nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:31
Pagina 1
G.F.S.V. PHARMACIAE SACRUM UNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE
Foliolum JAARGANG XX EDITIE I OKTOBER 2006
Klinische studies:
Is de opbrengst groter dan de inzet?
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:33
Pagina 2
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:37
Pagina 3
G.F.S.V Pharmaciae Sacrum in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de ijksuniversiteit Groningen
Foliolum 15
Geneesmiddelonderzoek: Hoe gaat dat? Prof. Dr. JanHasker G. Jonkman
20
Het uitvoeren van klinisch wetenschappelijk onderzoek De heer Lambers-Heerspink
24
Derde wereld proeftuin westerse medicijnen. De heer Geurts
Eenmaal op de markt, en dan? De heer Kabel
Inhoudsopgave Redactioneel Praesespraat Promoties Opleidingscommissie Evaluatie cursussen Klinische studies - artikelen IPSF-verslag Party & Co - Almanak OPG-hockeytoernooi EIK-introdagen Binnenlands Bedrijven Bezoek PS-agenda Commissies Villa VolontĂŠ Column
Drukkerij Weissenbach BV Sneek
Copyright 2006: niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk. microfilm, of welke andere wijze dan ook zonder toestemming van de Redactiecommissie der Foliolum.
Oplage 1100 stuks
03
04 05 07 12 13 15 31 32 33 35 36 37 38 41 42
Ab-actiaat Loes Kistemaker Sabangplein 14 9715 CX Groningen 06-14042614 foliolum@fmnsedu.rug.nl
Foliolum ed I | Inhoudsopgave
27
Redactiecommissie Gertruud Haitsma Loes Kistemaker Wim Velema Patrick Dantuma Floor Lubberman Sophie Brus
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:38
Pagina 4
To the point t n i o p
e h t o T Lectori Salutem,
Voor u ligt de eerste editie van de commissie To the point. Dit jaar hebben wij de eer om onze lezers op de hoogte te houden van de gebeurtenissen in de wereld die farmacie heet. Deze wereld begint voor ons in Groningen maar wie bereid is om verder te kijken zal zien dat op veel andere plekken farmacie een belangrijke plaats inneemt. Klinische studies zijn een veel besproken onderwerp. Het zal u niet ontgaan zijn dat twee jonge mannen in Groot-BrittaniĂŤ afgelopen jaar bijna hun leven hebben verloren aan een klinisch onderzoek. Duizenden mensen in de derde wereld lenen hun lichaam uit aan de farmaceutische industrie in ruil voor gratis medicatie. Een tekort aan kennis en de grote gevaren die aan onbekende stoffen verbonden zijn, leveren riskante situaties op. Wie controleert deze studies en hoe komt het dat dergelijke situaties zich nog steeds voordoen?
Foliolum ed I | Redactioneel
In dit nummer zal prof. dr. Jonkman, erelid van PS, uitleggen hoe klinische studies in zijn werk gaan. De heer Lambers Heerspink, werkzaam in het UMCG, zal de verschillende fases van het klinisch onderzoek belichten. Tevens hebben we nog een kritisch artikel over fase III studies in India geschreven door de heer Geurts. Tenslotte zal de heer Kabel van het Lareb vertellen hoe de controle op ernstige bijwerkingen van nieuwe geneesmiddelen in Nederland verloopt. Naast het interessante artikelen gedeelte wijdt het Foliolum ook een deel van het nummer aan onze mooie vereniging Pharmaciae Sacrum. In dit nummer zullen verslagen te lezen zijn van de Eik-introdagen, het OPG hockey toernooi en het Binnenlands Bedrijven Bezoek. Er zullen zich vier commissies aan u voorstellen die dit jaar mooie activiteiten gaan organiseren waarvan u zeker op de hoogte moet zijn! De almanakcommissie is in juni reeds onder de loep genomen, hiervan is een vermakelijk verslag te lezen. Nu rest mij nog mijn commissiegenoten te bedanken voor hun inzet bij het maken van deze editie en u veel leesplezier toe te wensen!
Met vriendelijke groet, Namens de redactiecommissie 06/07 "to the point' Gertruud Haitsma H.t. praeses
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:39
Pagina 5
Hamilton Geachte lezer, Maandag 4 september om 16.00 uur heeft Prof. Dr. Zwarts, Rector Magnificus van de RuG, het academisch jaar 2006-2007 geopend. De vakantie is dus helaas weer voorbij, maar ik hoop dat iedereen ontspannen aan het nieuwe jaar is begonnen. De eerste colleges zijn alweer gegeven en dat betekent dat de studieboeken (voor de gelukkigen zonder herkansingen) na twee maanden weer van de plank moeten worden gehaald. Gelukkig zijn er bij P.S. de komende maanden weer veel activiteiten, waar voor de nodige ontspanning wordt gezorgd na de studie-inspanningen. Eind augustus is weer een nieuwe groep eerstejaars lid geworden van Pharmaciae Sacrum. Dat deze groep uit ruim 180 eerstejaars bestaat, had niemand verwacht en geeft de nodige aanpassingen. Meteen na de introdagen heeft de EIK de locatie uitgebreid voor het eerstejaarsweekend en heeft de studiecommissie een groot aantal boeken moeten bijbestellen. Gelukkig is alles op zijn pootjes terecht gekomen en waren de EIK introdagen een groot succes. Hopelijk voelen de eerstejaars zich nu al thuis bij P.S.. De eerste P.S.-borrel was in ieder geval druk bezocht en veel eerstejaars waren enthousiast. Naast de EIK-introdagen zijn er al een aantal andere activiteiten geweest. Zo heeft P.S. 1 voor het eerst in twaalf jaar het OPG-hockeytoernooi gewonnen en zijn we op een interessante reis door Nederland geweest langs Solvay, Organon en Xendo met de Binnenlands Bedrijven Bezoek. In oktober zal er, naast een EJC-feest weer een ALV zijn en zal de Lustrumcommissie onthullen wat ze voor ons in petto hebben in december.
Ik ben zeer benieuwd naar dit eerste nummer van de Redactiecommissie "To The Point" en wil u veel plezier wensen met het lezen van dit nummer. Verder hoop ik u spoedig op een activiteit van Pharmaciae Sacrum te mogen begroeten.
Namens het 125e bestuur der G.F.S.V. "Pharmaciae Sacrum", Alexander Hamilton h.t. praeses
05
Met vriendelijke groet,
Foliolum ed I | Praesespraat
De Redactiecommissie is de afgelopen maanden ook weer bezig druk bezig geweest met hun eerste nummer. De commissie is zeer enthousiast en voor dit nummer hebben ze een zeer interessant thema bedacht, namelijk klinische studies. Voordat een geneesmiddel op de markt kan worden gebracht, moeten verschillende klinische studies worden gedaan. Deze studies voorkomen dat onveilige en onwerkzame geneesmiddelen op de markt komen. Bij Fase I studies wordt geneesmiddel getest op vrijwilligers bij bedrijven als Xendo. Nadat de veiligheid van het geneesmiddel is aangetoond, wordt de werkzaamheid op patiĂŤnten onderzocht. Als het geneesmiddel op de markt komt, zullen in de Fase IV studie de bijwerkingen (LAREB) op een grote groep gebruikers worden gemonitord. Onderzoek op een geneesmiddel houdt dus nooit op. Naast al deze zaken zal ook de ethiek omtrent dit onderwerp worden behandeld in dit Foliolum. Recentelijk zijn in Groot-BrittanniĂŤ zes vrijwilligers in het ziekenhuis beland door deelname aan een klinische studie. Gelukkig komen zulke gevallen zelden voor. Veel studenten zijn bereid om mee te doen aan deze studies en verdienen daarmee nog een aardig zakcentje.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:41
Pagina 6
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 7
Promovendi FWN Traditionele Indonesische plantengeneeskunde wetenschappelijk ondersteund Veel van onze geneesmiddelen zijn ontdekt en ontwikkeld op basis van het traditionele (medicinale) gebruik van planten door inheemse bevolkingsgroepen. Er wordt veel onderzoek gedaannaar biologisch actieve stoffen uit deze planten, enerzijds om het tradtionele gebruik wetenschappelijk te kunnen onderbouwen en anderzijds om 'leads' te vinden voor nieuwe geneesmiddelen.Lignanen staan in dit kader momenteel erg in de belangstelling. Een van de doelen is het ontwikkelen van een efficiĂŤnt productiesysteem voor lignanen als antikankermiddel. Elfahmi deed onderzoek naar de fytochemie en biosynthese van lignanen in twee Indonesische medicinale planten, Phyllanthus niruri en Piper cubeba, en de Europese Linum flavum en Linum leonii. De twee Indonesische planten worden gebruikt in 'jamu', de traditionele Indonesische kruidengeneeskunde. Dit onderzoek ondersteunt wetenschappelijk de verdere ontwikkeling van jamu. Het moleculair-biologische en genetische deel van het onderzoek met celsuspensiecultures van de twee Linum-soorten draagt bij aan een beter begrip van de lignaanbiosynthese. Elfahmi (IndonesiĂŤ, 1969) studeerde Farmacie aan het Institut Teknologi Bandung (ITB). Zijn promotieonderzoek voerde hij bij de afdeling Farmaceutische Biologie - in het kader van het onderzoeksproject Plant Biotechnology - van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij zal als docent/onderzoeker gaan werken aan de School of Pharmacy van het ITB.
Leverfibrose is een chronische ziekte die het gevolg is van langdurig optredende leverschade. Bijvoorbeeld door virale leverinfecties of alcoholmisbruik, maar ook bij obesitas (overgewicht) waar in Nederland steeds meer mensen mee te kampen hebben. Leverfibrose wordt gekarakteriseerd door de vorming van grote hoeveelheden littekenweefsel in het orgaan, wat resulteert in een achteruitgang van leverfunctie. De ziekte staat in de top tien van doodsoorzaken in de westerse wereld, maar een effectief geneesmiddel bestaat tot op heden niet. Voor de overmatige productie van littekenweefsel in de fibrotische lever is de stellaatcel verantwoordelijk. Tijdens het fibrose proces neemt het aantal stellaatcellen in de lever sterk toe. Het remmen van de deling van deze cellen wordt gehinderd door het feit dat geneesmiddelen die de celdeling remmen tot veel ongewenste bijwerkingen kunnen leiden in andere cellen en organen. Rick Greupink onderzocht of het mogelijk is om zulke geneesmiddelen selectief af te leveren door de stoffen te koppelen aan een stellaatcel-selectief dragermolecuul. Greupink's onderzoek resulteerde in de ontwikkeling van een aantal constructen die de eerste generatie van geneesmiddelen vertegenwoordigen die selectief kunnen worden afgeleverd in de stellaatcellen. Hiermee is de basis gelegd voor het verder uitwerken van een antifibrotische therapie die selectief aangrijpt op dit celtype.
07
Basis gelegd voor gericht medicijn tegen leverfibrose
Foliolum ed I | Promoties
Datum en tijd: 26 juni 2006, 14.45 uur Promovendus: Y. Elfahmi Proefschrift: Phytochemical and biosynthetic studies of Lignans, with a focus on Indonesian medicinal plants Promotor: prof.dr. W.J. Quax Faculteit: medische wetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: Y. Elfahmi, tel. (050) 363 3363, e-mail y.elfahmi@rug.nl (werk)
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 8
Rick Greupink (Rheden, 1976) studeerde Farmacie aan de RUG. Hij deed zijn promotieonderzoek bij de basiseenheid Farmacokinetiek en Drug Delivery, welke deel uit maakt van de onderzoeksschool GUIDE (Groningen University Institute for Drug Exploration). Het onderzoek werd gefinancierd door de Stichting Technische Wetenschappen. Momenteel werkt hij als apotheker-onderzoeker in het ziekenhuis de Tjongerschans in Heerenveen. Datum en tijd: 23 juni, 14.45 uur Promovendus: A.H. Greupink Proefschrift : The hepatic stellate cell in sight: targeting antiproliferative drugs to the fibrotic liver Promotor : prof.dr. K. Poelstra en prof.dr. D.K.F. Meijer Faculteit : wiskunde en natuurwetenschappen Plaats : Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie : A.H. Greupink, tel. (050) 363 7566 (werk), e-mail rick-greupink@hotmail.com (privé)
Onderzoek naar dragerdeeltjes in poeder-inhalatoren Bastiaan Dickhoff leverde met zijn onderzoek een bijdrage aan de gestage verbetering van poederinhalatiemiddelen voor astmapatiënten. Hij toonde aan dat hun werking verbetert door gebruik te maken van dragerdeeltjes met een gecontroleerde oppervlakteruwheid, waarin de werkzame medicijndeeltjes kunnen worden opgeborgen en beschermd tegen optredende wrijvings- en botsingskrachten tijdens het mengproces. Ook bewees hij dat de bulkeigenschappen van de dragerdeeltjes een veel grotere rol kunnen spelen dan tot nog toe bekend was.
Foliolum ed I | Promoties
Bastiaan Dickhoff (Katwijk, 1974) behaalde zijn MSc in Chemical engineering aan de University of Wales in Swansea, G-B. Zijn promotieonderzoek deed hij aan de RUG bij de basiseenheid Farmaceutische Technologie en Biofarmacie van de onderzoeksschool GUIDE. Het werd gesponsord door DMV International in Veghel. Inmiddels werkt Dickhoff bij GlaxoSmithKline (R&D) in Engeland als senior scientist. Datum en tijd: 30 juni 2006, 14.45 uur Promovendus: B.H.J. Dickhoff Proefschrift: Adhesive mixtures for powder inhalation. The effect of carrier (surface and bulk) properties, carrier payload and mixing conditions on the performance of adhesive mixtures for inhalation. Promotor: prof.dr. H.W. Frijlink Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie : Bastiaan Dickhoff, tel. 00 44 1920 883 864, e-mail: bastiaan.h.dickhoff@gsk.com (werk)
Behandeling maagpatiënten kan veel goedkoper Rogier Klok analyseerde de medische behandeling van maagklachten en concludeert dat er tenminste op drie fronten kosten bespaard kunnen worden: goedkopere medicijnen, vaker testen op Heliobacter pylori en het preventief vaccineren tegen deze bacterie. Voor de behandeling van maagzuur-gerelateerde klachten worden protonpomp-remmers gebruikt. Klok stelt vast dat de effectiviteit tussen de verschillende remmers maar weinig verschilt. Dat rechtvaardigt het voorschrijven van het goedkoopste middel. Maar artsen zijn hiervan blijkbaar niet overtuigd. Na afloop van het patent op omeprazol en de invoering van het relatief goedkope generieke (merkloze) omeprazol, stappen meer patiënten die omeprazol gebruiken over op andere, duurdere, merkmiddelen uit dezefde groep, dan voor aflopen van het patent het geval was. Klok toont ook aan dat een succesvolle bestrijding van Helicobacter pylori bij maagzweren het gebruik van maagmiddelen daarna substantieel vermindert, hoewel sommige patiënten nog steeds maagmiddelen blijven slikken. Bij patiënten die voor het eerst met maagzuurklachten bij de huisarts komen is een Helicobacter pylori-test en - zo nodig - behandeling goedkoper en even effectief als endoscopie door een gastro-enteroloog. De bacteriebestrijding voorkomt bovendien eventuele latere maagzweren en zelfs maagkanker , zodat er ook sprake is van gewonnen levensjaren. De invoering van een nog te ontwikkelen vaccin tegen Helicobacter pylori is kosteneffectief. Wanneer een lagere disconteringsvoet voor gezondheid wordt gebruikt, zoals tegenwoordig is ingevoerd, wordt de kosteneffectiviteit ratio hiervan verder verbeterd.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 9
Rogier Klok (Groningen, 1978) studeerde farmacie aan de RUG, waar hij zijn promotieonderzoek deed bij Groningen University Institute for Drug Exploration (GUIDE), Department of Social Pharmacy, Pharmaco-epidemiology and Pharmacotherapy, waar hij ook na zijn promotie werkzaam blijft. Het onderzoek werd gefinancierd door Proeftuinen Farmacie Groningen en Nefarma. Datum en tijd: 30 juni 2006, 16.15 uur Promovendus: R.M. Klok Proefschrift: Gastric complaints; pharmacoeconomic considerations in proton pump inhibitor therapy and Helicobacter pylori infection Promotor: prof.dr. J.R.B.J. Brouwers Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: Rogier Klok, tel. (050)363 82 04, e-mail: r. klok@rug.nl (werk)
Grootschalig preventieonderzoek naar urine-eiwit wel degelijk nuttig Grootschalige medische bevolkingsonderzoeken krijgen wel eens de kritiek dat zij medicaliserend zouden zijn en dat de kosten niet tegen de "baten" opwegen. Jarir Atthobari toonde aan dat deze bezwaren niet lijken op te gaan voor het Groningse bevolkingsonderzoek PREVEND (Prevention of REnal and Vascular ENd-stage Disease). De PREVEND studie is in 1997 in Groningen gestart en beoogt na te gaan of eiwitverlies in de urine nier-, hart- en vaatziekten kan voorspellen. In dit grootschalig onderzoeksproject worden 8.500 inwoners van de stad Groningen gevolgd die bij een onderzoek onder 40.000 Groningers eiwit in de urine bleken te hebben. Atthobari koppelde de klinische gegevens uit deze studie aan de elektronische gegevens van medicijnuitgifte onder apotheken in de stad Groningen.
