http://www.psgroningen.nl/foliolum/oktober2008

Page 1

G. F. S. V. “PHARMACIAE SACRUM” UNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE

Foliolum JAARGANG XXII EDITIE I OKTOBER 2008

Communicatie

Prof. Dr. M. Schmidt

Drs. D.J. Toering

Drs. Erik Gerbrands

Cellulaire communicatie: betekenis van Epaceiwittten voor het begrijpen en behandelen van ziekten

Het verschil tussen farmaceuten en geneeskundigen

Communicatie in de openbare apotheek


j i b n e k r e w m ! k o e K e h t o p A q i d Me

Mediq Apotheek, de landelijke apotheekformule van OPG, stelt de kwaliteit van de zorg centraal. Nu, en in de toekomst. Dat dit succes heeft, bewijst onze snelle groei. Zoek jij een professionele Ên persoonlijke uitdaging? Groei dan met ons mee! Interesse? Neem contact op met de vacaturebank (030 – 282 14 90) of stuur een mail naar vacaturebank@mediq.nl

www.mediq-apotheek.nl


G. F. S. V. “Pharmaciae Sacrum� in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Foliolum Jaargang XXII Editie I oktober 2008

En verder...

5

10

Communicatie in de openbare apotheek.

Farmaceuten spreken farmaceutisch, geneeskundigen geneeskundigs...

Apotheker Erik Gerbrands schetst de communicatie binnen de apotheek tussen de verschillende personen en instanties.

Docent communicatie Drs. Dick Toering schrijft over de verstandshouding tussen artsen en apothekers en hoe deze in de toekomst verbeterd kan worden.

Redactioneel Praesespraat

04 05

Promovendus Mede mogelijk gemaakt door... Onderzoek belicht Student in het Buitenland Alumnus Binnenlands Bedrijven Bezoek Mediq hockeytoernooi Eik introductiekamp Commissiepraat Post-It PS-Agenda Zelfmedicatie voor apothekers Puzzelpagina

17 18 19 21 25 26 29 31 34 36 37 39 41

Redactiecommissie

12 Cellulaire communicatie: betekenis van Epac eiwitten voor het begrijpen en behandelen van ziekten. Prof. Dr. Martina Schmidt legt uit hoe de intracellulaire communicatie verloopt.

14 Communicatie interview: Docent en Student. Prof. Dr. Frits Molenaar en 4e-jaars student Susan Hofman vertellen over hun ervaringen met communicatie tussen docenten en studenten.

Ilse Dubbelboer Casper van der Hoeven Gert Salentijn Elien Uitvlugt Sjoukje Potijk Louis Keyzer

Ab-actiaat Casper van der Hoeven Hoendiep 19 9718 TA Groningen 06 41480684 foliolum@rug.nl

Drukkerij Weissenbach BV Sneek

Oplage Copyright 2008: Niets van deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder toestemming van de redactiecommissie der Foliolum

1100 stuks


Between the lines Redactiecommissie 2008-2009

Geachte lezer, Dit foliolum heeft als thema “Communicatie”. Natuurlijk draait veel in de studie en het werk om (goede) communicatie. Dit hebben wij als redactiecommissie natuurlijk meegemaakt. Het maken van een Foliolum vergt veel communicatieve vaardigheden. De schrijvers voor artikelen en de verschillende commissies moeten aangeschreven worden. Ook binnen de commissie is natuurlijk sprake van communicatie. En wel alle verschillende vormen: internet, telefoon en op bezoek gaan. Elke nieuwe redactiecommissie voegt iets van zichzelf toe en verandert wat aan het Foliolum. Er zijn een aantal nieuwe rubrieken toegevoegd. In de eerste rubriek "mede mogelijk gemaakt door..." zal een medewerker van de opleiding of een onderzoeksgroep zich voorstellen. In deze eerste editie hebben wij gekozen voor mevrouw Emma ter Huizen-Faber. Iedereen heeft wel eens een e-mail van haar ontvangen, maar wie is de persoon achter alle e-mails die van het Bureau Onderwijs Farmacie komen? Ook is er een plekje gereserveerd voor twee leden van de vorige redactiecommissie. Zij zullen zich op een originele manier uitlaten over het thema. Tot slot proberen we de ontwikkelingen binnen de studie ook te publiceren. Wat is er in evaluatie commissie (EC) en de opleidings commissie (OC) besproken en welk effect heeft dit op de studenten en docenten? Helaas was er tijdens het maken van dit nummer nog niets besproken en besloten. Om de verdeling tussen de verschillende onderdelen beter tot uiting te laten komen, hebben we wat in de lay-out aangepast.

04

Er bestaan verschillende vormen van communicatie. In de artikelen worden deze verschillende vormen behandeld. In de apotheek is er natuurlijk sprake van veel communicatie. Communicatie van de apotheker naar de medewerkers, de zorgverzekeraars, de artsen en natuurlijk naar de patienten/cliënten. Hoe gaat dit in het dagelijks leven? Apotheker drs. Erik Gerbrands verteld over de communicatieve bezigheden in de apotheek. Er wordt altijd veel gesproken over de communicatie tussen artsen en de apotheker. Docent communicatie drs. Toering zal hier zijn licht op laten schijnen. Tot slot zal prof. dr. Martina Schmidt vertellen hoe communicatie tussen en in cellen in het menselijk lichaam verloopt. Om meer te weten te komen over communicatie tussen docenten en leerlingen, zijn docent prof. dr. Frits Moolenaar en4ejaars studente Susan Hofman geïnterviewd. Hoe denken zij over de communicatie tussen de docenten en studenten en welke middelen van communicatie zijn hun favorieten? Natuurlijk zijn we de belangrijke punten uit de agenda van P.S. niet vergeten. Er zal verteld worden over het introductieweekend, georganiseerd door de Eerstejaars Introductie Commissie (EIK); het mediq hockeytoernooi is beschreven en verder zal er natuurlijk niet voorbij gegaan worden aan het Binnenlands Bedrijven Bezoek, georganiseerd door de Commissie Farmaceutische Wetenschappen, Sur Sum Scutra (SSS). Natuurlijk stellen vier recent geïnstalleerde commissies zich voor en zijn er nog enkele pagina’s bestemd voor vermaak. Ik wens u veel leesplezier, Namens de redactiecommissie 2008-2009 "Between the lines" Ilse Dubbelboer h.t. praeses Redactiecommissie

Foliolum Jaargang XXII Ed I


Boon Praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

Geachte lezer, De dagen worden korter, de zomer is definitief overgegaan in de herfst, het bruin is alweer aan het verdwijnen. Kortom, de vakantie ligt achter ons en het nieuwe collegejaar is weer in volle gang. Gelukkig is met het begin van dit alles ook het verenigingsleven bij Pharmaciae Sacrum weer van start gegaan. Rond de herkansingen waren er al de introductiedag, het Binnenlandse Bedrijven Bezoek en het Mediq Apotheek Hockeytoernooi, waar het sterkste team van P.S. pas in de finale z’n Waterloo vond. Daarnaast heeft inmiddels ook het introductiekamp plaatsgevonden. Doordat P.S. voor het derde jaar op rij een recordaantal eerstejaars studenten heeft mogen verwelkomen, was het kamp weer een grotere happening dan het voorgaande jaar. Een ander mooi evenement dat al vroeg op het programma stond, was de alumnidag. In de zomer is de Alumnicommissie druk bezig geweest een leuke activiteit op te zetten en mensen te werven voor deze dag. Ondanks het feit dat er nog niet een hele grote groep alumni is, was de dag erg geslaagd! Ik hoop dan ook dat het aantal alumni gestaag blijft groeien, zodat de alumnidag kan uitgroeien tot een groots en drukbezocht evenement. Uiteraard hebben niet alleen de leden van de Eerstejaars Introductiecommissie, de Commissie Farmaceutische Wetenschappen en de Alumnicommissie veel werk verzet tijdens de zomervakantie. Commissies als bijvoorbeeld de Almanakcommissie en de Diescommissie zien hun deadlines naderen. Voor de Redactiecommissie lag de deadline echter het kortst na de vakantie. Redactiecommissie “Between the lines” heeft zich in de vakantie kunnen bekwamen in het layouten, waarna in september alle stukjes ingezonden konden worden. Nu ligt voor u hun eerste proeve van bekwaamheid. Dit eerste nummer van de nieuwe Redactiecommissie heeft als thema “Communicatie”. Communiceren is de laatste jaren een steeds belangrijkere rol gaan innemen in de samenleving in z’n geheel en in de farmacie in het bijzonder. Vroeger was de apotheker moeilijk te bereiken en vrijwel onzichtbaar in een apotheek. Nu verlangt de consument van de apotheker dat hij zijn rol duidelijk kenbaar maakt. Er moet aangetoond worden dat apothekers toegevoegde waarde hebben en dat er niet alleen met doosjes geschoven wordt. Ook op het gebied van de farmaceutische industrie wordt communicatie steeds belangrijker. Om je nieuwe geneesmiddel aan de man te krijgen, zul je ervoor moeten zorgen dat je geneesmiddel naamsbekendheid gaat genieten. Door de steeds strengere regelgeving en grotere concurrentie is het erg belangrijk op de juiste manier te communiceren naar de klant toe. Bovenstaande situaties zijn slechts twee voorbeelden van de link tussen de farmacie en communicatie. Ik ben dan ook erg benieuwd wat de commissie in het redactionele gedeelte met het thema gedaan heeft. Daarnaast ben ik benieuwd met welke nieuwe dingen de commissie dit jaar is gekomen. Wat het ook moge zijn, ik hoop en verwacht dat u en ik weer een flink aantal uur leesplezier zullen hebben van deze editie van het Foliolum! Ten slotte rest mij nog de wens uit te spreken u binnenkort op één van de vele activiteiten van Pharmaciae Sacrum te mogen begroeten. Met vriendelijke groet, Namens het 127e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”, Maarten Boon h.t. praeses

Foliolum Jaargang XXII Ed I

05


DE PILLOW BLASTER NU GRATIS BIJ EEN STUDENTEN PAKKET WAKKERE STUDENTEN KIEZEN VOOR ABN AMRO Als je gaat studeren, heb je het al druk genoeg. Bijvoorbeeld met een kamer zoeken, studieboeken kopen of je opgeven voor een studentenvereniging. Gelukkig heb je met het ABN AMRO Studenten Pakket al je financiële zaken in één keer goed geregeld. Zo kun je voordelig lenen en verzekeren, wereldwijd gratis pinnen, zelf je pincode bepalen en met Messenger of SMS eenvoudig je saldo checken. En als je

*Zolang de voorraad strekt. Kijk voor meer informatie en de actievoorwaarden op www.abnamro.nl/pillowblaster

tussen 11 augustus en 31 oktober 2008 een Studenten Pakket afsluit, ontvang je de Pillow Blaster cadeau*. Een geweldig muzikaal kussen met ingebouwde wekkerradio en mp3-aansluiting. Meer weten? Bel 0900-0024 (EUR 0,10 per minuut), loop binnen bij een ABN AMRO vestiging of kijk op www.abnamro.nl/pillowblaster


Communicatie in de openbare apotheek Drs. Erik Gerbrands Apotheker

Zoals in het echte leven speelt ook binnen de wereld van een openbare apotheek communicatie een belangrijk rol. De apotheek In de openbare apotheek zien we tegenwoordig een team van ongeveer tien tot vijentwintig personen, met verschillend opleidingsniveau, verschillende achtergrond en verschillende motivatie. We zullen het hier verder hebben over de situatie in Apotheek It Krúswâld te Buitenpost en Kollum, met een team van totaal achttien apothekersassistentes (14 fte), vij apothekers (4 fte) en momenteel tweee stagiaires van de assistenten-opleiding. Een paar keer per jaar is er ook een stagiaire van farmacie Universiteit Groningen. In de eerste plaats hebben we het over het verlenen van zorg aan onze patiënten/cliënten. Met ons allen willen we zo goed mogelijke zorg verlenen. We moeten dus goed samenwerken, letten op continuïteit van zorg, op goede zorgoverdracht en werken aan het op peil houden van onze kennis en vaardigheden. We kijken naar het functioneren van alle medewerkers; als individu en als teamlid.

Communicatie binnen de apotheek Om de organisatie geolied te laten functioneren hebben we om de zes weken werkoverleg. Na het werk en wat eten, hebben we een bijeenkomst van 1,5 tot 2 uur. Een assistente is voorzitster, een andere is secretaris, beiden zijn gekozen voor een paar jaar door de leden van het team. De agenda wordt van te voren door deze twee samen met één van de apothekers opgesteld en een week voor het werkoverleg aan iedereen uitgedeeld. Daarnaast verschijnt er om de 2 weken een informatieblad van maximaal 2 kantjes met belangrijke mededelingen, nieuwe geneesmiddelen, uit de handel genomen geneesmiddelen met de vervanging, logistieke mededelingen, wetenswaardigheden enzovoort. Eén keer in de week is er een vergadering van het managementteam: de apothekers bespreken ontwikkelingen, gebeurtenissen, binnengekomen post en de actualiteit in ongeveer een uur. Om de kwaliteit te garanderen en op peil te houden zijn we HKZ-gecertificeerd (HKZ stelt de landelijke certificeringsschema’s voor de zorgsector en het welzijn vast; in de schema’s is ISO opgenomen plus toevoegingen, noodzakelijk voor een goede zorg). We registeren onze fouten en klachten om ervan te leren, we evalueren ze regelmatig en we stellen verbeter-cycli op (Plan-Do-

Check-Act). Daarnaast leggen we verantwoording af in ons jaarverslag en maken onze plannen bekend in het jaarplan. Om goede zorg te kunnen verlenen moet de organisatie goed lopen, maar inhoudelijk moet ook alles op peil zijn. Omdat niet iedereen meer alles kan weten, is er binnen het team een bepaalde mate van specialisatie ontstaan. We hebben verschillende werkgroepen: diabetes, astma, wondverzorging, reizigersadvisering, incontinentie. De leden van de werkgroepen zorgen ervoor dat de andere leden van het team bijgeschoold worden.

Om goede zorg te kunnen verlenen moet de organisatie goed lopen, maar inhoudelijk moet ook alles op peil zijn. Eén keer per jaar houden we jaargesprekken: een gesprek tussen een medewerker en één van de apothekers. In dit gesprek wordt door deze twee personen gezamenlijk het functioneren van de medewerker geëvalueerd en het functioneren van het team in de ogen van de medewerker. Tevens worden wensen en gedachten over de toekomst, inclusief scholingswensen geïnventariseerd. Na elke ronde van gesprekken komen we tot een totaalevaluatie, met plannen voor de toekomst en met een scholingsplan.

Behalve vakinhoudelijke scholing gaat het daarbij ook over vaardigheden: gesprekstraining, anti-slipcursus (we rijden om beurten in de auto’s om te bezorgen) en wadlopen en skûtsjesilen voor de teambuilding, of gewoon voor de lol. Foliolum Jaargang XXII Ed I

07


Communicatie Communicatie met de cliënt Het bovenstaande ging voornamelijk over het team: de basis voor een goede zorg, de zorg voor onze patiënten/cliënten, aan de balie, in de spreekkamer, tijdens het bezorgen, bij huisbezoek. Elk van onze patiënten/cliënten is uniek en de zorg en de manier van verlenen van de zorg (inclusief schriftelijke informatie, mondelinge informatie, instructie en gesprekken over ontslagmedicatie bij thuiskomst uit het ziekenhuis) moet afgestemd zijn op de wensen en het niveau van deze persoon. En dit wordt al intensiever met de toename van concordance-gesprekken en farmacotherapeutische behandelplannen en dat vraagt een intensieve samenwerking met andere zorgverleners.

Elk van onze cliënten is uniek en de zorg en de manier van verlenen van de zorg moet afgestemd zijn op de wensen en het niveau van deze persoon.

Communicatie met andere zorgverleners

08

In de dagelijkse praktijk hebben we natuurlijk veelvuldig contact met andere zorgverleners: huisartsen, doktersassistentes, praktijkondersteuners, specialisten, artsenin-opleiding, verloskundigen, tandartsen en medewerkers in de thuiszorg, in verzorgingshuizen, in de gehandicaptenzorg. Elke dag gaat het hierbij om tientallen telefoontjes, een aantal faxen en een paar e-mails. Elke maand hebben we met de huisartsen bij ons in de buurt farmacotherapeutisch overleg (FTO) waarbij een bepaald onderwerp door een huisarts en een apotheker gezamenlijk wordt behandeld. Ook maandelijks worden de huisartsen door ons mondeling en schriftelijk geïnformeerd over nieuwe geneesmiddelen en hun plaats in de therapie, over middelen die niet meer verkrijgbaar zijn en de alternatieven en andere ontwikkelingen betreffende de farmaceutische zorg.

