VUMAG 2008#3

Page 1

VUMAGAZINE 2008# 3 m CRISISPOLITIEK Minstens vijftig miljoen euro per jaar voor pure symboliek m Steeds meer ALZHEIMER, en ook bij jonge mensen m Publicist ANIL RAMDAS en de zeven hoofdzonden

ADVOCAAT

Marry de Gaay Fortman

‘Maatschappelijke betrokkenheid is een familietraditie’


COLOFON

‘Vijf eeuwen calvinisme Een afscheidsfeestje’ 23 Vijfde jaargang, nr. 3, december 2008. Oplage: 50.000. VU Magazine verschijnt vier keer per jaar. ISSN 1572-445X. VU Magazine is het magazine voor alumni en andere relaties van de Vrije Universiteit Amsterdam, het VU medisch centrum en de Vereniging VUWindesheim. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur. Een gratis abonnement regelt u via www.vu.nl/vumagazine. Redactieadres De Boelelaan 1105, kamer 0E-60, 1081 HV Amsterdam. vumagazine@vu.nl www.vu.nl/ vumagazine Redactie Marieke Schilp (hoofdredacteur), Rianne Lindhout (eindredacteur), Anita Mussche M.m.v Floor Bal, Peter Breedveld, Dirk de Hoog, Welmoed Visser Redactieraad Mariet Bolluijt, Irene Costera Meijer, Mark Popelier. Gijs van Seters, Roeleke Vunderink Uitgever Dienst Marketing & Communicatie, Vrije Universiteit Amsterdam Correctie Marian van Ham, MetaVision Ontwerp Rob Bömer [rbbmr.nl] Vormgeving Rob Bömer, Dorien Fliervoet Druk Senefelder Misset Verzending Adreswijzigingen of fouten in adressering kunt u doorgeven via www. vu.nl/vumagazine, via vumagazine@vu. nl of via antwoordnummer 2941, 1000 SN Amsterdam. Vragen over de verzending: Charlotte Vroon, vumagazine@vu.nl of 020 5985665.

10 Deeltjesversneller Het botsonderzoek van Gerhard Raven ligt allesbehalve stil. 14 De nieuwe kleine luyden Een op de vijf studenten is allochtoon. Daar kan de VU iets mee. 18 Marry de Gaay Fortman Topadvocaat en toezichthouder. 26 Anil Ramdas ‘Ik heb erg snel de neiging om mensen dom te verklaren.’ 33 VU-Orkest Win kaarten voor het swingende Frans-Spaanse optreden. 4 16 24 29 34

Update Onderzoek Update Campus In de collegebanken Service Met de bul op zak

OMSLAGFOTO: PETER STRELITSKI 2 | VUMAGAZINE


INHOUD

verdienen een feestje. 6 Crisiswetenschap

JORDI HUISMAN

Bij een felle metrobrand heb je niets aan de nooduitgangen. Ira Helsloot over eerlijk crisisbeleid.

11 Zoekfunctie

COMVU/PETER SMITH

In het archief moet de historicus meters brieven doorspitten om een enkele paragraaf te kunnen schijven.

COMVU/YVONNE COMPIER

20 Alzheimer

Een diagnose in één dag. Zo helpt het Alzheimercentrum VUmc vooral jonge patiënten van hun onzekerheid af.

VUMAGAZINE | 3


Update[onderzoek] Eiwitten springen in DNA Natuurkundigen van de VU en Stichting FOM hebben aangetoond hoe eiwitten razendsnel een specifieke plek op DNA kunnen vinden. Daarmee losten ze een probleem op dat wetenschappers al jaren bezighoudt. Ze publiceerden hun resultaten in oktober. Veel reacties in biologische cellen worden op gang gebracht door eiwitmoleculen die binden aan DNA. Vaak moet dat snel gebeuren, bijvoorbeeld als het gaat om reparaties aan DNAstrengen, anders kan de cel sterven. De bindingslocaties zitten echter verstopt in de bekende lange DNA-moleculen. De onderzoekers onder leiding van Gijs Wuite, die onlangs als zevende VU’er werd benoemd in de Jonge Akademie van de KNAW, lieten zien hoe eiwit-

ten van DNA- naar DNA-molecuul kunnen springen. Ze maten de zoeksnelheid van afzonderlijke eiwitten in een kluwen DNA. Door beide uiteinden van een DNA-molecuul aan microscopisch kleine piepschuimbolletjes vast te plakken en die bolletjes met laserlicht te manipuleren, konden de onderzoekers de kluwen DNA uit elkaar trekken. Dit belemmerde het springen van de eiwitten, omdat de afstand tussen de DNAstrengen te groot werd. De zoeksnelheid nam toe naarmate het DNA meer een kluwenvorm aannam. Dat DNA een kluwen is, is dus essentieel voor alle eiwitten die op DNA inwerken. Het DNA en de eiwitten waren niet zichtbaar, maar wat er gebeurde was ‘voelbaar’ aan de uiteinden. (RL) www.nat.vu.nl/~gwuite

Korte hiel rent beter Mensen bij wie de afstand van de achillespees tot het enkelbot relatief kort is, hebben meer aanleg voor het lopen van lange afstanden. Dat publiceerden VU-bewegingswetenschapper Melanie Scholz en haar collega’s in oktober in The Journal of Experimental Biology. “Een hiellengte van minder dan 4,5 cm is veelbelovend”, zegt Scholz. Ze liet vijftien professionele lopers lange afstanden rennen op een loopband. Als een hardloper op zijn voet landt, trekt de achillespees samen en wordt er energie opgeslagen, die weer vrijkomt bij het optillen voor de volgende pas. De onderzoekers zijn erin geslaagd om een wiskundige formule op te stellen die verklaart dat personen met een ‘korte’ hiel dat aanmerkelijk efficiënter doen, dan mensen bij wie die afstand groter is. Daarom hebben ze minder zuurstof nodig bij het hardlopen. (WV) http://jeb.biologists.org/cgi/content/full/211/20/3266

Keltische schat gevonden VU-archeologen hebben bij Maastricht een Keltische gouden zilverschat opgegraven, de enige ooit in Nederland gevonden. De schat werd ontdekt door Paul Curfs uit Maastricht en dateert uit het midden van de eerste eeuw voor Christus. Negenendertig goudstukken zijn afkomstig van de Eburonen, een volk in Zuid-Nederland; zeventig zilveren ‘regenboogschoteltjes’ komen van stammen uit het Rijngebied. Volgens archeologiehoogleraar Nico Roymans werden gouden munten niet gebruikt als regu-

lier betaalmiddel, maar vooral als gift in de politiek-militaire sfeer. Waarschijnlijk sloten stamleiders van Eburonen en Germaanse stammen onderling bondgenootschappen, waarbij grote partijen munten werden uitgewisseld. De schat is vermoedelijk uit veiligheidsoverwegingen op een verlaten plek begraven: de Eburonen waren indertijd in conflict met de Romeinen. Na een opstand in 54 voor Christus werd het volk nagenoeg vernietigd door Julius Caesar. (PB) FOTO: RESTAURA

Eindelijk: de blauwe roos Een blauwe roos is de heilige graal voor bloemenkwekers. VU-onderzoekers weten nu hoe je die moet maken. “Het is een kwestie van zorgen dat de vacuoles in de bloemblaadjes niet verzuren”, legt geneticus Francesca Quattrocchio, uit de petuniaonderzoeksgroep van Ronald Koes, uit. Vacuoles zijn met vloeistof gevulde blaasjes in de cel waarin onder andere de pigmenten worden opgeslagen. Het gen PH5 regelt de zuurgraad in de vacuoles: bij een lage pH-waarde (wanneer het dus zuur is) kleuren de blaadjes rood, een hoge pH-waarde veroorzaakt een blauwe kleur. Door uitschakeling van PH5 wordt de vacuole minder zuur en worden de bloemblaadjes dus blauw. Japanse en Australische bedrijven hebben dit mechanisme al gepatenteerd. De resultaten zijn begin november gepubliceerd in Nature Cell Biology. (PB) www.nature.com/ncb/journal/vaop/ncurrent/full/ncb1805.html

Eigen partner kiezen Jonge Turkse en Marokkaanse Amsterdammers vinden gedwongen huwelijken steeds minder vanzelfsprekend. Vooral hoogopgeleiden kiezen graag hun eigen partner. Dat blijkt uit onderzoek dat Edien Bartels en Oka Storms begin november op de eerste landelijke conferentie over de aanpak van huwelijksdwang presenteerden. 4 | VUMAGAZINE

Hoe langer ouders in Nederland wonen, hoe normaler ze het vinden dat kinderen zelf hun partner zoeken. Wanneer deze jongeren buiten hun eigen groep trouwen, is dat vaker met een partner van allochtone afkomst. Turken en Marokkanen vinden een gezamenlijke religie belangrijker dan de culturele afkomst. (FB) www.movisie.nl/huwelijksdwang


Pepperspray is effectief Pepperspray is een effectief en veilig wapen voor de politie, blijkt uit een onderzoek van politieonderzoeker Jan Naeyé. In twintig procent van de gevallen waarin de politie geweld gebruikt, gebeurt dat met pepperspray. De politie zet het vooral in tegen mensen die met slag- of steekwapens dreigen. Pepperspray is voor agenten veiliger dan de wapenstok, omdat het van een afstand kan worden gebruikt. Voor de invoering van de spray in 2005 dreigde de politie in zulke gevallen dan ook vaak met het pistool. Volgens Naeyé gebruikt de politie relatief weinig geweld bij aanhoudingen, namelijk slechts bij vier procent van de arrestaties. Daarbij raakt wel in een kwart van de gevallen de betrokken burger gewond. Relatief vaak gaat het daarbij om uitgaanspubliek onder invloed van alcohol of drugs. (DdH)

Bas

www.politieenwetenschap.nl

Waterstoftank komt dichterbij Een gastank in de auto die werkt als een spons. Zo’n tank is zestig procent lichter dan de gangbare waterstofaccu’s. Een ‘gewone’ tank met waterstofgas in de auto is te gevaarlijk vanwege de kans op explosies. Robin Gremaud onderzocht duizenden metaalcombinaties voor zijn proefschrift over metaallegeringen die waterstof absorberen. Legeringen verliezen hun spiegelend vermogen als ze waterstof opnemen. Dus als een mengsel glans verliest, is het bingo. Hij vond dat een mengsel van magnesium, titaan en nikkel heel goede eigenschappen heeft om een waterstoftank voor een auto te ontwikkelen. Gremaud promoveerde 16 oktober. Een Brits bedrijf wil zijn techniek verder ontwikkelen. (DdH) www.nat.vu.nl/~gremaudr/

Waarschuwing bij voedseltekort Nicky Pouw ontwikkelde in Oeganda een methode om te bepalen welke armoedeproblemen het eerst aangepakt moeten worden. Daar kunnen ontwikkelingsplanners of beleidsmakers veel aan hebben. Pouw promoveerde 10 november aan de economische faculteit. De gebruikelijke armoedemeting via het in kaart brengen van uitgaven werkt niet altijd goed op het platteland, omdat boeren vaak voor eigen consumptie produceren. Pouws methode gaat niet uit van uitgaven, maar van bezittingen. Die inventariseerde ze en ze verdeelde ze in categorieën zoals duurzame huishoudelijke goederen, kleding, voedselconsumptie, levende have, landbouwgereedschap en landbezit. Elke categorie kent een eigen hiërarchie. Binnen de huishoudelijke goederen kopen mensen bijvoorbeeld eerst stoelen, een tafel, een bed en een matras. Een radio, fiets of koelkast komen pas veel later in aanmerking. Inventarisatie per categorie geeft een goed beeld van het soort armoede dat er in gebieden heerst en welke problemen het grootst zijn. Zo

Einsteintelescoop Natuurkundigen van de VU gaan meehelpen bij het ontwerpen van een grote Europese telescoop die gravitatiegolven meet. Met deze telescoop moet het mogelijk worden om de toestand van het heelal vlak na de oerknal te bestuderen. De onderzoekers hebben drie miljoen euro subsidie gekregen van de Europese Unie om de telescoop te ontwerpen. Bij het project zijn acht Europese onderzoeksinstituten betrokken. ‘Gewone’ telescopen kijken naar licht- of elektromagnetische golven. Omdat de oudste elektromagnetische golven erg verstoord zijn geraakt, kan hiermee de oorsprong van het heelal niet worden bestudeerd. Bovendien straalt het overgrote deel van de materie in de ruimte geen licht of andere elektromagnetische golven uit en is dus met deze telescopen niet waar te nemen. De nieuwe Einsteintelescoop kan als het goed is deze ‘donkere materie’ wel zien. (WV) www.virgo.infn.it/

Stress maakt kind antisociaal kan de informatie over voedselconsumptie dienen als een vroeg waarschuwingssysteem voor voedselonzekerheid. Zodra een huishouden alleen nog maar maïs en bonen eet, kan dit een teken zijn van dreigende voedseltekorten. En wanneer kleine boeren alleen maar een handschoffel gebruiken op het land, is het moeilijk om de productiviteit te vergroten. (RL) http://www.rozenbergps.com/

Stressvolle gebeurtenissen op jonge leeftijd, zoals ziekenhuisopname, scheiding van de ouders of de dood van een gezinslid, kunnen antisociaal gedrag bij kinderen uitlokken. Dat blijkt uit het proefschrift waarop Maartje Timmermans afgelopen maand promoveerde bij de faculteit Psychologie en Pedagogiek. Andersom verhoogt antisociaal gedrag de kans op nieuwe stressvolle voorvallen. Kinderen die in zo’n cyclus zitten, hebben vaker last van depressie en angst. Timmermans onderzocht de ontwikke-

ling van antisociaal gedrag bij kinderen van twee tot achttien jaar met een vragenlijst. Daaruit bleek ook dat destructief gedrag, zoals agressie, bij kinderen een belangrijke voorspeller is van risicovol seksueel gedrag en het gebruik van alcohol en verdovende middelen. Vroegkinderlijke opstandigheid is vaak de motor van ernstige vormen van antisociaal gedrag dat kan resulteren in delinquentie en slechte schoolprestaties. (FB) http://dare.ubvu.nl/ > zoekterm ‘antisocial’ VUMAGAZINE | 5


‘De METRO is een VLIEGTUIG onder

6 | VUMAGAZINE


DE MYTHE VAN DE PANIEK: NEW ORLEANS

de grond’ CRISISBEHEERSING Jaarlijks stopt Nederland minstens vijftig miljoen euro in puur symbolische rampenbestrijding. Dat lost niks op, maar stelt wel gerust. Interview met Ira Helsloot, crisismanager. Plus: een andere kijk op de Katrina-ramp, de kredietcrisis en de Greet Hofmans-affaire. RIANNE LINDHOUT EN ANITA MUSSCHE FOTO’S: JORDI HUISMAN

W

e kunnen het woord crisis bijna niet meer horen, zo vaak is het gevallen de laatste tijd. Ira Helsloot is hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid bij de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU. Zijn ruime praktijkervaring – hij is ook portefeuillehouder crisisbeheersing bij de brandweer Amsterdam-Amstelland – in combinatie met zijn analyse van vele rampen en crises, hebben inzichten opgeleverd die verhelderend zijn bij het bekijken van alle soorten crises. En die veel geld kunnen besparen zonder veiligheid te hoeven inleveren. “Over rampen worden duizenden pagina’s aan rapportages geschreven vanuit de symboliek van verantwoording afleggen. Als ze er toch zijn, kun je ze ook gebruiken om onderzoek te doen.” Helsloots cynisme over symboliek is een belangrijke uitkomst van zijn onderzoek. Jaarlijks stopt Nederland minstens vijftig miljoen euro in symbolische, ‘papieren’ crisisbeheersing op het gebied van rampenbestrijding. Dat is de afgelopen twintig jaar zo gegroeid.

