ZON' Regio Zwolle #13

Page 1

Nummer 13 / zomer 2021 / www.zonregiozwolle.nl

Inclusieve arbeidsmarkt

Platform voor kennisdeling, innovatie en economische ontwikkeling in Regio Zwolle



3 /

Gezonde arbeidsmarkt voor inwoners Regio Zwolle Om volwaardig mee te doen in de samenleving is het hebben van werk belangrijk. Iedereen die kan en wil werken moet in Overijssel mee kunnen doen op de arbeidsmarkt. Helaas zijn er nog steeds mensen waarvoor de afstand tot die arbeidsmarkt (te) groot is. Blijven leren en ontwikkelen helpt om die afstand te verkleinen. Met de arbeidsmarktregio’s werken wij samen aan een inclusieve arbeidsmarkt. Waar wij naartoe willen is iedereen inschakelen die kan bijdragen.

Een leven lang ontwikkelen is voor iedereen belangrijk, of u nu werkgever, werknemer, zzp’er of werkzoekende bent. Scholing en het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden is belangrijk, het helpt als dat al is gekoppeld aan een (gewenst) beroep, maar dat hoeft niet. Ook omscholen kan een doel zijn. Op verschillende manieren wordt met financiële regelingen en subsidies ondersteuning gegeven om de arbeidsmarkt voor iedereen toegankelijk te maken. Op www.overijsselleertverder.nl biedt de provincie Overijssel een totaaloverzicht van de mogelijkheden voor inwoners en werkgevers in Overijssel. Ook voor jongeren is er volop aandacht. Overigens niet alleen bij de provincie. Dat blijkt wel uit de verkiezing tot ‘Mbo Studentondernemer van het jaar’, die nu wordt georganiseerd en waarvan ZON’regio Zwolle mede-organisator en mediapartner is. De verkiezing zet jonge ondernemers (de jongsten zijn pas zeventien jaar!) in het zonnetje. Voor jongeren die door de crisis hard zijn geraakt, bieden wij extra kansen door de crisis- en herstelaanpak. Een paar mooie voorbeelden noem ik hier graag. Upgrade jezelf is er om werkgevers en werknemers bewust te maken van de noodzaak om een leven lang te blijven leren en ontwikkelen. Ook is het mogelijk om via de website online een aanvraag voor het Ontwikkelfonds in te dienen en worden inspirerende voorbeelden met elkaar gedeeld. Daarnaast is de regeling ‘jongeren in het MKB’ opengesteld. Hier kunnen ondernemers een tegemoetkoming krijgen als ze een BOL-stagiair, een BBL’er of een starter hbo op de arbeidsmarkt een plek bieden. Zo biedt de provincie Overijssel iedereen de kans om te groeien en werken we samen aan een aantrekkelijke, inclusieve en toekomstbestendige arbeidsmarkt. Nu en zeker straks als de coronacrisis voorbij is. Graag nodig ik u uit om gebruik te maken van de faciliteiten die de provincie u biedt en contact met ons op te nemen als u vragen heeft of als u vindt dat dingen beter kunnen. \

Tijs de Bree Gedeputeerde provincie Overijssel


INHOUD

/

4

12

56

/ ONZE HORIZON

/ ECONOMIE

/ ONDERWIJS

Voorwoord

03

Oost NL

12

Cibap Next

Rondetafelgesprek

06

Vogellanden

16

De ‘Mbo Studentondernemer

Tiem

30

van het jaar 2021’ is…

24

Phion, orkest van

10

Ronald McDonald Huis Zwolle

70

Impact

40

Column Cibap

29

Gelderland & Overijssel

84

Raw Milk Company

46

SVO vakopleiding Food

36

Column Vogellanden

53

Deltion College

44

Gemeente Hardenberg

54

RegioOpleiders

52

Gemeente Dronten

72

Landstede

60

Weg met het taboe: laaggeletterdheid

74

Hogeschool Windesheim

78

06 54

16

50


5 /

60

32 54 / REGIO ZWOLLE

80 54

/ ONDERNEMEN

/ GEBIEDSONTWIKKELING

Upgrade jezelf

18

Gemeente Raalte

14

Gemeente Zwolle

32

Port of Zwolle

20

Rabobank

22

Bedrijvenpark H2O

38

Column MKB Nederland Regio Zwolle

21

Hanzestrohm

34

Upgrade jezelf

42

Column PV Accountants

37

Column VNO-NCW

71

Cycloon

48

Djopzz Regio Zwolle Volleybal

82

Deloitte

50

‘Wij hebben niet de positie om mensen uit te sluiten’

56

Werkgeversaanpak Overijssel zoekt

82

nieuwe balans na coronatijd

62

Rabobank

66

RTV Oost

68

SmitDeVries

80

78


Daniëlle Poppe

René de Heer

Wethouder gemeente Zwolle en voorzitter arbeidsmarkt Regio Zwolle. Gelooft in een arbeidsmarkt waarin iedereen wordt gezien en ziet het als zijn persoonlijke missie om dit te realiseren.

Theo Rietkerk

Voorzitter college van bestuur Landstede Groep en vanuit het onderwijs lid dagelijks bestuur Human Capital Agenda Regio Zwolle.

Een inclusieve arbeidsmarkt, waarin iedereen die kán werken een baan heeft waarin ’ie zich op zijn plek voelt. We willen het allemaal in Regio Zwolle, maar hoe komen we er? Drie experts - vanuit het bedrijfsleven, de overheid en het onderwijs – zijn aan het woord. Ze zijn het met elkaar eens: om ieder talent aan het werk te krijgen, moeten we het woord ‘talent’ juist eens onder de loep nemen.

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

Even voorstellen

Ondernemer en werkgever uitzendbureau ER IS WERK in Raalte. Vindt het niet meer dan normaal om letterlijk iedere kandidaat naar welk te bemiddelen.


7 /

Inclusieve arbeidsmarkt vraagt om nieuwe definitie van talent Alle drie houden jullie je dag in dag uit bezig met het vergroten van kansen voor mensen op de arbeidsmarkt. Waar komt die drive vandaan? René de Heer: ‘Ooit zat ik op de mavo. Door onrust in mijn privéleven zocht ik op school valse aandacht. Het gevolg was dat ik geregeld bij de conrector stond om te vertellen wat ik had uitgespookt. Op een gegeven moment stond ik vaker op de gang dan in de les. Mijn biologieleraar liep langs en zei: kom eens even mee. Hij vroeg me wat ik wilde bereiken in mijn leven. En waarom ik mijn privésituatie van invloed liet zijn op mijn talenten. Toen ging het roer om. Ik ging van de mavo naar de havo en studeerde uiteindelijk af aan de universiteit. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat iedereen wel eens een duwtje in de juiste richting nodig heeft. Een begeleider, een coach, iemand die je een ander inzicht geeft. Wat er ook gebeurt, mijn bestuurlijke carrière gaat hierover. Ik wil helpen een verschil te maken voor mensen die om welke reden ook tussen wal en schip vallen. Bijvoorbeeld omdat ze nog niet goed Nederlands spreken, een beperking hebben of zonder diploma met school zijn gestopt.’

Theo Rietkerk: ‘In mijn jonge jaren voetbalde ik fanatiek en begeleidde ik pupillen op het voetbalveld. Ik kreeg energie van de groei en ontwikkeling van jong talent. Ook heb ik jeugdkampen mogen begeleiden en ook daar zag ik de talentontwikkeling en persoonsvorming van jonge mensen. Bij deze ervaringen merkte ik dat iedere persoon uniek is en talenten heeft en ook kansen heeft om zich te ontwikkelen. Ik vind dat iedereen een kans verdient! Het vraagt om onderwijs en arbeid op maat.’ Daniëlle Poppe: ‘Mijn uitzendbureau ER IS WERK bestaat deze zomer vijf jaar. Hiervoor werkte ik bij een grootschalig uitzendbureau. Daar was het moeilijk om persoonlijk contact met de kandidaten te houden. Terwijl dat volgens mij juist de kracht van een goed uitzendbureau is. Ik heb psychologie gestudeerd en pas dat ook toe in mijn werk. Via de gemeente en via-via komen bij ER IS WERK veel mensen terecht die een zogenaamde ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ hebben. Die horen dan dat wij zo werken en om die reden melden ze zich aan. Deze groep mensen heeft vaak veel wisselende baantjes

‘ Het woord ’talent’ is zó gekoppeld aan uitblinken, dat het afschrikt’ Daniëlle Poppe

gehad of zijn in het werk tegen dingen aangelopen. Het resultaat is dat ze onzeker zijn geworden. Ik ga in gesprek met ze en achterhaal wat de rode draad van hun verhaal is. Dat geeft hen ook inzicht in zichzelf. Als iemand drie baantjes gehad heeft en zichzelf aan mij hoort vertellen dat hij bij alle drie die baantjes geen vragen aan zijn leidinggevende durfde te stellen, dan valt er bij hem ook een kwartje. Samen kijken we wat de triggers zijn waardoor het misgaat. En wat kan helpen om het beter te laten verlopen. Ik laat de klant ook weten waar die rekening mee kan houden. En ga na of er tijdens het werk tijd is om diegene in te werken en eventueel te blijven begeleiden. In de eerste periode van de inzet houd ik een vinger aan de pols. Zo maken we geslaagde matches. Maar liefst tachtig procent van onze kandidaten krijgt een vaste aanstelling op de plek waar hij of zij is geplaatst. Dat zegt genoeg.’

Bedoelt u dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een andere benadering nodig hebben? Daniëlle Poppe: ‘Nee, juist niet. Dit is hoe wij werken. Met wie dan ook. Het matchen van werknemers en werkgevers is mensenwerk.’ René de Heer: ‘Daar kan ik me helemaal in vinden. Waarom zouden we de samenleving bepaalde talenten ontzeggen? We kunnen niet eens zonder ze. En iedereen is ergens goed in. Iemand met een stoornis >


ONZE HORIZON

/

8

in het autistisch spectrum is vaak juist weer erg precies. Die kan bijvoorbeeld de aangewezen persoon zijn om de salarisadministratie foutloos te doen. En iemand die blind is en daarom meester is in het opvangen van signalen in iemands stem, is perfect voor een klantenservice. Door de jaren heen zijn mensen met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ naar dagbestedingslocaties en sociale werkvoorzieningen gestuurd. Ik vind dat niet netjes, mensen wegmoffelen die gewoon een rol kunnen hebben. Al waren de bedoelingen destijds nog zo goed.’ Daniëlle Poppe: ‘Prachtig gezegd. Het weer normaal maken dat alle mensen meedoen, vind ik de belangrijkste beleidswijziging voor komende periode.’ Theo Rietkerk: ‘Iedereen heeft een passende benadering nodig en dat vraagt om inlevingsvermogen vanuit het onderwijs en vanuit het bedrijfsleven. Ik ben er voorstander van dat het bedrijfsleven meer op competenties gaat matchen, in plaats van alleen op basis van diploma’s. Juist voor de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vraagt dat een goed persoonlijk paspoort met competenties. Dat zie ik op termijn doorontwikkelen naar een digitale vorm.’

Wat is voor u het ultieme doel als het gaat om een inclusieve arbeidsmarkt in Regio Zwolle? René de Heer: ‘Paul van der Valk, van Van der Valk hotels, heeft in Zwolle meerdere mensen in dienst met een zekere afstand tot arbeidsmarkt. Zij werken als parkeerwachter of in de verzorging van de hotelkamers. Hij zegt: ‘als ieder bedrijf twee mensen aanneemt die oorspronkelijk een afstand tot de arbeidsmarkt hadden, hebben we het hele sociale stelsel niet nodig’. Mijn ultieme doel is dat mensen beseffen dat als je het talent van een ander niet ziet, je zelf misschien wel de grootste beperking hebt. En dat iedereen het werk doet dat past bij zijn talent. Overigens, de mensen die echt niet anders kunnen, daar moeten we natuurlijk goed voor zorgen.’ Daniëlle Poppe: ‘En we moeten mensen helpen om ook echt mee te kúnnen doen. René, jouw biologieleraar gaf jou een zetje in je rug. Veel ‘drop-outs’ waarmee ik in gesprek raak, hebben nog niet zo iemand

op hun pad gekregen. Hun zelfbeeld is zo laag. ‘Ik kan niets, want ik heb geen diploma. Ik ben niet slim.’ Dat is hoe zij over zichzelf denken. Dat doet zeer om te horen. Ook zij hebben talenten. Ze moeten alleen zelfvertrouwen krijgen. En daar moeten wij hen allemaal bij willen helpen. Werkgevers kunnen hen bijvoorbeeld opleiden zonder dat er schoolboeken bij komen kijken. Zo is een van onze jongens

aan het werk gekomen en uiteindelijk zelfs voorman geworden, compleet met een eigen bus. Hij is gegroeid in zijn werk en als persoon.’ Theo Rietkerk: ‘Onderwijs, bedrijfsleven en overheid moeten de handen ineenslaan. De werkgevers, ook onderwijs en zorg, willen graag invulling geven aan die inclusieve arbeidsmarkt.

‘We hebben ‘regelvrije zones’ en ‘experimenteerruimte’ nodig’ Theo Rietkerk


9 /

‘Een verschil maken voor wie tussen wal en schip valt’ René de Heer

De zorgwerkgevers willen de ‘bak’ statushouders bijvoorbeeld wel verder helpen in hun ontwikkeling en ze in dienst nemen. Statushouders kun je dan beter bekijken vanuit hun bewezen staat van dienst. Knellende regelgeving helpt de gemeenten op dit moment echter niet om dit daadwerkelijk zo te doen.’

zijn. Of ze zien het oprecht zelf niet. Ik zou willen dat we de definitie van talent eens onder de loep namen. Volgens mij is talent zichtbaar in wat je moeiteloos doet en waar je voldoening uit haalt.’

Wat moeten we vooral niet meer doen, als we een inclusieve arbeidsmarkt willen realiseren?

René de Heer: ‘Als ik het heb over ‘talent’, bedoel ik daarmee dat we moeten kijken naar wat mensen wel kunnen, in plaats van wat ze niet kunnen. En dat we moeten denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen.’

Daniëlle Poppe: ‘We hebben het steeds over talent: ‘we moeten de talenten van mensen zien, hen inzetten op basis van hun talent, mensen mogen werk kiezen op basis van hun talent’, ga zo maar door. Maar het woord ‘talent’, daar schakelen kandidaten op uit. Veel mensen vinden het moeilijk om te vertellen waar ze goed in

Daniëlle Poppe: ‘Op die manier leggen we de lat een stuk lager als maatschappij zijnde. Want mensen denken bij het woord ‘talent’ toch echt aan topvoetballers als Ronaldo. Wat nou als je niet uitblinkt? ‘Talent’ is zo gekoppeld aan uitblinken, dat het mensen afschrikt. Daarom vraag

ik aan kandidaten: ‘wat vind je leuk om te doen? Wat bewonder je in anderen, dat je zelf ook zou willen leren?’ Dan zit je vaak – zonder dat diegene zich ervan bewust is – bij het talent van die persoon. En waarom zou je als werkgever alleen iemand willen aannemen die al uitblinkt? Iemand die alles in zich heeft om het te leren en past bij je bedrijf, is vaak net zo goed.’ Theo Rietkerk: ‘Om jongeren en (jong) volwassenen in kwetsbare situaties kansen te bieden, zullen we in onze mooie Regio Zwolle veel meer gebruik moeten maken van ‘regelvrije zones’ of ‘experimenteerruimte in wet- en regelgeving’. Dat botst met bestaande regels, maar geeft werkgevers ruimte.’ \


ONDERWIJS

/

10

Opleider Cibap Next en mkb’er Eurosafe Solutions slaan handen ineen Wat krijg je als je de beste creatieve vakschool van Nederland koppelt aan de internationale specialist in veilig werken? Voor Mark Dubbink, directeur van Eurosafe Solutions, en Cor de Koning, directeur van Cibap Next, is het antwoord op die vraag allang geen geheim meer. Samen ontwikkelden ze een gecertificeerde training voor het 3D-tekenprogramma SketchUp Pro.

De samenwerking met Cibap Next past bij het ondernemerschap dat Eurosafe Solutions nastreeft. ‘Wij zijn namelijk altijd in beweging’, zegt Dubbink. ‘Oorspronkelijk waren we vooral gericht op de veiligheid van werk op voornamelijk platte daken. De afgelopen jaren hebben wij ons verbreed, nu bieden wij onze dienstverlening ook aan op hoogtes en in besloten ruimtes. Denk daarbij aan installatie en inspectie op elektriciteitsmasten of gevels, maar ook risico-inventarisatie en training. Met onze uitgebreide dienstverlening als basis zijn we altijd op zoek naar nieuwe dingen.’

het begin van een bouwproject tegen conflicterende zaken aan en bespaar je op faalkosten: zeker in deze tijd het toverwoord in de bouwwereld. Met BIM bouw je het project van tevoren op een digitaal platform, waarop alle betrokken partijen aanpassingen kunnen doen. 3D maakt alle knelpunten direct inzichtelijk’, vertelt Dubbink.

‘ 3D maakt alle knelpunten direct inzichtelijk’ Andere invalshoek Aangezien Eurosafe Solutions - inmiddels één van de ‘authorized trainingcenters’ van SketchUp Nederland en daarmee de enige in Noordoost-Nederland - zelf nog geen 3D-tekenaar in huis had, nam het bedrijf iemand aan met veel ervaring op 3D-gebied. ‘We zochten bewust iemand met een totaal andere invalshoek en achtergrond. Diegene boorde daardoor een heel ander netwerk aan. Wat bleek? Niet alleen de bouwwereld heeft baat bij 3D, ook in de horeca, evenementenbranche en marketingwereld is BIM toepasbaar. Door die inzichten is het 3D-balletje gaan rollen, met de samenwerking met Cibap Next als eindresultaat’, blikt Dubbink terug.

Uniek

Faalkosten Die zoektocht resulteerde deze keer in een trainingsprogramma, samen met de erkende opleider Cibap Next. ‘Wat wij de afgelopen jaren merkten, is dat Bouw Informatie Modellering (BIM) steeds belangrijker is voor bijvoorbeeld bouw-, dakdek- en vastgoedbedrijven. Door middel van 3D-visualisatie loop je al aan

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

Cibap Next is onderdeel van Cibap vakschool voor vormgeving en ontwikkelt trainingen en cursussen voor mkb’ers en zzp’ers in creatief denken en doen. Belangrijk in deze tijd van innovatie en vernieuwing. ‘Daarom is het voor ons heel relevant om verbinding te maken met bedrijven in Regio Zwolle. Die kunnen ons aangeven wat nodig is in de markt, waar wij vervolgens weer op kunnen inspelen met actuele cursussen en trainingen. Zo ontstond deze unieke samenwerking tussen Cibap Next en het bedrijfsleven: een creatief professional van Eurosafe Solutions en een meesterdocent met didactische kwaliteiten van Cibap’, zegt De Koning.


11 /

Mark Dubbink (links) en Cor de Koning (rechts)

Regionale verbinder ‘Ondernemer Lisa Heethaar legde verbinding tussen ons en Eurosafe Solutions’, vertelt De Koning. ‘Zij heeft een groot netwerk en kent veel mkb’ers. Zij koppelde ons aan elkaar, omdat wij allebei kansen zien en die ook met beide handen aangrijpen. Door het bundelen van onze krachten zijn we tot een nieuw concept gekomen dat voorziet in de vraag naar 3D-visualisatie: onze gezamenlijke gecertificeerde training in SketchUp Pro, het programma waar wereldwijd meer dan 40 miljoen mensen mee werken. Aan dat certificaat hechten zowel werknemers als werkgevers veel waarde.’

‘ Aan een certificaat hechten werknemers en werkgevers waarde’ Kwaliteit De trainingen, zowel zelfstudie in een online leeromgeving als klassikale bijeenkomsten, bestaan uit drie gradaties: basis, gevorderden en specialisatietrainingen. ‘Voordat mensen zich kunnen specialiseren in bijvoorbeeld BIM is het belangrijk dat ze eerst de twee voorgaande trainingen afronden. Dat heeft alles

Postbus 868, 8000 AW Zwolle / T 038 200 43 40 / www.cibapnext.nl

te maken met de kwaliteit die we willen leveren’, vertelt Dubbink. De Koning vult aan: ‘SketchUp Nederland is onder de indruk en zei: dit is nooit eerder vertoond en ziet er heel goed uit. De vraag kwam dan ook of we het trainingsprogramma niet verder kunnen verspreiden in Nederland. In regio Utrecht zijn we daar nu mee bezig.’

Werkzoekenden Mensen die de training met succes afronden, zijn verzekerd van een baan, stelt Dubbink. ‘Ik zoek zelf al een jaar naar een goede BIM’er. Goede BIM’ers zijn schaars. Dit is een mooie kans voor werkzoekenden die een eerste stap willen maken in digitaliseringskills. In een korte tijd leer je hoe je een schets op papier omzet naar een 3D-visualisatie. Je hoeft geen technische achtergrond te hebben, al helpt affiniteit met vormgeving zeker.’ Dat laatste beaamt De Koning: ‘Het is ook interessant voor mensen die zich willen doorontwikkelen, zoals medewerkers van keukenbedrijven, doe-het-zelfzaken of binnenhuisarchitecten.’

‘BIM-ready’ Het is dan ook niet voor niets dat een groot aantal bedrijven – voornamelijk uit de bouwsector - uit Regio Zwolle persoonlijk is benaderd met als centrale vraag: is uw bedrijf al BIM-ready? Met een goed trainingsaanbod kunnen we antwoord geven op die vraag. We verwachten veel van deze benadering, want we geloven in de kracht van persoonlijk contact’, besluiten Dubbink en De Koning. \


ECONOMIE

/

12

Bedrijventerrein Hessenpoort voorop in energietransitie

‘ Zwolle is de eerste met een smart energy hub van formaat’ Nederland zit middenin een energietransitie. Energie uit fossiele brandstoffen maakt plaats voor energie uit hernieuwbare bronnen, zoals water, wind en zon. Oost NL helpt met kennis, netwerk en eventueel financiering ondernemers in Oost-Nederland in verschillende fases van hun bestaan sneller door te ontwikkelen naar een volgende fase, naar een volgende doorbraak. Zo is Oost NL ook betrokken bij het realiseren van de smart energy hub op bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle. Een smart energy hub? Het is de term voor een nieuwe, superlogische oplossing. Het zit zo: veel bedrijven willen groene energie opwekken of doen dat al. Denk maar aan de daken van bedrijfspanden die vol zonnepanelen liggen. Inmiddels staan bedrijven in de rij om zelf groene energie op te wekken, alleen er is één grote ‘maar’: opgewekte energie die ze over hebben, kan op veel plekken niet aan het net worden geleverd, omdat dat ‘vol zit’. Vergelijk het met filevorming op een snelweg waar ieder plekje van het asfalt wordt bezet door een auto. Zo is de situatie ook op het Zwolse bedrijventerrein Hessenpoort. ‘Het HSMS-station waar stroom naartoe kan, zit vol’, zegt Ilse Sijtsema, parkmanager van bedrijventerrein Hessenpoort. ‘Het station kan 90 megawatt aan energie terugnemen, maar we gaan op Hessenpoort en nabije omgeving 400 megawatt opwekken. Enkel de ‘energie-snelweg’ verbreden is niet de oplossing, het moet een flexibel systeem worden van extra netwerkcapaciteit, verschillende vormen van energieopslag en omzetting naar andere vormen van energie.’ Doel is dat er geen duurzame energie verloren gaat.

Oplossing Smart energy hubs zijn in zulke situaties de oplossing. Zo ook op Hessenpoort. De verwachting is dat de eerste resultaten van de hub eind 2022, begin 2023 zichtbaar zijn. ‘We starten met een waterstofketen: productie, distributie en een compressie- en overslagpunt voor waterstof. Een ‘elektrolyser’ maakt groene waterstof van ‘de overtollige’ opgewekte groene energie. Door de druk te verhogen van 30 naar 350 bar kan de groene waterstof worden gecomprimeerd, opgeslagen en vervoerd’, legt Marc Leeuw, projectmanager development & innovation van Oost NL, uit. ‘Waterstof is ideaal als duurzame brandstof voor zwaar transport,

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

zoals vrachtwagens of de binnenvaart, maar ook voor de industrie als vervanging van aardgas.’ Het doel van de smart energy hub op Hessenpoort is tweeledig: ‘het opwekken en gebruiken van groene energie vergroent de bedrijven en omliggende gebieden van Hessenpoort en daarnaast ontlast de smart energy hub het reguliere energienet. In plaats van meer koper in de grond, hebben we hiermee een veel duurzamere oplossing’, zegt Sijtsema.

Energietransitie Het idee van een waterstofketen komt mede van een maatschappelijk betrokken ondernemer. ‘Een investeerder die zelf veel waterstof nodig heeft in zijn bedrijf en groene ambities heeft. Deze investeerder slaat met het waterstofcompressie- en overslagpunt dus twee vliegen in een klap. Enerzijds voorziet hij zijn bedrijf van lokaal opgewekte groene waterstof, anderzijds helpt hij bedrijven en de netbeheerder met een overschot aan groene energie en draagt hij bij aan de energietransitie in Oost-Nederland’, zegt Leeuw.

Lokaal Het is de bedoeling dat lokale ondernemers rond de hub samenwerken. ‘Heeft de een energie over en de ander juist extra energie nodig, dan kan men groene stroom of warmte bij elkaar afnemen. Wat over is, kan worden omgezet naar groene waterstof, worden opgeslagen of worden verkocht op de energiemarkt. Op de waterstof kunnen andere lokale ondernemers dan bijvoorbeeld weer hun wagenpark laten rijden’, zegt Sijtsema. ‘Zo ontstaat een zelfvoorzienend systeem.’

‘ Een regionale smart energy hub, door en voor de regio’ Ilse Sijtsema In Tolhuislanden, het agrarisch gebied ten noorden van Hessenpoort, hebben bedrijven samen een coöperatie opgericht voor grootschalige groene-energieopwekking. Dat voorbeeld volgen de ondernemers van Hessenpoort, door ook een coöperatie op te richten. ‘De coöperaties kunnen in de toekomst samenwerken. Misschien kan de energie van de windmolens in het agrarisch gebied wel energie leveren aan onze hub’, schetst Sijtsema. ‘Het mooie daarvan is dat het een lokale aangelegenheid wordt, echt van de mensen en de bedrijven van hier.’


13 /

Bij de ondernemers die zijn gevestigd op Hessenpoort valt de drive om het terrein te vergroenen op. Arap-John Tigchelaar, directeur Transferro en voorzitter ondernemersvereniging Hessenpoort: ‘Ik heb de ambitie om van Hessenpoort het groenste bedrijventerrein van Nederland te maken. Daarnaast zou ik de wereld graag beter achterlaten dan dat ik hem heb gekregen.’

Saxion, Hogeschool Windesheim en Universiteit Twente. Als ontwikkelingsmaatschappij overzien wij de hele maatschappelijke ontwikkeling rondom de energietransitie en kennen we vele partijen die daarbij nodig zijn. We helpen Hessenpoort en de betrokken investeerder daar graag mee op weg.’

Subsidies, advies en netwerk

Uit onderzoek dat Oost NL liet doen naar de kansen rondom smart energy hubs, blijkt dat Oost-Nederland alles in huis heeft om er een succes van te maken. ‘Het ontwikkelen, integreren, testen en toepassen van energiesystemen zit in het DNA van deze regio. Alle onderdelen van de waardeketen voor decentrale energiesystemen zijn aanwezig’, zegt Leeuw. ‘De regio kent technologieontwikkelaars voor energieopslag in batterijen, vliegwielen of elektrochemische energiedragers zoals waterstof. Noodzakelijke materiaalkennis, componenten, integratiekennis en testfaciliteiten zijn eveneens aanwezig bij bedrijven en opleidings- en kennisinstituten. Met wereldspelers op sleutelgebieden: Demcon, Elestor, Nedstack, VDL energysystems. We willen een voorbeeld zijn voor andere delen van het land. We laten zien dat we het hier in de regio kunnen fixen. Hessenpoort is de eerste in de regio met een smart energy hub van formaat. Het is een prachtig voorbeeld.’ \

Om de hub te realiseren, heeft een consortium van betrokken partijen een REACT EU-subsidie aangevraagd. Of deze wordt toegekend, zal in juli bekend zijn. Oost NL was betrokken bij de aanvraag. ‘Voor individuele bedrijven is er tevens de SDE++-subsidie, voor bijvoorbeeld de realisatie van zonnepanelen op je dak’, zegt Leeuw. Oost NL hielp de partijen die nodig zijn om van een ‘groen’ idee daadwerkelijk een smart energy hub te maken bij elkaar te brengen. ‘Hier in Oost-Nederland hebben we alle kennis en expertise die hiervoor nodig is. Denk aan een electrolyserfabrikant, batterijsystemenmakers en oplossingen voor warmtekracht en brandstofcellen’, zegt Leeuw. ‘Bovendien hebben we kennisinstellingen erbij betrokken, waaronder Hogeschool

Prachtig voorbeeld

‘We willen een voorbeeld zijn voor de rest van het land’ Postbus 1026, 7301 BG Apeldoorn / T 088 667 01 00 / www.oostnl.nl

Marc Leeuw


ONDERNEMEN

/

14

WSP gaat voor de perfecte match tussen mens en werk Samen met UWV en bedrijfsleven zet Werkgeversservicepunt Regio Zwolle zich in om mensen met een arbeidshandicap sneller aan het werk te krijgen. Eén van hen heeft zich, met ondersteuning van Aniek Spronk van het WSP en de gemeente Raalte, ontwikkeld tot ITspecialist bij Bdata ICT Solutions in Deventer.

‘Onze medewerker David kwam drie jaar geleden bij Bdata binnen als stagiair. Hij volgde een opleiding binnen het aangepast beroepsonderwijs en zocht naar een geschikt bedrijf’, vertelt Mario Riesebeek. ‘Ik had geen ervaring met stagiairs uit het doelgroepregister. Maar ik wilde hem wel een kans geven, want hij had veel waardevolle kennis in huis. In een afgesproken proefperiode heeft hij zich ontpopt. David voelde zich al snel thuis en heeft de volledige stagetijd van zes maanden afgemaakt. Aan het eind van die periode was hij nog lang niet bij ons uitgeleerd. Omdat zijn school zag dat hij bij ons heel erg op zijn plek zat, mocht hij ook zijn tweede stage bij ons lopen. Daarna was zijn opleiding klaar. We wilden hem graag in dienst nemen, maar wel met een stuk loonkostensubsidie. Zijn school kon ons daar niet mee helpen. Daarom heb ik Aniek om advies gevraagd.’

