen worden in uiteenlopende doseringen én waarbij er sprake is van een smalle therapeutische breedte of risico op ernstige bijwerkingen (toxiciteit). Als dat nuttig en nodig is, kunnen zorgverleners in regionaal of lokaal verband verdere afspraken maken om meer informatie uit te wisselen bij andere medicijnen.
Redactioneel Het preferentiebeleid in zijn huidige vorm werkt niet: de macht van de zorgverzekeraars hierin moet ingeperkt worden VVD: Het preferentiebeleid is in 2006 ingevoerd om prijsconcurrentie te creëren, waardoor er bespaard kon worden op de kosten van de geneesmiddelen. Dat is gelukt. We zien nu dat de medicijnkosten veel lager uitvallen: het afgelopen jaar is het farmaciebudget met maar liefst 600 miljoen euro onderschreden. We zijn daarom van mening dat het preferentiebeleid wel goed werkt en dat patiënten hiervan profiteren. Patiënten die medicijnen uit het eigen risico betalen, zijn nu bijvoorbeeld vaak goedkoper uit. SP: De macht van de zorgverzekeraars is doorgeschoten. Wij krijgen veel berichten van mensen die, ondanks het gegeven dat de behandelend arts aangegeven heeft dat het medische noodzaak betreft een merkmiddel te gebruiken, verplicht worden een preferent middel te slikken. Wat ons betreft heeft de arts altijd het laatste woord. Wanneer de arts aangeeft dat een preferent middel niet voldoet, dan mag de zorgverzekeraar daar niet van afwijken, evenals de apotheker. Financiële afwegingen van de apotheker mogen geen rol spelen als de arts medische noodzaak aangeeft. PVV: Het preferentiebeleid werkt wel: de zorgverzekeraars houden de geneesmiddelen op deze manier juist betaalbaar. Eventuele tekorten treden niet alleen bij generieke geneesmiddelen op, maar ook bij de spécialités. Het steeds wisselen van doosje ligt eerder aan de apotheker zelf dan aan het preferentiebeleid, waarbij geneesmiddelen voor 1 à 2 jaar worden aangewezen.
CDA: Het idee achter het preferentiebeleid steunt het CDA, maar voor het CDA is de grens van het preferentiebeleid nu wel bereikt. De negatieve effecten, zoals te weinig alternatieven en het getouwtrek met zorgverzekeraars, moeten worden beëindigd. Dit heeft het CDA ook aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd. CU: Het preferentiebeleid heeft een belangrijk gunstig financieel effect gehad. De ChristenUnie zou dit beleid dan ook willen voortzetten. Er zitten echter wel negatieve kanten aan het preferentiebeleid, waar goed naar gekeken moet worden. Zo spelen zorgverzekeraars onvoldoende in op de keerzijde van het preferentiebeleid. De werkdruk van apothekers is gestegen door het stijgen van de administratieve en logistieke rompslomp. Daarnaast is het de vraag of de kwaliteit van bepaalde middelen nog wel gewaarborgd is. Het preferentiebeleid is op aanbestedingen gestoeld; bepaalde middelen zijn zo goedkoop dat het de vraag is of de kwaliteit wel gewaarborgd is. In het algemeen is de ChristenUnie van mening dat zorgverzekeraars veel meer als coöperaties moeten gaan werken. Volgens de wet zijn zij daartoe verplicht, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. Zorgverzekeraars moeten meer inzicht geven en verantwoording afleggen over hun handelen. SGP: Het preferentiebeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan het betaalbaar houden van de zorg. De SGP vindt het wel belangrijk dat mensen die vanwege medische noodzaak toch een ander merk nodig hebben, daarvoor in aanmerking blijven komen.
Farmacie & Politiek
7
Redactioneel
Weesgeneesmiddelen dienen te allen tijde vergoed te worden zolang er voor patiënten geen alternatieve behandelingen beschikbaar zijn VVD: Er is op dit moment een goed voorwaardelijk toelatingssysteem voor weesgeneesmiddelen. Dit systeem regelt dat de kosteneffectiviteit en de werking moet worden aangetoond. Het huidige systeem van toelating heeft voldoende waarborgen dat weesgeneesmiddelen die werken, worden toegelaten. SP: Niet alles kun je uitdrukken in economische waarde. Solidariteit kennen we ook in ons zorgstelsel. We betalen verplicht aan de zorgverzekering, maar hebben ook recht op zorg als we die nodig hebben. Daarop vormen mensen met een zeldzame ziekte geen uitzondering. Zij hebben recht op onze solidariteit. PVV: Weesgeneesmiddelen dienen beschikbaar te zijn, zeker als er geen alternatieve behandelingen zijn. Het is goed dat de minister hierbij de mogelijkheid heeft om financiële afspraken te maken of pay for performance-regelingen kan treffen met de farmaceutische industrie. CDA: Weesgeneesmiddelen dienen vergoed te worden als ze voldoen aan de wettelijke criteria.
8
Foliolum april 2014
CU: Het gaat om geneesmiddelen voor een zeer kleine groep patiënten die verder geen alternatief hebben. Het probleem zijn de kosten. Dit is een heikele discussie die te weinig wordt gevoerd. In EU-verband zou er veel meer druk gelegd moeten worden op de processen rond weesgeneesmiddelen. Zo kunnen de registratie-eisen voor deze middelen worden versoepeld. Dit zou de kosten sterk verlagen. Wel moet hierbij de controle bij de politiek blijven, omdat er ook misbruik gemaakt kan worden van deze speciale weesgeneesmiddelstatus, waardoor middelen later soms toch heel veel omzet gaan genereren (en de weesgeneesmiddel-voordelen dus bij de fabrikant terecht komen). SGP: De SGP vindt het een goede zaak dat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert over de vergoeding van de weesgeneesmiddelen, en dat de minister op basis daarvan een besluit neemt. Het CVZ adviseert altijd op basis van technisch-wetenschappelijke inzichten, maar neemt ook maatschappelijke en ethische aspecten mee in de beoordeling. Om de medicijnen betaalbaar te houden, vinden wij het belangrijk dat de minister onderhandelt met fabrikanten over een aanvaardbaar kostenniveau.
VVD: Dat hoeft van ons niet per se. We begrijpen dat dit voor de patiënt heel prettig is, maar te veel verstrekking kan ook leiden tot verspilling. Vergeet niet dat er enorm veel kapitaal omgaat in grotere verstrekking. Daar komt bij dat het vanuit het perspectief van de patiëntveiligheid verstandig is om apothekers goede regie te laten behouden over de verstrekking van de medicijnen; dit in verband met de maximale houdbaarheid en de bewaarcondities ervan. SP: Nee. Het regelmatig contact hebben met de apotheker is van belang. Niet alleen om te kijken of mensen er geen middelen bij zijn gaan slikken die mogelijk problemen opleveren in combinatie met andere geneesmiddelen, maar ook om te horen of middelen juist worden gebruikt, of er vragen zijn bij de patiënt over het gebruik en of er wellicht sprake is van bijwerkingen. Langer voorschrijven of afleveren werkt ook onnodige verspilling in de hand. PVV: Patiënten die wegens een chronische ziekte geneesmiddelen gebruiken, zouden in overleg met de apotheker moeten kunnen kiezen voor welke periode zij de medicatie meekrijgen, mits de houdbaarheid dit toelaat.
Redactioneel
Patiënten die chronisch geneesmiddelen gebruiken, moeten deze medicatie voor langer dan drie maanden mee kunnen krijgen CDA: Het CDA vindt dit tot de professionaliteit van de apotheker behoren. Dit zou meer in overleg tussen apotheker en patiënt moeten gaan. CU: Voor chronisch zieken en gehandicapten kan het frustrerend zijn om iedere drie maanden een vervolgrecept voor medicatie op te vragen. In principe zou dit veranderd kunnen worden. Het systeem van de drie maanden is echter wel zo ingeburgerd, dat veel systemen hiervan afhankelijk zijn en zorgvuldig medicijngebruik ondersteunen. Daarom vraagt de ChristenUnie zich af of het wel verstandig is om het systeem om te gooien. Ook is het de vraag of het wel verstandig is als mensen grote hoeveelheden medicijnen in huis hebben. Daarnaast zal er altijd een balans moeten zijn tussen de voordelen van een langere verstrekking periode en het risico van weggooien van geneesmiddelen. SGP: De SGP is daar niet op voorhand voorstander van, omdat hiermee in sommige gevallen onnodige verspilling van medicijnen voorkomen worden. Ook bij chronisch gebruik van medicijnen kan de dosering of het gewenste middel veranderen.
Farmacie & Politiek
9
Redactioneel
Het EPD dient volledig van tafel te verdwijnen: het is en blijft een inbreuk op de privacy van de patiënt VVD: Daar zijn we het niet mee eens. Het staat voor de VVD bovenaan dat een elektronisch patiëntendossier heel belangrijk kan zijn voor de ernstig zieke patiënt die maar één doel heeft: in alle veiligheid beter worden. Ook patiënten die lijden aan een chronische ziekte kunnen er veel baat bij hebben. Daarom dient de mogelijkheid om een elektronisch dossier te hebben te blijven bestaan. Daar horen wel twee kanttekeningen bij. Ten eerste heeft niet iedereen behoefte aan een elektronisch patiëntendossier. Daarom is het heel goed dat er is gekozen voor een opt-inkeuze voor cliënten. Iedereen kan nu zelf bepalen of hij of zij een uitwisselbaar elektronisch patiëntendossier wil, en welke zorgverleners daarin kunnen kijken. Ten tweede moeten er voldoende waarborgen zijn om de privacy te beschermen. Daarvoor is aanvullende wetgeving in voorbereiding. SP: Het EPD, maar ook de opvolger, het LSP, tast de privacy aan. Weliswaar wordt het LSP niet meer door de overheid, maar door een softwaregigant ontwikkeld, maar de vragen blijven. CSC, de fabrikant die het LSP ontwikkeld, is Amerikaans en om die reden gehouden aan de Patriot Act. Met andere woorden:
De Tweede Kamer De Tweede Kamer telt 150 zetels. Momenteel zijn deze over 11 politieke partijen en één eenmansfractie verdeeld. Partij
Zetels
het is niet uitgesloten dat medische gegevens in handen komen van de Amerikaanse overheid. Daarnaast hebben wij bezwaar tegen het gegeven dat zorgverzekeraars huisartsen min of meer dwingen om het LSP te gebruiken. In plaats van het LSP zien wij liever directe gegevensuitwisseling tussen zorgverleners. Gegevensuitwisseling op lokaal niveau, dat moet het uitgangspunt zijn. Top-downbenaderingen zijn gedoemd te mislukken. PVV: Helemaal mee eens. Het risico dat medische gegevens op straat komen te liggen is te groot. Wij zijn niet tegen digitale uitwisseling, maar leg de regie bij de patiënt: geef hem een persoonlijke zorgpas waarop noodzakelijke medische gegevens staan. CDA: Het CDA is een voorstander van het LSP. Het uitwisselen van medische gegevens kan soms levens redden. Wel vindt het CDA het van belang dat via wetgeving eisen aan privacy en beveiliging van het systeem worden gesteld. De patiënt moet zelf ook via een opt-in kunnen aangeven wie wel of niet zijn gegevens kan inzien. Daarbij kan de patiënt ook bepaalde groepen van professionals uitsluiten als de patiënt dat zou willen. CU: Nee. Het EPD heeft als idee goede aspecten. Het is echter in de beginfase veel te veel als ‘van bovenaf ’ gepresenteerd en met de jaren steeds gecompliceerder geworden. Al jaren bestaan rond dienstapotheken en huisartsenposten goede waarneemregelingen die gemoderniseerd konden worden. Deze waarneemregelingen gaan al jaren goed en er is nauwelijks bezwaar tegen. Het EPD kan behulpzaam zijn in het sluiten van een zorgnetwerk rondom een patiënt. De privacy moet hierbij echter wel gewaarborgd zijn. Op dit punt is nog lang niet alles uitgedacht. De ChristenUnie vindt dat patiënten altijd het recht moeten hebben om niet aan het EPD mee te doen. SGP: De SGP steunt het doel van het EPD, namelijk het voorkomen van fouten door het snel kunnen inzien van informatie uit een medisch dossier. Uiteraard is het wel belangrijk dat de informatiesystemen voldoen aan strenge veiligheidseisen. Bovendien mogen zorgverleners de gegevens alleen inzien met toestemming van de patiënt en slechts in die gevallen waarin dat noodzakelijk is voor een behandeling.