“Neem overstromingsgevaar. We investeren miljarden in onze dijken om te voorkomen dat ze doorbreken. Dat is goed, want als het zou gebeuren, zou afgezien van de slachtoffers de hele Randstad onherstelbaar worden vernield. Niets is bestand tegen zout water. Snelle evacuatie is bovendien onmogelijk in zo’n situatie. Toch worden er ook miljoenen geïnvesteerd in plannen voor wat er moet gebeuren als er toch zo’n ramp gebeurt. Dat is grotendeels zinloos; die miljoenen hadden meer veiligheid opgeleverd als ze zouden zijn ingezet om nog een extra dijkje te verzwaren. De opbrengst van de plannen is vooral een illusie van veiligheid.” Een nog duurder voorbeeld van symbolisch veiligheidsbeleid betreft het chloortransport van Delfzijl naar Botlek. Tot 2006 reed er twee keer per week een trein vanuit Delfzijl, waar de enige chloorfabriek in Nederland stond, naar een andere vestiging van Akzo Nobel in Botlek. Dat bracht een klein risico met zich mee, volgens alle berekeningen kleiner dan dat van het » transport van LPG of ammoniak. De

Ira Helsloot: ‘Burgers zijn juist actief en behulpzaam als er een ramp gebeurt. Maar je moet ze wel goed informeren.’ Dat bestuurders bij crises en rampen niet eerlijk en snel genoeg communiceren, wordt volgens Ira Helsloot in stand gehouden door de hardnekkige mythe dat burgers in paniek raken en in plunderaars veranderen als er bijvoorbeeld een pandemie uitbreekt of een dijk doorbreekt. Toen orkaan Katrina in 2005 grote overstromingen veroorzaakte in New Orleans, kwamen er berichten dat de achtergebleven, voornamelijk zwarte bevolking aan het plunderen was geslagen. Helsloot bestudeerde verslagen en komt tot een andere conclusie: “Een mooi voorbeeld zag je in de Super Dome, waar 25 duizend ontheemden naartoe waren gegaan. Volgens de media heerste er anarchie. Feitelijk hadden de mensen in die grote sportarena een werkend sociaal systeem opgezet, compleet met een crèche. De supermarkten in de omgeving werden wel leeggehaald, maar dat is begrijpelijk omdat er de eerste dagen geen hulp kwam. Na twee dagen kwamen er militairen om de ‘orde te handhaven’. Er wilde er een naar het toilet, maar de burgers hadden op die plek een opslagruimte ingericht. Er werd iemand, wellicht wat onredelijk fel, kwaad op de militair, en die werd toen doodgeschoten.” In de media is dit verhaal een eigen leven gaan leiden. De waarheid, die later pas bekend wordt, haalt de krant niet meer. Zo gaat het ook met het plunderen: “Er is ook zonder ramp wel een boef. Als die boef tijdens de ramp uit plunderen gaat, leggen de media dat vast en maken ze er een verhaal van.” Burgers zijn actief en behulpzaam bij een ramp, concludeert Helsloot uit zijn onderzoek. Maar ze maken hun keuzes op basis van kennis die ze hebben, en het ontbreekt hen vaak aan adequate kennis, doordat er niet goed wordt gecommuniceerd. Helsloot: “Als er iets met het drinkwater is, maar de informatie dat je het drinkwater bijvoorbeeld veilig kunt koken blijft uit, gaan mensen voor de zekerheid water kopen in de supermarkt. Daar raken de schappen snel leeg, en de media berichten over hamstergedrag.”

VUMAGAZINE | 7


KREDIETCRISIS: MEER VERSCHIL IN REGELS AANBRENGEN

‘Als er slachtoffers vallen, moet je niet direct concluderen dat iemand iets fout heeft gedaan.’

André Lucas: ‘Als iedereen aan dezelfde regels onderhevig is, krijgt ook iedereen tegelijkertijd dezelfde problemen’ De kredietcrisis gaat over vertrouwen: banken durven elkaar en anderen geen geld te lenen. Het vertrouwen moet worden hersteld. André Lucas, hoogleraar financiële markten en instellingen bij de economiefaculteit van de VU: “In Amerika zwabberde de overheid te veel, door banken dan weer wel en dan weer niet overeind te houden. Daardoor nam de onzekerheid onder investeerders toe: helpt de overheid of niet? Dat verergerde de crisis.” De Nederlandse overheid heeft dat volgens Lucas bij Fortis en ING robuuster en goed aangepakt, “ook al is de markt zo grillig dat je niet weet of dit genoeg is.” Maar nu de acute kant van de crisis lijkt opgelost, moet een structurele oplossing volgen, vindt Lucas. Om in de toekomst een nieuwe financiële crisis te vermijden, moeten we volgens Lucas veel beter naar het regelstelsel kijken. Nu was de buffer binnen elke financiële instelling op zich goed geregeld, waardoor ze stuk voor stuk moeilijk konden omvallen. Maar de crisis heeft bewezen dat als iedereen aan dezelfde regels onderhevig is, iedereen tegelijkertijd dezelfde problemen krijgt en kan omvallen. “Daar moet je iets aan doen, vóór een volgende crisis. Nu wordt gedacht dat je alle pensioenfondsen of alle hedgefunds beter moet reguleren. Maar dan moet je dat niet zo doen als met de banken. Je moet een dempend mechanisme creeren, met verschillende soorten investeerders die aan verschillende regels moeten voldoen. Als de een in de markt kan stappen als een ander eruit stapt, vermijd je dat al het kapitaal in één keer wegvlucht. Nu is de overheid de stabiele factor. Het zou beter zijn als andere partijen aan de stabiliteit bijdragen.”

8 | VUMAGAZINE

dreigende ‘chloorramp’ had echter een hoge symbolische waarde. De overheid besloot in 2002, mede als zichtbare daad na de vuurwerkramp in Enschede, om 65 miljoen euro aan Akzo te geven om in Botlek ook een chloorfabriek te bouwen. Helsloot: “Vanwege onderhoud aan de fabrieken moet er incidenteel toch weer een paar weken lang chloor worden vervoerd. Doordat het geen routine meer is, is de kans dat daarbij iets misgaat groter dan toen het nog wekelijks gebeurde.” Ook negentig procent van de rijksinvesteringen in terrorismebestrijding – hoeveel geld erin zit, is onbekend – is volgens Helsloot symboliek. Een terroristische aanslag in de publieke ruimte kun je niet voorkomen met meer beveiliging: het blijft een net met veel mazen, en een terrorist heeft er maar eentje nodig. “Terreurbestrijding die wel zin heeft, is bijvoorbeeld die in de vorm van buurtregisseurs van de politie. Zij hebben door hun persoonlijke contacten invloed en zicht op geradicaliseerde jeugd. Zulke investeringen zijn echter zo weinig zicht-

baar en decentraal dat ze geen daadkracht van de rijksoverheid suggereren.”

Even heel eerlijk

Symboliek is volgens Helsloot een relatief goedkope vorm van niet echt iets doen voor de veiligheid. “Ik pleit er nadrukkelijk niet voor altijd maar meer te investeren in veiligheid, maar bestuurders moeten daar wel eerlijk over zijn. Met het geld dat we aan symbolische veiligheidsmaatregelen besteden, zullen we meer levens redden als we er verkeersdrempels van aanleggen.” De Herculesramp uit 1996 is een voorbeeld waaruit blijkt dat je niet altijd iets moet verbeteren. Op vliegbasis Eindhoven verbrandden 34 inzittenden na het neerstorten van hun vliegtuig. Jarenlang werden er onderzoeken gedaan naar wat daar fout ging. Het Openbaar Ministerie vervolgde zelfs een brandweerofficier en de luchtverkeersleider. Pas in 2001 kwam na onderzoek van de Transportongevallenraad de aap uit de mouw, vertelt Helsloot, die de ramp bestudeerde.


‘GREET HOFMANS’ MASKEERT DE ÉCHTE CRISIS CRISISBERAAD Crisisbeheersers moeten volgens hoogleraar crisisbeheersing Ira Helsloot op alle niveaus en in elk stadium van crisismanagement op vier dingen letten. 1) TECHNIEK. Inzicht in de feitelijkheden van de crisis en de technische oplossingen daarvoor moeten als eerste georganiseerd worden. 2) PERSPECTIEF. De omvang van de crisis wordt niet alleen bepaald door wat er technisch aan de hand is, maar vooral ook door het perspectief van betrokkenen en publiek. Dat perspectief bepaalt mede hun reactie. Kijk naar spaarders die in paniek raken terwijl er financieel-technisch niets aan de hand is bij hun bank, maar door hun reactie vervolgens de bank doen omvallen. 3) TIJD EN RUIMTE. Crises zijn niet statisch maar ontwikkelen zich in tijd en ruimte. Het meest aansprekende voorbeeld is nu de crisis in de Amerikaanse huizenmarkt die anderhalf jaar later tot het omvallen van Fortis in Nederland heeft geleid. Maatregelen moeten daarom bij voorkeur ‘robuust’ zijn, dat wil zeggen wat meer aankunnen dan de huidige crisissituatie. 4) COMMUNICATIE. Een besluit is in de harde werkelijkheid pas een echt besluit als het communiceerbaar is. Die communicatie moet vervolgens eerlijk en snel zijn.

“Er was feitelijk niets misgegaan. Het beleid is dat er in zo’n situatie schuim over het brandende vliegtuig wordt gespoten, waarna de slachtoffers zelf uit het toestel moeten komen. Dat konden ze in dit geval niet, omdat de deur klemde. Dat is een zeer ongelukkig noodlot, maar de brandweer had geen uitrusting om hem te gaan openmaken.” Is dat beleid dan niet fout? “Nee, want de kans dat een ongeluk als dit gebeurt, is heel klein. En als het gebeurt, lukt het de inzittenden praktisch altijd om naar buiten te komen. Er zijn wereldwijd slechts twee van zulke ongevallen in 25 jaar bekend. Investeringen in een grotere luchthavenbrandweer kosten wereldwijd meer dan een miljard per jaar. Eerlijke kosten-batenanalyse maakt dus duidelijk dat je het beleid niet moet veranderen.” In het algemeen geldt dat je niet direct moet concluderen dat iemand iets fout heeft gedaan als er slachtoffers vallen. “Het grote probleem van deze tijd is dat de eerlijkheid ontbreekt om dat te zeggen.”

Dan meteen nog maar iets eerlijk zeggen: als u voortaan in de metro stapt, weet dan dat de ‘safe havens’ en nooduitgangen in de tunnels geen enkele zin hebben als er een felle brand uitbreekt. “Door de rook zie je meteen niets meer en je raakt verstikt, je kunt nergens heen en bent ten dode opgeschreven. Maar dat durven we niet te zeggen, dus worden mensen voor het lapje gehouden. Eerlijk zijn is beter, mensen kunnen het risico best aanvaarden. Ze stappen ook twee keer per jaar in het vliegtuig, terwijl ze weten dat er geen brandweer komt als er in de lucht iets gebeurt. De metro is een vliegtuig onder de grond.” « m meer

weten?

Wat Nederland uitgeeft aan symbolische rampenbestrijding staat in het (nogal technische) rapport Openbare orde en veiligheid: uitgavenontwikkeling 2001-2005 van bureau CEBEON. De oratie van Ira Helsloot, getiteld Voorbij de symboliek, vindt u via www.vu.nl/ vumagazine.

Elsbeth Etty: ‘In dat klimaat was het niet moeilijk om Juliana’s denkbeelden verdacht te maken’ Een oude crisis die recent weer actueel werd, is de Greet Hofmans-affaire die in 1956 de monarchie in gevaar leek te brengen. Uit het boek Juliana & Bernhard van Cees Fasseur blijkt dit eigenlijk een huwelijkscrisis te zijn, concludeert Elsbeth Etty, literatuurcriticus en bijzonder hoogleraar literatuur en cultuur aan de VU. “Fasseurs enige zogenaamde onthulling is dat de Commissie Beel geen staatscommissie was, omdat er geen staatszaken in het geding waren. Fasseur noemt de commissie een soort gezinstherapie.” Waar Fasseur concludeerde dat Bernhard in de Hofmans-affaire gelijk had, neemt Etty het juist op voor Juliana. Volgens Etty blies Bernhard de invloed van Hofmans op Juliana bewust op, en lekte hij het verhaal naar de media terwijl er iets heel anders speelde. De aanvankelijk timide Juliana werd namelijk steeds onafhankelijker van haar man en had zelfs om een scheiding gevraagd, onder meer vanwege Bernhards kleinerende gedrag en buitenechtelijke relaties. Bernhard dikte Hofmans’ invloed aan om die groeiende onafhankelijkheid van Juliana de kop in te drukken en een scheiding te voorkomen, meent Etty. In een klimaat van verzuiling en Koude Oorlog was het volgens haar niet moeilijk om Juliana’s buitenkerkelijke en pacifistische denkbeelden verdacht te maken. Uiteindelijk werd Hofmans van het hof verwijderd en kon Juliana haar scheiding vergeten, omdat de politiek zoiets ‘moreel-politiek’ ontoelaatbaar achtte. Na de affaire was het beeld van Juliana dat van een wat wereldvreemde en niet serieus te nemen koningin. Etty benadrukt dat Fasseur niet kan bewijzen dat Hofmans invloed uitoefende op staatszaken. Ook volgens de toenmalige premier Drees waren de politieke moeilijkheden die Hofmans veroorzaakte helemaal niet groot, en zou Juliana’s pacifisme geen problemen opleveren. Etty’s visie illustreert een principe dat vaker voorkomt bij crises: een partij wendt een – al dan niet vermeende – crisis aan om een bepaald doel te bereiken. Zo kreeg Greenpeace veel publiciteit toen het in 1995 een crisis veroorzaakte bij Shell, dat het olieplatform Brent Spar wilde laten afzinken. Hoewel later bleek dat afzinken de milieuvriendelijkste oplossing was, zoals Shell aldoor had gezegd, dwong de boycotactie van de milieuorganisatie Shell het platform alsnog aan land af te breken. VUMAGAZINE | 9


DEELTJESVERSNELLEN ACTUEEL De deeltjesversneller staat dan wel stil, maar Gerhard Raven moet daardoor alleen maar harder werken. Tweewekelijks vliegt de fysicus naar CERN in Genève. ‘Ik moet erbij zijn, alles is nieuw.’ RIANNE LINDHOUT FOTO: CERN

V

an de 1014 botsingen die de deeltjesversneller in Genève per jaar genereert – dat zijn er veertig miljoen per seconde – moet projectmanager Gerhard Raven kiezen welke 1010 belangrijk genoeg zijn om er gegevens van te bewaren. “Dat betekent dat we 99,99 procent van de gegevens weggooien, en dan nog blijven er heel veel over”, lacht de subatomaire fysicus die aan de VU universitair hoofddocent is en daarnaast in dienst is bij het nationaal instituut voor subatomaire fysica (NIKHEF). Uit die overgebleven gegevens moet worden achterhaald waar de fout zit in een model dat grotendeels klopt: het beschrijft correct dat quarks (onderdelen van protonen) 10 | V U M A G A Z I N E

bij een botsing uiteenvallen in deeltjes en antideeltjes, en dat de verdeling daartussen niet half-half is. Als er evenveel materie als antimaterie zou ontstaan, zouden wij er niet zijn. Die twee heffen elkaar namelijk op, waarbij licht ontstaat. Er ontstaat net iets meer materie dan antimaterie bij een botsing. En die kleine asymmetrie, dat is ons universum. “Maar de fout in het model is dat het de asymmetrie veel kleiner voorspelt dan hij in werkelijkheid is: het zit er zo’n beetje een factor 107 naast.” Raven heeft al eerder onderzoek gedaan om het genoemde model te verbeteren. “In Stanford en in Japan hebben we tot duizend miljoen botsingen kunnen genereren. Maar met de nieuwe deeltjesversneller kunnen we duizend keer zo veel vergelijkbare botsingen veroorzaken.”

Pc-boerderij

Ravens projectgroep werkt met een ‘pcfarm’, een ‘boerderij’ van duizend superpc’s die alle botsingen filteren met een speciaal softwareprogramma. “Het is heel moeilijk die pc’s probleemloos aan elkaar te koppelen tot een netwerk. We zijn nu bij vierhonderd en daar gaat het nog fout.” Is het dan maar goed dat de deeltjesversneller na een uitbundig gevierde start in september al snel in storing viel en de winterstop er meteen aan vastplakt? Nee, legt Raven uit: “De deeltjesversneller was stap voor stap op gang aan het komen. Wij waren aan het meegroeien met de machine,

we zouden het op dit moment prima hebben kunnen bijhouden. Nu zal de versneller vanaf april, na de winterstop waarin testen en voorbereidingen doorgaan, sneller op gang komen en kan er van meegroeien geen sprake zijn. Wij moeten nu dus vooruit werken, om straks meteen te kunnen meekomen. Maar er zijn geen botsingen om te kunnen zien of het goed gaat met onze pc’s. Daarom hebben we software ontwikkeld om te doen alsof die enorme hoeveelheden data wél binnenkomen, zodat we onze pc-farm kunnen opbouwen.” Het ‘crashen’ van de deeltjesversneller levert dus niet minder, maar meer werk op voor Raven. Hij reist veel heen en weer tussen Genève en de VU. “Hier kan ik veel organiseren en software schrijven. Maar ik moet ook vaak bij CERN zijn, omdat de communicatie dan toch veel sneller gaat. Ik moet erbij zijn, alles is nieuw.” Tweewekelijks vliegt Raven op donderdagochtend naar Genève en vrijdagavond laat weer terug. Afgelopen zomer was dat zelfs elke week, maar dat was wel erg zwaar. “Ik werk sinds 2002 aan dit project. In het begin vloog ik maandelijks heen en weer, nu is het intensiever. In het voorjaar zal het wel weer wekelijks worden.” Het experiment duurt tot 2014 of 2015. Maar ach, tegen die tijd heeft Raven zelfs de 103 vliegreizen nog lang niet gehaald. « m meer

weten?

www.nikhef.nl; kijk onder wetenschap, deeltjesfysica, antimaterie.


