VUMAGAZINE 2009# 2 m SCHOOLSLAG De wetenschap zet zich in voor meer leraren, én betere m Mobieltje en internet vervangen de PSYCHOTHERAPEUT m ZONNECOLLECTOREN kunnen tien keer goedkoper
CABARETIER
Hans Sibbel
‘Ik ben niet zo bang om mensen pijn te doen’
COLOFON
22
‘Zo’n vage, onvolledige alleen maar aan’ Zesde jaargang, nr. 2, juni 2009. Oplage: 50.000. VU Magazine verschijnt vier keer per jaar. ISSN 1572-445X. VU Magazine is het magazine voor alumni en andere relaties van de Vrije Universiteit Amsterdam, het VU medisch centrum en de Vereniging VUWindesheim. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur. Een gratis abonnement regelt u via www. vu.nl/vumagazine. Redactieadres De Boelelaan 1105, kamer 0E-60, 1081 HV Amsterdam. vumagazine@vu.nl www.vu.nl/vumagazine Redactie Marieke Schilp (hoofdredacteur), Rianne Lindhout (eindredacteur), Petra Bolten (eindredacteur a.i.), Anita Mussche M.m.v: Floor Bal, Peter Breedveld, Dirk de Hoog, Daphne Lentjes Redactieraad Mariet Bolluijt, Irene Costera Meijer, Kas de Vries, Jelle Belksma, Roeleke Vunderink Uitgever VU Connected Amsterdam Correctie Marian van Ham, MetaVision Ontwerp Rob Bömer [rbbmr.nl] Vormgeving Rob Bömer Druk Senefelder Misset Verzending Adreswijzigingen of fouten in adressering kunt u doorgeven via www. vu.nl/vumagazine, via vumagazine@vu. nl of via antwoordnummer 2941, 1000 SN Amsterdam. Vragen over de verzending: Charlotte Vroon, vumagazine@vu.nl of 020 5985665.
10 Taaltoets Te veel eerstejaars hebben een taalprobleem. Verplicht toetsen dus, en bijspijkeren. 12 Christine Otten De nieuwe schrijver-op-locatie struint de VU en het VUmc af, op zoek naar verhalen. 18 Moedercoach Alumna Esther van Diepen over haar bedrijf Mom in Balance. 28 Hans Sibbel ’Democratie is behoorlijk gevaarlijk.’ 33 Mail & win Win ‘Als Casablanca’, de nieuwe roman van Christine Otten. 4 20 26 31 34
Update onderzoek Update campus In de collegebanken Service Met de bul op zak
OMSLAGFOTO: BRAM BELLONI 2 | VUMAGAZINE
INHOUD
folder wakkert de onrust
M&C-VU/PETER SMITH
6 Leraren kweken
Het beroep van leraar heeft een negatief imago gekregen. Aan de universiteit de taak om te zorgen voor meer leraren, ĂŠn betere.
14 De virtuele divan
GREET EGBERS
Het is anoniem en toegankelijk: met internettherapie worden cliĂŤnten bereikt die anders met hun klachten zouden doorlopen.
M&C-VU/RIECHELLE VAN DER VALK
23 Zon aan, zon uit
Hoe Martin Slaman de optische schakelaar uitvindt en zonneenergie betaalbaar maakt.
VUMAGAZINE | 3
Update[onderzoek] Stop de dwang Samen lunchen?
Professor Jon Schilder
dwang maakt meer kapot dan je lief is”, zegt Schilder. “De gezinnen moeten ook rechten krijgen, zoals weigerings- en klachtenmogelijkheden, en er moet toezicht komen op de dwangtoepassingen.” (PBo)
De gevolgen van sociale fobieën voor de arbeidsproductiviteit worden flink onderschat. Als een persoon bijvoorbeeld niet durft te schrijven in de aanwezigheid van collega’s, of niet samen durft te lunchen, leidt dit tot vermijdingsgedrag, en daarmee tot slechtere arbeidsresultaten en verzuim. Vaak wordt de ernst van de situatie niet herkend en de fobie opgevat als verlegenheid. Hoe langer de fobie duurt, hoe moeilijker het is om haar te overwinnen. Daarom is volgens promovendus Ceren Acartürk vroegsignalering belangrijk. Op basis van epidemidologisch onderzoek ontwikkelde Acartürk een model om fobieën beter te kunnen inschatten. Handig voor huisartsen en psychologen. Voorspellers van een sociale fobie zijn onder meer lage scholing, weinig zelfvertrouwen of negatieve levenservaringen, zoals problemen met de partner. Ceren Acartürk promoveerde in mei bij Psychologie. (AM)
Zie de oratie op vu.nl/vumagazine. BERND ANDEWEG
Lokale overheden dringen binnen in het diepst van de levenssfeer van probleemgezinnen, waarbij dwang niet wordt geschuwd. Dat zegt Jon Schilder, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de VU, naar aanleiding van zijn oratie De drang tot dwang, Over bemoeizorg en bemoeizucht van de lokale overheid. Schilder erkent de problematiek en de noodzaak van hulp, maar stuit op tal van rechtstatelijke bezwaren bij de manier waarop. Volgens hem wordt vaak gedreigd met juridisch oneigenlijke middelen, zoals intrekken van een uitkering, een avondklok instellen of huisuitzetting. “Alleen al in Rotterdam vinden 25.000 spontane huisbezoeken per jaar plaats. Daarbij erkennen hulpverleners zelf dat zij met dwang achter de voordeur kijken. Maar
Ritmisch lopen Parkinsonpatiënten blijken beter, sneller en langer te kunnen lopen als zij voortbewegen op een ritme. Met een draagbaar apparaatje dat een regelmatig ritme aangeeft, kunnen zij ook thuis veel beter uit de voeten. Dat concludeert Inge Lim, die in mei promoveerde bij het VUmc. Zij leerde patiënten thuis hoe zij hun stapritme konden aanpassen aan een vast ritme. De Parkinsonpatiënten liepen niet alleen beter, maar konden ook hun evenwicht beter bewaren. Bovendien waren ze minder bang om te vallen en waren ze minder snel moe. Het effect van de training was echter wel tijdelijk: na zes weken was het vrijwel geheel verdwenen. Onderzoek moet uitwijzen wat de optimale periode en intensiteit van de training is. (AM)
Waterdekking Meer dan de helft (53 procent) van de bewoners in het Nederlandse rivierengebied is bereid te betalen voor een verzekering tegen overstromingen. Deze bewoners hebben er zo’n 110 euro per jaar voor over, een hoger bedrag dan waarschijnlijk nodig is. Dit blijkt uit onderzoek van Jeroen Aerts, hoogleraar ruimtelijke analyse en beleid. Nederland is het enige land in Europa waar burgers zich niet tegen overstromingen kunnen verzekeren. Bij een echte ramp zouden de kosten voor verzekeringsmaatschappijen te hoog zijn. Op 21 april presenteerde Aerts een door zijn onderzoeksgroep ontwikkelde verzekeringsconstructie waarin een overstromingsverzekering wel mogelijk is. In de constructie hebben burgers een klein eigen risico en dekken verzekeringsmaatschappijen de kosten tot een miljard euro. Bij extreme rampen met hogere kosten moet de overheid inspringen. (MG) 4 | VUMAGAZINE
Smeltend ijs Veranderingen in de ijskappen speelden zo’n achtduizend jaar geleden een belangrijke rol in het temperen van de warmte in gematigde klimaten. Tot die conclusie komt VU-klimaatwetenschapper Hans Renssen in het tijdschrift Nature Geoscience. De ijsmassa’s reflecteerden een deel van de zonnestralen. Het smelten van de ijskappen in een warme periode veroorzaakte veel zoet water in de bovenste laag van de oceaan, waardoor de golfstroom in Noordwest-Europa minder opwarmde dan anders het geval zou zijn geweest. In zuidelijker streken was het temperende effect van de ijskappen minder groot, waardoor deze gebieden veel meer opwarmden. Volgens Renssen is de situatie van het vroege Holoceen te vergelijken met het smelten van de ijskappen nu en zouden de effecten vergelijkbaar kunnen zijn. (WV)
Bas Oude rot Oudere werknemers kunnen heel belangrijk zijn voor een organisatie. Volgens Matthijs Bal zitten oudere werknemers er minder mee als zij onrechtvaardig worden behandeld dan jongere collega’s. En als de organisatie in ouderen investeert, voelen zij zich meer verplicht aan de werkgever dan jongeren. Bal toonde aan dat een goede relatie tussen de organisatie en de oudere werknemer als buffer functioneert tegen de negatieve effecten van psychologische contractbreuk, waaronder onrechtvaardige behandeling van de werknemer. De werkgever doet er, aldus Bal, goed aan de oudere werkgever aan de organisatie te binden, en hem niet op een zijspoor richting (pre)pensioen te zetten. Dus flink investeren in de relatie met de oude rot. Matthijs Bal promoveerde in mei. (PBo)
Dom en crimineel Verbetering van het onderwijs is een belangrijk instrument om criminaliteit te voorkomen. Als het niveau van de criminaliteit hoog is, kun je dat naar beneden brengen door het onderwijs te verbeteren en andere sociaal-economische maatregelen te treffen. Dat blijkt uit het onderzoek van Suncica
Vujic, die data over criminaliteit in de Amerikaanse staat Virginia, Engeland, Wales en Australië analyseerde. Vuijic ontdekte ook dat criminaliteit conjunctuurgevoelig is: stijgingen en dalingen worden deels verklaard door het economisch klimaat. Vujic promoveerde in mei op haar bevindingen. (WV)
Dubbele bodem
Foute managers Managers die de boel willen veranderen, gaan er bij voorbaat van uit dat werknemers altijd weerstand bieden en dus onder druk moeten worden gezet. “Daar gaat het al fout”, zegt Arend Ardon van Holland Consulting Group, die in april promoveerde aan de economische faculteit. Werknemers voelen die negatieve houding aan en zetten zich schrap, de manager reageert daar weer defensief op, en zo houden werknemers en managers elkaar in een houdgreep en ontstaat een vicieuze cirkel. Ardon bekent dat hij zich tijdens zijn onderzoek bij drie organisaties heeft gerealiseerd zelf als manager ook weleens in de fout te gaan. (PBr)
Boerderijen en barakken Marten van Cleve, Stoet van de bruid (ca. 1570)
Schilderijen en prenten van boerenbruiloften uit de zestiende en vroege zeventiende eeuw hebben een dubbele bodem. Dat meent Meta Henneke, die in mei bij Letteren op het onderwerp promoveerde. Bij Bruegel en andere schilders uit zijn tijd waren de boerenbruiloften vooral taferelen van gulzigheid en onbeheerst gedrag. Volgens Henneke waren schilderijen bedoeld voor de ‘beschaafde’ maatschappelijke bovenlaag, die zich zowel kon afzetten tegen het liederlijke gedrag van boeren, als zich ook kon herkennen in de gewaardeerde, traditionele huwelijksrituelen. Deze ambiguïteit werd niet eerder onderzocht. De dubbele bodem hield mogelijk verband met de toen veranderende opvattingen over het huwelijk, denkt Henneke. Een traditioneel huwelijk bevestigde een uitwisseling van bruid en goederen tussen twee families. Met de invoering van de kerkelijke huwelijksinzegening werd het huwelijk steeds meer een individuele aangelegenheid. In de zestiende eeuw waren deze veranderingen voer voor veel discussie. (AM)
De Bataven die in het Kromme-Rijngebied woonden, inspireerden hun bouw direct op de legerkampen van de Romeinse overheersers. Dat zegt Wouter Vos, die in mei promoveerde. Het platteland in dit gebied was in de eerste eeuwen van onze jaartelling ingedeeld in grote, verkavelde landbouwgronden rondom
dorpen en gehuchten, waardoor een geordend cultuurlandschap ontstond. Bataafse veteranen, die na 25 jaar krijgsdienst terugkeerden naar hun geboortegrond, namen deze invloeden mee. De militaire architectuur komt ook tot uitdrukking in de boerderijen met hun lage dakhellingshoeken, die lijken op soldatenbarakken. (PBo) VUMAGAZINE | 5
6 | VUMAGAZINE
ONDERWIJS De leraar is schaars geworden. En zijn imago wordt er ook niet beter op: het studiehuis zou hem gemakzuchtig hebben gemaakt. Maar zijn opleiders zien wél bevlogenheid. En groei. PETRA BOLTEN FOTO’S: M&C-VU/PETER SMITH
LERAREN VOOR LERAREN Z
e kent er een hoop, antwoordt bijzonder hoogleraar Onderwijspedagogiek Monique Volman op de vraag of de ideale leraar nog bestaat. Een opmerkelijke uitspraak als duidelijk wordt wat voor duizendpoot Volman voor ogen heeft. “Het is iemand met vakkennis, inzicht in leerlingen, passie voor het vak en het vermogen dit over te brengen. Iemand die over de muren van de school heen kijkt en zelf blijft leren.” Kan iedereen de ideale leraar worden? “Ik denk niet dat iedereen het moet willen, hoewel we er wel meer willen hebben”, glimlacht Volman. Haar collega Joop van der Schee, hoogleraar onderwijsgeografie en waarnemend hoofd van de VUlerarenopleiding, drukt zich voorzichtiger uit. “Er zijn er die het benaderen.” Van der Schee ziet niet voor iedereen een loopbaan voor de klas weggelegd. “Voor pubers staan is niet voor iedereen lollig”, zegt hij met gevoel voor understatement.