10
Foliolum april 2014
Redactioneel
Er moet verplicht onderscheid komen tussen homeopathische en fytotherapeutische geneesmiddelen in het zelfzorgschap van de drogist VVD: Geen reactie. SP: Wat vooral belangrijk is, is dat er geen claims worden vermeld op de verpakking van fytotherapeutische middelen en homeopathische middelen die niet waargemaakt kunnen worden. Alleen claims die wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden, mogen op de verpakking worden vermeld. PVV: Een verplichting wijzen wij af. Vooralsnog vinden wij dit geen taak van de overheid, maar laten we dit liever over aan de drogist zelf. CDA: Het CDA vindt dat er al te veel regels in de zorg zijn. Daarom is het CDA ook steeds op zoek naar goede praktijkvoorbeelden om regels af te schaffen. Het CDA ziet er dus weinig in om hiervoor een regel op te stellen. CU: Consumenten moeten via het etiket duidelijk worden voorgelicht over de aard van de medicatie. Als het onderscheid op het etiket tussen homeopathie en fytotherapie nu niet duidelijk is, moeten producenten dat veranderen. SGP: De SGP vindt dat de apotheker mensen goed moet informeren over medicijnen. Daarbij ligt het voor de hand dat hij daarbij aangeeft dat het om een homeopathisch, danwel een fytotherapeutisch geneesmiddel gaat. Het is de verantwoordelijkheid van de apotheker om daar invulling aan te geven.
Dit artikel is tot stand gekomen met behulp van de Tweede Kamerleden Michiel van Veen (VVD), Henk van Gerven (SP), Reinette Klever (PVV), Hanke Bruins Slot (CDA), Carla Dik-Faber (CU) en Kees van der Staaij (SGP); beleidsmedewerkers van deze partijen en overige fractiemedewerkers. Graag willen we hen via deze weg nogmaals voor hun medewerking danken.
Farmacie & Politiek
11
Redactioneel
Apotheker, maak je meerwaarde zichtbaar Sinds december 2013 heeft er voor het eerst een niet-apotheker in het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, de KNMP, plaatsgenomen: Marleen Barth, oud-voorzitter van GGZ Nederland, fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid in de Eerste Kamer en sinds kort dus ook vicevoorzitter van de KNMP. Iemand van buiten de farmaceutische wereld: dat betekent een nieuwe en frisse kijk op de farmacie. Hoe denkt zij over de huidige rol van de apotheker? U bent niet onbekend met de zorg: zo was u tot september 2013 voorzitter van GGZ Nederland. In december 2013 bent u toegetreden tot het hoofdbestuur van de KNMP. Wat sprak u aan in deze nieuwe functie? Ik ging weg bij GGZ Nederland omdat dat niet meer te combineren was met mijn Eerste Kamerlidmaatschap, dus ik was op zoek naar een functie die daar wel mee te combineren viel. Ik wilde graag in de gezondheidszorg blijven, omdat ik dat heel interessant vind. Wat me specifiek in de KNMP aantrok, was dat bij de KNMP de ambitie leeft om de zorgverlenende meerwaarde van de apotheker duidelijker in beeld te brengen. Dat is een ambitie waar ik graag een bijdrage aan wil leveren, omdat ik ervan overtuigd ben dat alle professionals die werken in de zorg eigenlijk elke dag bezig zouden moeten zijn met hoe ze het voor de patiënt beter kunnen maken. Veel professionals zeggen wel dat ze dat doen, maar doen dat toch niet altijd. Bij de KNMP proefde ik een hele authentieke wens om dat veel meer te doen en te laten zien waar de apotheker een meerwaarde voor de patiënt kan zijn. Dat vond ik heel interessant, en daar wil ik graag aan meewerken. U bent in het verleden vier jaar lang Tweede Kamerlid geweest en sinds 2011 bent u fractievoorzitter van de PvdA in de Eerste Kamer. Hoe gaat deze politieke ervaring u van pas komen als vicevoorzitter van de KNMP? We hebben daarover hele duidelijke afspraken gemaakt, zodat er geen onduidelijkheid kan ontstaan
“Je hoort, als je van buiten de beroepsgroep instapt, dat er veel vooroordelen bestaan over apothekers.”
12
Foliolum april 2014
over wanneer ik met mijn hoofdfunctie als vice-voorzitter van de KNMP bezig ben en wanneer met mijn nevenfunctie als Eerste Kamerlid. We hebben daarom afgesproken dat Rik van der Meer als voorzitter de hele politieke lobby namens de KNMP doet. Ik kan Rik daarbij natuurlijk wel adviseren, omdat ik weet wat de geschreven en ongeschreven regels zijn. Een veelgehoord geluid, onder andere vanuit de leden zelf, is dat de KNMP niet zichtbaar genoeg zou zijn als belangenorganisatie en daardoor niet altijd de successen behaalt die het zou kunnen behalen. Hoe kijkt u hier tegenaan, en wat zou er volgens u kunnen gebeuren om hierin verandering aan te brengen? Ik heb hiervoor bij CNV Onderwijs en GGZ Nederland gezeten, en eigenlijk is mijn ervaring overal hetzelfde: als belangenorganisatie of brancheorganisatie ben je erg afhankelijk van het maatschappelijk vertrouwen dat er in de beroepsgroep of in het thema is. Als dat maatschappelijke vertrouwen een knauw krijgt, dan merk je dat als brancheorganisatie in je positie ook direct. De KNMP is als vereniging dus zo sterk als de zwakste schakel: als er een apotheker is die zijn vak niet professioneel uitoefent of sjoemelt met de richtlijnen, dan straalt dat meteen negatief af op de hele beroepsgroep, en dus ook op de KNMP. Ik heb het gevoel dat het maatschappelijk vertrouwen in de apotheker een aantal jaren geleden een knauw heeft gekregen. Je hoort, als je van buiten de beroepsgroep instapt, dat er veel vooroordelen bestaan over apothekers, bijvoorbeeld dat nog steeds veel mensen denken dat apothekers ontzettend veel geld verdienen. Ik weet inmiddels heel goed dat dat niet zo is, maar dat is wel het beeld dat bij veel mensen bestaat, en dat wordt maatschappelijk niet meer geaccepteerd. Als je tegen dat soort vooroordelen moet opboksen in je lobbywerk, dan ben je al in het nadeel. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat de
Hoe bedoelt u, te bescheiden?
dat je zichtbaar maakt wat je doet. Dat kan onder andere door het te registreren, door het bij te houden, zodat je statistieken en resultaten kunt laten zien en dat je hard kunt maken wat je unieke meerwaarde is. Daarnaast zie ik nog heel veel mogelijkheden tot verbetering. Neem bijvoorbeeld het aantal medicatiereviews – nu 70.000 per jaar, terwijl ongeveer 700.000 Nederlanders dat nodig hebben. Of denk aan wat we zouden kunnen doen met de nier- en leverfunctie of met farmacogenetica, waar nog een hele ontwikkeling in te gaan is. Daar valt nog heel veel winst te boeken. De KNMP wil alle apothekers vertegenwoordigen, dus ook de ziekenhuisapothekers. Desondanks signaleert NVZA-voorzitter Bas Drese dat er in zekere zin een kloof bestaat tussen de NVZA en de KNMP, bijvoor-
Redactioneel
zorgverlenende taak van de apotheker veel helderder in beeld komt – niet alleen van de kant van de KNMP, maar eigenlijk van de kant van alle apothekers – omdat je daarmee meteen aan de maatschappij laat zien waar jouw meerwaarde zit. De samenleving vraagt dat, eist dat tegenwoordig, en dat is ook logisch, want iedereen die in de zorg werkt, wordt betaald met premiegeld dat door alle Nederlanders wordt opgebracht. Bij de vakbond en GGZ Nederland zei ik dat ook al: dat geld is niet van jullie, dat geld is van ons allemaal. Dan ligt het heel erg voor de hand dat je zichtbaar maakt wat je daarvoor doet. Ik heb soms het gevoel dat apothekers daar te bescheiden in zijn en dat ze veel beter zichtbaar kunnen maken wat hun meerwaarde is.
Als ik bijvoorbeeld hoor hoe vaak naar schatting – we houden het bij de KNMP niet bij, dat vind ik erg jammer – een apotheker per jaar intervenieert op een recept dat bij hem binnenkomt, en dat ten goede stuurt, dan denk ik, dát zou je veel meer naar buiten toe moeten communiceren. Daar zit echt de meerwaarde: dat je de arts aanvult in de therapie die volgt op een bepaalde diagnose. Ik denk dat apothekers al veel dingen goed doen, maar het is in Nederland niet meer zo, voor geen enkele beroepsgroep meer, dat je puur op inhoudelijke prestaties gezag kunt opbouwen. Je ziet dat overal in de maatschappij het gezag van mensen onder druk staat: de leraar heeft ook niet meer automatisch gezag, de politicus net zo min. Ik denk dat er hele goede dingen gebeuren, maar dat je het goed doet, is tegenwoordig niet meer genoeg: je moet het ook zichtbaar maken, je moet het vertellen, je moet er cijfers bij kunnen tonen, je moet er verantwoording over afleggen. Ik denk dat je twee dingen kunt verbeteren om de reputatie van de apotheker te verstevigen bij zorgverzekeraars, bij het ministerie en in de maatschappij. Allereerst is het natuurlijk belangrijk
Farmacie & Politiek
13
Redactioneel
beeld aangaande financiële of vakinhoudelijke kwesties. Herkent u dat beeld? Ik zie van beide kanten een serieuze wil om goed samen te werken en ik lever daar ook graag een bijdrage aan, omdat ik ervan overtuigd ben dat alle apothekers in Nederland er belang bij hebben zoveel mogelijk de handen ineen te slaan. Voor de patiënt is een goede overdracht van ziekenhuisapotheker naar openbaar apotheker en vice versa zo cruciaal, dat we het ons eigenlijk niet kunnen veroorloven om die onderlinge spanningen te hebben. Je moet in het huidige tijdsgewricht voorkomen dat je tegen elkaar uitgespeeld wordt, dus ik hoop dat ik kan bijdragen aan het verstevigen van de samenwerking tussen de ziekenhuisapothekers en openbare apothekers. U heeft gezegd dat u het “brengen van meer stabiliteit bij apothekers” als belangrijkste doel van uw eerste zittingsperiode ziet. Wat kan hier volgens u dan aan verbeterd worden, en hoe wilt u dit bereiken? Ik zie veel onzekerheid, met name onder de openbare apothekers, over hun positie en over de mate waarin ze in staat zijn om de innovaties die ze belangrijk vinden ook daadwerkelijk door te voeren en toe te passen. Er is veel onzekerheid over het beleid van de overheid en de zorgverzekeraars, maar ondertussen heb je wel een bedrijf waarvoor je verantwoordelijk bent. Ik vind het vooral belangrijk om ervoor te zorgen dat apothekers weten waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt, zodat ze daar ook aan kunnen voldoen. Ik wil me inzetten om het maatschappelijk verwachtingspatroon te verhelderen en tegelijkertijd om apothekers ook in staat te stellen aan dat verwachtingspatroon te voldoen. Minister Schippers vindt dat apothekers “de wijk in moeten”: meer samenwerking tussen huisarts, apotheker en wijkverpleging. Hoe denkt u over deze visie? Je ziet dat momenteel veel samenwerking gezocht wordt in het beleid rondom de gezondheidszorg: de samenwerking tussen artsen onderling, tussen arts en apotheker en tussen ziekenhuisapotheker en openbaar apotheker. Daarnaast zie je dat in de gezondheidszorg twee grote bewegingen van de tweede naar de eerste lijn aan de gang zijn: in de curatieve
14
Foliolum april 2014
zorg, waar de minister wil dat zo veel mogelijk mensen in de eerste lijn worden behandeld, zodat ze die dure tweede lijn niet in hoeven, en in de langdurige zorg, waar de staatssecretaris bezig is met een grote besparing die vooral geboekt moet gaan worden door extramuralisering. Dat betekent dat mensen zo veel mogelijk en zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. Dat gaat een enorm beroep doen op de eerste lijn. Zowel de minister als de staatssecretaris realiseert zich dat ze daar alleen een succes van kunnen maken als vooral de driehoek tussen huisarts, wijkverpleegkundige en openbaar apotheker veel beter gaat functioneren. Dat ze met elkaar spreken, met elkaar overleggen en elkaars professionaliteit en deskundigheid respecteren. Dat ze elkaar dus niet als concurrenten zien, maar dat je elkaars kracht en je eigen beperkingen kent en respecteert en van daaruit de samenwerking opzoekt. Dat zijn, denk ik, ontwikkelingen die voor het apothekersvak erg positief kunnen uitpakken. Tot slot: wat zou u de huidige generatie studenten Farmacie als advies willen meegeven? Houd vooral de ambities die jullie op het moment hebben op het gebied van innovatie, samenwerking, transparantie en resultaatgerichtheid vast en werk ze goed uit. Ik denk namelijk dat dat kernbegrippen zijn die enorm kunnen bijdragen aan het verstevigen van je maatschappelijke positie en de eer van je beroep. Ik vind het een prachtig beroep: ik heb er al veel van leren kennen de afgelopen maanden en ben er erg van onder de indruk geraakt. Ga vooral door op deze gebieden, omdat ik ervan overtuigd ben dat je daarmee het vak een hele mooie toekomst kunt geven. Dan ga ik proberen mijn steentje bij te dragen om jullie in staat te stellen dat te doen.
