n n n n n
Paniek om box 3 snelle reparatie vereist Het spraakmakende arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 legt een bom onder de box 3-heffing over de jaren 2021 en 2022. Maar ook de jaren 2017 tot en met 2020 dienen te worden gerepareerd. Staatssecretaris Van Rij heeft inmiddels de aanslagregeling voor aanslagen waarin box 3-inkomen is verwerkt voorlopig ‘on hold’ gezet. Hij laat zijn ambtenaren op korte termijn met voorstellen komen.
J
aarlijks is de box 3-heffing goed voor een opbrengst van 4 miljard. De meest eenvoudige oplossing is om iedereen de box 3-heffing terug te geven over de jaren 2017 - 2022 maar dat zou dan circa € 24 miljard kosten. Het belang is dus groot om op korte termijn iets beters te bedenken. Als je kijkt naar de vijf randvoorwaarden, dan rolt de oplossing als vanzelf uit de bus. drs. N. van Bemmel RB Nick van Bemmel is werkzaam als vermogensplanner en belastingadviseur bij Flynth. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.
Randvoorwaarden Er zijn om te beginnen vijf randvoorwaarden. Namelijk dat de reparaties: 1. eenvoudig uitvoerbaar zijn; 2. moeten gelden voor iedereen - dus niet alleen die 60.000 bezwaarmakers; 3. er niet toe moeten leiden dat ‘miljonairs’ te veel terug kunnen krijgen; 4. niet met terugwerkende kracht tot verhogingen mogen leiden in de box 3-heffing; 5. geen gevolgen hebben voor aanpalende regelingen die het verzamelinkomen (optelsom van inkomen uit box 1, 2 en 3) als maatstaf nemen. Verder is het van belang om de reparatie te beperken tot situaties waarbij meer spaarsaldo aanwezig is dan verondersteld. Sinds 2017 wordt verondersteld dat de verdeling van het box 3-vermogen tussen bank- en spaarrekeningen enerzijds en overige beleggingen anderzijds als volgt is (cijfers 2020).
Het is een utopie te denken dat met terugwerkende kracht even snel een box 3-regeling kan worden ontworpen die werkelijk behaalde rendementen belast. De doelstelling moet zijn om alleen die mensen te compenseren die relatief veel bank- en spaarrekeningen hadden. Daarbij moeten we ervoor zorgen dat de grote massa van de correcties over de oude jaren supereenvoudig kan worden berekend. Kortom het aantal herzieningsverzoeken moet op voorhand worden beperkt door als het ware een drempel op te werpen. Immers, er waren in 2017 2,8 miljoen mensen met een belastbaar box 3-vermogen waarvan 1,15 miljoen mensen met uitsluitend spaargeld. Het merendeel van deze spaarders zullen kleine spaarders zijn die waarschijnlijk gemiddeld fors minder spaarsaldo hebben dat € 100.000, maar die gaan zorgen voor een extreem groot aantal mensen die recht hebben op een herziening.
Voorstel 1 Ik stel voor een standaard teruggave van alle box 3-belasting voor de kleinere box 3-vermogens die een vermogen hebben tot maximaal de eerste schijf in box 3. Bij alle box 3-vermogens tot € 103.643 p.p. vervalt de box 3-heffing (cijfers 2020). Dus tot het einde van de
Box 3-vermogen
sparen
beleggen
rendement sparen
rendement beleggen
rendement gemiddeld
tarief in box 3
tarief als % van vermogen
van
€ 30.846 tot € 103.643
67%
33%
0,070%
5,280%
1,789%
30%
0,537%
van
€ 103.643 tot € 1.036.418
21%
79%
0,070%
5,280%
4,186%
30%
1,256%
meer dan
€ 1.036.418
0%
100%
0,070%
5,280%
5,280%
30%
1,584%
Tabel 2020
10
De nu gehanteerde box 3-fictie is dat iemand met een box 3-vermogen van € 1.036.418 of hoger, maximaal voor € 275.500 aan spaar- en bankrekeningen heeft. Dat blijkt in de praktijk echter veelvuldig hoger te zijn.
Het Register | april 2022 | nummer 2