Zonder communicatie geen leven, zonder communicatie geen zorg.

Eén keer per kwartaal (of vaker wanneer nodig is) gaan de medicatie-overzichten van patiënten in de verzorgingshuizen en in de gehandicaptenzorg met vragen en opmerkingen van onze kant voor commentaar naar de huisartsen. Van andere patiënten sturen wij vergelijkbare overzichten naar de huisartsen op het moment dat wij dat nodig vinden of dat wij er behoefte aan hebben, na een interne evaluatie van het medicijngebruik van deze patiënt. Foliolum Jaargang XXII Ed I

Met medewerkers in verzorgingshuizen, in de instellingen voor gehandicaptenzorg en in de thuiszorg hebben we drie à vier keer per jaar overleg over organisatorische aspecten: over weekdozen, dagcassettes, baxterzakjes, toedoenlijsten, aanvraag van (herhaal-)medicatie enzovoort.

Communicatie met zorgverzekeraars Een aparte categorie wordt gevormd door de zorgverzekeraars. Er zijn vele zorgverzekeraars, maar wij hebben voornamelijk contact met de grote regionale verzekeraar bij ons in de buurt, De Friesland. Voor ons vallen alle andere zorgverzekeraars in de categorie klein tot zeer klein. Met De Friesland hebben we regelmatig overleg via onze vertegenwoordigers over de juiste uitleg en toepassing van landelijke voorschriften. Met alle zorgverzekeraars hebben we contacten over enerzijds de contracten, anderzijds over afgekeurde declaratieregels. Vaak lopen we hierbij aan tegen het verschil in denken en handelen van mensen achter een bureau en de zorgverleners in de dagelijkse praktijk. We hopen echter door goede communicatie het aantal problemen zo klein mogelijk te houden.

ERIK GERBRANDS is in 1977 afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen als apotheker. In 1978-1979 was hij apotheker bij RKZ Groningen. Sinds 1979 is hij openbaar apotheker in Buitenpost, sinds 2000 in een maatschap met een jongere collega. In 1979 richtte Gerbrands Apotheek It Krúswâld te Buitenpost op en in 1984 ook in Kollum. In 1984 was hij mede-oprichter van Pharma Selecta. Hij is lid en al of niet ook voorzitter geweest van vele commissies en werkgroepen, onder andere: Stichting Health Base (SHB) werkgroep Zorgprotocollen, gecombineerde SHB-KNMP-Winap commissie zorgprotocollen, KNMP Commissie Informatievoorziening, KNMP Commissie Farmacie en Kwaliteit, HKZ-werkgroep Certificeringsschema Openbare Apotheek, HKZ College van Deskundigen, Commissie Gebiedsaanwijzing Friesland, Pharmacomraad, extern deskundige eindgesprek apothekersexamen. Tegenwoordig is hij, naast intensief werkend in het primaire proces in de apotheek, lid van de KNMP Raad van Tucht, lid van het College van Beroep voor de Registratie van Openbaar apothekers en industrie-apothekers, lid van het Regionaal Medisch Tuchtcollege Groningen, auditor HKZ-certificering Openbare Apotheken, Secretaris-penningmeester en International Office van de European Society of Clinical Pharmacy (ESCP).


Communicatie Communicatie over de cliënt

Communicatie via internet

Hierboven is de continuïteit van zorg en goede zorgoverdracht al even aangestipt. In een week zit 168 uur, de apotheek is per week gewoonlijk iets meer dan 50 uur open, een normale full-time werkweek is 36 uur. Dit betekent dat er in feite niemand full-time aanwezig is.

We krijgen nog niet veel e-mails binnen van onze patiënten/cliënten, maar we zien een toename. Dat wordt mede veroorzaakt door onze toegankelijke website (www.itkruswald.nl). Het onderhouden van de website is belangrijk, want één van de meest irritante dingen is een website die niet wordt bijgehouden. Via de website kunnen mensen informatie vragen over hun geneesmiddelen, hun ziekte, herhaalmedicatie aanvragen, een reizigersadvies aanvragen enzovoort. In de nabije toekomst kunnen patiënten/cliënten via de website onder meer hun eigen gegevens in de apotheekcomputer inzien en van commentaar voorzien, of een afspraak maken met een lid van het apotheekteam.

Alle zorg wordt dus in meer of mindere mate versnipperd over de verschillende leden van ons team, maar ook andere zorgverleners zijn hierbij betrokken. We moeten ons dus heel bewust zijn van het vastleggen op een eenduidige en voor iedereen begrijpelijke manier van wat er gebeurd is omtrent de zorg voor een bepaalde patiënt. Dit gebeurt in het elektronisch patiënten dossier. Bij overgang van de patiënt van de eerste lijn naar de tweede lijn en andersom, dient er tevens overdracht van informatie plaats te vinden en deze informatie moet ook verwerkt worden. Wij leveren regelmatig op verzoek informatie over het geneesmiddelgebruik, contra-indicaties en intoleranties van patiënten bij opname in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgen we de ontslagmedicatie rechtstreeks vanuit het ziekenhuis of via de patiënt. Vaak bespreken wij de medicatie na ontslag en de verschillen met de situatie voor opname met de patiënt.

We moeten op een eenduidige en voor iedereen begrijpelijke manier vastleggen wat er gebeurd is omtrent de zorg voor een bepaalde patiënt. Een ander aspect van continuïteit van zorg is de informatie-uitwisseling tussen de apotheek en de Spoedapotheek: in de avond-, nacht- en weekenddiensten komen patiënten van ons in de apotheek die de diensten doet. Via OZIS, een elektronische standaard voor de uitwisseling van medicatie-gegevens, wordt de actuele medicatie door de Spoedapotheek opgevraagd en de afgeleverde medicatie in ons apotheekcomputersysteem bijgeschreven. In het verlengde hiervan ligt het door ons verstrekken van een passantenbrief aan mensen die normaal niet bij ons geneesmiddelen ophalen, maar dat vanwege vakantie of familiebezoek of iets anders dat éénmalig bij ons doen. Met deze brief kunnen zij naar hun eigen apotheek zodat aldaar de medicatiegegevens bijgewerkt kunnen worden.

Via de website kunnen mensen informatie opvragen over hun geneesmiddelen, hun ziekte, herhaalmedicatie aanvragen, een reizigersadvies aanvragen enzovoort. Overige communicatie Buiten de zorg hebben we ook nog vele contacten. Met de groothandel, met leveranciers van middelen die niet via de groothandel verkrijgbaar zijn, met leveranciers van de apotheekcomputer (het apotheekinformatie-systeem, AIS), met de leverancier van de PC’s, met de drukker, maar ook met de aannemer, de installateur, de schilder, de garage, de tuinman, de gemeente, de afvalverwerker enzovoort, enzovoort.

Het is duidelijk, de communicatie moet goed verlopen.

We hopen door goede communicatie het aantal problemen zo klein mogelijk te houden.

E-mail: buitenpost@itkruswald.nl Website: www.itkruswald.nl Foliolum Jaargang XXII Ed I

09


Farmaceuten spreken farmaceutisch, geneeskundigen geneeskundigs Drs Dick Toering Docent communicatie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Dat dokters en apothekers veel met elkaar moeten communiceren, zal duidelijk zijn. Naast het contact met de patiënt en eigen apotheekteam is de dokter diegene waar de apotheker het meeste mee te maken heeft. Er wordt dus heel wat gecommuniceerd, maar er wordt ook heel erg veel misgecommuniceerd. En dat is logisch, want farmaceutisch en geneeskundigs zijn twee heel verschillende talen...

10

Een klein voorbeeld. Een chronisch zieke hartpatiënt gebruikt veel verschillende soorten geneesmiddelen. Er komt weer wat nieuws bij en de patiënt klaagt over ernstige hoofdpijn. De specialist kan niet zomaar een oorzaak vinden; patiënt vraagt de apotheker of het aan de geneesmiddelen kan liggen. Ja, dat zou kunnen, zeker bij polyfarmacie bij een hartpatiënt. Maar kom er maar eens achter aan welk middel het nou ligt, want er zijn verschillende opties. En medicatie stoppen om te zien of dat de oorzaak is, is ook niet iets wat je zomaar even doet bij een dergelijke ernstige hartpatiënt. Het antwoord blijft dus enigszins onbevredigend, maar, ja, de apotheker denkt dat de medicatie de hoofdpijn kan veroorzaken, gezien de bijwerkingenprofielen; wellicht dat de cardioloog nog eens goed naar een aantal mogelijkheden kan kijken. Een paar maanden later is de hoofdpijn een stuk minder. Fijn! Maar waar lag het nou aan? Een verrassing: de desbetreffende patiënt had, vanwege voortdurende pijn op de borst, zijn houding veranderd: in elkaar gekrompen met opgetrokken en naar voren gebogen schouders. Door dit jaren achter elkaar te doen waren nekwervels versleten, en dit was de oorzaak van de hoofdpijn! Houding correctie gaf hier remedie. Dit had de apotheker nooit kunnen bedenken! En de cardioloog was er ook niet opgekomen. Voor deze diagnose was een reumatoloog nodig, die met een geheel andere blik naar de patiënt keek.

De verschillen De oplossing voor deze patiënt was uiteindelijk de “andere blik”. Apothekers zijn uiteraard in eerste instantie uitsluitend op de geneesmiddelen gericht; dan denk je niet meteen aan oorzaken buiten je eigen blikveld. (Openbare) apothekers kun je als specialisten beschouwen met een toch enigszins beperkte blik. Het is dan ook niet zo gek dat er plannen zijn om te komen tot een specialisme ‘openbaar apotheker’. De kennis van arts en apotheker vullen elkaar aan; om de patiënt echt goed te kunnen helpen is kennis van allebei nodig en zal er moeFoliolum Jaargang XXII Ed I

ten worden samengewerkt. In de dagelijkse praktijk van arts en apotheker staat men niet voortdurend stil bij de verschillen die er zijn, maar ze spelen wel een hele grote rol in de communicatie. Voor de apotheker is het soms onbegrijpelijk dat een arts een middel voorschrijft “buiten het boekje”; off-label gebruik en van de norm afwijkende doseringen doen ons de wenkbrauwen fronsen: “waar is die dokter nu weer me bezig? Ze doen ook maar wat!”. Andersom zakt de dokter in zijn stoel zuchtend achterover als de apotheker weer eens belt met een theoretisch verhaal over een interactie. Wat een betweterige boekenwurm, die apotheker! De aandachtsgebieden van arts en apotheker verschillen enorm, maar ook hun taalgebruik maakt de communicatie er niet makkelijker op. Voor de apotheker zijn alle ziektebeelden en diagnostische termen vaak abracadabra; voor de arts zijn de details van de farmacologie en farmacokinetiek vaak een stap te ver. Als je je als arts en apotheker niet goed bewust bent van de verschillen ontstaat er miscommunicatie; vanuit de miscommunicatie ontstaat irritatie. Vervolgens gaat men van alles van elkaar denken zonder dat dit op feiten is gebaseerd en ontstaan er vooroordelen. Uiteindelijk laat men moedeloos de hele communicatie maar achterwege: “met die dokter valt niet te praten, die doet maar wat en houdt zich aan geen enkele norm”; “met die apotheker valt niet te praten. Hij bemoeit zich voortdurend met mijn voorschrijven, maar het gaat hem alleen maar om het geld”. Dit lijken cliché-beelden, maar helaas wordt in de praktijk soms nog wel zo gedacht.

De overeenkomsten Wat arts en apotheker gezamenlijk hebben, is dat ze beiden zorgverlener zijn, ten dienste van de patiënt. Als je de patiënt centraal stelt ontkom je er niet aan dat je als zorgverleners gaat samenwerken, om informatie over de patiënt uit te wisselen om te komen tot de best mogelijke zorg. Door de toenemende complexiteit van de zorg is die samenwerking en informatie-uitwisseling ook steeds meer nodig. Vooral de oudere polyfarmaciepatiënt is vaak ook een complexe patiënt, met meerdere ziektebeelden, haperende lichaamsfuncties, vijf, zes of meer geneesmiddelen, mogelijke interacties, bijwerkingen, en niet te vergeten ook nog allerlei klachten die ondanks de verleende zorg nog bestaan en de kwaliteit van leven aantasten. Voor de arts is het moeilijk om te wennen aan multi-disciplinair werken. De traditionele arts is/was een solist, die kon doen wat hij wilde en aan niemand verantwoor-


Communicatie ding hoefde af te leggen. Besluitvaardig en zeker, ook als er soms geen reden voor zekerheid is, want de patiënt vraagt nu eenmaal om zekerheid. Terzijde: bij ongeveer 30 to 40% van alle patiënten die bij de huisarts komen tast de arts in het duister over wat de patiënt nu precies heeft. Er zijn wel klachten, maar die passen niet in het “diagnostische plaatje”. Vaak is een recept een diagnostisch middel: als het geneesmiddel wat doet, is de kwaal gevonden. Vaak is de patiënt al heel tevreden dat er “iets” gebeurt, en dat hij een tastbaar bewijs krijgt in de vorm van een recept, dat hem echt wat scheelt en dat de klachten geen gezeur zijn. Voor de apotheker betekent de rol van zorgverlener dat de aandacht moet verschuiven van het geneesmiddel naar de geneesmiddelgebruiker. Dat is bepaald niet eenvoudig. Moet men al zo veel weten over de middelen zelf, komt er ook nog eens allerlei kennis over de gebruiker bij! Waar leg je de grens? Wat moet je wel weten, wat kun je vergeten?

netvlies komen, zodat ze makkelijker over de farmacotherapie en eventuele geneesmiddelgebonden problemen van mevrouw De Vries kunnen praten. In praktijk ontwikkelen zich in hoog tempo allerlei formats en structuren om gezamenlijk zorg te verlenen, waarbij de verschillende disciplines elkaar goed aanvullen. In Groningen is, in samenwerking met de faculteit Geneeskunde, het Farmacotherapeutisch Behandelplan (FBP) ontwikkeld, waarbij multidisciplinair (en samen met de patiënt) de medicatie wordt bekeken en een behandelplan wordt opgesteld. Het FBP begint nu langzamerhand in praktijk door te dringen (hier in het noorden niet in de laatste plaats omdat apothekers er mee in aanraking kwamen, doordat het een stage-opdracht is!). Steeds meer apothekers worden enthousiast, omdat je als apotheker met de essentie van je vak bezig bent. Landelijk is de belangstelling heel groot voor de PAO-cursus over het FBP (opgezet in samenwerking tussen de universiteiten Groningen en Utrecht en het SIR-onderzoeksinstituut).

De patiënt Je moet in elk geval weten hoe een patiënt er uit ziet! Voor zowel artsen als apothekers geldt dat ze betere zorg verlenen naarmate ze hun patiënten beter kennen. Hier zijn in praktijk 2 tegengestelde bewegingen gaande: veel artsen zien hun patiënten veel minder vaak dan vroege het geval was, en ze kennen hun patiënten daardoor ook minder goed. Minder tijd per patiënt, deeltijdwerken, grotere praktijken, praktijkhulpen: er zijn veel patiënten die keurig jarenlang hun receptje krijgen zonder dat nog eens goed naar hun conditie wordt gekeken. Apothekers gaan daarentegen juist steeds vaker in gesprek met de patiënt en krijgen daardoor een reëler beeld van klachten en bijvoorbeeld de klinische betekenis van labwaarden en bijwerkingen. Maar hoe doe je dat nu, praten met een patiënt? Die mensen halen er van alles bij! Moet ik het nu ook over de kleinkinderen van mevrouw gaan hebben? En wat een tijd kost dat!

Geneesmiddelgebonden problemen Toch is het voor zowel arts als apotheker van groot belang om hun patiënten te kennen, want het zijn hun gezamenlijke patiënten! Als ze het over “mevrouw Dde Vries” hebben moet bij beiden mevrouw De Vries op het DICK TOERING is in 1988 afgestudeerd als apotheker. Daarna heeft hij 10 jaar in de openbare farmacie gewerkt, voor een belangrijk deel in gezondheidscentra.