ONDERZOEK Geschiedenis ga je studeren voor de mooie verhalen. Historicus Harm Kaal spitte voor zijn boek kilometers archief door. Maar dan... ‘Agenten in jazzclubs zijn leuk om te beschrijven, maar je moet je verhaal afbakenen.’ FLOOR BAL

FOTO’S: COMVU/PETER SMITH

Stapels dozen, H meters brieven

et geheugen van Nederland is opgeslagen in dozen, kilometers dozen. Hierin zitten de bronnen waarom het historisch vakmanschap draait. Niet handig allemaal bij elkaar, maar verspreid over archiefinstellingen in het hele land. Wanneer historicus Harm Kaal meer wil weten voor zijn artikel over politiek protest in de publieke ruimte, kan hij zich dus opmaken »

V U M A G A Z I N E | 11


Harm Kaal

voor heel wat archiefbezoekjes. Een begin is het stadsarchief in Amsterdam, daar ligt het hoofdstedelijk politiearchief. “Daarbij zitten ook rapporten over hoe de politie met protestacties moest omgaan”, vertelt Kaal. Wil hij meer weten over een bepaalde actiegroep, dan kan hij dat achterhalen in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, waar veel archieven van politieke organisaties staan. In het Nationaal Archief in Den Haag kan hij informatie

‘De sensatie dat je authentiek bronnenmateriaal in handen hebt, is heel bijzonder’ vinden over het landelijke openbare ordebeleid. “Daar ligt bijvoorbeeld de correspondentie tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de burgemeester van Amsterdam.” Al dit werk, voor wat uiteindelijk misschien een kleine paragraaf zal worden, is nog maar het begin van het onderzoek. “Dat kost tijd, maar het is ook heel leuk. Er liggen puzzelstukjes verspreid over verschillende archieven en die moet je bij elkaar zoeken.”

Archieftijger

“Alles wat in archiefinstellingen in Nederland staat, is ontsloten”, vertelt Kaal. “Er staat bijvoorbeeld in het inventaris: ‘tien meter brieven aan de burgemeester.’ Er staat niet specifiek beschreven wat erin zit. Dus niet: ‘brief van Jantje aan Pietje over dit onderwerp.’ Om te vinden wat je zoekt, moet je alles bekijken.” Wanneer de archiefstukken aangevraagd zijn, brengt een medewerker stapels kartonnen dozen. Alle papieren in zo’n doos moet de onderzoeker een voor een bekijken en op waarde schatten. Kaal promoveerde in februari van dit jaar op een proefschrift over Willem de Vlugt, de Amsterdamse burgemeester tijdens het interbellum. Daarvoor zat hij maandenlang in archieven. “Ik ben een echte archieftijger. Als historicus ga je op zoek naar materiaal dat jouw verhaal vertelt. Om de mooie bronnen boven water te krijgen, heb ik bijvoor12 | V U M A G A Z I N E

Als kind zat Harm Kaal (1978) tijdens lange autoritten uren op de achterbank te lezen in de oude katholieke geschiedenisboekjes van zijn vader. “Allemaal heel eenzijdig en achterhaald natuurlijk”. Tijdens zijn geschiedenisstudie aan de VU kreeg hij halverwege de geest. Dat was tijdens een werkcollege van Jan Lucassen. “Daarbij werd je geacht om zelfstandig onderzoek te doen. Telkens wanneer je iets nieuws gevonden had, had de docent weer nieuwe vragen. Daar werd ik door gegrepen, ik wilde me echt in onderzoek vastbijten, iets toevoegen aan bestaande informatie.” Om zijn cv op te bouwen ging Kaal steeds meer vakken volgen en deed hij zijn uiterste best om goede papers in te leveren. Na zijn afstuderen werkte hij twee jaar als docent in het middelbaar onderwijs, waarna zijn onderzoeksvoorstel werd goedgekeurd en hij kon promoveren. Sinds zijn promotie afgelopen februari is Kaal universitair docent politieke geschiedenis. Inmiddels heeft hij twee onderzoeksprojecten opgezet. De eerste gaat over hoe het concept van leefbaarheid vanaf 1950 is vormgegeven door bestuurders en politici. Het andere onderzoek gaat over vormen van politieke protesten in publieke ruimten.

beeld de archieven van een aantal gemeentelijke instellingen over een periode van twintig jaar helemaal doorzocht. Ik heb me in het archief nooit ongelukkig gevoeld, je moet een beetje monomaan zijn om dit werk te doen. Maar de sensatie dat je authentiek bronnenmateriaal in handen hebt, is heel bijzonder.” Werken in een archief is eenzaam, maar niet alleen. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers is hoog, je ziet voornamelijk oudere mannen die hun eigen stamboom uitpluizen. “In de tijd dat ik daar veel zat, waren de medewerkers van het Stadsarchief nogal gestrest, omdat uitkwam dat jaren eerder een belangrijk VOC-aandeel gestolen was. De beveiliging was behoorlijk streng en handelde niet altijd op een handige manier. Dan zat iemand bijna boven op je om te kijken wat je deed. In de nieuwe locatie is dat inmiddels verbeterd. Met sommige werknemers heb ik een band opgebouwd, in de loop der jaren hebben ze heel wat kilo’s voor mij versjouwd.”

Anekdotes

Om niet te verzuipen in de bronnen, is weten wat je zoekt heel belangrijk. “De eerste anderhalf jaar van mijn promotie was ik erg bezig met de invalshoek van mijn verhaal. Bij sociale wetenschappen ligt van tevoren vast welke hypothese je gaat onderzoeken. Historisch onderzoek zit anders in elkaar, daarbij blijkt pas gaandeweg waar je mee bezig bent. Je moet niet informatie verzamelen om het verzamelen. Het is belangrijk om ook meteen met schrijven te beginnen. Zo krijgen jouw bronnen beteke-

nis en zie je meteen waar de gaten in de tekst zitten.” Het proefschrift van Kaal is geworteld in de scriptie die hij in 2001 schreef. “Wanneer je een scriptie schrijft, is een biografie een voor de hand liggende invalshoek. Ik koos voor Willem de Vlugt, een heel bijzonder figuur. Hij was de eerste niet-liberale en niet-academisch geschoolde burgemeester van Amsterdam en dat twintig jaar lang.” Kaal raakte tijdens zijn studie geïnspireerd toen het eerste deel van de Colijnbiografie van docent Herman Langeveld uitkwam. Dat maakte een debat los op de VU, over brongebruik bij het maken van een biografie.


spelen bij het onderwerp. “Internationale tijdschriften vinden die ene empirische casus niet interessant. Bij het schrijven van wetenschappelijke artikelen moet je je snel op een duidelijk thema richten.” In plaats een complete beschrijving van een bepaalde demonstratie in Amsterdam bijvoorbeeld, moet een historicus een theorie formuleren over hoe het openbaar bestuur omging met zulke demonstraties. De consequentie hiervan is dat Kaals eerste liefde, het vertellen van mooie verhalen, soms het onderspit moet delven. “Kill your darlings. Uit het archief komen allerlei anekdotes naar boven. Vooral in het politiearchief kwam ik bizarre politierapportages tegen. Zo gingen Amsterdamse agenten incognito naar jazzclubs om in de gaten te houden of de negermuzikanten geen minderjarige hbs-meisjes verleidden. Heel leuk om te beschrijven, maar je moet je verhaal afbakenen.” Kaal deed zijn best om de omvang van zijn proefschrift binnen de perken te houden. “Een boek van negenhonderd pagina’s vind ik niet kunnen. Het hoeft niet het definitieve werk over een bepaald onderwerp te worden.” Het uiteindelijke boek kreeg gunstige recensies in de landelijke pers. De Volkskrant

‘Soms zat iemand bijna boven op me om te kijken wat ik deed’ “Zo raakte ik geïnteresseerd in biografieën.” Kaal wilde zijn scriptieonderwerp in een promotieonderzoek verder uitdiepen. Al snel liep hij tegen de grenzen van zijn keuze aan. “Je gaat geschiedenis studeren omdat je van mooie verhalen houdt. Maar als wetenschapper wordt er van je verwacht dat je ook theorieën formuleert. Onderzoek is meer dan het opdissen van mooie anekdotes of een persoon uit de vergetelheid rukken, je moet tot een dieper inzicht komen. Dat leer je in je promotietijd.” Dankzij steun van zijn begeleider James Kennedy werd Kaals verhaal meer dan alleen een biografie. “Een biografie van een

burgemeester? So what, dat voegt niets toe. Ik gebruikte De Vlugt om meer te weten te komen over de verschillende rollen van een burgemeester. Een van mijn conclusies was dat er tijdens zijn burgemeesterschap ruimte was om als lobbyist voor het bedrijfsleven op te treden. Hij was niet alleen op het stadhuis, hij ging ook naar Moskou om een contract te sluiten voor de Amsterdamse scheepvaartindustrie.”

Debat

Voordat hij het archief induikt, doet Kaal eerst een breed literatuuronderzoek. Zo weet hij vooraf al welke discussies er

noemde het ‘Even degelijk als boeiend’. “Daar was ik blij mee, ik heb er veel tijd in gestoken om te zorgen dat het goed wegleest. Mensen moeten met plezier jouw werk lezen. Het enthousiasme voor geschiedenis begint altijd met een leraar die goed kan vertellen. De lijn van mooie verhalen moet binnen de geschiedeniswetenschap blijven bestaan.” « m meer

weten?

Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn burgemeester tijdens het interbellum. Harm Kaal, Uitgeverij Aksant, ISBN 9789052602820, € 29,90. V U M A G A Z I N E | 13


DIVERSITEITSBELEID Een vijfde van de VU-studenten is van niet-westerse allochtone afkomst. Met dat gegeven probeert de VU haar voordeel te doen: ‘Je kunt het niet maken jezelf een topuniversiteit te noemen als je niet bijdraagt aan de integratie.’ RIANNE LINDHOUT FOTO: JORDI HUISMAN

14 | V U M A G A Z I N E

W

elgeteld één meisje met een burka loopt er op de VU rond, en twee keer weigerde een afstuderende student de hand van een vrouw te schudden, van de vierduizend studenten met niet-westerse achtergrond op de VU. En toch is voor deze incidenten buitenproportioneel veel aandacht geweest. Dat illustreert eigenlijk al hoe gevoelig het thema ligt. Per faculteit varieert het beeld sterk: bij de faculteiten Bewegingswetenschappen, Letteren en Wijsbegeerte zijn maar weinig niet-westerse allochtone studenten; bij Tandheelkunde juist bijna veertig procent. Bij de faculteiten Rechten en Economie en bedrijfswetenschappen is hun aandeel ongeveer een kwart. Wim Haan, coördinator diversiteit van de VU, heeft zich verdiept in de voorvallen met het handen schudden.

“Ik heb een aantal moslimstudenten gevraagd hoe zij erover denken. Ze zeggen: Thuis doen we dat inderdaad niet, dat is onderdeel van onze cultuur, maar hier op de VU vind ik het onbeschoft om een vrouw geen hand te geven.’ Hoewel enorm enthousiast en vol vuur over zijn onderwerp, is Haan ook voorzichtig. Diversiteit is geen gemakkelijk onderwerp: “De beeldvorming is taai, het fictieve idee van een zwarte universiteit is voor veel mensen een angstbeeld.” Toch komen docenten en studiebegeleiders soms voor lastige dingen te staan: studenten die hen niet aankijken, die met ja niet altijd ja bedoelen of die voornamen hebben die ze moeilijk kunnen onthouden. En er zijn forse verschillen tussen de studierendementen van de diverse studentengroepen aan de VU.


Cijfers? Geen cijfers Rendementcijfers kunnen bedrieglijk zijn. Als we naar percentages kijken moet je concluderen dat niet-westerse allochtone mannen het beduidend slechter doen dan autochtone vrouwen. Soms zelfs rond de dertig procent slechter. Terecht is dan de repliek dat studiesucces door veel meer factoren wordt beïnvloed dan alleen door etnische achtergrond. Sekse, sociaaleconomische achtergrond, wel of geen ouders die zelf hoger onderwijs hebben genoten en ga zo maar door. Maar helaas is het noemen van de factor ‘allochtoon’ al vaak voldoende voor verstrekkende conclusies die helemaal worden herleid tot het verschil tussen allochtonen en autochtonen. Om die reden is de VU uitermate terughoudend als het gaat om het publiceren van cijfermateriaal. Veel belangrijker is om te achterhalen waardoor die rendementsverschillen worden beïnvloed. Dan pas kun je gerichte maatregelen nemen.

Wim Haan: ‘Een zwarte universiteit is een angstbeeld’

Maar de VU is het aan zichzelf verplicht ‘divers’ te zijn, vindt Haan. “We willen een topuniversiteit zijn, dat kan in een Amsterdamse context alleen bij de gratie van diversiteit. Je kunt het niet maken jezelf excellent te noemen als je geen afspiegeling bent van je omgeving en geen bijdrage levert aan integratie.” Als studenten op de VU al leren adequaat te reageren op de veranderende samenleving, biedt dat een duidelijke meerwaarde aan hun diploma. Ook studenten van de UvA beginnen volgens Haan in te zien dat hun universiteit op dit terrein kansen laat liggen.

Rollenspellen

Op alle terreinen wordt nu gewerkt aan het thema diversiteit: in het onderwijs, het onderzoek en bij studentenverenigingen, die sociale cohesie en academische integratie kunnen bevorderen. Ook het personeelsbeleid blijft niet buiten beschouwing. De VU heeft nog een overwegend wit personeelsbestand, net als de andere universiteiten. Haan: “De Erasmus Universiteit heeft al goede ervaringen met een premieregeling voor vrouwelijke en allochtone hoogleraren. Misschien is dat ook wel een idee voor de VU.” Zo’n honderd docenten en andere studiebegeleiders hebben inmiddels hun multiculturele competenties vergroot door een cursus van het Centrum voor studie en loopbaan van de VU. Met rollenspellen en met theorie over bijvoorbeeld een individualistische versus een collectivistische cultuur. Studentenombudsman Lies Poesiat heeft veel aan de cursus gehad. Dertig procent van haar cliënten is allochtoon. “Soms komt er iemand met klachten over zijn scriptiebegeleider, maar dat probleem komt er maar niet uit. Nu weet ik dat het in sommige culturen vreselijk is om kritiek te hebben op docenten en begeleiders.” Ook de studenten zelf worden aan het werk gezet. Zij moeten niet in hun eigen culturele groepje blijven hangen, maar meer met elkaar samenwerken – daar ontbreekt het nog vaak aan. Studenten economie en bedrijfswetenschappen hebben al meegedaan aan het project ‘professioneel samenwerken

in multiculturele teams’. Ze maakten in die nieuw gevormde teams een werkstuk en werden begeleid in het op een goede manier commentaar geven op de samenwerking.

Eerstegeneratiestudenten

Een ander aandachtspunt is de sociale integratie. In de introductieweek voor nieuwe studenten zijn niet-westerse allochtonen massaal afwezig. Ook daarna blijken ze minder betrokken, wat bijvoorbeeld wordt geïllustreerd door weinig actieve bijdragen in facultaire verenigingen. Pogingen om speciaal voor deze groepen interessante activiteiten aan het introductieprogramma toe te voegen, hebben vooralsnog weinig opgeleverd. Overigens zijn veel niet-westerse allochtone studenten (en op de VU trouwens ook een fors aantal autochtone studenten) eerstegeneratiestudent: hun ouders hebben zelf geen hbo- of universitaire opleiding. Voor deze jongeren is de overgang naar de academische wereld groot. De VU overweegt hen naar Amerikaans voorbeeld een zomercursus aan te bieden die met name bedoeld is om ze vertrouwd te maken met de academische cultuur. Er loopt nu een pilot met vijftien studenten waaruit moet blijken wat de obstakels en de succesfactoren zijn. Vanaf komend voorjaar komen er ook ouderdagen, om ouders beter te informeren over wat studeren aan een universiteit betekent. Wim Haan: ”Veel eerstegeneratiestudenten zijn de eersten in hun buurt die voor advocaat of voor biomedicus studeren, en daarmee een rolmodel voor andere jongeren. Onderwijs is de sleutel naar geslaagde integratie; rolmodellen zijn daarbij hard nodig. Te weinig instellingen voor hoger onderwijs committeren zich daaraan, door de risico’s, de beeldvorming van een zwarte universiteit. Vaak wil men enkel met externe financiering wat projecten op dit terrein starten. Alleen de VU heeft de guts om de nek uit te steken, heel curieus. De VU staat toch niet echt bekend als een lefgozer. Juist wij gaan laten zien hoe je dit thema kunt aanpakken.” « V U M A G A Z I N E | 15


Update[campus] Raad van Toezicht De Raad van Toezicht voor de VU, VUmc en Windesheim heeft sinds 15 november een nieuw lid: Alexandra Cook-Schaapveld. Ze werkt bij de Royal Bank of Scotland als Head of RBS Europe en Global Head RBS Corporate Sector & Advisory. Ze heeft politicologie, filosofie en economie gestudeerd aan de universiteit van Oxford en deed een master ‘Development Programming’ aan de Erasmus Universiteit. (RL) Het functioneren van een toezichtsraad is onderwerp van gesprek met advocate Marry de Gaay Fortman, zie pagina 18.

