Reinier nummer 4, december 2016

Page 1

MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL

KENNIS IN HUIS

EDDY VAN DOORN, VOORZITTER RAAD VAN BESTUUR

4

DEC 2016

MISSIE EN VISIE VAN HERLAARHOF


Vijver en hof De hof van Vijverhof is weer zo goed als nieuw met nieuwe bomen en aanplant. De apotheek ZANOB heeft een nieuwe fontein gesponsord en de vijver van Vijverhof is weer gevuld met water. Zo is Vijverhof weer Vijverhof zoals het hoort.

Waanzinnig Burgemeester Ton Rombouts opende op 8 september bij Reinier van Arkel de drie tentoonstellingen in het kader van het Jeroen Bosch jaar. Kunstenares Marianne van Heeswijk is de burgemeester behulpzaam bij het passen van deze ketting die zij maakte voor Waanzinnige sier.

De Stenen Hut, de winkel van Monique en Hebbes zijn verhuisd naar de Weverij op het Zorgpark Voorburg. Daar vormen zij samen met de Kadoshop, Grab & Go, tuinderij, dierenweide en de vaktherapieën een levendig geheel. Kom gezellig langs op het Plein onder de Watertoren. Sporten en spelen De Old Grand Dad Club heeft via de Stichting Vrienden van Reinier van Arkel 1000 euro aan Herlaarhof geschonken. De kinderen mogen dit bedrag besteden aan sportartikelen.

Coverfoto Op de cover Ger Rombouts. Ger woont in de Beschermde woonvorm in Schijndel en vertelt samen met een medebewoner wat zij merken van de veranderingen in de zorg. Foto Toine Maurix

2

REINIER DECEMBER 2016

Lekker verwennen Monica van den Wittenboer en Jorienne Winnubst sleepten een mooie CZ-verwenzorgprijs (2016) in de wacht en de eerste verwennerij heeft al plaatsgevonden. Omdat drie cliënten die werkzaam zijn bij de Dierenweide op het Zorgpark Voorburg, de prijs mee hadden opgehaald, beloofden zij hen als eerste te trakteren. De verwenactie start met de vraag: “Wat vind jij een lekker gebakje?” De vrijwilligers van de Dierenweide smulden van een heerlijke chocoladebol. Monica en Jorienne gaan hiermee net zo lang door tot het potje op is.


IN DIT NUMMER

Nieuws

Achtergrond

Column

Rubriek

12 - Inzicht Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel.

4 - Kennis in huis Een overzicht van kennisontwikkeling en kennisdeling die Reinier van Arkel in huis heeft.

17 - R aad van Bestuur Deze column wordt bij toerbeurt geschreven door een van de leden van de Raad van Bestuur of Geneesheer-directeur van Reinier van Arkel. Deze keer Marie-Louise van der Kruis.

10 - S toornis in beeld Een rubriek waarin door middel van een casus een psychiatrische stoornis uitgelegd wordt. Deze keer de psychose.

42 - Uitzicht De rubriek waarin we een kijkje over onze eigen grenzen nemen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen.

Wetenschap 20 - Pines Nuku Pines Nuku schreef het hoofdstuk ‘Probleemgedrag bij kinderen’ in het ‘Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk.' 32 - Paul van der Heijden Een gesprek met Paul over de aanloop naar zijn wetenschappelijke loopbaan, zijn werk als P-opleider en het schrijven en gepubliceerd krijgen van wetenschappelijke artikelen.

14 - Eddy van Doorn Een interview met Eddy van Doorn, de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur. 24 - Beschermd wonen Reinier bezocht twee bewoners van Beschermd wonen en sprak met hen over de veranderingen van hun zorg.

18 - Dymphna Verzameld nieuws, ontwikkelingen en feiten uit de psychiatrische wetenschap.

28 - Herlaarhof Mariëlle Ploumen over de nieuwe missie en visie van het centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

23 - Film en psychiatrie In deze vaste rubriek bespreken we films met een psychiatrisch tintje. Deze keer zag de recensent A streetcat named Bob. 26 - Kunst en psychiatrie Op 15 juli 2016 is de dichter Hans R. Vlek overleden. Een van zijn gedichten siert de glazen toegangsdeur van Reinier van Arkel aan de Bethaniestraat.

35 - Cliëntgestuurd gastenverblijf Gaat dit idee van de cliëntenraad nu werkelijkheid worden? 36 - Hersendonatie en hersenbank Campagne van de Nederlandse Hersenbank. 38 - Familiebeleid FACT-team Hoe familiebeleid in de praktijk tot uitvoering komt.

40

Een wandeling over het Zorgpark Voorburg met Rut Stokman

COLOFON nummer 4. December 2016. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie Hester Genefaas, Nicole van de Gevel, Gijs Hendriks, Jorinde Lieshout, Marjo Roes, Gilles Tebrunsvelt, Jorienne Winnubst, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Met bijdragen van Pieter-Jan Carpentier, Barbara Jonkers, Saskia Palmen, Marleen Rademaker, Chantal Penseel, Daniël van Dijk, Marie-Louise van der Kruis Vormgeving en productie btz vorm en regie Oplage 2.000 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073) 658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl www.herlaarhof.nl www.demarrage.info www.ypse.nl


ACHTERGROND

Kennisontwikkeling en kennisdeling

4

REINIER DECEMBER 2016


Kennisontwikkeling en kennisdeling zijn belangrijke thema's bij Reinier van Arkel. Hiermee helpen we - samen met formele en informele samenwerkingspartners onze cliënten met behoud van eigen regie te werken aan groei, herstel en meedoen in de samenleving. Daarnaast is opleiden en leren van groot belang voor de kwaliteit van onze zorg en kwaliteit van onze medewerkers. Wij zijn een lerende organisatie. Kennisontwikkeling krijgt vorm in onderwijs, opleiding en onderzoek.

Door Erik Welten, Gilles Tebrunsvelt en Terry Mooren

Dit artikel geeft een overzicht van alle vormen van kennisontwikkeling en kennisdeling zoals we die op dit moment bij Reinier van Arkel kennen. We besteden aandacht aan alle professionele opleidingen die we in huis hebben. Onze kennis houden we niet voor onszelf maar delen we met elkaar en met anderen. Hiervan is het team consultatieve psychiatrie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een voorbeeld. Ook via publicaties en referaten delen we kennis.

Leerhuis wordt Reinier Academie Het Leerhuis

Coöperatie A59

Meer weten over het Leerhuis

Het Leerhuis bundelt alle opleidingsfaciliteiten, wetenschappelijk onderzoek en deskundigheidsbevordering bij Reinier van Arkel. Het Leerhuis bestaat sinds 2009 en zal vanaf 2017 verdergaan onder de naam Reinier Academie. Het onderdeel onderzoek en de opleidingen tot psychiater, psycholoog en verpleegkundig specialist worden verder doorontwikkeld. De sleutelpersonen van dit onderdeel zijn dr. Koen Grootens en dr. Paul van der Heijden.

Coöperatie A59 is een samenwerking tussen Reinier van Arkel, GGZ Oost Brabant, GGZ Westelijk Noord-Brabant, GGz Breburg en De Viersprong. Op het gebied van onderzoek en opleiden zal A59 nog meer professionaliseren zodat we zowel voor onze huidige medewerkers als voor de medewerkers van de toekomst aantrekkelijke werkgevers blijven. In 2017 starten we met een gemeenschappelijk kennisplatform.

Leerhuis Reinier van Arkel Postbus 70058 5201 DZ 's-Hertogenbosch Telefoon: (073) 658 60 84 E-mail: leerhuis@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl/leerhuis

REINIER DECEMBER 2016

5


>> Kennisontwikkeling en kennisdeling

Beroepsopleidingen Opleidingsplaatsen MBO

JE

UG

HBO Verpleegkundig Specialist KP en GZ Psycholoog

OU

Psychiater

D

R

DE

SP

EN

EC

VO LW AS

SE NE N

Agogische beroepen Stagiairs

Topklas voor excellente studenten. Psychologisch Specialisten in de Gezondheidszorg

NGS EIDI OPL ATSEN PLA

IAL

ISM

EN

ADOLESCENTEN

Stichting Topklas stelt talentvolle studenten psychologie en pedagogiek in de gelegenheid om naast een aaneengesloten opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (GZ) en psychologisch specialist tevens te worden opgeleid tot klinisch-wetenschappelijk onderzoeker. Opleiding tot psychiater

Opleiding tot psycholoog

De postacademische opleidingen voor psychologen bestaan uit de opleiding voor gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut en gezondheidszorgpsycholoog specialist (klinisch psycholoog). Er bestaat een aparte kinder- en jeugdvariant.

Al sinds 1977 biedt Reinier van Arkel de opleiding tot psychiater aan, die is daarmee goed verankerd in ons dagelijks werk. Dat merk je als je collega’s op de werkvloer spreekt: iedereen draagt het opleiden een warm hart toe.

Nagila Koster doet de Topklas voor excellente studenten Nagila Koster is 26 jaar en heeft voorafgaand aan dit Topklastraject de bachelor- en masteropleiding Klinische kinder- en jeugdpsychologie en de onderzoeksmasteropleiding ‘Development and Socialization in Childhood and Adolescence’ aan de universiteit Utrecht afgerond. Wat betekent dit voor jou? “Deelname aan de Topklas betekent dat ik de kans krijg om precies die twee dingen te doen die mij het meest interesseren: werken in de klinische praktijk en bezig zijn met wetenschappelijk onderzoek. Ik ben ervan overtuigd dat dit belangrijk is voor de ontwikkeling als professional en om kwaliteit in de specialistische ggz te kunnen blijven leveren.” Wat is het belang van de Topklas? “Aan de ene kant is het belangrijk te weten en te ervaren waar je in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgt. Aan de andere kant is het van belang dat aannames vanuit de praktijk getoetst worden door middel van wetenschappelijk onderzoek en dat kennis over de problematiek waarmee wij werken, wordt uitgebreid. Op deze manier kunnen praktijk en onderzoek hand in hand gaan en elkaar inspireren en aanvullen.” Hoe geef jij hieraan invulling? “Ik ga de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (GZ) en tot klinisch psycholoog (KP) volgen. Ervaring met diagnostiek en behandeling doe ik op bij het traumateam Herlaarhof en het centrum Adolescentenpsychiatrie. Daarnaast zal ik een onderzoeksproject opzetten bij deze twee afdelingen, met als hoofddoel te bekijken wat voorlopers zijn van persoonlijkheidsproblematiek bij kinderen en jongeren.”

6

REINIER DECEMBER 2016

Op dit moment heeft Reinier van Arkel de volgende opleidingen: • artsen in opleiding tot specialist psychiatrie (AIOS) • artsen in opleiding tot specialist klinische geriatrie • artsen niet in opleiding tot specialist (ANIOS*) • psychiatrie/zij-instromer *Een ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) is een (basis)arts die verbonden is aan een bepaalde afdeling maar niet in opleiding is voor het specialisme van die afdeling. Opleiding tot verpleegkundig specialist

Bij Reinier van Arkel kun je ook de opleiding tot Verpleegkundig Specialist-GGz (MANP) volgen en daarmee geregistreerd Verpleegkundig Specialist artikel 14, wet BIG worden. Het theoretisch gedeelte van de opleiding wordt verzorgd door de Hogeschool Utrecht. De verpleegkundig specialisten van Reinier van Arkel, GGZ Oost Brabant en Vincent van Gogh organiseren jaarlijks een bijeenkomst. Op deze middag delen zij hun kennis en ervaring door middel van presentaties. Daarnaast is er ruimte om te netwerken.

HBO- en MBO-opleidingen

Opleidingsplaatsen zijn er voor MBO- en HBO-verpleegkundigen. Voor de HBO (Bachelor Nursing) verpleegkundige opleideling zijn er deeltijd en verkort opleidingsplaatsen, een combinatie van werken bij Reinier van Arkel en leren bij de hogeschool Avans te Breda. Bij MBO is er sprake van een beroepsbegeleidende leerweg, ook een combinatie van werken en leren. De opleideling is werkzaam bij ons, het theoretisch gedeelte wordt gevolgd bij het ROC de Leijgraaf te Veghel. Voor mensen met cliëntervaring in de geestelijke gezondheidszorg bieden we bij de MBO-opleiding een speciale topmo-


dule ‘ervaringsdeskundigheid’ aan. Daarnaast hebben we stageplaatsen voor MBO en

HBO. Kijk voor een volledig overzicht op www.reiniervanarkel.nl/leerhuis.

Damita van den Oever is Leerling HBO-V deeltijd en verkort op Avans Breda. Ze studeert deeltijd en werkt 28 uur bij Reinier van Arkel op de High Intensive Care (HIC): “Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om intern mijn opleiding te volgen. Nu kan ik echt werkervaring opdoen. Ik zie veel interessante werkplekken binnen Reinier van Arkel en leer veel van collega’s.” Hoe word je begeleid? Ik heb een vaste praktijkopleider gedurende de hele opleiding. Deze is aanwezig bij alle formele gesprekken zoals de eindevaluatie. Het aantal werkbegeleiders verschilt per werkplek. Bij veel collega’s kan ik terecht met vragen, iedereen doet zijn best om me antwoord te geven maar de een investeert meer dan de ander.