Meester Staal
Ooit leek het onderwijssysteem in Nederland in staal gegoten: solide, klassikaal en gericht op kennisoverdracht. De leraar in
De gelukkige klas (1926) van Theo Thijssen heette zelfs Staal. Pas in de jaren negentig bleek de constructie toch niet zo roestvrij: het onderwijsveld werd een broedplaats voor experimenten, waarvan het studiehuis het bekendste is. De parlementaire commissie Dijsselbloem heeft dit ‘nieuwe leren’ – waarbij van de leerling een grote mate van zelfstandigheid wordt verwacht en van de leraar vooral een ondersteunende rol – vorig jaar ernstig bekritiseerd. In de kranten verschenen artikelen met veelzeggende koppen als ‘Leraren gedegradeerd tot uitvoerders’ en ‘Docentschap uitgekleed’.
De bel
Als het docentschap is uitgekleed, wat betekent dat dan voor onze droomleraren, de nieuwe Theo Thijssens? Volgens Van der Schee (zelf oud-docent) is op een doorsnee school een vak als aardrijkskunde of geschiedenis nauwelijks veranderd. Heeft het studiehuis, dat zich toch primair richt op het leren van vaardigheden, die vakken niet aangetast? “Een goede leraar gaat mee met nieuwe ontwikkelingen. En vaardigheden zijn nodig, naast kennis”, zegt Van » VUMAGAZINE | 7
der Schee resoluut. “Een groter probleem is dat leraren vaak geen tijd inplannen om met de klas nog eens goed over de stof na te denken. Het is instructie geven, opdracht maken, en dan gaat de bel.” Kan de ideale leraar onder die omstandigheden nog
Onderzoek in de klas Azire is het Amsterdam Zwolle Institute for Research in Education, het interdisciplinaire onderzoeksinstituut waar nieuwe onderwijsprogramma’s wetenschappelijk worden getoetst. Vanuit de VU nemen de faculteit der Psychologie en Pedagogiek, het Onderwijscentrum VU en de faculteit der Letteren deel aan Azire. Hoogleraar Monique Volman, die ook programmaleider Opleidingsdidactisch Onderzoek is bij Azire: “Tegenwoordig is de norm dat onderwijs evidence based moet zijn. Dat is heel moeilijk, want het gaat niet zoals bij medicijnen: je stopt er een pil in of niet en vergelijkt het effect. Soms moet er jarenlang vooronderzoek worden gedaan. We doen veel onderzoek waarbij de leraren en leerlingen niet in een laboratoriumsituatie worden gebracht, maar de klas zelf de real life setting van het wetenschappelijke experiment is.” (PBo)
gedijen? “Hij kan toch gewoon zijn eigen weg gaan?”, geeft Van der Schee fijntjes terug. Volgens Volman hangt het vooral van de school af of de ideale leraar uit de verf komt. “Maar ik moet toegeven dat de leraar zelf ook wat meer in actie had kunnen komen. Ik ben weleens verbaasd dat ze zelf zo weinig terugslaan. In de afgelopen jaren zijn er zoveel aanvallen op leraren geweest, dat veel studenten wel drie keer nadenken voor ze dat beroep kiezen. Het slechte imago en lage salaris hebben geleid tot een groot lerarentekort.”
Help!
Het beroep van leraar heeft een negatief imago gekregen, de eer van de docent zou zijn aangetast, maar de leraar sloeg niet terug. Sterker, sommigen lijken de studiehuisconstructie te hebben omarmd en vertonen niet veel meer ambitie dan die van uitvoerder. Leraar Ton van Haperen, ook auteur van De ondergang van de Nederlandse leraar, schreef al in 2007 in een artikel in Trouw met de kop ‘En zo werd de leraar gesloopt’ dat hij verbijsterd was over de enthousiaste reacties van zijn tien jaar oudere collega’s. ‘Na jaren van klassikaal lesgeven in een werkomgeving waar steeds minder geld beschikbaar was en het aantal te verwerken leerlingen groeide, verschoven
Iris Pauw (37) is lerares aardrijkskunde aan het Hermann Wesselink College in Amstelveen
hun motieven van professioneel handelen naar rust. Zelfstandig lerende kinderen, daar zat hun winst.’ Op de site Collegenet vertelt een leerling uit havo 5: ‘Ik heb dit jaar voor het derde jaar dezelfde Engelse leraar. Hij kan mij de grammatica van Engels niet duidelijk genoeg uitleggen waardoor ik hier dus eigenlijk niks van begrijp. Ik heb er al heel veel mee geoefend, maar het helpt nog niet echt. Help!!’ Van der Schee: “Alles houdt natuurlijk op als de leraar niet in staat is een brug te slaan tussen de stof en de leefwereld van de leerlingen.” Monique Volman ziet zowel gemakzuchtige als gedreven leraren, ongeacht het studiehuis. “Je hebt altijd van die uitgebluste figuren die niet meer zien wie er in de klas zitten, die alles uit de boekjes doen en zich nooit vernieuwen. Maar dat zie je overal: bedrijven hebben ook slechte managers tussen de goeie.”
Docenten coachen
Monique Volman 8 | VUMAGAZINE
Joop van der Schee
Toch ziet Monique Volman een kentering. “Eindelijk is het bij de politiek doorgedrongen dat er iets aan het lerarentekort moet worden gedaan. De commissie-Dijsselbloem heeft de problemen benoemd en gelukkig is ook de pers een beetje op het onderwerp
Iris Pauw: ‘Ik geloof niet in kennisoverdracht’ “Een kwart eraf. Als je wilt dat ik pedagoog, vakspecialist, groepsdynamicus en didacticus ben, en dat ik dat in vijftig minuten uit de verf laat komen, breng dan de klassen terug van 32 naar 24. “De ideale leraar is geen Hans Kazan. Je kunt nog zo veel leren, maar er is ervaring nodig om uit te vinden wat werkt. Een starter kan nog niet ideaal zijn. Ik startte best wel goed, werd gehuldigd met schouderklopjes… kreeg ik ineens een giga ordeprobleem. Een puínhoop was het. Maar juist door die puinhoop kon ik uitproberen, bijschaven en volharden. Het ordeprobleem kwam door gebrek aan duidelijkheid: als ik niet aangeef dat kinderen niet moeten kletsen, kletsen ze. “Om de ideale leraar te worden, moet je bereid en in staat zijn om zelfs op je leukste en beste lessen kritisch terug te kijken. Ik moest het opbrengen naar mijn eigen kop terug te kijken op video. Ik heb een nogal uitgesproken mimiek. Dat was confronterend. Als ik in een situatie fronste naar een kind, bleef ik dat ook
uitgekeken. Er is weer ruimte voor nieuwe initiatieven. En die vinden ook plaats, zoals – vanuit de VU – een actie tegen het lerarentekort. De lerarenopleiding, een éénjarige voltijdopleiding na de master, wil samen met scholen in het voortgezet onderwijs leraren opleiden in zogenoemde ‘opleidingsscholen’ en ‘academische scholen’. Van der Schee: “De aankomende leraar doet bij zo’n academische school ervaring op voor de klas. Die ervaringen worden weer meegenomen naar de vakdidactiek en zo krijg je een wisselwerking tussen theorie en praktijk. In de opleiding krijg je dus heel wat mee, maar dat garandeert nog niet dat je een ideale leraar wordt.” De lerarenopleiding besteedt ook aandacht aan coaching van al zittende docenten. Senior docenten worden getraind om jonge docenten op school te begeleiden. “Het verhaal is nog niet af na de opleiding”, licht Volman toe. “Kijk, kennis kun je leren, technieken en vaardigheden kun je leren, maar hoe je met leerlingen moet omgaan, is een ander verhaal. Een beginnend docent is nog erg gericht op zichzelf: ‘Hoe kom ik over?’; later richt hij zich meer op het vak: ‘Doe ik het goed?’ Maar als opleiding wil je bereiken dat de leraar weet wie zijn leerlingen zijn: wat hebben zíj nodig?” «
nog doen naar een ander kind. Ik moest leren mijn mimiek snel om te zetten naar een andere situatie. Na tien jaar voor de klas zijn er nog steeds eyeopeners. Ik praat bijvoorbeeld te snel, soms heeft dat een ‘yes, we can!’-kracht. Maar mensen kunnen er ook door afhaken. “Wat wezenlijk is: mijn routine, mijn barometer en het contact met de klas. Ik geloof niet in kennisoverdracht, maar in iets aankweken wat kan uitbottelen. Vakkennis is onmisbaar, die heb ik nodig om leerprocessen te stimuleren en te sturen. Hoe maak ik van keileem in Drenthe een aantrekkelijk onderwerp voor Amstelveense meiden die – sorry voor de stereotypering – erg op uiterlijk zijn? Als het me lukt voor hen een punt van aansluiting te vinden, en als zij dan vragen gaan stellen, vind ik dat echt leuk. “De ideale leraar wordt niet altijd herkend. Zelf hoef ik niet op te vallen, ik hoef geen leraar van het jaar te worden. Liever ben ik een onopvallend, betrouwbaar baken. Op zijn tijd ‘bedankt, juf’ vind ik goed genoeg.” (PBo)
Actie tegen lerarentekort De VU leidt op dit moment honderd eerstegraads en vijfhonderd tweedegraads docenten op. Om iets te doen aan het groeiende lerarentekort – in 2015 landelijk begroot op bijna 50.000 (!) – wil de VU die aantallen vóór die tijd verdubbelen. Met zeven collega’s van VU, Hogeschool Inholland, Christelijke Hogeschool Windesheim en de Hogeschool Ipabo schreef hoogleraar Jos Beishuizen van het Onderwijscentrum VU: Hoe beter hoe meer: voorstellen voor een bijdrage aan de bestrijding van het lerarentekort. Voor de korte termijn lanceren de initiatiefnemers onder meer het idee van de minor educatie, een opleiding van een half jaar, inclusief stage, voor bachelorstudenten, waarmee derderjaars bachelorstudenten alvast kunnen lesgeven in de onderbouw van havo en vwo, en in het vmbo-tl (de vroegere mavo). Kwantitatieve maatregelen alléén zijn niet voldoende om het lerarentekort op te heffen, meent Beishuizen. “Een goede leraar voor de klas is de beste pr voor het beroep, en daarmee voor nieuwe aanwas.” De opleidingsscholen hebben volgens hem een kwaliteitsimpuls nodig. “Op bestaande stagescholen is het uitgangspunt vaak: ‘Wij doen het hier op school zo, dus volg die koers maar. Klaar.’ Maar waar leer je
vooral van? Van uitproberen en experimenteren. Daarom willen we academische opleidingsscholen – hoog kwalitatieve stagescholen in het voortgezet onderwijs – met ruimte voor onderwijsvernieuwing en onderzoek.” Hoe beter hoe meer is niet door iedereen juichend ontvangen. Sommige critici voeren aan dat de nieuwe bachelorleraren zowel vakinhoudelijk als ook didactisch onvoldoende uitgerust zijn om voor de klas te staan. Onterecht, vindt Beishuizen. “De vakinhoud wordt bepaald door de faculteit. Als die zegt dat het kan, kan het. En de educatieve minor maakt het mogelijk al vroegtijdig te beginnen met het ontwikkelen van een didactische bekwaamheid. Zie het als snuffelen aan het beroep. Als dat een succes is, kan de student aansluitend alsnog zijn tweede- en eerstegraads bevoegdheid halen.” (AM)
VUMAGAZINE | 9
ACTUEEL De VU gaat als eerste landelijke universiteit de Taaltoets invoeren. De pilot liet al zien dat ook veel autochtone studenten een bijspijkercursus kunnen gebruiken. PETER BREEDVELD
VU stelt taaltoets verplicht V
an de 3550 eerstejaars VU-studenten die aan het begin van dit studiejaar de Taaltoets hebben gedaan, heeft 13,8 procent een taalprobleem, concludeert de Stuurgroep Taalbeleid in de eindrapportage van de toets. Letterenstudenten beheersen de Nederlandse taal gemiddeld het best, gevolgd door studenten Wijsbegeerte. De faculteiten Tandheelkunde, Sociale wetenschappen, Rechten en Economische wetenschappen en bedrijfskunde hebben de meeste studenten met taalproblemen. Die studenten zijn op bijspijkercursus gestuurd.
M&C-VU/YVONNE COMPIER
Allochtonen
Eline van Straalen van het Taalcentrum-VU, dat de toets ontwikkelde 10 | V U M A G A Z I N E
Vijfendertig procent van de eerstejaars met een niet-Nederlandse taalachtergrond heeft slecht gescoord bij de Taaltoets 2008/2009. Bij de autochtonen is dit tien procent. Dat blijkt uit de rapportage van de Stuurgroep Taalbeleid. Toch zegt Eline van Straalen van het Taalcentrum-VU dat de taalproblemen niet specifiek allochtoon zijn. “Van de studenten die slecht scoren, is iets minder dan de helft autochtoon. Maar we willen er zeker niet omheen draaien: een groot deel van de allochtone studenten scoort slecht.” Die uitslag heeft nog niet geleid tot specifiek op allochtonen gerichte maatregelen, maar Van Straalen sluit niet uit dat dat nog komt. Dat hangt af van de evaluatie van de bijspijkercursussen die nu worden gegeven aan studenten met taalproblemen. Studenten met een andere taalachtergrond maken specifieke fouten, bijvoorbeeld bij het gebruik van lidwoorden, de woordvolgorde en voorzetsels. “Het is ons wel opgevallen dat mensen met een andere taalachtergrond de spellings- en grammaticaregels vaak beter paraat hebben dan mensen die met Nederlands zijn opgegroeid”, aldus Van Straalen. “Dat komt doordat ze vaak recent nog taalonderwijs hebben gevolgd.”
