/juli2011

Page 1

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“ Universitair Centrum voor Farmacie

Foliolum Jaargang XXIV Editie V Juli 2011

Farmacie door dik en dun

Irma Hein

Ir. R. Sieders

M.C.T. Slof

Antipsychotica in de behandeling van adolescenten met Anorexia Nervosa

Sondevoeding en dwang bij Anorexia Nervosa

Genetische factoren bij eetstoornissen


Heeft u al aan uw weerstand gedacht?

Extra weerstand tegen een gezonde prijs Het Eigen Merk van Mediq Apotheek. Kies voor advies Mediq Apotheek Eigen Merk biedt volop keuze

meteen pijn doet in uw portemonnee. En daarbij

uit vitamines en supplementen die uw lichaam

krijgt u bij Mediq Apotheek altijd deskundig en

een handje kunnen helpen. Zonder dat het

persoonlijk advies!

Uw apotheek met IQ


G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“ in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Foliolum Jaargang XXIV Editie V Juli 2011

6 Een BMI

van

≥ 35

kg/m en insuline 2

En verder ...

8 Antipsychotica

in de behandeling van

adolescenten met

Anorexia Nrevosa

Redactioneel Voorwoord Praesespraat Kiekje Buutn’ Grunn Actueel

4 5 20 22

Facultair Promovendi Evaluaties Bacheloronderzoek belicht Masteronderzoek belicht Keuze stage Student in het Buitenland

24 26 27 28 30 32

Pharmaciae Sacrum Alumnus BEC Batavierenrace Ranking Foliolum Jaarverslag Pharmaciae Sacrum Activiteitenlijst bestuur 2010-2011 Beleidsplan bestuur 2011-2012 Bedanken Commissie

34 35 37 38 40 49 54 58

Redactiecommissie

12 Sondevoeding en dwang Anorexia Nervosa

bij

16 Genetische

factoren bij

eetstoornissen

Thomas van der Woude Geert van der Werf Lisanne Geers Marrit Aaten Jeroen Schouten Merlijn van Leent

Ab-actiaat Geert van der Werf Westersingel 25A 9718 CB Groningen tel: 06-36319393 foliolum@rug.nl

Drukkerij Smeets & Hagenbeck

Oplage 1250 Copyright 2011 Redactiecommissie Foliolum “Ex-libris“ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.


Ex-libris Redactiecommissie 2010-2011

Beste lezer, Iedereen verbaast zich achteraf altijd hoe snel de tijd toch gaat. “Alweer een jaar voorbij!“ is een uitspraak die bij jaarwisselingen en verjaardagen veel gebruikt wordt. Ook dit commissiejaar is de tijd voorbij gevlogen en terwijk ik dit schrijf vraag ik me af hoe lang het zal duren voordat ik terug denk aan het foliolum en de gedachte “Dat is lang geleden zeg!“ bij me opkomt. Gelukkig heeft deze commissie iets tijdloos. De foliola die we gemaakt hebben zijn tastbaar en, mits enigzins zorgvuldig bewaard, zullen ze er altijd zijn om weer eens door te bladeren. Ik wil bij dezen dan ook de nieuwe redactiecommissie ontzettend veel succes en plezier wensen komend jaar! Voor ons laatste nummer hebben we als thema “Farmacie door dik en dun“ gekozen. In de moderne gezondheidszorg zijn veel ziektebeelden gerelateerd aan overgewicht, en ook enkele aan ondergewicht. Kennelijk zijn we op een punt aangekomen in de Westerse wereld waarop levensstijl in steeds grotere mate de gezondheid bepaalt. Dit in tegenstelling tot infecties en andere overdraagbare ziekten die vroeger de (dodelijke) ziektebeelden domineerden.

4

In het redactionele gedeelte wordt door N. Kleefstra en H.J.G. Bilo gesproken over de behandeling van diabetes type 2 bij overgewicht. Het blijkt dat de behandeling met insuline en overgewicht elkaar tegen de haren instrijken omdat overwicht de insulinetoleratie doet afnemen en insuline overgewicht kan induceren. Een vicieuze circel dus. Het tweede artikel gaat over antipsychotica in de behandeling van adolescenten met Anorexia Nervosa geschreven door I. Hein en C. Huyser. Anorexia kan, met name bij adolescenten, groeistoornissen teweegbrengen en patiënten voor het leven tekenen. Het derde artikel omvat een omschrijving van het gebruik van sondevoeding van anorexia patiënten. Hierin is niet alles wat het lijkt en ik denk dat het een zeer interessant artikel is met een boodschap menigeen zal verbazen. Het vierde en laatste artikel van het redactionele gedeelte gaat over genetische factoren bij eetstoornissen. Er zijn steeds meer aanwijzigen dat eetstoornissen een (deels) genetische oorsprong hebben. Mevr. Slof verteld ons hier meer over. het facultaire deel zal net als de vorige editie de evaluatietoelichting bevatten. Dit bleek een goede en verduidelijke aanvulling waar ik bij dezen graag Rob van der Velde voor wil bedanken. Verder leest u hier gebruikelijkerwijs de bachelor- en masteronderzoeksverslagen, de rubrieken student in het buitenland en promovendi. Bij PS is een van de mooiste activiteiten van het jaar geweest: de BEC. De reis ging dit keer naar München en Wenen en schijnt fantastisch te zijn geweest. Een verslag leest u uiteraard hier in het Foliolum. Daarnaast is ook de batavierenrace in Enschede geweest. En PS was er natuurlijk bij. Hoe goed we het hebben gedaan leest u op pagina 37. Hopende dat u het afgelopen jaar het Foliolum met veel plezier gelezen hebt neem ik samen met mijn commissie afscheid van u. Namens ons allemaal rest mij u voor de laatste maal veel leesplezier en alvast een fijne zomervakantie toe te wensen. Namens de 24e redactiecommissie “Ex-libris“ Thomas van der Woude h.t. praeses

v.l.n.r. Merlijn, Thomas, Marrit, Lisanne, Geert en Jeroen

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Verstappen Praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“

Geachte lezer, “Veel succes met het schrijven van je laatste voorwoord” stond er onderaan de e-mail die ik ontving van de Redactiecommissie. Bij het lezen van deze woorden bekroop me het gevoel dat het einde van ons bestuursjaar echt nabij was. Wanneer u dit voorwoord leest hebben vijf nieuwe, enthousiaste P.S.-ers het stokje van ons overgenomen en is het 130e bestuur van Pharmaciae Sacrum een feit. Met een nieuw bestuur en het 26e Lustrum in het vooruitzicht kijk ik uit naar een bloeiend jaar voor onze vereniging. Allereerst wacht ons echter nog een mooie zomer, die meteorologisch begint op 21 juni. Dit betekent dat de temperaturen weer gaan oplopen en dat de zomerkleding uit de kast kan worden gehaald. De aanloop naar de zomer is voor veel vrouwen een periode om nog even een dieet te volgen of extra hard de sporten om bikini-proof te worden. Dit is echter voor lang niet iedereen vanzelfsprekend en veel Nederlanders hebben problemen met hun gewicht. Mensen met (ernstig) overwicht hebben een vergroot risico om diabetes type II te krijgen. De apotheker kan veel voor deze patiënten betekenen door extra voorlichting te geven en door extra aandacht aan de ziekte te besteden tijdens bijvoorbeeld een Diabetesweek. Met het thema ‘Farmacie door dik en dun’ heeft de Redactiecommissie dan ook voor een relevant thema voor de farmaceut gekozen. Je kunt het thema ‘Farmacie door dik en dun’ natuurlijk ook op de figuurlijke manier interpreteren. De farmaceutische beroepsgroep kent hechte vriendschappen ‘door dik en dun’ en dit begint al in je studententijd. Pharmaciae Sacrum biedt naast verscheidene activiteiten ook saamhorigheid en gezelligheid, waardoor de hechte band al vroeg ontstaat. Het afgelopen jaar heb ik ook een hechte band opgebouwd met mijn bestuursgenoten en ik kan wel zeggen dat we vrienden zijn geworden ‘door dik en dun’. De laatste maanden van ons bestuursjaar hebben we nog vele activiteiten mogen organiseren en meemaken, zoals de Buitenland Excursie naar Wenen en München, de FaMe-avond, de Batavierenrace, de RijWielPrestatieTocht, de Onderwijsmiddag met de Docent van het Jaar-verkiezing en de Buitendag. Dit alles was voor ons een mooie afsluiting en verderop in dit Foliolum kunt u van een aantal activiteiten het verslag teruglezen.

5

Het maximum aan woorden voor dit stuk heb ik inmiddels overschreden en het wordt daarom tijd om af te sluiten. Ik heb dit jaar met veel plezier het Foliolum gelezen en wil de 24e Redactiecommissie ontzettend bedanken voor vijf mooie edities van het Foliolum. Tenslotte wens ik u veel leesplezier toe! Met vriendelijke groet, namens het 129e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Gwenny Verstappen e.t. praeses

v.l.n.r. Evianne, Emma, Gwenny, Sjoerd en Len

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Tabel 1 Effect van verschillende bloedglucoseverlagende middelen op het gewicht 

Biguanides

0 kg

Sulfonylureum derivaten

+3 tot +7 kg

Thiazolidinedionen (TZD’s)

+3 tot +7 kg

Meglitinides

+1,5 tot +3 kg

Alfaglucosidase-remmers

0 kg

Insuline

+4 tot +11 kg

Een BMI van ≥ 35 kg/m2 en insuline Wat is zinvol?

GLP-1 therapie –1 tot –1,5 kg N. Kleefstra, artsonderzoeker diabetes kenniscentrum Zwolle DPP-4 +0,6 tot +0,7 kg H.J.G. Bilo, internist Isale klinieken Zwolle en UMCG  

rnstige adipositas komt wereldwijd, en zeker ook in Nederland, steeds vaker voor. Hierdoor wordt aanzienlijk gezondheidsverlies geleden en leven wij gemiddeld twee jaar korter. Dit verlies aan levensverwachting is het gevolg van het vaker optreden van met overgewicht gerelateerde ziektes, zoals diabetes, hart-, vaat-, nierziekten en verschillende vormen van kanker. Bij onderzoek in de regio Zwolle bleek een sterke relatie tussen het moment van manifest worden van diabetes mellitus type 2 (DM2) en de mate vanovergewicht (zie figuur 1). Ondanks deze bekende feiten, lukt het toch veel mensen niet om een gezond gewicht te handhaven, of af te vallen.

Welke consequenties heeft overgewicht voor mensen met DM2?

6

Als DM2 wordt vastgesteld en er sprake is van fors overgewicht, moet veel energie worden besteed aan pogingen om meer te bewegen, gezonder te eten en af te vallen. Iedere hulpverlener weet dat dit voor de hulpvrager (envaak ook voor de hulpverlener) een frustrerende zaak kan zijn. Om fors in te zetten op overgewicht is er een aantal argumenten: overgewicht is onder andere debet aan afwijkingen in het vetspectrum, een verhoogde bloeddruk, een toegenomen vaatreactiviteit en een verhoogde kans op diep veneuze trombose. Hoe hoger de BMI,des te uitgesprokener de insulineresisTabel 1 Effect van verschillende bloedglucoseverlagende middelen op het gewicht 

Biguanides

0 kg

Sulfonylureum derivaten

+3 tot +7 kg

Figuur 1 Gemiddelde Body Mass Index (BMI) en leeftijd van vaststellen van diabetes mellitus type 2 (T2DM) in Noord-Oost Nederland 40,0 37,5 35,0

BMI (kg/m2)

E

32,5 30,0 27,5 25,0 22,5

<40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85 >85

Leeftijd (jaren)

worden aangetekend dat gebruik van metformine geen gewichtsstijging geeft, maar een SU-derivaat wel (zie tabel 1). Volgens de huidige NHG-Standaard is de volgende staphet vanNHG-Standaard insuline.Diabetes Echter, juist Figuur 2 toevoegen Huidige schema binnen Mellitus Type 2insuline geeft nu weer verdere gewichtsstijging. De ervaring van veel hulpverleners is dat die gewichtsstijging forser is, naarMetformine mate het uitgangsgewicht hoger is.

Waarom line?

Pioglitazon nu SU-preparaat deze gewichtsstijgingdoor insu-

Insuline Mensen worden van insuline zelf niet dikker, maar insuline faciliteert de stofwisseling (deze wordt als het ware economischer). Insuline remtIntensivering de afbraak van eiwit en vet,en insuline stimuleert de opbouw ervan. Daarnaast kunnen er bij gebruik van insuline hypo’s voorkomen die weer leiden tot koolhydraatinname en dus extra calorieën. Zelfs de angst voor hypo’s kan leiden tot extra koolhydraatinname!

dan wel insuline? Nog steeds zijn er veel argumenten, zeker bij mensen  Thiazolidinedionen (TZD’s) +3 tot +7 kg die jonger dan 70 jaar zijn of minder dan 10 jaar diabetes  Meglitinides +1,5 tot +3 kg hebben, de diabetes zo scherp mogelijk te regelen, dit om de kans op macrovasculaire complicaties te reduceren.  Alfaglucosidase-remmers 0 kg Hierbijspeelt metformine in sterke mate een rol en in iets  Insuline +4 tot +11 kg mindere mate de SU-derivaten en insuline. Daarnaast geeft Tabel 1+Figuur  GLP-1 therapie –1 tot –1,5 kg 1 en 2 DS34.indd 1 goede regulatie met insuline en SU-derivaten ook een reductie van microvasculaire complicaties. Probleem is  DPP-4 +0,6 tot +0,7 kg echter dat de kans op vermindering van complicaties door goede glucoseregulatie mogelijk voor een deel of volledig teniet gedaan wordt door de stijging in gewicht bij gebruik van insuline, maar ook van SU-derivaten. Bij mensen met tentie, zeker als ook de hoeveelheid lichaamsbeweging te fors overgewicht blijkt vaak na starten van insuline dat er wensen overlaat. Dat betekent praktisch dat mensen naast weliswaar steeds meer insuline wordt voorgeschreven, metformine (dat de insulineresistentie vermindert) en een maar dat de glucoseregulatie niet echt verbetert, terwijl SU-derivaat vroeg of laat een uitbreiding van de glucosewel totvan frustratie Figuur 1 Gemiddelde Body Mass Index (BMI) en leeftijd van vaststellen diabetes van patiënt en hulpverleners het gewicht verlagende medicatie nodig zullen hebben. Daarbij moet mellitus type 2 (T2DM) in Noord-Oost Nederland sterk toeneemt. 40,0 Foliolum Jaargang XXIV Ed V 37,5

Waarom


ndd 1

Farmacie door dik en dun

Tabel 1 Effect van verschillende bloedglucoseverlagende middelen op het gewicht 

Biguanides

Hoe kunnen we  Sulfonylureum derivaten  Thiazolidinedionen (TZD’s) gaan ?

0 kg

deze tegen+3 tot +7gewichtsstijging kg +3 tot +7 kg

Samenvattend

Het doel van de behandeling van de hyperglykemie is de preventie van (verslechtering van) complicaties. We weten dat dit gebeurt bij middelen als metformine, SU-derivaten en insuline; van andere middelen weten wij dat niet. Bij een aantal zeer obese patiënten echter is de bijwerking van insuline vaak (indien geen leefstijlaanpassing volgt) een verdere stijging van het gewicht met dikwijls ook nog eens een teleurstellend effect op de glucoseregulatie. Mogelijk zijn nieuwe middelen een optie. U dient zich echter te realiseren dat van deze nieuwe geneesmiddelen nog niet de gunstige of minder gunstige effecten op lange termijn bekend zijn.

BMI (kg/m2)

 Meglitinides +3 kg U kunt vóór de fase van+1,5 hettottoevoegen van insuline proberen de patiënt met een ernstig Alfaglucosidase-remmers 0 kg overgewicht ervan te overtuigen datafvallen en dagelijks Insuline +4 toteen +11 kghalf uur tot een uur bewegen écht absoluut noodzakelijk is. Begeleiding door een diëtist  GLP-1 therapie –1 tot –1,5 kg en eventueel een fysiotherapeut is daarbij zinvol. Eventueel  DPP-4 +0,6 tot +0,7 kg kan ook cognitieve gedragstherapie overwogen worden. In de praktijk wordt ook veel gebruik gemaaktvan het educatieve effect van zelfcontrole. Zelfcontrole alleen is echter onvoldoende, er moet ook sprake zijn van voldoende educatie en motivatie. Volgens de NHG-Standaard wordt, als de glucoseregulatie door leefstijl en orale medicatie niet verbetert, om als volgende NPHFiguur 1 Gemiddelde geadviseerd Body Mass Index (BMI) en leeftijd van vaststellen stap van diabetes Dit artikel is verschenen in Diabetes specialist 2010;34:12insulinemellitus toe tetype voegen ook figuur 2 (T2DM) in(zie Noord-Oost Nederland2). Daarbij wordt de 13, met toestemming overgenomen van de auteurs en kans op het sterk toenemen van het gewicht na het starten Simon Verhoeven, hoofdredacteur Diabetes specialist. 40,0 van insuline zoveel mogelijk beperkt. Met de juiste leefstijlmaatregelen is gewichtstijging ook bij insulinetherapie niet 37,5 nodig. Ook als de insulinetherapie verder wordt geïntensiveerd,35,0 is het verstandig om hoe dan ook de metformine te blijven32,5 handhaven. In de HOME-studie is namelijkgebleken dat, zelfs als al insuline gebruikt wordt, het toevoegen van 30,0 metformine uiterst zinvol is om de verdere gewichtsstijging 27,5 met minder insulinebehoefte tegen te gaan.Daarnaast kan ook 25,0overwogen worden om bij een BMI≥35 kg/m2 van andere mogelijkheden gebruik te maken, zoals orale triple 22,5 therapie met remmer (medicatie <40 acarbose, 40-45 45-50 een 50-55 DPP-4 55-60 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85met >85 een gewichtstijging van minder dan(jaren) 1 kg), of het toevoegen Leeftijd van een GLP-1 analoog. Nadelen van deze opties zijn de afwezigheid van harde uitkomsten in verschillende studies en de geringere effecten van acarbose en DPP-4 remmers op het HbA1c dan de meer gebruikelijke middelen. Dit dan

7

Figuur 2 Huidige schema binnen NHG-Standaard Diabetes Mellitus Type 2

Metformine

SU-preparaat

Pioglitazon

Insuline Intensivering insuline

naast ook nog eens de onaangename bijwerkingen van acarbose. Mogelijk is wel een GLP-1 analoog een optie bij mensen met een BMI ≥35 kg/m2 Een gunstige (bij)werking van de GLP-1 analogen .is dat het gewicht daalt met 1-1,5 kg ten opzichte van placebo en met 3-4 kg ten opzichte van insulinebehandeling. Maar ook hier missen wij de harde eindpunten op langere termijn. In recente literatuur wordt gewag gemaakt vanmogelijk gunstige effecten van zogenoemde U-500 in plaats van de standaard U-100 insuline bij zeer obese patiënten. Op deze studies valt echter methodologisch één en ander af te dingen.

16-05-11 13:36

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Antipsychotica in de behandeling van adolescenten met Anorexia Nervosa Irma Hein, kinder- en jeugdpsychiater De Bascule

Inleiding

A

8

norexia nervosa is een ziekte waarbij men uitgaat van een multifactoriëel bepaalde etiologie. Anorexia nervosa wordt gekenmerkt door een weigering om het lichaamsgewicht te handhaven op een voor de leeftijd en lengte passend niveau, een sterke preoccupatie met eten en gewicht, een verstoord lichaamsbeeld, intense angst om in gewicht toe te nemen en amenorroe (Multidisciplinaire richtlijnontwikkeling GGZ 2006). De puntprevalentie in geïndustrialiseerde landen is 0.37%. Hoewel eetstoornissen in de volwassenheid kunnen beginnen, is de hoogste incidentie tussen de 10 en 19 jaar, waardoor het een optimale groei en ontwikkeling in deze leeftijdsfase in de weg kan staan (Treasure 2010). Kinderen en adolescenten hebben minder reserves aan voedingsstoffen, waardoor de medische gevolgen en risico’s van een eetstoornis snel kunnen oplopen. Sommige medische gevolgen van anorexia nervosa kunnen onomkeerbaar zijn en schade veroorzaken op de lange termijn, zoals een verminderde botopbouw, een verlaagd hersenvolume en een verminderde fertiliteit bij meisjes (Treasure 2010). De mortaliteit van anorexia nervosa voor volwassenen is de hoogste onder de psychiatrische ziekten en is 6 keer zo hoog als in de algemene bevolking. Voor adolescenten wordt in recente follow-up onderzoeken een lage tot geen mortaliteit gerapporteerd (Wentz 2009).

“Sommige medische gevolgen van anorexia nervosa kunnen onomkeerbaar zijn en schade veroorzaken op de lange termijn” Een vroege leeftijd waarop de ziekte begint en een korte ziekteduur zijn gunstige prognostische factoren. De ziekte anorexia nervosa verstoort de maatschappelijke carrière van scholing en werk bij jongeren, met als gevolg dat 20% van de patiënten 10-20 jaar later geen zelfstandig leven heeft opgebouwd (Hjern 2006).

onderzoeksprotocol wanneer geen stabilisatie optreedt en het risico te groot is, en patiënten trekken zich terug omdat ze moeite hebben de behandeling te accepteren (Treasure 2010). De behandelrichtlijnen zijn daarom voornamelijk gebaseerd op aanbevelingen van experts. De nationale en internationale richtlijnen benadrukken het belang van een multidisciplinaire gespecialiseerde aanpak (APA 2006, NICE 2004, Multidisciplinaire richtlijnontwikkeling GGZ 2006) met medische, sociale, psychologische en voedingsgerichte componenten. Controversieel is welke setting hier het meest geschikt voor is: • poliklinische behandeling, en klinische behandeling alleen voor de patiënten die niet verbeteren met een hoog risico en weinig sociale ondersteuning (NICE 2004) • of juist langdurige klinische behandeling tot volledig gewichtsherstel is bereikt (Treasure 2010). • Dagbehandeling vormt hier een tussenweg. Het betrekken van het gezin bij de behandeling hangt af van verschillende factoren, maar op de adolescentenleeftijd geldt dat een vorm van gezinstherapie eerste keus is (Lock 2010). Volgens een review van de Cochrane Collaboration (2008) komt uit de tot nu toe verzamelde gegevens geen bewijs naar voren voor één specifieke vorm van psychologische behandeling voor anorexia nervosa bij volwassenen, alhoewel een therapie door specialisten beter resultaat geeft dan door niet-specialisten (Hay 2008). De psychologische behandelingen zijn matig effectief.

Behandeling De “evidence base” vanuit gecontroleerd onderzoek voor behandelingen voor anorexia nervosa is mager, om twee redenen: behandelaren trekken de patiënt terug uit een

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Medicatie Er is geen sterke onderbouwing vanuit onderzoeken voor


Farmacie door dik en dun aanvullende farmacologische behandeling van anorexia nervosa, noch in de acute als in de onderhoudsfase. Er is geen middel, dat in grote gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken werkzaam is gebleken. Een recente review wijst uit, dat het effect van antidepressiva bij de behandeling van anorexia nervosa niet is aangetoond (Claudino 2009a). Voor gebruik van stemmingsstabilisatoren is geen bewijs (Powers 2009). Er is hernieuwde interesse gerezen in de potentiële effecten van nieuwe antipsychotica, waarnaar initiële kleine gerandomiseerde onderzoeken zijn verricht (Treasure 2010). Gerandomiseerd dubbelblind placebogecontroleerd medicatieonderzoek bij anorexia nervosa-patiënten wordt gehinderd door de weigering van nogal wat patiënten van behandeling met medicatie (Halmi 2008).

Werkingsmechanisme

van antipsychotica

De rationale voor het gebruik van antipsychotica in de behandeling van anorexia nervosa is drievoudig. In de eerste plaats een mogelijke werking op de psychotisch lijkende cognitieve symptomen: het verstoorde lichaamsbeeld, de onrealistische interpretatie van lichaamsgewicht, soms stemmetjes die zeggen niet te mogen eten als ook op de symptomen van obsessief denken, met intrusieve gedachten en rituelen. Ten tweede speelt het induceren van eetlust en gewichtstoename een rol (Claudino 2009b). Tenslotte is er de gewenste vermindering van angst en agitatie of hyperactiviteit, die het gewichtsherstel in de weg kunnen staan (McKnight 2010). Over het precieze werkingsmechanisme van antipsychotica bij anorexia nervosa is nog veel onbekend. De antipsy-

chotische werking wordt toegeschreven aan een verhoging van de D2-receptor bezetting. Het dopaminerge systeem moduleert de motivatie tot voedselinname, waarbij het reward-systeem, novelty seeking en motorische activiteit een rol spelen (Bosanac 2005). Naast de dopaminerge werking, heeft olanzapine een affiniteit voor serotonine 5-HT2a-receptoren. Mehler-Wex (2008) verklaart hiermee het gunstige effect op affectieve symptomen als depressie, prikkelbaarheid, rigiditeit, angst en restrictieve gedachten, hoewel deze gevolgtrekking niet met wetenschappelijk bewijs is onderbouwd.

Overzicht

van reeds verricht onderzoek

Tot op heden, zijn de meeste onderzoeken met antipsychotica bij volwassenen met anorexia nervosa gedaan met olanzapine waarvan twee kleine, dubbelgeblindeerde, placebogecontroleerde onderzoeken (Brambilla 2007, Bissada 2008). Brambilla (2007) includeerde 30 vrouwelijke anorexia nervosa-patiënten boven de 18 jaar in een 3 maanden durend poliklinisch uitgevoerd onderzoek. Allen

“Er is geen middel, dat in grote gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken werkzaam is gebleken” kregen cognitieve gedragstherapie, waarbij bij de helft van de groep olanzapine werd toegevoegd en bij de andere helft placebo. Beide groepen verbeterden niet significant wat betreft typische anorectische symptomen, maar de olanzapine-groep verbeterde wel significant op emotionele

9

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun symptomen (depressie, angst, obsessief-compulsiviteit en agressiviteit). Verbetering van deze symptomen is van belang, omdat ze de behandeltrouw beïnvloeden. Bissada (2008) deed een 10 weken durend onderzoek bij 34 vrouwelijke volwassenen en adolescenten met anorexia nervosa in dagbehandeling, waarbij de ene groep olanzapine kreeg en de andere groep placebo. Vergeleken met placebo, resulteerde olanzapine hier in een snellere gewichtstoename en een snellere afname van obsessieve symptomen. Er werden geen negatieve bijwerkingen van de medicatie geobserveerd, maar somatische controles ontbraken. Er zijn hiernaast nog twee open-label onderzoeken (Barbarich 2004, Powers 2002), één retrospectief onderzoek (Malina 2003) en een aantal case-reports beschreven. Bij vier van de vijf bovengenoemde onderzoeken wordt effect gezien betreffende een snellere BMI-stijging, afname van depressieve symptomen, afname van angst, vermindering van obsessieve gedachten en verbetering van eetgerelateerde klachten. Ook trad er verminderde weerstand tegen behandeling op. Andere antipsychotica als quetiapine, risperidon, aripiprazol zijn niet zo uitgebreid onderzocht als olanzapine. Met quetiapine zijn twee open-label onderzoeken gerapporteerd (Bosanac 2007, Powers 2007) met gelijkwaardige effecten, echter olanzapine lijkt meer BMI-stijging te geven (Hein 2010). Bij alle onderzoeken is gebruik gemaakt van vragenlijsten en gewichtsbepaling om de effecten van antipsychotica te meten, maar is niet uitgesloten dat de gewichtsstijging verband houdt met mogelijke metabole bijwerkingen van antipsychotica.

10

Sommige van deze onderzoeken includeerden adolescenten in de onderzoekspopulatie, zonder de resultaten leeftijdsspecifiek weer te geven. Bij adolescenten is er één open-label onderzoek (Leggero 2010) en zijn er een viertal reeksen gevalsbeschrijvingen gepubliceerd, waarin olanzapine bij anorexia nervosa werd onderzocht. Er is

één reeks gevalsbeschrijvingen waarin quetiapine werd gebruikt (Mehler-Wex 2008), één waarin aripiprazol werd onderzocht (Trunko 2010) en één met risperidon (McKnight 2010). De resultaten laten net als bij de volwassenen BMIstijging en verbetering van psychopathologie zien. Bij het open-label onderzoek van Leggero bleek dat de adolescenten met name verbeterden wat betreft hyperactiviteit.