Wat zijn de plus en minpunten? Positief ben ik over de verschillende werkplekken binnen Reinier van Arkel en dat je je voorkeur kenbaar kunt maken. Het is een leuke doelgroep om mee te werken en er zijn fijne collega’s. Minder positief ben ik over de onrust die de organisatorische veranderingen met zich hebben meegebracht. Teams komen soms in een negatieve stemming terecht en er is dan minder draagvlak voor innovatie. Kun je het anderen aanbevelen? Jawel, als je enigszins zelfstandig bent en je leerproces als prioriteit hebt, kun je hier veel leren. Door onrust of onduidelijkheid word je ook weer creatief en stressbestendig.

Scholing eigen medewerkers De medewerkers van Reinier van Arkel willen de best mogelijke zorg leveren. De zorg verandert continu: nieuwe behandelmethoden, richtlijnen, technologie, wetgeving. Om het vak veilig en op een hoog kwaliteitsniveau uit te oefenen, is werkervaring alleen niet voldoende. We stimuleren en faciliteren de kennisontwikkeling van onze medewerkers actief door cursussen aan te bieden via het Leerhuis van Reinier van Arkel. Dit doen we zowel klassikaal als via het online Leerhuis. Sommige cursussen zijn verplicht voor bepaalde medewerkers of beroepsgroepen. De top 5 van interne cursussen in 2016 1. Suïcidepreventie 2. B HV herhaling (Bedrijfshulpverlening)

3. Valuecare (Applicatie) 4. Mijnquarant (Electronisch Patientendossier) 5. Voorbehoudenhandelingen(beroepsmatige handelingen van individuele professionals

Daarnaast maakt Reinier van Arkel de zogenaamde Essentials. Dit zijn korte en doelgerichte video’s die uitleg of instructie geven over een specifiek onderwerp.

Online Leerhuis

Kennis en vaardigheden op peil

In ons online Leerhuis kunnen alle medewerkers in hun eigen tempo cursussen volgen. In totaal hebben 760 medewerkers e-learnings gevolgd via het online leerhuis. Veel e-learnings zijn bestaande cursussen waar Reinier van Arkel gebruik van maakt. Zelf ontwikkelen we ook modules voor onze medewerkers, bijvoorbeeld over de invoering van DSM 5, het standaard psychiatrisch diagnostiek handboek. Deze hebben we samen met vier andere Brabantse ggz-instellingen gemaakt.

Elke zorgprofessional staat ingeschreven in een register. Na afloop van een registratieperiode moet hij of zij aantonen aan de eisen voor herregistratie te voldoen. Kennis en vaardigheden worden op peil gehouden door het volgen van scholing, congressen en andere activiteiten. Geneesheer-directeur van Reinier van Arkel, Daniël van Dijk, vertelt elders in dit nummer over het Nederlands congres dat hij heeft bezocht.

>> REINIER DECEMBER 2016

7


>> Kennisontwikkeling en kennisdeling

Kennisdeling Wetenschappelijk onderzoek

Om als gespecialiseerde tweedelijns ggzinstelling continu de beste zorg en behandeling te kunnen leveren is het nodig om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren in de praktijk. Onderzoek is nodig om stoornissen te voorkomen, effectiviteit van de behandeling te meten en om nieuwe nog effectievere behandelingen te ontwikkelen. Daarnaast zijn we nieuwsgierig naar de tevredenheid over de geboden zorg en behandeling. Het uiteindelijke resultaat van al deze vormen van wetenschappelijk onderzoek is verbetering van de kwaliteit van zorg en behandeling en daarmee samenhangend de kwaliteit van leven van de cliënt. Reinier van Arkel voert onderzoek uit door middel van drie onderzoekslijnen: Trauma (dr. Elisa van Ee), Persoonlijkheidsstoornissen (dr. Paul van der Heijden) en Farmacologie (dr. Koen Grootens). Op dit moment doen we onderzoek naar: • de visie van de oudere patiënt op het gebruik van medicatie • impliciete en expliciete shared descision making • effecten van medicatie • overeenkomsten en verschillen tussen zelfbeoordeling, beoordeling door een ouder en beoordeling door een clinicus (van persoonlijkheidsproblemen) • gevoeligheid voor sociale afwijzing bij borderline patiënten • het ontstaan van persoonlijkheidsstoornissen en vroege signalen • de complexe gevolgen van traumatisering op gezinnen • problematiek van moeders met een kind geboren uit seksueel geweld • de effectiviteit van systemische interventies voor veteranen zoals MFT en ADAPT,

8

REINIER DECEMBER 2016

De resultaten van ons onderzoek implementeren we in de praktijk. Daarnaast publiceren onze onderzoekers in vakbladen, wetenschappelijke tijdschriften en (hand) boeken en geven zij nationaal en internationaal lezingen en presentaties over hun onderzoek. Daarmee wordt de opgedane kennis zo optimaal mogelijk verspreid. Samenwerking met universiteiten vinden we belangrijk om de kwaliteit van het onderzoek te waarborgen. Daarom hebben we een samenwerking met de universiteit Utrecht (prof. dr. Marcel van Aken persoonlijkheidsstoornissen & prof. dr. Ivan Komproe Trauma) en met de universiteit Tilburg (prof. dr. Hedwig van Bakel Infant Mental Health). Kennisdeling centraal in het nieuwe Intranet: Insite

Insite, het nieuwe intranet van Reinier van Arkel, is een platform waar informatie samenkomt en waar medewerkers kennis kunnen delen. Het platform zal eind december voor alle medewerkers live gaan. On-

derlinge communicatie staat centraal bij het nieuwe intranet. De medewerker bepaalt zelf in grote mate wat hij of zij leest, schrijft en deelt. Net als Facebook, Linkedin en andere platforms is Insite op PC, laptop, tablet of smartphone op elke plek benaderbaar. Deze manier van werken sluit aan bij de zelforganiserende teams waar Reinier van Arkel een start mee heeft gemaakt. Deze nieuwe manier van communiceren kan de e-mailstroom en het aantal vergaderingen flink terugdringen. Met Insite heeft de medewerker het middel in handen om kennis te zoeken en te delen en de samenwerking met collega’s aan te gaan. Kennisclub voor verpleegkundigen & verzorgenden

De Kennisclub voor verpleegkundigen en verzorgenden (V&V) biedt maandelijkse bijeenkomsten waar de professionals kennis kunnen delen. De sprekers op deze door de Verpleegkundige Adviesraad georganiseerde bijeenkomsten

Paul van der Heijden, opleider psychologie, gaf in juli op het International Congres of Psychology in Yokohama in Japan een lezing. Paul van der Heijden: “Die lezing maakte deel uit van een symposium over moderne visies op persoonlijkheids- en psychische stoornissen. Op basis van de gegevens van meer dan 2000 mensen uit de algemene bevolking en de gegevens van 2000 cliënten van Reinier van Arkel en andere ggz-instellingen werd onderzocht hoe symptomen met elkaar samenhangen. Daarbij bleek dat symptomen van psychische stoornissen onderling een heel netwerk vormden. Deze netwerkbenadering lijkt een hele goede aanvulling op de traditionele benadering waarin combinaties van symptomen worden weergegeven als syndromen zoals die in de DSM-5 vermeld staan. Het bezoek aan het congres in Japan was een mooie kans om onderzoekers van over de hele wereld te horen spreken en te ontmoeten.”


zijn verzorgenden, verpleegkundigen, agogisch werkenden, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten, voornamelijk uit de eigen organisatie. Het doel van de V&V Kennisclub is de deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep en agogisch werkenden te vergroten. De toenemende werkdruk in de zorg leidt er vaak toe dat juist aandacht voor deze zaken naar de achtergrond verdwijnt, terwijl investeren in professionaliteit bijdraagt aan het verhogen van kwaliteit van zorg. Wetenschappelijke referaten

Een keer per maand vindt er bij Reinier van Arkel een wetenschappelijke referaat plaats georganiseerd door de opleider psychiatrie.

Een expert houdt een wetenschappelijke lezing over een specifiek onderwerp in de psychiatrie met aansluitend een inhoudelijke

Maria Kuiper is SEH-verpleegkundige op de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) Jeroen Bosch Ziekenhuis en heeft ervaring met het team consultatieve psychiatrie. Wanneer maak je gebruik van het consultatieteam? “Op de SEH zien we veel patiënten met verschillende psychiatrische klachten. Indien nodig vragen onze artsen een consult aan. Daarnaast hebben wij als SEH-verpleegkundigen samen met de specialisten van het consultatieteam een paar keer per jaar een bijeenkomst. Doel is om psychiatrie op de Spoedeisende Eerste Hulp meer aandacht te geven en de zorg te verbeteren bijvoorbeeld door casuïstiek van de SEH te bespreken, en protocollen te verbeteren of te ontwikkelen. De patiënten geven vaak feedback over hun ervaringen op de SEH aan de specialisten van het consultatieteam van Reinier van Arkel. We hebben de behandeling van patiënten die automutileren besproken met het consultatieteam. Het bleek dat er patiënten waren met slechte ervaringen bij ons. Daar is een scholingsdag over automutilatie uit voortgekomen, verzorgd door Marcel Roos en Angela van Baalen. Daarnaast vertelde een ervaringsdeskundige van Reinier van Arkel over haar eigen ervaring, wat veel praktische tips opleverde. Het samenwerken met een ervaringsdeskundige was erg leerzaam en wij hopen dit op de SEH vaker te kunnen doen.” Is het consultatieteam gemakkelijk benaderbaar? “Zeker, binnen kantoortijden zijn ze voor een consult goed bereikbaar. Buiten kantoortijd is de bereikbaarheid helaas beperkt. “ Kun je het consultatieteam anderen aanbevelen? “Onze toegenomen samenwerking met de ggz heeft psychiatrie weer bespreekbaar gemaakt op de onze afdeling. Het onderwerp krijgt nu meer aandacht en wij zijn actief op zoek naar verbeterpunten voor patiënten die met psychische problemen kampen. Doordat we elkaar regelmatig zien, is het ook gemakkelijker om hulp te vragen bij elkaar. Er zijn geen minpunten in het delen van kennis. Je kunt er als team en als verpleegkundige alleen maar beter van worden.”

discussie met de aanwezigen. Deze referaten zijn met name bestemd voor collegapsychiaters, -psychologen en -verpleegkundigen (al dan niet in opleiding) en andere medewerkers van Reinier van Arkel. Daarnaast zijn externe genodigden welkom. Psychiatrische consultatie in het algemeen ziekenhuis

Het team consultatieve psychiatrie van het centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie (COZ) van Reinier van Arkel ondersteunt specialisten en verpleegkundigen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de Tolbrug. Afhankelijk van de vraag wordt ‘op afstand’ geadviseerd of wordt de patiënt een beperkt aantal keren gezien. Het team geeft scholing en advies aan verpleegkundige teams en artsen in opleiding over hoe zij psychiatrische problemen bij patiënten kunnen herkennen of hoe om te gaan met moeilijke situaties, en werkt daarnaast nauw samen met medische psychologie, maatschappelijk werk, pastorale dienst en preoperatieve screening en extern met onder andere huisartsen, verslavingszorg en bemoeizorg. Het kernteam bestaat uit Marcel Roos (sociaal-psychiatrisch verpleegkundige), Angela van Baalen (verpleegkundig specialist GGz) en Leon Vos (psychiater). Zij zijn bereikbaar tijdens kantooruren via het secretariaat van het COZ (073-5538844). Buiten kantooruren wordt de psychiatrische consultatie geboden door de dienstdoende arts-assistent (niet) in opleiding tot psychiater in samenwerking met de psychiater als achterwacht. ■

REINIER REINIER DECEMBER MAART 2016 2015 9 29


STOORNIS IN BEELD

Door Gijs Hendriks

Psychose

Het werd buite Vijf weken geleden rookte Bastiaan samen met zijn vrienden een joint. Hij werd er relaxed van, en ze voerden die avond lange filosofische gesprekken. Terwijl zijn vrienden het gewone leven de volgende dag weer oppakten, was er in Bastiaans leven iets veranderd. Hij werd op straat door schimmige figuren in de gaten gehouden, nagekeken, op den duur zelfs achtervolgd en afgeluisterd. Na een dag of tien ontdekte Bastiaan dat hij werd gezocht door een criminele organisatie. Waarom en hoe begreep hij nog niet, maar ze wilden hem vergiftigen, zoveel was duidelijk. Hij at en dronk zo min mogelijk. Uiteindelijk werd het buiten te gevaarlijk, en hij sloot zich op op zijn kamer. Hij barricadeerde de deur, gooide zijn telefoon uit het raam en wachtte in het donker op wat komen zou… Na weken zonder contact maakten familie en vrienden zich grote zorgen, en gisteren werd Bastiaan opgenomen op een psychiatrische afdeling. Hij heeft nog geen woord gesproken. Hij hoort een inmiddels dreigende stem die hem het praten verbiedt.

