INN'Overijssel Zorg #1

Page 1

Anders denken en doen in de zorg Nummer 1 / zomer 2024 / losse verkoop € 7.95
Naam Achternaam

Mopperen over de zorg

Cancún (Mexico), maart 2024. Mijn vader ligt kritiek op de intensive care. Ik sta 4 keer per dag een kwartier aan zijn bed. Geen idee of hij me hoort, maar ik kan het proberen: ‘Hou vol pap. Ik ben bij je.’

Het regelmatige suizen van de kunstmatige beademing en het onafgebroken piepen van monitors rond de bedden op de IC zit nog altijd in mijn oren. Zoals je sommige dingen niet van je netvlies krijgt, zo krijg ik die specifieke geluiden van intensieve zorg niet uit mijn oren. Het zijn de geluiden van zorg voor patiënten die meer kans maken om het níet te halen dan wel.

Mijn vader heeft het gehaald. Na een maand in de privékliniek in Mexico mogen we naar huis, naar Nederland. Mijn vader liggend in een businessclass-stoel, met aan zijn beide zijden een verpleegkundig begeleider. Per ambulance gaan we van Schiphol naar het Zwolse ziekenhuis Isala. Daar gaat het herstel beginnen.

Als de intake-verpleegkundige van Isala hoort dat mijn vader een maand in een privékliniek heeft gelegen, waarschuwt ze ‘dat het hier niet zo luxe is als daar’. Dat hij hier wat langer moet wachten tot er iemand komt nadat hij op het belletje heeft gedrukt, om maar een voorbeeld te noemen. Het verbaast ons niet. Dit is precies het beeld van de zorg dat al jaren heerst in ons land.

Het blijkt allemaal mee te vallen. Er is hier veel meer goed dan slecht. De verpleegkundigen nemen de moeite om hem echt te leren kennen. De specialist komt aan bed om orthopedische schoenen aan te meten. Tussen ziekenhuis en thuis mag mijn vader nog twee weken revalideren in een verzorgingstehuis. En nu hij thuis is, komen de verpleegkundigen zeven dagen in de week om zijn wonden te verzorgen.

Het gemekker over de zorg in Nederland en wat er allemaal niet deugt aan ons zorgstelsel - ik snap niet waar het vandaan komt. Waar we van mij wel over mogen ‘zeuren’, is hoe we de zorg behouden. Hoe we ervoor zorgen dat we kunnen blíjven zorgen. Ook als de ontgroening en vergrijzing het systeem straks doen piepen en kraken.

Zit de oplossing in meer mensen die kúnnen zorgen, meer professionals? Minder mensen die zorg nodig hebben? Innovaties die zorgtaken uit handen nemen? Preventieve maatregelen die voorkomen dat mensen überhaupt ziek worden?

Na alle interviews die mijn collega’s en ik hebben gedaan voor ‘INN’overijssel Zorg’ geloof ik dat de oplossing in een combinatie van oplossingen ligt. En vooral, in positiviteit en goede moed.

Met dit magazine kun je de mopperaars om de oren slaan. Het thema van deze editie is ‘Anders denken en doen in de zorg’. Het gaat over innovaties en opleidingen, over kansen en verantwoordelijkheden en over passie en vertrouwen. Ik kan je alvast zeggen: de mensen die weten waar ze over praten, zíjn al anders aan het denken en doen. De noodklok hoeven we dus niet te luiden. Ik geloof dat het goedkomt.

Ik wens je veel inspiratie! \

Mirjam van Huet Hoofdredacteur INN’overijssel Zorg

3 /

Co-creators

Uitgever

INNtwente V.O.F. info@inntwente.nl

INN’overijssel Zorg is een uitgave van INN’twente in samenwerking met INN’regio Zwolle. Jan Bruins, Annet Spijkerman en Annemarie Teeken.

Fotografie

Peter Timmer

Lars Smook

Lenneke Lingmont

Archief partners tenzij anders vermeld

Redactieteam

Mirjam van Huet, MCM tekst (hoofd- en eindredactie)

Tessa van Breeden

Arjan Dijkema

Jochem Vreeman

Vormgeving

Inge Folkert www.reclamemakers.nl

Druk

Veldhuis media, veldhuismedia.nl

Veldhuis Media is ISO- en FSC-gecertificeerd en past duurzame productiemethodes toe.

Losse verkoop

€ 7.95

Informatie

INN’overijssel Zorg verschijnt 1 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een release-event. De oplage (circa 3000 exemplaren, inclusief leestafel exemplaren) wordt verspreid onder zorg gerelateerde organisaties, overheden en onderwijsinstellingen in de provincie Overijssel. Partners van INN’overijssel Zorg ontvangen extra magazines voor hun relaties.

Voor meer informatie, vragen of adreswijzigingen: neem contact op met:

Jan Bruins 06 - 20 44 61 76

Annemarie Teeken 06 - 51 19 75 88

Annet Spijkerman 06 - 23 74 25 96

Copyright

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico.

Aansprakelijkheid

Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.

COLOFON EN INHOUD / 4
Partners Colofon Huize Dahme
5 / 12 6 32 46 44 38 Rondetafelgesprek 6 Eqib | The Human Factor 12 Labmicta 14 Impact 18 Liberein 20 Column Vogellanden, Fenna Eefting 23 Baker Tilly 24 WGV Zorg & Welzijn 26 Hogeschool Windesheim 30 ZGT 34 Sectortafel Zorg en Welzijn 36 Zorgvilla Huize Dahme 40 Ausems en Kerkvliet 42 Deltion College 44 Stichting Hart voor Zwolle 46 Health Valley 48 Landgoed de Uitkijk 52 Buro Kaap 54

Even voorstellen

Jan-Ernst van Driel

Directeur Deltion College. Deltion heeft onder meer vele techniekopleidingen én zorgopleidingen. Toepassing van techniek in de zorg ziet Jan-Ernst als één van de oplossingen voor het nijpende personeelstekort in de zorg.

Corine Böhmers

Op het moment van schrijven is Corine innovatiemanager bij zorginnovatienetwerk Health Valley. Op het moment van publiceren is zij directeur-bestuurder van Stichting Roset, één van de dertien landelijke regionale ondersteuningsstructuren (ROS). Roset geeft als Twentse ROS advies bij complexe samenwerkingen voor de eerstelijnszorg, Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) en ketenpartners.

Elise Hol

Van origine verpleegkundige, nu oprichter en manager Twentse Koers. Twentse Koers maakt samen met 300 partijen, waaronder Twentse gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties, hulpverleners en (zorg)professionals afspraken over de aanpak van zorguitdagingen in Twente.

Maarten Renkema

Assistent professor en Universitair Docent (UD) HRM, technologie en innovatie, met als specialisme innovatiemanagement en kunstmatige intelligentie in de zorg. Begeleidt studenten, doet onderzoek en geeft trainingen in het bedrijfsleven.

gesprek
INN
Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Lars Smook

De zorg moet op zijn kop: als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg

Nederland staat voor pittige opgaven in de zorg. Om de zorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden, is verandering nodig. Want, als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Vier experts op het gebied van zorg, ieder met hun eigen achtergrond, gaan in gesprek. Over één ding zijn ze het roerend eens: ‘We moeten het sámen anders doen’.

We gaan 50 jaar vooruit in de tijd. Eén van je naasten is geopereerd en mag vanuit de operatiekamer direct naar huis. Hoe zie je dat voor je?

Corine: ‘In de Verenigde Staten gebeurt dit al, bij het Mercy Virtual Care Center in St. Louis. Verpleegkundigen die fysiek minder belastbaar werden, zijn

omgeschoold tot ‘connected care nurses’. Zij monitoren op afstand patiënten die thuis herstellen. Bij deze thuispatiënten ziet het eruit alsof ze op de intensive care liggen: sensoren monitoren hun vitale functies. De resultaten van deze aanpak zijn verbluffend. Deze patiënten herstellen sneller dan patiënten in het ziekenhuis.’

Jan-Ernst: ‘Behalve op de technologische mogelijkheden, doen we over 50 jaar

een beroep op de directe omgeving van de patiënt. Die verschuiving is nu al gaande. Steeds meer zorg doen we zelf, met minder ondersteuning van professionals. Volgens mij moeten daarom alle Nederlanders nu al bezig met het aanleren van basisvaardigheden: steunkousen aantrekken, een wond verschonen. Dat soort dingen. Daarnaast lijkt het me mooi om de ‘nationale reserve’ warm te maken om weer in de zorg te werken; er zijn zo’n 100.000 mensen in Nederland die verpleegkundige waren en nu iets anders doen. Dat ‘leger’ moeten we wakker maken.’

Elise: ‘Een andere verandering die nu gaande is en over vijftig jaar zeker gerealiseerd zal zijn, is dat de nadruk komt te liggen op preventie. We gaan van ‘zorgen voor’ naar ‘voorkomen dat’. En dat is nodig. Paramedici en welzijnswerkers krijgen een veel grotere rol. Na de oorlog hadden we het in Nederland financieel goed wat betreft zorg en welzijn. Het idee was dat we de mensen aan wie we de wederopbouw te danken hadden, goed moesten verzorgen. Vanuit die tijd stamt de verzorgingsstaat, maar die is nu op zijn retour.’ >

7 /

Hoe groot is de rol van techniek in ‘de nieuwe zorg’?

Elise: ‘Alles is tegenwoordig gericht op langer thuis blijven wonen. Techniek en technologie kunnen daarbij helpen. Er zijn bijvoorbeeld apps in ontwikkeling waarmee buurtbewoners ‘een oogje in het zeil kunnen houden’ bij elkaar. Stel dat iemand met dementie nog thuis woont. Die gaat een blokje om. Op basis van gps krijgen de mensen die op dat moment thuis zijn een melding. Die kijken dan een keer extra om zich heen om te zien of alles goed gaat met die persoon.’

Corine: ‘De robot zal ook echt zijn entree maken. In ziekenhuizen en verpleeghuizen kan een robot routinetaken overnemen, zoals de post rondbrengen, maaltijden serveren en medicijnen uitdelen. Dat leidt tot meer efficiënte zorg en de professional houdt ruimte voor persoonlijk contact. Een groot deel van de mensen lijdt nog aan robotangst, bijvoorbeeld vanwege de impact op de privacy. Bovendien kunnen mensen zich ongemakkelijk voelen bij het idee dat machines taken uitvoeren die mensen normaliter doen. Maar robots zijn superleuk en juist een laagdrempelig

aanspreekpunt voor mensen die zich bezwaard voelen om steeds de zorgprofessional aan te spreken voor hulp bij kleine taken.’

Maarten: ‘De mens is altijd angstig geweest voor techniek. Toen de eerste trein vertrok, liep er een man voor die trein uit. Vlag in de lucht, want stel je voor dat iemand de trein niet aan zag komen, levensgevaarlijk. Sommige mensen denken zelfs dat techniek de mens zal uitroeien of op zijn minst zal vervangen. In mijn ogen gaat het niet over het vervangen van mensen of banen, maar om het vervangen van taken. Daarbij zullen mensen altijd nodig blijven. Al is het maar om te voorkomen dat mensen robots of andere technologie te véél gaan vertrouwen. Want wat is gebleken, is dat mensen de neiging hebben om te geloven wat een computer zegt. Kortom, technologie gaat niet de huidige zorg vervangen, maar wel andere zorg mogelijk maken.’

Elise: ‘Als we technologie goed toepassen, krijg je niet minder zorg, maar heb je minder zorg nódig. Een praktisch voorbeeld hier uit Twente:

‘De wereld dat ben jij’ Tip van Corine Böhmers ‘Ik ben filosofisch ingesteld. In de boeken ‘De wereld dat ben jij’ en ‘Wie kies je om te zijn’ van Roek Lips staan gesprekken en gedachten over een nieuwe tijd. Hoe onbeduidend je ook denkt dat je bent, je hebt invloed. Daar geloof ik zelf ook in. En hoe meer iedereen een volwaardige plek in de maatschappij krijgt, hoe meer mensen invloed hebben.’

‘Door technologie krijg je niet minder zorg, maar heb je minder zorg nódig’

Elise Hol

er was een dame die voor de toiletgang afhankelijk was van de thuiszorg.

Zij heeft nu een toilet dat na de toiletgang haar automatisch wast en droogt. Zij kan nu weer naar de wc wanneer ze wil. Zelfstandig.’

INN’GESPREK / 8

Wie zijn aan zet om dit soort oplossingen ‘normaal’ te maken?

Corine: ‘Iedereen heeft een rol, van thuiszorg tot zorgverzekeraar. Neem die laatste groep. Is er een baanbrekende zorginnovatie, dan ziet iedereen die graag breed beschikbaar. Net als het innovatieve

‘Om creatief over oplossingen na te denken, moeten we alle structuren en belangen wegdenken. Out of the box’
Maarten Renkema

toilet waarover Elise net vertelde. Echter, verzekeraars zijn vaak terughoudend om technologieën te vergoeden die niet uitvoerig zijn getest of waarvan de kostenbatenverhouding nog niet duidelijk is. Dat leidt tot vertraging. En dit is slechts één voorbeeld van één ketenpartner.’

Jan-Ernst: ‘Ik ben commissaris van een woningbouwcorporatie geweest. In die tijd ontstond het Knarrenhof. Een Knarrenhof bestaat uit een groep zelfredzame senioren die wonen in levensloopbestendige woningen in een hofje. Prachtig initiatief. Daar mogen we er van mij vele van bouwen in Nederland. Maar we slagen er überhaupt niet in om iets te bouwen. Ik denk er met een paar vrienden serieus over na om allemaal ons huis te verkopen en dan samen in één villa te gaan wonen.’

Corine: ‘Een kangoeroewoning aanbouwen hetzelfde verhaal; zie daar maar eens een vergunning voor te krijgen.’ >

‘Een open blik’

Tip van Jan-Ernst van Driel

‘Wat ik altijd fantastisch vind, is de rubriek Spitsuur in het NRC op zaterdag. ‘A day in the life’ van een gezin. Het dagelijks leven van een willekeurig gezin wordt uit de doeken gedaan. Wat mij helpt, is de open blik, het zien van de dagelijkse realiteit van een ander.’

‘Samenwerken met AI’

Tip van Maarten Renkema ‘Op X volg ik de Amerikaanse professor Ethan Mollick. Hij tweet over co-intelligence. Oftewel, hoe je kunt samenwerken met ai. Dus niet vanuit het idee dat we worden gevangen door technologie, maar juist dat we kunnen worden gehólpen door kunstmatige intelligentie.’

9 /

Elise: ‘Ja en als ze ergens gaan bouwen, is het niet afgestemd met de voorzieningen in die plaats. In een Twentse gemeente wilden ze woningen neerzetten. Top. Alleen de huisartsen – waaraan in heel Nederland ook een tekort is – hadden geen idee hoe ze al die extra mensen van dienst moesten zijn. Dit soort dingen laat zien dat we geïntegreerd moeten werken. We moeten het gesprek goed en sámen voeren.’

‘We moeten een integraal leefakkoord hebben, in plaats van een integraal zorgakkoord’

Jan-Ernst van Driel

Corine: ‘We hebben het hier aan tafel over zorg, voor een zorgmagazine, maar eigenlijk gaat het over veel meer dan zorg alleen. Alle domeinen grijpen in elkaar. Technologie, wonen, transport, werkgelegenheid, duurzaamheid, ga zo maar door.’

Jan-Ernst: ‘We moeten een integraal leefakkoord hebben, in plaats van een integraal zorgakkoord.’

Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?

Elise: ‘Ik pleit voor een integrale aanpak, waarin we vanuit één gezamenlijk belang handelen. En dat gezamenlijk belang is in mijn ogen: gezondheid. Momenteel financieren we in Nederland nog ‘zorg’. Voor zorgverleners is het daarom rendabel om meer zorg te verlenen; heeft iemand suikerziekte, dan wordt de behandelend arts betaald. Dat moet andersom. Krijgt iemand géén suikerziekte, dan worden

‘Hoe werkt het sociaal domein’

Tip van Elise Hol

‘Ik raad de boeken van de Argumentenfabriek aan. Eén daarvan heet ‘Hoe werkt het sociaal domein’. De reden dat ik dit aanprijs, is dat in dat boek heel simpel en visueel wordt uitgelegd hoe het sociaal domein werkt. Het slaat nergens op dat dat een stoffig imago heeft. Er liggen daar juist veel kansen om zorg en ondersteuning beschikbaar, betaalbaar en toegankelijk te houden.’

de professionals beloond, die daar met preventie aan bij hebben gedragen.’

Corine: ‘Ik ben een groot voorstander van cross-over-woonzorgvormen.

INN’GESPREK / 10
‘In ziekenhuizen kan een robot de post rondbrengen, maaltijden serveren en medicijnen uitdelen’

Heel veel dingen kunnen namelijk worden gecombineerd en elkaar versterken. In mijn loopbaan bij Humanitas Onder Dak hebben we dakloze hoogzwangere vrouwen ondergebracht in een woonzorgcentrum voor senioren. Dat werkte heel goed. Alleen al omdat de ouderen die levendigheid van pasgeboren baby’s fantastisch vonden: van uitzicht op sterven naar zicht op nieuw leven.’

Maarten: ‘Delen werkt. Door dingen op tafel te leggen en te onderzoeken, kun je ook impact hebben. Dat is hoe ik de rol vanuit wetenschappelijke hoek zie. Ik wil bijvoorbeeld onderzoeksresultaten delen,

Corine Böhmers

workshops geven en lezingen en blogs schrijven.’

Jan-Ernst: ‘We moeten openstaan voor nieuwe ontwikkelingen, nieuwe connecties en elkaars zienswijze. Als je over je eigen schaduw heen springt, vind je oplossingen. Ik dacht zelf altijd dat ik het beste idee had, maar als ik het met iemand deelde, werd het een nog beter idee. Dus deel met anderen. Regio Zwolle en Twente hebben dat voor op de rest van het land. Hier hebben we interesse in een ander.’