Indicaties Behandelrichtlijnen adviseren om in eerste instantie geen medicatie voor te schrijven bij de behandeling van anorexia nervosa. In een subgroep van ernstige therapieresistente anorexia nervosa-patiënten kan een proefbehandeling met een antipsychoticum geïndiceerd zijn (Multidisciplinaire richtlijnontwikkeling GGZ 2006). Voor de huidige klinische praktijk zijn er de volgende aanwijzingen gebaseerd op consensus van experts, te vinden bij het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (2010). Bij adolescenten kan een antipsychoticum geïndiceerd zijn om de therapieresistentie te verlagen, bij grote bewegingsonrust, heftige angst en waanachtig denken. Te denken valt hierbij aan bizarre dan wel extreme angst voor eten en gewichtstoename of een somatisch bedreigde toestand waarbij cardiale belasting door bewegen gevaar oplevert. Olanzapine is dan de eerste keus omdat er de meeste onderzoeksgegevens over zijn (Landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie 2010). Bij de voorlichting aan de patiënt dient te worden vermeld dat het om een off-label voorschrift gaat (Landelijk kenniscentrum kinderen jeugdpsychiatrie 2010). Voorlopige conclusies uit de tot nu toe verrichte onderzoeken wijzen uit dat een lage dosering olanzapine van 2,5 tot 5 mg reeds effectief is. Bij een recent opgestarte RCT bij adolescenten door Spettigue (2008) is gekozen voor

Irma Hein, na middelbare school in Assen een jaar Farmacie gestudeerd in Groningen, en daarna geneeskunde aan de VU te Amsterdam. In 2000 artsexamen behaald. Opleiding tot psychiater gevolgd bij GGZ Meerkanten, in 2008 afgerond. Vervolgens opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater afgerond bij de Bascule in Amsterdam in 2010. Huidige werkplek: Centrum 45 te Diemen als kinder- en jeugdpsychiater, en AMC Amsterdam afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie als onderzoeker met als onderzoeksonderwerp: wilsbekwaamheid van kinderen inzake deelname aan medicatieonderzoek. Vanwege mijn onderzoek naar drugtrials bij kinderen zal ik hopelijk jullie farmaceuten in de toekomst opnieuw tegenkomen!

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun een dosering van 7,5 mg per dag. Langzaam en individueel optitreren is gewenst.

“Secundaire somatische comorbiditeit na uithongering maakt dat de tolerantie voor en de veiligheid van antipsychotica kunnen afnemen” De beschreven onderzoeken zijn alle verricht in de acute fase van de ziekte. Over de optimale duur van de medicamenteuze behandeling zijn geen gegevens bekend. Evenmin is bekend of een antipsychoticum een rol kan spelen bij terugvalpreventie in een onderhoudsfase. Het advies is daarom om olanzapine zo kort als mogelijk voor te schrijven om bijwerkingen te voorkomen, en het af te bouwen bij een gestage gewichtstoename of zodra de BMI in de gezonde range is gekomen (Landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie 2010).

Noodzakelijke

monitoring

Secundaire somatische comorbiditeit na uithongering maakt dat de tolerantie voor en de veiligheid van antipsychotica kunnen afnemen. Gedacht moet worden aan metabole stoornissen, en cardiale, gastrointestinale en neurologische bijwerkingen (Hein 2010). Deze informatie over bijwerkingen moet met de patient besproken worden gedurende het informed consent gesprek (Powers 2008). De bekende bijwerking van gewichtstoename bij antipsychotica kunnen voor therapieresistente patiënten een reden zijn, om de medicatie niet te nemen (Powers 2008). Er is in het onderzoek tot nu toe niet gezien dat het gewicht excessief snel stijgt of te hoog wordt (McKnight 2010). Er wordt nergens beschreven dat antipsychotica aanzetten tot binge eating bij anorexia nervosa, hoewel dit probleem in de klinische praktijk wel wordt opgemerkt bij patiënten die bulemische symptomen hebben (McKnight 2010). Mehler-Wex (2008) beveelt aan om vóór het starten met een antipsychoticum en gedurende de eerste fase van de behandeling, ECG, bloed (nuchter glucose, electrolyten, calcium, fosfaat, nuchter lipidenspectrum, leverenzymen, prolactine), bloeddruk en pols regelmatig te controleren. Een belaste familieanamnese met cardiale afwijkingen kan een relatieve contra-indicatie zijn. Ondergewicht en snelle gewichtsdaling kunnen leiden tot een verlenging van de QTc tijd met risico op ventriculaire ritmestoornissen (torsade des pointes), ook olanzapine zelf kan de QTc tijd verlengen. Bij eetstoornissen van het purgerende type (braken, laxantia misbruik) en tijdens hervoeden bij ernstig ondergewicht (refeeding syndrome) is er een verhoogd risico op electrolytstoornissen, met

name hypokaliaemie en een verlaagd fosfaat, hetgeen kan leiden tot aritmie (Gowers 2008). Bij anorexia nervosa zijn er, in tegenstelling tot bij schizofrenie, nog geen langdurige onderzoeken gedaan naar het verhoogde risico op diabetes mellitus en andere metabole stoornissen door olanzapine. Bij verschillende kortdurende onderzoeken werden de patiënten getest op het ontstaan van diabetes, maar dit kwam niet voor (McKnight 2010). Lethargie, slaperigheid en de door anticholinerge effecten ontstane obstipatie moeten onderkend en behandeld worden (Mehler-Wex 2008). Het mogelijke optreden van extrapiramidale symptomen moet worden onderzocht en geobserveerd (Powers 2009).

“Een aanvullende farmacologische behandeling voor patiënten met anorexia nervosa met een hoogste niveau van bewijs is niet beschikbaar” Gebaseerd op de huidige expert opinion wordt geadviseerd om regelmatig te controleren door middel van ECG en bloedonderzoek op nuchter glucose, electrolyten, leverenzymen, en op indicatie lipiden en prolactine (Landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie 2010).

11

Conclusie Een aanvullende farmacologische behandeling voor patiënten met anorexia nervosa met een hoogste niveau van bewijs (gebaseerd op methodologisch juist uitgevoerde dubbbelblind placebogecontroleerde trials) is niet beschikbaar. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met het moeilijk kunnen includeren van patiënten en een hoog uitvalpercentage. De meeste onderbouwing is er voor olanzapine, dat nog het beste is onderzocht. Het komt met gunstige korte termijn effecten naar voren bij de behandeling van een beperkte groep therapieresistente patiënten met anorexia nervosa in de acute ziektefase, met grote bewegingsonrust, heftige angst en waanachtig denken. Veel is nog onbekend: de optimale behandelduur, de invloed bij preventie van terugval, de lange termijn effecten en eventuele schadelijke gevolgen. Ook is nog niet goed onderzocht of de gewichtsstijging die optreedt bij olanzapinegebruik kan worden gezien als een gewenst behandeleffect of dat het gerelateerd is aan ongewenste metabole bijwerkingen van olanzapine. Bij elke patiënt met anorexia nervosa die behandeld wordt met olanzapine dient uitgebreide psycho-educatie en monitoring met behulp van ECG en laboratoriumonderzoek plaats te vinden, en olanzapine zo kort als mogelijk te worden voorgeschreven.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Sondevoeding en dwang bij Anorexia Nervosa Wapens van de machteloze therapeut R. Sieders

I

n een publicatie die binnenkort zal verschijnen in een internationaal blad (International Journal of Eating Disorders), komt onderstaande uitspraak voor. Desondanks menen vele hulpverleners te weten welke maatregelen genomen moeten worden.

“In terms of impact on treatment strategies, there are no currently proven treatments that reduce core symptoms in anorexia nervosa, such as eatinginduced anxiety” Sondevoeding

12

in het verleden Veel ouders zullen opgelucht adem hebben gehaald toen zij wisten dat hun sterk vermagerde dochter ‘veilig’ in het ziekenhuis lag met een sonde in haar slokdarm waardoor zij eindelijk de broodnodige voedingsmiddelen zou krijgen. Zij hebben dan het idee dat zij in goede handen is. De vraag is of dat inderdaad zo is. Raadpleging van de literatuur geschreven door ervaren deskundigen leert dat zij unaniem van mening zijn dat dit niet het geval is. Hoewel er moegestreden AN-patiënten zijn die het als een rust ervaren dat anderen de verantwoordelijkheid voor hun lichaam overnemen, ervaren de meeste vrouwen het inbrengen van de sonde als een aantasting van hun integriteit, vaak zelfs als een verkrachting. Competente hulpverleners zijn van mening dat, hoewel in weinig voorkomende gevallen sondevoeding onvermijdelijk is, deze ingreep verwerpelijk is.

De Britse psychiater Palmer spreekt er in zijn boek ‘Anorexia Nervosa’ zijn verbazing over uit dat sommige auteurs er nog iets goeds over kunnen zeggen. Hij noemt met name de Nederlandse Prof. Groen, die het nog in 1966 als een routinemaatregel aanbeval en die overigens in 1987 een erg dom artikel# over AN schreef. Groen was heel stellig in zijn uitspraken: ‘Door het conflict met de ouders is het bijna nooit mogelijk AN-patiënten thuis te behandelen’. Het artikel is besproken in Antenne 42 (1987): 13-14. Die bespreking u kunt inzien op de internetsite: www.sabn.nl/

infotheek/informatieblad_antenne/antenne_archief.php of bij de auteur opvragen: r.sieders@upcmail.nl Palmer zegt, dat men zelden zijn toevlucht tot deze techniek hoeft te nemen en, als men het al moet doen, beschouwt hij dat als een mislukking van de behandelaars.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

De eveneens Britse auteurs Dally en Gomez schrijven in hun boekje ‘Obesity and AN’ (1980) met enige verbazing dat er nog steeds enkele artsen zijn die menen dat sondevoeding aanvaardbaar is. Zij noemen deze methode onnodig barbaars, terwijl het bovendien niet helpt om de patiënte tot normaal eten te brengen. In een ander boek, dat zij voor medici schreven en dat in 1979 uitkwam, zeggen zij dat de methode ongewenst is en dat zij deze de laatste vijf jaar niet meer hebben toegepast. In noodgevallen geven zij de voorkeur aan elektroshocks hoewel zij dat middel gedurende de laatste tien jaar, waarin zij 400 patiënten hebben behandeld, ook maar één maal hebben toegepast. In het bekende handboek van Garfinkel en Garner (dat iedere therapeut die AN-patiënten behandelt open op zijn bureau zou moeten hebben liggen), wordt een aantal redenen genoemd waarom men geen sondevoeding moet toepassen: 1. Het is een directe ingreep in het maag-darmkanaal van iemand die toch al maag-darmproblemen heeft. 2. Het wordt als een verkrachting ervaren of als een vijandige daad die de patiënte versterkt in haar gevoelens van waardeloosheid. 3. Het leidt tot wantrouwen van de patiënte jegens haar behandelaars met als gevolg dat zij minder gemotiveerd wordt voor een behandeling. 4. Het optreden van ongewenste lichamelijke bijwerkingen mag niet verwaarloosd worden. 5. Het is heel vaak onnodig. Zij wijzen er op dat gezaghebbende auteurs het gebruik van sondevoeding beschouwen als een daad van wanhoop of van woede van de arts die niet weet wat hij anders moet doen. Vandereycken en Meerman zeggen in hun handboek uit 1984 dat het alleen in uitzonderlijke gevallen mag worden toegepast. Zij noemen auteurs die zeggen dat het middel erger is dan de kwaal en die sondevoeding als hersenspoeling beschouwen met bovendien als gevolg dat de patiënte de therapeut, die haar zo bruut behandelt, als een verkrachter ziet. Zij citeren een deskundige (Andersen) die het gebruik van de sonde ziet als een mislukking van de therapeut: die gebruikt de sonde maar al te vaak te snel. Sondevoeding geeft alleen maar een illusie van snelle verbetering. In het Nederlandstalige handboek over Anorexia Nervosa van Dr. Christien Lafeber (1971), wordt sondevoeding als routinemaatregel beschreven, maar ook als een strafmaatregel ‘omdat zij beseft dat onverbiddelijk tot sondevoeding wordt overgegaan als zij niet genoeg aankomt’. Lafeber meent ‘dat de sonde de patiënte niet alleen


Farmacie door dik en dun angsten bezorgt, maar ook een zekere satisfactie want dat de sonde als penissymbool kan optreden is niet te ontkennen. Van analytische zijde was hier al op gewezen, de bijgedachte aan de penis wordt blijkbaar niet alleen als beangstigend....maar soms ook als positief ervaren’. Het zal duidelijk zijn dat Lafeber internationaal geen steun meer krijgt. Wanneer er al tot sondevoeding wordt overgegaan, dan mag dat alleen maar gebeuren door zeer bekwame en respectvolle therapeuten die het vertrouwen van de patiënte weten te behouden en haar intensief begeleiden. De patiënte moet weten dat het een noodmaatregel is die de therapeut met grote tegenzin toepast om haar het leven te redden en die zo snel mogelijk beëindigd zal worden. Ik schat dat in 90% van de Nederlandse klinieken de gedachten van gezaghebbende onderzoekers niet zijn doorgedrongen en dat de opvattingen van Lafeber nog prevaleren. Concluderend: voor ouders waarvan de dochter zonder meer aan de sonde wordt gelegd is er géén reden tot opluchting. Integendeel, zij mogen aannemen dat hun dochter in verkeerde handen is gevallen en zij moeten zich afvragen: ‘Wat doen zij ons kind aan?’. U zult het niet geloven: het bovenstaande schreef ik in 1988 in Antenne.

Sondevoeding

heden ten dage Hoe is het nu, 23 jaar later, gesteld in Nederland en daarbuiten? In Nederland is er nog weinig veranderd. In bijna alle ziekenhuizen worden AN-patiënten met een ondergewicht, maar zonder directe dreiging van levensgevaar, aan de sonde gelegd. De Multidisciplinaire Richtlijn# voor de diagnostiek en behandeling van Eetstoornissen werd in maart 2006 met veel loftuitingen met champagne gedoopt. Daarin wordt veel over sondevoeding geschreven met als conclusie, dat er geen aanwijzingen in de literatuur te vinden zijn over de indicaties of de contra-indicaties vanuit psychologisch perspectief. Wel wordt gezegd dat er aanwijzingen zijn dat de context waarin de interventie van het geven van sondevoeding wordt toegepast medebepalend is voor de acceptatie door de patiënt en daarmee voor het verloop van de verdere psychologische behandeling. Maar maakt u zich geen zorgen, zo is de boodschap van de richtlijn:

“Experts zijn van mening dat een van tevoren door behandelaars en patiënt samen opgesteld behandelplan de beste garantie geeft dat de somatische en psychologische begeleiding bij het geven van (gedwongen) sondevoeding zal worden geaccepteerd” En over de kwaliteit van de behandelaars hoeft u zich in dit opzicht ook geen zorgen te maken want daarover wordt in de richtlijn gezegd: ‘Artsen en verpleegkundigen daar zijn idealiter op de hoogte van de dynamiek van eetstoornissen en de huidige principes hoe daarmee om te gaan, zoals respect voor de patiënten en hun angst. Zij zijn op die manier in staat de rust en de veiligheid tijdens de opname te bewaren’.

Het bestuur van SABN heeft er in een commentaar op gewezen dat deze ideale situatie nauwelijks voorkomt. In dat commentaar komt de volgende passage voor:

“De ervaring van SABN is dat het in Nederland in de meeste interne afdelingen een standaardbehandeling is, waarbij van enige, laat staan behoorlijke, psychologische begeleiding geen sprake is. Bovendien heeft het verplegend personeel meestal geen enkel begrip voor de angst van de patiënt” Ook verwijst het bestuur van de SABN naar richtlijnen die in andere landen zijn opgesteld. Zo staat er in de Engelse richtlijn (2004)# dat gedwongen sondevoeding in Engeland zelden wordt toegepast en dat het alleen mag door in de behandeling van anorexia nervosa ervaren therapeuten en dat er zekerheid moet zijn dat de patiënt tijdens en na de sondevoeding deskundig zal worden behandeld. In de Amerikaanse richtlijn uit 2000 wordt gezegd dat sondevoeding hoogstzelden wordt toegepast en dat het gevaarlijk is (substantial danger). Verder wordt er in de uitgave van 2006 op gewezen dat men, als het onvermijdelijk is, uitzonderlijk zorgvuldig dient na te gaan hoe de omstandigheden zijn, wat de familie ervan vindt en wat de juridische en ethische consequenties zijn. In de cliëntenversie van de Australische richtlijn staat dat het uitsluitend in noodgevallen wordt toegepast en dat het niet wordt aanbevolen. Gedwongen sondevoeding is te beschouwen als een laatste redmiddel dat slechts mag worden toegepast op advies van een op dit gebied gespecialiseerde behandelaar door eveneens op dit gebied gespecialiseerde therapeuten en verpleegkundigen. Het bovenstaande heeft geen betrekking op sondevoeding met instemming van de patiënt, zoals beschreven door Zuercher# (2003).

13

Het commentaar van SABN op het ontwerp van de richtlijn is door de Richtlijnwerkgroep, zonder enig overleg, terzijde gelegd. In Antenne nummer 149 (december 2005) staat een interview met de Belgische deskundige Prof. Vandereycken, leider van de kliniek in Tienen. Hem wordt gevraagd wat hij vindt van sondevoeding. Zijn antwoord: “Als levensreddende ingreep is het soms heel even goed. Verder vind ik het vreselijk……. Die schrijnende verhalen over hoe snel hulpverleners ertoe overgaan, op afdelingen van inwendige en kindergeneeskunde bijvoorbeeld. Vaak zegt het meer over de onmacht van het team, en over gebrek aan ervaring, dan over de patiënte, die het als een verkrachting kan ervaren. Andere patiënten hebben het ‘graag’ , zij zeggen: ‘doe maar’, ik onderga het. Het gewicht dat er dan aankomt, is niet van mij en ik zal ervoor zorgen dat alles er straks, als ik weer buiten ben, even snel, zo niet sneller, afgaat. En hoe groot is de weerstand tegen een nieuwe behandeling dan niet? Bedenk wel dat sondevoeding alleen het lichaam behandelt, en niet de geest, de persoon, die er vooral een vreselijke herinnering aan overhoudt. Dus hoe minder hoe beter. Maar het gebeurt

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun nog altijd veel te vaak”. Vandereycken schreef ooit eens een artikel waarin hij zegt dat veel behandelaars AN-patiënten beschouwen als stoute meisjes die de dokters boos maken. Tot 2009 was ik medewerker van het SABN-telefoonteam en kreeg ik nog regelmatig de meest schrijnende verhalen te horen over gedwongen voeding, sondevoeding of intraveneuze voeding. De wetenschappelijke kennis, waarop de keuze voor gedwongen voeding berust, ontbreekt. De ervaringskennis van veel buitenlandse deskundigen in het verleden en het heden, van SABN en de adviezen in buitenlandse richtlijnen hebben geen invloed gehad op de tekst van de Nederlandse richtlijn want, zie de boven aangehaalde tekst, “Artsen en verpleegkundigen daar zijn idealiter op

de hoogte……….” Het bestuur van SABN en de Commissie Cliëntenparticipatie waarin ongeveer 10 organisaties van patiënten vertegenwoordigd waren hebben de richtlijn om deze en nog veel andere redenen niet kunnen goedkeuren.

14

In 2008 heb ik een oproep geplaatst (o.a. in Antenne 160) om melding te maken van positieve ervaringen die patiënten of hun ouders hadden met opname in algemene ziekenhuizen. Deze oproep moet door duizenden zijn gelezen. Hoewel ik nadrukkelijk om positieve ervaringen had gevraagd kreeg ik, op één na, uitsluitend negatieve ervaringen. Die ene uitzondering betrof een ziekenhuis in een kleine gemeente. Over Academische ziekenhuizen slechts klachten. Uit het kwaliteitsonderzoek dat in Nederland verricht is in de jaren 2001 - 2003 onder 304 mensen die een behandeling voor een eetstoornis hebben ondergaan blijkt dat het grootste aantal patiënten een behandeling in een algemeen ziekenhuis heeft ondergaan. Geen enkele behandeling scoort zo slecht. In algemene ziekenhuizen behoort sondevoeding tot de standaardbehandeling en de ondervraagden hebben er geen goed woord voor over. Zij geven sondevoeding een dikke onvoldoende. Het zijn niet alleen de ervaringen in Nederland die zo ongunstig zijn over de algemene ziekenhuizen. Ook buitenlandse literatuur leert dat behandeling van AN-patiënten in algemene ziekenhuizen meer nadelen dan voordelen heeft. Zo tonen Gowers e.a. (2000) aan dat het opnemen van een patiënt de belangrijkste voorspeller is van een slechte

CV

van Ir.

R. Sieders (1928)

Opleiding T.U. Delft, chemische technologie. Was tijdens werkzame leven tot 1992 octrooigemachtigde bij AKZO NV. Richtte in 1978 de patiëntenorganisatie Stichting Anorexia Nervosa (thans SABN) op. Werd in 1988 o.a. wegens activiteiten op het gebied van Anorexia Nervosa benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Was van 1978 tot 2009 vrijwilliger bij SABN.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

uitkomst. Ben Tovim (2003) toont aan dat het gunstige effect van een behandeling twijfelachtig is. Het zelfde wordt opgemerkt door Di Pietro (2002). Deze auteurs wijzen er op dat te agressieve pogingen om de patiënt in gewicht te doen toenemen de oorzaak van chronisch lijden kunnen zijn. Toen ik in 1978 SABN oprichtte kreeg ik te horen dat verpleegkundigen in een academisch ziekenhuis zich verwonderd hadden afgevraagd wie er nu zo gek was om zich voor die rotmeiden in te spannen. Het laatste jaar (dat was 2008) dat ik voor SABN als vrijwilliger actief was sprak ik een vader van een AN-patiënte die langdurig in een academisch ziekenhuis was opgenomen en een week tevoren daaruit was ontslagen. Ik vroeg hem of hij tevreden was over de behandeling van zijn dochter en zijn antwoord was: ‘Ja, mijn dochter is op gewicht gebracht en de artsen zeggen dat zij dus genezen is. Alleen was het hinderlijk dat mijn dochter een kamer had naast het vertrek waar verpleegkundigen koffie dronken en zij hoorde dat door hen de AN-patiënten aangeduid werden met de uitdrukking die rotmeiden’. Bij de verpleegkundigen dus geen verandering van opvatting in 30 jaar. Opvallend is dat ik in de vele jaren, als lid van het telefoonteam van SABN, ettelijke keren ben opgebeld door leerling-verpleegsters die ernstig verontrust waren over de onmenselijke bejegening van AN-patiënten in hun ziekenhuis. Ik vermoed dat deze leerling-verpleegsters, die m.i. uit het goede hout gesneden waren, hebben afgezien van een baan waarbij zij in een algemeen ziekenhuis AN-patiënten zouden moeten behandelen.

Dwang

Wanneer een AN-patiënt zich onttrekt aan een haar onwelgevallige behandeling loopt zij het risico dat haar behandelaar maatregelen neemt waardoor zij onder dwang met een rechterlijke machtiging wordt opgenomen. Dit kan zijn omdat de behandelaar vindt dat haar gewicht te laag is of omdat hij voor zelfdoding vreest. Ik vind zijn gedrag verwerpelijk. Dat hij er niet in slaagt om met de patiënt een vertrouwensband op te bouwen is betreurenswaardig maar soms onvermijdelijk. Maar dat hij zijn probleem afschuift op een andere behandelaar die hij niet kent en die helemaal niet in staat is om een AN-patiënt een adequate behandeling te geven is onaanvaardbaar. Het is dan ook onbegrijpelijk en volkomen onterecht dat rechters dergelijke hulpverleners gelijk geven. In April 2011 deed het Medisch Tuchtcollege# een uitspraak waarin de tweede psychiater die met zo’n geval opgezadeld werd een berisping kreeg. Andere ‘deskundigen’ waren na vele jaren therapie niet in staat geweest de patiënte een levenswaardig bestaan te verschaffen en van deze psychiater werd blijkbaar verwacht dat zij de klus wel zou klaren. De AN-patiënte slaagde er tijdens haar behandeling in zichzelf het leven te benemen. Zeker, de behandeling van deze psychiater verdiende de schoonheidsprijs niet. Maar wat te denken van die eerdere hulpverleners? Wat zeggen richtlijnen en publicaties over dwang? In de Nederlandse richtlijn (zie www.richtlijneetstoor-


Farmacie door dik en dun nissen.nl ) is paragraaf 4.4.6 aan dwang gewijd. In de Engelse richtlijn wordt dwang wel besproken, maar daar wordt er op gewezen dat er publicaties zijn waarin grote bezwaren en negatieve effecten van gedwongen behandeling worden genoemd. In de Nederlandse richtlijn worden zulke publicaties niet genoemd. Zo blijft onvermeld een buitengewoon belangrijke beschouwing van Rathner# (1998) die stelling neemt tegen gedwongen behandeling. Rathner stelt onder meer dat de kans op succes bij een gedwongen behandeling gering is en dat men niet weet hoe groot de kans op schadelijke gevolgen is. Ook wijst hij er op dat behandelaars vaak ten onrechte stellen dat zonder ingrijpen alleen de dood het gevolg kan zijn. Verder zegt hij dat wij niet weten hoe het afloopt met die patiënten die een behandeling weigeren en niet gedwongen worden. Het kan een heel wijze beslissing zijn om zich niet te laten behandelen door een therapeut die geen ervaring met AN heeft.

“Een soortgelijke valse redenering wordt vaak gegeven voor het iatrogene gebruik van de isoleercel”

mensen die deelnamen aan haar onderzoek negatieve ervaringen hebben met gedwongen behandeling. Deze publicatie en de vele berichten van chronische patiënten die ik in dertig jaar ontving hebben bij mij sterk de indruk gewekt dat het vaak de ondeskundige behandelingen zijn die tot chroniciteit leiden. Vanuit het cliëntenperspectief worden gedwongen opname en behandeling als zeer ongewenst beschouwd. Zij mogen alleen als laatste redmiddel worden toegepast en dan nog alleen als de behandeling wordt uitgevoerd onder toezicht van een in de behandeling van eetstoornissen gespecialiseerde deskundige. Het bestuur van SABN heeft hierover al in 2001 advies gevraagd aan zijn adviescollege. Het gemotiveerde advies is door het bestuur van SABN (2001) overgenomen en gepubliceerd. Dat advies komt in hoofdzaak overeen met wat gezegd wordt in de Engelse Richtlijn. Omdat gedwongen opname meestal gepaard gaat met gedwongen behandeling, zoals sondevoeding, zijn de waarschuwingen die daarover in de Engelse richtlijn zijn opgenomen ook van groot belang. Zij die met deze problematiek te maken krijgen dienen in ieder geval kennis te nemen van de eerder genoemde publicatie van Rathner waarin hij stelling neemt tegen de toepassing van gedwongen behandeling.