Harrie Helpt-training Het Werkgeversservicepunt is dit jaar gestart met de zogeheten Harrie Helpt-training. Bedrijven krijgen twee dagen lang een training in het begeleiden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Eén van de cursisten is Patrick Neulen van Beaphar in Raalte. ‘Ik werk met een collega met autisme. Soms twijfel ik of ik hem op de juiste manier aanstuur en of hij alles goed begrijpt. Met de Harrie Helpt-training heb ik veel inzichten opgedaan waardoor wij elkaar beter leren kennen en aanvoelen. De ‘Balanskaart’ vond ik vooral heel waardevol, want deze methodiek maakt het makkelijker om met elkaar te bespreken hoe het met je gaat en waar je als leidinggevende in kan helpen. Ook andere tips over het bieden van structuur en zekerheid zijn heel nuttig. In de kern draait het in deze cursus om het belang van aandacht schenken aan anderen. Zorg dat mensen gezien worden en ga moeilijke gesprekken niet uit de weg. Stel gewoon vragen en wees niet bang voor het antwoord. Dat is belangrijk voor iedereen. Met of zonder beperking.’

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer

Loonkostensubsidie Aniek Spronk: ‘Ik ken Mario via netwerkvereniging De Firma. We spreken elkaar maandelijks. Toen hij mij benaderde, ben ik gelijk voor hem aan de slag gegaan. De kandidaat kwam uit de gemeente Raalte, viel onder het doelgroepenregister en zat dus bij de gemeente in portefeuille. Wij konden vrij snel een loonwaardebepaling bepalen volgens de Dariuz-methode. Dit objectieve meetinstrument beoordeelt de toegevoegde waarde van werkzoekenden binnen een bedrijf. Het resterende deel wordt vergoed vanuit de gemeente Raalte.’

Complimenten Riesebeek: ‘Wij zijn heel blij dat een dergelijk vangnet bestaat. Daardoor waren wij in staat om onze medewerker een vast contract aan te bieden. Hij is een aanvulling binnen ons team en heeft zich de afgelopen drie jaar sterk ontwikkeld. Ik merk dat veel collega’s ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen om een werknemer met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te gunnen. Dat kan ik van harte aanbevelen. Natuurlijk is het wel belangrijk dat je voldoende begeleidingsmogelijkheden hebt. Daarin hebben we binnen het team van Bdata een goede modus gevonden. Toen wij onze medewerker net in dienst hadden genomen, heb ik daarover een bericht gepost op sociale media.


15 /

Dat is positief ontvangen. Ik kan me nog herinneren dat ik vlak daarna door mijn woonplaats liep en ik van iemand een schouderklop kreeg. Dat gaf een goed gevoel.’

Sociaal oogpunt Spronk: ‘Bdata is tevreden. Het UWV doet nog de jaarlijkse loonwaardebepaling en daarnaast blijf ik via ons contact binnen de Firma op de hoogte. Begeleiding vanuit WSP is hier verder niet meer nodig, maar dat is voor elke werknemer weer anders. Wij gaan voor de perfecte match tussen mens en werk. Het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is altijd maatwerk. We beschikken over een groot netwerk binnen Regio Zwolle, zodat we vrij snel kunnen inschatten waar iemand terechtkan en van toegevoegde waarde is. Veel bedrijven zijn vanuit sociaal oogpunt vaak wel bereid iemand een kans te geven, maar economische factoren wegen mee, want begeleiding kost tijd en geld. Daarom volgt er altijd een loonwaardebepaling die jaarlijks wordt herijkt. Ons doel is wel de loonwaarde te laten groeien en uitstroom naar regulier werk te bevorderen. Als dat niet haalbaar is, blijft loonkostensubsidie altijd mogelijk.’ \

Zwolsestraat 16, 8101 AC Raalte / T 0572 34 77 99 / www.raalte.nl


ECONOMIE

/

16

Levenskunstenaars als inspiratiebron Milena Šuran, Jeffrey van Aefst en Frank de Zwarte hebben de kans gegrepen om in Vogellanden te werken aan een nieuwe toekomst. Een bijzonder gesprek over struggles, kansen, jezelf ontwikkelen en vertrouwen.

Milena Šuran kwam in 2016 wonen in de naastgelegen Zwolse wijk Pierik. ‘Ik zat op dat moment in een re-integratietraject na een burn-out en hoorde dat Vogellanden bezig was met de opzet van Beleeftuin Buiten Zinnig voor revalidanten en buurtbewoners. Ik heb me aangemeld als vrijwilliger, want het werk sloot aan op mijn achtergrond als biologiedocent. Bovendien kon ik gelijk buurtgenoten leren kennen. In 2018 kreeg ik de kans om betaald als coördinator van deze tuin aan de slag te gaan met daarnaast nog een aantal uren secretaressewerk voor de medische staf.’

Helende omgeving De Beleeftuin bestaat uit een therapiedeel en een moes- en buurttuin. In deze groene omgeving worden therapiedoelen geoefend en leren revalidanten weer lopen op verschillende ondergronden. ‘Mijn taak is enthousiasmeren, mensen uitnodigen en creatieve middagen organiseren. Zodra het kan, pakken we dit weer op, want er is veel behoefte aan. Revalidanten en buurtbewoners kunnen in de tuin elkaar ontmoeten en even tot rust komen. Hier spelen kinderen, zie je bloemen bloeien, groenten opkomen en vlinders rondvliegen. Ik heb zelf ervaren hoe helend deze omgeving werkt. Daarom ben ik ook heel blij dat ik deze kans gekregen heb. Dit werk sluit goed aan bij wat ik wil en kan. Meer uren werken is voor mij op dit moment nog niet haalbaar, maar ook niet mijn doel. Ik wil vooral weer lekker fit worden en duurzaam kunnen werken. Daarvoor zit ik bij Vogellanden op de goede plek.’

Interne werkervaring Een val op zijn elleboog in zijn jonge jeugd bezorgt Frank de Zwarte zoveel problemen dat na diverse operaties een lang behandeltraject nodig is. In Vogellanden leert hij omgaan met zijn beperking, maar moet Frank wel zijn toekomstdroom bijstellen. ‘Ik wilde altijd iets met groen doen, maar dat zou te belastend zijn. Ik heb een beroepskeuzetest gedaan en daar kwam IT uit. Dat verbaasde me niet, want computers vond ik altijd al interessant. Gelukkig kreeg ik via mijn ergotherapeut Machteld de kans om werkervaring op te doen op de ICT-afdeling van Vogellanden. Ik combineer het werk met de opleiding Systeembeheer op Deltion College. Een mooie kans, want ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken.’

Maatschappelijke stage

Milena Šuran

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer

De jeugd van Jeffrey van Aefst is een inktzwarte periode vol drugs en criminaliteit. De ommekeer komt met een opname in een verslavingskliniek. Jeffrey kickt af en neemt afscheid van zijn vorige leven. Tijdens een re-integatietraject krijgt hij de kans een maatschappelijke stage te lopen op de facilitaire dienst van Vogellanden. ‘Afwassen in de spoelkeuken, bedienen in het restaurant of bij mensen ontvangen bij de receptie. Dit werk lag me wel. Ik heb de opleiding voor facilitair manager gevolgd,


17 /

‘ Mijn leven heeft weer een doel gekregen’ Jeffrey van Aefst

voor een maatschappij waarin we vruchtbaar samenwerken en vreedzaam samenleven. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren aan de maatschappij. Mensen zoals Milena, Frank en Jeffrey laten mij de essentie van mijn vak zien. Het zijn levenskunstenaars die hebben geleerd te leren leven onder heel moeilijke omstandigheden. Dat geeft mij ook de kracht om te dealen met moeilijke situaties. Daarnaast zijn ze vakinhoudelijk ook heel sterk. Ze maken veel progressie door. Als je mensen een kans geeft, kunnen ze ver komen. Deze collega’s zijn daar het goede voorbeeld van.’

Vertrouwen Šuran: ‘Ik heb mijn baan te danken aan Fenna. Zij zag mij praten en werken in de Beleeftuin en zei; ‘die baan van coördinator past bij jou. Jij kan dat.’ Ik hoefde niet eens een sollicitatiebrief te schrijven. Dat heeft mij heel veel vertrouwen gegeven.’ De Zwarte: ‘Ik ben ook binnengekomen zonder papieren. Vooral in het begin moest ik flink wennen, maar ik heb geleerd dat het niet erg is, als je iets niet direct weet. Er wordt rekening met je gehouden. In Vogellanden word je gezien als iemand met talenten en niet met beperkingen. Dat is heel fijn.’ \ maar na het behalen van mijn diploma ben ik doorgeschoven naar de technische dienst omdat daar meer werk was. Ook dit werk vond ik heel leuk. Ik heb de benodigde papieren gehaald en werk hier nog steeds met veel plezier.’

Tweede kans Van Aefst: ‘Vogellanden betekent veel meer voor mij dan alleen een fijne werkgever. Mijn leven heeft weer een doel gekregen en ik heb veel meer rust, structuur en regelmaat. Mijn collega’s hebben altijd vertrouwen in mij gehad. Zelfs na een terugval en een tweede opname, bleven ze in me geloven en kreeg ik een tweede kans. Daar ben ik enorm dankbaar voor, want ik denk dat het anders verkeerd met mij was afgelopen. Die steun motiveert mij om elke dag goed werk te verrichten.’

Essentie Inclusief ondernemen in Vogellanden is voor bestuurder Fenna Eefting een vanzelfsprekendheid. ‘Vogellanden staat

Hyacinthstraat 66A, 8013 XZ Zwolle / T 038 498 11 11 / www.vogellanden.nl

Frank de Zwarte


REGIO ZWOLLE

/

18

‘ Duurzame match als uitgangspunt voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt’ Over het algemeen gaat het in Regio Zwolle best goed met de banenafspraak om in 2026 landelijk 100.000 mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te hebben geholpen. Hoewel bedrijven door corona genoeg andere dingen aan hun hoofd hebben, zijn al de nodige initiatieven en succesvolle pilots bedacht en uitgerold. Toch zijn er volgens Renate Meulenkamp-Back (financieel directeur van machinefabriek Drabo in Hardenberg en bestuurslid VNO-NCW Regio Zwolle), Luc Lenferink (eigenaar Uw Onderhoudspartner Lenferink in Hattem en Raalte en bestuurslid MKB Nederland Regio Zwolle) en Jessica van Ruitenburg (beleidsmedewerker Arbeid en Zorg bij vakbond FNV) nog stappen te maken.

Vooral op het gebied van wet- en regelgeving is er nog veel winst te behalen, vertelt Meulenkamp-Back. ‘Er zijn nog te veel struikelblokken om BBL’ers, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en mensen die in de kaartenbak van uitkeringsinstanties zitten, een passende plek te bieden. De ene gemeente geeft wel subsidie, de andere juist niet. Hetzelfde geldt voor jobcoaches. Die zijn belangrijk om juist die doelgroepen aan het werk te krijgen, want werkgevers hebben daar niet altijd de tijd en middelen voor. Door verschillende regelgeving bij gemeenten mist een duidelijk beleid. Dat beleid is echt wenselijk, want dan kunnen we van die 100.000 banen misschien wel 200.000 banen maken.’

Centraal loket Meulenkamp-Back en Lenferink, beiden bestuurslid van Werkbedrijf Regio Zwolle, zouden daarom in Regio Zwolle graag een centraal loket zien waar iedereen terechtkan met vragen over de arbeidsmarkt. ‘Er zijn nu 22 gemeentes in 4 arbeidsmarktregio’s. Ondernemers houden zich normaal gesproken qua werkgebied niet aan die grenzen, maar op het gebied van inclusiviteit worden ze daardoor wel beperkt. Vanwege de verschillende wet- en regelgeving is het lastig om bij het juiste loket uit te komen’, vertelt Meulenkamp-Back. Lenferink: ‘Het zou dan ook gaaf zijn als we over een jaar kunnen zeggen dat er één centraal loket in Regio Zwolle is.

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

‘Focus je op de successen’ Dat aan de achterkant het financiële gedeelte geregeld is en dat een vast aanspreekpunt werkgever en werkzoekende met elkaar in contact brengt met een duurzame match als uitgangspunt.’

Wajong Ook de Wajong kan beter. ‘Wij hadden een Wajonger aan het werk die steeds arbeidsproductiever werd en veel bijdroeg aan ons bedrijf’, vertelt Lenferink. ‘Dus ging hij bij ons meer verdienen,


19 /

‘Door verschillende regelgeving mist een duidelijk beleid’ maar tegelijkertijd werd hij door regelgeving teruggeschroefd in zijn Wajong-uitkering. Dat zorgde ervoor dat hij minder is gaan werken. Dat is niet uitlegbaar. Er moet simpelweg geen drempel zijn voor Wajongers die meer willen werken.’ Van Ruitenburg erkent het probleem: ‘Dit is een van de grootste frustraties van onze Wajonggroep bij het FNV. Dat er voor hen eigenlijk geen groeiperspectief is, terwijl ze aan het werk zijn en juist meer willen werken.’

Ontwikkelfonds Om voor een eenduidiger beleid te zorgen, heeft Regio Zwolle het Ontwikkelfonds, een gezamenlijke subsidiepot van gemeenten, provincies en politiek Den Haag. ‘Die gelden zijn breed inzetbaar voor beschikbaarheid, wendbaarheid en inclusiviteit van personeel. Via de sectortafels van Upgrade Jezelf Regio Zwolle zitten ondernemers, stakeholders en onderwijs aan tafel om regiobreed oplossingen te bedenken voor die problematiek. Cofinanciering geeft meer slagkracht en maakt het makkelijker om ideeën uit te rollen. Het loopt nu ruim een jaar, de kaders staan. Ik verwacht er veel van’, zegt Lenferink. ‘Door eenduidigheid in Regio Zwolle is de kans groter dat straks een grotere groep mee kan doen in het arbeidsproces.’

Sociaal ontwikkelbedrijf Alle drie zijn ze het erover eens dat het creëren van duurzame banen het uitgangspunt moet zijn van het beleid. ‘Het moet niet zo zijn dat mensen na een jaar weer terug bij af zijn’, vertelt Van Ruitenburg. ‘Daarom hebben we onderzoek gedaan naar een sociaal ontwikkelbedrijf, een opvolger van de sociale werkvoorziening. Dat is een springplank en vangnet ineen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en mensen die door omstandigheden geen baan meer hebben. Mensen leren er werkritme te krijgen, kunnen sparren met coaches en er hun talenten ontdekken of ontwikkelen. Je hebt altijd een plek om terug te komen. Zo willen we het beter voor hen regelen.’ Een aantal politieke partijen, waaronder het CDA, staat positief tegenover het plan.

Succesverhalen Tenslotte heeft Lenferink nog een oproep voor beleidsmakers: ‘Zoek de succesverhalen op. Het gaat nu nog te vaak over dingen die niet goed gaan. Laat die gevallen eens links liggen en focus je op de successen. Die leveren veel meer energie op. Beleid moet je niet maken op twee uitzonderingen. Beleid maak je door oplossingen aan te dragen voor de grote groep die lastiger meedoet op de arbeidsmarkt. En dat beleid moet uiteindelijk voor een olievlek zorgen.’ \

www.upgradejezelfregiozwolle.nl


REGIO ZWOLLE

/

20

Voorschakeltraject opstap naar baan in logistiek & transport Het Voorschakeltraject Logistiek is een kennismaking met de mbo-opleiding Logistiek Medewerker op niveau 2 die werkzoekenden snel inzetbaar maakt binnen de sector logistiek en transport. 12 deelnemers maken in 3 maanden tijd kennis met verschillende werkzaamheden in deze branche. Elke week krijgen ze 1 dag theorie- en praktijkonderwijs en gaan ze 2 dagen aan de slag bij een logistiek bedrijf in de regio Zwolle. Daarna kan de werkzoekende gelijk betaald aan het werk of doorstromen naar de mbo-opleiding Logistiek Medewerker.

Het voorschakeltraject is ontsproten aan de sectortafel Transport & Logistiek van de Human Capital Agenda Regio Zwolle en opgezet door Deltion College, Werkgeversservicepunt (WSP), Port of Zwolle en het bedrijfsleven. Initiators zijn de sectorleden Thamàr Pol, adviseur werkgeversdiensten van het WSP, en Esther Hulsman, accountmanager Mobiliteit en Logistiek van Deltion.

Actieagenda ‘Inclusiviteit is onderdeel van onze actieagenda’, vertelt Pol. ‘Het structurele personeelstekort in onze branche kan deels worden opgelost door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op te leiden, zoals uitkeringsgerechtigden.’ Het bedrijfsleven omarmde dit idee. ‘Daarop zijn we plannen gaan concretiseren,’ vervolgt Hulsman. ‘Port of Zwolle fungeert als penvoerder in dit project, heeft in november subsidie aangevraagd en gekregen. Daardoor is de opleiding gratis voor zowel kandidaten als deelnemende bedrijven. Alleen begeleiding op de werkvloer moeten bedrijven zelf regelen. Door de hoge werkdruk heeft niet elk bedrijf hiervoor voldoende capaciteit. Toch lukte het ons vrij snel

voldoende leerwerkplekken te vinden. Begin dit jaar is de werving gestart via UWV en gemeenten. In maart zijn we de opleiding gestart met 12 kandidaten.’

Grote magazijnhal Iwald Hovenga is als docent transport en logistiek verbonden aan het traject. ‘Deltion heeft een grote magazijnhal van 1.000 vierkante meter aan de Katwolderweg. Zo’n grote ruimte is essentieel voor een praktijkgerichte opleiding. Deelnemers krijgen via Deltion de basisvaardigheden van het vak aangereikt en ze vergroten daarnaast hun kennis en inzicht in rekenen, veiligheid, milieu en duurzaamheid. BLOM opleidingen verzorgt de opleidingen voor heftruck, reachtruck en elektrische pallettruck.’

Werknemersvaardigheden Hulsman: ‘Wij zijn vol enthousiasme gestart, maar dit is ook voor ons een nieuw proces en gaandeweg het traject leren we van onze ervaringen. Successen nemen we mee en verbeterpunten voeren we door.’

‘ Personeelstekort oplossen met opleiding’ Hovenga: ‘Bij een tweede traject zal meer aandacht zijn voor werknemersvaardigheden zoals arbeidsritme en werktempo. Deze groep is van goede wil, maar al heel lang uit het arbeidsproces. De één heeft meer tijd nodig om zich aan te passen dan de ander.’

Kennis samenbrengen Pol: ‘Door samen te werken vanuit Upgrade Jezelf, laten we zien dat we in korte tijd een breed gedragen initiatief kunnen neerzetten. Dit voorschakeltraject is een mooi begin, maar er liggen nog veel meer kansen om groepen op te leiden voor deze sector. Om dat te realiseren, willen we nog veel meer kennis samenbrengen, ons netwerk uitbreiden en samenwerkingsverbanden intensiveren. Zo laten we zien dat de sectortafel zich inzet voor verbetering van de hele sector voor de regio Zwolle.’ \

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer > Lübeckplein 2, 8017 JZ Zwolle / www.portofzwolle.nl


21 /

Jelle Weever

Studentondernemer van het jaar Dit jaar wordt in Regio Zwolle voor het eerst de award voor de Mbo Studentondernemer van het jaar uitgereikt. Een prijs die waardering voor en stimulans aan ondernemende studenten geeft.

Het schrijven van deze column deed mij terugdenken aan mijn mbo-tijd, aan het begin van dit millennium. Een periode waarin ik zoekende was naar wat ik wilde, wie ik was en waar ik goed in was. Het was evenwel één van de leukste periodes in mijn leven. Ik zat op het Deltion College aan de Grote Voort in Zwolle, opleiding BOL4 bouw. Een relatief kleine school met ervaren geduldige docenten, gericht op de praktijk. Het goede van het mbo is dat er vakinhoudelijk een stabiele basis wordt gelegd. Ik ervaar nog iedere dag het gemak van de opgedane kennis. Ondernemen in mijn studententijd deed ik ook. Het was een mooie manier om al deel te nemen in de grotemensenwereld. Het vormde mij en het gaf vertrouwen in eigen kunnen. De studenten die nu ondernemen hoeven niet per se ondernemer te blijven. Het is wel een mooie kans om te pionieren, nu er nog geen druk is van het moeten betalen van vaste lasten. Voor wie er echt verder mee wil

Jelle Weever, 34 jaar. Bouwondernemer en voorzitter MKB Nederland Regio Zwolle.

gaan; in Regio Zwolle zijn prachtige programma’s beschikbaar voor start- en scale-ups. Om jullie verder te helpen hebben we in Regio Zwolle Kennispoort in het leven geroepen. De mensen daar helpen ook studentondernemers graag verder. Ik roep leraren op om studenten aan te moedigen en aan de slag te gaan met innovaties of zaken die in hun ogen beter kunnen/ moeten. Het verrijkt de geest van studenten. Studenten die later in loondienst gaan, begrijpen hun werkgever beter en de groep die zelf gaat ondernemen zal een belangrijke bijdrage gaan leveren in de regionale economie. Voor de ondernemers: wees eigenwijs, werk hard, geef nooit op, begeef je in netwerken en wees trots op het feit dat je iets anders doet of bent. Dat is in mijn ogen de basis voor ondernemerschap. \


ONDERNEMEN

/

22

Tekst Jorien Marcus / Fotografie Frans Nikkels


23 /

Duurzaam ondernemen is toekomstbestendig ondernemen Dat je samen meer bereikt dan alleen, weten ze bij de Rabobank al heel lang. Het coöperatieve gedachtengoed zit immers in het DNA van de bank. Net als maatschappelijke betrokkenheid en werken aan een duurzame leefomgeving. Ondernemers die duurzaam (willen) ondernemen, kunnen dan ook rekenen op de kennis, faciliteiten en het netwerk van de bank. Wie duurzaam onderneemt, houdt in zijn bedrijfsvoering rekening met medewerkers, milieu en maatschappij. Directeur coöperatieve Rabobank Klaas Feenstra voegt daar graag nog wat aan toe: ‘Duurzaam ondernemen is ook toekomstbestendig ondernemen.’ Daar horen, zegt Feenstra, grote transities bij naar een nieuwe economie. ‘Transities op het gebied van digitalisering, circulair produceren en de toepassing van duurzame energiebronnen.’ Om te ontdekken wat ondernemers in deze regio nodig hebben om toekomstbestendig te worden en hoe de bank daarbij kan helpen, stuurt Feenstra een team aan dat zich verbindt aan allerlei initiatieven, netwerken en ecosystemen. Ook kunnen ondernemers gebruikmaken van het uitgebreide netwerk van de bank en van de mogelijkheden op het gebied van kennisdeling en financiering.

Kennis delen Binnen de kring Midden Oost Nederland, een gebied dat zich grofweg uitstrekt van Meppel tot Apeldoorn en van Lelystad tot Hardenberg, is Feenstra verantwoordelijk voor het thema duurzaam ondernemen. De kennis en ervaring die hij opdoet in deze regio en vanuit andere Rabobankkringen, neemt hij mee naar Regio Zwolle. ‘In Eindhoven werkt de Rabobank bijvoorbeeld nauw samen met een aantal grote landelijke innovatiefondsen die ook voor onze regio zijn opengesteld. Veel ondernemers profiteren daarvan, omdat de bank samen met zo’n fonds goed en snel tot financiering kan overgaan. Om de innovatiekracht in deze regio te versterken, trekken we op met de kring Twente en leggen we verbindingen tussen de kennis daar, bijvoorbeeld die van de universiteit, en de toepassing in deze regio. Door meer samen te werken en te leren van andere regio’s, versterken we de hubs in de regio hier. Overigens gebeuren hier ook veel mooie dingen. Denk aan Perron038 en het Health Innovation Park in Zwolle. In Hardenberg ben ik aangesteld als kwartiermaker voor de IQ BLVD, een innovatieve hotspot die samenwerking binnen de maakindustrie in de regio Vechtdal stimuleert met nieuwe innovatieve projecten. Talenten moeten we met dit soort projecten behouden voor deze regio.’

Financieringsvormen Ondernemers die duurzaam willen ondernemen, kunnen gebruikmaken van verschillende, mede door de Rabobank,

Willemskade 1, 8011 AC Zwolle / T 038 428 77 77 / www.rabobank.nl

ontwikkelde programma’s. Enkele voorbeelden zijn Circo Tracks, MoveDigi of CE in 1 Day, dat zich richt op circulaire kansen. De programma’s creëren bewustwording: waar ligt de behoefte van morgen en overmorgen? En hoe zorg je ervoor dat je daar klaar voor bent? Wie een nieuw businessmodel heeft ontwikkeld, kan bij de bank terecht voor financiering. De Rabobank werkt hiervoor vaak samen met andere partijen. Dat is niet voor niks. Het financieren van nieuwe businessmodellen en innovaties is risicovol. Het is vaak lastig inschatten hoe de markt reageert, of er voldoende afnemers zijn en of het bedrijf aan de aflossingsverplichting kan voldoen. Om ondernemers toch te kunnen helpen, onderzoekt de bank met partijen als Oost NL, Wadinko en de overheid hoe publieke gelden subsidies en fondsen - en private gelden aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Feenstra: ‘Bij Money Meets Ideas ontmoeten kansrijke start-ups onze informal investors, private banking klanten van de Rabobank. En koplopers op het gebied van innovatie en circulariteit kunnen deel uitmaken van onze community. Daarin kunnen zij kennis uitwisselen en stimuleren wij ketensamenwerking.’ Hoewel vaak grootzakelijke ondernemingen koploper zijn op het gebied van duurzaam ondernemen, kunnen ook kleinere ondernemingen en innovaties van startups profiteren van programma’s van de bank, zoals Regio Zwolle Incubator, Rabo Innovatielening en Money Meets Ideas.

‘Growing a better world together’ ‘De Rabobank heeft al een aantal jaren een missie’, besluit Feenstra, ‘Growing a better world together’. Door hier maatschappelijke thema’s aan te verbinden, waaronder duurzaam ondernemen, wordt dit heel concreet en kunnen we hier als bank echt een rol in spelen. We zijn samen verantwoordelijk voor de welvaart in de regio nu en in de toekomst.’ Wilt u ook bezig met ondernemen gericht op een betere toekomst en wilt u weten wat de Rabobank voor u kan betekenen? Neem dan contact op met Klaas Feenstra via klaas.feenstra@rabobank.nl. \


‘ Deze award geeft jonge ondernemers een zetje in de rug’

De ‘Mbo Studentondernemer van het jaar 2021’ is… Tijdens de release van dit magazine op 24 juni wordt hij of zij gekozen: de beste ‘Mbo Studentondernemer van 2021’. Met zo veel ondernemende mbo-opleidingen in Regio Zwolle, zien we hier vele (ex-) studenten gedreven hun eigen bedrijf starten. De award stimuleert deze toekomstige talenten om hier te blijven, kansen te pakken en hun bedrijf te laten groeien.

De verkiezing ‘Mbo Studentondernemer van het jaar’ is een samenwerking tussen mbo-opleidingen in Regio Zwolle, Jan-Ernst van Driel - directeur Deltion College en initiatiefnemer - en Annet Spijkerman en Annemarie Teeken - uitgevers van ZON’regio Zwolle. ‘We zien in deze regio veel jongelui druk in de weer om hun onderneming op te bouwen. Hier steken ze al tijdens hun opleiding veel tijd en energie in. We zetten hen dan ook graag goed in de schijnwerpers’, legt Van Driel uit. ZON’regio Zwolle werd bijna logischerwijs zijn partner. ‘Wij willen onderwijsen onderzoeksinstellingen, overheidsinstanties en het bedrijfsleven met elkaar verbinden’, vertelt Spijkerman hierover. ‘Studenten en student-ondernemers horen hierbij. Voor jonge startende ondernemers was er trouwens nog niet een dergelijke verkiezing, Terwijl zij ons zó inspireren. De hoogste tijd, dus.’

Onderwijs Tekst Mirjam van Huet / Illustratie Cibap

Sterk startup-klimaat De kanshebbers van dit jaar zijn: Albert Post (SVO), Romy Veldkamp (Landstede), Thijmen Sterken en Teuntje van Leeuwen (Cibap), Steven van der Weerd (Deltion College), Kyra Kooij (Zone.college) en Dave van Veldhoven (opleiding Vakman Ondernemer). Van Driel: ‘De verkiezing staat open voor alle in Regio Zwolle gevestigde mboscholen. Het mooie is: ondernemerschap is bij mbo-opleidingen meestal onderdeel van het curriculum. En veel mbo-beroepen zijn uitermate geschikt om in te vullen als zelfstandig ondernemer. Binnen de maak-industrie, bijvoorbeeld; een belangrijke sector in onze regio. De grotendeels praktisch opgeleide mensen in deze sector zijn hartstikke belangrijk voor de economie hier.’ De splinternieuwe verkiezing belicht dit aspect. Want volgens de organisatoren mogen ‘onze’ excellente mbo’ers gezien en gehoord worden. ‘Dat is fijn voor hen, maar óók voor het bedrijfsleven’, aldus Teeken. ‘Deze studentondernemers hebben de meest verrassende ideeën, en de drive om die uit te voeren ook! Stimuleren we dit, dan zullen er nog meer mooie bedrijven ontstaan, wat het startupklimaat hier versterkt.’

Kandidaten in beeld Wie kans wil maken op de titel, moet aan een paar criteria voldoen; student zijn bij de mbo-onderwijsinstelling, of dit niet langer dan een jaar geleden zijn geweest. En: het bedrijf moet zijn gevestigd in een van de 22 gemeenten van Regio Zwolle en ook daadwerkelijk staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. ‘De mbo-school bekijkt zelf wie van haar studenten mag meedingen naar de award’, vertelt Van Driel over het voorstadium van de verkiezing. ‘Op het aanmeldformulier moet de school verschillende vragen beantwoorden’, vult Spijkerman aan. ‘Cijfers zijn interessant, zoals iemands belang in de onderneming in procenten, het aantal Fte en de omzetverwachting voor de komende drie jaar. Maar nét zo boeiend is het om te weten of de kandidaat een doorslaggevende invloed heeft op het beleid van het bedrijf. En: wat is er eigenlijk zo uniek aan het bedrijf of het idee van de student?