Jarir Atthobari (Palembang, IndonesiĂŤ, 1973) studeerde medicijnen aan de University of Gadjah Mada en deed zijn promotieonderzoek aan de RUG bij de afdeling Sociale Farmacie en Farmaco-epidemiologie, die deel uitmaakt van het Groningen University Institute for Drug Exploration (GUIDE). Het onderzoek werd onder andere gefinancierd door de Nederlandse Nierstichting en het Ubbo Emmius Fonds van de RUG. Atthobari gaat hierna werken als docent aan de universiteit waar hij studeerde, in Yogyakarta.
09
Datum en tijd: 15 september 2006, 16.15 uur Promovendus: J. Atthobari Proefschrift: Drug use in a population screening: Pharmacoepidemiological and pharmacoeconomical aspects Promotores: prof.dr. L.T.W. de Jong-van den Berg en prof. dr. P.E. de Jong Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: J. Atthobari, tel. (050)363 25 78, e-mail: j. atthobari@rug.nl (werk)
Foliolum ed I | Promoties
Hij vond onder meer dat eenderde van de deelnemers met hoge bloeddruk hiervan niet op de hoogte was en dat eveneens eenderde hiervoor niet goed behandeld werd. Opmerkelijk was verder dat Atthobari geen verhoogd medicijngebruik vond ten gevolge van de screening op eiwit in de urine. Wel had de screening effect op een verbeterd dan wel verhoogd medicijnverbruik onder hen die vanwege hun eiwitgehalte in de urine in de risicogroep waren ingedeeld. Atthobari vond daarnaast dat het gebruik van de anticonceptiepil gepaard gaat met hogere bloeddruk en eiwit in de urine, maar ook dat het gebruik van cholesterolverlagers (statines) gepaard gaat met een verhoogd eiwitgehalte in de urine. Met name dit laatste fenomeen verdient verdere aandacht. Wat betreft de kosten berekende Atthobari dat de screening op eiwit in de urine en vervolgens het gebruik van zogenaamde ACE remmers per gewonnen levensjaar â‚Ź 16.700,- kost. Wanneer de kostenberekening wordt beperkt tot deelnemers boven een bepaald minimum eiwitgehalte en een leeftijd boven de 50 of 60 jaar, zijn de kosten nog lager.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 10
Gentherapie bij kanker nog niet efficiënt Gentherapie is een veelzijdige techniek die ingezet kan worden tegen allerlei verschillende aandoeningen, waaronder kanker. In het geval van kanker wordt vaak een gen dat codeert voor een enzym dat de cel kan doden, ingebracht in de kankercel (suïcide gentherapie). Het grootste probleem van gentherapie in het algemeen en van kanker gentherapie in het bijzonder is het gebrek aan effectiviteit; het blijkt onmogelijk om met het suïcidegen alle kankercellen te bereiken. Die effectiviteit zou verhoogd kunnen worden door ervoor te zorgen dat ook de cellen die het gen niet ontvangen gedood worden. De cellen die het gen wel opnemen zouden dan het dodelijke enzym moeten verspreiden naar de cellen die dit eiwit niet produceren. Door het suïcide enzym te koppelen aan zogenaamde protein tranduction domains (PTDs) eiwitten die zich uit zichzelf van cel naar cel verspreiden, zou een suïcide enzym gesynthetiseerd moeten worden dat zichzelf verspreidt. Antoine Beerens heeft fusie eiwitten geconstrueerd van het suïcide enzym HSV thymidine kinase en verschillende PTDs. Deze fusies bleken helaas niet meer in staat zichzelf te verspreiden. De uitscheiding van deze constructies uit de producerende cellen was echter wel succesvol. Ir. Antoine Beerens (Tilburg, 1977) studeerde biologie aan de Wageningen Universiteit en deed zijn promotieonderzoek aan de RUG, bij de vakgroep Therapeutische Genmodulatie van onderzoeksschool GUIDE. Datum en tijd: 22 september 2006, 13.15 uur Promovendus: A.M.J. Beerens Proefschrift: Intercellular spread of the transgene product to improve the efficiency of cancer gene therapy Promotor: prof.dr. H.J. Haisma Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: A.M.J. Beerens, tel. 06 18 84 94 86, e-mail: a.bereens@gmail.com (privé)
Foliolum ed I | Promoties
Nieuwe modellen voor in vitro onderzoek leverfibrose 'levensechter' Voor onderzoek naar leverfibrose is de beschikbaarheid van in vitro modellen beperkt. De huidige zijn vooral celkweekmodellen. Deze hebben het nadeel dat de interacties tussen de verschillende types levercellen, zoals die normaal in de lever aanwezig zijn, verloren gaan. Marja van de Bovenkamp onderzocht of leverslices (diameter 8mm; dikte ±0.2mm) gebruikt kunnen worden als alternatief voor de huidige in vitro modellen. Het belangrijkste voordeel van leverslices is dat alle verschillende leverceltypes aanwezig zijn en de cel-cel en cel-extracellulaire matrix interacties, die een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van leverfibrose, behouden blijven. Van de Bovenkamp beschrijft in haar proefschrift drie veelbelovende in vitro modellen die zij ontwikkelde. Het voordeel van de beschreven modellen is dat de in vivo situatie beter wordt nagebootst dan mogelijk is met de huidige in vitro modellen voor leverfibrose. Daarnaast kan het gebruik van menselijk leverweefsel de voorspellende waarde verbeteren en bovendien leiden tot minder proefdiergebruik. Marja van de Bovenkamp (Heemskerk, 1979) studeerde biomedische wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Haar promotieonderzoek deed zij aan de RUG, bij de vakgroep Farmacokinetiek en Drug Delivery, onderzoeksschool GUIDE. Het onderzoek maakt deel uit van een project waarbij het gebruik van leverslices voor toxicologisch onderzoek wordt bestudeerd en werd gefinancierd door ZON/Mw, Programma Dierproeven Begrensd en door Johns Hopkins Center for Alternatives to Animal Testing. Vanaf 15 oktober werkt zij als postdoc bij de University of Ottawa in Canada. Datum en tijd: 22 september 2006, 16.15 uur Promovendus: mw.M. van de Bovenkamp Proefschrift: Liver fibrosis in vitro: Liver slices as a promising alternative Promotores: mw.prof.dr. G.M.M. Groothuis en prof.dr. D.K.F. Meijer Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: mw.M. van de Bovenkamp, tel. (050)363 75 65, e-mail: m.van.de.bovenkamp@rug.nl
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 11
Nieuwe koppelingstechniek maakt geneesmiddelen tegen leverfibrose doelgerichter Teresa Gonzalo Lazaro beschrijft in haar proefschrift hoe de werking van geneesmiddelen tegen leverfibrose kan worden verbeterd door ze gericht te sturen naar de zogenaame Hepatische Stellaat Cellen. De gerichte sturing naar deze cellen leidt mogelijk tot een efficiëntere werking ter plaatse en minder bijwerkingen elders in het lichaam. Gonzalo Lazaro ontwikkelde een nieuw systeem om het geneesmiddel aan een 'drager'eiwit te koppelen. Dit nieuwe systeem (Universal Linkage System) vormt een belangrijke bijdrage aan het huidige onderzoek naar de ontwikkeling van effectieve antifibrotische geneesmiddelen omdat, dankzij deze techniek, vele verschillende soorten geneesmiddelen gekoppeld kunnen worden aan celspecifieke geneesmiddeldragers. Teresa Gonzalo Lazaro (Madrid, Spanje, 1977) studeerde farmacie aan de Alcala University Madrid. Haar promotieonderzoek voerde zij uit bij de afdeling Pharmacokinetics and Drug Delivery van de RUG. Het werd gefinancierd door SenterNovem en NOW. Haar nieuwe werkkring is de afdeling Pharmaceutical Technology aan de Santiago University in Santiago de Compostela, Spanje. Datum en tijd: 29 september 2006, 13.15 uur Promovendus: mw. T. Gonzalo Lazaro Proefschrift: A potential strategy to treat liver fibrosis: drug targeting to hepatic stellate cells applying a novel linker technology Promotores: prof.dr. K. Poelstra en prof.dr. D.K.F. Meijer Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: mw. T. Gonzalo Lazaro, (050) 363 7567, e-mail t.gonzalo.lazaro@rug.nl
Biosynthese farmaceutische plantenstoffen in micro-organismen
Mattijs Julsing (Assen, 1975) studeerde farmacie aan de RUG. Zijn promotieonderzoek deed hij binnen de basiseenheid Farmaceutische Biologie, van het Groningen Research Institute of Pharmacy (GRIP), waar met dezelfde strategie wordt gewerkt aan de heterologe productie van het antimalariamiddel artemisinine, het cytostaticum Taxol en cannabinoïden.
11
Datum en tijd: 13 oktober 2006, 13.15 uur Promovendus: M.K. Julsing Proefschrift: Bioconversion and combinatorial biosynthesis of selected terpenoids and lignans Promotor: prof.dr. W.J. Quax Faculteit: wiskunde en natuurwetenschappen Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Informatie: M.K. Julsing, tel. (050)363 33 63, e-mail: m.k.julsing@rug.nl (werk)
Foliolum ed I | Promoties
Een aanzienlijk deel van de huidige geneesmiddelen is oorspronkelijk een natuurstof of een afgeleide hiervan. Hoewel eenvoudige verbindingen chemisch kunnen worden nagemaakt, is voor complexe verbindingen de chemische synthese lastig en economisch niet rendabel, waardoor we afhankelijk zijn van de plant als leverancier. Voor sommige geneesmiddelen, die in kleine hoeveelheden in de plant voorkomen of waarvan de plant zeldzaam is, levert dit problemen op. Daarom probeert men gastheercellen, zoals bacteriën of gisten, aan te zetten om de gewenste plantenstoffen te maken. Het combineren van enzymen van verschillende oorsprong kan zelfs nieuwe natuurstoffen opleveren, die potentieel een geneesmiddel zijn. Mattijs Julsing testte enkele mogelijkheden die de zogenaamde combinatoriële biosynthese hiertoe biedt en richtte zich met name op terpenen en lignanen, beide farmaceutisch waardevolle plantenstoffen.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:42
Pagina 12
Opleidings Commissie Van Flexibele Bachelor tot Stugge Docenten, "de OC doet er wat mee!" Beste (eerstejaars) student, Op de middelbare school heb je een medezeggenschapsraad of een leerlingenraad. Op de universiteit heb je de opleidingscommissie (OC). Elke opleiding heeft een OC, Farmacie dus ook. In de OC zitten leden van het opleidingsbestuur, docenten en 12 studenten. De opleidingscommissie vergadert eens per maand. Daarnaast vergaderen wij, de studenten van de OC, ook eens per maand met elkaar. Wij verdiepen ons in actuele zaken binnen de opleiding en overleggen hierover tijdens de vergaderingen. Zo dragen we bij aan de verbetering van ons onderwijs en houden we de kwaliteit hoog. Ook proberen we mogelijke problemen in het onderwijs op te lossen. De Flexibele Bachelor is een van de belangrijkste aandachtspunten van de OC. Andere onderwerpen binnen een OC-vergadering zijn: de OER (onderwijs en examenregeling), het rooster, studeren in het buitenland, het grote aantal studenten en andere problemen die kunnen optreden tijdens je studie.
Foliolum ed I | Opleidingscommissie
Tot slot enkele belangrijke mededelingen voor jou: Eerstejaars studenten Heb je een probleem met de Flexibele Bachelor of met andere onderwijszaken? Misschien kunnen wij hier wat aan doen. Geef het door aan het STudenten Overleg Farmacie (STOF) (zie ook blz. 38), of direct aan ons. Op http://www.stof.psgroningen.nl/ staat meer informatie. Oude-bachelor studenten zonder Propedeuse Theorie herkansingen oude stijl. Alle theoretische tentamens oude stijl worden dit jaar nog driemaal herkanst. Tip: geef prioriteit aan je Propedeuse tentamens, zorg dat je ze haalt! Practica herkansingen oude stijl. ACI Practicum, herkanspracticum 8 januari 2007, opgeven via Progress. Practicum Introductie Apotheek: in de week van 2 april, voor 1 februari opgeven bij Dhr. K. Zuurman, k.zuur man@rug.nl. Alle studenten Belangrijke mededelingen zijn ook te vinden in NESTOR, tabblad 'Nestor Community' Schrijf je op tijd in voor cursussen en tentamens! Dit voorkomt veel problemen en in het ergste geval uitsluiting van de cursus of het tentamen. Schrijf je op tijd uit voor een tentamen, als je niet van plan bent het tentamen te maken! Op het niet komen opdagen zonder uitschrijven staat de zware sanctie van niet mee mogen doen aan de volgende herkansingsmogelijkheid, toch jammer…
En onthoud: De OC doet er wat mee! Vriendelijke groeten, De OC-leden uit… de Master: Wai-Ping Choo, Jan Dekker, Esther Sportel, Stefan Vegter de oude Bachelor: Patrick Dantuma, Jenny Hartman, Anne Lexmond, Piter Oosterhof, Linet Tanke, Jolanda Vogelzang de eerstejaars: ... wie weet jij? …
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:43
Pagina 13
Evaluatie Cursussen Evaluaties studiejaar 2005/2006 Specialistische Farmacotherapie en TOM, november 2005 Het vak wordt zeer positief beoordeeld. Uit de opmerkingen blijkt wel dat er enige overlap is tussen TOM 1 en 2. Lage werkdruk. (brief 1) Algemene Analytische Chemie 1 theorie, december Studenten vinden de inhoud van dit vak goed, alhoewel een substantieel deel het vak zwaarder vindt dan het aantal punten dat ervoor staat. Er is vrij veel kritiek op de (te) lange hoorcolleges. De werkcolleges worden in het algemeen goed gewaardeerd. Ondanks dat er een representatief oefententamen beschikbaar is, wordt het tentamen door veel studenten als te moeilijk ervaren. (brief 3) Algemene Analytische Chemie I practicum, januari/februari 2006 Het practicum wordt door het grootste gedeelte van de respondenten als goed beoordeeld, hoewel er net als voorgaande jaren kritiek is op de hoge tijdsdruk en op de hoeveelheid assistenten. (brief 1) Farmaceutische Anorganische Chemie, oktober 2005 De cursus wordt niet goed beoordeeld. Er is met name kritiek op het onderwijsmateriaal (uitsluitend powerpoint sheets), de weinig farmaceutische benadering van het vak, de plaats van het vak in het programma en het tentamen. (brief 3)
Celbiologie practicum, januari/februari 2006 Afgezien van steeds terugkerende overschrijdingen op voorkennis en samenhang van de leerstof, is er nu ook veel kritek op de gang van zaken tijdens het practicum, en op assistentie. Dit practicum wordt in het studiejaar 2006/2007 in het kader van de flexinele bachelor anders opgezet (brief 3) Optibaaat januari 2006 De cursus wordt door de studenten positie beoordeeld (brief 1) Introductie apotheek / farmacie 2006 Evenals bij de twee voorgaande evaluaties in 2003 en 2005 is er veel kritiek op de opzet en de inhoud van de cursus (brief 3+ brief Opl. Comm)
Organisatie Farmacie en Patientenzorg maart 2006 Een goede cursus, echter erg druk in de eerste week. Een betere tijdsplanning zou de cursus optimaal maken (brief 1). Recepteerkunde en Geneesmiddelvormen december 2005 Er zijn niet veel overschrijdingen. Het algemene oordeel over de cursus is positief. Het steriele blok heeft een nieuwe opzet, waar nog kinderziektes in zitten (brief 1). Fysische Farmacie april 2006 Een matig tot slecht geĂŤvalueerde cursus. De problemen liggen bij de colleges en werkcolleges, ook was er geen oefententamen van een bepaald gedeelte (brief 3).
