http://www.psgroningen.nl/foliolum/juni2010

Page 1

G. F. S. V. “PHARMACIAE SACRUM” UNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE

Foliolum JAARGANG XXIII EDITIE V JUNI 2010

Kinderen en farmacie

Dr. L.M. Hanff

Dr. E.N. van Roon

Dr. T.W. de Vries

Kinderen: welke toedieningsvorm gebruik je?

Kinderen zijn geen kleine volwassenen wat betreft kinetiek

De grote gevolgen van alcohol bij opgroeiende kinderen


J I B N E K R E W M K E +O E H T O P ! Q I D -E

-EDIQ !POTHEEK DE LANDELIJKE APOTHEEKFORMULE VAN -EDIQ .6 STELT DE KWALITEIT VAN DE ZORG CENTRAAL .U EN IN DE TOEKOMST $AT DIT SUCCES HEEFT BEWIJST ONZE SNELLE GROEI :OEK JIJ EEN PROFESSIONELE ÁN PERSOONLIJKE UITDAGING 'ROEI DAN MET ONS MEE )NTERESSE .EEM CONTACT OP MET DE VACATUREBANK OF STUUR EEN MAIL NAAR VACATUREBANK MEDIQ NL

WWW MEDIQ APOTHEEK NL


G. F. S. V. Pharmaciae Sacrum in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Foliolum

En verder...

Jaargang XXIII Editie V Juni 2010

06

09

Toedieningsvormen voor kinderen Dr. L.M. Hanff bespreekt de problemen bij toedieningsvormen voor kinderen en de noodzaak van innovatie.

Farmacokinetiek op de kinderleeftijd Kinetiek voor kinderen verschilt van volwassenen Dr. Eric N. van Roon zal dit nader toelichten.

11 Bijwerkingen bij kinderen Bijwerkingen zijn vaak ongewenst en onbekend. Zeker in het geval wanneer het om kinderen gaat. Dr. van Grootheest vertelt meer over de registratie van bijwerkingen bij kinderen.

16 Actueel Alcoholmisbruik onder jongeren is een hot item. Dr. de Vries zal onder andere iets vertellen over de negatieve effecten en over de zorg op poliklinek alcohol & jongeren.

Redactioneel Praesespraat

04 05

Geneesmiddel belicht RC on the road

13 14

Afgestudeerden Promovendus Evaluatie cursussen Mede mogelijk gemaakt door... Onderzoek belicht Bacheloronderzoek belicht Student in het buitenland

19 21 23 24 25 27 28

Alumnus 31 Carriéredag 32 SSS Eerstejaarssymposium 33 BEC 34 Batavierenrace 37 Alumnidag 38 RWPT 39 Voetballen tegen docenten 40 Buitendag 41 Beleidsplan 42 Jaarverslag 45 Activiteitenlijst 55 Bouwstenen van P.S. 59 Commissies 60 Red de Cavia 62 Agenda 63 Bedankt! 64 Puzzelpagina 65 Wat een UITKOMST! 66 Redactiecommissie Naomi Teekamp Marieke Bagerman Sanne Geling Niek Breg Frank Meijerink Koen Hilgerink Ab-actiaat Marieke Bagerman J. C. Kapteynlaan 27A 9714 CM Groningen 06-13096673 foliolum@rug.nl Drukkerij Weissenbach BV Sneek

Copyright 2010 Redactiecommissie “Schrijfwijzen” der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

Oplage 1200 stuks


Schrijfwijzen Redactiecommissie 2009-2010

Geachte lezer, Het vijfde en laatste nummer van de 23e redactiecommissie Foliolum ligt voor u. Achter ons ligt een veelbewogen jaar, waarin we hard hebben gewerkt om steeds de beste schrijvers, interessantste artikelen, boeiendste verslagen en mooiste actiefoto’s te verwerken tot een editie van het Foliolum. We hopen dat u het Foliolum het afgelopen jaar met veel plezier heeft gelezen en natuurlijk heeft u deze laatste editie nog tegoed. Voor het laatste nummer is het thema ‘Kinderen en farmacie’ gekozen. Wat ons betreft een weinig gehoord thema, terwijl kinderen eigenlijk in een zelfde soort positie als ouderen staan binnen de farmacie. Naar beide groepen wordt weinig onderzoek gedaan door de industrie, terwijl ze wel een specifieke behandeling behoeven. Over de problemen bij ouderen en farmacie wordt veel geschreven, over kinderen en farmacie daarentegen niet. Reden om een nummer aan dit onderwerp te wijden. Het eerste wat geleerd kan worden over het thema is dat kinderen geen kleine volwassenen zijn. Dr. Hanff vertelt welke toedieningsvormen gebruikt kunnen worden bij kinderen. In het artikel van dr. Van Roon staat beschreven hoe de kinetiek van een kind verschilt van de kinetiek van volwassenen. Natuurlijk hebben kinderen ook bijwerkingen en dr. Van Grootheest schrijft dan ook over de registratie hiervan bij het Lareb. Ook ‘Actueel’ sluit dit keer aan op het thema: dr. De Vries, hoofd van de alcoholpoli in het Medisch Centrum Leeuwarden, beschrijft de gevolgen van alcohol bij het opgroeiende kind.

04

In het P.S.-gedeelte zijn veel verslagen opgenomen: De Buitenland excursie, het SSS eerstejaarssymposium, de Batavierenrace, de tweede Carrièredag, de RijwielPrestatieTocht en meer! Er is verder veel invulling vanuit het bestuur gekomen. Het 128e bestuur sluit hun jaar af met het abactieel jaarverslag en de activiteitenlijst en het 129e bestuur begint hun jaar met het beleidsplan. In ‘Bouwstenen van P.S.’ vertellen de ereleden van P.S. bovendien over hun functie binnen de vereniging. Voor de laatste keer hebben wij het spel ‘Red de cavia’ gespeeld en dat was natuurlijk met onze opvolgers. Het was een zeer gezellige avond en ze hebben al een klein stukje van de sluier opgelicht wat betreft hun ideeën voor volgend jaar. Ik wil ze hierbij heel veel succes wensen en ik kijk uit naar het eerste nummer! Dan is het voor mij nu toch echt tijd om afscheid te nemen van dit commissiejaar, maar voordat ik dat doe wil ik u graag nog even verwijzen naar de puzzelpagina, waar wij onze mooiste foto’s van de elektronenmicroscoop hebben geplaatst en daarnaast nog een paar hersenkrakers om op het strand te maken. Tenslotte wil ik graag mijn commissie bedanken: Frank, Frank, Marieke, Sanne, Niek en Koen, (en alle andere lezers), alles wat ik over jullie kwijt wil staat op pagina 64! Voor de laatste keer, veel leesplezier gewenst, Met vriendelijke groet,

Naomi Teekamp h.t. praeses

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Kruizinga e.t. praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

Beste P.S.’ers, Het Foliolum dat u voor u heeft liggen is alweer de laatste editie van dit collegejaar en daarmee ook de laatste voor Redactiecommissie ’09-’10. Ik heb het afgelopen jaar de Foliola met veel plezier gelezen en ik ben van mening dat het Foliolum dit jaar weer verder is gegroeid. Door nieuwe rubrieken en de invulling die de commissie heeft gegeven aan de verschillende redactionele gedeelten hebben ze de reikwijdte van het Foliolum verder verbreed. Met het uitkomen van deze editie van het Foliolum heeft de jaarvergadering alweer een maand geleden plaatsgevonden. Dit was de afsluiting van een periode vol met activiteiten; zo zijn we in mei nog op excursie geweest naar Parijs, hebben we voor de 10e keer de FTO-dag in samenwerking met Geneeskunde studenten gehouden, was de mei-borrel met de farmaceutische pupquiz een groot succes en hebben we het Groninger ommeland verkend tijdens de Rijwielprestatietocht. Tijdens de jaarvergadering is teruggeblikt op een mooi verenigingsjaar en is het bestuursjaar 2009-2010 afgesloten. In dit nummer kunt u het abactieel jaarverslag lezen; een samenvatting van het bestuursjaar 2009-2010. Met de bestuurswissel hebben vijf enthousiaste mensen het stokje overgenomen. In deze editie presenteren ze hun beleidsplan waarin zij ideeën en aandachtspunten voor het komende jaar uiteenzetten. Waar het nieuwe bestuur de uitdagingen behandeld in het beleidsplan, geeft de redactiecommissie in het redactionele gedeelte aandacht aan een lastige uitdaging op het gebied van farmacotherapie. Deze editie zal gaan over farmacotherapie bij kinderen. De uitdagingen hierbij liggen op verschillende vlakken, zo is het voorschrijven van geneesmiddelen voor kinderen bijna altijd “off-label”, er mist immers vaak literatuur die voor volwassenen wel aanwezig is. Vaak is er weinig bekend over mogelijke bijwerkingen en de dosering is vaak lastig te bepalen: moet je een kind zien als een kleine volwassene? Deze en andere onderwerpen zullen door de redactiecommissie behandeld worden en ik denk dat ze hiermee wederom een interessant thema hebben uitgekozen. Afsluitend wil ik graag nog even het woord richten tot de redactiecommissie; Naomi, Marieke, Sanne, Niek, Frank (Meijerink), Koen en Frank (Klont): jullie hebben een bewogen jaar achter de rug, maar hebben het gepresteerd om iedere keer een mooi Foliolum op te leveren. Ik wil jullie bedanken voor jullie inzet en ik ben er zeker van dat ik het laatste nummer met veel plezier ga lezen. Ik wens iedereen veel leesplezier en alvast een goede vakantie toe! Met vriendelijke groet, Namens het 128e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Tonnis Jan Kruizinga e.t. praeses

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

05


Toedieningsvormen voor kinderen: ook op de kleintjes letten! Dr. L.M. Hanff Ziekenhuisapotheker Erasmus MC- Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam

06

INLEIDING Voor zieke kinderen is - net als voor volwassenen farmacotherapie een belangrijke behandeloptie. Bij kinderen worden veelal dezelfde geneesmiddelen toegepast als bij volwassenen, hoewel de indicaties kunnen verschillen. Duidelijk is dat de doseringen van geneesmiddelen aangepast moeten worden voor de pediatrische patient, ter voorkoming van toxiciteit. Dankzij farmacokinetisch onderzoek, is de laatste jaren meer bekend geworden over de relatie dosering – bloedspiegel van veel geneesmiddelen bij de verschillende leeftijdsgroepen en komt er meer informatie beschikbaar over gewenste doseringen van geneesmiddelen bij kinderen. Zelfs bij prematuur geboren neonaten wordt dit soort onderzoek inmiddels uitgevoerd, hoewel nog zeer beperkt. De nieuwe Europese wetgeving (EC1901/2006 “Medicinal products for pediatric use”) zal ook een impuls geven aan het geneesmiddelonderzoek bij kinderen. Hierin wordt bepaald dar farmaceutische industrieën verplicht zijn elk nieuw geneesmiddel ook bij kinderen te onderzoeken, indien zij het willen registreren voor volwassenen. Door deze maatregelen weten we nu steeds beter welke doseringen we moeten geven aan kinderen en welke bijwerkingen we kunnen verwachten. Echter, een onderdeel dat hierbij nog te weinig aandacht heeft gekregen is de toedieningsvorm. Uit farmacokinetisch / farmacodynamisch onderzoek kan een -wetenschappelijke onderbouwde - dosering afgeleid worden voor klinisch gebruik. Of het kind vervolgens deze dosering ook daadwerkelijk in het lichaam krijgt, hangt in sterke mate af van de toedieningsvorm. Zeker voor kinderen is goede toedieningsvorm in grote mate bepalend voor de therapietrouw. Echter, juist het beschikbaar zijn van een goede toedieningsvorm bij kinderen vormt in de praktijk een groot probleem.

Ter illustratie; voor verlaging van de bloeddruk kunnen ook bij kinderen en neonaten ace- remmers gebruikt worden. Ter voorkoming van een te sterke bloeddrukdaling wordt vaak voorzichtig begonnen, en bij voorkeur met een middel met een korte halfwaardetijd zoals captopril. Volgens het kinderformularium is de orale dosering captopril voor een neonaat 0.01 mg/kg /keer. Beschikbare toedieningsvormen zijn tabletten van 12,5mg, 25mg en 50mg. Hiermee kan dus nooit de juiste dosering gegeven worden aan een neonaat met een gewicht variërend van 0.5kg tot 3.5kg. Foliolum Jaargang XXIII Ed V

ORALE TOEDIENINGSVORM Met name de orale toediening van geneesmiddelen bij kinderen kent specifieke knelpunten, terwijl juist deze toedieningsroute duidelijk de voorkeur geniet boven de parenterale route vanwege de patiëntvriendelijkheid en de veiligheid. Bij volwassenen worden vrijwel altijd vaste orale toedieningsvormen gebruikt, zoals tabletten en capsules. Bij kinderen worden verreweg de meeste geneesmiddelen op lichaamsgewicht, dus in mg/kg gedoseerd. Dit betekent dus dat in de praktijk vrijwel elk kind een andere dosering krijgt! Een geschikte toedieningsvorm moet dus een grote mate van doseerflexibiliteit hebben om voor meerdere kinderen bruikbaar te zijn danwel geschikt te zijn voor doseringsaanpassingen bij een kind vanwege groei en hieraan gekoppelde doseringsaanpassing. Daarnaast is duidelijk dat het innemen van vaste toedieningsvormen zoals tabletten of capsules bij pasgeborenen en jonge kinderen niet mogelijk is vanwege het risico op verslikken. Als een geneesmiddel toegediend wordt aan deze leeftijdsgroep (<2 jaar) zal het een vloeibare formulering moeten zijn. Oudere kinderen hebben daarentegen wel vaak een voorkeur voor vaste toedieningsvormen zoals tabletten of capsules. Een bittere smaak van het geneesmiddel is vaak beter te camoufleren dan bij een drank en het is beter inpasbaar in de dagelijkse routine van een schoolgaand kind.


Kinderen en farmacie CASUS Patiëntje Rob, 4 jaar, is gediagnostiseerd met acute lymfatische leukemie. Hij wordt behandeld met chemotherapie volgens het 2 jarige, intensieve ALL-10 protocol van de SKION (Stichting Kinderoncologie Nederland). Vanwege het risico op infecties bij immuunsuppressie door de chemotherapie krijgen alle kinderen bij het ALL-10 een onderhoudsdosering met orale antibiotica en anti-schimmelmiddelen. Hiervoor wordt een combinatie van ciprofloxacine, itraconazol en co-trimoxazol gebruikt. Ciprofloxacine is verkrijgbaar als drank in 50mg/ml en 100mg/ml oplossing, die beiden niet geregistreerd zijn voor kinderen maar wel offlabel gebruikt worden. De drank smaakt echter zeer vies, waardoor de voorkeur uitgaat naar de sterkste geconcentreerde drank omdat dan het inname volume het kleinst is. Echter deze sterkte wordt niet vergoed extramuraal, waardoor in de praktijk altijd 50mg/ml voorgeschreven wordt. Vanwege de slechte smaak van de drank wordt bij Rob gekozen voor tabletten ciprofloxacin. Thuis verslikt hij zich echter in de (grote) tablet, waarop hij gereanimeerd moet worden en ICopname volgt. Hij herstelt, maar met blijvende forse cerebrale schade ten gevolge van de hartstilstand. Uit farmaceutisch technologisch oogpunt is de leeftijd vanaf wanneer vaste orale toedienings vormen (zonder kauwen) ingenomen kunnen worden, een belangrijk moment. Een vertraagde afgifte systematiek of het aanbrengen van een maagzuur resistente coating kan dan gerealiseerd worden. In de praktijk kan aan kinderen vanaf een leeftijd van plusminus 7 jaar geleerd worden een orale toedieningsvorm in zijn geheel in te nemen. Het is belangrijk je te realiseren dat jongere kinderen tabletten eerst zullen fijnkauwen waardoor bijvoorbeeld een vertraagde afgifte systematiek niet meer werkzaam is en de hele dagdosis in een keer vrijkomt.

HULPSTOFFEN Bij de samenstelling van een formulering voor een kind moet rekening gehouden worden met het feit dat niet alle hulpstoffen gebruikt kunnen worden bij kinderen, De aanwezigheid van bijvoorbeeld alcohol als oplosmiddel in een drank , is niet wenselijk voor kinderen. Toch zijn er commercieel verkrijgbare dranken zoals ranitidine (Zantac®) en digoxine (Lanoxin®) die alcohol bevatten maar toch toegepast worden bij jonge kinderen, bij gebrek aan alternatieven. Eventuele lange termijn effecten zijn niet goed onderzocht. Een goed overzicht van de overwegingen rondom toe te passen hulpstoffen bij kinderen is beschreven in de Reflection paper on Formulations for Paediatric populations (www.emea.europe.eu). DE KLINISCHE PRAKTIJK In het Sophia kinderziekenhuis is, zoals in de meeste kinderziekenhuizen, het merendeel van de opgenomen kinderen jonger dan 1 jaar. Het ontbreken van commercieel verkrijgbare drankjes vormt een groot probleem bij het toedienen van orale geneesmiddelen in deze leeftijdsgroep. Bijvoorbeeld op het gebied van cardiovasculaire middelen (ace-remmers, calcium-antagonisten) zijn geen geregistreerde dranken beschikbaar, maar zelfs van veel gebruikte geneesmiddelen in de pediatrie (zoals corticosteroïden, antiepileptica of diuretica) is er in de markt geen drank verkrijgbaar. In de praktijk werd het opgelost door de (ziekenhuis) apotheek een drankje “lege artis” te laten maken. Alternatief was capsules te maken in de apotheek in de juiste sterkte die verpleging of ouders vervolgens voor toediening oploste. Ook werden er met tabletsplitters geprobeerd een deel van commerciële tabletten te geven, of werden tabletten fijngemaakt, “opgelost” en een aliquot gegeven. Duidelijk is dat de kwaliteit van die individuele toedieningsvormen en de wijze van toediening niet goed te garanderen en te standariseren was.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

07


Kinderen en farmacie HULPSTOFFEN Een voorbeeld is toepassing van co-trimoxazol (Bactrimel®) in de pediatrie. Dit veel gebruikte antibioticum wordt bij voorkeur oraal gegeven maar soms is het noodzakelijk hoge doseringen intraveneus te geven. De infusievloeistof bevat echter 40% propyleenglycol. Propyleenglycol wordt in de lever omgezet door alcoholdehydrogenase tot pyruvaat en lactaat. Bij onvoldoende uitscheiding , zoals bij zieke kinderen kan optreden, kan echter stapeling van de ontledingsproducten ontstaan waardoor hyperosmolariteit, lactaat acidose, convulsies en orgaanschade kan optreden. Bij een dosis van 2dd 18mg/kg intraveneus wordt omgerekend 150mg/kg propyleenglycol aan kinderen gegeven, hetgeen boven de FDA grens van 25mg/kg/dag ligt. Om die reden gebruiken wij in het Sophia kinderziekenhuis het, niet in Nederland geregistreerde, alternatief Lidatrim dat geen propyleenglycol bevat.

08

ONTWIKKELING De ziekenhuisapothekers uit de verschillende kinderziekenhuizen hebben zich vervolgens verenigd in een Special Interest Group (SIG) van de Nederlandse Vereniging van ziekenhuizen (NVZA). Een van de vele activiteiten die deze SIG heeft opgepakt is, is te inventariseren welke orale toedieningsvormen in de kinderziekenhuizen gebruikt worden. Daaruit bleek een grote diversiteit aan producten. Samen met het WINAP (wetenschappelijk instituut der Nederlandse apotheken) is een prioritering aangebracht en zijn met behulp van een subsidie van VWS een aantal gestandaardiseerde voorschriften ontwikkeld voor veel gebruikte geneesmiddelen (bijvoorbeeld spironolacton, hydrochloorthiazide, enalapril, acetazolamide). Dankzij de door het WINAP goed onderzochte stabiliteit, houdbaarheid en keuze voor hulpstoffen is de kwaliteit van deze toedieningsvormen sterk verhoogd en kunnen apotheken op basis van deze voorschriften de bereiding voor individuele patiënten doen. Tevens zijn patiëntinformatiefolders beschikbaar gekomen en kan geautomatiseerde medicatiebewaking plaatsvinden door opname van de producten in de G-standaard. Echter, slechts een klein deel van de voorschriften is gerealiseerd en er liggen nog veel wensen voor verdere standaardisatie en optimalisatie van andere pediatrische dranken. De capaciteit bij WINAP is beperkt, maar mogelijk zouden de farmacie faculteiten hierin een grotere rol kunnen gaan spelen dan nu het geval is. Een belangrijk voordeel in Nederland is dat de opleiding tot apotheker (en de opleiding tot apothekersassistente) de mogelijkheid biedt op een kwalitatief goede manier geneesmiddelen te leren bereiden, hetgeen voor de pediatrie van wezenlijk belang is en blijft. Daarnaast zijn de bereidingsunits van ziekenhuisapotheken en (grotere) openbare apotheken in Nederland in staat de bereiding ook op een verantwoorde manier uit te voeren. Het ontwikkelen van nieuwe toedieningsvormen beperkt zich op dit moment tot een farmaceutische ontwikkeling, met naduk op stabiliteit en keuze voor hulpstoffen. Biofarmaceutisch onderzoek in pediatrische patiënten wordt vrijwel niet gedaan met apotheekbereidingen, terwijl een verschil in biologische beschikbaarheid tussen Foliolum Jaargang XXIII Ed V

formuleringen uiteraard net zo veel consequenties kan hebben als de keuze voor een dosis. Participatie van meer ziekenhuisapothekers in biofarmaceutisch onderzoek van nieuwe formuleringen in de kinderziekenhuizen zou een goede volgende stap kunnen zijn. WAAR BLIJFT DE INNOVATIE? Het is merkwaardig dat er in de afgelopen jaren zo weinig vooruitgang geboekt is op het gebied van toedieningsvormen bij kinderen. Juist bij kinderen is de therapietrouw sterk afhankelijk van de manier waarop het geneesmiddel aangeboden wordt. Het vraagt nu veel creativiteit van ouders en verpleging om -zeker bij chronische zieke- kinderen de geneesmiddelen te kunnen toedienen. De discrepantie tussen enerzijds de effort die gestoken wordt in het bepalen van de juiste doseringen voor een kind van een bepaalde leeftijdsgroep middels PK/PD onderzoek en anderzijds het gebrek aan aandacht voor de manier van toedienen, is onlogisch en leidt niet tot het gewenste resultaat van een behandeling. Voor ouders is het vaak onbegrijpelijk dat medische en technologische hoogstandjes zoals een harttransplantatie bij een jong kind goed mogelijk zijn, maar vervolgens de toediening van de onmisbare immuunsuppressiva een bijna onoverkomenlijk probleem blijken te zijn. Het is dus tijd dat de farmacie hierin zijn verantwoordelijkheid neemt! Naast de bekende toedieningsvormen als dranken en capsules, moet onderzoek naar meer innovatieve toedieningsvormen geïnitieerd worden. De EMEA heeft een aanzet gemaakt door de eisen voor pediatrische toedieningsvormen te definiëren (zie tabel 1). Hiervan zal een creatieve vertaling naar nieuwe producten gemaakt moeten worden, afgestemd op de leeftijd van de gebruiker. Misschien wordt het nu tijd te leren van andere sectoren zoals de voedingsmiddelsector en experts van buiten de farmacie , zoals levensmiddelentechnologen, te betrekken bij de ontwikkelingen van nieuwe toedieningsvormen. CONCLUSIE Zeker bij jonge kinderen vraagt de wijze van toediening van geneesmiddelen en de keuze voor de toedieningsvorm speciale aandacht. Voor veel geneesmiddelen die regelmatig in de pediatrie worden toegepast, zijn geen geschikte toedieningsvormen beschikbaar, waardoor adequate behandeling niet mogelijk is. Hier ligt een grote kans voor de farmacie.

Tabel 1. formulations

Considerations

for

pediatric

- Minimal dosage frequency - One dosage form for a wide age range - Minimal impact of life-style - Minimum, non-toxic excipients - Convenient, easy, reliable administration - Easily produced, elegant, stable - Cost and commercial viability (www.emea.europe.eu)


Farmacokinetiek op kinderleeftijd Dr. Eric N. van Roon Ziekenhuisapotheker Medisch Centrum Leeuwarden

INLEIDING Farmacokinetiek beschrijft de beweging van het geneesmiddel in het (menselijk) lichaam na toediening. Voor beschrijving van de farmacokinetiek in maat en getal zijn onder andere karakteristieken van werkzame stof, toedieningsvorm en -weg, patiĂŤnteigenschappen en eigenschappen van de aandoening van belang. Bij afwijkende patiĂŤnteigenschappen kan een afwijkende farmacokinetiek worden voorondersteld. Dit kan gevolgen hebben voor de keuze voor een vorm van farmacotherapie. Kinderen zijn een populatie die op het oog al afwijkt van de volwassen populatie. Kennis van de kinetiek bij kinderen is van belang om afwijkende karakteristieken te kunnen vertalen naar optimale farmacotherapeutische behandeling. Daarbij dient a priori goed te worden beseft dat het spreken over de kinderleeftijd al direct tot verwarring kan leiden. Een kind van 6 maanden zal zeer waarschijnlijk een andere farmacokinetische karakteristiek hebben dan een adolescent van 16 jaar. Om daar enige lijn in te brengen heeft de Europese registratieautoriteit EMEA het volgende handvat gegeven voor inclusie van diverse leeftijdsgroepen in geneesmiddelonderzoek: neonaten (0-28 dagen), zuigelingen (28 dagen-2 jaar), kinderen (2-12 jaar) en adolescenten (1216/18 jaar). Dit artikel geeft een overzicht van algemene farmacokinetische uitgangspunten voor de kinderleeftijd. De opzet gaat uit van het traject dat een werkzame stof aflegt na orale inname met als doel een systemisch effect. Na uiteenvallen van de tablet en het oplossen van de werkzame stof, beiden eigenschappen van de geneesmiddelvorm, zal absorptie dienen plaats te vinden. Na absorptie vindt distributie plaats en na uitoefenen van de werking zal na eventueel metabolisme, eliminatie dienen plaats te vinden. Absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie (ADME) komen achtereenvolgens aan bod. Daarbij zal steeds worden ingegaan op de afwijking ten opzichte van de karakteristiek bij volwassenen en zal waar relevant een voorbeeld van een geneesmiddel genoemd waar deze afwijkende karakteristiek relevant zou kunnen zijn. ABSORPTIE De pH in de maag is bij neonaten relatief hoger dan bij volwassenen (pH>4) ten gevolge van een lagere zuurproductie (HCl) en een lager volume van het totaal door de maag geproduceerde vloeistoffen. Dit heeft gevolgen voor de biologische beschikbaarheid van zuurlabiele verbindingen en zwakke zuren (barbituraten).

Deze laatsten zullen minder geprotoneerd zijn, dus geladen zijn, dus moeilijker geabsorbeerd worden met een lagere biologische beschikbaarheid als resultante. Naast de hogere maag-pH is de capaciteit om lipofiele geneesmiddelen te solubiliseren en te absorberen door de leeftijdsafhankelijke variatie in de galproductie variabel. De maagledigingssnelheid en de peristaltische activiteit is in de eerste weken van het leven verhoogd. De gevolgen hiervan op geneesmiddelabsorptie zijn echter slechts summier onderzocht. De resultante van dit alles is dat in het algemeen de absorptiesnelheid van geneesmiddelen bij neonaten en jonge kinderen lager dan bij oudere kinderen. DISTRIBUTIE Als we het lichaam heel eenvoudig zouden beschouwen als een model met twee compartimenten, waarvan een waterig en de ander vet dan zal afhankelijk van de geneesmiddelkarakteristiek een verdeling over beide compartimenten plaatsvinden. Bij wijziging in de omvang en verhouding tussen beide compartimenten zal de concentratie van een geneesmiddel in beide compartimenten veranderen en daarmee het schijnbare verdelingsvolume. In de loop van het leven neemt het percentage lichaamswater af en het percentage lichaamsvet toe. Dit heeft gevolgen voor de hydrofiele geneesmiddelen die bij eenzelfde dosering in een relatief kleiner volume zullen leiden tot een hogere concentratie. Bij neonaten is niet alleen het percentage lichaamswater hoger (plusminus 80% bij geboorte, bij ongeveer 60% na 10 jaar), maar is ook het watergehalte van het vetcompartiment groter. Een hydrofiele verbinding zal dus een lagere concentratie bereiken bij vergelijkbare doses op basis van lichaamsgewicht. Voor de wijziging in het percentage lichaamsvet zijn de veranderingen eveneens uitgesproken (plusminus 15% bij geboorte, plusminus 30% op 1-jarige leeftijd en plusminus 25% op 10-jarige leeftijd). Een tweede aspect op het gebied van de distributie betreft de binding aan bloedeiwitten. Een laag plasmaeiwitgehalte zoals dat bij neonaten bestaat zal bij geneesmiddelen die een hoge plasma-eiwit binding hebben leiden tot een hogere vrije fractie. Daar de vrije fractie een farmacologisch effect kan bewerkstellingen, Foliolum Jaargang XXIII Ed V

09


Kinderen en farmacie zou deze situatie kunnen overdosering en toxiciteit.

leiden

tot

relatieve

METABOLISME Veel werkzame stoffen worden na metabolisme in een veranderde vorm uitgescheiden. Voor deze mutatie zijn veelal enzymen verantwoordelijk die specifieke modificaties aan de molecuulstructuur aanbrengen. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden in fase I en fase II enzymen. Fase I enzymen zijn verantwoordelijk voor de oxidatie, fase II enzymen verzorgen stappen in het proces van conjugatie. Algemene doelstelling van dit metabolisme is de verlaging van de toxiciteit van de verbinding en het verhogen van de wateroplosbaarheid zodat eliminatie met de urine gefaciliteerd wordt.