Meld uw school alvast aan voor 2022: info@a2business.nl


25 /

Vliegende start voor Mbo Studentondernemer van het jaar 2021 De Mbo Studentondernemer van het jaar 2021 krijgt een vliegende start, dankzij de betrokkenheid van het bedrijfsleven in Regio Zwolle. Dank aan alle sponsoren, die samen een combinatie van startkapitaal en kennis en advies aanbieden aan de ambitieuze start-up die de bokaal in ontvangst mag nemen.

Wat zijn de ambities en welke strategie moet deze waarmaken? Hoe belangrijk is innovatie en duurzaamheid voor de startup? En op welke prestatie is de kandidaat apetrots? De antwoorden op zulke vragen geven ons een heel close beeld. Net als de video die de jonge ondernemer van zichzelf heeft gemaakt.’

Vakjury én publiekjury Alle deelnemers nemen een video op van maximaal twee minuten, waarin zij zichzelf presenteren. Duidelijk moet worden: wat doet de kandidaat precies, hoe en waarom? En wat wil hij of zij ermee bereiken? Alle dit jaar ingezonden filmpjes werden vanuit ZON’regio Zwolle naar de ondernemende partners van dit magazine gestuurd, met de vraag: wie zie jij als winnaar? Deze partners vormen samen dan ook de vakjury van de jaarlijkse verkiezing. Tijdens de release van de zomereditie van dit magazine presenteren de kanshebbers hun bedrijf en worden de twee finalisten bekendgemaakt. Hierna wijst het publiek (alle aanwezigen vormen samen de publieksjury) de uiteindelijke winnaar aan.

Bokaal en andere prijzen ‘De winnaar mag zich ‘Mbo Studentondernemer van het jaar 2021’ noemen en ontvangt een prachtige bokaal, een pagina in de wintereditie van ZON’regio Zwolle én een cheque van 500 euro’, vertelt Van Driel enthousiast. ‘Cibap stelt deze - door hun studenten fraai ontworpen - wisselbokaal beschikbaar. De winnaar mag deze een jaar lang houden én krijgt de eer om deze het

‘ Deze jongeren zijn belangrijk voor de economie’ jaar erop uit te reiken aan de nieuwe winnaar. Elke deelnemer krijgt trouwens een iets kleinere bokaal als aandenken.’ De winnaar ontvangt tevens advies, als onderdeel van het prijzenpakket. ‘Met 500 euro startkapitaal én voor 2.500 euro aan masterclasses en advies, gericht op ondernemerschap helpen we de Mbo Studentondernemer van het jaar graag nóg steviger in het zadel’, vertelt Teeken hierover. ‘En wie weet stimuleert dit andere jongeren om ook ondernemerschap te overwegen als start van hun loopbaan.’ >


ONDERWIJS

/

26

Mbo Studentondernemer van het jaar 2021

1

Dit zijn de 6 genomineerden KyKo Doordacht en realistisch Erik van Gijtenbeek van Zone.college over de nominatie van Kyra Kooij met haar bedrijf KyKo:

‘Ze is enthousiast en leergierig en haar plan is goed doordacht. Kyra is haar hondentrimsalon met een heel realistisch idee begonnen. Ze is bijvoorbeeld niet meteen een pand gaan huren, maar gebruikt de locatie van een andere hondentrimsalon. Nu bouwt ze in deze startfase eerst kapitaal op, zodat ze later een eigen ruimte kan betrekken. Kyra deed de opleiding Dierverzorging, niveau 4. Binnen het keuzedeel volgde ze het onderdeel trimmen; zo leerde ze het vak.

2

Het mooie aan het bedrijf van Kyra is dat ze hiermee ook aan de zittende studenten laat zien dat je met een mbo-opleiding meer kunt dan alleen in een baan voor een werkgever werken. Kyra is een voorbeeld voor anderen die twijfelen om voor zichzelf te beginnen en er misschien onzeker over zijn. Dit kan hen over de streep trekken.’

BySoil Van afval naar meubel

Koen Schuurhuis van Cibap over de nominatie van Thijmen Sterken en Teuntje van Leeuwen met hun bedrijf bySoil:

‘‘From shit to style’, dat is wat Thijmen en Teuntje doen. Van oud meubilair maken ze nieuwe meubels. De twee werken samen met lokale bedrijven, zoals Stichting Kringloop Zwolle, die dezelfde visie hebben. Thijmen en Teuntje gebruiken het meubilair dat de kringloop niet verkoopt. Hier halen ze de bruikbare delen uit, die vervolgens een tweede kans krijgen in ‘nieuw’ meubilair. Mét een strak design, want daar hebben deze twee starters oog voor.

Ze ondernemen heel modern. Ze stellen hun machines beschikbaar voor anderen. En met hun meubelcollectie stimuleren ze hergebruik. Ze hebben circulariteit voorop staan, niet een groot financieel gewin. Natuurlijk willen ze genoeg verdienen, om te kunnen uitbreiden of met nog meer mensen te kunnen samenwerken.

Ik vind het fantastisch dat ze ook onze derdejaars studenten betrekken bij hun bedrijf. Die produceren nu een meubellijn voor bySoil.’


27 /

3 4

Meld uw school alvast aan voor 2022: info@a2business.nl

Daron Events Feest, zonder afval

Keimpe Dokter van opleiding Vakman Ondernemer (een samenwerking van Deltion College, Landstede MBO en MBO Menso Alting Zwolle) over de nominatie van Dave van Veldhoven met zijn bedrijf Daron Events: ‘Dave is een ondernemer in hart en nieren. Een netwerker die niet alleen makkelijk praat maar ook de daden bij het woord voegt. En hij laat zien: doe wat je leuk vindt, dan is er zó veel mogelijk. Studenten die elkaar inspireren, dat vinden wij belangrijk. Met zijn bedrijf organiseert Dave dansfeesten; zero waste, dus zonder afval. Want hij vindt het niet normaal dat er tienduizend plastic bekers op de grond liggen aan het eind van een festival.

De opleiding Vakman Ondernemer geeft mbo’ers een jaar de tijd om hun businessplan uit te denken. Ze leren hun idee scherp te krijgen, hier een plan van te maken en hun doelgroep in kaart te brengen. Niet schools, maar praktisch. We zitten achter het station, in Brainz, een creatieve plek waar meer ondernemers komen. Hier ervaren de studenten al ‘de echte wereld’.’

Viswinkel van Triest 17 jaar en nu al ondernemer

Martijn Wassenaar van SVO over de nominatie van Albert Post met zijn bedrijf Viswinkel van Triest:

‘Albert deed de niveau 2-opleiding visopleiding Verkoopmedewerker vis en is de jongste ondernemer in de visdetailhandel. Prachtig om te zien, want in zijn beroep staat het ambacht centraal. Hij begon bij Viswinkel van Triest in Elburg met een bijbaantje. Toen de voormalige eigenaar wilde stoppen, besloot Albert het bedrijf over te nemen. Hij komt uit een ondernemersfamilie en zijn moeder helpt hem. Ik vind hem een uithangbord voor het vak; Albert draagt het ambacht uit. Als visspecialist ben je niet alleen aan het verkopen, je bereidt ook gerechten, bewerkt de vis en maakt hapjes. De vis komt binnen en hij maakt er prachtige producten van. Onze studenten brengen het ambachtelijke vak, zoals we dat doceren in onze food-opleidingen, onder de aandacht. Wij vinden het daarom belangrijk om hen een podium te bieden. Zo laten we samen zien wat je allemaal kunt met je mbo-opleiding.’


ONDERWIJS

/

28

5 6

Meld uw school alvast aan voor 2022: info@a2business.nl

Romy Sieraden Hip en handgemaakt

Jordy Lugtenberg van Landstede Groep over de nominatie van Romy Veldkamp met haar bedrijf Romy Sieraden:

‘Romy, van de opleiding Ondernemer Retail, maakt sieraden voor jonge meiden. Haar doel: nog meer jongeren blij maken met handgemaakte sieraden. Ze heeft nu haar eigen online winkel.

Wij brengen studenten zoals Romy in aanraking met ondernemersvaardigheden. Want hoe bouw je een bedrijf op? En wat moet je allemaal kunnen als ondernemer? Ook werken we samen met Kennispoort Regio Zwolle. Onze studentondernemers kunnen gebruik maken van hun deskundigheid. Samen met een expert het businessmodel canvas toepassen op hun idee, aan de slag met hun waardepropositie of vragen stellen over financiën; het kan allemaal.

Tempovino wijnen Netwerker met gunfactor

Onze topondernemersregeling - een initiatief van de Zwolse8 maakt het makkelijker om studeren en ondernemen te combineren. Studenten die deze regeling benutten, krijgen meer vrijheden in het volgen van het onderwijs. Ze mogen bijvoorbeeld een examen op een ander moment plannen en onder schooltijd naar beurzen en afspraken die belangrijk zijn voor hun bedrijf.’

Stephan Demmer van Deltion College over de nominatie van Steven van der Weerdmet zijn bedrijf Tempovino wijnen:

‘Toen Steven zijn horecabaan verloor door corona, ging hij Italiaanse wijnen importeren. Die verkoopt hij aan particulieren en aan supermarkten, de horeca, speciaalzaken en ondernemingen, voor bijvoorbeeld kerstpakketten en relatiegeschenken. Via zijn netwerk brengt Steven de wijn aan de man.

Omdat hij verre van de enige is in deze branche, is zijn persoonlijkheid belangrijk. Steven is een prettige, sociale student met een volwassen houding. Hij weet dingen van mensen gedaan te krijgen; hij heeft de gunfactor. Altijd zet hij een stapje extra, ook nu. Hij had al filmpjes klaarliggen, maar maakte voor deze verkiezing tóch een nieuwe.

Wij hebben ondernemerschap hoog in het vaandel staan en vinden ondernemersvaardigheden belangrijk. Of je nu een bedrijf begint of voor een werkgever aan de slag gaat; het is altijd zoeken naar kansen en mogelijkheden. Ben je goed in wat je doet, dan kun je overal werken én iets extra’s leveren.’


29 /

Désirée Majoor

Voor iedereen de kans die hij of zij verdient Een inclusieve arbeidsmarkt, dat is een arbeidsmarkt waarop iedereen de kans krijgt die zij of hij verdient. Een opleiding helpt daar enorm bij. Als ik naar mezelf kijk, denk ik: ik heb geluk gehad. Met ouders die mij altijd stimuleerden om mezelf te ontwikkelen en uit te dagen, die school en een goede algemene ontwikkeling belangrijk vonden.

Terwijl mijn oma de lagere school niet kon afmaken, omdat ze moest gaan werken. Als oudste van negentien (!) kinderen droeg ze bij aan het gezinsinkomen én hielp ze mee het gezin draaiende te houden. Mijn vader was vervolgens de eerste uit zijn familie die naar de middelbare school ging. De hoofdonderwijzer van de lagere school kwam bij mijn grootouders thuis om dat te bepleiten. En zo kon mijn vader daarna gaan studeren. En was het voor mijn ouders vanzelfsprekend dat hun kinderen een opleiding zouden gaan doen. Een inclusieve arbeidsmarkt, ik beschouw dat als inherent aan de emancipatoire opgave van het (beroeps)onderwijs: iedereen zo goed mogelijk toerusten om zelfredzaam te zijn. En daarbij is dat plekje op de arbeidsmarkt van groot belang. Bij Cibap doen we dat toerusten heel breed. Specifiek focussen we natuurlijk op de ontwikkeling van creatief vermogen. Studenten leren naast vakvaardigheden echter ook ondernemende vaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden. En niet te vergeten omgevingsbewustzijn. Allemaal kerncompetenties die wij hoog in het vaandel hebben. Ik ben ervan overtuigd dat onze vormgevers

daardoor tegelijkertijd ook beter in staat zijn zich aan te passen en flexibel te zijn op de arbeidsmarkt. Dat is misschien wel het belangrijkste om onze studenten mee te geven. Kan het nog inclusiever? Zeker wel. Als Cibap zijn we zelf natuurlijk ook werkgever en daarmee onderdeel van de arbeidsmarkt. Het kost ons moeite om onze docenten- en medewerkerspopulatie te laten ‘verkleuren’. Op de inclusiviteit voor mensen met een cultureel diverse achtergrond schieten we tekort. We zetten, onder ander met nieuwe arbeidsmarktcommunicatie, in op het verbeteren daarvan. Juist omdat we weten hoe belangrijk het is dat deze medewerkers rolmodel zijn voor onze studenten. In dat opzicht kan onze studentenpopulatie ook diverser. Idealiter zie ik voor me dat we een studentenbevolking hebben die divers is op alle fronten: qua gender, genderidentiteit en seksuele voorkeur en qua culturele en sociale herkomst. Gelukkig geven onze studenten wél aan dat ze zich op Cibap welkom en veilig voelen om te zijn wie ze zijn. Dat vind ik van grote waarde. De kunst is om dat vast te houden, ook als onze populatie op allerlei manieren diverser wordt. \

Désirée Majoor is sinds 1 februari voorzitter college van bestuur van Cibap vakschool voor vormgeving.


ECONOMIE

/

30

Tiem biedt meer dan alleen begeleiding

Van de schuldsanering en leven van de voedselbank naar een baan van 32 uur in de week en een blik gericht op de toekomst. De weg die Sandra Albers de afgelopen jaren aflegde, was er eentje met pieken en dalen. Mede door begeleiding van Loes Slagter, adviseur werk en ontwikkeling bij Tiem in Zwolle, heeft Albers haar leven weer op orde. ‘Als Tiem niet op mijn pad was gekomen, had ik er nu niet zo bijgezeten’, stelt ze. In april 2017 zat de moeder van twee kinderen voor het eerst om tafel met Slagter. ‘Ik had door omstandigheden alles verloren: ik had schulden, geen werk meer en belandde in de bijstand en

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

‘ We kijken samen naar kansen en ontwikkelmogelijkheden’ schuldsanering. Ik was geknakt’, blikt Albers terug. ‘In 2015 kwam ik in Zwolle wonen, eerst in de vrouwenopvang bij Kadera, vervolgens kreeg ik een eigen plekje. Ik deed vrijwilligerswerk bij Gift City en kwam in contact met Loes, om over re-integratie te praten.’

Zorg Albers gaf aan dat ze graag in de zorg wilde werken. ‘Ik had alleen geen diploma en wist niet waar te beginnen. Met ondersteuning van Loes begon ik de mbo-2-studie ‘Helpende Zorg en Welzijn’: een verkorte opleiding voor volwassenen. Ik ging één dag per week naar school en liep 16 uur stage bij Woonzorggroep IJsselheem.


31 /

Vervolgens ben ik als helpende aan de slag gegaan en in 2018 ben ik verder gaan studeren. Dit jaar heb ik het BBLtraject ‘Maatschappelijke Zorg en Verzorgende Individuele Gezondheidszorg’ bij IJsselheem afgerond.’

‘Mensen vinden het ontzettend spannend als de uitkering stopt en ze ineens hun financiën zelf moeten regelen. Informeren over wat er bijvoorbeeld op het gebied van toeslagen verandert, is ook onderdeel van ons werk.’

Therapie

Tweede kans

Als het een keertje minder ging of tegenzat, kon Albers terugvallen op Slagter. ‘We hadden regelmatig gesprekken. Loes gaf me een schop onder de kont als het nodig was en motiveerde me om door te gaan als ik het niet meer zag zitten. Ook kwam ze bij mij langs op mijn stageplek.’ Albers omschrijft haar gesprekken met Slager als therapie. ‘Het was soms heel confronterend en emotioneel. Ik heb mijn hele leven uit de doeken gedaan. Loes was af en toe net een psycholoog voor me. Want er zat veel frustratie in mij, ik heb keihard geknokt om mijn leven weer op orde te krijgen.’

Inmiddels kijkt Albers vol vertrouwen naar de toekomst. ‘Ik ga de komende jaren eerst werken en naast mijn werk veel dingen inhalen die ik de afgelopen jaren heb gemist. Over een jaar of twee ben ik van plan om nog een keer een opleiding te volgen: de tweejarige hbo-studie ‘Ervaringsdeskundige’. Daarmee kan ik mijn ervaringen delen en mensen helpen die in soortgelijke situaties terechtkomen. Dankzij Tiem heb ik een tweede kans in mijn leven gekregen.’ \

Kwetsbaar Slagter weet nog goed hoe Albers in 2017 bij haar binnenstapte. ‘Ze was kwetsbaar. Ze had een gat van vier jaar in haar cv en geen diploma’s. Naast de bijstand, waarvan Sandra vanwege bewindvoering alleen leefgeld overhield, leefde Sandra van de voedselbank. In haar geval loonde werken eigenlijk helemaal niet. Toch is ze doorgegaan, omdat ze in een betere situatie terecht wilde komen. Sandra heeft doorgezet en is nu economisch zelfstandig. Ze mag echt trots op zichzelf zijn. Sandra heeft aangetoond dat werken wél loont, hoe uitzichtloos de situatie ook is.’

Schuldenvrij Sinds kort is Albers schuldenvrij en werkt ze sinds maart dit jaar bij Buro Nexus, dat haar bij verzorgingshuis Driezorg in Zwolle-Zuid heeft gedetacheerd. Iets wat ze zelf voor elkaar heeft gekregen, maar haar dank voor het werk van Slagter is groot. ‘Loes is echt mijn stok achter de deur geweest. Als ik haar niet was tegengekomen, had ik dit niet voor elkaar gekregen. Dan was ik wel schuldenvrij, maar dan had ik geen leuke baan gehad en was ik gaan werken omdat het moest, niet omdat ik het wilde. Waarschijnlijk was ik dan depressief geraakt of in een burn-out beland.’

Kijken naar kansen In haar rol bij Tiem helpt Slagter mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Aan een bijstandsuitkering zit de participatieplicht verbonden. Wij geven onze kandidaten ondersteuning bij hun zoektocht naar werk of opleiding. We gaan samen aan de slag en kijken naar kansen en ontwikkelmogelijkheden. We hebben allerlei instrumenten die we kunnen inzetten en mooie samenwerkingsverbanden met organisaties waar we gebruik van kunnen maken.’

Duurzaamheid Het primaire doel van Tiem is – in opdracht van gemeente Zwolle - om mensen vanuit een bijstandsuitkering naar een baan te begeleiden. ‘Duurzaamheid is daarbij erg belangrijk. Als iemand bij ons uitstroomt, hoort daar ook nazorg bij’, vertelt Slager.

Lingenstraat 9, 8028 PM Zwolle / T 038 455 41 41 / www.tiem.nl

‘Dankzij Tiem heb ik een tweede kans gekregen’


GEBIEDSONTWIKKELING

/

32

Niemand aan de zijlijn in Zwolle ‘Niemand aan de zijlijn. Dat is het doel van gemeente Zwolle. Daar kunnen wij als gemeente zijnde niet alleen voor zorgen en daarom is het belangrijk dat we medestanders vinden in het bedrijfsleven, om te ondernemen met impact’, schetst Gert Engelsman, account- en relatiemanager stadseconomie en kantoren bij gemeente Zwolle. Samen met onder meer het Zwolse arbeidsontwikkelbedrijf Tiem neemt de gemeente nu het initiatief om mensen die al meer dan twee jaar een bijstandsuitkering hebben, een jaarcontract aan te bieden bij een regulier bedrijf.

Tiem is een Zwols arbeidsontwikkelbedrijf. ‘We richten ons op mensen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van een baan. Het gaat om mensen die vanuit de bijstand weer mee willen doen in de samenleving’, zegt Martin Post, directeur Tiem. Tiem werkt samen met werkgevers die mensen de kans willen geven om in een regulier bedrijf aan de slag te gaan. Ook al is daar in veel gevallen wat extra begeleiding bij nodig. Marcel van Buul is oprichter/directeur van BONFIX, een fabrikant voor de cv- en sanitairmarkt. Naast zijn personeelsbestand van veertig mensen, werken er acht die via Tiem bij het bedrijf terecht zijn gekomen. ‘Als bedrijf heb je ook een sociale functie’, onderstreept Van Buul. ‘Winst maken, is in mijn ogen een middel om mensen aan het werk te houden. En dan niet alleen de mensen die logischerwijs altijd wel een baan kunnen vinden.’

Ondersteuning De inzet van mensen die oorspronkelijk een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, vraagt volgens Van Buul wel om een beetje extra ondersteuning. ‘Wat wij bij BONFIX merken, is dat relativeren over het algemeen wat moeilijker gaat. Dat betekent dat we soms even een luisterend oor moeten bieden. Of even een extra schouderklopje moeten geven. Ik kom zelf ook drie tot vier keer op een dag op de werkvloer en besteed dan altijd aandacht aan dit soort dingen. Het is maar een klein gebaar, maar het helpt om deze mensen hun draai te laten vinden. De voorman doet dat ook zo.’

Sneeuwbaleffect Post hoopt op een sneeuwbaleffect; dat meer en meer bedrijven het voorbeeld van BONFIX volgen. ‘Als alle bedrijven nou een stukje van de situatie op zich nemen, dan kunnen we in Regio Zwolle enorme slagen maken. Als alleen al de twintig grootste bedrijven van Zwolle ieder twintig mensen aannemen, hebben we al vierhonderd mensen aan de slag.’

‘ Het merendeel kan werken en wíl ook werken’ Gert Engelsman

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

‘Vanuit Tiem kunnen wij ervoor zorgen dat de werkgever een reële prijs betaalt voor de inzet van de werknemers’, vervolgt Post zijn verhaal. ‘Want in veel gevallen hebben zij een andere productiviteit. Daarvoor bestaat loonkostensubsidie. Als je zorgt dat de prijs klopt en de risico’s zijn afgedicht dan kun je samen een heel mooie, inclusieve arbeidsmarkt realiseren. Er is een no-riskpolis, waarmee de uitvalrisico’s worden gedekt.’ Dat elimineren van risico’s op het gebied van verzuim en uitval vindt Post belangrijk. ‘De overheid kan zeggen ‘ondernemers horen risico’s te nemen’, maar in mijn optiek mogen ondernemers zelf kiezen welke risico’s ze nemen. En deze risico’s hoeven daar niet bij te horen.’

3.000 mensen In totaal gaat het in Zwolle om 3.000 mensen die langer dan 2 jaar in de bijstand zitten. Deze groep wil gemeente Zwolle graag aan het werk helpen. ‘De groep is heel divers, het gaat bijvoorbeeld om mensen met een chronische ziekte of een stoornis in het autistisch spectrum. Zij zijn om een bepaalde reden niet in staat om zelfstandig het minimumloon te verdienen. Overigens, sommigen kunnen niet aan het werk. Bijvoorbeeld doordat hun ziekte,


33 /

‘Je geeft iemand een volwaardig bestaan’ Marcel van Buul

beperking of privésituatie zo ernstig is, dat het redelijkerwijs gewoon echt niet gaat’, zegt Post. ‘Van die mensen hoeven we niet te verwachten dat ze betaald werk doen. Zij mogen op de maatschappij rekenen.’

Jaarcontract ‘Maar’, vult Engelsman aan, ‘het merendeel kan werken. En, wíl ook werken. Alleen er is misschien wat meer begeleiding en aanmoediging nodig. Tegelijkertijd zit er nog ruimte tussen het aantal bedrijven dat met deze groep wil werken en het aantal bedrijven dat dat ook daadwerkelijk doet.’ Om zo veel mogelijk van de 3.000 mensen bij een regulier bedrijf aan het werk te laten gaan, start gemeente Zwolle in samenwerking met Tiem, Werk Coöperatie De Middencirkel (gelieerd aan voetbalclub PEC Zwolle) en het bedrijfsleven een nieuw initiatief: mensen die meer dan twee jaar een bijstandsuitkering hebben, krijgen een salaris en een jaarcontract met slechts een maand proeftijd. Het enige dat zij moeten doen, is openstaan voor een werkweek van 28 uur en het werk dat er is. ‘Denk daarbij aan schoonmaak, licht logistiek werk en werkzaamheden in het groen’, zegt Engelsman. ‘Gaat het goed, dan wordt het contract verlengd.’ Dit initiatief staat of valt met de medewerking van het bedrijfsleven, die de werkplekken beschikbaar moet stellen. ‘De werkgever betaalt overigens de helft van de loonkosten.

Lübeckplein 2, 8017 JZ Zwolle / T 14 038 / www.zwolle.nl

De andere helft is gesubsidieerd. En er zijn coaches die de kandidaten begeleiden met zaken als op tijd komen, het werkritme vinden en sociale vaardigheden’, zegt Post. ‘Zo’n coach noemen we een ‘harrie’: hulpvaardig, alert, rustig, realistisch, instruerend en eerlijk.’

‘ De werkgever betaalt de helft van de loonkosten’ Martin Post

Volwaardig Van Buul voorspelt dat bedrijven die een plek bieden, daar geen spijt van krijgen. ‘Het kan sowieso een oplossing zijn voor je personeelstekort. Maar minstens zo belangrijk: je geeft iemand weer een volwaardig bestaan. Alleen al het feit dat bij ons die groep van acht mensen dezelfde kleding draagt als de andere medewerkers in het magazijn, geeft zo’n goed gevoel. Een van hen kwam laatst naar me toe en zei: ‘Ik hoop dat ik hier tot aan mijn pensioen mag blijven’. Een van zijn taken is het koffiezetapparaat schoonhouden. Hij wordt door collega’s op handen gedragen. En hij is nooit ziek. Ik hoop van harte dat bedrijven meedoen. En voor wie mijn ervaring wil horen, ik vertel er graag over. Dus bel gerust.’ \


ONDERNEMEN

/

34

Verbinding vraagt om inclusiviteit én diversiteit Met zo’n zeventig procent mannen en zo’n dertig procent vrouwen heeft Hanzestrohm voor een technisch bedrijf al een mooie mix te pakken. Maar, de maatschappelijk betrokken onderneming streeft naar nog meer inclusiviteit en diversiteit. ‘Ook qua etniciteit, leeftijd, achtergrond, ervaringsjaren, opleidingsniveau et cetera’, zegt directeur Matthijs Breel. Samen met HR-manager Karsten Dijkstra en HR-stagiair Brian Peters licht hij toe waar Hanzestrohm nu staat en wat de toekomstplannen zijn.

‘Verbinding.’ Dat is het sleutelwoord van Hanzestrohm, dat in Zwolle vaak nog bij de oude naam wordt genoemd, Hemmink. ‘We gaan voor verbinding, met onze klanten, onze leveranciers, de arbeidsmarkt, ga zo maar door. We hebben veel functies die vragen om commercie én technische kennis. Dat vraagt dus om breed georiënteerde mensen. Tegelijkertijd willen we verbinding met de hele maatschappij en kijken we dus ook hoe we zinvol werk kunnen bieden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen die een beperking hebben of om een andere reden de wind eventjes niet mee hebben.’

Trots In het distributiecentrum werken meerdere collega’s die oorspronkelijk een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Één van hen kwam vanuit een Wajong-uitkering bij Hanzestrohm. ‘Werk is belangrijk in iemands leven’, zegt Dijkstra. ‘Dat merken we ook bij deze collega. Hij is trots op ons nieuwe distributiecentrum waarin hij nu werkt.’

‘ Zinvol werk voor wie de wind eventjes niet mee heeft’ Matthijs Breel, directeur

Een andere collega is doof. Via een app communiceert hij met de rest van het team. Hij doet assemblagewerkzaamheden, zoals het ompakken en verpakken van technische producten.

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

Het beste naar boven halen De bijdrage van deze collega’s staat of valt met goede begeleiding, is de ervaring bij Hanzestrohm. ‘Onze teamleider Güven Günes was voorheen jongerenwerker’, zegt Breel. ‘Hij weet als geen ander hoe hij het beste in mensen naar boven haalt. Zijn rol is essentieel. Want in een productieomgeving kijk je al snel naar de output; je moet productie draaien. Maar Güven ziet naast de productie ook de mens.’

Stagiairs en hackathons Stagiairs worden bij Hanzestrohm eveneens gezien als onmisbare teamleden. ‘Elk halfjaar hebben we 5 à 7 studenten die een meewerk- of afstudeerstage doen. Zij komen van mbo-, hbo- en wo-opleidingen. Onze afdelingen zien dat studenten dynamiek opleveren en nieuwe inzichten met zich meebrengen. Andersom dragen wij eraan bij dat jongeren na hun opleiding capabel zijn om aan het werk te gaan.’ Eens per jaar organiseert Hanzestrohm een hackathon, een snelkookpansessie waarin studenten samen de oplossing voor een technisch vraagstuk bedenken. Bijvoorbeeld: hoe kun je de sokkel van een rookmelder behouden als de melder zelf aan vervanging toe is? Zo draagt Hanzestrohm bij aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, zoals het beperken van afval, én geeft het studenten de mogelijkheid om al tijdens hun studie kennis te maken met de beroepspraktijk.

Strategische personeelsplanning Brian Peters is vierdejaars student Human Resource Management (Hogeschool Saxion). Hij is nu bezig met zijn afstudeeronderzoek bij Hanzestrohm. ‘Het thema is strategische personeelsplanning. Ik onderzoek welke competenties nodig zijn om de gestelde strategie goed uit te voeren, in welke mate het personeel hierover beschikt en welke acties ondernomen kunnen worden om het eventuele tekort op te vullen.’ Zijn afstudeerplek bevalt hem goed. ‘Ik krijg veel ruimte om ideeën in te brengen en er wordt ook vaak naar mijn mening gevraagd.

Nieuwe inzichten ‘De wereld waarin we leven, verandert snel’, zegt Breel. ‘Dat vraagt steeds om nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden’, vervolgt Dijkstra, doelend op onder meer de ‘21st century skills’. ‘Tegelijkertijd willen we dat de medewerkers die we aan het werk hebben, hier lang kunnen blijven. Dat betekent dat we duurzaam moeten bouwen aan het bedrijf en aan onze mensen.’ Dat gebeurt in samenwerking met het onderwijs. Op de ‘to do list’ van de afdeling HR staat dat dit jaar iedere afdeling van


35 /

Hanzestrohm verbonden is aan een bijpassende opleiding. ‘Docenten en groepen studenten kunnen bij ons gastlessen krijgen en stagelopen’, zegt Dijkstra.

