2 minute read
Elke crisis zijn eigen oplossing
Crisis? Wat is een crisis? Hoe pak je een crisis aan? Drie vragen waar ik mee worstelde in de voorbereiding op dit boek. In 2012 las ik het boek ‘Psychiatrie bij nacht en ontij’ – een fascinerend relaas over de psychiatrische crisisdienst. De vijfentwintig verhalen in dit boek geven een indringend beeld van de problemen en dilemma’s waarmee sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en artsen te maken krijgen. Bij deze dienst werken de mensen met de meeste ervaring om een crisis op te lossen. Zij weten wat er bij komt kijken om een noodsituatie te bezweren. Zij weten dat in een crisissituatie tegenstrijdige belangen een rol spelen. Zij weten dat er sprake is van meerdere perspectieven, andere verwachtingen over de oplossing, hoogoplopende emoties. In het boek wordt beschreven dat het in zo’n krachtenveld niet makkelijk opereren is en de oplossingen niet voor de hand liggen. Natuurlijk maken de verpleegkundigen en artsen gebruik van standaarden, protocollen en richtlijnen, die richting geven en eisen stellen aan de aanpak van de crisissituatie, maar die geven niet overal het antwoord op. Zij weten dat iedere crisis uniek is. Door het lezen van hun ervaringen werd ik geraakt.
Bij de psychiatrische crisisdienst ervaren de verpleegkundigen en artsen vaak dat een crisis een kans is om het anders te gaan doen, uit het patroon te stappen, of een wending te forceren. Wat moet je doen, wiens belang prevaleert? Er zijn twijfels en zorgen, die de scheidslijn aangeven tussen de professionele – maar ook de menselijke – afweging die gemaakt moet worden. Vaak is die afweging goed, maar soms kan het ook minder goed uitpakken. Het is geen
Advertisement
exacte wetenschap, het blijft mensenwerk. Naast flexibiliteit moeten de medewerkers van de crisisdienst beschikken over vakkennis, improvisatievermogen, daadkracht, en communicatieve en sociale vaardigheden. Als je ‘Psychiatrie bij nacht en ontij’ leest, dan word je terug gezet in de harde realiteit van het leven. Wat een kennis en kunde hebben deze mensen. Het lijkt op de functieomschrijving van een topcoach, de manager van een bedrijf, de leider van een organisatie of een politicus.
Er valt veel te leren van de psychiatrische crisisdienst. Elke omgeving heeft haar eigen wetten, haar eigen mores, en dus ook haar eigen oplossing. Alleen de direct betrokkenen kunnen de inschatting maken van de keuzes die er moeten worden gemaakt om de weg te vinden naar een oplossing. Gelukkig bestaan er standaarden, protocollen, richtlijnen, praktijkervaringen, principes en oplossingsrichtingen, die de kans op succes verhogen, ook in het ‘normale’ leven. De bruikbaarheid hiervan kan alleen worden bepaald door de mensen die dagelijks in deze omgeving werken. Zij zijn vergelijkbaar met de medewerkers van de crisisdienst, die een afweging moeten maken in een complexe omgeving en een onzekere situatie.
Ik heb dit boek geschreven voor de crisisdienst van het bedrijfsleven, overheidsinstanties, sportclubs – maar op mijn netvlies stond ook vaak het gezin. Voor mij is het boek al geslaagd als u iets zou leren, tot denken wordt aangezet of geïnspireerd raakt. Stel dat ik iemand zou helpen of dat het boek tot de oplossing van een probleem leidt. Dan werkt het min-één-principe. Dat betekent, dat er iemand echt is geholpen en dat er één probleem minder op de wereld is. Een geweldige gedachte toch en direct het grootste compliment, dat je kunt krijgen.