“Ik vind het vooral belangrijk om ervoor te zorgen dat apothekers weten waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt, zodat ze daar ook aan kunnen voldoen.”
Deze keer een politiek getint Hedy’s Historische Hoekje. Op het moment verandert er veel voor studenten: de basisbeurs gaat verdwijnen en wordt vervangen door een leenstelsel, je hebt minder lang recht op een OV-kaart en de harde knip is inmiddels ingevoerd. Deze taferelen zijn echter van alle tijden, zoals blijkt uit de archieven van het Foliolum. Hieronder een mooi stukje uit 1992 dat studenten Farmacie oproept om actief te worden en van zich te laten horen. Een inspirerend stukje toen, maar ook nu. Lees en geniet!
Redactioneel
Hedy’s Historische Hoekje
Laat je stem horen! Heb je het al gehoord? De jaren zestig zijn definitief voorbij. De roaring sixties zijn bekend om de demonstraties. Wat is er toch gebeurd? Is er voor studenten niets meer om tegen te demonstreren? Neen, er is juist erg veel om voor ten strijde te trekken: bijna alles wat in de jaren zestig met hand en tand verdedigd werd, zijn we in de laatste tien jaar kwijtgeraakt. Denk bijvoorbeeld maar aan de limiet die gesteld wordt aan de studietijd, de steeds verder teruglopende studiebeurs (wij krijgen immers geen prijscompensatie en de verplicht aan te schaffen OV-kaart wordt steeds duurder), een onderwijssysteem dat steeds schoolser en minder individueel wordt, etc.
auditormaanden kun krijgen. De universiteit betaalt dan gedurende enkele maanden na je zesde (of voor eerstejaars: vijfde) jaar nog een volledige studiebeurs. Verloren studietijd krijg je dus voor een groot deel weer terug.
Waarom laten wij ons niet meer zo fel horen als in de jaren zestig? Wel, er is door de studenten destijds iets veroverd wat ons niet meer afgenomen is: volledige inspraak in het besturen van de universiteiten. Bij de werkgroepen op ons lab, bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en bij alles wat daar tussen ligt denken studenten aktief mee over alles wat universiteiten betreft. Het is in veel gevallen zelfs zo, dat de studenten met de meeste voorstellen tot verbetering komen. Of je nu studentadviseur van minister Ritzen, secretaris van de ACLO of lid van de studierichtingscommissie farmacie bent: iedereen kan verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen van de universiteit.
Hier onder vind je een kort lijstje met de namen van de studenten in enkele commissies waarin bijna altijd een of meer studenten zitten, maar hier ontbreekt mij de ruimte om een volledige lijst te geven. Je kunt in dit lijstje een globale omschrijving van de commissie lezen. Wil je meer weten, bel dan de desbetreffende studentleden op. Ook horen zij graag klachten of suggesties. Dus‌ schiet ons aan in de kantine of pak de almanak en bel op!
Deze verantwoordelijkheid kan ook een belangrijk deel van jouw studietijd worden! Vraag gerust een naar de mogelijkheden. Je steekt dan zeker veel dingen op, die je in je studie niet kunt leren. Het is niet voor niets, dat je voor veel bestuursfuncties erkende
Als je toch geen zin hebt om veel tijd in bestuurswerk te steken maar je hebt wel een goed idee of een serieuze klacht (hoe klein dan ook) dan moet je dat zeker laten horen. Het zal inmiddels voldoende bekend zijn, dat er in het STOF onder studenten gepraat wordt over alles wat ons aangaat binnen farmacie.
[...] Voor de namen van de studentleden in alle andere commissies die farmacie rijk is, kun je het beste Jacob Jan bellen. Wij hopen allemaal, dat jij ook meehelpt aan de organisatie van alles wat voor studenten van belang kan zijn. Immers: je hebt geen recht van klagen zolang je zelf niet mee denkt! Bart van Osch
Farmacie & Politiek
15
Redactioneel
Kort wetenschappelijk Sperma als motor
Onderzoekers uit Duitsland hebben een manier verzonnen om een medicijn gericht te sturen met behulp van stierensperma. Hierbij gebruikten ze kleine metalen buisjes, zogeheten nanotubes, die aan één kant wijder zijn dan aan de andere kant, waardoor de spermacel vastgeklemd raakt. Via een magnetisch veld ‘zwemt’ het buisje de goede kant op en brengt zo het medicijn naar de juiste plek. Het onderzoek is nog niet getest bij mensen.
Oorontsteking
Hoewel middenoorontsteking bij kinderen met buisjes volgens de NHG-standaard niet behandeld moet worden, wijst een onderzoek van UMC Utrecht anders uit. Oordruppels met antibiotica en een ontstekingsremmer blijken de oplossing, terwijl dit nu pas bij aanhoudende klachten wordt voorgeschreven. Van de onderzochte kinderen die oordruppels kregen verdween bij 96% het loopoor, in tegenstelling tot 66% van de kinderen met een antibioticadrankje.
Gevolgen herseninfarct ernstiger dan gedacht Een derde van de mensen die op jonge leeftijd een herseninfarct hebben gehad, is na tien jaar dood of kan niet goed voor zichzelf zorgen. Dat blijkt uit onderzoek onder duizend twintigers of dertigers die een herseninfarct hebben gehad. De gangbare gedachte was dat mensen na hun herseninfarct zonder problemen verder konden leven. Uit het onderzoek van het Radboud UMC in Nijmegen bleek echter dat deze mensen tot wel tien keer zo vaak werkloos zijn, ze hebben meer problemen met relaties en overlijden eerder aan hart- en vaatziekten, kanker of infecties dan hun gezonde leeftijdsgenoten. De grootte van deze groep zou ongeveer tussen de 100.000 tot 150.000 mensen liggen. De onderzoekers pleiten voor een langere begeleiding van de patiënten, zodat zij bijvoorbeeld hun medicijnen die hen beschermen tegen hart- en vaatziekten en dus een nieuwe beroerte goed blijven slikken, maar ook zodat ze eerder naar een psychiater kunnen worden doorverwezen.
16
Foliolum april 2014
Onderzoekers van het King’s College in Londen hebben middels tweelingonderzoek ontdekt dat de pijngrens van mensen kan worden beïnvloed door hun levensstijl en leefomgeving. Voor het onderzoek werd de pijngrens van honderden eeneiige tweelingen vastgesteld door de huid steeds meer te verhitten met een laser. Uit verder onderzoek bij de tweelingen bij wie de pijngrens het verst uit elkaar lag, is gebleken dat een sterker gemethyleerd TrypA1 gen zorgt voor een hogere pijngrens. Dit gen werkt als een soort thermostaat die dicteert hoe we hitte ervaren en dat gevoel omzet naar pijn, aldus de onderzoekers . Omdat het onderzoek bij eeneiige tweelingen is uitgevoerd, konden de onderzoekers concluderen dat de verschillen in pijngrens binnen een tweeling worden veroorzaakt door epigenetische veranderingen. Deze epigenetische veranderingen zijn het gevolg van onder meer leefgewoonten. Welke verantwoordelijk zijn voor veranderingen in het gen is nog onbekend.
Lichtgevoeligheid
Wetenschappers hebben een stof ontwikkeld die ervoor zorgt dat de ogen van blinde muizen tijdelijk lichtgevoelig worden. De stof (DENAQ) zorgde ervoor dat de retinale ganglioncellen in het binnenste van het netvlies gevoelig werden voor licht. Als de onderzoekers kunnen vaststellen dat deze behandeling veilig is, kan deze stof in de toekomst mogelijk gebruikt worden om de lichtgevoeligheid bij blinde mensen te herstellen.
Redactioneel
Pijngrens wordt beĂŻnvloed door levensstijl
Knabbelvisjes
Volgens onderzoek van het RIVM loopt men een klein risico op infectie als hij zich laat beknabbelen door Garra rufa-visjes in een bassin. Mensen met een gezonde huid lopen weinig risico, in tegenstelling tot mensen met huidproblemen of een verminderde weerstand. Toch worden de behandelingen ook aangeboden als verlichting van eczeem en psoriasis. Ziekteverwekkers kunnen zowel via het water als de visjes worden overgebracht.
Farmacie & Politiek
17
Redactioneel
Vijf vragen over... Weesgeneesmiddelen De afgelopen twee jaar is er veel om te doen geweest: de vergoeding van de geneesmiddelen bij de ziektes van Pompe en Fabry. Voor veel mensen is het al een raadsel hoe de vergoeding van reguliere geneesmiddelen precies in elkaar steekt, laat staan bij zogeheten weesgeneesmiddelen. Ergens begrijpelijk, want slechts heel weinig mensen zullen hier in hun leven mee te maken krijgen. Dat heeft echter ook tot gevolg dat slechts heel weinig mensen zullen weten waar de discussie nu eigenlijk over ging. Want zeg nu zelf, hoeveel weet je daadwerkelijk over de ziektes van Pompe en Fabry? Ehm… De ziekte van Pompe is een ziekte die veroorzaakt wordt door een genetisch tekort aan het enzym zure alfa-glucosidase. Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van glycogeen naar glucose. Door dit enzymtekort stapelt glycogeen zich op in de lysosomen in de cel. Deze glycogeenstapeling verstoort de normale werking van andere organellen, met uiteindelijk celbeschadiging als gevolg. Hierdoor treedt langzaam maar zeker spierzwakte op, waardoor ademhalen steeds moeilijker wordt. Wanneer de ziekte van Pompe al op jonge leeftijd begint, is er ook veelal sprake van verzwakking en vergroting van de hartspier. Behandeling kan gebeuren op basis van enzymvervangende therapie: de deficiëntie wordt dan tegengegaan met een recombinante vorm van het enzym, alglucosidase-alfa (Myozyme). De ziekte van Fabry is, net als de ziekte van Pompe, een lysosomale stapelingsziekte, in dit geval veroorzaakt door een gebrek aan alfa-galactosidase A. Dit enzym is betrokken is bij de hydrolyse van glycolipiden en -proteïnes. Als gevolg van dit gebrek stapelt één bepaald glycolipide, globotriaosylceramide, zich op in cellen, resulterend in celschade. De symptomen van de ziekte van Fabry zijn uiteenlopend: onder meer neuropathische pijn, oorsuizen en weinig tot niet kunnen zweten. In een later stadium kunnen verschillende complicaties optreden, zoals nierfalen, hartproblemen of een herseninfarct. Net als bij de ziekte van Pompe kan enzymvervangende therapie toegepast worden, met agalsidase-alfa (Replagal) of agalsidase-bèta (Fabrazyme).