Het onderwijs Al met al heel veel redenen om ook in he onderwijs samen te werken en er voor te zorgen dat studenten van beide faculteiten elkaar leren kennen. Er zijn verschillende initiatieven ontwikkeld of in ontwikkeling: zo hebben geneeskunde studenten de keuze om aan te haken bij een apotheker in opleiding voor de uitvoering van een FBP, en kunnen apothekers in opleiding meedoen aan het FTTO in het ziekenhuis. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het ook erg moeilijk is om samenwerking van de grond te krijgen, omdat de structuur van het onderwijs tussen farmacie en geneeskunde enorm verschilt. Een ander praktisch probleem is het studentenaantal: die zijn bij geneeskunde zoveel groter dan bij farmacie dat het erg lastig is om studenten evenredig met elkaar in contact te brengen. Gelukkig is bij beide faculteiten het enthousiasme voor samenwerking groot. De meerwaarde is duidelijk: de studenten leren “geneeskundigs” dan wel “farmaceutisch” spreken, en zoals we allemaal weten, als je goed met iemand wilt communiceren zul je toch elkaars taal moeten verstaan. Momenteel is het nog zo dat je als geneeskunde- of farmaciestudent je hele studie kunt afronden zonder amper met iemand van de andere discipline te hebben gesproken, wat heel erg jammer is! Een advies aan alle farmaciestudenten: leer geneeskundigs als je enigszins de kans krijgt, dat zal je later in je beroepsuitoefening enorm helpen! En hopelijk tref je dan artsen die een beetje farmaceutisch spreken…

Daarna werkte hij 4 jaar als wetenschappelijk redacteur van het Pharmaceutisch Weekblad. Sinds 2001 is hij docent communicatie bij farmacie aan de Rijksuniversieteit Groningen. Vorig jaar heeft hij een opleiding tot coach gevolgd. Sinds februari is hij tevens werkzaam als coach voor 4e jaars intervisiegroepen bij Geneeskunde.

Foliolum Jaargang XXII Ed I

11


Cellulaire communicatie Betekenis van Epac eiwitten voor het begrijpen en behandelen van ziekten Prof. dr. Martina Schmidt

Miljoenen mensen op deze wereld lijden aan een chronische ziekte met als gevolg veel persoonlijk leed en enorme sociaal-economische schade. Ondanks het grote maatschappelijke belang zijn er relatief weinig innovatieve doorbraken te vermelden bij het begrijpen, het behandelen en zeker het genezen van deze ziekten. Veel aandoeningen zijn geassocieerd met defecte of ontspoorde signaalprocessen in cellen en tussen de cellen onderling. In ons onderzoek proberen wij daarom meer inzicht te krijgen in de rol van deze cellulaire signaalwegen in de biologie van deze ziekten. Naast het verkrijgen van inzicht in de pathofysiologie van de ziekten zullen deze onderzoeken mogelijk ook leiden tot nieuwe therapeutische mogelijkheden.

12 Nieuwe cellulaire signaalroute: signaaloverdracht door Epac Cyclisch adenosine monofosfaat (cyclisch AMP) is een zeer algemeen voorkomend en veelzijdig intracellulair signaalmolecuul dat na stimulatie door een reeks hormonen, neurotransmitters, prostaglandines en reukstoffen in cellen ontstaat. Het geeft als een universele second messenger de moleculaire boodschappen door in de cel en initieert gebeurtenissen die verantwoordelijk zijn voor een ongelooflijke en gevarieerde reeks aan cellulaire processen: te noemen zijn stofwisseling, contractie van gladde- en hartspiercellen, secretie, opening van ionkanalen, proliferatie en differentiatie van cellen, apoptose, ontstekingsprocessen, als ook leren en geheugen. Het cellulaire gehalte aan cyclisch AMP wordt strikt gereguleerd door receptoren die koppelen aan Gsen Gi eiwitten, via respectievelijk adenylyl cyclases en fosfodiesterases (PDEs). Subcellulaire compartimentalisatie lijkt het antwoord te zijn op de vraag hoe de verschillende cellulaire signaalcascades gereguleerd kunnen worden die door cyclisch AMP worden aangestuurd. Een bepalende rol schijnt hierbij de interactie van de verschillende effectoren van cyclisch AMP met de zogenaamde A-kinase verankerende eiwitten (AKAPs) te spelen. Protein kinase A (PKA) werd lange tijd gezien als de belangrijkste effector die direct door cyclisch AMP wordt gereguleerd. Foliolum Jaargang XXII Ed I

Epac eiwitten (Epac1 en Epac2) zijn ongeveer tien jaar geleden ontdekt als nieuwe activatoren van Ras eiwitten die door cyclisch AMP worden geactiveerd (cyclisch AMPgeactiveerde guanine nucleotide exchange factoren voor Ras G-eiwitten). Deze Epac eiwitten schijnen in de cel te fungeren als sensoren voor cyclisch AMP. Na de ontdekking van Epac eiwitten kunnen tot nu toe controversiële eigenschappen van cyclisch AMP beter verklaard worden. Door studies in verschillende cellen en diermodellen wordt nu langzaam duidelijk dat Epac eiwitten belangrijk zijn voor verschillende essentiële cellulaire processen, zoals de huishouding van calcium en de impulsgeleiding door neuronen. Het is aannemelijk dat Epac eiwitten betrokken zijn bij de regulatie van ontstekingsprocessen en bij het functioneren van het cardiovasculaire systeem en het zenuwstelsel [1-3]. Verschillende cellulaire effectoren zijn nu geïdentificeerd, waarvan de functie door Epac eiwitten wordt gereguleerd; waaronder een eveneens recent ontdekte nieuwe vorm van fosfolipase C, namelijk PLC-e, fosfolipase D (PLD) en protein kinase B (PKB)/Akt. Interacties met het actine-microtubuli-netwerk lijken van invloed te zijn op de zeer dynamische (in zowel tijd als ruimte) signaaloverdracht door Epac eiwitten.

PROF. DR. MARTINA SCHMIDT: Na haar studie biologie en promotie aan de RuhrUniversität Bochum in Duitsland werkte Martina Schmidt als wetenschappelijk onderzoekster in het Farmacologische Instituut van het universiteitsziekenhuis van Essen en als gastwetenschapper in het AMC in Amsterdam. In 2005 kwam ze als Rosalind Franklin Fellow naar het Centre for Behaviour and Neurosciences (CBN) van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen in Groningen. In 2006 werd ze hier benoemd tot adjunct-hoogleraar in de Moleculaire Farmacologie. Haar onderzoek richt zich op de moleculair-farmacologische aspecten van aandoeningen in het cardiovasculaire, respiratorische en neuronale systeem. In 2007 ontving ze de Organonprijs voor Farmacologie.


Communicatie Wij konden voor het eerst aantonen dat Gs-gekoppelde receptoren, die leiden tot een toename van het cellulaire gehalte aan cyclisch AMP, PLC-e stimuleren. Dit proces verloopt via activatie van Rap2 door Epac. Omgekeerd blijkt de Epac-Rap2-PLC-e signaalweg door Gi-gekoppelde receptoren, die cAMP verlagen, te worden geblokkeerd [1;4;5]. In een belangwekkend onderzoek in muizen die deficiënt zijn voor PLC-e, kon recentelijk worden aangetoond dat de Epac-Rap-PLC-e cascade een rol speelt bij de vrijzetting van calcium door de typische Gs-

gekoppelde β-adrenoceptor in hartspiercellen [6].

Wij konden verder aantonen dat de directe binding van Epac aan R-Ras leidt tot de activatie van R-Ras en vervolgens van fosfolipase D (PLD) [7]. PLD enzymen hydrolyseren in gestimuleerde cellen fosfatidylcholine uit de celmembraan tot fosfatidezuur. Er wordt verondersteld dat deze reactie noodzakelijk is voor een variëteit aan cellulaire gebeurtenissen, waaronder de mobilisatie van calcium en de rangschikking van het cytoskelet [8]. Wij hebben nu laten zien dat de Epac-effector PLD een actieve rol speelt bij de bundeling van actine stress-vezels in de cel [9]. Epac eiwitten schijnen hun biologische functie zowel alleen uit te oefenen, als ook in samenwerking met PKA, de al bekende effector van cyclisch AMP. De coördinatie van dit samenspel lijkt in handen te zijn van de zogenaamde AKAP eiwitten, die direct kunnen associëren met PKA en met cyclisch AMP-afhankelijke PDEs. Wij konden zeer onlangs een nieuwe moleculaire link tussen neuronale AKAP150, PKA, PKB/Akt and Epac2 identificeren. Hierbij werden sterke aanwijzingen gevonden dat de twee directe effectoren van cyclisch AMP, Epac en PKA, een tegengesteld effect hebben op de signalering door PKB/Akt in zenuwcellen. Deze modulatie van de PKB/Akt signalering is betrokken bij vele gebeurtenissen in neuronen (waaronder de differentiatie, proliferatie en overleving van zenuwcellen) die een essentiële rol spelen bij leer- en geheugenprocessen [10]. Het mag dan ook duidelijk zijn dat defecten in onderdelen van deze signaalwegen, waaronder ook Epac, drastische gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van zowel het hart als ook de hersenen. Om de functie van Epac eiwitten in de cel te onderzoeken worden specifieke, membraan-permeabele cAMP analoga als farmacologische hulpmiddelen gebruikt. Zo wordt het Epac-specifieke 8-(4-chlorophenylthio)-2’-O-methylcAMP (8-pCPT-2’-O-Me-cAMP) benut om de effecten van cyclisch AMP te onderzoeken die door Epac, en niet door PKA, worden veroorzaakt. Het is belangrijk te realiseren dat er op dit moment nog geen specifieke farmacologische antagonist van Epac beschikbaar is.

Conclusie Op basis van studies in verschillende cellen, diermodellen en genetisch veranderde muizen kunnen we vaststellen dat cyclisch AMP-afhankelijke Epac eiwitten een belangrijke rol spelen bij de cellulaire communicatie in fysiologische en pathofysiologische omstandigheden. De verdere opheldering van deze nieuwe Epac-afhankelijke signaalwegen in de cel zal met grote zekerheid bijdragen aan ons inzicht in het ontstaan en verloop van chronische degeneratieve aandoeningen. Het is nu dringend gewenst dat nieuwe stoffen ontwikkeld worden die specifiek de activiteit van Epac kunnen stimuleren of blokkeren. Deze stoffen kunnen tevens als basis dienen voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.

Literatuur 1. Roscioni SS, Elzinga CRS, Schmidt M: Epac: effectors and biological functions. Naunyn-Schmiederberg’s Arch.Pharmacol. 2008, 377:345-357. 2. Holz GG, Kang G, Harbeck M, Roe MW, Chepurny OG: Cell physiology of cAMP sensor Epac. J.Physiol 2006, 577:5-15. 3. Schaafsma D, Roscioni SS, Meurs H, Schmidt M:

Monomeric G-proteins as signal transducers in airway physiology and pathophysiology. Cell.Signal. 2008, 20:1705-1714. 4. Schmidt M, Evellin S, Weernink PA, von DF, Rehmann H, Lomasney JW, Jakobs KH: A new phospholipase-C-

calcium signalling pathway mediated by cyclic AMP and a Rap GTPase. Nat.Cell Biol. 2001, 3:1020-1024. 5. Keiper M, Stope MB, Szatkowski D, Böhm A, Tysack K, vom Dorp F, Saur O, Oude Weernink PA, Evellin S, Jakobs KH, Schmidt M: Epac- and Ca2+-controlled acti-

vation of Ras and extracellular signal-regulated kinases by Gs-coupled receptors. J.Biol.Chem. 2004, 279:46497-46508. 6. Smrcka AV, Blaxall BC, Dirksen RT: Epac regulation of cardiac EC couling. J Physiol 2007, 584:1029-1031. 7. López de Jesús M, Stope MB, Oude Weernink PA, Mahlke Y, Börgermann C, Ananaba VN, Rimmbach C, Rosskopf D, Michel MC, Jakobs KH, Schmidt M:

Martina Schmidt, Afdeling Moleculaire Farmacologie, Rijksuniversiteit Groningen, Antonius Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen. Telefoon: 050 363 3322, F ax: 050 363 6908, E-mail: m.schmidt@rug.nl Foliolum Jaargang XXII Ed I

13


Interview met prof. dr. F. Moolenaar en Susan Hofman Door Louis Keyzer en Elien Uitvlugt

27 14

Het communicatie interview is afgenomen bij prof. dr. Frits Moolenaar en Susan Hofman. Als eerste het interview met prof. dr. Frits Molenaar.

duele studieprogramma's tot een goed einde te brengen. Trouwens, de studenten zullen gaan merken dat we mede door de enorme studentenaantallen de (ingangs)eisen steeds strenger zullen gaan bijstellen. Persoonlijk vind ik het een zeer slechte zaak dat we van het CvB geen bindend studieadvies mogen geven.

Met welke studenten heeft u contact en op welke manier heeft u contact met uw studenten?

Nestor is een belangrijk communicatiemiddel. Hoe bevalt Nestor als communicatiemiddel?

In het eerste jaar geef ik met een aantal collega's het nieuwe vak pathologie aan een enorme grote groep studenten. Dat voelt voor ons als docenten afstandelijk en het is voor ons wennen. Je weet of voelt niet of de boodschap aankomt. Op vrijdagochtend is het vaak extra onrustig met op de achterste rijen slaperige studenten of feestneuzen die wellicht nog nagenieten van hun avonturen de afgelopen avond en nacht. In het 4e jaar geven we met ons farmacotherapie-collectief (Brouwers, Taxis, Pras en ikzelf) onderwijs over een van de leukste vakgebieden volgens de studenten. Dit is het vakgebied waarom je voor farmacie hebt gekozen, horen we vaak. Het vaak nog wat puberale groepsgedrag is in deze fase van de studie verdwenen. Het onderwijs wordt gelukkig in een veel kleinere groep gegeven, iedereen kent elkaar inmiddels en ze zitten acht tot negen weken bij elkaar. Ze beginnen zich te realiseren dat ze over twee jaar apotheker zullen zijn en dus merk je als docent dat ze veel serieuzer zijn geworden. In het laatste 6e jaar bij ons vak Specialistische Farmacotherapie merken we dat de studenten zich al helemaal richten op het feit dat ze het volgende jaar al een baan zullen hebben. Ze hebben inmiddels een stage van twee maanden in een openbare apotheek achter de rug en hebben daar ondervonden hoe moeilijk het is om ons vakgebied goed uit te dragen bij patiĂŤnten en dokters. Onze studenten veranderen dan vaak al een beetje in mevrouwen en meneren. Hier speelt natuurlijk niet alleen farmacie een grote rol in, maar ook het voortschrijdend studentenleven met haar activiteiten, de baantjes of bestuursfuncties. Het is prachtig om te zien hoe uiteindelijk de "nieuwe collega's" bij de Masteruitreiking in de Aula zijn uitgegroeid tot communicatief allerte, enthousiaste en frisse apothekers vol met idealen. Gelukkig is dat proces van alle tijden! Verder maak ik deel uit van de Opleidingscommissie waar enthousiaste en gemotiveerde studenten een belangrijk aandeel in de discussies hebben tijdens de maandelijkse vergaderingen. Tot slot is er de Examencommissie, waarbij veel tijd wordt besteed -samen met vrijwel iedereen van het onderwijsbureau- om allerlei lastige puzzels van indiviFoliolum Jaargang XXII Ed I

Nestor is een prachtig medium. Een recent verschenen overzicht over osteoporose of hypertensie wordt een half uur voor het college in pdf formaat geplaatst, de presentatie over pijnbestrijding als referaat van een student staat een half uur later al op Nestor, maar ook allerlei korte announcements (zaaltjes, mutaties, uitslagen etc) zijn onmisbaar geworden bij de farmacotherapie-colleges. In het eerste jaar bij pathologie met al die grote zalen vol heeft het een wat bescheidener plaats. De studenten bestuderen vooral het boek "pathologie" en kijken nog veel minder naar de dia-presentaties op Nestor. Ze moeten dat nog een beetje ontdekken, want de sheets van de docenten zijn vaak de handvaten voor het leren van het tentamen. Niet zelden is het zo dat, als je de sheets goed bestudeerd en snapt (even terug kijken in het boek), je al in de buurt van een voldoende zit.