0113
Apotheek en Apotheekorganisatie maart 2006 De punten van kritiek bij de voorgaande evaluatie zijn goed opgepakt en grotendeels verdwenen. De algemene waardering voor deze cursus is positief, met colleges die door iedereen zinvol werden gevonden en een inhoud die wordt gewaardeerd. Er is nog wel kritiek op het diktaat (brief 1)
Foliolum ed I | E klvianliustcahteiesctud rsieus sen
Inleiding Praktische Farmacotherapie, maart 2006 Een leuk vak. Er is onduidelijkheid over het tentamen en de leerstof (brief 2+ aandacht voor tentamen)
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:44
Pagina 14
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:48
Pagina 15
Geneesmiddelenonderzoek: hoe gaat dat? Prof. Dr. JanHasker G. Jonkman Hoogleraar Kwaliteitsmanagement van Geneesmiddelenonderzoek en -productie Rijksuniversiteit Groningen
GENEESMIDDELENONDERZOEK, HOE GAAT DAT?
Hoe wordt geneesmiddelenonderzoek nu eigenlijk precies uitgevoerd?
Verschillende stadia van onderzoek Grofweg kunnen we de volgende stadia onderscheiden tijdens geneesmiddelenonderzoek: - Fundamenteel onderzoek (± 1 jaar) - Toegepast onderzoek; synthese, farmacologie, toxicologie (2-4 jaar) (studies in dieren) - Klinische ontwikkeling (4-5 jaar) (studies in mensen) - Registratie procedure (2-3 jaar) Totale ontwikkelingstijd: 8-12 jaar (gemiddeld 10 jaar)
Foliolum ed I | klinische studies
Het ontwikkelen van een nieuw geneesmiddel is een echte afvalrace. Van iedere 10.000 onderzochte nieuwe moleculen komt er slechts één als geneesmiddel beschikbaar voor de patiënt. Het ontwikkelen van zo'n farmacon duurt ongeveer 10 jaar. Octrooi kan verkregen worden voor een periode van 20 jaar. Dus blijven er slechts 10 jaren om de kosten terug te verdienen. Deze kosten zijn extreem hoog: zo'n 800 miljoen U.S. dollar. De laatste twintig jaar zijn deze kosten zeer snel gestegen. Dit komt o.a. omdat de registratie-autoriteiten in toenemende mate eisen dat er bewijzen worden aangeleverd voor veiligheid, effectiviteit en kwaliteit, met als gevolg dat er steeds meer studies gedaan moeten worden. Bovendien wordt de regelgeving omtrent geneesmiddelenonderzoek (Goede Klinische Praktijk, Good Clinical Practice, GCP; Goede Laboratorium Praktijk, Good Laboratory Practice, GLP) bij voortduring uitgebreider en strikter, hetgeen resulteert in duurder onderzoek. Wereldwijd bedragen de jaarlijkse kosten van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen ongeveer 50 miljard U.S. dollar, waarvan zo'n 20 miljard U.S. dollar voor het klinische onderzoek.
In ons land wordt ongeveer 500 miljoen Euro per jaar uitgegeven aan geneesmiddelenonderzoek. In 2005 werden in ons land ± 700 geneesmiddelenstudies uitgevoerd. Ongeveer 60% ervan was onderzoek dat door de farmaceutische industrie werd gefinancierd, met als doel het verkrijgen van informatie die nodig is voor het verkrijgen van registratie (= verkoopvergunning) voor het nieuwe geneesmiddel (= 'commercieel onderzoek'). De rest (40%) is onderzoek dat op initiatief van de (academische) onderzoekers wordt uitgevoerd (zgn. 'nietcommercieel onderzoek').
15
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:48
Pagina 16
SYNTHESE Momenteel wordt ongeveer twee derde van de nieuwe moleculen nog volgens de klassieke weg van organischchemische synthese gemaakt; de rest via een biotechnologisch proces. Het is de verwachting dat binnen vijf jaar driekwart van de nieuwe geneesmiddelen via laatstgenoemde techniek zal worden gemaakt. FARMACOLOGIE / TOXICOLOGIE De werking (farmacologie) en de toxiciteit worden getest in dieren, met dien verstande dat eerst testen worden gedaan in geïsoleerde cellen en weefsel, dan in organen en uiteindelijk in intacte dieren. Studies met enkelvoudige en meervoudige dosering worden gedaan in tenminste één knaagdier soort (muis, rat, cavia of konijn) en één niet-knaagdier soort (kat, hond, varken of aap). Het varken is bij deze studies favoriet, omdat het - net als de mens - omnivoor is en omdat ook maagdarmkanaal en zenuwstelsel veel lijken op dat van de mens. Als het nieuwe molecuul werkzaam en veilig is, wordt de stap gemaakt naar studies in de mens.
Foliolum ed I I klinische studies
“Het t ot al e do s s ier i s z eer uit g e br eid en om v at v aak enk el e hon der d duiz enden b l a dz ijden.” Klinische farmacologie Bij studies in de mens onderscheiden we de volgende fasen: - Fase I studies: verdraagbaarheid en veiligheid worden getest in ongeveer 100 jonge gezonde vrijwilligers. Deze studies worden in gezonde mensen gedaan, omdat er niet sprake is van een therapeutisch doel. Er wordt vooral gekeken naar eventuele bijwerkingen. Ook worden farmacokinetische studies gedaan, dus er wordt onderzocht wat er gebeurt met het geneesmiddel in het lichaam: hoe is de opname vanuit het maagdarmkanaal, hoe verdeelt het middel zich over diverse organen in het lichaam en hoe wordt het door het lichaam afgebroken en/of uitgescheiden. Vaak worden verschillende doseervormen met elkaar vergeleken: oplossing, tablet, capsule, injectie. De tolerantiestudies vangen meestal aan met een dosis die 1/100 is van de dosis die veilig bleek te zijn in dieren. Daarna wordt de dosis stapsgewijs verhoogd tot er géén sprake meer is van goede tolerantie. Deze studies zijn placebo gecontroleerd, dubbelblind. Er worden studies gedaan met enkelvoudige dosering en met meervoudige dosering (max. 30 dagen). Ook wordt gekeken naar verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen jongeren en ouderen. Ook het effect van voedsel op de opname na orale toediening wordt bestudeerd. Bij Fase I studies worden dus veel biologische monsters (bloed, urine, etc.) geanalyseerd, waarbij het van groot belang is dat een goede betrouwbare methode wordt gebruikt om de vaak zeer lage concentraties (picogrammen per ml, of wel 10-12g/ml) te meten. Als de Fase I studies zijn afgerond, weten we de juiste dosering per keer en het doseringsinterval dat optimaal is en kan er worden doorgegaan met Fase II studies.
- Fase II studies: studies naar de werkzaamheid in ongeveer 250 patiënten, meestal in kenniscentra in academische ziekenhuizen. (´therapeutic exploration´). Tijdens deze farmacodynamische studies wordt de werkzaamheid van het middel onderzocht en de werkzame dosis vastgesteld. Dit zijn fundamentele studies naar o.a. het werkingsmechanisme. Er is sprake van enkelvoudige dosering, in een later stadium eventueel meervoudige dosering. Ook wordt de farmacokinetiek van het middel in mensen die lijden aan de ziekte waarvoor het middel is bedoeld, vergeleken met de farmacokinetiek in gezonde mensen, zoals die werd gevonden in Fase I studies. Eventueel worden dosis en doseerschema aangepast alvorens wordt overgegaan naar Fase III studies. - Fase III studies: studies waarin de werkzaamheid bevestigd moet worden. Meestal zijn dit studies met meervoudige dosering in grote aantallen patiënten (± 2.500) die voor een groot deel in perifere ziekenhuizen worden uitgevoerd (´therapeutic confirmation´). De werkzaamheid van het middel moet worden bevestigd in een grotere groep patiënten en voor middelen die bedoeld zijn voor chronisch gebruik zal worden gekeken naar farmacodynamiek (en farmacokinetiek) na gebruik gedurende 6-12 maanden. Het indicatiegebied wordt nauwkeurig vastgesteld. Ook wordt qua effectiviteit een vergelijking gemaakt met eventueel bestaande middelen voor dezelfde indicatie. Tenslotte worden interactiestudies uitgevoerd, om te kijken of een eventuele co-medicatie effect heeft op de farmacokinetiek of de farmacodynamiek van het nieuwe middel. Hierna wordt het totale dossier samengesteld met alle gegevens over de productie en analyse en alle resultaten van studies in dier en mens (vaak 100-150 humane studies). Zo'n dossier is zeer uitgebreid en omvat vaak enkele honderdduizenden bladzijden. Het dossier wordt dan aangeboden bij de registratie-autoriteiten, die beslissen of het middel toegelaten wordt. (´marketing authorisation´). In de EU landen wordt deze procedure nationaal verzorgd (in ons land door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) of (meestal) via een centrale procedure, met als doel het middel in alle 25 landen van de EU op de markt te brengen. Voor de EU wordt het registratieproces gedaan door de EMEA (European Medicines Evaluation Agency) en dat duurt ook nog eens 1-2 jaar. In de U.S.A. wordt de beslissing over registratie genomen door de - zeer strenge - FDA (Food and Drug Administration). In principe is de registratie geldig gedurende vijf jaar. Per jaar worden ongeveer 30 nieuwe middelen geregistreerd. Als het middel officieel geregistreerd is, wordt het op grote schaal gebruikt en worden nog Fase IV studies uitgevoerd.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:48
Pagina 17
- Fase IV studies: studies met chronische toediening, meestal uitgevoerd door huisarts (± 25.000 patiënten). Nu wordt informatie verkregen over de veiligheid en effectiviteit van het nieuwe geneesmiddel bij chronisch gebruik. Bij chronisch gebruik op grote schaal worden soms bijwerkingen ontdekt die nog niet duidelijk werden tijdens Fase I t/m Fase III studies. Dit kan zelfs aanleiding zijn voor de registratie-autoriteiten of voor de farmaceutische firma om het middel weer van de markt te nemen. Dit gebeurt 2-3 maal per jaar. Ook wordt gekeken of er nog aanvullende indicaties van toepassing kunnen zijn.
“Het Sof t enondr am a w a s w er el d w ijd aan l eidin g t ot r e g el g ev in g en w et g ev in g betr eff ende g enee smid del enonder z oek, w aarb ij uit g e br ei der onder z oek w er d g eëi s t en de ethi s che normen v oor onder z oek w er den op g e s chr oef d.” REGELGEVING BETREFFENDE GENEESMIDDELEN ONDERZOEK
Deze gedragscode is reeds vele malen aangepast, en wordt nog steeds toegepast. De code vormt ook de basis voor verdere regelgeving en wetgeving voor medisch-wetenschappelijk onderzoek (waaronder geneesmiddelenonderzoek), bekend geworden onder de naam ´Goede Klinische Praktijk´, 'Good Clinical Practice (GCP)'. De Amerikanen hebben hierbij een voortrekkersrol gespeeld. De regels van de Food en Drug Administration (FDA) dateren uit die tijd, maar vooral vanaf de mid-zeventiger jaren zijn deze sterk uitgebreid. De regels voor ´Goede Klinische Praktijk´ hebben als hoofddoel de veiligheid van de deelnemers aan geneesmiddelenstudies te garanderen, maar daarnaast hoopt men ook dat de betrouwbaarheid van de studieresultaten toeneemt. Helaas is het nog steeds zo dat in 2% van al het wetenschappelijk onderzoek sprake is van wetenschappelijk wangedrag. Hopelijk kan dit percentage teruggebracht worden.
Foliolum ed I | klinische studies
17
Tot begin jaren 60 van de vorige eeuw was er nauwelijks regelgeving betreffende geneesmiddelen- onderzoek. De enige gedragscode voor artsen-onderzoekers was de ´Neurenberg-code´, die in 1946 werd vastgesteld na de processen tegen nazi-artsen, die op volstrekt onethische wijze medisch onderzoek hadden uitgevoerd (en daarvoor de doodstraf kregen). In 1962/1963 werd de wereld geschokt door het Softenondrama: een slaapmiddel (thalidomide) bleek, wanneer het door zwangeren werd gebruikt, in de 8e12e week van de zwangerschap een sterk teratogeen effect te hebben. Dit resulteerde in 16.000 doodgeboren baby's en 8.000 baby's met zware lichamelijke afwijkingen. Deze bijwerking was niet ontdekt tijdens de ontwikkeling van het middel. Wereldwijd was dit aanleiding tot regelgeving en wetgeving betreffende geneesmiddelenonderzoek, waarbij uitgebreider onderzoek werd geëist en de ethische normen voor onderzoek werden opgeschroefd. Zo werd op het congres van de World Medical Association, in 1964 in Helsinki, een gedragscode voor artsen-onderzoekers opgesteld; die bekend werd als de Verklaring van Helsinki. Enkele belangrijke aspecten in de Verklaring van Helsinki zijn: - Onderzoek in proefpersonen dient gebaseerd te zijn op erkende wetenschappelijke principes en op gegevens uit laboratoriumstudies en proefdierstudies - Elke studie dient in een protocol te worden vastgelegd en dient door een onafhankelijke onderzoekscommissie te worden beoordeeld - Studies dienen te worden uitgevoerd door wetenschappelijk gekwalificeerd personeel en plaats te vinden onder toezicht van een medisch gekwalificeerd persoon, die de eindverantwoordelijkheid draagt - Het belang van het doel van de studie moet in verhouding staan tot het risico voor de proefpersoon
- De belangen van de proefpersoon dienen zwaarder te wegen dan die van de gemeenschap. Voorspelbare risico's moeten worden afgewogen tegen voorspelbare voordelen voor de proefpersoon zelf en voor anderen - Speciale aandacht dient te worden gegeven aan de privacy van de proefpersoon en het effect van de studie op zijn lichamelijke integriteit moet zo gering mogelijk zijn. - Onderzoek dient alleen te worden uitgevoerd als de risico's ervan voorspelbaar worden geacht - Nauwkeurige publicatie is verplicht. Rapporten die niet in overeenstemming zijn met de Verklaring dienen niet te worden gepubliceerd. - Toestemming door de proefpersoon dient vrijwillig en liefst schriftelijk te worden gegeven - Proefpersonen dienen niet afhankelijk te zijn van de arts aan wie de schriftelijke toestemming wordt gegeven - Indien proefpersonen lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn om toestemming te geven, dient die van een familielid of voogd te worden verkregen. Als een minderjarige in staat is tot het geven van toestemming, moet ook de toestemming van de voogd worden verkregen - Het protocol dient altijd een ethische verklaring te bevatten en dient te vermelden dat de principes uit deze verklaring zijn nageleefd
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:48
Pagina 18
Foliolum ed I | klinische studies
In 1991 verscheen de eerste Richtlijn in de Europese Unie op het gebied van GCP, welke in Nederland in 1994 in de nationale wet werd opgenomen. De richtlijn van de ICH is echter de wereldstandaard geworden. Ze is in 1996 aangenomen. Deze organisatie, voluit genaamd International Conference on Harmonization of Technical Requirements for Registration of Pharmaceuticals for Human Use, is een overlegorgaan tussen registratie-autoriteiten in U.S.A., Europa en Japan, en de vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie in die landen. Afgesproken is dat getracht zal worden die richtlijn opgenomen te krijgen in de nationale wetgeving. In Nederland is de ICH-GCP richtlijn in 1997 opgenomen in de nationale wet. In aanvulling daarop is in 1999 de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen, WMO, van kracht geworden. De WMO regelt een aantal belangrijke aspecten van klinisch onderzoek in detail, zoals de taken en verantwoordelijkheden van de arts-onderzoeker, van de opdrachtgever voor het onderzoek, de Medisch Ethische Commissie, onderzoek in wilsonbekwamen, verzekeringsaspecten etc. De WMO beperkt zich niet tot geneesmiddelenonderzoek, maar heeft ook betrekking op ander klinisch onderzoek.