Enthousiasmeren Om behalve de juiste mensen ook genoeg mensen beschikbaar te hebben voor het werk dat er ligt, promoot Hanzestrohm de techniek onder jongeren. Het bedrijf is aangesloten bij Vrienden van Techniek en bij Techniekpact, organisaties die de aansluiting van het techniekonderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren. ‘We willen jongeren zo jong mogelijk enthousiast maken voor de techniek. Want of je nou werkt in de kunst en cultuur of in de zorg, je kunt niet meer zonder techniek. De hedendaagse verzorgende in een zorgcentrum loopt met een tablet rond en rond het bed van een zieke staat veel techniek.’

‘ Duurzaam bouwen aan het bedrijf en aan onze medewerkers’ Karsten Dijkstra, hr-manager

Zodoende ziet Hanzestrohm in de toekomst ook een oplossing in mensen die van een andere branche de overstap willen maken naar de techniekbranche. ‘Ook statushouders willen we een plek bieden. De techniek heeft mankracht nodig. Alleen al voor de energietransitie zijn 23.000 tot 28.000 mensen nodig’, zegt Breel. Dat het een leuke en uitdagende branche is om in te werken, dat onderstrepen alle drie de heren. ‘We raden het anderen van harte aan en verwelkomen ze graag.’ \

Popovstraat 1, 8013 RK Zwolle / T 038 469 82 00 / www.hanzestrohm.nl


ONDERWIJS

/

36

Groter onderwijsaanbod SVO vakopleiding food maakt sector breder toegankelijk Inclusiviteit speelt een grote rol binnen de huidige onderwijsveranderingen. Ook SVO vakopleiding food speelt hierop in. Om de foodsector breder toegankelijk te maken, is SVO druk bezig om het onderwijsaanbod uit te breiden. Zo start de foodopleider onder andere met een entreeopleiding en worden er volop kortlopende onderwijstrajecten ontwikkeld.

‘Voor veel mensen is een baan passend bij je kwaliteiten niet vanzelfsprekend. Onderwijs vormt een onmisbare schakel om die situatie te veranderen. De foodwereld biedt hier ook volop mogelijkheden voor. Daarom onderzoeken we bij de sectortafel de mogelijkheden om een schakeltraject op te starten.’

Nieuw onderwijsaanbod Als eerste aanzet start SVO komend schooljaar in deze regio met een Entreeopleiding. Deze is interessant voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en voor hen die - om welke reden dan ook – nog geen startkwalificatie hebben behaald. Studenten gaan één dag per week naar school. De overige dagen doen ze werkervaring op bij een leerbedrijf. ‘Ons doel is deze groep deelnemers zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling en ze de mogelijkheden te geven zich te ontplooien’, vervolgt Wassenaar. ‘Om in deze opleiding aan de behoefte van de student te voldoen, houden we de klassen klein.’

Modularisering ‘SVO is een kleinschalige mbo school waar leerlingen echt gezien worden en studenten en docenten elkaar bijna allemaal kennen’, vertelt Martijn Wassenaar, onderwijsmanager noordoost. ‘We vinden het belangrijk dat elke student de ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft. Hierbij houden we zoveel mogelijk rekening met ieders situatie, zodat een beperking geen belemmering vormt tijdens de studie. We kijken naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Onze onderwijsadviseurs vormen een schakel tussen school en leerbedrijf. Zonodig maken we afspraken als een leerling hier extra ondersteuning of begeleiding nodig heeft.’

Actieagenda SVO is lid van de sectortafel Agri & Food van de Human Capital Agenda en zet zich samen met partners in voor een vitale sector en een brede en diverse arbeidsmarkt in Regio Zwolle.

Studeren stopt niet na het behalen van het diploma. De groeiende belangstelling voor ‘een leven lang ontwikkelen’ zorgt voor ‘modularisering’ in het onderwijsaanbod. ‘Er is een toenemende vraag naar korte lesprogramma’s en maatwerktrajecten die aansluiten op verschillende onderwijsbehoeftes zoals het verdiepen van vakkennis of het aanleren van basisvaardigheden. Door het opstarten van de SVO Food Academy willen we inspelen op deze vraag. Herintreders, mensen die van werk naar werk gaan, of mensen die op zoek zijn naar extra uitdaging, hebben niet altijd de behoefte of mogelijkheid om fulltime te studeren. Die willen snel aan de slag. Daarom werken we volop aan een aantal onderwijstrajecten en trainingen die dit mogelijk maken. Deze kunnen een opstap vormen naar een volwaardige mbo-opleiding, maar dat is niet noodzakelijk. Uiteindelijk willen we dat zowel de studenten als de (leer)bedrijven tevreden zijn.’ \

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer > Spui 2, 8032 VS Zwolle / T 030 275 81 81 / www.svo.nl


37 /

Marco Verhoef

Vooroordelen achterwege laten en kijken naar talenten Veel werkgevers zullen dit herkennen: je zoekt nieuwe medewerkers, maar de kandidaten zijn dun gezaaid. In onze zoektocht kwam iemand op ons pad die volgens de tussenpersoon de juiste opleiding had, ‘maar wel heel zwart-wit’ dacht.

We besloten toch kennis te maken, want alleen dan krijg je een volledige indruk. Hij bleek een dertiger met een jong gezin en het cv van een doorzetter. Van de ene opleiding was hij in de andere gerold. Via de retail en lichamelijke opvoeding kwam hij uiteindelijk in de accountancy terecht. In die baan kreeg hij een burn-out. Niet per se vanwege het werk, maar wel van de combinatie lange dagen en veel reistijd. Hij wist al langer dat hij het syndroom van Asperger had, een stoornis in het autistisch spectrum, en die stak in die situatie de kop op. Het sprak ons aan dat hij dit zo open en eerlijk vertelde. En dat ‘zwart-wit denken’ viel dus ook ineens op zijn plek. Maar eerlijk is eerlijk, we wilden ook zeker weten dat hij kon waarmaken wat wij verwachtten. Het bureau dat hem had voorgedragen, bleek wel eens te werken met proefplaatsingen. Dat houdt in dat de kandidaat twee maanden aan het werk gaat, met behoud van uitkering. Onze kandidaat zei direct ‘ja’. Die mentaliteit, daar herkende ik mezelf in. Ik heb me ook

nooit te groot of te klein gevoeld om te investeren in de toekomst. Inmiddels werkt hij bij ons. Het bevalt goed. We geven hem afgebakende opdrachten en omdat hij niet ‘tussen de regels door leest’, benoemen we alles letterlijk. Overigens is hij een leuke collega. Hij is sociaal vaardig, maakt grapjes en kan goed tegen andermans grapjes. Kortom, het is een aanwinst voor het team. Hij stelt vragen die de collega’s scherp houden. En dat hij soms uitleg nodig heeft, plaatst anderen in een coachende rol. Daar groeien we allemaal van. Verder kan hij dingen die we eerder niet in huis hadden. Bijvoorbeeld qua automatisering. Dat is een kwaliteit die toegevoegde waarde heeft voor ons kantoor. Onze nieuwe collega heeft ons laten zien dat als je iemand echt leert kennen, vooroordelen achterwege laat en kijkt naar iemands talenten, je daar een waardevolle collega aan kunt overhouden. \

Ondernemers daadwerkelijk vooruithelpen. Daar draait het om bij PV Accountants. Het Zwolse accountantskantoor van Henri Pannen en Marco Verhoef bestaat in 2021 15 jaar en staat bekend om zijn ondernemende accountants. Momenteel zijn ze met 8 man sterk het mkb van dienst.


GEBIEDSONTWIKKELING

/

38

Volop belangstelling voor Bedrijvenpark H2O Het gaat goed met bedrijvenpark H2O in Hattemerbroek. Verreweg de meeste bedrijven komen de coronacrisis goed door, eind vorig jaar is plandeel Hattem opgeleverd en voor 30 van de 33 beschikbare kavels worden verkoopgesprekken gevoerd.

Het plandeel Hattem beslaat 17 hectare. ‘34 voetbalvelden’, verduidelijkt Piet Tulner. De kavels variëren van 1 tot 3 hectare. ‘En voor bijna iedere kavel lopen gesprekken.’ De directeur van het bedrijvenpark is voorzichtig optimistisch. Een optie op een kavel is nog geen deal, dat weet hij heel goed. Geïnteresseerde partijen moeten de financiering kunnen rondkrijgen en in deze tijd zijn de banken nou eenmaal nog voorzichtiger. ‘Maar ik ben blij met de belangstelling. Mooi ook dat er vanuit zoveel verschillende bedrijven animo is.’

Goede mix De aanloop was er een van de lange adem: een bestemmingsplan dat maar niet rondkwam, corona, vertraging door aangescherpte stikstof- en PFAS-regels. ‘Maar vorig jaar zijn er belangrijke stappen gezet. De grond is bouwrijp gemaakt, de eerste bedrijven zijn gestart met de bouw en is er volop interesse. We krijgen aanvragen van grotere logistieke bedrijven, van groothandels voor internetwinkels, dienstverlenende partijen, bedrijven met recreatieve functies en productiebedrijven. Die mix is typerend voor H2O.’ En als het een beetje meezit, verrijst er over niet al te lange tijd zelfs een Van der Valkhotel. ‘Er wordt nu gewerkt aan het vaststellen van het bestemmingsplan. Als de kogel door de kerk is, kan er eind dit jaar een vergunning aangevraagd worden. Dan zal het nog zo’n twee jaar duren voor het er staat.’

Bijdragen aan ambitie Bedrijven kiezen vaak vanwege de goede bereikbaarheid voor het bedrijvenpark, zegt Tulner. ‘Je zit hier dichtbij Zwolle en je zit op de snelweg naar Apeldoorn en Arnhem, Amersfoort en Utrecht.’ Om er nuchter aan toe te voegen dat op dit moment ook gewoon weinig ruimte beschikbaar is. ‘Een paar jaar geleden werd de vraag nog wel eens gesteld of plandeel Hattem wel in ontwikkeling genomen moest worden. Daar is heel wat ambtelijk en bestuurlijk overleg over gevoerd. Uiteindelijk was de conclusie dat we alle beschikbare terreinen nodig hebben om de ambitie van de regio waar te maken. En dat blijkt nu wel. In Zwolle zijn er plannen om Hessenpoort uit te breiden met een gedeelte voor kleinere kavels, er is gewoon veel vraag. Dat maakt wel duidelijk dat je met elkaar continu moet

Tekst Jorien Marcus / Fotografie Peter Timmer en Erik Peek

werken aan de volgende fase, het duurt zo tien jaar voordat je van een idee naar daadwerkelijke gronduitgifte kunt.’


39 /

‘Samenwerken om vierde economische regio van Nederland te worden’ Goede verstandhouding Ondertussen verhuizen er regelmatig bedrijven vanuit Zwolle naar H2O omdat ze uit hun jasje groeien en in Zwolle geen geschikte ruimte kunnen vinden. ‘Zoiets was tien jaar geleden ‘not done’’, zegt Tulner. ‘Nu is dat geen issue meer. De verstandhouding is supergoed. Juist door hier ruimte te bieden aan Zwolse bedrijven, zoals Yelloo en Bouwbedrijf Hoes dat binnenkort een pand neerzet, kunnen we bijdragen aan de gezamenlijke ambitie om de vierde economische regio van Nederland te worden.’

Goede samenwerkingsverbanden Er is naast bereikbaarheid en ruimte nóg een belangrijke reden voor bedrijven om in deze regio te blijven, zegt Tulner. ‘De mensen. Het gros van de bedrijven dat verhuist doet dat het liefst in een straal van twintig kilometer. Zo kunnen medewerkers

er blijven werken en worden de sfeer en de cultuur die zij met zich meebrengen behouden. Daarnaast hebben we in deze regio goede samenwerkingsverbanden met het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs. Ik weet dat bedrijven al aan het voorsorteren zijn op het post-coronatijdperk. Als er straks een einde komt aan alle maatregelen en de economie weer gaat groeien, dan betekent dat ook iets voor de bedrijven op ons terrein. Sommige ondernemers nemen nu al mensen aan om straks niet achter het net te vissen als de markt weer aantrekt.’ Nu er volop interesse is in H2O, heeft het bedrijvenpark een nieuwe stip op de horizon: de daadwerkelijke start met de aanleg van de nieuwe aansluiting op de A28. Tulner: ‘De grond is aangekocht of onteigend en ik hoop dat de Provincie Gelderland snel overgaat tot aanbesteding.’ \

Duurzaamheidstraat 26, 8094 SB Hattemerbroek / T 038 20 20 102 / www.bedrijvenparkh2o.nl


ECONOMIE

/

40

‘ Samenwerken creëert meerwaarde’ Wat hebben een Landrover, Volkswagen, Citroën en vele andere automerken gemeen? De schuifdaken worden gemaakt door Webasto en deels geassembleerd door werknemers van Impact in Kampen. Webasto, leverancier van onderdelen voor de automotive-industrie en Werkbedrijf Impact uit Kampen werken al vele jaren samen. De wens om die samenwerking te intensiveren ontstond zo’n acht jaar geleden. ‘Een deel van onze productiewerkzaamheden bestaat uit repeterend en minder complex, maar wel nauwkeurig montagewerk’, vertelt Webasto-directeur Dennis van Dort.

‘Dat paste qua volume en type werkzaamheden niet meer in ons eigen pand. Het biedt onze productiemedewerkers niet voldoende uitdaging, maar het sluit wel heel goed aan op de doelgroep van Impact. Het werk kon intern worden ondergebracht in een bedrijfsruimte binnen het bedrijfsverzamelgebouw van Impact. Deze ruimte heet nu de ‘Webastohal’. Sociaal ondernemerschap vinden we belangrijk. Door meer mensen een kans te geven op de arbeidsmarkt, doen we iets terug voor de Kamper gemeenschap.’

Sneeuwstorm In de Webastohal worden onderdelen van schuifdaken voor de automotive-industrie en maritieme sector gemonteerd’, vervolgt Hans Vermeer, commercieel manager bij Impact. ‘Alle onderdelen worden los aangeleverd en door onze gedetacheerde Impact-medewerkers geassembleerd tot halffabricaat. Dat klinkt misschien vrij simpel, maar dat is het niet. Als in Brazilië een auto rondrijdt, mag het schuifdak wel open. Rijdt een auto door een sneeuwstorm in Zweden, dan moet het schuifdak echt wel dichtblijven. Assemblage vereist veel precisie en vakkundigheid. Dat maakt dat het werk niet voor iedereen geschikt is. We hebben mensen erbij gezocht die hier feeling voor hebben.’

‘ Productkennis en mensenkennis zijn samengevloeid’ Hans Vermeer, commercieel manager Impact

Grondige test ‘Per week gaan hier bij Impact zo’n twee- tot zeshonderd halffabricaten de deur uit. In totaal zijn er de afgelopen jaren onderdelen geassembleerd voor meer dan honderdduizend schuifdaken. Dat is een gigantisch aantal, zeker als je bedenkt dat in de hal maar negen mensen werken. Elk onderdeel wordt hier stuk voor stuk grondig getest voordat het naar Webasto gaat voor verdere montage. Noodzakelijk, want een storing kan ervoor zorgen dat een productielijn bij Webasto stilvalt en dat willen we natuurlijk niet.’

Begeleiding Van Dort: ‘Dat gebeurt ook zelden, natuurlijk gaat er wel eens iets fout, maar problemen zijn vaak snel opgelost. Onze lijnen zijn kort, want we zitten letterlijk bij elkaar om de hoek.’ Vermeer: ‘Webasto en Impact vormen al jaren een goed huwelijk. De sleutel van ons succes is een goede begeleiding op de werkvloer.

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer


41 /

‘ Als het kan, blijf ik hier tot mijn pensioen’ medewerker Hendri Esselink Die basis moet goed zijn. Dat geldt zeker voor onze doelgroep. De één heeft meer aansturing nodig dan de ander, maar als er een goede klik is met de leidinggevende, zijn mensen tot veel in staat. Webasto heeft veel productinhoudelijke kennis. Impact is gespecialiseerd in de begeleiding van mensen. De productkennis en mensenkennis zijn heel goed samengevloeid. Brenda, de werkbegeleider van Webasto, heeft een goede klik met haar werknemers.’

Kwaliteiten ‘Wij zijn allemaal heel gek met Brenda’, vertelt medewerker Hetty Wilderdijk. ‘Zij weet wat iedereen kan en niet kan. Ze geeft ons altijd de kans om iets uit te proberen. Als het een keertje niet lukt, krijgen we een andere klus. Maar meestal lukt het wel. De sfeer is goed en het werk is leuk. Ieders kwaliteiten worden hier wel benut. Ik werkte voorheen in de tuinbouw. Dat was ook heel leuk, maar wel zwaar. Toen ik daarvoor werd afgekeurd, wilde ik niet thuis gaan zitten. Toen ik me voor dit bedrijf aanmeldde, heb ik eerst op proef meegedraaid en nu werk ik hier alweer vele jaren. Ik zet de rolgordijnen in elkaar en sorteer onderdelen. Het is belangrijk dat je netjes en secuur werkt en dat gaat me goed af.’

Techniek Collega Hendri Esselink werkt al vier jaar in de Webastohal. Hij is inmiddels vertrouwd met alle werkzaamheden, maar wil zich blijven ontwikkelen. ‘Als er een nieuwe klus binnenkomt, vind ik het leuk om dat op te pakken. Meestal heb ik het snel onder de knie, want ik heb een technische opleiding gedaan en heb affiniteit met dit werk. In mijn vrije tijd mag ik ook graag sleutelen aan motoren. Ik ben dus altijd wel met techniek bezig. Daarom bevalt het werk op deze afdeling mij zo goed. Als het kan, blijf ik hier tot mijn pensioen.’

Gildestraat 1, 8263 AH Kampen / T 038 311 59 44 / www.impact.nl

Innovatie Van Dort: ‘De automotive-industrie is zeer innovatief en continu in ontwikkeling. Dat heeft gevolgen voor het type productiewerk bij Impact. De huidige productielijn in schuifdaken wordt de komende jaren gefaseerd afgebouwd, maar daarvoor komt geleidelijk ander werk in de plaats, zoals het fabriceren van halffabricaten voor de pleziervaart. Er zal altijd montagewerk blijven dat mogelijk aansluit bij de doelgroep van Impact. Binnen onze productengineering is het uitbesteden van productiewerk ook een vast gegeven. Als er samenwerkingskansen zijn, nemen we Impact altijd mee in het ontwikkelen van bedrijfsplannen. Collega-ondernemers zal ik zeker aanraden om samen te werken met een werkbedrijf. Niet alleen vanuit sociaal oogpunt, maar ook economisch. De samenwerking met Impact is een meerwaarde voor onze bedrijfsvoering.’

‘ We doen iets terug voor de Kamper gemeenschap’ Dennis van Dort, directeur Webasto

Inclusiviteit Vermeer: ‘Deze samenwerking is een mooi voorbeeld van inclusief ondernemen. Op afstand uw bedrijf uitbreiden met mensen en ruimte. Veel bedrijven doen dit al binnen de bedrijfsverzamelgebouwen van Impact in Kampen en Dronten. Deze ondernemers bieden hiermee veel kansen voor ontwikkeling, werkgelegenheid en toekomstperspectief. Mooie voorbeelden waar we met elkaar trots op mogen zijn.’ \


REGIO ZWOLLE

/

42

Persoonlijk contact is essentieel in vso en entreeonderwijs, zeker in coronatijd Veel studenten van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) van De Ambelt en de entreeopleidingen van Deltion College en StartCollege hebben door corona een achterstand opgelopen. Vanwege de pandemie konden de onderwijsinstellingen namelijk niet altijd het persoonlijke contact en begeleiding bieden die juist zo belangrijk zijn voor jongeren die zich in een kwetsbare situatie begeven. Een gesprek met Aernoud Hoogendijk, algemeen directeur van De Ambelt, Henri van Werven, directeur van StartCollege, en Anne Hulzebosch, directeur bij Deltion College.

Waar middelbare scholieren, hbo- en wo-studenten in beide lockdowns in de meeste gevallen niet naar school mochten, kregen vso-leerlingen en studenten van de entreeopleidingen wel deels fysiek les. Voor die groep is persoonlijk contact essentieel. ‘Onze studenten hebben moeite om mee te komen in het reguliere onderwijs en op de arbeidsmarkt’, vertelt Hulzebosch. ‘Wij bieden hen daarom veel aandacht op het gebied van persoonsvorming en socialisering zodat ze uiteindelijk de stap naar economische participatie kunnen maken’, vult Van Werven zijn collega aan. Hoogendijk: ‘Studenten hebben op verschillende gebieden een verschillende ondersteuningsbehoefte. Het is echt maatwerk.’

Cadeautje Dat studenten met cognitieve beperkingen of gedragsproblematiek toch naar school mochten, zorgde soms voor lastige vragen. Hulzebosch: ‘Waarom worden wij kwetsbare jongeren genoemd? En als wij kwetsbaar zijn, waarom moeten wij juist dan in coronatijd naar school? Leg dat maar eens uit aan studenten.’ Van Werven kreeg dezelfde vragen tijdens een studentenpanel: ‘Entreestudenten gaven toen zelf aan de structuur en het contact met hun docent nodig te hebben om te leren. En dat daarbij face-to-face beter werkt dan online. Dat inzicht was echt een cadeautje voor mij.’

voor zowel docenten als studenten alleen wel toegenomen. Ik zie dat als een extra opgave van het corona-geheel.’

Stages De Start.Route, een pilot waarmee Deltion College en Landstede vorig jaar zijn gestart, merkte vooral dat het voor veel studenten lastig was om een stage- of werkervaringsplek te krijgen. ‘Onze opleidingen zijn veel gericht op de horeca, detailhandel en ondersteuning in de zorg. Juist in die sectoren waren er geen stageplekken’, vertelt Van Werven. ‘Een groep studenten moet daarom nu een inhaalslag maken. Dan is het wel belangrijk dat de vraag op de arbeidsmarkt weer groeit. Want onze studenten zijn de eerste die zonder baan komen te zitten. Daarom hebben we bij Start.Route nu een doorleercoach en een doorwerkcoach ingezet. Daar kunnen studenten ook na hun schooltijd terecht voor vragen, dat geldt ook voor hun werkgevers. Zo willen we voor duurzame participatie zorgen.’

‘ Dit is het moment om vervolgstappen te zetten’

Passie Doordat er minder ruimte was voor fysieke contactmomenten nam het online contact juist enorm toe. Van Werven: ‘Docenten staan nu de hele dag aan. Studenten appen nu veel met een docent, ook ‘s avonds. Docenten zeggen: ‘Dat vind ik niet erg, hierdoor krijg ik de kans om iemands talent te ontwikkelen. Vanuit hun passie zijn ze zo betrokken. Dat vergt veel van mensen. Daar schuilt ook een gevaar.’ Hulzebosch en Hoogendijk sluiten zich daarbij aan. ‘Mijn collega’s ondernamen heel veel acties, tot huisbezoeken aan toe. Dat waardeer ik enorm’, vertelt Hoogendijk. ‘Daardoor is de belasting

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

Contrastvloeistof Hoogendijk omschrijft corona als een soort contrastvloeistof. ‘Corona heeft goed in beeld gebracht wat er eigenlijk speelt voor onze studenten op de arbeidsmarkt. Daarom moeten we dit moment met zijn allen aangrijpen om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze studenten, die een grote groep Nederlanders vertegenwoordigen, kunnen blijven meedoen op onze arbeidsmarkt. Doordat we steeds bredere banen krijgen met


43 /

‘ Docenten staan nu de hele dag aan’ hogere opleidingseisen zetten we deze groep buitenspel. Dit is het moment om de vervolgstappen te zetten die brooden broodnodig zijn voor een integrale aanpak in onze functiehuizen, ook in Regio Zwolle. Daar moeten we met zijn allen bewust van zijn.’

Maatschappelijk betrokken Hulzebosch ziet al kleine lichtpuntjes ontstaan. ‘Grote Nederlandse en Europese bedrijven verhuisden jaren geleden hun productielijnen naar China, Bangladesh en andere lagelonenlanden. Die bedrijven kiezen er steeds vaker voor om weer terug te keren: ‘reshoring’. Die ontwikkeling is belangrijk voor onze doelgroep.’ Hulzebosch ziet wel een ander probleem. ‘In de ict en administratie verdwijnen banen door robotisering en technologisering. Maar onze studenten, de mensen die straks die banen invullen, verdwijnen niet. Dat los je niet op door hen bijvoorbeeld een basisinkomen te geven, zoals nu wel eens geopperd wordt. Mensen moeten juist maatschappelijk betrokken worden, want het gaat erom dat iedereen het gevoel heeft dat hij of zij erbij hoort.’ \

www.upgradejezelfregiozwolle.nl


ONDERWIJS

/

44

Mbo.nl, de funda.nl van het mbo-volwassenenonderwijs De Funda.nl van het mbo-volwassenenonderwijs. Dat is Mbo.nl. Het platform is een idee van Eric Verduyn, directeur NCOI Groep en Jan-Ernst van Driel, directeur Deltion College. Nog geen twee jaar nadat zij op het idee kwamen, is het platform een feit. Maartje van der Wal, manager Deltion Business, vertelt erover.

‘Meer volwassenen verleiden tot een leven lang ontwikkelen’, zo omschrijft Van der Wal het doel van Mbo.nl. ‘Werknemers hebben vaak veel kennis en ervaring, maar missen bepaalde vaardigheden. Of ze hebben wel de vaardigheden, maar niet het diploma waarmee ze kunnen worden gecertificeerd. Bovendien volgen veranderingen in het bedrijfsleven elkaar in zo’n hoog tempo op, dat iedereen moet blijven leren om up to date te blijven. Kort samengevat: leren maakt werknemers beter en langer inzetbaar en daarvan wordt heel Regio Zwolle sterker.’

Deltion kwam, hield ze zich bezig met ‘een leven lang ontwikkelen’ in combinatie met het volwassenenonderwijs. Eerst bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) en later bij opleider NCOI Groep. ‘Het onderwijs heeft het nodig om te vernieuwen’, zegt ze. Niet alleen Deltion College, niet alleen het mbo en ook niet alleen deze regio. ‘Het onderwijs heeft heel lang aanbodgericht gewerkt. Mede door de komst van Mbo.nl werken we nu ook vraaggericht. We hebben goud in handen, maar tot nu zaten we er ook op.’

Van der Wal is sinds 2017 manager van Deltion Business, een stichting gelieerd aan Deltion College, gericht op het opleiden van volwassenen in het bedrijfsleven. Al voordat Van der Wal bij

De oprichting van Deltion Business en de lancering van het platform Mbo.nl laten zien dat ook Deltion zelf een leven lang blijft ontwikkelen. ‘Als ROC innoveert Deltion continu. Voor Regio Zwolle

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

Leven lang ontwikkelen


45 /

zijn wij de plek waar men zijn kennis haalt. Er zijn zo veel sectoren die een tekort of een overschot aan personeel hebben, dat vraagt om bij-, na- of omscholing. Die kunnen wij bieden. Aan ons de taak om te zorgen dat het aanbod van bij-, na- of omscholing blijft aansluiten op de behoefte van de arbeidsmarkt.’

Mbo.nl Én dat werkgevers en werknemers dat aanbod makkelijk kunnen inzien en de opleidingen eenvoudig kunnen selecteren. Mbo.nl is een landelijke site, waar bezoekers direct hun eigen regio kunnen kiezen. ‘Deltion bedient Regio Oost, ROC Friese Poort bedient Regio Noord-Oost, Curio Regio Zuid-West, enzovoort. Zo zijn er nu zeven ROC’s aan dit platform verbonden. Na de keuze voor een bepaalde regio, kan de bezoeker opleidingen zoeken en boeken.’

‘ Van werkenden worden nieuwe vaardigheden verlangd’ De opleidingen van NCOI aangevuld met andere relevante landelijke of regionale opleiders zijn een aanvulling op de opleidingen van de ROC’s. ‘Uitgangspunt is dat de werknemer dichtbij huis leert, dus in zijn eigen regio. Heeft een ROC een bepaalde opleiding niet in huis, dan kan een opleiding van een andere opleider worden ingevlogen. Samen vervullen we de behoefte van bedrijven en werknemers in de regio.’

Inge van den Oever

Samenwerking De samenwerking tussen private opleiders en meerdere publieke opleiders (de ROC’s) valt op in onderwijsland. ‘We hebben een mooie samenwerking, met respect voor ieders kennis en kunde. Natuurlijk waren er twijfels toen we hier twee jaar geleden voor het eerst over spraken. NCOI vroeg zich bijvoorbeeld af of het publieke onderwijs flexibel genoeg zou zijn om vanuit de klant te denken. Andersom werd de vraag gesteld welke belangen er speelden. We hebben dat allemaal open en eerlijk met elkaar besproken. Dan is dat van tafel en kun je samen bouwen’, zegt Van der Wal.

In alle vormen De opleidingen die op Mbo.nl staan, kunnen in allerlei vormen worden gevolgd. Van digitaal tot klassikaal en op vaste startmomenten, maar ook incompany op een moment naar keuze. ‘Mbo.nl is het startpunt, de etalage’, zegt Van der Wal. ‘Van daaruit kijken we samen met de werkgever of werknemer wat de wensen zijn. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een bedrijf voor een hele afdeling een combinatie van opleidingen wil aanbieden. Dat kan ook. We kunnen zelfs voor bedrijven een ‘Mbo.nl’ in hun eigen ‘look and feel’ maken, met aanbod dat voor hen interessant is en waar medewerkers zelf hun keuze uit maken.’

www.deltion.nl

Valideren Wie alle kennis en ervaring voor zijn vak al heeft, maar nog niet het bijbehorende papiertje, kan zich ook melden bij Deltion Business. ‘Het zogenaamde ‘valideren’ van kennis en vaardigheden is een goede en snelle oplossing om bijvoorbeeld certificaten te halen’, zegt Van der Wal. ‘Wij hebben een expertisecentrum met collega’s die hierin zijn gespecialiseerd. Zij doen dit voor zowel individuen als werkgevers. Het is juist mogelijk om op basis van valideren vrijstelling voor (een deel van) een opleiding te krijgen.’