In de Nederlandse richtlijn lezen we “Gezien de hoge

mortaliteitscijfers en de ernstige gevolgen van langdurige anorexia nervosa is het de vraag of de Nederlandse terughoudendheid bij de toepassing van de BOPZ terecht is en respectvol is of toch verwaarlozend”. En als conclusie krijgen we te lezen: “Uit twee onderzoeken blijken geen negatieve gevolgen van de gedwongen opname op het beloop van anorexia nervosa: Ramsay e.a. 1999 en Watson e.a.,2000.” Een soortgelijke valse redenering wordt vaak gegeven voor het iatrogene gebruik van de isoleercel. De traumatische ervaring die het verblijf in een isoleercel kan opleveren krijgen wij ook vaak te horen van hen die aan een gedwongen behandeling voor AN zijn blootgesteld. De weergave in de richtlijn van de publicatie van Ramsay e.a., als zouden daarin geen negatieve gevolgen beschreven worden, is misleidend. De auteurs zijn tevreden over slechts één aspect: de gewichtstoename. De gedwongen behandelde patiënten werden vergeleken met een gelijk aantal overeenkomstige patiënten die vrijwillig behandeld waren. Het aantal patiënten dat na vijf jaar overleden was, bleek in de gedwongen behandelde groep vijf maal zo groot als in de vrijwillig behandelde groep. Ook de bespreking van het artikel van Watson e.a. verdient aanvulling. Nadrukkelijk zeggen deze auteurs ‘This study does not resolve important philosophical, legal, or moral issues of whether any person should be involuntarily committed for treatment of psychiatric disorders’. En even nadrukkelijk zeggen zij dat de studie alleen maar iets zegt over de korte termijn, zij wijzen daarbij op de publicatie van Ramsay waaruit volgens hen blijkt dat ‘the long-term outcome is more problematic for the involuntary patients wat wel een eufemisme mag heten bij vijf maal zo veel doden binnen vijf jaar. Uit een publicatie van Dr. Greta Noordenbos blijkt dat veel

Alleen in sommige levensbedreigende situaties is gedwongen behandeling acceptabel. Voorwaarde is dan dat de beslissing daarover genomen wordt door een psychiater die gespecialiseerd is in de behandeling van eetstoornissen en dat de behandeling wordt uitgevoerd door hulpverleners die ook aan die eis voldoen. Tot slot nog suggesties voor hen die werkzaam zijn in de hulpverlening of daarvan afhankelijk zijn.

15

Er is een wereldwijd Handvest over de rechten van mensen met anorexia nervosa. U kunt het vinden op de internetsite:

http://www.sabn.nl/informatie_eetstoornissen/wereldwijd_handvest_eetstoornissen.php. Verder is er een artikel waarin staat hoe de hulpverlener voorkomt dat hij iatrogeen (ziekteverergerend) bezig is: Janet Treasure e.a., First do no harm: Iatrogenic maintaining factors in anorexia nervosa. Het verscheen in januari 2011 in European Eating Disorders Review. Patiënten en hun familie zouden hulpverleners moeten vragen of zij deze laatste twee documenten kennen en zouden moeten nagaan of zij er naar handelen. Een verpleegkundige in opleiding schreef dertig jaar geleden een boekje 5 waarin zij, als ex-patiënte, de hulpverlener een advies geeft dat zijn geldigheid nog steeds heeft:

“Probeer een veilige vriend voor hen te zijn in plaats van een vriendelijke vijand”

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Genetische factoren bij eetstoornissen M.C.T. Slof

H

et is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen bij het ontstaan van deze ziekten. Eén van deze factoren is erfelijkheid. In dit proefschrift hebben we meerdere studies uitgevoerd om meer te leren over de rol van erfelijkheid en genen in relatie tot eetstoornissen. Eetstoornissen hebben grote negatieve gevolgen op het leven van mensen die eraan lijden en van mensen in hun omgeving. De mortaliteit van deze stoornissen is hoog en de prognose is slecht.

“Er is veel overlap in de symptomen van de verschillende eetstoornissen”

16

Deze ziekten worden gekenmerkt door een grote kans op terugval na behandeling en een groot deel van de patiënten met een eetstoornis is vier tot tien jaar later nog niet hersteld. In het handboek voor psychiatrische stoornissen (DSM-IV) worden drie eetstoornisdiagnoses onderscheiden, namelijk anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetstoornis niet anderszins omschreven (zie kader 9.1). Het grootste deel van de eetstoornispatiënten (ongeveer 60%) behoort tot deze laatste groep. Er is veel overlap in de symptomen van de verschillende eetstoornissen. Zo worden verschillende vormen van eetgestoord gedrag en attitudes gedeeld tussen eetstoornissen, zoals bijvoorbeeld de rol die lichaamsvorm en gewicht spelen in de manier waarop men zichzelf beoordeelt en zelfopgewekt braken. Daarnaast is het niet ongebruikelijk

dat mensen tijdens hun leven voldoen aan verschillende eetstoornis-diagnoses. Over risicofactoren is bekend dat het vrouwelijk geslacht, zwaarlijvigheid in de kindertijd, ernstige bezorgdheid over gewicht en lichaamsvorm, negatieve zelf-evaluatie (laag zelfvertrouwen), lijnen, perfectionisme en mogelijk impulsiviteit betrokken zijn bij het ontstaan van eetstoornissen. Het menselijk lichaam bestaat uit verschillende weefsels (huid, spier, bloed, vet etc.), die opgebouwd zijn uit cellen. In iedere celkern ligt het erfelijk materiaal (DNA) verdeeld over 23 chromosoomparen opgeslagen. Een gen bestaat uit een stukje DNA binnen een chromosoom en draagt de informatie voor een specifieke erfelijke eigenschap in een cel. Alle genen samen bepalen het functioneren van de cellen waaruit de mens is opgebouwd. Genen zijn grotendeels volledig identiek tussen mensen, maar er is ook variatie. Deze variatie kan de functie van het gen beïnvloeden, maar dat hoeft niet.

Overzicht onderzoek naar genetische achtergrond eetstoornissen

Familie studies laten zien dat anorexia en boulimia nervosa vaak binnen bepaalde families voorkomen. Daarnaast is het risico op het krijgen van zowel anorexia als boulimia nervosa verhoogd in familieleden van personen die één van beide stoornissen hebben. In tweelingstudies worden de overeenkomsten en verschillen tussen ééneiïge (genetisch identiek) en tweeeiïge (genetisch gezien 50% gelijk) tweelingparen gebruikt om te berekenen hoe groot de erfelijke en omgevingsinvloeden zijn voor een bepaalde aandoening. Uit deze studies blijkt dat 48 tot 76% van de individuele variatie in anorexia nervosa verklaard wordt door genetische factoren, voor boulimia nervosa ligt dit percentage tussen de 30 en 83%. Om chromosomale locaties op te sporen waarin zich nog onbekende belangrijke genen bevinden die het ontstaan van anorexia en boulimia nervosa kunnen verklaren, zijn zogenoemde koppelingsstudies uitgevoerd. Dergelijke koppelingsstudies worden gedaan binnen families waarin de ziekte vaker voorkomt, bijvoorbeeld in aangedane broer en/of zusparen. Omdat 50% van het DNA tussen broers en zussen gelijk is, is de verwachting dat zodra beide zussen anorexia nervosa hebben ze ook genvarianten zullen delen die anorexia nervosa veroorzaken. Door heel veel van dit soort paren uit verschillende families te onderzoeken kan er worden bekeken welk deel van het DNA door al deze paren vaker gedeeld wordt dan wat op basis van toeval wordt verwacht. Zo kunnen er bepaalde chromosomale

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun gebieden worden gevonden die ‘gekoppeld’ zijn aan de ziekte. In eerder uitgevoerde koppelingsstudies is voor anorexia nervosa bewijs voor koppeling gevonden in gebieden op chromosoom 1, 2, 4, en 13, en voor boulimia nervosa op chromosoom 10 en 14. Associatie studies worden uitgevoerd om te onderzoeken of een specifiek gen, waarvan wordt gedacht dat het een rol speelt bij een bepaalde ziekte, ook werkelijk betrokken is bij deze ziekte. In deze studies wordt onderzocht of varianten van dit gen vaker voorkomen bij een groep aangedane personen (patiëntengroep) in vergelijking tot een groep niet-aangedane personen (controlegroep). In dat geval is er sprake van associatie. Er zijn veel associatiestudies uitgevoerd in de verschillende eetstoornissen.

verklaard werd door genetische factoren in vrouwen, in mannen was dit percentage 38%. De erfelijkheid van BMI was hoog in zowel vrouwen (80%) als mannen (76%). De overlap tussen de mate van eetgestoord gedrag en BMI werd verklaard door genetische factoren, er werd een genetische correlatie van 0.43 in vrouwen en 0.51 in mannen gevonden. Ondanks deze overlap, werd het merendeel van de genetische invloed op de mate van eetgestoord gedrag verklaard door genetische factoren die geen rol speelde bij BMI in mannen en vrouwen.

Associatie

studie

van

kandidaatgenen

in

anorexia nervosa en zelfopgewekt braken

Zelfopgewekt braken is een belangrijk klinisch symptoom bij verschillende eetstoornissen, dat in hoge mate erfelijk bepaald blijkt te zijn. In deze studie werden vier kandidaatgenen onderzocht, serotonine receptor 1D (HTR1D), brain-derived neurotrophic factor (BDNF), tryptophaan hydroxylase 2 (TPH2) en stathmine (STMN1). HTR1D en BDNF werden gekozen op basis van resultaten uit eerdere studies. TPH2 speelt een belangrijke rol binnen het sero-

Doordat in de meeste uitgevoerde associatie studies in eetstoornissen kleine patiënten- en controlegroepen zijn onderzocht, zijn er veel tegenstrijdige resultaten gevonden. Op basis van grotere associatiestudies lijken serotonine receptor 1D, opioid receptor D1 en brain-derived neurotrophic factor geassocieerd te zijn met eetstoornissen.

Erfelijkheid

eetgestoord gedrag en

BMI

Is de mate van eetgestoord gedrag erfelijk, en in welke mate zijn genetische factoren die van invloed zijn op deze mate van eetgestoord gedrag ook van invloed op BMI? Om deze vraag te beantwoorden werden gegevens van een grote groep tweelingen (474 ééneiïge, 310 tweeeiïge tweelingparen en 45 losse tweelingen) en hun broers en zussen (69 broers, 115 zussen) van het Nederlands Tweelingen Register gebruikt. De ‘Disordered Eating Behavior’ (DEB)-schaal werd gebruikt om eetgestoord gedrag te meten. Deze schaal is opgebouwd uit vier losse items die ieder een aspect van eetgestoord gedrag meten, namelijk: lijnen, angst voor gewichtstoename, belang van lichaamsgewicht en –vorm bij zelf-evaluatie en eetbuien. Uit eerder onderzoek bleek de DEB-schaal niet volledig meetinvariant te zijn, hierdoor is het onduidelijk of gevonden sekseverschillen in de DEB score werkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen weerspiegelen in ‘eetgestoordheid’ of een gevolg zijn van de meetafwijking in de schaal. Daarom werden de tweelinganalyses apart uitgevoerd voor mannen en vrouwen. Uit de bivariate tweelinganalyses bleek dat 65% van de individuele variatie in eetgestoord gedrag

Anorexia nervosa wordt gekenmerkt door ernstig ondergewicht, een intense angst voor gewichtstoename en een gestoorde beleving van gewicht of lichaamsvorm. Anorexia nervosa wordt onderverdeeld in twee subtypes: het beperkende type en het eetbuien/purgerende type. In tegenstelling tot het eetbuien/purgerende type, zijn personen met het beperkende type niet geregeld bezig met eetbuien of purgerende maatregelen, zoals zelf-opgewekt braken of het misbruik van laxeermiddelen.

17

Belangrijke symptomen van boulimia nervosa zijn het herhaaldelijk optreden van eetbuien (gemiddeld 2x per week in de afgelopen 3 maanden) gevolgd door inadequaat compensatoir gedrag (zoals braken, misbruiken van laxeermiddelen en overmatig bewegen) om de toename in gewicht te voorkomen. Bovendien wordt het oordeel over zichzelf in onevenredige mate bepaald door lichaamsvormen en/of gewicht. Bij boulimia nervosa wordt een onderscheid gemaakt tussen het purgerende type (regelmatig bezig met o.a. zelfopgewekt braken of misbruik van laxeermiddelen) en het niet-purgerende type (andere inadequate compensatoire gedragingen zoals vasten of overmatige lichaamsbeweging worden toegepast). De groep patiënten met een eetstoornis niet anderszins omschreven bestaat uit: 1. personen die niet voldoen aan één van de criteria voor anorexia of boulimia nervosa; 2. personen die een combinatie hebben van criteria van zowel anorexia als boulimia nervosa; 3. personen met een eetbuistoornis, gekenmerkt door herhaaldelijke episodes van eetbuien (gemiddeld twee keer per week in de afgelopen 6 maanden) in afwezigheid van inadequaat compensatoir gedrag.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun tonine systeem. Dit systeem is betrokken bij verschillende biologische, fysiologische en gedragsfuncties die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van een eetstoornis, zo is serotonine van invloed op de regulatie van lichaamsgewicht, eetgedrag, maar ook op psychische kenmerken zoals perfectionisme, impulsiviteit en obsessief gedrag. STMN1 ligt in een gebied op chromosoom 1 waarmee eerder koppeling was gevonden met anorexia nervosa. Verder speelt dit gen een rol in angst en angstgevoelens bij zowel muizen als mensen.

“Het is duidelijk dat het genetisch onderzoek bij eetstoornissen, vergeleken met andere psychische en somatische aandoeningen, nog in de kinderschoenen staat”

18

Voor de associatie studie werden 25 varianten binnen de vier kandidaatgenen (HTR1D, BDNF, TPH2 en STMN1) in twee patiëntgroepen van de ‘Genetics of Eating Disorders’ (GenED) populatie (182 patiënten met anorexia nervosa en 149 patiënten met een eetstoornis gekenmerkt door zelfopgewekt braken) vergeleken met 607 vrouwen van het Nederlands Tweelingen Register. Voor één variant (rs1473473) binnen het TPH2 gen werd een associatie gevonden met beide patiëntgroepen. Voor replicatie, werd vervolgens onderzocht of deze variant ook een associatie liet zien in een meta-analyse met twee andere onafhankelijke eetstoornis populaties uit Duitsland en Nederland. De studiepopulatie voor deze analyse bestond inclusief de GenED populatie uit totaal 887 anorexia nervosa patiënten, 306 patiënten met een eetstoornis gekenmerkt door zelfopgewekt braken en 1914 vrouwen uit de algemene bevolking. In deze analyse bleek rs1473473 ook geassocieerd met anorexia nervosa en eetstoornissen gekenmerkt door zelfopgewekt braken. Voor de zeldzame variant van rs1473473 werd een odds ratio van 1.25 voor anorexia nervosa en een odds ratio van 1.34 voor zelfopgewekt braken gevonden. Dit betekent dat dragers van de zeld-

zame variant een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van anorexia nervosa en eetstoornissen gekenmerkt door zelfopgewekt braken. TPH2 encodeert het enzym dat de mate bepaald waarin serotonine wordt gevormd in de hersenen.

Perfectionisme

en impulsiviteit bij de associ-

atie tussen eetstoornissen en

TPH2

Zowel perfectionisme als impulsiviteit zijn geassocieerd met eetstoornissen. Ook is er een mogelijke relatie tussen een verstoring in het serotonine systeem en het optreden van deze kenmerken. In het laatste onderzoek werd de hypothese getoetst dat genetische variatie in het TPH2 gen (geassocieerd met eetstoornissen) de overlap tussen perfectionisme, impulsiviteit en het voorkomen van eetstoornissen kan verklaren. Allereerst werd getoetst of patiënten met een eetstoornis (GenED populatie) anders scoren op perfectionisme- en impulsiviteitsvragenlijsten in vergelijking met volwassen vrouwen zonder een eetstoornis. Patiënten met een eetstoornis bleken zeer perfectionistisch en impulsief te zijn in vergelijking met de groep zonder eetstoornis. Vervolgens werd binnen een groep van 512 vrouwen van het Nederlands Tweelingen Register de associatie tussen vier TPH2-varianten en een enkel perfectionisme- en impulsiviteitsitem getoetst. Twee varianten (rs1473473 en rs1007023) waren geassocieerd met een hogere impulsiviteitscore (odds ratio’s 1.49 en 1.60). Ten slotte werd onderzocht of deze twee varianten ook een associatie met impulsiviteit lieten zien in een groep van 267 eetstoornispatiënten. Voor beide genvarianten werd een associatie gevonden met hogere impulsiviteitsscores (rs1007023, odds ratio 1.79; rs1473473, odds ratio 1.83). Genetische variatie in het TPH2 gen lijkt dus invloed te hebben op impulsiviteit, wat de kwetsbaarheid op het ontstaan van anorexia nervosa of eetstoornissen gekenmerkt door zelfopgewekt braken kan beïnvloeden.

Margarita Cornelia Theodora Slof-Op ‘t Landt was born August 20th, 1980 in Ter Aar, the Netherlands. She attended secondary school in Alphen aan den Rijn at the Groene Hart Lyceum, where she passed her exams (athenaeum) in 1998. She studied Nutrition and Health at Wageningen University and Research centre (Netherlands). During this study she did an internship at the Virginia Institute for Psychiatric and Behavioral Genetics of the Virginia Commonwealth University (United States of America). She received her degree in September 2002. January 2003 she started working as a researcher at the Center for Eating Disorders ‘Ursula’ on a project on the genetics of eating disorders. This was a PhD project in collaboration with the department of Molecular Epidemiology of the Leiden University Medical Center and the Department of Biological Psychology of the VU University Amsterdam. She was supervised by Prof. dr. P.E. Slagboom and Dr. I. Meulenbelt at the department of Molecular Epidemiology, Leiden University Medical Center, by Prof. dr. D.I. Boomsma and Dr. M. Bartels at the department of Biological Psychology, VU University and by Dr. E.F. van Furth at the Center for Eating Disorders ‘Ursula’. The results of the research performed during the project are described and discussed in this thesis. Rita will continue to work at the Center for Eating Disorders ‘Ursula’ in Leidschendam.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun

Conclusie

en toekomst

Het is duidelijk dat het genetisch onderzoek bij eetstoornissen, vergeleken met andere psychische en somatische aandoeningen, nog in de kinderschoenen staat. Het veld wordt nog steeds gekenmerkt door vele kleine associatie studies naar bepaalde kandidaatgenen, met tegenstrijdige bevindingen als resultaat. Doordat eetstoornissen weinig voorkomen onder de bevolking, is het noodzakelijk dat onderzoeksgroepen wereldwijd meer samenwerken om onderzoek te kunnen doen in grotere groepen. Daarnaast maakt de opkomst van genoomwijde associatie studies het uitvoeren van kandidaatgen studies achterhaald. Met name wanneer er nog weinig over de etiologie van een ziekte bekend is, zoals bij eetstoornissen, zijn genoomwijde associatie studies een goede methode omdat genetische varianten verspreid over het hele genoom (alle chromosomen) in één keer worden getoetst op associatie. Binnenkort worden de resultaten van een grote genoomwijde associatie studie in anorexia nervosa verwacht, uitgevoerd door het Genetic Consortium of Anorexia Nervosa waarvan de GenED studie ook deel uitmaakt. De bevinding dat een variant binnen het TPH2 gen geassocieerd is met anorexia nervosa en met eetstoornissen gekenmerkt door zelfopgewekt braken lijkt robuust. Het is niet duidelijk wat de functie van variant rs1473473 is. Heeft deze variant zelf invloed op de activiteit van het gen, of weerspiegelt het de werking van een functionele variant in de buurt? Om deze vraag te beantwoorden zal het TPH2 gen beter onderzocht moeten worden, bijvoorbeeld door meer varianten binnen dit gen te meten of door het gen te sequencen (het uitlezen van het hele stuk DNA waaruit het gen is opgebouwd). Verder is het ook interessant om de activiteit van dit gen te onderzoeken door de zogenaamde expressie in de hersenen te meten.

“Op korte termijn zijn de klinische implicaties van het genetisch onderzoek in eetstoornissen niet zo groot, de lange termijn is het mikpunt” Naast het genotype is het belangrijk om naar de fenotypes gerelateerd aan eetstoornissen kijken. De verwachting is dat genen niet van invloed zullen zijn op een volledige eetstoornis diagnose, maar eerder een effect zullen hebben op onderliggende gedragskenmerken, zoals perfectionisme, zelfopgewekt braken en impulsiviteit (zie hoofdstuk 5 en 6). Naast perfectionisme en impulsiviteit zijn er ook andere gedragskenmerken gerelateerd aan eetstoornissen, zoals negatieve zelf-evaluatie/laag zelfvertrouwen,

negatief lichaamsbeeld en zorgen over het gewicht. In de toekomst is het belangrijk om te onderzoeken of de overlap tussen deze gedragskenmerken en eetstoornissen wordt verklaard door één of meerdere onderliggende factoren, en in hoeverre deze factoren door genetische of omgevingsinvloeden worden verklaard. Tweelingstudies kunnen hierin een belangrijke bijdrage leveren.

19

Een ander belangrijk aspect is het meetinstrument van het betreffende (gedrags)kenmerk. Als in grote groepen mensen vragenlijsten of interviews worden afgenomen om de mate van aanwezigheid van een bepaald kenmerk vast te stellen, is het wel essentieel dat het meetinstrument vergelijkbaar is tussen bijvoorbeeld man en vrouw, oud en jong, maar ook tussen ziek en gezond. Met onze studie (beschreven in hoofdstuk 3) waren we de eerste die binnen het eetstoornisveld hebben gekeken naar de meetinvariantie. Dus ondanks het feit dat somscores van eetstoornisschalen vaak worden gebruikt om groepen te vergelijken, is nooit eerder vastgesteld of deze schalen wel werkelijke verschillen laten zien of dat het om een meetafwijking gaat. Op korte termijn zijn de klinische implicaties van het genetisch onderzoek in eetstoornissen niet zo groot. Het kan helpen om het stigma omtrent eetstoornissen te verminderen en om het schuldgevoel van ouders te verlichten. Op de lange termijn, als meer duidelijk is over de etiologie en betrokkenheid van specifieke genen bij eetstoornissen, kunnen preventie-activiteiten en behandeling worden verbeterd (zgn. ‘matched care’). Betere risicoprofielen op basis van genen en persoonlijkheidskenmerken zouden kunnen worden opgesteld voor eetstoornissen, zodat de kans op een vroege ontdekking van de stoornis groter wordt. Daarnaast zouden genen kunnen worden gebruikt als voorspellers van het verloop en de uitkomst van de ziekte. De behandeling zou hier vervolgens op aangepast kunnen worden.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Kiekje buutn’ Grunn Accare Centrum voor Eetstoornissen Lisanne Geers, Geert van der Werf & Marrit Aaten

D

onderdag 19 mei zijn wij afgereisd naar Smilde om het Centrum voor Eetstoornissen van Accare te bezoeken. Hier hadden we een afspraak met Leonie Huijsmans die werkzaam is als psycholoog (in opleiding tot GZ-psycholoog) en Ilja van der Kemp die bij Accare werkt als groepsleider en de externe contacten van het Centrum voor Eetstoornissen onderhoudt. In het Centrum voor Eetstoornissen in Smilde worden jongeren van 7 tot en met 23 jaar behandeld die aan obesitas, boulimia of anorexia lijden. Alleen anorexia en boulimia patiënten kunnen worden opgenomen in de kliniek, voor jongeren met minder ernstige eetstoornissen is er een polikliniek (Smilde en Almere) die ambulante zorg verstrekt.

Anorexia Nervosa

20

De grootste patiëntengroep, welke wordt behandeld in de kliniek, lijdt aan anorexia nervosa. Anorexia nervosa is een psychische ziekte waarbij de patiënt een intense angst heeft om aan te komen. Ook heeft de patiënt een verstoorde lichaamsbeleving en meer dan 15% ondergewicht bepaald aan de hand van een streefgewicht gebaseerd op leeftijd, lengte en groeicurve.

“De patiënten krijgen een behandeling die volledig op de patiënt wordt afgestemd met daarbij begeleiding van de benodigde specialisten” Anorexia patiënten hebben vaak ook een gebrek aan zelfvertrouwen, obsessieve persoonlijkheidstrekken en faalangst. Ze zijn verder vaak erg prestatiegericht. Onder de anorexiapatiënten kan onderscheid worden gemaakt tussen het beperkende/restrictieve type en het purgerende type. Het verschil zit het in het wel (purgerende type) en niet (restrictieve type) geregeld hebben van eetbuien, zelfopgewekt braken en misbruik van laxantia, diuretica en klysma’s. In de Accare kliniek werken veel verschillende specialisten om de patiënten zo goed mogelijk te begeleiden tijdens hun ziekte. Er zijn onder andere een diëtist, GZ psychologen, groepsleiders, medisch verpleegkundige, huisarts, psychiaters en een psychomotorische therapeut werkzaam. Niet alle patiënten krijgen met alle specialisten te maken. De patiënten krijgen een behandeling die volledig

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

op de patiënt wordt afgestemd met daarbij begeleiding van de benodigde specialisten.

De

behandeling

Als een patiënt voor het eerst op gesprek komt in de polikliniek, wordt er vastgesteld in welke mate de patiënt gemotiveerd is om in behandeling te gaan. Er bestaan vijf fasen in de ontwikkeling van motivatie. Bij de eerste fase, de precontemplatiefase, is er geen interesse voor verandering en is er ontkenning van de problematiek. In de tweede fase, de contemplatiefase, is de patiënt bereid tot onderzoek. In de derde fase, de preparatiefase, is de patiënt bereid tot verandering en heeft de patiënt behoefte aan hulp maar vindt hij/zij het nog moeilijk om te bepalen wat te doen. In de vierde fase, de actiefase, wordt er door de patiënt actie ondernomen en wordt er veel steun en aanmoediging aan de patiënt gegeven. In de vijfde fase, de handhavingsfase, worden de veranderingen bij patiënten gehandhaafd en kan worden gestart met terugvalpreventie. Patiënten fluctueren door de verschillende fasen en hebben regelmatig een terugval. Eén op de vier patiënten herstelt nooit volledig.


Ambulante

behandeling

Onder de ambulante behandeling valt onder andere gezinstherapie. Er wordt hierbij samen met een gezinstherapeut een plan gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de gezins- en gezondheidssituatie van het kind. Ook kan de diëtiste geraadpleegd worden voor informatie met betrekking tot voeding. De patiënt komt een tot twee keer per week in de kliniek voor therapie. Hierbij kan gedacht worden aan psychosociale training, groepspsychotherapie of psychomotorische therapie. Bij jongeren wordt de voorkeur gegeven aan een groepsbehandeling, omdat jongeren op deze leeftijd het meest van elkaar leren. Bij kinderen wordt vaker voor individuele therapie of training gekozen. Opname in de kliniek

“Anorexia is een ziekte die veel machteloosheid met zich meebrengt” Bij sommige patiënten waarvan de situatie verergerd is, is het nodig om ze voor korte tijd op te nemen in de kliniek van Accare. In de kliniek van Accare zijn 14 behandelplaatsen beschikbaar. Deze plekken zijn over het algemeen het hele jaar bezet. Patiënten die meer dan 30% ondergewicht hebben moeten verplicht bedrust houden. Dit uit veiligheidsoverwegingen. Patiënten die er wat beter aan toe zijn worden intensief begeleid bij het eten maar kunnen tussendoor bijvoorbeeld wel naar school.

Medicijngebruik Een belangrijk aspect bij het behandelen van Anorexia Nervosa is motiveren. Er is geen standaard medicatie-patroon. Sommige patiënten gebruiken antidepressiva om depressies veroorzaakt door de stoornis tegen te gaan. Door het lage lichaamsgewicht van de patiënten is dit echter risicovol. Verder krijgen de patiënten vaak Kaliumtabletten en fosfaatdrank toegediend. Ook worden er bij sommige patiënten laxeermiddelen voorgeschreven om de darmflora weer op te wekken, aangezien deze sterk verminderd is doordat gedurende lange tijd weinig voedsel is ingenomen. Psychofarmaca is geen eerste keuze van interventie. Wel is er enige evidentie dat in ernstige gevallen een combinatie van gedragstherapie en antidepressiva goed kan werken. Anorexia nervosa is een moeilijke ziekte om te verhelpen, mede omdat patiënten soms weinig ziekteinzicht hebben. Het is een ziekte die veel machteloosheid met zich meebrengt. Sommige patiënten gaan zo ver door dat ze uiteindelijk in het ziekenhuis belanden en dan nog niet beseffen dat ze verkeerd bezig zijn. Er is na behandeling vaak veel terugval van patiënten, maar het Accare team heeft een goede begeleiding en behandeling met de vele specialisten die zij in dienst hebben. Wij hebben van dit bezoek erg veel geleerd en hebben dit als erg interessant ervaren. Wij als farmaceuten kunnen weinig bijdragen aan de behandeling van deze ziekte. Wel kan er onderzoek worden gedaan naar de werking van psychofarmaca bij jongeren in het algemeen.