10

REINIER DECEMBER 2016

Diagnose Psychoses komen relatief veel voor. Schattingen zijn moeilijk, maar uit onderzoek blijkt dat ongeveer 3,5% van de mensen ooit in zijn leven een psychose doormaakt. Psychoses komen voor bij verschillende psychiatrische ziektes zoals een depressie, schizofrenie en een bipolaire stoornis (manisch-depressiviteit). Ook kan een psychose worden veroorzaakt door drugs, en door sommige lichamelijke ziekten. Maar wat is het? En wat is Bastiaan? Is ‘ie gek? Gestoord? Heeft hij een ‘gespleten persoonlijkheid’? Het brein telt ongeveer 100 miljard zenuwcellen. Het is een ongelooflijk complex netwerk, met talloze systemen. Gevoelens, gedachten, geheugen, logisch redeneren, zintuigen, motoriek... elk stukje brein heeft zijn eigen functie. Speciale stofjes, neurotransmitters genoemd, zorgen er voor dat al die systemen op het goede moment worden geactiveerd, en onderling goed op elkaar zijn afgestemd. Maar, zoals bij mensen met suikerziekte het stofje insuline niet in de goede hoeveelheden in het lichaam aanwezig is, zo kan bij mensen met een psychose een van de neurotransmitters niet in

de goede hoeveelheden in het brein aanwezig zijn. En wat nu als door deze verkeerde balans het klompje cellen dat zorgt voor een angstgevoel wordt geactiveerd? Of het deel dat gevaar detecteert? Of precies dat stukje brein waarmee je de stem van een ander waarneemt? De gevolgen daarvan zijn voor degene die het meemaakt extreem verwarrend. Je wordt bang zonder te weten waarom, willekeurige voorbijgangers worden gevaarlijk en bedreigend, en je hoort een stem die zegt dat je er tegen niemand iets over mag zeggen... Je ervaart de werkelijkheid totaal anders dan de mensen om je heen, maar zelf heb je daar geen idee van. Zij zien het verkeerd, niet jij. Wat wij realiteit noemen is niets meer dan onze unieke interpretatie van de wereld om ons heen, en er is geen controlerend reservebrein wat zich afvraagt: “klopt dit allemaal wel?”. Behandeling Een van de neurotransmitters die uit balans kan zijn tijdens een psychose is dopamine. Dopamine heeft veel functies en het speelt onder andere in de eerder genoemde systemen een be-


n te gevaarlijk langrijke rol. Waarschijnlijk is er tijdens een psychose op sommige plaatsen teveel dopamine in het brein aanwezig. Dopamine zou je kunnen zien als een sleutel. Wanneer je deze in het slot van een bepaalt systeem steekt, gaat dat systeem werken. Wanneer er te veel sleutels zijn, werken sommige systemen te hard, met bijvoorbeeld verwardheid, achterdocht en hallucinaties tot gevolg. De behandeling met medicijnen bestaat uit het blokkeren van een aantal sloten, zodat er nog maar een beperkt aantal sleutels passen. Het teveel aan dopamine heeft op die manier geen verstorende functie meer, en jouw realiteit wordt weer (ongeveer) gelijk aan die van de mensen om je heen. Behalve het met medicijnen bestrijden van de psychose, bestaat de behandeling uit het voorkómen van een herhaling. Het is voor mensen die gevoelig zijn voor psychoses belangrijk om een regelmatig leven te leiden.

Wanneer je ooit een psychose hebt doorgemaakt, betekent dat vaak dat je extra kwetsbaar bent voor een verstoring in de balans van de neurotransmitters. Samen met de behandelaar wordt gekeken welke dingen deze balans mogelijk zouden kunnen verstoren, zoals slecht slapen en drugsgebruik. Zo krijg je het gevoel van controle over je brein, dat je even volledig bent kwijt geweest, langzaam maar zeker weer terug.

komt vooral voort uit onwetendheid. Een psychose is, net als suikerziekte, een biologisch te verklaren fenomeen. De locatie van de ziekte, alvleesklier of brein, maakt het grote verschil. Maar zoals de buurvrouw met suikerziekte met behulp van de goede medicatie en aanpassingen in haar leefgewoonten niet dagelijks beperkt hoeft te worden door haar ziekte, geldt dat ook voor Bastiaan.

Dus Bastiaan is niet gek of gestoord. En ook de term ‘gespleten persoonlijkheid’ wordt nog vaak gehoord, maar

REINIER DECEMBER 2016

11


INZICHT Sluiting locatie Pater van de Elzenstraat De locatie Pater Van de Elzenstraat 6 en 8 is met ingang van 15 september 2016 gesloten. Een deel van de cliënten is verhuisd naar een andere locatie van Beschermd Wonen in de regio. Een ander deel van de cliënten verhuist naar de locatie Klimop op het Zorgpark Voorburg te Vught. Een aantal medewerkers van het huidige team verhuist met de cliënten mee.

Jannie Schippers, Gilles Tebrunsvelt, Petra Tinus, Ben Kegge, Nila Constant, Cor van Rooij, Leo Castelijn, George van der Veeken, Marianne van Hoesel en Kees van den Nieuwendijk. Op de foto ontbreekt Marga Hendriks, zij kreeg een gouden lijstje in verband met haar 25-jarig jubileum.

Jubilarissen vrijwilligers Tijdens het vrijwilligersdiner (mede mogelijk gemaakt door stichting Vrienden van Reinier) zijn onze jubilerende vrijwilligers gehuldigd. Sommigen, die dit soms al meer dan 20 jaar doen, konden het niet geloven: “Echt waar, ben ik al zo lang vrijwilliger?!” Gemiddeld blijven vrijwilligers in Nederland drie jaar bij eenzelfde organisatie werken. Bij Reinier van Arkel ligt dat gemiddelde iets hoger. Daar zijn we trots op want het zegt iets over hoe trouw onze vrijwilligers zijn aan onze cliënten, medewerkers en elkaar. Hopelijk zegt het ook iets over de organisatie van het vrijwilligerswerk bij Reinier van Arkel. Ook al is het op dit moment niet altijd even gemakkelijk binnen onze organisatie, we zijn blij met zoveel trouwe mensen.

De ontwikkeling van de psychiatrie door de ogen van Goos Zwanikken In besloten kring vond zaterdag 15 oktober de boekpresentatie 'Mijn gang door de psychiatrie' van Goos Zwanikken plaats. Een verslaglegging van zijn leven gebaseerd op de dagboeken die hij zijn leven lang bijhield. Drie lijvige boeken zijn het geworden waarin hij telkens een periode uit zijn leven beschrijft. Hij verhaalt over zijn belevingen met mensen, en is hierin eerlijk en openhartig. Hij vertelt ook over instituties, de organisaties die zijn ontstaan als oplossingspogingen voor problemen met mensen die ongewenst gedrag vertonen. De boeken zijn te leen via de vakbibliotheek. Marie-Louise van der Kruis, lid Raad van Bestuur van Reinier van Arkel ontving de boeken op dinsdag 18 oktober uit handen van Joke Zwanikken-Leenders. “Het is een kostbare inkijk in de geschiedenis van onze organisatie en de ontwikkeling van de psychiatrie.” Als geneesheer-directeur leverde Goos Zwanikken een belangrijke bijdrage aan grote veranderingen van het psychiatrisch ziekenhuis Voorburg, een van de rechtsvoorgangers van het huidige Reinier van Arkel. Hij leverde een grote bijdrage aan het op schaal brengen en moderniseren van de instelling. Verstandelijk gehandicaptenzorg en psychiatrie werden van elkaar losgemaakt en het familiedenken en therapeutisch milieu geïntroduceerd. Ook benoemde Zwanikken de eerste geriater in Nederland.

12

REINIER DECEMBER 2016

Aanleiding en overwegingen Er is steeds minder vraag naar beschermd wonen. Dit wordt veroorzaakt door minder aanmeldingen van cliënten die behoefte hebben aan zorg in een dergelijke setting. Daarnaast heeft deze groep steeds meer mogelijkheden om (ambulante-) zorg in de eigen omgeving te ontvangen. Als locatie voor sluiting is de Pater Van de Elzenstraat gekozen omdat vanuit Reinier van Arkel in deze wijk (Den Bosch Zuid-Oost) relatief veel locaties zijn ondergebracht: het Hostel, de Seringenstraat, het Trefpunt en de Pater Van de Elzenstraat. Eerder heeft Reinier van Arkel de gemeente Den Bosch toegezegd de (onevenredige) belasting in deze wijk te zullen verlagen. Met de sluiting van de Pater Van den Elzenstraat, komen wij de gemeente en omwonenden hierin tegemoet.

Plannen openen nieuw hostel De voorbereidingen om een nieuw hostel te openen in Den Bosch Zuid (Zuiderparkweg) zijn in volle gang. Op dit moment is de verwachting dat eind 2017 de bouw hiervan klaar zal zijn. Een hostel is een woonvoorziening voor mensen met een dubbele diagnose: langdurige verslaving (drugs en/of alcohol) en een psychiatrische ziekte. Het begeleid wonen biedt rust en regelmaat. De bewoners van het hostel krijgen 24 uur per dag zorg, intensieve begeleiding en toezicht van Reinier van Arkel en Novadic-Kentron. In mei 2014 is aan de Broeckhovenlaan in Den Bosch het eerste hostel geopend.


VERKENNINGEN OVERDRACHT MAATSCHAPPELIJKE STEUNPUNTEN

Besloten Unit binnen Magnolia Eind november is de nieuwe Besloten Unit van de eenheid WZP in gebruik genomen onder de naam IBU. Dit staat voor Intensieve Begeleidings Unit. De besloten unit heeft ruimte voor zes cliënten die vanuit hun psychiatrische problematiek een langdurende, hooggestructureerde, kleine begeleidingssetting nodig hebben. Met de komst van deze unit bieden we deze cliënten een passende (behandel-)omgeving.Het begeleidingsklimaat is erop gericht om een duidelijke structuur te geven. Vooral het aanleren en oefenen van vaardigheden staat centraal. De behandelfilosofie is gestoeld op de leertheorie. Het uiteindelijk behandeldoel is om te komen tot een open beschutte woon- (en werk-)situatie.

Reinier van Arkel heeft de afgelopen jaren op verzoek van de gemeente de kar getrokken bij de totstandkoming van de Maatschappelijke Steunpunten in de gemeente’s-Hertogenbosch.Deze taak wordt momenteel nog met verve uitgevoerd. Van het begin af aan is afgesproken dat Reinier van Arkel zich op termijn gaat terugtrekken uit de rol van kartrekker en beheerder van de Maatschappelijke Steunpunten. Uiteraard geldt dit niet voor de inbreng van psychiatrische expertise en de begeleiding van kwetsbare burgers. Die kerntaak zal Reinier van Arkel blijven vervullen. Het moment is aangebroken om te gaan kijken wie het beheer van de Maatschappelijke Steunpunten in ’s-Hertogenbosch kan overnemen. Daarom is Reinier van Arkel in gesprek gegaan met Divers. De gesprekken zijn verkennend.

Benecke-congres over nieuwe ontwikkelingen in de ggz In oktober vond er in Havana een Nederlands congres plaats over nieuwe ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg. Er namen overwegend psychiaters maar ook een aantal arts-assistenten en klinisch-psychologen aan deel. Verdeeld over vijf dagen waren er presentaties en workshops over depressie, verslaving, systeemziekte, haperende hersenen en nieuwe benaderingen van psychopathologie en diagnostiek. Als docenten hadden we vier experts: de professoren Aartjan Beekman, Iris Sommer, Robert Schoevers en Wim van den Brink. Behalve nieuwe inzichten op het gebied van farmacotherapie en hersenonderzoek werd er veelal stil gestaan bij het ontstaan van psychiatrische symptomen, het beloop ervan en de noodzaak om meer te gaan stageren*, zodat er vroeger in de behandeling een persoonlijke aanpak kan komen. De uitgebreide, Europese diagnostiek van weleer, waarin niet alleen de door de patiënt gemelde of aan de buitenkant zichtbare symptomen tellen maar ook persoonlijkheidsfactoren, familiaire factoren, kwetsbare en beschermende factoren, lichamelijke factoren, recente - en levensgebeurtenissen, komt eigenlijk in een hernieuwde vorm terug. Opvallend

vaak werd er een brug geslagen tussen de psychiatrie en de somatiek, deels omdat psychiatrische aandoeningen ook hersenaandoeningen zijn en deels omdat de manier van zorgvuldig diagnosticeren en personaliseren zo wezenlijk is voor de behandelresultaten van één patiënt maar ook voor de hele groep. Tussen de bedrijven door konden we Havana bezoeken. Een indrukwekkende en zinderende stad met bezienswaardigheden en heel veel vriendelijke, veerkrachtige, muzikale mensen die erg arm zijn, tenzij ze een familielid in de VS hebben. Het gemiddelde maandsalaris is 25 dollar. Havana was lang de mooiste stad van Noord- en ZuidAmerika. Van deze glorietijd krijg je een goede indruk ondanks de armoede en de dode ratten die je af en toe ziet liggen op straat. De communistische heilstaat heeft zijn keerzijde: je proeft bij de bevolking loyaliteit aan het systeem maar vooral ook verlangen naar vrijheid en welvaart. Daniël van Dijk

* Stageren: in kaart brengen van de fase van het ziekteproces waarin de patiënt zich bevindt

Divers wordt gezien als een partij die bij uitstek veel ervaring heeft met het ontwikkelen en verbinden van wijkinitiatieven en het ondersteunen van empowerment van een wijk. Reinier van Arkel heeft veel ervaring met de kwetsbare burger en het bieden van begeleiding bij het weer gaan participeren in de maatschappij. Door als organisaties samen op te trekken, ieder vanuit zijn eigen expertise, kan een goed vervolg gegeven worden aan de doorontwikkeling van de Maatschappelijke Steunpunten in ’s-Hertogenbosch. De huidige gesprekken zijn verkennend en nog zonder harde planning van beoogde resultaten. Ook de gemeente is een partij en zal haar wensen kenbaar maken de komende periode. De Steunpunten worden als zeer waardevol en cruciaal ervaren en zullen zeker blijven.