18
Foliolum april 2014
Waarom waren deze ziektes ook alweer in het nieuws? In de zomer van 2012 wist de NOS de hand te leggen op twee conceptadviezen van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Deze adviezen betroffen het vergoeden van de geneesmiddelen bij de ziektes van Pompe en Fabry. Het CVZ was van mening dat de behandeling met deze middelen nauwelijks kosteneffectief was: de kosten van de behandeling zijn volgens het CVZ veel te hoog in relatie tot de gezondheidswinst die ermee geboekt wordt. Ter illustratie: de behandeling met Myozyme kost op jaarbasis tussen de €400.000,- en €700.000,- per patiënt, de behandeling met Replagal of Fabrazyme zo’n €200.000,-. Tot dan toe werden deze bedragen volledig vergoed vanuit de basisverzekering. Het CVZ adviseerde om deze medicijnen uit het basispakket te halen. Deze conceptadviezen leidden tot veel ophef. De angst bestond dat patiënten die baat konden hebben bij een van deze middelen, deze niet meer zouden krijgen omdat ze simpelweg onbetaalbaar zouden worden. Naar aanleiding hiervan heeft het CVZ de conceptadviezen aangepast. Hierin werd een overgangsregeling opgenomen, die stelde dat zowel bestaande als nieuwe patiënten de behandeling voorlopig gewoon vergoed kregen. Wel werd geadviseerd om uiteindelijk een aparte financiële regeling te treffen voor deze en vergelijkbare dure geneesmiddelen, buiten de basisverzekering om. Hoewel minister Schippers van Volksgezondheid dit specifieke advies niet overnam, nam ze de overige adviezen wel grotendeels over. Dit betrof onder meer het maken van duidelijke afspraken over een doelmatige inzet van de betrokken geneesmiddelen en het intensiveren van Europese samenwerking op het gebied van weesgeneesmiddelen. Daarnaast begon minister Schippers onderhandelingen met de fabrikanten Genzyme en Shire, om tot een substantiële prijsverlaging te komen voor deze middelen. Dit is gelukt: eind 2013 werd bekend dat de prijs verlaagd was tot een aanvaardbaar niveau en dat de geneesmiddelen bij de ziektes van Pompe en
Fabry ook in 2014 gewoon vanuit de basisverzekering vergoed zouden worden. Maar wanneer is een geneesmiddel nu eigenlijk een weesgeneesmiddel?
Hoe komt een weesgeneesmiddel in Europa op de markt? Voordat een handelsvergunning wordt afgegeven voor een weesgeneesmiddel, dient het betreffende middel door twee verschillende commissies van de European Medicines Agency (EMA) beoordeeld te worden. In de eerste fase beoordeelt het Committee for Orphan Medicinal Products (COMP) of het middel in aanmerking komt voor de status van weesgeneesmiddel. Hierbij gelden drie belangrijke criteria: de prevalentie van de indicatie, de ernst van de indicatie en of het middel een significant voordeel biedt bij deze indicatie. In de tweede fase oordeelt het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) over de daadwerkelijke handelsvergunning. Dit gaat op vergelijkbare wijze als voor reguliere geneesmiddelen: de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van het weesgeneesmiddel worden getoetst. Wel wordt een eventuele handelsvergunning vaak ‘onder uitzonderlijke omstandigheden’ afgegeven, omdat de commissie later nog gegevens van het gebruik in de dagelijkse praktijk wil zien. Wanneer vervolgens een handelsvergunning wordt afgegeven, is deze geldig in de gehele Europese Unie.
Een tweede optie is voor weesgeneesmiddelen waarvan nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om de therapeutische waarde en de doelmatigheid goed vast te kunnen stellen. Voor deze middelen is een aparte subsidieregeling getroffen. De kosten van deze geneesmiddelen worden vergoed zolang er verder onderzoek gedaan wordt en de resultaten hiervan overlegd worden met het CVZ.
Redactioneel
Er is sprake van een weesgeneesmiddel als het een geneesmiddel is dat gebruikt wordt voor de behandeling van een zeldzame ziekte. Er wordt gesproken van een zeldzame ziekte wanneer minder dan 5 op de 10.000 personen deze aandoening hebben. Het gaat hierbij om ernstige ziektes die de kwaliteit van leven sterk aantasten. Geschat wordt dat er meer dan 6.000 verschillende zeldzame aandoeningen zijn, waarvan het merendeel van genetische aard is.
gekomen: gewoon via de basisverzekering. Deze optie is mogelijk wanneer het middel is opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem. Vaak staan dergelijke middelen op de zogeheten bijlage 1B van de Regeling zorgverzekering, omdat er geen onderling vervangbaar middel is, of op bijlage 2, omdat er aanvullende voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het middel.
Tot slot is er een aparte vergoedingsmogelijkheid, die enkel en alleen geldt voor universitaire medische centra (UMC’s). Hiervoor geldt een aparte beleidsregel voor dure, intramuraal te gebruiken weesgeneesmiddelen. Wanneer de kosten van het middel meer dan 5% van de geneesmiddelkosten van de UMC’s bedragen, kan het middel via deze beleidsregel voor de volle 100% door de overheid vergoed worden.
En hoe worden weesgeneesmiddelen dan vergoed? Waar de registratie van weesgeneesmiddelen op Europees niveau plaatsvindt, gebeurt de vergoeding landelijk. In Nederland zijn er drie verschillende manieren waarop weesgeneesmiddelen vergoed kunnen worden. De eerste is al ter sprake
Farmacie & Politiek
19
Education Support Centre
Facultair
Zoals velen inmiddels hopelijk weten, is Bureau Onderwijs opgegaan in het nieuwe, faculteitsbrede Education Support Centre. Een dependance hiervan zit nog steeds op locatie ADL. Sommige medewerkers hier zullen oude bekenden zijn, andere zijn juist nieuwe gezichten. Deel 1 van een ‘wie is wie’ binnen het ESC.
20
Evert Deelstra, hoofd ESC locatie ADL Sinds 2000 is hij, na een eerdere loopbaan in de ICT-sector, werkzaam bij ondersteunende afdelingen bij verschillende faculteiten van de RUG. De Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen wil de locatie ADL een volwaardige onderwijsondersteuningsafdeling bieden en heeft om dit vorm te geven Evert Deelstra aangesteld. De ondersteunende afdeling bestaat uit een Education Support Desk (per maart 2014 operationeel), een aantal studieadviseurs, onderwijsadministrateurs, een stagecoördinator, onderwijscoördinatoren, een roosteraar en secretariële ondersteuning. Deze afdeling ondersteunt naast de opleiding Farmacie ook een aantal zogenaamde medische masters als Biomedical Engineering, Biomedical Sciences en Medical Pharmaceutical Sciences. Studenten kunnen terecht bij het ESC voor allerlei onderwijsgerelateerde zaken en met vragen over regelingen, eisen, mogelijkheden, etc. Het ESC heeft nauw contact met de diverse commissies (Opleidings-, Evaluatie- en Examencommissie) en geeft ook hier ondersteuning. Studenten kunnen dagelijks terecht bij het ESC en de bereikbaarheid en toegankelijkheid zal met het gereedkomen van de nieuwe desk nog verbeterd worden. Bij die desk komt ook een informatiescherm voor studenten. Studenten worden uitgenodigd om verbeterpunten betreffende ondersteuning, begeleiding en advisering aan te dragen en dit te mailen naar e.k.deelstra@rug.nl. De deur van zijn kamer (3216.0107) staat ook open voor studenten.
Foliolum april 2014
Lydian Medema, studieadviseur Wanneer kunnen studenten mij tegenkomen? Een vraag die het Foliolum aan mij stelde. Mij kom je op een aantal dagen in de week tegen op ADL 1 in kamer 3213.0013. Ik werk daar met veel plezier als studieadviseur. Het contact met studenten vind ik superleuk. Ik krijg vragen van allerlei aard: ik heb een vak niet gehaald, wat betekent dit voor mijn planning? Ik ben het niet eens met de beoordeling, wat nu? Waar vind ik de computerruimtes? Ik heb een voorziening voor tentamens nodig, hoe gaat dat? Naast vragen die over de opleiding gaan, krijg ik ook allerlei andere vragen: ik wil aan de pil, waar regel ik dat? Klopt het dat ik je van de ACLO herken? Het antwoord op die laatste vraag is ja. Je kunt mij ook op het Sportcentrum (beter bekend als de ACLO) tegenkomen. Ik werk daar als sportinstructeur en geef daar verschillende groepslessen op muziek. Dit is een uit de hand gelopen hobby. Heerlijk om te doen! In mijn lessen daag ik de sporters uit om hun grenzen te verleggen. Daarbij ben ik zelf ook nog eens heerlijk in beweging. Mensen in beweging zetten is voor mij erg belangrijk. Dat uit zich nog eens extra door de NLP-opleidingen die ik geef. Tijdens deze opleidingen daag ik de deelnemers uit om zich te bewegen naar hun eigen onbewuste. Iedereen herkent het wel, bewust wil je het één, en toch doe je het ander. Ik vind het geweldig om mensen te laten ontdekken wat er in dat onbewuste speelt, waardoor ze vervolgens kunnen kiezen voor dat wat het leven verrijkt.
Adjunct-directeur Sinds 1 september 2013 ben ik de opvolger van prof. Haisma als Adjunct-Directeur Opleiding Farmacie. Jullie kennen mij vast als docent van verschillende vakken (Pathologie, Immunologie, Infecties en Tumoren, etc.), maar nu dus in een heel andere functie. Ik stel mij graag aan jullie voor. Ik ben al sinds 1996 verbonden aan de opleiding Farmacie bij de basiseenheid Farmacokinetiek, Toxicologie & Targeting: eerst als postdoc, later als hoogleraar en nog later als voorzitter van die Basiseenheid. Ik ken de opleiding Farmacie dus goed, maar ik ben geen farmaceut. Nu ik die opleiding ook achter de schermen leer kennen, ga ik een nieuwe wereld in.
Mijn taak is al die veranderingen in goede banen te leiden en problemen op te lossen voor zowel studenten als docenten en hoogleraren. Ik probeer de juiste mensen op de juiste positie te krijgen, het curriculum up-to-date en kwalitatief goed te houden en te zorgen dat de infrastructuur en de organisatie optimaal is voor goed onderwijs. Een perfect studieprogramma is een hele uitdaging. Een voorbeeld: de zorgverlenerstaak van de apotheker wordt steeds belangrijker en daar moeten we in het onderwijs dan ook op inspelen. Bepaalde vakken moeten daarom versterkt worden. Aan de andere kant moeten we wel vakspecifieke kennis behouden, zoals kennis van chemie, analyse en innovatieve toedieningen, anders heb je als apotheker niets te zoeken in een behandelteam. Tegelijkertijd wordt het curriculum ingekort naar 40 weken. Hoe krijg je al die tegenstrijdige eisen in een goed programma? Daar ligt een grote uitdaging. Ik zie mijn nieuwe wereld als een prettige uitdaging en hoop de opleiding Farmacie up-to-date te houden. Want het is net als met onderzoek: we zijn nooit klaar.
Facultair
Ik heb biologie gestudeerd in Groningen. Al snel binnen mijn opleiding kwam ik bij het UMCG terecht en ben ik mij gaan specialiseren in de Medische Biologie. Na mijn afstuderen heb ik promotieonderzoek gedaan bij de afdeling Pathologie van het UMCG, waar ik onderzoek deed aan nierziektes. Het onderzoek leidde tot mooie resultaten, een patent en een nieuw bedrijf. In diverse centra in de wereld zijn inmiddels klinische trials opgestart in patiënten met acute nierinsufficiëntie en andere ziektes, die zeer succesvol verlopen. Het geeft veel voldoening voor een onderzoeker als je medicijn in patiënten blijkt te werken. Ik ging intussen bij Farmacie werken aan nieuwe eiwitten voor het gericht sturen van geneesmiddelen naar de fibrotische lever. Ook dit verloopt succesvol en ook hier werd op basis van ons onderzoek al een bedrijf opgericht. Hopelijk starten er snel meer klinische trials in patiënten met leverziektes.
waarom mijn positie nu officieel adjunct-directeur heet. Mogelijk zullen jullie merken dat allerlei (examen)regels voor diverse opleidingen gelijk getrokken gaan worden. Daarnaast komen er meer veranderingen, zoals het ‘matching’: het vooraf bekijken of een student geschikt is voor een opleiding om zo het rendement te verhogen.