Actueel Marrit Aaten & Merlijn van Leent

Antibiotica

tellen meeste gebruikers

Jaarlijks gebruikt ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking een antibioticum. Dit komt overeen met ongeveer 4 miljoen mensen. Binnen de geneesmiddelen, opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeringen, vormen antibiotica daarmee de groep (op ATC2-niveau) die apothekers jaarlijks aan het grootste aantal verschillende mensen verstrekken. Op de tweede plaats komen de receptplichtige NSAID’s met ongeveer drie miljoen verschillende gebruikers per jaar.

Bron: http://farmaactueel.nl

Nieuwere

anticonceptiepillen leiden tot bloedstolsel

Onderzoekers van de universiteit van Boston ontdekten dat het risico op bloedstolsels twee keer zo hoog is bij vrouwen die een anticonceptiepil op basis van de stof drospirenon slikken. De pil Yasmin is hier een voorbeeld van. Deze relatief nieuwere pillen zorgen voor een grotere kans op bloestolsels dan anticoncenptiepillen die gemaakt zijn op basis van het vrouwelijk progestageenhormoon levonorgestrel, zoals Microgynon. Als 100.000 vrouwen gedurende een jaar een nieuwere pilsoort nemen, zouden er bij 30 van hen bloedstolsels voorkomen. Ter vergelijking, bij de oudere pilsoort zijn het 12 tot 13 vrouwen. Bron: http://ad.nl

22

KNMP wil

infrastructuur overdracht behouden en verbeteren

Apothekersorganisatie KNMP pleit ervoor dat de huidige infrastructuur voor de uitwisseling van patiëntgegevens beschikbaar blijft en wordt verbeterd. De KNMP neemt hiertoe het voortouw door hierover gesprekken met alle betrokken instanties aan te gaan. De KNMP staat voor een uitwisseling van patiëntgegevens met als randvoorwaarden de privacywetgeving en een accuraat en veilig systeem. Zonder uitwisseling van deze gegevens kunnen apothekers niet voldoen aan de richtlijnen van hun eigen beroepsgroep. Deze richtlijnen komen voort uit het door de KNMP eerder dit jaar gepresenteerde Witboek Farmacie. Bron: http://farmaactueel.nl

Gebruik

medicinale cannabis neemt toe

Het aantal patiënten in Nederland dat medicinale cannabis gebruikt, is in de afgelopen vijf jaar gestegen van 315 tot 558. Volgens de minister heeft onderzoek bevestigd dat er van cannabis wel degelijk een therapeutische werkzaamheid uitgaat. De behandeling van kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan is een van de indicaties die op de website van het Bureau voor Medicinale Cannabis staan. Uit onderzoek blijkt van de belangenorganisatie NCSM uit 2009 dat tien van de 14 onderzochte grote zorgverzekeraars het gebruik vergoeden.

Bron: http://pw.nl

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Farmacie door dik en dun

Apothekers

bijten het spits af en maken kwaliteit transparant

Het kwaliteitsprofiel maakt de kwaliteit van zorg die een apotheek levert inzichtelijk voor de patiënt. Apothekers zijn daarmee de eerste individuele zorgverleners die aan het publiek openheid verschaffen over hun kwaliteit van zorg. Het KNMP kwaliteitsprofiel bestaat in eerste instantie uit zeven kenmerken. In een overzichtelijke tabel staat aangegeven aan welke van deze kenmerken een apotheek voldoet. De gegevens zijn uit onafhankelijke bronnen samengesteld.

Bron: http://pw.nl

Tekort

cytarabine dreigt

Het Erasmus MC schat nog twee tot drie weken vooruit te kunnen met de voorraad cytarabine. Andere ziekenhuizen kampen volgens haar met hetzelfde probleem. Om onduidelijke redenen is het middel sinds januari slecht te verkrijgen via de geneesmiddelfabrikanten die het leveren. Op dit moment is cytarabine voor acute leukemie het enige beschikbare middel. Het Erasmus Medisch Centrum heeft over het dreigende cytarabine tekort een brief gestuurd aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg in de hoop dat die ervoor kan zorgen dat het geneesmiddel weer beschikbaar komt. Bron: http://pw.nl

Flinke

reductie medicatiefouten bij

65-plussers

mogelijk

Het aantal medicatiefouten bij spoedopnames van 65-plussers kan met 80% omlaag. Praten met de patiënt speelt daarbij een grote rol. Dat is de conclusie van TNO-dochter CBO na de invoering van een internationale standaardwerkwijze voor medicatieverificatie. Het CBO-project geeft een duidelijk beeld van de sleutelfactoren voor een veilige medicatieoverdracht. Zo is erg belangrijk dat de uitvoering van en verantwoordelijkheid voor de medicatie-uitvraag bij de patiënt eenduidig zijn geregeld. Dit kan bijvoorbeeld door deze te laten uitvoeren door een apothekersassistent. Bron: http://pw.nl

Aidsremmers

23

verkleinen kans op hiv-besmetting

Anti-retrovirale medicatie kan de kans op hiv-besmetting met 96% verkleinen. Wetenschappers volgden 1763 koppels over de hele wereld. Van elk stel was een van de twee geïnfecteerd met hiv. Bij 50% van de koppels kreeg de geïnfecteerde partner meteen aidsremmers toegediend. Bij de andere 50% startte de behandeling pas na aantasting van het immuunsysteem. Uiteindelijk raakten bij 28 koppels de partner besmet met hiv. Hiervan vonden 27 plaats bij stellen van wie de geïnfecteerde partner nog geen aidsremmers kreeg. Op dit moment krijgen dragers van het hiv-virus veelal pas medicijnen wanneer hun gezondheid achteruit gaat. Bron: http://pw.nl

TNO

onderzoekt effect geneesmiddelen in kinderen

Een consortium van Europese bedrijven, waaronder TNO, is begonnen met onderzoek naar het effect van geneesmiddelen in kinderen van 0 tot 2 jaar. Volgens professor Garner worden weinig geneesmiddelen specifiek voor kinderen ontwikkeld. Ook is er nauwelijks onderzoek naar het effect van geneesmiddelen bij kinderen. “Dit kan gevaarlijk zijn”, onderstreept hij. “Kleine kinderen reageren niet op dezelfde manier op geneesmiddelen als volwassenen. Er bestaat een reëel risico dat kinderen een te lage of een te hoge dosering krijgen.” Dr. Wouter Vaes van TNO noemt het een uitdaging methoden te vinden de lage concentraties van geneesmiddelen in kleine bloedmonsters te meten. Bron: http://pw.nl

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Promovendi

FWN

Monitoring extracellular glutamate in the rat brain by microdialysis and microsensors: pharmacological applications

Promotie: mw. M. Evering-van der Zeyden, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Monitoring extracellular glutamate in the rat brain by microdialysis and microsensors: pharmacological applications Promotor(s): prof.dr.ir. B.H.C. Westerink Datum: 01 april 2011 Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Monitoring extracellulair glutamaat in de hersenen Miranda Evering-van der Zeyden onderzocht de oorsprong van met microdialyse en microsensoren in hersenen van de rat. Extracellulair L-glutamaat, een belangrijke en veel voorkomende excitatoire neurotransmitter in de hersenen, is afkomstig van glia en synaptische bronnen.

24

Ten eerste onderzocht zij of NMDA-glutamaatreceptoren, gelokaliseerd op de somatodendritische zijden van de mesolimbische dopamineneuronen, gebruikt kunnen worden als een functioneel NMDA-model. Hiervoor gebruikte zij een dual-probe microdialyse systeem. De NMDA-receptoren gelokaliseerd op dopamineneuronen in het ventrale tegmentale gebied (VTA) werden beïnvloed door infusie van glutamatergische stoffen. Evering-van der Zeyden onderzocht de activiteit van deze neuronen met metingen van dopamine in de ipsilaterale nucleus accumbens (NAc). Glutamatergische excitatie was duidelijk detecteerbaar en infusie van NMDA verhoogde de dopaminewaarden tot ongeveer 150% ten op zichtte van controles. Echter, het model laat een beperkte gevoeligheid zien wanneer een daling gedetecteerd dient te worden in NMDA-receptoractiviteit. Ook gebruikte Evering-van der Zeyden een dual-probemodel voor de toepassing van glutamatergische farmacologische actieve stoffen op dopamine neuronen in het VTA. Haar resultaten gaven een duidelijke mismatch aan tussen de extracellulaire waarden van glutamaat in de VTA en de activiteit van dopaminergic cellen in de VTA (welke is gemeten met dopamine in de NAc). Deze observaties tonen aan dat men voorzichtig moet zijn in het relateren van glutamaat in microdialyse aan ‘neuronale glutamatergische activiteit’ in de hersenen. Echter, onder zekere farmacologische condities zou een klein deel van het met microdialyse gemonsterde glutamaat direct gerelateerd kunnen worden aan synaptische activiteit. Miranda Evering-van der Zeyden (Zuid-Afrika, 1981) studeerde celbiologie aan de University of Pretoria. Haar promotieonderzoek deed zij bij de vakgroep Biomonitoring and Sensoring van de afdeling Farmacie. Haar onderzoek werd mede gefinancierd door onderzoeksschool GUIDE voor Drug Exploration van de RUG en door Brains On-Line (BOL). Inmiddels werkt zij als projectmanager bij PRA International.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Facultair

Improved dissolution behavior of lipophilic drugs by solid dispersions: a matter of composition Promotie: mw. P. Srinarong, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Improved dissolution behavior of lipophilic drugs by solid dispersions: a matter of composi tion Promotor(s): prof.dr. H.W. Frijlink Datum: 18 april 2011 Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Betere opname van slecht in water oplosbare geneesmiddelen Tegenwoordig vertonen veel nieuwe geneesmiddelen, zoals anti-HIV middelen, een lage opnamebeschikbaarheid na orale toediening. Dit komt omdat de werkzame bestanddelen van het medicijn slecht in water oplosbaar zijn. Parinda Srinarong onderzocht de mogelijkheden van vaste dispersies om de biologische beschikbaarheid van geneesmiddelen in het maag-darmkanaal te verbeteren. Vaste dispersies kunnen worden toegepast om het oplosgedrag van slecht in water oplosbare geneesmiddelen te verbeteren. Daardoor neemt ook de opname (biologische beschikbaarheid) na orale toediening toe. Vaste dispersies bestaan uit geneesmiddelen die in een hydrofiele matrix zijn ingesloten. Srinarong onderzocht de effecten van het type en molecuulgewicht van de hydrofiele matrix, de geneesmiddelconcentratie en de aanwezigheid van additieven op het oplosgedrag en de stabiliteit van tabletten vervaardigd van vaste dispersies. Zij ontdekte dat wanneer de geneesmiddelconcentratie hoog was en/of de matrix snel oploste, de oplossnelheid van het geneesmiddel langzaam was. Dit fenomeen kon worden toegeschreven aan ongecontroleerde uitkristallisatie van het geneesmiddel in de directe nabijheid van de oplossende tablet, hetgeen veroorzaakt werd door eenplaatselijk hoge oververzadiging. Hogere geneesmiddelconcentraties konden worden toepast zonder dat uitkristallisatie van het geneesmiddel plaatsvond wanneer matrices werden gebruikt die interacties konden aangaan met het geneesmiddel. Dit kon worden toegeschreven aan een hogere oplosbaarheid van het geneesmiddel in de directe nabijheid van de oplossende tablet, veroorzaakt door een hoge locale concentratie van de matrix. Ook toonde Srinarong aan dat het uitkristalliseren van het geneesmiddel kan worden voorkomen door het insluiten van een superdesintegratiemiddel in de tabletten die vervaardigd waren van vaste dispersies. In dit geval desintegreerden de tabletten zo snel dat oververzadiging van het geneesmiddel in de directe nabijheid van de oplossende tablet voorkomen werd. Dat deze platformtechnologie veelzijdig kan worden toegepast, liet zij zien aan de hand van een reeks verschillende geneesmiddelen zoals diazepam, fenofibraat, ritonavir, efavirenz en tacrolimus. Tenslotte vond Srinarong dat een aantal van de tabletten die vervaardigd waren van vaste dispersies die een uitstekend oplosgedrag vertoonden, ook een uitstekende stabiliteit vertoonden.

25

Parinda Srinarong (Thailand, 1972) studeerde farmacie aan de Chulalongkorn University in Bangkok. Haar promotieonderzoek deed zij aan de Rijksuniversiteit Groningen, bij de afdeling Pharmaceutical Technology and Biopharmacy. Het werd mede gefinancierd door de Government Pharmaceutical Organization, Bangkok, Thailand, waar zij inmiddels werkzaam is.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Evaluaties

Evaluatie

cursussen studiejaar

2010 – 2011 (vervolg)

Farmaceutische Analyse A blok 1 (november –

december 2010) en blok 2 (januari 2011) Deze cursus wordt door de meeste studenten positief gewaardeerd. Er is echter kritiek op het practicum en bijna alle studenten vinden de cursus zwaar vergeleken met andere vakken (brief 2).

Bio-Organische

chemie, oktober – november 2010 De cursus bio-organische chemie bestaat uit twee delen. Uit deze evaluatie blijkt wederom dat de studenten de voorkeur geven aan een splitsing van het chemie- en farmaciedeel. De leerstof is omvangrijk en het vak wordt moeilijk gevonden. Er is een verschil in kwaliteit tussen de diverse docenten (college en werkcollege) (brief 3 zonder gesprek).

Endocrien Systeem

februari 2011 De cursus wordt positief beoordeeld. De overschrijdingen hebben vooral betrekking op het tentamen (brief 1).

Geneesmiddel Produktie

en Kwaliteit december 2010 – januari 2011 Net als afgelopen jaar wordt de cursus door de meeste studenten positief gewaardeerd. Alhoewel de zwaarte van de overschrijdingen iets afgenomen is, vindt een groot gedeelte van de studenten dat het tentamen niet goed te doen is, deze geen goede afspiegeling van de leerstof is, dat er te weinig representatieve oefenvragen zijn en dat vooral de gedetailleerdheid waarmee tentamenvragen beantwoord moeten worden onduidelijk is (brief 2).

26

Farmacologie

practicum blok 3, januari – februari 2011 De studenten zijn zeer tevreden over de inhoud en opzet van het practicum, maar de cursus wordt zwaar gevonden. Er is kritiek op de tijdsdruk mbt voorbereiding, uitvoering en verslaglegging (brief 1).

Thermodynamica

februari 2011 De cursus wordt positief gewaardeerd. Het aantal overschrijdingen is ten opzichte van 2008 afgenomen. Wel vond men dat er te weinig tijd was om het tentamen te maken (brief 1).

Recepteerkunde

november 2010 De cursus wordt zeer goed geevalueerd ! (brief 1).

Actie Brief 1: De cursus is positief beoordeeld. Er zijn geen of weinig overschrijdingen, dus geen noemenswaardige problemen. De docent ontvangt het evaluatierapport ter kennisgeving. Brief 2: De cursus is overwegend positief beoordeeld, maar de Evaluatiecommissie doet wel aanbevelingen om aan specifiek genoemde punten extra aandacht te geven. Brief 3: Er is een aanzienlijk aantal overschrijdingen geconstateerd en dus ondervindt de cursus ‘grotere’ problemen. De Evaluatiecommissie wil dit in de aanwezigheid van enkele studenten uit die cursus tezamen met de docent(en) bespreken. In het gesprek n.a.v. brief 3 worden de punten van kritiek doorgenomen. Nagegaan wordt of deze terecht zijn, en er worden afspraken gemaakt voor aanpassingen. Enige weken voordat de cursus wordt gegeven in het daaropvolgend studiejaar gaat een lid van de Evaluatiecommissie na in hoeverre de toegezegde aanpassingen zijn gerealiseerd. Een cursus met een brief 3 wordt het jaar daarop opnieuw in de evaluatie meegenomen. Bij de beoordeling van een cursus door de Evaluatiecommissie worden altijd gegevens betrokken van voorgaande evaluaties om een eventuele trend te signaleren. Deze handelwijze heeft tot gevolg dat een cursus met de nodige overschrijdingen toch een brief 1 kan krijgen wanneer het aantal overschrijdingen van voorgaande jaren beduidend hoger lag, en er historisch gezien dus sprake is van vooruitgang. Omgekeerd kan een op zich goede, positieve evaluatie soms toch een advies meekrijgen in de vorm van brief 2 omdat er een dalende trend is waargenomen, Foliolum Jaargang XXIV EdofVomdat men meer verbetering had verwacht. Het doel hiervan is om kleinere, maar kennelijk hardnekkige problemen nog eens extra onder de aandacht te brengen.


Bacheloronderzoek De rol van muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie op de contractiele eiwitexpressie in humane luchtweg gladde spiercellen Lara de Jong

I

k heb mijn bachelorproject gedaan bij de vakgroep Moleculaire Farmacologie, onder begeleiding van Tjitske Oenema en in samenwerking met Pieter Bax. Ons onderzoek ging over de rol van muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie op de contractiele eiwitexpressie in humane luchtweg gladde spiercellen. We zijn begonnen met het uitvoeren van ieder ons eigen literatuuronderzoek. Mijn onderzoek ging over de rol van muscarinereceptor stimulatie op de contractiele eiwitexpressie. Uit dit onderzoek bleek dat van contractiele agonisten (acetylcholine) op de muscarinereceptoren steeds meer wordt erkend dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan de luchtwegremodelling bij astma en COPD. Bij luchtwegontsteking is deze parasympathische activiteit toegenomen, waardoor er contractie van de gladde spier-

contractiele eiwitten in de luchtweg gladde spiercellen. In het onderzoek hebben we humane luchtweg gladde spiercellen (hASMc) gestimuleerd met behulp van de muscarinereceptor agonist methacholine (10 μM), in aanen afwezigheid van insuline-transferrine-selenium (1%ITS). Deze stof is een agonist van de insuline receptor. De cellen werden 3 of 7 dagen gestimuleerd. Vervolgens werden de α-actine en calponine expressie (contractiele eiwitten) bestudeerd met behulp van de Western Blot analyse. De genexpressie van a-actine, calponine en sm22 werden geanalyseerd met behulp van een Real-time PCR analyse. Op de eiwitexpressie van α-actine hadden muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie een synergetisch effect bij zowel 3 als 7 dagen stimuleren. Dit effect werd niet waargenomen bij de eiwitexpressie van calponine. Op de genexpressie van calponine en SM22 hadden muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie na drie dagen stimuleren ook een synergetisch effect. Dit effect was niet te zien bij de genexpressie van α-actine. Na zeven dagen stimuleren was de genexpressie van alle drie de contractiele eiwitten sterk verlaagd. Uit deze resultaten bleek dat mucarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie een rol spelen bij de productie van contractiele eiwitten en mogelijk van belang kunnen zijn bij de luchtwegremodelling in astma en COPD.

Figuur 1: Het effect van muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie op de genexpressie van α-actine, calponine en sm22 in hASMc

27

Het bachelorproject was een leuke en leerzame manier om kennis te maken met het doen van onderzoek. Zeven weken was voor dit onderzoek eigenlijk wel wat kort maar het was zeker een goede afsluiting van de bachelor!

cellen optreedt. Wanneer er sprake is van een verhoogde contractiele functie en een verlaagde proliferatieve respons (contractiel fenotype) zal er een verhoogde expressie van contractiele eiwitten zijn. Uit het literatuuronderzoek van Pieter bleek dat insuline receptor stimulatie ook kan leiden tot een verhoogde contractiele eiwitexpressie. Gebaseerd op deze resultaten hadden we de volgende hypothese voor ons onderzoek: de combinatie van muscarinereceptor stimulatie en insuline stimulatie zorgt voor een verhoging van de transcriptie en de translatie van

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Masteronderzoek Characterisation of a colon-specific drug delivery system (ColoPulse technology): an experimental design approach Rianne de Boer

D

e periode vanaf september 2010 tot en met februari 2011 stond bij mij in het teken van mijn masterproject, dat ik heb gedaan binnen de ziekenhuisapotheek van het UMCG. Voorafgaand aan dit masterproject heb ik me in februari 2010 georiënteerd door een selectie te maken van een aantal interessante vakgroepen. Na een aantal oriënterende gesprekken leek de ziekhuisfarmacie mij het meest te trekken. Dit werd bevestigd door een gesprek met Prof dr. D.R.A. Uges waarin de mogelijkheden van het starten van een masterproject binnen de ziekenhuisfarmacie aan de orde kwamen. Ik zou onder andere mijn masterproject kunnen doen op het laboratorium, de afdeling bereidingen of de nucleaire geneeskunde. Mijn keuze viel op de afdeling bereidingen dat het meest tot mijn verbeelding sprak. De volgende stap was een gesprek met ziekenhuisapotheker en hoofd bereidingen Reinout Schellekens. Verder bespraken wij de mogelijkheden en vooral de klinische toepasbaarheid en kinetische achtergrond van het onderzoek. Vooral deze laatste punten trokken mijn aandacht. Uiteindelijk ben ik in september 2010 begonnen aan mijn 21 weken durende masteronderzoek.

28

“Aan de hand van eerder onderzoek naar dit onderwerp kon gerichter worden gewerkt, omdat veel struikelblokken al bekend waren”

Gout van Abbott Healthcare. Hij heeft ons de basis handelingen uitgelegd zodat we de software ons eigen konden maken.

“De proces-variabelen werden binnen verschillende bereiken tegelijkertijd gevarieerd en gemeten aan de hand van maag/darm simulaties”

Aan de hand van eerder onderzoek naar dit onderwerp kon gerichter worden gewerkt, omdat veel struikelblokken al bekend waren. Zo bleek dat de samenstelling van de tabletkern sterke invloed kan hebben op de degradatie van de pH-afhankelijke Eudragit S100 coating en dat er naast een pH-afhankelijk afgifteprofiel ook sprake kan zijn van een tijdsafhankelijk afgifteprofiel. Om deze effecten uit te kunnen sluiten is allereerst een HPMC tussencoating aangebracht die de kern af moet scheiden van de pH-afhankelijke Eudragit S100 coating. Om deze functie te bestuderen is onder andere gebruik gemaakt van verschillende desintegratietesten. Daarnaast zijn om de tussencoating te bestuderen, Scanning Electron Microscopy (SEM) foto’s gemaakt om de coating in beeld te brengen en om te bezien of deze niet samensmelt met de daadwerkelijke pH-afhankelijke Eudragit S100 coating.

De eerste weken stonden in het teken van verdieping in het onderwerp en de materie. Door de gesprekken met Reinout Schellekens konden we kortsluiten welke richting dit onderzoek opging. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de colon-specifieke afgifte van medicatie met behulp van een pH-afhankelijke coating (ColoPulse technology) voor de behandeling van onder andere de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa. Na de verdiepingsfase zijn alle verschillende proces variabelen in kaart gebracht die van invloed zijn op de degradatie van de pH-afhankelijke Eudragit S100 coating. Deze proces variabelen werden bestudeerd in een statistisch experimenteel design, waarbij gebruik gemaakt werd van de software Design Expert. Deze software kan de verschillende interacties tussen de geselecteerde proces variabelen in kaart brengen wanneer deze gelijktijdig worden gevarieerd. Om dit programma onder de knie te krijgen en uiteindelijk de resultaten van de verschillende experimenten goed te kunnen verwerken, hebben we de hulp ingeroepen van Erik

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Figuur 1: SEM van tablet gecoat met HPMC tussencoating en een Eudragit

In

S100 coating.


Facultair figuur 1 is een gecoat tablet weergegeven met zowel een compacte HPMC tussencoating als de poreuze Eudragit S100 coating. Na het bestuderen van de HPMC tussencoating is het gelukt deze homogeen op het tablet aan te brengen en daarnaast geen samensmelting te vertonen met de Eudragit S100 coating. Daarna zijn de parameters in kaart gebracht. De parameters die tijdens mijn onderzoek werden bestudeerd zijn de modelstof (pKa), de coatdikte (mg/cm2), het oplosmiddel van de Eudragit S100 coating en de tijd van het tablet in het jejunum (uren) om het tijdsafhankelijke afgifte profiel te bestuderen. De proces variabelen werden binnen verschillende bereiken tegelijkertijd gevarieerd en uiteindelijk gemeten aan de hand van maag/darm simu-

Figuur 2: Het effect van de coatdikte (mg/cm2) en de modelstof (pKa) uitgezet tegen de lag time (t5%) in een response surface plot.

laties met behulp van dissolutietesten. De resultaten van deze experimenten werden opgenomen in Design Expert aan de hand van de response variabelen; lag time (t5%), pulse time (t5-70%’) en total release (%). Door deze response variabelen voor de verschillende dissolutie-

testen op te nemen kon uiteindelijk aan de hand van deze experimenten het hele model worden ingevoerd. Vervolgens konden, middels het programma Design Expert, de interacties tussen deze verschillende variabelen worden berekend en weergeven in response surface plots. In figuur 2 wordt hier een voorbeeld van gegeven.

“Mijn onderzoeksperiode in de ziekenhuisapotheek van het UMCG heb ik als plezierig en leerzaam ervaren� Uiteindelijk zijn tijdens mijn onderzoeksperiode verschillende gecoatte tabletten in verschillend uitgevoerde dissolutietesten gebracht. Dit in samenwerking met Douwe Postma en Geert van der Werf, die zich tijdens hun bachelorproject vooral met de dissolutietesten hebben bezig gehouden en zo mede een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. De resultaten van dit onderzoek hebben een bijdrage geleverd aan de vergroting van het inzicht omtrent het colon-specifieke afgifteprofiel van een pH-afhankelijke coating met behulp van de Design Expert software. Mijn onderzoeksperiode in de ziekenhuisapotheek van het UMCG heb ik als plezierig en leerzaam ervaren. Ik heb vooral geleerd om een zelfstandig onderzoek op te zetten en uit te voeren en heb meer inzicht gekregen in de ziekenhuisapotheek als organisatie. Ik kijk dan ook terug op een mooie, leerzame periode met goede resultaten die bijdragen aan de ontwikkeling van tabletten met een colon-specifiek afgifteprofiel met uiteindelijk een toepasbaarheid voor een breed scala aan medicijnen.

29

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Keuze-stage Yael Benjamins

Het Alfacollege

in

Door Jacquelien Wanders

Hoogeveen

E

en tijdje heb ik nagedacht welke vakken ik zou willen volgen voor de keuzepunten in mijn vijfde jaar. Ik wilde deze ruimte graag invullen met vakken die mij aanspraken en waar ik echt wat aan zou hebben. Ik kwam erachter dat het sinds kort mogelijk is om een keuzestage te lopen, onder andere bij het Alfa-college in Hoogeveen. Op deze MBO school wordt de opleiding tot apothekersassistent aangeboden. Het leek mij een mooie gelegenheid om zelf te ondervinden hoe deze opleiding eruit ziet en wat de apothekersassistenten in spee leren over geneesmiddelen. Ik vind dit belangrijk aangezien het later mijn directe collega’s zullen zijn en ik graag een beeld wil hebben van hun opleidingsniveau en kennis.

30

Gedurende vijf weken heb ik met het team van docenten, apothekers en instructeurs meegelopen. De eerste week was vooral ter kennismaking, maar al gauw werd ik ingezet bij een rollenspel waarbij de leerlingen geneesmiddelen aan de balie moeten afleveren. Daarnaast heb ik leerlingen begeleid met recepteren en opdrachten maken en was ik een van de aanspreekpunten tijdens de lessen. Tijdens mijn stage heb ik zelf ook een les voorbereid en gegeven: een leuke ervaring om zelf eens voor de klas te staan! Al met al vond ik het een leuke, leerzame stage en heb ik een goede indruk gekregen van de opleiding tot apothekersassistent.