“Con sequent e t oep a s s in g v an de richtlijnen en de w et z al on g etw ijf el d l eiden t ot bet er e be s chermin g v an de pr oefper sonen en een bet er e k w alit eit v an onder z oek sr e s u lt at en.” Tevens is de oprichting geregeld van het CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek) Deze commissie heeft twee taken, namelijk erkenning van de lokale Medisch Ethische Toetsings Commissies, METC´s en zij treedt op als METC voor bepaalde studies, zoals niet-therapeutisch onderzoek in kinderen en wilsonbekwamen, studies met gentherapie, geslachtscellen (en embryo's), xenotransplantatie en studies met heroïne. De wet maakt ook verschil tussen invasief en non-invasief onderzoek. Voortdurend verschijnen er aanvullende richtlijnen, die nog meer gedetailleerde eisen stellen aan geneesmiddelenonderzoek. De belangrijkste richtlijn is die van de Europese Unie: Richtlijn 2001/20/EG ook wel de ´Clinical Trials Directive´genoemd. Deze richtlijn werd door het Europese Parlement aangenomen in 2001 en moest voor 1 mei 2004 opgenomen worden in de nationale wetgeving van de verschillende EU landen. De doelstelling is een zo groot mogelijke harmonisatie en verdere verbetering te verkrijgen bij het starten, uitvoeren en beëindigen van klinische studies met (nieuwe) geneesmiddelen in de lidstaten van de Europese Unie. In ons land is de tekst van deze richtlijn geïncorporeerd in een geheel nieuwe versie van de WMO die onlangs (01 maart 2006) van kracht werd.
De richtlijn stelt zeer gedetailleerde eisen aan het onderzoek en aan alle betrokkenen: de farmaceutische industrie, medische onderzoekers, medisch ethische toetsingscommissies en de autoriteiten (inspecties!), uiteraard met als hoofddoel het optimaliseren van de veiligheid van de deelnemende patiënten c.q. gezonde vrijwilligers. Consequente toepassing van de richtlijnen en nieuwe wet zal ongetwijfeld leiden tot betere bescherming van de proefpersonen en een betere kwaliteit van onderzoeksresultaten.
DE AFFAIRE TGN 1412 Ondanks alle richtlijnen en wetten ter bescherming van de proefpersonen kan het toch nog helemaal fout gaan. In maart 2006 werden we opgeschrokken door de mededeling dat er iets ernstigs gebeurd was tijdens een Fase I studie in een ziekenhuis in Londen. De studie betrof het monoclonale antilichaam TGN 1412 van het Duitse start-up biotech bedrijfje Tegenero. Het middel is bedoel voor behandeling van chronische lymfocytische leukemie, multiple sclerosis en rheumatoïde arthritis. De eerste toediening aan de mens vond plaats in zes gezonde mannelijke vrijwilligers (daarnaast kregen twee profpersonen een placebo). Binnen enkele uren na de toediening traden er zeer ernstige bijwerkingen op die omschreven worden als 'multiple organ disfunction' (het niet meer - goed functioneren van meerdere organen). De proefpersonen raakten in coma en werden onmiddellijk overgebracht naar de intensive care unit van het ziekenhuis, waar zij vele weken verbleven. Uiteindelijk zijn alle zes deelnemers aan de studie weer hersteld hoewel enkele van hen blijvende gevolgen hebben, waaronder mogelijk zeer ernstige, zoals een verkorting van de levensverwachting. Het incident heeft uiteraard zeer veel aandacht gekregen, zowel in de wetenschappelijke literatuur als in de lekenpers. De overheid kwam onmiddellijk in actie en stelde een diepgaand onderzoek in. De vraag is natuurlijk wat ging er fout? Had het incident voorkomen kunnen worden? Hebben alle - wettelijke - maatregelen en eisen tot zekerstelling van de veiligheid van de proefpersonen niet zeker kunnen stellen dat zo'n ongeluk niet gebeurt. Is het dus gevaarlijk om deel te nemen aan met name Fase I geneesmiddelenstudies? Het definitieve antwoord op de vragen kan nu nog niet gegeven worden. In het algemeen lijken deskundigen het redelijk met elkaar eens te zijn dat er bij de fabricage van het testmedicament niets is fout gegaan. Bij de medisch-ethische beoordeling worden wel wat vraagtekens gezet. De uitvoering van de klinische studie schijnt wel volgens de GCP-standaard te zijn uitgevoerd, maar er worden vraagtekens gezet bij het feit dat de eerste dosering aan de mens tegelijk bij zes proefpersonen plaatsvond. Mogelijk is het werkingsmechanisme van TGN 1412 de meest waarschijnlijke reden dat de deelnemers zulke ernstige bijwerkingen kregen. De wetenschappelijke discussie hierover is nog in volle gang.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:49
Pagina 19
Het zal nog even duren voordat hierover zekerheid is. Wel staat vast dat het incident zeer vele, verstrekkende gevolgen heeft. In de eerste plaats natuurlijk voor de proefpersonen, die behalve getraumatiseerd mogelijk ook blijvende gevolgen hebben (zie boven). Wetenschappelijk gezien heeft het ook grote gevolgen. Er vindt een uitgebreide discussie plaats over de pre-klinische en klinische ontwikkeling van deze groep middelen (Mab's, monoclonal antibodies), waarvan de omzet in 2010 geschat wordt op 30 biljoen US dollars. Vele patiĂŤnten zullen - naar het zich laat aanzien - voorlopig verstoken blijven van de mogelijk heilzame werking van deze Mab's. Ook heeft het incident geleid tot een nog verdere aanscherping van de wetten, richtlijnen en eisen m.b.t. Fase I onderzoek. Er is in Engeland inmiddels een rapport verschenen waarin diverse voorstellen staan om Fase I studies nog veiliger te maken. Tenslotte zijn er ook grote gevolgen voor het innovatieve farmaceutische bedrijfje Tegenero. Het is failliet en bestaat niet meer.
CONCLUSIE Terecht is de wet- en regelgeving betreffende geneesmiddelenonderzoek de laatste decennia sterk toegenomen, waarbij de veiligheid van de deelnemers (vrijwilligers, patiĂŤnten) voorop staat. Ook betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten zal er door toenemen. Nadat met de uitvoering van de ICH-GCP richtlijn in 1997 wereldwijd reeds een zekere mate van harmonisatie was verkregen, zal dit nog toenemen na de introductie van de Directive 2001/20/EC (+ aanverwante richtlijnen) en de implementatie ervan in de nationale wetgeving.
Een meer uitvoerige versie van dit artikel is gepubliceerd in Patient Care December 2004 1-6
Foliolum ed I | klinische studies
19
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:49
Pagina 20
Het uitvoeren van klinisch wetenschappelijk onderzoek H.J. Lambers Heerspink Afdeling Klinische Farmacologie Universiteit Groningen
Foliolum ed I | klinische studies
Farmacologie houdt zich bezig met het onderzoek naar de effecten van nieuwe geneesmiddelen. De klinische farmacologie richt zich vooral op de effecten van geneesmiddelen op de mens, dit kunnen gezonde vrijwilligers zijn of de zieke mens, om zo informatie te krijgen over nieuwe toepassingsmogelijkheden van geneesmiddelen. Nieuwe geneesmiddelen mogen niet worden gebruikt zonder dat er door landelijke registratieautoriteiten goedkeuring is gegeven voor gebruik. Voordat een vergunning voor het gebruik wordt afgegeven worden vele aspecten in dierexperimenteel en humaan onderzoek tot in detail bestudeerd. Pas nadat de effectiviteit en veiligheid uit gedegen onderzoek is aangetoond komt een nieuw geneesmiddel in aanmerking voor registratie.
In het eerste deel van dit artikel zullen verschillende aspecten van het klinisch farmacologisch onderzoek worden belicht. In het tweede deel zal aan de hand van een klinische trial waarin ik betrokken ben enkele aspecten van het klinisch onderzoek nader worden beschouwd. FASEN VAN KLINISCH ONDERZOEK Het ontwikkelen van een nieuw geneesmiddel is een tijdrovende en kostbare zaak. Voordat een geneesmiddel in mensen kan worden getest moet het preklinisch onderzoek hebben aangetoond dat het geneesmiddel de bedoelde werking heeft en veilig is. Wanneer gestart wordt met humane studies doorloopt het nieuwe geneesmiddel een traject van verschillende fasen. De verschillende fasen met de gemiddelde duur van iedere fase zijn in tabel 1 weergegeven.
Tabel 1: Verschillende fasen in het klinisch farmacologisch onderzoek
Fase 1
Tijdens Fase 1 onderzoek wordt het nieuwe middel voor het eerst toegediend bij 1-2 jaar mensen. Het doel van fase 1 onderzoek is inzicht te verkrijgen in de farmacovigilantie, farmacodynamiek, farmacokinetiek en verdraagbaarheid. Het gaat bij fase 1 onderzoek nog niet om de effectiviteit. Fase 1 onderzoek wordt in gezonde vrijwilligers of in patiĂŤnten uitgvoerd.
Fase 2
Een fase 2 klinische studie wordt zo ontworpen om een indruk te verkrijgen van de 2-3 jaar effectiviteit van de nieuwe therapie bij een bepaalde aandoening. Het doel van het fase 2 onderzoek is om de meest optimale dosis te vinden, deze is veilig (uit het fase 1 onderzoek) en effectief.
Fase 3
Tijdens de laatste klinische fase wordt een grootschalig onderzoek uitgevoerd 3 jaar waarbij de effectiviteit van de nieuwe behandeling wordt vergeleken met de standaard behandeling. Vanzelfsprekend wordt tijdens deze fase ook onderzocht of er geen onacceptabele bijwerkingen optreden.
Registratiefase Na de derde klinische fase is het bekend of het geneesmiddel werkt. Nu kan het geneesmiddel geregistreerd worden. Overheidsinstanties moeten de therapie goedkeuren en bepalen of het als standaardbehandeling mag worden gebruikt.
1-2 jaar
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:49
Pagina 21
REGELGEVING De bescherming van patiënten die meedoen aan het klinisch onderzoek, zijn vastgelegd in de Verklaring van Helsinki dat is opgesteld in 1964 door de World Medical Association, een wereldwijde artsenorganisatie. In grote lijnen komt deze verklaring erop neer dat het belang van de patiënt altijd zwaarder weegt ten opzichte van het belang van het onderzoek, dat deelname vrijwillig moet zijn en dat de arts indien nodig de patiënt in bescherming moet nemen.
“Om v oor p ub lic atie in g ez aghe b bende tijd s chrif t en in aanmerk in g t e k omen he bben r ed act eur en v an dez e tijd s chrif t en het v erp licht g e s t el d om v an af 1 ju li 2005 k li ni s ch onder z oek t e r e gi s tr er en.”
VOOR EN NADELEN De effectiviteit en veiligheid van geneesmiddelen die onderzocht worden is nog niet geheel bekend. Dit houdt in dat er bijwerkingen aan het licht kunnen komen die niet voorzien waren voordat het onderzoek werd gestart. Soms zijn de risico's en bijwerkingen gelijk aan de huidige behandelmogelijkheden, in andere gevallen zijn deze groter of kleiner. Het is de taak van de onderzoeker om zo veel mogelijk van de voorgeschiedenis van de patiënt te weten te komen om een weloverwogen beslissing te nemen of zijn patiënt geschikt is om aan het onderzoek deel te nemen.
“E en b ijdr ag e l ev er en aan de medi s che w et en s ch ap z od at ander e p atiënt en in de t oek oms t mog elijk bet er k u nnen w or den g eho lpen.”
Elke patiënt of vrijwilliger moet de voor- en nadelen afwegen voordat zij besluit om deel te nemen aan een klinische studie.
21
Naast het nadeel dat het effectiviteit- en veiligheidsprofiel van de nieuwe behandeling niet geheel bekend is, zijn er ook potentiële voordelen om aan een klinisch onderzoek deel te nemen: - Patiënten die deelnemen krijgen de mogelijkheid een nieuw middel te gebruiken dat anders niet beschikbaar is. - Er is nauw contact met de arts-onderzoeker of research verpleegkundige waardoor optimale zorg gewaarborgd is. - Een bijdrage leveren aan de medische wetenschap zodat andere patiënten in de toekomst mogelijk beter kunnen worden geholpen.
Foliolum ed I | klinische studies
Voor het praktisch uitvoeren van klinisch onderzoek werd in 1996 door deskundigen van verschillende reguleringsinstanties uit de EU, VS en Japan de 'International Conference of Harmonisation' opgericht. Deze deskundigen stelden ethische normen en richtlijnen op voor het opzetten, uitvoeren en rapporteren van klinisch onderzoek. Dit heeft ertoe geleid dat een ethische commissie vooraf toestemming moet hebben gegeven en het individu Informed Consent (Bewuste instemming) moet hebben ondertekend voordat het onderzoek mag worden gestart. De Informed Consent is een document waarin het individu wordt ingelicht over het nieuwe middel, mogelijk schadelijke effecten, het onderzoeksprotocol en kenmerken van de studie. De taak van de medisch-ethische toetsingscommissie is het beschermen van de rechten, veiligheid en welzijn van alle personen die aan een onderzoek meedoen. Zij doet dit door het onderzoeksprotocol, de Informed Consent, de beschikbare effectiviteit en veiligheidsgegevens, de eventuele manier waarop individuen worden betaald om mee toe doen aan de studie en het curriculum vitae van de onderzoeker te evalueren en te beoordelen. Pas wanneer de medisch-ethische toetsingscommissie (METc) toestemming heeft gegeven voor het uitvoeren van het onderzoek kan het onderzoek beginnen. In Nederland is de toetsing door de METc wettelijk vastgelegd in de Wet Medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). Per 1 maart 2006 is in Nederland de WMO gewijzigd en is de nieuwe European Clinical Trial Directive in werking getreden. Het doel van deze nieuwe richtlijn is om al het klinisch onderzoek in de EU-lidstaten te harmoniseren. De belangrijkste wijziging is dat er naast de METc nu ook een bevoegde instantie, (in Nederland de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMo) of de minister van Volksgezondheid), een verklaring van geen bezwaar moet afgeven voordat mag worden begonnen met het uitvoeren van het onderzoek.
TRIAL REGISTER Uit onderzoek is gebleken dat klinische studies waaruit een negatief effect of geen effect naar voren kwam een kleine kans hebben om gepubliceerd te worden. Selectieve publicatie van positieve trials is hier een gevolg van en wordt 'publicatiebias' genoemd. Omdat behandelingen mede gebaseerd zijn op gecontroleerd klinisch onderzoek kunnen beleidsmakers een interventie als positief beschouwen terwijl de resultaten minder gunstig zijn omdat de negatieve studies niet gepubliceerd zijn. Om dit te voorkomen is het mogelijk om klinische studies in te schrijven in een trial register. Het doel is om alle klinische studies, of dit nu kleine studies zijn die op één locatie worden uitgevoerd of grotere studies uitgevoerd in verschillende landen, op te nemen in het trial register. Dit is voorlopig op vrijwillige basis. Echter, om voor publicatie in gezaghebbende tijdschriften in aanmerking te komen hebben redacteuren van deze tijdschriften het verplicht gesteld om vanaf 1 juli 2005 klinisch onderzoek te registreren.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:52
Pagina 22
zinvol is om een langdurige studie in een grote populatie op te zetten met klinische eindpunten als uitkomstmaat. Het bovenstaande suggereert dat het zinvol is om surrogaat eindpunten te gebruiken om onderzoek naar nieuwe medicijnen te versnellen, immers voor onderzoek met surrogaat eindpunten is een kleinere groepsgrootte en een kortere follow-up duur nodig. Toch moeten we voorzichtig zijn met het gebruik van surrogaat eindpunten in klinisch onderzoek. Als er geen direct verband bestaat tussen het klinisch eindpunt en het surrogaat eindpunt dan zal een surrogaat eindpunt een verkeerde voorspelling geven van het effect van de interventie op het klinisch eindpunt. Met andere woorden, veranderingen in het goed gevalideerd surrogaat eindpunt voorspellen veranderingen in het klinisch eindpunt. Er zijn verschillende redenen waarom een surrogaat eindpunt het effect op het klinisch eindpunt niet verklaart zoals in figuur 1 is weergegeven. Om een surrogaat eindpunt te valideren moet er een groot klinisch onderzoek uitgevoerd worden waarbij zowel het surrogaat eindpunt als het klinisch eindpunt gemeten wordt. Met behulp van statistische modellen moet vervolgens worden bepaald welk deel van het effect op het klinisch eindpunt voorspeld wordt door het surrogaat eindpunt.