Maarten: ‘Om creatief over oplossingen na te denken, moeten we alle structuren

en belangen wegdenken. Out of the box. Hoe moet de gezondheidszorg in Nederland eruitzien? De studenten die ik lesgeef, kunnen daar nu of in de toekomst ook aan bijdragen, want nadat zij afstuderen, komen ze veelal terecht op beleid, consultancy of advies. In het kader van samen optrekken zou ik Elise graag voor onze studenten laten spreken over samenwerking tussen organisaties. Hoe doe je dat? Hoe creëer je een ecosysteem? Hoe ga je om met weerstand van mensen in organisaties? Innovatie ontstaat alleen door sámenwerken.’ \

11 /

Klaar voor de toekomst met ‘strategie in 100 dagen’

Recruitment- en HR-bedrijf Eqib | The Human Factor en Jongbloed Strategen slaan de handen ineen om zorgorganisaties te helpen vernieuwen. Met een bewezen gezamenlijke aanpak, genaamd ‘Strategie in 100 dagen’, helpen ze klanten ambities waarmaken. ‘We maken geen vuistdik rapport dat in een la belandt, maar gaan pragmatisch aan de slag met gemotiveerde mensen.’

‘Vrees AI niet, maar benut juist de kansen’

Tip van Erik Lammers

‘Ga eens experimenteren met ChatGPT. De tool begrijpt menselijke taal en kan antwoorden genereren. Zet met ‘strategie in 100 dagen’ de eerste stappen en ondervind waar AI je mensen kan helpen. Maar onthoud: kunstmatige intelligentie is een krachtige technologische ontwikkeling, maar het is en blijft mensenwerk!’

EQIB | THE HUMAN FACTOR / 12 Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lars Smook

Waar moet ik beginnen met het realiseren van mijn strategie?

Hoe krijg ik grip op m’n geldstromen? Of: moet ik ook niet iets met kunstmatige intelligentie of cybersecurity? Het zijn vragen die veel organisaties en ondernemers bezighouden, niet alleen in de zorg. Strateeg en partner Erik Lammers van Jongbloed besloot het anders te gaan doen, hen op een vernieuwende manier te gaan helpen.

Worsteling

‘Ook ik was iemand die in het verleden na vele meetings met ellenlange rapporten voor mijn klanten kwam’, vertelt Erik.

‘Dan kwam er een directeur of manager bij me die zei: we hebben plannen gemaakt, maar het wordt niet opgevolgd. Rendementen lopen achter en we hebben veel en vaak te maken met faalkosten, zoals retouren, afvalstromen en verspilling. Of er ging veel te veel tijd naar het maken van roosters en planningen, iets wat zeker ook in de zorg speelt. Veel bedrijven worstelen met dubbele handelingen, moeten fouten herstellen. Dat kost drie keer zoveel tijd dan het in één keer goed doen. Uiteindelijk had ik geen grip op wat er met mijn rapport gebeurde. Vaak te weinig, omdat zo’n rapport van een consultant voorbijgaat aan de actuele situatie en er te weinig tijd wordt genomen voor de borging van de voorgestelde nieuwe werkwijze. Een andere route is nodig.’

‘We laten mensen áán de onderneming werken, niet ín de onderneming’
Erik Lammers

Röntgenfoto

Maar wat werkt volgens Marion en Erik dan wel? Ze schetsen hun ‘Strategie in 100 dagen’. Erik: ‘In de eerste dagen voeren eigen mensen van de organisatie een scan uit, een soort röntgenfoto. De organisatie wordt getoetst op 15 facetten. Het begint met de eigen identiteit. Wat is ons streefbeeld en welke kennis en kunde hebben we nodig om die ambitie te realiseren? Zijn we in staat aan de veranderende klantbehoeften te voldoen? De scan brengt de ontwikkelkansen in beeld voor de processen, informatie en IT, leiderschap en bedrijfscultuur. Overal staat de mens centraal. Uiteindelijk is het heel mooi dat je je kernwaarden trots op je website hebt staan, maar zijn die ook echt ingebakken in je werkproces? Of zijn het alleen loze woorden? Daar komen we dan al snel achter.’

Inzicht

‘Na de eerste scan wordt met een gemotiveerd projectteam een plan op 1 A4’tje gemaakt’, aldus Erik. ‘In mijn optiek is strategie voor negentig procent uitvoering.

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Marion Teesink, eigenaar Eqib

‘Oprechte motivatie vanuit de hele organisatie vormt de basis voor verandering. Daarbij staat de klant, client of patiënt altijd centraal. Dat is waarvoor je organisatie staat opgesteld, aan wie je waarde toevoegt. Maak zaken wat kleiner en ga gewoon doen, met (en niet voor) elkaar. Aanpakken, soms proberen, dan reflecteren en nog beter maken. Bestuurders, geef ruimte en toon lef. Dan ga je veranderen!’

Vaak zie je dat er al heel veel kennis en kunde in de organisatie zit, het moet alleen georganiseerd en geactiveerd worden.’

Marion vervolgt: ‘Veel organisaties, zeker ook in de zorg, zijn zich niet bewust van hoeveel tijd er in bepaalde werkzaamheden gaat zitten. En ook de keuze op welk vlak te innoveren is vaak een lastige. Om die keuze te maken, moet je eerst echt goed weten waar je als organisatie staat. Dat inzicht ontbreekt nog vaak of wordt op verschillende niveaus anders ingeschat.’

Erik: ‘Ik sprak laatst een bestuurder die op Nieuwsuur een item over cybersecurity zag. Hij dacht: hier moet ik ook iets mee. Maar voor hij het wist, was de week weer voorbij en constateerde hij dat het niet was gelukt iets van de grond te krijgen. Een treffend voorbeeld.’

‘Mooi dat je kernwaarden op je website staan, maar kloppen ze ook?’

Marion Teesink

Terug naar de aanpak van Eqib en Jongbloed. Marion: ‘Na die scan formeren we binnen het bedrijf een multidisciplinair team. Gemotiveerde medewerkers die bereid zijn een stapje extra te zetten naast hun huidige taken. Aán de onderneming werken, niet ín de onderneming. Het is heel belangrijk eigenaarschap en verantwoordelijkheid deels op de werkvloer te beleggen. Voor zaken waar mensen zich al tijden aan ergeren, proberen we dan tijd te maken. Met hulp en begeleiding van onze kant gaan we samen aan de slag en verder groeien, mét je mensen. Onze aanpak is in het bedrijfsleven bewezen succesvol en we hopen hiermee ook in de zorg veel te kunnen betekenen.’ \

13 / Hazenweg 60, 7556 BM Hengelo / T 074 349 40 74 / www.eqib.nl

Labmicta, een ongekend ondernemend medisch laboratorium

Verandering omarmen, kansen aangrijpen en samenwerken

Het zorgstelsel in Nederland staat wereldwijd bekend als één van de best geregelde. Hoe we dit vasthouden voor de toekomst, is op z’n zachts gezegd een flinke uitdaging… Hoe blijven we samen kansen zien en openstaan voor creatieve ideeën? Want als we doen wat we deden, boeken we geen andere resultaten. Medisch laboratorium Labmicta is niet bang om te veranderen. Ze ziet kansen én durft deze met een weloverwogen dosis lef te aan te grijpen en doet dit graag in goede samenwerking met anderen.

Aanpassen aan de snel veranderende omgeving

Directeur Sanne Tempel: ‘Labmicta is al 75 jaar voor zorgverleners dé betrouwbare regionale partner voor microbiologische diagnostiek (op virussen, bacteriën, parasieten en schimmels). En dat zijn we nog steeds, maar we doen de dingen niet meer zoals we ze altijd deden. De zorg en ons speelveld -de medische diagnostiekzijn de afgelopen jaren enorm veranderd. Als zelfstandige zorgstichting zijn we er voor het maatschappelijke belang. Labmicta is een grote regionale werkgever en onmisbare partner voor goede patiëntenzorg. Het aanpassen van onze organisatie aan wat de snel veranderende omgeving vraagt, is essentieel om in de toekomst te blijven bestaan en onze maatschappelijke rol te vervullen.’

De buitenwereld naar binnen

Wat zijn sleutelwoorden in die aanpassingen, wat doet Labmicta anders dan ze deed? ‘We waren een intern georiënteerde organisatie, verzekerd van bestaansrecht en vanzelfsprekende aanvragen. Nu halen we de buitenwereld naar binnen. We verstaan de kunst om met onze diensten te voorzien in de behoeften van onze relaties. Daarvoor moet je in gesprek gaan en luisteren. Laagdrempelig contact, duurzaam samenwerken en je relaties met service ontzorgen ... Gelukkig was Labmicta daar altijd al sterk in. We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. En dat doen we met ons hele team, waarin iedereen een rol heeft,’ aldus Sanne.

Groeien tot we niet meer weg te denken zijn Vanuit zorgverzekeraars is er een beweging naar een afnemend aantal laboratoria in Nederland, want de zorg moet minder versnipperd en meer integraal. Sanne: ‘Labmicta heeft hierop haar ambitie afgestemd. We willen groeien tot we niet meer weg te denken zijn in het speelveld infectiezorg en de medische diagnostiek. Dit betekent dat we onze diensten uitbreiden en verder kijken dan de muren van microbiologische diagnostiek. En dat doen we vooral met ketenpartners, want goede zorg lever je altijd samen. We worden niet het grootste laboratorium maar wel het meest ondernemende en flexibele. Daarin onderscheiden we ons van andere laboratoria. We zien kansen en durven deze ook aan te grijpen. Bijvoorbeeld door samen met Roessingh Arbeid (zie kader ‘Preventie voor werkgevers en hun werknemers’) te verkennen hoe we samen preventieprogramma’s aanbieden aan werkgevers die goed willen zorgen voor hun medewerkers. En door actief deel te nemen aan de digitale regionale zorgtransformatie met Zorgnetoost en talrijke ketenpartners (zie kader ‘Vanuit vertrouwen en samenwerking naar beschikbaarheid van gegevens’),’ schetst Sanne.

Tekst Labmicta / Fotografie Lars Smook en eigen fotografie LABMICTA / 14

Anders denken & doen Tips van Sanne Tempel

1 Podcast en boeken: Omdenken

Iedere maandagochtend is er een nieuwe podcastaflevering van ‘Omdenken’ op Spotify en er verschenen diverse boeken over ‘Omdenken’. Is er wel echt sprake van een probleem’ of ‘is het probleem misschien de bedoeling’ en ‘welke mogelijkheden biedt het probleem’, zijn typische, positief prikkelende omdenkvragen.

2 Techniek: Stel het eens op

Soms loop je vast met een probleem en vraagstuk en kom je daarin niet verder. Een techniek die dan enorm kan helpen is door het probleem of vraagstuk ‘op te stellen’. Bijvoorbeeld door het met papiertjes of houten poppetjes (van Wibra, Hema of Action) letterlijk op tafel te leggen en van daaruit verder te verkennen. Je krijgt dan beter zich op het hele systeem van het probleem of vraagstuk. >

15 /

De digitale regionale zorgtransformatie

Vanuit vertrouwen en samenwerking naar beschikbaarheid van gegevens

Stel je voor… het is 2030. Je vader is pas geopereerd. De thuiszorg is vooraf al geregeld door de huisarts, die goed zicht had op de beschikbare capaciteit. Dankzij digitale monitoring kan je vader versneld terug naar huis. De thuismonitoring maakt vanzelf duidelijk wanneer het nodig is om direct aan de bel te trekken bij de zorgverlener, wat je gemakkelijk via een chat of appje regelt.

Gegevens op het juiste moment voor juiste partij beschikbaar

Dit wensbeeld schetste MST-bestuurder en voorzitter van de stuurgroep* digitale regionale zorgtransformatie Joyce BergerRoelvink tijdens een eerste informatiebijeenkomst in januari 2024 over de digitale regionale zorgtransformatie. Als onderdeel daarvan zet de regio zich nu allereerst in voor de realisatie van een digitale snelweg (datahub) die gegevens van cliënten/patiënten op het juiste moment beschikbaar stelt aan de juiste organisaties in plaats van deze, zoals nu, onderling uit te wisselen. Een groot aantal zorgorganisaties die veel gegevens uitwisselt, is betrokken bij de eerste stap in deze transformatie, die vooral vraagt om anders te denken en te doen …

Zorgnetoost: regie op ontwikkeling naar databeschikbaarheid

Erik Pigge, directeur-bestuurder van Zorgnetoost en stuurgroeplid: ‘In de digitale regionale zorgtransformatie ondersteunt

Zorgnetoost zoveel mogelijk regionale zorgpartijen in de ontwikkeling naar databeschikbaarheid. Vanuit een overkoepelende regierol houden we overzicht, stimuleren en zien we toe op de juiste acties. De eerste stappen die we met de betrokken partijen nu zetten in deze transformatie, zijn gericht op het verkrijgen van een subsidie voor de ontwikkeling van een regionale digitale snelweg (datahub). Hiervoor dienen we voor de zomer een gezamenlijk plan in. Dit beschrijft hoe de regionale transformatie en datahub vorm krijgen door middel van een zestal zogeheten usecases, waarbij beschikbaarheid van gegevens cruciaal is.’

Onderling vertrouwen, anders denken en doen ‘Er bestaan meer ‘regionale datahubs’ maar zoals we die in onze regio vormgeven, getuigt van een unieke, brede samenwerking. Daar zijn we trots op! Natuurlijk behelst zo’n digitale transformatie nog veel meer dan de stappen die we nu zetten. De transformatie is bedoeld om samen de zorg toegankelijker, efficiënter en toekomstbestendiger te maken. Door anders te denken en doen. Het staat of valt met onderling vertrouwen, in elkaar en in de techniek,’ aldus Erik.

Diagnostisch portaal, één van de usecases Labmicta is één van de in deze fase actief betrokken zorgpartijen. Als vertegenwoordiger van de andere regionale diagnostische partijen zit Nashwan al Naiemi, bestuurder en arts-microbioloog van Labmicta in de stuurgroep van de digitale regionale zorgtransformatie: ‘Ongeveer 70% van alle behandeltrajecten start met diagnostiek. Een regionaal portaal waarin zorgverleners laagdrempelig diagnostiek aanvragen, inzien en delen, draagt bij aan goede zorg. Het scheelt zowel de zorgverlener als patiënt/ cliënt kostbare tijd die soms levens redt. Hoe sneller een ziekenhuis bijvoorbeeld een diagnostiekuitslag inziet, hoe sneller de juiste behandeling kan starten. Dus als arts ben ik zeer blij met deze digitale regionale zorgtransformatie en als regionale ketenpartner draagt Labmicta hier samen met haar partners graag actief aan bij.’

De podcast ‘zorgen voor de zorg’ door David de Jong en Reinier Hakvoort.

* De huidige stuurgroep van de digitale regionale zorgtransformatie bestaat uit bestuurders van de volgende zorgorganisaties: Zorgnetoost, Labmicta, MST, Bureau Acute Zorg Euregio, ZGT, Livio, Mediant, SHT-THOON/FEA-CHPA, TAO/UA en Carintreggeland.

LABMICTA / 16
Anders denken & doen Tip van Erik Pigge

Samen méér betekenen voor de zorg

Preventie voor werkgevers en hun werknemers

Door de vele uitdagingen in de zorg wordt preventie steeds belangrijker. Deze trend sluit aan bij het feit dat een groeiende groep mensen regie pakt op hun gezondheid. Ook werkgevers zetten vaker in op preventie en bieden medewerkers laagdrempelige trajecten hiervoor aan. Hoe borg je hierin de kwaliteit van bijvoorbeeld diagnostiek (het analyseren van testen en een goede uitslag geven) en een goede opvolging? En hoe voorkom je dat als iemand besluit de dokter te bezoeken, deze de test niet onnodig herhaalt?

Anders denken & doen

Tip van Milco Schildkamp

‘Uit het goede hout gesneden’ , door Hanke Lange.

Labmicta bedient zorgverleners

Labmicta biedt als vooraanstaand medisch laboratorium gegarandeerd die hoge kwaliteit en heeft een vertrouwde, professionele band met de regionale huisartsenpraktijken. Deed Labmicta de diagnostiek? Dan is de kans klein dat een huisarts besluit het te herhalen. Daarmee houden we de zorg ‘zuinig en zinnig’. Echter, als zorgstichting kan Labmicta alleen zorgverleners bedienen. Om toch bij te kunnen dragen aan de trend van zelfregie op gezondheid, verkent Labmicta hoe ze ook consumenten of werkgevers kan bedienen met hoogwaardige diagnostiek. Dit verkent ze nu samen met Roessingh Arbeid.

Roessingh Arbeid bedient werkgevers

Roessingh Arbeid, onderdeel van het gerenommeerde Roessingh, Centrum voor Revalidatie, heeft haar sporen op gebied van reïntegratie verdiend en ondersteunt werkgevers in hun goede zorg voor medewerkers. Diagnostiek past perfect in het totaalplaatje van preventie, maar juist dat element heeft Roessingh Arbeid niet zelf in huis. Milco Schildkamp, directeur-bestuurder van Roessingh Arbeid: ‘Roessingh en Labmicta zijn bekende ketenpartners in de zorg en vanuit die verbinding ontstond een open verkenning naar wat we samen kunnen ondernemen op gebied van preventie voor werkgevers en hun werknemers. Labmicta had hiervoor al plannen en Roessingh Arbeid eveneens.’ Wat als we vanuit onze gedrevenheid samen kansen voor de zorg omzetten naar mogelijkheden? Wat als we verkennen ‘hoe dan’ in plaats van ‘ja maar’?

Voorbij je eigen muren durven kijken

Milco: ‘We verkennen samen de best passende vorm waarin we onze krachten bundelen. Labmicta biedt de onbetwiste hoge kwaliteit van diagnostische zorg die we willen bieden aan werkgevers en hun werknemers en Roessingh Arbeid heeft een stevig netwerk van werkgevers die al jarenlang vertrouwen op onze expertise. Met deze samenwerking, waarin we voorbij onze eigen muren durven kijken, kunnen we samen méér betekenen voor de zorg en positief bijdragen aan de uitdagingen waar we voor staan.’

Zodra deze samenwerking verder uitgewerkt is, volgt er een update. Heb je al vragen of interesse, neem dan contact op met arbeid@roessingh.nl of communicatie@labmicta.nl \

17 / Boerhaavelaan 59, 7555 BB Hengelo / T 088 537 4200 / www.labmicta.nl

Werk als medicijn

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

‘Werk als medicijn’, zegt Rob Rikmanspoel, directeur van het Kamper en Drontens sociaal-ontwikkelbedrijf Impact. ‘Werk geeft mensen sociale contacten, zelfstandigheid en eigenwaarde. Ontzettend belangrijk voor een mens als individu, maar ook voor de maatschappij. Als mensen hun draai kunnen vinden, is er minder zorg nodig. Ik pleit ervoor om de W van werk toe te voegen aan de WWZ (Wonen, Welzijn, Zorg). En dat is haalbaar ook, want voor de meeste kandidaten is werk te vinden. In de zorg liggen veel kansen.’