Hoe vindt u de communicatie tijdens college? Zoals eerder gezegd, wordt ĂŠĂŠn en ander sterk bepaald door de onderwijsvorm. De tutorgroepen bij geneeskunde zijn ideaal en zo'n volle bak met vele feestgangers een nachtmerrie. In 2005 waren er nog zo'n 90 eerstejaars en in 2006 waren dit ineens 180. Als 10% van die studenten onrustig is of wat aan het "kloten" is, dan ben je als docent blij dat de klus die ochtend erop zit. Maar al ras, in de latere jaren, waar de groepen veel kleiner zijn en je als student bij de farmacotherapie wel regelmatig een beurt krijgt, is het leed geleden en is het het mooiste beroep van de wereld!

Wat vindt u van het persoonlijke contact met studenten? Is de communicatie met studenten buiten de collegezaal informeler? Dit vind ik heel belangrijk. Door persoonlijk contact kan er in sommige gevallen rekening worden gehouden met persoonlijke problemen of met de bijzondere achtergrond van studenten. We zorgen voor een informele sfeer en er is veel contact met de studenten voor, tijdens en na de werkcolleges Framacotherapie. Dat is het leuke van de Masterfase van onze studie.


Communicatie

Merkt u verschil tussen hoe de student van nu met u communiceert en hoe de student van een aantal jaar geleden dit deed? Ik ben aangekomen als student in 1966 en toen was de studie zeker niet beter. Het leven had toen wel een veel rustiger tempo. Niemand rende nogdoor de gang, want wat vandaag niet afkwam, deden we morgen wel (of niet). Vanaf eind juni was de boel bij farmacie min of meer gesloten en veel onderzoek werd er nog niet gedaan. Er werd vaak negen jaar over de studie gedaan, tenslotte moest er veel scheikunde, analyse en botanie gestampt worden en het vak farmacotherapie bestond nog niet. Apothekers waren scheikundigen en moesten maar geen "doktertje spelen". De tentamens waren vaak mondeling. Als je "klaar" was voor een tentamen, ging je langs het secretariaat van de professor voor een afspraak. Je kwam in je mooie pak ruim op tijd opdagen en ikzelf heb eens tijdens zo'n mondelinge sessie een bordje tomatensoep met professor Faber gelepeld. Later besef je dat je zo ongemerkt het vak "communicatie" grotendeels onder de knie kreeg met al dat mondelinge gedoe: wat wil de docent horen, hoe kom ik over, hoe blijf ik aan zet: nooit naar het plafond gaan staren als je het niet weet, dus behoudt vooral immer het initiatief. Aan de andere kant, studenten van tegenwoordig zijn door al die prachtige communicatiemiddelen makkelijker in de omgang, minder informeel, mondiger en soms is geen drempel te hoog. Dat heeft nadelen, maar zeker ook voordelen en ze zijn dus veel "communicatiever", weliswaar op een andere manier dan wij destijds. Wel moeten er zo af en toe bij bepaalde studenten even wat beschavingsrituelen worden bijgebracht. Anders wil geen docent, patient of huisarts later met zo'n pias-apotheker samenwerken.

Hoe zou u het contact met docenten omschrijven? Heeft u ook contact met docenten buiten uw vakgroep? De omgang tussen de docenten bij farmacie is informeel en laagdrempelig. Als er al eens problemen zijn, dan is het devies: niet gaan e-mailen, maar via persoonljk contact misverstanden oplossen. Als je naar elkaar toestapt, lukken dingen altijd. Binnen ons vakgebied Farmacotherapie zijn we betrokken bij drie cursussen. We vergaderen, maken nieuwe plannen en nieuw cursusmateriaal. Als iemand verhinderd is, springt een collega bij en we hebben dan ook een prima team. Binnen mijn eigen werkgroep Kinetiek staat het onderzoek centraal en werken ongeveer vijfentwintig mensen: aio’s, postdoc’s, analisten en twee hoogleraren. Wekelijks wordt er vergaderd door de vaste staf en dat is nodig ook om rust te houden in het kippenhok. Er zijn veel collega’s uit het buitenland, dus de voertaal is engels tot aan de koffietafel toe. Als er iemand jarig is, zijn er slingers en taart. Wel is onze organisatie nu zo groot en het onderwijs zo veelomvattend, dat er veel minder direct contact is met de andere wetenschapsgroepen. De tijd van de kleinschaligheid is voorbij. Tot tien jaar geleden hadden we ons eigen farmaciegebouw aan de overkant. De portier kende iedereen; er was een eigen bibliotheek; de studenten moesten via trappen; het personeel kon met de lift; er was een eigen koffiekamer met een eigen koffiemevrouw en dus kende ieder-

een elkaar door en door. En in december kwamen de Sint en zijn pieten de boel mooi op stelten zetten. Er was vaak een sfeer zoals de sfeer op een gezellige camping waar een ieder jaarlijks heen gaat. Maar gelukkig wordt door P.S. dat campinggevoel door al die leuke activiteiten, ook voor docenten, nog een beetje in stand gehouden.

Wat zou u willen verbeteren aan de communicatie, zowel met studenten als docenten? Ideaal zou zijn om, net als bij de studie geneeskunde, het onderwijs veel meer in tutorgroepen aan te bieden, afgewisseld met een beperkt aantal hoorcolleges. Niemand kan zich dan verstoppen; een ieder moet laten zien waar hij of zij voor staat. In Utrecht is men daarop overgestapt en dat lijkt mij zo gek nog niet. Het kost alleen enorm veel extra personeel en dus veel geld, en vraag dat maar eens aan de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen, die net een reorganisatie achter de rug heeft. Zoals gezegd, met de grote aantallen studenten van nu loopt het personeel aardig op z’n tandvlees. Misschien zijn we als organisatie te netjes geweest en zouden we, net als Arriva, gewoon eens moeten gaan staken. Ons zesde jaar is zo’n voorbeeld: wat als slagroom op de studie zou moeten zijn, lijkt af en toe op een bak met losse korrels zand. Er is domweg te weinig personeel en tijd om de programmaonderdelen beter op elkaar af te stemmen en te optimaliseren. Gelukkig is de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen nu wakker geworden en kunnen er voortvarende plannen uitgevoerd worden omdat er extra geld over de brug gaat komen. Verder is het absoluut noodzakelijk dat wij voor onze studenten in het zesde jaar samen met aanstaande dokters werkcolleges Farmacotherapie en Farmaceutische patiëntenzorg gaan organiseren. Het blijkt lastig om dit te realiseren, omdat de studie geneeskunde ons belangrijke onderdeel farmacotherapie niet regulier heeft in het studieprogramma. En natuurlijk druk is met z’n eigen prioriteiten. Gelukkig probeert P.S. wel ieder jaar een gezamenlijke middag met studenten geneeskunde te organiseren, waar farmacotherapeutische opdrachten samen worden uitgewerkt en besproken. Zo leren de beide beroepsgroepen elkaar al een beetje kennen. Hopelijk kan dit in de toekomst worden uitgebouwd, want hoe je het ook bekijkt: de artsen zijn onze direkte werkgevers

Prof. dr. Frits Moolenaar werd geboren in 1946 in Groningen. In 1966 ging hij farmacie studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen en in 1973 haalde hij z'n apothekersexamen. Hij promoveerde in 1979 aan de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Zijn onderzoeksgebeid is'drug targeting to the kidney'. Hij is coördinator van het Farmacotherapie onderwijs. Op dit moment is hij voorzitter van de Examencommissie en secretaris van de Opleidingscommissie. Voorheen was hij vice-voorzitter van het Pharmaceutisch Weekblad. Foliolum Jaargang XXII Ed I

56 15


Communicatie Dan nu het tweede gedeelte van het communicatie interview, afgenomen bij Susan Hofman

Waar heb je vooral contact met docenten en op welke manier gaat dat dan? “Ik heb voornamelijk contact met docenten tijdens college, maar niet meer dan door af en toe een vraag te stellen. Ik heb niet echt een persoonlijke band binnen of buiten colleges met docenten. Wat onder andere een oorzaak is, is dat de “tutor”-groepjes worden begeleid door ouderejaars studenten en niet door docenten, waardoor de persoonlijke band tussen student en docent niet echt verbetert. Maarja die docenten hebben daar ook niet echt tijd voor. Als ik een docent iets wil vragen buiten college dan stuur ik deze een e-mail. Ik ga bijna nooit naar een docent toe om iets te vragen. Voor mijn studie dan, voor de Commissie Farmaceutische Wetenschappen, de SSS, moest ik nog wel eens langs een docent, maar ook niet vaak.”

Zoals je natuurlijk weet is Nestor een veelgebruikt communicatiemiddel binnen farmacie. Hoe bevalt Nestor jou, zoals bijvoorbeeld de sheets die erop komen?

27 16

“Ik vind Nestor eigenlijk wel goed. Het is een prima middel voor docenten en studenten om te communiceren en daar maak ik zelf ook gebruik van. Het is fijn dat de collegesheets op Nestor komen, maar ik gebruik ze meer als naslagwerk. Ik ga geen colleges overslaan als ik weet dat de sheets op internet komen te staan. Ook als naslagwerk gebruik ik ze niet heel erg vaak, maar het geeft wel een heel fijn gevoel dat je ze altijd kan raadplegen!”

Wat vind je van de colleges die worden gegeven en de hulpmiddelen die worden gebruikt? “Tijdens het college is er weinig persoonlijk contact, de studenten zijn vaak schuw ten opzichte van de docent. Vaak zijn de college groepen ook best groot waardoor goede discussies vaak worden uitgesloten. Wat dat betreft geef ik persoonlijk de voorkeur aan colleges met kleine groepen. De powerpoint presentaties zijn vaak goed, maar soms wordt er nog te veel “voorgelezen” en is er matig oogcontact in de zaal en dat leidt tot slechte communicatie. Maar over het algemeen ben ik zeer tevreden met de vaardigheden van de docenten!”

Vind je dat de farmacie student voldoende leert over communicatieve vaardigheden? “Nee eigenlijk niet. Er wordt niet veel verteld over de belangen van communicatieve vaardigheden die je bijvoorbeeld moet bezitten als apotheker. Je hebt wel af en toe dat je een presentatie moet houden voor een grote zaal maar dat had vaker gekund. Al moet ik wel zeggen dat je die communicatieve vaardigheden ook in de praktijk moet leren en niet alleen tijdens je studie.” Foliolum Jaargang XXII Ed I

Susan Hofman vierdejaars student farmacie

We hebben het net gehad over contact met docenten. Hoe is jouw contact met studenten? Zowel binnen als buiten je eigen jaar? “Nou, mijn jaar was natuurlijk een topjaar! Een klein jaar, heel gezellig en je kent eigenlijk iedereen wel. Sommige natuurlijk oppervlakkiger dan de andere, maar je kent ze wel. Je spreekt ze ook erg vaak, aangezien je ze ook steeds bij college ziet of soms met ze in groepjes zit. Met studenten uit andere jaren communiceer ik niet zo vaak. Als het zover was dan voornamelijk voor mijn commissie (Commissie Farmaceutische Wetenschappen) of bij het assisteren van bepaalde vakken. Of je spreekt ze natuurlijk tijdens de borrel de eerste dinsdag van de maand”

Hoe denk je dat de communicatie in de toekomst gaat veranderen door bijvoorbeeld de digitalisering? En wat zou je daaraan willen verbeteren binnen farmacie? “Jeetje wat een moeilijke vragen allemaal! Ik kan me voorstellen dat het contact nog onpersoonlijker gaat worden. Het mailen en sms-en haalt het bellen en opzoeken in. Het is ook veel makkelijker om te sms-en en te mailen, maar ik weet niet of het ook per se goed is als dat gebeurt. De efficiëntie gaat wel omhoog maar het onderhouden van het contact gaat daarbij omlaag. En wat ik zou willen veranderen binnen farmacie? Met studenten doe je al best veel. Met docenten kan de communicatie nog wat persoonlijker, maar dat moet natuurlijk van twee kanten komen. Soms ligt het er aan dat de docent geen initiatief neemt en soms dat de student dat niet doet. Misschien dat er nog een keer een opdracht of vak kan komen om de communicatie te verbeteren, zoals een stage, meer presentaties of meer in “case” vormen studeren. In Utrecht zie je dat ze daar al ver in gevorderd zijn.”


Promovendus FWN

THE BACELL FACTORY AND THERAPEUTIC PROTEINS Optimaal productiesysteem voor hIL-3 door Bacillus subtilis Het onderzoek van Lidia Westers was erop gericht de bacterie Bacillus subtilis te optimaliseren voor de productie van grote hoeveelheden eiwit. Het uiteindelijke doel was dat deze niet-schadelijke bacterie ingezet kan worden voor de productie van farmaceutische eiwitten, zoals humaan interleukine-3 (hIL-3) dat naast andere medicatie wordt gebruikt bij chemotherapie. Voor productie van hIL-3 testte zij verschillende B. subtilis stammen waarin proteasegenen geïnactiveerd zijn. Ook optimaliseerde zij de promotoren op het overexpressie-plasmide en gebruikte verschillende signaalpeptiden om secretie van hIL3 in het kweekmedium te bevorderen. Door tevens de kweekmedia te variëren vond zij uiteindelijk een optimaal productiesysteem voor hIL-3. Westers maakte van hIL-3 19 varianten op de positie van Glu22 met de bedoeling om een variant te maken met andere bindingseigenschappen aan de hIL-3-receptor. De meeste varianten lieten een sterk verlaagde bioactiviteit op leukemiecellen zien. Bindingsexperimenten met behulp van Biacore lieten zien dat de meeste van deze minder actieve varianten nog wel aan de specifieke a-subunit van de receptor binden. Van één van de minst actieve varianten toonde Westers aan dat er geen hIL-3/hIL-3-R complex meer gevormd wordt. De productie en het uitscheiden van grote hoeveelheden "niet-eigen" eiwitten leidt in B. subtilis tot een stressrespons, die de uiteindelijke opbrengst van het gewenste eiwit wellicht verlaagt. Deze zogenaamde secretie-stressrespons is nader bestudeerd. Zo toonde Westers aan dat de intensiteit van deze respons in sommige gevallen gebruikt kan worden als een indicator voor het eiwitproductieniveau. Lidia Westers (Ten Boer, 1973) studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij haar promotieonderzoek deed bij de vakgroep Farmaceutische biologie. Haar onderzoek werd gefinancierd door SenterNovem. Inmiddels is zij onderwijscoördinator aan de Rijksuniversiteit Groningen bij Farmacie.

17

Datum: 12 september 2008 Promotie: mw. L. Westers, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: The bacell factory and therapeutic proteins Promotor(s): prof.dr. W.J. Quax Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Foliolum Jaargang XXII Ed I


Mede mogelijk gemaakt door... Emma ter Huizen Secretaresse bij het Bureau Onderwijs Farmacie

De redactiecommissie van het Foliolum start met een nieuwe column "mede mogelijk gemaakt door...� en heeft mij gevraagd om iets over me zelf te vertellen. Ik mag dus de spits afbijten. Laat ik beginnen me voor te stellen. Mijn naam is Emma ter Huizen en ik ben secretaresse bij het Bureau Onderwijs Farmacie waar ik de onderwijscoordinator, Lidia Westers, en twee studieadviseurs, Solita van Duin en Paul van Hutten, ondersteun. Mijn werkplek is de Onderwijsbalie van Bureau Onderwijs waar studenten met allerlei vragen en opmerkingen terecht kunnen. Sinds kort zijn wij verhuisd, we zitten nu aan de Antonius Deusinglaan 1, gebouw 3214 kamer 005. Ik ben op 1 december 1990 in dienst getreden van de Rijksuniversiteit Groningen. De meesten van jullie zaten toen waarschijnlijk nog op de kleuterschool en sommige waren misschien nog niets eens geboren. Ik heb de afgelopen jaren dan ook heel wat studenten zien komen en gaan. Ik moet wel zeggen dat het aantal eerstejaarsstudenten de laatste drie jaar aanzienlijk is toe genomen. Het is daardoor veel drukker geworden. Ik heb een heel gevarieerde baan en werk hier met veel plezier.