Foliolum ed I | klinische studies
EVALUATIE VAN KLINISCHE STUDIES Datgene wat gemeten wordt om het resultaat van een interventie of een behandeling te bepalen wordt eindpunt of uitkomst genoemd. Er bestaan twee soorten eindpunten: 'klinische eindpunten' ook wel harde eindpunten genoemd, zoals mortaliteit of aangetoonde morbiditeit en 'surrogaat eindpunten'. Een surrogaat eindpunt is een laboratorium uitslag of uiterlijk kenmerk dat gebruikt wordt ter vervanging van een 'hard eindpunt'. Een voorbeeld van een surrogaat eindpunt is de tumor response bij chemotherapeutica waarbij het klinisch eindpunt de mediane overlevingstijd is. Bij biphosphonaat therapie wordt de botdichtheid als surrogaat eindpunt gebruikt, in dit geval is het klinisch eindpunt het aantal botbreuken. Onderzoekers en farmaceutische bedrijven maken regelmatig gebruik van surrogaat eindpunten om de effectiviteit van nieuwe geneesmiddelen te evalueren. Dit wordt om verschillende redenen gedaan. De groepsgrootte van studies met surrogaat eindpunten als primaire uitkomstmaat is kleiner, de follow-up duur is korter en in sommige gevallen is het surrogaat eindpunt makkelijker te meten is. Middelen die geen effect vertonen op surrogaat eindpunten worden niet verder onderzocht, op deze manier kan in een vroegtijdig stadium bepaald worden of het
Figuur 1. Redenen waarom een surrogaat eindpunt een klinisch eindpunt niet voorspelt. - Er bestaat geen oorzakelijk verband bestaat tussen het surrogaat eindpunt en klinisch eindpunt. - Er bestaat wel een oorzakelijk verband tussen surrogaat eindpunt en klinisch eindpunt echter de interventie heeft alleen effect op het klinisch eindpunt en niet op het surrogaat eindpunt - Er bestaan meerdere oorzaakgevolg relaties tussen ziekte en klinisch eindpunt. De interventie be誰nvloed alleen het verband dat ver loopt, via het surrogaat eindpunt Uit: Fleming TR, DeMets DL: Surrogate end points in clinical trials: Are we being misled? Ann Intern Med 125:605-613, 1996
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:52
Pagina 23
“M et de F ood and Drug Admini s tr ation (FD A) i s t ot o v er een s t emmin g g ek omen d at s u lode x ide v oor v er s nel de r e gi s tr atie in aanmerk in g k omt .”
In fase 2 onderzoek waar een indruk moet worden gekregen van de effectiviteit van een nieuwe therapie is het zinvol om surrogaat eindpunten te gebruiken en kan op basis van het effect op biologische parameters besloten worden om een fase 3 studie te starten. Hoewel surrogaat eindpunten in fase 3 onderzoek extra bewijs van effectiviteit en inzicht in de werking van het geneesmiddel kunnen geven, is het primaire doel van fase 3 onderzoek de effectiviteit van de nieuwe therapie op klinische eindpunten te beoordelen.
23
Begin 2000 bleek uit onderzoek dat ACE-remmers en Angiotensine II antagonisten verlaging van de albumine excretie bewerkstelligen en dat Angiotensine II antagonisten bescherming bieden tegen nierziekten en hart en vaatziekten bij patiënten met type 2 diabetes. Echter, nog steeds ondergaat een groot deel van patiënten met diabetes nierdialyse of niertransplantatie. Vandaar dat er dringend behoefte is aan nieuwe therapieën. Sulodexide is een van deze nieuwe middelen. De werking van sulodexide berust op het herstellen van de structuur van de glomerulaire basaal membraan waardoor de albumine excretie vermindert. Verschillende fase 2 onderzoeken hebben de effectiviteit en veiligheid van dit middel aangetoond.
Vanuit de afdeling klinische farmacologie coördineer ik twee fase 3 studies met het geneesmiddel sulodexide. De eerste studie heeft een surrogaat parameter als primaire uitkomstmaat; namelijk albumine excretie. Deze studie onderzoekt of sulodexide de albumine excretie verlaagt ten opzichte van placebo bij patiënten met type 2 diabetes en microalbuminurie. De tweede studie beoordeelt de effectiviteit van sulodexide op harde eindpunten. In dit onderzoek wordt gekeken of therapie met sulodexide ten opzichte van placebo effect heeft op het uitstellen van nierdialyse of transplantatie. Met de Food and Drug Administration (FDA) is tot overeenstemming gekomen dat sulodexide voor versnelde registratie in aanmerking komt. Dit houdt in dat registratie van sulodexide mogelijk is indien de studie op surrogaat eindpunten de effectiviteit van sulodexide aantoont. Indien de studie op klinische eindpunten de effectiviteit van sulodexide bevestigt blijft de registratie bestaan. Via deze weg is het mogelijk om nieuwe geneesmiddelen te registreren voordat de resultaten van langdurig onderzoek op harde eindpunten beschikbaar zijn.
Foliolum ed I | klinische studies
ONDERZOEK IN GRONINGEN In de jaren '80 en '90 is uit meerdere onderzoeken duidelijk geworden dat het verlies van kleine hoeveelheden eiwit in de urine (= microalbuminurie) bij patiënten met diabetes een eerste teken is dat die mensen risico lopen op verlies van nierfunctie, dusdanig dat men in de toekomst aangewezen kan zijn op dialyse of niertransplantatie. Ook hebben diabeten met microalbuminurie een verhoogde kans op het ontwikkelen van harten vaatziekten.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:52
Pagina 24
Derde wereld proeftuin westerse medicijnen De heer Geurts
Foliolum ed I | Klinische studies
Farmaceuten testen hun nieuwe medicijnen steeds vaker op proefpersonen in ontwikkelingslanden, waar het sneller en goedkoper gaat. Daar mag vrijwel alles; de artsen zijn er goedkoop en veelal onwetende patiënten met geldgebrek staan in de rij. "Wij hebben totaal geen zicht op wat er gebeurt, vooral niet in privé-ziekenhuizen", zegt Muthuswamy van de Raad voor Medisch Onderzoek in Delhi. Medicijnfabrikanten verplaatsen hun onderzoek naar nieuwe medicijnen naar landen in Azië en Afrika. Daarin schuilt een gevaar, waarschuwt Wilbert Bannenberg, adviseur gezondheidszorg van verschillende Afrikaanse regeringen, in een interview met OneWorld. "Mensen in ontwikkelingslanden hebben geen enkel alternatief. Ze gaan dood aan aids, dus zijn ze bereid om desnoods ieder pilletje te slikken. Juist zij moeten extra beschermd worden tegen malafide praktijken." Vooral India is uitermate populair bij farmaceuten, onder meer omdat daar nauwelijks regelgeving is voor het uitvoeren van tests op mensen. Begin 2005 werd bovendien het namaken van merkmedicijnen verboden in India. Dat maakte farmaceuten nog enthousiaster over het land. Bekende bedrijven als het Britse GlaxoSmithKline, het Franse Sanofi-Aventis en het Amerikaanse Pfizer besteden hun onderzoek al uit aan Indiase bedrijven volgens de krant International Herald Tribune.
“Pr of . Dick W i l l ems ben a drukt d at p atiënt en nu een s t ent g eïmp l an t eer d k u nnen k rij g en w aar v an niet duidelijk i s of de v ei ligheid en w er k in g w el g oed z ijn onder z ocht .” OCCAM In april kwam de farmaceut Occam International uit Eindhoven in het nieuws omdat het in een ziekenhuis in Mumbai (Bombay) zonder toestemming van patiënten of een ethische commissie stents (buisjes om een vernauwde kransslagader open te houden, zie figuur 1) heeft uitgeprobeerd bij patiënten. Vervolgens is de stent door TNO op de Europese markt toegelaten. Occam en het betrokken ziekenhuis ontkenden dat ze officiële klinische tests hebben uitgevoerd in India, maar het tv-programma Netwerk toonde documenten waaruit bleek dat dit wel degelijk het geval is geweest. Ook cardiologen bevestigden dit.
Er zouden sinds 2004 maar liefst 75 patiënten met de stents zijn behandeld. Het uitvoeren van medische experimenten zonder toestemming van een ethische commissie of van patiënten is in strijd met de Verklaring van Helsinki. Het is ook in India verboden om zonder toestemming experimenten op mensen te verrichten. Momenteel legt de Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg de laatste hand aan haar onderzoek naar de aantijgingen tegen Occam. De betrokken patiënten zouden zelfs 1000 euro voor de experimenten hebben betaald. Hoogleraar medische ethiek prof. Dick Willems van de Universiteit van Amsterdam noemt in NRC Handelsblad de werkwijze van Occam onaanvaardbaar. Hij benadrukt dat patiënten nu een stent geïmplanteerd kunnen krijgen waarvan niet duidelijk is of de veiligheid en werking wel goed zijn onderzocht. Volgens Willems kijken instituten als TNO alleen naar de onderzoeksgegevens en niet naar de manier waarop de studie is uitgevoerd. Internationale media berichtten recent nog over soortgelijke schandalen. Zo was er het jarenlang onbekend gebleven rapport van de Nigeriaanse overheid dat Pfizer veroordeelde omdat het bedrijf in Nigeria een nieuw medicijn tegen meningitis (hersenvliesontsteking) testte tijdens een epidemie. Pfizer zou gehandeld hebben zonder toestemming van de overheid en zonder duidelijke instemming van de patiënten. Een BBC-uitzending eind april stelde tests in India aan de kaak van onder andere Risperdal, een antipsychoticum van Janssen Pharmaceutica/Johnson & Johnson. Ook vaccinproducent GlaxoSmithKline (GSK), met een vestiging in Zeist, ligt al jaren onder vuur voor tests in Nepal.
Figuur 1: stents
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:53
Pagina 25
Ontkenning In alle gevallen ontkennen de betrokken farmaceutische bedrijven dat ze in de fout zijn gegaan of zullen gaan. Bij de Indiase Raad voor Medisch Onderzoek in Delhi, maakt dr. Vasantha Muthuswamy zich behoorlijk ongerust. De Indiase 'koningin van de bio-ethiek', zag als vice-directeur-generaal van dit overheidsorgaan toe op de opstelling van de Indiase richtlijnen voor biomedisch onderzoek in 2000. Muthuswamy zegt deze maand in Mondiaal Magazine dat de meeste patiënten in India niet weten dat ze deelnemen aan een studie. "De artsen zeggen dat ze het toch niet begrijpen. Ze halen dat formulier tevoorschijn en vragen te tekenen op de stippellijn. De patiënt denkt dat het te maken heeft met de behandeling en gehoorzaamt."
Maar wat moet een patiënt zonder geld tot dit opgehelderd is?", vraagt dr. Sanjeev Jain van het Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid & Neurowetenschappen in Bangalore zich af. "Ik hoop dat ik over een paar jaar het nieuwe middel kan kopen", zegt Lakshmikanth. Maar dr. Gulhati stelt dat de geteste medicijnen vaak te duur zijn voor de proefpersonen. Hij geeft het voorbeeld van Herceptin, een borstkankermiddel van de farmaceut Roche. "Het middel werd in India getest en kwam in 2003 op de markt. Het is een middel dat je lange tijd moet nemen, en de jaarlijkse kostprijs in India bedraagt 2,2 miljoen roepie (bijna 38.000 euro). Dat kan hier niemand betalen."
"M et mijn m aandelijk s pen s ioen v an 6000 r oepie (103 eur o) i s 600 r oepie per m aand v oor a s tm a-medic atie duur ."
Maar bovenal, DCG-goedkeuring is niet verplicht voor de vele tests met medicijnen die al op de markt zijn of voor academisch onderzoek. De DCG speelt geen informatie door aan de dienst van Muthuswamy. "Wij hebben totaal geen zicht op wat er gebeurt, vooral niet in privé-ziekenhuizen", zegt zij.
"D e dien s t w or dt ben a der d door c on s u lt ants die door het f arm ac eu ti s che bedrijf dik w or den bet aal d. Zó dik d at z e er v oor z or g en d at al l e s w or dt g oedg ek eur d." De DCG geeft jaarlijks toestemming voor zo'n 150 klinische tests van internationale bedrijven, gemiddeld op drie tot vier locaties, aldus hoofdcontroleur Ashwini Kumar. De meeste tests zijn bedoeld voor de goedkeuring van het medicijn in Europa of de VS. Volgens Kumar telt zijn dienst een dertigtal mensen en men kan het werk goed aan.
25
KOSTBAAR Het betrokken ziekenhuis zegt hem en de andere patiënten uit de laatste studie toe te zullen bellen voor een nieuwe test van GlaxoSmithKline. Muthuswamy vindt dat niet koosjer. Lakshmikanth had het recht om het testmedicijn te blijven innemen als het bij hem werkte. GSK wijst dit radicaal van de hand, omdat het medicijn nog niet bewezen werkzaam en veilig is. "Maar bij deze patiënt werkt het wel, en die heeft ook al blootgestaan aan de eventuele risico's", zegt dr. Chandra Gulhati, hoofdredacteur van het Indiase medische blad Monthly Index of Medical Specialities. Zoals de meeste van zijn landgenoten heeft Lakshmikanth geen ziekteverzekering, en hij kreeg geen enkel document om te bewijzen dat hij deelnam aan een test. "Ons ziekenhuis wees vorig jaar een test af omdat het bedrijf de behandelingskosten alleen betaalt als bewezen is dat hun medicijn de bijwerkingen veroorzaakte.
GOEDKEURING India eist dat klinische tests worden goedgekeurd door het ethisch comité van het ziekenhuis dat de test uitvoert, en vervolgens door de Drugs Controller General (DCG), een afdeling van het ministerie van Gezondheid. Maar dat is alleen een controle van het papierwerk, en er zijn incidenten bekend waarbij goedkeuring ontbrak.
Foliolum ed I | klinische studies
Mijnheer Lakshmikanth (62) uit het Zuid-Indiase Bangalore heeft twee keer deelgenomen aan een studie voor een nieuw astmamedicijn. Hij maakt zich zorgen over zijn gezondheid - zijn familie heeft hem drie keer 's nachts naar het ziekenhuis vervoerd nadat hij het bewustzijn verloor. "Met mijn maandelijks pensioen van 6000 roepie (103 euro) is 600 roepie per maand voor astma-medicatie duur." Het nieuwe medicijn werkte volgens Lakshmikanth erg goed, maar sinds het einde van het experiment in januari moet hij weer zijn oude middel innemen. "Het gaat opnieuw slechter met mij, dus ik wacht op een volgend experiment. Of ik niet bang ben van bijwerkingen? Nee, ik heb er de vorige keren ook geen gehad. Tijdens de studie was het medicijn gratis en ik werd om de twee weken volledig onderzocht. Dat geeft een veilig gevoel. Zelf kan ik me die onderzoeken niet veroorloven."
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:53
Pagina 26
Vice-controleur A.B. Ramteke relativeert. Volgens hem zijn er maar vier apothekers en drie biochemici -geen artsen- de rest is administratief personeel. "We staan in voor de goedkeuring van trials én de toelating van medicijnen op de Indiase markt - dat is te veel werk voor te weinig mensen."
“D e v o l g ende v ijf t ot tien j aar z u l l en w e w aar s chijn lijk een der de v an on z e t e s ts b uit en We s t -E ur op a en de V S l at en uit v oer en, met Indi a en Oo s t -E ur op a al s de mee s t v oor de h and lig g ende loc atie s.”
Foliolum ed I | klinische studies
Dr. Gulhati zegt over sterke aanwijzingen te beschikken dat de dienst corrupt is. "De DCG is een gigantische reden tot bezorgdheid", zegt ook een anonieme verantwoordelijke voor klinische trials bij een Indiase CRO met internationale klanten. "De dienst wordt benaderd door consultants die door het farmaceutische bedrijf dik worden betaald. Zó dik dat ze ervoor zorgen dat alles wordt goedgekeurd." "Loze beschuldigingen van mensen met foute informatie of met eigenbelang", reageert Kumar furieus. "Wij keuren zelden of nooit een test af, maar dat komt omdat alle testen al eerder zijn goedgekeurd in het buitenland." Dat haar collega-overheidsdienst corrupt is, wil Muthuswamy niet gezegd hebben. "Maar hetzelfde doen als in het Westen betekent niet dat je ethisch correct handelt. De omstandigheden zijn totaal anders." ETHIEK De Raad voor Medisch Onderzoek voert momenteel een onderzoek uit naar de ethische commissies in de ziekenhuizen. "Tegen de wet in zijn er commissies waar de voorzitter tegelijk het hoofd van het ziekenhuis is. Sommige keuren per bijeenkomst gemiddeld negentig onderzoeksprojecten goed. Het is onmogelijk dat ze die ernstig beoordelen", zegt Muthuswamy. Veel artsen hebben haar verteld dat hun enige training van het bedrijf of de CRO komt, en dat vindt Muthuswamy niet kunnen. Zelf is ze met steun uit het buitenland bezig artsen en ethische comités op te leiden. "Maar het is erg moeilijk het hele land te bestrijken. We hebben meer financiering nodig."