Defensie

Door Merel v.d. Flier Afgelopen november heb ik een 5-weekse keuzestage gelopen bij Defensie. Onder leiding van Kolonel M.L. Vervelde en Majoor D.G.A. Janssen ben ik wegwijs gemaakt in het farmaceutisch werkgebied binnen Defensie. Aangezien je van te voren echt totaal geen idee hebt waar je in terecht gaat komen, stond ik eigenlijk voor alles open en ben ik door veel dingen verrast. Er is mij duidelijk geworden hoe Defensie als organisatie in elkaar steekt en hoe de geneeskundige dienst binnen Defensie is georganiseerd. Doordat ik een kijkje heb mogen nemen bij zowel de Landals Luchtmacht en de Marine (heb de nieuwste helikopters vanbinnen bekeken, en ben op drie soorten oorlogsschepen geweest) heb ik me een beeld kunnen vormen over de taken die een apotheker heeft binnen Defensie. Ik heb duidelijk de verschillen gezien tussen de verschillende krijgsmachtonderdelen, maar ook tussen de verschillende apothekers binnen een krijgsmachtonderdeel (stafapotheker en apotheker). Wat ik erg leuk vond om te merken, was dat ik overal heel vriendelijk werd ontvangen en behandeld. Overal kreeg ik heel veel dingen verteld en uitgelegd, en kon ik al mijn vragen kwijt. Op die manier ben ik echt achter alles gekomen wat ik wilde weten. Ik was overal welkom en heb denk ik dingen gezien en meegemaakt die niet iedereen krijgt aangeboden. Kortom; vijf interessante en leuke weken!

Met ingang van collegejaar 2010-2011 is het voor studenten mogelijk om in het vierde of vijfde studiejaar een keuzestage te volgen. Deze stage vindt plaats in een organisatie waar apothekers werkzaam zijn m.u.v. het ziekenhuis, de openbare apotheek en de industrie. Doel van deze keuzestage is om verder te kijken in het beroepenveld: waar kun je als apotheker ook werkzaam zijn? Denk daarbij aan b.v. het onderwijs, defensie of een farmaceutische groothandel. Met een aantal instellingen zijn al afspraken gemaakt over de keuzestage, zo zijn er al studenten geweest bij het Alfacollege in Hoogeveen (opleiding tot apothekersassistent) en het militair hospitaal. Hieronder vind je twee ervaringsverhalen van keuzestagestudenten. Mocht je belangstelling hebben om de keuzestage te gaan volgen en/of heb je een idee waar je dat zou willen doen, neem dan contact op met de stagecoĂśrdiniator: Yael Benjamins, tel. 050-3633162 of per mail: stage. farm@rug.nl.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Not just healthcare.

Bij MSD werken wij mee aan een gezonde wereld. Hoe? Door innovatieve geneesmiddelen en vaccins te verstrekken aan mensen over de hele wereld. We bieden ook toonaangevende oplossingen waarmee we het leven van miljoenen patiënten verbeteren. We luisteren goed naar patiënten, artsen en onze andere partners en anticiperen op hun behoeften.

Wij vinden dat het ook onze verantwoordelijkheid is om onze geneesmiddelen en vaccins bij de mensen te krijgen die ze nodig hebben, ongeacht waar ze wonen en of ze er geld voor hebben. Om dit te verwezenlijken hebben we vele verreikende programma’s en samenwerkingsverbanden opgezet. Meer informatie vind je op onze website msd.nl.

Copyright © 2010 Merck Sharp & Dohme Corp., a subsidiary of Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA. All Rights Reserved.

1040001_A4_St

Door de fusie tussen MSD en Schering-Plough hebben we meer en betere mogelijkheden om mee te helpen om de wereld gezonder te maken. Onze doelstellingen zijn duidelijk en onze betrokkenheid is groot, om gezondheidsvraagstukken op te lossen en nieuwe antwoorden te vinden.


Student in het buitenland Purdue University, Indiana, USA Karlijn Rijkee

E

ind februari stapte ik in het vliegtuig richting Purdue University in de Verenigde Staten om daar een deel van mijn masterproject te gaan doen. In Groningen doe ik mijn onderzoek bij de Cardiovascular Imaging Group Groningen, onderdeel van het UMCG. In dit onderzoek richt ik mij op de folaatreceptor. Deze receptor is bijna uitsluitend aanwezig op geactiveerde macrofagen, aanwezig in atherosclerotisch weefsel. Er is een radioactief gelabelde folaat tracer ontwikkeld voor deze receptor om met behulp van Single Photon Emission Computed Tomography (SPECT) kwetsbare atherosclerotische weefsels te identificeren. In het lab in de VS waar ik nu werk is deze tracer gemaakt en is er veel ervaring op het gebied van folaattargeting. Mijn doel is hier om zoveel mogelijk ervaring te krijgen in het werken met

delontwikkeling zich hier afspeelt. De een is bezig met de synthese van een nieuw potentieel anti-kankermiddel en de volgende bevindt zich in de laatste fase van het preklinische onderzoek. Zelf heb ik onder andere folaatgetargete liposomen gesynthetiseerd die gebruikt worden om een geneesmiddel af te leveren aan geïnflammeerd weefsel. Het biochemisch laboratorium bevindt zich op de campus van Purdue in West-Lafayette, Indiana. Purdue is een grote universiteit met meer dan 40 000 undergraduate studenten en staat bekend vanwege de goede kwaliteit van de farmacieopleiding. Het is een typische Amerikaanse universiteit, sport is heel erg belangrijk hier, football en basketbal is heel groot, en iedereen draagt met trots kleren van Purdue.

“Voor elk feestje halen de jongens je op met de auto, brengen ze je ook weer thuis en zorgen ze voor de nodige versnaperingen”

32

folaat. Er wordt hier veel onderzoek gedaan naar diverse targetingstrategieën en andere toepassingen van folaattargeting, zoals voor kanker en andere inflammatoire ziekten als arthritis. Het is erg interessant om hier te werken, aangezien een groot deel van het traject van geneesmid-

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Zoals er in Nederland studentenverenigingen zijn, zo is er in de Verenigde Staten de ‘Greek system’ (o.a. bekend van American Pie). Purdue heeft de 3e grootste Greek society van de VS en dat is goed te merken. Het campusleven wordt voornamelijk bepaald door hun tradities en evene-


menten. Ik woon als ‘boarder’ in Twin Pines, een meisjeshuis met 30 meiden. Het is leuk om te ervaren hoe zij wonen, het is echt zo’n typisch meisjeshuis met overal hartjes, roze en kleine briefjes. Ik heb een roommate, er is altijd wel iemand in huis voor een gezellig praatje, ik heb drie keer per week een schoonmaakklus en ik moet twee keer per week het eten afruimen. In al die tijd hier heb ik nog niet zelf gekookt, drie keer per dag eten zit inbegrepen bij de huurprijs. Het is een goedkope (300 euro per maand) en vooral gezellige manier van leven. Het enige nadeel is de vele regeltjes in huis, je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een regel voor. Er zijn zelfs twee huismanagers om te controleren of je je taken wel goed uitvoert! Verder is het erg leuk om de vele tradities en feestjes mee te maken die georganiseerd worden binnen de Greek society. Omdat je in de VS tot aan je 21e niet in kroegen mag komen worden de meeste feesten thuis gehouden. In dit geval is dat in een jongenshuis (een fraternity), deze huizen hebben vaak meer dan 50 bewoners , een eigen bar en een dansvloer. Voor elk feestje halen de jongens je op met de auto, brengen ze je ook weer thuis en zorgen ze voor de nodige versnaperingen. Ook heeft elk feestje een thema, zodat de Groningse verkleedskills ook nog goed van pas kwamen. Een van de tradities hier is Grand Prix Week. In de week voor Grand Prix – een prestigieuze kartwedstrijd van Purdue – werd Twin Pines gekoppeld aan een jongenshuis en kreeg iedereen een buddy waarmee je de hele week lang allerlei spelletjes ging doen. Beerpong is natuurlijk typisch Amerikaans en stond dan ook hoog op de agenda in die week. Het uitgaansleven verschilt veel van Nederland, iedereen gaat hier uit rond 21/22 uur zodat je rond 2 uur heerlijk in je bedje ligt en de volgende dag weer topfit bent. Daarnaast zijn ze hier groot fan van country muziek, maar ik zit natuurlijk niet voor niets in het midwesten.

“Het enige nadeel is de vele regeltjes in huis, je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een regel voor” Purdue is gevestigd in een kleine stad en is omringd met weilanden. Omdat ik dit natuurlijk wel kende uit Groningen leek het me leuk om ook andere delen van de VS te zien. Zo ben ik tijdens Spring Break met een groep naar Florida afgereisd om daar te genieten van de zon, de zee en het strand. We gingen met de auto, een roadtrip van 18 uur is niets voor de meesten hier. Bij terugkomst was het helaas wel erg moeilijk om weer aan het nog wisselvalligere weer dan in Nederland te wennen. Ook heb ik een meisje uit Groningen opgezocht in Chicago en met haar de stad en de universiteit waar zij onderzoek doet verkend. Dit was toch allemaal nog niet genoeg en daarom ga ik aan het einde van mijn verblijf hier enkele dagen naar New York voordat ik weer naar Groningen vertrek. Tegen de tijd dat deze Foliolum verschijnt ben ik weer terug in Nederland, aangezien ik hier maar een deel van mijn onderzoek doe. Ook al is het niet heel lang, ik heb een goede indruk gekregen van het land, de universiteit en Amerikanen. Ik vind het geweldig om tussen de Amerikanen te wonen en heb dan ook veel geleerd over de cultuur en het typisch Amerikaanse campusleven. Terug in Nederland is het tijd om mijn onderzoek af te ronden en dan te beginnen aan het zesde en alweer het laatste jaar!


Alumnus Ron Keizer

I

k ben nu - bijna op de dag af - vijf jaar uit Groningen weg. Sinds januari 2011 woon ik in Zweden, waar ik als post-doc farmaceutisch onderzoek doe. Op verzoek van de foliolumcommissie vertel ik graag hoe ik hier zo terecht ben gekomen, en waar ik me dagelijks mee bezig hou. Na mijn apotheekstages in een openbare apotheek en twee ziekenhuizen, wist ik zeker dat ik in het wetenschappelijk onderzoek verder wilde in plaats van in de directe patiëntenzorg. Via-via hoorde ik dat men in het NKI-AvL Slotervaartziekenhuis in Amsterdam op zoek was naar een apotheker-onderzoeker voor “iets met computermodellen”, wat mijn aandacht trok. Het bleek te gaan om een onderzoek naar de farmacokinetiek en -dynamiek van experimentele oncoloytica, die in het NKI-AvL worden getest. Voor dat ik het wist was ik aan het werk als promovendus in Amsterdam. Het onderzoek bleek erg interessant, en na vier jaar noeste arbeid ben ik afgelopen september in Utrecht gepromoveerd.

34

In mijn onderzoek (pharmacometrics) probeer ik wiskundige en statistische modellen te ontwikkelen die beschrijven wat er in het lichaam met geneesmiddelen gebeurt (kinetiek), en welke effecten ze hebben op het lichaam of een ziekte (dynamiek). Het uiteindelijke doel van deze modellen kan bijvoorbeeld zijn het optimaliseren van doseringen, het onderzoeken van aktiviteit van een geneesmiddel, het voorkómen van toxiciteit, het optimaliseren van klinische studies, etc. Deze techniek kan direct van nut zijn voor patiënten, maar ook voor de farmaceutische industrie, die hierdoor hun geneesmiddelen sneller kunnen ontwikkelen en op de markt kunnen brengen. Ook in Nederland wordt veel farmacometrisch onderzoek gedaan: naast mijn vorige

groep in Amsterdam zijn er onderzoeksgroepen in Leiden, maar uiteraard ook in Groningen (o.l.v. Hans Proost), en in de industrie (MSD/Organon, Astellas). Tijdens mijn promotie-onderzoek had ik al drie maanden in Uppsala doorgebracht om daar de fijne kneepjes van het vak te leren. Een geweldige mogelijkheid, want Uppsala is op dit vakgebied de meest vooraanstaande onderzoeksgroep ter wereld. De samenwerking met de Zweden beviel erg goed, en het was dan ook een logische stap om mijn onderzoek in Uppsala voort te zetten. Uppsala is een middelgrote stad in het midden van Zweden, iets ten noorden van Stockholm. De oudste universiteit van Zweden (1477) staat hier, en het is de stad met het meest actieve studentenleven van Zweden; erg vergelijkbaar met Groningen dus. Ik woon in een appartementje in het centrum, en fiets elke dag (in de winter op mijn met spikes beslagen mountainbike…) naar het Bio Medical Center aan de rand van Uppsala. Mijn vakgroep bestaat uit zo’n 35 onderzoekers, verdeeld over 19(!) nationaliteiten. Een spannende ontwikkeling is dat ik naast mijn onderzoek ook bezig ben met het opstarten van een eigen bedrijfje. Tijdens mijn promotie-onderzoek was ik al begonnen met de ontwikkeling van software om onderzoek naar de genoemde modellen gemakkelijker te maken. Inmiddels maken de meeste universitaire onderzoeksgroepen in dit vakgebied gebruik van deze software (ook Groningen…). Momenteel probeer ik dit programma ook aan de farmaceutische industrie te verkopen. Een interessant zijspoor van mijn eigenlijke onderzoekswerk, en zo blijkt er in deze “apotheker” toch ook nog een ondernemer te zitten... Ook buiten kantooruren vermaak ik me hier prima. De Zweden zijn -net als ik- liefhebbers van buitensporten, en ik heb me naast diverse schaatstochten ook al aan een aantal langlaufparcours gewaagd. Het is waarschijnlijk niet zo verwonderlijk dat ik hier voornamelijk met de de buitenlandse onderzoekers optrek; we maken regelmatig trips in en buiten Zweden. Het uitgaansleven in Uppsala speelt zich voornamelijk in de “Student Nations” af, zeg maar studentenverenigingen, dit is eigenlijk de enige plek waar je voor een normale prijs een biertje kunt drinken. Je begrijpt dat de meeste PhD students en post-docs hier dus ook lid van zijn… Ik hoop dat ik je in dit korte stukje een idee heb kunnen geven over de eerste vijf jaar na mijn afstuderen, en het leven van een onderzoeker in het buitenland. Als je meer wilt weten over mijn onderzoek of over Zweden, stuur me dan een berichtje via Facebook/LinkedIn. Hejdå!

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


BEC München en Wenen Marjolein Kroonen & Koen Hilgerink

E

n daar sta je dan, met je tasje (of hutkoffer) langs ADL1 te wachten op rolf. De buschauffeur die zijn bus pontificaal voor de bushalte parkeerde. Wetende dat er om zes uur am abend nog zo’n 6 bussen deze halte zouden aandoen voor wij klaar waren om te vertrekken misschien niet zo’n goed idee? Dan maar de stoep op. Prima. Zo’n 30 flessen wijn, 30 groninger koeken, 48 koffers, 48 goodiebags, veel chips en frisdrank en 48 deelnemers werden ingeladen en we konden vertrekken. Toen iedereen nog maar net op zijn stoel had plaatsgenomen werden we meteen doordrenkt mit die Deutsche Sprache. Wunderschönn. Even een paar voorbeeldjes: Komm hol das Lasso raus, Das Fliegerlied, Schnappi, Ich bin wie du en het prachtig mooi door het bestuur ingezongen hey, wir wollen die Eisbären sehen. Verder zijn wij natuurlijk ook fan van Arsch im Sand. Na drie maal de nachtegaaltjes van ons bestuur gehoord te hebben was Rolf het zat en werd de cd geboycot, we hebben hem hierna nooit weer gehoord. Nu conversatie weer mogelijk was, bleek de bus ook een goede borrelruimte. Het gele goud vloeide rijkelijk en rolf vervolgde zijn weg over de Deutsche Autobahn. Door een combinatie van deze twee probeerde een enkele fanatiekeling de trap een geheel nieuwe kleur te geven. Check! Goed we zijn dus op weg. De tien hieropvolgende uren vulden zich met snurken, slapen, zingen, plassen, ontdekken hoe de stoel naar achteren (en opzij!!) kan en er werd zelfs even een horizontale wave ingezet. Een voorspoedige reis en zestien verkreukelde uren later stonden we met onze koffers op de stoep van Wombat’s, onze eerste residentie. “Lunch op het dakterras” bleek aldaar voor sommigen een hele opgave, je zou verwachten dat die zich in Duitsland ook op het dak bevinden. Maar de D in de lift staat dus niet voor ‘Dachterrasse’. Na heerlijke broodjes met kip (wat later verkleurde ham bleek) kon de eerste tocht beginnen. Een spannend metro avontuur leidde ons naar het eerste bedrijf, Sandoz. Een futuristisch nieuw aangelegd park, kruising tussen het landschap van de teletubbies en New York, werden we ontvangen door een oud PS’er. Ontzettend leuk om het verhaal van zijn loopbaan te horen en geïnspireerd verlieten we het pand. Terug in Wombat’s was het tijd om de kamers te bestormen, haren in de lak, wimpers in de krul, en gaan. Flaneren op zijn Duits: Schnitzel Abend! Tip: in Oostenrijk heb je meer dan genoeg aan een kindermenu, zo bleek. En natuurlijk worden hier geen lullige amsterdammertjes geschonken, maar alles gaat met veelvouden van 0,5l. Na het voorstellen van de tweedejaars aan de oudste deelnemer, (Maarten Boon, waarvan akte) konden we alleen maar concluderen dat zij vooral veel zin hadden in een supermooie week. Tijd om ons naar de eerste kroeg te

begeven dus. De internationale studentenkroeg Shebeen was dichtbij en hier dronken we dan ook onze eerste biertjes en wijntjes. Sommige mensen wilden vervolgens de calorieën van de schnitzel kwijt en we vervolgden onze reis naar de Bermuda Dreieck, zoals de naam al aangeeft dé uitgaanswijk waar je helemaal in op gaat. Sommigen mensen voelden zich hier meteen thuis, de Weense Engel heeft alleen een andere kleur… Toch maar koers gezet naar een kroeg ‘that set us and itself on fire.’ Waarom ze de bar in de fik staken, is ook ons nog steeds een raadsel, het was immers al best op temperatuur. Heel wat hitjes, waaronder de Nederlandse ‘ik heb een boot’ later zijn we teruggegaan naar het hostel om toch maar wat te slapen voordat we weer vroeg opmoesten. ‘Waarom is iedereen binnen aan het bellen?’ In Schönbrunn wordt het laatste nieuws over de keizerlijke familie je doorgespeeld via een audiofoon. Press 1. Elisabeth Amalie Eugenie in Beieren, geboren te München 24 december 1837, was hertogin in Beieren en prinses van Beieren uit het Huis Wittelsach en later – door haar huwelijk met keizer Frans Jozef 1 – Keizerin van Oostenrijk en vanaf 8 juni 1867 tevens koningin van Hongarije. Erg interessant natuurlijk, maar hoe zat het met de echte vragen des levens, hoe overbrugden ze bijvoorbeeld al die hectare grond? Wij gunnen Sisi een Segway. Tijdens de lunch bleek dat paarden hier vroeger de oplossing voor waren. ‘Gelukkig schijten ze niet als nijlpaarden’. De volgende 24 nummers vertelden de gehele historie van Schönbrunn. Inclusief favorite sentences en nuttige informatie als: Press 14. Continue to room 17 (huh?).

35

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum Vervolgens stond de groep voor een tweesprong, waarbij de helft riep: “Wij zijn in grafstemming en willen het lijk zien’, dus een groep lijkenlievende sisi fans verplaatste zich als rasechte farmaCSI’ers richting begraafplaats waar de keizerlijke familie ondergronds opgestapeld ligt. De andere helft van de groep ging de binnenstad van Wenen bezichtigen, te beginnen bij de Stephansdom, waar onze docent erg gelukkig van werd. Een kaarsje aansteken voor overledenen bleek voor sommigen toch echt een te grote investering: ‘Ja Jezus, ze zijn alle 4 dood, dat kost me 2,80, echt niet.’ Die avond: rennend en vliegend door de metro’s van Vienna bereikten we just in time het Wiener Staatsoper waar we, nog steeds rennend, door de trappenhuizen en balkons van het operagebouw onze plekken bereikten. Een avond vol staan, zitten, luisteren, frans ontcijferen, galajurken spotten, en het verhaal van Faust proberen te volgen, kortom een avondje Wiener opera! Onze restricted view kaartjes leverden geweldige teksten op: “O, speelde die acte zich af links bovenin de boomtop? Nee? Aaaaah jammer, dan heb ik het niet gezien”. Na de pauze wisselden we van plek. Een beetje zoeken, maar als je je box eenmaal gevonden had en je keek tegenover je zag je PS represent! Staand achter de mensen die 200 E hadden neergelegd voor een kaartje, YES, we were there too. Het Hofbrauhaus, the place to be in München voor dineren op z’n Duits. Enorm lange tafels en een Deutsche Slagerband incl lederhosen. De literpullen bier zorgden voor de nodige work out, want na tien slokjes voelde je je spieren wel hoor, halleluja wat een gewicht! We dronken, we zongen het PS lied, we werden gefotografeerd door Japanese people en voordat Thomas de overige gasten met mosterd kon bekogelen verlieten we de zaal, dit wel onder luid geklap en gejoel van (jawel, weer) de japanese people. Diezelfde avond nog maakten we een discotheek van München onveilig, Wat een avond.

36

De sight seeing in München was mooi, de gebouwen die we de volgende dag in de bus tegenkwamen nog veel mooier, maar ‘die lagen niet op loopafstand’, helaas. Ons eigen München team ging volledig in stijl, met shirts én voetbal op de foto voor de prachtige Frauenkirche in

hartje München. Onze reis vervolgde zich naar het Olympiapark waar we de Olympiaturm mochten bestijgen. Onze magen maakte een sprongetje en we bereikten het platform met waanzinnig uitzicht! Vooral het futuristische BMW gebouw springt in het oog, een gebouw wat we niet veel later vol genoegen van de autoliefhebbers onder ons ook van binnen mochten bezichtigen. Hierna gingen sommige mensen nog wat presidenten in het Olympia park, waarbij Thomas zich King of teletubbie hill waande. En ondanks dat er nog plannen gemaakt werden om München ’s nachts weer in te gaan, is iedereen deze avond in het hostel gebleven om toch wat bij te slapen, om geld te incasseren tijdens een potje pokeren, of om een doodeenvoudige kaarttruc te proberen ontcijferen. De volgende das was iedereen ‘uitgerust’ en konden we

“O, speelde die acte zich af links bovenin de boomtop? Nee? Aaaaah jammer, dan heb ik het niet gezien” op weg naar Intervet. We mochten wel vijf keer een nieuwe stoffen labjas en schoentjes aan en haarnet op, en hiermee werden we veelvuldig op de foto gezet met een steriele camera. Op de verpakkingsafdeling lagen de euthanasiemiddelen voor runderen voor het grijpen, maar we hebben ons in kunnen houden, hoewel Rob geheel nieuwe mogelijkheden zag voor een koningsadt, en Thomas graag zijn goudvis wilde euthanaseren. Na hier een lunch te hebben verorberd zetten we koers in de richting van Bristol Myers Squibb, waar we met onze VIP-pas toegang kregen tot de tuin, die eigenlijk een hal bleek. We kregen een uiteenzetting van het bedrijf door maar liefst zes werknemers, werkzaam in verschillende afdelingen van BMS. Volledig geïnspireerd en enkelen zelfs gemotiveerd om nog een master in de bedrijfskunde te gaan halen na een volledige studie farmacie stapten we de bus in. ’s Avonds zag een club in München het niet helemaal zitten om zoveel farmaceuten los te laten in hun discotheek en we werden geweigerd. Een selecte groep ging per taxi op kroegenexpeditie en op aanraden van een landgenoot vertrokken we naar de ‘Kultfabrik’. In het Duits noemt men dit een ‘Ein-Zwei-Drei-Zaufen-Tent’ (1 euro entree, 2 euro bier, 3 euro cocktail). Prima. Nadat de rest op de hoogte was gesteld van deze prachtlocatie kwamen alle farma’s toegesneld en Ein-Zwei-Drei-Zaufen maar! Een supermooie laatste avond voor deze BEC! En de overall conclusie van deze BEC is dat: · Al het eten in München en Wenen bruin en geel is · Sommige P.S’ers pornowodka daadwerkelijk lekker vinden · Je in Schnitzelwirt ALTIJD een kindermenu moet bestellen · Je pannenkoeken niet in 1x in je mond moet doen · Disco Pogo een tophit is! (net als Arsch im Sand!) · 48 P.S’ers op reis garant staat voor een topweek

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Batavierenrace Marieke Bagerman

N

a een aantal weken hard trainen, was het vrijdag 6 mei dan eindelijk zover: de start van de 39e Batavierenrace. Terwijl de nachtploeg nog een uurtje kon wachten, vertrokken de ochtend en middagploeg in de trein richting Enschede. De week voor vertrek was het nog even spannend om de ploeg vol te krijgen maar dankzij het broertje van Evianne die op de valreep wel mee wilde doen, Thijs en Mirna (die twee afstanden hebben gelopen) is het uiteindelijk toch gelukt . Eenmaal aangekomen op de campus van Enschede waren (bijna) alle tenten al opgezet. Nadat ook de laatste tenten stonden, werd er gezellig gekaart totdat het te donker werd om de kaarten van elkaar te kunnen onderscheiden. De meesten vonden dat een goed moment om de tent in te duiken voor een beetje nachtrust. Vooral de ochtendploeg had een kort nachtje, zij werden om half vier gewekt om zich klaar te maken voor vertrek. De nachtploeg is rechtstreeks met de trein naar Nijmegen gereden. Zij hebben daar de feestelijke start van de Batavieren race bijgewoond. Dit jaar had Sanne de eer om als eerste loper van P.S. de Batavierenrace te beginnen. Na de start vertrok de ochtendploeg met zijn allen in het busje gewapend met een kaartje naar het eerstvolgende wisselpunt. Na een enigszins koude en korte nacht zet de ochtendploeg de race voort. Naarmate de ochtend verstrijkt lopen de temperaturen hoog op. Gelukkig ontbrak het aan niets in het busje, en was er voldoende water om de dorst te lessen. Helaas zijn niet alle wisselpunten even

goed verlopen en hebben we een straftijd van een half uur gekregen, vanwege het rijden naar een verkeerd wisselpunt. Toch werd de moed hierdoor niet opgegeven, en werd er des te harder gelopen. Door het verkeerd rijden was de laatste loper van de ochtendploeg niet op tijd bij de finish om de fiets en het hesje door te geven aan de middagploeg. Daarom ging Casper van start met een eigen geschreven nummer, en moest Sophie achterblijven om te wachten op de fiets. Zij slaagde er nog net in om na een snelle fietstocht Casper voor de wissel met de fiets in te halen en zelf van start te gaan. De lopers vervolgden de weg naar Enschede, en het busje volgde hen op de voet. De grote Duitse hit `Disco Pogo ` kon natuurlijk niet ontbreken en ik denk dat iedereen in Enschede het nu mee kan zingen. Na een lange race hadden Sacha en Thijs de eer om de laatste etappe te starten van Enschede naar de campus. Op de campus had iedereen zich verzameld om de laatste lopers met een luid onthaal te ontvangen. Na een lange warme en vermoeide dag maakte iedereen zich klaar om te gaan feesten. De STERC had gezorgd voor een lekkere avondmaal wat een goede bodem was voor de rest van de avond. Het “Bata-feest�was zeker de moeite waard en ondanks de vermoeidheid feestte iedereen door tot in de vroege uurtjes. De ochtend was dan ook veel te vroeg aangebroken, terwijl alle tenten moesten worden afgebroken en opgeruimd. Na het maken van een groepsfoto en een bedankje voor de STERC vertrok iedereen weer richting Groningen. Ik denk dat iedereen kan terugkijken op een super gezellig en sportief weekend!