Aandacht voor een schone omgeving Kortgeleden is bij Magnolia een hygiëneonderzoek uitgevoerd. Dit is een onderzoek om te kijken of er voldaan wordt aan de regels die er zijn op het gebied van hygiëne. Een medewerker van de afdeling wordt geïnterviewd en krijgt allerlei vragen over hoe wij werken op dit gebied. Bijvoorbeeld hoe er wordt omgegaan met de persoonlijke hygiëne van de cliënten, met het eten, met medicatie enz. Alles wat te maken heeft met hygiëne wordt doorgesproken. We hebben hier de afgelopen tijd meer aandacht aan besteed en de resultaten van het onderzoek zijn in orde.

REINIER DECEMBER 2016

13


De kennismaking verloopt soepel. Eddy komt over als geïnteresseerd en betrokken en ik voel me al snel op mijn gemak. Tijdens het gesprek benoemt hij hoe belangrijk het is om je als medewerker veilig en beschermd te voelen zodat je fouten kunt maken en daar samen van kunt leren. Letterlijk zegt hij: “Als jij fouten maakt en daarover eerlijk bent dan heb je mijn dekking.”

leidde hij in Leiden artsen en onderzoekers in opleiding op weg naar een baan. Toen begin jaren ‘90 de zogenaamde re-integratiemarkt ontstond, hielp hij bij het ABP (pensioenfonds)ambtenaren en onderwijspersoneel bij hun re-integratie. In 2003 ging hij naar HSK, op dat moment een re-integratiebedrijf. Bij de intrede van de gereguleerde marktwerking in de zorg kreeg HSK al snel toegang tot de ambulante ggz .

Na zijn studie bedrijfseconomie in Groningen deed Eddy van Doorn vervangende dienstplicht bij een arbeidsbureau. Daarna bege-

Eddy van Doorn is in oktober gestart bij Reinier van Arkel als voorzitter van de Raad van Bestuur: ”HSK is een landelijke organisa-

14

REINIER DECEMBER 2016

tie met veel zelfstandige kantoren. De regionale geestelijke gezondheidszorg zoals bij Reinier van Arkel is ingebed in de eigen stad en streek, dat boeit me enorm. Het is een heel andere manier van werken waarbij je als gezondheidszorginstelling onderdeel bent van een gemeenschap.” Realistisch toekomstperspectief

Op dit moment is Eddy bezig met een kennismakingsronde bij Reinier van Arkel en ontmoet hij verschillende teams: “Ik vind het belangrijk dat medewerkers me kennen en weten dat ze me kunnen benade-


Nog niet zo heel lang geleden bevonden de kantoren van de Raad van Bestuur zich in de oudbouw aan de Hinthamerstraat in Den Bosch. Statige gangen met verraderlijke opstapjes en kamers aan beschutte binnenplaatsjes die de historie van (bijna) 575 jaar psychiatrische zorg ademen. Tegenwoordig zetelt de Raad van Bestuur in de flexwerkkantoren van de Bethaniestraat. Open ruimtes in frisse kleuren afgewisseld met kleine en grote kamers met glazen wanden. Op het eerste gezicht lijkt het of Marie-Louise van der Kruis en Eddy van Doorn een eigen glazen vergaderruimte hebben maar Eddy verzekert me dat als ze er niet zijn anderen ook van de ruimte gebruik maken.

Door Erik Welten Foto Toine Maurix

"We moeten elkaar vertrouwen" Gesprek met Eddy van Doorn, de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur

ren. Als bestuurder moet ik weten wat er speelt en ik vind dat de afstand tussen bestuur en de uitvoerende medewerkers zo klein mogelijk moet zijn.” Uiteraard spreken we over de moeilijke tijd waarin Reinier van Arkel zich bevindt. Eddy ziet het als zijn opdracht een leidende rol te hebben bij het gezond maken van Reinier van Arkel. “De ggz is niet meer zoals vroeger en als Reinier van Arkel hebben we de snelheid van de veranderingen onderschat. Met elkaar moeten we die

inhaalslag maken. Onze goede medewerkers die soms al jarenlang bij Reinier werken moeten we koesteren en helpen om mee te gaan met alle veranderingen. We hebben ervaren, flexibele en energieke medewerkers nodig om de nieuwe koers succesvol te varen. Als bestuur moeten wij heldere kaders bieden zodat de medewerker zoveel mogelijk eigen regie krijgt om zijn werk goed te doen. Als er geen passie en bevlogenheid is en je met tegenzin naar je werk gaat, dan verliest iedereen. Als organisatie moeten

we dat oppikken en die medewerker die worstelt met de veranderingen helpen. Elke medewerker doet er toe. En als de bevlogenheid voor het werk bij een medewerker niet meer terugkomt, dan kan het soms beter zijn om afscheid van elkaar te nemen.” “Als bestuurder is het mijn rol om aan de medewerkers perspectief te bieden, een toekomst te schetsen waar we heen gaan. Welke plek neemt Reinier van Arkel in >>

REINIER DECEMBER 2016

15


>> "We moeten elkaar vertrouwen"

in Den Bosch en omstreken? Binnenkort verschijnt het meerjarenbeleidsplan. We organiseren avonden om samen met betrokken medewerkers het concept van dit plan te verbeteren. Via de lijn zal het meerjarenbeleidsplan verder besproken worden met alle medewerkers. Daarnaast heb ik als taak ons bedrijf financieel gezond te maken. Het gaat de goede kant op maar we zijn er nog niet. Ik ben niet pessimistisch maar realistisch. We zullen met elkaar nog veel meer kostenbewust moeten worden. Er zijn langlopende verplichtingen waar we aan vastzitten en waar we nu nog weinig aan kunnen doen. Maar sommige regelingen, die in andere tijden wel konden, zullen we moeten wijzigen of stoppen. Verder zie ik het als belangrijke taak dat we de contracten met de zorgverzekeraars beter uitonderhandelen. Daarom ga ik dat laatste zelf mee oppakken. Het is nog steeds alle hens aan dek en met elkaar moeten we verder. Als bestuurder wil ik voorgaan in die strijd zodat we samen de toekomst tegemoet kunnen.” Van mammoettanker naar vloot

professionals samen met de cliënten en naasten vormgegeven. Het kan ook alleen maar succesvol zijn als de cliënt een rol in zijn eigen behandeling heeft. Het klassieke model dat de professional uitmaakt wat goed of slecht is voor iemand hebben we al lang achter ons gelaten. Succesvol behandelen betekent ook dat familie en naasten snel betrokken worden en de hulp in de wijk wordt geleverd. De IHT en FACT-teams zijn de voorlopers voor de ggz van morgen. De medewerkers van deze teams kennen de stad, de organisatie en de cliënt en zijn omgeving, daar ligt hun kracht.” “We moeten een aanspreekcultuur krijgen bij Reinier van Arkel en daarvoor is het nodig dat we elkaar vertrouwen. We mogen allemaal fouten maken, graag zelfs want daar leren we van. Medewerkers moeten weten dat als ze een fout maken en daarover eerlijk zijn, ze mijn dekking hebben.” Dichtbij en bereikbaar

“Huisartsen en gemeentes moeten ons ervaren als bereikbaar, betrouwbaar, bevlogen en betrokken. De bereikbaarheid zit hem soms in kleine dingen. Zo zijn de openingstijden van Entree sinds kort verruimd van 08:00 tot 18:00 uur. Dat betekent twee uur per dag meer openstaan voor verwijzers en cliënten.

Een organisatie als de onze wordt vaak vergeleken met een mammoettanker, log, traag en niet wendbaar”, aldus Eddy. “Waar ik heen wil is een vloot die bestaat uit allemaal losse boten. Die bootjes zijn onze teams, daar ligt onze kracht en die teams kunnen snel inspelen op nieuwe situaties. Daarom is het noodzakelijk dat de teams “De IHT en FACT-teams zelforganiserend worden. Daarvoor moeten we helzijn de voorlopers voor dere afspraken maken. Wat vinden we met elkaar bede ggz van morgen” langrijk om een team zelforganiserend te laten zijn. Een aantal teams kan die zelforganisatie al aan en daar zullen we in het komende jaar ook mee starBetrouwbaarheid zit hem in onze vakkunten. Van die ervaringen kan de hele orgadige medewerkers die hart voor de zaak nisatie leren.“ hebben. Elke medewerker ‘is’ Reinier van “Het cliëntenbelang staat altijd voorop. Arkel. Op het moment dat een medewerDe behandeling wordt door onze zorgker contact heeft met cliënten, familie,

16

REINIER DECEMBER 2016

verwijzers enzovoorts, bepaalt hij of zij hoe Reinier van Arkel als geheel wordt gezien. Reinier van Arkel is ook betrokken bij de stad en de streek, en wil dicht bij de mensen in de wijken staan. We dienen makkelijk aanspreekbaar te zijn voor huisartsen. We zijn transparant in wat we doen en de medewerker mag trots zijn op wat hij of zij kan en deze kennis delen met de verwijzers en met cliënten en familie. Voor verwijzers en gemeentes zijn we een natuurlijke en betrouwbare partner en waar we het vertrouwen zijn kwijtgeraakt, zullen we dit terug moeten verdienen. Laat ons als Raad van Bestuur praten en onderhandelen met de gemeentes en de zorgverzekeraars. Van onze medewerkers verwachten we dat zij op hun niveau het contact en de samenwerking aangaan met andere partijen. We moeten elkaar snel weten te vinden en bij weeffouten die nu in het systeem zitten elkaar helpen. Als een cliënt tussen wal en schip dreigt te raken, moeten we als professional ingrijpen en met de andere ketenpartners de problemen te lijf gaan en slagvaardig optreden. Met een club van ervaren, betrokken en zeer bevlogen medewerkers gaat dat zeker lukken.” ■


COLUMN Hoe verleid je een olifant?

Ik las recent in het boek ‘Switch’ van Chip en Dan Heath over de metafoor van de olifant en de berijder (bedacht door Jonathan Haidt, psycholoog aan de Universiteit van Virginia). Aan de

De olifant is niet dom en zal het pad waarnaar de berijder hem stuurt volgen wanneer dat voldoende aangenaam is. Ook als hij hiervoor zijn comfortzone moet verlaten. Het ligt dus niet zozeer aan de olifant of de berijder maar aan het pad. Kunnen we het pad zo aantrekkelijk maken dat het aangenaam wordt en je je beloond voelt als je het volgt? Het doorvoeren van veranderingen kan dus sneller verlopen als we het pad eenvoudiger begaanbaar maken. En daar is nog een boel werk te doen, want het pad is nu vol obstakels, kuilen en onverwachte bochten. Wat te denken van de hinder die we dagelijks ondervinden van wat verzekeraars onder transparantie verstaan? Het leidde onlangs tot de lancering van het begrip ‘administratiepsychiater’ binnen onze medische staf en zegt veel over de last die nu ervaren wordt. Verzekeraars gaan er met de data en outcome resutaten vandoor. We zien een oplopend aantal controlepunten dat gecheckt moet worden in het zelfonderzoek 2014 en 2015. Gemeenten hebben de opgave de zorg te ondersteunen bij de transitie. Minder gespecialiseerde zorg ver weg van de directe omgeving van de burger, meer zorg in de wijken en vanuit het directe netwerk. Afname van bureaucratie en meer eigen verantwoordelijkheid bij de burger en de zorgverlener, dat was het

doel. Vooralsnog zien we vooral een toename van bureaucratie, zo heeft iedere gemeente zijn eigen verantwoordingssysteem. Ook de opbouw van sociale infrastructuren in de wijken die ook toegankelijk zijn voor mensen met psychiatrische problematiek blijft nog onder de maat. Het wordt de olifant nog niet erg aantrekkelijk gemaakt het pad van verandering in te gaan. Maar toch zien we langzaam de kanteling op gang komen. De opnameduur binnen Reinier van Arkel neemt de laatste jaren gestaag af. We kunnen toe met aanzienlijk minder bedden dan we eerder hadden verwacht. De FACTteams krijgen steeds meer hun positie in de wijk, de ontwikkelingen in het beschermd wonen laten zien dat er ruimte ontstaat voor andere zorgvormen en dat samenwerking met de partijen in wijken en buurten mogelijkheden biedt voor herstel van mensen met ernstige psychiatrische problemen. Er ontstaan mooie initiatieven tussen de basis- en specialistische ggz. Het terugdringen van de administratieve last staat hoog op de agenda. Niemand kan of wil er meer omheen dat daar iets aan gedaan moet worden. We zien in het land initiatieven als ‘De nieuwe GGZ’. Mogelijk leidt de ontwikkeling van de nieuwe productenstructuur tot het verdwijnen van tijdschrijven en terugdringen van de administratieve lasten en komen bijvoorbeeld initiatieven om tot een verre gaande samenwerking te komen tussen Reinier van Arkel en het JBZ tot bloei. Ook buiten de ggz zien we de verandering tot stand komen. In de verpleeghuiszorg zien we het initiatief van het programma ‘Waardigheid en Trots en de Personele Leidraad’. De cliënt met zijn vraag is hierbij het uitgangspunt. Dat zijn nieuwe paden. Of we de nieuwe paden gaan betreden en of de verandering ook echt gaat lukken, hangt ook af van het durven inslaan van de paden die we nog niet kennen. Loslaten van wat we hadden, uitgaan van de bedoeling en vertrouwen in elkaar. Daar kan niemand tegen zijn.