In gesprek met de scholen
De VU gaat alle middelbare scholen die het afgelopen jaar meer dan tien eerstejaars hebben ‘geleverd’, een verslag sturen van de Taaltoets met de daarbij gesignaleerde problemen. Ook ontvangen de scholen met de slechtste scores een uitnodiging voor een gesprek ter
M&C-VU/PETER VALCKX
Oktober 2008. Het Taalcentrum-VU neemt een taaltoets af bij 3550 eerstejaars studenten. Met ingang van het komende studiejaar wordt deze toets verplicht voor alle eerstejaars van de Vrije Universiteit.
Toetsvoorbeelden verbetering van de resultaten. De taaltoets was het afgelopen jaar formeel nog niet verplicht, maar de faculteiten hebben hun tentamenreglement nu zo aangepast dat er komend jaar geen twijfel kan bestaan over de vrijblijvendheid van de toets: die is er niet. De toets voor komend jaar zal niet noemenswaard veranderen. “We blijven natuurlijk doorgaan met de ontwikkeling van de toets. De vragen uit de vorige toets die door verschillende kranten zijn gepubliceerd, worden vervangen”, zegt Van Straalen. De VU heeft een landelijke trend gezet met haar Taaltoets. De andere universiteiten volgen nu ook. “De Pabo’s waren het eerst”, aldus Van Straalen, “maar de VU heeft het als eerste universiteit zo grootschalig en universiteitsbreed aangepakt.” « Zie ook taalcentrum-vu.nl/taalbeleid
Selecteer het juiste woord: ‘Wegens instortingsgevaar moest het pand onmiddellijk/onmiddelijk ontruimd worden.’ Vul de juiste werkwoordsvorm in: ‘Er wordt volgende week besloten of een van de meest [haten] belastingen verdwijnt. Door welk woord zou je het onderstreepte woord in de volgende zin kunnen vervangen? ‘Door ambigu woordgebruik is deze tekst moeilijk te begrijpen.’ Vul het juiste voorzetsel in: ‘In de 14e eeuw bezweek een derde van alle Europeanen ... de pest.’
«
V U M A G A Z I N E | 11
DE EERSTE 100 DAGEN SCHRIJVER OP LOCATIE Auteur Christine Otten, voor een jaar aangesteld bij de VU, is de hele dag op zoek naar verhalen en kan haar lol niet op: “Er is een snoepwinkel voor me opengegaan, zoveel deuren om open te doen.” PETRA BOLTEN FOTO: M&C-VU/PETER VALCKX
Is het niet gek om als schrijver ineens elfhoog te zitten op een kamer in een lange faculteitsgang? “In het begin voelde ik wel lichte paniek. De vorige schrijver op locatie, Marcel Möring, had me ingeprent: ‘Maak structuur.’ Dus ik dacht: Ik moet een soort structuur maken en nee durven zeggen. Maar het gaat heel anders: er is een snoepwinkel voor me open gegaan, zoveel deuren om open te doen. De kamer is prettig voor afspraken, verder ben ik er niet veel. Meestal dwaal ik rond. De VU is zo groot, je voelt jezelf een schelp op de grond.” Wat zoekt u tijdens uw dwaaltochten? “Verhalen. Op dit moment breng ik veel tijd door in VU medisch centrum. Daar ben ik in gesprek geraakt met psychiaters en een neurobioloog. Ik ga een kerstverhaal schrijven waarin mijn hoofdpersoon op een van hen is gebaseerd. Het verhaal speelt deels in VU medisch centrum en deels in de wereld van daklozen. Ik heb me ook aangemeld als proefpersoon voor een hersenonderzoek in de MRI-scan: ik vind het leuk om te weten hoe hersenen werken.” Opgetogen: “En ik mag misschien bij een snijpracticum zijn als er hersenen uit een lijk worden gesneden.” En welke verhalen brengen de psychiaters u? “Ze vertellen over aandoeningen. Niet zozeer die van hun patiënten, maar zij vertellen over zichzelf, zij kennen ook depressies, angsten. In die gesprekken gaat het over existentiële vragen: wat maakt de mens tot mens? Wat als een aandoening tot een karakterverandering leidt, wat doet dat met je als mens?” Zit er een kerstgedachte in uw verhaal? “Ik ben zelf niet religieus opgevoed, maar 12 | V U M A G A Z I N E
vorige week heb ik wel een gastcollege gegeven over engagement. Mijn kritische, linkse houding is heel ethisch. Dat is een religieus gevoel. Het is een kerstverhaal in de zin dat je er een goed gevoel van krijgt, zonder truttigheid.” Hoe legt u contacten met de studenten? “Mijn aanpak is heel persoonlijk. Ik vraag rond wie interessant zou kunnen zijn. Het gaat vaak via via. Dan bel ik ze op.” En iedereen reageert direct enthousiast? “Ja, misschien omdat ik geen taboes heb. Ik benader ze eerlijk, stel geen suggestieve vragen, heb geen waardeoordelen. Ik heb met Pakistaanse, Turkse en Marokkaanse studenten een even open contact als met andere studenten.” Wat zijn dat voor mensen: studenten? Hoe kunnen ze figureren in uw verhalen? “Ik wil misschien een verhaal schrijven over opvoeding. Het is me opgevallen dat veel studenten moeilijkheden hebben met hun ouders. Misschien is er in deze tijd sprake van een opvoedingscrisis. Ik heb studenten ontmoet die slimmer zijn dan hun ouders en ze helemaal zijn ontgroeid, studenten met overspannen ouders of met veel te veel bagage. Veel ouders, ook vrije ouders van mijn eigen generatie – opgegroeid in de jaren zeventig – weten het niet meer. Ik herken veel van die verhalen: ik heb zelf een zoon van negentien en een dochter van dertien en ik vind het ook heel moeilijk: regels stellen en ze ook nog zien af te dwingen in een tijd waarin kinderen zoveel kansen hebben – iedereen gaat tegenwoordig op bijles – en waarin tegelijkertijd drank en drugs zo toegankelijk zijn.” Een universiteit is een leerschool. Doet u
‘Het is me opgevallen dat veel studenten moeilijkheden hebben met hun ouders’
hier zelf ook nog nieuwe kennis op? “Ik gaf een gastcollege over engagement in mijn werk. Ik vertelde waar ik van hield: klassieke vormen, associaties, dat alles materiaal voor een verhaal kan zijn. Door de vragen van studenten uit de zaal leerde ik dat zij mij post-modern vonden. Dat was iets nieuws voor mij, heel interessant.” U gaat binnenkort met studenten schrijvers aan huis bezoeken. Hoe selecteerde u ze? “Ze moesten vooral communicatief zijn en iets interessants voor studenten te vertellen
VAN CHRISTINE OTTEN
hebben. Toen kwam ik uit bij Herman Koch, Ramsey Nasr, Mensje van Keulen en Oek de Jong. Ik heb ze allemaal zelf ontmoet, dat maakt de toegang gemakkelijker. Met Herman Koch en Mensje van Keulen ben ik bevriend.” Wat zit er nog meer in het vat? “In oktober geef ik in de Griffioen een schrijfcursus van vijf avonden en in november organiseer ik een soulshow met live musici en de voordracht van gedichten. Verder blijf ik verhalen verzamelen en blog-
gen op de sites van Letteren en Ad Valvas.”
m boekenlijst
Wat vond u tot nu toe het meest bijzondere aan uw schrijverschap op locatie? “Je hebt toegang tot mensen met wie je anders niet zo gemakkelijk in gesprek komt. Ik kan ze nu van binnenuit benaderen. De meest bijzondere momenten zijn gesprekken waarin iets gebeurt, waarin mensen je in vertrouwen nemen of wanneer je zelf iets kan overgeven aan een ander.” Ze zwijgt even en zegt dan: “Als het afgelopen is hier, zal ik het misschien missen.” «
1995 Debuut: Blauw Metaal l 1998 Lente van Glas l 2006 De laatste Dichters l 2008 Als Casablanca l Verwacht: In Wonderland l vanaf 1 februari 2009 is Christine Otten (1961) voor een jaar op de VU aangesteld als derde ‘schrijver op locatie’. De eerste twee waren Abdelkader Benali en Marcel Möring. Otten heeft ‘verhalen vertellen’ als motto voor deze taak gekozen. Ze schrijft het VU-kerstgeschenk 2009 en organiseert activiteiten voor studenten. V U M A G A Z I N E | 13
THERAPIE OP OF OP ONDERZOEK De coach lijkt de face-to-face therapeut te verdringen, zoals internet de divan. En volgens Pim Cuijpers, hoogleraar Klinische psychologie, is zelfs de coach straks niet meer nodig. ANITA MUSSCHE ILLUSTRATIE: GREET EGBERS 14 | V U M A G A Z I N E
V
eel mensen willen niet naar een therapeut, maar ’s avonds achter de computer een huiswerkopdracht maken, doen ze wel. “Met internettherapie kun je een groep cliënten bereiken die anders met klachten zou blijven doorlopen”, zegt hoogleraar Klinische Psychologie Pim Cuijpers van de VU. Volgens hem hebben 1,4 miljoen mensen in Nederland het afgelopen jaar te maken gehad met een depressie of angststoornis. Veertig procent van de mensen met een depressie wordt nooit behandeld, bij angststoornissen ligt dat percentage nog hoger. Cuijpers ziet in therapie via internet een mogelijkheid om veel meer van deze mensen te bereiken. Zijn onderzoeksgroep is internationaal een belangrijke speler in het onderzoek naar internettherapie. Door de anonimiteit van de therapie durven veel meer mensen deze vorm van hulp te zoeken. En daarbij helpen ze zichzelf.
INTERNET >dagboek 1
Ik klik op de datum van vandaag in het stemmingsdagboek, een vast en belangrijk onderdeel van de internetcursus Kleur je leven. Ik geef dagelijks mijn stemming aan op een schaal van 1 tot 10. Sinds gisteren, na de aanvaring met mijn vriend (een 4), is die aanzienlijk verbeterd. Vooruit, een 8. In een tekstvak beschrijf ik mijn ‘stemmingsverbeterende moment’ van vandaag: die kop koffie op het terras met mijn beste vriendin deed goed. Ik geef het een 9. Het ‘stemmingsverslechterende moment’ wordt de ontspoorde fietsketting met bijbehorende zwarte handen. Ik vul in welke plezierige activiteiten ik heb ondernomen. Het programma biedt me daarvoor – heel optimistisch – wel tien genummerde regels. De prettig neutrale mannenstem van het programma heeft me uitgelegd dat ik mij beter ga voelen als ik leuke dingen doe. 1. de kop koffie, 2. een klein shop-momentje, 3. lekker de krant gelezen, 4. mijn koor vanavond. Vier plezierige activiteiten. Geen slechte score denk ik zo.
Cuijpers stond aan de wieg van Kleur je leven, een internetcursus van het Trimbos-instituut voor mensen met een lichte depressie, gebaseerd op de cognitieve therapievorm. De cursus, die acht wekelijkse lessen en een opfrisles inhoudt, behandelt elke week een ander thema. Voorbeelden van thema’s zijn: denken & voelen, communiceren en assertiviteit. De laatste lessen gaan over de toekomst. De cliënt kan de cursus helemaal zelfstandig volgen en afronden. Op een forum kan hij in contact komen met andere cursisten. Vorig jaar volgden drieduizend mensen de cursus al.
Exit therapeut
Zelfhulp is niet nieuw: zelfhulpboeken bestaan al dertig jaar en onderzoek heeft aangetoond dat ze effectief kunnen zijn bij lichtere vormen van depressies en angststoornissen. Door het systematisch » V U M A G A Z I N E | 15
Alles onder controle
Op de VU richt het onderzoek naar internettherapie zich geheel op depressies, fobieën en paniekstoornissen. Bij depressies wordt vaak cognitieve therapie ingezet, de therapievorm die ervan uitgaat dat denken invloed heeft op het gevoelsleven. Bij het VU-onderzoek krijgt de helft van de proefpersonen internettherapie, de andere helft fungeert als controlegroep en moet met therapie wachten tot het onderzoek is afgelopen. Beide groepen vullen vragenlijsten in over hun stemmingen. Cuijpers: “Het typische patroon is dat veel mensen na internettherapie meteen een heel sterke verbetering ervaren en daarna stabiel blijven. Dat meten we over langere tijd. 16 | V U M A G A Z I N E
M&C-VU/PETER SMITH
beantwoorden van vragen en uitvoeren van huiswerkopdrachten, blijken veel mensen in staat op eigen houtje van hun klachten af te komen. Volgens Cuijpers vinden veel patiënten het prettig om zelf de leiding te houden over de behandeling. De ontwikkeling van zelfhulpprogramma’s via internet is pas iets van de laatste vijf jaar. De rol van de psychotherapeut daarbij lijkt steeds kleiner te worden. “Aanvankelijk dachten we dat je niet zonder de therapeutische relatie met een psycholoog kon, maar een cliënt blijkt het prima af te kunnen met een coach”, zegt Cuijpers. De coach controleert of de cliënt zijn huiswerk maakt, en of hij de opdrachten goed heeft begrepen, inhoudelijk gaat hij nergens op in. Het hele contact tussen coach en cliënt verloopt via e-mail en neemt in totaal niet meer dan anderhalf uur in beslag. Vergeleken met de vele sessie-uren die je al gauw bij een psychotherapeut kwijt bent, kan internettherapie zo een forse besparing opleveren. Cuijpers benadrukt dat internettherapie overigens niet geschikt is voor mensen die suïcidaal zijn, aan zware depressies leiden of te veel problemen tegelijkertijd hebben. “Heeft iemand naast een depressie bijvoorbeeld ook te maken met een echtscheiding of met een alcoholprobleem, dan kan persoonlijke hulp bij een GGZ-instelling een betere oplossing zijn.” Klinisch psycholoog Pim Cuijpers
Ook met veel mensen in de controlegroep gaat het, zonder therapie, daarna blijvend beter, maar de verbetering is minder groot dan in de behandelde groep.” Onderzoekers doen hun voordeel met de grote aantallen proefpersonen die internet oplevert: “Dat maakt de conclusies betrouwbaarder en zo kunnen we therapieën beter afstemmen op specifieke groepen.” Cuijpers verwacht daar veel van. Zo loopt er een onderzoek
tegen depressie bij mensen met MS of kanker, en een tegen depressie bij mensen met een Turkse achtergrond. Ook ontwikkelde de VU de internettherapie Alles onder Controle, waarvan onlangs ook een versie voor tieners werd gelanceerd. Deze versie leert jongeren met sombere en angstige gevoelens hoe ze hun stemming positief kunnen beïnvloeden. “Jongeren zijn weinig geneigd hulp te zoeken, maar ze zijn heel handig met internet. Voor die doelgroep is internettherapie ideaal”, zegt Cuijpers. Echt opgetogen is Cuijpers over een nieuwe internettherapie via de mobiele telefoon, die zijn groep met de afdeling Kunstmatige intelligentie van de VU ontwikkelt. De therapie gebruikt eenzelfde vaardigheid als Kleur je leven. Om je depressie te bestrijden word je gestimuleerd om dingen te doen waaraan je plezier beleeft of aan beleefde voordat je depressief werd. Die dingen plaats je in een weekschema, waardoor je elke dag iets positiefs meemaakt. Het nieuwe element is een softwareprogrammaatje op je mobiele telefoon dat feedback levert. In het programma voer je een weekschema in en houd je de vragenlijst bij. De feedback bestaat uit vragen als: ‘Je zou gaan wandelen. Is dat gelukt?’ En: ‘Was het zo leuk als je verwacht had?’. Cuijpers: “De coach die nu nog bij internettherapie wordt gebruikt, is straks misschien niet eens meer nodig: je mobiele telefoon wordt je coach. Het is de eerste stap naar een virtuele therapeut. Dat is natuurlijk fascinerend!”
