Herken de beelddenkende kleuter
*Deze lezing maakt helder hoe een visueel ruimtelijke leerling denkt en leert en geeft praktische tips hoe je meer kan aansluiten op het visuele leersysteem van kinderen. *Aan het einde van deze lezing: kun je een jonge beelddenker herkennen, weet je hoe je optimaal kunt communiceren met een jonge beelddenker, ben je instaat je instructie aan te passen.
We spreken bij kleuters nog niet van een beelddenker, maar van een risico-leerling, omdat we het vermoeden hebben dat dit kind in de volgende vorm, het schoolse leren, problemen zal krijgen. In de meeste gevallen bij leren lezen en rekenen.
Teken een rechthoek
* Wie tekende deze vorm?
* Wie tekende deze vorm?
https:// www.youtube.com/watch?v
de spraak-taalontwikkeling o o o o o o o o o o o o
woorden worden verhaspeld; spraak is onduidelijk, vrij zwakke articulatie; laat praten; lang gebroken praten; struikelen over woorden (denken gaat sneller dan praten); problemen met het onthouden van versjes en liedjes; geen belangstelling voor rijmspelletjes; moeite hebben met het koppelen van woorden aan beelden; woordvindingsproblemen; eigenzinnig woordgebruik; bij vertellen van de hak op de tak springen; vrij beperkte, maar originele woordenschat.
luisteren o gericht luisteren blijft achter bij ontdekkend zien; o vertraagde of te snelle reactie op wat wordt gezegd; o slecht luisteren bij zaken buiten de direct zichtbare belevingswereld
geheugen o zwak kortetermijngeheugen, vooral auditief.
motorische ontwikkeling o vertraagde ontwikkeling van de coรถrdinatie wat betreft het eigen lichaam; o zwakke fijne motoriek; o verhoogd ongeluksvatbaar; o onhandig.
oriĂŤntatie in tijd en ruimte o o o o
gebrekkig tijdsbesef; moeite met oriĂŤnteren in de ruimte; moeizame ontwikkeling van de links-rechtsbenoeming; moeite met het automatiseren van namen van kleuren, dagen van de week, kinderen in de groep.
Persoonlijkheidsontwikkeling o veel fantasie, vindingrijk, origineel; o dromerig (in eigen wereld leven); o intensieve spelactiviteiten (rollenspel en constructiemateriaal); o driftbuien en paniekreacties; o intuĂŻtief veel begrijpen van wat er om hen heen gebeurt (empathie); o (over)gevoelig, emotioneel kwetsbaar; o impulsief/associatief; o aanhalig (blijft langer aanhalig dan andere kinderen); o doorzettingsvermogen: het zijn in het algemeen doorzetters, zij moeten zich alles ‘verwerven’; o moeizame disciplinering.
Communiceren?
Gebruik humor en aansprekende anekdotes Let op of de ‘opdracht’ binnen is gekomen Spelletjes spelen kan profijtelijk zijn Gebruik beelddend taalgebruik Geef aan wanneer er tijdens de les iets gaat veranderen Koppel gesproken taal aan duidelijk afbeeldingen Bouw een beeld op, dit helpt de beelddenker
Vragen staat vrij. Ik help je graag!