Klaas Poelstra
Nu stap ik dus in de onderwijsorganisatie en ook dit is een turbulente wereld. Er is in het afgelopen jaar heel wat veranderd. Vroeger was er het Onderwijsbureau Farmacie, die studenten en docenten ondersteunde. Dit is nu opgegaan in het Education Support Centre (ESC) van de Faculteit FWN. Deze reorganisatie was moeilijk, maar langzaam komt er orde in het systeem. Een gloednieuwe studentenbalie is het zichtbare deel daarvan. Daarnaast is de opleiding Farmacie gesplitst. De bacheloropleiding, tezamen met alle bacheloropleidingen van FWN, is ondergebracht bij de Undergraduate School of Sciences (USS) terwijl de masteropleiding Farmacie tezamen met andere masteropleidingen bij de Graduate School of Sciences (GSS) is ondergebracht. Ik ben verantwoordelijk voor zowel de bachelor- als de masteropleiding Farmacie, maar een algemeen directeur staat nu boven de USS respectievelijk GSS; een reden
Farmacie & Politiek
21
Student in het buitenland Leanne Oostwoud
Facultair
Tijdens Melbournes tweede hittegolf van 2014 zoek ik de koelte van de airconditioning op, want met 42 graden is het echt te warm om buiten te zijn. Met temperatuurverschillen tot wel 30 graden op één dag kan je hier letterlijk Four Seasons in One Day meemaken. Op de meeste dagen is het echter allerminst vervelend dat het hier nu zomer is. Al sinds ik 6 jaar geleden ging backpacken in Australië en Nieuw-Zeeland heb ik een deel van mijn studie in het buitenland willen doen. Het masterproject is hiervoor dan ook een goede kans! Ruim een jaar voor vertrek stuurde ik een mail aan Reinoud Gosens van de vakgroep Moleculaire Farmacologie. Na het lezen van Pubmed-artikelen van verschillende vakgroepen besloot ik terug te gaan naar Ozzie. Ik had dan al wel het land rondgereisd, maar wonen in een wereldstad als Melbourne om de echte Down Under lifestyle te ervaren is toch een compleet nieuwe uitdaging! In januari kreeg ik van prof. dr. Ross Vlahos van het Department of Pharmacology van de University of Melbourne bericht dat hij me graag zou begeleiden bij mijn project. Nu kon ik beginnen met het regelen van fondsen en een visum. Veel papierwerk en ruim 6 maanden later kreeg ik eindelijk bericht dat mijn Occupational Trainee visum rond was. In september werd het tijd om vliegtickets te boeken en een huurder te vinden voor mijn kamer in Groningen. Na de laatste afscheidsborrels en het verhuizen van mijn spullen stapte ik eind november het vliegtuig in om het avontuur tegemoet te gaan! Toen ik echter aankwam, was het eerst tijd om zaken te regelen zoals een Australisch telefoonnummer, een kamer en een fiets. In december stijgen de hostelprijzen in de stad tot onbetaalbare hoogte en was de druk om snel een kamer te vinden dus hoog. Gelukkig kostte het me minder dan 24 uur! Voor een huurprijs die twee keer zo hoog is als in Groningen woon ik hier volgens de Melbournians erg goedkoop. Mijn huis in Brunswick is zo’n 5 km van de universiteit en 7 km van het centrum verwijderd. Voor Groningse begrippen is dat misschien ver, maar niet voor Australische. Brunswick heeft ook zijn eigen stadscentrum met genoeg pubs, restaurants, mediterrane en Aziatische winkeltjes en andere benodigdheden.
22
Foliolum april 2014
In mijn project doe ik onderzoek naar een potentieel geneesmiddel tegen oxidatieve stress in COPD. Vooral wanneer patiënten een exacerbatie door bijvoorbeeld griep ondervinden, ontstaat verhoogde oxidatieve stress, wat nog meer schade kan aanbrengen in de longen. Ik werk met muizen die ik een tijdje blootstel aan sigarettenrook, waardoor een acute COPD-achtige respons opgewekt wordt wat betreft inflammatoire cellen in de longen. Door de muizen daarnaast aan griep bloot te stellen, wordt verhoogde oxidatieve stress in de longen veroorzaakt. Nu is het mijn taak om de werkzaamheid van een antioxidant op het verminderen van oxidatieve stress aan te tonen. Ook het laten inslapen van de muizen en het uitsnijden van de longen doe ik zelf. Het rat-practicum all over again, maar dan tot wel 30 keer per dag. Met de PhD-studenten is het gezellig. We hebben allen een bureau in de graduate researchers office, waar we soms meer praten dan werken. Er zijn dagelijkse koffie- en lunchrondes naar koffiezaakjes en eettentjes op de campus. Elke week is er wel een seminar waarna er een borrel is. Bij gebrek aan seminars kan er altijd nog zelf een borrel georganiseerd worden. De meeste PhD’s hebben namelijk wel een aantal biertjes of ciders in hun bureaulade. Op mijn fiets leg ik elke dag de afstand af naar de universiteit. Zo blijf ik nog een beetje in beweging, wat flink nodig is, want Melbournians houden van eten. Door de multiculturele samenleving zijn gerechten vanuit de hele wereld vertegenwoordigd.
Bendigo mogen brengen. Rondom Nieuwjaar hebben we een trip naar The Falls-festival in Marion Bay, Tasmanië gemaakt. Onze boat- & roadtrip naar het festival bestond uit barbecues, prachtige uitzichten over de natuur, een high tea en een bezoek aan een dierenpark met kangoeroes en Tasmaanse duivels. Na een food en wine-festival in Hobart, gevolgd door een avond uitgaan, kon het festival met Ozzies bekendste bands beginnen. Een prima manier om oud en nieuw te vieren! De nieuwjaarsduik was wel iets minder hard bikkelen dan in Scheveningen…
De no worries Ozzie lifestyle vergt weinig planning. Winkels lijken altijd open te zijn, dus niemand schijnt te plannen wanneer en waar ze eten. Vaak koken mijn acht huisgenoten de meest uiteenlopende maaltijden, dus bijna elke dag is hier een voedselfestijn. Ik heb supergezellige huisgenoten uit Australië, China, Canada, India en Italië. Iedereen kookt anders en dus heb ik in mijn twee maanden hier al veel verschillende gerechten gegeten. Hotpot, konji, ravioli, dumplings, crêpes en zelfs een gingerbread house werden in onze keuken bereid. Om de Hollandse eer hoog te houden hebben we oliebollen gebakken.
Ondanks de relaxte mentaliteit is men hier veel competitiever ingesteld. Elke universiteit weet wel iets te bedenken waarin ze ‘Australia’s best’ zijn en men is trots dat Melbourne al drie keer op rij is verkozen tot ’s werelds meest leefbare stad. Volgens Melbournians is het de sporthoofdstad van de wereld. Naast dat de belangrijkste cricketwedstrijden hier worden gespeeld, is Australian Football hier bedacht, is er een Formule 1-circuit in de stad en natuurlijk een grandslamtoernooi, de Australian Open. Wanneer ‘The Tennis’ gaande is, is het op elke tv en op Federation Square live vanuit strandstoelen te volgen. Ik heb in de Rod Laver Arena drie kwartfinales mogen zien met o.a. de #1 tennisser ter wereld, Rafael Nadal!
Naast het koken en bakken doe ik nog meer dingen samen met mijn huisgenoten. Van basketballen in het park tot barbecueën, creatieve avonden met Playdough en origami, films kijken, drankspellen, uitjes naar het strand en onze vaste zondagavond uit eten. Ik heb ook contact met een groep farmaciestudenten van Monash University. Een aantal van hen heb ik leren kennen tijdens het IPSF congres dat afgelopen zomer in Utrecht was. Met hen samen wordt er gegeten, geborreld, gewinkeld en ik heb een bezoekje aan het NAPSA gala (de Australische K.N.P.S.V.) in
Facultair
Men eet vaak minimaal twee keer per dag warm en als het even kan eet men ook het ontbijt buiten de deur. Doordat de prijsverhouding tussen eten bestellen en zelf koken hier bijna gelijk is, eet ik elke dag warm op de universiteit. Op de campus haal je voor enkele euro’s wok gerechten, burrito’s, curry of sushi. Ook houdt men hier van goede koffie, grote hoeveelheden bier, cider en andere drank. Ondanks dat de belasting op alcohol hier zo hoog is dat dat soms meer kost dan het product zelf (tot wel 300%!), lijken Ozzies onbegrensd vaak en veel te willen drinken.
Ik heb nog vier maanden te gaan in Melbourne. Daarna zal ik mijn scriptie schrijven in Bali en ga ik nog twee maanden reizen door Indonesië, Laos en Vietnam. Ik kijk uit naar het deel dat ik nog tegoed heb, maar het is tot nu toe al een reis die ik nooit zal vergeten! Ik kan dan ook iedereen aanraden om het masteronderzoek in het buitenland te doen. G’day from Melbourne, Leanne
Farmacie & Politiek
23
PhD & student Analytische Biochemie
Facultair
PhD My name is Turan Gul, 27 years old, and I am from Turkey. I have a bachelor’s and master’s degree in chemistry. I am currently a 2nd year PhD student in the Analytical Biochemistry group at the department of Pharmacy at the University of Groningen.
24
One of the research lines of the Analytical Biochemistry group is to develop novel analytical methods for drug metabolism studies. Drug discovery and development is a very high-cost and long-term process. It is therefore important to identify possible toxic drug metabolites at very early stages of drug development. Electrochemistry combined with mass spectrometry (EC-MS) is an emerging technique that may allow rapid monitoring and synthesis of reactive metabolites to study oxidative drug metabolism in greater detail. The aim of my research project is to study the electrochemical synthesis of drug metabolites, mimicking in vivo phase I reactions catalyzed by CYP450 enzymes, and the on-line screening of drug metabolites via mass spectrometry. I therefore focus on the development of new efficient methods for electrochemical synthesis in an effort to expand the toolbox of EC-mediated methods for the selective synthesis of phase I oxidative metabolites of drug molecules, in order to produce them in sufficient quantities for further characterization and toxicity tests.
Foliolum april 2014
Dutch universities are well-known with high quality PhD theses and the University of Groningen is in a good position in rankings. That is why I preferred doing my PhD in Groningen. Groningen is a small, but very cute city located in the north of the Netherlands. The local people are very kind and friendly and most of them can speak English, which makes life easier in Groningen. There are some nice restaurants and pubs to spend time with your friends. Every international student who comes from a warm country often complains about the depressing Dutch weather during winter time, but for me, I complain more about the Dutch cuisine, which mainly consists of sandwiches and some fast food. The first year I also tried to prepare sandwiches every single day like my Dutch colleagues, but I could not stand to eat sandwiches every day, so now I cook at home and bring it with me! Student Hello, I’m Georgia Koutsoumpli, born in Greece and currently a second year student in the Medical and Pharmaceutical Drug Innovation (MPDI) Top Master program of the University Medical Center Groningen (UMCG). Choosing to study Biotechnology, I was undoubtedly attracted by its prospects in medicine and drug discovery. I decided to enrol in this interdisciplinary program with the intention of improving my scientific skills, being guided by
Μy main scientific interests lie in cancer therapy focused on proteomics and immunotherapy. My first experience in fundamental research for drug design was during my bachelor studies, working on a project of designing and screening new inhibitors for human glutathione transferases (GSTs), an enzyme family involved in multi-drug resistance (MDR). This project was enough to further motivate me to investigate these scientific fields. As part of the MPDI, I had the opportunity to perform my first year research project in the department of Analytical Biochemistry. My choice to join Rainer Bischoff ’s research group was governed by the exciting and quite challenging project, as well as the collaboration with talented scientists. The project I was involved in focuses on serum samples analysis for the discovery and validation of biomarkers for early prognosis and diagnosis of cervical cancer. This project fits the research line of the department, which is mainly focused on the use of instrumental analytical biochemistry for the analysis of biological molecules and for discovery of biomarkers for various human diseases, including cancer. Biomarkers can serve as early disease indicators, as well as potential drug targets. Proteomics allow for identification of proteome alterations caused by
diseases in a relatively accurate way and may shed light on the molecular complexity of human diseases, enabling the development of novel tools in treatment and detection. Serum is potentially ideal for biomarker discovery, as it may serve as an archive of secreted proteins from cancer cells. However, its wide dynamic range of protein concentrations render serum proteomics a challenging task. The recent advances in proteomic technologies could help achieve better concentration sensitivity by the development of novel sample preparation and LC-MS/MS-based methods, which may allow a deeper view into the serum proteome for discovery of more specific protein/peptide biomarkers or panels for detection of cervical cancer and following medical treatment.