m www > allesondercontrole.nu (Klinische psychologie VU zoekt nog proefpersonen onder adolescenten) > kleurjeleven.nl > trimbos.nl Afdeling Klinische Psychologie van de VU participeert in het Interdisciplinair instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg van de VU, EMGO+, en werkt intensief samen met het Trimbos-instituut in Utrecht. De dertig onderzoekers in dat samenwerkingsverband vormen veruit de grootste onderzoeksgroep in de wereld op het gebied van internettherapie voor psychische problemen. De afdeling van Pim Cuijpers doet onderzoek. Het Trimbos-instituut zet onderzoek om in pilots van internetprogramma’s, die op de site van het instituut komen te staan.
>dagboek 2
Het automatisch gegenereerde staafdiagram in mijn stemmingsdagboek laat zien hoe het deze week met mij ging. De gele balkjes voor mijn stemming en de oranje voor mijn plezierige activiteiten blijken inderdaad, ook tijdens de dip van woensdag, duidelijk samen te hangen. Met mijn vriend is het allang weer goed, en depressief ben ik eigenlijk niet. Maar mijn stemming lijkt opeens beheersbaar. En daar word ik helemaal vrolijk van. « V U M A G A Z I N E | 17
DE ALUMNUS
Moedercoach Esther van Diepen
‘Het kan zomaar zijn dat ze toch blijft werken’ FLOOR BAL FOTO: PETER STRELITSKI
V
rouwen die een baan met kinderen combineren, hebben een grotere kans dan mannen om in de WAO te belanden, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Planbureau in 2007. Ook hebben hoogopgeleide, werkende vrouwen meer last van stress. Niet verbazingwekkend, vindt coach Esther Van Diepen. “Er is al veel onderzoek naar de combinatie kinderen en baan gedaan en daaruit blijkt dat het pittig is. De eerste jaren met kleine kinderen zijn tropenjaren.” Om te voorkomen dat deze vrouwen ziek worden of zelfs stoppen met werken, ontwikkelde Van Diepen een dienstenpakket voor bedrijven. Haar Mom in balance-programma is een combinatie van beleid, coaching en sport. De voormalige topsportster, ze deed aan schaatsen en wielrennen, bracht zo haar kennis uit haar studie Cultuur, Organisatie en Management en haar coachingsopleiding bij elkaar. Tachtig procent van de vrouwen met wie zij werkt, is hoogopgeleid. “Waarschijnlijk komt dat doordat deze vrouwen eerder tegen problemen aan lopen. Het moederschap is moeilijker te combineren met een baan van vier of vijf dagen dan met een functie van twee dagen.” Waarschijnlijk werpen de kosten van de coaching ook een drempel op: “Een sessie kost gemiddeld zeventig euro, de meeste vrouwen komen een keer of zes.”
Ingezakte motivatie
Werkgevers kunnen veel doen om moeders gemotiveerd te houden, vindt Van Diepen. “Ze hebben jarenlang in zo’n vrouw geïnvesteerd, maar zodra ze zwanger is, wordt er nergens over gepraat.” 18 | V U M A G A Z I N E
Juist de moeders met wie Van Diepen werkt, durven ondanks hun goede banen vanwege de bedrijfscultuur niet altijd over hun wensen te beginnen. Begin dit jaar liet Van Diepen VU-studenten Business Administration uitzoeken of het bedrijfsleven behoefte had aan haar dienstenpakket. De studenten onderzochten de situatie bij vier grote bedrijven. Uit het onderzoek bleek dat veel vrouwen na hun zwangerschapsverlof minder gemotiveerd zijn dan daarvoor. Ook bleek dat bedrijven inderdaad interesse hebben in het dienstenpakket. Van Diepen zet voor hen de afspraken en regelingen die er voor werknemers die zwanger of moeder zijn, op papier. Daardoor hoeven deze vrouwelijke werknemers niet alles zelf uit te vinden. “Het is gewoon fijn als je weet wat er op het gebied van kinderopvang is en of het bedrijf meer biedt dan het wettelijke minimum aan ouderschapsverlof. Dan kan het zomaar zijn dat een vrouw die van plan was minder te gaan werken, toch meer uren blijft werken.” De bedrijven die Van Diepen inhuren kunnen deze werknemers ook coaching en sporttrainingen aanbieden. De aanzet tot haar Mom in balance-programma ontstond in de tijd dat Van Diepen in New York woonde. Omdat ze geen werkvergunning had, volgde ze een coachingsopleiding aan de New York University. Daar leerde ze het Wheel of lifeprogramma kennen, waarin de coach niet alleen naar het werk, maar naar alle aspecten van het leven van een persoon kijkt. Daarnaast gaf zij trainingen voor zwangere vrouwen en moeders in Central Park. Veel van de vrouwen die ze sprak, vonden het combineren van kinderen met een drukke baan moeilijk. Van Diepen ontdekte dat veel vrouwen tijdens
Esther van Diepen, tweede van rechts: ‘Je moet je lichamelijk goed voelen. Anders heb je de fut gewoon niet’
CV 1977 Geboren in Grootebroek | 1992-1994 Deelname aan verschillende NK’s junioren schaatsen en wielrennen | 1998 HBO-verpleegkunde | 1998-2001 Verpleegkundige bij Amsterdam Thuiszorg | 2001 Master Cultuur, Organisatie en Management (VU) | 2001-2004 Manager bij Amsterdam Thuiszorg | 2005 Verhuizing naar New York | 2007 Coachingsopleiding New York University | 2007 Oprichting Mom in Balance, New York | 2008 Terugkomst uit New York en oprichting Mom in Balance in Nederland
hun zwangerschapsverlof anders gingen denken over hun carrière. “Vaak waren ze direct na hun studie gaan werken en daarna in hun carrière gewoon doorgerold. Tijdens hun verlof hadden ze tijd om te bedenken wat ze echt wilden.” Om de vrouwen daarbij te helpen, paste Van Diepen het programma aan voor de doelgroep. “Vaak vraagt een vrouw hulp omdat ze vastloopt in haar werk, maar al snel blijkt dan dat ook het privéleven, zoals de relatie met de partner, en de balans tussen zorgen voor kinderen en tijd voor jezelf, belangrijk zijn.” Zo ontdekte een van de vrouwen dat ze haar zware baan weer kon opbrengen toen ze haar verwaarloosde hobby opnieuw oppakte. “In plaats van ’s avonds op de bank te hangen, ging
ze schilderen. Daar haalt ze een hoop energie uit.” Ook sporten neemt een belangrijke plaats in het bedrijf van Van Diepen in. De trainingen die ze eerder in Central Park gaf, vinden nu plaats in Amsterdam en Haarlem. In het najaar gaat ze uitbreiden naar Utrecht en Den Haag. Volgens Van Diepen is sporten speciaal belangrijk voor jonge moeders die hun leven willen omgooien. “Juist wanneer je zo’n verandering wilt inzetten, moet je je lichamelijk goed voelen. Anders heb je de fut gewoon niet.” Geen enkele vrouw is na coaching gestopt met werken, hoewel sommigen dat daarvoor wel van plan waren. Van Diepen: “Door erachter te komen wat je echt graag wilt, komt meestal het plezier in het werk terug.” « V U M A G A Z I N E | 19
NOVA
Update[campus] Nieuwe decaan FSW Anton Hemerijck wordt per 1 september de nieuwe decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen. Hij wordt tegelijkertijd benoemd tot hoogleraar institutionele beleidsanalyse. Hemerijck is nu directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar vergelijkende analyse van de Europese verzorgingsstaat aan de Erasmus Universiteit. Hij volgt de huidige decaan Bert Klandermans op, die in september met emeritaat gaat. (FB)
Hortus toch weg Cloetingh lid ERC VU-hoogleraar Tektoniek, Sierd Cloetingh, is toegetreden tot de Scientific Council van de European Research Council (ERC). Hij is daarmee de enige Nederlander in deze wetenschappelijke raad, die de strategie bepaalt
van de ERC, het subsidieorgaan van de EU. Cloetingh doet onderzoek naar tektoniek: de verbinding tussen de diepe aarde en dat wat we aan het oppervlak zien. Met Cloetingh komt de raad op 22 leden. (PBo)
Prijs voor Boomsma Hoogleraar biologische psychologie Dorret Boomsma krijgt de Dr. Hendrik Muller Prijs van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Op 1 juli ontvangt ze een bedrag van 25.000 euro, omdat ze Nederland op de kaart heeft gezet op het gebied van onderzoek naar gedragsgenetica en tweelingstudies. De prijs voor gedrags- en maatschappijwetenschappen wordt tweejaarlijks uitgereikt. (FB)
De plannen om de hortus op te heffen zijn op veel weerstand gestuit. VU-collegevoorzitter René Smit ontving de afgelopen tijd honderden e-mails van tegenstanders van de sluiting, onder wie veel buurtbewoners. In een reactie zegt Smit: “De hortus zoals we die veertig jaar gedreven hebben, komt niet terug.” Maar dat betekent volgens hem niet dat de VU het voortaan zonder groen moet stellen. “Het college laat binnenkort een onderzoek uitvoeren naar de verschillende functies die de hortus heeft en wat we daarmee in de nieuwbouw kunnen. In het plan van onze stedenbouwkundige ingenieurs is daar ook ruimte voor. We moeten nog bedenken hoe we die plekken gaan invullen. Alleen een grasveldje met een iep erop, is niet voldoende. Zo heeft het VUmc bijvoorbeeld het plan om een zorgtuin aan te leggen.” Smit ziet de mailtjes niet als weerstand. “Het is een aanmoediging om van de nieuwe campus een mooie plek te maken.” (FB)
Van Grondelle vrijgesteld M&C-VU/PETER SMITH
Wouter Bos was de hoofdgast in Nova College Tour, dat plaatsvond op 11 mei in cultuurcentrum Griffioen van de VU. Bos noemde het bij die gelegenheid ‘volstrekt ondenkbaar’ dat zijn partij met de PVV zou regeren. De uitzending is te zien op vu.nl/vumagazine.