10

FASE I ENZYMEN De belangrijkste enzymen voor fase I zijn de cytochroom P450 enzymen. De verschillende voor geneesmiddelmetabolisme relevante subvormen (bijv. CYP3A4, CYP2D6, CYP2C9 en CYP2C19) ontwikkelen zich in de eerste weken na de geboorte op verschillende wijze. Daarnaast bereiken zij een maximale capaciteit die verschilt van de capaciteit op volwassen leeftijd. Carbamazepine dat vooral wordt gemetaboliseerd door CYP3A4 wordt sneller geklaard bij kinderen dan bij volwassenen. Daar zijn dus hogere doseringen (gebaseerd op mg/kg) van nodig. Fenytoïne, een ander epilepticum, wordt vooral door CYP2C9 en in iets mindere mate door CYP2C19 gemetaboliseerd. De plasmahalfwaardetijd, als maat voor de metabole capaciteit van het CYP2C, is met 75 uur lang bij de prematuur geboren kinderen, daalt tot 20 uur bij à terme geboren kinderen en daalt verder tot 8 uur in de tweede levensweek. FASE II ENZYMEN De conjugatie van de metabolieten of onveranderde werkzame stof is ook onderhevig aan een specifieke karakteristieken van de kinderleeftijd. De glucuronidering van paracetamol en zijn belangrijkste metaboliet is bijvoorbeeld veel minder extensief bij neonaten en jonge kinderen dan bij adolescenten en volwassenen. De rol van sulfatering in het metabolisme van paracetamol is bij deze leeftijden relatief belangrijker. In alle studies die zijn gedaan naar de mate van klaring van geneesmiddelen door de lever bij kinderen jonger dan 10 jaar is dat deze klaring, in vergelijking met volwassenen, groter is. Dit zou kunnen leiden tot de algemene conclusie dat de dosering van hepatisch gemetaboliseerde geneesmiddelen hoger zou moeten zijn bij kinderen jonger dan 10 jaar. Dit is echter een onterechte generalisatie. Als voorbeeld hiervan kunnen lamotrigine en valproïnezuur dienen. De hogere mate waarin metabolieten worden gevormd geven aanleiding tot specifieke en frequente toxiciteit zoals huidtoxiciteit (lamotrigine) en hepatotoxiciteit (valproïnezuur). ELIMINATIE De renale klaring is voor veel geneesmiddelen de belangrijkste eliminatieroute. De renale klaring is de resultante van de glomerulaire filtratie, de tubulaire uitscheiding en de tubulaire reabsorptie. De glomerulaire filtratiesnelheid stijgt snel in de eerste Foliolum Jaargang XXIII Ed V

twee weken van het leven. Na deze eerste twee weken vlakt de snelheid van toename af totdat op een leeftijd van 8 tot 12 maanden de volwassen waarden voor de glomerulaire filtratiesnelheid worden bereikt. Ook de tubulaire secretie is bij geboorte niet uitontwikkeld en bereikt de volwassenen waarden op een leeftijd van ongeveer 1 jaar. De ontwikkeling van de renale eliminatie heeft gevolgen voor de geneesmiddelen die voor hun eliminatie voor een belangrijk deel afhankelijk van de renale klaring. Bètalactam antibiotica (penicillines, cefalosporines), aminoglycosiden (tobramycine, gentamicine) zijn voorbeelden van geneesmiddelen waarbij bij de dosering rekening dient te worden gehouden met de relatief lage klaring in het eerste levensjaar. SAMENVATTING EN CONCLUSIE De gegevens over farmacokinetiek bij kinderen zoals die in voorgaande op hoofdlijnen zijn beschreven maken duidelijk dat kinderen in meer aspecten dan leeftijd en lichaamsgewicht afwijken van de volwassene. Er zal met de afwijkende farmacokinetiek rekening moeten worden gehouden om te komen tot een juiste dosering. In het ideale geval leidt de kennis van de afwijkende farmacokinetiek tot een goede voorspelling van de juiste dosering voor een individueel kind. De complexiteit van de farmacokinetische overwegingen die moeten worden beoordeeld en gewogen om te komen tot een juiste dosering, in combinatie met de specifieke geneesmiddelkarakteristieken en de karakteristieken van de aandoening maken dit echter volstrekt onmogelijk. De waarde van de kennis over de afwijkende kinetiek moet derhalve niet zozeer gezocht worden in een direct klinische toepasbaarheid voor de populatie maar meer als kennis die kan worden ingezet om te komen tot modellering en aanpassing van dosering in geval van specifieke patiëntindividuele situaties. Bepaling van de optimale dosis, doseerfrequentie en toedieningsweg zal moeten komen uit kwalitatief goed onderzoek. Daarbij zullen kinetische parameters gekoppeld moeten worden aan klinisch relevante uitkomstmaten, het zogenaamde farmacokinetisch-farmacodynamisch onderzoek (PK-PD onderzoek). In het geval deze specifieke kennis ontbreekt zal in ieder geval het volgende adagium goed voor ogen moeten worden gehouden bij het kiezen van een farmacotherapie met bijbehorende dosis, doseerfrequentie en toedieningsweg: KINDEREN ZIJN GEEN KLEINE VOLWASSENEN. GEADVISEERDE LITERATUUR De bovengenoemde overwegingen aangevuld met een scala aan detailinformatie en figuren is terug te lezen in de publicatie van Kearns GL, et al. Developmental pharmacology – drug disposition, action, and therapy in infants and children. N Engl j Med 2003;349:1157-67.


Bijwerkingen bij kinderen, onbekend en ongewenst Kees van Grootheest Directeur Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb

AANDACHT VOOR VEILIGHEID VAN GENEESMIDDELEN Er is de afgelopen tijd, zowel in de wetenschappelijke tijdschriften als in de algemene media, veel aandacht voor de veiligheid van geneesmiddelen. Opmerkelijk in de vele berichten is, dat er alleen aandacht is voor de risico’s van geneesmiddelen. Kennelijk bestaat de onuitgesproken mening dat gebruik van een geneesmiddel geen enkel risico mag hebben. Naast het aantonen van de effectiviteit van een geneesmiddel is het nodig te streven naar een maximale veiligheid van het geneesmiddel voordat het op de markt komt, dat wil zeggen te streven naar een positieve riskbenefit balans. Dit impliceert echter ook dat gebruik van geneesmiddelen altijd een zeker risico in zich blijft dragen. Veel van de informatie over de veiligheid van geneesmiddelen berust op epidemiologische gegevens. Hoe belangrijk epidemiologisch onderzoek ook is, vooral als het gaat om het kwantificeren van een mogelijk risico, een kritische relativering van de resultaten is nodig. Het feit dat producenten en overheden behoefte hebben aan harde getallen en op basis van deze getallen beslissingen nemen, heeft de positie van de epidemiologie een grote plaats gegeven. De verbinding met de klinische praktijk ontbreekt vaak. Uiteindelijk zal de behandelend arts in goed overleg met de apotheker en samen met de patiënt een individuele risk-benefit analyse moeten maken. GENEESMIDDELEN VOOR KINDEREN Ook is er de laatste jaren meer aandacht voor de veiligheid van geneesmiddelen bij kinderen. Kern van het probleem is dat er weinig objectieve gegevens bekend zijn over dosering, metabolisme en effecten van geneesmiddelen op jonge en zeer jonge leeftijd. Het overgrote deel van de geneesmiddelen die geregistreerd worden, zijn niet onderzocht bij kinderen en worden derhalve niet voor de kinderleeftijd geregistreerd. Hierdoor is er lang niet altijd een adequaat middel voorhanden dat geregistreerd is voor deze populatie. Naarmate kinderen jonger zijn, wordt daardoor vaker een geneesmiddel voorgeschreven dat unlicensed of dat off-label gebruikt wordt. Onder unlicensed wordt verstaan dat het betreffende middel niet geregistreerd is. Off-label betekent dat het middel anders wordt voorgeschreven dan in de bijsluiter staat: het gaat hierbij om indicatie,

dosering, wijze van toediening of leeftijdsgroep. In de praktijk gaat het vooral om het gebruik bij kinderen van geneesmiddelen die alleen voor volwassenen geregistreerd zijn. Tot de niet geregistreerde geneesmiddelen behoren ook de eigen bereidingen, zoals die in het ziekenhuis vaak plaatsvinden. Bij het voorschrijven van geneesmiddelen aan kinderen doen zich drie situaties voor. De eerste is dat het geneesmiddel is geregistreerd (‘labeled’) voor de betreffende leeftijd. Daarmee is met redelijke zekerheid aannemelijk dat bij gebruik volgens de voorschriften de verhouding tussen werkzaamheid en veiligheid gunstig is. De tweede is dat het geneesmiddel wel is geregistreerd, maar niet voor de indicatie waarvoor het aan het kind wordt voorgeschreven. Dit wordt off-label gebruik genoemd. De derde situatie is dat het geneesmiddel in een van de geregistreerde vorm afwijkende farmaceutische formulering wordt voorgeschreven. Dit heet unlicensed gebruik. De laatste twee situaties zijn dagelijkse praktijk in de kindergeneeskunde. Off-label en unlicensed gebruik herbergen risico’s van onderbehandeling en onverwachte bijwerkingen of toxiciteit en dienen goed gemotiveerd te worden. In alle drie de situaties is het van groot belang dat veiligheidsgegevens over de voorgeschreven geneesmiddelen worden verzameld en geanalyseerd. Melden van bijwerkingen bij spontante rapportage systemen en daardoor delen van ervaringen is hiervoor een geschikt middel gebleken. PRE- REGISTRATIE ONDERZOEK VAN GENEESMIDDELEN Sinds het thalidomide drama begin jaren zestig van de vorige eeuw is er systematische aandacht voor de veiligheid van geneesmiddelen gekomen in de vorm van registratie eisen en geneesmiddelenbewaking na registratie. Vóór registratie van een nieuw geneesmiddel vindt onderzoek plaats naar deze veiligheid, dat wordt beoordeeld door registratieautoriteiten, in Nederland het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), in Europa het Europees Geneesmiddelen Agentschap EMA. Onderzoek bij kinderen vergt meer waarborgen dan geneesmiddelenonderzoek bij volwassenen. In 2001 zijn Europa, de Verenigde Staten en Japan een richtlijn overeengekomen over geneesmiddelenonderzoek bij kinderen. Deze richtlijn waarborgt de kindvriendelijke omstandigheden van onderzoek, beperkt de omvang van het onderzoek, geeft richtlijnen voor aanvullend onderzoek na registratie en geeft aan onder welke omstandigheden geen registratieonderzoek bij kinderen Foliolum Jaargang XXIII Ed V

11


Kinderen en farmacie hoeft plaats te vinden. Enige jaren geleden is in Europees verband vastgelegd dat er een half jaar verlenging van patentbescherming is als bij registratie van een nieuw geneesmiddel er ook registratie voor de kinderleeftijd plaatsvindt. Klinisch wetenschappelijk onderzoek wordt bevorderd door samenwerkingsverbanden om de aanwezige kennis en expertise en om de schaarse financiële middelen te bundelen, onder andere nationaal door het Medicines for Children Research Network (MCRN) en door het European Network for Drug Investigation in Children. Het is belangrijk dat kennis gedeeld wordt, zoals dat gebeurt binnen het Nederlands Kenniscentrum voor Farmacotherapie bij Kinderen.

Tabel 1: Meest gemelde bijwerkingen bij kinderen per leeftijdscategorie

ONDERZOEK VAN GENEESMIDDELEN NÁ REGISTRATIE Omdat de beschikbare informatie op het moment van registratie altijd beperkt is, wordt na registratie de veiligheid bewaakt. De taken van de registratiehouder (‘fabrikant’) zijn recent vastgelegd in nieuwe Europese richtlijn. Daarnaast is er bewaking van de veiligheid van (nieuwe) geneesmiddelen door middel van een meldsysteem, in Nederland door het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. Aan artsen en apothekers, en sinds enkele jaren ook aan patiënten, wordt gevraagd om als er sprake is van een mogelijke bijwerking, dit te melden bij Lareb. Dit systeem functioneert sinds 1963, kort na de thalidomide affaire, waarbij wereldwijd meer dan 10.000 kinderen geboren werden met ernstige aangeboren afwijkingen. Aard, ernst, frequentie, maar ook herkenbaarheid van bijwerkingen bij kinderen kunnen aanmerkelijk verschillen van die bij volwassenen.

Opvallend is dat bij kinderen meer ernstige bijwerkingen worden gemeld dan bij volwassenen, mogelijk duidt dit op een onderrapportage van niet-ernstige meldingen bij kinderen. De bereidheid om een bijwerking te melden, en daarmee de omvang van de onderrapportage, is afhankelijk van tijdgebrek, onbekendheid met de meldprocedure, onzekerheid over welke bijwerkingen wel of niet meldenswaardig zijn en onvoldoende zekerheid over de causaliteit. Tabel 1 laat de meeste gemelde bijwerkingen zien bij de verschillende leeftijdscategorieën.

12

Figuur 1: Procentuele weergave meldingen bij kinderen per leeftijdscategorie MELDINGEN IN NEDERLAND In de afgelopen 5 jaar ontving Lareb rechtstreeks van artsen en/of apothekers per jaar circa 600 meldingen van vermoede bijwerkingen in relatie tot kinderen t/m 18 jaar (Figuur 1). Dit is ongeveer 7,5% van het jaarlijks aantal van de gemiddeld 8000 bij Lareb gemelde bijwerkingen, hetgeen verwacht kan worden gezien het percentage kinderen in de totale bevolking en hun geneesmiddelgebruik.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

0-2jr

3-5jr

6-12jr

13-18jr

Koorts

Koorts

Koorts

Koorts

Huilen

Huilen

Hoofdpijn

Misselijkheid

Collaps bij vaccinatie

Bleekheid

Buikpijn

Huiduitslag

HET MELDEN VAN BIJWERKINGEN AAN LAREB Lareb werkt met een vrijwillig meldsysteem. Dat betekent dat het afhankelijk is van de bereidheid van artsen, apothekers en patiënten om observaties van vermoede bijwerkingen daadwerkelijk te melden. Overigens is met het van kracht worden van de nieuwe Geneesmiddelenwet het melden van ernstige bijwerkingen bij Lareb verplicht. De Lareb databank bevat meer dan 100.000 meldingen. In 2009 ontving Lareb ruim 9000 meldingen. Apothekers hebben hierin het grootste aandeel; huisartsen en specialisten melden aanzienlijk minder frequent. De registratie van bijwerkingen kan plaatsvinden door het meldformulier in te vullen op de Lareb website www.lareb.nl, of op papier. Het papieren meldformulier vindt u achter in het Farmacotherapeutisch Kompas en ook regelmatig bij het Geneesmiddelenbulletin. Na insturen van een melding ontvangt u van Lareb altijd een persoonlijke reactie, waarbij meer informatie wordt gegeven over de bijwerking die u hebt gemeld. Bij het invullen van het formulier –al dan niet elektronisch- is het belangrijk dat minimaal de basisinformatie wordt verstrekt. Voor medisch specialisten is het wellicht handig om een geanonimiseerde kopie van de correspondentie naar collegae naar Lareb mee te sturen. Het spreekt vanzelf dat uw melding en de bijgevoegde informatie door Lareb vertrouwelijk wordt behandeld en dat geen persoonlijke informatie wordt doorgegeven.


Geneesmiddel belicht Ritalin Koen Hilgerink

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is, zoals de naam al aangeeft, een aandachtstekort/hyperactiviteitsstoornis. Een ADHD’er kan zijn aandacht moeilijk bij één ding houden en zich moeilijk concentreren, daarnaast kan hyperactiviteit leiden tot zowel lichamelijk als mentale onrust. ADHD is niet te genezen. De symptomen kunnen echter wel verminderd worden met behulp van medicijnen. Methylfenidaat wordt bij ADHD al sinds lange tijd toegepast, ook wordt het gebruikt bij de behandeling van ADD en narcolepsie. Ongeveer 70-80% van de kinderen met ADHD reageert positief op het gebruik van Ritalin, waarbij hyperactiviteit, impulsiviteit en aggressiviteit aanzienlijk minder worden. Methylfenidaat is onderverdeeld in een langwerkende en een kortwerkend variant. De langwerkende varianten zijn Concerta, Equasym en Medikinet. De kortwerkende is Ritalin. Ritalin is een psychostimulantium dat sinds zijn ontdekking in de jaren ’50 gebruikt wordt tegen ADHD. Het wordt gebruikt om onbelangrijke binnenkomende prikkels te scheiden van belangrijke binnenkomende prikkels. Sinds de jaren ’90 is het gebruik explosief gestegen.

mine direct weer opgenomen door de uitscheidende cel. Het besef van prioriteiten is er dus wel, maar kan niet gehandhaafd worden door disfunctionerende opname door de synapsen. De werking van Ritalin berust op het remmen van de heropname van deze neurotransmitters, er wordt momenteel onderzocht of die heropname zelfs helemaal onmogelijk wordt gemaakt door Ritalin. Door het al dan niet stoppen/remmen van deze heropname komt de dopamine toch op de synapsreceptoren van de ontvangende cel, en vindt een tijdelijke overdosis van dopamineafgifte plaats, waardoor een overstimulatie plaatsvindt van het striatum. Het striatum zorgt vervolgens voor signalen om de productie van dopamine te downreguleren, waardoor het hele systeem rustiger wordt. De impulscontrole kan vervolgens normaal plaatsvinden en hierdoor neemt de neiging om op iedere prikkel te reageren af. De aandachtsstoornis wordt hierdoor niet genezen, maar kan wel aanzienlijk worden verminderd, waardoor gedragstherapie veel effectiever wordt.

Ritalin lijkt chemisch gezien erg op amfetamine en cocaïne. Ook wordt Ritalin net als cocaïne en amfetamine snel opgenomen in het bloed. Het werkt dus snel, maar het wordt ook weer snel afgebroken. Door die korte werking is het noodzakelijk dat Ritalin op de juiste momenten wordt ingenomen. Gebeurt dit niet, dan kan een zogenaamd ‘rebound-effect’ optreden. Bij een ‘rebound’ is het medicijn plotseling uitgewerkt en komen de ADHD-klachten heviger terug dan voor de inname van de Ritalin. Ook is de biologische beschikbaarheid zeer uiteenlopend voor elk individu, die varieert van 11 tot 51%. Door onregelmatige inname en de wisselende biologische beschikbaarheid wordt vaak onterecht gedacht dat Ritalin niet werkt. Dat Ritalin dezelfde werking heeft als de stimulerende stoffen cocaïne en amfetamine lijkt vreemd, gezien Ritalin ADHD’ers juist tot aandacht en rust brengt. Echter, Ritalin werkt stimulerend op het striatum, een hersendeel in de prefrontale cortex die ook wel bekend staat als het ‘stopcentrum’. Het concentratieprobleem bij ADHD’ers komt voort uit een stoornis van de impulscontrole in dit stopcentrum. Neurotransmitters worden normaliter van synaps naar synaps overgebracht. Bij ADHD’ers worden ze in bepaalde hersendelen (o.a. het striatum) niet volledig of zelfs helemaal niet overgebracht. De synaps scheidt de neurotransmitter (in dit geval dopamine) uit en vervolgens wordt de dopaFoliolum Jaargang XXIII Ed V

13


RC on the Road DSM Frank Meijerink

Aan de zuidrand van de stad, net tegen Hoogkerk aan, staat een bedrijf dat reeds sedert 1902 actief is. Wanneer ik vertel dat dit bedrijf de naam 'De Staatsmijnen' draagt zal een enkeling er wellicht iets langer over doen de link met de farmacie te vinden. Maar bij de meeste mensen zal snel genoeg een lampje gaan branden wanneer zij de afkorting en dagelijkse naam van het bedrijf lezen, namelijk DSM.

14

Bij onze aankomst werden wij hartelijk ontvangen door dhr. Maarten Nieboer, projectmanager bij DSM. Hij heeft ons tijdens een interessante presentatie ingeleid in hetgeen DSM zich mee bezig heeft gehouden in haar rijke geschiedenis en zich tegenwoordig mee bezig houdt. Zoals gezegd is DSM opgericht in 1902 als staatsbedrijf om de steenkoolreserves in Limburg te exploiteren. Dit werd in de loop der (tientallen) jaren uitgebreid naar onder andere productie van chemicaliën, waaronder ammoniak en kunstmest. In de jaren ’60 werd het niet meer rendabel de steenkool nog zelf te winnen, waarna de mijnen begin jaren ’70 gesloten werden. Na het sluiten van deze tak van DSM kwam o.a. de ontwikkeling van de petrochemische industrie bij het bedrijf steeds meer op gang. Deze chemische tak is in de loop der jaren steeds meer uitgebreid en in 2002 ook weer verkocht. De ontwikkeling van producten voor de farmaceutische industrie begon eigenlijk pas rond de jaren ’90. Een

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

aantal belangrijke overnames en fusies hebben dit profiel van DSM dan ook behoorlijk vergroot. Met name de fusie met Gist-brocades en de overname van Catalytica Pharmaceuticals hebben DSM geprofileerd in de farmaceutische industrie. De vestiging van DSM in Groningen, DSM Biologics, houdt zich voornamelijk bezig met de productie van zoogdiercellen op grote schaal. Deze worden o.a. gebruikt om antilichamen te produceren. DSM produceert vrijwel geen preparaten meer met directe commerciële doeleinden. De meeste producten worden gebruikt in klinisch onderzoek in fase I-III. Grote farmaceutische bedrijven komen naar DSM om producties voor deze onderzoeken uit te besteden . Voornamelijk vanwege de kosten, maar bijvoorbeeld ook vanwege gebrek aan capaciteiten binnen het eigen bedrijf. Deze bedrijven komen niet tot zeer weinig uit Nederland, maar zijn


Thema

hoofdzakelijk Amerikaanse, Duitse, Engelse en Japanse bedrijven. DSM heeft meerdere gebouwen in Groningen. Wij hebben een bezoek gebracht aan het kantoor met daarin een aantal laboratoria. Alvorens wij het lab ingingen werden wij in labjas en labbril gehesen. In de eerste zaal die wij bezochten werden voornamelijk zoogdiercellen gekweekt. Het lab is vergelijkbaar met een willekeurig lab aan de faculteit. Erlenmeyers en grote zakken die gekweekt en ge誰ncubeerd worden in de stoof. Na kweek worden er monsters genomen en vindt er analyse plaats op de cellen. Nadat er genoeg cellen zijn gevormd, worden ze overgebracht naar de productie: hier worden de antilichamen en andere biologicals gevormd. Helaas hebben wij dit deel niet gezien, maar wel het eind van het

productieproces, namelijk het scheiden van het product en de cellen. Doordat de biologicals vaak goed oplosbaar in water zijn, gaat het meestal erg makkelijk. Het zuiveren van het product gebeurt dan ook in slechts enkele stappen. Het was erg interessant om het werken met menselijke cellen van zo dichtbij te zien! Voor ons was dit alweer de laatste editie van RC on the Road. Net als onze andere bezoeken, hebben we ook van dit bezoek weer erg genoten en willen we Maarten Nieboer van harte bedanken voor de zeer informatieve middag.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

15


Jongeren en alcohol Een ongelukkige combinatie Dr. Tjalling de Vries Algemeen Kinderarts, Medisch Centrum Leeuwarden

In de afgelopen jaren worden meer en meer jongeren met een alcoholvergiftiging opgenomen in de Nederlandse ziekenhuizen. Dit is een verontrustende ontwikkeling. In onderstaande wordt uitgelegd waarom jongeren zo gevoelig zijn voor alcohol. Tevens wordt stilgestaan bij de negatieve effecten, zowel de directe, als die op langere termijn en die voor het nageslacht. Tot slot wordt ingegaan op de opvang van de jongere met een alcoholintoxicatie en de zorg op de polikliniek Jongeren & Alcohol.

16

JONGEREN Jongeren zijn erg gevoelig voor alcohol. Dit heeft een aantal oorzaken. Het brein van een jongere kenmerkt zich door uitgroei en rijping. Er vindt een enorme toename van verbindingen (synapsen) plaats en de myelinisatie wordt voltooid. Dit gebeurt vooral in de prefrontale cortex, maar ook in subcorticale structuren. Alcohol, zowel eenmalig als meermalen gebruikt leidt tot schade in dit proces van groei, rijping en myelinisatie. Dit komt door het directe effect op de neurotransmitters en receptoren ervan, maar ook doordat ethanol leidt tot celdood. (1) Versterkend daarbij is dat het juist in deze levensfase essentieel is grenzen te ontdekken. Het kind dat eerst volledig afhankelijk is van de ouders, wordt zelfstandig door te ontdekken en te onderzoeken. Dit is een sociaal proces wat ook in de bouw en ontwikkeling van het brein vastligt. (1) Het ontdekken van iets nieuws en anders geeft een positieve bekrachtiging. Het prettige gevoel dat alcohol geeft versterkt dit systeem. Drinken van een keer alcohol op jonge leeftijd leidt daarmee tot makkelijker opnieuw en meer drinken. Dat is de (biologische) verklaring voor het feit dat jongeren die op jonge leeftijd mogen

Tjalling de Vries (1959) is sinds 1991 als algemeen kinderarts verbonden aan het Medisch Centrum Leeuwarden. Naast de algemene kindergeneeskunde richt hij zich op de behandeling en begeleiding van kinderen met astma en allergische aandoeningen alsmede kinderpsychiatrische aandoeningen als ADHD en anorexia nervosa. Samen met de kinderpsychologen van het MCL is het verantwoordelijk voor de nazorg voor jongeren die een alcoholvergiftiging hebben opgelopen. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij opleider kindergeneeskunde en begeleider van huisartsen en spoedartsen in opleiding. Zijn onderzoek richt zich op astma en (bijwerkingen van) medicatie. In 2008 promoveerde hij bij prof.dr. L.T.W. de Jong – Van den Berg. Daarnaast is hij op dit moment redacteur van het tijdschrift ‘Farmacotherapie bij kinderen’. Hij is getrouwd en vader van drie kinderen. drinken, vaker en meer drinken dan jongeren die tot hun 16e niet drinken. GEVOLGEN VAN ALCOHOL GEBRUIK Alcohol geeft, naast de prettige effecten, verstoring van het normale functioneren. De motore en psychologische taken worden minder goed uitgevoerd. Dit is te zien aan onhandigheid, gestoorde spraak, maar ook aan minder goed inschatten van sociaal gedrag van anderen. Jongeren onder invloed van alcohol zijn vaker betrokken bij geweld, zowel als slachtoffer als dader. Bij vrouwen werkt het gebruik van alcohol drempelverlagend voor ook onbeschermde en daardoor riskante seksuele activiteit. Bij mannen leidt het gebruik van alcohol tot verminderd seksueel presteren en impotentie. Dat is in combinatie met de toegenomen agressie door alcohol natuurlijk een vervelende combinatie. Bij jongeren is het overigens kenmerkend dat allerlei motore effecten die bij volwassenen wel optreden, achterwege blijven. Er kan daarom vrij plotseling een acute disfunctie van het brein optreden met bewusteloosheid tot gevolg. Dit treedt al op bij lagere promillages (circa 1.5 0/00) dan bij volwassenen. BINGE-DRINKING Regelmatig gebruik van te veel alcohol, het zogenaamde binge-drinking, leidt tot aanvankelijke subtiele beschadigingen en disfunctioneren van het brein. Onder bingedrinking wordt verstaan het meer dan 4 eenheden alcohol in enkele uren gebruiken. Het is aangetoond dat regelmatig (>2 maal per maand) binge-drinken geassocieerd is met achteruitgang in cognitief en intellectueel functione-

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Kinderen en farmacie ren, met o.a. lagere (school)prestaties als gevolg. De motoriek gaat achteruit wat zich uit in toenemende onhandigheid. De emoties worden vlakker, de fijngevoeligheid neemt af. Een beetje boos bestaat niet meer, er komt altijd meteen een heftige reactie. Als gevolg hiervan wordt het lastig zich aan te passen aan allerlei verschillende sociale omstandigheden. Dit kan leiden tot problemen in het gezin, maar ook in vriendschappen, op school en later op het werk. Regelmatig binge-drinken is geassocieerd met depressie en zelfmoord.

FOETAAL ALCOHOL SYNDROOM De hersenen van het nog ongeboren kind zijn nog veel gevoeliger voor alcohol. Prenatale blootstelling kan leiden tot kenmerkende afwijkingen van gelaat en hersenen; met spreekt van het foetale alcoholsyndroom. Intra-uteriene blootstelling van alcohol veroorzaakt vorm- en rijpingsafwijkingen van de foetale hersenen met als gevolg levenslange leer- en gedragsmoeilijkheden (figuur 1). (2) Daarnaast zijn er ook vormafwijkingen van het gelaat (figuur 2) en hebben de kinderen een groeiachterstand. Nu het de laatste jaren voor vrouwen ook gewoon is veel alcohol te drinken, wordt de kans dat vrouwen die zwanger zijn ook meer alcohol gebruiken groter en gevreesd wordt dan ook dat het aantal kinderen met het foetale alcohol syndroom zal toenemen. ALCOHOL VERGIFTIGING Regelmatig worden jongeren opgenomen met een alcohol vergiftiging, in 2009 waren dit er meer dan 500. (3) Het klinische beeld is eenvoudig te herkennen vanwege de geur van de uitademingslucht. De meeste jongeren worden met een ambulance gebracht en krijgen voor het transport al een infuus met glucose en elektrolyten. Als dat niet gebeurd is, wordt dat bij aankomst in het ziekenhuis alsnog gedaan. De kwaliteit van de vitale functies (ademweg, ademhaling, circulatie) wordt nagegaan evenals de diepte van het coma. In plaats van de bij volwassenen vaak gebruikte Glasgow Coma Scale (GCS), wordt de AVPU-score bepaald. AVPU is een acroniem van alert-verbal-painunresponiveness. Indien de jongere op aanspreken of roepen, reageert, is het coma niet gevaarlijk diep. Als er alleen op pijn wordt gereageerd, is de diepte van het coma vergelijkbaar met die van de score van 8 van de GCS en moet kunstmatige beademing overwogen worden. De

temperatuur wordt gemeten. Regelmatig zijn jongeren met een coma onderkoeld. Dit komt door de perifere vasodiliatatie in combinatie met het onbeschermd zijn en geen maatregelen nemen tegen de onderkoeling. Ook in de zomer, als de kleding nat geworden is waardoor verder afkoeling plaatsvindt, is de lichaamstemperatuur vaak te laag. Naast bepaling van alcoholspiegel, glucose en serumelektrolyten vindt urineonderzoek plaats. In de urine wordt gekeken naar andere intoxicaties, zoals cannaboiden. Veel jongeren zijn ondervuld en hebben een lage bloeddruk. Dat wordt verholpen door het geven van NaCl 0.9%, 20 ml/kg, en soms moet dit een aantal malen herhaald worden. De diepte van het coma wordt regelmatig bepaald om na te gaan of er herstel optreedt of niet. In een enkel geval blijkt kunstmatige beademing onafwendbaar. Bij jongeren waarbij dat nodig is, wordt de alcoholspiegel met spoed bepaald want juist bij deze jongeren kan deze gevaarlijk hoog zijn. Bij hoge spiegels (> 3.5 0/00 ) wordt dialyse gestart. Enkele uren na het ontwaken spreken arts en pedagogisch medewerker met de jongere en leggen de risico’s van alcoholvergiftiging uit. Met de jongere wordt de alcoholtest gedaan via www.watdrinkjij.nl. Doel hiervan is de jongere zich bewust te maken van de risico’s. De verpleegkundige spreekt met de ouders. Ouders zijn vaak erg bezorgd, verdrietig of boos. Natuurlijk worden zij gesteund, maar ook krijgen ze voorlichting over de rol die zij kunnen spelen. Eventueel wordt verwijzing naar de Verslavingszorg georganiseerd. Deze heeft niet alleen in een taak in het begeleiden van verslaafden, maar ook een voorlichtende en begeleidende functie voor opvoeders. Zij kunnen met de ouders doornemen welke handvaten er zijn om de jongere voor een herhaling te beschermen. In 2009 zijn 5 poliklinieken voor Jongeren & Alcohol geopend: naast Delft, waar de aanzet gegeven is, zijn er nu dergelijke poliklinieken in Hoorn, Veldhoven, Eindhoven en Leeuwarden. Tijdens het eerste polikliniekbezoek wordt met de jongere gesproken over de omstandigheden waarin de vergiftiging plaatsvond. Vaak blijkt dat jongeren van anderen alcohol kregen en met vrienden of vriendinnen dronk. De plaats hiervan is verschillend, vaak is er thuis gedronken, op school- of andere feesten. Berucht zijn ook de drankketen die in heel Nederland staan. Slechts zelden komt een jongere uit de horeca met een vergiftiging. Of dit een gevolg is van het beleid in de horeca of dat jongeren in zo’n situatie niet naar het ziekenhuis vervoerd worden, is onduidelijk. Veel jongeren krijgen door hun ouders sancties opgelegd. Dit is natuurlijk een gevolg van de vertrouwensbreuk die door ouders ervaren wordt. Met de jongere wordt dan nagegaan hoe deze breuk te herstellen. De jongere krijgt uitleg over de negatieve gevolgen van alcohol gebruik op het latere functioneren en nadrukkelijk wordt geadviseerd voorlopig geen alcohol te gebruiken. Dit om te voorkomen dat er na het coma verdere beschadiging optreedt. Vervolgens wordt een psychologisch onderzoek gedaan. De resultaten worden vergeleken met eerder uitslagen van bijvoorbeeld Cito-toetsen maar ook met de voorgaande schoolresultaten. Jammer genoeg blijkt er toch regelmatig een meetbare en significante verslechtering van intellectuele functies opgetreden te zijn. De psycholoog gaat, net als de kinderarts na, of er risicofactoren zijn die de kans Foliolum Jaargang XXIII Ed V

17


Kinderen en farmacie op herhaling vergroten. In de afgelopen jaren bleek dat bij een aantal patiĂŤnten het geval te zijn. Dan wordt steun en hulp aangeboden, meestal wordt dat graag geaccepteerd. Als er ernstige zorgen zijn over het pedagogisch klimaat voor de jongere en hulp en steun noodzakelijk geacht wordt, maar ouders en/of jongere verzet zich hiertegen, overlegt de kinderarts met de vertrouwensarts en wordt een formele melding gedaan. Overigens wordt er altijd een melding bij de vertrouwensarts gedaan als een jongere voor de tweede keer in coma geraakt. Immers, het is de plicht van ouders het kind te beschermen tegen gevaarlijke situaties en als het zelfs na een coma niet lukt het alcoholgebruik te verminderen, schieten ouders klaarblijkelijk tekort in hun zorg. Gelukkig hoeft dit niet vaak te gebeuren. Na een half jaar is er een evaluatie: is het gelukt niet te drinken, welke strategie is toegepast om niet te drinken, hoe reageerde de omgeving en hoe is het met de vertrouwensrelatie tussen jongere en ouders? Nagegaan wordt of de schoolresultaten voldoende zijn of dat meer steun noodzakelijk is. Naast het begeleiden van de individuele jongeren, proberen we met de poliklinieken Jongeren & Alcohol te ontdekken welke strategie effectief is in het voorkomen van drankgebruik en proberen we na te gaan of er factoren zijn die jongeren kwetsbaar maken.