37

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Ranking Foliolum Met de nieuwe redactiecommissie Lisanne Geers & Thomas van der Woude

O

p maandag 9 mei werd voor de laatste maal ons commissiespel gespeeld. En wel met de nieuwe redactiecommissie. De officiële installatie vindt natuurlijk plaats op de ALV, maar voordat het commissiespel met de voorgaande commissie gespeeld is zegt dit natuurlijk niets. Van diens wegen verzamelden wij ons bij de nieuwe praeses thuis om aldaar enkele biertjes te nuttigen en te genieten van de zelfgemaakte pannenkoeken voordat er ter zake gekomen werd. Als eerste werd de ringtonekaart getrokken en dus mocht de nieuwe redactiecommissie laten horen wat voor

38

ons ’s ochtends het langst voor de spiegel staat. Uiteraard met motivatie. Zo hadden ze bedacht dat Jeroen tegenwoordig waxt en dus het langst voor de spiegel staat. Merlijn werd 2e want zij zou ons meisje meisje zijn. Echter, volgens ons houdt Merlijn juist van een out-of-bed-look en omdat Ebian pas sinds kort een spiegel heeft moet Lisanne compenseren. Oja, Geert houdt van strak. Dus… Het kauwgombellen blazen was voor de heren weer als vanouds. Na een jaar oefenen konden Jeroen, Geert en Thomas nog steeds geen kauwgombel produceren. Keurig mannen. Ze werden door de nieuwe commissie daarentegen wel hoog ingeschat. Thomas zou namelijk sterke

Bestuur

Dies

BEC

EJC

Foliolum

Domste

Emma

Rosanne

Jessica

Sacha

Allemaal

Snelste Ad

Sjoerd

Maurice

Sophie

Kunnen niet adten

Mark

Ijdeltuit

Len

Maaike

Koen

Merel

Sebnem

Meest sexy ondergoed

Emma en Len

Hedi en Maurice Jessica en Koen Sacha en Riemer

Sebnem en Boudewijn

Spekjes

Len (30)

Wisse

Boudewijn

geluidjes er allemaal uit hun telefoons kwamen. Tot onze grote opluchting bleken ze een commissie die tenminste moeite had gedaan iets leuks uit te zoeken. In plaats van de gebruikelijke standaard Nokia- of tringtring-belgeluiden konden we genieten van een klassiek viool concert, Worms en The Edditors. Chapeau voor de nieuwe redactiecomissie! Vervolgens moest de nieuwe commissie ranken wie van

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Bas

Boudewijn (33)

kaakspieren hebben en Geert van ervan verdacht elke ochtend lip- en kaakspieroefeningen te doen. Wat dit met kauwgombellen blazen te maken heeft is ons nog steeds een raadsel. Helaas waren er dit keer geen talenten voor de spekjesronde. Zelfs recordhouder Boudewijn bleef op slechts 22


spekjes steken. Mark heeft wel een negatief record gevestigd door al na drie spekjes de handdoek in de ring te gooien. Wat een held. Zelf hield hij uiteraard vol dat hij afgeleid werd door zijn commissiegenoten. Toen hij bij zijn tweede poging echter de vrouwelijke score van 14 wist te behalen was de boodschap duidelijk. De ondergoedronde was nogal lastig. De vrouwen hadden bijna allemaal lastige constructies aan waardoor er van alles moest gebeuren om een glimp van de desbetreffende kledingstukken op te vangen. Hoe doen jullie dat in nachtelijk gezelschap dames? Positief punt aan de avond: we hebben eindelijk weer eens weten te winnen! Misschien lag het aan de afwezigheid van Marrit...

Een

jaar lang

Ranking Foliolum

Zoals elke redactiecommissie betaamt hebben wij aan het begin van dit jaar een commissiespel bedacht. Uiteindelijk denken wij dat “Ranking Foliolum“ een erg leuk spel was. Vooral de eerste keer. Vijf keer hetzelfde spel spelen waarbij het verassingselement toch belagnrijk is, wordt natuurlijk wat repetetief. Maar hopelijk hebben het bestuur, de Dies, de BEC, de EJC en de nieuwe redactiecommissie het net zo ervaren als wij de eerste keer. Wij hebben het in ieder geval ontzetten leuk gevonden om ons spel met jullie te spelen. Bedankt daarvoor! In de tabel kunt u zien wie de winnaars, of verliezers, zijn geworden dit jaar. Boudewijn willen we graag feliciteren met zijn record spekjes in zijn mond stoppen: maar liefst 33 stuks! Daarnaas thumps up voor degenen met sexy ondergoed, komt altijd van pas! Even dacht ik er aan de domste commissieleden te condoleren,

“Mark heeft een negatief record gevestigd door al na drie spekjes de handdoek in de ring te gooien. Wat een held”

maar waarschijnlijk begrijpen ze dat niet. In plaats daarvan spoor ik de falende adters onder ons aan te blijven oefenen. Niet iedereen kan winen, maar enkele eervolle vermeldingen zijn wel op zijn plaats: • Hedi kan niet eens een glas water adten. Keurig. • Rosanne mag dan het domste van de Dies zijn, maar dit weet ze zelf. Dit maakt haar eigenlijk de slimste. • Len heeft met 30 spekjes zeker een ereplaatste behaalld in het all time spekjes-in je-mond-stoppen klassement. • Als laatste de nieuwe redactiecommissie, julie zijn kennelijk allemaal even slim/dom. Succes daarmee! Dat was het voor dit jaar. Hopende dat de nieuwe commissie wederom een fantastische spel gaat maken nemen wij afsheid. Olé!


Jaarverslag “Pharmaciae Sacrum” Emma Veldman

N

a enige tijd geheim te moeten houden dat wij het kandidaat-bestuur vormden, werd op dinsdag 2 maart op de P.S.-borrel dan eindelijk onthuld dat wij waarschijnlijk het 129e bestuur van G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” zouden worden. Ook al werd er binnen P.S. al veel gespeculeerd wie er in het bestuur zou komen, voor ons was het allemaal hartstikke spannend. Het inwerken kon beginnen en daarvoor bezochten wij menig P.S.-activiteit. Tijdens de Mediq Ouderejaarsexcursie op 4 maart maakten we kennis met de nieuwe contactpersoon van Mediq, wat helaas meteen ook weer een afscheid was. Bij de Beroependag en de Young Researchersday van de K.N.P.S.V. kregen we een voorproefje van het vele reizen tijdens een bestuursjaar en voor het EJC-feest op 16 maart leerden we goede outfits maken. Tijdens de STERC-Sportdag op 18 maart werden we onder het mom van het spelen van Highland-games gedrild voor het zware bestuursjaar dat ons te wachten stond en heeft Evianne meteen veel respect afgedwongen en haar lieve-meisjes-imago afgezworen door tot ieders grote verbazing ‘Highlander van het Jaar’ te worden.

40

Op de ALV van 23 maart mochten we ons officieel voorstellen aan de vereniging. Gwenny begon zich heel netjes voor te stellen, maar na het blaatverhaal van Sjoerd werd alles wat wij vervolgens zeiden helemaal verkeerd opgevat. Uiteindelijk leek het er meer op dat er een romance tussen Gwenny en Sjoerd aan het groeien was, dan dat een kandidaat-bestuur zich probeerde voor te stellen.

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Waar we een beetje tegenop keken was de Voorjaarssportdag op 27 maart. Overdag mochten we als schietschijf tussen paintballende farmaceuten rondrennen en ’s avonds hebben we kennis gemaakt met de kandidaatbesturen, huidige besturen en oud-besturen. Al met al hebben we heerlijk gegeten en elkaar al goed leren kennen. Het inwerkweekend, wat plaatsvond van 8 t/m 10 april was erg leerzaam. Niet alleen leerden we heel veel over de vereniging, ook leerden we elkaar goed kennen. Zo maakten we voor het eerst kennis met Len’s slaapgewoontes en zijn liefde voor zijn eigen kleren. Van 12 t/m 15 mei was het Congres der K.N.P.S.V. Hier stonden we te genieten van hoe de huidige besturen een taaie sessie kregen tijdens de Goodwill-activiteit, ook al wisten we dat ons volgend jaar hetzelfde te wachten zou staan. We hebben tijdens het congres alvast kunnen afkijken hoe het was om van bestuur te wisselen en om je receptie te ondergaan. Daarnaast scoorden wij meteen al de eerste punten voor de herten- en bokkenbokalen, waarbij met name heel goed werd geïntegreerd tussen de afdelingen. Tijdens het Gang-feest van 17 mei hebben wij iedereen laten zien dat wij niet bang waren om superlelijk verkleed te gaan en hadden we ons helemaal uitgeleefd op onze nerd-outfits. Onze liefde voor verkleden hadden we ook bij de RijWielPrestatieTocht weer voortgezet en daarbij hadden we ook onze teamgenoot professor Frijlink heel


Pharmaciae Sacrum wel van pas bleken te komen. Aan het eind van de avond hebben we voor het eerst mogen genieten hoe Evianne na een paar slokjes alcohol transformeert in een wilde meid. Tijdens onze eerste gangoverleg op 21 juni leerden we de besturen die samen met ons in de studentengang zitten goed kennen. De besturen hadden ons wijsgemaakt dat elk nieuw bestuur altijd een toneelstukje opvoerde voor de besturen die al langer in de gang verbleven. Met onze acteertalenten, creativiteit en vooral improvisatie hadden we een perfecte weerspiegeling van de studentengang neergezet, met onszelf uiteraard als hoogtepunt en de ‘sportclub’ Studiosi Mobilae die daar iets minder blij mee was.

mooi aangekleed. We zagen er erg bruut uit, maar helaas was het niet genoeg om een prijs in de wacht te slepen. Op 1 juni was het dan eindelijk zover: de Jaarvergadering vond plaats. Het was een lange vergadering, maar we hadden allemaal genoeg adrenaline in ons lijf om de hele nacht scherp te blijven. De bestuurswissel was erg mooi en na de wissel was het toch wel een beetje gek om eens aan de andere kant van de tafel te zitten. Het verliep allemaal erg goed en ’s ochtends konden we na een borrel meteen door naar het Leekstermeer om lekker uit te waaien op surfplanken en zeilboten. De eerste dag als bestuur was meteen erg geslaagd. De volgende dag was echter minder geslaagd. Die dag vond namelijk de Intrafacultaire Bierestafette en tevens onze ondergang plaats. De dames waren prachtig gekleed als Duitse biermeisjes, maar helaas kon dit de grote jongens binnen onze faculteit niet afleiden en werden we keihard afgemaakt. Op 15 juni vond ons eerste EJC-feest als bestuur plaats. Op de Jaarvergadering hadden we natuurlijk vreselijke verkleedmoties gekregen, waardoor ik op het feest verkleed mocht als container en de rest eigenlijk nog wel een prima outfit had. Dit mocht de pret niet drukken, want het was al met al wel een erg gezellig feest.

Op 30 juni hadden we de HOI-dag met onze zuster- en moederverenigingen. We hebben heerlijk gekanood, lekker gegeten en heerlijk geborreld. Len had bij de borrel wel een aparte kleur op zijn gezicht gekregen, maar nadat hij even een ommetje had gemaakt langs het terras was de groene kleur redelijk wat weggetrokken. Na ruim een maand vakantie te hebben gehad stonden er wel veel activiteiten in de planning. Op maandag 30 augustus hadden we het Mediq Hockeytoernooi in Utrecht. Het was een bittere strijd tegen de afdelingen en ervaren apothekers, maar onze twee P.S.-teams waren zo goed dat we zowel de hoofdprijs als de poedelprijs in de wacht hebben gesleept. Er werd dit jaar daarnaast nog een extra prijs aangeboden: een lunch met de heer Van Gelder (algemeen directeur van Mediq) voor het winnende team, wat natuurlijk van P.S. was. ’s Avonds gingen we weer terug

41

In juni was het ook tijd voor vele kennismakingen met relaties en commissies. Zo maakten we kennis met de andere studieverenigingen in Groningen op de vele constitutieborrels. Onze mannen probeerden vaak spullen veilig te stellen, maar helaas bleek dat ze hier niet zo goed in waren. Omdat dit vooral Len erg dwars zat probeerde hij het op een gegeven moment maar op een andere manier: door de deur open te houden voor vechtende mensen en zijn visitekaartje achter te laten deed hij vele verenigingen denken dat hij toch echt meehielp met brassen. Gwenny moest dan brasbrieven gaan schrijven, die ik dan weer op de postlijst moest zetten, zodat de ALV zou zien wat voor een vechtersbaas Len wel niet was. Op onze eigen constitutieborrel op 23 juni werd er ook het een en ander veilig gesteld en werden er zelfs meerdere pogingen gedaan om Evianne naar buiten te tillen. Het was een erg leuke borrel en we werden overladen met heerlijke drankjes en leuke cadeaus zoals oude wijnflessen die al langer rouleerden bij constitutieborrels, maar waar nieuwe stickers op werden geplakt. Verder ontvingen we onder andere allerlei massageapparaten en vele potten vol vitaminepillen, die later nog

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum naar Groningen, omdat we de volgende dag eerstejaars mochten ontvangen op de Facultaire Introductiedag. Tijdens de Facultaire Introductiedag hebben we vele actieve P.S.-ers in spé ontmoet en konden de eerstejaars genieten van een leuk dagprogramma die de Eerstejaars Introductie Commissie ‘EIK’ voor hun had georganiseerd. Het was erg leuk om al die nieuwe gezichten te zien en ze natuurlijk te overladen met enthousiasme voor P.S. De volgende dag was het meteen tijd voor het Binnenlands Bedrijven Bezoek. De eerste dag gingen we langs Astellas en het RIVM, waarna ons een avondprogramma in Antwerpen stond te wachten. Hier hebben we met z’n allen genoten van karaoke-hitjes over twee biertjes en konden we zien hoe rare Belgen daar helemaal op los gingen. Het was een gezellige avond, maar de volgende dag was iedereen weer scherp om naar het volgende bedrijf te gaan: A. Vogel. Hier kregen we na de bedrijfspresentatie een leuke rondleiding door hun kruidentuin. ’s Avonds in Groningen hebben we met z’n allen de BBB, en Len daarbij ook zijn commissiejaar van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen, afgesloten met een heerlijk diner. Na het weekend begon het collegejaar voor al onze leden. Het was weer lekker druk op het hok en op de eerste P.S.borrel van het jaar op 7 september kon iedereen weer bijpraten van de vakantie.

42

Naar aanleiding van onze slechte bewaking bij onze constitutieborrel hadden we op donderdag 9 september een diner met het bestuur van Panacea. We hadden ons helemaal uitgesloofd en het diner prachtig aangekleed in de mooie P.S.-kleuren geel en blauw. Het was een erg gezellige avond, maar we hadden het niet al te bont gemaakt, omdat de volgende dag ons Introductiekamp plaats zou vinden. Dit jaar gingen ook de P.S.-papa’s en –mama’s mee op het EIK-kamp, die plaatsvond van 10 tot en met 12 september. Dit bleek de eerste avond al erg geslaagd. De eerstejaars vonden al snel nieuwe vrienden en er werd goed geïntegreerd tussen de eerstejaars en de ouderejaars. Ook onze bestuursmannen waren goed aan het integreren met de eerstejaars, maar wel vooral met de eerstejaars meisjes en daarnaast ook nog eens met dezelfde meisjes. Dit werd meteen allemaal vastgelegd op een zogenaamd regelbord, zodat iedereen kon zien welke eerstejaars het meest verleid was door zijn of haar medefarmaceut. Zaterdag maakten alle eerstejaars kennis met de commissies, het K.N.P.S.V.-bestuur en met ons. We hebben heel veel

eerstejaars blij kunnen maken met oude P.S.-truien en ze hopelijk allemaal het P.S.-lied goed bijgebracht. Die avond gingen de die-hards nog lang door om een mooi feestje te bouwen en bloeide er een liefde in een commissiebusje, waar de desbetreffende mensen nog een mooie bijnaam aan hebben overgehouden. Len was zo slim geweest om dit EIK-kamp een prullenbak naast zijn bed neer te leggen, omdat hij tijdens het vorige EIK-kamp soms last had van misselijkheidsaanvallen op de meest vervelende plekken, zoals boven aan een trap. Uiteraard was de prullenbak aan het eind van het kamp goed gevuld. Het was een erg gezellig kamp en iedereen ging die zondag moe, maar voldaan weer terug naar huis. Maandag 20 september kregen we de mooie prijs die we hadden gewonnen met onze hockeyprestaties op het hockeytoernooi van 30 augustus: de lunch met de heer Van Gelder. Helaas kon niet iedereen van het winnende team mee, maar dit bood wel mooi de mogelijkheid voor de mindere hockeytalenten van P.S. om mee te gaan. Het was een interessante en smakelijke lunch en iedereen kreeg uitgebreid de mogelijkheid om verschillende hoge piefen van Mediq het hemd van hun lijf te vragen over allerlei moeilijke dingen in farmaland. Vrijdag 24 september gingen we kennismaken met mevrouw Westhoff van Pharmastep. We werden ontvangen in een prachtig kantoor, waar we goed gebruik van hebben gemaakt bij het maken van bestuursfoto’s. Daarna was het tijd voor een champagnelunch, maar natuurlijk moest er ook serieus onderhandeld worden. Omdat we toch al redelijk ver hiervoor moesten reizen, besloten we om ons eerste bestuursweekend meteen achter de kennismaking met mevrouw Westhoff te plakken. De mannen hadden een zeilweekend georganiseerd dus dat beloofde wat. En ja hoor, toen we ’s avonds aankwamen was de verhuurder van de boot nergens te bekennen. Toen het niet eens een flauwe grap van de jongens bleek te zijn, werden we toch echt wel een beetje chagrijnig. Gelukkig kregen we later toch nog de desbetreffende man te pakken en kon ons weekend niet meer stuk. We speelden gezellig spelletjes en konden heerlijk in slaap wiegen op het water. De volgende ochtend konden de dames heerlijk uitslapen en vaarden de mannen alvast uit op het Ijsselmeer. Later werden we wakker op het midden van het Ijsselmeer. Hoe romantisch dit allemaal ook klinkt, dit bleek het in werkelijkheid niet te zijn. Achter elkaar trokken Gwenny, Evianne en ik sprintjes naar het dek, waar we heel gezellig naast elkaar de hele ochtend aan het overgeven waren, tot groot plezier van de jongens. We waren dan ook erg opgelucht toen we eindelijk aan wal kwamen. Gewapend met een hele lading aan Primatourtjes durfden we het uiteindelijk toch wel weer aan en hebben we heerlijk gevaren. Het was prachtig weer en we hebben uiteindelijk toch heerlijk genoten van het weekend. Het volgende weekend, vrijdag 1 tot en met zondag 3 oktober, was het tijd voor het Functionarissenweekend van de K.N.P.S.V. te Putten. De eerste avond gingen we meteen al los op de hitjes van DJ Joost in onze prachtige Annie M.G. Schmidt-outfit’s. Het was erg gezellig, maar na een eindeloze poging om ‘Kapitein Buff’ te worden werd Jip wel een beetje teut. De volgende dag konden we gelukkig weer

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum bijkomen en hebben we allerlei spelletjes gespeeld met aansluitend uiteraard de gebruikelijke bingo waarbij alle rommel die het K.N.P.S.V.-bestuur heeft verzameld wordt weggegeven. ’s Avonds ging het er iets rustiger aan toe dan de vorige avond, want de volgende dag was het tijd voor de Algemene Vergadering van de K.N.P.S.V. Op woensdag 6 oktober organiseerden we de Eerstejaars Beroepenmiddag. Er was een goede groep eerstejaars op af gekomen die vooral helemaal weg was van de mooie verhalen van professor Uges, waarna elke eerstejaars die je daarna sprak had besloten om later in een ziekenhuisapotheek te gaan werken. Op zaterdag 15 oktober vond het Oud-besturendiner plaats. We hebben met een grote groep heerlijk gegeten bij ’t Land van Kokanje. Daarna gingen bijna alle oud-besturen mee de stad in en is iedereen nog tot in de vroege uurtjes gebleven. Het was erg leuk om te zien hoeveel farmakoppels er wel niet bestaan bij P.S. of juist ontstaan bij een activiteit van P.S. Op vrijdag 22 oktober gingen we op bezoek bij professor Neef in Maastricht. Eerst gingen we naar de ziekenhuisapotheek van het MUMC, waar we werden ontvangen met echte Limburgse vlaai en we een rondleiding kregen door de apotheek. Daarna hebben we heerlijk Indonesisch gedineerd in de stad en kregen we van mevrouw Neef zelf een rondleiding door het mooie centrum van Maastricht, waar mevrouw Neef ons veel over wist te vertellen. We hebben overnacht bij professor Neef thuis in Sint Geertruid en konden de volgende ochtend van een heerlijk ontbijt genieten, waarna we onze toch weer voortzetten naar het noorden. De volgende dag gingen we met z’n allen brunchen bij mijn ouders, waarna we na even te hebben uitgebuikt op de fiets stapten om op bezoek te gaan bij professor Jonkman. Met onze a-sportieve bestuurslijven konden we helaas niet lang volhouden dat we helemaal uit Groningen kwamen gefietst in plaats van de paar kilometer die wij af hebben gelegd vanaf mijn ouderlijk huis. We kregen heerlijke taart met een glaasje champagne en hebben daarna een mooie wandeling gemaakt door het bos van professor Jonkman. Omdat we dit weekend nog niet genoeg verwend waren, hebben we de gezellige kennismaking afgesloten met een heerlijke high-tea. De volgende dag stapten we weer in de trein en gingen we naar de Algemene Ledenvergadering van L.P.S.V. „Aesculapius”. Helaas konden we niet tot het einde blijven, omdat wij de volgende dag op 26 oktober onze eigen ALV zouden hebben. Het was onze eerste eigen ALV en dat bracht natuurlijk heel wat zenuwen met zich mee. Gelukkig verliep alles goed. We hadden een aantal voorstellen ingediend, maar helaas werden niet al onze voorstellen goedgekeur, omdat bleek dat we niet alles zo goed uitgedacht hadden als we dachten. Op donderdag 28 oktober gingen we na de constitutieborrel van Studiosi Mobilae naar onze VvAA discussieavond. Twee financieel adviseurs kwamen wat vertellen over de huidige marktontwikkelingen in de apotheek. Uiteraard rees bij iedereen de vraag of het nog wel verstandig was voor hun om later een apotheek te kopen. Gelukkig bleek dit volgens de mannen van de VvAA nog prima mogelijk te

zijn. Na afloop hebben we met z’n allen nog even gezellig geborreld waar alle dingen die we hadden geleerd nog uitvoerig besproken werden. De volgende dag gingen we naar het hoofdkantoor van Mediq om kennis te maken met mevrouw Wolf en mevrouw Demmers, de nieuwe contactpersonen van Mediq. We hebben lekker geluncht, maar het was natuurlijk ook tijd voor serieuze zaken. Op donderdag 4 en vrijdag 5 november hadden we de Mosadex-excursie in Elsloo. Na een lange busreis werden we opgewacht door de heer Davelaar met een heerlijke lunch en daarna kregen we het een en ander te horen over Mosadex en zelfstandige apothekers. Aansluitend kregen we nog een rondleiding door de groothandel. Tegen de avond vertrokken we met de bus naar het Van der Valk hotel in Urmond, waar we heerlijk gedineerd hebben. Daarna vertrok iedereen naar de danszaal om pasjes te maken op de hitjes en rare uitspraken van DJ Chiel. Het was een gezellige avond en ook de heer Davelaar schroomde niet om mee te feesten. De schildpadden in het hotel, die het twee jaar geleden ook al zo zwaar te verduren hadden, werden ook dit keer niet met rust gelaten. Ze beleefden diverse avonturen in de badkamers, maar na vele waarschuwingen van de hotelmedewerkers werden ze toch maar weer vrijgelaten in hun vreedzame fonteintje. Sommige P.S.-ers hadden nog een avontuur in Maastricht voor de boeg, maar voor de meeste was het toch al gauw tijd om te gaan slapen zodat zij de volgende dag weer fris en fruitig konden luisteren naar een aantal praatjes. Het waren twee geslaagde dagen. Hopelijk zal deze excursie over twee jaar weer plaatsvinden!

43

Op 8 november gingen we met een bus propvol eerstejaars naar Staphorst om het distributiecentrum van Mediq te bezoeken. We kregen een rondleiding met daarna een presentatie over de apotheekketen, waarbij de eerstejaars het een en ander hebben geleerd over de ontwikkelingen in de apothekerswereld. Daarna was het tijd om naar Hoogeveen te gaan, waar we lekker hebben gegeten en onze kartkwaliteiten hebben kunnen laten zien. Sjoerd en Len waren bloedjesfanatiek, maar gelukkig was de eerstejaars

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum

Marc Wilkens een stuk beter en ging hij er met de eerste prijs vandoor.

44

Op 15 november vond ons tweede EJC-feest plaats. Deze keer was het feest extra speciaal, doordat de Eerstejaarscommissie de hele kroeg had omgetoverd in een ware schuimparty. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, maar alle moeite was het zeker waard. Het was erg druk en iedereen heeft zich als blije kindjes kostelijk vermaakt met al dat mooie schuim. Helaas verdween het schuim aan het eind van de avond niet vanzelf en hebben we nog even gezellig met een grote groep moeten zwoegen om de kroeg weer schoon te krijgen. Woensdag 17 november hebben we kennisgemaakt met mevrouw Inia-Douma. Mevrouw Inia-Douma was naar Groningen gekomen, waar we in restaurant het Feithuis gezellig hebben gekletst onder het genot van heerlijke taart en thee. De volgende dag reisden we naar Utrecht om daar het U.P.-bestuur te feliciteren met hun 116e Dies Natalis. De receptie werd gehouden in de toren van de Dom en dit was de perfecte locatie voor ons cadeau. We hadden namelijk tickets gegeven om de Martinitoren te beklimmen met een uitnodiging om gezellig met ons te gaan dineren. Echter ondervond het U.P.-bestuur bij het overhandigen van het cadeau net te laat dat deze kaartjes aan een aantal mooie blauwe en gele heliumballonnen hingen, waardoor de kleuren van P.S. de hele avond hoog boven U.P. hebben gehangen. Op vrijdag 19 november reisden we opnieuw af naar Utrecht om naar het galadiner en -bal van ons Utrechtse zusje te gaan. Bij het galabal hadden we onze galagadget laten inspireren op het mooie cadeau dat we de avond daarvoor aan het U.P.-bestuur hadden gegeven. Aan onze polsen hingen prachtige blauwe en gele heliumballonnen met allemaal mooie leuzen als ‘P.S. = mooi’ en ‘Er gaat niets boven Groningen’ er op geschreven. Voor onszelf heel handig om elkaar terug te vinden, maar voor een aantal U.P.-ers waren de teksten op de ballonnen toch te confronterend, waardoor de ballonnen het helaas niet de hele avond hebben volgehouden. Het was erg gezellig met ons

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

oud-bestuur en Evianne heeft deze avond het oud-bestuur extra goed leren kennen. Op dinsdag 23 november organiseerden we de Ziekenhuisfarmacieavond. Het was de tweede keer dat P.S. dit organiseerde en het was een groot succes. Met meer dan honderd deelnemers aan deze avond wisten we zeker dat ziekenhuisfarmacie erg populair was geworden. De volgende dag hadden we een diner met het bestuur van Studiosi Mobilae. We hadden ons helemaal uitgesloofd om een heerlijk maal in de vorm van tapas klaar te maken en het viel dan ook zeker in de smaak. Er was gelukkig nog genoeg wijn over van onze constitutieborrel, die deze avond dan ook rijkelijk heeft gevloeid. Op donderdag 25 november hadden we de FVOG-besturendag. Het was een erg interessante dag met leuke workshops over onder andere debateren en het werven van sponsoren. We hebben hier kennisgemaakt met veel verschillende studieverenigingen en het was dan ook een erg gezellige dag. ’s Avonds gingen we op bezoek bij de Jamsessie van GLV Idun. Al enige tijd moesten we nog een tegenprestatie geven, waarvoor wisten we allang niet meer, maar we konden er op een gegeven moment echt niet meer onderuit. Daarom hebben we toegegeven een liedje te komen zingen bij de Jamsessie. Uiteraard hebben we hier ons mooie P.S.-lied ten gehore gebracht, waarvan dan wel weer geëist werd dat deze op de melodie van ‘Kom je vanavond bij mij’ van Moniek Smit gezongen werd. Een prachtige combinatie, die met onze nachtegaalsstemmetjes er dan ook heel zuiver uitkwam. Omdat het bij GLV Idun nou eenmaal een traditie was en omdat onze voordracht toch wel een beetje schraal was, werd er van alle kanten geschreeuwd dat we onze broek uit moesten doen om deze vervolgens op onze hoofd te zetten. Gelukkig was onze Len dapper genoeg om hier gehoor aan te geven, waarna alle levenswetenschappers toch wel erg tevreden waren over onze prachtige show. Van 8 tot en met 10 december vierden we de 129e Dies Natalis van Pharmaciae Sacrum. Op 8 december vond het symposium plaats met als thema ‘Nieuwe Toedienings-


Pharmaciae Sacrum vormen’. Helaas waren er niet heel veel mensen hierop afgekomen, maar desalniettemin was het een interessante middag. ’s Avonds was het tijd voor de receptie. We waren prachtig chique gekleed in het rood, maar helaas voelde we ons op het einde van de avond niet meer zo elegant. Mijn bestuursgenootjes gingen daarna nog door naar het Openingsfeest, maar nadat ik thuis mijn mooie outfit voor het Openingsfeest had aangetrokken lukte het niet meer om naar het feest te gaan. Gelukkig werd ik thuis goed verzorgd en werd ik de volgende ochtend, weliswaar nog in mijn mooie blauwe Teletubbie-outfit, weer redelijk fris en fruitig wakker. Die dag gingen we ons klaarmaken voor een sportieve dag. Tijdens de Buitendag kregen we namelijk een workshop skateboarden. In korte tijd werden we gedrilled tot waren skateboardexperts en op het eind kregen we nog de tijd om lekker aan te klooien op het skateboard. Een paar farmaceuten durfden de grote heuvel te trotseren, maar nadat menigeen zonder bescherming hard onderuit ging, haakten veel toch maar af. Die avond hebben we tijdens de Culturele Avond genoten van verschillende shows. Zo kwam eerst een vreemde dame iedereen opzwepen met haar jodelmuziek, waarna de cabaretier Anne-Jan Toonstra ons meenam in zijn grappen en grollen. Op het einde van de avond werd de nieuwe almanak onthuld. De commissie had gekozen voor het thema ‘Brengt Alles Mooier’ (BAM) en had hun naam zeker waargemaakt. Op 10 december vond het galabal en het galdiner plaats. De Diescommissie had voor een locatie in Groningen gekozen, waardoor er geen gedoe was met bussen. Met dit geslaagde galabal was de viering van de Dies Natalis weer tot een eind gekomen. Het nieuwe jaar begonnen we meteen goed met een gezellig diner met de besturen van de studieverenigingen in de studentengang op maandag 3 januari. We hebben vervolgens onze eerstejaars kennis laten maken met onze verenigingsdrank bij de Hooghoudt-excursie op 5 januari en we hebben onze studenten laten bijpraten over de plannen van de regering wat betreft het hoger onderwijs op de Themalezing van 6 januari. De week erna heeft iedereen zich op het EJC-feest mogen verkleden als zijn of haar favoriete superheld en konden wij ons weer uitleven op een verkleedmotie. Tijdens de KNMG-nieuwjaarsborrel op 12 januari hebben we heerlijk mogen genieten van een vijfetages grote chocoladefontein, waar alle studenten dan ook amper weg te slaan waren. Er waren niet veel farmaceuten, maar er waren wel veel artsen die graag hun ongerepte mening over apothekers met ons wilden delen. Op 18 januari hebben we de ABN-AMRO Workshopavond georganiseerd. Deze avond bestond uit een informatief deel over financiën binnen de apotheek en een quiz over eigenlijk van alles en nog wat. Iedereen deed hard zijn best bij de quiz, want de gelukkige winnaars gingen naar huis met twee kaartjes voor het World Tennis Tournament. Op 23 januari gingen we op bezoek bij mevrouw IniaDouma in Leeuwarden. We hebben heerlijk gegeten en gezellig gepraat over de mooie reizen die mevrouw IniaDouma heeft gemaakt. Met de ALV in het verschiet, hebben we het ook nog over onze voorstellen gehad. Eerst hadden we op maandag 24 januari nog de vergadering van L.P.S.V. „Aesculapius”, maar de dag erna was het tijd voor onze ALV. Helaas verliep onze ALV niet zo soepel als gepland, omdat de financiële stukken niet op orde waren.