voor VUmc VU medisch centrum heeft van Stichting Kind en Ziekenhuis twee Smiley’s gekregen. VUmc ontvangt de Smiley’s omdat het voldoet aan de criteria die Kind en Ziekenhuis stelt aan de zorg op de kinderafdelingen en aan de zorg voor kinderen in dagbehandeling. Zo kunnen ouders aanwezig zijn bij de inleiding van en het ontwaken uit de narcose van hun kind. In slechts drie van de acht academische ziekenhuizen is dit voor ouders van patiëntjes in alle leeftijdscategorieën mogelijk. In VUmc worden kinderen die een operatie in dagbehandeling ondergaan altijd verpleegd door kinderverpleegkundigen. John Roord, hoofd kindergeneeskunde, is blij met de toekenning. “Opname van een kind is altijd een enorme belasting voor kind en ouders. Het toekennen van de Smiley’s steunt ons in de gedachte dat we al het mogelijke doen om het verblijf in ons ziekenhuis voor kind en ouders zo goed mogelijk te laten verlopen.” (PBo) 20 | V U M A G A Z I N E
Hoogleraar biofysica Rienk van Grondelle (1949) is benoemd tot Akademiehoogleraar door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Hij krijgt een miljoen euro om vijf jaar lang te kunnen doen wat hij zelf belangrijk vindt voor de ontwikkeling van de wetenschap. “De onderzoeksgroep van Van Grondelle behoort tot een van de belangrijkste ter wereld op zijn vakgebied”, stelde KNAW-voorzitter Robbert Dijkgraaf woensdag 15 april bij de huldiging van Van Grondelle in het Laserlab van de VU. Van Grondelle benadrukte dat hij graag interdisciplinair samenwerkt om relevante problemen op te lossen. (DdH)
Geld voor protestonderzoek Er is geld vrijgemaakt voor een groot Europees onderzoek naar demonstraties. Bert Klandermans en Jacquelien van Stekelenburg van de faculteit Sociale Wetenschappen krijgen hiervoor een subsidie van bijna twee miljoen euro van de European Scien-
ce Foundation. De twee onderzoekers gaan samenwerken met collega-onderzoekers in België, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. In hun onderzoek gaan ze demonstraties in de verschillende landen vergelijken en analyseren. (DdH)
M&C-VU/ADRIENNE NORMAN
Baptisten naar de VU De kerkelijke opleiding van de baptisten stapt over van de Universiteit Utrecht naar de VU. “De VU is voor ons steeds aantrekkelijker geworden”, zegt Teun van der Leer, rector van het baptistenseminarium. “Er is aan de theologische faculteit een breed scala aan kerkelijke stromingen vertegenwoordigd, en bovendien hanteert de VU de simplex ordo, wat betekent dat
studenten er de theologische én de kerkelijke opleiding kunnen doen.” De baptisten werkten al samen met de VU aan een Engelstalige master evangelische theologie. “We hebben dertig jaar uitstekend samengewerkt met Utrecht”, aldus Van der Leer, “maar de theologische faculteit is daar opgegaan in Geesteswetenschappen en de band met de kerk werd steeds losser.” (PBr)
MARIJN ALDERS
Echo Award Student international business administration Omid Majidpour won 1 april de Echo Award voor meest excellente allochtone student van Nederland. De Koerdisch-Iraanse student kreeg deze prijs voor zijn inspanningen voor minderheden in de samenleving én voor zijn uitmuntende studieresultaten. (PBo)
Het brein interdisciplinair Op 3 april werd Neuroscience Campus Amsterdam geopend. Binnen dit nieuwe onderzoeksinstituut werken wetenschappers uit allerlei disciplines samen aan hersen- en zenuwonderzoek. De onderzoekers komen zowel van de VU als van het VU medisch centrum. Ook het Alzheimercentrum VUmc en het Multiple Sclerose Centrum van het VUmc zijn bij het initiatief betrokken, evenals de GGZ inGeestkliniek. De campusbrede integratie van neurowetenschappers is uniek in Nederland. De missie is de bestudering van mechanismen die ten grondslag liggen aan hersenziekten, zoals neuropsychiatrische afwijkingen, dementie en wittestofziekten. De onderzoekers willen vanuit een systeembiologische benadering van het brein het bewijs leveren voor radicaal nieuwe benaderingen in de vroege diagnose van hersenziekten. Met het doorgronden van die onderliggende mechanismen trachten de onderzoekers ook nieuwe perspectieven voor behandeling te bieden. (PBo) Zie ook: neurosciencecampus-amsterdam.nl.
Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, gaf op 7 mei aan de VU een gastcollege over de beperktheid van onafhankelijk onderzoek bij een calamiteit.
VU/UvA bundelen bèta De VU en de Universiteit van Amsterdam (UvA) gaan hun bètaopleidingen op masterniveau bundelen. Daartoe richten zij de Amsterdam Graduate School of Science (AGSS) op. De AGSS wordt ook verantwoordelijk voor het opleidingsdeel van de bèta-promovendi op beide instellingen. De VU en UvA hebben Willem J. Stiekema benoemd tot kwartiermaker om de start van de gezamenlijke graduate school voor te bereiden. (PBo) V U M A G A Z I N E | 21
M&C-VU/PETER VALCKX
DE STELLING Als mensen de risico’s van ziekte en preventie niet goed kennen, kan grote onrust ontstaan. Gezondheidsvoorlichting moet volgens Daniëlle Timmermans exact worden.
Daniëlle Timmermans (1958) werd vorig jaar benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Participatie van patiënten en burgers bij gezondheidsbeslissingen’ op de Hannie van Leeuwen-leerstoel aan de VU.
Informatie over gezondheid schiet haar doel voorbij
“
De voorlichting bij de hpv-prik tegen baarmoederhalskanker is veelzeggend. De folder is niet informatief, en roept veel vragen op. De gevolgen zijn negatief. Ontoereikende informatie of informatie die niet aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep, wakkert onrust aan. Vaccinaties tegen besmettelijke ziektes kunnen heftige reacties oproepen. Na een publicatie dat autisme een gevolg kan zijn van de vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond, daalde de vaccinatiegraad in Engeland dramatisch. De onduidelijke voorlichting bij de hpv-prik was koren op de molen van de Vereniging Kritisch Prikken: die hoefde het al smeulende vuurtje alleen nog verder op te stoken. Op internet gingen vreselijke verhalen rond, waardoor meisjes na de eerste prik massaal gingen twijfelen. Het opkomstpercentage voor de tweede prik daalde sterk en viel terug tot onder de vijftig procent. De enge verhalen op internet hadden onder
22 | V U M A G A Z I N E
meer te maken met de onzekere risico’s over effectiviteit en veiligheid. De campagne had daarop moeten inspelen. Mensen vinden kanker eng, maar nieuwe vaccins ook. Voorlichters realiseren zich onvoldoende dat verbale labels als ‘soms’ of ‘zelden’ heel verschillend worden verstaan. Daarom is kwantitatieve informatie over risico’s van belang. Daarbij moet je op twee dingen letten. Iedereen heeft een andere risicoperceptie, dus als je zegt dat er een risico op bijwerkingen zelden voorkomt, denkt de een aan 1 op de 1.000.000 en de ander aan 1 op de 100. Zulke informatie is te vaag en wekt weinig vertrouwen. Daarnaast speelt nog iets anders. Mensen reageren ook emotioneel op risico’s. Of je nu zegt dat er een risico op kanker is van 1 op 10 of 1 op 1000, dat verandert niets aan de emotionele lading die de angst voor kanker oproept. Toch betekent dit niet dat je getallen moet weglaten. Wel dat je de getallen zo eenvoudig
mogelijk moet geven én dat je moet zorgen dat de getallen exact zijn. Experts zeiden dat bij de hpv-prik bijwerkingen niet zijn uit te sluiten. Maar zij verzuimden daarbij de onzekerheden over de risico’s goed te communiceren. Dan wakker je alleen onrust aan. Natuurlijk is het hun taak de waarheid te vertellen, maar het had anders gemoeten. Hoe? Door bijvoorbeeld te zeggen dat alle meldingen van bijwerkingen van vaccinaties worden bijgehouden. Dat we daarom uit onderzoek weten dat de kans op bijwerkingen zeer minimaal is. En dat onderbouwen met exacte percentages. Exacte getallen wekken vertrouwen. Op basis van de toegestuurde informatie rond de hpv-prik kunnen pubers géén goede beslissing nemen. En ouders ook niet. m reageren? Mail naar vumagazine@vu.nl.
”
Het Eureka-moment van Slaman ONDERZOEK Martin Slaman schuurde links en rechts wat stukjes glas af en gooide die in een bak met water. Een aantal experimenten later vond hij de optische schakelaar uit die zonne-energie betaalbaar maakt. FRANK VAN KOLFSCHOOTEN FOTO’S: M&C-VU/RIECHELLE VAN DER VALK
A
nderhalf jaar geleden opperde VUprofessor Ronald Griessen een nieuw idee over de optische spiegels. Onderzoekstechnicus Martin Slaman werkte het uit en won er de Eureka-klimaatprijs mee. Griessen vroeg zich af of de toepasbaarheid in zonnecollectoren van optisch schakelbare spiegels met waterstof ook simpeler kon, namelijk zonder waterstof. Slaman: “Op een vrijdagmiddag kwam hij »
V U M A G A Z I N E | 23
bij onze onderzoeksgroep brainstormen over een idee. Hij had een optische truc bedacht, waarbij je speelt met de verschillen tussen lichtbreking in lucht en lichtbreking in vloeistof. Griessen vroeg zich af of het mogelijk was om een optische schakelaar te maken door gebruik te maken van de genoemde verschillen in brekingsindex. We zochten links en rechts geschikte stukjes glas, schuurden die wat op en keken of er verschil in transparantie was tussen de stukjes glas in een bak water en stukjes die buiten de bak opdroogden. Binnen een half uur ontdekten we al dat Griessens idee mogelijk praktisch toepasbaar was. Daarna hebben we steeds meer experimentele metingen gedaan. Stap voor stap kwamen we verder.” Natuurlijk stond Slaman niet alleen. Hij benadrukt dat bij zo’n creatief proces altijd een hele onderzoeksgroep betrokken is. “Hoe veiliger de sfeer in zo’n groep, hoe beter je met elkaar kunt sparren. Met competitieve mensen in je groep ben je eerder geneigd je ideeën voor jezelf te houden. In de groep van Griessen speelt dat gelukkig niet, er is vrijwel geen hiërarchie. Het is juist typerend dat ik vanuit een tijdelijke technische functie kon
Martin Slaman
‘De fysische principes zijn vrij eenvoudig, die kan ik zelfs aan mijn moeder uitleggen’ doorgroeien naar een functie waarin ik meer vrijheid en verantwoordelijkheden heb dan veel onderzoekers. Je moet wel bereid en in staat zijn je ideeën te laten afschieten of te laten bijschaven.”
Zondagmiddag
Uiteindelijk kreeg Slaman het project met de thermische zonnecollectoren volledig onder zijn hoede. Hij ontwikkelde het verder tot een systeem waarbij de kostprijs van zo’n collector met een factor tien omlaag kan: duur materiaal ter voorkoming van oververhitting, zoals koper en aluminium, bleek vervangbaar door kunststof. Dat is mogelijk 24 | V U M A G A Z I N E
door de optische schakelaar, die ervoor zorgt dat het systeem zich met water vult als er energie moet worden opgevangen en dat het systeem zich ontdoet van water als oververhitting dreigt. Het zonlicht wordt dan via tandvormige prisma’s teruggekaatst uit de collector. De onderzoekstechnicus bedacht ook andere toepassingen voor de thermische zonnecollectoren. “De huidige collectoren beslaan normaal gesproken niet meer dan drie vierkante meter, maar als je ze zo goedkoop kunt produceren is er geen enkele reden om ze niet veel groter te maken en grote aantallen aan elkaar te koppelen. Je zou de daken
van bedrijfshallen ermee kunnen bedekken of een groot veld maken op de daken van een woonwijk, en de opgevangen energie benutten voor de warmwatervoorziening.” Slaman kwam op een zondagmiddag op het idee om de daken van kassen te bekleden met thermische zonnecollectoren. “Die kassen nemen enorme oppervlaktes in beslag en staan constant energie op te vangen. Tuinders zetten nu in zomermaanden de ramen open omdat het te warm wordt in de kas en krijten zelfs het dak van de kas omdat ze te veel zonnestraling binnen krijgen. Die daken zou je helemaal kunnen bedekken met thermische zonne-
‘Op school was ik slecht in natuurkunde’ Dat Martin Slaman (32) nu de Eureka-klimaatprijs van de provincie Noord-Holland heeft gewonnen, had hij tien jaar geleden niet voor mogelijk gehouden. “Het is moeilijk te geloven, maar ik was op school slecht in natuurkunde.” Toch ging hij elektronica en computerkunde studeren aan de hts in Utrecht. Na zijn afstuderen vond hij een onderzoeksbaan bij een bedrijfje dat infraroodcamera’s ontwikkelt, maar hij kwam na een reorganisatie op straat te staan. Hij solliciteerde op een vacature voor onderhoudstechnicus bij vaste stof fysica aan de VU. “Ik achtte mezelf kansloos omdat ik geen enkele achtergrond had in de natuurkunde. De baan kreeg ik niet. Maar de commissie was kennelijk toch onder de indruk van mijn verhaal, want ik werd daarna gevraagd als onderzoekstechnicus bij de groep van professor Ronald Griessen. Ik kreeg een contract van twee jaar om te werken aan een project om met optisch schakelbare spiegels waterstof te detecteren. Zo’n waterstofsensor kan als alarm dienen bij het weglekken van dat brandbare en explosieve gas. Het project ging goed, er kwamen zelfs patenten uit voort, en mijn contract werd met nog eens twee jaar verlengd. Er kwam nog een patent bij, we schreven er wat artikelen over en toen kwam het eindproduct in zicht. Dat was het moment dat ik over een vast contract ben begonnen. Met succes. Langzamerhand kreeg ik er ook andere onderzoekstaken bij. Eigenlijk doe ik het werk van een onderzoeker, alleen heb ik geen universitair diploma maar een technicusdiploma.” De drie foto’s in de rechterkolom laten de werking van de optische schakelaar zien. Rechtsboven: Slaman vult de zonnecollector met water. Rechtsmidden: Achter de collector staan wat losse voorwerpen opgesteld om de mate van transparantie te illustreren. De collector is nog vrijwel leeg. Rechtsonder: Slaman laat het water weer weglopen. Het onderste deel, dat nog gevuld is, is transparant. Het lege gedeelte is niet transparant: daar wordt het zonlicht teruggekaatst.
collectoren met schakelaars. Als de kassen zonlicht nodig hebben, zet je de optische schakelaar in de licht doorlatende stand. Als zonlicht juist ongewenst is, sla je de warmte via leidingen ondergronds op. Met die energie kun je kassen ’s winters opstoken of een nabijgelegen woonwijk verwarmen.”
Eureka!