18

Studenten kunnen bij mij terecht, zowel telefonisch als via de mail, voor het maken van een afspraak met een van de studieadviseurs. Ik probeer zo veel mogelijk vragen zelf te beantwoorden maar voor het samenstellen van een studieprogramma, problemen thuis of met je studie, ziekte, enz. wordt een afspraak gemaakt met de studieadviseur. Verder zorg ik ervoor dat alle cursussen en (her)tentamens van het studieprogramma (eerste t/m zesde jaar) in progresswww.nl/rug komen te staan, zodat studenten zich hiervoor kunnen inschrijven. De vakomschrijving in Ocasys moet correct worden weergegeven; aan het eind van het studiejaar moeten docenten aangeven of er nog wijzigingen zijn die dan door mij verwerkt worden. Ook de studiegids moet ieder jaar upto-date gemaakt worden, dit doe ik samen met de studieadviseur Paul van Hutten. De teksten uit de studiegids van voorgaand jaar wordt opgestuurd naar desbetreffende docenten/medewerkers met het verzoek deze kritisch te bekijken. De correcties worden verwerkt. Tevens bekijk ik of er nog wijzigingen zijn van de vakken; met name ingangseisen, studiepunten of andere naam van een cursus, deze wijzigingen moeten namelijk goedgekeurd worden door de Opleidingscommissie en correct weergegeven worden in de OEREN. Foliolum Jaargang XXII Ed I

Iedere tweede maandag van de maand is er een vergadering van de Evaluatiecommissie (EC), waarvan ik de secretaresse ben. Dit is altijd enorm veel werk, het meeste wordt door mij geregeld. Dit houdt b.v. in: Ieder jaar een overzicht maken van cursussen die geĂŤvalueerd moeten worden, zorgen dat de formulieren bij de desbetreffende docent terecht komen, zodat ze tijdens het tentamen uitgedeeld kunnen worden aan de studenten; de ingevulde formulieren opsturen naar het UOCG die hier een rapport van maakt. Dit rapport vervolgens sturen naar twee leden van de evaluatie commissie met het verzoek hiervan een verslag te maken en aangeven waar overschrijdingen hebben plaatsgevonden. Dit verslag wordt behandeld in een vergadering van de evaluatiecommissie waar besproken /besloten wordt wat voor soort brief er naar de betreffende docent(en) gestuurd moet worden. Verder verzamel ik de gegevens ten behoeve van het jaarverslag en zorg ik er voor dat een korte samenvatting (de 'openbare teksten') van de behandelde evaluaties in Foliolum geplaatst wordt. De tweedejaarsstudenten moeten gevaccineerd worden tegen Hepatitis B. De organisatie en administratieve afwikkeling is voor een heel groot deel mijn verantwoordelijkheid. Voor vragen met betrekking tot dit onderwerp kunnen studenten altijd bij mij komen. Ik werk 24 uur in de week verdeeld over vier dagen, op de woensdag ben ik vrij. Kom gerust eens bij mij langs, mijn deur staat altijd open. Ten slotte wil ik nog heel graag vertellen dat ik in november 2008 voor de eerste keer oma hoop te worden. Wij hebben twee dochters, Olga en Mirjam en beide meiden krijgen in november hun eerste kindje.


Onderzoek belicht De rol van B-cellen bij COPD Angela Aalders

In november 2007 ben ik met mijn onderzoekproject begonnen bij de vakgroep Medische Biologie in het UMCG. Ik wilde voor mijn onderzoek graag eens kijken buiten de vakgroepen die farmacie kent. Daarom heb ik contact opgenomen met Wijnand Helfrich, misschien wel bekend van de colleges Immunologie en Infecties en Tumoren, met de vraag of er mogelijkheden waren om onderzoek te doen binnen de groep Medische Biologie en gelukkig waren die er voldoende. De vakgroep Medische Biologie is onderdeel van de afdeling Pathologie en Laboratoriumgeneeskunde van het UMCG. De vakgroep Medische Biologie zelf is weer opgedeeld in zes researchlijnen. Ik doe mijn onderzoek bij de researchlijn Tumor Immunologie (TI), met Dr. Dick Bonarius als begeleider. Het leuke is dat er op de afdeling mensen met uiteenlopende achtergronden te vinden zijn. De studenten die er stage lopen, komen dan ook van veel verschillende studies, waaronder life science, geneeskunde, medische biologie en het HLO. Het lopende onderzoek waar zowel de vakgroepen Pathologie als Medische Biologie betrokken bij zijn en waar ik in ben gestapt, heeft als titel “De rol van B-cellen bij COPD”. Omdat het onderzoek over verschillende groepen verspreid is, wordt er vaak overleg gehouden. Zo is er twee-wekelijks overleg met de onderzoekers van het project en een aantal longartsen. Op deze manier kom je als onderzoeker ook veel van de klinische kant van Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) te weten en blijven de longartsen goed op de hoogte van het

gen. Door overtollige slijmproductie krijgen patiënten last van hoest, slijm opgeven en benauwdheid. Bij longemfyseem is de wand van de longblaasjes permanent beschadigd, waardoor patiënten voornamelijk last krijgen van chronische hoest en kortademigheid. Roken is de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van COPD. Ruim 90% van de COPD-patiënten rookt of heeft gerookt. COPD is een progressieve ziekte; stoppen met roken zorgt wel voor een minder snelle achteruitgang van de longfunctie, maar de achteruitgang blijft wel doorgaan.

19

Mijn onderzoek Hoewel het mechanisme dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van COPD nog niet opgehelderd is, zijn er wel een aantal mogelijke mechanismen geassocieerd met het ontstaan van COPD. Met één deel daarvan, autoimmuniteit en COPD, heb ik mij bezig gehouden. Uit onderzoeken van de laatste jaren zijn aanwijzingen gevonden voor autoimmuniteit bij COPD. Zo is er sprake van zelf-reactiviteit van COPD-patiënten tegen lichaamseigen eiwitten uit het longweefsel en een toename van het aantal B-cellen in de longen bij COPD-patiënten in vergelijking met gezonde mensen. B-cellen horen normaal niet in grote getale voor te komen in de longen. Ook is naar voren gekomen dat de ziekte reageert op immuunsuppressieve therapie met onder andere Rituximab. Dit is een antilichaam gericht tegen CD20antigenen, welke voorkomen op B-cellen.

lopende onderzoek.

COPD COPD wordt onderverdeeld in chronische bronchitis en longemfyseem. Bij chronische bronchitis is er sprake van een langdurige ontsteking van het slijmvlies in de lon-

Nu er aanwijzingen zijn voor een immuunreactie tegen lichaamseigen antigenen bij COPD, is het de vraag hoe het komt dat B-cellen, die zelf-antigenen herkennen, worden geactiveerd. Door het DNA van de antilichamen te bestuderen, kun je veel te weten komen over mogelijke mutaties en reactiviteit van de antilichamen. Foliolum Jaargang XXII Ed I


Facultair We zijn geïnteresseerd in plasmacellen, omdat dit het type B-cel is dat antilichamen produceert. Maar dan moeten deze plasmacellen wel eerst uit longweefsel worden gehaald. Het doel van mijn onderzoek was dan ook om een protocol te ontwikkelen en te valideren voor het isoleren van plasmacellen uit humaan longweefsel. Ik ben begonnen met het oefenen van het isoleren van cellen uit humaan longmateriaal. Dit materiaal komt van patiënten die aan hun longen geopereerd zijn. Het is zeer lastig om cellen te isoleren uit longmateriaal; vaak gaan cellen snel dood. Daarnaast bevatten de longen van COPD-patiënten veel rookdeeltjes, welke de analysemethoden verstoren.

20

Vervolgens kon ik verder met het uitzoeken van de antilichamen die gebruikt moesten worden om plasmacellen te kunnen scheiden van de andere cellen die in longweefsel zitten. Ik heb getest welke concentraties ik nodig had voor de verschillende antilichamen. Daarna kon ik de optimale samenstelling van een cocktail met 10 antilichamen maken. Aan elk antilichaam zit een ander label/kleur gekoppeld. Door de cocktail met antilichamen toe te voegen aan de celsuspensie met de cellen die geïsoleerd zijn uit het longweefsel, kan op de FACS de celsuspensie geanalyseerd en eventueel gescheiden worden. Een FACS (Fluoresence-Activated Cell Sorter) is een apparaat dat cellen kan scheiden in verschillende populaties, doordat aan verschillende celtypen een ander antilichaam of een combinatie van antilichamen is gekoppeld, met elk hun eigen fluorescerende kleur. Het is gelukt om de cocktail zo samen te stellen dat plasmacellen gesorteerd kunnen worden, zodat er later cDNA van gemaakt kan worden voor de PCR. Ook zag ik dat er bij ernstige COPD-patiënten meer B-cellen in de longen te vinden waren. Een mooie bevestiging dat de methode werkt.

Foliolum Jaargang XXII Ed I

Tot slot heb ik de methode gevalideerd en gecontroleerd of ik ook echt de plasmacellen te pakken had, door immuunhistochemie kleuringen op hetzelfde longweefsel uit te voeren. Mijn deel van het onderzoek is nu afgesloten en ligt te wachten op een vervolg. Mijn begeleider heeft een subsidieaanvraag lopen bij het Astmafonds en de kans is groot dat deze gehonoreerd wordt. Hopelijk kan dan snel een AIO of student ermee verder. Ik de heb de afgelopen maanden ontzettend veel geleerd, nieuwe technieken, het maken van protocollen, het zelf invullen en plannen van experimenten, noem maar op. De tijd is echt voorbij gevlogen. Ik vond het heel erg leuk om nu ook eens bezig te zijn met het onderzoek dat zich eigenlijk voor het proces van geneesmiddelontwikkeling afspeelt. Ook de mensen op het lab waren heel prettig om mee samen te werken. De sfeer op het lab was altijd goed en dat stimuleert ook het praktische werk. Er werden veel leuke dingen georganiseerd, zoals etentjes, de jaarlijkse Labdag en het mega hamburgers eten na de halfjaarlijkse labschoonmaakdag. Daarnaast hebben we met een team meegedaan aan het UMCG volleybaltoernooi. Ik heb in ieder geval een super leuke tijd gehad en raad iedereen aan die het leuk lijkt om bij Medische Biologie zijn of haar onderzoeksproject te doen, eens een kijkje te gaan nemen.


Student in het buitenland Harriëtte Koop

G'day mate! Na veel positieve verhalen te hebben gehoord over onderzoek doen in het buitenland, heb ik vorig jaar uitgezocht welke mogelijkheden er zijn bij Farmacotherapie en Farmaceutische Zorg. Hierop heb ik contact gezocht met Katja Taxis en hebben we de mogelijkheden besproken.

Het verkrijgen en controleren van de dossiers verliep er veel moeizamer dan in Hobart. De werkdruk van het medisch dossier personeel lag hoog, waardoor het over het algemeen lang duurde voordat ik de vaak onvolledige dossierstukken ter inzage kreeg. Tijdens het uitvoeren van het onderzoek in Darwin kreeg ik moeilijk contact met mijn supervisors in Hobart. Pas na het afronden van de resultaten en discussie en vele mailtjes later kreeg ik het commentaar op mijn scriptie, waaruit bleek dat ik een verkeerde weg was in geslagen. Liever had ik dit eerder geweten, omdat ik mijn scriptie nu in Nederland moet afmaken. Uit mijn voorlopige resultaten blijkt dat tromboprofylaxis bij kankerpatiënten zonder contra-indicaties maar aan respectievelijk 46.6% van de patiënten in Hobart en 60.6% in Darwin wordt voorschreven. Ik heb in dit onderzoek geen verband tussen tromboprofylaxis en bloedingen en mortaliteit gevonden.

Australië sprak mij verreweg het meeste aan, mede doordat ik hier mijn onderzoek kon verspreiden over twee steden: Hobart en Darwin. De “University of Tasmania” en de “Darwin University” zijn beide universitair medische centra, waar veel onderzoek wordt gedaan. Zontechnisch gezien was het voor mij het prettigst het eerste gedeelte van mijn onderzoek in Hobart te doen en het tweede in Darwin. De gemiddelde temperatuur tijdens mijn onderzoeksperiode was zodoende om en nabij de dertig graden, waar ik niet geheel onterecht veel van heb genoten. Dat je een flexibele instelling moet hebben als je onderzoek wilt gaan doen in het buitenland, blijkt wel uit het feit dat mijn onderzoeksonderwerp drie maal is veranderd. Na een week vakantie op Tasmanië, heb ik op de eerste dag op de universiteit mijn definitieve onderwerp pas te horen gekregen. Ik zou onderzoek gaan doen naar het gebruik van tromboseprofylaxe bij kankerpatiënten in het ziekenhuis. Kankerpatiënten hebben zowel door de tumor als door de behandeling (chemotherapie) een verhoogde kans op trombose. Internationale richtlijnen schrijven ziekenhuizen voor om bedlegerige kankerpatiënten een tromboseprofylaxe toe te dienen. Voor mijn onderzoek heb ik de medische dossiers uit 2007 van deze patiëntengroep in Hobart en in Darwin gecontroleerd. De medische dossiers van het ziekenhuis in Hobart waren digitaal en beschikbaar via intranet, dit in tegenstelling tot Darwin waar men alles op papier archiveert.

Op de “University van Tasmani” deden Marianne Luinstra, Karin Beld en nog twee Deense studenten ook bij farmacie onderzoek. Vele weekenden zijn we er samen op uit getrokken en hebben we Tasmanië verkend. Het klimaat van Tasmanië is vergelijkbaar met dat

van Nederland, de natuur is echter veel meer divers. Er zijn ontzettend veel nationale parken met prachtige stranden, regenwouden, rivieren en bergen, waar je dagenlange wandeltochten kunt maken. Met Karin en Marianne heb ik de bekendste berg van Tasmanië Foliolum Jaargang XXII Ed I

21


Jan Smits

De KNMP is de beroeps- en branche-

Lid van het Hoofdbestuur van de KNMP

de belangen van de leden, de branche en de

organisatie voor apothekers. Wij behartigen farmacie in het algemeen. In al onze activiteiten staat de essentiële rol van de apotheker

Vertel kort iets over uzelf

in de zorgverlening centraal. Als onderdeel

“Sinds 1996 ben ik beherend apotheker in Tilburg. In die periode

van de totale zorgketen staan we voor een

heb ik onder meer Coöperatieve Apotheken Midden Brabant

effectieve en patiëntgerichte farmaceutische

U.A. opgericht. Hierin werken alle apotheken in de regio Tilburg

zorg, waarbij medicatieveiligheid en

samen. Onze computersystemen zijn zodanig gekoppeld dat we

kwaliteit in de branche voorop staan.

van elke patiënt in de regio het meest actuele medicatiedossier

Meer informatie: www.knmp.nl

hebben. We waren een van de eersten in Nederland die deze kwaliteitsslag maakten. Na mijn afstuderen in 1984 heb ik gedurende twaalf jaar voor diverse organisaties gewerkt. Daar hield ik me vooral bezig met de nationale en internationale marketing van nieuwe geneesmiddelen en business services. Ik ken dus de voor- en nadelen van het in een grote organisatie werken en die van het bestaan van eenpitter. Met die combinatie van kennis en ervaringen zet ik me graag in voor de KNMP.”

Wat betekent de KNMP voor u? “De KNMP is het kaderscheppend instituut voor de farmacie in Nederland. Op dit moment kan onze sector zich kwalitatief meten met het hoogste niveau ter wereld. De opdracht voor de KNMP is die positie intact te houden. De inzet daarbij is het verlenen van maximale farmaceutische zorg.” Lid worden van de KNMP Als student (bio)farmacie kun je kandidaatlid

Wat is uw belangrijkste doelstelling voor de komende periode?

worden. Een kandidaat-lidmaatschap kost 27 euro per jaar exclusief 19% BTW. Hiervoor

“Ik wil me de komende periode graag inzetten op drie gebie-

krijg je het apothekersvakblad PW

den: de kwaliteit van de farmaceutische zorg, de samenwerking

(Pharmaceutisch Weekblad) toegezonden.

tussen apothekers onderling en met andere disciplines binnen

Je krijgt een toegangscode tot de KNMP

de gezondheidszorg en de communicatie naar de achterban, de

website (www.knmp.nl). Hierop staat een

klanten en de stakeholders. Daar heb ik geen SMART-

schat aan informatie, zoals de Kennisbank.

doelstellingen voor geformuleerd, maar vanuit mijn visie wil ik

Ook blijf je op de hoogte van actuele

daar graag een bijdrage aan leveren.”

ontwikkelingen in de farmaciebranche. Verder krijg je de Leden- en adressenlijst en de Apothekenlijst toegestuurd. Overigens, in

Waar bent u trots op?

de laatste fase van je studie kun je het

“Er is een tijd geweest dat sommige collega’s op verjaardags-

Informatorium Medicamentorum en het

feestjes liever niet vertelden tot welke beroepsgroep ze horen.