18

PREVENTIE Naast de zorg voor de individuele jongere, zetten de medewerkers van de poliklinieken voor Jongeren & Alcohol zich in voor het terugdringen van drankgebruik. Dit wordt op verschillende manieren gedaan. Regelmatig overleggen we met lokale, provinciale en landelijke overheden. Er zijn diverse contacten met verschillende politieke partijen. Veel jongeren drinken te veel en op verschillende niveaus moet hier aandacht aan gegeven worden. Naast voorlichting aan kinderen in de laatste groepen van de basisscholen en de eerste klassen van het middelbaar onderwijs, dienen ouders voorlichting te krij-

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

gen. Alcoholverkoop aan jongeren onder de 16 is verboden, maar de controle hierop faalt. Strengere controle hierop, zowel in de horeca als in winkels, is noodzakelijk. Natuurlijk moeten ook winkels en horecagelegenheden hierin hun eigen verantwoordelijkheid nemen, en dat gebeurt in een aantal gevallen gelukken ook wel. Er is discussie over de vraag of het vervroegen van sluitingstijden van de horeca een rol speelt bij overmatig alcoholgebruik. Internationaal zijn er wel aanwijzingen dat dit leidt tot minder alcohol gebruik. Daarnaast hebben volwassenen een belangrijke rol. Aangetoond is dat het thuis verbieden van het drinken van alcohol onder de 16 jaar leidt tot minder alcohol gebruik en intoxicaties. Volwassenen moeten ook verantwoordelijker met alcohol omgaan. Nog steeds zijn er ’s middags afscheidsborrels waarbij soms behoorlijk gedronken wordt en waarna sommigen, met een te hoog promillage, toch aan het (auto)verkeer deelnemen. Dit is natuurlijk onbestaanbaar. Ook volwassenen dienen thuis verstandig met alcohol om te gaan en matig te zijn. Natuurlijk is dat lastig in de huidige samenleving waarbij alcohol gezien wordt als smeerolie voor gezelligheid. Niet onderschat moet worden dat er rondom het gebruik ook forse economische motieven spelen, producenten versterken via reclame het beeld dat alcohol gepaard gaat met plezier, geluk en blijdschap. Dit beeld moet worden genuanceerd. Pas als de poliklinieken voor Jongeren & Alcohol gesloten kunnen worden, kan gesproken worden van een succesvolle aanpak. 1 Guerri C, Pascual M. Mechanisms involved in theneurotoxic, cognitive, and neurobehavioral effects of alcohol consumption during adolescence. Alcohol 2010;44:15-26 2 Guerri C, Bazinet A, Riley EP. Fetal alcohol spectrum disorders and alterations in brain and behaviour. Alcohol 2009;44:108-14 3 Van der Lely NC. Alcoholintoxicaties bij jongeren 2009. NSCK, Leiden, 2010.


Afgestudeerden April, juni

De afgelopen periode zijn de volgende leden van Pharmaciae Sacrum afgestudeerd: Dhr. J. Drenth Farmaceutische Biologie Dhr. C.J. Meijer Farmaceutische Technologie en Biofarmacie Dhr. A.P.F. Hamilton Farmaceutische Biologie Mevr. F.E.A. Paalhaar Farmacotherapie en Farmaceutische PatiĂŤntenzorg Mevr. L.J.C van Rooij Farmaceutische Biologie Mevr. E.J. ter Weele Farmaceutische Biologie

19

Mevr. A.P. Rademaker Analytische Biochemie Mevr. J.P. Dijksterhuis Moleculaire Farmacologie Dhr. J-W.D. Paats Analytische Biochemie Dhr. E.G. Rexwinkel Farmaceutische Technologie en Biofarmacie Dhr. W.S. Dijkstra Farmaceutische Technologie en Biofarmacie

Gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


INVESTEREN IN EEN BETERE KWALITEIT VAN LEVEN Passie voor innovatie. Omdat een nieuw medicijn het verschil kan maken in het leven van een patiĂŤnt. Dat is al meer dan 100 jaar de drijfveer van MSD. Met als resultaat een indrukwekkende

Het resultaat van jaren succesvol onderzoek: Baanbrekende medicijnen tegen HIV/AIDS, astma, hart- en vaatziekten en diabetes

reeks van medicijnen en vaccins.

Het eerste vaccin tegen de belangrijkste verwekkers van baarmoederhalskanker

Ons werk is nooit af. Omdat innovatie niet stopt.

Effectieve bestrijding van rivierblindheid in Afrika en Latijns-Amerika

En omdat we iedere dag werken aan programma’s om onze medicijnen overal ter wereld bij de mensen te krijgen die ze nodig hebben.

Postbus 581, 2003 PC Haarlem

Telefoon: 023 - 515 31 53

Fax: 023 - 514 80 00

Toekomstige nieuwe medicijnen voor de behandeling van kanker en alzheimer

Voor meer informatie: www.msd.nl

Where patients come first


Promovendus FWN romotie: dhr. M.P. Connolly, 16 april 2010, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: The Economics of assisted reproduction. Costs and consequences of fertility treatments Promotor(s): prof.dr. M. Postma Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

IVF-behandeling is economisch verantwoorde investering Het onderzoek van Mark Connolly laat zien dat wat bij gezondheidsvoorzieningen vaak wordt beschouwd als ‘kosten’, eigenlijk een ‘investering’ blijkt wanneer gerekend wordt vanuit een ander perspectief en over een langere tijdsperiode. Connolly trekt deze conclusie op basis van de resultaten die een door hem ontwikkeld model – voor analyse van gezondheidsinvesteringen vanuit overheidsperspectief - opleverde. Het prototype van zijn model was gericht op de in-vitro-fertilisatiebehandeling (IVF), maar de methodologie kan ook worden toegepast op andere kostbare medische interventies in de gezondheidszorg. In het geval van de IVF-behandeling toont Connolly aan dat deze ‘investering’ de overheid een acht- tot tienvoudig rendement oplevert in de vorm van de toekomstige belasting die de IVF-baby tijdens zijn gehele leven zal betalen. De door Connolly gepubliceerde resultaten zijn reeds in veel landen gebruikt om beslissingen te beïnvloeden omtrent subsidiëring en beleid van vruchtbaarheidsbehandeling. Mark Connolly (VS, 1965) studeerde gezondheidseconomie aan de Curtin University of Technology. Zijn promotieonderzoek deed hij bij de Rijksuniversiteit Groningen, bij de afdeling FarmacoEpidemiologie & FarmacoEconomie. Veel werk voerde hij ook uit in dienst van Ferring Pharmaceuticals. Inmiddels heeft hij zijn eigen bedrijf Global Market Access Solutions in Zwitserland alwaar hij werkzaam is als directeur/gezondheidseconoom.

21 Promotie: dhr. C.R.R. dos Reis, 16 april 2010, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Selectivity and efficacy in TRAIL-mediated apoptosis Promotor(s): prof.dr. W.J. Quax Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Nieuwe TRAIL-varianten voor antikankertherapie Carlos Reis deed onderzoek naar de cytokine TRAIL (Tumour necrosis factor Related Apoptosis-Inducing Ligand), die de laatste jaren veel aandacht heeft getrokken vanwege de mogelijke therapeutische toepassing in antikankertherapie. Deze cytokine behoort tot de TNF-superfamilie en kan in veel kankercellijnen een bepaald type celdood (apoptose) induceren zonder de gezonde cellen aan te tasten. De promiscuïteit van TRAIL, dat aan twee ‘death receptoren’ en drie blokkerende ‘decoy receptoren’ kan binden, suggereert dat de introductie van receptorspecificiteit tot verhoogde apoptose-activiteit kan leiden. Receptorspecificiteit lijkt ook een voordeel te bieden in het licht van de observatie dat in veel kankercellen slechts één van de twee death receptoren, DR4 of DR5, functioneel is. Reis ontwierp met behulp van het ‘computational protein design’ algoritme FoldX varianten die een verhoogde affiniteit voor DR4 hebben. Deze nieuwe TRAIL-varianten vertonen deze hoge affiniteit ook op tumorcellijnen en ze blijken specifiek te binden aan de DR4 receptoren. Door gebruikmaking van ‘surface plasmon resonance’ ontwikkelde Reis een nieuwe methode om de binding van het trivalente TRAIL aan zijn receptor beter te kunnen meten. De gemeten biologische activiteiten van de nieuwe varianten laten zien dat homotrimerisatie van de receptor belangrijk is voor een snelle inductie van apoptose. De toepasbaarheid van deze receptorspecifieke TRAIL varianten wordt duidelijk geïllustreerd door het ongekend hoge apoptose-percentage in kankercellen wanneer een combinatie van DR4- en DR5-specifieke varianten wordt gebruikt. Carlos Reis (Portugal, 1980) studeerde Biotechnology Engineering aan de universiteit van Algarve. Zijn promotieonderzoek voerde hij uit bij de afdeling Farmaceutische biologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Facultair Promotie: mw. A. Staniek, 16 april, 11.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Endophytes as alternative paclitaxel sources. Chemistry and genetics of Taxomyces andreanae and the endophytic flora of Wollemia nobilis Promotor(s): prof.dr. O. Kayser Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Endofyten als alternatieve bron voor paclitaxel Agata Staniek deed onderzoek naar de mogelijkheid die endofyten bieden om farmaceutisch belangrijke natuurstoffen te produceren. Een endofyt is een symbiotische schimmel die in alle delen van planten, behalve de wortels, kan voorkomen. In dit kader is paclitaxel, een diterpeen en cytostaticum met miljardenomzet dat nu vooral wordt gewonnen uit Taxus brevifolia, een belangrijke verbinding. Een reeks van publicaties uit de jaren 1990, waarin gerapporteerd werd over endofyten die paclitaxel maakten, is controversieel gebleken. Nog steeds is de wereldmarkt afhankelijk van Taxus als leverancier van paclitaxel.

In de eerste plaats wilde Staniek de heersende onduidelijkheid rondom de endofyt Taxomyces andreanae als producent van paclitaxel uit de wereld helpen. Deze endofyt leeft in symbiose met Taxus brevifolia. In de tweede plaats beschrijft zij de isolatie van endofyten uit de evolutionair stokoude conifeer Wollemia nobilis en de screening ervan op het vermogen paclitaxel te maken. Gebruik makend van daartoe geëigende analysemethoden heeft zij vervolgens het profiel van inhoudstoffen van de endofyten en van de gastheerplant in kaart gebracht. Daarnaast heeft zij op gen-niveau gekeken naar het vermogen van de endofyten om paclitaxel te maken. Van de conifeer wist zij in het laboratorium ook stabiele in vitro cultures te maken. Een belangrijke conclusie uit haar promotieonderzoek is dat de productie van paclitaxel berust op het samenspel tussen gastheerplant en de microbiële bewoners, onder controle van evolutie en omgevingsfactoren. Agata Staniek (Polen, 1980) studeerde farmacie aan de medische universiteit van Poznan. Haar promotieonderzoek deed zij aan de Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Farmaceutische biologie. Haar onderzoek werd gefinancierd met een Ubbo Emmiusbeurs van de RUG.

22

Promotie: dhr. B.G.J. Dekkers, 25 juni 2010, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Major role of the matrix in airway smooth muscle phenotype plasticity - Implications for chronic asthma Promotor(s): prof.dr. H. Meurs, prof.dr. J. Zaagsma Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Nieuwe behandelingsbenadering allergische astma Bart Dekkers heeft voor het eerst aangetoond dat extracellulaire matrixeiwitten (bindweefseleiwitten) in het luchtwegweefsel bij astma een belangrijke rol spelen in de benauwdheid veroorzakende veranderingen in de gladde spieren van de luchtwegen. Bovendien ontdekte hij een interessante nieuwe therapeutische benadering voor de behandeling van astma via de inhalatie van peptides ’met een RGD-motief’. Allergisch astma is een chronische luchtwegaandoening die gekenmerkt wordt door overgevoeligheid van de luchtwegen voor bepaalde allergie-opwekkende prikkels. Deze luchtweghyperreactiviteit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door veranderingen in de luchtwegwand; zo is niet alleen de massa van het gladde spierweefsel in de wand toegenomen, maar ook de samentrekkingskracht van die spieren. De gevreesde benauwdheid bij een astma-aanval ontstaat wanneer deze gladde spieren zich samentrekken. Daarnaast gaat hyperreactiviteit ook samen met veranderingen in de extracellulaire matrix. Extracellulaire matrixeiwitten beïnvloeden de celgroei en de contractiekracht van de luchtweg gladde spier. Bart Dekkers onderzocht welke rol de verschillende matrixeiwitten spelen in de ontwikkeling van een toegenomen luchtweggladde spiermassa en -contractiliteit bij allergisch astma. Hij toont aan dat de matrixeiwitten collageen I en fibronectine, evenals groeifactoren zoals platelet-derived growth factor (PDGF), een proliferatief, hypocontractiel fenotype van de gladde spier induceren, gekarakteriseerd door een toegenomen celgroei en een verminderde contractiekracht van de spier. Dit wordt veroorzaakt door interactie met integrinereceptoren op de spiercel, gevolgd door activatie van specifieke intracellulaire signaaltransductiecascades. De matrixeiwitten laminine-111 en laminine-211 daarentegen bevorderden een (hyper)contractiel en hypoproliferatief fenotype. De effecten van collageen I en PDGF op de gladde spier werden door een combinatie van glucocorticosteroïden en beta2agonisten, de hoeksteen van de huidige astmatherapie, op synergistische wijze effectief geremd. Bovendien bleek deze

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Facultair combinatie glucocorticosteroïdresistentie, geïnduceerd door collageen I, te voorkomen. In een caviamodel voor allergisch astma bleek inhalatie van het peptide arginine-glycine-aspartaat-serine (RGDS), dat de interactie van bovengenoemde matrixeiwitten met specifieke arginine-glycine-aspartaat (RGD)-bindende integrinereceptoren remt, de toegenomen luchtweg-gladde spiermassa en -contractiliteit na herhaalde allergeenexpositie te voorkomen. Bart Dekkers (Hardenberg, 1981) studeerde farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zijn promotieonderzoek uitvoerde bij de Basiseenheid Moleculaire Farmacologie van het Universitair Centrum voor de Farmacie, als onderdeel van de Graduate School of Behavioral and Cognitive Neurosciences (BCN) en het Groningen Research Institute for Asthma and COPD (GRIAC). Het werd gefinancierd door het Nederlands Astmafonds.

Evaluaties Moleculen en Reactiviteit februari – maart 2010 De beoordeling van de cursus is goed en ten opzichte van vorig jaar erg verbeterd. Het tentamen werd niet eenvoudig gevonden (brief 1). Diversiteit Ecologie en Gedrag 2009 – 2010 Studenten farmacie zijn niet erg enthousiast over dit vak. Terugkerende punten zijn: onderscheid hoofd- en bijzaken zoals college, relevantie van het vak van farmaciestudenten, kwaliteit van werkcolleges, slechte roostering en moeilijk tentamen (geen brief gestuurd, zie reden hieronder). NB: de cursus wordt in cursusjaar 2010 – 2011 niet meer gegeven aan de farmaceuten.

23

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Mede mogelijk gemaakt door... Frits Moolenaar Docent Farmacotherapie, voorzitter van de Examencommissie

Geboren (1946) en getogen in de stad Groningen ben ik in 1966 aangekomen als student Farmacie. De keuze daarvoor was nogal arbitrair: anders moest ik in militaire dienst. Studenten die geneeskunde, tandheelkunde of farmacie gingen studeren hoefden in die tijd pas na afloop van de studie het leger in. En dat uitstel, dat leek me wel wat. Bovendien was ik als muzikant in diverse bandjes redelijk onmisbaar (dacht ik) en de kazerne in, dat was niks voor mij.

24

Het leven had toen een veel rustiger tempo, niemand rende door de gang, want wat vandaag niet afkwam, dan deden we dat morgen wel of niet. Vanaf eind juni was de boel bij farmacie min of meer gesloten. Er werd maar zo negen jaar over de studie gedaan, tenslotte moest er veel scheikunde, analyse en botanie gestampt worden en dat terwijl het vak farmacotherapie nog niet eens bestond. Apothekers zijn scheikundige analytici en tevens bereiders van recepten en moeten geen doktertje spelen", zo hield een hoogleraar mij streng voor. De tentamens waren trouwens vaak mondeling. Als je "klaar" was voor een tentamen, ging je langs het secretariaat van de professor voor een afspraak. Later besef je dat je zo ongemerkt het vak "communicatie" grotendeels onder de knie krijgt met al dat mondelinge gedoe: wat wil de docent horen, hoe kom ik over, hoe blijf ik aan zet: nooit naar het plafond gaan staren als je het niet weet, en dus: behoudt vooral immer het initiatief. Ik solliciteerde op een promotieplaats bij de legendarische professor Taeke Huizinga. Hij was een vermaard ziekenhuisapotheker en tevens degene die als eerste het belang inzag van het vak farmacotherapie. Een echte pionier dus die college gaf in zo'n mooie lange witte doktersjas. Pas tijdens het tandenpoetsen 's avonds ging de jas uit, vertelde hij ons. Zo zijn we als medewerkers van hem voorzichtig begonnen met een cursus van drie weken farmacotherapie.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

Tijden veranderden: structuurformules, gaschromatografen, plantensystematiek en maandenlang receptuuronderwijs was niet meer de core business van de moderne apotheker. Hij/zij was inmiddels medebehandelaar van de patient geworden en dus een volwaardige gesprekspartner van de (huis)arts. Daarvoor was wel een totaal andere opleiding Farmacie nodig en dat is zeer goed gelukt hier in Groningen.

Na mijn doctorsbul in 1979 en tientallen jaren onderzoek in rat en mens, sluit ik nu mijn werkzaamleven aan de Antonius Deusinglaan af met een van de leukste vakgebieden die ik ken: de Farmacotherapie. Samen met Niesko Pras en Katja Taxis als mede-coรถrdinatoren geven we vol gas in het 4e en 6e studiejaar. Het is fantastisch om te zien hoe professioneel een student een medicatie analyse kan uit voeren met als examinator een echte apotheker uit de praktijk. Bestuurwerk, in mijn geval als voorzitter van de Examencommissie, is een boeiend geheel. Alle medewerkers in vaste dienst bij farmacie zijn lid van deze Commissie en maandelijks komt een aantal afgevaardigden van de werkgroepen bijeen om mogelijke knelpunten te bespreken. Dat zijn meestal studenten die om diverse redenen een aangepast studietraject lopen. Bijvoorbeeld studenten die instromen vanuit een andere studie of afkomstig zijn uit een ander land. Het onderwijsbureau verzet daarvoor bergen werk. Ook de plagiaatscanner heeft ons veel extra werk gegeven, evenals de tentamens die nu vaak als muliple choice worden samengesteld. Allerlei ongeregeldheden, mede door de sterk toegenomen aantallen studenten, waaien dus bij ons binnen en daar moeten we streng doch rechtvaardig en met een glimlach tegen optreden. Gelukkig organiseren we ook de propedeuse-, bachelor- en masteruitreikingen en dat zijn reuze leuke bijeenkomsten. Kortom, ondanks alle hectiek, een prachtige baan aan de RUG !


Onderzoek belicht Chronische aandoeningen bij Nederlandse kinderen en jongvolwassenen Yvonne Nobbe Moniek Pilon

Na vier jaar practica en hoorcolleges werd het tijd om een plek voor het Masteronderzoek te kiezen. Wij hadden beiden geen zin om 28 weken lang in een labjas rond te lopen, wat ons al gauw bracht bij de basiseenheid Farmacoepidemiologie en Farmacoeconomie (FE2). Na gesprekken met prof. Lolkje T.W. de Jong - van den Berg hebben we besloten om samen een farmacoepidemiologisch onderzoek uit te voeren naar de prevalentie van chronische aandoeningen bij kinderen en jongvolwassenen. Dit onderzoek is bedacht door kinderarts Tjalling W. de Vries van het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL). Zowel prof. Lolkje T.W. de Jong - van den Berg als Tjalling W. de Vries waren erg enthousiast over de resultaten, waarop we besloten hebben een artikel te schrijven. Momenteel ligt dit artikel bij een internationaal tijdschrift en wachten we vol spanning of het geaccepteerd wordt. WAAROM DIT ONDERZOEK? Nu zullen we jullie iets vertellen waarom het zo belangrijk is om dit onderzoek uit te voeren. Er blijkt namelijk uit een rapport uit 2007 dat er nog weinig bekend is over het voorkomen van chronische aandoeningen bij kinderen in Nederland. Er is al helemaal weinig bekend over de consequenties op lange termijn voor deze kinderen, over

het later functioneren op de arbeidsmarkt en hun plaats in de maatschappij. Verder is er weinig bekend over het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen, waardoor de bijwerkingen en lange termijn effecten nauwelijks bekend zijn. Het doel van onze studie is het onderzoeken van de prevalenties van twintig chronische aandoeningen bij kinderen en jongvolwassenen in Nederland gedurende de periode 1999-2006, gebaseerd op receptendata van geneesmiddelen. DE UITVOERING VAN HET ONDERZOEK In deze geneesmiddelgebruikersstudie zijn de prevalenties van twintig chronische aandoeningen onderzocht, die gekozen zijn op basis van klinische expertise. Er zijn data gebruikt van de InterActie Database (www.IADB.nl). Deze database bevat gegevens van openbare apotheken in Nederland over voorgeschreven geneesmiddelen die gecodeerd zijn volgens de Anatomical Therpeutical Chemical (ATC) classificatie. Verder staan er geen indicaties in de database. Sinds 1999 beslaat de database ±500.000 mensen, waaronder ±120.000 kinderen van 0-19 jaar. Wij hebben naar twintig chronische aandoeningen gekeken bij 0-19 jarigen. Al deze kinderen en jongvolwassenen ontvingen tenminste

25

Tabel 1: De twintig chronische aandoeningen met bijbehorend(e) indicatorgeneesmiddel(en). Aandoening ADHD

Indicatorgeneesmiddel(en)

Aandoening

Indicatorgeneesmiddel(en) Intestinale anti-inflammatoire Centraal werkende sympathicomimetica Chronische darmziekten middelen

Depressie Epilepsie

Antidepressiva Anti-epileptica

Obstipatie Hypothyreoïdie

Laxantia Levothyroxine

Migraine

Antimigraine middelen

Diabetes mellitus type 1

Insuline

Diabetes mellitus type 2

Orale bloedglucose-verlagende middelen

Enuresis nocturna

Desmopressine

Chronische pijn/rheuma

NSAID’s Methotrexaat TNF- blokkerende middelen

Allergische rhinitis

Intranasale corticosteroïden

Diuretica

Inhalatiecorticosteroïden (IC) Bèta-sympathicomimetica Astma

Combinaties van IC en bèta-symp.

Calcium-antagonisten Hypertensie

Montelukast

Middelen op AT-systeem Anti-hypertensiva

Eczeem

Lokale corticosteroïden

HIV

Antivirale middelen voor HIV-infecties

Allergie (algemeen)

Systemische antihistaminica

Afweerstoornissen

Antibiotica (co-trimoxazol)

Refluxziekte

Protonpompremmers

Anemie

IJzerpreparaten Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Facultair één recept van de geselecteerde ATC-codes in de periode 1999-2006. Deze ATC-codes zijn gelinkt aan de eerste keus geneesmiddelen van die specifieke aandoening. Wij gebruiken als definitie voor chronisch geneesmiddelgebruik drie of meer recepten van één of meer van de ATCcodes per aandoening per jaar. In tabel 1 zijn alle twintig chronische aandoeningen weergegeven met bijbehorend(e) indicatorgeneesmiddel(en). DE BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN Het aantal kinderen van 0-19 jaar in de IADB was 110.229 in 1999 en 123.453 in 2006. De verdeling van de twintig chronische aandoeningen in 2006 is weergegeven in figuur 1.

Figuur 1: De verdeling van de twintig chronische aandoeningen in chronisch zieke kinderen van 0-19 jaar in 2006. Het totaal aantal kinderen met een chronische aandoening was 10.593.

26

Uit deze figuur blijkt dat in 2006 ongeveer de helft van de chronisch zieke kinderen aan een allergische aandoening leed, te weten astma, eczeem, allergie en allergische rhinitis. Andere veel voorkomende aandoeningen waren ADHD en obstipatie. De prevalenties van de vijf meest voorkomende chronische aandoeningen in 1999 en 2006 per 1.000 kinderen waren 21,0 en 19,9 (astma), 7,3 en 15,3 (ADHD), 10,9 en 9,8 (eczeem), 11,1 en 9,6 (allergie), 6,7 en 7,9 (obstipatie). In 2006 was het percentage kinderen met één of meer chronische aandoeningen 7,4% en met twee of meer chronische aandoeningen 1,0%. In 1999 was dit respectievelijk 7,2% en 0,9%. BEVINDINGEN BEDISCUSSIEERD Er blijkt dat in 2006 ongeveer de helft van de chronisch zieke kinderen een allergische aandoening heeft. Dit is erg hoog en het geneesmiddelgebruik van deze kinderen moet in de gaten worden gehouden. Verder blijkt dat de prevalentie van ADHD significant het meest is toegenomen met 109,6% in de periode 1999-2006. Het lijkt daarom aannemelijk dat ADHD astma zal vervangen als de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen. Deze toename kan worden gewijd aan meer bewustzijn van deze aandoening bij artsen en ouders, hoewel een echte toename van de prevalentie niet mag worden uitgesloten. In het algemeen kan worden gesteld dat studies die gebruik maken van vragenlijsten en/of interviews hogere prevalenties vinden dan wij, terwijl databasestudies overeenkomstige prevalenties vinden. Verschillen in prevaFoliolum Jaargang XXIII Ed V

lenties kunnen worden verklaard door subjectieve antwoorden bij vragenlijsten/interviews, een andere studiepopulatie, andere definitie van chronisch geneesmiddelgebruik of chronische aandoening, ander land, andere leeftijdscategorieën, andere ATC-code(s) en andere studieperiode. Tot slot is het percentage kinderen met één of meer en twee of meer chronische aandoening in de periode 19992006 niet significant veranderd. Wel blijkt dat de meeste chronisch zieke kinderen aan één chronische aandoening lijden, wat ook gevonden is in een andere Nederlandse studie. Verder vond deze studie dat ±10% van de 0-15 jarigen in Nederland bekend is bij de huisarts met tenminste één chronische aandoening in 2005. Dit is iets hoger dan wat wij hebben gevonden, wat verklaard kan worden door verschillende definities van chronische aandoeningen. De prevalenties zijn namelijk berekend door gebruik te maken van indicaties in plaats van geneesmiddelgebruik. BELANGRIJKSTE CONCLUSIES Uit ons onderzoek blijkt dat astma de meest voorkomende chronische aandoening is onder Nederlandse kinderen en jongvolwassenen over de gehele periode 1999-2006. Er moet wel worden opgemerkt dat in deze periode de prevalentie van ADHD sterk is toegenomen, waardoor het waarschijnlijk is dat deze aandoening astma van zijn plek zal verdrijven. Verder lijdt ongeveer de helft van de chronisch zieke kinderen aan een allergische aandoening en heeft 7,4% van de Nederlandse kinderen een chronische aandoening. TENSLOTTE… We hopen dat jullie een beter beeld hebben gekregen van onderzoek bij farmacoepidemiologie. We wilden jullie laten zien dat computeronderzoek niet saai is, maar dat het ook hele mooie resultaten kan opleveren. Het is een hele andere kant van farmacie die in de studie vrijwel niet aan bod komt. Daarom is het heel leuk en leerzaam om bij FE2 onderzoek te doen.