Het was deze combinatie van ideeën die Slaman de Eurekaprijs opleverde. “Met het prijzengeld gaan we een demonstratiemodel opzetten om te laten zien dat deze optische schakelaars echt werken, en dat toepassing ervan ook interessant is voor de tuinbouw.
Met natuurkunde heeft het eigenlijk weinig te maken: de fysische principes zijn vrij eenvoudig, die kan ik zelfs aan mijn moeder uitleggen. Er bestaan plannen om de hele casus van de zonnecollectoren op te nemen in het onderwijsprogramma bij de nieuwe opleiding ‘Science, business and innovation’.” Voor het commercieel uitbaten van de vinding zijn Griessen en Slaman naar het Technology Transfer Office (TTO) van de VU gegaan. “We dachten dat die organisatie ervoor was om ons product aan het bedrijfsleven of aan instituten aan te bieden die het verder zouden kunnen ontwikkelen. Maar
dat bleek niet helemaal te kloppen. Het TTO helpt je voornamelijk met administratieve kwesties, zoals je behoeden voor fouten bij de patentaanvragen. Het management, de marketing en de pr van een vinding dienen we zelf op ons te nemen. Alleen al aan de pr voor de zonnecollectoren ben ik dertig procent van mijn tijd kwijt. Die zou ik liever besteden aan de vier verschillende projecten waarmee ik bezig ben. De VU zou eigenlijk een tussenlaag moeten creëren, waaraan wij dit soort werk kunnen uitbesteden. Het zou naïef zijn om te denken dat ik als technicus en halve wetenschapper ook verstand heb van marketing en managen.” « V U M A G A Z I N E | 25
IN DE COLLEGEBANKEN
‘Deze komklei is absoluut een aanwijzing’ Wat: excursie kwartairgeologie Want: dankzij veldwerk snap je direct hoe het werkt FLOOR BAL FOTO’S: CHRISTIAAN KROUWELS
Z
e waren net bijna door een stier aangevallen, vertelt docent Ronald van Balen. “Hij hield zich net op tijd in.” Kijk, zo wordt een college in de buitenlucht meteen een stuk spannender. In een weiland aan de rand van Elst staat een groep van vijftig studenten gebogen over een sliert modder in het gras. Ze zijn op excursie voor het college kwartairgeologische landschappen van Nederland. Vannacht overnachtten ze in Drenthe, vandaag doen ze Elst in Midden-Nederland aan om de grond te analyseren.
met excursies af.” Tweedejaars aardwetenschappen Maaike Hiemstra vindt de nieuwe opzet veel beter. “Zo zie je meteen hoe het in elkaar zit, je kunt de stof beter toepassen.”
Rivierarm ontdekt
Veel Hollandser dan deze uiterwaarden krijg je het niet. In de verte staan twee molens, een ouderwetse en een windmolen, aan de Nederrijn. Maar Van Balen heeft deze locatie niet om haar schoonheid gekozen. “We zitten hier op een uitloper van de Utrechtse
Appelboor
In het veld staat een metershoge grondboor waaraan – letterlijk – twee studenten hangen: aan elk handvat één. Onder hun gewicht zakt de boor langzaam naar beneden. Die werkt als een appelboor: wanneer het instrument weer omhoog komt, zit er een dwarsdoorsnede van het aardoppervlak in. Voor het ongeoefende oog ziet het er alleen uit als modder. Maar de studenten weten beter. Oorspronkelijk hoort het vak bij de bachelorvariant aardwetenschappen en aarde&economie, maar ook studenten uit andere studierichtingen hebben aangehaakt. Doel van het college is om studenten de theoretische inzichten die ze van aardwetenschappen en archeologie hebben opgedaan, te laten toepassen op het geologische veldwerk. “Vroeger gaven we eerst een serie hoorcolleges en gingen vervolgens een week met de studenten op excursie”, vertelt Van Balen. “Nu wisselen we de colleges vaker 26 | V U M A G A Z I N E
‘Je kunt je fantasie gebruiken, dat is het mooie’ heuvelrug. Zie je die aarden wand daar verderop? Het is vreemd dat die daar zit. Onze hypothese is dat hier een Rijntak heeft gelegen die tegen de stuwwal aan geschuurd is.” Die theorie zal met de resultaten van de boringen ondersteund moeten worden. “Daar is onze ster.” Een medestudent wijst naar Joris Hackeng die de stervariant van dit vak volgt. Hij volgt het bachelor honoursprogramma, dat bij sommige vakken extra opdrachten voorschrijft. “Ik doe het omdat je bij sommige buitenlandse masters meer kans maakt toegelaten te worden. Het mooie van dit vak is dat je globale ontwikkelingen
goed kunt herleiden aan kenmerken in het landschap. Je ziet bijvoorbeeld een kleine uitstulping in het landschap en door terug te redeneren kun je wat zeggen over de ijstijd.” “Je kunt je fantasie gebruiken, dat is het mooie”, zegt ook docent Maarten Prins. “Wat hebben we gevonden in het aardoppervlak?”, vraagt Felix Bexkens, vierdejaars Aardwetenschappen aan een medestudent. “Klei en zand” is het antwoord. “Spannend hè?” Eigenlijk wel, vindt Prins. “Wat we eruit gehaald hebben, zijn zandige rivierbedsedimenten. Dat is absoluut een aanwijzing dat hier ooit een rivier gelopen heeft.” Van Balen buigt zich verderop over de komklei die uit de tweede boor omhoog is gekomen. Ook deze vondst ondersteunt zijn theorie. Na zijn verdwijning liet de riviertak een geul achter. Wanneer de huidige rivier buiten de oevers trad, werd de zware rivierklei naar de geul afgevoerd: de zoge-
heten komklei. Het voorste deel van de groep studenten staat driftig aantekeningen te maken. Achterin is de aandacht verslapt en wassen studenten de modder van hun handen met water uit meegebrachte flesjes. Van veldwerk word je vies.
Gluurgaten
“Jullie moeten de boren schoonmaken.” Na Van Balens instructie te hebben uitgevoerd, lopen de studenten door het weiland naar het zogeheten ecoduct. Het is een standaard viaduct waarboven de Rijksstraatweg loopt. Met één groot verschil. Door een fout tijdens de bouw is er cement van de viaductpalen weggelekt. Daardoor, zo bleek tijdens het uitgraven van het ecoduct, had zich aarde aan de palen gehecht. En die biedt de onderzoekers van nu een inkijkje in de bodem. Hoewel het ecoduct is afgezet met een houten schutting en schrikdraad, trot-
seren de docenten de afzetting, klimmen over het schrikdraad en zetten hun college op locatie kracht bij met een megafoon. De studenten kunnen door de gluurgaten in de schutting een blik werpen op hun docenten. De helft waagt zich ook voorbij de afzetting. Het andere deel van de groep blijft achter om te kletsen. Ze zien er opvallend fris uit voor studenten op excursie. “We hebben het gisteravond rustig gehouden, je moet toch het veld weer in”, zegt een van de studenten. Terwijl ze naar de parkeerplaats lopen waar de bus staat, evalueren twee studenten Aard & Economie de middag. “Je zult dit maar elke dag moeten doen”, vindt de studente die zich hierna meer gaat richten op het economische deel van haar studie. Haar studiegenoot ziet het juist helemaal zitten: “Overal in de wereld boringen doen, geweldig toch?” « V U M A G A Z I N E | 27
HANS SIBBEL MOET KIEZEN
28 | V U M A G A Z I N E
INTERVIEW Hoe staat Hans Sibbel in het leven? Waar maakt hij zich druk om? VU Magazine legde hem een aantal dilemma’s voor. Cabaretier Sibbel, alias Lebbis, over democratie, downloaden en de Weber-barbecue. MARIEKE SCHILP FOTO’S: BRAM BELLONI
Cabaretier Hans Sibbel, ook wel bekend als Lebbis, toert op dit moment door Nederland met zijn soloprogramma ‘Hoe laat begint het schieten?’. Met deze show is hij genomineerd voor de Poelifinario, de prijs voor het meest indrukwekkende cabaretprogramma van het seizoen. Daarnaast treedt hij regelmatig op in Toomler, het Amsterdamse theater van de stand-up comedians van Comedy Train. Sibbel (Amsterdam, 1958) studeerde economie aan de VU.
ALLES ZEGGEN OF ZELFCENSUUR?
“Zelfcensuur heb je altijd. Stel dat ik iets vind van de aidsbestrijding en ik sta voor een zaal vol mensen met aids, dan wil ik niet al die mensen expres pijn doen. Dat is mijn doel niet. Maar ik vind dat ik eigenlijk alles wel zeg wat ik wil zeggen. Help me even, wat voor soort dingen zou ik niet durven? Korangrappen? Nou ja, die zou ik wel maken, maar alleen als ik er een goede aanleiding voor heb. Ik maak in elk programma wel een stuk over het geloof. Ik heb iets tegen al die heilige geschriften, en ik wil wel even duidelijk maken dat die boeken ons leven beperken. Neem het paddoverbod: alle christelijke partijen waren daar voor. Dus zeg ik in mijn show: er staat kennelijk in de Bijbel dat we niet mogen hallucineren, vlak na die passage waarin Jezus uit een ufo komt kruipen… Ik ben niet zo bang om mensen pijn te doen, als ik er maar een goede reden voor heb. “Oké, misschien zijn cabaretiers na de moord op Van Gogh wat voorzichtiger geworden. Maar het gaat om de manier waarop je het zegt. Als ik weet dat iemand mij uiteindelijk zal vermoorden als ik hem geitenneuker noem, is het niet zo intelligent om hem geitenneuker te blijven noemen. Als je kritiek hebt op wat mensen uit de Koran denken te moeten halen, zeg het dan zó dat ze er zelf om moeten lachen. Ik ben humorist, dus ik moet zorgen dat wat ik zeg een lachreflex opwekt. En dat vind ik een geweldig mooie opdracht - volgens mij ga je dan dieper bij de mensen naar binnen.”
WERELDPROBLEMEN OF ERGERNISSEN?
“Ik ga steeds meer voor de wereldproblemen. Ik kan over allerlei kleine dingen een grap maken, maar het is veel interessanter om de grote problemen bij de kop te pakken. Zoals de Weber-barbecue. “Wat er mis is met de Weber-barbecue? Dat je er niks meer aan hoeft te doen! Mensen zeggen: lekker makkelijk, kolen erin, vlees erop, deksel dicht en klaar! Maar wat dan? Het leuke van barbecuen is toch dat we iets te doen hebben met z’n allen? Net als kant-enklare Lassie Toverrijst: die kan niet mislukken. Hoe kun je nou lol hebben van je werk als het niet kan mislukken? Dat lijkt maar een alledaagse ergernis, maar ik ga wel steeds meer naar die filosofische onderlaag. Essentiële dingen, zodat mensen denken: hij heeft gelijk, dat moeten we anders gaan doen. Want het hele idee dat alles makkelijk moet, is de ondergang van de mensheid! We dénken dat het leuk is, maar kant-en-klare rijst ís niet leuk.
“Mijn programma gaat erover dat we te veel keuzes hebben, en dat we daar niet gelukkiger van worden. De economische crisis is een zegen, dat roep ik al vanaf seconde één - behalve dan dat bijna al mijn geld verdwenen was. We worden eindelijk weer eens gedwongen over een aantal basisdingen na te denken. Alleen al de valse zekerheid: dat je geld veilig is, dat je leven veilig is. Het leven ís niet eerlijk. We moeten niet meer zo krampachtig doen. Ja, Balkenende vindt de crisis vast ook een zegen, maar dat komt omdat hij iedereen napraat. Zonder enige visie.”
BALKENENDE OF ROUVOET?
“Nee, dat vertik ik. Dat is net zo flauw als het spelletje: schiet je je vader of je moeder dood? Ik ga niet kiezen. Ik vind Balkenende en Rouvoet allebei ongelooflijke eikels. Wilders is ook erg. Het zegt veel over Nederland hè, dat er zoveel mensen achter hem aan lopen. Die leegheid van alles en iedereen. Ze denken helemaal niet na.”
DEMOCRATIE OF ARISTOCRATIE?
“Die durf ik wel aan: ik kies voor aristocratie. Democratie is behoorlijk gevaarlijk omdat mensen niet snappen wat het is. Ze denken allemaal dat je het voor het zeggen hebt als je de verkiezingen hebt gewonnen. Het is andersom. Als je de verkiezingen gewonnen hebt, moet je heel goed voor de minderheid zorgen. Ik heb ooit het volgende model bedacht: eens in de vier jaar mag het volk kiezen: democratie, of een vriendelijke tiran. Op het moment dat je voor die ene persoon kiest, is de Tweede Kamer in de oppositie, en anders die ene persoon. Die heeft vier jaar lang de tijd, en hij mag alles roepen. Ik denk dat het best wel goed is als we eens een keer een duidelijke lijn hebben, in plaats van al die compromistjes. “Referendums zijn al helemaal levensgevaarlijk. Ieder weldenkend mens weet toch: als we het aan de massa gaan vragen, wordt het behoorlijk eng. Nee eerlijk, ik sta natuurlijk ook maar wat te oreren, weet ik veel aan wie we het bestuur zouden moeten overlaten. Aan de intellectuelen? Dat is ook geen enkele garantie voor edelmoedigheid. Weet je wat leuk is? Er is een stam in Nieuw-Guinea waar ze elk jaar met z’n allen de baas van de stam kiezen. Ze zetten emmers in het houtskoolvuur, en iedereen die leider wil worden, moet met zijn blote reet op die emmers gaan zitten. Wie het langst blijft zitten heeft het een jaar lang voor het zeggen. Een geweldig concept. Je moet er echt wat voor over hebben, dus je moet heel graag willen. Maar je krijgt maar een jaar, en daarna ben je gewoon weer deel van de groep. Dus je kunt geen heel gekke dingen gaan doen, want dan lig je eruit, en dan heb je een klotenleven.”