Economen weten wat feesten is

De faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen (FEWEB) vierde in oktober groots haar zestigste verjaardag. Op 21 oktober was er in dat kader een symposium met gerenommeerde sprekers: minister Wouter Bos, ex-minister en kersverse VU-eredoctor Gerrit Zalm (foto), ex-staatssecretaris Rick van der Ploeg, Sweder van Wijnbergen (ex-Wereldbank) en directeur Coen Teulings van het Centraal Planbureau. Het was een even interessant als vermakelijk symposium waar uiteraard de kredietcrisis centraal stond. Zo zei Zalm in zijn lezing: “Niemand zou een huis kopen op basis van een bouwkundig rapport van een deskundige die is ingehuurd door de verkoper. In de financiele wereld ontbreekt dit boerenverstand.” Na afloop was er feest, met champagne, eendenborst en de uitreiking van een fraai lustrumboek aan Rector Magnificus Lex Bouter. (PB) FOTO: COMVU/PETER VALCKX

Een uitgebreider verslag van het symposium staat op www.advalvas.vu.nl: zie archief, 30 oktober.

Uitslag taaltoets Van de 3500 eerstejaarsstudenten die begin oktober een taaltoets aflegden, heeft veertien procent laag gescoord. Drieënveertig procent scoorde gemiddeld en eveneens drieënveertig procent scoorde hoog. Sinds dit jaar moeten alle eerstejaarsstudenten deze toets doen. Wie laag scoort, krijgt een gratis bijspijkercursus aangeboden. Alle deelnemers krijgen te zien op welke onderdelen ze goed of minder goed scoren, en ontvangen verwijzingen naar boeken en websites waarmee ze zich per onderdeel kunnen verbeteren. (RL) 16 | V U M A G A Z I N E

Prijs voor impact Hoogleraar Voedingsleer Martijn Katan won de Societal Impact Award 2008 Senior. Hij kreeg deze tijdens de jaarlijkse Diesviering op 21 oktober. Katan ontving de award voor zijn onderzoek naar voedingsmiddelen. Vooral zijn intensieve samenwerking met hi-tech voedingsindustrieën en de daardoor veranderde samenstelling van voedingsmiddelen wereldwijd werd door de jury gewaardeerd. Andere genomineerden waren hoogleraar klinische pathologie Chris Meijer en emeritus-hoogleraar beleidswetenschap Hans van den Heuvel. Meijer was voorgesteld vanwege zijn onderzoek naar het humaan papillomavirus als veroorzaker van baarmoederhalskanker. Die kennis zal voor veel vrouwen sterfte aan deze ziekte voorkomen. Van den Heuvel was voorgedragen omdat hij de ethiek van openbaar bestuur in kaart heeft gebracht. Antropoloog Martijn de Koning won de juniorversie van de award, voor zijn onderzoek naar de geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims. Hij deed zijn onderzoek in Gouda, lang voordat Goudse gemeenteambtenaren doorhadden dat er in hun stad noemenswaardige ontwikkelingen plaatsvonden. (FB) FOTO: COMVU/ANNE MARIE TROVATO

Docentenmasters Amsterdam krijgt per februari 2009 twee masters voor docenten in het voortgezet onderwijs. De opleidingen worden aangeboden door Educatief Meesterschap Amsterdam, een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum voor Nascholing Amsterdam. De masters bieden vakdidactische, onderwijskundige en pedagogische verdieping. De studies duren twee jaar en zijn in deeltijd te volgen. (DdH)

3,7 miljoen bezoekers Het kieskompas voor de Amerikaanse verkiezingen heeft wereldwijd 3,7 miljoen bezoekers getrokken. Tweeënhalf miljoen Amerikanen bezochten de website die VU-socioloog André Krouwel ontwikkelde. Daarnaast kwamen nog eens 1,3 miljoen bezoekers uit andere landen. Aan de hand van 36 vragen konden ze zien op welke gebieden ze het met de kandidaten eens of oneens waren. (FB)


Irakezen te gast In januari komen twee wetenschappers vanuit Irak naar de VU. Dat is een eerste succes voor het VU-fonds voor de academische vrijheid. Communicatiewetenschapper Hameed Jaed Muhsin Al-Dulaimi brengt een halfjaar bij de letterenfaculteit door; genderexpert Lahay A. Hussain verblijft drie maanden bij Sociale Wetenschappen. Ze gaan college geven, onderzoek doen en bekijken hoe het academisch onderwijs in Nederland werkt. De twee zijn door het kantoor van het fonds in Bagdad op hun geschiktheid geselecteerd. “De bedoeling is dat ze zich ontwikkelen op hun vakgebied en dat ze een blijvend netwerk hier in Nederland opbouwen”, vertelt initiatiefnemer Mient Jan Faber, bijzonder hoogleraar burgerbetrokkenheid in oorlogssituaties. “Door de veiligheidsituatie daar functioneert de universiteit slecht. Mensen werken in moeilijke omstandigheden. Hier kunnen ze in een normale omgeving kennis opdoen die ze daar weer kunnen toepassen.” Het plan is dat de komende jaren meer wetenschappers uit oorlogsgebieden naar de VU komen. (FB)

Kuyper

Abraham Kuyper, oprichter van de VU, is in zijn geboorteplaats Maassluis geëerd met een standbeeld. Hij werd daar op 29 oktober 1837 geboren. Premier Jan Peter Balkenende en burgemeester Koos Karssen onthulden de sculptuur op 5 november. In de gemeenteraad was de nodige discussie voorafgegaan aan de totstandkoming van het monument. Als premier was Kuyper tenslotte een gevierd, maar ook omstreden figuur. Mede vanwege de invoering van een stakingsverbod voor ambtenaren. (DdH) FOTO: ROGER VAN DER KRAAN

Pinedo met pensioen

De grondlegger van het VUmc Cancer Center Amsterdam Bob Pinedo nam 29 oktober afscheid als hoogleraar geneeskundige oncologie. Tijdens zijn afscheidsrede bepleitte hij een oprekking van de leeftijdsgrens voor het bevolkingsonderzoek naar borst-

kanker. Vrouwen boven de 75 jaar lopen een hoog risico op de ziekte terwijl ze redelijk eenvoudig te genezen zijn, vindt hij. Ook kan vroege ontdekking van de ziekte zwaardere behandelingen en hogere kosten voorkomen. Sinds 1979 werkt Pinedo als hoogleraar en afdelingshoofd oncologie bij VU medisch centrum. Mede door zijn onderzoek zijn een aantal vormen van kanker niet langer dodelijke, maar chronische ziekten geworden die met medicijnen zijn te behandelen. Helemaal met pensioen is Pinedo niet. Hij blijft betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en privé behandelt hij patiënten. Ook heeft hij plannen voor het opzetten van een centrum voor vroege diagnostiek van kanker op Curaçao, waar hij vandaan komt. (FB) FOTO: COMVU/ANNUSKA HOUTAPPELS

Protestant.nl

Christenen bedreigen de samenleving! Moslims ook! Die opvatting van VU-theoloog Harry Kuitert (andere christenen zijn het er nog mee eens ook) staat op de nieuwe website protestant.nl, een initiatief waarbij ook de VU is betrokken. Protestant.nl wil een netwerksite voor protestanten zijn en richt zich op studenten, leerkrachten en opiniemakers en schuwt duidelijk de kritische introspectie niet. (PB) Zie voor korting op het nieuwste boek van Harry Kuitert pagina 31.

Bèta’s verhuizen De VU gaat een kwart van haar nieuwbouwplannen realiseren ten noorden van de De Boelelaan. Dat is veel minder dan waarnaar de universiteit begin dit jaar nog streefde. Een grootschaliger verhuisoperatie bleek te ingewikkeld. De VU gaat 500.000 vierkante meter vloeroppervlak ontwikkelen. Niet alleen voor onderwijs en onderzoek, maar ook voor woningen, kantoren, sport en cultuur. Het eerste gebouw wordt een nieuw bètagebouw, waar nu de voetbalvelden van SV Buitenveldert liggen. De sportvereniging krijgt in ruil daarvoor nieuwe sportvelden op de huidige locatie van het Wis- en Natuurkundegebouw. De gemeente Amsterdam, Zuidas Amsterdam en de VU bereikten in oktober op hoofdlijnen overeenstemming over de uitgangspunten voor de nieuwe campus. (AM)

Waterputten namens Dennis Bouva Op Madagaskar zijn onlangs twee waterputten geslagen ter herinnering aan de overleden student Dennis Bouva. De 24-jarige student bedrijfswetenschappen was van plan om na zijn afstuderen een ontwikkelingsorganisatie op te zetten. Na zijn onverwachte overlijden in 2007 besloot zijn vriendin, VU-medewerkster Sara de Wit, die droom alsnog uit te voeren. De Dennis Bouva Foundation wil met het slaan van waterputten de bevolking in ontwikkelingslanden schoon drinkwater bieden. De nu geslagen putten bieden ongeveer duizend mensen dagelijks schoon drinkwater. Bouva overleed vlak voor zijn afstuderen, op zijn laptop stond zijn volledige scriptie. Daarom werd zijn bul postuum uitgereikt. De economische faculteit doneerde het examengeld aan de Dennis Bouva Foundation. (FB) www.dennisbouvafoundation.com V U M A G A Z I N E | 17


DE ALUMNUS

Topadvocaat Marry de Gaay Fortman

‘Toezichthouders moeten veel meer contact hebben met de organisatie’ ANITA MUSSCHE FOTO: PETER STRELITSKI

S

inds de commotie rond de IJsselmeerziekenhuizen en het uitbreken van de financiele crisis worden vraagtekens gezet bij de slagvaardigheid van toezichthouders. Hebben ze werkelijk inzicht in de financiële en bestuurlijke situatie van de organisatie die zij controleren, en kunnen ze voldoende ingrijpen? “Als lid van de Raad van Toezicht ben je sparringpartner van de Raad van Bestuur, maar je moet die tegelijkertijd controleren. Dat is een lastige positie”, weet topadvocate Marry de Gaay Fortman. Zij heeft naast het voeren van rechtszaken nog een andere hartstocht: besturen. Als toezichthouder controleert ze de raden van bestuur van onder meer twee zorginstellingen, het Stedelijk Museum en het Nederlands Dans Theater. De Gaay Fortman neemt haar controlerende taak zeer serieus en heeft haar eigen aanpak. “Als je contact onderhoudt met de mensen in de organisatie heb je een meetlat waarlangs je ook de formele kant van het bestuur kunt leggen. Dat contact houd ik door regelmatig met de voorzitter van de ondernemingsraad te spreken of een vergadering van de (medische) staf bij te wonen. Ook is het nuttig om regelmatig op informele bijeenkomsten als afscheidsrecepties of conferenties rond te lopen. Dan kun je een beeld krijgen van wat er leeft, gewoon door te vragen ‘Hoe gaat het?’” Het beeld dat De Gaay Fortman zo krijgt, legt ze naast de informatie van de Raad van Bestuur. “In negen van de tien gevallen hoor je hetzelfde verhaal. Zo niet, dan vraag je de Raad van Bestuur wat er aan de hand is. Stel je bent toezichthouder in een zorginstelling en je hoort over incidenten zoals die 18 | V U M A G A Z I N E

in de IJsselmeerziekenhuizen zijn voorgekomen, maar de Raad van Bestuur laat niets weten. Dan weet je dat er dingen gemaskeerd worden.” Hoewel ze als toezichthouder geacht wordt te besturen op afstand, vindt De Gaay Fortman het onderhouden van contacten met de organisatie zelf heel belangrijk: “Dat is – naast het goed monitoren van de financiële situatie – goed toezicht houden. Hoewel het veel tijd kost, zouden toezichthouders dat veel meer moeten doen. Ik vind het een combinatie van betrokkenheid en gezonde achterdocht. Ik doe dit werk omdat ik voor de instelling ga, ik doe het niet voor de Raad van Bestuur. Mijn ervaring is ook dat die Raad van Bestuur zo’n houding van de toezichthouders wel waardeert.” Maar niet altijd. Contacten tussen toezichthouders en de organisatie worden door de Raad van Bestuur nogal eens als bedreigend ervaren. De Gaay Fortman ziet ook wel een risico: “Je moet oppassen dat je als toezichthouder niet wordt uitgespeeld als er een conflict ontstaat tussen de medewerkers en de Raad van Bestuur. Als de medewerkers met een probleem naar de Raad van Toezicht stappen en niet naar de Raad van Bestuur, dan heb je al een vertrouwenscrisis. Daar mag je nooit aan toegeven. Dit jaar zijn in de zorg al tachtig bestuurders vertrokken, en meestal onvrijwillig. Dat wil je niet in de hand werken.” Volgens De Gaay Fortman vraagt toezicht houden nu om balanceren. Daarom ook zou ze graag zien dat de bevoegdheden van de Raad van Toezicht beter geregeld worden. “Ik ben er voorstander van dat toezichthouders informatierecht krijgen. Je zou in een reglement of in de wet moeten vastleggen onder welke omstandigheden je rechtstreeks


In de top 20 powervrouwen 2008 van het tijdschrift Management Team staat De Gaay Fortman op plaats 17

CV 1965 geboren in Amsterdam | 1983 civiel recht en staats- en bestuursrecht aan de VU | 1988 advocaat bij Houthoff Buruma, specialisaties publiek recht en vastgoedrecht; actief in zorg-, energie- en telecomsector | 1997 partner, van 2001-2007 managing partner Houthoff Buruma; mediator; als bestuurder actief in onder meer zes raden van toezicht bij organisaties op het gebied van cultuur en zorg en bij Royal Haskoning | 2008 Verkozen in de top 20 powervrouwen van het tijdschrift Management Team | Gehuwd en vier kinderen

informatie aan de organisatie mag vragen. Denk aan een soort parlementaire enquête, waarmee je dingen officieel kunt onderzoeken.” De Gaay Fortman investeert, weloverwogen, veel tijd in haar bestuursfuncties: “Als een functie aansluit bij mijn kennis, deel ik die graag. Ik breng kennis mee, maar ik neem ook kennis mee terug die ik als advocaat kan gebruiken. Ik vind het heel leuk om organisaties te helpen zich te verbeteren. Het is ook een kwestie van maatschappelijke betrokkenheid. Dat is misschien wel een familietraditie. Mijn grootvader was rector magnificus op de VU [1965-1972, AM] en ging op zijn vrije zaterdag op de Veluwe het beroepskader van het CNV lesgeven. Als je een bevoorrecht leven leidt, moet je ook iets teruggeven.”

Maar haar vele nevenfuncties zijn niet alleen energieslurpers. “Ik kan er veel enthousiasme in kwijt. Ik zit daar vanwege mijn ervaring, maar wat je meekrijgt is bijvoorbeeld wat er in moderne dans speelt. En als voorzitter van AMREF Flying Doctors bezoek ik projecten in Afrika, ik ben net terug uit Ethiopië. Dat zijn dingen die echt je hart raken. Het zijn zulke andere werelden dan de commerciele advocatuur. Dat maakt dat ik me iedere keer goed kan opladen, en ook helemaal voor de zaak kan gaan. Het plaatst rechtszaken in een breder maatschappelijk perspectief en dat is een enorme toevoeging voor het voeren van mijn advocatenpraktijk. Ik heb er ontzettend veel plezier in om in die bredere context vanuit verschillende invalshoeken te werken.” « V U M A G A Z I N E | 19


VUmc maakt furore met sneldiagnose

Speerpunt

20 | V U M A G A Z I N E


Alzheimer ACHTERGROND Veel jonge mensen herkennen de ziekte niet tot ze de diagnose Alzheimer krijgen. Maar tegen die tijd zijn ze soms al gescheiden of ontslagen. Directeur Philip Scheltens van het Alzheimercentrum VUmc: ‘Vroegdagnostiek helpt het leed verzachten.’ RIANNE LINDHOUT FOTO’S: COMVU/YVONNE COMPIER

“Ik dacht dat ik een burn-out had, maar het is Alzheimer.” Wiesje van der Flier, coördinator klinisch onderzoek van het Alzheimercentrum VUmc, hoort dat vaker. “We denken dat er in Nederland zo’n twaalfduizend jonge patiënten zijn, maar dat is zeker een onderschatting. Goede cijfers ontbreken. Het is een vergeten groep, waarvoor nu steeds meer aandacht komt. Vaak werken deze mensen nog en komen bij de bedrijfsarts terecht. Die denkt eerder aan overspannenheid of burn-out dan aan dementie.” Volgens Van der Flier heeft het niet-herkennen van de ziekte rampzalige gevolgen. “Denk aan rechtszaken, scheidingen, ontslagen! En mensen blijven gewoon autorijden.”