Marie-Louise van der Kruis

En toch gaan de veranderingen langzaam, te langzaam naar de zin van velen. En dit geldt ook voor de geestelijke gezondheidszorg. We gaan inmiddels het derde jaar van de transities in en het is al weer vier jaar geleden dat er een Bestuurlijk Akkoord gesloten werd waarin we grote veranderingen in de ggz aankondigden. Daarin spraken we af dat zelfmanagement en herstelondersteuning evenals e-health een belangrijke plek in de behandeling krijgen. Dat de geestelijke gezondheidszorg bij de huisartsen versterkt zou worden en meer behandelingen naar de basis-ggz zouden gaan. Dat er sprake zou zijn van meer transparantie en kwaliteit door ontwikkeling van zorgstandaarden, zorgtrajecten en resultaatmetingen. Er zou grootschalig geambulantiseerd gaan worden. Opnames zouden worden teruggedrongen en wachtlijsten verdwijnen. De wijken zouden veel zorg van de langdurige ggz kunnen overnemen zodat cliënten als gewone burgers in de wijken wonen en ondersteunende voorzieningen binnen handbereik krijgen. De verandering is hier en daar zichtbaar maar het gaat langzaam. Niemand is tegen. Maar waarom gaat het dan zo langzaam?

hand van deze metafoor legt hij uit hoe onze hersenen werken. Onze rationele kant, het bewuste denken en handelen, is onze berijder. De olifant staat voor onze emoties en onze automatische processen. Het is de olifant die het voor het zeggen heeft. De berijder kan de olifant sturen, maar alleen als de olifant niet echt wat anders wil. De berijder heeft de teugels in handen en denkt de richting te bepalen. Maar alle schijn bedriegt. We weten het rationeel wel, maar de emoties gaan met ons aan de haal. Hoe lukt het de berijder dan toch om de olifant de richting uit te krijgen die hij wil? In ieder geval niet door harder aan de teugels te trekken of een zweep te gebruiken.

Marie-Louise van der Kruis, lid Raad van Bestuur Reinier van Arkel, vice-voorzitter Raad van Toezicht Neos, lid Raad van Toezicht Transvorm, bestuurslid V&VN

Er is veel gaande in de zorg. We merken het elke dag. Niet alleen instellingen, overheid, gemeenten en zorgverzekeraars spreken over transities en transformeren. Ook vanuit het maatschappelijk debat komen steeds meer geluiden dat het echt anders moet. Het eind oktober 2016 verschenen manifest ‘Scherp op ouderenzorg’ van Hugo Borst en Carin Gaemers is een voorbeeld van een duidelijke oproep om het roer om te gooien. Staatssecretaris Van Rijn schreef als antwoord in een open brief over zijn eigen ervaringen met zijn dementerende moeder in een verpleeghuis en vroeg om te blijven aanjagen, opjutten en helpen. Niemand is tegen.


dymphna Een analyse van jarenlange registratie van de hartslag van meer dan een miljoen Zweedse militaire dienstplichtigen suggereert een verband tussen een verhoogde hartslag en bloeddruk (gemeten bij de keuring op 18 jaar) en het optreden van psychiatrische stoornissen op volwassen leeftijd (JAMA Psychiatry, 2016. doi:10.1001/ jamapsychiatry.2016.2717). Met name het voorkomen van dwangstoornissen, schizofrenie en angststoornissen was bij deze (gespannen?) recruten verhoogd. Zou het zo zijn dat veranderingen in het autonome zenuwstelsel de latere ontwikkeling van psychiatrische stoornissen kunnen voorspellen? Stamcellen van patiënten met schizofrenie blijken een genetische mutatie te dragen die invloed heeft op de verhouding tussen de verschillende type zenuwcellen die zich uit deze stamcellen ontwikkelen, volgens een nieuw Japans onderzoek (Translational Psychiatry, 2016. doi: 10.1038/tp.2016.206). Op deze manier zou abnormale celdifferentiatie bij kunnen dragen aan de ziekte, omdat minder zenuwcellen (neuronen) en meer niet-neuronale cellen worden gegenereerd tijdens de vroegste fasen van ontwikkeling van de hersenen. Al lang hebben onderzoekers het vermoeden dat een placeboeffect een rol speelt in de sterkere effecten van behandelingen in open onderzoeken, vergeleken met placebo-gecontroleerde onderzoeken. Dit lijkt ook bevestigd in een eerste onderzoek waarbij deze verschillende onderzoekstypes direct met elkaar vergeleken werden, en depressieve deelnemers bij toeval ingedeeld konden worden in een open of in een placebo-gecontroleerd onderzoek (met dezelfde medicatie). Niet verrassend waren de positieve verwachtingen van de deelnemers groter in het open onderzoek, ook hun resultaten waren beduidend beter (American Journal of Psychiatry, 2016. doi: 10.1176/appi.ajp.2016.16020225). Op deze manier kan het manipuleren van verwachtingen niet alleen bijdragen aan het verminderen van het placebo-effect bij klinisch onderzoek, maar kan het ook ingezet worden om behandelresultaten te verbeteren in de dagelijkse praktijk.

18

REINIER DECEMBER 2016

Dat de omgeving ook van invloed is op het verloop van een posttraumatische stress-stoornis, is nagegaan in een elegant Canadees onderzoek, waarbij de kwaliteit en de sociale cohesie van 5 verschillende buurten in Montreal werd meegenomen bij het opvolgen van een trauma (Journal of Traumatic Stress, 2016. doi:10.1002/jts.22108). Hoe slechter de buurt, hoe meer kans op een PTSS na traumatisering; hoe groter de sociale cohesie, hoe meer kans op remissie. Het leven is niet eerlijk … Op basis van Zweeds cohort onderzoek blijkt traumatische hersenbeschadiging (Traumatic Brain Injury – TBI) in de jeugd bij te dragen aan meer psychische problemen op volwassen leeftijd (PLoS Medicine, 2016. doi: 10.1371/journal.pmed.1002103). Hersenbeschadiging ging gepaard met grotere risico’s op vroegtijdige sterfte, psychiatrische opnames en behandelingen, en meer kans op een lagere opleiding en invaliditeits- of bijstandsuitkering. Deze risico’s waren sterker bij meer ernstige letsels, bij meer dan één letsel, en bij oudere leeftijd bij het eerste letsel. Behavior activation (in het Nederlands mooi te vertalen als activiteiten-therapie) stimuleert depressieve patiënten om weer persoonlijk zinvolle en leuke activiteiten te ondernemen. In een recent Brits onderzoek onder 440 depressieve patiënten in huisartsenpraktijken bleek het even effectief als (de meer complexe) cognitieve gedragstherapie, maar omdat het eenvoudiger uitvoerbaar was, ook door minder geschoold personeel, was het meer kosteneffectief (Lancet, 2016. doi: 10.1016/S0140-6736(16)31140-0). Van de patiënten die een suïcidepoging hadden ondernomen, bleek uiteindelijk 5% aan suïcide overleden, meestal bij deze eerste poging dan wel in het daaropvolgende jaar, aldus de droge resultaten van een vervolgonderzoek over 25 jaar in Minnesota (American Journal of Psychiatry, 2016. doi: 10.1176/appi.ajp.2016.15070854). Na een eerste poging bleken vooral mannelijk geslacht en hogere leeftijd de kans op een dodelijk recidief te voorspellen. Deelnemers die psychiatrische zorg kregen na de eerste poging, maakten duidelijk minder kans op een geslaagde nieuwe poging, maar in deze groep werd slechts 69% van de initiële overlevenden door een hulpverlener gezien ...


Eerder onderzoek had gesuggereerd dat het eten van probiotica (een probioticum is een voedingsmiddel met micro-organismen waaraan een gezondheidsbevorderende werking wordt toegeschreven) zoals yoghurt, gezond zou zijn, en bijvoorbeeld zou leiden tot lagere bloedsuikers en lagere bloeddruk. Dit werd nagegaan als onderdeel een uitgebreid voedingsonderzoek onder 18.000 volwassenen (NHANES): in eerste instantie leek de groep die regelmatig probiotica gebruikte, minder kans op depressie te maken (Journal of Neuropsychiatry and Clinical Neurosciences, 2016. doi: 10.1176/appi.neuropsych.15120410). Deze groep bleek evenwel voornamelijk blank, ouder, gezonder, met meer vrouwen, en met hoger gezinsinkomen. Na correctie voor deze factoren verdween het beschermende effect van deze voedingsmiddelen. Hoe kunnen behandelaars weten welke psychotische patiënten mogelijk gewelddadig kunnen worden? Een Zweeds onderzoek in de nationale gezondheidsregisters probeerde dit na te gaan door gegevens van 30 jaar te verzamelen voor 35.000 schizofrene patiënten, 30.000 bipolaire patiënten en 2.763.000 controles (JAMA Psychiatry, 2016. doi.: 10.1001/jamapsychiatry.2016.1349). Deze 6 factoren kwamen bovendrijven: blootstelling aan geweld, het overlijden van een ouder, zelfbeschadiging, schedel-hersentrauma, verwonding bij ongeluk en middelengebruik. Werkloze rokers hebben meer moeite met het vinden van een baan, en wanneer ze er toch een vinden verdienen ze vaak minder dan niet-rokers. Dit zijn de resultaten van een Californisch onderzoek, waarvoor 251 werklozen (131 dagelijkse rokers en 120 nietrokers) gedurende twee jaar werden gevolgd. Ook na correctie voor andere invloeden bleef het verschil erg groot: na één jaar had slechts 27% van de rokers een baan gevonden, tegenover 51% van de niet-rokers (JAMA Internal Medicine 2016;176(5):662-670). Hoewel gespeculeerd kan worden over mogelijke discriminatie in een toenemend rookvrij werkklimaat, is een andere verklaring misschien de vaststelling dat rokers in de steekproef de neiging hadden om in hun uitgaven een grotere prioriteit toe te kennen aan sigaretten dan aan aspecten die hen konden helpen bij het zoeken naar werk, zoals kosten voor vervoer, mobiele telefoon, nieuwe kleding, en het verzorgen van het uiterlijk.

Goeie start, goed brein. Noors onderzoek (in een groep van 974 deelnemers, leeftijd 4 tot 88 jaar) heeft mogen aantonen dat de ontwikkeling van hersenvolume en cognitie een parallel traject volgen, en dat de hoogste trajecten bereikt werden bij een groter geboortegewicht en bij een hoger opleidingsniveau van de ouders (Proceedings of the National Academy of Sciences USA 2016. doi: 10.1073/pnas.1524259113). Dit onderzoek draagt bij aan de groeiende kennis over het belang van prenatale en neonatale invloeden op optimale hersenontwikkeling. Een onderzoek, gebaseerd op telefonische interviews van 1546 Californiërs in de leeftijd van 21 tot 99 jaar, kwam tot de misschien niet geheel verbazende conclusie dat ouderen gelukkiger zijn dan jonge volwassenen (Journal of Clinical Psychiatry, 2016;77(8):e1019– e1025). Ouderdom blijkt dus niet alleen maar kommer en kwel; het idee is nu dat geluk en welzijn het grootst zijn aan het begin en aan het einde van een mensenleven. Dit is onderzoek waar Dymphna blij van wordt. Is Facebook dan toch ergens goed voor? Al langer is bekend dat mensen met sterkere sociale netwerken langer leven. Een onderzoek in Californië wilde met de gegevens uit de bevolkingsregisters nagaan of dit ook voor online netwerken kan gelden (Proceedings of the National Academy of Sciences, 2016. doi: 10.1073/ pnas.1605554113). Hieruit kwam naar voren dat Facebook-gebruikers die meer vriendschapsverzoeken accepteren een lager mortaliteitsrisico hebben. Het laagste risico hebben gebruikers met (niet verbazend) veel offline sociale interactie en matige online sociale activiteiten. Een nog betere kennis van risicoprofielen op basis van dit soort onderzoek zou het mogelijk maken betere risicoprofielen te ontwikkelen en gepaste interventies in te zetten.

REINIER DECEMBER 2016

19


WETEN SCHAP

Effectieve communicatie bij probleemgedrag bij kinderen

Psychiatrie is (ook) goed communiceren Door Nicole van de Gevel Foto Toine Maurix

Door de veranderingen in de zorg – denk aan de invoering van de praktijkondersteuner ggz in de huisartsenpraktijk – krijgen huisartsen vaker te maken met psychiatrische problematiek. Zij moeten, meer dan vroeger het geval was, de indicatie stellen en doorverwijzen naar de juiste plek. En hiermee moeten zij nog duidelijker hun beslissingen beargumenteren en communiceren, naar cliënten en naar collega’s. De psychiatrie raakt steeds meer ingeburgerd in de huisartsenzorg.

Pines Nuku schreef het hoofdstuk ‘Probleemgedrag bij kinderen’ in het ‘Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk (1)’. In dit artikel is Pines aan het woord over het belang van effectieve communicatie en pleit hij voor het inzetten van de juiste expertise op de juiste plek. Ook hebben we het over het centrum Adolescentenpsychiatrie (CAP), zijn visie op het invoeren van de Jeugdwet en de veranderingen in zorgvisie die daarmee gepaard gaan.