NEIL YOUNG OF MICHAEL JACKSON?
“Dat is geen dilemma. Neil Young natuurlijk. Neil Young of Bob Dylan? Nee, die is ook te makkelijk. Weet je wat een moeilijke is? » Neil Young of de Stones. Vraag dat maar.” V U M A G A Z I N E | 29
‘Hoe kun je nou lol hebben van je werk als het niet kan mislukken?’
NEIL YOUNG OF THE ROLLING STONES?
“Dat is een lastig dilemma, goed dat je daarmee komt. Ik ben een enorme fan van Mick Jagger: de energie die hij uitstraalt, hoe hij door de jaren heen creatief vitaal is gebleven. Maar Neil Young zit ook in mijn hart gebakken. Hoe ik hem vroeger met vrienden op gitaar zat na te spelen… Wekenlang oefenden we op een nummertje. Een van mijn favoriete cd’s is On the Beach. Laatst heb ik via via een opname gekregen van een concert in The Bottom Line in New York uit 1970. Daar speelt hij bijna al die nummers live. Topkwaliteit!”
KOPEN OF DOWNLOADEN?
“Dat moeilijke gedoe over downloaden is ook graaigedrag. Ik heb net een stukje af over Buma/Stemra. Ze gaan nu ook al een vergoeding heffen voor thuiskopieën op harde schijven en mp3-spelers. Daar moest ik als artiest van Buma/Stemra voor tekenen. Ik heb het geweigerd want dat is diefstal. Tel even mee: ik heb ooit een elpee gekocht van de Beatles. Daarover heb ik rechten betaald. Toen kwam die elpee op cd uit, die heb ik gekocht, en dus weer rechten betaald. Vervolgens heb ik een kopie op een schijfje gezet om hem in de auto te kunnen draaien: moet je weer rechten betalen. Zo’n kopie maak je via de harde schijf van je pc, en daar willen ze nu ook een vergoeding voor. Je maakt natuurlijk voor de zekerheid een back-up op een aparte harde schijf... Uiteindelijk betaal ik vijf keer de rechten voor hetzelfde liedje! Zijn ze nou helemaal de grootste oplichters van Nederland? “Er staan stukjes uit mijn shows op Youtube – nou én? De fans kopen de dvd toch wel. Of ze nemen het op van tv. Totdat mijn show op tv is, wil ik particuliere opnames graag beperkt houden. Maar als het eenmaal op tv is geweest, heb je het aan de mensen gegeven. Dan kan iedereen het op z’n videorecorder zetten en moet je niet meer zeuren. Je moet gewoon zorgen dat het product dat je te koop aanbiedt, leuker is dan wat ze kunnen downloaden. Weet je waar ik ook des duivels van word? Dat ze een oude cd opnieuw uitbrengen met drie nieuwe nummers erbij… Met trots download ik hem dan – zoek het even uit zeg. Schaam je!”
SPANNING OF ONTSPANNING?
“Ontspanning. Spanning is gaaf - iets nieuws bedenken voor je show, of voor een column - maar dat kan alleen als je ook ontspant. Schrijven is: een of twee uur per dag werken, lezen, aan dingen denken, en daarna loslaten. Dat doe ik door bewust te stoppen met nadenken. Dat kan ik, ja. Dan ga ik bijvoorbeeld een rondje rennen. 30 | V U M A G A Z I N E
Beweging helpt enorm. Ik heb dat boek gelezen van Ap Dijksterhuis, Het slimme onbewuste: daarin beschrijft hij hoe je onderbewuste miljoenen handelingen per seconde verricht, en je bewuste maar een paar. Waanzinnig. De kunst is dus om je onderbewuste de opdracht te geven iets voor je uit te zoeken, en dan gaat het aan de slag.”
WERK OF VAKANTIE?
“Nou, vakantie… noem het reizen. Ik reis vier maanden per jaar. Waar ik naartoe ga? Naar zes maanden! In juni ga ik twee weken naar Kazachstan op meervallen vissen met vrienden, daarna een week of zes met mijn vriendin in mijn campertje rondrijden door Europa, en daarna nog een week of drie naar Nieuw-Guinea. Oók om te vissen. Het is zo gaaf om drie weken bezig te zijn om die ene big motherfucker te pakken te krijgen. Ik ben een keer in Nicaragua op Tarpon gegaan. Dat zijn heel oude vissen, tachtig miljoen jaar, geweldige oerbeesten. We hebben er twee weken achteraan gezeten, er waren er honderden. Ze zwommen letterlijk tegen de boot aan, maar ze beten niet. Mijn vismaat heeft twee kleintjes gevangen, ik had twee grote van tachtig kilo aan de haak, maar die vielen eraf. Dus niks gevangen, maar: topvakantie.”
TOOMLER OF DE KLEINE KOMEDIE?
“De Kleine Komedie is een van de mooiste zalen die er zijn, maar ik word zo godsblij van Toomler. Het leuke van Toomler is dat je elk moment middenin een grap kunt stoppen, van onderwerp kunt veranderen. Je hoeft niet aan opbouw of een rode lijn te denken, je bent totaal vrij. Ik ga hierna ook een theatershow maken à la Toomler, voor de kleine zaaltjes. Een programma dat maar een uurtje duurt en waarin ik even echt kan keten. Maar ik kies uiteindelijk toch voor de Kleine Komedie. Dat is moeilijker, daar kan ik iets meer van een boodschap in kwijt.”
20 JAAR JONG OF 50 JAAR OUD?
“Vijftig is veel leuker, maar dichter bij de dood. Toch kies ik ervoor. Het fundament is steviger geworden, ik heb meer controle, kan daardoor veel mooiere dingen doen. Dingen waar ik echt diep en diep gelukkig van word.” « m te
zien
Speeldata ‘Hoe laat begint het schieten?’ staan op www.harrykies.nl.
service
mvo o r
alumni
Trucjes geven controle Alumni kunnen een boost geven aan hun carrière bij VU-NEXT. In workshops leren jonge afgestudeerden de kleine kneepjes van solliciteren en onderhandelen. DAPHNE LENTJES M&C-VU/MARIEKE WIJNTJES
Onderhandelen, of je het nu leuk vindt of niet: je moet wel. Maar lang niet iedereen is er goed in. Veel mensen willen gewoon aardig gevonden worden en gaan de confrontatie liefst uit de weg. “Zoals mijn dochter”, zegt Ben Zeinstra, directeur van Skillworks, specialist op het gebied van onderhandelen. “Als ik mijn dochter vraag of ze meegaat om boodschappen te doen, zegt ze: ‘Pap, ik ga alleen mee als je niet gaat afpingelen!’” Zeinstra geeft een van de zes workshops die aangeboden worden op de alumnibijeenkomst NEXT, die dit voorjaar plaatsvond. Doel van deze bijeenkomsten is jonge alumni (minder dan zeven jaar afgestudeerd) te leren de kans op succes in hun loopbaan te vergroten. Voor 25 euro kun je twee workshops volgen – en daar blijkt veel belangstelling voor te zijn. Zo gaat Annemieke Krikke, die drie jaar geleden is afgestudeerd
bij Engelse Letterkunde, straks de workshop Solliciteren volgen. “Ik heb momenteel geen baan, dus die workshop lijkt me wel wat”, zegt ze. De deelnemers aan de workshop Onderhandelen doen in hun leven totaal verschillende dingen: er is een arts bij, een taalkundige, twee werknemers van Price Waterhouse Coopers en een tussen de alumni verdwaalde student. Student Frank Verduijn vertelt hoe dat kon gebeuren. “Mijn vader is VU-alumnus. Hij las over deze avond in de nieuwsbrief en vroeg me: ‘Hé, is dit niks voor jou?’” De workshop is praktisch van opzet: hoe bereid je je voor op een onderhandeling, hoe gedraag je je tijdens de onderhandeling en hoe voorkom je dat de ander je onder de tafel praat? “Geef niets weg zonder dat je er iets voor terugkrijgt”, hamert Zeinstra. En: “Praat minder, luister meer.” De aanwezigen zijn opgetogen: iedereen heeft het idee wel iets van de workshop te hebben opgestoken. “Buitengewoon leerzaam en interessant”, vindt Frank Verduijn, die aan het begin van de bijeenkomst nog zei dat hij bij onderhandelingen vaak te lief is. “Het is echt apart om te zien hoe je met kleine trucjes controle krijgt over de situatie.” Annemieke Krikke is zeer te spreken over de workshop Solliciteren: “Je kreeg geen standaard sollicitatietips, maar advies over attitude, zelfvertrouwen en positief denken.” De volgende NEXT is in het najaar van 2009. Na de zomer wordt de datum bekendgemaakt op vupodium.nl.
m LITERATUUR EN GENEESKUNDE
De alumnikring geneeskunde VUmc organiseert op 16 september de jaarlijkse bijeenkomst ‘Literatuur en Geneeskunde’. Dit jaar is het thema ‘Binnen Vier Muren’, over opname in het ziekenhuis in de literatuur. Het programma omvat lezingen, muziek en een boekpresentatie. Woensdag 16 september 2009, 14.00 uur, Amstelzaal VUmc. Meer info t.z.t. op www.VUmc. nl/alumni.
m SOCIALE WETENSCHAPPEN
7 JULI: Gastcollege Politicologie van Herman Schwartz (University of Virginia) HALF SEPTEMBER: PhD-middag Sociologie presentaties van opkomende wetenschappers 2 OKTOBER: Afscheidscollege van decaan Prof. dr. Bert Klandermans. Voor deze activiteiten bent u van harte uitgenodigd. Meer informatie: www. fsw.vu.nl/agenda.
m BIJZONDERE CHEMICI
Alumnivereniging Bijzondere Chemici (ABC) organiseert regelmatig alumnibijeenkomsten waarin voordrachten worden gegeven over diverse thema’s, zoals ‘Voedsel en Veiligheid’. Voor deelname aan deze bijeenkomsten kan men zich aanmelden bij mevr. De Wit: e-mail: bijzonderechemici@few.vu.nl, tel: 020-5987600.
m AMSTERDAMSE HYDROLOGISCHE KRING
Regelmatig vinden er op donderdagavond bijeenkomsten plaats voor hydrologen, de Amsterdamse Hydrologische Kring (AHK). Tijdens deze bijeenkomsten geven sprekers een presentatie over hun onderzoeks- en/of werkgebied. Wilt u op de hoogte blijven van de bijeenkomsten, dan kunt u dit doorgeven aan Kick Hemker: hemker@microfem.com, tel: 0206228711.
m WAT DOET U NU?
Wat doen VU-alumni na hun studie? Geef ons door waar u bent gaan werken en of u het leuk vindt hierover iets te vertellen aan studenten. Vul daarvoor het wijzigingsformulier in op www. vu.nl/alumni. U kunt hier ook uw e-mailadres en/of toekomstige verhuizing doorgeven. V U M A G A Z I N E | 31
mva n
vupodium DENKBEELDENSTORM
service
C
vaarexcursie door de Biesbosch, die zo’n vier uur duurt. Rond 15 uur meert u weer aan in Drimmelen. Koffie en lunch aan boord.
TEKST: FOKKELIEN OOSTERWIJK
MUZIEK: JOS VAN DER KOOY
MIEK SCHENK
N CALVIJN CANTATE WOUT OOSTERKAMP – BAS-BARITON
JOS VAN DER KOOY & HARMEN TRIMP – ORGEL
CAPELLA WESTERKERK O.L.V. HILDA WIARDA
m CALVIJN CANTATE OP CD
Ter gelegenheid van het Calvijn-jaar componeerde cantor en organist van de Amsterdamse Westerkerk Jos van der Kooy in opdracht van de VU de Calvijn Cantate. Fokkelien Oosterwijk, predikant van dezelfde kerk, verzorgde de bijbehorende tekst. Na de succesvolle première tijdens de VU-Calvijnweek konden cd-opnames niet uitblijven. Op de nieuwe cd, verkrijgbaar in de betere cd-winkel, vindt u naast de cantate ook improvisaties op Psalmmelodieën van Jos van der Kooy. In de cantate speelt het koor de rol van de moderne mens, die Calvijn kritische vragen stelt. Calvijn, gezongen door Wout Oosterkamp, gaat de dialoog aan. Meer informatie over de cd vindt u op vupodium.nl.
m JONGEREN MEEST CALVINISTISCH
Wist u dat jongeren de hoogste C-Factor hebben? Dat blijkt uit de Calvijn-test die door de VU en Dagblad Trouw werd opgezet. Scoort de gemiddelde Nederlander 56 procent op de C-factor, twintigers scoren gemiddeld maar liefst 64 procent. Vooral op arbeidsethos en rechtlijnigheid zijn de scores bij jongeren opvallend hoger. Veel vaker dan volwassenen vinden zij dat ze harder zouden moeten werken. Ook vinden ze vaker dat ze ergens in tekortschieten. Heeft u de Calvijn-test nog niet gedaan? Kijk snel op trouw.nl/calvijn en doe de C-Factor. Al meer dan 70.000 nieuwsgierigen gingen u voor. 32 | V U M A G A Z I N E
Bemelen
m OP PAD MET VU PODIUM
Ook deze zomer kunt u weer genieten van een bijzonder programma met excursies. Op pad met wetenschappers en deskundigen uit de praktijk. Bestel snel uw kaarten, het aantal plaatsen is beperkt.