Diagnose in één dag

Over Alzheimer gaat een mythe. De ziekte zou pas vastgesteld kunnen worden nadat de patiënt eraan is overleden. Dat is allang niet meer zo. Sterker, bij het Alzheimercentrum van VU medisch centrum is vroegdiagnostiek een speerpunt. Uniek in Nederland is dat alle onderzoeken op één dag plaatsvinden. Voor een tachtigjarige is dat zwaar, maar het Alzheimercentrum richt zich speciaal op patiënten onder de 65 jaar. De patiënten komen vanuit het hele land naar VUmc. Neuroloog Philip Scheltens, oprichter en hoofd van het Alzheimercentrum, ontwikkelde dit one stop model in 2001. Alle gegevens van de neurologische en psychologische onderzoeken, de hersenscan en monsters van bloed en hersenvocht worden in één dag verzameld, waarop een snelle diagnose volgt. Een week later komen de »

Prognose 2050 Coördinator Wiesje van der Flier:

‘Bij jongere patiënten vordert de ziekte sneller’

Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Op dit moment is het van ongeveer 200 duizend mensen in Nederland bekend dat ze Alzheimer hebben, maar vermoedelijk zijn er nog 60 duizend mensen die de ziekte hebben, maar het nog niet weten. De gezondheidsraad schat dat er in 2050 maar liefst 600 duizend patiënten zijn. De voornaamste reden van de groei is de ‘dubbele vergrijzing’: door de ouder wordende babyboomers komen er meer ouderen bij, die bovendien langer leven, zodat ze ook langer oud zijn. Op dit moment werken er zeventig mensen op elke dementerende patiënt. In 2050 zijn dat er nog maar twintig. Het werkende deel van de bevolking wordt dus schaarser. Maar zij zijn wel degenen, die de thuiszorg, dagopvang, medicijnen, tehuizen voor het groeiende aantal patiënten moeten opbrengen. Tegelijkertijd zal er onvoldoende mantelzorg zijn. Mensen krijgen niet alleen steeds minder kinderen, maar die kinderen ook een steeds drukker bestaan. De zorgkosten voor dementie bedragen nu jaarlijks rond de drie miljard euro; in 2050 zal dat zeker verdubbeld zijn. Vooral wanneer een patiënt in een verpleeghuis belandt, wordt Alzheimer een dure ziekte. Tot nu toe zijn er alleen pillen die het ziekteproces wat vertragen, want genezing is nog niet mogelijk. De moeizame zoektocht naar een medicijn staat nog in de kinderschoenen. Natuurlijk blijft genezing het ultieme doel van onderzoek naar Alzheimer. Maar inzetten op verbetering van de levenskwaliteit blijft nodig. V U M A G A Z I N E | 21


patiënten terug voor een gesprek met Scheltens, waarin ze de uitslag horen. In 2005 leverde deze manier van werken het centrum een best practice award van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie op. “Tot mijn verbazing heeft nog niemand dit model kunnen implementeren, terwijl het ons in relatief korte tijd gelukt is. Dat zegt veel over het draagvlak voor het Alzheimeronderzoek binnen het VUmc”, zegt Scheltens. Elke woensdag spreekt de neuroloog de patiënten die een week daarvoor zijn onderzocht. Vaak ondervindt hij een zekere opluchting bij patiënten als ze de diagnose horen. “Mensen hebben soms jaren in onzekerheid verkeerd. De diagnose maakt daar een einde aan.” Ook Wiesje van der Flier ziet die opluchting. “Zodra iemand hoort dat hij of zij Alzheimer heeft, vallen veel puzzelstukjes op hun plaats’, zegt ze. “De diagnose maakt bijvoorbeeld de partner duidelijk dat de patiënt thuis niet bewust de boel loopt te saboteren.”

Het begon als een poli Directeur Philip Scheltens:

‘Na jaren van onzekerheid, brengt de diagnose een zekere opluchting’

Onhandigheid

Jongere patiënten hebben dezelfde ziekte als hun oudere lotgenoten, als je kijkt naar de eiwitten die er een rol bij spelen. Maar de symptomen kunnen verschillen. Scheltens: “Bij ouderen wordt Alzheimer primair gekenmerkt door vergeetachtigheid, bij jongeren door onhandigheid, spraakproblemen en overzichtsproblemen. Ook vordert de ziekte om onbekende redenen sneller bij jongere patiënten.” Hoewel genezing niet mogelijk is, kan na de diagnose wel de levenskwaliteit worden verbeterd. Van der Flier: “De agressie en depressie die bij Alzheimer kunnen optreden, zijn te behandelen. Verder kun je na de diagnose dagopvang regelen, zodat de mantelzorger, die het vaak alleen niet redt, wordt ontlast.”

Droom

De oprichter van het Alzheimercentrum heeft een droom. Op dit moment is het Alzheimercentrum nog een virtueel centrum, verspreid over het VUmc. Zijn ultieme droom is een fysiek centrum. Scheltens: 22 | V U M A G A Z I N E

“Een echte ruimte dus waar patiënten elkaar kunnen ontmoeten en informatie kunnen vinden over voeding, beweging, opvang en wetenschappelijk onderzoek. Een loungeachtige plek voor patiënten en hun families. We zien nu al vriendschappen ontstaan als de mensen die we onderzoeken samen gaan lunchen.” Scheltens doet er alles aan om zijn droom in 2009 werkelijkheid te laten worden. Hiervoor doet hij al enkele jaren aan publiek-private fondsenwerving. “Ik heb goede hoop dat het gaat lukken.” «

In 2000, het jaar waarin hij hoogleraar neurologie werd bij VUmc, richtte Philip Scheltens het Alzheimercentrum op. Scheltens studeerde tot 1984 geneeskunde aan de VU, en werd vervolgens neuroloog. “In die tijd was er nog nauwelijks belangstelling voor het vakgebied. Maar ik was erdoor gefascineerd.” Scheltens had zelf dementie van dichtbij meegemaakt: zijn opa was dement. Hij promoveerde als eerste in Nederland op het gebruik van MRI bij Alzheimer. Het centrum begon als een kleine geheugenpoli. Nu is het een ‘virtueel centrum’, verspreid over het VUmc, waaraan specialisten als neurologen, radiologen, geriaters en klinisch chemici meewerken. Twee verpleegkundigen zijn speciaal opgeleid in het begeleiden van jonge dementerenden. Het centrum heeft een band met patiëntenvereniging Alzheimer Nederland, die onder meer Alzheimer-cafés voor patiënten en hun naasten organiseert. Een derde van de patiënten die voor onderzoek naar het Alzheimercentrum komen, lijdt slechts aan ‘goedaardige vergeetachtigheid’, twintig procent is nog niet dement, maar behoort tot de risicogroep. Die groep is belangrijk voor onderzoek naar vroegdiagnostiek. De rest, ongeveer de helft van de onderzochte personen dus, heeft een vorm van dementie. In totaal volgt het Alzheimercentrum ruim drieduizend patiënten. Naast de vroeg- en sneldiagnostiek is het Alzheimercentrum in Nederland ook uniek om de koppeling tussen patiëntenzorg en onderzoek. Coördinator Wiesje van der Flier is de schakel tussen de patiëntenzorg en het wetenschappelijk onderzoek naar de ziekte. “We gebruiken alle gegevens over patiënten, met hun toestemming, in ons onderzoek naar mogelijke genezing of verlichting van de ziekte. We willen bijvoorbeeld uitzoeken waarom de ene patiënt sneller achteruit gaat dan de andere. Door bij te houden hoe snel iemand achteruit gaat, en door alle scans, bloed- en hersenmonsters bij elkaar te bewaren, kunnen we dat misschien ontdekken.” Behalve in het VUmc zijn ook in Nijmegen en Maastricht Alzheimercentra. Zij zetten vooral in op zorgkwaliteit.


DE STELLING Het calvinisme bracht ons zuinigheid en een goed arbeidsethos, maar van de bedaardheid en het apocalyptisch mensbeeld wil Boris van der Ham nu weleens af.

D66

Boris van der Ham is Tweede Kamerlid voor D66. Op 13 januari, tijdens de Calvijnweek van VU Podium, reageert hij in Felix Meritis op het betoog van minister Rouvoet over calvinisme in de politiek. Zie pag. 30: Calvijnjaar.

Weg met het calvinisme in de politiek

In 2009 is het vijfhonderd jaar geleden dat Johannes Calvijn werd geboren. Vijf eeuwen calvinisme in Nederland verdienen zeker een feestje. Maar dan wel een afscheidsfeestje. De theoloog Calvijn, die een nauwgezette lezing van de Bijbel voorstond, heeft in Nederland nog steeds een stevige voet aan de grond. In het kabinet is zelfs een politieke partij vertegenwoordigd, de ChristenUnie, die zichzelf trots als ‘calvinistisch’ profileert. Maar moeten we daar blij mee zijn? In het populair taalgebruik lijkt calvinisme een verzamelnaam voor typisch Nederlandse eigenschappen: niet te koop lopen met succes of geld, ingetogen zijn in het uiten van emoties, zuinigheid en een goed arbeidsethos. Dat laatste en enige vorm van zuinigheid lijken me nuttige deugden. Voor het overige is de visie van het calvinisme op de Nederlandse samenleving en de mens echter problematisch. Ten eerste is er het beeld van de ‘zondige’ mens. Het lijkt te zijn gebaseerd op Calvijns beroemdste uitspraak: ‘De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.’ In de politiek lijkt die uitspraak te worden vertaald als ‘de zonde van de één is exemplarisch voor een ieder’. Zijn er problemen met het opvoeden van een specifieke

groep kinderen? Dan geldt dat gevaar dus potentieel voor álle kinderen! Dus besluit het calvinistische kabinet voor elk kind een ‘kinddossier’ aan te leggen. Heeft een specifieke groep Antilliaanse jongeren een vreemdsoortige seksuele moraal? Dan wordt meteen de alarmklok geluid over de seksuele moraal van álle jeugd. De zonde van de één is slechts een voorbode van de zonde van de rest, lijken de calvinisten te zeggen. Ook wordt beweerd dat mensen die eenmaal het pad van de zonde zijn opgegaan, voorbestemd zijn tot maatschappelijke verdoemenis. Dat er grote verschillen zijn tussen mensen en ze bovendien kunnen leren van hun fouten, zonder tussenkomst van moraalridders, wordt vergeten. Deze politiek-calvinistische reflexen zijn niet alleen moreel betwistbaar, maar ook bijzonder inefficiënt. Een verlichte en vrijzinnige politiek wil specifieke problemen oplossen, in plaats van energie te steken in het veralgemeniseren van het probleem, waardoor de oplossing alleen maar verder weg raakt. Het tweede calvinistische stokpaardje waar ik vanaf wil, is kleingeestigheid. In de 16de en 17de eeuw liep Nederland voorop met bijvoorbeeld een vrijer klimaat voor godsdiensten. In de loop van de 17de en 18de eeuw werd Nederland door toedoen van het

strikte calvinisme juist een ‘bedaarde natie’. Nederland werd een aangeharkte voortuin, de apotheose van de kleingeestige maatschappij. Pas na de Tweede Wereldoorlog zijn er in het bedaarde zelfbeeld barstjes gekomen. Nederland hervatte zijn rol als baanbreker. Met onze huidige politieke en maatschappelijke vrijheid, de bespreekbaarheid van zaken als euthanasie en abortus, de emancipatie van homo’s en het stimuleren van Europese samenwerking staat Nederland al enige decennia te boek als een van de meest vrijzinnige samenlevingen ter wereld. Maar er is nu weer sprake van een calvinistische reflex. Steeds meer politici zeggen dat Nederland in de wereld niet meer ‘haantje de voorste’ of ‘gekke Henkie’ moet zijn. Daarmee bedoelen ze dan dat Nederland niet te veel moet afwijken, zoals op drugsbeleid, milieubeleid of ethische wetgeving. Een renaissance van de ‘bedaarde natie’doctrine? Ik dank het calvinisme hartelijk voor de prediking van zuinigheid en arbeidsethos, maar de bedaardheid en het apocalyptisch mensbeeld laten we wat mij betreft achter ons. m reageren? Mail naar vumagazine@vu.nl.

V U M A G A Z I N E | 23


IN DE COLLEGEBANKEN

‘Ik zal jullie laten zien: is minder waar!’

niets

Wat: college Koranuitleg Want: de islamopleidingen breiden uit. Alleen op de VU gaan ze niet óver de Islam, maar bestudeer je je geloof vanúít de islam. MARIEKE WITHAGEN FOTO’S: COMVU/PETER VALCKX

A

ssalaamu aleikoem, welcome, welkom!” Met een uitnodigende lach begroet docent Yaser Ellethy zijn derdejaarsstudenten op het college Usulu ’t-Tafsir, of principes van Koranuitleg. “Vandaag wordt het heel interessant. We gaan het hebben over het grote mozaïek van de moslimwereld.” Terwijl hij praat, maakt hij met zijn armen een weids gebaar. Met opgeheven vinger: “In het westen denkt men al snel: iedere moslim is een Arabier, en elke Arabier is een moslim.” Hij kijkt de studenten op de eerste rij in de ogen: “Sommige moslims zijn ook geneigd zo te denken. Maar ik zal jullie laten zien: níéts is minder waar.” De studenten krijgen in vogelvlucht te horen welke talen er gesproken worden in verschillende moslimlanden en hoe dat leidt tot verschillen in Koranuitleg in het publieke domein. “Het aantal moslims in Arabische landen is ongeveer even groot als in India. Dan heb ik het nog niet eens over Indonesië. Wat ik jullie wil zeggen is: diversiteit is een kernbegrip. Steeds als we het hebben over ‘de islam’, dan moet je dit in je achterhoofd houden.” Zijn acht toehoorders weerspiegelen die diversiteit: naast twee Nederlandse meisjes zitten er bijvoorbeeld studenten met een Turkse, Marokkaanse, Tunesische en Indonesische achtergrond in de collegezaal.

Sorry hoor

Ellethy, zelf afkomstig uit Egypte, verontschuldigt zich voor zijn Nederlands. “Sorry hoor, ik ben pas een paar maanden klaar met de cursus, ik heb nog veel oefening nodig. Maar dit onderwerp vind ik zó belangrijk, ik wil dat mijn studenten dit begrijpen. Daarom moet ik soms teruggrijpen op het Engels en het Arabisch.” Voor iemand die pas in Nederland is, is zijn Nederlands echter verbazingwekkend goed. En zijn studenten lijken er ook helemaal geen problemen mee te hebben: ze gebruiken de verschillende talen moeiteloos door elkaar. Henk Vroom, coördinator van het Centrum voor islamitische theologie en hoogleraar 24 | V U M A G A Z I N E

godsdienstfilosofie, richtte in 2005 het Centre for Islamic Studies op. Het begon met een eenjarige gesubsidieerde masterspecialisatie islamitische geestelijke zorg. De meeste studenten werkten al als geestelijk verzorger in bijvoorbeeld gevangenissen. Tegelijk werd binnen de bachelor religie en levensbeschouwing de variant islam ingericht, met vakken over islamitische theologie, Arabisch en algemene vakken zoals islamitische universiteiten die ook kennen. Inmiddels studeren er zo’n zestig studenten bij de islamstudies en is het masterprogramma uitgebreid: sinds september zijn de varianten islamitische jeugdzorg, verdieping

‘Toen ik jonger was, heb ik de hele Koran uit mijn hoofd geleerd’ islam en islamitische geestelijke vorming erbij gekomen. Die laatste sluit aan op de lerarenopleiding van het Onderwijscentrum VU. Vroom benadrukt het bijzondere karakter van de opleiding, zowel nationaal als internationaal. “Wij zijn uniek in West-Europa. Nergens kun je islamitische theologie bestuderen op een theologische faculteit. Vrijwel alle studie van de islam is wat moslims Orientalistiek noemen, en geen eigen geloofsdoordenking. Aan de VU gaat het niet óver de islam, maar bestudeer je je geloof vanúit de islam. Wij brengen de studenten van verschillende geloofsrichtingen ook met elkaar in contact.” Er komen ook een masteropleiding islamitische theologie van drie jaar – een imamopleiding – en een onderzoeksmaster van twee jaar. Vroom: “Dit soort initiatieven ontplooien kost onvoorstelbaar veel tijd. We doen het daarom stapje voor stapje.