Bacheloronderzoek belicht De ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen kanker en ontsteking Casper van der Hoeven

Mijn bachelorproject draaide om het vinden van een syntheseroute voor nieuwe inhibitoren tegen histone acetyltransferases (HATs). Voor mensen die de draad nu al kwijt zijn zal ik even uitleggen wat de functie van deze enzymen ook alweer was. De dubbele helix van DNA in elke cel zit om het nucleosoom gewonden. Dit nucleosoom bestaat uit acht moleculen, histonen genaamd. De histonen bezitten staarten van aminozuren die van het nucleosoom af gericht zijn. Deze zogenoemde HATs acetyleren de staarten van histonen waardoor deze staarten niet meer binden aan de negatief geladen basen van het DNA, wat ervoor zorgt dat de structuur van het DNA toegankelijker wordt voor transcriptiefactoren. Op deze manier kunnen bepaalde genen tot expressie gebracht worden. Histone acetyltransferases spelen een

rol bij de expressie van ontstekingsgenen en ontstekingen. Bij ontstekingsziekten in de long zoals astma en COPD spelen histone acetyltransferases een belangrijke rol. Stoffen die als inhibitoren werken tegen HATs kunnen bij veel aandoeningen een rol spelen als geneesmiddel. Een voorbeeld van zo’n inhibitor tegen HATs is anacardic acid (zit in de schil van de cashew noot). Analoog aan de structuur van anacardic acid kunnen er verschillende derivaten van deze stof geproduceerd worden die mogelijk een inhiberende werking tegen HATs hebben. Deze stof, weergegeven in figuur 1, zou als uitgangsstof dienen voor de mogelijke HAT-inhibitoren die ik zou gaan synthetiseren waarbij het eindproduct staat weergegeven in figuur 2. De R zijn verschillende koolstofketens, een

benzeengroep etc. Deze nieuwe functionele groepen zijn niet één twee drie te plaatsen; er zijn verschillende tussenstappen nodig. Ten eerste: er zitten drie functionele groepen aan het molecuul: een carbonzuur en twee hydroxylgroepen. Slechts één hydroxylgroep mag straks reageren om het gewenste molecuul te verkrijgen en daarom wordt aan de twee andere functionele groepen een beschermende groep geplaatst, zie figuur 3. Wanneer deze stof in pure vorm is verkregen, dan kan begonnen worden met de additie van verschillende koolstofketens, de tweede stap. Twee mechanismen spelen een belangrijke rol: de Williamson ether synthese en de Mitsunobu reactie. Bij de eerste wordt de hydroxylgroep gedeprotoneerd waarna het vrije elektronenpaar op het zuurstofmolecuul zal aanvallen op het + geladen C-atoom van het alkylhalide. Het halogeen zal vertrekken waarna de additie is gelukt. De Mitsunobu werkt volgens een ander principe maar leidt evengoed tot het gewenste product. In de derde stap moet de beschermende groep uit de eerste stap worden verwijderd, nadat dit gelukt is heb je het eindproduct verkregen. Bij elke stap dient de stof gezuiverd te worden, hetzij met kolomchromatografie of met zuur-base extractie. Deze zuiveringsstappen zijn erg belangrijk, en hebben een grote invloed op de opbrengst van je uiteindelijke product! Ik vond dit bachelorproject bij Farmaceutische Genmodulatie erg interessant en kan iedereen dan ook aanraden daar eens een kijkje te gaan nemen!

Figuur 2: Het beoogde eindproduct.

Figuur 3: Bescherming van de hydoxylgroepen.

Figuur 1: anacardic acid.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

27


Student in het buitenland Ilse Dubbelboer

Onderzoek in Zweden is een periode van tegenstellingen voor mij. Waar ik eerst mijn bed niet uit te branden was omdat de zon opkwam rond half 9 (als ik al aanwezig was op het lab), kan ik nu niet meer slapen omdat de zon op komt rond 4 uur (en snel zal dit ergens rond de 3 uur zijn). Een vitamine D gebrek in de winter is ook niet abnormaal als de zon onder gaat rond 3 uur (nog steeds op het lab), terwijl ik nu een overschot krijg omdat het tot half 10 licht blijft. En waar ik in de winter rond liep met 2 paar sokken, een panty, een spijkerbroek en minimaal 3 lagen + jas op mijn bovenlichaam, omdat het -28°C was; fietste ik een paar dagen geleden rond met slippers, in een korte broek en een t-shirt omdat het 28°C was. En dit geldt ook voor mijn project. Waar het in het begin van een leien dakje ging, gaat het nu allemaal wat moeilijker.

28

Het doel van mijn project hier in Zweden is het ontwikkelen van een analysemethode met LC-MS/MS voor tacrolimus en 3 van haar metabolieten in volbloed. Tacrolimus, een immunosupressivum, heeft een smalle therapeutische breedte en wordt m.b.v. TDM gemonitord in patienten. Normaal wordt tacrolimusconcentratie in bloed met een immunoassay bepaald, maar deze methode is niet erg specifiek. Behalve voor tacrolimus geeft de immunoassay ook een positieve waarde bij een paar van de metabolieten. Sommige van deze metabolieten zijn ook daadwerkelijk werkzaam, maar niet allemaal. En dit is natuurlijk precies het probleem, want bij een geneesmiddel met een smalle therapeutische breedte wil je de concentratie van het daadwerkelijke geneesmiddel weten en niet van het geneesmiddel + werkzame metaboliet + niet werkzame metaboliet. Ik doe

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

dit project in een lab in het ziekenhuis, eigenlijk goed vergelijkbaar met het lab van prof. Uges waar de normale routine analyses uitgevoerd worden. Ik zit dus midden tussen de Zweden (een enkele uitzondering daar gelaten), die allemaal Zweeds praten met elkaar. Niet met mij, met mij praten ze engels (gelukkig). Natuurlijk ben ik eerst begonnen met inlezen met behulp van artikelen, maar al snel vond mijn begeleider dat ik toch ook maar echt aan de slag moest. Veel testen, meetwaardes, verdunningen, spiken van bloed later, ben ik nu (19 mei) dan toch eindelijk aan mijn validatie van de methode begonnen. Nu pas!?! Ja, nu pas! De eerste stap, het optimaliseren van de HPLC en de MS/MS was vrij gemakkelijk. Toen kwam de sample work-up procedure. Omdat er al analysemethodes zijn voor tacrolimus die gebruik maken van een proteine precipitatie, hebben we besloten om eerst dat te proberen. Dit werkte natuurlijk (niet zo gek als 5 anderen er een artikel over gepubliceerd hebben), maar er was noodzaak voor een concentratiestap na de proteïne precipitatie. Metabolieten zijn soms in vrij lage concentraties aanwezig in het lichaam en daarom wilden we een vrij sensitieve methode ontwikkelen. Ik heb SPE en MEPS geprobeerd. MEPS is een vrij nieuwe procedure, waarbij er in een naald een soort van HPLC-kolommetje zit. Deze naald gebruik je met een speciale spuit en een speciaal apparaat. Je laadt je sample op de MEPS, waarna je wast en vervolgens elueer je gelijk in de injector. Deze laatste stap is tot nu toe het grootste obstakel gebleken. Maar ook deze is overwonnen, waardoor ik nu eindelijk aan mijn validatie ben begonnen. Tegen de tijd dat dit blad uitkomt is mijn


Facultair methode hopelijk gevalideerd en heb ik er rond de 500 bloedmonsters mee geanalyseerd. Het doen van mijn onderzoek in ander land dan Nederland vind ik super. Ik wist mijn hele studietijd al dat ik graag een tijdje naar het buitenland wilde, om ook eens een andere universiteit en een andere cultuur mee te maken. Ik hoefde niet zo nodig buiten Europa, ik trek het slecht als het erg warm buiten is de hele tijd en ik wilde graag een land waarvan de taal niet te moeilijk was, dus conclusie: the UK of Scandinavie. Na met 3 professoren gepraat te hebben en overal goed over nagedacht te hebben, heb ik uiteindelijk met prof. Uges gekozen voor Stockholm, Karolinska Institutet (KI). Nu kan je in Zweden niet echt spreken van een andere cultuur, maar het feit dat ik met allemaal buitenlandse mensen op een gang woon, maakt het wel goed. Iedereen van de flat waar ik in woon studeert/werkt bij KI (universiteit met alleen maar medische opleidingen), net zoals ik en dat is best prettig. Bijna iedereen maakt volledige dagen en snapt waar je het over hebt als je in vaktermen praat. We gaan vaak op pad met een groep(je) mensen: sight-seeing, laatst voor het eerst gehiked, weekeindje Helsinki, bioscoop, feestjes, salsa lessen, balletvoorstelling, barbeque, kreeft eten, etc. etc. En alleen maar in Stockholm blijven, zit er natuurlijk niet in. Een van de dingen die ik gedaan heb, is naar Kiruna gaan met 3 meiden. Kiruna is een erg lelijk mijnwerkers stadje in het noorden van Zweden, bijna tegen de Noorse grens aan. Maar gelukkig gingen wij met snowmobiles met een grote slee en een begeleider de wildernis in. Heel wat uren later zaten we met -5°C op de sneeuw in een hutje zonder water, electriciteit en gas. Ondertussen hadden we mee gedaan aan een ijsviswedstrijd, rendiersoep gegeten bij een kampvuur, rond geraced op de snowmobile met 70 km/uur over bevroren meren en gelanglaufed terwijl het donker werd. Tot dan toe was ik

nog nooit ergens geweest waar het ook daadwerklijk echt stil is (okee, op die ene blaffende hond na). Een van de dingen die we natuurlijk wilden zien in het hoge noorden van Zweden was het noorderlicht, a.k.a. aurora borealis. En dat hebben we dan ook. Nadat we nog wat hout gezaagd hadden om de temperatuur in de hut behaagelijk te houden, waren we nog buiten aan het rond lummelen. Ik lag op de snowmobile naar boven te kijken (keep in mind, onze begeleider had gezegd: sometimes the northern lights are only there for 1 minute, and sometimes it’s not there at all; ergo: we hielden de wacht) en ja hoor, daar was het dan. Niet erg indrukwekkend, nogal wit en niet bewegend, scheen het noorderlicht boven ons. Na 2 minuten verdween het weer. Wij waren natuurlijk superblij dat we het wel gezien hadden en waren er uitgebreid over aan het nakletsen. Totdat er op een andere plek nog een keer het noorderlicht te zien was. Dit is de hele avond door gegaan en rond 11 uur ’s avonds was het over de hele hemel te zien. Als een grote wit/groene slang bewoog het door de lucht, kronkelend en zigzaggend. Heel erg mooi. De volgende dag hebben we een bezoek gebracht aan het ijshotel (wauw!) en de oudste houten kerk van Lapland, waarna we genoten hebben van rendiervlees met macaroni, voordat de begeleider ons weer op de trein zette (treinreis heen + terug: 30 uur; tijd in Kiruna: 32 uur).

En... En... En... En ik kan nog zoveel meer vertellen over mijn tijd hier in Stockholm, maar helaas zijn de 2 pagina’s nu gevuld. Nog een tijdje hier en dan volgend schooljaar weer terug naar de universiteitsbanken in Nederland. Helaas.

29

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


De ondernemende apotheek Wie? Giselle Tak-Ronnen (32) Sinds 2005 ondernemend apotheker van de Kring-apotheek ‘t Oude Dorp.

Waarom Alliance Apotheek? Ik wilde mijn ambities combineren met het sterke imago van Kring-apotheek en de ondernemersgeest en support van Alliance apotheek. Ik ben en voel me een ondernemer in loondienst.

Carrière maken |

Tip? Laat je maar eens vrijblijvend informeren.

Alliance Apotheek is een sterke groep van 78 apotheken. Samen met meer dan 240 zelfstandige apotheken zijn we voor de consument herkenbaar als Kring-apotheek. Gezamenlijk garanderen we de beste zorg voor de consument. Alliance Apotheek koestert ondernemers. Niet in de laatste plaats omdat we zelf ondernemers zijn maar ook omdat ondernemers gedreven zijn en de passie hebben die we zoeken.

Alliance Apotheek is altijd op zoek naar ondernemende apothekers (m/v) die carrière willen maken Ben je ondernemend en vind je dat zorg meer is dan medicijnen? Houd je van samenwerking en heb je plezier in de dynamiek van de openbare apotheek? Dan nodigen we je van harte uit te reageren. Je schriftelijke reactie, bestaande uit CV en motivatie, kun je sturen naar elly.van.hellemondt@alliance-healthcare.nl. Meer informatie lees je op www.alliance-apotheek.nl.

Alliance Apotheek, Hambakenwetering 5A, 5231 DD ’s-Hertogenbosch, telefoon +31 (0)73 628 29 00, e-mail: elly.van.hellemondt@alliance-healthcare.nl, www.alliance-apotheek.nl


Alumnus Suzanne Dittrich

Toen ik laatst wat spulletjes moest opruimen kwam ik een opstel van de basisschool tegen met de titel ‘Wat ik later worden wil’. Apotheker dus. Blijkbaar had de aantrekkingskracht van de mooie oude apotheek bij mijn ouders in de straat al vroeg vat op mij gekregen. Na mijn eindexamen dacht ik er nog steeds zo over en in augustus 2000 vertrok ik vanuit het Hele Verre Zuiden naar het Hele Hoge Noorden. Niet omdat ik nou graag zoveel mogelijk kilometers van huis wilde zijn, maar vooral omdat Groningen me een hele leuke studentenstad leek. De studie farmacie vond ik in de eerste maanden vooral even schrikken. Tussen alle nachtelijke verenigingsperikelen door moesten er ook nog vakken als wiskunde & statistiek, analytische chemie en celbiologie gevolgd worden. Hoe je naast de colleges en een slaapgebrek ook nog in 4 weken een Engelstalig boek van ongeveer 1000 pagina’s moest doorspitten was voor mij nog niet helemaal duidelijk. Ook de practica waren even wennen: bij analytische chemie al je glaswerk proberen heel te houden, balen als je weer nèt geen duplo had gehaald, en vooral veel streepjes en de bijbehorende guldens in de borrelpot. Naast alle colleges en practica maakte ik ook veel tijd vrij voor leuke dingen. De maandelijkse PS-borrels en de EJCfeestjes waren altijd gezellig (en te laat). Daarnaast mocht ik in mijn tweede jaar met mijn commissie de RWPT organiseren, wat na een mooie fietstocht resulteerde in een heleboel farmaceuten in een Schotse kilt die druk doende waren boomstammen te werpen, in palen te hangen en boomstammen te zagen. Hilarisch om te zien en te doen! Een jaar later was het onze taak om de 121e Dies in goede banen te leiden. Ook mocht ik een jaartje praeses zijn van de DES. Na drie jaar was ik er in ieder geval keurig in geslaagd om mijn tijd eerlijk te verdelen tussen het nuttige en het aangename: ik had dus ook precies de helft van het aantal te behalen punten binnen. De UB en de MB heb ik in de jaren erna flink wat vaker van binnen gezien. Dat kostte ook steeds minder moeite, want naarmate de vakken ‘farmaceutischer’ werden, vond ik de studie ook steeds interessanter worden. De puzzelstukjes begonnen steeds meer op hun plek te vallen en dan besef je waarom de basis (ik heb de propedeuse zelfs ooit eens VWO 7 genoemd) zo belangrijk is. Erg jammer vond ik dat de eerste stage pas in het vierde jaar gepland stond. Mijn bijvakonderzoek heb ik in 2006 in Zwolle en in Londen op de Neonatologie Intensive Care Unit (NICU) gedaan. Doel van het onderzoek was om te kijken wat de invloed van een ziekenhuisapotheker op de medicatieveiligheid op de NICU kan zijn. Tijdens dit onderzoek heb ik voor het eerst gemerkt hoe leuk en gevarieerd ik het werk in een ziekenhuis vond en tijdens mijn ziekenhuisstage werd dit beeld alleen maar bevestigd. Ondanks dat

ik ook een hele leuke stage heb gehad in de openbare farmacie, wist ik dat ik toch het liefste in een ziekenhuisapotheek wilde gaan werken. In april 2008 ben ik afgestudeerd en weer teruggegaan van het Hoge Noorden naar het Verre Zuiden. Ik ben toen begonnen als projectapotheker in het academisch ziekenhuis Maastricht. Ik heb gewerkt aan het updaten van het formularium (het geneesmiddelassortiment waar de arts vrij uit kan kiezen) en het handboek parenteralia (waarin alle informatie staat die de verpleging nodig heeft bij het parenteraal toedienen van geneesmiddelen). Daarnaast werd ik secretaris van de geneesmiddelencommissie van het ziekenhuis. Deze commissie bepaalt het ziekenhuisbrede beleid met betrekking tot geneesmiddelen en beslist ook over het toelaten van nieuwe geneesmiddelen in het assortiment. Erg leuk om hierbij betrokken te mogen zijn! Na een paar maanden ben ik ook ingewerkt op de dagelijkse routinetaken zoals het nakijken van ad-hoc bereidingen, cytostatica en parenterale voedingen en het beantwoorden van vragen uit de kliniek. In april 2009 ben ik gestart met de opleiding tot ziekenhuisapotheker. Deze opleiding duurt 4 jaar. Het eerste jaar is een oriëntatiejaar waarin je alle verschillende gedeeltes van de apotheek leert kennen, zoals het laboratorium, de productieafdeling, de klinisch farmaceutische dienstverlening en de inkoop en logistiek. In het tweede en derde jaar vindt er meer verdieping plaats, en het vierde jaar staat voornamelijk in het teken van een registratieonderzoek. Tijdens de eerste drie jaar volg je ook regelmatig centrale cursusdagen, die behalve nuttig en leerzaam ook erg gezellig zijn omdat je veel oude studiegenootjes weer terugziet. Het is erg leuk om te horen waar iedereen mee bezig is. Voor de cursusdagen wordt het aangeraden om ook echt mee te kijken in het ziekenhuis: zo heb ik voor een opleidingsdag neurologie laatst bij een epilepsiepoli gezeten en meegelopen met een parkinson nurse-practitioner. Op dit moment ben ik bijna klaar met het eerste jaar van de opleiding en ik vind het tot nu toe allemaal erg interessant! Omdat er zoveel verschillende aspecten aan de ziekenhuisfarmacie zitten is er genoeg te doen, en is er ook voor ieder wat wils. Ik vind het een hele leuke uitdaging om zo goed mogelijk met collega’s, apothekersassistenten, artsen en verpleegkundigen te kunnen overleggen en meedenken om uiteindelijk de patiënt zo goed mogelijk te kunnen behandelen. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om!

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

31


Carrièredag Jasper Lodder

29 maart jl. was ‘Het Kasteel’ het toneel voor de tweede carrièredag van Pharmaciae Sacrum. Vorig jaar werd besloten tot de oprichting van de Carrièredagcommissie, met als doel het organiseren van een carrièredag voor, in het bijzonder, vijfde- en zesdejaarsstudenten om hen zo in contact te brengen met (potentiële) werkgevers. Na het succes van de vorige carrièredag wachtte deze commissie de lastige taak de dag van vorig jaar te evenaren en wellicht zelfs te verbeteren. De commissie had met ‘Het Kasteel’ gekozen voor wederom een mooie entourage voor deze dag. De bezoekers werden verwelkomd met een mooie portfoliomap en naambadges, waarna ze koffie en thee konden gebruiken. Meteen bleek al dat de commissie haar financien goed voor elkaar had (dit in tegenstelling tot een andere commissie eerder dat weekend). De dag werd officieel geopend door de praesides van de commissie en P.S., Susan Hofman en Tonnis Jan Kruizinga, en opleidingsdirecteur prof. Haisma.

32

Na de opening werden een aantal lezingen gehouden. Begonnen werd met een plenaire lezing door Paul Haarbosch van de KNMP, waarna het de beurt was aan de andere beroepsverenigingen, de NIA, VAZA en de VJA. De plenaire leningen werden gevolgd door de 1e ronde bedrijfspresentaties en workshops. In deze ronde presenteerden Napco, Astellas, Mediq en Teva Pharmachemie zich en bij de workshops kon je je tijd leren ndelen, jezelf te verkopen, leren wat ziekenhuisfarmacie inhoudt, hoe je omgaat met ziekteverzuim en tenslotte hoe je goed carrière kunt maken. Bij workshop van Teva PCH vertelden twee al wat langer werkzame apothekers en een pas afgestudeerde apotheker (Adriaan Broer) hoe het werk er in de industrie aan toe kan gaan.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

Kwart voor 1 was het tijd voor de lunch en ook deze was weer goed verzorgt met vele soorten lekkere, luxe broodjes. Tijdens de lunch was het al mogelijk om met bedrijven persoonlijk in contact te komen. Na de lunch kon je in ronde 2 bedrijfspresentaties en workshops bijwonen bij dezelfde bedrijven als in ronde 1. Nieuw in deze ronde (en ronde 3) waren de speeddates. Hier kon je in 10 minuten met een aantal bedrijven persoonlijk kennis maken en achterhalen wat je elkaar te bieden had. Vooraf leek het speeddaten toch wat spannend, maar achteraf was iedereen er buitengewoon enthousiast over! In ronde 3 werden ook workshops gegeven door andere bedrijven, waaronder die van PharmaLead door Martijn Harpe en David van Hartskamp. In deze workshop leerde je te achterhalen wat je USP (unique selling points) zijn en hoe je die inzet in je sollicitatie. Na een koffiepauze en de 4e laatste ronde, waarbij je de workshops en bedrijfspresentaties kon bezoeken waar je nog niet heen had gekund, werd de dag afgesloten met een gezellige borrel en diner, waarbij je nog eens informeel met een aantal vertegenwoordigers van de aanwezige bedrijven kon bijpraten. Al met al was de dag zeer geslaagd. De commissie had de organisatie zeer goed voor elkaar en heeft de lat duidelijk nog hoger gelegd dan vorig jaar. Ik verheug me nu al op de volgende carrièredag. Er doen louter enthousiaste verhalen de ronde en de dag is voor zowel vijfde- en zesdejaars studenten van groot nut geweest voor de toekomst! Ik wil de Carrièredagcommissie bedanken voor deze unieke dag en hun opvolgers alvast heel veel succes wensen met de volgende! Carrièredagcommissie, bedankt!!


SSS Eerstejaarssymposium Sophie Westerik

Op 31 maart vond ’s middags, na college Farmacie in Perspectief, het jaarlijkse SSS Eerstejaarssymposium plaats in de faberzaal. Het thema van het symposium was ‘Immunologie: relevant voor de apotheker?’. Dit thema werd vanuit verschillende hoeken door verschillende sprekers benaderd. Professor Quax was de dagvoorzitter en opende het symposium. Hij werd gevolgd door professor Kroese, professor Frijlink, professor Meurs en professor Kallenberg die allevier een lezing hielden. De lezing van professor Kroese ging over immuno effector componenten, en hoe deze het rendement van de effectieve immuniteit kunnen beïnvloeden. In het laatste deel van zijn lezing ging het voornamelijk over hoe het immuunsysteem een waarschijnlijke bron kan zijn voor therapiën in de toekomst. Hierna volgde de lezing van professor Frijlink over vaccins. Hij vertelde over de werking van vaccins, de verschillende soorten vaccins en hoe deze gemaakt worden. Ook het vervoerprobleem van vaccins in Afrika kwam aan bod. In deze warme landen worden de vaccins in vrachtwagens vaak niet gekoeld en eenmaal op plaats van bestemming zijn er vrijwel nooit koelkasten aanwezig om de vaccins te koelen. De vaccins zijn dan vaak niet meer te gebruiken, terwijl men in deze ontwikkelingslanden ze ze juist zo hard nodig hebben. Na de koffiepauze werd door prof. Meurs een lezing over chronische ontstekingreacties (o.a. astma en COPD) gehouden. Veel geneesmiddelen voor dergelijke chronische ontstekingsreacties hebben slechts een beperkte effectiviteit en frequent optredende bijwerkingen. Glucocorticosteroïden zijn de meest gebruikte ontstekingsremmers.

Er werd veel verteld over recente ontwikkelingen op het gebied van therapie voor chronische ontstekingsreacties. Tenslotte hield professor Kallenberg een lezing over nieuwe behandelingen van onstekingsziekten als reumatoïde artritis en astma gehouden. De techniek en productie van monoclonale antilichamen kwam onder andere aan bod. Met dergelijke monoclonale antilichamenis het mogelijk om één bepaalde pathogene factor in dergelijke ontstekingsziekten ‘aan te vallen’. Ook werd gesproken over de beperkingen en bijwerkingen van deze nieuwe behandelingsmethode. Aan het eind van de middag werd het symposium afgesloten met een borrel in café de Toeter.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

33


BEC 2009/2010 Parijs Thomas van der Woude

Op de maandelijkse borrel in maart werd de bestemming van de BEC 2010 onthuld, de bestemming was Parijs! Vele enthousiastelingen gaven zich direct op en hoopten op een plekje. De gelukkigen onder ons mochten alvast kennis maken op de pre-BEC-borrel. Het bedrijf Sanofi-Aventis gaf hier een inleidende presentatie in de aanloop naar het aanstaande bezoek van de vestiging in Parijs. Onder het genot van wat drinken en lekkere broodjes vertelden ze over de oorsprong van Sanofi-Aventis in vele andere kleine bedrijven, de farmaceutische aspecten waar het bedrijf zich in gespecialiseerd heeft en ook werd gesproken over de ontwikkeling die het bedrijf heeft doorgemaakt. Na de presentatie werd er nog even geborreld en kon de sfeer gezet worden voor de BEC. Op donderdagavond 29 april was het eindelijk zover. De lang verwachte reis naar de stad van de liefde kon beginnen. Voor sommigen begon de reis met een heerlijk diner in het Heerenhuis alwaar de aanwezigen alvast in de stemming kon komen. Voor de overige deelnemers begon het avontuur om 11 uur ‘s avonds, toen de bus vol verwachtingsvolle BECcers vertrok vanaf de faculteit. Aangezien het koninginnenacht was hadden diverse mensen zich in het oranje uitgedost en werden er

34

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

toepasselijke Hollandse nummers gedraaid. De reis verliep voorspoedig, was erg gezellig en de meesten lagen na de nodige biertjes lekker te slapen. De volgende ochtend was het direct na aankomst tijd voor het bedrijvenbezoek. Bij Ethypharm werden we ontvangen met een lekker kopje koffie, thee, jus d’orange en chocolaatjes. Na een hartelijk welkom werd ons verteld hoe het bedrijf zich richt op verschillende toedieningsmethoden en het onderzoek hieromtrent. Een aantal medewerkers wist ons met behulp van een presentatie uit te leggen waar het bedrijf zich in specialiseert, ieder vanuit een andere invalshoek. Daarna kregen we een rondleiding door de laboratoria en het magazijn. Hier konden we een kijkje achter de schermen nemen bij het onderzoek naar toedieningsmethoden. Er waren enorme machines te zien die gebruikt werden voor het bereiken van de juiste deeltjesgrootte, en hele kleine waarin onderzoek gedaan werd naar dissolutiekinetiek. Na een typisch Franse lunch, verzorgt door Ethypharm, was het tijd voor een bezoek aan de universiteit. Hier werden we ontvangen in een mooie zaal die aan alle kanten versierd was met de geschiedenis van de universiteit. Aan de wand hingen portretten van vooraan


Pharmaciae Sacrum hoofdgerecht als toetje werd ermee bereid. Natuurlijk kon er genoeg wijn en bier gedronken worden zodat de geluiden van gezelligheid al snel het restaurant vulden. De dag werd afgesloten in een gezellig Irish pub waar onder het genot van een biertje al het moois van de dag nog een besproken werd. De volgende dag was het op een paar momenten na prachtig weer. De perfecte dag om Monmartre, de Arc de Triomph en de Eiffeltoren te bezichtigen. Alle spectaculaire bouwwerken waren zeker de moeite waard! We hadden er heerlijk weer bij en met het zonnetje in de rug door de beroemde straten van Parijs lopen is toch bijzonder. ’s Middags was de vrije middag, en hoewel iedereen deze vanzelfsprekend anders besteed heeft, was menig BECcer te vinden in het beroemde Jardin du Luxembourg. De verleiding van de zon was toch te groot om ergens naar binnen te lopen. staande en belangrijke historische figuren die veel voor de faculteit hebben betekend. Verder was de kamer zeer klassiek ingericht met comfortabele banken en bewerkt hout. Een fantastische entree! Zoiets zouden we in Groningen ook moeten hebben … Alhier werd uit de doeken gedaan hoe de faculteit in elkaar steekt en wat de mogelijkheden zijn om te komen studeren. Het bleek dat het in Parijs nog niet zo makkelijk is om het eerste jaar door te komen. Alleen de besten mogen doorstuderen! Hoor je daar niet bij, dan mag je een andere studie uitkiezen. Na de presentatie was het tijd voor een rondleiding. We begonnen bij de universiteitstuin. Een plek om te studeren en lekker in de zon te zitten. In tegenstelling tot gewonen tuinen bestond het groen hier uit medicinale kruiden en planten. Ook in de kassen waren allerlei speciale planten te zien. Hier en daar stonden zelfs waarschuwingsbordjes die ons waarschuwden voor vergiftiging. Geen ruzie zoeken met Franse farmaciestudenten dus. Het hoogtepunt van de rondleiding was het universiteitsmuseum. Hier stonden allerhande oude instrumenten uit de farmacie. Maar ook bewaarde (fossiele) planten, nierstenen en bijzondere dierlijke attributen zoals olifantenhuid, gebeenten en objecten waarvan je geen idee had wat het was. In ieder geval heel bijzonder om te zien.