Duurzame inzetbaarheid Mbo.nl en het valideren van kennis en vaardigheden dragen bij aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers. ‘En dat is nu hard nodig. De Nederlandse arbeidsmarkt is sneller in ontwikkeling dan ooit. Mede door digitalisering en de veranderingen die de coronacrisis met zich meebrengt. Van werkenden worden nieuwe vaardigheden verlangd. Sociale vaardigheden, creatief denken, informatievaardigheden en digitale geletterdheid bijvoorbeeld. We verwachten dat met name naar opleidingen in die richting per direct veel vraag is.’ \


ONDERNEMEN

/

46

RauwPower: levende zuivel, zuivel voor het leven

Uniek in Europa: Raw Milk Company uit De Lutte produceert rauw gefermenteerde zuivel Melk, de witte motor. Wie kent het niet van vroeger. Alleen: is melk eigenlijk wel goed voor elk? Veel mensen hebben helemaal geen baat bij dit gepasteuriseerde drankje, zo blijkt. Het familiebedrijf Raw Milk Company doet het daarom helemaal anders: zij maken wekelijks 15.000 liter aan rauwmelkse zuivelproducten die niet alleen lekker zijn, maar ook goed voor je. Zuivel waar alle essentiële voedingsstoffen nog in zitten. Eigenaar Tonny Mulder vertelt ons er alles over. ‘In 2011 zijn we begonnen met de rauwmelkse zuivel die we nu op grotere schaal verkopen’, vertelt Mulder. ‘Reguliere melk wordt tegenwoordig zo erg bewerkt, dat je eigenlijk een heel ander product krijgt. Een product waarbij een deel van de goede eigenschappen verloren gaat. Veel mensen kunnen die hedendaagse koemelk maar slecht verdragen. Dat komt omdat alle melk sinds 1955 standaard gepasteuriseerd dient te worden, het wordt kort verhit om ‘schadelijke bacteriën’ te doden. Niet geheel toevallig: sindsdien zien we ook een enorme toename van allergieën en eczeem bij mensen. Is melk de witte motor of is melk de witte sloper, vraag je je dan af. Onze missie was geboren:

‘ Wij combineren eeuwenoude bewaarprocessen met moderne techniek’ een zuivelproduct maken dat wél goed voor je is. Dat begon met één emmertje rauwmelkse zuivel, toen wat meer, daarna werd het dagelijks. We merkten dat het product in onze winkel steeds uitverkocht was. Toen zijn we het op nog grotere schaal gaan produceren. We werken daarbij alleen samen met lokale en biologische boeren die overwegend grasgevoerde koeien hebben. Dat klinkt chic, maar betekent simpelweg dat in hun voer geen

Tekst Veertje Heemstra / Fotografie Lars Smook en Raw Milk Company

Wendy ‘Ik gebruikte al jaren medicijnen tegen hooikoorts. Ik liep vaak dagen te snotteren, niezen en had opgezwollen ogen. Het voorjaar, dat waren zware dagen voor mij. Via vrienden hoorde ik over de voordelen van rauwmelkse zuivel, dus ik ging het ook proberen. Het werkt echt, niet te geloven. Ik heb geen medicatie meer nodig gehad. Ik vertel het nu iedereen die het maar wil horen!’

mais, soja of tarwe zit. De warme melk van die koeien zit binnen een uur bij ons in de tank, supervers dus. Vervolgens fermenteren we het minstens 24 uur: we voegen er melkzuurbacteriën aan toe. Zo behoudt het zijn positieve eigenschappen én is het makkelijk verteerbaar. De lactose in de producten wordt omgezet in melkzuur, daarom hebben zelfs lactose-intolerante mensen er baat bij, evenals personen met een koemelkallergie. Inmiddels maken we o.a. kefir, yoghurt, hangop en kwark.’


47 /

Ellen

‘ Als bedrijf kun je sturen: medewerkers stimuleren om gezond te eten en drinken’ Een gezonde levensstijl Een rondje op Google leert ons dat het nuttigen van rauwe melk een positief effect kan hebben op klachten als eczeem, astma en darmproblemen. Bovendien kan het je immuunsysteem een flinke boost geven. ‘Die reacties krijgen wij ook vaak van onze klanten’, vertelt Mulder. ‘Daar doe ik het voor, die mooie verhalen. Dat mensen zich echt geholpen voelen. Inmiddels komen er zo’n 600 mensen wekelijks hun zuivel bij ons halen, we produceren 15.000 liter per week. Geweldige aantallen, helemaal hier in Twente waar we over het algemeen toch vrij nuchter zijn. Eerst zien, dan geloven, dat idee. Tegelijkertijd is het ook heel erg ‘ons kent ons’ en verspreiden de positieve ervaringen zich als een lopend vuurtje. Ook steeds meer richting de bedrijven in deze regio.

‘Dit zijn voor mij producten zoals ze horen te zijn: puur natuur. Ik werk als orthomoleculair therapeut en gebruik de zuivelproducten ook in mijn praktijk omdat ik veel voordelen zie, vooral voor mensen met darm- en spijsverteringsklachten. Het is zelfs onderzocht dat je bepaalde bacteriën in het lichaam, die soms helemaal zijn uitgestorven, weer kunt aanvullen met kefir en hangop. Dat is essentieel, want ons brein reageert op onze spijsvertering en andersom. Zo hebben sommige mensen bijvoorbeeld concentratieproblemen. Als je dat verder uitzoekt zie je vaak dat bepaalde bacteriën niet aanwezig zijn. Die kun je dan aanvullen met producten van Raw Milk Company. Het is als het ware een bouwsteen om de biodiversiteit in je lijf te behouden en aan te vullen. Heel helpend, niet alleen voor je lichaam maar dus ook voor je brein.’

Jorrit ‘Ik had al jarenlang darmproblemen, soms zelfs met een dikkedarmontsteking tot gevolg. Erg vervelend en vermoeiend. Ik kreeg allerlei medicijnen, antibiotica en onderzoeken, maar met weinig resultaat. Sinds ik de kefir van Raw Milk Company drink gaat het zoveel beter. Ik heb veel meer energie gekregen! Ik ben er erg tevreden over en het is nog lekker ook.’

Wij willen graag samenwerken met bedrijven die de gezondheid van hun personeel hoog in het vaandel hebben staan en daar graag mee aan de slag willen. Raw Milk Company heeft veel kennis in huis over voeding en levensstijl en we geloven dat bedrijven meer preventief te werk moeten gaan: werknemers gezonde voeding aanbieden in de kantine bijvoorbeeld. Als bedrijf kun je daar denk ik best een beetje in sturen. Op den duur zal het ziekteverzuim dan ook zeker dalen. Wij willen met onze producten en onze kennis een bijdrage leveren aan die verandering. De producten zijn verkrijgbaar in alle natuurwinkels in heel Nederland en binnen Twente ook in de PLUS-winkels. En wie weet binnenkort ook bij uw bedrijf?’ \

Winkel Melk & Honing Beuningerstraat 12, 7587 LD De Lutte / T 0541 299 872 / www.rawmilkcompany.nl


ONDERNEMEN

/

48

‘ Vertrouwen geven, is de basis voor succes’ Cycloon Post & Fietskoeriers maakt door de enorme vraag naar pakketten een stormachtige groei door. Dit zakelijke succes zorgt wel voor een extra uitdaging. Bedrijfsleider Jonneke Sterk legt uit hoe ze nieuwe klanten verwelkomen en tegelijkertijd de werkdruk behapbaar houden voor de groep medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk helpen. Dat is de belangrijkste doelstelling van Cycloon Post & Fietskoeriers.

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer

Ruim vijfentachtig procent van de postmedewerkers heeft een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarmee behoort het koeriersbedrijf tot de top tien van meest sociale ondernemingen in Nederland en heeft het de hoogste score bereikt van de PSO-certificering. Dit wetenschappelijk keurmerk, ontwikkeld door TNO, controleert sociale ondernemingen elke drie jaar op het behalen van groene en sociale doelen. ‘Die PSO-certificering werkt in ons voordeel,’ stelt Jonneke Sterk. ‘Het is een bewijs dat we daadwerkelijk doen waar we voor staan. Organisaties willen vergroenen en een samenwerking met Cycloon draagt bij aan Social Return on Investment (SROI) doelen die binnen bedrijfsleven en overheid steeds belangrijker worden.’


49 /

‘ Samenwerken met Cycloon draagt bij aan Social Return on Investment (SROI) doelen.’ Balanceren ‘Het afgelopen jaar ging de vraag naar pakketbezorging door het dak. We hebben veel nieuwe klanten gekregen zoals Bever en FuturumShop. Onze organisatie groeit hard. Dat is mooi, maar brengt meer werkdruk met zich mee. Om die druk zo goed mogelijk te verdelen, hanteren wij een andere werkwijze dan in het reguliere bedrijfsleven. Wij kijken naar de persoon en zijn of haar kwaliteiten. Daar bouwen we het werk omheen. Voor een fulltime vacature van 36 uur wordt in een regulier bedrijf één kandidaat gezocht. Wij kiezen voor diezelfde functie liever twee personen die beiden 18 uur belastbaar zijn. Dat sluit beter aan op onze kernwaarden.’

Mens en Ontwikkeling ‘Cycloon werkt met de zelf ontwikkelde methodiek ‘Mens en Ontwikkeling’. Voordeel van deze methode is dat we de kennis zelf in huis hebben. Alle werkbegeleiders zijn opgeleid tot jobcoach. Jaarlijks vindt bijscholing plaats en worden ervaringen en ontwikkelingen uitgewisseld. Onze methode betekent in de kern vooral vertrouwen schenken aan mensen, want dat is de basis voor een succesvolle samenwerking. Nieuwkomers krijgen twee maanden alle tijd om te wennen aan het werk, het arbeidsritme en het vergroten van sociale vaardigheden. We laten ze bovenal merken dat ze welkom en waardevol zijn binnen onze organisatie. Daarom zijn die sociale vaardigheden voor mij belangrijker dan de zakelijke skills. Die komen daarna wel. Het geeft mij veel voldoening als ik mensen zie opbloeien. Ieder op zijn eigen manier. De één maakt een praatje met een collega en de ander luncht met ons in de kantine.’

Verantwoordelijkheden ‘Wij kennen onze werknemers heel goed. Als er iets mis is, zie je dat meestal al bij binnenkomst. Vaak speelt er dan iets in de thuissituatie, waardoor mensen zich soms snel ziek melden. Als dat gebeurt, gaan we in gesprek en kijken we of extra hulp nodig is. We maken collega’s ook bewust van hun verantwoordelijkheden, want een deel van het werk blijft liggen als iemand afwezig is. Dat besef is voor deze groep heel belangrijk. Het draagt bij aan eigenwaarde, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel.’

Samenwerkingspartners ‘Binnen de vestiging Zwolle werken op dit moment zo’n 45 werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen de hele regio met vestigingen in Deventer, Dalfsen, Kampen, Zwartewaterland en Dronten gaat het in totaal om 120 mensen. Het personeel komt vaak binnen via UWV, WSP of de gemeenten. Als we gaan samenwerken met een gemeente, proberen we ook een vestiging te starten in die plaats. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Uitbreiding van ons verzorgingsgebied en werkgelegenheid voor mensen uit het doelgroepregister.’

Floresstraat 17B, 8022 AD Zwolle / T 085 27 33 273 / www.cycloon.eu

Loonwaarde subsidie & begeleidingsvergoeding ‘Elke werknemer krijgt een loonwaardemeting die de hoogte bepaalt van het subsidie bedrag voor gemeentelijke kandidaten. Dit heet loondispensatie bij Wajong-kandidaten. Dat geld compenseert het stuk arbeidsverlies. De loonwaarde wordt over het algemeen gekoppeld aan de lengte van het arbeidscontract met een maximum van vijf jaar. Voor de extra begeleiding ontvangt Cycloon een begeleidingsvergoeding. Na verloopt van tijd stromen medewerkers door naar een volwaardig betaalde baan binnen of buiten Cycloon.’

Duurzame impact ‘Onze belangrijkste doelstelling is duurzame impact. Alle winst wordt in onze organisatie gepompt om sociale doelstellingen verder te implementeren. Vorig jaar mochten we onze duizendste werknemer verwelkomen. Dat was echt een mijlpaal. Voor 2025 willen we doorgroeien naar 1500 medewerkers.’

Advies ‘Bedrijven die willen verduurzamen kloppen regelmatig bij Cycloon aan voor advies. Voor informatie over wet- en regelgeving verwijs ik ondernemers door naar het Werkgeversservicepunt. Gun je mensen met een arbeidshandicap een plek in je organisatie? Kijk dan altijd wat hij of zij kan. Geef vertrouwen en bouw het werk om iemand heen. Dan sta je versteld waartoe mensen in staat zijn.’ \


ONDERNEMEN

/

50

‘ Divers personeelbestand voor creativiteit en productiviteit’ Niet voor iedereen is het makkelijk om volwaardig toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Dit ondanks dat iedereen welkom is en nodig is. Bij het inzetten van mensen met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt komt veel kijken. BUDDO maakt dit mogelijk en is als onderdeel van de IU groep gespecialiseerd in het organiseren en faciliteren van sociaal werkgeverschap. ‘Iedereen kan én mag meedoen op de arbeidsmarkt.’

‘BUDDO is een afkorting van buddy & doen. Hiermee wordt beoogd groepsgewijs mensen duurzaam in te zetten bij bedrijven, waarbij BUDDO de complexiteit rondom de inzet van deze doelgroep terugbrengt naar Jip en Janneke-niveau’, vertelt operationeel directeur Sander Overduin. ‘Hierbij werken we samen met het UWV, gemeenten, opleidingsinstituten, UWV, jobcoaches en zo nodig met andere partijen die waarde toevoegen. Wij regelen alles om deze mensen de juiste plek te geven en ontzorgen zo opdrachtgevers en kandidaten. In Apeldoorn en Deventer zijn we daarmee al een aantal jaren actief. Inmiddels hebben we ook in Regio Zwolle een aantal projecten gedaan.’

Prominent aanwezig De IU Groep is vooral bekend van Intermediair uitzendbureau dat al 35 jaar actief is. Het is één van de vier bedrijfsonderdelen van de IU Groep, samen met BUDDO, 50+ werkt en InterMediCareZorg dat vanuit Apeldoorn regionaal bemiddelt in zorgvacatures. In september opent de IU Groep een nieuwe vestiging op de begane grond van de Kop van Hoog in Zwolle. ‘Dit wordt een soort ‘hub’ waar we alle diensten aanbieden voor de regio groot Zwolle’, legt algemeen directeur Arjan Hummel uit. ‘We willen er met al onze diensten prominent aanwezig zijn. Via BUDDO willen we als IU Groep mensen helpen die nu nog aan de zijlijn staan van de arbeidsmarkt. Wij geloven in een inclusieve samenleving en daarmee ook in een inclusieve arbeidsmarkt. Op een pragmatische, daadkrachtige wijze realiseren wij sociaal werkgeverschap in de praktijk.’

Hulp van jobcoaches Mensen met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt behoren tot een ‘vergeten groep’ op de markt van werkzoekenden. ‘Er zit iets geks in ons systeem - we kunnen een aantal vacatures niet vervullen, terwijl er genoeg mensen zijn’, realiseert Hummel zich. ‘Wij leggen ons hier niet bij neer en organiseren onze dienstverlening op wat wel kan. Indien nodig sturen wij groepsleiders mee en wordt de hulp van jobcoaches ingeroepen. Daarnaast kijken we met de kandidaten mee over de verschillende leefgebieden en hebben wij programma’s rondom financieel fit, vitaliteit en opleidingsmogelijkheden. We zetten mensen om ze

Tekst Erik-Jan Berends / Fotografie Peter Timmer

heen met als doel dat ze duurzaam kunnen worden ingezet. We zien in de praktijk dat wij hiermee een duurzaam alternatief bieden voor opdrachtgevers die nu veelal zijn aangewezen op de inzet van arbeidsmigranten. In de industrie en logistiek hebben wij al verschillende succesvolle projecten gerealiseerd door groepen statushouders te organiseren. We ondersteunen ze met tolken en taaltrainingen. Het gaat ons om mensen die duurzaam blijven; arbeidsmigranten vertrekken vaak na enige tijd.’

Werelden bij elkaar ‘Opdrachtgevers willen vaak wel, maar weten niet wat ze moeten doen voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en schrikken van wat er allemaal bij komt kijken. Ze zien echter door de bomen het bos vaak niet en vinden het spannend’, is de ervaring van Overduin. ‘Ze denken tevens dat het een hoog risico met zich meebrengt. Ook kent iedere gemeenten weer eigen regels. Die zorg nemen wij eveneens uit handen. De werelden van gemeenten en bedrijfsleven proberen wij bij elkaar te brengen.’ Een grote diversiteit van mensen werkt volgens de operationeel directeur vaak positief op de creativiteit en productiviteit binnen een onderneming. ‘Door onze unieke BUDDOpropositie kunnen wij deze opdrachtgevers optimaal ontzorgen. Voor een aantal is het zo een passie geworden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen.

‘ BUDDO als dé opstap naar een reguliere baan’ Voor andere organisaties is het beleid geworden; dat zien we vooral bij grotere organisaties. Echter blijft ook het oplossen van een capaciteitsprobleem uiteraard valide. We krijgen vaak terug dat opdrachtgevers de BUDDO-propositie als meerwaarde ervaren.’

Begeleiding en maatwerk De IU Groep werkt voor de BUDDO-propositie projectmatig met groepen van zes tot tien kandidaten. Hummel: ‘Hoe meer, des te


51 /

beter het voor ons is te organiseren. We hebben bijvoorbeeld al een groep die in de ochtend werkt en ’s middags taaltraining volgt. Een jobcoach begeleidt de mensen hierbij. De jobcoach is een vast, vertrouwd aanspreekpunt die ook kan helpen met een brief van de Belastingdienst beantwoorden of een bezoek aan de huisarts brengen. We hebben daarvoor eigen medewerkers, maar maken ook gebruik van ons netwerk en we hebben nog een flexibele schil van mensen die we kunnen inhuren. We vinden het belangrijk dat we de juiste begeleiding en maatwerk leveren.’

Praktisch te werk ‘Daarbij maken we gebruik van de bredere participatiegroep, waarin bijvoorbeeld ook oudere medewerkers zitten’, vult Overduin aan.

‘Die mix is heel succesvol. Bij het inschakelen van oudere werknemers merken we vaak dat ze jongeren willen helpen. Dat leidt weer tot een hogere productiviteit en vooral meer voldoening en werkplezier. We gaan uiteindelijk heel praktisch te werk en zien BUDDO als dé opstap naar een reguliere baan. Dat kan niet iedereen bewerkstelligen. Daarvoor heb je kennis, kunde en doorzettingsvermogen nodig. In de wirwar van ambtelijke regels houden wij ons doel altijd scherp voor ogen.’ ‘Onder de ijsberg van werknemers kan van alles zitten wat het team versterkt’, vult Petro Vosselman, directeur MKB Zwolle bij accountantskantoor Deloitte aan. Hij helpt de IU Groep bij de groei van klein- naar groot-MKB. ‘Ook in onze organisatie voelt de één zich prettiger in accountancy en de ander in automatisering. Zo hebben wij eveneens een heel divers team, waarbij verschillende achtergronden en verschillende competenties leiden tot heel mooie dingen voor onze klanten. Het zal duidelijk zijn dat de IU Groep en Deloitte elkaars doelstellingen onderschrijven.’ \

Grote Voort 291, 8041 BL Zwolle / T 088 288 28 88 / www.deloitte.nl


ONDERWIJS

/

52

RegioOpleiders focust zich op individuele werk-naar-werkprojecten ‘Hoewel de werkloosheidcijfers in Regio Zwolle meevallen, hebben sommige sectoren – mede door corona - een personeelstekort en andere juist een overschot. Daarom ligt de focus nu vooral op de van-werk-naar-werkprojecten.’ Aan het woord is Douwe Prinsse, directeur van RegioOpleiders, het samenwerkingsverband tussen zestien onderwijsinstellingen dat werknemers, werkgevers en zzp’ers helpt met scholingsvragen in de steeds veranderende arbeidsmarkt. Nu zijn vooral de van-werk-naar-werk-projecten actueel voor werknemers die werken in een sector waarin het minder gaat en daardoor hun baan dreigen te verliezen. ‘Vanwege corona is er minder werk in de horeca of het toerisme, terwijl techniek, transport en logistiek en zorg juist veel mensen zoeken. Door bijvoorbeeld een cursus ‘koerier’ te volgen, kan iemand uit de horeca aan de slag in de transport en logistiek. Standbouwers uit de evenementenbranche stappen over naar de bouw of installatietechniek. Voor dergelijke om-, her- of bijscholingstrajecten zijn subsidies beschikbaar’, vertelt Prinsse.

Voortraject Ook werknemers die het niet naar hun zin hebben en willen overstappen naar een andere sector, kloppen steeds vaker bij RegioOpleiders aan. Vaak is daar al een loopbaanadviesgesprek of test aan voorafgegaan. ‘Voordat mensen bij ons komen met een vraag, hebben ze vaak redelijk scherp in welke richting ze een cursus of training willen volgen. Want opleiden is niet een doel op zich, maar het resultaat van een voortraject’, vertelt Prinsse.

Makelaar en schakelaar

Kansen uit de markt

Als eenmaal de richting bepaald is, gaat RegioOpleiders samen met de zestien partners van RegioOpleiders, waaronder Hogeschool Windesheim, Landstede, Cibap en NCOI, op zoek naar het best mogelijke aanbod. Waarna de cliënt uiteindelijk zelf beslist waar die eventueel een cursus of studie wil volgen. ‘Wij zijn een makelaar en schakelaar en proberen jongeren, ouderen, mensen zonder werk en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbinden aan een opleider.’

Prinsse houdt altijd zijn ogen en oren open voor vragen uit de markt. ‘Nu de horeca grotendeels weer open mag en veel werknemers de horeca hebben verlaten, dreigt daar een tekort aan personeel. Daar liggen kansen voor bijvoorbeeld 55-plussers die moeilijk aan een baan komen. We verwachten dan ook de nodige omscholingstrajecten in de horeca, bijvoorbeeld cursussen op het gebied van hospitality of hygiëne. Daar proberen we samen met de opleidingen op in te spelen.’ \

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer > douwe.prinsse@regioopleiders.nl / www.regioopleiders.nl


53 /

Fenna Eefting

Hé baas, zit jij nog op de goede plek? We werken samen aan een ‘gezonde, vitale en waardevolle Regio Zwolle’. Wanneer hebben we ons doel bereikt? Dat hebben we als iedereen, iedere inwoner van regio Zwolle, meedoet en goed in zijn vel zit. Je leest het goed: iedereen!

Hoe gaan we daarvoor zorgen? Er zijn nog steeds mensen die niet meedoen en tegelijkertijd hebben we op allerlei plekken een tekort aan mensen. Ook zijn er mensen die wel werken, maar niet gelukkig zijn op de plek waar ze zitten. De zekerheid om met het inkomen een huishouden of gezin te onderhouden is dan het voornaamste doel. Niet het werkplezier. Het is een hele uitdaging om bij de baan van je dromen te komen. Daarnaast leven een behoorlijk aantal mensen onder de armoedegrens. De GGZ kan bij lange na niet de hulp bieden aan de enorme hoeveelheid mensen die hun draai niet kunnen vinden in deze maatschappij. En dan zet COVID-19 de situatie ook nog extra onder druk.

vertrouwen op ons morele kompas. De regels en controle zijn leidend geworden, ook als het ten koste gaat van onze vrijheid en kwaliteit van leven. Vrijheid om te experimenteren door te proberen, fouten te maken en te mogen leren en ontwikkelen.

Pffff… Waar beginnen we? Het makkelijkste is een basisinkomen voor iedereen. Dat is snel terugverdiend omdat we dan veel bureaucratische instanties kunnen sluiten. Om het compleet te maken, faciliteren we iedere inwoner naar een (werk)plek waar hij/ zij zijn talenten (competenties) mag inzetten. Want zinvol bijdragen is net zo belangrijk als de lucht die we inademen.

Wie zijn de mensen die veel invloed hebben op de regels? Wie hebben daardoor invloed op het ‘welzijn’ van de mensen? De mensen op de meest invloedrijke posities in de hiërarchie. De bazen en hun beleidsmakers. De baas heeft het voor het zeggen en helaas niet de medewerkers die in de frontlinie de uitvoering doen. Maar wat ook voor bazen telt, is dat je gelukkig wordt van werk dat bij je past. Normaalgesproken kan iemand dat zelf goed bepalen, maar dat is voor bazen lastiger. Ze worden verblind door de macht of de gouden ketting. Gelukkig zijn er de mensen over wie de baas de baas is. Vraag hen of je een goede baas bent en je krijgt direct een eerlijk antwoord. Correctie: vraag het anoniem! Een baas op de verkeerde plek is geen leider, maar een lijder. En als de baas lijdt, lijdt iedereen aan wie hij/zij leiding geeft.

Waarom is dit zo’n grote opgave? Iedereen heeft talenten en er is werk genoeg. Het probleem is dat we het systeem veel te ingewikkeld hebben gemaakt. We hebben voor alles regels bedacht om te voorkomen dat iemand uit de pas gaat lopen. We spreken elkaar niet aan, maar verwijzen naar de regels in plaats van te

Daar moeten we dus beginnen! Bij de bazen. Die moeten het goede voorbeeld geven. Zullen we afspreken in Regio Zwolle dat de bazen vanaf nu beoordeeld worden door de mensen aan wie zij leiding of lijding geven? Zo werken we toe naar de juiste mens op de juiste plek. Dus baas, zit jij nog op de goede plek? \

Fenna Eefting, raad van bestuur Vogellanden


ECONOMIE

/

54

WasMijnWas kiest bewust voor persoonlijke touch in de zorgsector Terug naar de persoonlijke service waar Henk en Leida Olsman bij de oprichting van wasserij en stomerij Moderna in 1964 voor stonden. Met dat uitgangspunt zaten kleinzoon Tom Olsman en Pim ter Veen jaren geleden met elkaar om de keukentafel. Inmiddels zijn beide zwagers sinds 2015 de trotse eigenaren van hun bedrijf WasMijnWas, gevestigd in gemeente Hardenberg. ‘We leveren nu de kwaliteit die mijn opa vroeger ook leverde’, vertelt Olsman.

‘Opa Olsman begon als huis-aan-huisservice. Mensen konden een blauwe kaart met de letter M voor het raam plaatsen, zodat hij wist dat hij daar was op kon halen’, vertelt Ter Veen. ‘Die bracht opa vervolgens naar een stomerij in de buurt, waarna hij de schone was weer langsbracht.’ Dat verhaal inspireerde de twee in hun concept: een wasserij maken voor de steeds groter wordende groep thuiswonende ouderen. De brand die het pand van Moderna in Gramsbergen in 2013 volledige verwoestte, was gek genoeg het startpunt voor hun droom. ‘Die brand was inderdaad het begin van WasMijnWas’, zegt Olsman. ‘Want Moderna ging na die brand een nieuwe wasserij bouwen in Hardenberg en wilde daar ook graag particuliere wassen blijven doen. Daar zijn grote wasserijen alleen niet op ingericht. Al snel bleek dat ook voor Moderna een knelpunt.’

App Toen ontstond het gesprek aan de keukentafel, blikt Ter Veen terug. In eerste instantie bedachten de twee zwagers een app, die als moderne versie van de blauwe M van opa Olsman zou dienen. ‘Die app is er nooit gekomen, de wasserij voor thuiswonende ouderen wel’, vertelt Ter Veen. ‘We huurden in Hardenberg een bedrijfshal met een paar wasmachines en zijn aan de slag gegaan.’ En dus herhaalde de geschiedenis zich en gingen Ter Veen en Olsman langs bij klanten om was op te halen. Die persoonlijke aanpak viel al snel op, want na een halfjaar zaten de jonge ondernemers om tafel met Saxenburgh Groep in Hardenberg. ‘Zij hadden een eigen sterk verouderde wasserij en wilden daar niet meer in investeren’, zegt Olsman. ‘We hebben toen gevraagd of wij de was van hun 250 bewoners mochten doen. We hadden snel overeenstemming en namen toen ook nog eens een aantal personeelsleden over van de wasserij.’

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer


55 /

Iedereen een kans

‘Jonge luu op oale grond’ Al snel zagen de ondernemers dat er binnen de zorgsector behoefte was aan deze persoonlijke aanpak, waarbij aandacht en kwaliteit weer centraal staan. Vanaf dat moment was WasMijnWas dan ook een serieuze partner voor vele zorginstellingen, zowel binnen als buiten Regio Zwolle, en groeide het bedrijf tot inmiddels 45 werknemers. Vanwege die explosieve groei werd de hal in Hardenberg, na een aantal verbouwingen en uitbreidingen, begin 2021 ingeruild voor een groter pand in Gramsbergen. Toevallig genoeg precies op de plek waar het bedrijfspand van Moderna afbrandde.

‘ Bijzonder dat ons bedrijf nu groeit op de plek van Moderna’ ‘We hadden echt meer ruimte nodig. Het is dan ook mooi dat we op deze plek terecht zijn gekomen. Hier kunnen we het proces duurzamer inrichten, dat was in Hardenberg niet meer mogelijk’, zegt Ter Veen. Bij de opening van het nieuwe pand ontvingen de twee ondernemers van hun werknemers een treffend cadeau: een bord met daarop de tekst ‘Jonge Luu op Oale Grond’. ‘Dat heeft een mooie plek gekregen’, vertellen beiden trots. ‘Het is natuurlijk bijzonder dat wij juist op de plek van Moderna onze groei kunnen

Stephanuspark 1, 7772 HZ Hardenberg / T 14 05 23 / www.hardenberg.nl

Met gemeente Hardenberg, de Ambelt en de Baalderborg Groep werkt WasMijnWas samen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een volwaardige baan aan te bieden. Een voorbeeld daarvan is oud-Ambeltleerling Laurens Bartel, die na een succesvolle stage sinds 1 februari 2021 in dienst is. WasMijnWas is van mening dat iedereen een kans verdient in de samenleving.

voortzetten.’ Want de band met Moderna is er nog steeds. ‘Mede omdat het familie is, zijn de lijntjes kort en werken we ook nauw samen’, zegt Ter Veen.