Er is toen besloten dat er een BLV ingelast zou worden en daarvoor moesten we natuurlijk hard aan het werk. Twee dagen na de ALV hadden we de Commissie Interesse Avond. Het was de eerste keer dat deze werd georganiseerd en we waren erg tevreden over het resultaat. Studenten vanuit de eerste drie jaarlagen waren hier op af gekomen en ze waren zelf ook erg enthousiast. Ze hadden daarna dan ook bijna allemaal interesse getoond voor een commissie van P.S. Tussen het harde werken door hebben we gelukkig nog kunnen genieten van een geslaagde bestuurswintersport in Königsleiten. We hebben heerlijk geskied, geboard, zijn veel gevallen en hebben natuurlijk lekker geaprès-skied. Het was een fantastische vakantie, maar helaas duurde het maar een paar dagen. Op dinsdag 15 februari vond de STERC-Sportdag plaats. Dit jaar gingen we beachvolleyballen en dat zorgde voor veel teamspirit. Er was een grote groep fanatieke mensen meegegaan en iedereen had zijn uiterste best gedaan om een prachtige outfit in elkaar te zetten met allemaal onhandige gadgets. Twee dagen later was het tijd voor de Mannenactiviteit. Ik kon er zelf natuurlijk niet bij zijn, maar wat ik heb gehoord en heb gezien op foto’s was het een avond die de mannen van P.S. niet snel zou vergeten. Op 22 februari reisden we af naar Leiden om ons zusje te feliciteren met hun 25e Lustrum. Omdat we niet voor niets zo lang hadden gereisd, gooiden we alles in het spel om maar iets te kunnen veiligstellen. We probeerden de vaandeldrager te verleiden en zelfs de dames vochten mee met de bittere strijd, maar helaas waren de Leidenaren ons toch te slim af en zijn er alleen wat jasjes gescheurd. Op 24 februari vond het Ouderejaarssymposium van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ plaats. Het thema van het symposium was Farmacie en Media en dit had vele studenten en ook nog een aantal alumni wakker geschud om een heftige discussie aan te gaan over onder andere de financiering van geneesmiddelonderzoek. De dag erna gingen we naar het gala van L.P.S.V. „Aesculapius” in Rotterdam. Het was een erg mooie locatie en we hebben deze avond veel lol gehad. Het oud-bestuur was waarschijnlijk niet zo veel alcohol meer gewend, want de één na de ander was ziek geworden op de terugweg naar Leiden. Gelukkig hadden wij gepland om die nacht bij de ouders van Len te gaan slapen, die in de buurt van Leiden wonen. We waren nog wel zo lief om de smakelijke foto’s van onze verrukkelijke broodjes gebakken ei op te sturen naar het oud-bestuur, zodat zij hier toch ook een beetje van konden genieten tijdens hun lange zware reis terug naar Groningen. Op 3 maart vond onze BLV plaats. De Kascommissie was niet tevreden met de boekhouding, waardoor we samen naar een oplossing hebben gezocht. We hebben veel overlegd met verschillende partijen en uiteindelijk is er besloten om Evianne te laten installeren als quaestor van het bestuur tijdens de BLV. De dag erna hadden we de Oud-besturenbijeenkomst, waar we met vele oud-bestuurders en het kandidaat-bestuur hebben vergaderd over dingen die wij als bestuur graag anders zouden zien. We hadden professor Neef uitgenodigd om technisch voorzitter te worden van de vergadering en het verliep allemaal erg goed. De oud-besturen waren erg enthousiast over het idee van deze bijeenkomst en ze

45

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum gaven dan ook vele tips om bepaalde dingen anders aan te pakken of te veranderen, waar zowel wij als het kandidaatbestuur heel veel van opgestoken hebben. Maandag 7 maart vond de Carrièredag plaats. Tijdens deze dag konden de ouderejaars een kijkje nemen in de farmaceutische beroepsgroep. Het was een dag vol interessante lezingen, workshops, bedrijfpresentaties en speeddates. Aansluitend kregen we een tapasworkshop, waar we eigenlijk alleen maar hebben geleerd dat er een grote kans was dat de oesters die we aten besmet waren met een of andere vervelende bacterie. Desalniettemin was het eten erg lekker en heeft iedereen nog lang na kunnen borrelen met zijn of haar mogelijke toekomstige werkgever. De dag erna hebben we gezellig met het U.P.-bestuur gedineerd en zijn we samen naar het EJC-feest gegaan. Het thema van dit feest was ‘Put Your Gender in the Blender’ en daar hadden veel farmaceuten werk van gemaakt. Het was wel bizar om te zien dat sommige jongens zich wel heel erg op hun gemak voelden in hun nieuwe jurk en prachtige make-up en zich op en top als vrouwen gedroegen. Op donderdag 17, 24 en 31 maart vonden de Mediq Workshopavonden plaats. Het onderwerp van de workshop was Human Resource Management. We hebben onze persoonlijkheden en eigenschappen geanalyseerd, elkaar keihard de waarheid verteld over elkaars goede en slechte eigenschappen en geleerd hoe we een team op de juiste manier moeten coachen. Op de laatste avond hebben we een tapas- en sushiworkshop gehad, waarbij in de kookteams alle tips en trucs van de vorige avonden toegepast konden worden.

46

Dinsdag 22 maart vond het Eerstejaarssymposium van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ plaats. Met het thema Illegale geneesmiddelen en andere “gezondheidsproducten” had de commissie weer voor een erg interessant thema gekozen. Helaas laaide er deze keer geen hevige discussies op. Die avond vond ook onze ALV plaats. Evianne had hard gewerkt om alle financiële stukken af te krijgen en heeft dit dan ook allemaal kunnen presenteren. Uiteindelijk is het nog een lange vergadering geworden en heeft Gwenny net op tijd de vergadering weten te sluiten. Zaterdag 26 maart vond de dag waar alle kb-ers zo naar uitkeken plaats: de Voorjaarsdag van de K.N.P.S.V. Overdag hebben we een aantal interessante workshops gevolgd en ’s avonds was het natuurlijk weer tijd voor het beruchte Voorjaarsdiner. De kandidaat-besturen hebben met veel kb-ers, h.t.-ers en e.t.-ers kennisgemaakt en we hebben met z’n allen heerlijk gegeten. Een paar oud-besturen waren echter een beetje dronken geworden, waardoor er best wel veel eten werd gemorst op de mooie pakken die iedereen aan had. Op 7 april begon de voorpret voor de Buitenland Excursie tijdens de pre-BEC borrel. Een paar leden van de BEC waren dubbel zo zenuwachtig, omdat de dag erna het inwerkweekend plaatsvond. Tijdens het inwerkweekend heeft het kandidaat-bestuur veel kunnen leren over de vereniging en het besturen ervan en het was dan ook een erg geslaagd weekend. Van 21 april tot en met 27 april vond de Buitenland Excursie

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

naar Wenen en München plaats. Tijdens de gezellige busreis heeft iedereen kunnen genieten van ons prachtig ingezongen Duitse lied over ijsberen. Een paar biertjes erbij en de buschauffeur was al snel helemaal zat van ons. Omdat Stefan Vegter toch geen echte docent was, hoefde niemand zich in te houden. Len had dit maar al te goed door en heeft opnieuw zijn trapbraakje mooi uit weten te voeren. De volgende dag was iedereen toch weer scherp om naar de afdeling Sales & Commercial Operations van Sandoz te gaan, waar een oud-P.S.-er ons het een en ander wist te vertellen over zijn carrière en het bedrijf waar hij werkte. ’s Avonds was het tijd voor een echt WienerSchnitzel Diner, waarbij bijna niemand tegen de enorme obesitaskinderportie op kon. Daarna zijn we met z’n allen het nachtleven van Wenen in gegaan. De volgende ochtend vertrokken we naar Schloß Schönbrunn. Hier kregen we een audiotour door het mooie optrekje waar Sisi destijds vele zomermaanden heeft doorgebracht. ’s Middags leidde onze ietwat cynische gids, Bas de Jong, ons door de mooie straten van Wenen.’s Avonds hebben we pizza gegeten in een niet zo chique tent waar de ober rode wijn over onze nette kleren heen gooide die we speciaal hadden aangetrokken voor de Wiener Staatsoper. Gelukkig kregen we bij de opera ook niet de meest chique plaatsen aangeboden. Drie uur staan en hangen over mensen die wél de hoofdprijs hadden betaald voor hun plekje was echter allemaal de moeite waard. Ook al konden we maar een glimp opvangen van het prachtig ontblote bovenlijf van de duivel in het verhaal, het was een hele mooie uitvoering van Faust en hebben er allemaal erg van kunnen genieten. Omdat het onze alweer onze laatste avond in Wenen was, hebben we nog even maximaal genoten van het uitgaansleven in deze mooie stad. Sjoerd en Evianne hebben heerlijk gedanst met twee ietwat uitdagend geklede meiden die alles deden wat de hartjes van het mannelijke publiek begeerden. De volgende dag konden we gelukkig heerlijk uitbrakken in de bus op weg naar München. ’s Avonds gingen we naar het Hofbrauhaus en hebben we heerlijke genoten van een hele hoop vlees op een bedje van sauerkraut, literpullen vol met bier en een überDuits bandje in lederhosen die ons helaas niet wilden begeleiden toen we het P.S.-lied ten gehore brachten voor de hele zaal. Gelukkig hadden we allemaal genoeg gegeten, want we hadden een lange wandeling voor de boeg naar de discotheek. Eenmaal aangekomen bleek dit het ook zeker waard te zijn geweest. Het was een enorme discotheek die voor ieder wat wils bood. Bas had na het oplopen van twee bebloede ogen, helaas iets minder goede herinneringen aan deze avond overgehouden. De volgende dag hebben we wat sightseeing gedaan in München. Ook Marjon Verschueren bleek een nogal cynische gids te zijn, maar ze heeft ons wel veel moois laten zien. ’s Middags zijn we naar het Olympia Park gegaan, hebben we het BMW-museum bezocht en hebben we mogen genieten van het prachtige uitzicht over München op de Olympia toren. ’s Avonds hebben we lekker gegeten bij een Indiër en hebben we nog lang spelletjes gespeeld in ons hostel.


Pharmaciae Sacrum De volgende dag hebben we weer bedrijven bezocht. Eerst gingen we naar Intervet, een bedrijf dat geneesmiddelen produceert voor dieren. We kregen een praatje in Duits-Engels en daarna kregen we een uitgebreide rondleiding waar we prachtige Ultra HPLC’s hebben mogen bewonderen. Na een heerlijke lunch vertrokken we naar Bristol-Myers Squibb, een bedrijf dat veel verschillende soorten medicijnen produceert. We kregen hier een drie uur durende reeks van presentaties achter elkaar. Voor vele van ons was dit nog een hele opgave, maar iedereen werd wel even wakker toen een vrouw aan het begin van haar presentatie ons beloofde dat we aan het eind van haar presentatie zouden willen dat ze dood neer zou vallen. Dit beloofde nog erg interessant te worden, maar gelukkig heeft iedereen het heelhuids overleefd. Na een heerlijk diner bij een hip pastarestaurant gingen we met een grote groep nog tot in de vroege uurtjes doorfeesten en eindigden we in een soort pretpark vol kroegen en discotheken, waar aan het eind van de avond bijna alleen nog maar dronken en regelende mensen overbleven. De volgende dag gingen we langs de universiteit van München. Het leek allemaal eigenlijk heel veel op onze faculteit, maar het was wel erg leuk om hier even een kijkje te nemen. Na het universiteitsbezoek was het weer tijd om terug te gaan naar Groningen. Het was een erg mooie, maar toch wel vermoeiende BEC. Op de after-BEC borrel op 19 mei hebben we met z’n allen nog de mooie herinneringen opgehaald en de grappige stukjes in het after-BEC boekje mogen lezen. Van 6 tot en met 8 mei hadden we de Batavierenrace. Maandenlang hadden we getraind voor dit evenement, maar helaas waren onze prestaties niet heel erg denderend. Zaterdagavond hadden we nog wel een mooi feest verdiend en heeft iedereen het mooie evenement goed af weten te sluiten.

Op dinsdag 10 mei hadden we het Faculteitsfeest. Traditioneel gekleed in Hawaii-outfit hebben we die avond mogen genieten van veel gratis drank en strippende biologen. De volgende avond organiseerden we samen met M.F.V. Panacea de FaMe-avond. Deze avond was eigenlijk de FTOavond, maar dan in een nieuw jasje gestopt. Het was een interessante avond, waar het beroep van zowel arts als apotheker hevig werd bediscussieerd door de studenten. Dinsdag 17 mei vond de Intrafacultaire Bierestafette plaats. Ook al hadden we een grote groep farmaceuten meegebracht, we konden niet op tegen de grote jongens van onze faculteit. Ons damesteam was laatste geworden en ons herenteam was zelfs gediskwalificeerd. Op zaterdag 21 mei vond de RijWielPrestatieTocht plaats. Professor Neef en zijn vrouw versterkten ons team en we hadden onze tandem gelukkig weer op weten te knappen. ’s Middags gingen we met z’n allen survivalen in de Drentse jungle, waar we vooral bezig waren om als kleine kinderen elkaar nat te spetteren. ’s Avonds hadden we de Functionarissenborrel, waar we onze commissies van dit jaar hebben bedankt met een lekkere barbecue en borrel bij de Rumba. Op dinsdag 24 mei hadden organiseerde het Studenten Overleg Farmacie de erg goed bezochte Onderwijsmiddag, met als thema ‘de Openbare apotheker als specialist’. Hier heeft de heer Buurma, directeur vervolgopleiding van de KNMP een praatje gehouden over de vervolgopleiding voor apothekers. Vervolgens barstte de strijd los tussen de genomineerden voor de Docent van het Jaar-verkiezing: dr. Van Roon en professor Frijlink. In Café ‘De Toeter’ werd bekend gemaakt dat professor Frijlink de bokaal in ontvangst mocht nemen en trots als hij was, heeft hij deze dan ook de hele avond niet meer losgelaten. Vrijdagavond 27 mei gingen we Voetballen met AIO’s, maar helaas waren de AIO’s dit jaar te lui om met ons een potje

47

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum

te komen voetballen en hebben de studenten tegen elkaar gestreden om de eer. Ondanks dat er enkele druppels vielen bleef iedereen fanatiek doorspelen en werden de dames niet gespaard tijdens de bittere strijd. De volgende dag was het tijd voor de Buitendag. We gingen in teams een soort Triviant-speurtocht doen door Groningen, waar we via Blackberry’s vragen kregen toegestuurd en foto’s moesten opsturen om punten te verdienen. Helaas hielp al het geflirt met de 36-jaar oude gamemaster niet en zijn we met het bestuur allerlaatste geworden. ’s Avonds hebben we de gezellige dag mooi afgesloten met heerlijke kalkoen met chocola en bietjes met haring in de Globe Eeterie.

48

Op zondag 29 mei was het tijd voor de kennismaking met professor Frijlink. Uiteraard hadden wij allang kennisgemaakt met hem, maar helaas lukte het vanwege zijn volle agenda niet om eerder bij hem langs te komen. Zoals professor Frijlink ons al een jaar van te voren had beloofd, hebben we mogen genieten van een heerlijk driegangenaspergediner. Het was een gezellige avond en we hebben uitvoerig ons bestuursjaar met hem besproken. Van 1 tot en met 4 juni vond het Congres van de K.N.P.S.V. plaats. We hebben hier onze laatste verkleedmoties mogen uitvoeren op onze laatste feestjes als bestuur en hebben toch maar even mooi de befaamde Faber-bokaal in de wacht gesleept dankzij de vele touwtrektalenten die P.S. telt. Donderdag vond een interessant symposium plaats over hart- en vaatziekten en ’s avonds was het tijd voor de wissel AV. Het was een erg mooie overdracht en wij beseften maar al te goed dat het einde voor ons ook nabij was. Vrijdag konden we weer goed wakker worden met een workshop paaldansen en hebben een onder leiding van mevrouw Willems van de KNMP een interessant Lagerhuisdebat gevoerd over verschillende dilemma’s in de apotheek. ’s Avonds was het tijd voor de receptie, waar we volgens een motie het nieuwe K.N.P.S.V.-bestuur hebben gedold. Gekleed als gevaarlijke piraten hebben

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

we iedereen laten schrikken met mooie confettikanonnen, waarna we het met confetti bezaaide nieuwe bestuur hebben gefeliciteerd. De laatste dagen waren we nog hard aan het werk en nu is het dan echt zo ver: we moeten afscheid nemen van het bestuursleven en mogen de mooie herinneringen bewaren van het geslaagde jaar. Een jaar dat veel te snel voorbij is gegaan en waarin de leden van Pharmaciae Sacrum, het bestuur van U.P., „Aesculapius” en de K.N.P.S.V. en nog een heleboel andere mensen die we niet waren tegengekomen als we niet een bestuursjaar in waren gestapt, allemaal hebben bijgedragen aan de mooie dingen die we hebben meegemaakt. Het was een jaar waar we veel bereikt hebben, ook al verliep niet alles vlekkeloos. Gelukkig hebben we veel advies mogen inwinnen van onze ereleden en onze oud-bestuursleden en hebben we als bestuur een goed jaar kunnen draaien. Lieve Gomp, Olf, Eef en Leendert, het was een jaar om nooit meer te vergeten! We hebben samen zo ontzettend veel geleerd en beleefd! Samen hebben we onszelf door alle drukte en alle mooie, maar ook mindere tijden geloodst. Ook al verschillen onze persoonlijkheden zo van elkaar, we waren samen echt een team. Ik denk dat we trots kunnen zijn op wat wij dit jaar gedaan hebben voor P.S. We hebben veel moeten opgeven voor de vereniging, maar nu wordt het tijd om de verantwoordelijkheid voor de oude dame over te dragen aan een nieuw bestuur. Het besef dat het jaar alweer bijna voorbij is moet nog komen, maar ik kijk alvast uit naar de momenten dat we samen gaan nagenieten van dit mooie jaar! Aldus naar waarheid opgemaakt, 6 juni 2011 Emma Veldman h.t. ab-actis der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”


Activiteitenlijst van het bestuur 2010-2011

Datum

Activiteit

27 mei 2010 28 mei 2010

EHBO-cursus deel 2 Voetballen met Docenten

Activiteiten als kandidaat bestuur maart 2 maart 2010 P.S.-borrel 4 maart 2010 Mediq Ouderejaarsexcursie te Staphorst 6 maart 2010 Beroependag der K.N.P.S.V. te Utrecht 11 maart 2010 VvAA Discussieavond 15 maart 2010 Ouderejaarssymposium Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 16 maart 2010 KNMP Wetenschapsdag te Utrecht 16 maart 2010 Algemene Verenigingen Vergadering FVOG 16 maart 2010 EJC-feest 18 maart 2010 STERC-Sportdag 20 maart 2010 Young Researchersday der K.N.P.S.V. te Utrecht 20 maart 2010 Assessor II borrel 23 maart 2010 Algemene Ledenvergadering Pharmaciae Sacrum 27 maart 2010 Voorjaarssportdag K.N.P.S.V. te Assendelft en Leiden 29 maart 2010 Carrièredag 30 maart 2010 Informatieavond Specialisme Openbare Farmacie der K.N.P.S.V. te Groningen 31 maart 2010 Eerstejaarssymposium Commissie Farma ceutische Wetenschappen ‘SSS’ april 6 april 2010 P.S.-borrel 9 - 11 april 2010 Inwerkweekend 12 april 2010 STOF-vergadering 16 april 2010 Contractbespreking ABN AMRO te Groningen 22april 2010 Masteruitreiking 23 -25 april 2010 Batavierenrace 28 april 2010 Buitengewone Verenigingen Vergadering FVOG mei 6 mei 2010 Vrouwenactiviteit 10 mei 2010 Overleg met bestuur over beleidsplan 10 mei 2010 STOF-vergadering 11 mei 2010 P.S.-borrel 12 - 15 mei 2010 Congres der K.N.P.S.V. te Apeldoorn 17 mei 2010 Gang-feest 19 mei 2010 EHBO-cursus deel 1 20 mei 2010 Onderwijsmiddag en Docent van het Jaarverkiezing 22 mei 2010 RijWielPrestatieTocht 25 mei 2010 FTO-dag

juni 1 juni 2010 Algemene Verenigingen Vergadering FVOG

Activiteiten als bestuur juni 1 juni 2010 Jaarvergadering Pharmaciae Sacrum 2 juni 2010 Buitendag te Leekstermeer 3 juni 2010 Kennismaking de heer Werink (Studystore) 3 juni 2010 EHBO-cursus deel 3 3 juni 2010 Intrafacultaire Bierestafette 7 juni 2010 STOF-vergadering 7 juni 2010 Kennismaking Stichting Sociëteit Villa Volonté 7 juni 2010 Jaarvergadering „Aesculapius” 8 juni 2010 P.S.-borrel 9 juni 2010 Constitutieborrel TBV Lugus 10 juni 2010 CUOS-informatiebijeenkomst 10 juni 2010 EHBO-cursus deel 4 12 juni 2010 Eerstejaarsactiviteit K.N.P.S.V. te Loosdrecht 15 juni 2010 Overleg met Jasper Kornmann (Universiteitsraad) 15 juni 2010 EJC-feest 16 juni 2010 Jaarvergadering “Unitas Pharmaceuticorum” 17 juni 2010 Overleg met Lustrumcommissie 17 juni 2010 EHBO-examen 18 juni 2010 Functionarissenborrel K.N.P.S.V. te Utrecht 21 juni 2010 Gangoverleg met aansluitend borrel 21 juni 2010 Eten met Diescommissie 2010-2011 22 juni 2010 Kennismakingslunch mevrouw Westers (Opleidingsinstituut) 22 juni 2010 Constitutieborrel Chemische Binding 23 juni 2010 Constitutieborrel Pharmaciae Sacrum 24 juni 2010 Masteruitreiking 24 juni 2010 Overleg met Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 28 juni 2010 Raad van Quaestoren 29 juni 2010 Overleg met Eerstejaars Introductie Commissie ‘EIK’ 30 juni 2010 HOI-dag te Utrecht juli 1 juli 2010 Kennismaking Niels van Eck 5 juli 2010 STOF-vergadering

49

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum

50

5 juli 2010 ABN AMRO contract tekenen 6 juli 2010 P.S.-borrel 7 juli 2010 Kennismaking professor Haisma (Opleidingsinstituut) 7 juli 2010 Reglementencommissie-diner 8 juli 2010 Kennismaking Noord Negentig augustus 4 augustus 2010 Kennismaking Mosadex te Groningen 2 augustus 2010 Kennismaking MSD te Groningen 25 augustus 2010 Kennismaking Alliance te Den Bosch 26 augustus 2010 Masteruitreiking 27 augustus 2010 Kennismaking kandidaat- bestuur Studiosi Mobilae 30 augustus 2010 Mediq Hockeytoernooi te Utrecht 31 augustus 2010 Facultaire Introductiedag september 1 - 2 september 2010 Binnenlands Bedrijven Bezoek 3 september 2010 Opening nieuwe pand Mediq te Utrecht 6 september 2010 Opening Academisch Jaar 7 september 2010 P.S.-borrel 8 september 2010 Kennismaking Pharmachemie te Haarlem 8 september 2010 Algemene Verenigingen Vergadering FVOG 8 september 2010 Quaestorenoverleg 8 september 2010 Constitutieborrel FVOG 9 september 2010 Diner met bestuur M.F.V. Panacea 10 - 12 september 2010 Eerstejaars Introductie Kamp te Bakkeveen 13 september 2010 Kennismaking Ryanne Heijmans (Universiteitsraad) 15 september 2010 Overleg Gebouwenbeheer verdeling studentengang 15 september 2010 Gangoverleg 15 september 2010 Afscheidsborrel dr. Dijkstra 15 september 2010 Constitutieborrel Marug 16 september 2010 Overleg Almanakcommissie 2010-2011 16 september 2010 Raad van Praesides 16 september 2010 Constitutieborrel GLV Idun 16 september 2010 Lustrumopeningsfeest “Aesculapius” 20 september 2010 Lunch met de heer Van Gelder te Utrecht 21 september 2010 Overleg met de heer Noordzij (jurist RuG) over bestuurders aansprakelijkheid 21 september 2010 Overleg met Lustrumcommissie 21 september 2010 Managementbijeenkomst VvAA te Utrecht 22 september 2010 Overleg met Noord Negentig over boekhoudpgramma 22 september 2010 Constitutieborrel T.M.F.V. Archigenes 23 september 2010 CUOS-informatiebijeenkomst herijking bestuurslast 23 september 2010 Masteruitreiking 24 september 2010 Kennismakingslunch mevrouw