Facultair
scientists at the forefront of their field and achieving a gradual specialisation in my area of choice. In addition, I was definitely attracted by continuing my studies abroad at one of the best universities in Europe, exploring a new country and culture.
Apart from the exciting research opportunities I experienced in the group, I enjoyed the interaction with my international colleagues and our cappuccino breaks a lot! I’ve visited the Netherlands quite a few times before moving to Groningen for my studies and I already knew how friendly, easy-going and fluent English-speakers Dutch people are. However, it took me almost two years of living in the Netherlands to realise that Groningen is not in Holland (?!), people under 160 cm look like Hobbits -including myself- and that it’s possible to cycle while holding an umbrella to keep you, your smartphone and your groceries dry, as you carry a friend on the back of your bike through the crowded streets of the city. Life in Groningen is fun, mainly due to its multicultural and youthful spirit that makes things still look bright even when the sun is not shining…
Farmacie & Politiek
25
Alumnus RUG
Facultair
Lisette Tichelaar
26
Wat leuk dat ik als jonge apotheker benaderd ben om een stukje te schrijven over mijn (werk)ervaringen na mijn afstuderen. Wat gaat de tijd snel!
kunt sparren met je jonge collega’s, je up-to-date blijft van de nieuwe richtlijnen en je jezelf gestructureerd op diverse vlakken blijft ontwikkelen.
In 2005 ben ik begonnen met de studie Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Met enkele maanden uitloop door een uitstapje naar Australië voor mijn scriptie ben ik eind oktober 2011 afgestudeerd. Eenmaal besmet met het reisvirus besloot ik na mijn afstuderen eerst enkele maanden door Midden-Amerika te backpacken voordat ik op zoek zou gaan naar een baan. Enkele dagen voor mijn terugkomst ontving ik per e-mail de tip van een studiegenootje dat in haar stage-apotheek in Den Haag een vacature was. Zelf verkoos ze het onderzoek boven een baan in de openbare farmacie. Nog geen anderhalve week later had ik een baan!
Hoewel ik tijdens mijn studententijd niet erg actief ben geweest bij P.S., ben ik nu bezig met een inhaalslag door regelmatig activiteiten van de VJA te bezoeken. Het blijft natuurlijk leuk om oud-studiegenoten weer eens te zien en nieuwe mensen te leren kennen. In juni vorig jaar heb ik daarom samen met collega’s uit zowel de openbare farmacie als de ziekenhuisfarmacie het VAZA/VJA avondsymposium ‘Farmacogenetica’ georganiseerd. Ik kan iedereen aanraden om extra activiteiten te blijven doen naast het werk in de apotheek. Dit kan bijvoorbeeld via een commissie van de VJA, maar natuurlijk ook op andere manieren. Zo heb ik afgelopen najaar het stokje van mijn collega Kirsten Lubbers overgenomen in de organisatie van de GAPER, ’s-Gravenhaagse Apothekers Pharmaca-Evaluatie voor de Regio. Dit zijn maandelijkse wetenschappelijke bijeenkomsten voor openbaar apothekers en ziekenhuisapothekers. Het onderwerp van zo’n bijeenkomst is ofwel een nieuw geneesmiddel, ofwel een geneesmiddel waarbij belangrijke veranderingen te bespreken zijn, zoals nieuwe indicaties of grote wetenschappelijke studies.
In maart 2012 ben ik in SAL apotheek Segbroek begonnen als tweede apotheker in een groot, multicultureel team met drie collega-apothekers. Eind april 2012 ben ik begonnen aan de registratieopleiding tot Openbaar Apotheker Specialist, die toen net in een nieuwe vorm was gegoten. Middels mijn deelname aan de klankbordgroep van de VJA probeer ik een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van deze registratieopleiding. Graag wil ik hierbij vermelden dat de opleiding veel is veranderd ten opzichte van vroeger. Actieve deelname en inzet worden van je verwacht. Tijdens de cursusdagen worden toetsen afgenomen, er wordt een digitaal portfolio aangelegd en tegenover iedere cursusdag staat een dag huiswerk. Veel werk, maar je krijgt er ook veel voor terug. Het leuke aan de cursusdagen is dat je
Foliolum april 2014
Hoewel de wereld van de farmacie onderhevig is aan veel veranderingen en van openbaar apothekers veel inzet en flexibiliteit wordt verwacht, kan ik dit beroep door de diversiteit aan activiteiten en mogelijkheden na twee jaar nog steeds aanraden! Veel succes met (af)studeren!
Docent van het Jaar Niesko Pras In de week voor kerst 2013 plofte er een brief van het College van Bestuur op de deurmat met daarin de mededeling dat ik was voorgedragen voor de RUG Docent van het Jaarprijs 2013 door de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen! Ik werd uitgenodigd om een minicollege van 10 minuten voor te bereiden en te presenteren op 29 januari 2014 in de Aula van onze alma mater. Ik moest de competitie aangaan met acht andere docenten. Voorafgaand aan deze unieke uitnodiging had ik echter al een enerverend traject achter mij liggen.
Op 29 januari 2014 was het zover. ‘s Middags waren er twee kandidatencarrousels in de Aula. Van de negen genomineerden was ik de op twee na laatste spreker. Met mijn minicollege ‘Farmacotherapie bij ouderen’ hoopte ik mijn slag te slaan. Uiteraard was er een hoofdrol voor tante Sjaan en een bijrolletje voor ome Cor. In een volle aula, met veel mensen van Farmacie als steun, gaven alle genomineerden interessante en goede presentaties. Helaas heb ik de RUG Docent van het Jaarprijs niet gewonnen, maar tweede eindigen bij de Webprijs voelt ook goed. Bovendien was het voor mij al mooi om aan deze finale mee te doen en de faculteit, en daarmee vooral Farmacie te vertegenwoordigen. De dag werd afgesloten met een diner met het College van Bestuur in goede en informele sfeer, zoals trouwens de hele dag het geval was! Concluderend vond ik het geweldig om dit alles mee te maken. Na deze inspirerende ervaring ben ik inmiddels met volle energie begonnen aan een nieuwe cyclus van farmacotherapiecolleges.
Farmacie & Politiek
Facultair
Op 7 mei 2013 hebben mijn collega prof. Martina Schmidt en ik, respectievelijk Bachelor- en Master-docent van het Jaar Farmacie , een minicollege gepresenteerd en werd ik door de jury gekozen tot ‘Docent van het Jaar Farmacie’. Geweldig natuurlijk, maar dit was nog niet alles. Via de Opleidingscommissie werd ik vervolgens voorgedragen voor de Facultaire Onderwijsprijs. In de voordracht, waarbij studenten de hoofdrol spelen, stonden vleiende bewoordingen (die ik later las): “Pras is een bevlogen docent, die studenten aanzet tot zelf studeren en nadenken. Hij is een geniaal verteller en studenten hangen aan zijn lippen. Ook vertelt hij mooie anekdotes, die de stof in het juiste historisch of maatschappelijk perspectief plaatsen”. Heel apart als je dit over jezelf leest; zeer complimenteus! Eind november 2013 ontving ik een brief van het bestuur van onze faculteit met een uitnodiging voor de bekendmaking van de winnaar van de Facultaire Onderwijsprijs waarvoor ik genomineerd was. Op 6 december 2013 werden alle maar liefst 19 (!) genomineerden in een volle collegezaal op de Bernouilliborg middels PowerPoint geïntroduceerd door de jury. Na bijna anderhalf uur bleek ik de winnaar te zijn en werd ik gevraagd om de faculteit te gaan vertegenwoordigen voor de RUG Docent van het Jaarprijs 2013! Ik was even perplex, in een soort shockje, maar toen ik weer helemaal bij de les was, dacht ik, hier gaan we iets moois van maken. Ook was ik dankbaar voor de complimenteuze voordracht vanuit Farmacie: deze was immers de basis voor de jury! Tot zover in vogelvlucht het pad naar de Aula voor de grote finale.
27
Pharmaciae Sacrum
Fotopagina
28
Foliolum april 2014
Pharmaciae Sacrum Farmacie & Politiek
29
P.S.-activiteiten Lunchlezing Rixt Wijma
Op maandag 9 december had P.S. een primeur: een heuse lunchlezing stond op de agenda. Menig andere studievereniging organiseert al dit soort lezingen en met succes. Ook P.S. vond het dus de moeite waard om dit eens uit te proberen. Het programma begon veelbelovend: bij het P.S.-hok stond een grote tafel die helemaal volgeladen was met broodjes. Uiteraard was er veel te veel (dit kon ook komen door de overdosis pepernoten van het weekend ervoor), maar dit weerhield ons er niet van om een kwartiertje later naar het zaaltje te lopen waar de lezing zou gaan plaatsvinden.
Pharmaciae Sacrum
Deze eerste lunchlezing werd verzorgd door Pharmaline, een geneesmiddelbereider die zich voornamelijk richt op de apotheekbereidingen. Paul Hofman, werkzaam bij de grootbereider, stond al klaar en brandde meteen los. Hij vertelde ons alle ins en outs van een bedrijf als Pharmaline en hoe het is om als grootbereider, in tijden als deze, te opereren in Nederland. Het leukste aan de lezing was dat in het publiek iedere jaargang werd vertegenwoordigd en dat er dus gerichte vragen werden gesteld die bij alle fasen in de studie aansloten. Dhr. Hofman kon alle vragen op een interessante en volledige manier beantwoorden en dit maakte het tot een erg leuke en leerzame lezing.
30
Ik hoop dat iedereen die aanwezig was deze mening met mij deelt en dat er in de toekomst nog veel meer lunchlezingen zullen plaatsvinden. Ik ben er in ieder geval bij en ik hoop jij ook!
Toekomstavond Evianne van der Kruk
De K.N.P.S.V. organiseerde in samenwerking met G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” een discussieavond, waarop de Groningse farmaciestudenten hun stem konden laten horen aangaande de toekomst van de farmacie en de farmaceutische wereld. De discussie werd voorgezeten door mensen die betrokken zijn bij het project “Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020”. Zij zijn al sinds mei 2013 bezig een toekomstvisie te schetsen voor alle apothekers, omdat de farmaceutische zorg de afgelopen jaren is veranderd en er behoefte is aan een nieuwe visie. Daarnaast waren drie verschillende apothekers gevraagd om tijdens de discussie hun ervaringen en meningen met ons te delen. Om te beginnen werd uitgebreid besproken of de studie Farmacie zoals die in Groningen wordt gegeven farmaceuten nog wel goed genoeg voorbereid op de banenmarkt. Met het oog op de toekomst zou er nog heel wat verbeterd kunnen worden in de communicatie tussen apothekers onderling en tussen apothekers en artsen. Geopperd werd om de studenten Geneeskunde en Farmacie meer met elkaar te laten spreken, discussiëren en samenwerken dan momenteel gedaan wordt. Een ander discussiepunt ging over de groeiende persoonsgerichte farmaceutische zorg. Er werd voorgesteld om dat meer bij de studie te betrekken, maar niet iedereen was het daar mee eens. Toch lokte dit discussiepunt een nieuw discussiepunt uit over het huidige curriculum van onze studie. Vakken als Recepteerkunde zouden er misschien wel uit moeten, maar vakken als Gedrag & Communicatie, om bijvoorbeeld goede baliegesprekken te kunnen voeren, zouden misschien wat uitgebreider kunnen. De KNMP heeft de verschillende meningen van (jonge) apothekers, patiëntenorganisaties, verzekeraars en zorgpartners, wetenschappers, de industrie en productontwikkeling en ons als studenten meegenomen en samengebundeld in één visie, die besproken zal worden tijdens de Algemene Ledenvergadering van de KNMP. Deze ‘contouren’ van de “Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020” kan je vinden op www.knmp.nl/toekomstvisie.