Marita (41 jaar) uit Kampen ontving een bijstandsuitkering toen ze zich in het Werkcafé (onderdeel van Impact) meldde bij consulent Joyce Kiers. ‘Ze had medische klachten, maar wilde erg graag uit de bijstand. Haar wens was een baan in de zorg. In die periode hoorden we van Werkgevers Servicepunt Regio Zwolle over het zorg- en welzijnstraject’, vertelt Joyce. ‘Via dat traject gaan kandidaten met een korte opleiding aan de slag in de zorg.’

Rob Rikmanspoel, directeur Impact

‘Maak Werk onderdeel van Wonen, Welzijn, Zorg. Gun iedereen het perspectief op een baan. Elke dag zie ik mensen opbloeien en krijg ik telefoontjes van ouders die blij zijn dat hun zoon of dochter werk heeft. We hebben ieder jaar bij Impact een dag om dit te vieren. Want de kandidaten zelf, hun familie, Impact en de gemeente mogen hier echt trots op zijn!’

Zo ook Marita. Zij werkt nu bij een zorginstelling in Zwolle, als woonbegeleider. ‘In Zwolle ja’, zegt Rob. ‘Dat haar baan daar is gevonden – en niet binnen de gemeente Kampen – laat zien dat we regionaal willen werken. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vraagt daar ook om.’

Regionale aanpak

Minister Carola Schouten stelde 1 miljard beschikbaar voor de Nederlandse sociaal-ontwikkelbedrijven met als doel ‘meer mensen kans op een betaalde baan bieden’. Daarbij geldt één voorwaarde: een regionale aanpak. ‘Carola Schouten is hier geweest met de top

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer
IMPACT / 18

van het ministerie’, zegt Rob. ‘Wij hebben een ondernemingsplan gemaakt, met een heldere visie vanuit Impact.

Daarin beschrijven we onder meer hoe bedrijven uit verschillende gemeenten in de regio gebruik kunnen maken van Impact. En hoe we samen kunnen werken met de sociaal-ontwikkelbedrijven in de hele regio.’

‘Nederland telt 9,7 miljoen werkenden en 1,2 miljoen mensen staan langs de kant. Daarvan zijn 300.000 mensen werkloos, 200.000 zijn ziek, 400.000 zitten in de bijstand en 300.000 mensen werken deeltijd terwijl ze meer zouden kunnen en willen werken’, schets Rob de situatie in Nederland. ‘De mensen in de bijstand vormen onze voornaamste doelgroep. Het is de rol van het sociaalontwikkelbedrijf om mensen maatschappelijk fit en werkfit te maken en te activeren naar werk.’

Impact hoopt – samen met andere sociaal-ontwikkelbedrijven –een deel van het landelijke budget van 1 miljard euro in de regio te laten landen. ‘Daarmee kunnen we nog meer mensen activeren en begeleiden naar werk, verlonen en detacheren bij reguliere bedrijven. In de zorg liggen veel kansen. Daarnaast hebben we ook een voorziening beschut werk, waar mensen bijvoorbeeld in de keuken aan de slag kunnen. En we begeleiden mensen naar vrijwilligerswerk.’

Duurzaam aan het werk in de zorg

De kansen die Rob voor kandidaten ziet in de zorg, hebben niet alleen te maken met de grote behoefte aan extra ‘handen aan bed’. In de regio zijn er ook meerdere initiatieven die mensen helpen om aan de slag te gaan in de zorg. Bijvoorbeeld het zorgen welzijnstraject waarmee Marita in de zorg instroomde, maar ook: de WEP Trein voor werk-ervaringsplekken. Afhankelijk van de achtergrond van de kandidaat, kan de beschermde omgeving van Impact ook een begin bieden. ‘Bij ons kan iemand een basis opbouwen. Werkritme opdoen en omgaan met collega’s en leidinggevenden. Dat wordt afgesloten met een certificaat.’

In samenwerking met het onderwijs biedt Impact vervolgens drie mogelijke routes: de Oriëntatieroute, de Schakeltrajecten en de Leerwerkroute. ‘We leiden geen verpleegkundigen op’, zegt Rob. ‘Maar wel mensen waardoor de verpleegkundigen meer handen vrij hebben voor de daadwerkelijke zorgtaken. Onze kandidaten kunnen zorgmedewerkers ontzorgen. Denk aan schoonmaak, ondersteuning in de keuken, voorraadkasten bijvullen, opruimen en handen aan bed. Kortom, ‘doe-werk’. Kandidaten kunnen al beginnen met twee dagen van twee uur. En dat kan uitgroeien naar wellicht een fulltimebaan. De begeleiding en verloning kan allemaal via Impact gaan. Niet zelden komt iemand uiteindelijk rechtstreeks voor de zorgorganisatie zelf te werken. Graag zelfs.’ \

In verband met de privacy is de naam Marita gefingeerd.

‘Je eigen broek ophouden’

Tip van Rob Rikmanspoel

‘Hans Borstlap is voormalig Nederlands topambtenaar op onder meer Sociale Zaken. In diverse podcasts vertelt hij hoe mensen vanaf dag één kunnen werken aan hun arbeidsmarktpositie, met als uitgangspunt dat mensen hun eigen broek kunnen ophouden. Zijn woorden legden de grondslag van ons Werkcafé, van waaruit we alle mensen met vragen over werk verder helpen. Werken is immers goed voor de mens, goed voor sectoren zoals de zorg en goed voor de maatschappij.’

19 / Gildestraat 1, 8263 AH Kampen / T 038 311 59 44 / www.impact.nl

Bestuurders praten vandaag over ouderenzorg van morgen

Het is vijf over twaalf in de ouderenzorg. Landelijk zijn er zo’n 22.000 senioren die vandaag nog verpleeghuiszorg nodig hebben, maar waar geen plek voor is. Ook in Twente is de situatie nijpend, en tegelijkertijd zijn er mooie kansen. Bestuursvoorzitters Heidi Pot-Witbreuk (Liberein), Patricia Bangma (Zorggroep Sint Maarten) en Rick Hogenboom (woon- en zorgcentrum De Posten) delen hun visie op de toekomst van de ouderenzorg.

De drie bestuurders schuiven aan in het kantoor van Heidi bij Liberein, met uitzicht over de Boulevard 1945 in Enschede. Niet voor het eerst en zeker niet voor het laatst, want ze zoeken elkaar actief op en werken nauw samen. ‘We zien elkaar niet als concurrenten, maar als partners. We hebben elkaar nodig.

Van competitieve marktwerking is, zeker in de ouderenzorg, geen sprake meer’, vertellen ze eensgezind.

‘Er is nog iets veranderd, want eigenlijk dekt die term ‘ouderenzorg’ steeds minder de lading’, gaat Patricia verder. ‘We spreken liever over de zorg voor ouderen, want die zorg is voor ons allemaal. Het is daarmee een maatschappelijk opgave die veel groter is dan alleen de sector ouderenzorg zoals wij deze nu kennen.’

Hoe die veranderende maatschappij eruitziet, wat dat vraagt van de ouderen zelf, maar ook van hun naasten en van zorgpersoneel, wordt regelmatig aan deze tafel besproken.

Meer samen

‘Zie je dat gebouw daar?’, wijst Heidi. ‘Dat is het Korteland, huurappartementen die onderdeel zijn van Liberein. Daar wonen mensen die in het oude zorgmodel op het moment dat ze verpleeghuiszorg nodig hebben, zouden moeten verhuizen naar dit hoofdgebouw, om hier verpleegd te worden. Ze kunnen nu blijven wonen in hun eigen vertrouwde omgeving, in hun eigen appartement. De zorg die ze nodig hebben, wordt achter de eigen

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Heidi Pot-Witbreuk, Liberein

Volgens Heidi is de ouderenzorg zoals we die kennen uit de tijd van de verzorgingsstaat, ingehaald door de realiteit. ‘Naast de kwaliteit van zorg is kwaliteit van leven een bepalende factor geworden. Dat vraagt een andere manier van denken en doen. Van zorgmedewerkers, van ouderen zelf en van hun naasten. Zorgmedewerkers moeten wennen aan het delen van taken en het erbij betrekken van familie. Belangrijk zijn daarom het gesprek en het begrip voor elkaars perspectieven en behoeften.’

Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lars Smook LIBEREIN / 20

Twentse ouderenzorgbestuurders

Heidi Pot-Witbreuk, Patricia Bangma en Rick Hogenboom

Samenwerking

Binnen de ouderenzorg in Twente wordt intensief samengewerkt door deze partners: Zorggroep Sint Maarten, Carintreggeland, TriviumMeulenbeltZorg, Zorgaccent, zorgfederatie Oldenzaal, de Vriezenhof, Livio, De Posten, Manna, Liberein en de Warme Huizen.

voordeur verleend. Tegelijkertijd kunnen ze gebruikmaken van onze centrale voorzieningen om elkaar te ontmoeten, zoals het restaurant, het winkeltje en activiteiten. Het tekent de nieuwe generatie ouderen, zij verwachten iets anders. Ze willen de regie op hun eigen leven behouden, langer thuis blijven wonen. Dertig jaar geleden pakte je je koffertje en ging je naar het verzorgingstehuis. Deze generatie is gemiddeld genomen ouder, maar zeker ook vitaler. Daar moeten we in mee en ergens is dat ook heel mooi. Kijk, we kunnen een negatief verhaal ophangen over de financiëleen arbeidsmarktkrapte, over dat in 2040 1 op de 3 mensen in de zorg moet werken en dat het aantal mensen met dementie de komende jaren groeit met veertig procent. Maar wij zien de huidige tijd juist ook als kans. We móeten het anders gaan doen, zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Meer samen. Wij als organisaties, maar ook samen met gemeenten, burgers, woningcorporaties en welzijnsorganisaties.’

Ouderen-hub

Dat ‘samen’ krijgt volgens Rick bij De Posten steeds verder vorm. De Posten koos ervoor enkel nog de locatie in de wijk Wesselerbrink

in Enschede-Zuid te behouden. Die plek fungeert nu als ouderenhub in de gehele wijk. ‘De geschiedenis van de verpleeghuiszorg is medisch, nu gaat het over welzijn en regiebehoud’, vertelt hij. ‘In 2022 is het aantal verpleeghuisplaatsen bevroren op 130.000 plaatsen. De Posten heeft 352 verpleeghuisplaatsen. Niet genoeg voor de groeiende wachtlijsten. De toenemende behoefte aan verpleeghuiszorg zal dus vooral thuis in de wijk moeten plaatsvinden.’

Patricia: ‘Bij Zorggroep Sint Maarten hanteren we eenzelfde model. Wij zitten vooral in de dorpen en daar zie je van oudsher al dat ‘noaberschap’ sterk is, daar hebben we rondom ouderen zeker baat bij. Maar ook in het wat grotere Oldenzaal komt de centrale functie nu goed van de grond bij ons. Onze locatie is een natuurlijke uitvalsbasis voor de wijk. Een plek waar het gemeenschapsgevoel versterkt wordt, waar familie helpt. Tegelijkertijd merk ik nog wel dat de omslag in manier van denken nodig is. Soms kom je die verzorgingsstaat van Drees weer tegen. Dat mensen denken: ‘Zo, ik heb er mijn hele leven voor gewerkt, nu is het moment daar en heb ik recht op zorg.’ Uiteraard willen we hen dat recht niet ontnemen, maar niet alles kan hetzelfde blijven. Dat besef is nodig. Het helpt echt als mensen die communities omarmen, zodat je niet meer alleen bij ons komt als het echt niet meer gaat. We willen af van het institutionele verpleeghuis, dat voor sommigen nog een schrikbeeld is.’

Proeftuin

De ouderenzorg vraagt dus om verandering en daarbij hoort bestuurlijk lef. De bestuurders noemen een aantal voorbeelden. Heidi: ‘We hebben in verschillende ‘proeftuinen’ een nieuwe vorm van langer zelfstandig thuis wonen ontwikkeld: >

21 /

Hoogleraar

VPT, oftewel Volledig Pakket Thuis. Hierbij huren ouderen een woonruimte bij ons en ondersteunen we ze om zo zelfredzaam mogelijk te blijven. We maken gebruik van het eigen netwerk van de cliënt en vrijwilligers, (digitale) hulpmiddelen en informele zorg. Pas daar waar technologie niet kan bijdragen aan zelfredzaamheid, en de cliënt en het netwerk het niet zelf kunnen, zetten we onze professionals in. De proeftuin is bedoeld om van de praktijk te leren. Wat gaat er goed? En wat loopt er nog niet lekker of kan beter? Daarover gaan we in gesprek.’

Patricia: ’Een doelgroep die we bij dit soort ontwikkelingen zeker niet moeten vergeten, zijn onze eigen medewerkers. Die zijn toch vaak opgeleid met de gedachte: ik moet zorgen voor mensen. En niet: hoe kunnen ouderen zo lang mogelijk goed voor zichzelf zorgen? Daar moeten we voortdurend met hen over in gesprek blijven, heel belangrijk.’

Eén auto

Volgens Heidi, Patricia en Rick fungeren de coöperatieve samenwerkingsverbanden, waarbinnen laagfrequente en hoogcomplexe zorg georganiseerd wordt, steeds beter. Heidi: ‘De Zorgschakel in Enschede is een mooi voorbeeld. Livio, Manna, De Posten en wijzelf organiseren nachtzorg samen. Niet meer vier auto’s die ’s nachts dezelfde straat inrijden, maar één.

Jan Rotmans Tip van Patricia Bangma

‘Wij alle drie vinden Jan Rotmans enorm inspirerend en ook hoopgevend. We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk, dat is wat hij voortdurend benadrukt.’

Veel efficiënter en minder kostbaar. Daardoor houden we de zorg toegankelijk en betaalbaar.’

Ook THOEZ Twente, een zorgsamenwerking rondom Almelo en Hengelo waarin naast Carintreggeland, TriviumMeulenbeltZorg, Zorgaccent en Zorggroep Sint Maarten, ziekenhuis ZGT ook participeert, kwam succesvol van de grond.

De bestuurders en de sector als geheel pakken hun rol, maar het drietal vindt ook dat de bewustwording bij burgers en overige stakeholders nog veel aandacht verdient. ‘We hebben als samenleving een belangrijke rol’, zegt Heidi. ‘We vragen iedereen dan ook nadrukkelijk na te denken over de toekomst en mee te bewegen in de gewenste verandering. Samen geven we vorm aan de zorg van de toekomst.’ \

LIBEREIN / 22
Boulevard 1945 – 505, 7511 AD Enschede / T 053 482 66 88 / www.liberein.nl

Fenna Eefting

Een ballonnetje oplaten voor goede zorg, ook in de toekomst

Goede zorg, ook in de toekomst? Dat kan hoor! Het is zelfs geen enkel probleem als de toezichthouders iets meer vertrouwen gaan geven in plaats van controle nemen, zodat bestuurders zich kunnen ontwikkelen tot echt goede werkgevers. Daardoor wordt dan heel snel bekend dat werken in de zorg het leukste en meest uitdagende is wat er is, want alle medewerkers worden ambassadeur.

Zeker wanneer diezelfde bestuurders dan ruimte kunnen geven aan de medewerkers om te innoveren. En wanneer alle (alhoewel, als één het doet gaat er al een aardverschuiving plaatsvinden) verzekeraars en het ministerie van VWS ieder initiatief om chronische aandoeningen te voorkomen of duurzaam op te lossen direct belonen en financieren - initiatieven op het gebied van preventie en leefstijlprogramma’s bijvoorbeeld - gebeurt er werkelijk iets wonderlijks. Dan hebben we echt iets te vieren.

Dat wonder kan ik het best met de volgende metafoor illustreren. Ik las over een prachtig experiment op LinkedIn. Een professor deed een experiment in een schouwburg vol studenten. Boven hun hoofd hing een enorm net met ballonnen. Op iedere ballon stond een naam; voor alle aanwezigen was er een ballon. De opdracht: als het net opengaat en alle ballonnen naar beneden dalen, moet iedereen binnen 5 minuten zijn eigen ballon hebben gevonden.

Resultaat? Mislukt! Er was veel en veel meer tijd voor nodig om iedereen zijn eigen ballon te laten vinden.

Daarna werd het experiment herhaald, maar nu met de opdracht om de opgepakte ballon te geven aan de degene wiens naam erop staat. Resultaat? Binnen 3 minuten had iedereen zijn eigen ballon.

Mijn voorstel is dat we met alle partijen van de zorgmarkt naar de schouwburg gaan. Dus met de burgers die chronisch ziek zijn, maar net geen of wel een zorgvraag hebben, de verzekeraars, het VWS, de zorgbedrijven, de gemeentes en de onderwijsinstellingen. Dan doen we dit experiment opnieuw. Met voor iedere aanwezige een ballon. Ik ben bang dat er tijdens de eerste opdracht ballonnen verstopt worden, omdat bepaalde mensen willen winnen, óók als dat ten koste van anderen gaat. Maar dan de tweede opdracht: je geeft de ballon die je vindt aan de eigenaar en dan voegen we nog één dingetje toe. Dat als iemand zijn ballon niet heeft, iedereen zijn ballon weer moet inleveren. Ik denk dat het dan helemaal goed gaat komen, zelfs in de zorgsector. \

23 /
Fenna Eefting, raad van bestuur Vogellanden

Baker Tilly helpt zorginstellingen in tijden van krappe budgetten en veranderende regels

Een belangrijk deel van de klanten van accountants- en advieskantoor Baker Tilly bestaat uit organisaties in de zorgsector. Vanuit de Overijsselse vestigingen in Zwolle en Almelo zetten de bijna tweehonderd medewerkers zich dagelijks met passie in om hun klanten zo goed mogelijk te helpen. Niet alleen met het op orde hebben van de financiën, ook helpt Baker Tilly mee met het zo efficiënt mogelijk inrichten van de organisatie. Een gesprek met Edwin Damman, Joey Reekers en Dineke Spekenbrink-Pigge, alle drie werkzaam bij Baker Tilly.