Formularium der Nederlandse Apothekers

Ik ben er echter trots op apotheker te zijn en onderdeel uit te

(FNA) krijgen! Redenen genoeg om een

maken van een zeer hoogwaardige farmaceutische dienst-

lidmaatschap aan te vragen.

verlening.” Telefoon 070 - 37 37 373 E-mail leden@knmp.nl

Meer weten! www.knmp.nl


Facultair

i-

beklommen: Cradle Mountain. Een geweldige ervaring! Australiërs zijn erg vriendelijke en geïnteresseerde mensen die oprecht van toeristen houden. Wanneer je alleen al met de “lonely planet” op straat loopt, word je aangesproken en gevraagd of men je kan helpen. Mensen vinden het heel fijn om gewoon even een praatje te maken, zelfs in de supermarkt als er een lange rij voor de kassa staat. Door de openheid van mensen was het gemakkelijk vrienden te maken en met mensen erop uit te trekken. In het tropische Darwin ging ik in het weekend vaak naar de kroeg of de deckchair cinema. In deze buitenbioscoop met strandstoelen, kijk je een film onder de sterrenhemel, echt geweldig! In Darwin kan je niet in zee zwemmen vanwege de krokodillen en giftige marine stingers maar gelukkig waren er wel veilige watervallen en “thermal springs”, die voor de nodige verfrissing zorgden.

Onderzoek doen in het buitenland is een absolute toevoeging aan je persoonlijke ontwikkeling en een aanrader voor iedereen die een avontuurlijke instelling heeft. Australië is bijzonder en een geweldig land om een gedeelte van je leven door te brengen. Wees niet bang dat je last zal hebben van heimwee, want je hebt genoeg te doen en skypen onder de palmbomen met een cocktail is lang zo gek nog niet. Na mijn onderzoeksperiode heb ik nog vijf weken met mijn vriend in een campervan de “eastcoast” verkend, waar we onder andere hebben gedoken, gesurft en volop van de sfeer hebben genoten. Dit was het perfecte einde van de geweldige tijd die ik in Australië heb gehad. Cheers!

De Australische apotheek is anders dan in Nederland. De apotheken in Australië zijn naast apotheek ook drogist en de assistenten zijn lager opgeleid dan de assistenten in Nederland, waardoor de apotheker zelf de recepten klaarmaakt en uitgeeft. Er zijn apothekers die gecertificeerd zijn om bij de polyfarmacie-patiënten op huisbezoek te gaan en medical reviews te schrijven. Het bleek dat veel fouten met medicatie hierdoor worden gevonden en verholpen.

23 r

Foliolum Jaargang XXII Ed I


APOTHEKERS DIE NU IETS ANDERS WILLEN! De Centrale Apotheek (DCA) zoekt enthousiaste apothekers voor de regio’s Midden- en West-Nederland die meer ambiëren dan het ‘runnen’ van een conventionele apotheek. Mensen die beschikken over een flinke dosis ondernemerschap en gevoel hebben voor ICT- en logistieke processen. Vind jij het een uitdaging om mee te bouwen aan een innovatief bedrijf dat zeer klantgericht te werk gaat? Dan ben jij de collega die wij zoeken! Zet jouw motivatie in een sollicitatiebrief en stuur of mail die naar: Drs. Rutger Hasenbosch, apotheker Rondeboslaan 35 9936 BJ Delfzijl 088 - 476 00 31 rhasenbosch@healthsn.nl

De Centrale Apotheek (DCA) is een initiatief van Health Services Nederland voor de centrale verwerking van herhaalrecepten. DCA maakt daarbij gebruik van innovatieve robottechnieken. De herhaalrecepten zijn via de eigen distributie van DCA binnen een dag overal in Nederland beschikbaar. Het afleveradres is bij voorkeur de huisartspraktijk, maar DCA kan medicijnen ook bij de patiënt thuis bezorgen. Daarnaast heeft DCA via apotheeksteunpunten in de regio de mogelijkheid om ook de eerste en tweede uitgiftes te verzorgen.


Alumnus Drs. H.M.J. Westerdorp

In 1984 ben ik begonnen met de opleiding farmacie. Tijdens het atheneum had ik na verschillende mogelijkheden te hebben bekeken, bewust voor de studie farmacie gekozen. Ook bewust voor Groningen, want dat sprak mij veel meer aan dan Utrecht. 1984 was het eerste jaar dat de opleidingen in Amsterdam en Leiden gesloten waren. Dit betekende dat er een grotere instroom aan eerstejaarsstudenten was dan in de jaren ervoor. In vergelijking met de huidige instroom van eerstejaarsstudenten stelde dat aantal natuurlijk eigenlijk niet veel voor. Het leverde destijds echter wel degelijk problemen op. De collegezaal aan de Antonius Deusinglaan 2 was te klein en voor de (latere) practica moest de groep in tweeën gesplitst worden. Het eerste jaar was een jaar met alleen maar basisvakken, zoals fysische chemie, biologie (in Haren), statistiek en analytische chemie. Ik vond er eerlijk gezegd niet veel aan en de resultaten van de tentamens waren dan ook navenant slecht. Ik heb mij ook nog serieus afgevraagd of ik wel de goede studie had gekozen. Vanaf het tweede jaar werden de vakken gelukkig "farmaceutischer" en daardoor voor mij ook een stuk interessanter. De jaren daaropvolgend heb ik dan ook met plezier doorlopen en na 5 jaar had ik mijn doctoraalexamen gehaald. In die tijd kregen we college van o.a. professor Doornbos, Klerk, Malingré, De Zeeuw en Zaagsma. De huidige generatie studenten kent waarschijnlijk alleen de laatste beide professoren nog. Naast de studie was er natuurlijk ook tijd voor gezelligheid; daar werd bij farmacie altijd goed voor gezorgd. Ik kijk met plezier terug naar de P.S.-borrels in de Gouden Zweep, de buitendag en natuurlijk de Dies. Het laatste lustrum heb ik van dichtbij meegemaakt als alumnus. Het was een zeer geslaagde dag, een lekker diner (met de bekende speeches en gezangen) en een gezellig galafeest. Op zo'n moment realiseer je je weer dat de studietijd toch een bijzonder leuke tijd is. In het eerste jaar, tijdens het introductie weekend van farmacie, heb ik ook Christina leren kennen. Tijdens de eerste collegeweken hadden wij al aandacht voor elkaar gekregen, maar pas op het introductieweekend kregen we verkering (het zoveelste farmakoppel). Over dat introductieweekend deden daarna trouwens de meest wilde geruchten de ronde, die ik hierbij nogmaals naar het rijk der fabelen verwijs. Na het doctoraal ben ik begonnen aan de tweede fase opleiding tot apotheker. Dit gedeelte van de opleiding werd gegeven op een verdieping in het gebouw waar toen tandheelkunde nog was gevestigd. Daar was ruimte vrij gekomen als gevolg van de aangekondigde opheffing van die opleiding in Groningen. We kregen dus de beschikking over mooie, nieuw ingerichte lokalen en practicumzalen.

Tijdens de opleiding (en tijdens de stages) kreeg ik de bevestiging dat het vak van openbaar apotheker mij het best paste. Eind augustus 1991 heb ik mijn apothekersdiploma gehaald. Daarvoor had ik via sollicitatie al een baan als beherend apotheker in Arnhem gevonden, waardoor ik vanaf 1 september meteen aan het werk kon. Tegenwoordig is het niet meer mogelijk om direct na je afstuderen als beherend apotheker aan de slag te gaan en moet je eerst de registratiefase volgen. Het was voor mij ook wel een beetje een sprong in het diepe, maar wel één waar ik heel erg veel van geleerd heb. Naast alle farmaceutische zaken die in de opleiding voldoende aan bod waren gekomen, moest ik mij ook ineens met allerlei management taken en personeelsbeleid bezig houden. Daar was in de opleiding nauwelijks aandacht aan besteed. Ik weet ook nog dat we daar in het STOF langdurig over gesproken hebben en gelukkig is dat sindsdien wel wat verbeterd. Ik heb in Arnhem 2 jaar met erg veel plezier gewerkt en ben daar ook getrouwd met Christina, nadat zij in 1992 haar apothekersdiploma had gehaald. Na twee jaar werd ik ineens geconfronteerd met een andere eigenaar van de apotheek waar ik werkte; mijn baas had zijn apotheken verkocht aan de Mediveengroep van dhr. Drok (oude stijl, voorloper van huidige OPG-Mediveen). Ik ben nog een aantal maanden blijven werken, maar had al gauw door dat ik op zoek moest naar een apotheek die ik zou kunnen overnemen. Zo ben ik in 1994 in Wierden terecht gekomen waar een collega op zoek was naar iemand waarmee hij een maatschap zou kunnen aangaan. In het dorp Wierden zijn twee apotheken, waardoor wij beide een eigen werkplek hebben. Onze samenwerking bevalt mij al die jaren al erg goed. Hierdoor is er geen sprake van concurrentie, maar kunnen we juist een aantal taken onderling verdelen. Naast deze taakverdeling kan je een beetje met personeel schuiven bij ziekte en zwangerschapsverlof; ook waarneming bij eigen afwezigheid is altijd goed geregeld. Verder is het ook erg plezierig dat de ander als klankbord kan fungeren. Voorwaarde blijft natuurlijk wel dat je het in ieder geval op hoofdlijnen met elkaar eens moet zijn over hoe de apotheek gerund moet worden. Ook in de huidige roerige tijden in apothekerswereld ben ik nog steeds blij en tevreden met de keuzes die ik gemaakt heb. Ondanks af en toe een "vervelende bijwerking" door beleid van zorgverzekeraars en overheid, blijf ik erbij dat het apothekersvak erg leuk en interessant is. Foliolum Jaargang XXII Ed I

25


Binnenlands Bedrijven Bezoek Remy Verheijen

Het was tien voor half zes. Heel Groningen lag te slapen of stond nog in de kroeg, op dertig farmaceuten na. Zij waren, vers uit de kroeg of net uit bed, verzameld aan de Antonius Deusinglaan, want zij zouden met de bus naar het zuiden vetrekken, op Binnenlands Bedrijven Bezoek. Bij het instappen in de bus kreeg iedereen een tas uitgereikt. Hierin vond men verschillende nuttige gadgets en het programma. Terwijl iedereen nieuwsgierig in zijn tasje grabbelde, heette de commissie iedereen welkom en was de BBB officieel begonnen. Hierna volgde een korte toespraak van buschauffeur Dick, die sommigen van jullie kennen aangezien hij ook de BEC chauffeerde. Ondertussen hadden de meesten al het opblaasbare nekkussentje in hun tas gevonden en werd er driftig geblazen. Maar al snel verdrong stilte het geblaas, schakelde Dick de lampen uit en pakte men nog wat extra uurtjes slaap.

26

De meeste ogen openden zich pas weer toen de bus al diep in de randstad was. Hier werd in de bus het ontbijt geserveerd en voordat men er erg in had, waren we al in Hoofddorp en bij Wyeth. Wyeth is een beursgenoteerd innovatief farmaceutisch bedrijf. Hier werden wij hartelijk welkom geheten en gelukkig werd er ook koffie geschonken. Wij werden in groepen verdeeld en kregen een kijkje in een dag uit het leven van twee verschillende personen, werkzaam bij Wyeth. Hierna gingen we speeddaten met de medewerkers. Er werden kleine groepen gemaakt en om de paar minuten kon je bij een andere medeweker terecht met al je vragen over zijn of haar functie binnen het bedrijf. Na het daten werd er een discussie gevoerd aan de hand van verschillende stellingen

Foliolum Jaargang XXII Ed I

over de farmaceutische industrie. Toen de discussie ten einde liep, kwamen er allerlei lekkere broodjes tevoorschijn en kon men beginnen aan een welverdiende lunch. Na de lunch kregen wij nog een goodiebag uitgereikt en namen wij afscheid van Wyeth. Vervolgens bracht Dick ons veilig naar Solvay Pharmaceuticals, te Weesp. Hier werden wij bij aankomst verwelkomt met koffie en kregen wij ook meteen een tasje met gadgets cadeau. Na een kort welkomstwoord vertelden twee farmaceuten over hun functie en dagelijkse bezigheden bij Solvay, aan zeer verschillende afdelingen. De een hield zich bezig met het vroeg farmaceutische onderzoek in het laboratorium, de ander werkte aan de afdeling Clinical Supplies. Dit illustreerde goed hoe divers de mogelijkheden voor een farmaceut in de


Pharmaciae Sacrum industrie zijn. Na afloop werden wij wederom in groepen ingedeeld en kregen wij een rondleiding door een selectie van de verschillende laboratoria die de vestiging van Solvay in Weesp rijk is. Hierna kon men napraten op de borrel in de kantine. Er werd goed geïntegreerd met de medewerkers, onder het genot van een hapje en een drankje. Helaas konden we niet oneindig door borrelen, want wij moesten alweer snel richting bus. Dick reed ons naar Utrecht. Hij zette ons hier af voor het hostel, waar wij de nacht door zouden brengen. Het was echter nog lang geen tijd om te gaan slapen, wij moesten immers eerst nog uit eten. Bij het uitstappen kregen wij overigens wederom een tasje, van de SSS zelf; het bevatte onder andere de BBB 2008 handdoek. Het diner was uitstekend, vooral de saté was erg populair en natuurlijk werd ook het lied van onze mooie vereniging gezongen. Toen iedereen zijn of haar buik gevuld had met een goede bodem, was het tijd voor iets educaHier zouden wij Synthon bezoeken, een bedrijf dat generieke, farmaceutische producten ontwikkeld. Toen wij aankwamen, werden wij hartelijk welkom geheten en met een kopje koffie of thee luisterden wij naar een presentatie over de afdelingen binnen Synthon waar farmaceuten werkzaam waren of werkzaam zouden kunnen worden. Ook werd duidelijk dat het ontwikkelen van een generiek product lang niet zo makkelijk is als u misschien wel denkt. Met innovatieve middelen is het qua kosten en tijd natuurlijk niet te vergelijken, maar ook om een generiek middel te ontwikkelen, is de nodige farmaceutische (en juridische) expertise noodzakelijk. Na deze presenttie werden wij in drie groepen verdeeld en de drie groepen kregen een rondleiding door twee verschillende laboratoria en moesten een theoretische case te lijf gaan. Na de eerste van deze drie activiteiten, was het tijd voor de lunch. Deze werd genuttigd in een brasserie aan de overkant van de straat. Toen iedereen zijn/haar buikje rond had gegeten met soep en rijkelijk belegde broodjes, was het tijd om met de laatste twee van de eerder genoemde drie bezigheden verder te gaan. tiefs: zodoende trokken wij richting de plaatselijke cocktailbar, want hier zouden wij gaan leren om zelf cocktails te maken. Aan lange tafels werd ons uitgelegd hoe wij verschillende cocktails moesten creëren, waaronder de mojito. Naast cocktails was er ook de mogelijkheid om zogenaamde bobtails te maken, voor hen die geen alcoholische dranken wilden of mochten nuttigen. Na dit zeer leerzame intermezzo was het tijd voor wat ontspanning en daarom wandelden wij door de stad richting café De Kneus. Uren later wanneer men geen zin meer had om door te borrelen en nu eindelijk weer wilde gaan slapen, was het maar één minuut lopen naar het hostel, waar men zijn of haar bed in kon kruipen of klimmen. Desondanks schijnt een enkeling er toch in geslaagd te zijn om de weg kwijt te raken De volgende ochtend mocht men, na het ontbijt, direct weer de bus in stappen en stuurde Dick de bus oostwaarts richting Nijmegen. Foliolum Jaargang XXII Ed I

27


Pharmaciae Sacrum Toen ook deze afgelopen waren, werden de winnaars van de case bekend gemaakt en kregen de winnaars een fles wijn uitgereikt. Wij namen afscheid van Synthon en gingen naar de bus. Bij de groepsfoto die daar genomen werd, liet Dick zien dat hij naast buschauffeur ook een zeer kundig fotograaf was. Toen stapten wij allen in en reden terug naar die mooie stad daar in het hoge noorden. Eenmaal terug in Groningen stapten wij uit en bedankten Dick voor zijn trouwe dienst. Vervolgens maakten wij ons klaar om te dineren bij Napoli. Nadat iedereen besteld had, werd de commissie bedankt en kreeg iedereen een BBBierglaSSS.

28

Foliolum Jaargang XXII Ed I

Iedereen at naar hartelust en ook de drankjes wilden smaken. Na het toetje was het dan echt tijd om naar huis te gaan. De BBB was afgelopen. Naast dat de BBB erg gezellig en vermakelijk was, heeft het ook laten zien hoe breed en divers de mogelijkheden voor een farmaceut in de industrie kunnen zijn. Iets wat tijdens de studie niet zo naar voren komt. Bent u ook benieuwd wat de farmaceutische industrie u kan bieden of heeft u gewoon zin in een leuke tour door het land? Waarom gaat u volgend jaar dan niet mee, op BBB?