’s Avonds mocht het diner bij restaurant Chartier goed smaken. Blijkbaar is het Frans gebruik om dinerende mensen aan de lopende band te vervangen, want er werd behoorlijk wat druk achter gezet. Gelukkig kon Martina Schmidt niet uit het veld geslagen worden, en hebben we nog vrolijk de voorraad huiswijn gedecimeerd. Helaas was tegen die tijd een deel van de BECcers al buiten de deur gezet en moesten daar even op wachten … Na ons even opgefrist te hebben in het hostel ging de reis richting een rustige kroeg in de Bastille-wijk. Later op de avond werd de wijk goed verkend en konden de volgende dag weer sterke verhalen verteld worden. Zondag begon de dag opnieuw mooi. Een enerverende boottocht bracht ons langs mooie, en ook minder mooie (lees: sluizen) plekken langs de Seine en het Canal St. Martin. Heerlijk in het zonnetje werd het al snel gezellig op de boot. De perfecte manier om weer een beetje op krachten te komen. Na de tocht werd koers gezet richting de Jardin du Luxembourg alwaar de BEC het op een lunch in de buitenlucht gewaagd had. Gelukkig stelde de zon ons niet teleur en werd het een succesje. Heerlijke

De middag werd afgesloten met een bezoek aan het Louvre. Het Louvre is een bijzonder groot museum, waar je weken lang in kan dwalen en je kunt vergapen aan alle kunstwerken die er te zien zijn. Naast de hoogtepunten als de Mona Lisa en Venus van Milo is het bijna onmogelijk hier een korte impressie van te geven. Iedereen heeft in groepjes zijn eigen route afgelegd naar zijn of haar gelang. Om voor iedereen te spreken is lastig, maar mooi was het zeker! Op het plein konden we nog heerlijk van het zonnetje genieten tot ook de laatsten zich tegoed hadden gedaan aan de enorme verzameling kunst. Na deze lange dag was iedereen toe aan een goed diner. Dit werd ons gegeven in een enigszins apart restaurant waar een uniek gerecht op het menu stond. Een soort pannenkoek met verschillende ingrediënten erop zoals spek, champignons, crème fresh, maar ook appel en kaneel. Er werd van alles mee gedaan en zowel het Foliolum Jaargang XXIII Ed V

35


Pharmaciae Sacrum broodjes en drinken werden uitgedeeld en je kon zien dat het iedereen goed deed. Nadat iedereen zijn buikje had rongegeten brachten we een bezoek aan de Dôme des Invalides en de Notre Dame. Wederom schitterende en bouwwerken waar het oog verwend werd. Een fris lentebuitje zorgde vervolgens voor het wegspoelen van het zomergevoel en alleen de echte liefhebbers bleven lang genoeg om de zon weer te mogen begroeten. Vanwege het verliezen van de Assessor II bokaal begonnen Martijn en Thomas aan de reis om deze terug te vinden. Gelukkig herkende de barman van het café waar hij verloren was Martijn nog en kon de bokaal na een lekker biertje en wat te eten op een terrasje weer mee terug naar het hostel. Hier konden we ons even opfrissen en was het tijd voor het Diner. Dit maal kregen we een iets klassieker diner voorgeschoteld met Na wederom een goed diner met een zeer bijzonder toetje in de vorm van wat minder frisse zaken werd de avond afgesloten met een bezoek aan Montparnasse. Schitterend om vanaf het dak Parijs te kunnen overzien en proberen te achterhalen waar je allemaal geweest bent. Uiteraard eindigde ook deze avond in het café waar de student zich toch altijd goed thuis voelt. De laatste ochtend mochten we langer uitslapen, vanwege het afzeggen van Sanofi-Aventis. Zo zie je maar weer dat elk nadeel zijn voordeel heeft. Na al onze bagage in de bus te hebben geladen, vertrokken we richting Champagnehuis Pommery. Hier werd uitgebreid uit de

36

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

geschiedenis van de familie Pommery uit de doeken gedaan, alsmede de geheimen achter het maken van uitstekende champagne. In de oplsaggrotten konden we zien welke weg deze drank aflegt om zijn smaak te krijgen. De volgende keer dat we het glas heffen met oud en nieuw zullen de mensen die mee waren naar Parijs wellicht even stil staan bij de hoeveelheid werk die erachter schuilt. Uiteraard werd de rondleiding afgesloten met een goed glas champagne uit het champagnehuis van Pommery. Santé! Toen was het helaas al weer tijd om huiswaarts te keren, hoewel de vermoeidheid deze teleurstelling enigszins temde. De busreis verliep zonder problemen, en voor we het wisten stonden we alweer voor onze vertrouwde faculteit in Groningen. Tijdens de after-BEC-borrel mochten we nog even flink nagenieten van deze mooie reis onder het genot van een heerlijk biertje, maar toen kwam het Parijsgevoel toch echt ten einde Het was een fantastisch reis, en ik wil graag de commissie bedanken voor deze ervaring!


Batavierenrace Vreneli Boerlage

Na een lange reis kwam de nachtploeg aan in Nijmegen, het startpunt van de Batavierenrace. De ochtend- en middagploeg zaten ondertussen al op de camping ‘Campus Enschede’, waar de enorme estafette zal eindigen. Terwijl het in de sporthal wachten was op het startmoment, werden we vermaakt met een verrassend capoeira optreden. Michelle mag de Batavierenrace van P.S. dit jaar beginnen. De temperatuur is ’s nachts rond het vriespunt, dus dat betekende bibberen in het busje en op de fiets. Wanneer de motor van de auto af wordt gezet, beslaan de ruiten vrijwel meteen. Leuk, kunnen we even dat stukje van de Titanic nadoen! Gewapend met bananen, bidonnen en goed gevulde etenszakjes met lolly’s, labello, kitkat en ander eten, kunnen we de etappes aan. De temperatuur loopt flink omhoog overdag, het lijkt wel iets van 30 graden. De lopers van de ochtend- en middagploeg moeten dus met tropische temperaturen lopen, terwijl er getraind is in de sneeuw. De nachtploeg heeft daarbij het geluk om buiten in het zonnetje nog heerlijk uit te rusten van alle gelopen kilometers. We worden via de sms-functie van de Batavierenrace op de hoogte gehouden van de resultaten van alle lopers. Rob is de chauffeur van de ochtend- en middagploeg, en heeft de belangrijke taak de lopers op de goede wissel af te zetten. De race wordt afgesloten door een vrouwen- en mannenetappe. Mirna loopt in een kattenpakje richting de finish met een snelle tijd. Kristian, als een Afrikaanse topatleet, weet zo snel de finish te halen dat de organisatie niet meteen de tijd kan geven. Gelukkig komt zijn tijd toch nog binnen en we blijken dit jaar de 80e plek te

hebben gehaald. Een hele verbetering met vorig jaar, toen werd P.S. namelijk 150e. Een prestatie waar we erg trots op mogen zijn! Na een goed vullende maaltijd, met wat weinig vlees volgens de mannen, zijn we dan klaar voor het feest. Al het bier dat nog bij de tenten lag, werd opgemaakt en we gaan richting het grootse feest, met zo’n 9 plekken waar verschillende muziek ten gehore komt. Er zijn niet alleen deelnemers van de Batavierenrace op het feest aanwezig, maar ook komen er mensen speciaal voor het feest naar Enschede. Ze zijn er goed tussenuit te halen, want de lopers zijn allemaal tussen 2 en 3 uur ’s nachts te moe om door te feesten en liggen al lang weer in de tent. ’s Ochtends moeten alle tenten in alle vroegte, 9uur(!), weer worden opgeruimd. Na een bedankje voor de STERC en een foto is het dan tijd om weer richting Groningen te gaan.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

37


Alumnidag Elise Smolders

Op zaterdag 17 april was het zover. De tweede Alumnidag was daar. De Alumnicommissie bestaande uit Alexander Armbrust, Lous Kluin, Matthijs van Luin en ondergetekende hadden voor de alumni een dagje Groningen georganiseerd. Na een ontvangt op het hok werd onder het genot van broodjes bijgepraat. Na de lunch verzamelden we bij ‘de Kies’ die geen kies bleek te zijn. Tijdens de rondleiding door Groningen werd ons onder andere verteld dat het paard op de Martinitoren op ware grootte is en dat onze mooie stad eerst Cruoninga heette. In de stad staat een negen hoekig beeld met deze naam erop. Alle punten wijzen naar een kunstwerk aan de rand van de stad. De elektriciteitsmast met vlammetjes is één van deze kunstwerken. Na de stadwandeling werden we ontvangen bij ‘Tapasco’ om daar deel te nemen aan de wijnproeverij. Er werden verschillende wijnen geserveerd door Gerrit, de man die alles van wijn wist. Hij vertelde dat vooral de bodem van de druiven erg belangrijk is en dat de hoeveelheid kalk in de bodem van belang is. Na de proeverij borrelde iedereen na met een biertje en wat hapjes. Een grote groep alumni ging na de borrel samen eten bij eetcafé ‘Time Out’. Het bier vloeide rijkelijk en de verhalen over ‘vroeger’ werden verteld. Wij dachten, als bestuur, dat onze alumni hun wilde haren hadden verloren en sinds het afstuderen een burgerlijk

38

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

leven zouden leiden. Hier bleek niets van waar te zijn. We kwamen er achter dat sommige alumni overdag briljant apotheker zijn en dat ’s nachts, in de kroeg, de alumni zich nog steeds gedragen als studenten. Tot slot, wil ik via deze weg mijn Alumnicommissie nogmaals bedankten. Het was een hele toffe dag en zonder hun niet mogelijk geweest! Namens de Alumnicommissie 2009-2010, Elise Smolders


Rijwielprestatietocht 2010 Manon Snels en Rosanne Meijboom

Zaterdagochtend 22 mei 09.30 was het dan eindelijk zover: De 37e RWPT kon beginnen! De drank van de functionarissenborrel was nog te voelen, maar dat mocht de pret niet drukken. Vol goede moed en met prachtige outfits en versierde fietsen vertrokken de deelnemers in groepjes voor een spannende fietstocht. De fietstocht leidde ons via het pittoreske Vinkhuizen de stad uit, het Ommeland in. In het ommeland troffen wij een struisvogelboederij, ezels in de ossenwei en erotisch café Have Fun waar helaas geen drankje gedronken mocht worden omdat Casper ging voor de snelste tijd. Na een lange fietstocht kwamen we aan bij Henks Westernpark. Niet bij iedereen was het tempo aan. Het bestuur, kandidaatbestuur, prof. Neef en zijn vrouw en prof. Frijlink kwamen meer dan een uur te laat. De deelnemers die wel op tijd aangekomen waren begonnen met quadrijden. Het eerste rondje reed iedereen voorzichtig, maar toen het gevoel er eenmaal inzat, scheurde iedereen de bochten door. Een paar mensen waren echter geen getalenteerde quadrijders. Toen Gert een poging deed het heuveltje op te rijden, rolde hij er achteruit weer af. Na het quadrijden, werd er in het zonnetje geluncht. Met een volle maag kon iedereen er weer tegen aan. Een deel ging hun schietkunsten uitproberen en een ander deel bleef in het zonnetje zitten om de sudoku en de beroepenpuzzel op te lossen. Wolkenbleker bleek toch geen echt beroep te zijn, maar bollenkweker wel! Om een uur of vier was het tijd om het wilde westen te verlaten en we stapten weer op ons fietsje voor de lange terugreis. Al snel nadat we weg van het park waren gefietst, kwamen we in het dorpje Leek en moesten we dwars over de kermis fietsen. Niet alle inwoners van Leek konden de roze outfits waarderen en wezen de heren er ook op dat de gayparade toch echt niet daar was. Vanuit

Leek fietsten we het echte ommeland in. Er waren geen auto’s te bekennen en toen we met ons brakke studentenfietsjes over het onverharde pad moesten fietsen, hadden we echt het idee dat in de middle of nowhere zaten. Gelukkig kwam de Suikerunie in zicht en kwamen we al snel in stadspark terecht. En als je hond daar kwijt raakt, moet je gewoon een biertje drinken met roze geklede heren op een tandem. Uitgeput kwamen we weer aan bij de faculteit. Nog even snel werden de laatste vragen ingevuld en toen was het tijd voor eten. Na zo’n lange fietstocht had iedereen trek gekregen. De RWPTC had een heerlijk diner geregeld in de Tango en daarna kon men een borrel drinken aan de overkant.

39 Onder het genot van een drankje werden de prijzen uitgereikt. Kristian bleek een ware coureur te zijn en won de prijs voor de snelste tijd bij het quadrijden. De roze geklede heren: Sven, Kristian, Joost en niet te vergeten mr. Yummy hadden de prijs gewonnen voor de beste outfits. De poedelprijs werd gewonnen door Annet, Rieneke, Willeke, Karin en Lotte. Team Leo di Gerto bestaande uit Steffan, Dennis, Tjerk, Paul en Gert, eindigde op de eerste plaats en daarmee prolongeert Gert zijn titel. Een adtje uit de RWPTbokaal kon niet uitblijven voor het winnende team. Nog vele drankjes werden gedronken in de Rumba en daarna ging iedereen moe maar voldaan naar bedje toe. Het was een geweldige dag! RWPTC “Overstuur” bedankt!!

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Voetballen tegen docenten Rinze Hofstra

Jongerejaars verslaan in zinderende wedstrijd ouderejaars na een goldengoal

40

Aan het eind van een vrijdagmiddag verzamelde zich een aantal sportievelingen van PS zich bij sportpark Corpus Den Hoorn voor het jaarlijkse voetbal met docenten. Na wat rekken, strekken en intrappen werden de teams gevormd en kon de wedstrijd beginnen. In de beginfase van de wedstrijd was het aftasten van beide kanten, wat zorgde voor een stroeve start. De twee teams gaven nauwelijks wat weg en de strijd speelde zich vooral af op het middenveld. Uiteindelijk was het uit een spaarzame aanval wĂŠl raak voor de ouderejaars. M. Boon kreeg de bal met wat geluk voor zijn voeten, aarzelde niet en zette de 0-1 voorsprong op het scorebord. De wedstrijd was open gebroken en de jongerejaars gingen op jacht naar de gelijkmaker. Na enkele kleine kansen was het J. Boonstra die de 1-1 aantekende. Gesteund door deze goal drukte de jongerejaars door en uit een corner tikte R. Hofstra de 1-2 in het doel. De rust leek bereikt te worden met deze stand maar daar dacht W. Velema anders over en met een bekeken schot werd de ruststand bepaald op 2-2. Na een korte pauze ontspon zich in de tweede helft een alleraardigste strijd tussen twee teams die koste wat het kost wilden winnen. De ouderejaars namen een 2-3 voorsprong, wederom door W. Velema, maar konden deze niet lang vasthouden, en het was al snel weer 3-3 door W. Bakker. Door een van richting veranderd schot van M. Boon, waarbij de keeper er niet goed uitzag, namen de ouderejaars een 3-4 voorsprong. Een kleine teleurstelling voor de jongerejaars maar zij werden in het zadel

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

geholpen door een domme handsbal van M. Boon. De penalty werd onberispelijk ingeschoten door R.Hofstra en zo was het weer gelijk; 4-4. Langs de kant vonden de dames het wel tijd voor het eindsignaal. Echter er moest eerst een beslissing komen in deze spannende voetbalwedstrijd. Enkele spelers van beide teams waren al toe aan pils en volgden de ontknoping vanaf de zijlijn. De golden goal liet lang op zich wachten. Geen van de teams leek het beslissende schot in de benen te hebben en voor beide doelen werden grote kansen gemist. Het was ver in de extra tijd toen R. Hofstra uithaalde en zijn schot in het doel zag belanden. Het betekende einde wedstrijd en een hele, hele mooie overwinning voor de jongerejaars. Aan de zijlijn stonden de verzorgsters van P.S. klaar met de kratten bier, chips en rolletjes en de meesten herstelden vrij snel van de vermoeidheid en kleine pijntjes. Niet wetende dat de spierpijn de volgende dag pas toeslaat.


Buitendag Renske Glerum en Michelle de Roo

Lekker bijkomen aan het Leekstermeer Nadat wij de hele ALV hadden uitgezeten en de nodige biertjes hadden genuttigd begon voor ons de buitendag. Voor Rens met een autoritje en voor Michelle een moeizame fietstocht van een half uurtje. Eenmaal aangekomen bij het Leekstermeer werden wij met bootjes naar de overkant gebracht, waar wij op het terras nog wat ice tea’tjes weggewerkt hebben. Daarna hebben wij ons gewaagd aan het windsurfen, helaas moesten wij ons eerst in surfpakken hijsen, wat met enige moeite uiteindelijk wel is gelukt. Onder leiding van surfinstructeur Niels leerden we fijne kneepjes van de sport die windsurfen heet. We moesten telkens verzamelen op een bepaald punt bij de paaltjes, maar omdat wij daar vaak al surfend niet konden komen moesten wij met onze voetjes door de drab. Na redelijk wat vallen, spetteren en nog meer vallen kregen wij het windsurfen toch wel een beetje onder de knie. Al surfte Emma toch wel echt de sterren van de hemel, deze waterrat was niet uit het water te krijgen. Terwijl Emma nog even door ging kozen wij ervoor om wat slaap in te halen in een fluisterbootje. Waar iedereen al snel chill lag te tukken, behalve misschien meneer Brouwer, deze wilde namelijk de boot besturen en had toen geen slaapplek. In foetushouding om de motor heen deed hij toch een poging om in slaap te komen. Ook Michelle lag er lekker bij met haar handen voor haar gezicht. Dit bleek achteraf een slimme zet, aangezien de rest van de bemanning later aardig verbrand was. Helaas werd ons beautyslaapje verstoord door twee terror kids in een bootje gewapend met een waterpistool. Gelukkig trad Chris op als boze papa en dreigde boos zwaaiend met een vinger a-relaxed

te worden als ze niet meteen ophielden en zouden verdwijnen. Van Len hoorden we ondertussen weinig, die lag lekker op de bodem van de boot te slapen. In eerste instantie had hij dan ook niet door dat zijn mouw al aardig nat was geworden van het water in de boot. Na dit avontuur op het water, besloten wij dat het misschien toch wel verstandiger was om te slapen op het vaste land. Later op de middag zijn we nog gaan zeilen met onze grote zeeheld Len en kapitein Sjoerd. Op het meer bleek Len toch niet zo’n zeeheld, weten hoe je het fok bedient is iets anders dan kunnen zeilen. Gelukkig bleek Sjoerd zijn vaarbewijs niet voor niets gehaald te hebben, wij zijn namelijk ongedeerd weer terug gekeerd met een mooi zeiltochtje achter de rug. Weer terug op de kant was het etenstijd. Het terras buiten was voor ons helaas niet weggelegd gezien onze verbrandde hoofdjes. Dus zaten wij binnen dichtbij al het lekkers van het buffet. Martijn B., onze kenner, was in de veronderstelling dat we een heerlijk stukje hert aten, dit bleek echter een heel ander stukje vlees te zijn. Met onze verbrande hoofdjes hebben we vervolgens nog onze dropje mopje uitgevoerd om nog meer fans te krijgen, helaas bestaat onze fanclub na deze mooie dag nog steeds maar uit 1 lid. We willen Milou en Rob heel erg bedanken voor een ontzettend mooie goed georganiseerde dag. Lekker chillen in het zonnetje op een meer is de ideale breaker van de week.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

41


Eenregelige titel boven PS stuk Beleidsplan 129e Bestuur Naam van deder schrijver G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum Beroep/functie

Geachte leden, Graag willen wij ons aan u voorstellen als bestuur van de Groningse Farmaceutische Studentenvereniging “Pharmaciae Sacrum” voor het jaar 2010-2011. Wij vinden het een grote eer te zijn voorgedragen en we zullen ons uiterste best doen om komend jaar onze ideeën tot uitvoering te brengen. In dit beleidsplan zullen wij onze ideeën en aandachtspunten aan u presenteren. Ons eerste aandachtspunt is het goede contact dat Pharmaciae Sacrum heeft met haar leden en ereleden. Al meer dan 128 jaar vormt de rijke geschiedenis het fundament, maar Pharmaciae Sacrum blijft altijd in ontwikkeling. De vier ereleden behouden het overzicht over de jaren en geven goede adviezen, aangezien zij al langere tijd betrokken zijn bij Pharmaciae Sacrum en over veel kennis beschikken. Allen kijken zij vanuit verschillende perspectieven naar de vereniging, de opleiding en het apothekersvak. Wij zijn trots dat professor Jonkman, mevrouw Inia-Douma, professor Neef en professor Frijlink ereleden zijn van Pharmaciae Sacrum en wij zien het als een belangrijke taak de contacten met hun goed te onderhouden door ze voor zoveel mogelijk activiteiten uit te nodigen.

42 xx

Daarnaast hopen wij volgend jaar het contact met de leden te versterken. Wij vinden het erg belangrijk dat de leden zich welkom voelen bij Pharmaciae Sacrum. Het P.S.-hok is toegankelijk voor alle leden. Ieder lid moet zich vrij voelen om zich in te schrijven voor activiteiten en interesse te tonen voor commissies. Leden die niet betrokken zijn bij Pharmaciae Sacrum ervaren op dit punt een drempel. Daarom willen wij aan deze leden meer

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

aandacht besteden. Dit willen wij bereiken door activiteiten beter te promoten. Door langs colleges te gaan en door de agenda regelmatig op de tv-schermen op de faculteit en op nestor te presenteren, gaan wij de activiteiten beter onder de aandacht brengen. Ook gaan wij op de P.S.-site meer uitleg geven over de inhoud van activiteiten. Zo hopen wij veel leden te betrekken bij Pharmaciae Sacrum. Uitstekende momenten om eerstejaars te betrekken bij Pharmaciae Sacrum zijn de introductiedag en het introductieweekend (EIK-kamp). Hier kunnen nieuwe leden een beeld krijgen van wat de vereniging voor hen kan betekenen. Op de facultaire introductiedag gaan wij aan de hand van een filmpje Pharmaciae Sacrum aan de nieuwe leden presenteren. De P.S.-papa’s en -mama’s gaan wij een grotere rol geven op de introductiedag en het introductieweekend. Tijdens het weekend gaan wij de eerstejaars meer informeren over commissiewerk dan voorgaande jaren is gedaan. Dit willen wij doen aan de hand van een korte presentatie waarin wij aangeven dat commissiewerk een toevoeging is aan je studententijd en dat dit niet ten koste hoeft te gaan van de studieresultaten. Wij vinden het noodzakelijk om dit te benadrukken, vanwege de invoering van het Bindend Studie Advies komend jaar. Ondanks dat door deze invoering de studiedruk zal toenemen, hopen wij met een goede voorlichting tijdens de introductiedagen veel leden actief te maken bij Pharmaciae Sacrum. Actieve leden hebben Pharmaciae Sacrum gebracht tot waar zij nu is. Door inzet van leden in commissies worden er vele mooie activiteiten georganiseerd. Wij zien het als een belangrijke taak om commissies hierbij goed te begeleiden. Daarom gaan wij komend jaar enkele keren


Pharmaciae Sacrum met hen mee vergaderen om inzicht te krijgen in de ideeën van de commissies. Ook gaan we vaker een praesidesoverleg houden om praesides te ondersteunen en door middel van een workshop willen we hen het één en ander bijbrengen over leiderschap. Commissies willen wij ook ondersteunen aan de hand van evaluaties van activiteiten. Dit jaar is er een enquête verspreid onder de leden over de activiteiten van het afgelopen jaar. Met de resultaten hieruit willen wij samen met commissies voor verbeterpunten zorgen. We gaan onder meer kijken naar de invulling van de activiteiten, naar de planning en of de promotie voldoende was. Daarmee kunnen wij commissies ondersteunen zodat zij vernieuwend blijven, goed draaien en hierdoor met veel plezier hun commissiewerk blijven doen. Op deze manier kan Pharmaciae Sacrum meegaan met de tijd en de behoefte van haar leden. Binnen Pharamaciae Sacrum worden er wetenschappelijke, sportieve, culturele en beroepsgerichte activiteiten georganiseerd. Wij merken dat er vanuit de studenten veel interesse is voor de beroepsgerichte activiteiten. Om hier op in te spelen gaan we iedere maand een themalunch organiseren op het P.S.-hok. Hierbij denken wij aan thema’s rondom actualiteiten in de farmaceutische wereld, maar ook aan thema’s rondom de onderzoeksmogelijkheden binnen de faculteit van farmacie en farmaceutische wetenschappen. Ook zouden wij in het Foliolum graag een overzicht zien van farmaceutisch nieuws wat recent aan bod is gekomen. Hierbij denken wij aan een overzicht van nieuwsberichten die zijn verschenen in het Pharmaceutisch Weekblad en relevant zijn voor de farmaciestudent. Naast een studievereniging is Pharmaciae Sacrum ook een gezelligheidsvereniging. Zo kunnen studenten vele contacten leggen met elkaar en eventuele toekomstige collega’s. Ook buiten Groningen komen studenten farmacie en farmaceutische wetenschappen in contact met elkaar. Dit gebeurt via activiteiten van de Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging (K.N.P.S.V). In samenwerking met de K.N.P.S.V. willen wij de goede banden tussen de studenten uit verschillende steden behouden. Om dit te bereiken gaan we goed contact onderhouden met de zusterverenigingen L.P.S.V. „Aesculapius” en U.P.S.V. “Unitas Pharmaceuticorum” door ook een aantal activiteiten van deze verenigingen te bezoeken.

van apotheker als zorgverlener benadrukt. In juli zal de eerste activiteit van deze werkgroep plaatsvinden. Komend jaar hopen wij deze activiteit in samenwerking met één van de medische studieverenigingen te organiseren. Naast alle activiteiten die Pharmaciae Sacrum organiseert, zorgt zij ook voor de boeken- en labjassenverkoop voor alle leden. Stichting Boekenbureau zal, evenals vorig jaar, in de eerste week van het nieuwe studieblok boeken verkopen. Door de studenten hier goed over te informeren en aan hen duidelijk te maken dat bestelde boeken ook daadwerkelijk afgehaald en betaald dienen te worden hopen wij dat alle leden tevreden blijven over Stichting Boekenbureau. Ook houden wij tijdens de zomervakantie intensief contact met Bureau Onderwijs Farmacie om zo een goede inschatting te kunnen maken van het aantal eerstejaars studenten en het aantal boeken wat door Stichting Boekenbureau besteld dient te worden. Voor het op tijd leveren van de juiste boeken en het plannen van activiteiten is contact met de docenten en het opleidingsinstituut belangrijk. Daarnaast kunnen docenten advies geven bij wetenschappelijke activiteiten en kunnen zij een invulling geven aan bijvoorbeeld symposia. Door docenten vaker persoonlijk te benaderen en hen uit te nodigen voor activiteiten, willen wij dit contact versterken. Als bestuur willen wij klaar staan voor de leden en ervoor zorgen dat Pharmaciae Sacrum een bloeiende vereniging blijft. Wij streven er naar om zo veel mogelijk leden enthousiast en actief te maken en te houden. Samen met hen gaan wij voor het hoogst haalbare, zodat wij een mooi 129e verenigingsjaar neer kunnen zetten. Hopende dit alles waar te mogen maken, Het bestuur der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum 2010-2011 Gwenny Verstappen Emma Veldman Sjoerd van Olffen Evianne van der Kruk Len de Nie

Praeses Ab-actis Quaestor Assessor I Assessor II

Nu de rol van de apotheker als zorgverlener steeds belangrijker wordt, hechten wij veel waarde aan het contact met de medische studieverenigingen M.F.V. Panacea en T.M.F.V. Archigenes. De afgelopen jaren zijn er al meerdere activiteiten georganiseerd in samenwerking met M.F.V. Panacea, echter werden deze niet altijd goed bezocht. De FTO-dag bijvoorbeeld, vinden wij een goed initiatief, maar hier is helaas weinig interesse voor vanuit de geneeskundestudenten. Door een nieuwe aanpak en betere promotie willen wij dergelijke activiteiten weer laten herleven. Een andere activiteit waarmee wij denken het contact met medische studenten te kunnen verbeteren is die van de Werkgroep Goed Doel. Doordat deze werkgroep activiteiten voor een goed doel organiseert, wordt de rol Foliolum Jaargang XXIII Ed V

xx 43


BUILDING THE W ORLD OF WORLD AD VANCING GENERICS ADVANCING

Meer dan generiek alléén Apotex is een wereldwijde organisatie met eigen ontwikkeling- en productiefaciliteiten. Hierdoor kunnen wij in Nederland sneller nieuwe generieke geneesmiddelen introduceren. En er is meer. "Advancing Generics" staat niet alleen voor nieuwe introducties, maar ook voor onze services die u kunnen ondersteunen om de beste zorg aan uw patiënt te bieden. Zo geven wij onze geneesmiddelen een belangrijke meerwaarde mee.