De zorgsector is een van de grootste bedrijfstakken van Nederland. Baker Tilly focust zich vooral op de care-kant van de zorg. Dan moet je denken aan instellingen in de jeugdzorg, gehandicaptenzorg, beschermd-wonen-instellingen of ouderenzorg. Daarnaast bedient Baker Tilly op het cure-gebied instellingen gericht op geestelijke gezondheidszorg. Tot de klantenportefeuille behoren ook sociale werkbedrijven en participatiebedrijven. Kortom: een breed scala aan organisaties die vanuit zorg en ondersteuning aan mensen belangrijk maatschappelijk werk verrichten.

Dineke vertelt: ‘We stellen jaarrekeningen op of controleren die, maar ook helpen we organisaties met hoe ze om moeten gaan met nieuwe wet- en regelgeving. Daar zit ons specialisme. Of we geven advies over fiscale vraagstukken, ICT, AI-mogelijkheden, HR-beleid, WNT, BI-tooling, cybersecurity en data-beveiliging.’ Edwin: ‘We staan naast onze klanten. We zijn dichtbij en betrokken en door onze brede kennis helpen we zorginstellingen zo efficiënt mogelijk te werken.’

Zingeving

Baker Tilly werkt niet voor niets samen met zorginstellingen. ‘Het zijn organisaties die het verschil maken in de maatschappij. Dan is het mooi dat we met onze deskundigheid organisaties verder kunnen helpen of ondersteunen bij hun verplichtingen. Het is voor veel collega’s ook een stukje zingeving. We kijken verder dan alleen de cijfers en denken vanuit een natuurlijke adviesfunctie mee in de onderwerpen die bij hen spelen’, zegt Joey.

Werkprocessen verbeteren Edwin, Joey en Dineke zijn veel aanwezig bij hun zorginstellingen. Daardoor zien ze heel veel van de werkprocessen binnen een

zorginstelling. Baker Tilly kijkt vooral hoe een organisatie haar werkprocessen kan verbeteren. Door alles aan de voorkant goed te regelen, wordt voorkomen dat achteraf onzekerheden of problemen in bijvoorbeeld een verantwoording ontstaan. Het is namelijk steeds belangrijker om een zo goed mogelijk beeld te hebben van de verschillende geldstromen.

Baker Tilly ondersteunt organisaties daarom bij de inrichting van het informatiemanagement met BI-tooling of doorontwikkeling van bestaande managementinformatiesystemen. Ook zitten Edwin, Joey en Dineke regelmatig om tafel met het management, de directie of het bestuur en de toezichthouders.

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Dineke Spekenbrink, senior manager audit

Daar waar een accountant weleens het gezegde ‘vertrouwen is goed, controle is beter’ herhaalt, lijkt in de verantwoordingsverplichtingen voor zorginstellingen soms de nadruk nog te veel op de controle te liggen. Het zou mooi zijn als financiers en zorginstellingen juist meer werken aan het wederzijds vertrouwen, zodat vervolgens een controle over een verantwoording weleens achterwege kan blijven. Controle voegt niet in alle gevallen wat toe, besparing in tijd en middelen levert daarbij wel wat op voor de zorglevering in Nederland.

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer BAKER TILLY / 24

Bekijk hier het laatste zorgwebinar van Baker Tilly:

Dan blikken ze niet alleen terug, ook wordt er dan samen gekeken naar toekomstige ambities, doelstellingen en ontwikkelingen.

Tijd en energie

Bij Baker Tilly zien ze nog genoeg verbeterpunten in de zorgsector. ‘Denk bijvoorbeeld aan het bij elkaar brengen van vraag en aanbod’, zegt Edwin. ‘De zorg moet duidelijk maken wat er gevraagd wordt en wat dat kost. De overheid moet dan bepalen of ze dat willen betalen of niet.’ Dineke: ‘Nu kosten de onderhandelingen die daarmee gemoeid zijn zorginstellingen heel veel tijd en energie. Dat komt omdat de budgetten in de zorg gewoon heel krap zijn.’

Volgens Edwin is de politiek dan ook aan zet om te bepalen wat de zorg in Nederland mag kosten. ‘Als je iets wilt, vraagt dat ook een prijs. De zorg moet van de politiek alles zo efficiënt mogelijk regelen, alleen voelt dat tegenstrijdig als je kijkt naar de beschikbare budgetten.’ Joey: ‘Het is een gezamenlijke opgave van de overheid en zorginstellingen om de zorg betaalbaar te houden. Daarbij is vooral van belang dat ze de samenwerking aangaan. Wij helpen onze klanten ook om het gesprek daarover op gang te brengen.’

Intrinsieke motivatie

Alle drie hebben ze veel waardering voor de mensen die in de zorgsector werken. Joey: ‘We zien dat ze met een grote betrokkenheid en passie werken. Dat maakt onze gesprekken

Human forever

Tip

van

Joey Reekers, senior manager audit

De documentaire Human Forever geeft een waardevolle inkijk in de (dementie)zorg en het belang van het blijven zien van de mens in een zorginstelling. Procedures en regels kunnen afleiden van het centraalstellen van de mens en/of de cliënt. En juist die mens is waar iedere professional in de zorg zich voor inzet.

heel leuk en zorgt ervoor dat we goed onze rol kunnen uitvoeren. Ondanks de vele veranderingen in de zorg, zien we dat zorginstellingen daar heel goed mee kunnen omgaan. Ze weten zich vanuit hun intrinsieke motivatie goed aan te passen. Door hun open blik naar buiten toe staan ze continu open voor veranderingen.’

Een voorbeeld daarbij is dat alle zorginstellingen allang bezig zijn met dataveiligheid en inspelen op de laatste ontwikkelingen. Maar soms hebben zorginstelling een sparringpartner, wat extra deskundigheid of een duwtje in de rug nodig om door te ontwikkelen. Een zorginstelling kan immers niet alle kennis in huis hebben en daarbij helpt Baker Tilly de zorginstelling graag. Zoals hun slogan ook aangeeft: Now, for tomorrow. \

25 / Burgemeester Roelenweg 14-18, 8021 EV Zwolle / T 038 425 8600 / www.bakertilly.nl

Verbinding in zorg en welzijn, cruciaal om uitdagingen op te lossen

TITEL PAGINA / 26
VERBINDING IN ZORG EN WELZIJN / 26
Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lars Smook

Ook in Overijssel is de uitstroom van zorgpersoneel enorm. Afgestudeerden zorgen niet voor voldoende aanwas om de tekorten door verzuim, pensioen (vergrijzing) en vertrek op te vangen. Een andere aanpak is nodig. WGV zorg en welzijn speelt hierop in en creëert meer verbinding tussen zorg en welzijn, onderwijs, gemeenten en verzekeraars. Gesterkt door een kamerbrief van zorgminister Conny Helder in 2022 kwam WGV zorg en welzijn in actie.

‘In die brief daagde zij Nederland uit de uitdagingen van de sector vooral regionaal op te pakken’, vertelt Liesbeth. ‘In Twente lopen we daarin voorop. We waren de eerste regio die deze uitdagingen gezamenlijk aanvloog.’ De missie van WGV zorg en welzijn om haar leden te ondersteunen op arbeidsmarktthema’s kreeg vorm met het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Twente, oftewel TAZ Twente. 60 partijen, waaronder 45 zorg- en welzijnsorganisaties in Twente, zetten hun handtekening. Vanuit 3 actielijnen wordt aan diverse projecten gewerkt: ‘(zij-)instroom door leren en ontwikkelen’, ‘anders werken’ en ‘goed werkgeverschap’. Een blik op een aantal projecten.

ZORGSTART TWENTE

Steeds meer werkgevers geven aan dat niet het opleidingsniveau, maar levenservaring, stevig in je schoenen staan en je kunnen verhouden tot de mensen die afhankelijk zijn van een hulpvraag de belangrijkste criteria zijn voor toekomstig personeel. Dat biedt kansen voor mensen die (nog) niet over de juiste diploma’s beschikken, maar wel hart voor de zorg hebben. ZorgStart biedt kansen aan zijinstromers om kennis te maken met het brede veld van zorg en welzijn. Het doel: een baan bij een van de instellingen voor zij-instromers zonder ervaring.

In het huidige complexe zorglandschap is samenwerken belangrijker dan ooit. Bij WGV zorg en welzijn, een werkgeversvereniging van bijna tweehonderd zorg- en welzijnsorganisaties in Oost-Nederland (Achterhoek, Stedendriehoek, Regio Zwolle en Twente), zit die samenwerking in het DNA. Liesbeth Laman Trip (regiomanager Twente) en Natasja Blokhorst (traineecoördinator) schetsen aan de hand van vier projecten hoe die aanpak er in de praktijk uitziet.

ZorgStart bestaat in Nederland in meerdere plaatsen, maar de aanpak in Twente is uniek door de samenwerking met het Leerwerkloket Twente, het Werkgeversservicepunt Twente en WGV zorg en welzijn. Samen verzorgen zij de coaching en matching van de kandidaten.

Hoog opgeleid

‘Tot nu toe is het zeker een succes’, vertelt Liesbeth. ‘We weten een mooi >

27 /

potentieel te bereiken, vaak best hoog opgeleid. 80 procent heeft mbo niveau 2 of hoger. Zij hebben meestal al bepaalde basiskwaliteiten en een leerpotentieel in huis om succesvol in te stromen in zorg en welzijn. We zoeken voor hen een plekje bij één van de aangesloten instellingen, waar ze gelijk al aan het werk kunnen en tegelijkertijd een opleiding volgen.’

Twente Board heeft dit voorjaar de aanvraag voor verlenging van ZorgStart gehonoreerd. Dat betekent dat ZorgStart Twente de komende drie jaar kan doorgaan.

Schilder Roy

Een treffend voorbeeld van een ZorgStarter in Twente is Roy Helming. Na een carrière als huisschilder gooide hij het roer om en ging aan de slag als agogisch medewerker bij zorgorganisatie Aveleijn in Borne. Hij had er ooit al eens geschilderd en de omgeving sprak hem ook toen al aan. ‘De e-learnings van ZorgStart hebben me een goed beeld gegeven van de verschillende aspecten in de zorg. Ook de begeleiding van de coach is erg prettig, het bevalt me uitstekend hier’, aldus Roy.

HET POTENTIEEL PAKKEN (HPP)

In de zorg schuilt veel potentieel in het vergroten van kleine deeltijdbanen. Niet alleen voor medewerkers, ook voor organisaties. Contractuitbreiding kan een belangrijke oplossing zijn. Veel mensen die nu al werken in de zorg- en welzijnssector zijn best bereid meer uren te draaien. Er valt vooral veel te winnen bij medewerkers met een kleine deeltijdbaan.

In de zorgsector heeft bijna de helft van de 1,3 miljoen medewerkers een contract van 24 uur of minder. Door echt anders te kijken naar de inzet van personeel en het brede gesprek te voeren met medewerkers blijkt dat veertig procent, onder voorwaarden, open staat voor uitbreiding in uren. De vraag is dan niet: wil je meer werken? Maar wat kunnen wij als werkgever voor jou doen zodat het voor jou aantrekkelijk wordt om meer uren te werken? Ook op dit punt is de Twentse aanpak uniek. Het project kreeg met hulp van de Twente Board subsidie vanuit de Regiodeal-middelen van het Rijk.

‘Een

wereld te winnen’

Tip van Natasja Blokhorst

De 24-jarige zorgvernieuwer

Teun Toebes heeft een missie: de levenskwaliteit van mensen met dementie verbeteren. Hij woont al jaren op de gesloten afdeling van een verpleeghuis als hij besluit deze missie naar een hoger plan te tillen. Tijdens een reis rond de wereld onderzoekt hij hoe andere landen omgaan met dementie.

Maatwerk

‘We hebben een voorstel geschreven voor een Twentse aanpak, gericht op het vergroten van de deeltijdfactor’, vertelt Liesbeth. ‘Het idee klinkt simpel: als iedere zorgmedewerker een uur extra werkt, is het probleem opgelost. In de praktijk is dit natuurlijk complexer. Een medeweker heeft vaak een reden om níet dat uurtje extra te werken. Denk aan

VERBINDING IN ZORG EN WELZIJN / 28

toeslagen of de zorg voor een kind. De HPP-methodiek kijkt in de volle breedte naar de zorginstelling, naar roosters en planning. En daarnaast vooral ook naar maatwerk voor de medewerker: hoe voer je het goede gesprek met de medewerker over de ideale omvang van het contract.’

Inmiddels gaan 19 zorg- en welzijnsinstellingen in Twente meedoen aan een verkennend onderzoek in de hele sector naar het potentieel, de kansen en de belemmeringen om de deeltijdfactor in deze sector te verhogen. Van GGZ, VVT, huisartsen, welzijn tot jeugdzorg. Iedereen is zoekende naar oplossingen om de zorg goed, veilig en toegankelijk te houden.

REGIONAAL TRAINEESHIP

Binnen TAZ Twente is er ook oog voor een brancheoverstijgend traineeship. De reden: het is soms lastig pas afgestudeerde professionals te binden aan en boeien voor de branche.

De cijfers over uitstroom variëren. Uit de cijfers van WGV zorg en welzijn voor regio Twente blijkt dat 21 procent van de totale uitstroom, uitstroomt binnen het eerste jaar. Soms gaan ze naar een andere instelling, maar veel te vaak verlaten ze de volledige sector. Redenen genoeg voor een plan om deze (jonge) professionals beter te behouden. Op 1 september gaat het Regionaal Traineeship Twente officieel van start. Er is plek voor 12 trainees uit mbo en/of hbo richting verplegende en agogische beroepen of young professionals die minder dan een jaar aan het werk zijn. Deze trainees gaan gedurende anderhalf jaar bij 3 verschillende instellingen aan de slag en volgen daarnaast een ontwikkelprogramma.

Kwartiermaker flexpoo l Vanuit het actieprogramma TAZ Twente is de werkgroep ‘regionale flexpool’ opgericht. Vertegenwoordigers van de verschillende branches in zorg en welzijn zijn aangesloten. Zij vinden dat uitwisseling van personeel daar waar de behoefte het grootst is een bijdrage levert aan het oplossen van de personele problemen.

Er zijn in Nederland al meerdere initiatieven op dit punt, maar tot op heden is er niet één duidelijke aanpak die

een oplossing biedt voor het effectief uitwisselen van personeel. Er zijn vaak financiële struikelblokken, zoals BTWregelingen en cao-afspraken tussen branches. Marloes Mulder is 2 mei 2024 gestart als kwartiermaker.

‘Met een flexpool kan de zorg meebewegen met de patiënt’

Liesbeth Laman Trip

Zij gaat samen met de partners in de regio de mogelijkheden van een regionale flexpool, of nog liever de mogelijkheden van regionaal werkgeverschap, onderzoeken en komt met een concrete aanpak.

Elitekorps

‘Je moet het zo zien dat medewerkers in dienst kunnen treden van een regionaal construct’, vertelt Liesbeth. ‘Op die manier kunnen we flexibel inspelen op waar de tekorten het grootst zijn. De huidige situatie in veel ziekenhuizen is een goed voorbeeld. Stel: een oudere komt daar binnen met een gebroken heup en krijgt een nieuwe heup. Normaal gesproken gaat diegene daarna naar een revalidatieplek of verpleeghuis, maar daar is te weinig plek. Ze blijven dan hangen in het ziekenhuis,

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Liesbeth Laman Trip

Volgens Liesbeth moeten organisaties anders kijken naar inzet van personeel en met hen in gesprek gaan. ‘Dan blijkt dat 40 procent, onder voorwaarden, openstaat voor uitbreiding in uren. De vraag is dan niet: wil je meer werken? Maar: wat kunnen wij als werkgever voor jou doen zodat het voor jou aantrekkelijk wordt om meer uren te werken? Daar zit het verschil.’

dat vervolgens mensen in dienst moet nemen om hen daar te verzorgen. De omgekeerde wereld natuurlijk. Met deze flexpool kunnen we de zorg laten meebewegen met de patiënt. We willen het ook extra interessant maken voor de medewerkers om deel te nemen aan deze pool, een soort elitekorps. Als een tegenbeweging tegen al die medewerkers die de sector verlaten en zich dan weer laten inhuren als zzp’er.’

Meer info: wgvzorgenwelzijn.nl/regios/twente

29 /

Nieuwe masteropleiding Windesheim eerste stap in zorg- en welzijnstransitie

Om het complexe zorg- en welzijnslandschap vanuit cliëntperspectief te veranderen, is leiderschap nodig, verantwoordelijkheid nemen om te komen tot een vlekkeloze samenwerking tussen zorg- en welzijnsinstellingen. Want het gebeurt nu nog te vaak dat cliënten van de ene naar de andere professional gaan, steeds opnieuw hun verhaal moeten doen, verschillende adviezen krijgen of juist uit het oog verloren raken.

Daarom start Hogeschool Windesheim in september 2024 met de nieuwe deeltijdmaster Leiderschap voor Persoonsgerichte Zorg en Ondersteuning. ‘We hebben fantastische zorg in Nederland, maar we kunnen die niet goed meer organiseren.’

De grote en complexe uitdagingen in de zorg zijn van alle tijden. Dat het Integraal Zorgakkoord (IZA) uit 2022 inzet op minder concurreren en meer samenwerken, is volgens Ronald Uittenbroek, directeur Kenniscentrum van het domein Gezondheid en Welzijn op Windesheim, daarom een goede ontwikkeling. ‘Het IZA heeft voor een ommezwaai gezorgd. We zien allemaal de uitdaging om het gefragmenteerde en gesegmenteerde zorglandschap te veranderen’, zegt hij.

Volgens Ronald is het belangrijk dat we zorg en ondersteuning nog meer vanuit het perspectief van de cliënt organiseren. ‘Welke reis legt de cliënt met zijn of haar specifieke zorg- of ondersteuningsvraag nu precies af? Want aan de individuele zorg en ondersteuning van professionals ligt het niet, die is van hoge kwaliteit’, benadrukt hij. ‘Alleen ben je als professional maar een klein onderdeel van de reis die een cliënt maakt. Wat je nu ziet, is dat die reis tussen afdelingen en vooral verschillende organisaties

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer WINDESHEIM / 30

te veel uitdagingen en obstakels heeft. En afhankelijk van hoe complex de zorgvragen zijn, kan dat voor andere problemen zorgen: qua wonen, financiën of in de omgeving.’