India voortaan links te laten liggen voor de tests. "Wij houden zelf rigoureus toezicht en maken gebruik van auditors. We vertalen de toestemmingsformulieren in wel tien talen, patiënten krijgen twee weken de tijd om na te denken en artsen krijgen een week opleiding voor elke test", aldus de woordvoerder. In India is niet iedereen overtuigd. Muthuswamy vindt dat er zeker reden tot bezorgdheid is, vooral als het aantal studies in India nog zal toenemen. Volgens het consultingbedrijf Mc Kinsey kan India tegen 2010 zo'n 1,2 miljard euro inkomsten halen uit dergelijk klinisch onderzoek. "Het is erg duur om klinische studies in het Westen uit te voeren", zegt Chris Hunter-Ward, hoofd communicatie bij GSK. "De volgende vijf tot tien jaar zullen we waarschijnlijk een derde van onze tests buiten WestEuropa en de VS laten uitvoeren, met India en OostEuropa als de meest voor de hand liggende locaties."
www.ravagedigitaal.org Betrokken farmaceutische bedrijven zeggen dat reputatieschade hen veel meer kost dan klinische studies en dat ze zich om die reden niet kunnen veroorloven onethisch te werk te gaan. GSK ziet dan ook geen reden om
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:53
Pagina 27
Eenmaal op de markt, en dan? Jorrit Kabel Nederlands bijwerkingen Centrum Lareb
ZIJN GENEESMIDDELEN VEILIG? Op het moment dat een patiënt een nieuw geneesmiddel ophaalt in zijn apotheek, is dit middel uitgebreid beoordeeld op kwaliteit, werkzaamheid en veiligheid. Toch komen in de dagelijkse praktijk vaak risico's aan het licht die in (pre)klinische studies niet werden gevonden. Dit hangt samen met een aantal factoren.
Niet alleen is het aantal proefpersonen in preregistratie studies te klein om zeldzame bijwerkingen op te sporen, ook de patiënteigenschappen komen niet overeen met de dagelijkse praktijk. Typische proefpersonen zijn gezonde mannen en vrouwen tussen 18 en 55 jaar, die niet roken, geen medicijnen gebruiken en geen last hebben van overgevoeligheden. Daar staat tegenover dat de uiteindelijke gebruiker misschien wel een man van 78 jaar oud is, die veel (interacterende) co-medicatie gebruikt en bijvoorbeeld een slechte nierfunctie heeft.
Medicatiefouten en overdoseringen vallen dus buiten deze definitie. Onbedoelde effecten van bijvoorbeeld vaccinaties of röntgen contrastmiddelen worden echter wel beschouwd als bijwerking. Bij het optreden van een bijwerking kunnen zowel de farmacologische werking van het geneesmiddel als patiënt gerelateerde factoren een rol spelen. Een voorbeeld van een farmacologisch verklaarbare bijwerking is het optreden van hartkloppingen tijdens het gebruik van een inhalatie beta-sympaticomimeticum. Patiëntgebonden factoren bij het ontstaan van een bijwerking zijn bijvoorbeeld het (erfelijk bepaalde) vermogen om een geneesmiddel goed of minder goed te kunnen metaboliseren, onderliggende infectieziekten of de status van de nierfunctie. Om in grote lijnen een onderscheid te maken in de verschillende typen bijwerkingen wordt vaak een A / B indeling gebruikt. Type-A-bijwerkingen zijn in het algemeen herleidbaar tot het farmacologisch effect van het geneesmiddel, dosisafhankelijk, reproduceerbaar in experimenteel onderzoek en hebben een suggestieve tijdsrelatie.
27
“Niet al l een i s het aant al pr oefper sonen in pr er e gi s tr atie s t udie s t e k l ein om z el dz ame b ijw erk in g en op t e s por en, ook de p atiënt eig en s ch ap pen k omen niet o v er een met de d ag elijk se pr aktijk.”
WAT IS EEN BIJWERKING? De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) hanteert de volgende definitie voor een bijwerking: 'Een schadelijk en/of onbedoeld effect dat optreedt bij de toepassing van een geneesmiddel in een gebruikelijke dosering voor de preventie, diagnose of behandeling van een ziekte of aandoening'.
Foliolum ed I | klinische studies
Onderzoek naar mogelijke bijwerkingen van een nieuw geneesmiddel vindt plaats in een beperkt aantal proefpersonen. Zeker in vergelijking met het aantal uiteindelijke gebruikers. De COX-2 remmer rofecoxib (Vioxx®) is bijvoorbeeld vóór registratie bij enkele duizenden proefpersonen onderzocht, terwijl het in de jaren dat het op de markt was wereldwijd door miljoenen patiënten werd gebruikt. Bijwerkingen die farmacologisch voorspelbaar zijn en bij relatief veel patiënten optreden, komen in de preregistratie studies meestal wel aan het licht. Zeldzame bijwerkingen die samenhangen met de (over)gevoeligheid van de patiënt, kunnen echter pas in het geval van grote aantallen gebruikers worden ontdekt. Vaak zijn dergelijke klachten ernstig. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om bloedbeeldafwijkingen, leverschade of ernstige huidafwijkingen.
Het is dus belangrijk om de veiligheid van een geneesmiddel in de gaten te houden wanneer het door veel patiënten gebruikt gaat worden. Vooral in de eerste jaren dat een middel op de markt is. Deze bewaking wordt internationaal farmacovigilantie genoemd. De eerste meldsystemen voor bijwerkingen werden opgericht na de softenon-affaire in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. In enkele jaren tijd werden toen meer dan 10.000 kinderen geboren met ernstige aangeboren afwijkingen. Dit was een directe bijwerking van het gebruik van het anti-emeticum en slaapmiddel thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap. In Nederland beheert het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb sinds 1990 het meldsysteem voor bijwerkingen, in opdracht van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:54
Pagina 28
Type-B-bijwerkingen zijn in het algemeen ernstig, patiëntgebonden, niet herleidbaar tot het farmacologisch effect van het geneesmiddel, niet dosisafhankelijk en meestal niet reproduceerbaar bij andere patiënten.
Foliolum ed I | klinische studies
“Voor een cyt o s t atic um w or den uit er aar d ern s tig er e b ijw erk in g en g e ac c ept eer d d an v oor een mid del t e g en s chimmeln ag el s.” BALANS SCHADELIJKHEID / WERKZAAMHEID Bij het bewaken van de geneesmiddelveiligheid is het altijd belangrijk om een afweging te maken tussen werkzaamheid en schadelijkheid van een geneesmiddel, de risk-benefit ratio. Voor een cytostaticum worden uiteraard ernstigere bijwerkingen geaccepteerd dan voor een middel tegen schimmelnagels. Daarnaast is een bijwerking pas een bijwerking als het voor de patiënt een onbedoeld en ongunstig effect is. Zo zijn bijwerkingen van sommige middelen na verloop van tijd een nieuwe indicatie geworden. De meest bekende is waarschijnlijk het remmende effect op de bloedstolling door de pijnstiller acetylsalicylzuur. Andere voorbeelden van nieuwe indicaties zijn bijvoorbeeld het erectogene effect van het antihypertensivum sildenafil (Viagra®), het gunstige effect op het stoppen met roken van het antidepressivum bupropion (Zyban ®) of de terugkeer van de haargroei bij gebruik van het prostaatmiddel finasteride (Proscar ®). Ook het eerder genoemde slaapmiddel thalidomide (Softenon®) hoort in dit rijtje thuis. De aangeboren afwijkingen na gebruik in de zwangerschap zijn waarschijnlijk terug te voeren op een verstoring van de aanleg van bloedvaten bij het ongeboren kind. Deze ernstige bijwerking is momenteel juist de reden dat thalidomide onder strikte voorwaarden weer wordt toegepast bij bepaalde vormen van kanker. De verstoring van de aanleg van bloedvaten in de tumor kan namelijk verdere groei afremmen. Als bijwerking van thalidomide wordt nu juist sufheid en slaperigheid vermeld. In veertig jaar tijd zijn bijwerking en werking dus omgewisseld.
LAREB Omdat bij klachten van de patiënt niet altijd wordt gedacht aan een relatie met het geneesmiddel, is het belangrijk dat artsen en apothekers op de hoogte zijn van mogelijke risico's. Lareb probeert daarom zoveel mogelijk kennis over bijwerking over te dragen aan de verschillende beroepsgroepen. Dit gebeurt onder andere door middel van publicaties in nationale en internationale tijdschriften, presentaties, onderwijs en nascholingen, een elektronische nieuwsbrief en de website www.lareb.nl. Op deze website is alle informatie over bijwerkingen samengebracht. Met een eenvoudige zoekfunctie kan de bijwerkingendatabank met meer dan 50.000 meldingen worden doorzocht. Daarnaast geeft de Lareb website toegang tot ruim 500 publicaties over bijwerkingen. Nadat geneesmiddelen op de markt worden toegelaten, kunnen ze op verschillende manieren worden bewaakt. Lareb maakt gebruik van twee vormen van geneesmiddelenbewaking: een spontaan meldsysteem en een intensive monitoring programma. De term 'spontaan meldsysteem' houdt in dat zorgverleners en patiënten vermoedens van een bijwerking op ieder moment bij Lareb kunnen melden. Op deze manier krijgt Lareb inzicht in het optreden van (onbekende) bijwerkingen in de dagelijkse praktijk, van alle geneesmiddelen die in Nederland op de markt zijn. Het kan echter wel enige tijd duren voordat enkele gelijksoortige meldingen bij Lareb het signaal genereren dat er mogelijk sprake is van een nog onbekende bijwerking.
“E en sel ectie v an r ec ent g eïntr oduc eer de g enee smid del en w or dt hierb ij g ev o l gd aan de h and v an het eer s t e uit gif t e s ign aal in de apotheek.” Om bij geneesmiddelen die nieuw op de markt verschijnen, sneller een uitspraak te kunnen doen over het bijwerkingenprofiel, is Lareb sinds kort begonnen met een intensive monitoring systeem. Een selectie van recent geïntroduceerde geneesmiddelen wordt hierbij gevolgd aan de hand van het eerste uitgiftesignaal in de apotheek. Deelnemende patiënten beantwoorden via email enkele elektronische enquêtes, waarin wordt gevraagd naar hun ervaringen met het gevolgde geneesmiddel. Onbekende bijwerkingen kunnen zo in een nóg vroeger stadium worden opgespoord. Het systeem is primair bedoeld voor nieuwe geneesmiddelen, in het bijzonder new chemical entities (NCE). Daarnaast kunnen geneesmiddelen worden gevolgd waarbij in (pre-registratie-) onderzoek aanwijzingen zijn gevonden voor potentieel ernstige bijwerkingen.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:56
Pagina 29
Casus 2: gokverslaving Lareb ontving twee meldingen van pathologisch gokken, dat was ontstaan tijdens het gebruik van de dopamine agonist pergolide (Permax®) voor de ziekte van Parkinson. Deze associatie is uitgebreid beschreven in de literatuur. Waarschijnlijk zorgt de stimulatie van het dopaminerge systeem, nodig voor voldoende controle van de Parkinson, voor een overstimulatie van de hersengebieden die betrokken zijn bij verslaving en handhaving van gedrag. Omdat deze bijwerking niet werd beschreven in de officiële productinformatie van pergolide, heeft Lareb hierover bericht aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. MELDEN IS BELANGRIJK Nieuwe geneesmiddelen die op de markt worden toegelaten zijn uitgebreid getest en onderzocht. Hierdoor kunnen ze door het overgrote deel van de patiënten zonder problemen worden gebruikt. In individuele gevallen bestaat echter altijd het risico dat zeldzame, maar gevaarlijke bijwerkingen optreden die tot dan toe niet bekend waren. Om deze effecten tijdig te signaleren, is het melden van mogelijke bijwerkingen door artsen, apothekers en patiënten onontbeerlijk.
29
Casus 1: hulpstoffen Thyrax Duotab® (levothyroxine) wordt toegepast als suppletietherapie bij alle vormen van hypothyreoïdie. Bij Lareb kwam een melding binnen van een 30-jarige vrouw die urticaria ontwikkelde nadat de dosering van Thyrax was verhoogd van 0,1 naar 0,125 mg per dag. De huisarts dacht in eerste instantie niet aan een relatie met het geneesmiddel, de patiënte gebruikte de Thyrax namelijk al enkele jaren, en overgevoeligheidsreacties zijn in het algemeen niet dosisafhankelijk. Omdat de apotheker de tijdsrelatie met het verhogen van de dosis wel erg suggestief vond, meldde hij de klachten toch bij Lareb. Bij de beoordeling van deze melding bleek dat in de Lareb databank 14 meldingen aanwezig zijn van
overgevoeligheidsreacties na het gebruik van thyrax, en dat bij al deze meldingen sprake is van de 0,025 dosering. Thyrax is beschikbaar in drie verschillende kleuren tabletten, namelijk 0,025 mg (blauw), 0,100 mg (wit) en 0,150 mg (roze). De blauwe kleurstof in de 0,025 tablet is indigokarmijn. Hiervan is bekend dat het allergische reacties kan veroorzaken. Nadat de patiënte was overgestapt op een variant van levothyroxine zonder de blauwe kleurstof, verdwenen haar klachten. Ook de hulpstoffen in een geneesmiddel kunnen dus een rol spelen bij het ontstaan van een bijwerking.
Foliolum ed I | klinische studies
CAUSALITEIT Alle meldingen van mogelijke bijwerkingen die Lareb ontvangt, worden stuk voor stuk beoordeeld en geanalyseerd. Hierbij speelt het vaststellen van een causale relatie een belangrijke rol. Met andere woorden: hoe waarschijnlijk is het, dat de klachten van de patiënt veroorzaakt worden door het gebruikte geneesmiddel. Door het beoordelen van bijvoorbeeld de tijdsrelatie, de patiënt eigenschappen, andere gebruikte geneesmiddelen, soortgelijke meldingen in andere landen en eventuele ondersteuning in de literatuur kan een inschatting worden gemaakt van de causaliteit. In sommige gevallen kunnen twee of drie meldingen al voldoende aanleiding vormen om een waarschuwing op te stellen dat er sprake zou kunnen zijn van een nog onbekende bijwerking. Alle signalen van (mogelijke) nieuwe bijwerkingen worden ieder kwartaal doorgegeven aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Daarnaast publiceert Lareb regelmatig in nationale en internationale tijdschriften. Hieronder worden in het kort twee signalen beschreven die het afgelopen jaar door Lareb zijn gepubliceerd. Meer informatie is te vinden op www.lareb.nl.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
15:58
Pagina 30
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:00
Pagina 31
IPSF congress Job van Boven
Je had erbij moeten zijn, wat een evenement! Meer dan 300 studenten, 32 verschillende nationaliteiten, nog meer verschillende culturen, maar allen met 1 passie: farmacie! Een kort verslag van het IPSF congress 2006 in Cairns, Australië. Bungeejumpen, duiken op Great Barrier Reef, bbq op het strand, roadtrippen, gala, beetje vergaderen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Eigenlijk is één A4-tje veel te weinig om u al het moois dat een IPSF congress te bieden heeft uit te leggen, maar toch zal ondergetekende z'n best doen om de hoogtepunten van het afgelopen congress kort de revue te laten passeren, zodat u een redelijke indruk krijgt van wat er zich zoal afspeelt en misschien wek ik wel in dien mate uw interesse dat u me volgend jaar zo maar eens zou kunnen vergezellen naar Taiwan!
Maar goed, kom nu eens 'to the point' denkt u: Hoe was dat congress? Ik zal het u uitleggen. Het begon allemaal begin juli op Schiphol; daar ontmoette ik Thanh en Rianne (uit Utrecht) met wie ik samen via Londen, Singapore en Sydney, naar Cairns zou vliegen. Na een lange vlucht (circa 30 uur) zetten we de eerste voet op Cairns International Airport en werden we herenigd met het andere deel van de Nederlandse delegatie: Rachida, Bart en Romy (allen Utrecht).