Chip Naast de persoonlijke aanpak onderscheidt WasMijnWas zich nog op een andere manier: de chip in de bewonerwas. ‘Elk kledingstuk in de wasserij geven wij een chip, waardoor wij precies weten van wie de kleding is. Zo komt de kleding altijd bij de juiste klant terecht. Ook gebruiken we die chips voor klantspecifieke wensen, waardoor we weer echt maatwerk kunnen leveren. Volgens ons juist zo belangrijk voor deze doelgroep’, zegt Ter Veen. Ook is er dagelijks contact met hun klanten. ‘Wij spreken niet met een contactpersoon van de zorginstelling, maar met alle 1.500 bewoners zelf. Het enige wat ouderen vaak nog bezitten, is kleding. Het is daarom belangrijk dat wij daar zorgvuldig mee omgaan en we lopen dan ook een stapje harder als het nodig is. Zo geven we een persoonlijke touch aan hun was. Net zoals mijn opa vroeger al deed’, besluit Olsman. \


‘ Wij hebben niet de positie om mensen uit te sluiten’

Ondernemen Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer

Marc Kleinhaarhuis is mede-eigenaar van Microsign Business Software en vicevoorzitter van Regio Zwolle IT Platform. Hij wil het taboe rond werken met ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ doorbreken. ‘Het is niks meer dan een kans geven aan mensen die zichzelf wat minder makkelijk presenteren.’ Hoewel hij de zogenaamde ‘inclusiviteit’ (iedereen mag meedoen) de normaalste zaak van de wereld vindt, weet hij dat dit in veel bedrijven nog niet het geval is. Daarom vertelt hij graag hoe zijn bedrijf het aanpakt.


57 /

‘ Misschien ben ik zelf ook wel een laatbloeier’

werd zelfs verkozen tot verkoper van het jaar. Stond er vijfhonderd man voor me te applaudisseren. Toen ik eens verder wou kijken wist de HR-afdeling van een ander bedrijf mij op basis van een vragenlijst te melden dat ik niet geschikt was voor sales.’ Lachend: ‘Zo blijkt maar dat je in de praktijk moet kijken wat iemand kan. Uiteindelijk gaat het om bevlogenheid en motivatie.’

Waarom rust er op ‘arbeidshandicaps’ dan toch zo’n taboe?

Men heeft het altijd over ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’, is dat volgens u de juiste benaming? ‘Allereerst, niemand is meer of minder dan een ander. Als ik er dan toch een naam aan moet geven, noem ik het liever ‘mensen met een rugzakje’ of ‘laatbloeiers’. Misschien ben ik zelf ook wel een laatbloeier. Ik denk dat ik vroeger op school nooit genoeg geprikkeld werd. Om een voorbeeld te geven: ik stond een 1 voor Duits en mijn enige redding

‘Ik denk dat mensen vol vooroordelen zitten over mensen met een rugzakje. Dat het lastig werken is met ze en dat het om veel begeleiding vraagt. Maar als ik kijk naar ons bedrijf, naar hoe wij mensen een plek geven… het is eigenlijk niks meer dan mensen die zichzelf niet makkelijk presenteren een werkplek geven. Bij ons werken meerdere mensen met het ‘autismeprofiel’. Het zijn topontwikkelaars. Alleen ze bellen niet zo makkelijk een bedrijf om eventjes te komen solliciteren. Via Hogeschool Windesheim komen wij in contact met deze groep studenten. Windesheim staat al jaren aangeschreven als een van de beste IT-opleiders van Nederland. Stel je voor dat een deel van het talent dat daar heeft gestudeerd niet aan de bak komt… dat is toch eeuwig zonde? Wij willen ons als organisatie focussen op mogelijkheden en niet op beperkingen.’ om over te gaan was een 10 halen. Tot grote frustratie van de leraar lukte dat. Pas toen ik Informatica ging doen, ging het lekker op school. Ik zag toen in hoe ik de kennis kon gebruiken in mijn werk. Zo zijn er veel meer mensen die pas later - of pas in het juiste beroep - tot bloei komen. Alleen al daarom moet je mensen niet in een hokje stoppen of alleen op basis van psychologische tests of assessments kijken of iemand geschikt is. Ik heb jarenlang gewerkt voor een van de grootste softwareleveranciers en

Is het nodig om de mensen waar andere werkgevers niet een, twee, drie hun keus op laten vallen, toch aan te nemen? ‘Ja, dat is echt nodig. Sterker nog. Als werkgevers – zeker in de IT – hebben wij niet de positie om mensen uit te sluiten. Anders moeten we over een paar jaar vechten om die paar ‘beste’ mensen. Daar komt nog bij dat een headhunter, die je kan helpen om mensen te vinden, 25 procent van een jaarsalaris vraagt >


ONDERNEMEN

/

58

voor zijn bemiddeling. En dan is het de vraag hoelang die medewerker bij je blijft. Je kunt dat geld beter investeren in je eigen medewerkers.’ Naast de vaak benoemde ‘negatieve kanten’ aan mensen met een autismeprofiel hebben deze medewerkers ook veel positieve kanten, zo zijn ze vaak heel nauwkeurig, hebben ze een uitstekend geheugen en zijn ze betrouwbaar, loyaal, eerlijk, verantwoordelijk en resultaatgericht.’

Wanneer begon u zo te denken in uw bedrijf en hoe kreeg u het vervolgens voor elkaar om deze mensen een plek te geven?

hebben de stap naar het ondernemerschap nooit gezet om binnen de kortste keren schathemeltjerijk te worden. Wij zijn maatschappelijk betrokken. Wij willen mensen verder helpen; het gaat niet alleen om bedrijfsmatige doelen. Onze uitgangspunten bij het aannemen van laatbloeiers, om ze dan zo maar te noemen, zijn: gaat iemand slagen in dit beroep en kunnen wij hem of haar voor langere tijd binden en boeien? Ik vind het asociaal dat sommige werkgevers - en met name sommige uitzendbureaus - iemand in dienst nemen en direct laten gaan als de subsidie ophoudt of iemand toch net niet in het plaatje past.’

‘Zo’n tien jaar gelden, vlak nadat ik samen met drie andere collega’s en een partner van buitenaf het bedrijf overnam. Wij

Hoe kijkt u aan tegen loonkostensubsidie? Is dat een middel

om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven? ‘In mijn ogen niet. Hoe vernederend is het als je ergens een baan kunt krijgen, maar dan moet je wel eerst even langs een bepaald loket om een stempeltje te krijgen met als doel dat de werkgever een paar euro per uur terugkrijgt. Wij hebben dit nooit gedaan. Iedereen krijgt bij ons een marktconform salaris zonder subsidie.’

Wat doen jullie nog meer om er een succes van te maken? ‘Onze softwareontwikkelaars zijn gefocust op het bouwen van mooie IT-oplossingen. Hun bezieling moet de ruimte krijgen. Daarom hebben wij het kantoor zo ingericht dat mensen zich lekker voelen op


59 /

‘ Als je elkaar vertrouwen geeft, ontstaan openheid en loyaliteit’

‘Iedereen heeft talenten’

hun werkplek. En ze mogen pieken op het moment dat in hun bioritme past. Soms zit iemand om 22.30 uur nog op kantoor. Als hij er dan lekker in zit, moet hij vooral door kunnen gaan. Sommige dingen heb ik af moeten leren. Zo was ik bijvoorbeeld nogal van de cynische grapjes. Als ik spottend zei dat ik ‘toch wel zo’n fijne dag had gehad’, dacht de ander dat het écht een goede dag was. Dat soort dingen. Mensen met een autismeprofiel nemen zaken vaak erg letterlijk en hierdoor worden dit soort opmerkingen vaak verkeerd begrepen. Verder hebben wij een cultuur gecreëerd waarin je over dingen kunt praten. Ik praat ook over de fouten die ik maak. En over dingen die privé voorvallen. Als je elkaar vertrouwen geeft, ontstaan openheid en loyaliteit.’

Loyaliteit is vaak een wisselwerking. In welke opzichten steken jullie je nek uit voor jullie medewerkers?

Jo Platenkamp, coördinator studeren met functiebeperking bij Hogeschool Windesheim: ‘Wij zien bij de opleiding HBO-ICT dat er een grote groep werkgevers is die aanstormend talent ‘met wat bagage’ een kans wil geven. Er is echter ook een groep werkgevers die huiverig is en bedenkingen heeft. De grootste aarzeling komt door de aanname dat het begeleiden van deze groep meer tijd kost dan de begeleiding van mensen zonder afstand tot de arbeidsmarkt. Echter, uit de praktijk blijkt dat deze studenten uitzonderlijke talenten hebben en dat de investering ruimschoots wordt ‘terugverdiend’. Voorwaarde voor succes is: vooraf goede afspraken maken over bijvoorbeeld begeleidingsmomenten, werktijden en werkplek. Een mooi voorbeeld is een werkgever die elke ochtend even langskwam bij de student om te kijken of alles goed ging en de dag door te nemen: wat staat er op je to-dolijst. Dat gaf de student zo veel structuur en vertrouwen, dat hij gedurende de dag geen hulp meer nodig had. Iedereen heeft talenten en het is aan ons als opleiding en aan werkgevers om talent tot bloei te laten komen.’

‘Een van onze teamleden belt collega’s die een luisterend oor nodig hebben wekelijks op. Om te horen hoe het gaat, hoe het thuis gaat, dingen die op het werk misschien niet ter sprake zijn gekomen. Dat is een klein gebaar wat een groot verschil maakt. Wij helpen medewerkers soms ook financieel, in de huidige gekte in de huizenmarkt zullen wij iedereen binnen het redelijke helpen om wel dat ene huis te kunnen kopen. Niet alleen vanwege

het sociale hoor, ook gewoon simpelweg omdat wij blij met die werknemers zijn. Of wij daar een afspraak aan verbinden? Nee, wij timmeren het niet dicht. Niemand is ons bezit. Ik weet wel dat het averechts werkt als je iemand níet helpt. Een kennis van mij zat in dezelfde situatie bij zijn werkgever, maar hij kreeg die honderd euro per maand die nodig was voor een hypotheek er niet bij. Hij nam ontslag, begon voor zichzelf en is nu drie keer zo groot als zijn vroegere werkgever.’ \


ONDERWIJS

/

60

De Sallandse Praktijkleerroute is de zorgopleiding van de toekomst Vanaf de eerste dag meteen ervaring opdoen in de praktijk. En geen ouderwetse schoolbanken meer, maar een praktijkgericht Leerhuis in een zorginstelling waar ouderen wonen en zorg krijgen. Voor studenten van de Sallandse Praktijkleerroute, een initiatief van twaalf Sallandse zorginstellingen en onderwijsinstelling Landstede MBO, is het inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Een gesprek met Marieke Zwartjens, docent bij Landstede MBO, Esther Ouwerkerk, praktijkopleider bij Carinova, en eerstejaarsstudent Carlijn Schutte.

Met de nieuwe hybride aanpak willen de initiatiefnemers ervoor zorgen dat er ook in de toekomst genoeg gekwalificeerd personeel is in de ouderen- en gehandicaptenzorg. Centraal ontmoetingspunt van de opleiding is het Leerhuis in Raalte, gevestigd in woonzorgcentrum Swaenewoerd van ZGR, een van de twaalf zorginstellingen die verbonden is aan de Sallandse Praktijkleerroute. ‘Daar hebben we twee lokalen gehuurd, waar studenten bij elkaar komen om van en met elkaar te leren. We bieden er workshops aan en er is bijvoorbeeld ruimte om de

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

verpleegvaardigheden aan te leren. Ook is dit de plek waar studenten de antwoorden vinden op hun leervragen’, vertelt Zwartjens.

Dubbelkwalificatie Want leervragen zijn een essentieel onderdeel van de praktijkgerichte opleiding, waar studenten kunnen kiezen voor dubbelkwalificatie: een diploma voor zowel ouderenals gehandicaptenzorg. ‘Bij ons draait een student vanaf dag


61 /

‘ Er is nu veel meer regie en eigenaarschap’ één mee in een zorginstelling. Daar lopen ze tegen vragen aan over bijvoorbeeld een bepaalde manier van werken of over verschillende vormen van dementie. Door er een leervraag van te maken, breiden studenten hun kennis uit en sluiten ze straks zowel qua theorie als praktijk beter aan op de beroepspraktijk’, legt Zwartjens uit. ‘Zo prikkelen wij studenten om na te denken over hun toekomstige vak en zorgen we straks voor nieuwsgierige en ondernemende medewerkers.’

Kentering En die zijn nodig, want er is een kentering in de zorg gaande, vult Ouwerkerk aan. ‘Er wordt tegenwoordig veel meer zelfstandigheid van zorgteams gevraagd. Dat betekent dat je een heel andere zorgmedewerker nodig hebt. Er is geen leidinggevende meer die zegt: zo gaat het gebeuren. Het initiatief komt steeds meer vanuit de zorgmedewerkers zelf. Er is nu veel meer sprake van regie en eigenaarschap.’ Niet voor niets twee belangrijke speerpunten van de Sallandse Praktijkleerroute.

Baangarantie Voor de deelnemende zorginstellingen heeft de Sallandse Praktijkleerroute veel voordelen. ‘We hebben nu veel zeggenschap over de leerweg die studenten moeten afleggen. Wij overleggen samen over hoe de opleiding eruit moet zien. Want alle studenten hebben een baangarantie bij een van de organisaties’, zegt Ouwerkerk. Haar werkgever Carinova is een van de zorginstellingen die betrokken is bij de nieuwe manier van opleiden. ‘Daarnaast zorgen de zorginstellingen samen voor de werving en selectie en leiden we samen toekomstige werknemers op. Dat kan dus betekenen dat wij een medewerker opleiden die uiteindelijk bij een andere zorginstelling gaat werken. Dat is echt nieuw. Zo maken we ons samen klaar voor de toekomst.’

‘Alle studenten hebben een baangarantie’

Leerproces Een ander verschil met regulier onderwijs is dat de student zelf bepaalt over zijn of haar richting en tempo. ‘Je hebt veel verantwoordelijkheid’, zegt Schutte, die in haar eerste jaar stageloopt in woonzorgcentrum De Hartkamp in Raalte. ‘Want ik heb de regie over mijn eigen leerproces. Als een gastles voor mij minder relevant is, kan ik bijvoorbeeld zelf bepalen of ik die wel of niet wil volgen.’ Schutte gaat 15 uur per week naar het Leerhuis, fysiek of online, en ze loopt 15 uur per week stage. Door de leervragen die ze opdoet tijdens de stage, komt Schutte snel in contact met haar collega’s, merkt de studente. ‘Ik stel mijn vragen niet aan één bepaalde collega, maar ik stap op alle collega’s af. Ik voel me mede daardoor ook echt onderdeel van het team en geen stagiair’, zegt Schutte, die ook aangeeft veel te hebben aan de samenwerking met medestudenten. ‘Omdat elke student eigen

www.landstedembo.nl

leervragen heeft, kom ik ook veel te weten over ziektebeelden waar ik nog niet mee gewerkt heb. Na elke afgeronde leervraag geeft een student een presentatie. Die afronding helpt mij na te denken over waar ik mijzelf zie werken in de toekomst.’

Cultuuromslag De nieuwe manier van onderwijs leidt volgens Ouwerkerk nog wel eens tot verwarring op de werkvloer. ‘We vragen nu van werkbegeleiders dat ze anders naar hun studenten kijken dan voorheen. Omdat wij dienstverlenend zijn ingesteld, was het vaak zo dat een student een vraag stelde en wij het antwoord gaven.’ Maar dat is juist niet de bedoeling bij praktijkonderwijs. Zwartjens: ‘De student moet bij ons zelf op zoek naar het antwoord. Dat is wennen voor veel zorgmedewerkers, maar wel een cultuuromslag die binnen zowel het onderwijs als de zorg toekomst heeft.’ \


Werkgeversaanpak Overijssel zoekt nieuwe balans na coronatijd

W Gaan we allemaal weer naar kantoor als Nederland gevaccineerd is, of is het thuiswerken een blijvertje? Hoe spreiden we piekmomenten in het openbaar vervoer als iedereen weer naar school en werk gaat? Het programma Werkgeversaanpak van de provincie Overijssel hoopt op deze en andere mobiliteitsvragen de komende periode een antwoord op te vinden. Dit wordt samen opgepakt met de stuurgroepen binnen dit programma, Twente Mobiel en Regio Zwolle Mobiel. Eén ding staat volgens beide voorzitters van de stuurgroepen al vast: ‘we moeten op zoek naar een nieuwe balans.’

Dennis Melenhorst, wethouder uit Raalte en tevens voorzitter van de Stuurgroep Regio Zwolle Mobiel

De Werkgeversaanpak ondersteunt bedrijfsleven en tal van organisaties in onze provincie met het oplossen van mobiliteitsvraagstukken. Dat varieert van maatwerkscans voor besparingsmogelijkheden tot de implementatie van een mobiliteitsbeleid als onderdeel van de bedrijfsvoering. In totaal zijn zo’n 250 werkgevers uit de hele provincie als partner aangesloten bij de Werkgeversaanpak. Leden inspireren en motiveren elkaar door kennis, ervaring en ‘best practices’ te delen.

Ondernemen

Tekst Yvonne de Haan / Fotografie eigen archief

Het afgelopen jaar is deze provinciale aanpak mede druk geweest met het opzetten van Thuiswerkvouchers. Deze subsidieregeling ondersteunt werkgevers in Overijssel bij het faciliteren van goede thuiswerkvoorzieningen voor hun personeel. Een regeling die volgens Dennis Melenhorst, wethouder uit Raalte en tevens voorzitter van de Stuurgroep Regio Zwolle Mobiel, inspeelt op een groeiende behoefte. ‘Veel bedrijven grijpen deze periode aan om de mobiliteit sterk


63 /

‘ Thuiswerken biedt mensen die aan huis gebonden zijn toch de kans om te werken’

terug te dringen. Het thuiswerken heeft een vlucht genomen. Voorheen was het normaal dat je altijd fysiek bij elkaar kwam, maar we zijn snel gewend geraakt aan alle digitale alternatieven. Ik ben benieuwd wat na de coronatijd de stand van zaken is in het bedrijfsleven. Dat verschilt per werkgever en werknemer. De één hunkert weer naar vijf dagen werken op kantoor, de ander is thuis juist productiever en weer een ander vindt een combinatie ideaal.’

Kantorenmarkt ‘Wat de gevolgen precies zijn, is nog van veel factoren afhankelijk. Als daarin een balans gevonden is, verwacht ik dat het transportverkeer meegroeit met de economie. Mobiliteit zal binnen die groei een grote rol spelen. Wel verwacht ik dat meer werknemers vanuit huis blijven werken. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de kantorenmarkt, want hoeveel vastgoed is er nog nodig in de toekomst? Daar valt nu nog niets concreets over te zeggen. De geluiden die ik daarover hoor, variëren van minimale gevolgen voor het totale kantorenbestand, tot

een reductie van vijftig procent. Ik verwacht dat de waarheid ergens in het midden zal liggen. Onze focus zal liggen op het stimuleren van andere soorten vervoer en het verminderen van verkeersdrukte. Fiets en OV waar dat kan en de auto waar dat moet. Samen met het openbaar vervoer en zorg- en onderwijsinstanties werken we aan een betere spreiding van drukte tijdens de spits. Daarnaast willen we met zo veel mogelijk werkgevers in contact komen om onze ondersteuningsmogelijkheden onder de aandacht te brengen. Onze stuurgroepleden zijn vertegenwoordigers uit de zorg, onderwijs en het bedrijfsleven. Dankzij hen is het makkelijker om te communiceren met onze achterban.’

Tweedehands auto’s De verkeerssituatie in de provincie Overijssel is gunstig. Ondanks de toename van het vrachtverkeer, zijn er niet of nauwelijks files. ‘Dat komt vooral door het thuiswerkbeleid vanuit de overheid’, vertelt Johan Coes, wethouder in Wierden en voorzitter van de stuurgroep Twente Mobiel. ‘Daarnaast hebben veel bedrijven, die afhankelijk zijn van mobiliteit, het afgelopen jaar flinke stappen gezet. Neem bijvoorbeeld afvalverwerker Twence. Door te schuiven met rijschema’s vermijdt Twence piekmomenten op de weg. Daarmee draagt dit bedrijf bij aan een betere verkeersdoorstroming in de regio.’

Veranderingen mindset Coes: ‘Thuiswerken heeft veel voordelen als het gaat om plaats- of tijdgebonden

Johan Coes, wethouder in Wierden en voorzitter van de stuurgroep Twente Mobiel

werken. Het biedt mensen die aan huis gebonden zijn toch de kans om te kunnen werken. In dat opzicht leveren digitale mogelijkheden een bijdrage aan een inclusievere arbeidsmarkt. Maar thuiswerken heeft ook schaduwkanten, praktisch maar vooral mentaal. Denk aan eenzaamheid en betrokkenheid. Dat heeft niet direct met mobiliteit te maken, maar speelt wel een rol in veel bedrijven. Daarom adviseren we werkgevers nauw in verbinding te blijven met hun werknemers. Stem de contactbehoefte af op ieder individu, want dat kan een belangrijke bijdrage leveren aan het welzijn en de vitaliteit van je werknemer. Als we daarmee thuiswerken tot een blijvend succes maken, is dat ook een verbetering van de mobiliteit. Van die winst profiteren we allemaal.’ >

Bert Boerman, gedeputeerde provincie Overijssel ‘Mobiliteit en een goede bereikbaarheid zijn onmisbaar voor onze bedrijven en inwoners in Overijssel. We willen graag dat dit veilig, snel, toegankelijk en schoon gaat. Corona heeft ervoor gezorgd dat we anders naar onze mobiliteit zijn gaan kijken. We zullen samen met onze werkgevers en werknemers een nieuwe solide mobiliteitsmix moeten creëren, waarin het hybride werken goed verankerd is.’ Bert Boerman


ONDERNEMEN

/

64

‘ Vier dagen onderwijs op school, één dag online’ Erik Laban, directeur human resource development (HRD) Deltion College, gevestigd in Zwolle: ‘Duurzaamheid was vóór corona al een strategisch thema bij Deltion College. Als organisatie hebben we de intentieverklaring getekend en zijn we ambassadeur van de Sustainable Development Goals (SDG) van de Verenigde Naties. Daarnaast hebben we veel aandacht voor gezondheidsmanagement en vitaliteit. Die onderwerpen komen ook samen in het thema mobiliteit. We zijn van mening dat wij als onderwijsinstelling ook de maatschappelijke opgave hebben om het aantal vervoersbewegingen zoveel mogelijk te beperken. Normaal gesproken, zonder coronamaatregelen, zijn er zo’n 10.000 studenten en 1.100 medewerkers per dag op locatie in Zwolle. Dat brengt grote reisbewegingen met zich mee, per auto, per fiets en per openbaar vervoer. In de vraag hoe we duurzaamheid en mobiliteit hand in hand kunnen laten gaan proberen we, naast onze eigen initiatieven, ook samen te werken met de gemeente Zwolle, provincie Overijssel en bijvoorbeeld de Zwolse 8 (de 4 hboen 4 mbo-scholen in Zwolle). Mooie initiatieven die we aan het verkennen zijn of die in uitvoering zijn, is bijvoorbeeld deelmobiliteit op het gebied van auto’s en fietsen. Daarnaast kun je ook denken aan carpoolmogelijkheden. Als je als scholen sámen carpoolt, kun je meer mensen per auto vervoeren. Door corona is er in ons onderwijs veel veranderd. We geven nu veel online les. Die verschuiving van fysiek onderwijs naar online onderwijs is in een stroomversnelling gegaan. We kijken nu, samen met onderwijsteams en met studenten, wat we uit die ervaring willen continueren.

Tekst Mirjam van Huet / Fotografie eigen archief

Zeventig procent van onze mensen is verbonden aan het onderwijs, denk aan leraren en instructeurs, en dertig procent werkt in ondersteunende diensten. Beide groepen kunnen voor een deel thuiswerken. En dat gaan we verder faciliteren met een goede thuiswerkplek. Voor studenten denken we nu aan de ‘vier-plus-eenconstructie’. Dat betekent dat studenten vier dagen les krijgen op school en een dag online. En medewerkers die naar de campus komen, gaan we nog meer stimuleren om in plaats van met de auto te reizen, te fietsen, te carpoolen of gebruik te maken van het openbaar vervoer. We hebben elektrische fietsen gekocht die medewerkers mogen lenen om uit te proberen of het iets voor hen is om het woon-werkverkeer per fiets te doen. Een leuke bijkomstigheid is dat de fietsen (ook die medewerkers in eigen bezit hebben) door studenten van de opleiding Fietstechnicus kunnen worden onderhouden. Natuurlijk moeten leraren ook wel eens vanuit de campus op bezoek bij

stagebedrijven. Voor die ritten komen elektrische leenauto’s beschikbaar op de campus. Onze studenten zijn de werknemers van de toekomst. Naast het onderwijs, geven we in de begeleiding van studenten veel aandacht aan Burgerschap. Online onderwijs leert hen nu dat ze ook kunnen samenwerken op afstand en zo samen iets moois tot stand kunnen brengen. Ik kan niet genoeg benadrukken hoezeer ik hoop dat alle opleiders en werkgevers nu de kans grijpen om een blijvende verandering door te voeren. Er is nog nooit zo veel veranderd als het afgelopen jaar. En het is nodig om stappen te zetten qua duurzaamheid. Laat het nu niet glippen.’


65 /

processen. Maar op andere momenten kan het juist weer fijn zijn om geconcentreerd, in je eentje, iets uit te werken. Overigens is het niet gezegd dat thuiswerken betekent dat je de hele dag achter je beeldscherm moet zitten. De mens is niet gemaakt om de hele dag stil te zitten. Daarom motiveren we medewerkers om bijvoorbeeld een ‘bila-wandeling’ te plannen. Fiets naar elkaar toe en maak een wandeling tijdens je overleg. De regie op hoe, waar en wanneer onze medewerkers werken, ligt bij de mensen zelf en bij de teams. Wij zorgen vanuit de afdeling facilitair dat de faciliteiten er zijn, thuis en op kantoor. Zo kunnen collega’s bijvoorbeeld een thuiswerkplek bestellen via ons intranet.

‘ Menzis blijft voor vijftig procent thuiswerken’ Melanie Schipper, manager facilitair bedrijf Menzis, met vestigingen in Wageningen, Groningen en Enschede: ‘Als zorgverzekeraar hebben we een voorbeeldrol. Wij willen zo werken, dat het de leefkracht van onze medewerkers ten goede komt. Corona heeft dat nog eens uitvergroot; om besmettingen te voorkomen, zijn we van de ene op de andere dag gaan thuiswerken. Die periode gaf eyeopeners. Want waar we voorheen dachten dat bijvoorbeeld de klantenservice niet prettig zou kunnen

werken vanuit huis, bleek dat toch goed te werken. Op basis van onze ervaringen het afgelopen jaar en een enquête onder medewerkers, gaan we ‘post corona’ voor gemiddeld vijftig procent op kantoor werken en voor vijftig procent thuis. We blijven dus nog wel op kantoor komen, maar de helft minder en combineren het beste van de twee werelden. Elkaar ontmoeten blijft nodig, voor samenwerking en verbinding. Dat is belangrijk voor bijvoorbeeld creatieve

Meer thuiswerken betekent ook minder reizen. Dat is goed om de wegen en het milieu te ontlasten. Maar het brengt ook dermate grote veranderingen met zich mee, dat we voor nieuwe vraagstukken komen te staan. Een voorbeeld: bij Menzis krijgen medewerkers die voor hun baan een bepaald aantal kilometers per jaar rijden een leaseauto. Maar als je vijftig procent minder naar kantoor rijdt, kom je al snel niet meer aan die kilometers en is een leaseauto dus niet meer van toepassing. Ondertussen heeft Menzis wel die contracten met leasemaatschappijen lopen. Oplossingen die misschien kunnen worden ingezet, zijn de zogenaamde ‘marktplaatsen’ voor leaseauto’s. Via zulke platforms kun je auto’s beschikbaar stellen aan andere partijen die ze op dat moment juist wél nodig hebben. Of misschien komen we in overleg met onze leveranciers tot oplossingen. De provincie werkt ook aan betere voorwaarden, zodat je vaker de fiets kunt pakken in plaats van de auto. Neem bijvoorbeeld de fietssnelweg F35. Daardoor is Menzis in Enschede beter bereikbaar per fiets. Dat is een voordeel voor (potentiële) collega’s en dat maakt ons als werkgever aantrekkelijker.’ \


ONDERNEMEN

/

66

De Moedige Dialoog helpt werknemers met financiële stress Uit onderzoek blijkt dat een werknemer met financiële zorgen bijdraagt aan een hoger ziekteverzuim en een hogere foutenkans. Dat kost een werkgever gemiddeld zo’n dertienduizend euro per jaar. De Coöperatieve Rabobank ziet vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid een rol weggelegd om schuldenproblematiek te voorkomen. Gerard Kok, directeur Rabobank Noord Veluwe, is sinds april onder meer verantwoordelijk voor het thema Financieel Gezond Leven in het directieteam van kring Midden/ Oost Nederland. Hij omarmt stichting de Moedige Dialoog, één van de mogelijkheden om werknemers met financiële stress de helpende hand te bieden.

Versnelling realiseren De kring Midden/Oost Nederland van de Rabobank omvat acht lokale banken van de polders tot Hardenberg, van Meppel tot Apeldoorn. ‘De Rabobank heeft vijf maatschappelijke thema’s benoemd: Duurzaam wonen, Financieel Gezond Leven, Duurzaam Ondernemen, Duurzame Voeding en de Energietransitie’, introduceert Kok. ‘Onder de paraplu Financieel Gezond Leven participeren we in stichting de Moedige Dialoog om te zorgen dat mensen via hun werkgever of school eerder bij een hulpverlenende instantie aankloppen. Het is niet dat we als Rabobank wat nieuws willen verzinnen. We willen vooral via bestaande netwerken een versnelling realiseren.’ De Moedige Dialoog – sinds medio mei actief in Regio Zwolle - is één van de onderdelen onder de paraplu waaronder de Rabobank het thema Financieel Gezond Leven vormgeeft. Kok: ‘Als Coöperatieve Rabobank vinden we het onze rol; we willen het verschil maken op het maatschappelijke veld. We willen mensen preventief beschermen door hen te behoeden voor misbruik, bepaalde uitgaven niet te laten doen en ouderen wegwijs te maken.’