Limburg heeft het
Kalkgraslanden, traditionele schaapskuddes, mergelgrotten, carréboerderijen en een dorpsput. En allemaal typisch Limburgs. Wie dát in één dag wil zien, komt op zaterdag 29 augustus naar Bemelen en neemt deel aan deze exclusieve excursie van VU podium. Ga snel naar vupodium.nl en reserveer kaarten.
Varen door de Biesbosch
De Biesbosch is een heel bijzonder stukje Nederland met een eigen, bewogen ontstaansgeschiedenis. Het unieke gebied - een ideale schuilplaats tijdens de laatste oorlog - ontstond door een samenspel van water, natuur en mensenhanden. In 1421 veranderde de Sint Elisabethsvloed dit gebied in een binnenzee. De oude dijk brak door waar nu de Moerdijkbruggen liggen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw greep de mens rigoureus in het landschap in. Ditmaal verdwenen eb en vloed door de aanleg van de Haringvlietsluizen (Deltawerken). Op vrijdag 11 september kunt u kennismaken met dit unieke gebied vanuit het NoordBrabantse Drimmelen. Voordat we om 10 uur gaan wandelen onder leiding van natuurgidsen van Staatsbosbeheer, vertelt een docent-onderzoeker van de VU over de geschiedenis van het gebied. Aansluitend een
Kaardebollen in de Biesbosch
m NESCIOLEZING
Empty-handed I entered the world Barefoot I leave it. My coming, my going – Two simple happenings That got entangled. Bent u ook geïnteresseerd in vragen over het leven na de dood? VU podium organiseert op zondag 21 juni de achtste Nesciolezing waarin godsdienstsocioloog en VUonderzoeker Annewieke Vroom vertelt over leven en sterven in het zenboeddhisme. In de zen bestaat onder leraren de traditie om een gedicht te schrijven op het moment van sterven of enkele dagen ervoor. Vroom behandelt enkele van deze stervensgedichten. Muzikale ondersteuning: Anoek Brokaar (viool) en Frank Oppedijk (vleugel). Locatie: het Oude Kerkje in Kortenhoef. Meer weten over het programma van VU podium? Kijk op www.vupodium.nl voor het volledige overzicht.
MAIL&WIN
ALS CASABLANCA Het lijkt een reisdagboek, maar het is een roman. In Christine Ottens nieuwe boek lopen werkelijkheid en fictie door elkaar heen. DIRK DE HOOG
De roman Als Casablanca laat zich deels lezen als een dagboek over een reis. En dat is het ook een beetje. De auteur Christine Otten was namelijk op die fatale dag 11 september 2001 in New York om te werken aan haar vorige boek, De laatste dichters. Dat gaat over Afro–Amerikaanse dichters in de jaren zestig van de vorige eeuw. Haar nieuwe boek is daar een soort vervolg op. Hoofdpersoon is de Nederlandse journaliste Laura Achenbach die op 11 september in New York strandt omdat er geen vliegtuigen meer vertrekken. In een restaurant ontmoet ze Charles Perry, een wat oudere, zwarte man met een Black-Panther-verleden, en producer in de muziekwereld. Hij raadt Achenbach aan naar zijn neef in Detroit te gaan omdat het in New York te onveilig is. De journaliste volgt het advies op en we lezen wat ze in die stad, ooit hart van de soulmuziek, zoal meemaakt. Otten schrijft in een ‘verantwoording’ dat ze alle mensen in het boek in levenden lijve heeft ontmoet, maar dat ze van hen romanfiguren heeft gemaakt waarbij realiteit en fictie met elkaar zijn verweven. Een van die personen die ze ontmoette, was de fotografe Leni Sinclair, die de voormalige DDR ontvluchtte toen er nog een muur in Berlijn bestond. Wereldproblemen te over bij Otten. Een deel van de roman is aan het levensverhaal van de fotografe gewijd. ‘Eigenlijk is het thema van het boek het
vinden van een bestemming in een wereld die niet de jouwe is’, zegt de schrijfster in een interview met De Groene Amsterdammer. De titel verwijst dan ook naar de film Casablanca, waarin ontheemde mensen vluchten en bij elkaar lotsverbondenheid en vriendschap zoeken. In de Verenigde Staten is die lotsverbondenheid niet vanzelfsprekend. ‘Sinds ik in Detroit was, leek het alsof het rassenvraagstuk zich in ieder gesprek en iedere terloopse conversatie wist te wurmen’, laat Otten de journaliste opschrijven, met de toevoeging dat Laura Achenbach zich nog nooit zo bewust van haar blanke huid was geweest als toen ze bij zwarte mensen logeerde. De vraag is waarom je het dagboek van iemand anders zou lezen, behalve uit nieuwsgierigheid natuurlijk. En eerlijk gezegd, wie van een spannend boek houdt, kan waarschijnlijk beter de nieuwe Saskia Noort pakken. Maar wie van veel mooi beschreven details en overdenkingen houdt, vindt een ware schat in deze roman. En om die schat werkelijk te kunnen ontrafelen moet je de roman zeker twee keer lezen. Kijk, dan heb je tenminste wat aan een boek. « m win
een boek
Onder de snelste mailers verloot de redactie tien exemplaren van Christine Ottens Als Casablanca. Uitgeverij Atlas, € 18,50. V U M A G A Z I N E | 33
MET DE BUL OP ZAK > GRIEKSE EN LATIJNSE TAAL EN CULTUUR Op de VU kun je veel opleidingen volgen. Inmiddels staan er meer dan 40.000 alumni in het adressenbestand. Waar komen ze terecht na hun studie? ANITA MUSSCHE FOTO’S: MARIJN ALDERS
Ineke Sluiter
49, afgestudeerd in 1984 Wat voor werk doet u? “Ik ben hoogleraar Griekse taal & cultuur bij de Universiteit Leiden, een buitengewoon leuke baan, omdat je de inhoud van je onderzoek en onderwijs zelf bepaalt. Werken met studenten en onderzoekers is ook heel leuk. Wat je in je eentje kunt lezen is beperkt, maar je onderzoekers lezen ook. Doordat ze daar onderling over praten, wordt het een snelkookpan. Dat versterkt het effect van mijn eigen onderzoek enorm.” Heeft u uw carrière bewust zo gepland? “Een wetenschappelijke carrière kun je niet plannen, dingen komen op je weg. Ik heb onder meer op verschillende plaatsen in Amerika gewerkt. Deze carrière bleek veel internationaler te zijn dan ik verwachtte, dat was echt een cadeautje.” Zou u voor dezelfde studie kiezen? “Ja, 34 | V U M A G A Z I N E
meteen. Grieks en Latijn waren op het gymnasium ook al mijn favoriete vakken. Je had er de gesprekken die ertoe deden, want je las de teksten die ertoe deden. De studie was heel divers, omdat je naast klassieke talen en literatuur eigenlijk ook oude geschiedenis, antieke wijsbegeerte en klassieke archeologie studeerde.” Wat is uw leukste herinnering aan de VU? “Zonder twijfel het studententoneel. We waren heel actief. Er waren muziekavonden en andere uitvoeringen, bij docenten of studenten thuis tussen de schuifdeuren. We speelden Griekse en Latijnse komedies en stukken van onze hoogleraar Latijn, Aad Kleijwegt. Ik schreef vooral teksten en hielp bij de regie.” Komt u nog weleens op de VU? “Ik ben er geregeld. Na een carrière op de VU werk ik al tien jaar in Leiden, maar ik zeg per ongeluk nog weleens tegen mijn partner: Ik ga even naar de VU.”
Lidewij van Gils
35, afgestudeerd in 1999 Wat doet u momenteel? “Ik geef les op het vwo, ben mijn proefschrift over de pleidooien van Cicero aan het afronden en ontwikkel voor de VU Law Academy een cursus voor advocaten over de toon van pleidooien. Nog nooit heb ik vijf dagen in de week hetzelfde gedaan. Ik mag graag banen combineren.” Waarom koos u deze studie? “Na de middelbare school ging ik een jaar naar Italië om na te denken over een studie. Daar heb je zoveel oudheid om je heen. In deze studie kwamen al mijn interesses samen. Je kijkt op zoveel manieren naar de oudheid, je bent bezig met de basis van de Europese cultuur en leert ook nog eens twee talen.” Wat is uw leukste herinnering? “Ik haalde op mijn allereerste dag op de VU een tentamen. Ik vroeg de docente Italiaans
m waar
zijn onze alumni Griekse en Latijnse taal en cultuur?
De VU heeft een aantal alumni uit het oog verloren. Kent u een van de onderstaande alumni, wilt u hen dan vragen hun juiste gegevens door te geven? Dat kan via het aanmeldingsformulier op www.vu.nl/alumni of via een e-mail naar alumni@vu.nl. Tussen haken het jaar van afstuderen: L.J. van der Lof [1960], J. Terwee [1961], G.W.A. Hogeweij [1969], mw. G.J. Blokzijl [1971], H. Brouwer [1972], mw. M.M. Spolders-van Es [1973], mw. G. Stevenson-Potter [1982], mw. H.J. Gerritsen [1986], mw. M.G.M. Jonk [1987], dhr. G. Metz [1988], mw. G.J. van Tuyl [1989], R.A. de Waal [1990], dhr. H.E. Zondervan [1995], mw. A.E.C. Volgers [1997], mw. J. Boessenkool [2000].
welke colleges ik bij haar zou kunnen volgen. ‘Doe even deze test’, zei ze. En toen ik klaar was: ‘Prachtig, hier is je tentamenbriefje.’ Ik bleek een tentamen te hebben gemaakt.”
Daan Stoffelsen
28, afgestudeerd in 2005
Heeft u ook slechte herinneringen? “Na drie jaar werd het universitaire wereldje me te benauwd, ik wilde weg. De studieadviseur vroeg me waarom ik niet naar het buitenland ging. Toen ik na een jaar terugkwam, wist ik weer wat er zo leuk was aan de VU. Eigenlijk is dat dus een goede herinnering…”
Wat doet u nu? “Ik werk bij Athenaeum Boekhandel aan een nieuwe website waarop we onder meer recensies, nieuws, voorpublicaties en interviews gaan brengen. Ik begon met de in- en verkoop van boeken bij de afdeling Klassieke oudheid, maar ga steeds meer de kant van redactie en internetverkoop op. Vijf jaar geleden ben ik Recensieweb.nl begonnen. Daarvan ben ik nog steeds de hoofdredacteur. Ik schrijf nu af en toe ook recensies voor de NRC.”
Heeft u nog vrienden uit die tijd? “Mijn studiegenootje en ik waren de enige studenten in ons jaar, we zijn goede vriendinnen geworden. En het wereldje van de classici is klein, je blijft elkaar tegenkomen, heel gezellig.”
Was uw studie wat u ervan verwachtte? “Ik vond het een fantastische studie, maar door een bijvak Redacteur/editor aan de UvA ben ik geïnteresseerd geraakt in het boekenvak. Daarin kan ik de inhoud combineren met mijn interesse voor stijl en taal.” Wie was uw belangrijkste inspiratiebron? “De studie heeft een stoffig imago, maar de docenten waren stuk voor stuk
interessante en sociale mensen. Ik studeerde af bij hoogleraar Grieks Gerard Boter. Hij weet enorm veel van zijn vak, maar ook door zijn humor en de manier waarop hij lesgeeft, kan hij studenten echt inspireren.” Wat is uw leukste herinnering op de VU? “De huiskamer van onze studievereniging Koinon, ingericht met oude banken en een koelkast, was ontzettend gezellig. Als de bibliotheek sloot, konden we daar, met een radiootje en een zak chips, nog een uurtje zitten. Of dansen: het is een sensatie om in een stille VU in donker Buitenveldert te dansen.” Heeft u nog vrienden uit die tijd? “Mijn vriendenkring is nog opvallend VU-bepaald: veel redacteuren bij Recensieweb zijn van de VU, en ik heb nog veel vrienden van Koinon. Daar leerde ik mijn vriendin ook kennen, toen ze een blauwe maandag Oudheidkunde studeerde.” « V U M A G A Z I N E | 35
ADVERTORIAL
Hoe is het jou na de VU vergaan?
Trainingen
Vertalingen
Tekstredactie
Wat doe jij tegenwoordig? Ben je gepromoveerd, aan de slag gegaan bij de overheid of heb je gekozen voor het bedrijfsleven? Wij hebben ook op de VU gezeten – en we zijn óók goed terechtgekomen. Wij zijn het Taalcentrum-VU. Begonnen aan de VU, uitgegroeid tot zelfstandig communicatiebureau. Sterk in vertalingen, trainingen en tekstredactie. Communicatiekennis in de praktijk We werken voor klanten binnen én buiten de VU: ministeries, andere overheden, onderzoeksinstellingen en bedrijven. We trainen en adviseren hoger opgeleiden, zodat ze hun taal- en communicatietaken nog beter vervullen. We schrijven en vertalen elke zakelijke tekst: van rapporten tot jaarverslagen, van standaardbrieven tot websites. Wat kunnen we voor jou betekenen? Meer weten over het Taalcentrum-VU? Weten wat we voor jóú kunnen doen? Vraag nu vrijblijvend een informatiepakketje aan, met handige taaltips en nieuws over onze projecten. Je ontvangt dan meteen de unieke Taalcentrum-VU-spiekpen! We zien ernaar uit om de banden aan te halen.
Taalcentrum-VU. Voor alle duidelijkheid. Vertalingen Trainingen Tekstredactie Taalcentrum-VU T 020 – 598 64 20 E info@taalcentrum-vu.nl W www.taalcentrum-vu.nl
VU_Advertorial02.indd 1
28-04-2009 11:20:43