Honderd keer 112

In samenwerking met professionals van regioziekenhuis Isala hielden studenten, docenten en onderzoekers van Windesheim verschillende patiëntreizen tegen het licht. Jasper Grimmius, directeur Onderwijs van het domein Gezondheid en Welzijn: ‘Een patiënt met psychische problemen belde bijvoorbeeld honderd keer per dag 112, dwaalde op straat, werd door politie of ambulance afgeleverd bij de spoedeisende hulp, gaat uiteindelijk door de hele psychische molen en komt op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis terecht. Vervolgens gaat hij naar de verpleegafdeling voor somatische zorg. Dan blijkt uit deze patiëntreissessie dat een patiënt op een dag 46 medewerkers had gezien, van schoonmaker tot arts. En elk met hun eigen advies over alcoholgebruik’, zegt hij. ‘Door deze patiëntreissessie en gesprekken met ervaringsdeskundigen zien zorgprofessionals in dat hun afzonderlijke goede werk niet goed aansluit op dat van een collega.’

‘We willen met zijn allen werken aan een betere patiëntreis’

Instrument voor verandering

Waar organisaties eerst nog huiverig waren voor veranderingen zorgde het IZA voor een omslag. ‘Ook al is het soms nog steeds lastig in alle hectiek, maar zorg- en welzijnsinstellingen staan nu veel meer open voor samenwerking’, zegt Ronald. Windesheim werkt met de nieuwe deeltijdmaster bijvoorbeeld samen met zorgen welzijnspartners Isala, IJsselheem, Icare en Dokter Drenthe. Ronald: ‘Zij hebben ons expliciet gevraagd om ons te richten op hun huidige medewerkers en deze te helpen zich verder te ontwikkelen. Ze willen dat hun medewerkers zich blijvend kunnen ontwikkelen, maar blijven werken, aan het bed, in de wijk, aan de (virtuele) keukentafel. Dichtbij de patiënt, daar draait het om.’ Jasper: ‘Want daar ligt ook hun hart! Daarom willen we professionals vooral

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Ronald Uittenbroek, directeur Kenniscentrum domein Gezondheid en Welzijn.‘

Anders denken en doen in de zorg is verantwoordelijkheid nemen in het samenwerken, georganiseerd vanuit het perspectief van de cliënt. Het is essentieel het individu en de gemeenschap daaromheen te betrekken en te versterken. Hier moeten we, vanuit die cliëntreis, afspraken maken over verantwoordelijkheden en verantwoordelijkheid. Maar ook een omgeving creëren die dat mogelijk maakt. Zowel in financiële zin, als in het streven naar kwalitatief hoogwaardige zorg en ondersteuning en behoud van tevreden professionals.‘

‘Gooi het roer om’

Tip van Jasper Grimmius

Het boek ‘Gooi het roer om’ van David Marquet. Het gaat over het creëren van leiderschap in elke laag van de organisatie.

‘Ontgroeven’

Tip van Ronald Uittenbroek

Het boek ‘Ontgroeven’ van Kees Tillema. Het gaat over het loskomen van ingesleten patronen in relatie tot transities en onvoorstelbaarheden.

bewapenen met extra kennis en vaardigheden, zodat we met zijn allen kunnen werken aan een betere patiëntreis. De professional is daarin zelf het instrument voor verandering.’

Gemeenten en zorgverzekeraars

Niet alleen vanuit de zorg en welzijnsorganisaties is verandering nodig, ook gemeenten en verzekeraars spelen een belangrijke rol. ‘Daarom is de master heel geschikt voor bijvoorbeeld wmoconsulenten, regiocoördinatoren, beleidsmedewerkers en inkopers van zorg en welzijn’, zegt Ronald. ‘We willen niet alleen het leiderschap van de zorg- en welzijnsprofessional versterken, maar van iedereen die een rol speelt in dit landschap. We hebben namelijk ook te maken met ingewikkelde wet- en regelgeving en financieringsafspraken vanuit de overheid. De verzekeraars en gemeenten die ik heb gesproken, willen graag meer bewegen binnen de ruimte die ze hebben. Maar ook dat is uitdagend en daarom is het essentieel dat ook hun medewerkers zich aansluiten bij deze deeltijdmaster.’

‘Zorg- en welzijnsinstellingen staan nu veel meer open voor samenwerking’

Sleutel

Uiteindelijk draait het allemaal om samenwerking, zegt Jasper. ‘Voor een transitie heb je elkaar nodig. Samenwerking is de sleutel tot verandering en tegelijkertijd is dat juist de grootste transitie. We hebben met elkaar het huidige complexe zorgsysteem van wet- en regelgeving en financiering in elkaar gezet. Dus met elkaar kunnen we dat ook veranderen. En daarvoor is beweging nodig. Die krijg je door het versterken van (persoonlijk) leiderschap, het om kunnen gaan met het complexe landschap en veranderen vanuit meerdere perspectieven, die van de cliënt voorop. Dat komt allemaal samen in deze deeltijdmaster.’

Wil je meer weten over deze deeltijdmaster? Kijk op www.windesheim.nl voor meer informatie. \

31 /
Campus 2, 8017 CA Zwolle / T 088 469 99 11 / www.windesheim.nl

Wil jij het zorg- en welzijnslandschap weer persoonsgericht maken?

Cliënten en patiënten hebben steeds vaker te maken met veel en verschillende instanties, zoals zorg- en welzijnsorganisaties, gemeenten en zorgverzekeraars. Een complex en uitdagend landschap, waarin cliënten en patiënten niet altijd de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Een landschap waarin ook professionals onnodig tegen grenzen aanlopen. Tijd om vanuit een ander perspectief, namelijk die van de cliënt, de persoon, het landschap opnieuw in te gaan richten! Dit vraagt om professionals die om kunnen gaan met complexiteit en die weten hoe ze hun (persoonlijk) leiderschap in kunnen zetten om dit samen met anderen voor elkaar te krijgen. Professionals die vanuit de cliëntreis betrokken instanties aan elkaar weten te verbinden, oude patronen durven te doorbreken en die zorgen dat zorg en welzijn weer persoonsgericht wordt! Voel jij ook de urgentie om het huidige zorg- en welzijnslandschap te verbeteren?

Neem het voortouw en volg de 2-jarige deeltijdmaster Leiderschap voor Persoonsgerichte Zorg en Ondersteuning.

Deeltijdmaster Leiderschap voor Persoonsgerichte Zorg en Ondersteuning

Ben je sociaal werker, verpleegkundige of fysiotherapeut? Of werk je bijvoorbeeld bij de gemeente voor de WMO of bij een verzekeraar? Deze master is voor jou als jij de uitdaging wilt aangaan om transities in zorg en welzijn mogelijk te maken. Onder jouw sterke leiderschap ontstaat er een goede en stabiele samenwerking tussen instanties. Zo maak jij persoonsgerichte zorg in een complex landschap echt mogelijk.

Wat kun je verwachten?

Je begint tijdens de studie met het in kaart brengen van de cliëntreis. Je leert de complexiteit van die reis kennen door de bril van de cliënt. Hierbij het zichtbaar wordt hoe een oudere cliënt moet navigeren tussen huisarts, specialisten in het ziekenhuis, thuiszorg en huishoudelijke hulp.

Of het maakt zichtbaar hoe een ouder en kind met psychische problemen moet laveren tussen ondersteuning thuis en het ontbreken daarvan op school en daarbuiten. Daarvoor krijg je kennis en vaardigheden aangereikt vanuit: complexiteits- en leiderschapstheorieën, participatief actieonderzoek en organisatie- en veranderkunde. Je werkt vervolgens toe naar het tot stand brengen van kleine revoluties en gaat oude patronen doorbreken. Bijvoorbeeld door over organisaties heen nieuwe samenwerkingsvormen te introduceren. In de afstudeerfase wordt het jouw missie om deze kleine revoluties op te schalen en om te zetten in duurzame oplossingen.

Dus, neem jij het voortouw?

Volg een master bij hogeschool Windesheim

• 2 jaar, in deeltijd

• Persoonlijke aandacht: we vinden het belangrijk dat de studie past bij jouw situatie, daarom is er vooraf een intakegesprek waarin we de tijd nemen om dit te bespreken. Tijdens je studie heb je contact met een studiebegeleider over de voortgang.

• Flexibel studeren: er is flexibiliteit in toetsing, zodat je opdrachten kunt uitvoeren op een manier die past bij jou en je praktijksituatie.

• Toepasbaarheid: pas je kennis direct toe in de praktijk op jouw werkplek.

Kom naar de informatieavond op 13 juni!

Aanmelden voor de informatieavond en meer informatie over de master:  windesheim.nl/mlpzo

Ziekenhuisgroep Twente koploper in flexibel werken

Topklinisch opleidingsziekenhuis ZGT (Ziekenhuisgroep Twente) loopt landelijk voorop als het gaat om flexibel opleiden en werken. Het doel: talenten binnen het ziekenhuis nog beter benutten door hen bijvoorbeeld een werkplek op een andere afdeling te bieden. ZGT vangt hiermee tegelijkertijd gaten op in deze krappe zorgmarkt.

Opleidingsadviseur Dianne Reinders-Holthuis vertelt erover.

Dianne liep vrij recent nog een ‘flexibele’ collega tegen het lijf binnen het ziekenhuis. Een professional die net als vele anderen de kans kreeg in de keuken van een andere afdeling te kijken. ‘Iemand die bredere interesses en talenten heeft dan haar huidige plek’, vertelt Dianne. ‘Een dame die na een kort opleidingstraject op de spoedeisende hulp terecht is gekomen en zichzelf daar opnieuw heeft uitgevonden. Eerder werkte ze op de hartbewaking. Het uiteindelijke doel van deze nieuwe aanpak is dat ze op beide plekken inzetbaar is. Dat zien we zeker gebeuren in haar geval.’

Perspectief

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Dianne Reinders-Holthuis,

opleidingsadviseur

ZGT

Volgens Dianne vraagt omdenken in de zorg vooral om durf. ‘We zijn vaak nog gewend om vooraf met beleid alles vast te leggen. Maar in de zorg hebben we die luxe niet altijd meer. Soms moet je gewoon beginnen en gaandeweg bijsturen. Die werkwijze past bij mij. Soms is alles nog niet direct duidelijk, raak dan niet in paniek en toon lef.’

Dianne schetst de achtergrond en context van het flexibele opleidingstraject. ‘In 2021 is er vanuit het CZO, het landelijke orgaan dat zorgopleidingen certificeert en de kwaliteit ervan bewaakt, een nieuwe route bedacht. Het idee is dat zorgprofessionals meer carrièreperspectief geboden kan worden én dat zorgorganisaties hun personeel flexibeler kunnen inzetten. Dat laatste natuurlijk vanwege alle krapte.’ ZGT greep die ontwikkeling met beide handen aan. ‘Dit kwam voor ons op een goed moment. We willen als werkgever nog aantrekkelijker worden en de juiste professionals aantrekken en behouden. Dat doe je ook door hen de kans te geven te leren en te ontwikkelen.’ Binnen ZGT lopen er inmiddels meerdere leertrajecten die flexibel werken als fundament hebben. Dianne noemt twee voorbeelden.

Traineeship acute zorg

‘We merkten regelmatig dat jonge verpleegkundigen denken: ik wil best eens die prikkel van de spoedeisende hulp of acute zorg meemaken. De spanning en hectiek van de ambulance of noodsituaties heeft aantrekkingskracht. Maar iemand die een HBO Verpleegkunde opleiding heeft gevolgd, komt meestal op een reguliere chirurgieafdeling terecht, niet in specialistische zorg. We hadden al langer het idee een nieuw soort intern traineeship te ontwikkelen, zodat verpleegkundigen een jaar mee kunnen lopen op de intensive care, spoedeisende hulp, hartbewaking, recovery of operatiekamer. Aan het eind mogen ze kiezen wat ze willen. In de ideale wereld zijn ze dan op twee plekken inzetbaar.

Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lars Smook ZGT / 34

Zo’n vijftien collega’s volgden het traject inmiddels. De meesten stroomden door naar de genoemde afdelingen voor acute zorg. Een succes dus.’

Burenhulp

Ook op de moeder- en kindafdeling, bestaande uit de obstetrie (kraamafdeling) en neonatologie (zorg voor zieke of vroeggeboren baby’s), is er een soortgelijk succesverhaal. Dianne: ‘Obstetrie kampte door ziekte en pensioenen met grote tekorten. De ‘buurafdeling’ neonatologie bood uitkomst. Wij werken net als heel veel ziekenhuizen wereldwijd met zogenaamde ‘entrustable professional activities’, de EPA’s. EPA’s zijn kritische beroepstaken waarin de zorgprofessional zich bekwaamt. Ze maken opleidingen flexibeler en brengen nieuwe mogelijkheden in leerroutes. Idee is dat een begeleider een student een professionele activiteit pas toevertrouwt als de student heeft laten zien daarvoor voldoende competent te zijn. Met één en dezelfde EPA mag je op beide afdelingen werken, alleen was dat nog niet gangbaar. Nu wel. Neonatologie hielp met de tekorten op de kraamafdeling. Dat bleek een gouden greep.’

Boegbeeld Inge Pool

Tip van Dianne Reinders-Holthuis

Op het vlak van het ‘EPA-gericht denken’ (zie artikel) heeft Dianne een voorbeeld: Inge Pool van Isala. ‘Ze doet baanbrekend werk en publiceert daar veel over. In heel Europa wordt er naar haar geluisterd en gekeken, ook door mij.’

Carrièreperspectief

ZGT wil zorgprofessionals perspectief blijven bieden. Dianne: ‘Hoe meer je je specialiseert als verpleegkundige, hoe minder andere taken je uitvoert. Maar: wat is dan je carrièreperspectief? Moet een IC-verpleegkundige tot zijn of haar pensioen hetzelfde doen? Bij ons dus niet meer.’

Dianne, die in een landelijke werkgroep over dit onderwerp zit, merkt dat ZGT vooroploopt. Die koppositie wil ze behouden. Één voorwaarde is volgens haar cruciaal. ‘Management en afdelingshoofden moeten dit omarmen. Dat is bij ons gelukkig zo. We kunnen het als opleidingsadviseurs allemaal wel zo mooi bedenken, maar krijg je geen akkoord, dan wordt het lastig. Ik denk dat we onze professionals op deze manier iets extra’s kunnen bieden en dat is erg positief.’ \

35 / Zilvermeeuw 1, 7609 PP Almelo / T 088 708 78 z78 / www.zgt.nl

‘Ik was gespecialiseerd kok en werkte in de horeca, maar eigenlijk wilde ik de zorg in.

Toen mijn catering-baan ophield, baalde ik niet, maar bedankte ik mijn leidinggevende.

‘Ik ben blij, ik ga wat anders doen’, zei ik tegen hem. Ik ging direct op zoek naar een baan in de zorg.’

Van horeca naar jeugdzorg

VAN HORECA NAAR JEUGDZORG / 36
Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

Aan het woord is Robbert Rossieau. In zijn zoektocht ervoer hij wat velen ervaren: een baan in de zorg ligt niet voor het oprapen zonder ervaring of diploma in die richting. Robbert was dan ook aangenaam verrast toen er een telefoontje van het Werkgeversservicepunt Regio Zwolle (WSP) kwam. ‘Of ik mee wilde doen aan het Voortraject Zorg & Welzijn, met uitzicht op een baan in de zorg.’

Voortraject Zorg & Welzijn

Het Voortraject Zorg & Welzijn houdt in dat mensen die in de zorg aan de slag willen, eerst 3 maanden meelopen in een zorgorganisatie waar ze zouden willen werken. Zijn ze na die tijd nog steeds enthousiast en passen ze bij de werkgever, dan krijgen ze een BBLopleiding. Daarmee kunnen ze officieel aan de slag. Maureen Jansen, van WSP: ‘Het voortraject is bedoeld voor een zachte landing in de combinatie werken en leren. Want thuis, werk, jezelf ontwikkelen, studeren, alle ballen hooghouden – het vraagt wat van je. In de 12 weken voortraject kunnen deelnemers alvast de werkplek en opleiding leren kennen.’ ‘En dat is heel fijn’, weet Robbert uit ervaring. ‘Want het was jaren geleden dat ik in de schoolboeken had gezeten. Ik ben de werkgevers en WSP ontzettend dankbaar dat ik mee mocht doen.’

Naast Robbert hebben de afgelopen 6 jaar nog 119 anderen uit Regio Zwolle op deze manier de kans gekregen om in te stromen in de zorg. Als verzorgende, als kinderopvangmedewerker of als begeleider op woongroepen bijvoorbeeld. Het traject is een kans voor henzelf, maar ook voor werkgevers in de zorg, die naarstig op zoek zijn naar extra medewerkers. ‘Uit het voortraject komt een andere groep dan de mensen die normaliter op gesprek worden uitgenodigd als er ergens in de zorg een vacature is. Dat levert dus extra potentieel op voor de arbeidsmarkt, een extra ‘vijver om uit te vissen’’, zegt Petra Bleijenburg, netwerkregisseur van de sectortafel Zorg & Welzijn, een regionale samenwerking van onderwijs, overheid en ondernemers in de zorg, met als doel beschikbaarheid, wendbaarheid en inclusiviteit op de arbeidsmarkt.

Regionale samenwerking

‘Mijn voortraject begon met twee dagen werkveldoriëntatie’, vertelt Robbert. >

37 /

‘De eerste dag was in de zorg. En de tweede dag was in het welzijn. Ik wist meteen, dat is het voor mij. Ik ben een begeleider, geen verzorger.’ Aan de voorkeur van Robbert kon gehoor worden gegeven, want na de twee oriëntatiedagen was er een sollicitatieronde waarbij meerdere zorgorganisaties als potentiële werkgever betrokken waren. ‘Dat is een van de krachten van het traject’, zegt Petra Bleijenburg. ‘Een kandidaat geeft zijn voorkeuren en interesses aan en dan kijken de werkgevers wat de beste werkplek voor die persoon is. Ze zeggen niet meer: ‘dit is het profiel en daar voldoe je wel of niet aan. Ze draaien het om; ze kijken naar de talenten van de persoon en vormen de

baan die hierbij aansluit’. Dat kan, omdat er een heel netwerk van zorgorganisaties bij het voortraject is aangesloten. De werkgevers handelen niet uit eigenbelang, maar uit gezamenlijk belang. Het is een regionale samenwerking.’