We gaan voor dit geheel uiteindelijk accreditatie aanvragen, zodat het geen varianten van bestaande opleidingen meer zijn, maar zelfstandige opleidingen.”

Temperatuur loopt op

Gulistan fluistert zo nu en dan hele citaten uit de Koran mee. “Toen ik jonger was, heb ik de hele Koran uit mijn hoofd geleerd”, lacht ze verlegen. “Toen ging ik studeren, zakte het weg. Ik ben deze studie gaan doen, omdat ik me weer in mijn geloof wil verdiepen.” Ook voor haar twee medestudentes is dit de voornaamste reden om het traject islam te volgen. Suzanne: “Ik wil zeker een master gaan doen, maar ik weet nog niet welke. Misschien ga ik eerst wel een periode naar het buitenland om heel goed Arabisch te leren.” Sahadet werkt als imam in een gevangenis en wil volgend jaar de master islamitische

geestelijke zorg gaan volgen. Hij heeft al in Egypte gestudeerd, aan de beroemde Al-Azhar universiteit in Caïro. De islamvakken zijn voor hem dan ook gesneden koek. “Maar de filosofische en sociologische vakken, die vind ik lastig. Godsdienstfilosofie is ook moeilijk, maar wel leuk. Daar zit iedereen bij elkaar: christenen, hindoes, atheïsten. Dan hebben we het over of God persoonlijk of onpersoonlijk is, over goed en kwaad, over alles eigenlijk. Soms zijn er heftige discussies, dan kan de temperatuur hoog oplopen!” Het streven van de faculteit is om volgend jaar met de imamopleiding en de onderzoeksmaster te beginnen. Vroom: “Studenten kunnen in totaal drie keer drie maanden naar het buitenland. Ook lopen ze de gedurende een jaar de helft van de tijd stage in een moskee, ziekenhuis of justitiële instelling. Daarvoor hebben we al veel contacten

gelegd met moskeeën en organisaties voor geestelijke verzorging. Het accent zal liggen op het bestuderen van de Islam binnen een plurale samenleving. Daarvoor is veel belangstelling, ook vanuit de islamitische wereld.” Na bijna twee uur is het college afgelopen, maar Ellethy is nog lang niet uitgepraat. Aan het eind van het college staat het hele bord achter hem vol: in het Arabisch en Engels, maar ook in Grieks. Onder sommige woorden staan een paar ferme strepen. “Er zijn zo veel verschillende vormen van tafsir als er mensen en culturen zijn: van de visie dat alles letterlijk geïnterpreteerd moet worden, tot ‘alles is beeldspraak’. We gaan al die tradities naast elkaar leggen en bekijken. Tot volgende week, insh’allah.” « m meer

weten?

Kijk op www.vu.nl onder ‘opleidingen’. V U M A G A Z I N E | 25


ANIL RAMDAS EN HOOFDDE ZONDEN

7

26 | V U M A G A Z I N E


INTERVIEW Hoe staat Anil Ramdas, publicist en programmamaker, in het leven? Waar maakt hij zich druk om? Een gesprek met de VU-alumnus sociale geografie, aan de hand van de zeven hoofdzonden. “Ik kan absoluut niet tegen domme mensen.” MARIEKE SCHILP FOTO’S: PETER SMITH

Anil Ramdas (50), opgegroeid in Paramaribo en cum laude afgestudeerd aan de VU, is schrijver, columnist, journalist en programmamaker. Op dit moment schrijft hij onder andere de rubriek Hemel & Aarde in NRC Handelsblad, en hij was mede-organistor van Together Forever, de conferentie die deze maand plaatsvond in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog.

HOOGMOED

“Ik ben buitengewoon hoogmoedig, en ik vind het geen slechte eigenschap. Je beter voelen dan anderen, dat is toch hoogmoed? Ik heb erg snel de neiging om mensen dom te verklaren, en mijn enige persoonlijke genoegdoening is dat ik daar iets aan wil doen. Ouderwetse volksverheffing, dat is mijn business.” U bent een wereldverbeteraar? “Nou, daarvoor is wat ik doe te klein. Ik schrijf stukjes, maak radioprogrammaatjes. Maar ik wil wel altijd aan verheffing doen. “Mijn kinderen worden opgevoed door mijn vrouw: die leert hen manieren. Ik voed niet op, want ik heb geen antwoorden. Maar ik vertel aan de eettafel over wat ik gelezen heb, of bedacht; dingen die me intrigeren. Of het nu gaat over mannelijke genen of het succes van Coca Cola… Ik stel ze de vragen die bij mij opkomen en laat ze meedenken. Wat je hebt geleerd, wil je doorvertellen.” Uw vader was onderwijzer… “Ja, hij vertelde ook verhaaltjes. Soms bleken die later helemaal niet te kloppen. Bittergroente heeft meer vitaminen – daarom smaakt deze Caribische spinazie zo vies, omdat het zo goed is voor je. Hij geloofde het zelf! Misschien vertel ik nu ook wel onzinverhalen aan mijn kinderen. Maar hoogmoedig ben ik. Ik kan absoluut niet tegen domme mensen. Als ik ze niets kan leren, wil ik niets met ze te maken hebben.”

WOEDE

U kunt vast flink boos worden. “Ja, op een heel gemene manier. Ik ben niet zo van de stemverheffing, meer van het sarcasme. Of ik ooit echt woedend was? Woede associeer ik meer met fysieke boosheid, zin om te slaan. Een klein voorbeeld: ik zat in de bus in Amsterdam, en schuin tegenover mij zat een stel: blanke man, zwarte vrouw. Die hadden een woordenwisseling, en hij gaf haar een klap in haar gezicht. Ik heb niets gedaan. Laf. Ik dacht: dan haalt-ie uit met een mes en lig ik te bloeden in bus 23. Dat is niet de leukste plek om te bloeden – ik bloed liever in bus 26. Dat gaat allemaal in je om.”

Dan bent u woedend op uzelf? “En op hem. En woest op haar, omdat ze het pikt. Op de rest van de bus: niemand doet wat, waarom zou ik degene zijn – omdat het een zwarte vrouw is? Op de chauffeur die die man de bus niet uitstuurt… Het is een compleet panische woede die ik niet kwijt kan. Er gebeuren te veel dingen in je hoofd. Dan heb ik een soort rambo-achtig ideaal: als ik nou eventjes onder m’n jasje een ak-47 had gehad, hè. “Zoiets heb ik maar een paar keer in mijn leven meegemaakt. Meestal probeer ik weg te komen met cynisme, met sarcasme. Maar in een geval als dit heb je geen reden tot scherts. Het enige wat ik had moeten hebben was een beetje lengte, een stevigere bouw, zodat ik die kerel had kunnen oppakken. Iets heroïsch.” Er zijn ook kleine mensen die heroïsch zijn “Ja, ik durf het niet. En dat maakt woedend. Nee, het onrecht in de wereld maakt me niet woedend, het spijt me. Mijn drive om deel te nemen aan maatschappelijke discussies is verheffing, geen woede. To make a difference – die opgave is al zwaar genoeg. Als je nog meer wilt, krijg je teleurstelling. Who the hell do you think you are? ’t Is maar een klein beetje, wat een mens kan.” Daar bent u dan ineens niet meer zo hoogmoedig in. “Jawel, de intentie is hoogmoedig, maar het verwachte resultaat is mager.”

LUIHEID

“Aartslui ben ik. Als ik bedenk wat ik nog allemaal moet lezen en moet doen, en hoe ik dat altijd probeer te vermijden. Bijvoorbeeld: ik moet een boek recenseren voor NRC, er komt een deadline aan. Dan verzin ik een list. Ineens bedenk ik: er moet gekookt worden. Ik ga als de sodemieter naar de supermarkt, weet je wat: ik neem sudderlapjes, dat duurt lekker lang. Weer thuis bedenk ik dat ik nog rozemarijn moet halen. Mijn vrouw vindt het uiteindelijk heerlijk, maar ze snapt het meteen: you pulled one again. “Luiheid is in mijn ogen de verkeerde prioriteit stellen, en daar ben ik steengoed in. Dat je naar De Wereld Draait Door kijkt, terwijl er zoveel beters is te zien. “Nog een voorbeeld: mijn vrouw en ik reizen veel. Als we in het hotel aankomen, dan inspecteert zij de kamer, neemt een douche, en zegt: en nu op pad. Pardon? Op pad? Dit is een heerlijke kamer, ik wil gewoon genieten van die kamer! Mooi uitzicht, wuivende palmen. Zij wil de stad in, de markt op. Come on! Laat mij gewoon lekker in de bar hangen. Dan leer ik die barkeeper kennen en ontdek ik hoe de cafébaas controleert hoeveel whisky de barkeeper op een avond schenkt: door met een mes in de glazen fles te krassen. Dat is nou heavy information. “Ik doe veel luie kennis op. Ik ga ook nooit naar de werke-

» V U M A G A Z I N E | 27


lijke lezing, naar de werkelijke persconferentie. Ik heb de neiging om buiten te blijven hangen – ernaast te kijken. Dat is leuker, en het kost minder moeite.”

lekker rechtop staan. Je wilt er toch graag als Humphrey Bogart bijlopen?’ Als zij er niet waren, zou ik er tamelijk luguber uitzien.”

JALOEZIE

VRAATZUCHT

“Soms heb ik een nachtmerrie waarin mijn vrouw een andere man eigenlijk leuker vindt. Het gebeurt nooit in het echt hoor, tot nu toe tenminste niet. Waarom droom ik daar dan over? Jaloezie is niets anders dan een uitdrukking van onzekerheid. “Op materiële rijkdom ben ik nooit jaloers, o nee. Ik heb me er al heel vroeg in mijn leven bij neergelegd dat ik nooit rijk zal worden. Het maximale wat mensen in intellectuele beroepen kunnen verdienen is zo’n zestig-, zeventigduizend euro, that’s it. Als je meer wilt, moet je een ander vak kiezen.”

HEBZUCHT

‘Nee, het is hébzucht, andermans verhalen willen hebben’

“Ik sta ’s ochtends steeds vroeger op dan noodzakelijk. Als jij om acht uur weg moet, sta je om zeven uur op, ja? Dat was bij mij ook zo. Maar nu moet ik al om zes uur op: ik heb steeds meer tijd nodig om alles op het internet door te nemen. Dan heb ik de Volkskrant gehad, dan de Trouw, en dan de New Yorker, de New York Times, The Guardian, ga maar door. Ik wil alles doornemen voor ik de deur uitga – dat lukt niet natuurlijk. Thuis kijken ze al alsof ik lichtelijk gestoord ben.” Dat is angst om iets te missen? “Nee, het is hébzucht, andermans verhalen willen hebben. Waarom sta ik om vier uur op om het debat met Palin te volgen? Ik ben geen Amerika-correspondent, kan het op geen enkele manier te gelde maken. “Op het terrein van spulletjes vertoon ik geen enkel spoor van hebzucht. Mijn vrouw en dochter gooien van tijd tot tijd mijn kleren en schoenen weg, zorgen dat ik er fatsoenlijk bijloop. Kijk: dit is wat ze me laatst gaven: een regenjas.” Hij is mooi. “Hij is wát? Hij is gekreukt!” Dat hoort zo. “Ja, dat zei mijn dochter ook, en: ‘de kraag blijft zo

“Ik heb een beetje een meisjesachtige eetstoornis. Ik eet veel te weinig, maar ik heb wel een gepassioneerde houding ten opzichte van eten. Ik sla geen kookrubriek over, vooral die van de BBC: Ready Steady Cook. Geweldig. Ik lees over voedsel, smul recepten, en ik voer ze uit ook. Tot grote schrik van mijn kinderen: als hun moeder kookt, weten ze wat ze hebben; bij mij is het altijd weer afwachten. “Ik ben erg met eten bezig. Het kan psychologisch zijn – dat is het verweer van sommige annorexiapatiëntjes toch, dat ze niet groot willen worden? Wie weet. Ik kan ook meteen aan iets proeven wat de kok gedaan heeft. Ik proef onmiddellijk of de kip negentien minuten of vijftien minuten in water heeft gekookt. De substantie verandert namelijk precies in die laatste paar minuten. “Mijn vrouw en ik – we zijn als studenten in Amsterdam getrouwd – hebben samen leren koken. Zij kan nu thuiskomen en in een halfuur iets op tafel zetten waarvan iedereen denkt: hoe doet ze het? Ik niet. Ik ga eerst naar internet, naar Smulweb bijvoorbeeld, of naar zo’n leuke site voor studenten. Daar vind je heel minimalistische recepten op. Leuk om van af te kijken, maar ik ga het niet minimalistisch doen, natuurlijk. En dan moet ik naar de supermarkt – niet even kijken wat we in huis hebben, nee, alles nieuw kopen.”

LUST

“Ik rook en drink, allebei tamelijk bovenmatig. Ik hoor van mijn vrienden dat het niet heel erg leuk is om mij als vriend te hebben. Omdat ik soms, wanneer ik iets heel moois heb gezien, dat meteen aan iedereen opdring. Met geweld. Erachteraan bellen, zeggen: ‘Heb je het gezien? Ben je al geweest, heb je ’t al gelezen? Ik stuur je het boek wel.’ Ik wil meteen reactie, meteen effect. Dat kunnen vrienden heel drammerig vinden. Vooral laat op de avond, dan heb ik een wijntje te veel op – dat noem je drunk dialling en daar ben ik geweldig goed in. Heb je Sideways gezien? Nee?! Zie je, nu wou ik al bijna zeggen: als je Sideways niet gezien hebt, mag je niet over me schrijven. I’m gonna shoot you for less. Sideways is een van de intelligentste films over matigheid. In die schitterende film kwam ik de uitdrukking tegen: ‘Did you drunk dial?’ Glaasje op, achter de computer – wie zal ik eens bellen? Doe dat nooit, want de persoon aan de andere kant van de lijn is namelijk gewoon hartstikke nuchter, en dus kom je belachelijk over. ‘Daar gaat-ie weer. Het is wel halftwee, ja?’ Drunk dial, dat is mijn associatie met lust. Meer heb ik er niet mee, met deze hoofdzonde.” De hoofdzonden worden vooral in de Katholieke Kerk gebruikt. U bent hindoeïstisch opgevoed? “Mja, maar weet je wat grappig is? Bij Hindoes moet je er rekening mee houden dat geloof niet per se noodzakelijk is. Mijn moeder is brahmaanse, mijn vader brahmaan – dat is een soort hindoeïstische adel. [De hoogste kaste binnen het hindoeïsme, MS]. Maar dat betekent niet dat brahmanen gelovig zijn. Ze moeten het woord verspreiden, de verhalen vertellen, maar ze hoeven er niet in te geloven. Je kunt een volstrekt atheïstische brahmaan zijn. Een drukker hoeft de boeken die hij drukt ook niet geweldig te vinden. De brahmanen zijn de drukkers van het hindoeïsme. Ze leuren ermee door het land en geven iedereen een exemplaar. Als mensen vragen: wat vind je zelf van het boek? Tja, dan mocht het wel ietsje korter…” «

28 | V U M A G A Z I N E


service

mvo o r

alumni

Reportage: het Coachcafé Jonge alumni steken in het VU-Coachcafé hun licht op bij ervaren coaches. Veel deelnemers lijken in dezelfde situatie te zitten: een vaste baan hebben ze al, maar is dit alles? DAPHNE LENTJES FOTO: COMVU/MARIEKE WIJNTJES

Vijfentwintig deelnemers, allemaal oud-VUstudenten die nog geen vijf jaar geleden zijn afgestudeerd, plus negen coaches met minstens tien jaar ervaring in het bedrijfsleven. Locatie: het nieuwe Campus Café The Basket. In deze tijd van ‘een leven lang leren’ is er ook steeds meer reden om de relatie met oud-studiegenoten te onderhouden. Er is de VU dan ook veel aan gelegen om de relaties tussen alumni onderling en tussen alumni en de VU beter te onderhouden. Daarom startte er dit najaar een nieuw activiteitenprogramma speciaal voor VUafgestudeerden. Met als primeur, maandag 3 november: het Coachcafé. “Om te beginnen moet ik vaststellen dat er aan de VU alleen vrouwen afstuderen”, grapt mede-organisator Frank Zuidinga van loopbaanimpuls-bureau Blikopener. Inderdaad is het opvallend dat er zich voor dit eerste VU-coachcafé geen enkele man heeft ingeschreven. Toeval? “Misschien is het dat typische vrouwen-tegen-de-dertigsysndroom”, peinst kinderpsychologe Femke Koopman (30, afgestudeerd in 2003). “Net een paar jaar afgestudeerd, je eerste baan, en niet weten wat je nou eigenlijk écht wilt.”