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

Westhoff te Wassenaar 24 - 26 september 2010 Bestuursweekend te Markemeer 27 september 2010 Voorzittersvergadering FWN 27 september 2010 EHBO-opfriscursus 27 september 2010 Eten met Almanakcommissie 2010-2011 29 september 2010 Kennismaking FVOG oktober 1 - 3 oktober 2010 Functionarissenweekend K.N.P.S.V. te Putten 3 oktober 2010 Algemene Vergadering der K.N.P.S.V. te Putten 4 oktober 2010 FIGON Medicine Day te Lunteren 4 oktober 2010 STOF-vergadering 5 oktober 2010 KNMP-congres te Amsterdam 5 oktober 2010 P.S.-borrel 6 oktober 2010 Eerstejaars Beroepenmiddag 6 oktober 2010 Constitutieborrel Ubbo Emmius 6 oktober 2010 Constitutieborrel Vintres 7 oktober 2010 Kennismaking met mevrouw Postuma 7 oktober 2010 CUOS-informatiebijeenkomst herijking bestuurslast 7 oktober 2010 Overleg met EJC 2010-2011 7 oktober 2010 Kennismakingsborrel TeMa 8 oktober 2010 Overleg met Diescommissie 2010-2011 8 oktober 2010 Kennismaking Adriëtte Oostvogels (Universiteitsraad) 8 oktober 2010 Kennismakingslunch ISCOMS 11 oktober 2010 Constitutieborrel Groninger Studentenbond 11 oktober 2010 Eten met Redactiecommissie 2010-2011 12 oktober 2010 Constitutieborrel IK 12 oktober 2010 Constitutieborrel Studentendesk Rode Kruis 13 oktober 2010 Algemene Ledenvergadering “Unitas Pharmaceuticorum” 14 oktober 2010 Constitutieborrel Unitas 14 oktober 2010 Constitutieborrel ODIOM 16 oktober 2010 Oud-besturendiner 18 oktober 2010 Constitutieborrel FMF 18 oktober 2010 Constitutieborrel SOG 20 oktober 2010 Consitutieborrel ISCOMS 20 oktober 2010 Overleg met bestuur van Stichting Sociëteit Villa Volonté 21 oktober 2010 Constitutieborrel Albertus Magnus 21 oktober 2010 Internationale avond K.N.P.S.V. te Groningen 22 - 23 oktober 2010 Kennismaking professor Neef te Maastricht 24 oktober 2010 Kennismaking professor Jonkman te Balkbrug 25 oktober 2010 Algemene Ledenvergadering “Aesculapius” 26 oktober 2010 Overleg met ABN AMRO over workshop 26 oktober 2010 Algemene Ledenvergadering Pharmaciae Sacrum 27 oktober 2010 Overleg met Internetcommissie


Pharmaciae Sacrum 2010-2011 28 oktober 2010 Constitutieborrel Studiosi Mobilae 28 oktober 2010 VvAA Discussieavond 29 oktober 2010 Kennismakingslunch mevrouw de Wolf en mevrouw Demmers (Mediq) november 1 november 2010 STOF-vergadering 1 november 2010 Overleg met werkgroep ‘Goed Doel’ 2 november 2010 P.S.-borrel 3 november 2010 Contractbespreking VvAA 4 - 5 november 2010 Mosadex-excursie te Elsloo 8 november 2010 Mediq Eerstejaarsexcursie te Staphorst 9 november 2010 Discussieavond plannen regeerakkoord hoger onderwijs (Studentenfracties Groningen) 9 november 2010 Diner en borrel met K.N.P.S.V.- bestuur 10 november 2010 Gangoverleg 11 november 2010 Mediq Najaarssymposium te Utrecht 12 november 2010 Raad van Quaestoren 15 november 2010 Constitutieborrel Sociëtas 15 november 2010 EJC-feest 16 november 2010 Constitutieborrel ACLO 17 november 2010 Kennismaking mevrouw Inia- Douma 18 november 2010 Central Filling-dag Mediq te Almere 18 november 2010 Overleg met K.N.P.S.V.-bestuur 18 november 2010 Receptie “Unitas Pharmaceuticorum” 19 november 2010 Contractbespreking MSD te Groningen 19 november 2010 Galadiner en galabal “Unitas Pharmaceuticorum” 22 november 2010 Kennismaking mevrouw Koers (ABN AMRO) 22 november 2010 Eten met Carrièredagcommissie 2010-2011 23 november 2010 Ziekenhuisfarmacieavond 24 november 2010 Diner met bestuur Studiosi Mobilae 24 november 2010 Raad van Advies 24 november 2010 FVOG-bijeenkomst 25 november 2010 FVOG-besturendag 25 november 2010 Een Dag Student 25 november 2010 Jamsessie GLV Idun 26 november 2010 FVOG-seminar RuG Introductietijdenregeling 26 november 2010 Kennismaking kandidaat- bestuur M.F.V. Panacea 29 november 2010 Contractbespreking Mediq te Utrecht december 2 december 2010 Contractbespreking Mosadex te Groningen 2 december 2010 Algemene Verenigingen Vergadering der FVOG

2 december 2010 Quaestorenoverleg 2 december 2010 Praesidesoverleg 6 december 2010 STOF-vergadering 7 december 2010 Overleg met Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2010-2011 7 december 2010 P.S.-borrel 8 - 10 december 2010 Dies Natalis Pharmaciae Sacrum 9 december 2010 Masteruitreiking 13 december 2010 Raad van Praesides 14 december 2010 Overleg met Multimedia- commissie 2010-2011 14 december 2010 Constitutieborrel ZaZa 16 december 2010 Patient Counselling Event der K.N.P.S.V. 16 december 2010 Eindejaarsborrel medewerkers Farmacie & Farmaceutische Wetenschappen 16 december 2010 Overleg met Sport Training en RecreactieCommissie 2010-2011 16 december 2010 Gala Studiosi Mobilae 20 december 2010 Overleg met de heer Werink (Studystore) 22 december 2010 Eten met Buitenland Excursie Commissie 2010-2011 23 december 2010 GNEV-vergadering januari 3 januari 2011 STOF-vergadering 3 januari 2011 Eten en borrelen met tudie- verenigingen studentengang 4 januari 2011 P.S.-borrel 5 januari 2011 Eerstejaarsexcursie Hooghoudt te Groningen 6 januari 2011 Themalezing Regeerakkoord 6 januari 2011 EHBO-cursus deel 1 7 januari 2011 Voorzittersoverleg FWN 10 januari 2011 Borrel met functies vier en vijf van zusterverenigingen en moedervereniging 10 januari 2011 Eten met functies twee van zusterverenigingen en moeder vereniging 11 januari 2011 Overleg met K.N.P.S.V.-bestuur 11 januari 2011 EJC-feest 12 januari 2011 Nieuwjaarsborrel KNMG 13 januari 2011 EHBO-cursus deel 2 13 januari 2011 Raad van Quaestoren 14 januari 2011 Raad van Advies 16 januari 2011 Ab-actis high tea 17 januari 2011 Zesdejaarsborrel 18 januari 2011 Overleg met Multimedia- commissie 2010- 2011 18 januari 2011 ABN AMRO Workshopavond 20 januari 2011 Overleg met Diescommissie 2010-2011 20 januari 2011 EHBO-cursus deel 3 21 januari 2011 Demonstratie plannen regeerak koord hoger onderwijs 23 januari 2011 Bezoek aan mevrouw Inia- Douma te Leeuwarden 24 januari 2011 Presentatie Witboek Farmacie KNMP te Amsterdam 24 januari 2011 Halfjaarlijkse Algemene

51

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum

52

2 maart 2011 Overleg met de heer Dalmeijer over Mediq Vergadering “Aesculapius” 25 januari 2011 Algemene Ledenvergadering Pharmaciae workshop 3 maart 2011 Voorzittersoverleg FWN Sacrum 27 januari 2011 Commissie Interesse Avond 3 maart 2011 Buitengewone Ledenvergadering 27 januari 2011 EHBO-cursus deel 4 Pharmaciae Sacrum 29 januari 2011 Algemene Vergadering der K.N.P.S.V. te 4 maart 2011 Open Dag op Locatie Utrecht 4 maart 2011 Oud-besturenbijeenkomst en -borrel 7 maart 2011 Carrièredag februari 8 maart 2011 STOF-vergadering 1 februari 2011 P.S.-borrel 8 maart 2011 Eten met bestuur U.P.S.V. “Unitas 1 februari 2011 Overleg met Sijpkes Busreizen Pharmaceuticorum” 2 februari 2011 Constitutieborrel M.F.V. Panacea 8 maart 2011 EJC-feest 2 februari 2011 Eten met Stichting Sociëteit Villa 9 maart 2011 Gangoverleg Volonté 10 maart 2011 Raad van Advies 3 februari 2011 Overleg met Gebouwenbeheer 12 maart 2011 Assessor I dag herindeling studentengang 12 maart 2011 Assessor II borrel 3 februari 2011 EHBO-examen 14 maart 2011 Eten en borrelen met studieverenigingen 4 - 7 februari 2011 Bestuursvakantie te studentengang Königsleiten, Oostenrijk 15 maart 2011 Voorjaarsdag KNMP te Utrecht 8 februari 2011 Voorzittersoverleg FWN 16 maart 2011 Kennismaking met KNCV te Den Haag 8 februari 2011 Filmavond 16 maart 2011 Overleg met CenE over workshop 9 februari 2011 Constitutieborrel Stichting 17 maart 2011 RuG alumni informatiebijeenkomst Sociëteit Villa Volonté 17 maart 2011 Mediq Workshopavond deel 1 10 februari 2011 Contractbespreking Astellas te 18 maart 2011 Galabal T.M.F.V. Archigenes Meppel 22 maart 2011 Eerstejaarssymposium Commissie 11 februari 2011 Faculteitsbezoek FVOG Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 11 februari 2011 Kennismaking Meeùs 22 maart 2011 Algemene Ledenvergadering Pharmaciae 12 februari 2011 NIA-dag der K.N.P.S.V. te Utrecht Sacrum 14 februari 2011 Eten met Sport Training en Recre- 26 maart 2011 Voorjaarsdag der K.N.P.S.V. te Utrecht actie Commissie 2010-2011 28 maart 2011 Buitengewone Algemene 15 februari 2011 STERC-Sportdag Ledenvergadering „Aesculapius” 16 februari 2011 Algemene Ledenvergadering 29 maart 2011 Mediq Besturendag te Utrecht “Unitas Pharmaceuticorum” 31 maart 2011 Een Dag Student 17 februari 2011 Patient Counselling Event Finale 31 maart 2011 Mediq Workshopavond deel 2 der K.N.P.S.V. te Utrecht 31 maart 2011 Kennismaking kandidaat-bestuur 17 februari 2011 Mannenactiviteit K.N.P.S.V. 17 februari 2011 Labfeest FWN 18 februari 2011 Overleg met Lustrumcommissie april 22 februari 2011 Contractbespreking VvAA te 4 april 2011 Overleg met Redactiecommissie Utrecht 2010-2011 22 februari 2011 Contractbespreking met CenE te 4 april 2011 STOF-vergadering Den Haag 4 april 2011 Voorzittersoverleg FWN 22 februari 2011 Receptie “Aesculapius” 4 april 2011 Eten met STOF 2010-2011 22 februari 2011 Gangoverleg 4 april 2011 Bierestafette Café ‘ ’t Vaatje’ 23 februari 2011 Voorzittersoverleg FWN 5 april 2011 Raad van Praesides 23 februari 2011 Overleg met de heer Dekker over 5 april 2011 P.S.-borrel studieboek 6 april 2011 Gangoverleg 23 februari 2011 Overleg met Internetcommissie 6 april 2011 Overleg met RijWielPrestatieTocht 2010-2011 Commissie 2010-2011 24 februari 2011 Masteruitreiking 7 april 2011 Pre-BEC borrel 24 februari 2011 Gangoverleg 8 - 10 april 2011 Inwerkweekend 24 februari 2011 Ouderejaarssymposium 11 april 2011 Contractbespreking Noord Negentig Commissie Farmaceutische 11 april 2011 Overleg met Buitenland Excursie Wetenschappen ‘SSS’ Commissie 2010-2011 25 februari 2011 Voorzittersoverleg FWN 15 april 2011 Kennismaking nieuwe contactpersoon 25 februari 2011 Kennismaking mevrouw VvAA Scheper (Kring Apotheken) 18 april 2011 Opstartgesprek Eerstejaars Introductie 25 februari 2011 Galadiner en galabal Commissie ‘EIK’ 2011-2012 “Aesculapius” 18 april 2011 FVOG-borrel 21 april 2011 Raad van Advies maart 21 - 27 april 2011 Buitenland Excursie te Wenen 1 maart 2011 P.S.-borrel en München 2 maart 2011 Contractbespreking ThioPharma te Zwolle 28 april 2011 Masteruitreiking

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Pharmaciae Sacrum 28 april 2011 Opstartgesprek Redactiecommissie 20112012 28 april 2011 Contractbespreking Mediq te Utrecht mei 2 mei 2011 Overleg met kandidaat-bestuur 3 mei 2011 P.S.-borrel 4 mei 2011 Contractbespreking Escura te Maarssen 5 mei 2011 Bespreking FaMe-avond met de heer Kosterink 6 - 8 mei 2011 Batavierenrace te Enschede 10 mei 2011 Faculteitsfeest 11 mei 2011 FaMe-avond 12 mei 2011 Contractbespreking Café ‘De Toeter’ 12 mei 2011 Overleg met kandidaat-bestuur 17 mei 2011 Raad van Advies 17 mei 2011 Intrafacultaire Bierestafette 17mei 2011 Lugusborrel 18 mei 2011 Overleg met dr. Hirsch 19 mei 2011 Overleg met kandidaat-bestuur 19 mei 2011 After-BEC borrel 20 mei 2011 Overleg met bestuur Stichting Sociëteit Villa Volonté 20 mei 2011 Gala M.F.V. Panacea met kandidaat- bestuur

21 mei 2011 RijWielPrestatieTocht 21 mei 2011 Functionarissenborrel 23 mei 2011 Raad van Praesides 23 mei 2011 Raad van Quaestoren 23 mei 2011 InDesign-cursus 24 mei 2011 Onderwijsmiddag en Docent van het Jaaverkiezing 24 mei 2011 Eten met Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 25 mei 2011 Opstartgesprek Almanakcommissie 2011- 2012 26 mei 2011 Contractbespreking ABN AMRO 26 mei 2011 Contractbespreking Café ‘De Toeter’ 27 mei 2011 RuG Ouderdag 27 mei 2011 Voetballen met AIO’s 28 mei 2011 Buitendag 29 mei 2011 Kennismaking professor Frijlink te Eelde juni 1 - 4 juni 2011 Congres der K.N.P.S.V. te Apeldoorn 2juni 2011 AV der K.N.P.S.V. te Apeldoorn 6 juni 2011 Ontbijt met K.N.P.S.V.-bestuur 6 juni 2011 STOF-vergadering 7 juni 2011 Jaarvergadering Pharmaciae Sacrum

Bas & Sil

53

Foliolum Jaargang XXIV Ed V


Beleidsplan 2011-2012

Geachte leden der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Voor u ligt het beleidsplan van het aankomende 130ste bestuur der Groningse Farmaceutische Studenten Vereniging “Pharmaciae Sacrum”. De verwezenlijkte doelen van reeds 129 voorgaande besturen hebben geleid tot de bloeiende vereniging die Pharmaciae Sacrum hedendaags is. Deze vergaarde kennis is van grote waarde voor de continuïteit van de vereniging en hier spelen naast de oudbesturen ook de ereleden een grote rol bij. Wij hechten dan ook grote waarde aan het behouden van het goede contact met de vier ereleden. Als aankomend bestuur zijn wij vol enthousiasme om de vereniging komend jaar, met een eigen frisse blik, zo goed mogelijk te besturen en onze eerste doelen, gesteld in dit beleidsplan, te realiseren.

54

Het afgelopen jaar is er door de overheid op verschillende manieren geprobeerd het langstuderen tegen te gaan, onder andere door invoering van het BSA, boetes bij studievertraging en de ‘harde knip’. De mogelijkheid om je te ontplooien naast de studie Farmacie komt hiermee in het geding, waardoor het aantal actieve leden afneemt. Echter de actieve leden en de toestroom van nieuwe actieve leden zijn van groot belang voor het behoud en de toekomst van de vereniging en daarom zullen wij aankomend jaar zoveel mogelijk leden bij de vereniging proberen te betrekken. Aankomend jaar zal de vereniging haar 130e Dies Natalis vieren. Dit 26e lustrum zal met een educatief, sociaal en cultureel programma een mooi moment zijn om eerstejaars te binden, niet-actieve leden bij de vereniging te betrekken en alumni te werven. De jaarlijkse toestroom van nieuwe studenten bij de opleiding Farmacie willen wij optimaal benutten voor het binden van de eerstejaars. Een mooi fenomeen voor de eerstejaars zijn de P.S.-papa’s en -mama’s. Zij spelen een belangrijke rol in het enthousiast maken van eerstejaars en graag zouden wij hun takenpakket beter in beeld willen brengen. In samenwerking met de EIK willen wij een duidelijk protocol voor hen op stellen. Op deze manier hopen we de eerstejaars zoveel mogelijk enthousiast maken voor de vereniging en haar activiteiten. Om tevens de eerstejaars beter kennis te laten maken met het P.S.-hok zullen wij een eerstejaarslunch organiseren in het eerste semester. Wij streven ernaar om zoveel mogelijk eerstejaars hiermee op het hok te kunnen verwelkomen en hen de sterke en gezellige band tussen de P.S.-leden te laten zien. De P.S.-leden dragen de vereniging en hebben haar gebracht tot wat zij nu is, een vereniging met mooie tradities en vele activiteiten. Alle commissies die P.S. rijk is zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten

Foliolum Jaargang XXIV Ed V

naast de studie. Afgelopen jaar is met succes de eerste Commissie Interesse Avond georganiseerd. Volgend jaar streven wij naar het organiseren van twee Commissie Interesse Avonden om zo leden die minder bekend zijn met de commissies binnen Pharmaciae Sacrum op de hoogte te stellen van de mogelijkheden binnen P.S. en ze bij de vereniging te betrekken. Bij het verzenden per e-mail van de vacatures voor commissies zullen wij aankomend jaar meer uitleg geven over de inhoud van een commissies en een omschrijving geven van de functies. Daarnaast willen wij het activiteiten aanbod voor de tweedejaars vergroten om hen meer bij de vereniging te betrekken. Wij hopen het aantal actieve tweedejaars te verhogen door het organiseren van een passende tweedejaars activiteit in combinatie met een theorievak aan het begin van het jaar. Wanneer commissies gevormd zijn, is het belangrijk goed contact tussen bestuur en commissies te onderhouden. De Assessor I zal aankomend jaar vanuit het bestuur aanspreekpunt zijn voor de commissies. Regelmatig zal er contact zijn tussen de Assessor I en de commissies voor een goede communicatie en om op de hoogte te blijven van de vorderingen binnen de commissies. Tevens zullen we de notulen van de commissies van het voorgaande jaar digitaliseren om aan de hand hiervan de begeleiding te optimaliseren en de commissies zoveel mogelijk inzicht te geven in hun commissietijd. Uit de afgelopen jaren blijkt dat er vanuit de P.S.-leden steeds meer interesse en vraag is naar beroeps- en studiegerichte activiteiten. Het huidige aanbod van de workshops biedt een goed gevarieerd programma. We streven ernaar om het interactieve karakter van de workshops te behouden. Wij hopen hier nog verder op in te kunnen spelen. Tevens zal er gekeken worden naar mogelijkheden voor het organiseren van een activiteit in samenwerking met de opleiding van apothekersassistenten om meer inzicht te krijgen in deze studie. Volgend jaar willen wij kritisch gaan kijken bij welke externe activiteiten het bestuur wel of niet voltallig aanwezig dient te zijn. Hierdoor hopen wij de bestuurslast te verminderen en meer tijd te creëren om het bestuursjaar te kunnen combineren met het volgen van een aantal vakken. Voor volgend jaar hopen wij meer transparantie rond de bestuursvorming bij Pharmaciae Sacrum te creeëren. Dit willen wij mede bewerkstelligen door het organiseren van een Bestuur Interesse Avond. Tevens willen we te zijner tijd per e-mail een omschrijving geven van de functies in


Pharmaciae Sacrum het bestuur, aangeven wat een bestuursjaar inhoudt en wanneer het mogelijk is om interesse te tonen. Zowel het 128e als het 129e bestuur zijn bezig geweest met het introduceren van een nieuw boekhoudprogramma. Wij willen aankomend jaar dit nieuwe boekhoudprogramma werkbaar maken om hier vervolgens geheel op over te stappen. Er zal een aantal maanden met zowel het nieuwe als het oude boekhoudprogramma worden gewerkt. Goed contact met de accountant zal hierbij belangrijk zijn. Het is gebleken dat het voor commissies steeds moeilijker wordt om sponsoring binnen te halen. Om het sponsorbeleid voor commissies te verbeteren, willen we het sponsorbestand opschonen, door bedrijven te schrappen en nieuwe bedrijven aan te schrijven. Ook willen we meer doelgerichte sponsoring toepassen welke past bij de activiteit van een commissie.

Agenda Juli

04 - STOF-vergadering 05 - P.S.-borrel

Augustus

30 - Facultaire introductiedag 31 - t/m 01-09 Binnenlands Bedrijven Bezoek

Wij zijn verheugd dat aankomend jaar het K.N.P.S.V.bestuur weer uit Groningen komt. Zij zorgt door middel van haar activiteiten voor een goede integratie tussen de zusterverenigingen en onderlinge versterking van de contacten. Wij streven ernaar om de activiteiten van zowel P.S. als de K.N.P.S.V. goed op elkaar af te stemmen, zodat er meer spreiding is tussen de activiteiten. Voor het plannen van activiteiten is het tevens van belang om activiteiten zoveel mogelijk op het studierooster af te stemmen. Hiervoor is goed contact met de opleiding nodig om te kijken naar de mogelijkheden van het organiseren van activiteiten naast vakken. Aankomend jaar hopen we de vakgroepen zoveel mogelijk te betrekken bij de vereniging en de band met de docenten goed te onderhouden. Onze plannen beschreven in dit beleidsplan hopen wij komend jaar te realiseren. We hopen op het P.S.-hok een open sfeer te creëren, waar iedereen zich altijd welkom voelt. We staan open voor nieuwe ideeën en horen deze dan ook graag. Niet alleen voor serieuze zaken, maar zeker ook voor gezellige praatjes zullen wij er komend jaar zijn voor de leden. Hopende de verwachtingen van de leden en onze voorgangers waar te maken,

55

Het kandidaat-bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” 2011-2012, Sophie Berends Jessica van Oppen Sanne Geling Hylke Waalewijn Tristan Snoei

Praeses Ab-actis Quaestor Assessor I Assessor II

Foliolum Jaargang XXIV Ed V




D

eze bladzijde in het Foliolum wil ik graag opdragen aan Lisanne, Geert, Marrit, Jeroen en Merlijn. En aan u, als u tot het einde van dit jaar het Foliolum gelezen hebt. Het begin van elk commissiejaar is voor iedere preases hetzelfde, je moet na toegezegd te hebben een jaar lang zorg te dragen voor de desbetreffende commissie de mensen uitzoeken met wie je dat gaat doen. Daarnaast denk je vooral “ik ga het dit jaar anders doen“, “ik ga het dit jaar beter doen dan ooit“, “ik zal dit het mooiste commissiejaar van allemaal maken“, ik, ik, ik, ik… Maar wie ben je nou helemaal als praeses in je eentje? Juist. Niemand. Zonder commissie om je heen ben je niemand. Helemaal niemand. Daarom wil ik mijn commissiegenoten bedanken voor alle inzet die ze getoont hebben, de mooie commissieavonden en alle herinneringen die ik aan afgelopen jaar zal overhouden.

Lieve Lisanne, ik heb gevochten tijdens het eerste preasidesoverleg om je in mijn commissie te krijgen. Eigenlijk wilde een andere preases jou hebben, maar ik weet nog dat we ooit op een EIK-feest waar wij een onbewaakte open tap hadden gevonden en ons zelf naar andere werkelijkheden gedronken hebben. In al onze beschonkenheid dreven we de DJ tot wanhoop met onze verzoekjes voor Mambo #5. Op diezelfde beruchte avond, voor ons althans, weet ik nog dat we bedacht hadden dat we sowieso samen een commissie moesten gaan doen. En het liefts een makkelijke zodat we veel bier konden drinken. Nu is het Foliolum niet de makkelijkste commissie en is het huideige financiële klimaat geen wind in de zeilen voor een queastor. Toch hebben we erg veel plezier gehad en hadden maar weinig mensen het beter kunnen doen dan jij. Lisanne, bedankt!

Beste Geert, odanks dat je in mijn jaar zit kende ik je aan het begin van het commissiejaar nog niet zo goed. Gelukkig kwam daar direct de eerste commissieavond bij mij thuis verandering in. De dames waren reeds afgetaaid; een uitstekende gelegenheid voor een mannelijk potje mexx. Dobbels en vodka zijn voor jou een goede combi en ik denk dat het beeld wat Jeroen en ik die avond van jou gekregen hebben nog immer op ons netvlies gebrand is. Als ab-actis heb je dit jaar netjes het contact met andere commissie en het bestuur verzorgd. Ook de notulen waren altijd goed, hetzij af en toe een week of twee te laat. Maar het is altijd leuk om even te lezen wat er ook al weer gebeurd was. Dit jaar heb jij je bovenal onsterflijk gemaakt met je legendarische bowling-vaardigheden. Na 8 rondes op 9 punten staan is ongetwijfeld een record. Houd het maar bij Jungle Speed, Geert. Bedankt voor het mooie jaar!

Lieve Marrit, dankzij jou waren wij elke maandag weer op de hoogte van de laatste roddels binnen PS. Vooral Lisanne en Merlijn hebben hier van genoten, maar ik moet toegeven het zelf ook mooi gevonden te hebben. Behalve dan die keren dat het over mij ging… Gezelligheid is denk het woord dat dit jaar het best bij jou past. Ik merk dat het lastig is om onder woorden te brengen wat ik aan jou ga onthouden; maar als ik aan jou denk, denk ik aan en lachende Marrit. Gezelligheid nam je altijd met je mee. Bedankt voor alle mooie momenten, het commissie-wii’en en je inzet. Ook veel succes met je bestuursjaar toegewest! P.S. denk aan ons terug als je naar je Jungle Speed hand kijkt ;)

Beste Jeroen, ook jij was erbij de eerste avond bij mij thuis. Terwijl Geert onder de tafel lag hebben wij het over de belangrijke zaken in het leven gehad. Een goed begin! Als het aan jou en mij lag hadden we het waarschijnlijk vaker gedaan. Veel vaker. Jou wil ik in het bijzonder bedanken voor de hoeveelheid tijd die je in het lay-outen hebt gestopt. Echt fantastisch! Samen hebben wij dit jaar die taak op ons genomen, en alleen had ik het niet gekund. Ook had je veel ideeën over het vormgeven. Veel nieuwe elementen in de lay-out komen van jouw hand. Ik ga de pizza-avonden bij jou zeker missen en ik wens je bijzonder veel succes en plezier met de almanakcommissie!

Lieve Merlijn, ik weet oprecht niet wat ik dit jaar zonder jou had gemoeten. Altijd scherp bij vergaderingen, altijd je zaakjes perfect op orde. Schrijvers regelen? De stukken zijn een maand voor de deadline binnen. Maar wie denk dat jij alleen maar serieus kan zijn heeft het mis. Op menig commissieavond heb ik je aanwezigheid gewaardeerd en met je gelachen. We mochten bijna altijd je ruime keuken gebruiken om lekkter te eten en ons commissiespel te doen. Bedankt voor je inzet, je goede ideeën en de herinneringen. Merlijn, het ga je goed.



G.M. Ronner Y. Tol AA Mr. R.A. Veening FB H. de Vos FB

Betrokken en gedegen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.