Mediq apotheek hockeytoernooi Casper van der Hoeven

Bijna iedereen meldde zich 's morgens bij de bus. Volgens ingewijden had zelfs Taeke Taekema zich ergens onderin de bus verstopt tussen de tassen en de sticks. In de bus werden de teams bekend gemaakt, werd er nog lekker ontbeten en enkelen deden ook nog een oogje toe. PS 1 moest om elf uur al spelen; gelukkig waren we al ruim op tijd met een aankomsttijd van 9:15 uur, zodat er zelfs ruimte was voor een intensieve warming-up en een kop koffie. De eerste tegenstander van het eerste team uit Groningen was Lloyds apotheken, direct de sterkste uit de pool. Nipt werd er gewonnen met 1-0 wat het begin was van een glorieuze poolfase.

De apothekers van Mediq bleken geoefende veteranen en na een spetterende soloactie in de spits door de senior van het team, werd onze keeper Louis gepasseerd. Tot aan het fluitsignaal wist het Mediq team PS 1 van scoren te weerhouden, ondanks alle aanmoedigingen van het publiek op de tribunes. Na afloop van deze mooie dag lieten de biertjes zich goed smaken en vielen alle hockeyers uitgehongerd op de barbecue aan. KNPSVeelbelovend kreeg de poedelprijs (of de rode lantaren zoals dat in sommige sporten heet). PS 1 mocht een mooie beker mee naar huis nemen en Mediq kreeg de gouden hockeystick. Hierna werd het P.S.-lied ingezet over de hockeyvelden van Kampong.

Ongeslagen kwam PS 1 in de halve finale terecht alwaar de spelers korte metten maakten met KNPSVaardig. Onze jongens en meisjes stoomden door naar de finale. Hier troffen ze het thuisspelende team van Mediq apotheken, dat PS 2 helaas had afgeschud in de poolfase, ondanks de vele inspanningen van dit team om de halve finale te bereiken. Het tweede team van PS probeerde het gebrek aan hockeytalent te compenseren met tactiek en fysieke kracht.

Foliolum Jaargang XXII Ed I

29


'JOBODJFFM &DPOPNJTDIF %JFOTUWFSMFOJOH "QPUIFLFST 0OEFSEFFM WBO 77"" HSPFQ CW

"MFYBOEFSTUSBBU 1PTUCVT (- %FO )BBH 5FMFGPPO 5FMFGBY & NBJM

"QPUIFLFS N W

JOGP!GFEBQ OM

'&%"Q JT FFO BEWJFTPSHBOJTBUJF XFMLF JT WPPSUHFLPNFO VJU EF "GEFMJOH 'JOBODJFMF "EWJF[FO WBO EF 4UJDIUJOH %JFOTUWFSMFOJOH WBO EF CFSPFQTPSHBOJTBUJF ,/.1 '&%"Q BEWJTFFSU IBBS DMJÑOUFO PQ mOBODJFFM KVSJEJTDI FDPOPNJTDI FO mTDBBM HFCJFE 8JK LVOOFO KF FFO TUVEFOUFOQBLLFU BEWJTFSFO NFU EBBSJO WFS[FLFSJOHFO EJF WPPS TUVEFOUFO UFHFO FFO BBOUSFLLFMJKLF QSFNJF FFO VJUFSTU HPFEF EFLLJOH CJFEFO UFHFO SJTJDP T BMT CSBOE JOCSBBL BBOTQSBLFMJKLIFJE FO POHFWBMMFO %BBSOBBTU LVOOFO XF KF BBO IFU FJOEF WBO KF TUVEJF VJUHFCSFJE JOGPSNFSFO PWFS CFMBOHSJKLF [BLFO EJF HFSFHFME NPFUFO XPSEFO XBOOFFS KF BBO IFU XFSL HBBU BMT BQPUIFLFS [PBMT EF BSCFJETPWFSFFOLPNTU WFS[FLFSJOHFO FO FFO IZQPUIFFL JOEJFO KF FFO IVJT HBBU LPQFO +F LVOU POT CFSFJLFO PQ POEFSTUBBOE UFMFGPPOOVNNFS

;JFLFOIVJT BQPUIFLFS N W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W

'&%"Q C W


Eerstejaars introductie kamp Frank Meijerink

Een introductiekamp. Een kamp waarop ik veel mensen ga leren kennen en met deze zelfde mensen een hoop lol en gezelligheid tegemoet ga. Zo zou ik het introductiekamp hebben gedefinieerd voordat ik het in levende lijve meemaakte. Nou wil ik niet clichĂŠmatig overkomen, maar alvorens ik verslag ga doen van ons vermakelijke weekeinde wil ik bij deze mijn definitie in ieder geval bevestigen. Ook deel ik u mede dat dit verslag in alle objectiviteit is geschreven en niemand hoeft te denken zich te herkennen in bepaalde situaties. Verder rest mij niets dan u veel leesgenot te wensen Nadat ik mijzelf op vrijdag 12 september een breuk had gefietst naar het station, stapte ik enorm ontspannen met een glimlach op mijn gezicht in de bus die ons naar het pittoreske Friese gehucht Bakkeveen zou brengen. Na een goed halfuur in de bus te hebben gezeten, toen het kwijl ons zo onderhand uit de mond begon te stromen bij het zien van dat prachtige Friese landschap en haar zwart wit gevlekte weidebewoners, mochten wij de bus verlaten en een slaapplek zoeken in de riante jeugdherberg “The Lorryanâ€?. Eigenlijk ĂŠĂŠn van de eerste momenten waarop het socialiseren en kennismaken met de vele mensen die je nog niet kent begint. Afijn, na een rustige nesteling stond er 's avonds een heerlijke stevige Hollandse pot voor ons klaar. Bij deze mijn complimenten, want onder het genot van een sapje en een leuk gesprek met mede-studenten gleed de pot mij florisantjes het darmkanaal in. Later op de avond stond er een zogenaamd bosspel op het programma. Ik kan hier lang of kort over zijn, maar om maar even kort te beginnen, het spel was‌ raar.

Onze groep snapte er met z'n allen werkelijk geen snars van en in de speurtocht naar een woord stuitten wij al gauw op een groot bord dat meer indiceerde dat wij ons in de buurt van een tennisvereni ging bevonden dan dat wij verweven zaten in de spanning van een bosspel. Na enig overleg besloten wij dan ook dat we wel even toe waren aan een rustmoment. Gezien we ons bij een kantine bevonden hebben we, enige goudgele vloeistof nuttigend, onze spanningen even rustig laten zakken om ons op te maken voor het vervolg. Maar dat vervolg bleek minder zwaar dan gedacht. Na een wandeling van een aantal minuten en de nodige sanitaire stop, voelde het donkere bos ons wel erg verlaten aan en besloten wij terug te keren naar “The Lorryan�. Daar aangekomen waren de heren en dames van de organisatie druk bezig met de voorbereidingen voor het themafeest die avond. Nadat er wat liters gel, deodorant, parfum, make-up en foundation gevloeid waren en wij ons in de thematische kleding hadden gehezen kon de 'knalfuif' beginnen. En voor zover ik mij deze avond kan heugen was het niets minder dan dat. Met als thema 'Maak me gek' en een zeer gewaardeerde lage drankprijs werd er niets anders dan gek gedaan. Fantastisch.

'&%"Q C W

Helaas wil na zonneschijn nog wel eens wat regen komen. Zo ondervond onder andere mijn lichaam. Een paracetamolletje heeft hierop zijn werk gelukkig goed gedaan, waarop wij ons klaarstoomden voor de commissierondjes. En dit blijft toch ĂŠĂŠn van de moeilijkste punten om verslag van te doen. Wat ik mij in ieder geval nog goed herinner, is dat een chocomelk/port-cocktail best te drinken is na 7 commissierondjes en dat een zachte bank het beste is wat een Groningse farmaceut kan overkomen aan het eind van de zaterdagmiddag in Bakkeveen.

Foliolum Jaargang XXII Ed I

31


Pharmaciae Sacrum Na een paar heerlijke uurtjes van ontspanning stond er aan het begin van de avond weer een maaltijd voor ons klaar. Gezien de uitbreiding van onze manschappen, was de rij voor de stoofpot ook ietwat verlengd. Gelukkig konden wij na ongeveer 2 uur verhongerd in de rij te hebben gestaan een wrap met een heerlijke pasta prepareren. Wederom mijn complimenten voor het keukenpersoneel, het wachten werd rijkelijk beloond. Met een hoop drank die aan het wegzakken is en een vullende maaltijd achter de kiezen, begint het lichaam ook zijn vermoeidheden te vertonen, wat resulteerde in een enorm hangmoment. Lekker met een biertje ouwehoeren voor de kachels op de slaapzalen, ons fysiek en mentaal voorbereidend op het tweede knalfuif. En ook het tweede knalfuif kan ik als niets minder omschrijven dan een zeer puik zaakie. Gezien de nogal heftige staat waarin sommige mensen verkeerden na de commissierondjes en een wellicht iets te enthousiaste maaltijd, vloeide niet alleen de drank rijkelijk, maar ook de retourstoffen uit het humane maag- en darmkanaal. Voor mij gold dat gelukkig niet, ik mag zelfs zeggen dat ik mijzelf nog een aanzienlijke onderscheiding rijker heb gemaakt. Als enige eerstejaars heb ik namelijk het verhaal van Kapitein Boeuf weten te vertellen, waardoor ik deze titel zelf ook mag dragen. Dus al vierend “Kapitein Boeuf” te zijn, hebben mijn mede-studenten en ik er voor de rest van avond en nacht een toppertje van gemaakt. De volgende ochtend was er uiteraard één die in het teken stond van de brakheid en het opruimen, maar ook van de alom geroemde verkiezingen voor de nieuwe EJC. En met een enorm genoegen mag ik u ook nog eens

32

Foliolum Jaargang XXII Ed I

mededelen dat deze is gewonnen door mijn vier kompanen en mijzelf. Voor het komende jaar staan er dus alweer vier topfeesten garant. Na hier en daar nog even een poetslap door het gebouw te hebben gehaald, spullen te hebben gepakt en een beetje in de zon te hebben gelegen, stonden in de middag de bussen weer klaar om ons veilig weer af te gaan leveren in Grunn. In de bus werd ons nog enige aangename lectuur uitgedeeld, zodat wij ons ook op de terugweg niet hoefden te vervelen. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik een fantastisch weekend heb gehad in Bakkeveen, een boel nieuwe mensen heb leren kennen, heerlijk gefeest en heel veel lol gehad heb. Het kamp voldeed meer dan aan mijn verwachtingen. EIK en alle andere commissies die dit weekend mogelijk hebben gemaakt, bedankt!



Alumni

34

Reglementen

Beste farmaceuten,

Geachte lezer,

Al het groots is klein begonnen. Heineken®, Microsoft® en vele andere zijn bedrijven die jaren geleden in het klein zijn begonnen en inmiddels wereldconcerns zijn geworden. Zo is in 1881 Pharmaciae Sacrum klein begonnen met slechts een aantal farmaciestudenten en uitgegroeid tot een bloeiende vereniging met vele activiteiten. Iedereen die lid is geweest van P.S. kan zich wel een activiteit herinneren: het gala en symposium van de Dies Natalis, de Buitenland Excursies, RijWielPrestatieTochten, lezingen, eerstejaarsfeesten, etc. Deze leuke herinneringen zitten ergens opgeslagen in de grijze hersenpan en worden door contacten met studiegenoten weer uit het laatje gehaald. De Alumnicommissie organiseert voor de alumni eenmaal per jaar een dag met een activiteit, borrel en diner om met uw oude studiegenoten bij te praten en mooie herinneringen weer naar boven te halen. Bij zo'n bloeiende vereniging als Pharmaciae Sacrum hoort toch ook een alumnivereniging. Al het groots is klein begonnen. Dit is ook de bedoeling van de Alumnicommissie. Deze commissie heeft naast het werven van alumnileden als taak het organiseren van een Alumnidag. De Alumnidag van dit jaar gaat de geschiedenis in als de eerste Alumnidag van P.S. We hopen dat er nog vele mogen volgen en dat het aantal alumni en het aantal aanmeldingen voor deze dag elk jaar zal toenemen. Om iets te laten groeien is een goede voedingsbodem nodig en aanvullende voeding. De voedingsbodem is P.S., de band die ons allen verbindt. De aanvullende voeding is de alumnus. Om te zorgen dat die aanvullende voeding blijft, vragen wij ieder lid en iedere alumnus om andere oud-P.S.'ers, die zij tegenkomen, over dit alumnuslidmaatschap te vertellen en lid te worden. Wij hebben ons best gedaan om een mooie dag te organiseren met een lunch, de rally: “De tocht van het Noorden”, een borrel en een diner. Het was een geslaagde dag met vele enthousiaste alumni!

Dit jaar wordt de Reglementencommissie gevormd door Alexander Hamilton, h.t. assessor I, e.t. praeses van het 125e bestuur; Wai-Ping Choo, h.t. assessor II, e.t. praeses van het 126e bestuur en Maarten Boon, h.t. assessor III, h.t. praeses van het 127e bestuur. Met z'n drieën zien wij er op toe dat de zo zorgvuldig geformuleerde en afgelopen jaar herziene Statuten en Reglementen nageleefd worden. Het beroemde Blauwe Boekje is de leidraad van onze mooie vereniging. Alle belangrijke zaken zijn nauwkeurig vastgelegd in dit boekje. Nu zult u zich afvragen waarom wij als commissie dan nog nodig zijn, aangezien artikel 77 van onze reglementen duidelijk is: leden, alumni, ereleden en erevoorzitter worden geacht de bepalingen van de statuten en reglementen te kennen. Tot onze grote spijt wordt dit artikel niet door elk lid ter harte genomen. Hierdoor moet ons verstand van zaken vaak aangewend worden om uitkomst te bieden. Daarnaast vormen wij de club van wijze mensen die een besluit moet nemen in het zeer onwaarschijnlijke geval dat er een onvolkomenheid optreedt in onze Statuten en Reglementen. Ondanks onze schat aan kennis op dit gebied verliezen wij het sociale aspect niet uit het oog. Als het gezicht van de vereniging hebben wij ook een grote menslievende kant. Problemen waarvoor Statuten en Reglementen geen uitkomst bieden, kunnen eveneens altijd aan ons voorgelegd worden. Wij hopen dat u eens gebruik zult maken van onze expertise. Wij raden u allen aan na het lezen van dit mooie Foliolum direct te beginnen aan het Blauwe Boekje, een exemplaar is altijd te krijgen op het P.S.hok.