liggen. In kleine groepjes van twee of drie worden de deelnemers gekoppeld aan een coach, die in drie gesprekken van drie kwartier naar boven moet zien te halen waar ze goed in zijn, wat voor ambities ze hebben en hoe die te verwezenlijken zouden kunnen zijn. Veel van de deelnemers lijken in dezelfde situatie te zitten: een vaste baan hebben ze al wel, maar is dit alles? Zo ook klinisch psychologe Sandra (geen achternaam, want haar baas hoeft er niets van te weten), die intercedente is bij een uitzendbureau. In de eerste ronde zit ze aan tafel bij coach Mieke Elekan, eveneens VUalumnus (planologie, 1980) en momenteel werkzaam bij loopbaanbegeleiding Van Ede&Partners. “Vertel maar eens: waar ben jij nu écht goed in”, daagt Elekan uit. Het lijkt effect te hebben, want zowel Sandra als haar gesprekspartner Willemijn (alumnus bewegingswetenschappen, en nu werkzaam bij een wervings- en selectiebureau) laten zich snel uit de tent lokken. En praten al na een minuut of tien redelijk ontspannen over wat ze wel en niet willen, professioneel gezien. Al blijft een en ander wel een beetje hangen in gemeenplaatsen als ‘uitdagingen aangaan’, ‘grenzen verleggen’ en ‘ambities waarmaken’. Nuttig, zo’n coachcafè? Ja hoor, voor wie de behoefte heeft om alles eens rustig op een rijtje te zetten. En een gezellige avond te hebben met collega-alumni. «

m VU ALUMNI COACHCAFÉ ’09

Ook enthousiast geworden over het VU alumni Coachcafé? Geef u dan op voor een van de volgende coachcafé’s in het VU Campus Café The Basket: >donderdag 19 maart 2009 >woensdag 15 april 2009 Inschrijven en meer info op www.vupodium.nl/ alumni.

m COACHES GEZOCHT

Bent u VU-alumnus of VU-medewerker en hebt u een aantal jaren werkervaring als professioneel coach? En lijkt het u leuk om een of twee avonden per jaar een groep jonge alumni te coachen? Geef u dan op voor onze coaches-pool. We hebben momenteel een pool van zo’n vijftien coaches en zijn wegens succes op zoek naar uitbreiding. Interesse? Geef u op bij Jasmijn Snoijink via j.snoijink@dienst.vu.nl of 020 5989292.

Uit de tent lokken

Kernachtig gezegd is dat ook het idee van het Coachcafé: uitzoeken waar je talenten V U M A G A Z I N E | 29


service

mva n

vu podium

CALVIJNJAAR 2009 Op 10 juli 2009 is het vijfhonderd jaar geleden dat Johannes Calvijn als Jean Cauvin werd geboren in het Franse Noyon. Kerkhervormer Calvijn heeft grote invloed gehad op de theologie en op de Europese politiek, cultuur en wetenschap. Calvijns geboortejaar wordt dan ook in heel Europa herdacht.

> Kijk op www.vupodium.nl voor het volledige programma, het kopen van kaartjes en aanvullende informatie (kosten, sprekers, locatie en aanmelden) over de onderstaande onderdelen.

Over Calvijn en calvinisme bestaan vele oordelen en vooroordelen. Volgens een anonieme katholieke schrijver uit de zestiende eeuw waren Calvijn en zijn volgelingen vrolijke losbollen. Terwijl katholieken zich ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg vroom en devoot wijdden aan het gebed, lagen de calvinisten lui in hun bed. En, zo wist deze katholieke polemist zeker: daar gaven zij zich over aan vleselijke wellust. Een beeld dat in het geheel niet overeenkomt met wat wij vandaag de dag voelen bij calvinisme. Daar gaat het om hardwerkend, saai en degelijk. Wat klopt er nu eigenlijk van al deze oordelen en wat is de invloed van Calvijn op onze samenleving?

m EXPOSITIE EN NIEUWE BOEKEN

De Calvijnweek begint maandag 12 januari met de opening van een tentoonstelling over Calvijn in Nederland, georganiseerd door de afdeling Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de VU. De schrijvers van twee nieuwe boeken over Calvijn presenteren hun werk. Onder redactie van Johan de Niet, Herman Paul en Bart Wallet verschijnt bij uitgeverij Brill het Engelstalige boek Sober, Strict, and Scriptural. Schrijfster Mirjam van Veen en uitgeverij Meinema presenteren Koppig profeet en werelds geleerde. Een boekje open over Johannes Calvijn.

m C-FACTOR

De VU en dagblad Trouw presenteren een Calvijn online zelftest. Aan de hand van stellingen ontdekt u of u een volbloed calvinist bent of niet. Hoe ziet uw ideale vakantie eruit, brandt u weleens een kaarsje en werkt u keihard? Het antwoord op die vragen onthult uw calvinistisch gehalte, uw C-Factor. Minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet bepaalt als eerste zijn C-Factor tijdens het avondsymposium over calvinisme in de Nederlandse politiek. Op www. vupodium.nl staat de link naar de C-Factor.

m AVONDSYMPOSIUM MET

ANDRÉ ROUVOET EN BORIS VAN DER HAM

In hoeverre is de Nederlandse politiek calvinistisch? En wat betekent dat dan eigenlijk? Tijdens het symposium op dinsdag 13 januari in Felix Meritis gaan CU-minister en calvinist André Rouvoet, D66-politicus en liberaal Boris van der Ham, publicist en agnost Herman Vuijsje en katholiek en hoogleraar bedrijfsethiek Eduard Kimman op zoek naar de calvinistische roots in de politiek. Na een inleiding van Rouvoet maken Van der Ham, Vuijsje en Kimman een kort statement over calvinisme in de politiek (zie ook pag. 23). Hierna volgt een gesprek onder leiding van Carla van Baalen, hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Radboud Universiteit. De avond eindigt met een zaaldiscussie. 30 | V U M A G A Z I N E

André Rouvoet

m CALVIJN ALS

EXPORTPRODUCT

Het neoliberalisme heeft zijn langste tijd gehad, maar het neocalvinisme is in opkomst. Calvijn krijgt meer invloed over de hele wereld. De laatste tijd kijken studenten met veel belangstelling naar Calvijn en zijn denkbeelden. Van China tot Mexico en van Libanon tot Nigeria wordt het calvinisme bestudeerd. De directeur van het Historisch Documentatiecentrum van de VU, George Harinck, bespreekt in een lezing op donderdagmiddag 15 januari in de VU Calvijn als modern exportproduct. Waar komt die internationale belangstelling vandaan?

m OP PAD DOOR

CALVINISTISCH AMSTERDAM

In het kader van de Calvijnweek verschijnt bij uitgeverij Meinema het boekje Evangelische kuieringen. Docent kerkgeschiedenis Gert van Klinken en voormalig VU-geschiedenisdocent Henk Reitsma stelden vier routes samen door het Amsterdam van de volgelingen van Calvijn. Vrijdag 16 januari nemen de auteurs u mee in de voetsporen van Amsterdamse

JOOP VAN REEKEN

De aftrap van het Calvijnjaar wordt verzorgd door de VU die in de Calvijnweek van 12 tot en met 18 januari de betekenis van Calvijn voor wetenschap, politiek en cultuur centraal stelt. Daarbij komt niet alleen vijfhonderd jaar geschiedenis in beeld, maar wordt ook gekeken naar de toekomst. Wat betekent Calvijn nu en in de toekomst? En hoe calvinistisch zijn wij eigenlijk?


m CD

In het najaar van 2008 zong het VUkoor in het kader van Amsterdam Wereld Boekenstad delen uit twee zeldzame en kostbare handgeschreven antifonaria afkomstig uit het vroegere klooster van de Wilhelmieten in Den Bosch. De boeken zijn nu in het bezit van de afdeling Bijzondere collecties van de UBVU. Van het concert zijn cd-opnamen gemaakt. Op www.vupodium.nl staat hoe u in het bezit kunt komen van deze muziekopnamen.

gina 1

Gert van Klinken en Herman Reitsma

Een evangelische kuiering Wandelgids voor calvinistisch Amsterdam

TELEAC

geverijmeinema.nl

Meinema

calvinisten. Wie waren die calvinisten en hoe manifesteerden ze zich in het politiek bewogen Amsterdamse straatbeeld?

m SYMPOSIUM CALVIJN EN CULTUUR

Tijdens het symposium op zaterdag 17 januari staat de culturele betekenis van het calvinisme in Nederland centraal. Na de opening door Lex Bouter, rector magnificus van de VU, komen in een lezing Johannes Calvijn en de ontstaansgeschiedenis van het calvinisme aan de orde. Verder zijn er twaalf interactieve workshops. Uiteenlopende onderwerpen als literatuur, economie, pers, erfgoed en film passeren de revue.

m ORGELCONCERT EN DE

NIEUWE CALVIJN CANTATE

Het Orgelpark in Amsterdam is op woensdagavond 14 januari het decor van een exclusief orgelconcert door VU-organist Ewald Kooiman. Natuurlijk komt de muziek van de beroemde Jan Pieterszoon Sweelinck aan bod. Maar ook muziek van minder bekende toonkunstenaars staat op het programma. Universitair docent liturgiewetenschap Jan Luth uit Groningen geeft een lezing over de invloed van Calvijn op de orgelmuziek. Hoe klinkt dat, calvinistische muziek? Een kerkdienst in de Westerkerk in Amsterdam sluit de Calvijnweek af. Tijdens de dienst op zondag 18 januari vindt de eerste uitvoering plaats van een speciaal voor het Calvijnjaar gecomponeerde Calvijncantate. >Alle activiteiten in het kader van de VUCalvijnweek vinden plaats in de week van 12 tot 18 januari op diverse locaties in Amsterdam. >Meer weten over deze activiteiten? Kijk op www.vupodium.nl.

Cleverland is een gratis toegankelijk educatief gezinsevenement. Het is bestemd voor kinderen en hun ouders of grootouders. Bezoekers doen actief mee aan een breed scala van korte, educatieve activiteiten, waaronder de Kinderuniversiteit van de VU. Onder leiding van VUwetenschappers kunnen kinderen iets uitproberen, onderzoeken of ervaren, zoals penaltyschieten of hun hartslag meten. Meer informatie: www.cleverland.nl.

m BEWUSTZIJN VOORBIJ DE GRENZEN

Op 28 februari vindt in Amsterdam een conferentie plaats over bijna-doodervaringen (bde), met voordrachten en tientallen workshops. Cardioloog Pim van Lommel presenteert zijn opvattingen over bde’s. Met speciale aandacht voor bde bij kinderen. Naast persoonlijke ervaringen komen ook de critici aan het woord. De conferentie staat in het teken van de weerstand die velen ondervinden bij de erkenning van hun ervaringen en de bevrijdende werking die men daarbij in Van Lommels opvattingen vindt. Wetenschappers van het VUmc presenteren in een gesprek met Ria Bremer hun kritische opvattingen over bde. Voor meer informatie zie www.vupodium.nl.

Pim van Lommel

m SID LEZINGEN

De Society for International Development (SID) en VU podium organiseren in het voorjaar van 2009 elke maand een lezing rond het thema Inclusive Growth – Can economic growth include the common good in the age of globalisation? Internationaal vermaarde sprekers uit politiek en wetenschap buigen zich over de betekenis en invloed van groei en krimp van de economie. Daaraan wordt telkens de basisvraag gekoppeld: wat betekent dit voor de internationale samenwerking tussen arme en rijke landen? Met medewerking van hoogleraar Diane Elson van de University of Essex, José Edgardo Campos van de World Bank en UN-onderzoeker Luc Soete. De lezingen vinden plaats in het Auditorium van de VU en zijn gratis toegankelijk. De voertaal is Engels. Meer informatie vindt u op www. vupodium.nl.

bon

m CLEVERLAND SAMEN MET

H.M. Kuitert Dat moet ik van mijn geloof; Godsdienst als troublemaker in het publieke domein ISBN 978 90 259 5941 8 Het nieuwste boek van de bekende VU-theoloog Harry Kuitert gaat over godsdienst als troublemaker. Over de islam, maar evenzeer over het christendom, in zijn protestantse en vooral rooms-katholieke versie. Over godsdiensten als een bedreiging voor het publieke domein. Lever deze bon in bij de boekhandel en ontvang € 2,00 korting. Het boek kost normaal € 15,90, met bon € 13,90. Actie loopt van 18 december 2008 t/m 18 februari 2009. Actienummer 901-59589.

Klinken is docent kerkgeschiedee Protestantse theologische Unin Kampen. sma was docent nieuwste ges aan de letterenfaculteit van de ersiteit in Amsterdam.

Van Klinken en Reitsma Een evangelische kuiering

lff en Aagje Deken beschrijven n hun Brieven van Abraham t diens ‘evangelische kuiering’ vele kerken van de hoofdstad. wordt zo omschreven dat de gemakkelijk zelf kan maken. n tweehonderd jaar na dato t van deze ‘evangelische kuin bij de tijd gebrachte versie. In jnjaar 2009 valt de aandacht p diens geestelijke nazaten in am. Wie de calvinisten waren j wilden, waar zij kerkten en daar toeging, hoe zij zich in het amse straatbeeld manifesteerolitiek bewogen dagen: de lezer aan de weet in deze wandelals in de dagen van Betje Wolff Deken nodigt Een evangeliering de lezer uit om zelf de hoenen aan te trekken.

V U M A G A Z I N E | 31


m MENSELIJKE MAAT

VU podium organiseert in de Openbare Bibliotheek Amsterdam drie talkshows met bekende gasten waarin de menselijke maat in de gezondheidszorg, het onderwijs en het bedrijfsleven ter discussie staat. Schaalvergroting in ziekenhuizen maakt bijvoorbeeld dat je je er als patiënt verloren voelt. Fusies van scholen leiden tot leerfabrieken, waar weinig aandacht is voor de leerling als individu. Bedrijven verwennen aan de ene kant hun werknemers met allerlei extra’s zoals coaching, maar hebben

m SPECIAAL VOOR VU-ALUMNI

aan de andere kant heel weinig waardering voor oudere werknemers. Is Nederland nog wel menselijk? Wat voor samenleving willen wij zijn? De programma’s vinden plaats in maart, april en mei. Kijk op www.vupodium.nl voor actuele informatie.

m ONDERWIJSLEZING WINDESHEIM

Ieder jaar organiseren Windesheim en VU podium in maart de Onderwijslezing in Zwolle. Centraal staat steeds een actueel onderwerp op het gebied van onderwijs. Na inleidende lezingen is er ruim gelegenheid voor debat, wat ook tijdens het aansluitende diner steeds tot drukke gesprekken en discussie leidt. Onderwerp is dit keer onderwijs gebaseerd op evidence based programma’s. In het onderwijs worden vaak nieuwe methoden geïntroduceerd zonder dat echt duidelijk is dat ze beter zijn dan de oude. Denk aan een nieuw lesboek of aan een kleinere groepsgrootte. Aan de andere kant vindt beschikbare kennis over bewezen effectieve nieuwe methoden maar langzaam haar weg naar de onderwijspraktijk. Kortom: er wordt te weinig geprobeerd bewijs voor de effectiviteit van onderwijsmethoden te verzamelen en die kennis ook te verzilveren. Tijdens de onderwijslezing buigen H. Maassen van den Brink (leerstoel Evidence Based Onderwijs bij de Universiteit Maastricht), Jan Jacob van Dijk (CDA-lid en onderwijswoordvoerder Tweede Kamer en Hoogleraar christelijk sociaal denken aan de VU), Yvonne Leeman (lector van het lectoraat pedagogische opdracht van het onderwijs bij Windesheim) zich over het fenomeen van evidence based onderwijs. Op www. vupodium.nl staat meer informatie. 32 | V U M A G A Z I N E

Ook de komende maanden organiseert VU podium weer allerlei activiteiten speciaal voor alumni van de VU. Na de start van coachcafés dit najaar (zie pagina 29) volgen meer nieuwe activiteiten. PUBQUIZ Hoe is het gesteld met uw kennis over muziek, wetenschap, actualiteit, sport, kunst & cultuur en de VU? Voor alles- en betweters, intellectuelen, actualiteitsverslaafden en doorgewinterde kroegtijgers organiseert VU podium maandelijks de Pubquiz. Alumniteams nemen het op tegen studenten. Een mooie gelegenheid om met oud-studiegenoten af te spreken voor een borrel. WORKSHOP ONLINE ZOEKEN U bent (al een tijd) afgestudeerd, en houdt graag uw vakliteratuur bij. Op internet staat van alles en meer. Maar hoe vindt u de voor u relevante literatuur en informatie? Binnen de universiteit is natuurlijk veel kennis aanwezig over effectieve zoekmethoden. Speciaal voor VU-alumni organiseert de VU-bibliotheek in samenwerking met VU podium in februari een workshop online zoeken. VU NEXT Helemaal nieuw is het programma VU Next. U bent (bijna of al een tijdje) afgestudeerd. En nu? Solliciteren? Onderzoeker worden? Een eigen bedrijf? Freelancen? Of verder studeren? VU Next is hoe dan ook een goed begin. Met hulp bij beroepsoriëntatie en sollicitatie, coaching en verschillende workshops zoals onderhandelen, netwerken, mind mapping en timemanagement. Alumniactiviteiten ook op www.vupodium.nl.

m VERWACHT IN HET

VOORJAAR: AMSTERDAM OPEN

Het Amsterdam Open is een Engelstalig debattoernooi in Amsterdam, dat sinds 2007 jaarlijks wordt georganiseerd door Amsterdamse studenten-debatvereniging Bonaparte. De debatten staan niet alleen open voor studenten, iedereen kan meedoen. Meer informatie staat op amsterdamopen.asdvbonaparte.nl en www. vupodium.nl.

