Opdrachtkaart: hoek 1 Nodig: werkblad, appel, plakband, tandafdruk 1) - Bijt van een stukje appel. - Let nu goed op ! Welke tanden heb je gebruikt? 2) - Maal de appel in je mond fijn. - Doe je mond eens open. - Welke tanden heb je gebruikt? 3) - Scheur een stukje plakband met je tanden. - Welke tanden heb je gebruikt? Maak nu oefening 1 op je werkblad. 4) - Bekijk de tandafdruk van de bovenkaak. - Welke 3 verschillende tanden heb jij gebruikt die jij hier terug op herkent? Maak nu oefening 2 op je werkblad. 5) - Lees de tekstjes aan de achterkant van dit blad. - Herken je de tanden nu? Maak nu oefening 3 op je werkblad. Maak nu oefening 4 op je werkblad.
Opdrachtkaart: hoek 2 Nodig: werkblad, computerhoek 1) - Bekijk het filmpje “Uitgeslagen tand.” - Heb je iets niet goed begrepen? - Zet het dan op pauze of speel het opnieuw af. Vul nu oefening 1 aan in je werkblad. 2) - Bekijk het filmpje “Een gaatje in je tand.” - Heb je iets niet goed begrepen? - Zet het dan op pauze of speel het opnieuw af. Vul nu oefening 2 aan in je werkblad.
Opdrachtkaart: hoek 3 Nodig: werkblad, spiegeltje, computerhoek 1) - Tel en bekijk de tanden van je klasgenootjes met behulp van het spiegeltje. Maak nu oefening 1 op je werkblad. 2) - Bekijk het filmpje “Tanden en kiezen wisselen�. Vul nu oefening 2 aan in je werkblad.
Opdrachtkaart: hoek 4 Nodig: werkblad, tandenborstel, bekertje, flosdraad, blauwe tabletjes, wastafel 1) - Demonstreer aan je klasgenootjes met de tandenborstel hoe jij jouw tanden poetst. - Hoe zou je het flosdraad gebruiken? - Bekijk de prenten ‘hoe het moet’ op de achterkant van de opdrachtkaart. Maak nu oefening 1 op je werkblad. 2) - Neem een helft van een blauwe tabletje - Kauw er wat op, verspreid het met je tong over je tanden. - Zijn je tanden blauw? = spoelen maar! - Deze moet jij dringend terug poetsen! Maak nu oefening 2 op je werkblad. 3) - Lees de 5 tips op de brochure “Maand van de Mond”. Maak nu oefening 3 op je werkblad.
Opdrachtkaart: hoek 5 Nodig: werblad, reclamefolders, scharen, lijm 1) - Schraap met je nagel over je tanden. - Lees de tekst op de achterkant van de opdrachtkaart. Vul nu oefening 1 aan in je werkblad. 2) - Bekijk de reclamefolders. - Welke voeding is gezond voor de tanden, welke helemaal niet? - Knip enkele gezonde en ongezonde voeding uit. Plak ze bij oefening 2 op je werkblad.