Apotex Apote x Nederland B BV V Bio S Science cience Park Park | Arc Archimedesweg himedesweg 2 | 2333 CN L Leiden eiden Telefoon: +31 (0)71 - 5 243 1 Telefoon: 100 0 0 | Fax: Fax: +31 (0)71 (0)71-- 5 243 244 | www.apotex.com/nl www.apotex.com/nl


Jaarverslag Elise Smolders

Op de borrel in maart begon het voor ons allemaal. We waren al een tijdje compleet, maar daar stonden we dan in de ‘Gouden Zweep’, klaar om te zeggen dat we kandidaat-bestuur zouden zijn voor het jaar 2009-2010. Het was niet voor iedereen een verrassing, maar het was toch fijn dat je het er eindelijk met iedereen over kon hebben. We hadden direct een druk schema en waren bij alle activiteiten van P.S. aanwezig. Op 17 maart 2009 vond het eerste EJC-feest plaats. Met het thema ‘Vuur en Vlam’ dronken we biertjes in ‘de Warhol’, nog niet doorhebbende om samen verkleed te gaan. Op 21 maart 2009 was de langverwachte voorjaarsdag daar. Gewapend met namen van de besturen, frutsels, pinnen en dassen gingen we vol goede moed naar Putten. Het was een interessant symposium, maar het diner is ons beter bijgebleven. Na het diner voelde ik me niet zo lekker en heeft Mirjam me goed verzorgd. Ook hebben we kennis gemaakt met een kant van Tonnis Jan die we tot de receptie niet meer zouden zien. Op 24 maart 2009 stelden we ons voor aan de ALV en begon het voor ons gevoel officieel. We gingen samen naar de Mediq Ouderejaarsexcursie, STERC-Sportdag, het FAC-feest, verschillende symposia van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen en gingen we met onze voorgangers naar het Panaceagala. Van 8 t/m 10 mei was het Inwerkweekend daar en leerden we elkaar en de vereniging goed kennen. Het Gangfeest op maandag 11 mei 2009 grepen we aan om deze keer wel goed verkleed voor de dag te komen. Helaas kon professor Frijlink ons tijdens de RWPT op zaterdag 16 mei 2009 niet ondersteunen en werden we laatste. Toch was het een zeer gezellige dag en hebben we kennisgemaakt met het ommeland, waar Tonnis Jan zich zo thuis voelt. Het K.N.P.S.V.-congres vond plaats van 20 tot en met 23 mei. Helaas kon ik er niet bij zijn vanwege een reisje naar Parijs en was Milou te laat voor het touwtrekken tegen de andere kandidaat-besturen vanwege practicum, desalniettemin werden de mannen tweede. Het schijnt een mooi congres te zijn geweest, waar goed geïntegreerd werd. Na het Voetballen met Docenten op vrijdag 29 mei 2009, kwam snel de Jaarvergadering. Op 2 juni 2009 was het dan eindelijk zover. We kregen de linten en de hamer van onze voorgangers en het 128e bestuur was een feit. Na de lange vergadering gingen we vol goede moed naar Harkstede om daar te paintballen en te waterskieën. Het lijkt wel of er een vloek op abacti hangt, want op de eerste dag als bestuur, had ik al een ongeluk, of ja twee ongelukken. Ik werd eerst door iemand aangereden op de fiets en daarna bij het paintballen schoot iemand me in mijn nek. Verder was het wel een hele gezellige en geslaagde dag. Gelukkig gingen we die week erna direct foto’s maken en ben ik nog vaak

herinnerend aan mijn schotwond. Op 8 juni 2009 wisselde het bestuur van ,,Aesculapius”, waar we natuurlijk niet mochten ontbreken. Helaas, had ik me vergist in de tijd en waren we ruim een uur te vroeg in Leiden. Nu moest alleen het bestuur van U.P. nog wisselen en waren alle besturen voor het jaar 2009-2010 een feit. U.P. wisselde op Tonnis Jan zijn verjaardag, 10 juni 2009, en door een arelaxte ‘kop of munt’ moest hij bobben op zijn verjaardag. Bij U.P. duurde het allemaal niet zo lang, dus na de ALV was er nog een mooi feestje. Het regende pijpenstelen, dus Emilie dacht het goed voor elkaar te hebben door met ons mee te rijden in de auto. Helaas, Rob had de lampen aan laten staan en hebben we onze eerste crisis overleefd door een taxichauffeur te bellen. Nadat de auto weer aan de praat was, hebben we het centrum van Utrecht bekeken door er vele rondjes te rijden. Eenmaal op het feest aangekomen begon iedereen als een dolle met mexxen en moest Tonnis Jan ons naar huis slepen. Tonnis Jan reed als een ware Schumacher het centrum van Utrecht uit, waardoor we door de politie werden aangehouden en hij moest blazen. Ook hadden we hadden allemaal beloofd om wakker te blijven, maar dat is alleen Maurits gelukt met zijn bekertje warme melk. Op 20 juni 2009 reisden we af naar Brouwersdam om daar deel te nemen aan de mooiste Sportdag die ooit georganiseerd zou worden. We bleken allemaal goed te kunnen kitebuggyen en ook de barbecue achteraf was zeer geslaagd. Op 22 juni 2009 was het tijd voor één van de eerste constitutieborrels en wel die van MARUG . MARUG snapte het niet helemaal en schilderdoeken als gastenboek kan toch echt niet. Milou pakte daarom de stift en oefende door het wapen van P.S. groots op het doek te tekenen. 24 juni 2009 was de dag dat onze eigen constitutieborrel plaatsvond. Het was een leuke kennismaking met de

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

45


Pharmaciae Sacrum

46

andere verenigingen uit de stad, waarbij het bier rijkelijk vloeide. Archigenes nepte ons nog met glazen vol jenever, van SM kregen we een luchtbedpomp die Rob direct in gebruik nam, omdat het in ‘Volonté’ altijd lekker warm is. Milou werd verschrikkelijk gelukkig van alle cadeaus en vooral van de konijnendrankfles, die speciaal voor haar was gevuld met Goldstrike en waar ze heerlijk van genoot. Voor de vakantie waren er nog verschillende overleggen met commissies en kennismakingen met bedrijven. Als afsluiter gingen we op 9 juli 2009 met Maarten en zonder Rob naar VvAA North Sea Jazz. Toen de vakantie aanbrak vertrokken Milou en Rob naar zonnigere oorden, terwijl Tonnis Jan, Maurits en ik in Groningen achter bleven voor ons bachelorproject. Helaas kregen we in de vakantie op 25 juli 2009 het verschrikkelijke nieuws dat Wouter Willems was komen te overlijden. We waren erg geschrokken en hebben in overleg met professor Frijlink en de ouders van Wouter naar ons beste weten gehandeld. De ouders hebben later nog aan ons laten weten dat ze het contact als prettig hebben ervaren. Op 24 augustus 2009 stond de afspraak voor het overdrachtsdiner met C&E bankiers. De heer Lansink baalde dat ‘de Pauw’ nog niet open was, wat er voor zorgde dat we Japans gingen eten in ‘Fujiyama’ op de Grote Markt. Het was een heerlijk diner, met veel spektakel en witte wijn, die Astrid meerdere malen heeft mogen voorproeven. Op 25 augustus 2009 was het tijd voor onze eerste kennismaking met de nieuwe eerstejaars. We ontvingen de eerstejaars op het hok en Tonnis Jan mocht maar liefst 20 minuten praten over P.S. Dit bleek, ondanks zijn goede verhalen, wel echt heel veel tijd te zijn. ‘s Avonds hebben we pasjes gemaakt in ‘de Warhol’ en heeft Maurits in zijn mooie barbapapa-pak wat puntjes gescoord bij een e.t-er. We gingen niet tot het gaatje, omdat we de volgende dag vroeg vertrokken voor het Binnenland Bedrijven Bezoek. Met 30 man vertrokken we richting ABL in Assen. Hier kregen we een praatje over de analytische testen die zij daar uitvoerden. Na een lekkere lunch vertrokken we richting Bedrocan in Veendam. Het bezoek aan deze medicinale wietkwekerij was zeer interessant. Er werd onder andere verteld hoe ze de groei van de wiet standaardiseren en hoe ze aan alle geneesmiddelwetten voldoen. Na dit bezoek reden we verder naar Amsterdam om intrek te nemen in het hostel. In Amsterdam gingen

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

we de stad in voor een potje ‘Wie is de mol?’. Ieder groepje kreeg een mol aangewezen en moest opdrachten door de stad uitvoeren. Ik zat in een groep, met onder andere Joost en we deden het erg goed. Echt heel goed. Helaas was Joost de mol en had hij de telefoon in handen om te sms’en. Na een jaar Spoco met Joost, vertrouwde ik hem blindelings, maar bij het eerste antwoord, Mc Donalds, hadden we eigenlijk al verloren en was alles voor niets geweest. De volgende dag reden we naar Oss om daar Schering Plough te bezoeken. Het was leuk om na jaren langs Organon te hebben gefietst en in de grote zaal kerstconcerten te hebben gegeven, het eens van binnen te zien. We kregen een interessant praatje van de heer Vromans. Na een echt heerlijke lunch kregen we een rondleiding door de kwaliteitscontrole afdeling waarna we de bus in gingen om weer richting Groningen te vertrekken. De reis ging voorspoedig en iedereen was aan het kletsen. Op een gegeven moment ging het over knieviolen en niet veel later vertelde Mirna dat ze niet zo goed viool kon spelen, waarop werd gevraagd of ze weleens les had gehad. Dit had Mirna natuurlijk niet. Iedereen schoot in de lach, zelfs de buschauffeur, waardoor we in de W.A. Scholtenstraat bijna een Fiat Panda overreden. ‘s Avonds werd de BBB afgesloten met een diner in de Springs. Op 28 augustus was het Mediq Apotheek Hockeytoernooi daar. Vol goede hoop vertrokken we erg vroeg naar Utrecht. Ook deze busreis was een beetje gevaarlijk doordat de buschaffeur niet zijn beide handen kon gebruiken en Tonnis Jan hier toch echt bang van werd. Helaas waren we niet zo goed als we dachten, maar Maurits en Rob hebben er mede voor gezorgd dat U.P. niet met de bokaal naar huis ging. Op 1 september 2009 was het tijd voor de eerste P.S.borrel in ‘de Toeter’. Het was een proefborrel en de eerste borrel waar nieuwe eerstejaars kwamen. Het was een zeer geslaagde borrel en naar aanleiding van de geslaagde borrel hebben we besloten om te blijven borrelen in ‘de Toeter’. Op 8 september vertrokken we vroeg naar Den Bosch om kennis te maken met mevrouw van Hellemondt. Het was een zeer lekkere lunch en het was heerlijk weer. Ze moest ons wel het slechte nieuws brengen dat ze per januari zou stoppen bij Alliance Healthcare. Na de lunch gingen we Den Bosch nog in om een biertje te doen, waarna we naar Oss gingen om kennis te maken met mijn zusje en mijn moeder. Deze kwamen tot de conclusie dat Tonnis Jan een vreemde naam is en wij niet zo stoer waren, omdat we al om half tien naar bed gingen. In de maand september hadden we enkele constitutieborrels, onder andere van Clio, VINTRES en EBF. Elke borrel gaven wij andere symbolische cadeaus. Het bleek toch wel leuk te zijn om met je lint en je pakje aan een beetje te blaten over onze leeftijd. De borrel van VINTRES was toch wel legendarisch met een blad vol blauw en gele shotjes dat voor onze neus stond. Jullie begrijpen dat dit natuurlijk voor ons bestemd was om op te drinken, zeker wanneer het bier niet gratis is. Ook hebben Milou en ik op deze borrel onze veiligsteltechniek verbeterd, helaas wel zonder resultaat. Van 25 tot en met 28 september had de eerste Weekendcommissie, bestaande uit Rob en mij, een fantastisch weekendje georganiseerd in het mooie Brabantse Vinkel. We begonnen ons weekend met een bezoek aan de


Pharmaciae Sacrum Beekse Bergen. Zaterdag reden er geen bussen naar de stad, dus moesten we ons zelf maar vermaken met bierspelletjes. Al dit bier heeft geleid tot super mooie assessoraat foto’s in een douche en sauna. Op zondag gingen we uitbrakken in het zwembad waar we verschillende mooie tatoeages hebben gespot. De mooiste tatoeage was toch wel die van Kenneth, die groot zijn naam op zijn rug had staan. Van 2 tot en met 4 oktober was het tijd voor het Functionarissenweekend van de K.N.P.S.V. Onze verkleedmoties waren vooral voor onszelf erg hilarisch. De eerste dag was Milou meer als een wortel verkleed dan als een negerin en op de tweede avond was mijn Ede Staal pruik heel lelijk. Er werd goed geïntegreerd door vooral Mette, Maurits, Lourens en mij. Op 4 oktober was het tijd voor de eerste AV van de K.N.P.S.V. en werd er door de afdelingen geprobeerd om de reiskosten van de K.N.P.S.V. aan te kaarten. Helaas werd onze motie niet aangenomen. Op 5 oktober 2009 gingen we eten met de Almanakcommissie. Almabrak werden ze ook wel genoemd en toen we binnenkwamen bij Manon stond de fles wodka al op tafel. Alleen Rob was zo stoer om met de commissie mee te drinken, omdat we de volgende dag alweer om 6 uur de trein in moesten om op tijd in Amsterdam te zijn voor het KNMP-congres. Op dit congres werd helaas een mooie foto van Pauline en Bart gemaakt die ons de rest van het jaar heeft achtervolgd, maar voor de rest was het een zeer geslaagde dag. Maurits en Tonnis hebben met veel mensen gepraat en de borrel na afloop was erg gezellig. Op 8 oktober was daar weer de eerstejaars Beroepenmiddag. Er kwamen niet heel veel eerstejaars, maar de eerstejaars die er waren zijn door prof. Frijlink, bijna dr. Vegter, ziekenhuisapotheker Kosterink en apotheker Luers zeer enthousiast gemaakt voor het apothekers vak. ’s Avonds vond de Internationale Avond van de K.N.P.S.V. plaats, waarna we gezellig met het K.N.P.S.V.-bestuur gingen borrelen in de stad. Ook deze avond was zeer geniaal met de kannetjes in ‘het Vaatje’ waarna Tonnis Jan wel met Lucienne naar huis wilde en natuurlijk ons grote avontuur in ‘de IJsbar’. Deze avond is ook veel besproken, zeker nadat Rob een zeer interessant nachtelijk avontuur had beleefd. De dag na ons avontuur met de K.N.P.S.V. moesten we de bus in om te vertrekken naar het EIK-kamp. Met een grote gezellige groep eerstejaars vertrokken we richting Bakkeveen. De eerste avond stond in het thema van ‘Kings en Queens’ en wij mochten verkleed als personages uit Pipi Langkous. Vanuit onze slaapzakken hebben we samen met de K.N.P.S.V. heerlijk gekeken hoe Milou bezig was om Villa Kakelbont te knutselen. Het was een zeer gezellige avond en de eerstejaars dronken al het sterk op dat was ingeslagen door de commissie. Helaas kon het ochtendprogramma niet doorgaan vanwege het slechte weer, maar regelde de EIK nog een beamer en een film zodat de eerstejaars toch vermaakt werden. Tijdens de commissierondjes hebben de eerstejaars kennis gemaakt met onze mooie commissies en hebben we geprobeerd om ze het P.S.-lied te leren. De van Rijntjes zijn natuurlijk al wel een beetje bekend binnen P.S., en onze jongste aanwinst liet direct zien hoe goed hij kon adten. Hij dronk werkelijk alle japies op die we hadden uitgestald voor de eerstejaars, inclusief de koffiekannen die we hadden gevuld. Het tweede feest had het thema ‘Ik hou van Holland’. We hadden geen verkleedmotie dus we dosten

ons uit in mooie oranje gewaden. Zelf was ik dolgelukkig met mijn capeje, maar na het opruimen van vele braakjes was ik er iets minder blij mee. We waren echt verbaasd dat er op deze tweede avond nog meer gedronken werd. Het was een goed kamp en veel eerstejaars waren super enthousiast. Op 14 oktober reisden we af naar Utrecht voor de eerste ALV van onze zuster. De borrel in de Zanzibar was erg gezellig en gelukkig hebben we op deze avond ook kennis kunnen maken met ‘de Kneus’. Op 15 oktober hadden we ’s middags afgesproken voor een kennismaking met mevrouw Inia-Douma. In ‘het Feithuis’ hebben we de ALV doorgesproken en lekker thee gedronken en een gebakje gegeten. Op 17 oktober was het tijd voor het Oudbesturendiner. Rob kon hier helaas niet bij zijn, omdat hij in Rome zat, maar gelukkig zorgde bestuur Boon ervoor dat Rob toch aanwezig was, zodat Milou het welbekende assessoraatspel toch kon uitvoeren. Tijdens het diner werden mooie verhalen over vroeger verteld en de korte borrel in ‘de Tapperij’ die na afloop van het diner volgde, bleek op de Alumnidag toch wel legendarisch te zijn geweest. Op 23 oktober was onze eerste ALV. Daar zaten we dan, klaar om te gaan. Het was toch wel een beetje spannend en voor ons gevoel hadden we het eigenlijk wel goed voor elkaar. Toch hadden we sommige dingen misschien een beetje onderschat, maar gelukkig werden wel al onze voorstellen aangenomen en zat onze eerste mijlpaal erop. Op 3 november was de borrel met de onthulling van het Diesthema ‘128 karaat, alles in het kwadraat’ en werd het programma van de Dies Natalis onthuld. De commissie had een goed programma in elkaar gedraaid en iedereen kreeg steeds meer zin in de Dies. Op 9 november reisden we onuitnodigd af naar Utrecht voor de Lustrumreceptie. De trein had vertraging waardoor we te laat op de receptie aankwamen. De receptie werd gehouden in een kerk, daar waren wij redelijk verbaasd over. Zeker omdat het wijwaterbad werd gebruikt als bar en omdat Johan stond te peddelen op wat graven. De jongens wilden vroeg naar huis, maar Milou en ik hadden daar helemaal geen behoefte aan. Milou en ik bleven met z’n tweeën, wat uiteindelijk heeft geleid tot een memorabele terugreis. De volgende dag was de Mediq Eerstejaarsexcursie. We voelden ons niet heel erg goed, maar met de lekkere lunch die klaar stond was dit al snel opgelost. De stoere militair met zijn logistieke hart leidde ons rond. Hierna vertrokken we richting Hoogeveen om te Foliolum Jaargang XXIII Ed V

47


Pharmaciae Sacrum

48

karten. De dames deden het dit keer erg goed en Suzette was een ware waaghals en werd tweede. Bas werd eerste en Harm behaalde de derde plek. We hebben nog lekker genoten van de welbekende saté en werden uitgenodigd voor een basketbalwedstrijd samen met de heer Bosch. Op 11 november gingen we weer richting Utrecht om te dineren met het U.P.-bestuur om vervolgens met hun naar het Lustrumfeest in ‘de Monza’ te gaan. Het was een mooi feestje en alle afdelingen waren aanwezig. De dag erna gingen Milou en Rob vroeg richting Groningen om de boeken te verkopen en Tonnis Jan, Maurits en ik bleven in Utrecht om naar het Mediq symposium te gaan. Ik miste de bus, waardoor ik bij Lourens achterop moest en Bart mijn broodje nog opat. Tonnis Jan had al kennis gemaakt met een oud-bestuurder, die hem had verteld dat het vaandel een prima slaapzak is. We voelden ons niet heel erg lekker, maar ondanks de zeer interessante praatjes door onder andere Adjiedj Bakas, Melanie Schultz van Haegen en de dagvoorzitter Tom van ’t Hek was het goed vol te houden en hebben we veel geleerd. De heer Bosch bood ons een lift terug naar Groningen aan. Hier hebben we dankbaar gebruik van gemaakt wat Bart iets minder leuk vond. Dat weekend, op zondag 15 november, reden we in de welbekende Mazda van Tonnis Jan zijn ouders naar Balkburg om daar kennis te maken met professor Jonkman en zijn vrouw. De jongens hebben deze middag sterremunt thee ontdekt en we hebben een leuke wandeling gemaakt door het bos. Professor Jonkman vertelde ons leuke anekdotes over vroeger en over zijn huidige werkzaamheden. De high tea met champagne was ook zeer gezellig en rond 8 uur vertrokken we weer richting Groningen. Op dinsdag 17 november was het EJC-feest daar met thema ‘Sjeiks en Sletjes’. Wij waren verkleed in het thema ‘Kruizinga’. Rob moest als kruiskopschroevendraaier en dacht dat het handig was om zichzelf in te spuiten met acrylverf, wat achteraf niet heel gezond was. Het feest werd gegeven in de bovenste draaibar van de ‘Drie Gezusters’ en tot in de kleine uurtjes heeft iedereen doorgefeest. Milou kopte de bar nog even waardoor ze de volgende dag een beetje last had van haar neus. Op 20 november gingen we weer richting Utrecht, dit keer voor het Genodigdendiner. In vol ornaat zaten we in de trein mensen te vervelen met onze grootste blaatverhalen. Het diner was gezellig en het gala wat daarna volgde was ook zeer geslaagd. De drank vloeide rijkelijk en Maurits kopte nog wat punten binnen met iemand die niet genoemd mag worden. Ook om de goochelaar hebben we hard kunnen lachen. Nadat het gala was afgelopen hebben we nog gebivakkeerd op het centraal station en zorgden Tonnis Jan dat Merel niet werd opgepakt. Op maandag 23 november gingen we eten met de Buitenland Excursie Commissie. Omdat Maurits en ik ’s ochtends in Den Bosch waren geweest hadden we als toetje de echte Bossche Bollen. Ook maakte we hier kennis met de kaneel test. Zowel Rob en Tonnis dachten wel dat ze het aankonden, maar beide lukte het niet. Wel liet Joep zien dat hij een lijntje kaneel kon opsnuiven, wat best wel indrukwekkend was. Op 24 november was het tijd voor de eerste Ziekenhuisfarmacieavond van P.S. Het assessoraat had deze avond georganiseerd en alles was picobello voor elkaar. De avond werd zeer druk bezocht en ook de sprekers hadden Foliolum Jaargang XXIII Ed V

een zeer interessant verhaal. In het weekend van 4 en 5 december gingen we vroeg richting Maastricht om daar professor Neef en zijn vrouw te bezoeken. We werden warm onthaald met een echte Limburgse vlaai en kregen een rondleiding door de ziekenhuisapotheek waar professor Neef werkzaam is. Hierna vertrokken we richting de binnenstad van Maastricht om daar te genieten van een heerlijke rijsttafel. Na het diner hebben we nog een wandeling door het centrum gemaakt en heeft mevrouw Neef ons veel over de historie van Maastricht bijgebracht. Het was december en Rob had niet echt een hele warme jas bij zich, waardoor hij het voor het eerst in het bestuursjaar toch een keertje koud had. Zoals gebruikelijk bleven we slapen en de volgende ochtend ontbeten we met echte Limburgse kazen. Na het ontbijt zijn we met Maurits in de achterbak, vertrokken richting het station van Maastricht om weer richting het noorden te gaan. Op 9 december was het dan eindelijk zover. De Dies Natalis werd gevierd. Twee frutsels en een paar schoenen verder, waren we voor ons gevoel op het helft van het jaar. De Dies begon met een zeer interessant symposium met als thema ‘ Over de TOP’. De commissie had gezorgd voor interessante sprekers uit verschillende vakgebieden en zelfs iemand uit het buitenland. Na het symposium was het tijd voor de lang verwachte receptie. Eindelijk konden Milou en ik onze jurken aan. Daar stonden we dan. In vol ornaat ontvingen wij onze gasten. Na een paar jenevers zat de sfeer er goed in en hebben alleen Rob en Maurits het openingsfeest gehaald. Na een heerlijke nachtrust werden we gewekt door de Diescommissie en trokken we onze zwemspullen aan voor de sauna. Ik heb me niet gewaagd aan de opgieting want vijf minuten in de sauna vond ik al heftig. Gelukkig was er een heerlijk bubbelbad en een ruimte waar we konden ontspannen, eten en drinken. Vervolgens was het tijd om wijn te drinken op de culturele avond en om stijldanspasjes te maken. Ik danste gezellig met Tonnis Jan en het ging beter dan verwacht. Tijdens het wijnproeven kocht professor Neef nog een flesje medicinale dessert wijn en met de almanakonthulling werd de avond geëindigd. We waren mooi verkleed als personages uit de lievelingstekenfilm van de commissie en na het leuke Kabouter Wesley filmpje werd dan eindelijk de langverwachte almanak onthuld. De commissie had gekozen voor het thema ‘Onverwacht’ en de almanak had een houtvinyle buitenkant en een gouden naamplaatje. Na maanden


Pharmaciae Sacrum zwoegen op het commissiehok mocht eindelijk iedereen het boekwerk zien en het thema weten. Op vrijdag 11 december was het tijd voor het Galadiner en het Galabal. We dineerden heerlijk in ‘’t Feithuis’. Nadat de buitenlandse besturen waren gearriveerd konden we vertrekken richting Tynaarlo om daar uit ons dak te gaan op het gala. De band was goed en iedereen maakt er een feestje van. Terwijl ik in Hong Kong zat op 18 december 2010 en Milou aan het skiën was gingen de heren los op het binnenlands en buitenlands afgekochte gala van ,,Aesculapius”. Ik was er niet bij, maar de verhalen en de foto’s zeggen genoeg. Op 14 januari, gingen we weer richting Utrecht om daar afscheid te nemen van de heer Timmers van OPG Groothandel. Alle besturen waren er en ook veel van onze voorgangers. De heer Timmers kon het zeer waarderen dat er zoveel studenten waren. Op 17 januari brachten we een bezoek aan mevrouw IniaDouma en haar man in Leeuwarden. Het was een zeer gezellige dag. We hebben genoten van het zelfgemaakte diner van mevrouw Inia-Douma. We hebben het gehad over de vele reizen die het echtpaar heeft gemaakt en omdat de januari ALV voor de deur stond hebben we het ook nog over de voorstellen van de ALV gehad. Op 19 januari was het tijd voor het derde EJC-feest uit ons jaar en het eerste feest van EJC ‘Dreamteam’. Het feest werd gehouden in ‘de Blauwe Engel’ en had het thema ‘Los in het Sprookjesbos’. De commissie had wat extra geld dus hadden ze ‘de Engel’ vol gehangen met ballonnen en iedereen kon zich schminken met glow-in-the-dark verf. Het was een druk bezocht feest en er waren zelfs wat Utrechtse vrienden. Op 26 januari 2010 was het alweer tijd voor onze tweede ALV. Er werden een aantal belangrijke financiële voorstellen gedaan over de belastingdienst en het boekhoudprogramma. En ook de richtlijnen met betrekking tot het af- en aanmelden voor activiteiten werd goedgekeurd. We waren goed voorbereid en deze ALV verliep dan ook soepel. Maurits en ik waren zo gelukkig dat we nog even met Jules en Willem kannetjes gingen adten in ‘het Vaatje’. Maurits en ik waren duidelijk sneller dan Jules en Willem. Op 29 januari gingen we weer richting Utrecht. Zoals jullie horen hebben we veel in de trein gezeten. Zo waren er altijd een aantal kwesties die we elke reis wel weer bespraken. Ten eerste ging het altijd even over Jerrit en kwam ook altijd een van de liefjes van Rob ter sprake. Er zijn veel grappen over tunnels gemaakt en ook zijn wij er in deze tijd achter gekomen dat Tonnis Jan eigenlijk Anton heet. We hebben veel gelachen om de mooie matrix bril van Tonnis Jan, alhoewel ik moet zeggen dat het een prima zonnebril is voor wanneer je het licht even niet kan verdragen. Maar goed, terug naar 29 januari. We gingen richting Utrecht om deel te nemen aan de VvAA besturendag. Op deze dag hebben we veel geleerd over conflicthantering en hier hebben we in de praktijk zeker nog wat aan gehad. Na de borrel zijn we gaan eten met het U.P.-bestuur en zijn we nog even bij ‘de Kneus’ langsgegaan. Omdat er niet hard genoeg geborreld werd zijn Maurits, Mette, Lourens en ik in een side-pot gegaan. We hebben in ieder geval tot in de kleine uurtjes geborreld. De volgende dag was het tijd voor de AV van de K.N.P.S.V. Zoals iedereen weet werd de AV geschorst vanwege ziekte en zijn wij na de AV met

het U.P.-bestuur richting het U.P.-hol gegaan. Milou en Jerrit gingen samen naar thuisthuis en de rest bleef nog om een potje te risken. Mette, Lourens en ik hadden hier geen zin in en trokken maar weer een biertje open op de borrelbank en gingen een filmpje kijken. Ook hebben we daar Bart het groene drankje gevoerd waar toch ook wodka in zat. Het was Fanta die ik groen had gemaakt, omdat ik dacht dat groen met geel toch echt blauw zou opleveren. Ook hebben we nog vele mooie P.S.-stickers op het hol geplakt en is de dag afgesloten met pizza’s en een potje hints. Op maandag 1 februari zijn we gaan eten met de Carrièredagcommissie. Bij Wim thuis werden we ontvangen en kregen we broodjes hamburger. Ons werd verteld dat Wim de enige was die geel was in de test van mevrouw Westhoff en dus ook de enige met de echte creatieve ideeën. De rest van de commissie had dezelfde kleur. Op 5 februari was het zover. Bestuursweekend part deux. De tweede Weekendcommissie had het natuurlijk niet zo goed voor elkaar als de eerste Weekendcommissie, maar goed. Vrijdag vertrokken we, zoals gebruikelijk, in een te kleine auto richting Brabant. Op zaterdag gingen we naar Bottrop. Met drie skiërs, een beetje skiër, en een niet skiër, was het een hele geslaagde dag. Ik heb skiles van Rob gehad en Tonnis had talent voor skiën volgens Rob. Ook zijn er mooie foto’s geschoten van sprongen en vallen. Na het skiën zijn we gaan stappen in Eindhoven en hebben we bewezen dat we 40 bier binnen een half uur konden opdrinken. Zondag lagen we brak op de bank en keken we sport totdat we terug naar Groningen moesten. Op 8 februari gingen we samen met Kristian naar Rotterdam voor het ABN AMRO Tennistoernooi. We hebben ons goed vermaakt in ons boxje, we konden alleen niet alle wedstrijden afkijken, omdat we weer richting Groningen moesten. Rob en Kristian wilden de wedstrijd van Timo Bakker niet zien, want hij was toch niet goed. Op 17 februari was en de almanakreceptie van U.P. en de constitutieborrel van Volonté. Omdat Tonnis Jan, Maurits en ik wel naar beiden wilden, gingen we eerst met z’n vijven naar de borrel van Volonté. We hebben het bestuur een kroegkoeling cadeau gedaan, want na onze ervaring in ‘Volonté’ vonden we dat wel nodig. Na de borrel gingen Foliolum Jaargang XXIII Ed V