Foliolum april 2014
P.S.-activiteiten AlDi-feest
Ouderejaarssymposium
Daar was ik dan, vroeg als altijd, om kwart over 10 in de Shadrak, waar de Almanakcommissie en Dies-commissie zich hadden verzameld om het thema van de Dies en vervolgens de almanak te onthullen. Nadat een grote groep farmaceuten zich verzameld had, werden met een naar mijn mening creatief filmpje de locaties en het thema van de Dies onthuld: ‘Carpe Dies’, het thema van het goede leven, het genieten en het feesten. Direct volgend op de bekendmaking van het Dies-thema werd ook de almanak onthuld: ‘Dichtgetikt’. Natuurlijk moest na de onthulling van de almanak ook een persoonlijk gesigneerd exemplaar bij mij thuis in de kast terecht komen. Hiervoor sloot ik aan in de rij, zodat de Almanakcommissie mijn eigen exemplaar kon signeren. Toen werd het tijd voor het echte feest om te beginnen. Het eerste fust werd door de assessor II geopend en het bier kon weer rijkelijk vloeien, waarbij het gelukkig niet om Aldi-bier ging. Na een gezellige avond en meer dan voldoende bier te hebben gehad, heb ik mijn weg naar huis weer gevonden. Al met al een goed feestje, zoals dat alleen bij P.S. kan.
Ook dit jaar bood het SSS Ouderejaarssymposium een interessant programma voor studenten, met sprekers van onze eigen universiteit en boeiende onderwerpen. Dr. A.K.H. Hirsch was als eerste aan het woord met haar verhaal over de rationele aanpak van drug design. Hierna volgde prof. dr. G.M.M. Groothuis over nieuwe ontwikkelingen in toxiciteitstesten. Ze liet zien dat onderzoekers steeds beter hun best doen om nieuwe manieren te vinden om de toxiciteit van geneesmiddelen te onderzoeken. Een fascinerende methode is om gelijktijdig gebruik te maken van meerdere soorten weefselslices die indirect met elkaar in contact staan. Zo kunnen invloeden van meerdere organen op het geneesmiddel in verband worden gebracht en vice versa.
Eric van Haeringen
Victor Pera
Farmacie & Politiek
Pharmaciae Sacrum
Na de pauze, waarin we goed verwend werden met een uitgebreid aanbod aan luxe broodjes, konden we weer van start gaan met de volgende spreker, dr. R. Gosens. Hij belichtte de zogenaamde rat race tussen fabrikanten die hun best doen om hun middel voor de behandeling van COPD op de markt te krijgen. In de spotlights stonden de long acting β2-agonists (LABA’s) en de long acting muscarinic antagonists (LAMA’s). Ook werd belicht op welke wijze de fabrikant zijn concurrenten onderuit probeert te halen, door het geneesmiddel zó te presenteren dat het als beste uit de test komt en daarmee als eerste de grootste slag te slaan op financieel gebied. Last, but not least gaf prof. dr. H.W. Frijlink ons een mooie toelichting over hoe hardnekkig het eraan toegaat op het gebied van patentaanvraag voor technologische aspecten. Net zoals Samsung en Apple de afgelopen jaren een patentenoorlog voerden, gaat het ook in de farmaceutische industrie er zo hard aan toe. Hiermee heeft de heer Frijlink laten zien hoe belangrijk het is om zorgvuldig te zijn met eigen ontwikkelde technologieën en nauwkeurig geformuleerde patentaanvragen: als je het doet, doe het dan goed. Het was al met al een zeer geslaagde en informatieve middag.
31
P.S.-activiteiten Dies-symposium Guido Boel
Op woensdag 5 februari werd in Huize Maas het Dies-symposium georganiseerd door Pharmaciae Sacrum. De dag begon rustig met een kopje koffie en de opening van het symposium door de praeses van P.S., maar al spoedig viel de zaal ten prooi aan de enthousiaste prof. M. Schmidt, die vertelde over eiwitten die betrokken zijn bij de pathogenese van COPD. Na een korte pauze presenteerde dr. A.P. van Beek over ‘Eten en Endocrinologie’. Hieruit bleek dat de nodige hormonale regeling nodig is bij het onstaan van honger en het verwerken van voedsel. Hierna kwam dr. E. Nederhof, die ons inlichtte over het feit dat stress slecht is, maar niet voor iedereen. Er zijn namelijk mensen die in de jonge jaren al dusdanig veel stress hebben meegemaakt, dat ze zich daar nu op ingesteld hebben.
Pharmaciae Sacrum
Na een heerlijke en goed verzorgde lunch was het de beurt aan prof. dr. R.F Witkamp, over geneesmiddelen die hetzelfde effect beogen als bewegen. Het bleek dat de industrie hier veel in investeert, maar voorlopig nog met weinig resultaat. Dr. P. Meerlo hield een betoog over de gevolgen van slaaptekort. Het bleek dat iemand die 20 uur wakker was, net zo slecht kon rijden als iemand met een paar glazen alcohol op.
32
Prof. dr. A.J.W. Scheurink viel last minute in met een presentatie met de nieuwsgierigmakende titel ‘Tijd op Krijt’. Prof. dr. A.J.M. van Loonen hield de laatste presentatie over de onmenselijke samenleving. Aanvankelijk leek de zaal niet helemaal mee te gaan in het verhaal, maar halverwege bleek de heer Van Loonen zijn geestige kant te tonen, waardoor het toch zeker een waardige afsluiter was van een zeer informatief symposium over lifestyle en alles wat daar uit farmaceutisch oogpunt mee te maken had. Voor degenen die nog niet waren uitgepraat was er nog de gelegenheid voor een borrel, waarbij het bedienende personeel uitstekend koude pilsjes serveerde.
Foliolum april 2014
Culturele avond
Luke van der Koog
In een overdekte skatebaan net buiten het centrum van Groningen druppelen één voor één farmaceuten binnen. Gespannen kijkt iedereen om zich heen, de omgeving in zich opnemend. De reden dat deze groep zich hier heeft verzameld is de culturele avond van de Dies Natalis van Pharmaciae Sacrum. De activiteit van deze culturele avond is een graffiti-workshop. Het doel van deze avond is dat iedereen naar huis gaat met een houten plaat met daarop zijn of haar graffiti-creatie. Eerst geven twee mannen een korte introductie over graffiti om daarna uit te leggen hoe we te werk moeten gaan. Bij deze introductie blijft niet iedereen gespaard en moet Loes illustreren hoe je het vooral niet moet doen. Na deze introductie krijgt iedereen papier, potlood en 10 minuten om een ontwerp te maken. Iedereen is enthousiast aan het ontwerpen; mooie teksten als ‘I didn’t choose the thug life, it chose me’ passeren de revue. Hierna worden de eerste grove lijnen van het ontwerp op de houten plaat gespoten om vervolgens te kunnen worden ingekleurd. Al snel is iedereen aan het spuiten. De hal vult zich met de giftige dampen die uit de spuitbussen komen. Farmaceuten blijken enorm creatief te zijn: van pizzapunt tot Legopoppetje, van Martinitoren tot Elmo. Nadat iedereen zijn plaat heeft ingekleurd, komen de professionele graffiti-spuiters langs om het ook daadwerkelijk mooi te maken. Een lijntje hier, een streepje daar en opeens ziet zo’n houten plaat er leuk uit. Uiteindelijk is iedereen naar huis gegaan met een kekke graffiti-creatie. Al met al een zeer geslaagde culturele avond!
P.S.-activiteiten Buitendag
Casper van der Hoeven De Diescommissie besloot om dit jaar alles uit de verjaardag van P.S. te slepen door een fantastische Buitendag te organiseren! Een beetje in het teken van de huidige studentenkreet ‘YOLO’, wat natuurlijk de Engelse vertaling is van ‘Carpe Dies’. Zo ongeveer en tot zover. Op de zaterdag van de verjaardag van P.S. mochten alle sportievelingen zich tegoed doen aan een golfclinic. Een echte Buitendag in het eeuwig pittoreske Harkstede sprak menigeen tot de verbeelding en een golfclinic kan altijd handig zijn om je mede-apothekers later te kunnen verslaan bij een echt spelletje. Op het terrein van de golfclub werden we ontvangen in het clubhuis, waar de instructeurs van de dag zich voorstelden en informatie gaven over de opzet van de dag. Alle deelnemers werden in groepen verdeeld en zouden per groep een onderdeel van de golfsport beoefenen met aanwijzingen van de instructeurs. De mannen pakten allemaal een mandje met golfballen en vol goede moed toog iedereen richting de greens.
Gerbrich Flapper Op zaterdag 8 februari werd de Dies afgesloten met een heus galabal. Iedereen die een kaartje had bemachtigd, werd in Huis ‘De Beurs’ ontvangen door de HC en nadat de jassen waren opgehangen werd duidelijk dat iedereen er oogverblindend uitzag. Er moest nog één laatste steile trap beklommen worden om in de balzaal terecht te komen. Hier verzorgde een jazzband de livemuziek en konden later op de avond de voetjes van de vloer toen de dj zijn plaatjes draaide. Het podium, dat vrij was gemaakt door de jazzband, werd in gebruik genomen door gala-gangers die hun dansmoves aan iedereen wilden laten zien. Ondertussen werd door anderen een gokje gewaagd in het aanwezige casino. Ik gok dat sommigen heel arm thuis gekomen zijn en anderen, die meer geluk hadden, misschien wel stinkend rijk. Een welkome midnight-snack waren de frietjes die helemaal beneden gehaald konden worden. Men kon weer even op krachten komen voor de rest van de avond. Uiteraard ontbrak ook een echte galafotograaf niet op het gala. In een verstopt kamertje werd aan het begin van de avond nog vastgelegd hoe mooi iedereen eruit zag. Het zien van de later gemaakte foto’s op de website zullen voor sommigen echter een verrassing geweest zijn. Zoals het gezegde luidt: “Een foto zegt meer dan duizend woorden”. Het was een avond waar je bij moest zijn!
Farmacie & Politiek
Pharmaciae Sacrum
Putten, afslaan, de approach, chippen, pitchen... Er werd druk geoefend om alle nieuwe termen onder de knie te krijgen. Iedereen had wel een favoriet onderdeel en de sportieve dag werd afgesloten met warme chocolademelk of glühwein, die, net als het golfen, goed in de smaak vielen.
Dies-gala
33
Commissies De Internetcommissie Beste P.S.-ers, De Internetcommissie is al een hele oude commissie. Voorheen zat standaard de huidige assessor II van het P.S.-bestuur samen met enkele oud-assessoren II in deze commissie. Dit was erg gezellig, maar er bleek niet altijd voldoende inhoudelijke kennis in deze commissie aanwezig te zijn. Daar is vorig jaar verandering in gekomen. Tegenwoordig zitten er, naast de appie II, P.S.-ers in die handig zijn met ICT en het leuk vinden om zich daar af en toe mee bezig te houden. Onze hoofdtaak is het onderhouden en eventueel updaten van de websites die P.S. heeft. Verder zijn we het bestuur soms van dienst met onze computerkennis.
Pharmaciae Sacrum
De Internetcommissie is anders dan andere commissies, in die zin dat we niet elke maandag samen (hoeven) komen. We zien elkaar regelmatig als we aan een project werken, maar er is natuurlijk niet áltijd een technisch probleem of een site die geüpdatet moet worden.
34
De huidige site heeft z’n beste tijd gehad en begint veel rare kuurtjes te vertonen. Door de oude code is het onbegonnen werk om nieuwe functionaliteiten toe te voegen aan de site, of huidige functies te verbeteren. Daarom zijn we de afgelopen tijd bezig geweest om de mogelijkheden te onderzoeken voor een totaal nieuwe P.S.-website. Er zijn nog wel wat hobbels te overwinnen, maar wie weet zien jullie daar iets van in de nabije toekomst! Tot slot: we zijn op zoek naar nieuwe commissiegenoten! Dus heb je enige affectie met ICT en lijkt het je leuk om daar ook tijdens je studie Farmacie wat mee te doen? Stuur ons dan een mailtje!