20

REINIER DECEMBER 2016

Handboek effectieve communicatie voor de huisartsenpraktijk (2)

“Een huisarts heeft mij gevraagd voor dit handboek een hoofdstuk over probleemgedrag bij kinderen te schrijven. Het handboek gaat over effectieve communicatie met cliënten. Communicatie is een belangrijk onderdeel van het werk van huisartsen, maar is onderbelicht in opleiding en nascholing. De huidige tijd vraagt van huisartsen een andere benadering. Steeds vaker moet een huisarts een uitspraak doen over psychische en gedragsproblemen. Het is een praktijkgericht boek waarin zestig deskundigen uitleg geven over hun aandachtsgebied.” Probleemgedrag bij kinderen Probleemgedrag verschilt in ernst. De ernst wordt bepaald door de heftigheid, de hanteerbaarheid en de gevolgen voor het kind en de omgeving. Er wordt onderscheid gemaakt tussen lastig gedrag, probleemgedrag en gedragsstoornissen. Lastig gedrag valt nog binnen de normale range, maar kan als vermoeiend en vervelend ervaren worden door ouders en omgeving. Probleemgedrag levert meestal last op voor de omgeving. Dat zie je bijvoorbeeld bij druk of impulsief gedrag, concen-


tratieproblemen en opstandig gedrag. Het gedrag belemmert de ontwikkeling van het kind. Vaak ligt er psychische problematiek aan ten grondslag. Als dit gedrag lang aanhoudt en negatieve gevolgen heeft voor het kind is er sprake van gedragsstoornissen. De Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD) en Conduct Disorder (CD) vallen hieronder. In gesprek met de cliënt “In een gesprek met de cliënt (en ouders) maakt de huisarts een inschatting van

wat er aan de hand is. Hoe doe je dat, rekening houdend met de achtergrond van de cliënt? Het gesprek moet antwoord geven op vragen als ‘is er sprake van psychische problematiek, pedagogische problemen of beide?’ ‘Kan deze cliënt begeleid worden in de huisartsenpraktijk of is verwijzing nodig?’ Het is de verantwoordelijkheid van de huisarts om goed door te verwijzen en de juiste inschattingen te maken. Maar daarvoor is expertise nodig die niet standaard in de opleiding tot huisarts wordt aangeleerd en ook (nog) niet in

alle praktijken aanwezig is. Daarvoor zijn deze handvatten bedoeld”, aldus Pines. Expertise aan de basis Pines pleit voor het inzetten van expertise aan de basis. Bij het begin van een traject wordt vaak de eerste inschatting gemaakt van de problematiek van de cliënt en zo nodig wordt deze doorverwezen. “Zorg dat de cliënt direct op de juiste plek terechtkomt en dus de juiste (intensiteit van) zorg krijgt. >>

Pines Nuku is klinisch (jeugd-) psycholoog, psychotherapeut en wetenschappelijk onderzoeker. Hij werkt sinds 2007 bij Reinier van Arkel. De eerste zeven jaar werkte hij bij Herlaarhof, centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie als behandelcoördinator leer- en ontwikkelingsstoornissen (0-12 jaar) en van de kliniek (12-18 jaar). Op Herlaarhof zag Pines jongeren en adolescenten met een breed scala aan problematiek. Vaak was er sprake van gedrags- en stemmingsproblemen in combinatie met beginnende persoonlijkheidsproblematiek. Soms was de oorzaak niet duidelijk. Was hier sprake van psychiatrische, gedrags- of uit de hand gelopen pedagogische (opvoed)problemen die bij de leeftijd horen? Waar ligt de grens, wat is wat? In deze jaren is zijn interesse gewekt voor deze doelgroep, vooral het begrijpen van de raakvlakken van pedagogische, gedrags- en psychiatrische problemen. Vanaf april 2014 werkt Pines bij het centrum Adolescentenpsychiatrie (CAP) als klinisch psycholoog en projectleider van het HYPE (2) team.


>> Psychiatrie is (ook) communiceren

De juiste expertise aan de basis voorkomt dat de cliënt een onnodig lange weg doorloopt met het risico op onderbehandeling, overbehandeling, behandelresistentie of chroniciteit.” Blijven communiceren en afstemming zoeken Een diagnose is richtinggevend aan de behandeling van de cliënt. Communicatie en afstemming tussen behandelaar en cliënt over de diagnose (of hypothese en vermoedens) is belangrijk, maar ook de afstemming tussen zorgaanbieders onderling. In de praktijk kan het voorkomen dat dezelfde kenmerken vanuit verschillende invalshoeken geïnterpreteerd worden. De interpretatie heeft consequenties voor de soort zorg. “Daarom de nadruk op communicatie en afstemming want hiermee vergroot je uniformiteit van benadering, spreek je dezelfde taal en begrijp je elkaars intenties. Psychiatrie is voor een groot deel uitleg, communicatie, afstemming en het bereiken van consensus ook wanneer je van mening verschilt”, aldus Pines. Parent blaming Een van de grootse misvattingen binnen de zorg is het lineair denken. Oorzaak en gevolg. Punt. “Echter, probleemgedrag van kinderen komt niet per definitie voort uit de opvoeding, maar is vaak gelegen in een combinatie van erfelijkheidsen omgevingsfactoren. De wijze waarop ouders reageren op probleemgedrag kan wel bepalend zijn voor het verdere verloop. In de hulpverlening lijkt het zogenaamde ‘parent blaming’ - lineair denken nog diepgeworteld te zijn. Vaak leggen hulpverleners, onbewust en onbedoeld, de oorzaak van problemen van kinderen nog bij de ouder, zonder zich te realiseren dat soms niemand te ‘blamen’ valt. Want

22

REINIER DECEMBER 2016

zelfs goede intenties kunnen onwenselijke consequenties hebben. Het is dus belangrijk de intentie van wat de ouder doet goed te begrijpen, wat wil de ouder bereiken? Tegelijkertijd is het van groot belang de ouder-kind- wisselwerking in de gaten te houden, want gedrag lokt gedrag uit en dit geldt voor de beide partijen.” Centrum Adolescentenpsychiatrie Sinds mei 2014 werkt Pines bij het centrum Adolescentenpsychiatrie (CAP). “Het CAP zit in het traject voor het behalen van het TopGGz-keurmerk. Het is de wens en de ambitie van alle medewerkers om erkend te worden als centrum dat topklinische zorg levert op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen. De speerpunten van het centrum zijn: complexe diagnostiek en topklinische (vroeg)behande-

Probleemgedrag van kinderen komt niet per definitie voort uit opvoeding door de ouders

ring binnen de sector (Jeugdwet) ontstaat een nieuwe visie over problematiek, ernst, ‘normaliteit’ en psychiatrie. De wens om over-psychiatrisering aan banden te leggen, lijkt om te slaan naar over-normalisering. Daarom pleit Pines ervoor de expertise bij de voordeur te plaatsen. “Psychische zorg is complexe materie die door goed geschoolde en ervaren mensen gedaan moet worden. Meer expertise betekent niet meer zorg, maar betere en doeltreffende indicaties en passender zorg.” Als behandelaar van ernstige problematiek is Pines ervan overtuigd dat de trend tot ‘normaliseren’, het sterk protocolleren van zorg en de neiging om niveaus opeenvolgend te doorlopen, leidt tot toename van stigmatisering (bagatellisering), behandelresistentie en mogelijk chroniciteit. “Ook moet expertise minder naar binnen en meer naar buiten gericht en dus breed inzetbaar zijn; naar wijkteams (vroeg in het traject), scholen, jeugdinstellingen en de huisartsenpraktijk. Reinier van Arkel heeft een rol en mogelijk zelfs een morele plicht om deze voorbeeldfuncties te blijven vervullen”, aldus Pines.

ling van persoonlijkheidsstoornissen. Samenwerking met andere eenheden, vooral Herlaarhof, is van belang om een optimale match tussen leeftijd, ernst van de aandoening en aanbod te creëren.” Tenslotte, de Jeugdwet Pines houdt zich, als projectleider HYPE, bezig met de samenwerking met Herlaarhof, voornamelijk het bijeenbrengen van de expertise van het CAP (persoonlijkheidsstoornissen) en Herlaarhof (ontwikkelingsstoornissen) en het optimaliseren van de zorg. De samenwerking is meer dan ooit van belang want met de verande-

1. Handboek effectieve communicatie in de huisartsenpraktijk, Dielissen, P.W., Van der Jagt, E.J., Timmermans, A.A.; NHG, Prelum, medische media, nascholing 2 HYPE: Helping Young People Early, een vroeg interventieprogramma voor jongeren/adolescenten met borderlinepersoonlijkheidstoornissen


F I L M E N P SYC H I AT R I E Door Hester Genefaas

A streetcat named Bob In de bestsellerlijsten van 2010 en 2011 van de Britse uitgeverij Hodder & Stoughton staat tussen Stephen King en John Grisham een boek van de tot dan toe onbekende, voormalig dakloze en drugsverslaafde James Bowen. Zijn waargebeurde verhaal is een succesverhaal, en het succes werd mede (of vooral?) mogelijk gemaakt door Bob, zijn kat. En zoals dat gaat, bestsellers worden verfilmd. Het resultaat, A streetcat named Bob, is, tsja, nou ja, een film die ik als fervent kattenliefhebber in ieder geval niet had willen missen. Het begon allemaal in 2007, toen James Bowen (1979) in het portiek van zijn flat een gewonde poes vond. Bowen, die op dat moment in een methadonprogramma en in een begeleidwonenproject zat, ontfermde zich over het dier. Hij zorgde voor de kat zo lang als de antibioticakuur duurde en wilde hem daarna eigenlijk weer de straat opsturen. Maar straatkat Bob liet zich niet wegsturen. Als een echte Lassie sprong hij zijn brokjesgever achterna toen die de bus instapte, op weg naar zijn plekje in de stad waar hij als straatmuzikant zijn kostje bij elkaar scharrelde. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk.

Na een tijdje begonnen ze op te vallen, deze jonge straatmuzikant (en later verkoper van daklozenkrant ‘The big issue’) met zijn rode kater. Niet alleen Londenaren maar ook toeristen passeerden Bowens speelplek en bleven staan om te kijken. Het publiek was vertederd en wilde Bob aaien of met hem en zijn baasje op de foto. Er werden filmpjes op Youtube gezet, die vervolgens nog meer toeristen trokken. De sneeuwbal ging pas echt rollen toen uitgever Hodder & Stoughton James Bowen aan ghostwriter Garry Jenkins koppelde. In 2012 kwam het boek ‘A streetcat named Bob’ uit. Er werden meer dan een miljoen exemplaren van verkocht en het werd in 30 talen vertaald. Andere boeken volgden in de jaren erna, zowel voor volwassenen als voor kinderen. Inmiddels staat de teller op zeven. En nu dus de film.

‘A streetcat’. Vooral in het eerste deel van de film verrast het camerawerk doordat er scenes gefilmd zijn vanuit het perspectief van Bob. Acteur Luke Treadaway is een goedgekozen James Bowen, vooral omdat hij het muzikale onderdeel van de rol voor zijn rekening nam en de liedjes in de film zelf zong waarbij hij zichzelf op de gitaar begeleidde. Maar de grootste kanshebber voor een Oscar voor dieren, als die zou bestaan, is toch wel Bob de kat, die voor het grootste deel zelf de rol van Bob speelde. Hij kan zich gemakkelijk meten met die andere wereldberoemde rode kat Orangey uit Breakfast at Tiffany’s (1961), en dát was een prof. A streetcat named Bob is vanaf 22 december te zien in de Verkadefabriek en andere filmtheaters.

Voor de regie tekende Roger Spottiswoode, die onder andere de Bond-film Tomorrow never dies (1997) regisseerde. Ook maakte hij Turner & Hooch (1989) met Tom Hanks en een Bordeaux dog in de hoofdrol. Werken met dieren had Spottiswoode dus al goed in de vingers, wat dan ook is te zien in

REINIER DECEMBER 2016

23


ACHTER GROND

'Beschermd thuis' “De koffie is bijna doorgelopen,” zegt Ger (56) als hij de deur voor me opent. Ook Jos (52) staat in de hal om me te begroeten. In de woonkamer staat de televisie luid, zonder dat er iemand kijkt. Op tafel een bos verse rode rozen. Een gewoon huis in een gewone straat, maar met mensen die vanwege een psychiatrische aandoening kwetsbaar zijn. De koffie wordt ingeschonken, de koekjestrommel gaat open.

Door Ilse van den Eeden

Foto Marc Bolsius

Schijndel Ger en Jos vertellen over wat er het afgelopen jaar met hen is gebeurd. De schrik zat er begin 2016 goed in, toen er gesproken werd over het sluiten van de beschermd wonen voorziening in Schijndel. Gelukkig is van sluiten niet langer sprake. Wat wel staat te gebeuren is de kanteling van ‘beschermd wonen’ naar ‘beschermd thuis’. Hierbij is sprake van het scheiden van wonen en zorg waarbij de hulpverleners van Reinier van Arkel de benodigde gespecialiseerde zorg blijven bieden. Andere instanties of zorgaanbieders bieden ondersteuning bij andere zorg- en levensbehoeften en de woningbouwcoöperatie draagt zorg voor de woning. “Er zijn verschillende bijeenkomsten en vergaderingen geweest, hier bij ons in de Offenbachstraat en ook in ’t Spectrum, het cultureel centrum hier in Schijndel. De Cliëntenraad kwam voor ons op, die reageerden best fel,” aldus Ger. “Het is fijn om te weten dat zij alles mee in de gaten houden.” Zelf zijn Ger en Jos niet bij alle bijeenkomsten aanwezig geweest, de drukte en onrust die dat teweegbrengt, mijden ze liever.