Eén van de mooiste avonden was wel de Internationale Avond waar elk land zich presenteerde aan de hand van traditionele dans, zang en drank! Het congress werd afgesloten met een Galadiner en Ball in een 5 sterren hotel. Voor enkele gelukkigen begon daarna de Post Congress Tour, waar nog meer van al het moois dat Australië biedt werd getoond. Mij restte niets anders dan huiswaarts te keren, niet na nog even geproefd te hebben aan het parasailen, en te gaan uitkijken naar het IPSF congress 2007 in Taiwan, met verblijf in een 5 sterren hotel belooft het net zo'n topcongress te worden als afgelopen jaar. Tot dan!
31
Het congress begon op een unieke locatie: AJ Hackett Bungeejump pit. Hier stond een heerlijke bbq op ons te wachten en één voor één waagden we de sprong in het diepe. Adrenaline all-over! Uiteraard werden ook al de eerste contacten gelegd met de buitenlandse studenten. 's Avonds ging het feest tot in de kleine uurtjes door in de pub van onze accommodatie (Gilligans), zoals de rest van de dagen nog vele uurtjes in die pub besteed werden. Biertjes werden genuttigd met o.a. IJslanders, Fransen, Portugezen, Chinezen en uiteraard Australiërs! De volgende ochtend moesten Bart en ik dat bekopen terwijl we met een kneiterbrak en moe hoofd de General Assembly (vergelijkbaar met een AV) probeerden te volgen, en de stem van Nederland te laten horen.
Op dag 4 zijn we aan boort gestapt van een cruiseschip en zetten we, temidden van vele brakende studenten, koers richting het Great Barrier Reef alwaar we de mooie koralen, schitterend gekleurde vissen en reuzenschildpadden konden bewonderen. Op een vrije dag hebben we zelf de auto gepakt en al goochelend met het links rijden de omgeving van Cairns verkend: watervallen, kraters en McDonalds! Gelukkig nog genoeg honger en dorst om 's avonds de bbq op het strand en het daarop volgende feestje in Gilligans mee te kunnen pakken.
Foliolum ed I | IPSF congress 2006
Om de antwoorden op de eerste eventuele vraag die na het lezen van de eerste regels van dit artikel bij u is opgekomen; IPSF staat voor International Pharmaceutical Students' Federation. Ongeveer 350.000 farmacie studenten uit circa 60 landen zijn lid, en één van die leden bent u, als lid van PS! IPSF behartigt de belangen van al deze studenten en heeft connecties met professionele organisaties als de WHO en UNESCO.
Uiteraard geschiedde dat zoals het de well-dressed Dutchmen betaamt in pak. Nee, we waren sowieso nooit overdressed, zij waren simpelweg underdressed. Als er geen GA was, was er de mogelijkheid workshops of symposia te volgen over uiteenlopende onderwerpen.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:02
Pagina 32
Party & Co met de Almanak Patrick Dantuma
Een mooie zomeravond in juni. Laagstaande zon, geĂŻmproviseerd terras aan de Lage der A, bier, rosĂŠ en friet. Zomaar een aantal woorden die een beschrijving geven van het decor waarin de ontmoeting van de Redactiecommissie 2006-2007 met de Almanakcommissie 2006-2007 plaatsvond.
oliolum ed I Fo
Party & Co met de Almanak
Omdat de ontmoeting van het Foliolum met een commissie een feest hoort te zijn, en om de creativiteit en inventiviteit van de commissieleden van de Almanak te testen, werd er cake versierd. Maarten gaf het goede voorbeeld en versierde het cakeje met een voetbalveld in het thema van het WK. Meta ging voor de 'A' van Almanak en Astrid voor een Sinterklaas ('het is toch bijna Sinterklaas?').
Op de vraag 'Wie is je favoriete P.S.-er ?' kwamen verrassende antwoorden. Nu Wai-Ping zo stevig de boot af heeft gehouden, heeft Maarten een oogje op Astrid. Zij heeft echter een keer op een avond 'questoren-overleg' gehad met e.t. questor Jan Baltink. Ook komen Joost en Herma opvallend vaak samen naar een vergadering. We hebben nog geprobeerd achter het thema van dit jaar te komen, maar in ieder geval wordt het thema niet 'Bloedstollend' of 'Zenuwslopend'. De favoriete kleurcombinaties van Maarten zijn rood/wit en blauw/geel. Er is al een keer een almanak geweest in een blauw/gele uitvoering. Grote kans dus dat het dit jaar rood/wit wordt, maar hier is zeker het laatste woord nog niet over gesproken.
Ook de algemene ontwikkeling van de (eigen) commissieleden werd op de proef gesteld met het spel Party & Co. Deze liet te wensen over. Zo was Gertruud ervan overtuigd dat Afrika grenst aan India en Astrid was al blij dat ze wist wie de vriend van Bert was (Ernie, red.). Joost wist bijna alles, maar hij had het spel dan ook al vaker gespeeld en zijn huiswerk goed gedaan. De Almanakcommissie heeft grote plannen. Zo staat er nog een werkweek naar Turkije gepland, alleen is er nog discussie over de datum. Er gaan stemmen op om er een relaxweek van te maken na of zelfs tijdens de Almanakonthulling, en om Piter (e.t. assessor I Almanakcommissie 2005-2006) dan de onthulling te laten doen. Ook is er een heus Almanaklied gecomponeerd, maar veel meer dan 'P.S. is mooi' wilden de commissieleden hier niet over zeggen.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:03
Pagina 33
OPG hockeytoernooi Piter Oosterhof
Ontstellend vroeg zijn we ook dit jaar weer vertrokken richting Kampong in Utrecht om deel te nemen aan het 24ste OPG Hockeytoernooi. Hoewel er dit jaar niet een EIK eindfeest gepland was de avond van te voren, sliep iedereen vanaf het vertrek uit Groningen lekker uit in de bus. Eenmaal aangekomen op de hockeyvelden van Kampong werden de teams verdeeld, wederom was P.S. dit jaar vertegenwoordigd met twee teams. De captains van beide P.S. teams hadden een duidelijk doel gesteld, namelijk dat in dit Lustrumjaar de bokaal maar eens naar Groningen moest komen. Om dit doel na te streven hadden ze een uitgebreide selectie van spelers mee naar Utrecht genomen. Zelfs ervaren hockeyers uit het eerste jaar werden geselecteerd om dit doel na te streven. Hierbij wil ik Gert, Lieke, Reinier en Lisette nogmaals van harte bedanken om op zo'n korte termijn mee te gaan.
naar. Helaas kon U.P. I dit niet verkroppen en aan die kant moest er ook een traan weggepinkt worden, wat aangaf met hoeveel gedrevenheid deze halve finale had plaats gevonden. Na een kort moment van rust moest de finale gespeeld worden tegen het team van OPG. Met de vorige wedstrijd nog in de benen werd deze finale gespeeld, met allen ĂŠĂŠn doel voor ogen. Namelijk het winnen van de bokaal. In de finale ging het lang gelijk op totdat Captain Kristian zich wederom mooi vrij speelde en een solo maakte tot aan de kop van de cirkel. Vanaf die plaats gaf hij een uitgemeten pass naar het doel waar Alexander zich liet gelden als praeses en de 1-0 scoorde. Vanaf dit moment werd er besloten om vol op de verdediging te spelen en OPG te laten aanvallen. Na het laatste fluitsignaal steeg er een luid gejuich op vanaf de hockeyvelden van Kampong aangezien P.S. I winnaar was van het 24ste Hockeytoernooi.
33
Kijkend naar de poule indeling werd al snel duidelijk dat er niet goed ingedeeld was. Voornamelijk voor P.S. II viel dit erg zwaar aangezien ze moesten optreden tegen de zwaarste tegenstanders. Helaas kon het mooie doelpunt van onze teamtopscoorder Joost niet verhelpen dat P.S. II roemloos ten onder ging in de poulefase. P.S. I was een beter lot beschoren. Na drie zwaar bevochten wedstrijden werd P.S. I poulewinnaar en moest de halve finale spelen tegen U.P. I. Al snel werd duidelijk dat deze halve finale hard zou verlopen. Beide teams waren niet bereid om te wijken voor de ander. Na de volle 30 minuten gespeeld te hebben, was het nog steeds 0-0. De organisatie was niet voorbereid op deze situatie en na een kort overleg werd er besloten om de wedstrijd te verlengen met 10 minuten. Zelfs na deze 10 minuten was de wedstrijd nog niet bepaald, zodat een onafhankelijke keeper van het team van OPG werd aangesteld, zodat er strafballen genomen konden worden. Na een aantal zenuwslopende strafballen werd uiteindelijk P.S. I de glorieuze win-
Foliolum ed I | OPG Hockeytoernooi
De dag werd uiteraard afgesloten met een barbecue waarbij de vermoeide hockeyers volledig in hun behoefte werden voorzien. Er was namelijk genoeg te eten en drinken. Helaas moest aan deze dag een einde komen. De bus met farmaceuten uit Groningen ging namelijk om half acht weer terug naar Groningen, waar we vermoeid maar voldaan terugkeken op een mooie dag.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:04
Pagina 34
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:06
Pagina 35
EIK Introductiedagen Pieter Oomen
Hierna werd er in een colonne naar het Biologisch Centrum in Haren gefietst, alwaar ook een deel van onze opleiding plaats zal hebben. Hier aangekomen kregen wij in groepjes een geweldige rondleiding van uiterst deskundige gidsen, die werkelijk ieder hoekje en gaatje van het gebouw op hun duimpje kenden‌
Vanaf het moment waarop je het MWF-gebouw binnenstapte begaf je je meteen in een schijnbare chaos van onbekende gezichten. Echter, onder het genot van een kop koffie en het nieuwe rooster in de hand, werd het ijs al snel gebroken. Nieuwe namen, verhalen en gezichten; kortom een bak vol indrukken.
Desalniettemin was het een goede zaak om hier eens een kijkje te nemen, zodat we straks in ieder geval weten waar we heen moeten. Een en ander zou worden gevolgd door een proef-werkcollege "Farmaceutische vraagstukken", maar ik - en een aantal mede-rebellen hebben besloten om toen even een pauze in te lassen.
Nadat iedereen was voorzien van het nodige papierwerk, vertrok de hele kudde naar de Faberzaal, alwaar een drietal informatieve praatjes werd gehouden. Uiteraard zeer interessante kost. Maar na dit geestelijk voedsel diende toch ook de maag gevuld te worden. Hiervoor togen wij naar de overkant, om in het UCF een lunch te nuttigen.
Vervolgens was er een borrel in de "Gouden Zweep" een feestje dat de laatste reserves tussen onbekenden wegnam. Hier ontmoetten wij ook onze zogenaamde EIK-papa's/mama's. In hun woningen werd vervolgens gegeten - en uiteraard gedronken - alsook snode plannen gesmeed om op het snel naderende eindfeest enigszins aan te sluiten op het thema: piratenrEIK. Voornoemd eindfeest vond plaats in "De Troubadour", samen met de andere Levenswetenschappers van Biologie en LS&T. Al met al: twee geniale dagen, die mij in ieder geval het gevoel gaven enigszins geĂŻntroduceerd te zijn bij de opleiding!
Het volgende punt op het programma bestond uit een rondleiding door de faculteit. Hierbij werden een tweetal - hoewel zeer vermakelijke, waarschijnlijk niet echt representatieve - practica door ons uitgevoerd. Verder brachten wij een bezoek aan de "hokken" van KNPSV en PS. Bij deze laatste kregen we de mogelijkheid om ons in te schrijven en boeken te bestellen - wat waarschijnlijk door het overgrote deel van ons ook is gedaan.
Helaas moet ik hier bekennen verder niets van de eerste introductiedag meegekregen te hebben (waarom eigenlijk niet?), maar ik heb uit zeer betrouwbare bron vernomen, dat het een zeer gezellig geheel is gebleven. De volgende dag begon met een soortgelijke ontvangst zoals we die de vorige dag hadden gehad in de hal van het MWF. Dit werd gevolgd door een serie praatjes van PS en allerhande commissies - de een nog interessanter en nuttiger dan de ander - in de Faberzaal. Vervolgens gingen wij wederom naar de overkant, om aldaar een lunch te genieten.
35
Vervolgens vertrokken wij voor het wat informeler gedeelte van deze dag naar "De Barrage" - een behoorlijk krap zweethok, wat de sfeer natuurlijk alleen maar ten goede kwam - alwaar een borrel plaatshad. Hierna was er in "De Jongens van de Witt" uitgebreid gelegenheid om een maaltijd te consumeren.
Foliolum ed I | EIK Introdagen
Aan alle leuke dingen komt een einde, maar een begin hoort er toch ook echt bij. Zo ook de opleidingen die wij nu volgen: farmacie of farmaceutische wetenschappen. De introductie die zich hiervoor afspeelde vond plaats op dinsdag 29 en woensdag 30 augustus.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:07
Pagina 36
Binnenlands Bedrijven Bezoek Wim Velema
Rond zeven uur vertrekt de bus en vrijwel meteen ligt de meerderheid van de deelnemers te slapen, dit vanwege het erg vroege tijdstip. Twee uur later rijdt de bus het terrein van Solvay Pharmaceuticals B.V. te Olst op. Hier staat thee/koffie en cake klaar. Tijdens het nuttigen van deze vroege versnaperingen wordt het programma voor de ochtend toegelicht, waarop een presentatie over het bedrijf Solvay volgt. Na gebruik gemaakt te hebben van de aanwezige sanitaire voorzieningen worden er vier groepen gevormd, die in verschillende volgorde onder andere het lactulose afvulproces en de productie van griepvaccins te zien krijgen. Vooral de robotarm die de griepspuiten van de lopende band haalt maakt veel indruk. Het enige wat hierna nog op het programma bij Solvay staat is de presentatie van twee apothekers, die vertellen hoe zij bij dit bedrijf terecht zijn gekomen. Tijdens deze presentatie worden enkele broodjes geconsumeerd en daarna wordt de reis snel voortgezet richting Organon.
Foliolum ed I
BinnenlandsBedrijvenBezoek
Woensdag 6 september 2006, 6:45 uur. Een kleine 50 studenten farmacie hebben zich verzameld voor het MWF gebouw aan de Antonius Deusinglaan. Vandaag zal het jaarlijks terugkerende Binnenlands BedrijvenBezoek georganiseerd door de Commissie Farmaceutische Wetenschappen beginnen.
In Oss aangekomen staat koffie en thee klaar en worden er weer kleine groepjes gevormd. Nu wordt een college gevolgd dat veel weg heeft van een masterclass zelfontplooiing en er wordt een kijkje genomen bij enkele productieprocessen. Een van deze processen is de productie van de NuvaRing, en alhoewel het een erg ingenieus proces is, is de vermoedelijk uit TsjechiĂŤ afkomstige gids wel erg enthousiast.
Na deze rondleiding staat er nog wat fris klaar en krijgt iedereen een tasje met promotiemateriaal, waaronder een dubbellepel. Na in Oss genoten te hebben van een driegangen diner, gaat de trip verder richting Rotterdam waar de avondactiviteit plaats zal vinden. De locatie voor deze workshop djembĂŠ, is een pakhuis aan de achterhaven. De heer Bompeti Iyeli weet de sfeer er goed in te brengen, en iedereen is zich al snel aan het uitleven op zijn/haar trommel. Desondanks heeft de activiteit soms enigszins iets weg van het jaarlijkse uitstapje van de Jostiband, mocht dit gevoel niet veroorzaakt worden door het gebrek aan ritmisch talent, dan wel door de exclusieve 'BBB 2006' petjes die iedereen op heeft.
Na deze inspanning gaat de tour verder met de tram richting het hostel. Hier kleedt iedereen zich snel om en wordt er vervolgens genoten van een aantal kosteloze goudgele rakkers. Een enkeling blijft in het hostel als de rest van de deelnemers zich richting SkiHut begeeft. Hier is het al snel vol en staan veel mensen op de kunstmatig aangebrachte verhogingen te dansen. Op het moment dat de praeses voor de tweede maal vroeg in de ochtend het P.S.-lied inzet, wordt ons verzocht te vertrekken. In het hostel zoeken de meeste deelnemers snel hun bed op, die overigens sterk doen vermoeden overgenomen te zijn van de Bijlmer Bajes. De hele slaapzaal heeft wat dat betreft wel iets weg van een strafkamp, maar hier is de nachtrust niet minder om.