Alexander Armbrust, Lous Kluin, Mirjam Simoons en Matthijs van Luin

Foliolum Jaargang XXII Ed I

Met vriendelijke groet, De Reglementencommissie


Archief

Kas

Beste P.S.-ers,

Pecunia non olet

Als Archiefcommissie hebben wij de eer gekregen om in deze editie van het Foliolum een stukje over onze commissie te plaatsen. Een commissie die niet vaak op de voorgrond treedt, maar desalniettemin wel altijd op de achtergrond aanwezig is. De commissie bestaat uit de twee laatst afgetreden ab-acti en heeft de taak het archief te beheren. Wat veel mensen niet weten is dat P.S. beschikt over een zeer uitgebreid archief. Naast oude bestuursmappen, welke teruggaan tot 1953, en foto's bevinden zich ook een heleboel oude farmaciegerelateerde boeken in het archief. Het oudste boek dat Pharmaciae Sacrum rijk is, is zelfs uit 1738. Het is leuk om de brieven te lezen die leden vijftig jaar geleden hebben geschreven en te zien hoe zij hun contacten onderhielden met professoren en de leden van P.S. De taak van een bestuurslid is in de afgelopen decennia natuurlijk wel erg veranderd, maar feit blijft dat sinds 1881 farmaciestudenten zich in hebben gezet voor de vereniging. Op de reünistendag, gehouden tijdens het 25e Lustrum, kwamen veel oud-leden even een kijkje nemen op het P.S.-hok. Ze waren blij verrast hun foto of brief terug te vinden in een van de kasten. Oude herinneringen werden opgehaald en verhalen achter de foto's werden eindelijk duidelijk. Het spreekt voor zich dat met deze bezittingen voorzichtig moet worden omgegaan en daarom is er een jaar geleden een brandwerende archiefkast aangeschaft speciaal voor de meest waardevolle archiefzaken. Echter ook commissiemappen horen thuis in het archief, want zo kunnen commissies altijd opzoeken wat er in de afgelopen jaren allemaal is geregeld en gaat de kennis niet verloren. Dus heb je nog een map thuis liggen? Lever hem dan in op het P.S.-hok! En als je er dan toch bent, kun je meteen even een kijkje nemen in het archief…

Sinds jaar en dag staat de Kascommissie het bestuur van onze mooie vereniging Pharmaciae Sacrum bij door haar adviezen en ondersteuning uit te spreken over algemeen lopende zaken of bijzondere vernieuwingen. Haar financiële kennis is onmisbaar bij het maken van goed beleid want: het geld regeert de wereld. Voor het eerst in de geschiedenis van P.S. maken alleen vrouwen de dienst uit betreffende de financiën van de vereniging en zij floreert als nooit tevoren. Op het gebied van communicatie zullen de vrouwelijke eigenschappen dit jaar goed van pas komen aangezien de Kascommissie de helft van het verenigingsjaar door de Atlantische Oceaan gescheiden zal zijn. Dit zal haar er niet van weerhouden om een oogje in het zeil te houden, want het geld moet blijven rollen. Echter, er moet niet met geld gesmeten worden. Het groeiende ledenaantal zal Pharmaciae Sacrum geen windeieren leggen en zal ook dit jaar weer extra geld in het laatje brengen waardoor de activiteiten nog grootser en spectaculairder kunnen worden opgezet. Het belooft wederom een mooi verenigingsjaar te worden welke de Kascommissie voor geen geld zou willen missen. Hoogachtend, Uw Kascommissie, Anne Lexmond h.t. praeses Gertruud Haitsma h.t. vice-praeses

35

De Archiefcommissie 2008-2009 Jacomijn Dijksterhuis & Sophie Wassenaar

Foliolum Jaargang XXII Ed I


Post-it met de Almanakcommissie 2008-2009 Gert Salentijn

Zondag 31 augustus, de laatste dag voor de opening van het nieuwe academisch jaar, zaten wij van de redactiecommissie met vier leden van de almanakcommissie op het balkon van Tonnis-Jan om onder meer eens een goed gesprek te voeren over de vorderingen op het gebied van de opvolger van "Eindeloos". Marlies was verhinderd vanwege een stage in Amerika gedurende de hele maand september, wat natuurlijk erg spijtig was, maar later ook een zonnige kant bleek te hebben, aangezien het spel dat we die avond zouden gaan spelen tweetallen vereist en een gezelschap van 11 man moeilijk aan deze eis kan voldoen. Bij binnenkomst rond een uur of zeven kwamen de etensluchten ons al tegemoet en wij verwelkomden het feit dat onze toen nog lege magen spoedig gevuld zouden worden. Tijdens het beklimmen van de trap prezen wij Tonnis-Jan voor de goede voorbereiding. Tot grote verbazing echter bemerkten wij eenmaal boven gekomen dat het Annelien en Lisanne waren met keukengerei in de handen en niet onze gastheer. Enkele momenten later kwamen wij erachter dat deze uitbesteding veroorzaakt was door een vingerblessure van Tonnis-Jan, welke hem gelukkig niet belemmerde bij het openen van bierflesjes.

36

Gezeten op het terras met een lekker biertje of glaasje wijn in de hand voelde wij ons zeer op ons gemak en zodoende kwamen er vlot veel gespreksonderwerpen op tafel te liggen, welke niet veel later gevolgd werden door

Foliolum Jaargang XXII Ed I

een pan met pasta en een tweede met spinaziesaus. Genietend van het diner zetten de gesprekken zich voort en na verloop van tijd belandden we dan toch op de nieuwe almanak, waarvoor we immers ook gekomen waren. Nadat Tonnis-Jan ons voorstel om ons het thema van de almanak te vertellen in ruil voor het eerste Foliolum thema van de hand had gedaan, werd hem verzocht dan toch iets te vertellen over de stand van zaken, waar hij wel op in ging: naar wat ons verteld is, kunnen wij rekenen op een bijzonder mooie almanak. Nu we klaar waren met het formele gesprek, alsmede met het eten, vonden wij het hoog tijd om voor het eerst ons commissiespel te gaan spelen, te weten "Post-it".


Pharmaciae Sacrum

Net toen we zouden beginnen met het de uitleg van het spel, onderbrak Annelien: "We hebben nog taart!" Hiervoor wilden wij natuurlijk de primeur nog wel even uitstellen en al smullend bedankten wij de ouders van Tonnis-Jan, die hem, zo vertelde hij, wel vaker zonder reden een taart meegaven als hij weer eens een keertje thuis kwam. De laatste kruimels amaretto of tiramisu taart werden van de bordjes geschraapt toen eindelijk de uitleg van Post-it begon. Het spel bestaat uit drie ronden en je speelt het in tweetallen. Iedereen krijgt 3 Post-its en schrijft op elke Post-it de naam van een persoon die minstens de helft van de aanwezigen zou moeten kennen. Al deze namen gaan in een bak en dan begint de eerste ronde, waarin je een Post-It pakt en aan je partner probeert uit te leggen wie het is, zonder woorden die met een hoofdletter beginnen of gebaren te gebruiken. In anderhalf minuut tijd moet je proberen zoveel mogelijk namen te raden om punten te verdienen, waarna het volgende duo is. Tijdens de tweede ronde heb je weer anderhalve minuut per duo, maar dan moet de naam uitgebeeld worden, zonder je van geluiden te bedienen. De derde ronde duurt maar een halve minuut en je mag slechts één woord noemen waarmee je partner de naam moet raden. De mooiste omschrijving uit de eerste ronde kwam van Tonnis-Jan: het eerste deel van de naam kon je dragen en iets in bewaren, het tweede deel hield je over na een sigaret en het laatste deel trof je ook aan in de darmen. "Zak-as-villi?" zei Louis vragend, waarna het besef kwam dat hij zojuist had geraden dat het om de president van Georgië, Saakashvili, ging. Casper dacht om de een of andere reden dat elke keer als Annelien iets uitbeelde, het Michael Jackson betrof, zelfs nadat hem al enkele keren was verteld dat er toch echt geen Post-it was met deze naam erop. Wel stonden er enkele farmaciestudenten op de Post-its: Wai-Ping Choo is opgeschreven en ook Frank Klont zijn we tegen gekomen: we hoefden slechts eenmaal te raden van wie

die laatste Post-it afkomstig zou zijn. Uiteindelijk zijn Sjoukje en Frank als overwinnaars naar voren gekomen en leverde Frank het commentaar dat dit toch wel verdacht begon te worden, aangezien hij en Sjoukje bij het weerwolven met de STERC en RWPTC afge lopen jaar ook al hadden gewonnen, en hij memoreerde ons aan wat hij eerder op de avond had gezegd, namelijk dat hij vals zou gaan spelen. De dubieuze uitslag in het midden latend, hebben we kunnen constateren dat er veel creativiteit heerst onder de gelederen van de Almanakcommissie en wij hopen dat dit zich zal uiten in het boekwerk dat we mogen ontvangen in december tijdens de Dies-viering.

P.S.-agenda November 03. STOF vergadering 04. P.S.-borrel 11. EJC-feest 19. OPG-Eerstejaarsexcursie

December 01. STOF vergadering 02. P.S.-borrel 04. Mosadex Ouderejaarsexcursie 05. Mosadex Ouderejaarsexcursie 10. Dies-viering 11. Dies-viering Almanakuitreiking 12. Dies-viering

Foliolum Jaargang XXII Ed I

37


Medsen Apotheek is een nieuw apotheek concept dat staat voor laagdrempelige farmaceutische zorg. Kernwoorden in het Medsen concept zijn: deskundig, alert en betrokken. Medsen innoveert continu om haar klanten meer tijd en aandacht te geven. Om dat te realiseren implementeert Medsen de laatste technologische vernieuwingen in haar apotheekwerksysteem. Dat maakt Medsen een dynamische en ondernemende organisatie. Voor de uitbreiding van onze apotheekteams zijn wij op zoek naar:

Apothekers m/v (beherend) Voor de volgende functies: • Apotheker voor unieke pilot-apotheek omgeving Amsterdam/Haarlem • (Participerend) apotheker voor Apotheek Elsloo te Elsloo (L) • (Participerend) apotheker voor Apotheek Oosterwijk te Beverwijk • Apotheker voor Apotheek Wyck in Maastricht • Apothekers voor regio’s: Hilversum, Enschede, Noord-Holland Midden, Middelburg en Den Haag

Meer info? Ga dan naar Medsen.nl of neem contact met ons op. Tel: 010-2861166 of email: hrm@medsen.nl


Zelfmedicatie voor apothekers Tonnis-Jan Kruizinga & Pieter Oomen

Wanneer in het Foliolum een thema als “communicatie” aan bod komt, gaan de gedachten van farmaciestudent en apotheker in eerste instantie naar informatievoorziening richting de patiënt over de geneesmiddelen en multidisciplinair overleg. Wij zijn echter van mening dat de maatschappelijke rol van de apotheker en dus van medicijnspecialist onderbelicht blijft. In deze roerige tijden van preferentiebeleid die de schier vanzelfsprekende weelde van de farmacie in opschudding brengt, falen wij als beroepsgroep erin om onze boodschap over te brengen. Wat die boodschap is, lijkt voor de buitenwereld, enkel neer te komen op of de apotheker twee of drie auto's voor de deur heeft staan. Mensen zien de apotheker wel werken aan directe zorg, maar zien deze rol voortkomen uit winstbelang en vinden de apotheker bovendien afstandelijk. De negatieve beeldvorming van de patiënt is niet een gevolg van een gebrek aan belangstelling; mensen zijn vaak bijna obsessief met gezondheid bezig. Als de belangstelling van de patiënt niet de oorzaak is, is de apotheker dan guilty as charged? Hoe kan het dat, ondanks dat de mensen zich bewust zijn van de rol van de apotheker als zorgverlener, de maatschappij apothekers wil korten? Laten we hier een paar hypotheses op los laten: 1)

De apotheek komt te veel over als commerciële instelling, waarin een hoge mate van marktwerk ing verwacht wordt

2)

Mensen willen ook daadwerkelijk minder voor hun geneesmiddelen betalen en dus ook voor hun gezondheidszorg

3)

De interesse ontbreekt bij de mensen, als ze maar het gevoel krijgen dat er wordt behandeld

4)

Zorgverzekeraars hebben te veel macht, maar dit is onzichtbaar voor de meeste Nederlanders; de informatievoorziening van de zorgverzeke raars is dus misleidend

5)

Mensen denken de apotheker niet nodig te heb ben; internet voorziet hen hierin voldoende

Ongeacht welke hypothese je bewijst, feit is dat de apothekers en andere specialisten kennelijk overruled worden in de discussie. De samenleving kent het belang van de apothekers en niet preferente medicijnen onvoldoende, of het belang is niet zo groot als wij graag willen.

Wij denken zelf dat het komt omdat het belang onvoldoende wordt ingezien. Door de grote hoeveelheid aan voor handen zijnde informatie en daaruit voortvloeiende mogelijkheden zijn mensen sterk geneigd te denken alles zelf te kunnen. Of het nou gezondheidsinformatie betreft, het maken van een computer, het lopen van een marathon of bloemschikken, mensen willen zich hier graag in ontwikkelen en denken dan al snel expert te zijn. De overvloed aan informatie leidt tot een overvloed aan overmoed! Maar niet alleen dat, kennelijk is de samenleving ontwikkeld naar een niveau dat de maatschappelijke discussie niet zo zeer gaat over de gezondheid. De discussies blijven zich herhalen over hierdoor sterk aan inflatie onderhevige begrippen als vrijheid van meningsuiting, terrorisme, klimaat en de samenleving zelf. Hiermee is direct ook een paradox ontstaan: een samenleving die steeds individueler wordt, maar juist steeds meer aan de samenleving zelf denkt. De reden dat deze onderwerpen wel aandacht krijgen, is de invloed die deze vakgroepen hebben. Zij bepalen welke discussies gevoerd worden, omdat zij als expert in deze op de voorgrond treden. Daartegenover zet de gezondheidszorg, met name de apotheker, een elitaire groep neer die praat over belangen die de mensen niet zien. De apotheker deelt mee, maar mengt zich niet in de discussie. Dit begint feitelijk al in de studentenwereld, waar de farmaceut bekend staat als arrogant. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van koepelorganisaties, maar ook van de apotheker zelf. In de apotheek, maar ook in de persoonlijke kring. De farmaceut moet zich weer meer mengen in de discussie, voor zichzelf - en de maatschappij.

Wilt u reageren op bovenstaande tekst, dan kunt u een e-mail sturen met uw reactie naar foliolum@rug.nl. Het is niet gegarandeerd dat een inzending daadwerkelijk geplaatst gaat worden. Uw inzending kan worden ingekort of aangepast. Foliolum Jaargang XXII Ed I

39


Service Apotheek DĂŠ formule voor de zelfstandige apotheker

Het concept Service Apotheek

De praktijk is vaak een harde leerschool. Maar zij levert wel goede leerlingen af. Het concept van Service Apotheek is niet ontwikkeld achter een bureau, is niet ontstaan op een tekentafel. De ervaringen in de praktijk van elke dag hebben Service Apotheek gemaakt tot wat het nu is. Een formule van gedreven, zelfstandige apothekers die erg graag hun eigen identiteit willen bewaren. Dat lukt ook, omdat Service Apotheek altijd van, voor en door zelfstandige apothekers is gebleven. Die eigen identiteit willen wij fors onderstrepen door maximaal in te zetten op onze sterke kant: wij bieden de cliĂŤnt medicatieveiligheid, persoonlijke begeleiding en veel service. Hiervoor gebruiken Service Apotheken de nieuwste technieken. Een Service Apotheek is er niet alleen voor de geneesmiddelen, maar is afgestemd op de totale zorgbehoefte van de cliĂŤnt.

g e d r e v e n

d o o r

g e z o n d h e i d

Meer informatie over wat Service apotheek voor u kan betekenen? Neem dan voor een vrijblijvend gesprek contact op via het hoofdkantoor van Service Apotheek op telefoonnummer 088-2768484


De Puzzelpagina Gert Salentijn, Louis Keyzer & Jeroen Kolkman

De puzzels op deze pagina’s staan in het teken van de communicatie. Indien u beide puzzels heeft opgelost, kunt u de uitkomsten per e-mail verzenden naar foliolum@rug.nl. Onder de juiste inzendingen wordt een prijs verloot.

Cryptogram

Horizontaal 3 Als het hiermee niet lukt, kun je altijd een 10 horizontaal achterlaten (8) 5 Ging ten onder met een bloedvat in zich (11) 7 Aanbieding (11) 10 Op zondag kun je hiervoor alleen op het toilet terecht (9) 11 Wordt bewerkstelligd door stekkers en autosleutels (7) 12 Op bedrieglijke wijze een schip voor de vaart gereed maken (9) 14 De kunst van het vertalen van een idee tot een beeld (12) 15 Het is maar irritant dat een Belg je irritant vindt (6)

Verticaal 1 Op een afstand ouderwets verlangen (8) 2 Het vermogen om te kunnen praten (tegen je hond) (8) 4 Sociale term (6) 6 Minuscule hoeveelheid waarin een uitgesproken drankje voor in de middag is verwerkt (9) 8 Netwerken i.v.m. data- en goederentransport (14) 9 Vliegt altijd achteraan (8) 11 Moeilijk te ontcijferen sieraad (8) 13 Verfraaiing van een oud operatingsystem voor het opbergen van data (7)

Foliolum Jaargang XXII Ed I

41


Japanse puzzel

Bas & Sil

42

Foliolum Jaargang XXII Ed I


Nummer 1 in distributie

Telefoon 046-4203900, www.mosadex.nl


Thinking big Thinking big. Dan denken wij aan complexe generieke geneesmiddelen. Relevante medicijnen voor de meest uiteenlopende indicaties. Ontwikkeld door getalenteerde onderzoekers. Ondersteund door experts in octrooirecht, registratie en fabricage. Samen met farmaceutische bedrijven over de hele wereld. Maar we denken ook aan nieuwe uitdagingen. Zoals innovaties op het gebied van biotechnologie waarmee Synthon zich in de toekomst onderscheidend wil profileren. www.synthon.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.