Tekst Erik-Jan Berends / Fotografie Peter Timmer

Netwerk bouwen Het simpele feit dat armoedeproblematiek bestaat, was voor de Rabobank – ook één van de initiatiefnemers van de Moedige Dialoog – reden mensen te helpen met het voorkomen van financiële stress. ‘Dat heeft een vlucht genomen en zo is het een stichting geworden met twee bestuurders’, vertelt Henk Veldman die samen met Jacqueline Beekman de Raad van Bestuur vormt. ‘De Moedige Dialoog bouwt netwerken. Ze werkt samen met publieke en private organisaties zoals scholen, bedrijven en gemeenten. We willen die samenvoegen in het netwerk. Er zijn in Nederland nu 23 netwerken actief. We willen naar veertig met elk een kwartiermaker die zitting heeft in het landelijke netwerk. Via diverse activiteiten als ‘cafés’ wordt informatie gehaald en gebracht. In Groningen is de Moedige Dialoog bijvoorbeeld bezig een jeugdacademie op te richten. Het kan maar zo zijn dat dit initiatief ook heel geschikt is voor Regio Zwolle.’

Vier speerpunten Vanaf 1 juni gaat Veldman zich volledig richten op de Moedige Dialoog in Nederland. Een Moedige Dialoog-netwerk kan in vier maanden worden opgezet. Daarbij worden vier speerpunten gehanteerd: jeugd, de relatie werkgever-werknemer, de werkgever en ouderen. Kok is bij zijn Rabobankkring bezig met het opstarten van het programma ‘Geldzorgen de baas’. ‘Daarbij richten we ons vooral op de relatie werkgever, werknemer. Om schuldenproblematiek ter sprake te brengen, is moed nodig, zowel voor werknemers als werkgevers. Leidinggevenden begeleiden wij daarbij. Bij ‘Geldzorgen de baas’ gaan wij gelijk samen met de werkgevers en de leidinggevenden aan de slag. Dit is voor ons geen verdienmodel en geen praatgroep, maar de invulling van onze maatschappelijke rol.’

Relatie werkgever werknemer Van de mensen die in armoede leven, blijkt 45 procent gewoon een baan hebben. Veldman ziet daarom een belangrijk rol voor de relatie tussen werkgever en werknemer. ‘De werkgever kan signaleren. Bijvoorbeeld als een werknemer vaak vraagt om een voorschot of als er loonbeslag wordt gelegd. De werkgever kan zijn werknemer dan begeleiden om de financiële problematiek de


67 /

‘Er is moed nodig om schuldenproblematiek te bespreken’ baas te worden. Belangrijk daarbij zijn vertrouwen, bewustwording en herkenning. ‘Geldzorgen de baas’ bevat een training morele arbeidsovereenkomst en begrijpelijke loonstrook. We trainen de werkgever om vorm te geven aan zijn morele arbeidsovereenkomst. Hij moet daarvoor veiligheid creëren, zodat de werknemer niet bang hoeft te zijn om bij het er sprake brengen zijn baan te verliezen. Overigens speelt ook laaggeletterdheid in diverse bedrijfstakken een belangrijke rol. Het begrijpelijk maken van de loonstrook is daarvan een onderdeel.’

Sociaal isolement In de gemiddelde gemeente op de Veluwe leeft zes tot tien procent van de inwoners onder de armoedegrens, weet Kok. ‘Belangrijk is ze inzicht te geven in hun uitgaven: hoe kunnen ze besparen, hoe kunnen ze geld opzijzetten en hoe kunnen ze vermogen opbouwen?

Willemskade 1, 8011 AC Zwolle / T 038 428 77 77 / www.rabobank.nl

Zowel voor werknemers als ouderen en jongeren hebben we daarvoor speciale programma’s. Voor deze mensen is niet het grootste probleem dat ze niets kunnen kopen. Het meest vervelend is het sociaal isolement, waardoor ze steeds verder in problemen komen.’ Veldman: ‘Bij de traditionele hulpverlening komen mensen pas vier à vijf jaar na het ontstaan van het probleem in beweging. De Moedige Dialoog wil in de voorfase aanwezig zijn. Als hulp te lang uitblijft, worden gezinnen en jongeren buitengesloten, komen ze in een isolement of worden ze slachtoffer van fraude. En er is een gigantische economie in armoedeproblematiek. Er zijn in het sociaal domein veel goede initiatieven, maar er zit ook kaf onder het koren.’ Kok: ‘Als Coöperatieve Rabobank willen we de netwerken die hulp kunnen verlenen, verbinden. In feite is het heel simpel. Hoe mooi zou het bijvoorbeeld zijn als een bankmedewerker een cliënt direct kan doorverwijzen naar een hulpverlenende instantie?’ \


ONDERNEMEN

/

68

‘ Af en toe voel je je zzp’er in je eigen nieuwsbedrijf’ Begin 2021 is RTV Oost, samen met de NOS en lokale omroepen, gestart met een bijzonder project. Een jaar lang worden extra journalisten ingezet om de lokale berichtgeving te intensiveren en de samenwerking met lokale omroepen te versterken. Journalisten Janine Renes (Kop van Overijssel), Milan Keskin (Salland), Benthe Bronkhorst (Noordoost Twente) en Max van Olst (Vechtdal) zijn nu een aantal maanden aan de slag. Jullie zijn mobiele journalisten (mojo) en doen alles zelf. Hoe bevalt dat? Bronkhorst: ‘Ik ben a-technisch, altijd geschreven journalistiek gedaan. Het filmen vind ik hartstikke leuk. Het voordeel is dat het allemaal heel erg compact is. Wanneer je met je iPhone bij mensen op de stoep staat is dat minder intimiderend dan met een grote camera. Dat is een groot pluspunt.’ Renes: ‘Als ik ergens gefilmd heb, laat ik vaak even een fragment zien en dan zeggen ze ook ‘zo, wat een goede kwaliteit’. En het is veel sneller, je hoeft niet alles uit te stallen. Wat me wel tegenviel, is dat je zo veel tegelijk moet doen. Bericht schrijven, mooie shots maken, interviewen, monteren.’ Keskin: ‘Onze iPhone is onze laptop en camera. En je kunt ermee monteren. Dit is echt de toekomst.’

Hoe is het om als regioverslaggever te werken? Van Olst: ‘Je hebt het gevoel dat je je eigen nieuwsbureautje bent, verantwoordelijk voor het nieuws dat hier vandaan komt. De reguliere verslaggevers bij Oost komen ook niet aan elk verhaal toe. Het is mooi dat die verhalen nu wel opgepakt kunnen worden door ons.’ Bronkhorst: ‘Het is de bedoeling dat je in de haarvaten van de regio komt. Je kunt de wat kleinere nieuwtjes pakken. In de praktijk is die regio trouwens best groot. Ik krijg veel positieve reacties. Mensen zijn verbaasd dat we aandacht aan hun nieuwtje willen besteden. Als je dan uitlegt dat dit een nieuw project is, voor lokaal nieuws, dan zijn ze heel enthousiast.’ Renes: ‘Hier in de Kop van Overijssel is het ook echt belangrijk. Natuurlijk lezen we in de krant het wereldnieuws, maar we gaan eigenlijk meteen naar de regiopagina, dat is dichtbij. Ik probeer uit alle plekjes wat nieuws te halen. Zodat iedereen zich gehoord voelt en zich kan vinden in het nieuws. In het begin hoopte ik dat er genoeg nieuws zou zijn, maar ik heb nu wel twintig onderwerpen waar ik iets mee kan. Ik voel me de schakel tussen het lokale nieuws en RTV Oost, de oren en ogen in de regio.’

Wat zijn jullie leukste verhalen? Keskin: ‘Ik heb een mooi verhaal gemaakt met een Syrische vluchteling uit Olst. Hij voelde zich als journalist niet veilig in Syrië

Tekst en fotografie RTV Oost


69 /

‘ Als je de lokale nieuwsvoorziening wilt versterken, moet je natuurlijk investeren in extra journalisten. Meer journalisten aan het werk, betekent meer lokaal nieuws. Zeker zo belangrijk is dat de lokale omroepen en RTV Oost elkaar nu kennen als partners, waarmee het goed samenwerken is. Dat is pure winst voor ons publiek.’ Henk Jan Karsten, hoofdredacteur

en is gevlucht. Dat is het mooie aan ons vak, dit soort verhalen uit de regio brengen.’ Renes: ‘Ik vind het vooral leuk om zelf met nieuws te komen dat je via via hoort. Zoals het verhaal dat hier in de regio rondging over vleermuizen in sloopwoningen. Ik twijfelde eerst of het wel groot genoeg was, maar ben er toch achteraan gegaan. Toen bleek dat de verwarming speciaal voor die beesten nog aanstond, werd het toch een opvallend nieuwtje dat ook naar de NOS ging.’ Van Olst: ‘Rond de verkiezingen heb ik de presentatoren van een verkiezingsshow bij een zorggroep voor mensen met een verstandelijke beperking gevolgd. Ze gingen met de lijsttrekkers spreken en verkiezingsprogramma’s doornemen. Het was een klein nieuwtje bij de NOS, waar ik een mooie lokale draai aan kon geven.’

Deze baan is voor een periode van een jaar. Hoe ziet jouw toekomst over vijf jaar eruit? Keskin: ‘Ik wil als correspondent aan de slag, hoe verder weg, hoe beter. In het Midden-Oosten misschien. Die regio lijkt me het meest bijzonder met het heftigste nieuws.’ Van Olst: ‘Dat wil ik ook, maar dan in Italië. Over vijf jaar gaat dat nog niet lukken denk ik, ik wil de komende jaren zoveel mogelijk vlieguren maken. Italië lijkt me een fascinerend land.’ Bronkhorst: ‘Eerst wilde ik schrijven voor een tijdschrift, daarna raakte ik geïnteresseerd in lokaal nieuws. En nu bij Oost vind ik filmen leuk. Ik heb een brede interesse... Dit jaar ga ik gebruiken om te ontdekken wat ik het leukst vind. Achter de schermen bij een radioshow lijkt me ook heel leuk.’ \

In mei is een tweede project ter versterking van de lokale journalistiek gestart en zijn nog eens vijf journalisten geworven die gestationeerd zijn bij RTV Focus (Zwolle), 1Twente (Enschede) en RTV NOT (Denekamp).

Hazenweg 25, 7556 BM Hengelo / T 074 2 456 456 / www.rtvoost.nl


ONZE HORIZON

/

70

Vrijwilligerswerk laat mensen groeien In Ronald McDonald Huis Zwolle werken meer dan 120 vrijwilligers. Zij zorgen ervoor dat het huis op en top draait en dat de ouders die er logeren tot rust kunnen komen. Dat kan door het doen van de was, het schoonmaken van de gezamenlijke ruimtes en in sommige gevallen, als het echt even niet lukt, door het doen van een boodschapje. Elke vrijwilliger is gestart met het werk met een eigen motivatie. Bijvoorbeeld om naast een baan nog een extra waarde voor zichzelf toe te voegen en anderen te helpen. Er zijn vrijwilligers die niet meer in het arbeidsproces zitten, maar wel nog lekker bezig willen zijn en hun expertise willen delen met anderen. En een andere groep zijn de mensen die dit werk zien als een opstapje om weer

in het arbeidsproces te komen. Dat kan zijn omdat zij ‘in between jobs’ zitten of tijdelijk thuis zijn om een andere reden en zich nuttig willen maken. Bijvoorbeeld na een burn-out. Vrijwilligerswerk kan dan enorm verrijkend zijn en maakt de stap naar het normale bedrijfsleven minder groot. Je leert nieuwe mensen kennen en je doet ervaring op in een wereld die je misschien nog niet zo goed kent. En alles draait om werken in teamverband. Je doet het met elkaar. Het laat mensen groeien. De helpende handen van deze mensen zijn bovendien van onschatbare waarde voor een goededoelenorganisatie. Want zonder de hulp van deze vrijwilligers kan een organisatie als Ronald McDonald Huis Zwolle niet bestaan. En juist dát maakt het zo bijzonder en kan een voorbeeld zijn voor commerciële organisaties.

‘ Diversiteit is een verrijking. Ook voor de commerciële wereld’ ‘Het meest mooie van het werken in het huis vind ik dat er enorm waardevolle relaties tussen de vrijwilligers onderling ontstaan. Mensen laten andere mensen echt groeien. Er worden ervaringen gedeeld. En nieuwe contacten leiden met regelmaat tot mooie nieuwe kansen. Iedereen die bij ons werkt is gelijk en waardevol voor de organisatie. Het team is zo enorm divers. Van ‘pensionado’ tot stagiair. Misschien is ons vrijwilligersbestand wel een prachtig voorbeeld voor commerciële bedrijven die meer willen gaan doen op het gebied van diversiteit’, aldus manager Lianne Booijink. Op de vraag aan Lianne of het ook ingewikkeld is om met zo veel verschillende typen vrijwilligers te werken is zij duidelijk: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dat zeker niet moeilijker is en dat het juist een extra dimensie geeft. Als je met elkaar hetzelfde doel nastreeft, goed met elkaar communiceert en weet wat de intentie is van de samenwerking, dan is het gewoon een kwestie van ervoor gaan met elkaar. Ik zie het echt als een verrijking. Ook voor de commerciële wereld.’ \

Vrijwilliger Lisette Stappenbelt is ruim 3,5 jaar een enthousiaste vrijwilliger bij het Ronald McDonald Huis in Zwolle. Door haar moeder werd zij getipt dat er mensen werden gezocht. Na een eerste gesprek was ze direct enthousiast. Lisette werd gekoppeld aan een andere vrijwilliger en dat bleek een schot in de roos. Het voelt alsof ze elkaar al jaren kennen. Ook met andere collega’s is er een sterke band en er zijn inmiddels dierbare vriendschappen ontstaan. Lisette ziet haar collega’s en het management als één grote familie. Zoals ze zelf prachtig omschrijft: ‘Een geoliede machine, dat elkaar steunt, versterkt en aanvult.’

Tekst Melanie van Riel / Fotografie Imka Westerhuis Dokter Hengeveldweg 5, 8025 AK Zwolle / T 038 455 46 70 / www.ronaldmcdonaldhuiszwolle.nl


71 /

Laurens de Lange

Inclusief, dat doe je voor jezelf! Gisteren sprak ik een bevriende ondernemer. Naast dat het gewoon een gezellige avond was, vroeg ik hem wat de grootste uitdaging van dit moment is voor zijn bedrijf. Hij noemde het hebben van voldoende en goed personeel: ‘Met geen mogelijkheid aan te komen, terwijl het werk nu voor het oprapen ligt’, vertelde hij me.

Hij is allesbehalve een uitzondering want afgezien van de bedrijven die door corona noodgedwongen geen activiteiten kunnen uitvoeren, is dit wat ik steeds hoor. Wanneer je dan vraagt hoe aan nieuw personeel moet worden gekomen, dan is het vaak het overnemen van ervaren personeel van een ander bedrijf óf een talentvolle schoolverlater of afgestudeerde laten instromen. De mogelijkheid om eigen personeel te laten ontwikkelen, hoor ik al veel minder vaak en het benutten van zij-instroom, mensen met werkervaring in een andere branche, in combinatie met opleiden zijn échte uitzonderingen. Wanneer je echter de demografische optelsom voor de komende jaren maakt, dan kunnen we de noodzakelijke instroom onmogelijk met schoolverlaters en net afgestudeerden invullen. Alleen hierop mikken is ‘red ocean strategy’.

zoals bijvoorbeeld digitalisering of circulariteit die sowieso niet intern kunnen worden ingevuld. Zo’n overzicht is mijns inziens cruciale input voor de strategie van het bedrijf.

Ik wil iedere ondernemer daarom van harte aanbevelen om allereerst eens twee uur uit te trekken voor het doorlichten van zijn eigen personeelsbestand om na te gaan wie er binnen drie jaar met pensioen gaan, wie er door de verandering die het bedrijf en het werk gaat ondervinden opgeleid moeten worden of wie aan zijn/ haar grens zit, waar functies anders moeten worden ingedeeld en waar nieuwe functies ontstaan door innovatieve ontwikkelingen

Wanneer het overzicht er echter is en het inzicht dat zij-instroom voor sommige functies echt betere kansen biedt, dan loopt het belang van de individuele onderneming synchroon met het belang van de regio waar we voor zoveel mogelijk mensen een goede plek willen vinden. Het inclusief zijn van je onderneming geeft je dan een voorsprong en daar heb je zelf baat bij. \

Laurens de Lange, voorzitter VNO-NCW Regio Zwolle

Er zijn voor bedrijven inmiddels de wereld aan scholingsmogelijkheden en publieke financiële arrangementen om te investeren in personeel: bestaand en nieuw. De huidige situatie is echter dat wordt gewerkt vanuit oplossingen die een vraag zoeken en elk afzonderlijk om het hardst om de aandacht van de ondernemer schreeuwen. Het zou me wat waard zijn wanneer we in Regio Zwolle degenen die contact hebben met ondernemers allereerst helpen de vraag van de ondernemer helder te krijgen om het brede aanbod vervolgens te beperken tot dat wat relevant is.


ECONOMIE

/

72

‘ Niet bang zijn om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen’ ‘Robert is een fijne en betrouwbare collega.’ Dat zeggen eigenaar Mark Stolk en algemeen manager Arie Hulleman van Palty, zeer tevreden over hun magazijnmedewerker die ruim zes jaar geleden via de gemeente Dronten bij de onderneming kwam werken. Een gesprek met de gemeente over het aannemen van een medewerker met afstand tot de arbeidsmarkt zette Stolk en Hulleman destijds aan het denken. Spijt hebben ze zeker niet. Ze kijken inmiddels zelfs of ze twee nieuwe medewerkers op dezelfde wijze kunnen aannemen, voor de productie en het magazijn.

Tekst Erik-Jan Berends / Fotografie Peter Timmer


73 /

Palty levert alle stoffeermaterialen voor de zitmeubel- en beddingindustrie. De onderneming heeft vestigingen in Dronten en in Leamington Spa nabij de Engelse stad Birmingham. De vertegenwoordigers bezoeken de klanten en de producten worden uitgeleverd met eigen transport door de Benelux, Duitsland en Engeland. Via de internationale groothandel gaan de producten van Palty over de hele wereld. ‘We zijn één van de grotere spelers in West-Europa’, zegt Stolk met gepaste trots.

Direct op de loonlijst In Dronten werken zo’n 30 medewerkers, in Engeland 15. Palty heeft een loyaal personeelbestand, stelt Hulleman tevreden vast. ‘We hebben veel mensen met een lang dienstverband. Zo werkt Stolk senior hier al 53 jaar en hebben we een medewerker die net 45 jaar in dienst is. Zo kan je echt spreken over een arbeidsrelatie.’

‘ Hij is er altijd en we kunnen van hem op aan’ In feite is Robert Nijhuis de laatst binnengekomen medewerker op het magazijn. ‘De gemeente Dronten stelde hem aan ons voor. We besloten hem vanaf dag één op de loonlijst te plaatsen. Op deze manier wilden we hem direct het gevoel geven dat hij erbij hoort.’

Succesverhaal Het was in de beginperiode moeilijk om met Roberts stoornis in het autistisch spectrum om te gaan. Ook voor de magazijnchef, kijkt Hulleman terug. ‘Robert deed keurig zijn taak, maar zodra hij klaar was, ging hij stilzitten. Hij had een coach die ons enkele handvatten heeft gegeven. Zij is een aantal keren geweest om te kijken hoe het ging. Het is mooi om te zien hoe Robert nu zijn eigen plek binnen het bedrijf heeft én zijn eigenwaarde heeft versterkt. Ik ben nog altijd blij dat het mede door de inzet van de coach zo goed is gelukt. In het begin praatte Robert niet met collega’s, maar inmiddels doet hij mee aan gezelligheid en een dolletje. Waar hij eerst alleen met ‘ja’ en ‘nee’ antwoordde, maakt hij nu ook wel een praatje. Het is echt een succesverhaal. Hopelijk gaat het met nieuwe medewerkers die we op deze manier werven op dezelfde wijze.’

‘Laten we het proberen’ ‘Bij het aannemen van Robert was onze insteek: ‘laten we het proberen’. Wat de drempel voor ons verlaagde, was dat aan het aannemen van iemand met afstand tot de arbeidsmarkt bovendien wat subsidie verbonden is’, zegt Stolk. ‘Het is simpel om te denken dat ‘het niet gaat werken’ of ‘het toch niet lukt’, vervolgt Hulleman. ‘Stel dat het niet lukt, dan heb je het in ieder geval wel geprobeerd.’ Het resultaat overtreft alle verwachtingen. ‘Robert is magazijnmedewerker en heeft zijn heftruckcertificaat gehaald. Inmiddels is hij zo ver dat als de magazijnchef afwezig is, hij de computertaken en de planning overneemt. Eigenlijk steekt hij nu zelfs boven zijn collega’s uit. Hij is er altijd en we kunnen van hem op aan.’

De Rede 1, 8251 EX Dronten / T 14 0321 / www.dronten.nl

De conclusie luidt dan ook: ‘Werkgevers moeten niet bang zijn om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Het kan natuurlijk niet overal, maar geef het een kans. Roep niet meteen tegenwerpingen op; veel mensen kunnen veel dingen heel goed.’

Lokaal actief Stolk wil met Palty vooral lokaal actief zijn. ‘Lokaal is belangrijk, ook voor onze klanten. We kopen zo lokaal mogelijk in en kiezen niet voor een paar centen minder voor China. Als onderneming gaan we voor kwaliteit en als er dan eens een keer iets stuk gaat, lossen we dat op gepaste manier op. Lokaal actief zijn, geldt ook voor ons personeelsbeleid. Als je mensen aan een baan helpt, zijn ze vaak erg loyaal en dat past bij ons bedrijf. Palty is een platte organisatie, waarin de familiesfeer terug te vinden is. Van het woordje ‘directeur’ word ik allergisch. We vinden het belangrijk dat medewerkers betrokken zijn. We betalen onze mensen goed, we blijven staan voor onze producten en in mindere periodes laten we onze medewerkers niet vallen.’

Kwaliteit Palty is een familiebedrijf van de derde generatie. Stolk: ‘Het maakt ons uniek dat we zowel producent als handelsmaatschappij zijn. We denken dat we onze goede marktpositie te danken hebben aan het feit dat we altijd kwaliteit hebben geleverd. Onze producten vind je in veel merken matrassen en stoelen terug, waaronder de luxere merken in het hoge segment. We hebben dan ook nauwelijks aftersales.’ \


Weg met het taboe: laaggeletterdheid Taalpunt is in Hardenberg de spil voor iedereen die vragen heeft rond basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Er zijn verschillende initiatieven waarvan bedrijven gebruik kunnen maken, zoals een taalcoach op de werkvloer. Het Taalpunt is er ook voor werkgevers die hun werknemers daarmee op weg willen helpen. Ook legt Taalpunt contact tussen bedrijven en onderwijsinstellingen die mensen helpen met het leren van de basisvaardigheden. Hardenberg is hierin niet uniek; in vrijwel iedere gemeente is er een Taalpunt of een Taalhuis. Hanneke Ardesch vertelt over het belang van Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven voor werknemers. En hoe je signaleert dat iemand daar nog moeite mee heeft.

Economie Tekst Mirjam van Huet / Fotografie Peter Timmer


75 /

Welke mensen komen in aanmerking voor de hulp en coaching van Taalpunten? ‘Mensen die laaggeletterd zijn of voor wie Nederlands een nieuwe taal is en zich daardoor niet goed kunnen redden in het dagelijks leven of in hun werk. Meer dan 2,5 miljoen mensen hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. De helft (57 procent) van de laaggeletterden in Nederland heeft een baan en een groot deel van hen is geboren en getogen in Nederland. Van deze groep werkt 40 procent in de schoonmaak, 37 procent werkt in de bouw en industrie en 37 procent bedient een productiemachine. Officieel zijn er twee groepen binnen onze doelgroep. ‘NT1’ zijn de mensen die Nederlands als eerste taal hebben, maar moeite hebben met lezen en schrijven. ‘NT2’ zijn de mensen die Nederlands als tweede taal hebben, zoals mensen uit Syrië en Afghanistan. Overigens is er naast laaggeletterdheid ook laaggecijferdheid. Daarmee worden mensen bedoeld die moeite hebben met getallen en rekenen. Denk hierbij aan: omgaan met geld, tijd, maten, tabellen en grafieken. Daarnaast heb je ook mensen die moeite hebben met digitale vaardigheden.’

Waarom is het belangrijk dat schoonmakers en hulpkrachten in de bouw beter leren lezen en rekenen? ‘Als een werknemer de instructies en e-mails niet begrijpt, kan dat gevolgen hebben voor de efficiëntie en de veiligheid. Het risico op bedrijfsongevallen is dan bijvoorbeeld groter. Wat ook voorkomt, is dat mensen die laaggeletterd zijn en een ziekte hebben - zoals bijvoorbeeld diabetes - vaker ziek thuisblijven. Dat is dan een gevolg van het verkeerd doseren van medicatie. Verder zien we dat foutjes op de werkvloer door een ander moeten worden opgelost. Alles bij elkaar maakt het de medewerker zelf vaak ook onzeker of gefrustreerd. Dit wil je als goede werkgever natuurlijk allemaal voorkomen. Bovendien, mensen hebben vaak veel meer capaciteiten dan een werkgever met het blote oog kan zien. Het is dan fijn als ze de kans krijgen

om hun vaardigheden te ontwikkelen. Het helpt hen niet alleen in hun werk, maar ook privé. Zo kunnen ze na verloop van tijd misschien zelf hun kinderen voorlezen of helpen met het huiswerk. Tijdens de pauzes durven ze sneller een gesprek te beginnen met hun (Nederlandse) collega’s en een reis met het openbaar vervoer wordt minder eng.’

‘ NT2’ers bezoeken zonder schroom het Taalpunt’ Wat doen de taalcoaches precies? ‘De taalcoaches die voor Taalpunt werken, zijn getraind middels een cursus van vijf dagdelen. Ze hebben kennis van de doelgroepen en hun achtergronden én van het spreken, lezen en schrijven met de NT1’er en NT2’er. We hebben coaches die, bijvoorbeeld in de bibliotheek, deelnemers één op één helpen met het leren van de taal. Ook zijn er coaches die meelopen op de werkvloer en bezig gaan met het aanleren van vaktaal. Een voorbeeldje: iemand die als vrachtwagenchauffeur werkte, kon niet lezen en had daardoor moeite met het vinden van de weg. Hij had daarvoor een slimme oplossing: hij draaide het raampje naar beneden en liet een voorbijganger de pakbon zien, met de vraag of die ’m de weg even wilde wijzen. Samen met de coach heeft hij straatnamen geoefend en geleerd hoe de computer van de vrachtwagen werkt. Hij weet nu hoe hij zelfstandig een adres kan vinden. Dat werkt veel efficiënter en het draagt bij aan zijn zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.’

Zo’n 855.000 laaggeletterde mensen in Nederland hebben een baan. En toch hoor je er bijna nooit iemand over. Hebben werkgevers het wel door als iemand niet goed kan lezen of schrijven? ‘Veel werkgevers zijn hiervan niet op de hoogte. Mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden hebben vaak allerlei >


ECONOMIE

/

76

manieren om dit te verhullen. Ze zijn er immers niet trots op. Krijgen ze een contract ter ondertekening, dan zeggen ze ‘ik heb mijn bril niet bij me, mag ik het even meenemen naar huis’, om het daar vervolgens door de partner te laten voorlezen.’

Hoe krijg je de doelgroep dan bij het Taalpunt? ‘Meestal komen de NT1’ers inderdaad niet uit zichzelf. In de meeste gevallen gaat het via de gemeente, een organisatie zoals Samen Doen, de huisarts, een buurvrouw of een familielid. En gelukkig soms ook via een werkgever. Als de kennismaking eenmaal gepland staat, ga ik vaak bij de mensen thuis langs. Dat praat prettiger, omdat ze daar in hun eigen omgeving zijn. Ga ik wél in de bibliotheek zitten, waar ons Taalpunt is gevestigd, dan is dat bij voorkeur op een plek waar anderen niet kunnen meeluisteren. De NT2’ers daarentegen, bezoeken zonder schroom het inloopspreekuur van het Taalpunt.’

Hoe kan het dat mensen die eerst zo’n moeite met taal en rekenen hadden, later toch zichzelf kunnen redden? ‘Het kan door allerlei factoren komen dat het eerst niet lukte. Sommige mensen zijn laatbloeiers, die hebben meer tijd nodig om zich vaardigheden eigen te maken. Of ze hebben net niet de aandacht gehad die nodig was geweest om het wel goed te leren. Krijgen ze de tijd of de begeleiding die bij hen past, dan lukt het vaak wel. Een jongen die vanuit een school voor zeer moeilijk lerende kinderen bij de gemeentewerf terechtkwam en maar heel moeizaam kon lezen en schrijven, heeft met behulp van een taalcoach zo veel geleerd, dat hij nu zelfstandig een reis kan boeken. Bovendien gaat hij nu een entreeopleiding volgen. Hij bloeit helemaal op.’

Hoe kunnen werkgevers laaggeletterdheid signaleren? ‘Er zijn vele signalen die erop kunnen wijzen. Wat je vaak ziet, is dat iemand vaker ziek is dan gemiddeld, moeite heeft om certificaten te halen, e-mails niet begrijpt of er op een opvallende manier op reageert, brieven op de kop vasthoudt, formulieren niet invult of papierwerk

mee naar huis neemt om het daar ‘nog eens rustig te bekijken’. Als je je er niet van bewust bent dat er mensen zijn die moeite hebben met lezen, dan heb je dit misschien helemaal niet door. Daarom kan het slim zijn om tijdens beoordelings- en functioneringsgesprekken wat tijd uit te trekken om in het algemeen naar wat dingen te vragen. ‘Hoe is het voor jou om werkbriefjes in te vullen?’ bijvoorbeeld. En ja, dan kan er een emotioneel gesprek volgen en vloeien er misschien tranen, maar dit zijn vaak waardevolle gesprekken. Niet alleen om iemand te verwijzen naar het Taalpunt, maar ook om iemand beter te begrijpen en te ondersteunen.’