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:09
Pagina 37
Na een paar uurtjes geslapen te hebben wordt iedereen rond zeven uur wakker gemaakt. Na een frisse douche genomen te hebben staat het ontbijt al klaar. Het bruine brood is ietwat oud, maar gelukkig heeft haast niemand echt honger. Tijdens de busreis die ons weer naar Groningen moet brengen ligt vrijwel iedereen te slapen. Weer aangekomen op de Antonius Deusinglaan, brengt iedereen de spullen naar het P.S.-hok, en vervolgens gaat iedereen snel door naar het NH Hotel, alwaar de mensen van Xendo ons zitten op te wachten, samen met de versbelegde broodjes. Als eerst krijgen we een presentatie te zien over het bedrijf Xendo en hoe het klinisch onderzoek plaatsvindt, wat misschien iets te technisch was om goed te kunnen begrijpen op deze, voor velen, vroege morgen. De man die daarna aan het woord komt weet echter de discussie wel goed op gang te brengen. Nadat de meningsverschillen beslecht zijn wordt in groepjes een bezoek gebracht aan de verschillende labzalen en de huiskamers van de patiĂŤnten, waar de medewerkers het niet kunnen laten mensen proberen te werven om mee te doen aan een onderzoek. Na deze twee vermoeiende dagen wordt het BinnenlandsBedrijvenBezoek 2006 afgesloten met een diner bij een pizzeria in Groningen, waarna de meeste deelnemers snel hun bed opzoeken.
Oktober 24. ALV 31. EJC feest
Foliolum ed I | P.S.-agenda
P.S.-agenda November
December 04. STOF-vergadering 05. Sinterklaasborrel 11-17. Lustrumweek
37
02. LSK lezing Leiden 06. STOF-vergadering 07. PS-borrel 23. ABN AMRO workshop avond
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:09
Pagina 38
STOF
Foliolum ed I | Commissies
Lustrum commissie De 25e Lustrumcommissie
Stof
Pharmaciae Sacrum zal in december haar 125e bestaansjaar vieren of te wel haar 25e Lustrum. Een leeftijd om trots op te zijn en dat moet natuurlijk groots gevierd worden. Tegen de tijd dat deze Foliolum bij iedereen in zijn postvakje ligt, is net de onthulling geweest en weet iedereen wat het lustrum gaat inhouden.
Als je Farmacie of Farmaceutische wetenschappen studeert wordt er van je verwacht dat je op colleges verschijnt en dat je de tentamenstof tot je neemt. Aan de andere kant verwacht jij van de opleiding dat je naar goeie colleges kunt, dat er mogelijkheden zijn om (her)tentamens te maken en dat je veilig en plezierig practica kunt lopen!
Wij zijn echter al meer dan anderhalf jaar bezig met de organisatie van deze week. Onze belangrijkste doelstelling hierbij was het toegankelijk maken van de activiteiten voor zoveel mogelijk leden. Veel aandacht is gegaan naar "Het Diner". Deze zal op een unieke locatie plaatsvinden en wij willen iedereen dan ook oproepen om gezellig mee te komen eten. Er is namelijk plek genoeg.
Gelukkig voldoet de opleiding altijd aan je verwachtingen.. of niet soms? Wist je dat er studenten zitten in commissies van de faculteit om dingen die jullie signaleren op te helderen of op te lossen? En natuurlijk, jij, als democratisch denkende student, maakt ook gebruik van je recht op inspraak. Als er iets is waarvan jij denk dat het niet klopt of als er iets is wat je zou willen veranderen dan zeg je daar toch wat van?!
Aangezien ons complete programma in het lustrumboek zal verschijnen, willen we vanaf deze plek vooral nog eerstejaars oproepen om zich 贸f op te geven voor de Lustrum Ondersteunende Commissie (voor meer informatie kun je mailen naar lustrumps@gmail.com) 贸f vooral te genieten van het Lustrum. Jullie zijn de jaargroep die het meest is vrijgeroosterd tijdens deze week en daarnaast is het een unieke gelegenheid om erachter te komen wat voor gezellige studievereniging P.S. is.
Alleen bij welke faculteitscommissie moet je dan terecht?! Geen nood, het STOF is er om je te helpen. Door je klacht, opmerking of suggestie te posten op ons evaluatieforum (al dan niet anoniem), zal het balletje gaan rollen. Wij zullen het dan doorsturen naar de goeie commissie of er eventueel zelf achteraan gaan. Net zolang totdat we een antwoord kunnen posten op het forum.
Wij gaan de komende maanden de puntjes nog op de "i" zetten en dan hopen we iedereen op maandag 11 december te zien tijdens de opening of later op de avond op het openingsfeest!
Ook mag je verbaal gebruik maken van je recht natuurlijk. Kom naar de STOF vergadering elke 1e maandag van de maand. Hier komen de studentleden uit de commissies van de faculteit bijeen om te praten over wat er speelt bij de faculteit en bij de studenten. Natuurlijk mag je ons ook gewoon aanspreken op borrels of feesten, dan nemen wij jouw punt mee in de vergadering. Het klinkt bijna raar om te zeggen, maar is er iets met een bepaald vak, of met de opleiding in het algemeen, gebruik ons dan als je klankbord, laat ons STOF doen opwaaien! STOF 2006/2007 "doet STOF opwaaien" Bastiaan Fens en Femke de Velde Evaluatieforum - http://www.psgroningen.nl/stof Email - stof@psgroningen.nl
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:10
Pagina 39
BEC
EJC
Hallo mede farmaceuten,
Heej P.S.-ers!
Wij stellen aan u voor: Buitenland Excursie Commissie 2006-2007 met Daphne, Sophie, Ebian, Anne en Arthur. Reeds vóór de afgelopen BEC werden wij geïnstalleerd, we zijn dus al een half jaar aan het werk. Na vele vergaderingen waarbij door allen druk werd verzonnen overlegd en uiteindelijk gestemd zijn we tot onze commissienaam gekomen. Na het invallen van de vakantie was daar alleen de dag waarop Ebian en Sophie rustig samen aan het praten waren en Ebian opmerkte dat ze over enkele weken toch weer 'back in business' zouden zijn. Sophie even alert als altijd merkte dit op en de tweede sterk verbeterde commissienaam was geboren: Buitelandse Excursie Commissie 2006 - 2007 "BEC in Business"! Sterker nog, na veel wikken en wegen werd er ook overeenstemming bereikt over de bestemming en de datum. De bestemming blijft voor jullie alleen nog een tijd onbekend, maar speculaties over Bombay blijven bij velen aanwezig.
Een jaar geleden zijn wij verkozen tot EJC. Ondertussen zijn wij bij de meeste van jullie wel bekend. Toch schrijven we graag nog een stukje voor de nieuwe redactiecommissie om ons nog even voor te stellen. Linda, onze praeses, is nog steeds het kleinste meisje uit onze commissie. Toch is ze dit jaar uitgegroeid tot een ware leidster. Zij zorgde voor het reilen en zeilen van onze commissie. Renée. De ab-actis, is de beste in haar soort. Alle cafés, kroegen en discotheken werden door haar lastig gevallen, maar altijd zorgde ze voor de beste locaties. Geweldig! Dennis was helemaal in zijn element als quaestor. Contracten werden geregeld en gratis fusten werden gekocht. Hij vindt nog steeds dat hij de belangrijkste functie binnen de commissie heeft. Roeland en Joost vormden het assessoraat. Bier werd gedronken en gratis fusten werden aangekondigd. Toch vormden zij het creatieve brein van de commissie!
We hopen dat de net nieuwe gekozen EJC het komende jaar net zo veel plezier en gezelligheid krijgen als dat wij hebben gekregen! Verder hopen we jullie natuurlijk allemaal te zien op 31 oktober!! Groetjes EJC 2006-2007 "Voluptas"
Daphne Sophie Ebian Anne Arthur
39
De Buitenland Excursie zal plaatsvinden van donderdag 5 april t/m woensdag 11 april, houd deze periode dus vrij!!! Aangezien er nog tijd zat is om de rest van de excursie te regelen, doen we het lekker rustig aan. Alleen onze quaestor Ebian is al druk bezig om het geld binnen te halen om de excursie mogelijk te maken. Wel kunnen we jullie alvast mededelen dat het een week wordt waarover nog lang nagepraat zal worden…kleinkinderen en achterkleinkinderen zullen er nog van horen! Schrijf geschiedenis voor slechts € 145,…
Foliolum ed I | Commissies
Drie feesten zijn ondertussen al geweest en ons vierde feest staat op het punt van beginnen. Dit feest zal plaatsvinden op DINSDAG!!!! 31 oktober en het thema op de halloweenavond is: "Trick or Treat".
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:11
Pagina 40
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:14
Pagina 41
Villa Volonté
41
blok. Zijn medetapper was een ouderejaars student die hem tijdens het tappen van de nodige informatie over Volonté voorzag en ook verschillende interessante verhalen wist te vertellen over een groot aantal gasten dat die avond rondliep in de kroeg. Hij luisterde vol aandacht terwijl hij ondertussen alles een beetje probeerde te overzien. Het voorheen zo vrolijke meisje was inmiddels rood aangelopen in haar pogingen de groep jongens in de hoek ervan te weerhouden hun kleren uit te trekken. Hier slaagde zij slechts ten dele in en staakte uiteindelijk zichtbaar ontdaan haar pogingen. De avond bereikte niet lang daarna zijn hoogtepunt met een doffe dreun toen een meisje, dat met een stel vriendinnen aan het uiteinde van de bar de hele avond had zitten kaarten, bijzonder charmant van haar barkruk donderde. Nog verdwaasd om zich heen kijkend, werd zij door haar vriendinnen naar buiten gedragen waar niet veel later een taxi voor kwam rijden. Nadat iedereen er aan het einde van de avond op subtiele wijze was uitgewerkt, was het zaak de boel nog even schoon te maken. Het bleek er al snel op neer te komen dat hij als eerstejaars tapper de wc's mocht schrobben, maar hij besloot maar niet te protesteren. Toen alles opgeruimd was, wilde hij al aanstalten maken om naar huis te gaan, maar aan de verbaasde blikken van zijn medetappers te zien, merkte hij dat dit niet de bedoeling was. Onder het genot van een aantal bijzondere mixjes die hem werden voorgeschoteld, kwamen de mooie verhalen pas echt goed los en begon hij steeds meer door te krijgen wat Volonté nou precies inhoudt. Nadat een rondborstige en zichtbaar aangeschoten meisje die de bovenbuurvrouw bleek te zijn nog even binnen was gekomen om met veel kabaal wat knuffels uit te delen, besloot het inmiddels wit weggetrokken, vrolijke meisje dat het genoeg was geweest voor die avond. Toen hij op zijn fiets stapte om naar huis te gaan, hing er een gelukzalige gloed over hem heen die niet te wijten was aan het waterige zonnetje dat zojuist aan de andere kant van de grachten boven de huizen was uitgekomen. Morgen voor de verandering maar weer es niet naar college…
Foliolum ed I | Villa Volonté
Het is een ongure avond aan het eind van september als ergens in Groningen een eerstejaars student op zijn fiets stapt. De introductie was nog maar enkele weken geleden, dacht hij bij zichzelf, maar toch lijkt het alweer zo ver weg. Nadat het hele circus in alle hevigheid was losgebarsten was het ook voor hij het wist alweer voorbij. En met slechts een klein weekje rust na de KEI-week stond er gelijk alweer een nieuwe introductie op stapel, namelijk die van zijn studievereniging. Al die praatjes, feestjes, borrels en nieuwe mensen waren bijzonder overweldigend geweest. Ongelofelijk hoe je in zo'n korte tijd in zo'n voorheen onbekend wereldje opgenomen kan worden, bedacht hij zich. Gelukkig was het inmiddels allemaal wat gekalmeerd en kon hij zich richten op het dagelijkse studentenleven. Het vereiste wel wat flexibiliteit en aanpassingsvermogen aan deze nieuwe levensstijl, was hij achtergekomen, maar het begon hem steeds meer en meer te bevallen. Eindelijk doen en laten wat ik zelf wil zonder dat er iemand op me let. Ja, hij had nu al door dat hij goed op zijn plek zat in het bruisende Groningen! Tijdens de introductie was het idee bij hem opgekomen om zich naast zijn studie ook op andere dingen te richten. Er bleek genoeg keuze te zijn, merkte hij toen een hele karavaan van commissies en werkgroepen aan hem voorbij was getrokken. Uiteindelijk had hij besloten zich op te geven om bij de kroeg van de Medische Faculteit te solliciteren en daar werd hij tot zijn vreugde aangenomen! De kennismakingsavond voor alle nieuwe tappers en ouderejaarstappers die kort daarop volgde was een erg gezellige geweest. Misschien wel iets te gezellig, bedacht hij zich achteraf, aangezien hij de dag daarna college voor de verandering maar weer eens had overgeslagen. Bij Volonté aangekomen, zag hij dat er al aardig wat fietsen voor de deur stonden. Wat onwennig liep hij naar binnen en tot zijn grote opluchting herkende hij een aantal mensen achter de bar. Enthousiast kwam er een meisje op hem afgestapt dat hem achter de bar sleurde en in hoog tempo van alles begon uit te leggen. Hij had op de kennismakingsavond al met haar staan praten en haar enthousiasme werkte bijzonder aanstekelijk. Na haar relaas besloot hij eerst maar voor zichzelf een biertje te tappen, toen ineens een grote spijker langs zijn hand scheerde en in de spoelbak belandde. In een hoekje stond een groep jongens rondom een groot houtblok vol verbazing om zich heen te kijken en barstte in lachen uit toen ze zijn verschrikte gezicht zagen. Het begon daarna aardig vol te lopen en hij had al gauw door dat heel wat mensen benieuwd waren wie hij was, wat hij deed en sinds wanneer hij achter de bar stond. Dat dit ook zijn minpunten had, kwam hij gauw genoeg achter toen de avond vorderde en hij van de ene kant naar de andere geroepen werd om biertjes te tappen. Het vrolijke meisje dat hem in het begin alles had uitgelegd had zich ondertussen gemengd in de groep jongens bij het hout-
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:19
Pagina 42
Wat denk je zelf Studenten houden veel van afkortingen, dat staat vast. In nauwelijks een maand tijd heb je kennis gemaakt met de KEI, ACLO, EIK, UB, PS, KNPSV en wie weet een SOA. Maar verder staat niets vast. Alles is anders dan wat je gewend was uit je vertrouwde en pittoreske geboortedorp. Wat je vooral gaat missen zijn moeders AVG'tjes. De culinaire traditie van studerend Nederland volgt namelijk grotendeels de 3 P's: Pasta, Pizza en Pastakliekjes. En wie had gedacht dat een broodje shoarma binnen een uur een straatpizza kan worden?
Foliolum ed I | Column
Ook de studententaal is een andere wereld op zich. School heet uni, je zakgeld is nu stufi. Je kamer is je thuis, je thuis is nu thuis-thuis. Voor je het weet zit je als HJ in de GK. Je bent geen scholier maar student. Om het nog ingewikkelder te maken: student ben je ook niet. Je bent een nul of een foet en als je dat niet bent, ben je een knor. In het studentenleven zul je je niet snel vervelen. Sporten doe je collectief bij de ACLO maar uiteraard zijn er ook vele activiteiten op kleinere schaal. Kijk vooral uit naar balletje-balletje, driemannen of mexxen. Het befaamde 'swaffelen' is een ietwat illustere activiteit die slechts een select aantal gelukkigen onder jullie zullen beoefenen dan wel mogen ondergaan. Tijdens tentamenperiodes zal blijken dat SOGgen ook erg populair is. De typische dingen zoals hierboven zijn nog wel te leren, maar verder? De ene ouderejaars vertelt dat het lidmaatschap zo mooi is, en belangrijk, en geil. Een ander heeft geen goed woord over voor corpsballen. Voor een derde is sporten het enige wat telt. En dan nog de student waarmee je eigenlijk nooit praat omdat hij altijd aan het studeren is. Wat dan misschien niet zo gezellig is, maar wel de titel 'cum laude' oplevert. En dat is misschien wel het meest verwarrende. Wat gaan we doen: afpilsen of afhaken? BOMmen of SOGgen? Hertjes of EC's regelen? Denk maar niet dat je hier de enige in bent, ook ouderejaars zoals ik worden nog elke dag voor dergelijke dilemma's geplaatst. Wat je beslist is niet eens het belangrijkste, uiteindelijk kom je er toch wel. Als je het maar zelf beslist. Wat denk je zelf‌ Digitali s
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:20
Pagina 43
nummer 1-faculteit.qxp
30-11-2006
16:22
Pagina 44