24

REINIER DECEMBER 2016

Verschillende soorten begeleiding Onderling wordt er wel met medebewoners over de op stapel staande veranderingen gesproken. Jos: “Budgetcoaches komen ons helpen om duidelijk te krijgen hoe het financieel geregeld moet worden. Nu betalen we een all-in bedrag, maar voor alles moet straks een potje komen. Voor gas en licht, voor eten, voor begeleiding.” “Ik hoorde van iemand die de budgetcoach al heeft gesproken dat het niet goedkoper zal worden maar ook niet duurder. Dus dat is goed,” vult Ger aan. Duidelijk voor hen is dat er in de begeleiding die ze gaan ontvangen het nodige zal veranderen. Ger: “Daar komen nog gesprekken over, maar ik heb al tegen de begeleiding van hier gezegd dat ik alleen hulp bij het douchen van de vaste mensen wil, ik moet er niet aan denken dat er iedere keer iemand anders komt.” Jos: “Dat gaat wel gebeuren, de zorg wordt straks door meerdere mensen uitgevoerd en het is belangrijk dat dat goed wordt gecoördineerd.” Zowel Ger als Jos maken duidelijk dat gespecialiseerde begeleiding in de toekomst nodig blijft. Jos: “Het is nodig dat ik kan terugvallen op iemand die heel deskundig is. Dat zorgt voor stabiliteit in mijn leven. Ik voel me veilig als ik weet dat er altijd iemand in de buurt is

die ook zo af en toe een kijkje komt nemen en even vraagt hoe het gaat.“ “Ik heb last van depressies,” vertelt Ger. “Iedere dag moet ik weer knokken. Met mijn medicijnen ga ik slordig om, hier ligt een pilletje en daar een zakje. De begeleiding en de gesprekken met de psychiater en psycholoog heb ik echt nodig.”


Reinier van Arkel is samen met gemeenten en andere partijen druk doende om het beschermd wonen te ‘kantelen’. Vanaf 2016 tot 2024 worden zoveel mogelijk plaatsen beschermd wonen omgevormd tot beschermd thuis waarbij sprake is van het scheiden van wonen en zorg. Er wordt mee gestart bij het beschermd wonen in Schijndel en ’s-Hertogenbosch. Met de 33 cliënten uit deze voorzieningen wordt gekeken hoe de woonsituatie kan veranderen, om zo zelfstandig mogelijk te blijven wonen. De kanteling sluit aan bij de regiovisie ‘Beschermd wonen, maatschappelijke en verslaafdenopvang’ van de gemeenten in de Meierij en Bommelerwaard.

Kanteling Het kantelingsproces heeft nog niet geleid tot grote veranderingen op individueel niveau, maar is zichtbaar in kleine, maar voor Ger zeer wezenlijke, dingen. Zo heeft zijn persoonlijk begeleider samen met hem gezocht naar dagbestedingsmogelijkheden buiten de ggz, in de maat-

schappij. Ger: “Ik heb jaren gewerkt in de bloemenkwekerij. Daar kwamen mensen met een nog veel zwaardere beperking dan ik. Het was er leuk, maar ik ben van oudsher kok en hou van koken. Mijn persoonlijk begeleider kent de weg en weet hoe het werkt. Toen hij hoorde dat ik het koken weer wilde oppakken, is hij samen

met mij naar de vrijwilligerscentrale gegaan. Hij steunt me dan en dat maakt het voor mij gemakkelijker om zo’n stap te zetten. Ze denken dat er nu voor mij een plekje is gevonden waar ik om te beginnen een halve dag per week als kok aan de slag kan. Dat is fijn want de hele dag thuis zitten dat is niks.” Beiden spreken de voorkeur uit om gezamenlijk met medebewoners en in Schijndel te blijven wonen. Ger: “Ik ben nu zeven jaar hier, daarvoor was ik getrouwd. Ik ben nog nooit alleen geweest.“ Voor Jos geldt exact hetzelfde, ook hij was nooit alleen. Hij woont nu twee jaar in de Offenbachstraat en woonde daarvoor onder meer op het Zorgpark Voorburg in Vught en in een instelling in Nijmegen. “Ik moet er niet aan denken om alleen te zijn,” zegt hij. “Dan zakt je sociale kant helemaal weg.” Zijn kinderen vinden het ook fijn om hem hier te komen bezoeken. “Ze komen met plezier en kunnen het ook goed met mijn medebewoners vinden.” Voor Ger geldt dat zijn kinderen en kleinzoon ook in Schijndel wonen en hij heeft er zijn vrienden. Iedere zaterdag gaat hij met hen het dorp in, dan drinken ze wat en nemen een borrelgarnituur bij de plaatselijke kroeg. Dat de toekomst verandering zal brengen, beseffen ze terdege. Wanneer en wat er dan exact verandert is voor hen nog niet duidelijk. Ze wachten het keukentafelgesprek met vertrouwen af.

REINIER DECEMBER 2016

25


Door Eduard van den Brand

Op een Op 15 juli 2016 is de dichter Hans R. Vlek op 69-jarige leeftijd overleden. Een van zijn gedichten is speciaal geschreven voor en gegraveerd bij de glazen toegangsdeur van Reinier van Arkel aan de Bethaniestraat. In 1999 verscheen onderstaand artikel in het personeelsblad van Reinier van Arkel, de Overdwars, naar aanleiding van de opening van het hoofdgebouw en onthulling van het gedicht.

Pro memoriam domam Ianvs Bifrons god van de deur die kronos en saturnvs gebaard in zich verenigt heeft - hoewel zo schijnt - geen gespleten persoon in zich maar lux der geduchte gedachte Hij oude god van regeneratie en jaarbegin - oom van Jannen en Johans - werd door een oude dichter ooit in een hard patriciërshoofd verwekt Ianvs Bifrons god van de deur en vader van ianuari had ooit een tempel op het forum van rome waar slechts de keizer mocht komen en Daarom zijn de Jantjes trots: de eenvoudigste naam is geen pensvm tot last Dus leergierigen ooit monseigneur: Ave Ianvs god der betere deur Joh. R. Vlek

26

REINIER DECEMBER 2016

Het is slechts aan enkele uitverkorenen gegeven om een schilderij van Monet te bewonderen in de tuin van de meester zelf, om het gedicht ‘De moeder, de vrouw’ te savoureren aan de voet van de Bommelse brug en om van een boek van Reve te genieten met een Meedogenloze Jongen onder handbereik. De argeloze (of niet zo argeloze) bezoeker van Reinier van Arkel hoort tot die beperkte groep van uitverkorenen. Bij de toegangsdeur van het gebouw aan de Bethaniestraat is namelijk een gedicht afgebeeld, dat door de maker, Hans R. Vlek, speciaal geschreven is voor deze deur. Voor veel mensen is een gedicht een stukje tekst dat niet in eentwee-drie te snappen is, en dat zijn betekenis pas na indringend lezen prijsgeeft. In die zin hebben we hier te maken met een echt gedicht. Met zijn titel Pro memoriam domam valt het meteen met de deur in huis. Pardoes worden we twee millennia terug in de


KUNST EN PSYCHIATRIE

deur

Een gedicht voor arbeiders verklaard

tijd geworpen en bevinden we ons in de antieke Romeinse wereld met zijn goden, gladiatoren en tempels. De titel geeft ons enkele aanwijzingen waar we wat mee uit de voeten kunnen. Het woord memoriam doet sterk denken aan begrafenismissen en memoblokjes, en in het woord domam menen we het Latijnse woord domus voor huis te herkennen. Die Latijnse aandoende titel roept de vraag op of het hier wel om een Nederlands gedicht gaat, maar die vraag kan direct bevestigend beantwoord worden. Wanneer de dichter echt Latijn had willen schrijven, had hij vast wel het grammaticaal meer correcte Pro memoriam domus geschreven. De dichter schrijft echter, eigenzinnig als dichters nu eenmaal zijn, Pro memoriam domam wat dan letterlijk betekent Voor de herinnering van het huis of liever (met in het achterhoofd een woord als pro-memorierekening) een huis om niet te vergeten.

Janus Bifrons was een Romeinse god die afgebeeld werd als een gebaarde man met twee voorhoofden (bi-frons). Een janus stond bij belangrijke in- en uitgangen en de beroemdste janus, Janus Geminus, had een heiligdom op het forum in Rome. In tijden van oorlog stonden de deuren van dat heiligdom wijd open, in vredestijd (een ook in die dagen zeldzaam verschijnsel) waren ze gesloten. Janus werd, als god van alle begin en einde, al zeer vroeg in de geschiedenis als god vereerd, iets wat hij gemeen had met de oergod die in Griekenland Kronos en in Rome Saturnus genoemd werd. Bij de lux, die Janus in zich heeft, moeten we overigens waarschijnlijk meer aan licht denken dan aan een afwasmiddel. Zo frivool zal de dichter ook weer niet geweest zijn. Naar deze god van schepping en herschepping (regeneratie) werd uiteraard ook de eerste maand van het jaar genoemd. Als zodanig noemt de dichter Janus de vader van januari. En omdat Janus ook tegelijkertijd zo’n mooie oude Nederlandse naam is (Janus en Bet, Janus, Janus, pak me nog een keer) wordt de Romeinse god Janus ook in een moeite door de oom van talloze Nederlandse jongens van Jan de Witt. Dat daarmee de oude eerbiedwaardige apostel, evangelieschrijver en apocalypticus Johannes zijn omelijke rechten kwijtraakt, nemen wij als deemoedige lezer maar op de koop toe. Na dit Nederlandse plaagstootje kunnen we weer ongestoord wegdromen in het klassieke universum die het gedicht voor ons bouwt, totdat bijna aan het eind de twintigste eeuw onverbiddelijk tussen de zuilen door komt marcheren. Want daar komen de Jantjes! Recht vanuit Beppie Nooy’s volkstoneel, met hun braniekraag om de schouder. Trots op de respectabele achtergrond van hun naam, die geen pensum (dagtaak?) tot last is. Zoals gezegd, dit gedicht geeft zijn betekenis niet zomaar prijs, en ook na indringend lezen, blijven er nog voldoende vragen over. Bijvoorbeeld wie was de patriciër in wiens harde hoofd Janus werd verwekt, en wie was de dichter die voor dat verwekken verantwoordelijk was? En wie of wat is dat pensum dat niet gestoord wordt door de naam Janus? . Het lijkt niet voor niets dat de dichter zich aan het einde richt tot leergierigen; daar moet hij ons, lezers mee bedoelen. Maar wat wij dan vervolgens dan met een monseigneur te maken hebben (Sint Januarius misschien, Napolitaanse bisschop en martelaar ten tijde van Diocletianus?) is me ook na herlezen en nog eens een keer lezen een raadsel gebleven. Het is maar goed ook dat er vragen overblijven, want het gedicht is méér dan alleen een raadsel in woorden en zinnen, dat met behulp van een Latijns woordenboek en een encyclopedie volledig op te lossen is. Want weinig dingen zijn zo saai als een opgelost raadsel. (evdb)

REINIER DECEMBER 2016

27


ACHTER GROND

Vertrouwen in de toekomst Herlaarhof: met specialistische kennis bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van kinderen en jeugdigen

Twee jaar geleden alweer werd de Jeugdwet van kracht. Met ingang van 1 januari 2015 werden gemeenten verantwoordelijk voor alle jeugdhulp, dus ook de specialistische kinder- en jeugdpsychiatrie. De periode van transitie, die naar verwachting tot 2018 duurt, gaat gepaard met een inhoudelijke vernieuwing, de zogenoemde transformatie. Dat betekent dat zorginstellingen en maatschappelijke voorzieningen zich meer moeten gaan richten op de versterking van de eigen kracht van kinderen, jongeren en opvoeders. Een complexe operatie die niet zonder slag of stoot verloopt. Mariëlle Ploumen, directielid behandelzaken van Herlaarhof, ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet.