Yaser Ellethy

m ISLAM VOOR DUMMIES

Wat u altijd al wilde weten over de islam. Een nieuwe serie informatieve bijeenkomsten over de islam door Yaser Ellethy, Koran- en Hadith-wetenschapper van het Centrum voor Islamitische Theologie op de VU. Op pagina 24 ziet u hem aan het werk bij een ander college. Thema’s: De kern van de islam, Mohammed als profeet en mens, Eén islam maar verschillende moslims, islam en de Westerse kijk op het Oosten. Kijk op www.vupodium. nl voor actuele gegevens.

m SERIES

Ook de komende maanden maakt VU podium de gebruikelijke tour door het land met kenniscafés. Naast de programma’s in Leeuwarden en Amsterdam komt u ons tegen in Haarlem en Zwolle.

m DOLHUYS HAARLEM

Arko Oderwald en Wouter van Ewijk vertellen over De lusten en lasten van de roes. Verdovende middelen brengen troost en verzachting. Veel kunstenaars denken alleen onder invloed tot hun beste werk te komen. Iedereen kent echter de keerzijde: verslaving.

m PEPER & ZOUT

In Zwolle organiseert VU podium iedere maand een programma in het pand van Windesheim aan de Koestraat 3. Op het programma de komende maanden staan uiteenlopende onderwerpen als duurzame inkoop bij bedrijven, ouderen en ICT en multiculturaliteit en sport. Alle informatie over de series van VU podium staat op www.vupodium.nl. > Kijk op www.vupodium.nl voor het volledige programma, het kopen van kaartjes en aanvullende informatie.


MAIL&WIN

‘Dit is geen Brahms! -dit moet met

Bizet, De Falla, Dukas, Milhaud. De bijna tachtig studenten van het VUOrkest pakken uit met een swingend FransSpaans programma. ANITA MUSSCHE

FOTO: COMVU/PETER SMITH

energie!’

“Zullen we even stemmen?” De strakke toon van de hoboïste geeft onmiddellijk een concertzaalgevoel, ook al zitten de orkestleden verspreid tussen de rekwisieten van de lopende theatervoorstelling in de Griffioenzaal. Het VU-Orkest repeteert het FransSpaanse programma dat het komend voorjaar gaat uitvoeren. Temperamentvolle muziek van Bizet, De Falla, Dukas en Milhaud. Bijna tachtig studenten bevolken dit orkest, een mengeling van stevige amateurmusici en semi-professionele conservatoriumstudenten. De eerste indruk is dan ook vooral ‘jong’, en levendig. En aan het begin van de repetitie nog niet zo erg gedisciplineerd. Dirigent Daan Admiraal zet er daarom meteen de sokken in met Scaramouche van Milhaud: “Ik geef drie en vier en dan spelen we.” Het gelach en geklets nemen af. Men rommelt nog snel met bladmuziek, mondstukken en strijkstokken. Admiraal dirigeert zonder stokje, knippend met zijn vingers als het niet precies genoeg gaat, klappend als het tempo inzakt. Slagtechnisch is dit programma een uitdaging voor elke dirigent, vindt hij, door alle complexe maat- en tempowisselingen. “Snelheid in die zestienden”, roept Admiraal, en: “Nee, het ritme van de rumba is één tsjak tsjak twee tsjak tsjak drie tsjak.”

Vet moeilijk

Hoewel nog niet allemaal ervaren in de rumba, weten deze jonge musici van wanten. Ephraim Feves, violist sinds zijn vierde, speelt nu vijf jaar bij het orkest. “Voor een amateurorkest hebben we echt een hoog niveau”, weet hij. Een kwestie van hard werken. Dat is te zien in de Griffioenzaal, waar Admiraal de strijkers en blazers telkens vraagt het nog eens te proberen. Hij beschrijft de klank die hij zoekt, hoe die strijkstok moet stuiteren, waar je wel of niet moet ademen. “Het is niet pakkedakkedangdang maar tukkedukkedundun”, legt hij uit aan de violisten, die er niet raar van opkijken. De musici roemen zijn aanpak: “De dirigent maakt het orkest bijzonder”, zegt Feves,

“Daan weet met anekdotes, beeldspraak en humor precies duidelijk te maken wat hij bedoelt”. Daar is klarinettist Bas van der Sterren het helemaal mee eens. Als conservatoriumstudent is hij niet zenuwachtig voor zijn solo’s. “Gezellig en lekker ontspannen”, noemt hij het orkest. Hoboïste Jacqueline Janse kijkt hem met grote ogen aan. Ze speelt hier pas sinds september: “Ontspannen? Ik vind het echt vet moeilijk! Er worden hier wel eisen aan je gesteld.” Goed voor de motivatie, vindt violiste Marthe Becker: “In elk stuk zitten wel moeilijke dingen, maar daardoor krijg je juist zin om er tijd in te steken.” “Daan haalt echt het beste uit ons”, prijst Janse. De liefde is geheel wederzijds. Hoe lekkerder het loopt, hoe breder de grijns op Admiraals gezicht. “Wat me erg aanspreekt en vaak ontroert, is de onbevangenheid en de ontvankelijkheid voor muzikale schoonheid van deze jonge mensen”, zegt hij later. “En die levenslust en jeugdige vrolijkheid! Er wordt tijdens repetities veel gelachen.” Het resultaat is ernaar. Naarmate de avond vordert, swingt het steeds meer in de Griffioenzaal. Het is moeilijk om stil te blijven zitten als het orkest de tanden zet in de lastige Spaanse ritmes van Bizet’s Carmen en De driekanten steek van De Falla. En Scaramouche? Dat mag vooral niet te klassiek lijken, vindt de dirigent: “Dit is geen Brahms! Dit moet met energie, niet met diep gevoel. Dit is lichte muziek. Kan het iets grappiger?” Zondag 1 maart, 20.30 uur, Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam. € 18,00; met korting € 15,00. Programma: Dukas Tovenaarsleerling Bizet Carmen (suite) Milhaud Scaramouche De Falla El sombrero de tres picos.

m win

kaarten

Onder de snelste mailers verloot de redactie tienmaal twee kaartjes voor het concert van het VU-Orkest op zondag 1 maart 2009. Mail uw naam, adres naar vumagazine@vu.nl. V U M A G A Z I N E | 33


MET DE BUL OP ZAK > SCHEIKUNDE Op de VU kun je veel opleidingen volgen. Inmiddels staan er meer dan 40.000 alumni in het adressenbestand. Waar komen ze terecht na hun studie? ANITA MUSSCHE FOTO’S: JORDI HUISMAN

Ilse Aben

44, afgestudeerd in 1987 Wat doe je nu? “Ik leid bij SRON, een instituut voor ruimteonderzoek, een onderzoeksgroep die zich bezighoudt met satellietmetingen. Het gaat bijvoorbeeld om de hoeveelheid methaan of ozon, waarmee we de atmosfeer beter in kaart kunnen brengen. We dragen ook bij aan de ontwikkeling van nieuwe meetinstrumenten. Het leukste daaraan is dat je door het multidisciplinaire onderzoek veel leert over andere vakgebieden en hoe je die kunt combineren. Maar ook het toegepaste karakter van het werk vind ik mooi. Onze metingen zijn onder meer relevant voor onderzoek naar klimaat, luchtvervuiling en de ozonlaag. Ik ben naast mijn baan bij SRON bijzonder hoogleraar op de VU.” Was dit altijd al je droom? “Ik wilde aanvankelijk biochemisch onderzoek gaan doen, omdat ik gefascineerd was door DNA-onderzoek. Maar het werd de fysi34 | V U M A G A Z I N E

sche en theoretische chemie. Daar heb je met veel minder factoren te maken dan in de biochemie. Dat maakt het makkelijker: je kunt de dingen een voor een onderzoeken. Ik houd erg van analyseren, puzzels oplossen. Ik heb veel geluk gehad: atmosfeeronderzoek is een relatief nieuw vakgebied, waardoor ik echt iets op poten kon zetten.” Wat vond je leuk aan studeren? “De vrijheid die ik had om te leren, tijdens mijn studie en mijn promotie in de natuurkunde. Die vrijheid komt later nooit meer echt terug. In mijn werk heb ik veel verantwoordelijkheden die veel tijd vragen.” Wat herinner je je vooral van je studietijd? “Ik heb gewoon een heel fijne en goede tijd gehad op de VU, waarin ik veel geleerd heb. De VU biedt een goede maar ook rustige, georganiseerde leeromgeving. Dat heb ik als zeer prettig ervaren.”

Peter Nieuwenhuizen 38, afgestudeerd in 1994

Waar werk je? “Sinds twee jaar werk ik bij Arthur D. Little, een strategy consulting bedrijf, waar ik chemische bedrijven in de Benelux adviseer, zoals Akzo Nobel en DSM. Recent adviseer ik veel op het gebied van duurzaamheid. Als consultant werk je telkens kort bij verschillende bedrijven. Die diversiteit en de snelheid vind ik het leukste aan mijn werk.” Was jouw studiekeuze vanzelfsprekend? “Nee, ik twijfelde erg tussen scheikunde en economie, maar besloot dat ik eerst een ‘echt’ vak wilde leren. In de chemie maak je echt iets, plastic, een fabriek, een nieuw geneesmiddel. Na mijn promotie in Leiden heb ik bij Akzo Nobel achtereenvolgens gewerkt in het onderzoek, de strategische analyse en de sales & marketing, onder meer in de VS. Ik ben dus langzaam opgeschoven van scheikunde naar economie. Dat maakt me nu geloofwaardig


m waar

zijn onze alumni Scheikunde?

De VU heeft een aantal alumni uit het oog verloren. Kent u een van de onderstaande alumni, wilt u hen dan vragen hun juiste gegevens door te geven? Dat kan via het aanmeldingsformulier op www.vu.nl/alumni of via een e-mail naar alumni@vu.nl. Tussen haken het jaar van afstuderen: dhr. G. Torenbeek [1956], dhr. J. van Lonkhuijsen [1959], dhr. E.A. Boer [1962], dhr. L.G. Markies [1963], dhr. J.A. Streefkerk [1964], dhr. C.H. van Putten [1966], dhr. G. Meima [1969], dhr. J.L. Molenaar [1969], dhr. W. van der Mark [1971], mw. G. du Chattel [1973], dhr. D.H. van den Eynden [1974], dhr. J. Biemond [1975], dhr. H.H. Kubbinga [1976], dhr. A.J. Noest [1977], mw. H.J.M. van Ry [1978], dhr. A.N.M. Schoffelmeer [1979], mw. H.L. Oei [1980], dhr. J. Mittendorf [1981], dhr. R.P. Tito [1982], dhr. C. Slappendel [1984], dhr. H.J. Gamelkoorn [1985], dhr. M.I. Selala [1986], dhr. M.A.G.M. Tinga [1987] en dhr. A.R. Goeptar [1988].

als adviseur, ik weet hoe het eraan toe gaat.” Wat was er leuk aan scheikunde? “Het puzzelen, het oplossen van problemen is intellectueel heel stimulerend. Die ervaring komt ook buiten de scheikunde van pas. Organisaties zijn ook puzzels.” Wie is je vooral bijgebleven? “Ik keek erg op tegen de Duitse professor Bickelhaupt, een bijzonder goed chemicus en een heel beminnelijk mens. Hij kon vragen: ‘Ach, meneer Nieuwenhuizen, kunt u misschien even langskomen, als u tijd over hebt?’ Natuurlijk had je tijd voor de professor!” Heb je nog vrienden uit die tijd? “Ja, we gaan nog ieder jaar met een groep mensen van mijn jaar een weekend op reünie, met alle gezinnen. Dat is echt leuk.”

Ebel Dijkstra

57, afgestudeerd in 1977 Wat doe je voor werk? “Ik heb een bedrijf dat zich bezighoudt met milieuvriendelijke koudetechniek. Schadelijke stoffen zoals cfk’s probeer ik te vervangen door natuurlijke stoffen. Het gaat onder andere om productie van de middelen, trainingen en projecten in ontwikkelingslanden.” Heb je je carrière zo gepland? “Nee, maar het is wel een heel goede combinatie van de zaken waar ik belangstelling voor had: natuurwetenschappen, milieu en ontwikkelingswerk. Ik was vooral bezig met hoe je mijn vak, farmacochemie, relevant kon maken voor de maatschappij. Echt jaren zeventig! Eigenlijk was het te veel chemie voor mij, ik had een bredere belangstelling. Daarom heb ik ook nog economie, filosofie en de lerarenopleiding gedaan.” Wie was je belangrijkste inspiratiebron op de VU? “Ik was intensief betrokken

bij het studentenpastoraat. Bij Herman Wiersinga deed ik belijdenis, maar ook Jan van Kilsdonk heeft me beïnvloed. En in mijn dispuut heb ik veel geleerd van de broers Hartkamp.” Was is je leukste herinnering aan de VU? “Als gewetensbezwaarde werd ik coördinator bij Studentenvoorzieningen. Dat is een heel leuke herinnering. Ik heb een speciale band met de VU en haar geschiedenis. Met studenten van de SRVU heb ik nog een speciale uitgave van hun blad Pharetra gemaakt, over honderd jaar VU.” En de slechtste herinnering? “Toen ik in de universiteitsraad zat, liep de discussie over de grondslag van de VU enorm op en werd erg gepolitiseerd. Er ontstond een tweedeling tussen de progressieve kant, waartoe ik behoorde, en de meer traditioneel gereformeerde benadering. Dat is niet goed geweest voor de identiteit van de VU.” V U M A G A Z I N E | 35


ADVERTORIAL

VU kennis naar de markt brengen met u als begeleider? Het VU & VUmc Technology Transfer Office kijkt de wijde wereld in Sinds 2006 loopt een team van technology transfer professionals rond om te kijken hoe kennis van VU en VU medisch centrum de maatschappij tot dienst kan zijn. Idealistisch? Ja. Inspirerend? Zeker. Maar ook zakelijk en nuchter. Hoe gaat het benutten van kennis in zijn werk? Het begint met kennis te beschermen en te waarderen in een commerciële context. Het TTO team geeft onderzoekers praktische hulp bij het aanvragen van octrooien en bij het omgaan met auteursrecht en andere vormen van intellectueel eigendom. Er worden business cases ontwikkeld; contact gezocht met externe partijen; subsidie en andere financieringsbronnen aangeboord en coaching in ondernemerschap gegeven. Als alle lichten op groen staan worden spin-off bedrijven opgericht of licenties verstrekt aan externe partijen. Hiermee vindt kennis zijn weg in de markt, worden entrepreneurs gekweekt en verdient de kennisinstelling een centje bij. Als alumnus ziet u op velerlei gebieden hoe in de maatschappij kansen ontstaan. Uw ervaring kan buitengewoon waardevol zijn in het netwerk van kennisexploitatie vanuit de VU. Graag komen wij met u in contact als u denkt hierin een rol te kunnen spelen, bijvoorbeeld als coach, gesprekspartner bij een business plan, netwerker, ondernemer of anderszins.

Contactgegevens Technology Transfer Office VU & VUmc (TTO) De Boelelaan 1085 (W&N gebouw) 1081 HV Amsterdam T +31 (0)20 59 89 905 F +31 (0)20 59 89 904 E info@tto.vu.nl W www.tto.vu.nl / www.iamstarter.nl

PARTNER IN TECHNOLOGY TRANSFER


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.