49


Pharmaciae Sacrum

50

we met z’n drieën de trein in. De treinreis was echt legendarisch. Maurits wilde heel graag met zijn vader bellen, die Els Borst goed kende, maar toen hij belde vond hij het toch niet zo’n goed plan. Er zijn liters bier over de grond gegaan en de lieve mevrouw, die al moeder bleek te zijn, heeft al haar zakdoekjes aan ons besteed. Het feestje in Utrecht was erg leuk. Alleen Maurits werd eruit gegooid, omdat hij aan het adten was. Tonnis Jan en ik hebben nog samen met Mette voor DJ gespeeld. Op 24 februari gingen we borrelen met het K.N.P.S.V.bestuur in Leiden. We begonnen rustig met eten en een biertje, maar toen Willem binnenkwam veranderde alles. Zo dronk hij denk ik bijna in zijn eentje een fles wodka leeg, waardoor hij zich weer een sjaarsie voelde. Willem had kaarten geregeld voor Sine Regno, jammer dat hij er niet bij was, maar het was zeker een mooi feestje op ‘Minerva’. De volgende dag moesten we op een barbaars tijdstip opstaan omdat Milou en Rob naar de masteruitreiking gingen. We hebben geslapen in de trein, en hoe de mensen ons vonden ruiken wil ik eigenlijk niet weten. Gelukkig waren we wel op tijd en konden Milou en Rob hun pak snel aantrekken en wij konden rustig douchen en beginnen aan onze brakke dag op het hok. Totaal overdressed, op 26 januari, gingen we op bezoek bij ‘Tapasco’. De eigenaar wilde zo graag met ons eten dat we maar op zijn aanbod zijn ingegaan. We hebben werkelijk alle hapjes van de kaart geproefd en verschillende excentrieke en dure wijnen gedronken. Tonnis Jan, nog één keer dan. Tonnis Jan gebruikte zijn wijnproefskills en proefde in een witte wijn kersen, waarna de eigenaar zijn wijn uitproeste van het lachen. Het was dus een heel erg geslaagd diner. Jammer genoeg heb ik ’s avonds alles eruit gegooid en ben ik een week ziek geweest. Het vervolg van de AV van de K.N.P.S.V. heb ik dus gemist en net als het eten met de Redactiecommissie. Natuurlijk was ik wel op de onthulling van de BECbestemming op de P.S.-borrel van 2 maart. De commissie onthulde dat we naar Parijs zouden gaan. Ook werd het kandidaat-bestuur onthuld op deze borrel. Het is toch gek om daar vijf mensen te zien staan op de plek waar wij vorig jaar stonden, alleen dan in ‘de Gouden Zweep’. Op 4 maart hadden we samen met de heer Bosch van OPG groothandel de Mediq Ouderejaarsexcursie georganiseerd. We werden vriendelijk ontvangen door de heer van Marle met Staphorsterrolletjes. Hij gaf aan dat de medewerkers nog een rondleiding wilden geven. Dus wij werden weer rondgeleid door de militair met het logistieke hart. Na de rondleiding kregen we twee interessante praatjes die voor veel vragen zorgden. Hierna vertrokken we met de bus richting Lauwersoog om daar een visworkshop te doen. De heer Bosch had de week ervoor aangegeven dat hij stopte met zijn werkzaamheden voor OPG Groothandel. Hij was echter wel aanwezig bij de workshop, dus het was direct zijn afscheid. We hebben zelf onze haringen schoongemaakt en vissen gefileerd. Dit heeft gezorgd voor vele hilarische foto’s. De garnalensoep was niet zo lekker als we dachten en het stilstaande ijs was ook bijzonder. Op 6 maart gingen we met een grote groep Groningers richting Utrecht om daar de Beroependag te bezoeken. De commissie had het goed voor elkaar en we hebben veel verschillende beroepen gezien. Leuk aan de Beroependag was dat even het vaandel van de K.N.P.S.V. werd Foliolum Jaargang XXIII Ed V

omgewisseld met een oud Lustrumvaandel van de K.N.P.S.V. Vooral de afdelingen vonden het heel erg grappig. Na de borrel en diner vertrokken we richting een soort kelder waar het feest was. De busreis terug naar Groningen was misschien een beetje een hel als je bij Joost boven in de bus zat, want hij stopte maar niet met zingen. Op 11 maart was het tijd voor de VvAA discussieavond. De VvAA had samen met Maurits een leuk programma in elkaar gedraaid en iedereen vond de berekening hoeveel een beherend apotheker verdient zeer interessant. Na deze avond gingen we naar de Volonté besturenborrel, waar Archigenes er nog een half fustje in gooide omdat ze dat fust over hadden. Op 15 maart was het Ouderejaarssymposium van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen. Het was een zeer interessant symposium over ‘Geestverruimende en stimulerende middelen’. Na het symposium hebben we met de commissie ovenfrietjes gegeten. Margot en Rob zijn een goed duo en alle schunnige grappen kwamen over tafel. Na het eten gingen we zonder de commissie naar het Vaatje. Op 16 maart werd het EJC-feest in de Twister met het thema ‘Angels en Demons’ gehouden. Ook dit EJC-feest was goed gepromoot en de Twister stond helemaal vol. We waren goed verkleed als de bestemming van de BEC. Milou en ik hadden een cancan pakje aangetrokken, Tonnis Jan was los gegaan met blauw, witte en rode schmink, Maurits was een Franse Sailer en Rob probeerde rond te lopen als Quasimodo. Op 18 maart was het tijd voor de STERC-Sportdag, dus we stonden uitgeslapen klaar om te strijden om de titel beste highlander van P.S. Ik was zelf niet echt een hele goede highlander, maar toch heb ik de rest in mijn groepje verslagen, door mijn hoge handicap. Evianne, onze kleine kb-er, heeft alle mannen verslagen. De dag werd afgesloten met grote burgers bij restaurant Macedonië en hadden we nog de discussie of varkenshaas nu van een varken komt of niet. Ook waren we in deze weken druk bezig met de voorbereidingen voor de maart ALV, omdat deze 23 maart alweer voor de deur stond. We hebben een voorstel gedaan voor een nieuwe camera en de SAC richtlijnen zijn aangepast. Gelukkig werd alles weer goedgekeurd en kon Tonnis Jan lekker doorhameren. Ook het kandidaat-bestuur stelde zich deze ALV voor. Op 27 maart was het dan zover om alle kandidaatbesturen aan elkaar voor te stellen. Eerst streden onder andere de kandidaat-besturen tegen de besturen tijdens het paintballen. Wij dachten dat we ons kandidaatbestuur goed verkleed hadden zodat we zo makkelijk zouden kunnen zien, maar deze laffe hazen liepen niet echt naar voren, dus konden we ze niet raken en uiteindelijk wonnen de kandidaat-besturen. Na het eerste rondje hielden Pauline, Mette, Milou en ik het voorgezien en gaven wij onze balletjes af. Nadat we ons geweer hadden geruild voor een blikje bier begon onze kleine borrel in de zon. Gelukkig was de brute man die de speluitleg deed, toch niet zo bruut als hij zich voordeed en was hij tegen ons heel erg aardig en kregen we, nou ja, vooral Mette en Milou steeds gratis bier. Vervolgens gingen we naar Leiden voor het traditionele diner. Er waren veel oud-bestuurders aanwezig en de kandidaatbesturen werden getest op hun kennis. We hadden onze


Pharmaciae Sacrum

Luft nog meegenomen en we hopen dat de kandidaatbesturen hier van hebben genoten. Wij hebben hier dit gehele jaar van genoten. Telkens als Maurits zijn telefoon af ging tijdens een BV moest hij even een dopje Luft nemen. Vooral toen hij dacht dat hij het beter door zijn soep kon doen, zorgde voor hilariteit. Op 29 maart was het tijd voor de tweede Carrièredag van P.S. Het was een gevarieerd aanbod en voor ieder wat wils. De commissie had alles tot in de puntjes geregeld en de opkomst was goed. 31 maart was het dan tijd voor het tweede symposium van de Commissie Farmaceutische Wetenschappen. De commissie had een leuk thema uitgezocht, namelijk ‘Immunologie’. Het was zeker een zeer interessant symposium dat goed aansloot bij de kennis van de eerstejaars. De pre-BEC-borrel werd gehouden op 13 april. De commissie had een nieuwe invulling aan deze borrel gegeven door op deze borrel een sponsor te laten spreken en te zorgen voor hapjes. Tijdens de borrel leerden we meer over het bedrijf Sanofi-Aventis dat we in Parijs zouden bezoeken. In het weekend van 9 tot en met 11 april hadden wij voor ons kandidaat-bestuur het Inwerkweekend georganiseerd. Ook moesten wij het kandidaat-bestuur van de K.N.P.S.V. ontvangen. Dit zorgden toch voor een beetje stress, maar gelukkig waren wij wel op tijd en hebben we de kandidaat-besturen veel over de vereniging kunnen leren. De Batavierenrace werd gehouden in het weekend van 23 tot en met 25 mei. We hadden een perfecte balans tussen feesten en sporten, want stiekem was iedereen toch eigenlijk wel fanatiek. Dankzij onze fantastische buschauffeur Rob, inclusief stropdas, waren we overal op tijd en hebben we ons eigen busje geen schade toegebracht. De bus van U.P. is wel even onder gestickerd toen we ze tegen kwamen. Na de eindrace van Mirna en Kristian was het lang onbekend op welke plek we waren geëindigd. Gelukkig bleek op de zondag na het goede eindfeest dat we een zeer nette 80e plaats hadden behaald. Op 27 april gingen we met de EJC eten bij Claudia thuis. We aten patatjes en na het eten gingen het we het briefjes spel met de commissie doen. Vooral Serdar en Lotte hadden moeite om het te begrijpen. Ook had Serdar een voorliefde voor dictators uit de geschiedenis en toen Lotte een ongeluk ging uitbeelden met iedereen in de

kamer hadden we het allemaal niet meer. Op 29 april vertrokken we met een bus vol farmaceuten, professor Schmidt en buschauffeur Adrie richting Parijs. De Koninginnedagsfeer zat er direct goed in doordat er XL oranje tompoucen en oranje bitter werd uitgedeeld. Ook werden direct onze BEC-cd’s gedraaid en kon iedereen genieten van de muzikaliteit van ons bestuur. Het eerste bedrijf dat we bezochten was Etypharm. We kregen een bedrijfspresentatie en een rondleiding langs HPLC’s. Na de rondleiding gingen we lunchen en vertrokken we weer richting Parijs. Samen met Maurits, Renske en Martijn ging ik richting het hostel om daar alle tassen te droppen, terwijl de rest bij de universiteit was. Rond het hostel stonden allemaal wazige figuren, maar gelukkig werden we beschermd door een zwerver met zijn mes. Voor het eten had de commissie bij ‘Flams’ gereserveerd. In de kelder genoten we van de flams, wat een soort dunne pizza’s zijn. Na het diner gingen we stappen bij de Champs Elysees. Het was een Ierse pub waar de bierprijs eigenlijk nog wel mee viel. De commissie had goed uitgezocht waar de nachtbussen vertrokken en iedereen is veilig thuisgekomen, op het akkefietje van Sjoerd in de bus na dan. De volgende ochtend kregen we een heerlijk FransNederlands ontbijtje en hebben we een stadswandeling gemaakt. We begonnen bij Montmarte en vervolgens zijn we met de metro via de Champs Elysees naar de Arc de Triomph gereden. We eindigden bij de Eiffeltoren waarna iedereen zijn eigen gang kon gaan. Deze avond gingen we vooral heel erg snel eten bij ‘Chartier’ en zijn we weer op stap geweest, dit keer in de Bastillewijk. Het was weer een gezellige avond. We zijn in twee kroegen en een discotheek geweest waar we goed uit ons dak konden gaan. Het mannetje die met zijn helm in de kroeg stond zal ik niet snel vergeten. Over de bokaal is genoeg gezegd lijkt me. De dag erna werden we vroeg gewekt door de commissie om een boottocht te maken over de Seine en Canal SaintMartin. Hierna zijn we gaan lunchen in Jardin du Luxembourg, waarna we richting het Pantheon zijn gelopen. Het begon te regenen dus er werd besloten dat iedereen zijn eigen ding kon gaan doen. ’s Avonds is er nog goed geborreld en de disco-break is een begrip geworden. De volgende dag was het helaas alweer tijd om naar huis te gaan maar niet voordat we bij Champagnehuis ‘Madame Pommery’ in Reims een leuke rondleiding hadden gehad. Na een glas champagne en lekkere broodjes, zat iedereen voldaan in de bus om terug te rijden naar Groningen. Op 11 mei was het dan tijd voor onze laatste borrel. We wilden de avond speciaal maken door een pubquiz te organiseren en de farmacieband te laten spelen. Er deden veel teams mee, met zelfs hoogleraren en uiteindelijk heeft het Idol en Simoons team gewonnen. Voor ons was de borrel zeer geslaagd en het was een goede laatste borrel. Het K.N.P.S.V.-congres met als thema Copulatie werd gehouden van 12 tot en met 15 mei. Na binnenkomst werd er gestreden om de Faberbokaal. Jammer genoeg was U.P. met het dubbele aantal leden, dus hebben ze eindelijk de bokaal eindelijk mee naar Utrecht kunnen nemen. Gelukkig hebben we als bestuur wel gewonnen en zelfs het kandidaat-bestuur inclusief een nieuwe Len deed het Foliolum Jaargang XXIII Ed V

51


Pharmaciae Sacrum aardig. Na het diner was het tijd voor het feest, waar mijn bestuur als panda’s verkleed gingen en ik als kat. Het feest was heel gezellig, wat er voor zorgde dat het symposium toch even taai was. Het was een interessante dag met goede sprekers. Ik denk dat iedereen wel is bijgebleven wat professor Waldinger kan met een wattenstaafje. Ook tijdens de vieze goodwillactiviteit hebben we de andere besturen verslagen. Gelukkig hadden we genoeg douches om ons snel klaar te maken voor de AV der K.N.P.S.V. Toen Lucienne, Sarina, Willem, Ilse en Jules wisselden beseften wij maar al te goed dat het nog maar twee weken duurde voordat wij ook ons lint zouden moeten afstaan. De AV duurde tot 8 uur en met nog een korte borrel en een uurtje slaap begonnen we alweer aan de lachworkshop. Ik denk dat iedereen hoo hoo hahaha, wel is bijgebleven. Na de brunch was er een debat, en iedereen die aanwezig was vond het een succes. Natuurlijk was de receptie daar om het nieuwe bestuur te dollen. Als markiezen met ons lint om en wat toffe gadgets renden we rond bij de K.N.P.S.V. receptie. Het diner vonden wij vooral erg gezellig en met het tweede feest ter afsluiting was het een zeer geslaagd congres. Maandag na congres mochten we ons direct weer verkleden. Dit keer als nerds voor het Gangfeest in ‘Pruimcity’. De voorverkoop was niet zo goed gegaan, toch kwamen er maar liefst 500 leden van de gangverenigingen. Minder leuk was dat de eigenaar van ‘Pruimcity’ hier niet helemaal op had gerekend, vandaar dat de commissie aan het tappen was en alle besturen glazen moesten halen.

52

Op 20 mei had het STOF de Onderwijsmiddag georganiseerd. Het thema van de middag was Nestor. Er werd onder andere gesproken over hoe de Farmaciestudenten Nestor ervaren, hoe een docent van Bewegingswetenschappen Nestor intensief gebruikt en wat Nestor support nu eigenlijk doet. Na afloop was het tijd voor de borrel waar Martina Schmidt werd verkozen als Docent van het Jaar. De dag erna hadden we als dank voor onze functionarissen een barbecue georganiseerd bij ‘Villa Volonté’. Het was een erg gezellig en vooral het strip-pingpong en het enthousiasme waarmee Kristian zijn kleren uit trok zal iedereen onthouden. De borrel ging door tot het tweede fust ook bijna op was. Gelukkig dronk iedereen door en lagen we niet te laat in bed om de volgende dag fris en fruitig aan de RijWielPrestatieTocht te beginnen. We moesten dit keer verkleed als personages uit New Kids en we hebben ons voor deze outfit uitgeleefd bij de Recessie. Wij hebben de tocht gefietst samen met professor Neef en zijn vrouw. Vooral professor Neef heeft hard gefietst en mevrouw Neef heeft de antwoorden keurig opgeschreven met haar voetjes af en toe op de stangen. Eenmaal aangekomen op ‘Henk’s Westernpark’ gingen we quadrijden. Zowel professor Frijlink als professor Neef reden een keurige tijd van 1 minuut 28. Anne bleek niet zo goed te kunnen quadrijden, want ze kreeg het voor elkaar om de bult te missen en bijna te eindigen in de sloot. Oké, ik reed na het eerste rondje ook bijna van de baan af. Na het quadrijden gingen we met verschillende wapens schieten. Ik denk dat iedereen al wel heeft gehoord dat professor Frijlink toch echt het beste was in het kruisboog schieten en dat hij al zijn zes pijlen in de roos had geschoten. Na de activiteiten was het weer tijd om op de fiets te stappen, maar niet voordat de fietsen Foliolum Jaargang XXIII Ed V

van het kandidaat-bestuur op zijn kop waren gezet en de fiets van professor Frijlink op het heuveltje was getild. De terugrit duurde voor ons gevoel eeuwen, omdat iedereen last had van zadelpijn en omdat we ook nog tegen de wind in op een onverhard pad moesten fietsen. Toch hebben we Groningen gehaald en hebben we gezellig met z’n alle gegeten in de ‘Tango’ waarna we borrelden in de ‘Rumba’. Het team met oud-RWPT-leden inclusief Tjerk won de bokaal, wat ze voornamelijk te danken hadden aan hun snelheid. De volgende dag gingen we samen met alle ereleden en hun partners eten bij ‘Louis IV’. Helaas kon de vrouw van professor Jonkman niet aanwezig zijn door ziekte. Het was een hele gezellige avond en alle ereleden hebben aangegeven dat ze het een succes vonden. We hebben het over de meest uitlopende zaken gehad en volgens mij vonden de ereleden het ook heel gezellig om met z’n allen eens bij te kletsen. Op 25 mei was het tijd voor de FTO-dag. Tonnis Jan had in deze dag veel tijd gestoken samen met de twee voorzitters van Panacea. De dag werd dit jaar ’s avonds gehouden, zodat er co-schappers bij konden zijn. Ondanks de lage opkomst van Geneeskunde was het een zeer geslaagde avond met heerlijke broodjes, waar we de volgende dag nog van konden genieten. Twee dagen later, op 27 mei, werd in de ‘Tango’ door de BEC de after-BEC-borrel georganiseerd. Het reisverslag en een flesje rode wijn, dat door menig direct die avond werd opgedronken, werden uitgedeeld en het was leuk om nog een keer met de hele groep na te borrelen en te praten over de zeer geslaagde reis. Op 28 mei stond alweer de laatste activiteit op het programma. Het voetballen met docenten. Voor we konden fietsen naar ‘Corpus den Hoorn’ waren we aanwezig bij de lintjes ceremonie van professor De Jong. Ze vond het leuk dat wij er waren en wij konden nog even genieten van ons lint en ons pak. Na de borrel gingen we voetballen. Er deden maar liefst drie AIO’s en één docent mee, wat een zeer goede opkomst is voor het voetballen. Er waren veel studenten en uiteindelijk heeft het jonge team geworden. Na een akkefietje met de beheerders van de velden, wat Rob goed oploste, konden we nog even naborrelen in de zon. Op zaterdag gingen we dan eindelijk naar Eelde om daar te eten met professor Frijlink en zijn vrouw. We hebben genoten van de asperges uit de stoomoven en het was toch leuk om Binky eens te ontmoeten. We hebben gepraat over de meest uitlopende zaken en samen teruggekeken op een mooi jaar. Gisteren mochten we nog een keer ons pak aantrekken, voor de Diesborrel van Panacea. Maurits mocht het verhaal doen en Jeroen vertelde dat hij ons geen tuig vond. Toen Sander van Campinglife aan Milou vroeg, omdat we bestuur waren, of hij mocht borrelen als hij zelf zou betalen, zeiden wij dat dit geen probleem was, maar dat hij even onze Diescommissie met de rode linten moest feliciteren. Het Panaceabestuur vond dit niet zo heel erg grappig en Jeroen bestempelde ons toch weer als tuig. Het was een mooie laatste borrel. En nu sta ik hier, en de Diesborrel van Panacea, was toch echt de laatste activiteit die we als bestuur hebben gehad. Toen ik dit schreef had ik 22 pagina’s, wat ik heb


Pharmaciae Sacrum Kroeg, het maakt mij niet uit.

weten in te korten tot 14 pagina’s. We hebben zoveel meegemaakt, zijn bij zoveel activiteiten geweest, zoveel mensen ontmoet, op zoveel plaatsen geweest, zoveel geborreld, zoveel gelachen en eigenlijk heel weinig ruzie gehad. Als ik terug kijk op dit jaar kan ik zeggen dat ik het idee heb dat we met z’n vijven alles uit dit jaar hebben gehaald. Op weinig uitnodigingen zijn we niet ingegaan en we misten haast geen borrel als we werden uitgenodigd. Soms was het zwaar. Zwaar om weinig te slapen en zwaar om maar weer die trein in te stappen, maar we hebben ook daar zoveel mooie dingen meegemaakt. Voordat ik bij jullie kom, wil ik nog zeggen dat de ereleden, de oud-bestuurders en de leden dit jaar ook hebben gemaakt wat het was. Zonder jullie waren activiteiten niet vol en zonder de kritische noot van ereleden en oud-bestuurders was het allemaal veel te makkelijk geweest. Ook maakte de band die we met de buitenlandse besturen hebben opgebouwd, het jaar extra bijzonder en waren de reisjes naar Utrecht en Leiden eigenlijk niet zo erg als we altijd voordeden. Dit is ook een van de waardevolle dingen uit dit jaar. Tonnis Jan, in het begin had jij moeite met je rol als praeses, maar ik denk dat jij van iedereen het meeste bent gegroeid. Het is niet makkelijk om aan het hoofd te staan van ons vieren. Je was vaak toch een beetje alleen functie één en ik denk dat je hier heel goed mee bent omgegaan. Je houdt van het politieke spel en bent betrokken met alles wat er met de opleiding gebeurt. Ik denk dan ook dat jij hier zeker verder mee moet gaan, wat je gelukkig ook gaat doen. Ondanks dat we heel erg verschillen en dat wij elkaar soms niet begrepen, ben ik er dit jaar achter gekomen dat je een echt een hele fijne vent bent. Je bent oprecht, sociaal, doet alles voor iedereen en je bent bovendien ook heel gezellig om een borreltje mee te drinken en pizza te eten midden in de nacht. Geniet van je vrije tijd, van ‘In den Doofpot’ en bovenal, van Lisette. Maurits, wij kenden elkaar al goed vanaf het eerste jaar en waren al goed bevriend toen we samen in het bestuur kwamen. Juist omdat we goed met elkaar kunnen en omdat we beide een beetje rood van aard zijn, waren wij ook degene die vaak het hardste botsten. Dit jaar heb ik veel aan je gehad, en jij hopelijk ook aan mij. Het was fijn om iemand te hebben tegen wie ik alles kon zeggen. Ik denk dat onze vriendschap dit jaar steeds hechter is geworden. Je bent een creatieve vent met goede ideeën. Ik heb zin om volgend jaar weer met je studeren en met jou, je club en mijn club te drinken op de Magnus of op de

Milou, jou kenden we nauwelijks en je was toch een beetje het vriendinnetje van Jerrit. In het begin was je stil, verlegen en durfde je niet zo goed te zeggen wat je werkelijk vond. Net als Tonnis, ben jij enorm gegroeid dit jaar. Je bent helemaal los gekomen. Je komt uit voor je mening, gaat veel makkelijker om met vreemden en bent verre van verlegen. Ik denk dat jij daar vooral veel hebt geleerd. Bovendien waren we samen de enige chicks in het bestuur. Je had het net altijd iets beter voor elkaar met panty’s en frutsels en wist, ondanks dat ik de ab was, toch de afspraken net iets beter uit je hoofd dan ik. Je bent een hele lieve hardwerkende meid, soms net iets te lief, en volgend jaar gaan we lekker samen winkelen, sporten en thee drinken op het terras. Jerrit kan je nu niet meer opzoeken op het hok en zijn privileges zijn over, geniet van elkaar zonder ons, en zonder onze flauwe grappen. Rob, ik kende je al een beetje, omdat je in ons o-zo-toffe P.S.-papa en mama groepje zat. Voor ons was het snel duidelijk dat jij met je enthousiasme en je gekke streken eerstejaars warm zou kunnen krijgen voor P.S. Dit is je dan ook goed gelukt en ik denk dat je volgend jaar helemaal op zal gaan in het tweede jaar, omdat je nu eenmaal iedereen kent. Het is een grote kwaliteit van je en je hebt er veel energie in gestoken om zoveel mogelijk eerstejaars te kennen. Voor anderen was je misschien de jodokus van het bestuur, maar tijdens BV’s was je altijd bijster serieus en had je vaak een volwassen manier van dingen aanpakken en je mening overbrengen. Behalve die keer met Surjeet dan. Je was mijn kleine broertje, mijn Brabantse mattie, we hebben samen veel hitjes gedraaid en veel, heel veel gelachen. Je gekke en serieuze kant maken je tot een hele fijne vent. Tot slot, Harkie, Maupie, Milow en Rub. Wat was het een fantastisch jaar, we hebben niet alleen veel gelachen en veel lol gehad, we hebben ook veel bereikt en waren een goed team wanneer we onze ideeën gingen uitvoeren. We hebben veel gedaan voor de vereniging, een jaar lang alleen P.S. geademd en aan niets anders gedacht. Het wordt tijd om het los te laten en, straks, nog heel even niet, ons lint af te geven aan vijf enthousiastelingen die klaar staan om verder te gaan met ons schatje. Het 128e bestuursjaar is een feit, we gaan het geliefde archief in als bestuur, maar als vrienden zullen we nog jaren veel lol met elkaar hebben, dat weet ik zeker. Nu komt die dan echt, ik had het niet zonder jullie willen doen. Aldus naar waarheid opgemaakt, Groningen 1 juni 2010,

Elise Smolders h.t. ab-actis der G.F.S.V. “Pharmacaie Sacrum

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

53


FinanciÍle expertise vind je bij veel banken. Diepgaande kennis van de sector niet. Wat zijn je carrièremogelijkheden? Wil je in loondienst, een apotheek overnemen of juist een eigen zaak te beginnen? Wanneer je klaar bent met je studie en start als jonge apotheker in de registratiefase, kun je tegen allerlei vragen aanlopen. Kom dan eens praten met onze financieel experts, want bij CenE Bankiers hebben we niet alleen verstand van je portemonnee. Wij kunnen ook adviseren over andere aspecten die komen kijken bij de start van een glanzende farmaceutische loopbaan. Omdat we precies weten wat er in jouw wereld speelt. Wil je meer weten, bel dan Hein van Weeren, telefoon (030) 659 90 30 of kijk op www.cenebankiers.nl.

VOOR PROFESSIONALS IN DE MEDISCHE SECTOR


Activiteitenlijst der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” 2009-2010 Elise Smolders

Activiteiten als kandidaat-bestuur Datum Activiteit 3 maart 2009 P.S. borrel 17 maart 2009 KNMP Wetenschapsdag te Utrecht 17 maart 2009 EJC-feest 20 maart 2009 Overleg met bestuur 21 maart 2009 Voorjaarsdag der K.N.P.S.V. te Putten 24 maart 2009 Algemene Ledenvergadering 25 maart 2009 Mediq Apotheek Ouderejaarsexcursie te Staphorst 30 maart 2009 STERC-Sportdag 31 maart 2009 FAC-feest 1 april 2009 CenE cursus deel 1 1 april 2009 Eerstejaarssymposium Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ Dag van de Farmaceutische In4 april 2009 dustrie der K.N.P.S.V. te Utrecht Ouderejaarssymposium Com6 april 2009 missie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ P.S.-borrel 7 april 2009 CenE cursus deel 2 9 april 2009 Gala Panacea 17 april 2009 CenE Cursus deel 3 22 april 2009 Masteruitreiking 23 april 2009 EHBO-cursus deel 1 7 mei 2009 Inwerkweekend 8 - 10 mei 2009 Gangfeest 11 mei 2009 P.S.-borrel 12 mei 2009 Alliance Healthcare Oudere13 mei 2009 jaarsexcursie Overleg met bestuur Stichting 14 mei 2009 Sociëteit Villa Volonté RijWielPrestatieTocht 16 mei 2009 FTO-dag 18 mei 2009 EHBO-cursus deel 2 19 mei 2009 K.N.P.S.V.-congres te Putten 20 - 23 mei 2009 Onderwijsmiddag & Docent van 26 mei 2009 het Jaar verkiezing EHBO-cursus deel 3 28 mei 2009 Voetballen met docenten 29 mei 2009 Activiteiten als bestuur Datum 2 juni 2009 3 juni 2009 4 juni 2009 5 juni 2009 5 juni 2009 6 juni 2009 8 8

juni 2009 juni 2009

Activiteit Jaarvergadering Buitendag EHBO-cursus deel 4 RUG late beslissersdag Bachelor- en masteruitreiking Eerstejaarsactiviteit der K.N.P.S.V. te Loosdrecht STOF-vergadering Wissel ALV ,,Aesculapius”

9 10 10

juni 2009 juni 2009 juni 2009

10

juni 2009

11 15

juni 2009 juni 2009

16

juni 2009

16 17

juni 2009 juni 2009

17

juni 2009

18 18

juni 2009 juni 2009

19 20

juni 2009 juni 2009

22 22

juni 2009 juni 2009

22 23 24 25 25

juni 2009 juni 2009 juni 2009 juni 2009 juni 2009

26 26

juni 2009 juni 2009

29

juni 2009

29

juni 2009

30

juni 2009

30

juni 2009

30 1

juni 2009 juli 2009

1

juli 2009

4 6

juli 2009 juli 2009

6

juli 2009

7 7

juli 2009 juli 2009

P.S.-borrel RUG late beslissersdag Kennismaking Selexyz Scholtens Jaarvergadering Unitas Pharmaceuticorum EHBO-examen Kennismakingslunch T.M.F.V. Archigenes Overleg met de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2008-2009 Constitutieborrel TBV Lugus Kennismakingslunch M.F.V. Panacea Kennismaking met onderwijscoördinator Lunch Studiosi Mobilae Constitutieborrel T.F.V. “Professor Francken” Overleg over de FTO-dag Sportdag der K.N.P.S.V. te Brouwersdam STOF-vergadering Overleg met studentlid Faculteitsbestuur Constitutieborrel MARUG HOI-diner te Leiden Constitutieborrel Masteruitreiking Overleg met de Carrièredagcommissie 2009-2010 Raad van Advies Functionarissenborrel der K.N.P.S.V. te Leiden Overleg met de Eerstejaars Introductie Commissie “ EIK” 2009-2010 Gangoverleg met aansluitend Gangeten Overleg met de Redactiecommissie 2009-2010 Algemene Verenigingen Vergadering FVOG Raad van Praesides Overleg met de Fotocommissie 2009-2010 Overleg met de Internetcommissie 2009-2010 Opening Pharmalead Overleg met de Diescommissie 2009-2010 en de dagvoorzitter Overleg met de Buitenland Excursie Commissie 2009-2010 Kennismaking met PharmaStep P.S.-borrel

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

55


Pharmaciae Sacrum

56

8 9

juli 2009 juli 2009

16

juli 2009

3 11 24 25 26 - 27 27 28

augustus 2009 augustus 2009 augustus 2009 augustus 2009 augustus 2009 augustus 2009 augustus 2009

31 1 3

augustus 2009 september 2009 september 2009

7 8

september 2009 september 2009

8

september 2009

9

september 2009

9

september 2009

10

september 2009

11 14

september 2009 september 2009

15 16

september 2009 september 2009

17

september 2009

18

september 2009

21 21 22 23 23

september 2009 september 2009 september 2009 september 2009 september 2009

24 25 - 28 28 28

september 2009 september 2009 september 2009 september 2009

30 1

september 2009 oktober 2009

1

oktober 2009

1 2

oktober 2009 oktober 2009

2-4

oktober 2009

4 5

oktober 2009 oktober 2009

5 6-7 6 7

oktober 2009 oktober 2009 oktober 2009 oktober 2009

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

Kennismaking met MSD VvAA North Sea Jazz te Rotterdam Kennismaking met portefeuillehouder Farmacie Kennismaking met Mosadex Kennismaking met de VvAA Overdrachtsdiner C&E bankiers EIK-introdag Binnenland Bedrijven Bezoek Masteruitreiking Mediq Apotheek Hockeytoernooi te Utrecht Opening Academisch jaar P.S.-borrel Kennismaking met Spruyt Hillen te Ijsselstein STOF-vergadering Kennismaking met Alliance Healthcare te Den Bosch Kennismaking met Familie Smolders Overdrachtsdiner Mediq Apotheek Afspraak Pharmachemie B.V. te Haarlem Kennismakingslunch met f.t. T.M.F.V. Archigenes Raad van Praesides Kennismaking met zesdejaars coördinator Filmavond op het hok Overleg met de Internetcommissie 2009-2010 Overleg met Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2008-2009 & 2009-2010 Kennismaking met studentlid Faculteitsbestuur Afpraak met de VvAA te Utrecht Constitutieborrel EBF Constitutieborrel Clio Afspraak Selexyz Scholtens Overleg met de Carrièredagcommissie 2009-2010 Masteruitreiking Bestuursweekend te Vinkel Constitutieborrel GLV Idun Eten met de Eerstejaars Introductie Commissie “EIK” 20092010 Constitutieborrel VINTRES Eerstejaars Suikerunie Excursie te Hoogkerk Gangoverleg met aansluitend Gangeten Constitutieborrel Commotie Kennismaking met LLOYDS Apotheken te Baarn Functionarissenweekend der K.N.P.S.V. te Putten AV der K.N.P.S.V. te Putten Eten met de Almanakcommissie 2009-2010 STOF-vergadering KNMP congres te Amsterdam P.S.-borrel Constitutieborrel T.M.F.V. Archigenes