In het geval van Robbert werd RIBW de werkgever, een organisatie voor beschermd wonen, begeleid wonen en ambulante ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid. ‘De psychiatrie vind ik heel interessant. Mijn ouders hadden vroeger pleegkinderen met ieder hun eigen uitdagingen en zelf heb ik elf jaar jongerenwerk in de kerk gedaan, dus omgaan met een speciale doelgroep is

me met de paplepel ingegoten. Ik vind het leuk en interessant. Inmiddels werk ik bij Trias Jeugdhulp op een woongroep.’

Jezelf leren kennen

Het voortraject, de BBL-opleiding die erop volgde en de functies die hij daarna al heeft mogen bekleden, hebben Robbert veel meer gebracht dan alleen ‘leuk werk’. ‘In dit werk neem je altijd jezelf mee’, zegt hij. ‘In de interactie met de doelgroep heb ik mezelf goed leren kennen. Ik leerde bijvoorbeeld over mijn gevoel praten. En ik kreeg van collega’s feedback. Bijvoorbeeld dat ik de neiging had te snel te gaan. Eén van de adviezen die ik daarom kreeg, was in een hoekje zitten en collega’s observeren. Ik ben van de actie, dus dat was niks voor mij. Maar het heeft me wel geleerd dat er meerdere manieren zijn om iemand te benaderen. Ik ben veel zachter geworden en ik kan me nu kwetsbaarder opstellen. Alleen daarom al, wens ik iedereen zo’n traject toe.’

Van ‘misschien’ of ‘nee’ naar ‘ja!’ Het initiatief voor het voortraject komt vanuit het WSP. Maureen bedacht het samen met een collega. In 2018 maakten zij van hun droom werkelijkheid en ging het eerste voortraject van start. ‘We hebben een aanbesteding gedaan. 6 partijen schreven in en het Deltion College en Landstede waren van die inschrijvingen de enige combinatie. Een mooi voorbeeld van samenwerking in Regio Zwolle’, zegt Maureen.

‘Zorg- en welzijnsorganisaties staan om medewerkers te springen en tegelijkertijd solliciteren er een hoop mensen die op de stapels ‘misschien’ en ‘nee’ belanden. Vaak vanwege gebrek aan relevante opleiding en ervaring. Tegelijkertijd is voor mensen die lang niet hebben gewerkt of gestudeerd de stap naar een BBL-opleiding heel groot. Hoe kunnen we de mensen zo begeleiden dat we dat gat dichten en zij bij sollicitaties geen ‘misschien’ of ‘nee’ maar een ‘ja!’ worden?’

Het voortraject is gebaseerd op vier ingrediënten - leren, werken, begeleiding en financiële zekerheid – en bevat de volgende onderdelen: een dag in de week school, minimaal twee dagen stage en begeleiding van een coach voor vragen, zorgen of dilemma’s. Maar ook: de zekerheid van de uitkering.

VAN HORECA NAAR JEUGDZORG / 38

Eenmaal overtuigd, begint de BBLopleiding. De BBL-opleiding kan op elk ROC worden gevolgd, Robbert koos voor Landstede.‘

Verschillende niveaus

Zo mooi als het nu werkt – het voortraject is inmiddels zes jaargangen gevorderd – zo uitdagend was de eerste editie. ‘2018 was een typische ‘eerste keer’’, vertelt Maureen. ‘Allereerst hadden we niet bedacht dat er ook mensen zouden afvallen gedurende het traject. Mensen die ontdekten dat de zorg toch niks voor hen was, dat terug de schoolbanken ingaan toch wel pittig was of dat hun thuissituatie te veel aandacht vroeg om zo’n traject goed te volbrengen. We hadden toen ook nog geen coach voor alle vragen van deelnemers. Bovendien hadden we het traject nog geen ‘civiele waarde’ gegeven; het werd afgesloten met een bewijs van deelname. Maar’, zo zegt Maureen zelf, ‘we zagen niet alleen wat er beter kon, we zagen ook wat het traject opleverde. Dus besloten we het te optimaliseren. Er wordt nu opgeleid voor meerdere richtingen in zorg en welzijn, waaronder gehandicaptenzorg, GGZ, kinderopvang en ouderenzorg. Ook zijn er verschillende niveaus mogelijk. Van mbo-2 tot en met mbo-4. En er is een coach voor de deelnemers, om iedereen goed die 12 weken door te helpen.’

Kracht van de sector in de regio Die optimalisatie was mede mogelijk dankzij Sectortafel Zorg & Welzijn

Regio Zwolle, die het voortraject ‘adopteerde’. ‘De sectortafel heeft het netwerk en biedt mogelijkheden om te experimenteren’, zegt Maureen. Naast de steun vanuit de sectortafel dragen ook de werkgevers financieel bij aan het voortraject.’ Andersom vergroot het voortraject ook de kracht van de sector in de regio. ‘Werkgevers werken in dit traject samen voor alle organisaties. Dat geeft ook een spin-off voor andere dingen. Zorgwerkgevers werken nu bijvoorbeeld ook samen voor het werven van vakantiekrachten. En ze leiden samen mensen op. Die onderlinge betrokkenheid is mede ontstaan dankzij het voortraject’, zegt Petra.

Blijven optimaliseren

In het najaar van 2024 gaat de zevende groep van start met hun voortraject. ‘Ook die editie staat weer in het teken van samenwerken. Tussen werkgevers, maar natuurlijk ook met het WSP en WGV, de opleidingen en de kandidaten’, zegt Petra.

‘En vanuit Sectortafel Zorg & Welzijn gaan we specifiek aan de slag met begeleiding van de teams en van de werkgevers. We zoomen in op werkplezier en samenwerking op de werkvloer. Uit onderzoek is gebleken dat 1 medewerker die met plezier werkt, productiever en innovatiever is dan 2 werknemers die hun draai niet kunnen vinden. Zo blijven we ieder jaar onze sector zorg & welzijn optimaliseren.’ \

Sectortafel Zorg & Welzijn

‘In Regio Zwolle kennen we een sectorale samenwerking om te werken aan een aantrekkelijke en sterke arbeidsmarkt. Dit gebeurt met ruimte voor ieders talent. Vanuit onderwijs, overheid en ondernemers wordt gezamenlijk de verantwoordelijkheid gevoeld voor de maatschappelijke uitdaging en in vijf actielijnen werken we dynamisch verder’, zegt Petra Bleijenburg, netwerkregisseur van de sectortafel Zorg & Welzijn.

‘Het Voortraject Zorg & Welzijn is een van de projecten in de actielijn ‘Iedereen doet mee’. Vanuit de sectortafel willen we regionaal samenwerken met een frisse blik op werk en werkgeverschap. Er wordt gestreefd naar een cultuur waar de focus verschuift van de cliënt naar de werknemer, die centraal staat met zijn competenties en vaardigheden en waar mobiliteit wordt gestimuleerd. Deze cultuur is nodig, omdat we weten dat dit leidt tot meer werkgeluk, productiviteit en innovatie. We willen laten zien dat werken in zorg en welzijn zinvol en betekenisvol is, waarbij iedereen mag meedoen en bijdragen. In de aanpak gaan we uit van wat nodig is voor de mens en waar niet de systemen leidend zijn. Hiervoor moeten we patronen ontregelen, werken we over de sectorgrenzen heen en gaan we uit van de gemeenschapskracht van een sterk netwerk in onze regio. In het voortraject gebeurt dit in het klein, het is een plek waar we buiten de gebaande paden van bijvoorbeeld gewoontes of geldstromen treden en met de focus op de mens kansen kunnen bieden.’

Meer over de het voortraject of de sectortafel: www. sectortafelzorgenwelzijn.nl

39 /

Huize Dahme: warme ouderenzorg in kleinschalige villa

In Huize Dahme wordt dagelijks aangetoond dat het ook anders kan in de ouderenzorg. In deze karakteristieke zorgvilla op een fraaie, bosrijke locatie in Lochem, brengen senioren in alle vrijheid hun oude dag door. De ouderen, en ook hun familie en vrienden, worden door een professioneel team omringd met liefde en behandeld als gasten. ‘De structuur volgt onze gasten en niet andersom.’

In Huize Dahme is een situatie gecreëerd waar gasten zich thuis voelen. Een fijne leefomgeving voor iedereen. Er werken zo’n 35 professionals, die zich inzetten voor de bewoners van dertien moderne kamerappartementen. Respect, liefde en de beste zorg staan er hoog in het vaandel.

‘We voldoen uiteraard aan alle wet- en regelgeving in de ouderenzorg en zijn daarover zo transparant mogelijk. Tegelijkertijd is onze zorg onzichtbaar aanwezig op de werkvloer. Dat is de kunst’, vertelt Afke Lijftogt. De directrice en eigenaar van Huize Dahme is een zorgondernemer in hart en nieren, iemand die ouderen een warm hart toedraagt. In 2005 richtte ze samen met haar moeder, die nog altijd actief is binnen Dahme, de villa op. Als ze over haar bewoners spreekt, gebruikt ze nadrukkelijk de term ‘gasten’. Iets wat de kern van haar passie goed samenvat.

Laatste station

‘Plat gezegd: we willen niet dat hier mensen komen die vervolgens alleen maar incontinentiemateriaal ruiken’, vervolgt Afke. ‘Of dat je alleen maar verzorgers ziet die volgens een vast stramien onze ouderen verzorgen. Ouderen hebben nog steeds recht op een mooi leven als het moment is aangebroken dat ze naar een beschermde omgeving verhuizen. Het wonen blijft voorop staan. Ik snap ergens best dat de term ‘gasten’ tegenstrijdig kan klinken, want ze zijn hier min of meer permanent. We bedoelen er maar mee dat we naar hen luisteren, dat we een prettig laatste station bieden. Tot het moment van overlijden, of soms bij een vrijwillig vertrek. Dus niet: ik verzorg u op deze manier want dat is nou eenmaal het beleid. Komt iemand z’n hele leven al rond 9.00 uur uit bed? Wie zijn wij dan om te zeggen: we wekken u om 7.00 uur, omdat onze personeelsplanning dat toelaat. Zo werkt het niet.’

Onderscheidend

Afke en haar team hebben zichzelf een duidelijk doel gesteld: ‘We willen een plek zijn waar belevingsgerichte zorg wordt geboden en waar de aandacht warm is. Een plek waar onze gasten hun persoonlijke leefstijl kunnen continueren en waar ruimte is voor zingeving en cultuur. Een huis dat een toegevoegde waarde heeft voor ouderen, die hier een woonplek hebben gevonden. Daar slagen we goed in. We onderscheiden ons van andere woonzorgvoorzieningen door het kleinschalige en persoonlijke karakter en de grandeur, waarbij u als onze gast het belangrijkst wordt gevonden. Alle structuren en processen staan ten dienste van onze gasten. De structuur volgt onze gasten en niet andersom.’

Verliefd

Die warme aandacht levert dikwijls mooi verhalen op. Zo bloeide recent nog de liefde volop in Huize Dahme, Afke: ‘We mochten Wim (fictieve naam, red.), met zijn hondje, hier verwelkomen. Het klikte gelijk goed met Ans (fictieve naam, red.), die op de tweede etage

Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lars Smook ZORGVILLA HUIZE DAHME / 40

woont. Ze zijn beiden in de 80. Als we Wim kwijt zijn, weten we waar hij is: op de kamer van Ans. In onze twee huiskamers genieten onze gasten gezamenlijk van lunch en diner. Dan zie ik ze soms smoezen met elkaar als jonge tieners. Erg aandoenlijk.’

‘Alle structuren en processen staan ten dienste van onze gasten’

Eten

Die eetmomenten zijn volgens Afke een ander onderscheidend punt van de zorgvilla. ‘Het dagelijks eten is een belangrijk onderdeel. We merken dat een goed ontbijt, lunch en diner zorgen voor een gezond leven en een fijne gemoedstoestand van onze gasten. En we gaan verder dan alleen het verzorgen van onze gasten. Vers uit onze

eigen luxe keuken bieden we ook de maaltijdservice ‘Eten zoals thuis’. Daarmee voorzien we ook in de wens van mensen buiten onze zorgvilla voor lekkere voedzame maaltijden. Een luxe variant van maaltijddiensten.’

Het eten tekent volgens Afke het familiaire karakter van Huize Dahme. ‘En dan bedoel ik ook de familie die op bezoek komt. Geen bezoek zoals in het traditionele verzorgingshuis, want het moet niet voelen als bezoek. We hebben geen vaste bezoektijden. Dat zou ik zelf ook niet willen als ik mijn vader of moeder ergens bezoek. Dierbaren zijn hier doorgaans kind aan huis en we gaan vaak in gesprek over hun feedback. Het is fijn dat Huize Dahme voor de oudere mens bestaat en dat er in het komende jaar een uitbouw in de vorm van een karakteristieke orangerie komt. En het is niet voor niets dat de gasten hier gemiddeld een jaar of vijf á zes verblijven. Dat is ver bovengemiddeld als je kijkt naar de verpleeghuiszorg. Dat zegt genoeg, toch?’ \

Huize Dahme Nieuweweg 5, 7241 EP Lochem / T 0573 458 420 / www.huizedahme.nl
41 /

Ausems en Kerkvliet omarmt amplitie: ‘uitkomst in de zorg’

Bij arbeidsmedisch adviesbureau Ausems en Kerkvliet sijpelt een belangrijke term steeds verder door: amplitie. Aan de hand van dit kernbegrip uit de positieve organisatiepsychologie helpt Ausems en Kerkvliet hun zorgklanten verzuim terug te dringen.

Directeur Erik van Lenthe licht het gedachtegoed toe.

Bij amplitie draait het om bevorderen van de positieve condities van iedereen, in plaats van voorkomen (preventie) of herstellen (curatie) van ziekte. Amplitie kan erg waardevol zijn, zowel voor medewerkers als vanuit bedrijfseconomisch perspectief. Het leidt tot meer plezier, gezondheid en motivatie. En ook tot minder verzuim en verloop, meer productiviteit en uiteindelijk een hogere omzet.

Dansers

Voor wie dit nog wat hoog-over klinkt, maakt Erik het verhaal concreet. ‘Het draait in ons werk echt om een duurzaam leven. Niet alleen een werkzaam leven, maar ook een leven na je werk. Daar moet je al vroeg mee beginnen. In sommige beroepen is dat al heel gangbaar. Zoals bij brandweermensen en dansers. Die laatsten zijn rond hun 35e ‘op’. In dit soort beroepen ga je al vroeg aan de slag met een ontwikkeltraject: wat ga je doen als je stopt? Ik vraag me vaak af waarom dit in veel andere beroepen ook niet doodnormaal is. Daarbij mag het van mij ook gaan om promotie versus demotie. Het is niet erg een stapje terug te doen, al lijkt de maatschappij dat soms wel erg te vinden. Het is juist heel sterk als mensen een stap opzij of terugdoen, of als we met ‘job crafting’ veel specifieker kijken welke werkvorm goed bij iemand past.’

Traditioneel

Erik en zijn collega’s schuiven aan bij tal van zorgorganisaties. Van thuiszorg tot ziekenhuis en van verpleegzorg tot gehandicaptenzorg. Ze zien bijna overal hetzelfde: het verzuim is hoog. ‘Dat is in de eerste plaats de reden dat wij aan tafel komen. We worden meestal ingeschakeld vanuit verzuimbegeleiding.’ Een andere observatie is meestal ook snel gemaakt: de zorg is nog altijd traditioneel ingericht. ‘Dat betekent ook dat onze klanten gelijk de noodzaak voelen het verzuim te verlagen. Want, zo wordt terecht gedacht, hoe minder zieken, hoe meer mensen aan het bed, hoe minder kwetsbaar we zijn. Wij dagen je dan uit veel meer aan de voorkant te kijken, amplitie dus. Kijk naar versterking van je

potentieel en van de beleving van de mensen binnen je organisatie. Focus niet op de tien procent die ziek is, maar op honderd procent van je mensen. Wat kan je nou met elkaar doen zodat je mensen niet uitvallen?’

Edward Deci en Richard Ryan Punten die door Ausems en Kerkvliet dan al snel geadresseerd worden, concentreren zich rondom een paar thema’s: sociale cohesie, eigen verantwoordelijkheid, eigenaarschap en leiderschap. Erik laat zich daarin inspireren door onder andere de zelfdeterminantietheorie van de Amerikanen Edward Deci en Richard Ryan.

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Erik van Lenthe, directeur Ausems en Kerkvliet

Volgens Erik vraagt omdenken in de zorg vooral om een brede blik. ‘Als je veranderingen wilt doorvoeren, kijk dan niet te smal. Denk buiten je kaders. In de zorg anno 2024 is dat noodzaak. Dat betekent dat je niet alleen naar competenties van mensen moet kijken, maar zeker ook naar wat iemand kan en wil.’

‘Zaken als verbondenheid, competenties, autonomie en positief leiderschap blijken in de praktijk veel belangrijker dan iemands gezondheid’, legt Erik uit. ‘Die aspecten maken dat professionals ontwikkelen, mentaal in beweging blijven en niet achter de feiten aan hobbelen. Kijk, als jij een leerkracht bent, maar helemaal niks van het digitale tijdperk weet, zoals van AI, dan kan je je leerlingen totaal niet bijhouden. Dan ga je op je tenen lopen.’

Leiderschap

Erik sluit af met het perspectief op leidinggeven, iets waar zijn klanten ook regelmatig mee worstelen. ‘We dagen managers uit te blijven investeren in verbinding met hun medewerkers. Schep ruimte om te experimenteren, om fouten te maken. In de zorg is psychologische veiligheid een groot goed. Fouten maken mag, als je daarin open bent naar elkaar. Die teams zijn doorgaans succesvoller dan teams die dat niet zijn.’