‘Alleen door het gesprek aan te gaan, stoppen we het taboe’ Wilt u werknemers de kans geven om zich een leven lang te ontwikkelen? Hanneke Ardesch, Taalpuntdocent en -coördinator gemeente Hardenberg, helpt werkgevers graag verder. Ook buiten Hardenberg wijst zij graag de weg. taalpunt@bibliotheekhardenberg.nl, 06-17314855


77 /

‘Naast laaggeletterdheid is er laaggecijferdheid’ Is er genoeg aandacht voor laaggeletterdheid en laaggecijferdheid? ‘Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor. De overheid draait bijvoorbeeld het project ‘Direct Duidelijk’, om

zelf duidelijker te communiceren. En het initiatief ‘Taal werkt’ legt regionale en lokale verbindingen om de doelgroep eerder te signaleren en een passend leertraject aan te bieden. Zogenaamde ‘netwerkambassadeurs’

gaan met werkgevers in gesprek over laaggeletterdheid en de gevolgen hiervan voor werknemers en het bedrijf. Alleen door het gesprek aan te gaan, komen we af van het taboe.’ \


ONDERWIJS

/

78

Hbo-studenten met beperking gaan ‘Sterk aan het Werk’ Voor studenten met een beperking is het niet vanzelfsprekend dat ze na het behalen van het hbo-diploma een mooie baan vinden die aansluit op hun studie. Om de arbeidskansen van deze groep te vergroten, is Hogeschool Windesheim gestart met het begeleidingstraject ‘Sterk aan het Werk’. Studentendecaan Rianne Bieleman: ‘Deze afstudeerders hebben vaak meer moeite een baan te vinden, terwijl het een groep is met bijzondere kwaliteiten, die juist heel belangrijk zijn in het arbeidsproces.’ Tekst Yvonne de Haan / Fotografie Peter Timmer


79 /

Studentendecaan Rianne Bieleman kent genoeg verhalen van afstudeerders met een functiebeperking die na hun studie geen baan kunnen vinden. Ze zitten werkloos thuis of doen werk dat niet past bij het behaalde diploma. De afstand naar werk wordt dan alleen maar groter. De student levert geen bijdrage aan de maatschappij en waardevol talent gaat verloren. Na hun diplomering vallen ze niet meer onder de zorgplicht van de hogeschool en zijn ze letterlijk uit beeld.’

Mind the Gap De afgelopen jaren is het besef gegroeid dat deze situatie moet veranderen. Dat is mede versterkt door het onderzoek ‘Mind the Gap’ van het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO). Hieruit blijkt dat veel afgestudeerden met een beperking tussen wal en schip vallen. Ze worden vaker afgewezen bij sollicitaties, maar hebben vaak geen recht op een Wajong of Participatiewet omdat ze een hbo-diploma hebben.

Inclusief onderwijs Het onderzoek zorgde ervoor dat het onderwerp ‘inclusief onderwijs’ hoger op de politieke agenda kwam te staan. Fractievoorzitter Gert-Jan Segers van de ChristenUnie ging erover in gesprek met studenten tijdens een werkbezoek aan Windesheim. Die gaven aan dat ze een stuk begeleiding missen, vooral tijdens en na de afstudeerperiode. Al deze ontwikkelingen samen vormden de aanleiding voor ‘Sterk aan het Werk’ dat begin 2020 werd

Eén van de deelnemers van ‘Sterk aan het Werk’ werkt sinds december vorig jaar als it’er bij Capgemini Engineering in Zwolle. Teamunitmanager Remco Masmeijer vertelt waarom ze hem hebben aangenomen. ‘De kandidaat van Windesheim kwam in december via het reguliere sollicitatieproces met ons in contact. Tijdens het gesprek kwam zijn functiebeperking ter sprake en vertelde hij dat hij meedeed aan ‘Sterk aan het Werk’. Dat vond ik bewonderingswaardig. Diversiteit en inclusie zijn onderdeel van onze bedrijfscultuur. Wij kijken naar iemand als persoon. Wat zijn de kwaliteiten, hoe zit het met de vakinhoudelijke kennis en wat kan hij of zij toevoegen aan de organisatie? Dat was dik in orde. We hebben de baan direct aangeboden. Met juiste begeleiding kan deze collega uitstekend werken. Denk aan heldere kaders, een prikkelarme werkomgeving en het voorkomen van stress en extreme tijdsdruk. Het resultaat van goede begeleiding betaalt zich vaak uit in loyale, eerlijke en resultaatgerichte medewerkers die zich goed kunnen specialiseren. Onze collega werkt nu op een vast project en met dezelfde collega’s. Hij werkt vanuit huis en heeft dagelijks teamoverleg met collega’s die beschikbaar zijn voor vragen en begeleiding. Binnen deze structuur gaat het prima. Hij pakt het werk snel op en denkt procesmatig mee. Hij is een aanvulling binnen onze organisatie.’

Campus 2, 8017 CA Zwolle / T 088 469 99 11 / www.windesheim.nl

geïnitieerd vanuit het Studiesuccescentrum. Hier werkt Rianne Bieleman die het traject heeft opgezet met collega-decaan Marc Hilbrands en loopbaancoaches Erik Geerds en Anton de Vries.

Boven verwachting ‘Vijftien procent van de totale Windesheim-populatie heeft een functiebeperking,’ vertelt Bieleman. ‘Het merendeel daarvan heeft dyslexie. Deze studenten weten zich vaak prima te redden op de arbeidsmarkt, maar dat geldt niet altijd voor mensen met bijvoorbeeld autisme, psychische klachten of een chronische ziekte. Wij zijn nu gestart met de eerste groep kandidaten. We verwachten dat deze groep groeit, naarmate de bekendheid groter wordt en de resultaten van ‘Sterk aan het Werk’ positief zijn. Die zijn vooralsnog boven verwachting. Ruim zeventig procent van alle deelnemers vond binnen drie maanden een passende baan.’

Mega-doorzetters ‘Onze begeleiding start in de afstudeerfase. Wij helpen deelnemers met het opstellen van een realistisch profiel met competenties, ambities en kwaliteiten. Het sociaal netwerk wordt in kaart gebracht en studenten krijgen training in sollicitatievaardigheden. Bij het opstellen van het zoekprofiel, zien we vaak dat kandidaten door alle tegenslag in het leven weinig zelfvertrouwen hebben en worstelen met een veel te laag zelfbeeld. Terwijl het juist een groep is met ontzettend veel kwaliteiten. Het zijn mega-doorzetters, harde werkers en plichtsgetrouwe mensen. Dankzij hun handicap hebben ze kwaliteiten ontwikkeld die juist heel belangrijk zijn in het arbeidsproces’, zegt Bieleman.

Handelingsverlegenheid ‘Deelnemers bepalen zelf de regie tijdens het begeleidingstraject. Wij ondersteunen, maar de student gaat op zoek naar vacatures en solliciteert zelfstandig. Ook het bespreekbaar maken van de beperking, is aan de student. Wij adviseren altijd om dit wel te doen. Het haalt vaak een stuk spanning weg bij beide partijen, want ook bij sommige werkgevers zien we ‘handelingsverlegenheid’. Niet iedereen weet even goed hoe ze moeten omgaan met iemand met autisme of psychische problemen. Terwijl het helemaal niet spannend hoeft te zijn. Maak het bespreekbaar en vraag wat er nodig is om goed te kunnen werken. Dat zit vaak in kleine dingen. Een rustige werkplek, een koptelefoon die prikkels reduceert of een oudere collega die fungeert als begeleider’, somt Bieleman op.

Structureel vervolg ‘Ik hoop dat we een mooi vervolg kunnen geven aan wat wij nu doen. Samen met werkgevers zorgen we ervoor dat waardevol talent benut wordt en we een positieve bijdrage kunnen leveren, zowel financieel als maatschappelijk, maar vooral op het persoonlijke vlak.

Meer weten? Bent u op zoek naar jong talent en wilt u meer weten over het project? Neem dan contact op met Rianne Bieleman van ‘Sterk aan het Werk’ via jej.bieleman@windesheim.nl \


ONDERNEMEN

/

80

‘ Diversiteit en inclusie zijn niet maakbaar, die moeten ontstaan’ Hoe zorg je er als bedrijf voor dat medewerkers zichzelf kunnen zijn, zich veilig voelen op het werk en niet bang zijn om niet erbij te horen? Stuk voor stuk vragen die allemaal betrekking hebben op diversiteit & inclusie (D&I). Een onderwerp waar binnen bedrijven steeds vaker draagvlak voor is, merkt Henk Veenendaal, HRM-specialist bij organisatieadviesbureau SmitDeVries uit Raalte. ‘Alles valt en staat met de wil van de mensen zelf’, zegt hij. ‘Dat geldt voor elk bedrijf en op elk niveau.‘ De termen diversiteit en inclusie zijn nauw met elkaar verbonden en niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Toch hebben beide woorden een verschillende betekenis. Diversiteit gaat verder dan alleen het geslacht. Het gaat bijvoorbeeld ook over geloof, culture achtergrond, leeftijd, geaardheid, opleiding en ervaring.

Inclusie gaat van het principe uit dat iedereen er hoe dan ook bij hoort. Dat betekent vooral: gelijke kansen voor iedereen, ongeacht iemands situatie.

Respect Maar, zo maakt Veenendaal duidelijk, de invoering van diversiteit & inclusie is niet van de ene op de andere dag in een bedrijfscultuur opgenomen. ‘D&I kun je namelijk niet opleggen. Die omslag moet ontstaan’, zegt hij. ‘Dat doe je door een omgeving te creëren, waarbij werknemers vooral zichzelf kunnen zijn. Neem vooral je medewerkers mee in veranderingen en vraag hoe zij daarover denken en laat ze input leveren’, zegt hij. ‘Toon respect, haal taalbarrières weg, profiteer van elkaars verschillen en wees transparant tot en met het hoogste niveau binnen het bedrijf. Wanneer je als bedrijf op die manieren openstelt voor je medewerkers en eerlijk naar hen toe bent, dan ontstaat D&I vanzelf.’

‘ Beeldschermcontact is minder belemmerend dan gedacht’ Als die slag eenmaal is gemaakt, profiteren het bedrijf en de medewerkers daar optimaal van. ‘Een diverse samenstelling zorgt namelijk voor nieuwe ideeën en creativiteit. Daarnaast presteren medewerkers beter als ze zich gewaardeerd voelen. Acceptatie en waardering vormen daarom een krachtige motor voor succesvolle teams. Voor de meeste mensen klinkt dit waarschijnlijk allemaal heel logisch, maar toch is hier bij veel bedrijven nog geen sprake van’, zegt Veenendaal. ‘Belangrijk daarbij is dat je vooral als management het goede voorbeeld geeft. Ga het gesprek aan, discrimineer niet en haal vooroordelen en aannames weg. Dan komt de rest vanzelf’, geeft Veenendaal met veel beleving aan.

Paraplu De HR-specialist werkte de afgelopen vijftien jaar voor zichzelf en deed veel landelijke klussen, veelal in het westen van het land.

Tekst Arjan Dijkema / Fotografie Peter Timmer

Henk Veenendaal, HR-specialist bij SmitDeVries


81 /

Omdat Veenendaal het sparren met soortgenoten begon te missen, zette hij daar een punt achter. Sinds november 2020 is hij daarom associate bij SmitDeVries. ‘Dat betekent dat ik HR-klussen doe onder hun paraplu. Dat heeft veel voordelen: SmitDeVries heeft meerdere expertises in huis, zoals coaching van managers en individuen, procesoptimalisatie en waardebepaling.’

Toch betekent dat niet dat bedrijven nu alleen nog vrouwen of mensen met een andere nationaliteit moeten aannemen. ‘Alleen kun je wel bewuster met je wervingsproces omgaan en zorgen voor de juiste mix van competenties en diversiteit. De kwaliteit van de kandidaat blijft uiteraard altijd leidend. Wat zeker is: een goede mix haalt barrières weg en maakt je als bedrijf nog succesvoller.’

Daarnaast maken ook tekstbedrijf Taaluilen, marketing- en communicatiebureau Boostrz en coachingsbureau Achivers onderdeel uit van SmitDeVries. Veenendaal: ‘Als ik nu met een potentiële of bestaande klant een gesprek heb, concentreer ik me behalve op HR-gebied ook op al die andere onderdelen. Dat maakt mijn werk erg gaaf, want je voegt direct meerwaarde toe aan het gesprek en je kunt de klant zo optimaal bedienen. Voor mij was het dus een goed moment om me aan te sluiten bij SmitDeVries.’

‘ Mix van competenties en diversiteit haalt barrières weg’

Juiste mix Namens SmitDeVries werkt Veenendaal vooral voor bedrijven in de maakindustrie. ‘Dat zijn vaak traditionele organisaties, gerund door mannen’, aldus Veenendaal. Een voorbeeld dat Veenendaal aanhaalt, is een bedrijf waar werknemers voornamelijk in ploegendiensten werken. ‘Dan zie je vaak dat het vooral een mannenaangelegenheid is. Als je daar twee vrouwen tussen zet, zul je zien dat er een compleet andere dynamiek en chemie ontstaat.’

Vrieswijk 3a, 8103 PB Raalte / T 0572 36 20 08 / www.smitdevries.nl

Corona Veenendaal merkt dat ook door corona de openheid binnen bedrijven is toegenomen. ‘Naast dat vergaderingen via een beeldscherm korter, efficiënter en concreter zijn, durven mensen vaak ook eerlijker te zijn tegen elkaar’, zegt hij. ‘Blijkbaar is ‘het platte vlak’, toch minder belemmerend dan we met zijn allen dachten. Er zitten dus ook positieve kanten aan een pandemie. Ik verwacht dan ook dat na de coronacrisis veel bedrijven kiezen voor een gezond samenspel tussen thuiswerken en werken op kantoor. Want het sociale aspect tussen collega’s zal altijd nodig blijven.’ \


REGIO ZWOLLE

/

82

Djopzz Regio Zwolle Volleybal

Een sportieve verbinding op het hoogste niveau Daar waar vaak de mannensport op het hoogste niveau domineert in de regio is Djopzz Regio Zwolle volleybal een welkome afwisseling. Deze sportieve dames presteren al vele jaren op het hoogste niveau in de regio. Een kleurrijke club, waar met passie voor de sport gestreden wordt om de winst. Het is dan ook een heerlijke plek om te genieten van de sport, elkaar te leren kennen en te netwerken. Djopzz Regio Zwolle Volleybal acteert al acht jaar op het hoogste niveau van Nederland. Na drie seizoenen achtereen kampioen te zijn geworden debuteerde het team in 2014 in de eredivisie, onder de naam CSE VC Zwolle. Om moederclub VC Zwolle niet te belasten met de financiële risico’s is er in het tweede seizoen voor gekozen om het eerste damesteam onder te brengen in een aparte stichting.

Tekst en fotografie Djopzz Regio Zwolle Volleybal

Sinds het tweede seizoen in de eredivisie draagt de stichting de naam ‘Regio Zwolle Volleybal (RZV)’. Els Evenboer, momenteel voorzitter van Regio Zwolle Volleybal, is al jaren betrokken bij het volleybal in Zwolle. Eerst als speelster van VC Zwolle Dames 1, daarna als teammanager, sinds een aantal jaren als bestuurslid en sinds dit jaar als voorzitter. ‘Het is mooi om te zien hoe het dames-eredivisi volleybal steeds meer is gegroeid de afgelopen jaren en daarmee ook steeds meer is gaan leven in de regio. We willen met Djopzz Regio Zwolle Volleybal niet alleen een plek zijn waar Zwolse talenten de kans kunnen krijgen om zich te ontwikkelen, maar we willen er juist ook zijn ook voor de talenten en clubs uit de regio.’

Lef, duurzaamheid en verbinding Djopzz Regio Zwolle Volleybal staat voor lef, duurzaamheid en verbinding. Lef omdat de stichting een stap vooruit durft te zetten en


83 /

voorop wil lopen in sportieve ontwikkelingen en (maatschappelijke) oplossingen. Duurzaam omdat ze ernaar streven om duurzame relaties op te bouwen, zowel met speelsters, staf, sponsoren als vrijwilligers en op deze manier willen bouwen aan een solide en toekomstbestendige stichting. Verbinding staat voor hen voor de sterke betrokkenheid met de regio en een verbindende factor willen zijn tussen de (top)sport, bedrijven en inwoners in de regio.

Topsportklimaat in de regio Het voorzieningenniveau, de omgeving waarin gesport wordt en de sportieve prestaties dragen bij aan zowel het breedtesport als het topsportimago van (Regio) Zwolle als het om volleybal gaat. Regio Zwolle is tevens een regio waar in economisch opzicht de afgelopen jaren een enorme groei plaatsvindt. De uitdaging voor de komende jaren ligt dan ook in het verbinden van de regionale sportieve, maatschappelijk en economische speerpunten in de regio om een duurzaam (top)sport klimaat te kunnen blijven realiseren.

Partnership Djopzz Regio Zwolle Volleybal Als we kijken naar de belangrijkste kernwaarden van de club - lef, duurzaamheid en verbinding - past een langdurig sponsorschap of liever gezegd partnership er goed bij. In een goed partnership sluit Djopzz Regio Zwolle Volleybal aan op de strategie van de ‘sponsor’. Evenboer: ‘Ook vinden wij het belangrijk dat het partnership maatschappelijk zinvol is. Naast de verschillende exposuremogelijkheden biedt Djopzz Regio Zwolle Volleybal een toegankelijk netwerk van diverse bedrijven. Samenzijn, verbinden en genieten van een mooie wedstrijd staan centraal. Daarnaast zijn er diverse netwerkbijeenkomsten om van elkaar te leren en samen te groeien. Een jaartje komen ‘proeven’ van het netwerk? Of ben je een startende ondernemer? Dan heeft Djopzz Regio Zwolle Volleybal een mooi netwerk voor een prima budget, waarbij er graag gekeken wordt naar wat Djopzz Regio Zwolle Volleybal voor jou kan betekenen.’

Doorkijkje naar het nieuwe seizoen Afgelopen seizoen heeft Djopzz Regio Zwolle Volleybal sportief gezien boven verwachting gepresteerd. In het uitdagende coronasportjaar werden de halve finale van de beker gehaald en een gedeeld derde plek in de eredivisie. ‘We hadden afgelopen seizoen een relatief smalle basis aangevuld met jong talent’, vertelt Evenboer. ‘Komend seizoen willen we de sportieve resultaten vastklikken en zal top drie van Nederland de norm moeten gaan worden voor de toekomst. We hebben een groot deel van de spelersgroep (tien speelsters) kunnen behouden en hebben dit aangevuld vier nieuwe speelsters. Met de komst van deze speelsters en de ervaringen van het afgelopen seizoen hebben we een bredere selectie weten te bouwen. Als we daar weer een hecht collectief van weten te vormen, kunnen we meedoen met de doelstelling van de bovenste drie.’

Uitnodiging Djopzz Regio Zwolle Volleybal nodigt u uit om eens te komen genieten van een wedstrijd en met elkaar de verbinding aan te gaan. Weten wat we voor elkaar kunnen betekenen? Neem contact op. \ Bezoekadres wedstrijden: Landstede Sportcentrum | Hogeland 10 | 8024 AZ Zwolle Els Evenboer T 06 109 569 90 / communicatie@regiozwollevolleybal.nl / www.regiozwollevolleybal.nl


ONZE HORIZON

/

84

Het sollicitatiegordijn is even verdwenen

Solliciteren naar een plek in een orkest gebeurt achter een gordijn. Corona dwong Phion om het over een andere boeg te gooien en dat heeft onverwacht goed uitgepakt. ‘Misschien moeten we de werving en selectie iets anders gaan aanpakken.’

Dankzij het tv-programma The Voice is de rode stoel wereldwijd een bekend fenomeen geworden. Vier coaches zitten met de rug naar de kandidaat en draaien pas om als de zangprestatie op het podium hen bevalt. Zo worden de kandidaten alleen beoordeeld op hun stem, en niet op hun looks. Het format is eigenlijk helemaal niet nieuw, zegt cellist Inge Grevink van Phion, orkest van Gelderland en Overijssel. ‘The Voice heeft het eigenlijk van de klassieke muziekwereld afgekeken. Het principe kennen we bij audities al heel lang.’

Tekst Marco Krijnsen / Fotografie Phion

De omgekeerde rode stoel is bij Phion is een gordijn, dat elk kandidaat-orkestlid scheidt van de sollicitatiecommissie. De commissieleden luisteren dus blind. ‘Wij mensen luisteren ook met onze ogen’, zegt Grevink, die voorzitter is van de artistieke commissie van Phion. ‘Maar als je ziet dat iemand een stuk met overtuiging brengt, wil dat nog niet zeggen dat het ook overtuigend klínkt. Dat gordijn helpt om ons meer te focussen op hoe het klinkt. Voor een kandidaat is dat reuzespannend en lastig, weet ik uit ervaring.


85 /

Je hebt maar 5 tot 10 minuten om de mensen aan de andere kant van het gordijn te overtuigen. Dat vraagt een enorme focus, want er is geen enkele wisselwerking met de toehoorders. Bij The Voice zie je het ook. Zodra een stoel is gedraaid, merk je hoe de sfeer verandert. Dan wordt het opeens een stuk makkelijker voor de kandidaat.’

Nieuwe concertmeester Phion ging onlangs op zoek naar een nieuwe concert-meester voor de locatie Enschede. Een belangrijke vacature, want een concertmeester is meer dan alleen aanvoerder van de eerste violen. ‘Hij of zij is de verbindende schakel tussen orkest en dirigent. De spreekbuis namens de musici en de aanvoerder van alle aanvoerders. Er moet tijdens een concert sprake zijn van een constante wisselwerking tussen concertmeester, orkest en dirigent, een subtiel samenspel. De concert-meester stemt ook vooraf met het orkest. Na afloop van het concert geeft de dirigent hem of haar een hand en bedankt daarmee het gehele orkest. Dat geeft wel aan hoe belangrijk deze functie is.’ De zoektocht naar de nieuwe concertmeester verliep door corona anders dan normaal. Er werden nu niet twintig kandidaten uit heel Europa uitgenodigd om in Enschede achter het gordijn auditie te doen. Vanwege alle reisbeperkingen zou dat immers onmogelijk zijn. Daarom werden enkele kandidaten van binnen en buiten het orkest gepolst. Kandidaten met een goede staat van dienst die wél in staat waren om te komen spelen. Ze kregen zes weken vooraf de muziek toegestuurd om in te studeren.

Auditie verbindt De auditie zelf duurde drie dagen. De kandidaten moesten met het zestig-koppige orkest een volledig programma afwerken om alle kwaliteiten van het concertmeesterschap te tonen: als solist, als

Van Essengaarde 10, 7511 PN Enschede / T 085 023 02 60 / www.phion.nl

‘ The Voice heeft de rode stoel van ons afgekeken’ aanvoerder en als leider van de repetitie. Grevink: ‘Alle orkestleden waren aanwezig, iets wat normaalgesproken onmogelijk is vanwege alle concerten en repetities. Door corona lag alles stil en dat bleek ook een voordelige kant te hebben. Het waren drie verbindende dagen voor ons als orkest. Aan iedereen was te merken: we willen heel graag een nieuwe concertmeester. Spelen in coronatijd voelde bovendien als een cadeautje.’

Communiceren met het orkest Uiteindelijk is Mathieu van Bellen de nieuwe concert-meester voor locatie Enschede geworden. Wat hem betreft is het essentieel om tijdens de auditie met het orkest te spelen. ‘Het is eigenlijk raar dat het zonder corona waarschijnlijk niet was gebeurd. Juist bij een leidende positie gaat het om meer dan alleen het spelen. Het gaat om hoe je communiceert met het orkest, hoe je met bepaalde situaties omgaat. Dat kun je niet achter een gordijn zien. Ik snap best dat je niet voor een auditie een heel orkest kunt boeken, maar misschien kan het wel met een groep uit het orkest. Door samen te spelen krijg je een veel betere indruk van een kandidaat.’ Phion is door de recente auditie-ervaring aan het denken gezet, zegt Grevink. ‘Ik verwacht dat enkele elementen ook na corona zullen blijven bestaan. Als je een kandidaat alleen maar solo of met piano laat spelen, is het lastig de wisselwerking tussen musicus en orkest te zien. Nee, het gordijn zal niet voorgoed verdwijnen. Het zorgt ervoor dat je echt luistert en is een bescherming voor zowel de kandidaat als de commissie. Boven alles gaat het om wat je hóórt.’ \


TITEL PAGINA

/

86

Groen drukken

High-Tech Offset

met 5 kleuren Makkelijker produceren Veldhuis Media niet zomaar een drukker!

Met 45 medewerkers verzorgen we dagelijks de productie van vele brochures, magazines, kalenders en boeken. Met onze DTP-studio en moderne prepress verwerken we de orders via internet en ftp applicaties. Onze drukkerij beschikt over drie 5-kleuren persen op het formaat 72 x 102 (16 pag. A4 per drukvel). In onze binderij verzorgen we het vouwen, hechten en de postale verwerking van periodieken en brochures. Bovendien beschikken we over apparatuur om Wire-O kalenders te maken. Veldhuis Media is FSC- en ISO 12647 gecertificeerd. Daarnaast zijn we een erkend BPV-bedrijf. Dit betekent voor U: High-Tech Offset volgens • Prettige samenwerking op menselijke maat. Veldhuis Media • Een leverancier die met u mee denkt, óók op het gebied van MVO. • Al uw grafische wensen worden door één bedrijf uitgevoerd. Veldhuis Media heeft het drukproces • Door vergaande automatisering en onderlinge afstemming een volledig geïntegreerd, geautomativoorspelbaar drukresultaat. seerd en gedigitaliseerd. Dit superKortom: Uw drukwerk top verzorgd, is voor u een zorg minder. snelle en slimme concept noemen we

Meer informatie? High-Tech Offset. Neem contact op met één van onze account managers. Door uw en ons drukwerkproces

naadloos op elkaar aan te Volg ons ook opvolledig Twitter: en @veldhuismedia sluiten, krijgt u uw kwaliteitsdrukwerk

Veldhuis Media daareen krijgstuk je een kleurefficiënter van! sneller, en toch voordelig.

Snel en efficiënt het drukwerk op de

Tekst Naam Achternaam / Fotografie Naam Achternaam Kanaaldijk OZ 3

8102 HL Raalte

T 0572 - 34 97 00

F I ME

D

I

T. 0572 - 34 97 00 F. 0572 - 34 97 99 info@veldhuis.nl www.veldhuis.nl info@veldhuis.nl www.veldhuis.nl

C

ER

T I FI C EE

R

E

D

SCGM ISO 12647 G

Veldhuis Media b.v. Kanaaldijk OZ 3 8102 HL Raalte Postbus 2 8100 AA Raalte

RA

A

G

plaats van bestemming.


Colofon Uitgever

A2 Business info@a2business.nl

Adviesraad ZON’ Regio Zwolle

Jan Ernst van Driel Directeur Deltion College, Voorzitter adviesraad ZON’ Marco Verhoef Directeur PV Accountants Inge Grimm Lid college van bestuur Windesheim Jorieke van ’t Klooster Woordvoerder/adviseur public affairs bij Hogeschool Windesheim Arnoud Gort Marketing manager Landstede Groep Kees Praamstra Secretaris Regio Zwolle Koen Schuurhuis Marketing manager Cibap Marnix van Daal Voorzitter Stichting Metropool Zwolle Kornelis Wetsema Bestuurslid Stichting Metropool Piet Tulner Directeur Bedrijvenpark H2O Jeroen de Vries Partner SmitDeVries Daniëlle Gijsbertse Adviseur marketing en communicatie Oost NL Jeroen van den Ende Managing director Port of Zwolle Jelle Weever Voorzitter MKB Regio Zwolle Manon Koldewijn Programmamanager HCA – werkbedrijf Regio Zwolle Harmieke Paters Strategisch communicatieadviseur Regio Zwolle Fred Pals Adviseur economie gemeente Kampen Dennis Compayen Accountmanager Cycloon Fenna Eefting Bestuur en raad van toezicht Vogellanden Rob Rikmanspoel Algemeen directeur Impact Martin Post Directeur Tiem Ger Pesman Bedrijven en Dienstverlening gemeente Hardenberg Gert Engelsman Key Account Manager Stadseconomie en kantoren Gemeente Zwolle Gea van der Stouwe Marketing, Communicatie & Coöperatie MC&C Rabobank IJsseldelta Atty Aalberts Beleidsadviseur economie Gemeente Dronten Herald Immink Strategisch economisch ontwikkelaar gemeente Raalte Marc Slagter Regio Zwolle Mobiel communicatieadviseur provincie Overijssel Nicole van Zomeren Regio Zwolle Mobiel programmamanager Werkgeversaanpak Veilig, Slim & Duurzaam provincie Overijssel Martijn Wassenaar SVO vakopleiding food Manager onderwijs Noord-Oost Nederland Alex Oude Wesselink Commercieel directeur RTV Oost Els Evenboer Voorzitter Djopzz Regio Zwolle Volleybal Gijs Hemmink Manager Sustainability and Digital bij Hanzestrohm Jeanine van Dalen Strategisch marketing en communicatieadviseur Cibap Next

Fotografie

Peter Timmer Lars Smook Archief partners tenzij anders vermeld

Redactieteam

Mirjam van Huet MCM tekst (hoofd- en eindredactie) Erik-Jan Berends Jorien Marcus Yvonne de Haan Arjan Dijkema

Vormgeving

Inge Folkert-Hegteler, www.reclamemakers.nl

Losse verkoop € 7.95

Informatie

ZON’ verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een release-event. De oplage (5000 exemplaren) wordt verspreid onder bedrijven in de 22 gemeenten van de Regio Zwolle die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel met meer dan 5 medewerkers. Ook ligt ZON’ op de leestafels bij overheidsinstellingen en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio en relevante zakelijke adressen. Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen of een bedrijfsreportage: neem contact op met A2 business Annemarie Teeken 06 - 51 19 75 88 Annet Spijkerman 06 - 23 74 25 96 info@a2business.nl

Copyright

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico.

Aansprakelijkheid

Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.

Druk

Veldhuis media, veldhuismedia.nl Veldhuis Media is ISO- en FSC-gecertificeerd en past duurzame productiemethodes toe.

Partners


Inspiratie Krachtig Energiek Dagelijks Helder Vernieuwend Scherp Innovatief Groot Vrolijk Leven Natuurlijk Altijd Prikkelend Duurzaam

www.zonregiozwolle.nl

/

linkedin.com/company/zon-regio-zwolle

/

facebook.com/zonregiozwolle


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.