Foliolum april 2014
De BEC De Buitenland Excursie Commissie organiseert elk jaar een leerzame en vooral gezellige reis naar een bestemming in het buitenland. Maaike: onze praeses uit Noord-Holland zorgt ervoor dat alle taakjes op tijd worden gedaan. Regelmatig worden er charmante foto’s in bedwelmde staat van haar gemaakt. Desondanks loopt deze snelle dame een halve marathon in anderhalf uur! Ariana: deze Oekraïense ab-actis is niet op haar mondje gevallen, maar na een gewild shotje wodka zit dit er wel in. Met haar zestal vloeiende talen (Russisch, Oekraïens, Nederlands, Belgisch, Achterhoeks en Gronings) weet zij al onze contacten te onderhouden. Thomas: onze jonge god met zijn blonde manen weet elke sponsor binnen te halen. Hoe goed deze man ook met cijfers is, klokkijken is niet zijn sterkste kant. Zijn passies zijn koken, lezen, naar de film gaan, LARP-en, darten en met zijn vriendjes chillen onder het genot van een limonade. Studie is wel alles. Berber: onze blonde godin met nog langere manen, ook wel Snipertje, weet door een gebrek aan topografische kennis nog steeds niet precies waar we heen gaan. In haar vrije tijd houdt ze van het beschilderen van autobekleding. Robbert: onze adonis, met zijn Nutella-bruine huidje, zal menig buitenlands vrouwenhart breken. Deze hamburgerkoning zal tijdens deze BEC zorgen dat we overal op tijd zullen arriveren en zal elk ‘verdwaald’ hertje veilig naar huis ‘begeleiden’.
Commissies De SSS Beste lezer, Dit jaar vormen wij de commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’. Deze afkorting staat voor sur sum scutra, wat in het Latijn ‘op grote schaal’ betekent. Wij zullen twee symposia en natuurlijk het Binnenlands Bedrijven Bezoek voor jullie organiseren. Praeses Tristan: ook wel de dictator en oprichter van het streepjesbeleid. Luistert graag naar zijn favoriete zangers Jamie en Wesley Klein. Assessor I Tine: altijd in voor een feestje. Als waarborgster van ons streepjesbeleid gekozen door onze met harde hand regerende dictator. Deze taak voert ze dan ook met veel passie en emotie uit. Assessor II Dennis: houdt er van om een poar te nemen en zijn poardekop-collectie groeit gestaag en is te allen tijden te bewonderen via Facebook. Quaestor Mark: de lachende reus is altijd wel in voor een klein borreltje en zorgt voor een financieel gezond commissiejaar. Ab-actis Lisa: de trotse lijstaanvoerder van ons streepjesbeleid. Ze spaart streepjes alsof het geld is. Ze weet echter nog niet wat de consequenties hiervan zijn…
Op de jaarvergadering van 4 juni jongstleden heb ik het spreekwoordelijke stokje mogen overnemen van oud-vaandeldrager Sven de Krou. Het is dit jaar voor mij een hele eer om vaandeldrager te mogen zijn van onze vereniging. Zes jaar geleden stond voor zowel Sven als mij nog alles in het teken van receptieboeken, bestuurslinten, pedelstaffen en stoflappen bij andere verenigingen om deze trofee te maken. Dit jaar zal echter voor mij alles in het teken staan van de bescherming en verzorging van ons vaandel. In de middeleeuwen ging het vaandelvechten tussen de studentenverenigingen, de zogenaamde nationes, werkelijk om het voeren van veldslagen en het hoogste doel daarbij: het veroveren van elkaars vaandel. Hieruit is de traditie van het vaandelvechten voortgekomen, hetgeen tegenwoordig nog steeds leidt tot een wedstrijdelement en interactie tussen verenigingen, wat de samenwerking doet behouden en verbetert. Daarnaast dient het vaandel andere functies, zoals representatief symbool en semafoor. Het vaandel zal daarom met een zekere vorm van eerbied en respect behandeld moeten worden. Zonder regels, hetzij geschreven, hetzij ongeschreven, geen traditie en dat geldt ook voor vaandelvechten. Spelers zullen zich achteraf altijd bewust moeten zijn van het adagium “Don’t hate the game, hate the players”. Vanwege het katholieke karakter van onze vereniging wil ik afsluiten met een vers uit de Bijbel: Jeremia 20:10 Maar toch hoor ik van alle kanten gefluisterde dreigementen, die mij bang maken. “Wij zullen u aanbrengen”, zeggen zij. Zelfs zij die eens mijn vrienden waren, kijken scherp toe en wachten tot ik een fatale fout maak. “Hij komt vanzelf ten val”, zeggen zij, “en dan zal onze wraak zoet zijn.”
Farmacie & Politiek
Pharmaciae Sacrum
Inmiddels hebben wij beide symposia al georganiseerd en zijn deze goed bezocht geweest en met enthousiasme ontvangen door de studenten. Nu rest ons alleen nog het Binnenlands Bedrijven Bezoek te organiseren en hopen we dat jullie allemaal mee gaan.
De Vaandeldrager
35
Eten met... Het bestuur & de Vaandeldragerscommissie (A.k.a. Rogier & fanclub)
De geur van verse tortilla’s met alle toebehoren kwam ons al tegemoet op het moment dat we het huis van Rik binnenkwamen op de maandagavond. Nog een beetje moe en brak van de viering van de Dies Natalis werd de Redactiecommissie hartelijk ontvangen door het bestuur en vaandeldrager Rogier. Hoewel de meesten erg opzagen tegen nog meer drank na alle festiviteiten, kwam de Redactiecommissie met maar één doel: het Getikt rollenspel winnen. Zonder enige kans op uitbuiken kwamen de flessen drank op tafel. De piña colada-mix (je weet wel, die troebele, wittige substantie), werd meteen benoemd tot iets wat beter onbenoemd had kunnen blijven en daarmee was het hek van de dam. Met de opdracht ‘Vragenvuur’ won het bestuur het eerste rolletje. Interessante vragende gesprekken werden gevoerd over zingen, brand, broodbeleg en Linda de Mol. Vervolgens trok Rik de opdracht ‘Associëren’. Aangezien hier al mee geoefend was vóór de start van het spel met de piña colada, werd het een spannende ronde. Na echter de bijzondere
Pharmaciae Sacrum
associatie ‘vel-vuilnisman’ won ook de Redactiecommissie haar eerste rolletje. Als volgende opdracht kwam de ‘Blindeman Exprestrein’, waarbij stoomtreintje Hedy geblinddoekt tussen de benen van stations Rik, Joris, Anneke, Nick en Rogier door moest. Zonder vertraging lukte dat en zo sleepte Hedy weer een rolletje binnen voor de redactie. Spannend werd het toen de opdracht ‘Één handje’ werd uitgevoerd, waarbij mensen met één hand een kledingstuk zo snel mogelijk moeten uittrekken. Het bestuur bleek verrassend efficiënt en won de opdracht.
36
Bij ‘Ogen dicht’ mochten Anouschka en Joris geblinddoekt tien voorwerpen tekenen, die door de rest geraden mochten worden. Behalve de hindernissen die het bestuur aanbracht voor hun eigen tekenaar (nipple twists, anyone?) werd alles meteen geraden. Spannend werd het dus niet. Als straf vanwege het gelijkspel mocht iedereen een shotje van het witte goedje nemen. Mazzelaar Joris trok vervolgens het
Foliolum april 2014
Bofkontrolletje, waardoor hij twee beurten won voor het team, plus nóg een shotje. De eerste opdracht werd de ‘Zingende hond’. Helaas kreeg Joris het niet voor elkaar om alle liedjes te blaffen, waardoor het punt naar de redactie ging. De tweede opdracht voor Joris werd de ‘Kusser’, ook bekend als ‘wie is de snelste lebberaar’. De opdracht ‘Operazanger’ die volgde werd moeilijker dan verwacht. Hoewel een lied gezongen mocht worden zonder woorden, enkel door het geluid ‘aaaa’ te produceren, lukte het Anneke toch de tekst kwijt te raken. Riks reactie: “Als Anneke al niet meer kan functioneren, kunnen we wel stoppen.” Ondanks hun verlies gingen Rogier en zijn fanclub gestaag door. De volgende opdracht was ‘Ik weet het niet meer’, waarbij er geantwoord moest worden op alle voorgaande vragen, zonder dat het antwoord correct hoefde te zijn. Zo kwamen de juweeltjes “Hoe gezellig is Rogier? Niet” en “Wat is de afkomst van Nick? Jamaicaans” voorbij. Na een lange strijd won de redactie, mede dankzij Rik, die zijn eigen teamleden afleidde door regelmatig Zagreb te fluisteren. Daarna trok de redactie een Pechvogelrolletje, maar wist dit ongeluk om te keren door iemand op te bellen die ‘We zijn er bijna’ wilde zingen. Dankzij de zangkunsten van Hedy’s vriend mocht de redactie nu juist een rolletje stelen van het bestuur.
een rolletje won. Uiteraard was dit de schuld van de blinddoek. Hiermee kwam het spel aan zijn einde, met als uitslag vier rolletjes voor de vereende krachten van het bestuur en de vaandeldrager en zes rolletjes voor de Redactiecommissie. Dat werd voor de een dus verlies wegdrinken en voor de ander de overwinning vieren in het Vaatje. Weer een mooie overwinning voor het tot nu toe ongeslagen ‘Getikt’!
Toch kroop het bestuur weer richting gelijkspel door een staarwedstrijd, waarbij kleine Evert toch wel onder de indruk was van Rik, die intimiderend op hem neer keek. Maike had als laatste opdracht het geluk om ‘Handtastelijkheden’ uit te voeren. Ze presteerde het om Boy, de langste persoon in de commissie, over het hoofd te ‘voelen’, waardoor het bestuur nog
Pharmaciae Sacrum Farmacie & Politiek
37
Puzzel
Pharmaciae Sacrum
Vul horizontaal het antwoord op de 12 omschrijvingen in. De letters van het eerste woord en het tweede woord vormen samen een anagram. De betekenis hiervan wordt telkens door het derde deel omschreven. Let op: de ‘ij’ is één letter. Puzzel opgelost? Dan verschijnt in de gekleurde kolom, van linksboven naar rechtsonder, een woord. Dat is de eindoplossing.
38
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
wilden valkuil slimmer labels ecru felle gooit nut krent geit gretig extern
+ gratie + beier + taaie + veehal + saboteur + uitroep + dwergen + coniferen + machtig + antilope + tijdens + miepen
= buizenstelsel = nietsnut = streven naar bezit = lang niet = verhuur van begeleiding = ministerspost = nu = werken = strijd = smeris = onverenigbaar = proeven
Oplossing puzzel Foliolum januari 2014: Achterdochtig // Alvleesklier // Baden // Balkenende // Bekoeld // Bloedarmoede // Brandslang // Deler // Druilerig // Evenbeeld // Gekwek // Gemeen // Ierse // Kilo’s // Klepje // Koffer // Leeghoofd // Levens // Ljubljana // Lobbyist // Lommer // Luiaard // Merrie // Mississippi // Negatief // Parameter // Regelneef // Regisseur // Rokkostuum // Spatbord // Sporadisch // Spreekt // Trema // Vergiftiging // Waden // Wetgevend // Zaadbank // Zeventig. Eindoplossing: Minimumtemperaturen.
Foliolum april 2014
Activiteitenagenda April 01 01 03 11-14 15 17
Mei 01 06 07 12 13 16 17 21 22
Juni
STOF-vergadering P.S.-borrel met pubquiz Pre-BEC-borrel Buitenland Excursie Tweedejaarsexcursie Lunchlezing Sunpharma
After-BEC-borrel P.S.-borrel Gangfeest STOF-vergadering Onderwijsmiddag Functionarissenactiviteit RijWielPrestatieTocht Vrouwenactiviteit FaMe-avond
02 STOF-vergadering 03 Jaarvergadering Pharmaciae Sacrum 06-08 JaarAfsluitingsKamp 07 Buitendag 10 P.S.-borrel 17 EJC-feest
Colofon Redactiecommissie Boy van Basten Hedy Maessen Anouschka Wolf Britt van Maanen Evert Jan Breman Maike Tromp
Ab-actiaat
Hedy Maessen Paramaribostraat 10 9715 RP Groningen Tel.: 06-23394550 foliolum@rug.nl
Foto voorpagina
Carolien Doorenbos
Drukkerij
Smeets & Hagenbeck
Oplage
1150 stuks Copyright 2014 Redactiecommissie Foliolum ‘Getikt’ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. Gebruikt bronnenmateriaal is op te vragen bij de Redactiecommissie.