AUSEMS EN KERKVLIET / 42 Tekst Jochem Vreeman / Fotografie Lenneke Lingmont

Positieve voorbeelden in de regio waar bovenstaande aspecten goed geïmplementeerd worden, zijn er volgens Erik ook zeker. ‘Eén van de ziekenhuizen blinkt hierin uit. We werken daarin met ze samen. Hun vitaliteitsportaal werkt uitstekend. Daar gaat het bijvoorbeeld over vrouwen die in de overgang zitten, dat het dan lastig kan zijn ’s morgens op gang te komen, de vermoeidheid die het veroorzaakt. Dat heeft veel impact. Of denk aan financiële problemen, mantelzorg of mentale balans. Moeilijke thema’s worden niet geschuwd. Ze pakken dit gericht aan en laten hun managers hierover het gesprek openen. Zo hoort het.’ \

‘Da’s gek’

Tip van Erik van Lenthe

Erik laat zich bij dat omdenken inspireren door organisatieantropoloog Danielle Braun. Bijvoorbeeld met haar boek ‘Da’s gek’. ‘Het gaat over hoe je je blijft verwonderen en hoe je die open blikt houdt. Over hoe je meer uitzoomt dan inzoomt. Voor veel zorgprofessionals kan dit heel toepasselijk zijn.’

43 / Welbergweg 50, 7556 PE Hengelo / T 0547 28 48 00 / www.aenk.nl

Deltion College: de zorgprofessional van de toekomst

De gezondheidszorg is bij uitstek een vak van persoonlijk contact, tijd en aandacht voor de medemens. Echter, door de vergrijzing, arbeidsmarktkrapte en de toenemende complexiteit van vraagstukken is de noodzaak voor vernieuwing groter dan ooit. Zo zijn er bijvoorbeeld steeds meer technologieën en innovaties die hun intrede doen in de zorg. Tegelijkertijd ontstaat hierdoor de vraag wat dit voor onze samenleving betekent en hoe zich dat vertaalt richting het onderwijs.

Het practoraat Gezondheid en Technologie is van het Deltion College. Samen hebben zij een centrale rol in het vormgeven van deze toekomst. Jolanda van Til is expertdocent en projectleider van het practoraat, en Agnes Mulder is accountmanager van de zorg- en welzijnsopleidingen. Samen leggen zij uit hoe zij vernieuwing en flexibiliteit integreren om de zorgprofessional van de toekomst op te leiden.

De rol van het practoraat en flexibel onderwijs ‘Het practoraat richt zich op het samenbrengen van gezondheidszorg en technologie’, vertelt Jolanda van Til. ‘Het gebruik van technologie gaat het werk in de zorg enorm veranderen. Wij zorgen dat studenten klaar zijn voor de toekomst. Dit doen wij door binnen zorg- en welzijnsopleidingen technologie een plek te geven. Ook geldt dit andersom: we zorgen dat de

‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Agnes Mulder & Jolanda van Til

Agnes en Jolanda zijn het erover eens: verandering is de enige constante in deze tijd en begint bij de mens. Dat start bij onderwijs, maar geldt ook op de werkvloer. Jolanda: ‘Vertrouw erop dat je op school vaardigheden en competenties opdoet om mee te gaan met innovatie.’ Agnes voegt toe: ‘De zorg is een prachtig vak, dus omring je met positieve mensen die innovatief zijn, want het vereist lef en samenwerking om de zorg te innoveren, net als bij een survival op een stormbaan.’

Tekst Tessa van Breeden / Fotografie Peter Timmer DELTION COLLEGE / 44

context van zorg en welzijn zichtbaar wordt binnen techniek en ICT-opleidingen en leren verschillende beroepsgroepen hoe ze daarin goed kunnen samenwerken.’ Zo starten we bijvoorbeeld vanaf september 2024 met de opleiding ‘Medisch Technicus’. Daarnaast staan het practoraat en Deltion College nauw in contact met de omgeving. Agnes Mulder legt uit: ‘We zien dat de behoeften in de zorgsector veranderen en dat het nodig is om onderwijs steeds flexibeler te maken. Er ontstaat een enorme variatie aan mensen die een bijdrage kunnen en willen leveren, bijvoorbeeld zij-instromers, deelinstromers en het netwerk van informele zorg. Organisaties maken interne loopbaanpaden mogelijk waarbij ontwikkeling gestimuleerd wordt. De mogelijkheden van het onderwijs moeten hier een afspiegeling van zijn. Wij bieden daarom een waaier aan flexibele mogelijkheden met landelijk erkend en gevalideerd onderwijs.’

Innovatie in denken en doen Hoe ziet de zorg van de toekomst er uit? Reablement en positieve gezondheid vormen een beweging naar ‘samen zorgen dat’. Hierbij staan eigen regie, welzijn en zelfredzaamheid centraal. Het activeren van de eigen mogelijkheden in combinatie met de inzet van technologie gaan een belangrijke bijdrage leveren aan het uitstellen van professionele zorg. Het is essentieel dat studenten dit nu vanuit het onderwijs meekrijgen.

Een nieuwe manier van werken vereist ook anders denken over zorgverlening. ‘Traditioneel ligt de focus vooral op zorgen voor iemand, maar wij buigen dat om naar zorgen dat iemand langer zelfstandig is. Wij stellen preventie en zelfmanagement veel meer centraal’, zegt Jolanda. Agnes benadrukt het belang van deze verschuiving: ‘Het benutten en afstemmen met de omgeving is van essentieel belang om de zorgvraag op te vangen. Dat betekent ook anders kijken naar je eigen professionele rol.’

Extra vaardigheden en competenties

Dat vraagt andere vaardigheden, die essentieel zijn voor moderne zorgprofessionals. ‘Het gaat niet alleen om kennis, maar ook om communicatie, samenwerking en probleemoplossend denken en handelen’, zegt Agnes. ‘Daar helpen we onze studenten bij.’ Zo gaan zorgprofessionals meer samenwerken met mantelzorgers en vaker ‘out of the box’ denken. Jolanda benadrukt het belang van technologische competenties: ‘We bereiden onze studenten voor op een zorglandschap waarin technologie een centrale rol speelt. Hierbij zijn zowel begrip van technologie als de vaardigheid om dat toe te passen in de zorgpraktijk onmisbaar.’

Uitdagingen en oplossingen

Het integreren van technologie en het vernieuwen van het curriculum brengen uitdagingen met zich mee. ‘Een voorbeeld hiervan is het verbinden van de theorie met de praktijk. We streven ernaar dat onze studenten al tijdens hun opleiding ervaringen opdoen die direct relevant zijn voor de werkvloer’, deelt Jolanda. Binnen het curriculum is genoeg ruimte om vernieuwingen mee te nemen en studenten te inspireren om creatief na te denken over praktische oplossingen. Agnes benadrukt: ‘De zorg verandert snel, en wij willen deze veranderingen niet alleen bijbenen, maar er ook op anticiperen. Dat doen wij door een constante dialoog met onze omgeving, waarbij we samen flexibel onderwijs vormgeven dat hier bij past.’

Kennisbank voor modern zorgonderwijs

Tip van Jolanda van Til

‘Als je niet weet waar je moet beginnen met modern zorgonderwijs, kijk dan eens naar de online kennisbank voor docenten, waarin Deltion College allerlei leermiddelen en e-learnings aanbiedt om je vak up-to-date te houden. Samen bouwen we aan de zorg van de toekomst.’

Innovaties omarmen

Tip van Agnes Mulder

‘Er is veel nieuws over de druk op de zorg. Op deze foto, gemaakt bij Vereen, zie ik het mooie van het vak: contact tussen mensen. Praktische oplossingen, met óf zonder technologie: daar kunnen we allemaal een bijdrage aan leveren.’

Aanpasbaarheid en innovatie

Het Deltion College zet zich in voor een continue ontwikkeling van zorgprofessionals, waarbij de nadruk ligt op aanpasbaarheid en innovatie. Deze benadering garandeert dat de toekomstige zorgverleners niet alleen voldoen aan de huidige normen, maar ook pioniers worden in een snel evoluerende sector. ‘Ons doel is om een leeromgeving te creëren die niet alleen reactief is op veranderingen, maar ook proactief bijdraagt aan de verbetering van de gezondheidszorg’, aldus Jolanda.

Met een steeds groter wordende nadruk op preventie, zelfmanagement en technologische integratie, bereidt Deltion College studenten voor op een toekomst waarin zij als zorgprofessionals een significante bijdrage leveren aan de maatschappij. Dit commitment aan vooruitstrevend onderwijs toont de visie van Deltion op onderwijs als een levendig, dynamisch proces dat zich blijft ontwikkelen samen met de zorgsector. Hierdoor zorgt ervoor Deltion dat de toekomstige zorgprofessionals niet alleen klaar zijn voor de uitdagingen van vandaag, maar ook de vaardigheden en kennis hebben om te excelleren in de dynamiek van de gezondheidszorg van morgen. \

45 / www.deltion.nl

Jonge vrijwilligers, grote impact

Hart voor Zwolle zorgt voor verbinding en ontmoeting

Stichting Hart voor Zwolle is inmiddels bijna tien jaar actief in Zwolle. De Stichting ontwikkelde een uniek model dat jonge vrijwilligers koppelt aan stadsgenoten die te maken hebben met eenzaamheid of kwetsbaarheid. Deze laagdrempelige vorm van informele zorg is gemakkelijk toegankelijk en benadrukt directe en menselijke connecties. Met meer dan 500 jongeren, 850 mensen met een hulpvraag en meer dan 8.000 vrijwilligersuren in 2023, maakt de stichting een behoorlijke impact in de stad. ‘Wat is jouw recept voor anders denken en doen in de zorg?’

Het is een inspirerend voorbeeld van hoe zorginnovatie kan leiden tot een meer inclusieve en participatiesamenleving. ‘Ons model is effectief en makkelijk schaalbaar’, vertelt Maureen Visscher, 28 jaar en teamleider van Hart voor Zwolle. ‘Daardoor is het heel geschikt om ook in andere steden op te zetten.’

De stichting werd tien jaar geleden opgericht door twee studenten die jongeren wilden helpen om een maatschappelijke bijdrage te leveren. Geleidelijk groeide de stichting tot een zelfstandige organisatie met een klein team van vier betaalde medewerkers. Hart voor Zwolle kenmerkt zich door jongeren te motiveren om mee te werken aan sociale activiteiten voor mensen die weinig tot geen netwerk hebben. Maureen: ‘Wij inspireren jongeren om een hechte en ondersteunende gemeenschap te vormen. Jonge vrijwilligers krijgen zo de kans om echt iets te betekenen voor anderen.’

Maureen Visscher, Hart voor Zwolle

‘Iedereen is anders. Voor laagdrempelige zorg is het belangrijk dat er een goede klik is tussen de vrijwilliger en hulpbehoevende. Zo maak je verbinding en ontmoetingen mogelijk. Het geheime ingrediënt? Jongeren inspireren om zich in te zetten voor een ander. Zo creëer je inlevingsvermogen, verbinding en een participerende samenleving. De toekomst begint bij jongeren.’

STICHTING HART VOOR ZWOLLE / 46
Tekst Tessa van Breeden / Fotografie Peter Timmer

Maatjesprojecten

Een van de meest kenmerkende initiatieven van Hart voor Zwolle zijn de maatjesprojecten waar jongeren gekoppeld worden aan mensen die te maken hebben met eenzaamheid of kwetsbaarheid. Bijvoorbeeld het verhaal van een 95-jarige Zwollenaar die gek is op auto’s. Helaas was zijn sociaal leven zeer beperkt, buiten de thuiszorg om. ‘We koppelden de meneer aan een vrijwilliger die ook van autorijden houdt. Ze maken nu samen autoritjes en de vrijwilliger vertelde dat hij het ontzettend gezellig vindt en veel leert van de verhalen van de meneer. Deze wederkerigheid is wat de maatjesprojecten zo waardevol maakt’, vertelt Maureen.

Hart voor Zwolle koppelt vanuit verlangen en vanuit klik de maatjes aan elkaar. ‘Iedereen is anders en dat reflecteert ook de diversiteit in onze maatjescontacten: van wandelen, samen knutselen, samen gamen tot praktische ondersteuning, tot zelfs samen een kasteel in Duitsland bezoeken. Een andere vrijwilliger zei laatst nog: ‘Het voelt voor mij ook echt alsof ik er een vriend bij heb.’ Daar doen we het voor’, aldus Maureen.

Woon-zorgprojecten

In Zwolle is het streven om iedereen op een passende plek te laten wonen, ook met een hulpvraag. De vraag naar deze vorm van zorg neemt toe, en een woonzorgtraject is een manier om dit te ondervangen. De projecten zijn een samenwerking van zorgaanbieders, woningcorporaties, Hart voor Zwolle, de gemeente Zwolle en de Participatieraad. Samen ontwikkelen zij inclusieve woonomgevingen waarin mensen met en zonder zorgvragen samenleven en elkaar ondersteunen. Een mooi voorbeeld is woonproject De Tippe. Vijfentwintig bewoners vormen samen een hechte community, waarin bewoners met en zonder ondersteuningsvraag omzien naar elkaar. Hart voor Zwolle richt zich binnen De Tippe op ‘community building’ en fungeert als aanspreekpunt voor de bewoners. Maureen voegt toe: ‘Wij organiseren in de woonzorgprojecten bijvoorbeeld communityavonden, zodat we de bewoners goed begeleiden.’

10-jarig bestaan

In september 2024 viert de stichting het 10-jarig bestaan met een groot jubileumfeest. Maureen vertelt: ‘Dit wordt een prachtig feest, waar iedereen welkom is. Het is een moment waar Zwollenaren elkaar onder het genot van een hapje en een drankje kunnen ontmoeten.’

In unieke woon-zorgprojecten zorgen jongeren voor elkaar

Tip van Maureen Visscher

‘Zelfstandig leren wonen met een psychische kwetsbaarheid is een enorme reis, waar veel instanties bij betrokken zijn. Wonen in een community met reguliere jongeren maakt dit makkelijker, omdat hulpvragen met elkaar worden opgelost. Deze video geeft een kijkje in de unieke woon-zorgprojecten in de regio en inspireert om informele zorg in Nederland te stimuleren.’

Deze speciale editie van het ontmoetingsfeest benadrukt niet alleen de groei en de positieve impact van Hart voor Zwolle, maar biedt ook een platform voor verdere samenwerking met alle betrokkenen in de stad, van de wethouders tot de maatjes.

‘Elke stad gunnen we een ‘Hart voor …’’ Hart voor Zwolle organiseert de informele zorg dusdanig, dat ze met relatief weinig middelen een enorme impact in de stad maken. Maureen: ‘Daarom gunnen we elke stad dit concept. We zouden graag in contact komen met jonge mensen die zich geroepen voelen om bijvoorbeeld een ‘Hart voor Deventer’ of een ‘Hart voor Enschede’ op te zetten.’ Zij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, want de stichting deelt graag kennis en expertise om nog veel meer impact met elkaar te kunnen maken. Hart voor Zwolle gelooft dat elke stad met jongeren een soortgelijke stichting op kan zetten, om samen te bouwen aan een generatie jonge mensen die het vanzelfsprekend vindt om elkaar te ondersteunen en die zich met een grote dosis betrokkenheid inzet voor een ander.

Hart voor Zwolle is een inspirerend voorbeeld hoe lokale initiatieven sociale zorginnovatie kunnen realiseren en hoe de informele zorg georganiseerd kan worden. Met een sterke basis in de gemeenschap en een blijvende invloed op zowel vrijwilligers als degenen die zij helpen, laat de stichting zien hoe passie en toewijding de maatschappij vooruit helpen. \

47 / Dijkstraat 6, 8011 XS Zwolle / T 06 20 77 06 29 / www.stichtinghartvoorzwolle.nl

Grenzen Verleggen: Health Valley als verbinder in technologie en zorg

Health Valley is bij uitstek een netwerkorganisatie als het gaat om zorginnovatie op het snijvlak van gezondheidszorg en zorgtechnologie in OostNederland. Het jaarlijks terugkerende Health Valley Event is daarvan de grootste netwerkbijeenkomst met een dynamisch programma van keynote sprekers en actuele thema’s in de zorginnovatie. Toegankelijke, betaalbare gezondheidszorg van hoge kwaliteit is het doel. Dat doen we niet alleen. Als Health Valley brengen we bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen om zorginnovaties van de grond te krijgen.

Tekst Corine Böhmers / Fotografie Health Valley Health Valley medicijn farma

Gezonder oud worden, gezond en veilig voedsel, klimaatverandering, de energietransitie, stikstofproblematiek en betaalbare en toegankelijke zorg. Dit zijn maatschappelijke uitdagingen en vraagstukken die samenhangen en een integrale aanpak vragen. Organiseer zorg meer rond patiënten, voorkom ziekenhuiszorg of verplaats die zorg naar huis. Investeer op preventie in verbinding met de huisartsenpraktijk. Dat vraagt ook om samenwerken in de wijk, vitale kernen en buurten met inzet van slimme zorgtechnologie.

De afgelopen jaren zijn landelijke plannen en transitieprogramma’s vertaald in regionale plannen. Health Valley helpt zorgpartijen bij de uitvoering van deze plannen op het gebied van technologische innovaties, arbeidsmarktvraagstukken, duurzaamheid en preventie zoals advies in gezonde levensstijl.

Samenwerken met als doel langer leven

De innovatiemanagers van Health Valley zijn bijzonder succesvol in het realiseren van crossover samenwerkingen tussen zorginstellingen, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Gezamenlijk wordt gewerkt aan innovatieve technologische oplossingen met als doel om mensen langer in goede gezondheid te laten leven en de kosten van de gezondheidszorg te beperken, bijvoorbeeld als het gaat om de razendsnelle ontwikkelingen rond artificiële intelligentie (AI). Deze technologie kan worden ingezet om administratieve taken te verlichten. ‘Je kunt een gesprek opnemen waarbij AI een transcriptie en samenvatting maakt, waardoor je als zorgverlener je volledig kunt concentreren op de inhoud en het advies,’ aldus Corine Böhmers, innovatiemanager bij Health Valley.

Uitdagingen en probleemoplossing

Health Valley helpt ondernemers, overheden en zorgpartijen om complexe uitdagingen het hoofd te bieden waarbij specifieke gezondheidsproblemen worden geïdentificeerd en opgelost. Een mooi voorbeeld van een complexe uitdaging is het tegengaan van antibioticaresistentie. Health Valley helpt Van Remmen UV Technology om in verbinding te komen met ziekenhuizen, als het gaat om het zuiveren van medisch afvalwater. Ton van Remmen: ‘Mede dankzij de samenwerking en het netwerk van Health Valley komt het probleem van antibioticaresistentie steeds meer op de agenda in de gezondheidssector. Health Valley zet zich in om het bewustzijn over het probleemeigenaarschap te vergroten: wie is er verantwoordelijk voor de kwaliteit van ons oppervlaktewater en ons drinkwater? Gezien de urgentie van het probleem, met een prognose dat antibioticaresistentie tegen 2050 mogelijk meer levens eist dan kanker, is het van

essentieel belang dat deze technologie verder wordt ontwikkeld en toegepast.’