8

oktober 2009

8 8

oktober 2009 oktober 2009

9 - 11

oktober 2009

12 13 14

oktober 2009 oktober 2009 oktober 2009

14

oktober 2009

15

oktober 2009

16

oktober 2009

17 19

oktober 2009 oktober 2009

20 21

oktober 2009 oktober 2009

22

oktober 2009

23 29

oktober 2009 oktober 2009

29 30

oktober 2009 oktober 2009

2 2

november 2009 november 2009

2

november 2009

3 4

november 2009 november 2009

4

november 2009

5

november 2009

6 9

november 2009 november 2009

10

november 2009

11

november 2009

12

november 2009

12 15

november 2009 november 2009

17 18

november 2009 november 2009

18

november 2009

18

november 2009

20

november 2009

23

november 2009

23

november 2009

24

november 2009

Internationale avond der K.N.P.S.V. Eerstejaars beroepenmiddag Kroegentocht met het K.N.P.S.Vbestuur Eerstejaars Introductie Kamp te Bakkeveen Consitutieborrel ISCOMS Constitutieborrel ODIOM Contractbespreking Microbias te Amsterdam Algemene Ledenvergadering Unitas Pharmaceuticorum Kennismaking met mevrouw Inia-Douma Uitreiking Facultaire Onderwijsprijs Oud-besturendiner Eten met de Diescommissie 2009-2010 Constitutieborrel Unitas SG Constitutieborrel Studiosi Mobilae Inaugurele Algemene Ledenvergadering ,,Aesculapius’’ Algemene Ledenvergadering Kennismaking met Niels van Eck Consitutieborrel GDS Kalliope Algemeen informatiegesprek over BSA met SOG-fractie STOF-vergadering Constitutie-evenement Studentendesk Rode Kruis Constitutieborrel ESN Groningen P.S.-borrel Tegenprestatie veiligstellen: Lunch ISCOMS Uitreiking Groninger Formularium Kennismaking met Astellas B.V. te Meppel Informatiedag 6 VWO Lustrumreceptie Unitas Pharmaceuticorum Mediq Apotheek Eerstejaarsexcursie Lustrumfeest Unitas Pharmaceuticorum Mediq Apotheek Najaarssymposium te Utrecht Constitutieborrel TEIMUN Kennismaking met professor Jonkman te Balkbrug EJC-feest Kennismakingslunch f.t. Panacea Gangoverleg met aansluitend gangeten Algemene Verenigingen Vergadering FVOG Genodigdendiner en Lustrumgala Unitas Pharmaceuticorum Contractbespreking met Alliance Healthcare te Den Bosch Eten met de Buitenland Excursie Commissie 2009-2010 Afpraak met Studentendesk


Pharmaciae Sacrum 24 25 25

november 2009 november 2009 november 2009

26 26

november 2009 november 2009

30

november 2009

1 1 2

december 2009 december 2009 december 2009

3 4-5

december 2009 december 2009

7 8 8

december 2009 december 2009 december 2009

8

december 2009

9 - 11 10 14

december 2009 december 2009 december 2009

14

december 2009

15

december 2009

15

december 2009

18

december 2009

4 5

januari 2010 januari 2010

7

januari 2010

7 7 8

januari 2010 januari 2010 januari 2010

11 12 13

januari 2010 januari 2010 januari 2010

13 13 14

januari 2010 januari 2010 januari 2010

17

januari 2010

19 19 20

januari 2010 januari 2010 januari 2010

21 21 23 25

januari 2010 januari 2010 januari 2010 januari 2010

26 28 28

januari 2010 januari 2010 januari 2010

Rode Kruis Ziekenhuisfarmacieavond Raad van Praesides Overleg met de Diescommissie 2009-2010 Masteruitreiking Een dag student met aansluitende borrel Eten met de Fotocommissie 2009-2010 P.S.-borrel Overleg met het STOF Afspraak met manager bedrijfsvoering Levenswetenschappen Raad van Advies Kennismaking met professor Neef te Maastricht STOF-vergadering Contractbespreking met MSD Kennismaking met de RijWielPrestatieTochtCommissie 20092010 Kennismaking met de Eerstejaarscommissie 2009-2010 Dies Natalis Almanakonthulling Kennismaking met de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2009-2010 Borrel met f.t. bestuur Stichting Sociëteit Volonté Afscheidsreceptie mevrouw van Hellemondt te Den Bosch Diesreceptie ,,Aesculapius” te Leiden Galadiner + gala ,,Aesculapius” te Leiden STOF-vergadering Afspraak met de Redactiecommissie 2009-2010 Kennismaking Sport, Training en Recreatie Commissie 20092010 Panacea Nieuwjaarsborrel EHBO-cursus deel 1 Patient Counseling Event der K.N.P.S.V. Gesprek Noord Negentig P.S.-borrel Afspraak PharmaStep te Wassenaar EHBO-cursus deel 2 Nieuwjaarsreceptie KNMG Afscheidsreceptie de heer Timmers te Utrecht Bezoek aan mevrouw IniaDouma te Leeuwarden Contractbespreking Mosadex EJC-feest Gangoverleg met aansluitend gangeten Afscheidslunch Panacea EHBO-cursus deel 3 Assessor I dag Halfjaarlijkse Algemene Ledenvergadering ,,Aesculapius” Algemene Ledenvergadering Raad van Advies EHBO-cursus deel 4

29 30

januari 2010 januari 2010

1 1

februari 2010 februari 2010

2 2 3 4 6 5-7 8

februari 2010 februari 2010 februari 2010 februari 2010 februari 2010 februari 2010 februari 2010

8

februari 2010

9 10

februari 2010 februari 2010

11 15

februari 2010 februari 2010

16 16

februari 2010 februari 2010

17

februari 2010

17

februari 2010

18 24

februari 2010 februari 2010

24

februari 2010

25 26

februari 2010 februari 2010

26

februari 2010

27

februari 2010

1 1 1

maart 2010 maart 2010 maart 2010

2 2

maart 2010 maart 2010

3 3

maart 2010 maart 2010

4

maart 2010

6

maart 2010

8

maart 2010

10

maart 2010

10

maart 2010

11 11

maart 2010 maart 2010

12 15

maart 2010 maart 2010

VvAA-besturendag te Utrecht Algemene Vergadering der K.N.P.S.V. te Utrecht STOF-vergadering Eten met de Carrièredagcommissie 2009-2010 Afspraak met Noord Negentig P.S.-borrel Constitutieborrel M.F.V. Panacea Raad van Advies EHBO-examen Bestuursweekend te Mierlo Afspraak Studenten Overleg Groningen ABN AMRO Tennistoernooi te Rotterdam Gala Studiosi Mobilae Algemene Ledenvergadering Unitas Pharmaceuticorum EHBO-opfriscursus deel 1 Voorzittersoverleg FWN en student-lid Faculteitsbestuur FTO-dag overleg Eten met de Sport, Training en Recreatie Commissie 20092010 Constitutieborrel Stichting Sociëteit Volonté Almanakfeest Unitas Pharmaceuticorum te Utrecht EHBO-opfriscursus deel 2 Overleg met de Fotocommissie 2009-2010 Borrel met het K.N.P.S.V.bestuur te Leiden Masteruitreiking Patient Counseling Event-finale der K.N.P.S.V. Kenningsmakingsdiner bij Tapasco Hervatte Algemene Ledenvergadering der K.N.P.S.V. te Utrecht FAC-feest overleg STOF-vergadering Eten met de Redactiecommissie 2009-2010 P.S.-borrel Overleg met de Carrièredagcommissie 2009-2010 Praesidesoverleg Afspraak GLV Idun, FMF en TBV Lugus Mediq Apotheek Ouderejaarsexcursie Beroependag der K.N.P.S.V. te Utrecht Eten met de RijWielPrestatieTochtCommissie 2009-2010 Afpraak Studentendesk Rode Kruis Gangoverleg met aansluitend gangeten VvAA discussieavond Stichting Sociëteit Volonté Besturenborrel Gala T.M.F.V. Archigenes Ouderejaarssymposium Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

57


Pharmaciae Sacrum

58

15

maart 2010

16

maart 2010

16

maart 2010

16 17 18 19 19

maart 2010 maart 2010 maart 2010 maart 2010 maart 2010

19

maart 2010

19 20

maart 2010 maart 2010

20 23 27

maart 2010 maart 2010 maart 2010

29 30

maart 2010 maart 2010

31

maart 2010

1 1 1 6 9 - 11 12 12

april 2010 april 2010 april 2010 april 2010 april 2010 april 2010 april 2010

13 14

april 2010 april 2010

14

april 2010

14

april 2010

15

april 2010

16 16

april 2010 april 2010

17 20

april 2010 april 2010

20

april 2010

21

april 2010

22 23 - 25 26

april 2010 april 2010 april 2010

27

april 2010

27

april 2010

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

Eten met de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2009-2010 KNMP-Wetenschapdag te Utrecht Algemene Verenigingen Vergadering FVOG EJC-feest Diner M.F.V. Panacea STERC-Sportdag Afpraak met lijst Calimero Afspraak met Stichting Societeit Volonté Afspraak met drukkerij Weissenbach Quaestorenoverleg Young Researchersday der K.N.P.S.V. te Utrecht Assessor II borrel Algemene Ledenvergadering Voorjaarssportdag te Assendelft en Leiden Carrièredag Informatie Avond Specialisme Openbare Farmacie der K.N.P.S.V. Eerstejaarssymposium Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ Raad van Quaestoren FTO-dag overleg Een dag student P.S.-borrel Inwerkweekend STOF-vergadering Kennismaking met de 26e Lustrumcommissie Pré-BEC-borrel Kennismaking met de Almanakcommissie 2010-2011 Kennismaking met de Diescommissie 2010-2011 Overleg GLV Idun, FMF en TBV Lugus Lunch met besturen Stichting Sociëteit Volonté, M.F.V. Panacea en VIP Contractbespreking ABN AMRO Gala der M.F.V. Panacea te Zevenhuizen Alumnidag Kennismaking met de Sport, Training en Recreatiecommissie 2010-2011 Kennismaking met de Buitenland Excursie Commissie 20102011 Kennismaking met de Eerstejaars Introductie Commissie ‘EIK’ 2010-2011 Masteruitreiking Batavierenrace Diner met bestuur Unitas Pharmaceuticorum Overleg met de Buitenland Excursie Commissie 2009-2010 Eten met de Eerstejaarscommissie 2009-2010

28

april 2010

28

april 2010

29

april 2010

29 5 6 6 7 10 10 10 11 12 - 15

april mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010

17 18 19 19 20

mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010

21 22 23 25 26

mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010

27 27 28 29

mei 2010 mei 2010 mei 2010 mei 2010

31

mei 2010

1

juni 2010

1 1

jun 2010 juni 2010

Overleg met de Commissie Farmaceutische Wetenschappen ‘SSS’ 2009-2010 Buitengewone Algemene Verenigingen Vergadering FVOG Uitreiking koninklijke onderscheiding de heer L. Timmers te Nieuwegein Buitenland Excursie te Parijs Raad van Quaestoren Vrouwenactiviteit Assessoraatthee STOF-vergadering Overleg met kandidaat-bestuur Afspraak ‘Apotheek Zorgvuldig’ P.S.-borrel Congres der K.N.P.S.V. te Apeldoorn Gangfeest Constitutieborrel Dionysos EHBO-cursus deel 1 Overleg met Niels van Eck STOF-onderwijsmiddag en Docent van het Jaar uitreiking Functionarissenborrel RijWielPrestatieTocht Ereledendiner FTO-dag Contractbespreking met Mediq Apotheek te Utrecht After-BEC-borrel EHBO-cursus deel 2 Voetballen met Docenten Kennismaking met professor Frijlink te Eelde Bijeenkomst AdviesCommissie Introductietijden Algemene Verenigingen Vergadering FVOG Raad van Advies Jaarvergadering


Bouwstenen van P.S. Een eer om erelid te zijn Mevr. Drs. G.E. Inia Douma

Een vereniging als Pharmaciae Sacrum verjongt vanzelfsprekend en voortdurend. Jaarlijks beginnen nieuwe studenten aan de studie farmacie, en jaarlijks verlaten apothekers de universiteit. Dit proces houdt de vereniging jong (ook al is zij in jaren al heel oud) en bij de tijd en geĂŻnspireerd. Maar deze continue verjonging heeft het nadeel dat alle opgedane ervaring in het besturen van de vereniging en bij het organiseren van heel diverse activiteiten en in het bijsturen van autonome processen binnen de vereniging op zeker moment uit beeld verdwijnt. Daar is iets op gevonden: ereleden zoeken en installeren en in ere houden. Het is verstandig bij het zoeken naar een nieuw erelid goed te beseffen welke contacten (moderner: welk netwerk) een eventueel erelid zou moeten hebben, en welk deel van de beroepsgroep apothekers hij/zij vertegenwoordigt om optimaal van de inzet van een erelid gebruik te kunnen maken. Goede contacten met de opleiding, de faculteit en met de universiteit zijn voor de vereniging erg belangrijk. Denk aan het voorstel van het bestuur van de universiteit, enkele jaren geleden, om de toekenning van extra studietijd aan bestuursleden te verminderen. Goede contacten en goede argumenten, mede aangedragen door een erelid, hebben geholpen de schade te beperken. Ook contacten met de werkvelden in de farmacie zijn belangrijk. Met de KNMP, met openbare- en ziekenhuisapothekers, om op de hoogte te blijven van de voortdurende veranderingen tijdens de beroepsuitoefening. Activiteiten van bestuur en commissies kunnen dan

daarop worden aangepast. In onverwachte situaties, zoals vorig jaar toen een lid van Pharmaciae Sacrum tragisch verongelukte, kunnen ereleden het bestuur adviseren hoe te handelen. Het is een goede gewoonte een erelid te zoeken onder de oud-leden, die in hun studietijd actief geweest zijn binnen Pharmaciae Sacrum. Zij kennen nog het reilen en zeilen van de vereniging, en vooral de mores, de tradities. En ze zijn waarschijnlijk beter gemotiveerd en eerder bereid om gevraagd en ongevraagd het bestuur te adviseren. Erelid ben je voor het leven. Dat geeft continuïteit, maar het kan ook betekenen dat het erelid op zeker moment zich niet meer echt kan inzetten. De vereniging houdt dan natuurlijk het erelid in ere, en kan overwegen er een jonger erelid bij te vragen. Op dit moment heeft Pharmaciae Sacrum vier ereleden, die alle vier nog min of meer actief werkzaam zijn binnen de farmacie, op diverse terreinen (ziekenhuisfarmacie, hoogleraar binnen de opleiding, openbare apotheek / KNMP). Wij voelen ons alle vier zeer betrokken bij de vereniging en hebben elk jaar weer goed contact met een nieuw P.S.-bestuur. Wij proberen de ALV’s bij te wonen, en de dies mee te vieren. We doen het graag, we krijgen ervoor terug dat we op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de studie en de faculteit, en een hartelijk, gezellig contact met het bestuur. We blijven er jong bij! Kortom: we ervaren het als een eer erelid te mogen zijn.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

59


Lustrum

STOF

Geachte farmaceuten,

Beste lezers,

Het is misschien nog ver weg, maar toch willen wij u er al even op wijzen dat er in de nabije toekomst iets moois gaat gebeuren. De laatste maand van 2011 is geen gewone koude decembermaand. Nee, in december 2011 viert Pharmaciae Sacrum namelijk haar 130e verjaardag, oftewel haar 26e lustrum. En dit moet natuurlijk gevierd worden, en gevierd zal dit worden!

Sommige dingen zijn onmogelijk, voor de rest heb je STOF! STOF staat voor Studenten Overleg Farmacie en is dé commissie binnen Pharmaciae Sacrum die gaat over studiegerelateerde zaken. Het STOF is een aanspreekpunt voor iedere student met problemen, klachten of andere opmerkingen. Daarbij valt te denken aan de nakijktermijn voor tentamens, kwaliteit van docenten, onduidelijke klappers, kapotte printers, bloedhete collegezalen e.d. Aan het einde van het studiejaar organiseren wij nog een onderwijsmiddag met aansluitend de onthulling van de docent van het jaar. Het STOF zal dit jaar vertegenwoordigd worden door Rinze Hofstra, Karin Spijkers en Tjerk Geersing. Elke eerste maandag van de maand om 12.00 uur vergadert het STOF met studenten uit de opleidingscommissie, evaluatiecommissie, faculteitsraad, faculteitsbestuur en universiteitsraad over het onderwijs en de opleiding. Daarnaast is deze vergadering hét moment waarop de verschillende commissies hun progressie en problemen kunnen uitwisselen en bespreken. Ook de klachten en problemen die gemeld zijn bij het STOF worden besproken. Wil jij graag weten welke richting het onderwijs opgaat, wat de plannen voor de faculteit en de opleiding farmacie zijn? Dan ben je van harte welkom bij deze vergaderingen. Dus heb je vragen over de studie, colleges, tentamens of laten de faciliteiten te wensen over? Aarzel dan niet en spreek het STOF aan, zodat wij ons best kunnen doen om jullie problemen of vragen zo snel mogelijk op te lossen. Wanneer je tijdens het studiejaar tegen problemen aan loopt kun je deze bij ons persoonlijk voorleggen. Daarnaast beschikt het STOF over een website (www.psgroningen.nl/stof) en een e-mailadres (stof@psgroningen.nl), waardoor je je klacht 7 dagen per week en 24 uur per dag, eventueel anoniem, bij ons kwijt kan.

Kristian Pool zal de taken als praeses op zich nemen en is heel enthousiast. Milou Vreeman is onze trouwe ab-actis en zorgt voor de precisie en het halen van de deadlines. Sven de Krou en Gert Salentijn zullen samen het grote geld binnenhalen en hebben al grote plannen voor het Lustrum. Godelief van den Hurk en Sophie Westerik hebben nog geen eerdere commissie ervaringen, maar ze zijn beiden erg gedreven en hebben er erg veel zin in. Godelief zal plaatsnemen in de alumnicommissie en de reünistendag opzetten. Sophie is ons manusje van alles en heeft samen met Gert al een project. Bij ons kriebelt het nu al. Heeft u er al zin in? De 26e Lustrumcommissie, Kristian, Milou, Sven, Gert, Godelief en Sophie

60

STOF 2010 – 2011 Rinze, Karin & Tjerk

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Redactie

2009-2010

Beste lezers, Het lezen van dit blad lijkt al bijna een gewoonte geworden. Toch is er elk jaar een nieuwe frisse commissie die het Foliolum vernieuwend en actueel houdt. Dit jaar gaan wij ons best doen om deze taak zo goed mogelijk uit te voeren. De eerste commissieavonden liggen reeds in het verschiet, en ik spreek, denk ik, namens de hele commissie wanneer ik zeg dat dit een topjaar gaat worden. Op de eerste avond werden we meteen geconfronteerd met de strenge eisen van Merlijn. Louter het beste voedsel is goed genoeg voor haar en onze kookkunsten zullen zwaar op de proef gesteld gaan worden. Tevens hebben de mannen het jaar ingeluid met een mannelijk potje mexx, waarbij de Deutsche Obstschnapps en de vodka niet gemeden werden, integendeel! Het was dan ook niet verwonderlijk dat Jeroen die avond al vrij vlot kwijt geraakte in de stad. Vele ideeën zijn al opgedaan en als we ze allemaal gaan uitvoeren worden de Foliola een waar boekwerk. Aan ons de taak om het kaf van het koren te gaan scheiden, en alleen de beste ideeën zullen het Foliolum halen! Vol goede moed groeten wij u, 24e Redactiecommissie “Ex-libris” Thomas van der Woude Geert van de Werf Lisanne Geers Marrit Aaten Jeroen Schouten Merlijn van Leent

Praeses Ab-actis Quaestor Assessor I Assessor II Assessor III

61

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Red de cavia met de Redactiecommissie 2010-2011 Sanne Geling

Op maandag 31 mei mochten we toch echt voor de laatste keer ons ‘Red de cavia-spel’ spelen bij Marieke en Geert, die toevallig huisgenoten zijn. Het is toch wel confronterend om onze opvolgers te zien, die volgend jaar ‘ons Foliolum’ gaan uitbrengen. Gelukkig zijn ze erg enthousiast en hebben ze de wildste plannen voor de invulling van het verenigingsblad. Zo willen ze naar het buitenland om de rubriek ‘RC on the road’ voort te zetten. Ook komen ideeën over een regelboom naar voren. Dat wordt met spanning afwachten naar het eerste nummer van redactiecommissie 2010-2011!

De knuffelcavia en zijn prachtige onderkomen (‘de kooi ‘) werden tevoorschijn gehaald en bewonderd door iedereen. Alle teams hadden een dier uitgekozen om zich voort te bewegen over het speelveld. En democratisch werd besloten dat de laagste functie mocht beginnen, dit waren Koen en Merlijn.

Voor het diner werd friet besteld bij de cafetaria om de hoek. Gelukkig werd hierbij ook een heerlijke salade geserveerd om de vitamientjes binnen te krijgen. De man van de cafetaria kon alleen niet tellen want hij was de hamburger van Thomas vergeten, die we wel betaald hadden! Alleen wilde niemand terug lopen om hem op te eisen, omdat we allemaal een bord vol warme frietjes onder onze neus hadden. Dus Thomas bleef zonder hamburger. Maar met een heerlijk ijsje als toetje, kan veel goed gemaakt worden.

Voor sommigen was het moeilijk om weg te komen van start, maar uiteindelijk begon een heftige strijd om het redden van de cavia. Al snel kwamen we bij de reeds wel bekende ‘caviavragen’, waarbij Thomas als antwoord gaf dat een cavia 3 cm hoog kon springen. Wat toch eigenlijk 20 cm bleek te zijn. De tekenkunsten van Merlijn waren helaas niet bijster goed, toen zij een pincet tekende dacht iedereen namelijk dat het een zalfmes was. Toen bij we bij een kritische plek op het speelbord: ‘Wie van je commissie lijkt het meest op een cavia?’. Voor ons was dat erg makkelijk ; Niek! Het wordt namelijk het liefst geknuffeld en komt niet snel vooruit. Bij de nieuwe redactiecommissie werd fel gediscussieerd, aangezien Thomas vond dat het sowieso een meisje moest zijn omdat een cavia een vrouwelijk dier is.

We konden beginnen met hét spel, waar wij inmiddels meesters in zijn. En we hadden geluk dat we met een even aantal waren. Bij de nieuwe commissie was Marrit namelijk afwezig en bij ons was Niek afwezig, allebei Appie I.

Naarmate het spel vorderde en we eindelijk met twee dobbelstenen mochten gooien, kwamen er ook steeds meer mensen op het vakje waarbij ze 1 koppel naar start mochten sturen. Dit maakte het een gezellige (met toch

62

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Pharmaciae Sacrum

af en toe haatgevoelens) en lange avond. En daar kwamen de ‘caviavragen’ weer naar voren, waarbij Merlijn dacht dat een cavia wel 50 baby cavia’s kon produceren in één worp. En Geert dacht dat de lievelingsfilm van de redactiecommissie is ‘Babe’ is, omdat dat toch zeker een beter film is dan G-force. Lisanne kreeg de opdracht om FARP te tekenen, wat toch bijna onmogelijk is. Met een paar hints wist Sanne het toch te raden. De redactiecommissie 2010-2011 krijgt twee keer de opdracht om een lied te zingen voor de ons. Ze zingen in volle borst ‘de Mosselman’ en ‘Hoofd, schouders, knie en teen’, erg mooi! Koen moest de lippen lezen van Merlijn, wat niet helemaal goed gaat, alhoewel ze het al bijna hardop uitsprak. Hij dacht namelijk dat het ‘receptorfarmacologie’ was, terwijl zij het woord ‘gezelschapspel’ probeerde over te brengen. Toen op miraculeuze wijze gebeurde er een wonder; Thomas en Naomi winnen het spel! Nog niet iedereen heeft het door. Maar Naomi weet in één beurt 16 te gooien, waardoor ze precies op de finish komen. Daarbij moet nog even gemeld worden dat Marieke het spel nog nooit heeft gewonnen. Hopen dat ze wel geluk in andere dingen heeft... De avond werd voortgezet met gesprekken over studie en adjes sambuca (die Koen net voor zijn verjaardag had gekregen). En we zijn er achter dat Thomas de weg kwijt is op het gebied van studie. Al met al hebben we nog nooit zo snel het spel gespeeld, namelijk binnen 2 uur waren de winnaars bekend. En was het een erg leuke avond!

P.S. Agenda Juli 06.

63

P.S. Borrel

Augustus 30. 31.

Mediq Hockeytoernooi Facultaire Introductiedag

September 01-02. Binnenlands Bedrijven bezoek 07. P.S. borrel 10-12. EIK Introweekend

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Lieve Marieke, jij schreef altijd trouw al onze creatieve verzinsels en de actiepuntjes uit dit jaar. Vaak was dat bij jou thuis, want bij jou in de keuken of in je kamer konden we altijd terecht. Bleven we niet eten, dan kregen we wel een kop thee. In het begin had je nog wat moeite met alle handelingen op de computer voor het lay-outen, maar het blijkt maar weer eens dat oefening toch echt kunst baart, want nu gaat het je gemakkelijk af. De nieuwe en snelle lapop zal daar trouwens ook wel wat aan bijgedragen hebben! Ik weet dat je het jammer vindt dat je nog nooit hebt gewonnen met Red de Cavia, maar houd je maar voor dat het lag aan je teamgenoten en niet aan jou! Marieke, bedankt voor alle notulen van het afgelopen jaar en natuurlijk ook voor je gezelligheid!

64

Lieve Niek, om maar met het meest typerende te beginnen: jou moest ik altijd achter de broek aan zitten om iets gedaan te krijgen... Gelukkig nam je daar ook wel eens de volle verantwoordelijkheid voor: was je vergeten iemand te vragen om iets te schrijven over een P.S.-activiteit, dan schreef je het maar zelf. Borrels waren ook altijd wel aan jou besteed en stiekem gebruikten wij jou soms een beetje als pispaal (zie de ‘Red de Cavia’-verslagen), maar gelukkig vond je dat nooit zo erg.

Foliolum Jaargang XXIII Ed V

Lieve Frank, Jij was de commissiejongste, maar je liet je gelukkig daar niet door beïnvloeden. Opscheppen heb je dan ook alleen vrijwillig gedaan en jij had ook altijd je woordje klaar. De lezers hebben afgelopen jaar van jouw verslagen van RC on the Road mogen genieten. Ik spreek voor de hele commissie als ik zeg dat die verslagen altijd tiptop verzorgd waren, dankjewel daarvoor! Jij was ook degene die met de meest uitgebreide vragenlijst belde als je aan het lay-outen was en ik heb je ook altijd met plezier weer verder geholpen. Nu weet ik wel dat je het lay-outen niet het leukst vond om te doen, maar desondanks zagen jouw werkjes er altijd prima uit en was je er dus helemaal niet slecht in. Frank, bedankt voor alle leuke stukjes die je het afgelopen jaar geschreven hebt, alle goede gesprekken en natuurlijk alle gezelligheid!

Lieve Frank, toen ik jou bij de commissie vroeg, kende ik jou eigenlijk alleen van een de 23e almanakcommissie en ik vermoedde dat jij wel een harde werker zou zijn. En of jij een harde werker bent! Jij hebt je met ziel en zaligheid ingezet voor ons mooie blad en zonder jou had de lay-out er niet zo mooi uitgezien. ‘Red de Cavia’ was er ook niet geweest zonder jou! Van jou heb ik onwijs veel geleerd over het lay-outen, want daar ben je echt een expert in, proefdrukken, het aanleveren aan de drukker en wat al niet meer... Helaas heb je de commissie vroegtijdig moeten verlaten, maar natuurlijk wil ik je heel erg bedanken voor jouw ongelooflijke inzet, alles wat je mij hebt geleerd en alle steun die je me hebt gegeven!

Lieve Koen, een goede en gezellige lay-outer was precies wat de commissie in februari nodig had. Gelukkig wilde jij deze vacature invullen en wat mij en de rest van de commissie betreft was je zeker de beste kandidaat. In het begin gingen alle onderwerpen tijdens de vergadering misschien een beetje langs je heen, maar na een paar weken had je de slag goed te pakken. Het was even wennen aan het andere lay-out programma en jouw Macbook wilde ook niet echt meewerken, maar met wat hulp van de rest ging het layouten jou ook makkelijk af. Koen, dankjewel voor je inzet en alle gezelligheid!

Lieve Sanne, gedurende het afgelopen jaar ben jij echt uitgegroeid tot een onmisbare kracht in deze commissie. Vanaf het begin heb jij je ontfermd over de alumni en nu heb je (misschien niet geheel met opzet) zelfs genoeg alumni om nog 5 nummers van deze rubriek te voorzien! Niet alleen deze mensen wist jij te strikken om te schrijven, ook de schrijvers voor het redactionele gedeelte haalde jij bij bosjes binnen! Soms was je voor mij ook wel een goede geheugensteun, want je bracht vaak dingetjes naar voren die ik een beetje vergeten was... Sanne, bedankt voor al je inzet het afgelopen jaar!


Puzzelpagina Naomi Teekamp, Jeroen Kolkman

Indien u denkt de uitkomsten te hebben van de beide puzzels, kunt u deze per e-mail tot 1 oktober sturen naar foliolum@rug.nl. De inzendingen worden eerst op juistheid en vervolgens op originaliteit beoordeeld. De beste inzending wordt beloond met een passende prijs.

Wat ligt er onder de elektronenmicroscoop?

20x

100 x Bas & Sil 45

65

Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Pharmaciae Sacrum

Droedels Los de onderstaande 3 droedels op door goed na te denken over wat er precies staat. Stuur je oplossingen, samen met de oplossing van de elektronenmicroscoop voor 1 oktober naar foliolum@rug.nl en maak kans op een mooie prijs! Een voorbeeld van een droedel:

G L

Z onder L in G = zonderling

Z

-K

S

G

L

S

66

LOS

W

Wat een UITKOMST! Het antwoord van de puzzel uit de april editie 2010

Onder de elektronenmicroscoop lag een koffiefilter. De foto’s waren genomen op de volgende plaatsen: I: Hoek Oude Ebbingestraat en Turfsingel. II: Pas gerenoveerde gebouw aan de Bloemsingel (bij Beren). III: Op het balkon aan de J.C. Kapteynlaan 27a. IV: Het uithangbord van Apotheek Venema aan de A-Kerkhof. V: Nog een gebouw aan de Bloemsingel, dit keer bij de Antonius Deusinglaan. De winnaar van de puzzel is geworden: Frank Klont. Hij heeft als enige alle goede antwoorden gegeven. Gefeliciteerd met je prijs! Foliolum Jaargang XXIII Ed V


Nummer 1 in distributie

Telefoon 046-4203900, www.mosadex.nl


G.M. Ronner Y. Tol AA Mr. R.A. Veening FB H. de Vos FB

Betrokken en gedegen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.