Samen Kwiek

Een ander voorbeeld van de samenwerking van Health Valley is het project Samen Kwiek, dat laat zien hoe het aangaan van een uitdaging kan leiden tot zowel economische groei als verbeterde levenskwaliteit. Vanuit het internationale dRural project, is Samen Kwiek de vertaalslag als regionaal dienstenplatform dat zich richt op het verbeteren van de levenskwaliteit van inwoners, met een sterke nadruk op preventie, eigen regie; een aanzienlijke meerwaarde voor zowel inwoners als professionals. Met behulp van de Positieve Gezondheidsvragenlijst en AI technologie kunnen inwoners gemakkelijk het juiste aanbod vinden dat aansluit bij hun welzijnsvraag. Professionals kunnen inwoners rechtstreeks verbinden met een passend aanbod en gemeenten krijgen inzicht in de verhouding tussen vraag en aanbod, evenals de impact ervan.

Helma van den Hurk, innovatiemanager van Health Valley en bedenker van de aansprekende naam Samen Kwiek, geeft een toelichting. ‘Een mooi resultaat van Samen Kwiek in de regio Gelderland Midden betreft het gebruik van het platform om zorgaanbieders en inwoners effectiever met elkaar te verbinden. Daarnaast gaat Samen Kwiek verder dan alleen online interactie. We koesteren de waarde van persoonlijke relaties en streven naar het opbouwen van een echt netwerk inclusief persoonlijke ontmoetingen en kennisuitwisseling.’

Healthcare in Society

Het samenwerkingsproject Healthcare in Society illustreert hoe essentieel samenwerking is voor het bevorderen van gezondheid en welzijn, met name onder burgers met een lagere sociaal-economische status (SES). Dit project wordt vormgegeven door een consortium met partners uit het MKB, de overheid en de zorg- en welzijnssector, ondersteund door Hogeschool Saxion, de Hanzehogeschool Groningen en Health Valley. Het consortium is gericht op het behalen van een belangrijke nationale gezondheidsdoelstelling: het vijf jaar langer in goede gezondheid leven van alle burgers. Dit is een ambitieus doel, >

49 /

aangezien mensen met een lagere SES vaak minder lang in goede gezondheid leven dan die met een hogere SES mede omdat bestaande gezondheidsinterventies deze groep vaak niet effectief bereiken. Om deze uitdaging aan te gaan, zijn drie leergemeenschappen opgezet waarin kennisinstellingen, burgers, overheid, ondernemers, en professionals uit zorg, welzijn en technologie samenwerken.

Deze gemeenschappen richten zich op verschillende aspecten van gezondheidsverbetering:

Preventie en vroegdiagnostiek: De eerste leergemeenschap focust op het voorkomen van zorgbehoefte door middel van vroegdiagnostiek en het bevorderen van een gezonde leefomgeving.

Zorg dichtbij de burger: Een tweede gemeenschap werkt aan het verplaatsen van zorg naar wijkniveau, wat zorg toegankelijker maakt voor mensen met een lagere SES.

Technologische vervanging van zorg: De derde leergemeenschap onderzoekt hoe zorg kan worden vervangen door technologische innovaties die specifiek ontworpen zijn om de gezondheid en het welzijn van deze doelgroep te verbeteren.

In deze samenwerking brengt Health Valley haar hele netwerk aan boord dankzij haar ‘connect-rol’. In Healthcare in Society worden praktische en innovatieve oplossingen gestimuleerd, die bijdragen aan de vitaliteit van kwetsbare burgers en een gezonde economie.

Groei en marktuitbreiding

Innovatiemanagers van Health Valley ondersteunen de ontwikkeling en schaalvergroting van succesvolle innovaties waaronder de begeleiding van start-ups en scale-ups, die niet direct een spin-off zijn van een universiteit of hogeschool.

Health Valley organiseert hiervoor jaarlijks de Start-up Bootcamp Health, waarin start-ups een compleet programma doorlopen en startende ondernemers begeleid worden in de ontwikkeling van hun innovatieve product of dienst vanaf de start tot aan de marktintroductie. Het programma wordt afgesloten met een Dragons’ Den. Corine Böhmers, die de jaarlijkse Start-up Bootcamp Health organiseert en begeleidt, legt uit wat er tijdens de bootcamp te halen valt voor starters. ‘We begeleiden de ondernemer bij het schrijven van een businessplan of bij het vinden van financiering. Ook helpen we in de navigatie van MDR regelgeving bij de ontwikkeling van een medical device en brengen een ondernemer dan bijvoorbeeld

‘Onze IJsberg smelt!’

Tip van Egbert-Jan Bogels

Het boek ‘Onze IJsberg smelt!’ is het meest recente relatiegeschenk van Health Valley. Dit boek laat op levendige wijze zien hoe je als team of organisatie kunt omgaan met veranderingen en crisissituaties om nieuwe kansen te creëren.

in contact met Holland Innovative die hierin expertise heeft. Daarnaast helpen mijn collega innovatiemanagers ondernemers bij het betreden van nieuwe markten, door ze in verbinding te brengen met buitenlandse partijen in de Euregio. Natuurlijk zoeken we ook hierbij de verbinding met collega organisaties zoals Oost NL en het World Trade Center Twente als het gaat om internationale connecties.’

In aanvulling hierop benoemt EgbertJan Bögels, algemeen directeur van Health Valley, het belang van het creëren van de juiste randvoorwaarden zodat innovaties ècht opgeschaald kunnen worden waarbij de focus niet alleen ligt op het ontwikkelen van nieuwe technologieën maar ook op het scheppen van de juiste randvoorwaarden. Dit vereist een strategische verschuiving naar samenwerking over de gehele breedte van het gezondheidsecosysteem.

Egbert-Jan: ‘Het is hoog tijd om tot concrete resultaten te komen. Dit vraagt nog nadrukkelijker dan voorheen om krachtenbundeling tussen zorgorganisaties, innovatieve ondernemers, kennisinstellingen, onderwijs en (landelijke) overheden. Dat is een cruciale succesfactor. Hierin is Health Valley een belangrijke spil in het netwerk om te helpen door echt te gaan samenwerken om concrete resultaten te bereiken. Dan gaat het niet alleen om digitalisering, preventie en de problemen op de arbeidsmarkt. Om zorg betaalbaar, toegankelijk en van een kwalitatief hoogstaand niveau te houden, kun je allang niet meer alleen inzetten op digitalisering en technologie. Hiervoor zullen de huidige systemen (met name die van zorgverzekeraars) tegen het licht moeten worden gehouden. Het gaat ook om preventie.

HEALTH VALLEY / 50
Verbinden tijdens een van de events van Health Valley
1 2 3

Door een gezonde levensstijl voorkomen dat mensen te maken krijgen met ons zorgsysteem. Daarnaast moeten we er alles aan doen om de mensen die in de zorg werken, te behouden. Al met al een complex geheel aan terreinen waar verschillende acties op worden gevraagd waarin Health Valley haar steentje kan bijdragen. Alleen door flexibele samenwerkingsvormen te organiseren, kun je deze problematiek succesvol het hoofd bieden. Door gezamenlijke projecten worden innovatieve ideeën en oplossingen sneller gerealiseerd. Vele ondernemers uit binnen- en buitenland weten ons daarin te vinden.’

Recept voor verandering

Is er een goed recept voor verandering? Corine vat het treffend samen. ‘De succesvolle innovaties die zijn genoemd, dragen bij aan onze gezondheid maar we krijgen allemaal in ons leven een keer te maken met de zorgsector. Is het niet

voor jezelf, dan wel voor een naaste. Dan wil je het liefst in een prettige omgeving terecht komen, waar mensen met plezier werkzaam zijn. Technologie biedt enorme kansen om dat werkplezier in de gezondheidszorg te vergroten.

Kortom, maak de zorgsector aantrekkelijk om te werken. De inzet van technologie kan daarbij helpen, bijvoorbeeld door de last van administratieve draken te verlichten. Je kunt daarmee waarde en waardevolle tijd vrijmaken die zorgverleners aan persoonlijk contact kunnen besteden. En meet de impact technologische initiatieven op zorgkwaliteit en patiënt- en gebruikerstevredenheid. Stel zo nodig bij als het niet de gewenste resultaten oplevert. Niemand vind het leuk om in de rol van patiënt te belanden maar als het dan zover is, draagt het bij aan je herstel als je in een vertrouwde (thuis)omgeving kunt samenwerken aan jouw gezondheid.’

Benieuwd wat Health Valley voor jouw organisatie kan betekenen?

Health Valley ondersteunt met kennis, contacten en praktische tools die uitdagen om concrete doelen te bereiken. Ga naar www.healthvalley.nl voor meer informatie en maak direct een afspraak met een van onze innovatiemanagers.

Verbinden

Verbinden gebeurt bij Health Valley op diverse manieren, zowel grootschalig als kleinschalig, via gerichte matching en evenementen georganiseerd door Health Valley en/of partners. Ga naar www.healthvalley.nl/events voor het actuele overzicht. \

51 /
Corine Böhmers in gesprek tijdens het Health Valley Event 2024

De Uitkijk: authentieke parel op de Hellendoornse Berg

De allereerste editie van INN’overijssel Zorg, de zorgspecial van INN’twente in samenwerking met INN’regio Zwolle, is op 4 juni gelanceerd op een bijzondere locatie: hotel-restaurant De Uitkijk in Hellendoorn. Lars Kijftenbelt, samen met zijn vrouw Helen uitbater van De Uitkijk, vertelt over zijn horecaonderneming op de Hellendoornse Berg. ‘Eigenlijk zijn we een raar en tegendraads bedrijf.’

‘Daar, beneden in het dorp hadden ze een kroeg’, wijst Lars vanuit het restaurant – De Uitkijk ligt zo’n 65 meter hoger dan Hellendoorn zelf. Het uitzicht is er prachtig. Lars vertelt over Marie Mollink, de grondlegger van deze plek. ‘Een ondernemende dame, zeker voor die tijd, die in 1929 een theehuis met observatietoren realiseerde. Al snel vroegen gasten of ze er konden overnachten. Ze liet daarom vier kamers bouwen. Een overnachting kostte in die tijd twee gulden per persoon. Stromend water was er eerst niet; water werd in melkbussen per paard en wagen aangevoerd. Dat gebeurde vanaf café De Kroon, waar haar man Mannes aan het roer stond.’

Lars en Helen lieten een groot deel van de historie, met nog meer van dit soort anekdotes, optekenen in ‘Puur genieten’. Een magazine dat recent vanuit Landgoed De Uitkijk en Herberg de Pas, waar het stel sinds 2020 eveneens de scepter zwaait, werd uitgebracht. ‘We kwamen in contact met hun nazaten en mochten het familiearchief induiken, een walhalla.’ Een deel ervan prijkt in De Uitkijk prominent aan de muren.

Verliefd

Terug naar het hier en nu. Welbeschouwd lijkt De Uitkijk nog in veel op wat het bijna een eeuw geleden al was: een restaurant waar je tevens kan overnachten. Uiteraard geheel volgens de standaard van deze tijd. ‘Veel meer is het eigenlijk ook niet, maar wat we doen, doen we goed’, zegt Lars. ‘De locatie is nog even oogverblindend als toen, dat helpt natuurlijk ook enorm mee.’

Lars en Helen, een ‘traditioneel hotelschoolkoppel’, zoals hij het zelf omschrijft, stapten er in 2015 in. ‘We zaten eerder beiden in Amsterdam en later in Friesland, waar we voor het eerst echt samenwerkten. Dat deden we zelfstandig, maar wel voor investeerders. We wilden iets geheel voor onszelf, keken even in het buitenland, maar het moest toch Nederland worden. We pakten de kaart en zetten een streep door waar we níet wilden zitten. De Randstad viel af, we zochten rust en ruimte. Zo’n vijftien plekken passeerden onze revue en hier eindigde de zoektocht. We waren op slag verliefd op De Uitkijk. Tot op de dag van vandaag.’

Knooppunt

Wie het tochtje de berg op maakt, waar De Uitkijk trots bovenuit stevent, begrijp wat Lars bedoelt. ‘Je waant je buitenaf, maar ook weer niet. Het dorp is vlakbij, de band met de ‘locals’ is sterk en je hebt hier altijd een huiskamergevoel. Zowel zakelijk als privé. De Uitkijk is nog altijd een soort pleisterplaats en knooppunt. Mensen spreken er af, de mountainbikeroutes lopen er direct omheen en er is altijd kleinschalige reuring. Dat spreekt me aan. Ik heb niet het gevoel dat ik hier zeven dagen per week móet zijn, daar houd ik me ook steeds beter aan. Ik heb begin dit jaar al meerdere skitripjes kunnen maken, we houden het leuk en te overzien voor onszelf.’

Horecawetten

Het ondernemersduo tart daarmee met de geijkte horecawetten: een hotel behoort minimaal zo’n dertig kamers te hebben om rendabel te zijn. Lars: ‘Wij hebben er dertien en dat is precies goed. Op papier klopt het misschien niet, maar voor onszelf wel. We zijn dus ook niet persé een hotel. 85 procent van onze omzet komt van eten en drinken, daar zorgen onze kamergasten natuurlijk ook vooral voor. Die gasten, veelal rustzoekers, komen grotendeels uit Nederland.

LANDGOED DE UITKIJK / 52 Tekst Jochem Vreeman / Fotografie De Uitkijk

En een deel uit België en Duitsland. De Belgen worden overigens vooral aangetrokken door het Bib Gourmand stempel van de Michelingids (een keurmerk voor uitstekende prijskwaliteitverhouding, red.). Er zit ook een flink deel zakelijke gasten bij, vooral voor Ben&Jerry’s, dat in Hellendoorn zit, en voor Ten Cate uit Nijverdal.’

Persoonlijk

Lars spreekt zijn gasten zelf regelmatig. ‘Dat is voor mij heel belangrijk. We hebben best eens gekeken naar uitbreiding van kamers, want we hebben veel grond, maar ik ben bang dat we die persoonlijke benadering dan verliezen. Dat geldt ook voor ons eigen personeel, ongeveer vijftig medewerkers. Ik wil weten wie ze zijn en wat hen motiveert. En begrijp me niet verkeerd, we blijven altijd bezig. Is het niet de recente renovatie van de tweede etage, dan wel een nieuw plan voor de voortuin. Daarin maken we keuzes. Zo doen we sinds een tijdje geen huwelijksfeesten in de avond meer, alleen tot en met het diner. Maar wat we ook doen: het moet bij ons passen en we moeten er gelukkig van worden. Daar slagen we al negen jaar vrij aardig in, hier bovenop de berg.’ \

Hellendoornsebergweg 8, 7447 PA Hellendoorn / T 0548 654 117 / www.landgoeddeuitkijk.nl
53 /

Succesvol reageren op marktontwikkelingen?

Een juiste inzet van de mens, in jouw organisatie, is de sleutel

De markt blijft in beweging en je moet steeds vaker inspelen op alsmaar veranderende (klant)vragen.

Om dat zo goed mogelijk te doen, denken we soms dat we onze gehele organisatie moeten veranderen.

Maar we hoeven niet ineens alles anders te doen, maar alleen anders naar de inzet van de mens in onze organisatie te kijken.

Anders denken

Laat de ‘reguliere’ functies van je mensen eens los en kijk naar de rol die ze kunnen vervullen als ze gaan doen waar ze van nature goed in zijn. Want teamleden die niet vanuit hun functie maar vanuit hun oerkracht werken, zorgen voor een flexibele en effectieve organisatie waarmee je snel kunt schakelen op veranderingen in de markt.

Zo zet je altijd die teamleden in die van nature gedreven zijn de nieuwe (klant)vraag te beantwoorden. De benodigde organisatieaanpassingen in bijvoorbeeld proces- en/of taakwijzigingen volgen dan vanzelf. En blijken soms zelfs overbodig.

Bevlogen mensen, presteren beter

Je zet je mensen in hun oerkracht door allereerst de aangeboren onveranderlijke kern van jouw teamleden in kaart te brengen.

Waar zijn ze van nature goed in en waar hebben ze aanleg voor? Buro Kaap haalt naar boven waar mensen diep van binnen gemotiveerd voor zijn en energie van krijgen. Als je dat eenmaal weet, kun jeafhankelijk van wat de markt van je team vraagt - bepalen wie welke rol het best kan oppakken. Waardoor je bevlogenheid activeert.

Het resultaat is een blijvende optimale bediening van je klanten en stakeholders door een topteam van mensen die taken en activiteiten verrichten die aansluiten bij waar ze van nature aanleg voor hebben. En daardoor met meer plezier werken, minder vaak ziek zijn en beter presteren.

Een juiste inzet van de mens, in jouw organisatie Benieuwd naar de oerkracht van jezelf en je teamleden en hoe dit je verder brengt? Bel met Sandra van der Kaap op 053 303 16 85 en zet de eerste stap om de sleutel te bemachtigen tot succes. #succeskomtvanbinnenuit \

BURO KAAP / 54 Fotografie HIT photography > Hengelosestraat 112, 7514 AK Enschede / T 053 303 16 85 / www.burokaap.nl

catalogi en Dat kunnen we.

High-Tech Offset volgens Veldhuis Media

We produceren het drukwerk volgens de ISO 12647-2 norm. Het is dé standaardnorm voor offsetdruk. Hierdoor garanderen wij een voorspelbare kwaliteit. Je wensen en ons drukproces naadloos op elkaar aangesloten. Hierdoor krijg je het kwaliteitsdrukwerk mooi op tijd en toch voordelig.

Snel en voordelig het drukwerk op de plaats van bestemming.

Eekhorstweg 1 7942 JC Meppel

info@veldhuis.nl www.veldhuis.nl

085
082 45
-
00
Als geen ander.

www.inntwente.nl / linkedin.com/company/inntwente / instagram.com/inntwente

www.innregiozwolle.nl / linkedin.com/company/inn-regio-zwolle / instagram.com/innregiozwolle

INN’GESPREK / 56

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.