Door Ilse van den Eeden

Foto Toine Maurix

Omslag in denken “Herlaarhof heeft het afgelopen jaar de bakens verzet en dat is een knappe prestatie van onze medewerkers. 2016 Was een moeilijk jaar maar er is een ongeloof-

28

REINIER DECEMBER 2016

lijke prestatie geleverd voor de cliënten, hun ouders en voor Herlaarhof, ”aldus Mariëlle. “Toen ik hier nu bijna een jaar geleden begon, vielen de kennis en expertise en enorme betrokkenheid van medewerkers bij onze cliënten en de verbondenheid met Herlaarhof me op. Ondanks moeilijke tijden leeft er veel enthousiasme en plezier. Herlaarhof is altijd een specialistisch centrum geweest. De afgelopen jaren is er nogal wat veranderd voor de kinder- en jeugdpsychiatrie hetgeen heel veel vraagt van behandelaren en de inzet van behandeling. Zo wordt van ons gevraagd alleen het specialistische deel te behandelen en door te verwijzen naar een 1e lijn of huisarts die de verdere behandeling moet overnemen. Dit was de jaren hiervoor anders en maakt ook dat er bepaalde vormen van behandeling niet meer binnen Herlaarhof gegeven kunnen worden en dus ook dat de behandelduur vaak korter wordt. Vooral het zich beperken tot enkel de specialistische kinder- en jeugdpsychiatrie is voor onze medewerkers soms lastig. Hulpverleners waren vanuit het verleden niet gewend om slechts een deel van het complete behandeltraject uit te voeren of over te dragen aan anderen. En toch

was dat nu juist de opdracht van de transformatie: wij zijn er om – samen met andere (zorg-) instanties- een steentje bij te dragen aan het herstel van een stagnerende ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Dat doen we door specialistisch maatwerk te bieden en dat is wezenlijk iets anders dan ‘alles zelf behandelen’. Dat het gelukt is om deze omslag in denken te maken, terwijl er daarnaast nog sprake was van forse bezuinigingen en wachtlijsten die weggewerkt moesten worden, zegt veel over de kwaliteit van onze professionals.” Focus op complex De nieuwe jas die Herlaarhof zich heeft aangemeten, is verankerd in een nieuwe missie, visie en portfolio. Hieruit blijkt duidelijk dat Herlaarhof zich richt op de behandeling van complexe psychiatrische problematiek en/of complexe systemische problematiek. Herlaarhof kiest ervoor om de behandeling van enkelvoudige problematiek over te laten aan partners in de basis-ggz en jeugdzorg. “Het wil niet zeggen dat we geen kinderen met dyslexie of ADHD behandelen hoor,” haast Mariëlle zich te zeggen. “Maar bij deze kinderen is


er sprake van comorbiditeit, zoals nog andere diagnoses, systeemproblematiek of school- en sociale problemen.” Omgeving actief betrekken Aan de nieuwe missie en visie liggen het gedachtegoed van systemisch werken en de herstelvisie ten grondslag. Dat komt op verschillende manieren tot uiting. Marielle: “Voor Herlaarhof als organisatie betekent dat goed samenwerken met alle gebieden waar het kind in leeft. Onze hulpverleners voeren het behandeltraject sámen met andere professionals uit. Wij geven het (medisch) specialistische stuk vorm, dat is onze taak. Aan andere betrokkenen in de zorgketen leveren wij bijvoorbeeld consultatie en advies.” Systemisch werken betekent in de zorgverlening het actief betrekken van het systeem, zoals ouders of verzorgers, bij de behandeling. “De omgeving is dat van de geestelijke gezondheidszorg niet gewend, maar in het algemene ziekenhuis kijkt niemand ervan op als ouders de eerste dagen van een opname intensief aanwezig

Mariëlle Ploumen Marielle Ploumen is sinds begin 2016 werkzaam als directielid behandelzaken binnen Herlaarhof. Ze studeerde aan de universiteit van Maastricht geneeskunde en gezondheidswetenschappen. Al tijdens haar studie werd voor haar duidelijk dat ze wilde werken binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. In Rotterdam (Yulius) startte ze haar opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater en vervulde ze haar eerste managementfunctie. Bij Arkin werkte ze geruime tijd als directeur langdurige zorg, verslaving en psychiatrie, ouderen en spoedeisende hulp. De voorliefde voor de kinder- en jeugdpsychiatrie besloot haar te doen terugkeren naar dit domein.

zijn. Wij streven er naar dat ieder kind en iedere jongere naar vermogen kan deelnemen aan de samenleving. Het is dan van belang om niet naar het kind alleen te kijken maar ook naar hoe het kind functioneert binnen het gezin, op school en bij verenigingen. We vragen dus iets van het systeem. We zullen ouders of verzorgers en school nog intensiever dan voorheen bij de zorg betrekken, zeker wanneer de kinderen en jongeren een hele intensieve zorgbehoefte hebben en een opname no-

dig is. Blijven slapen (rooming-in) is dan een mogelijkheid. Ook bij de dagbehandeling en in poliklinische contacten voeren we dit systemisch werken door. Dit betekent vooral dat we meer outreachend zullen gaan werken. We gaan naar systemen toe, we zijn in de wijk aanwezig en werken meer samen met het sociale domein.” Dit is een verandering die volgens Mariëlle niet alleen zorgt voor vooruitgang in het welzijn van het kind maar ook een voor het kind gezondere leefomgeving. >>

REINIER DECEMBER 2016

29


>> Vertrouwen in de toekomst

Nieuwe koers zichtbaar in 2017 De veranderde koers wordt in 2017 concreet zichtbaar. Marielle: “Zorginhoudelijk zijn keuzes gemaakt, waar staan we voor, waarin zijn we onderscheidend en wat doen we niet meer. Deze keuzes horen bij het proces van transformatie en de nieuwe samenwerkingsverbanden met gemeenten en (maatschappelijke) instanties die hierdoor zijn ontstaan. Waar mogelijk bieden we de hulp dichtbij de eigen omgeving van het kind. Er zijn al bedden afgebouwd, in 2017 zullen er nog enkele bedden volgen. Een aantal van de bedden die we behouden worden ingericht als High Intensive Care-unit, waar we heel intensief, maar met zo min mogelijk toepassing van dwang of drang toepassingen, kinderen en jongeren die in een ernstige crisis verkeren behandelen.

behandelmethoden. Het versterken van de FACT-teams draagt ook bij aan een intensievere samenwerking met de wijkteams. Er is weliswaar al sprake van samenwerking maar dit kan en moet – over en weer - nog beter om ook voor en na de overdracht bij elkaar betrokken te zijn. Onze expertise op het gebied van trauma, licht verstandelijke beperking in combinatie met psychiatrische problematiek en op het gebied van een bedreigde persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt zich het komend jaar merkbaar verder waarbij we onze expertise zullen delen met onze partners en graag nauw willen samenwerken, ook met de volwassenenpsychiatrie. Zo is er sprake van de oprichting van een HYPEteam in samenwerking met het Centrum AdolescentenPsychiatrie (CAP) van Reinier van Arkel. HYPE staat voor Helping

Wie zijn wij? Herlaarhof, centrum voor kinder- en jeugd psychiatrie biedt tweede- en derdelijns specialistische kinder- en jeugdpsychiatrische zorg in 120 plaatsen in heel Brabant. We hebben vestigingen in Vught, Veldhoven, Helmond, Oss, Zaltbommel, ’s-Hertogenbosch en Waalwijk. Onze klinische zorg, het multifunctioneel centrum voor kinderen met een licht verstandelijke beperking, de dovenpsychiatrie en het Top Referent Trauma centrum hebben een bovenregionale functie. Herlaarhof heeft een opleiding voor kinder- en jeugdpsychiatrie en is gekoppeld aan de A-opleiding van Reinier van Arkel. Daarnaast participeren wij in diverse samenwerkingsverbanden, met stakeholders en ketenpartners zowel regionaal, bovenregionaal als landelijk om de transitie en transformatie van de jeugdzorg goed vorm te geven.

Tegelijkertijd bouwen we binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie een Intensive Home Treatment-team (IHT-team) en versterken we het FACT. Zowel FACT als IHT zijn intensieve vormen van behandeling en begeleiding in de thuissituatie van de cliënt. We werken hierin nauw samen met de collega’s van volwassenenzorg waar inmiddels al ervaring bestaat met deze

30

REINIER DECEMBER 2016

Young People Early en is een behandelvorm voor jongeren met kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Uit onderzoek is gebleken dat deze behandeling goede resultaten biedt. Door samen op te trekken willen we de leeftijdsgrenzen die nu nog bestaan tussen Herlaarhof en de adolescentenpsychiatrie beslechten.

Terugkijken op transitie De overgang naar de Jeugdwet, de noodzaak om te veranderen en niet te vergeten de bezuinigingen en dat allemaal tegelijkertijd, maakten de afgelopen periode lastig voor de medewerkers. De opdracht van staatssecretaris Van Rijn aan de gemeenten om minder geld uit te geven aan de volgens hem ‘te dure GGZ-zorg’ daar is Mariëlle het niet mee eens. “Onze zorg is niet per definitie duur, als je het goed inzet en daarmee bedoel ik ‘daar waar nodig’ dragen we bij aan het stoppen van een stagnerende ontwikkeling en dat is op de lange termijn goedkoper voor de maatschappij. Positiever is ze over het gedachtegoed van de transitie. “De transitie heeft er voor gezorgd dat we als Herlaarhof speler worden in het sociale domein. En daar horen we wat mij betreft thuis; een stoornis is immers niet los te zien van de totale ontwikkeling van kinderen en jongeren. De transitie dwingt ons ook tot samenwerking en dat maakt de zorg aan kinderen en jongeren uiteindelijk beter omdat de partijen zich kunnen focussen op het leveren van de eigen expertise.” Missie Herlaarhof Voor kinderen en jongeren met de meest complexe psychiatrische problematiek die stagneren in hun ontwikkeling en hun gezin is Herlaarhof, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie hét expertisecentrum bij uitstek. Visie Herlaarhof Met specialistisch maatwerk gericht op herstel zetten we, in samenwerking met partners, het kind en het gezin in hun kracht. We streven ernaar dat ieder kind en iedere jongere naar vermogen kan deelnemen aan de samenleving. Een snel toegankelijke specialistische diagnostiek en (toeleiding tot) de beste behandeling dragen hiertoe bij, net als het delen van onze expertise met cliënten en onze samenwerkingspartners binnen en buiten de zorg.


Nieuws uit 1853 Antiquariaat Duthmala stuurde ons onderstaand artikel over Reinier van Arkel uit de krant ‘De Grondwet’ van 1 september 1853.

Onze correspondent uit 's Hertogenbosch schrijft ons - ' Gister op eene wandeling bood zich aan ons de gelegenheid aan om de vergrooting van het schoone krankzinnigen gesticht te 'sHertogenbosch te bewonderen. Dit godshuis, zoo gering bij zijn ontstaan, is thans voor de krankzinnigen uit Zeeland, Noord-Brabant en Limburg bestemd, en schijnt zijn toppunt van volmaaktheid bereikt te hebben. Onwillekeurig kwam ons, bij de bezigtiging van dit trotsche gebouwd de spreuk in het geheugen: «Een struik wordt eenmaal een boom» en voelden wij ons opgewekt eene en andere merkwaardigheid van hetzelve mede te deeien. In 1442 namelijk, bevonden zich 6 arme krankzinnigen binnen deze stad, die door hunne nabestaanden in hunne woningen, zoo goed en kwaad het kon, verzorgd werden. De heer Reinier van Arkel, bewogen met het lot dezer ongelukkigen, stond zijn huis en de noodige geldmiddelen tot onderhoud voor hen af. Later werden daarin 10 en meer krankzinnigen, tegen betaling van eene jaarlijksche som opgenomen; het bestuur ordende zich allengs, zoodat in 1845 reeds 80 personen onder eene geneeskundige behandeling aldaar verpleegd werden. Wij behoeven niet te zeggen, dat de afgestane woning van den heer Van Arkel weldra te klein werd en het gesticht aanzienlijke uitbreidingen noodig had. Om vroegere verbeteringen voorbij te gaan, werd hieraan dan ook in 1838 voor ’28,000, in 1845 voor ruim ’100,000 en thans voor ruim /36,000 verbouwd, zoodat het gesticht sedert 1838 bereids ruim ’164,000 gekost heeft. De lijders hebben ruime en luchtige zalen, voor de verschillende behoeften der verpleging ingerigt, en

naar behooren verlicht en verwarmd; onderscheidene badkamers en badtoestellen, uitgestrekte pleiziertuinen en opene plaatsen, waarop het noodige is aangebragt voor veraangenaming, uitspanning en afleiding. Zij zijn in drie klassen verdeeld, naar gelang van het betaalde kostgeld. Degene, wier te erge toestand het verkeer met de minder ongelukkigen niet gedoogt, hebben tezamen eene afzonderlijke verblijfplaats, in het bijzonder voor hunnen toestand ingerigt. De mannen zijn ten eenenmale afgescheiden van de vrouwen. Voor de veiligheid, zoowel met betrekking tot bewaking, vuur en licht, als tot ieder ander opzigt, zijn alle mogelijke voorzorgen genomen. Volslage afzondering of andere middelen van dwang worden niet dan in de uiterste noodzakelijkheid aangewend. Overigens geschieden de voeding en het

onderhoud, de geheele verpleging en behandeling in het algemeen, in voortdurend overleg met den bijzonderen geneesheer van het gesticht, voor wiens voorschriften ook aan zoodanige lijders, wier toestand zulks veroorlooft, met goedvinden hunner betrekkingen, wordt toegelaten, buiten het gesticht eenige uitspanning te nemen, of gedurende eenen bepaalden tijd in den schoot hunner familie door te brengen. De grootste orde en eene naauwelijks te gelooven zindelijkheid treft men door het gansche gesticht aan en het 'is om al deze redenen, dat er hoe langer hoe meer lijders ter opname tegenwoordig worden aangeboden, zoodat in dit gesticht, dat in den beginne slechts 6 krankzinnigen bevatte, zich thans 97 mannen en 75 vrouwen bevinden. Mogt er tot heden nog iets doelmatigs ontbroken hebben, gewis is die leemte nu aangevuld. Trouwens was het vroeger eigentlijker een bewaringsgesticht voor krankzinnigen dan wel een geneeskundig gesticht, nu is hierin voorzien door den aanleg van eenen grooten moestuin, door de lijders zelve te bebouwen; en deze arbeid in de opene lucht brengt veel tot herstel der gekrenkte geestvermogens bij. Ten einde alles zoo volledig mogelijk te hebben, wordt er in den moestuin eene volkomene boerderij met 8 of 9 koebeesten aangelegd. Bidplaatsen, tot uitoefening der Roomsche en Protestantsche eeredienst, zijn mede in aanbouw. Kortom wij kunnen den vreemdeling die 's-Hertogenbosch bezoekt, aanbevelen pogingen aan te wenden om het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen alhier te bezigtigen. Hij zal zich voorzeker den tijd en de moeite daaraan besteed niet beklagen.

REINIER DECEMBER 2016

31


WETEN SCHAP

Kennis van (zelf)inzicht en wetenschap Hoe slechter mensen met Korsakov cognitief presteren, hoe beter ze denken te functioneren. Dat laat de uitkomst van een onderzoek dat in oktober van dit jaar in het tijdschrift Psychiatry research werd gepubliceerd zien. Paul van der Heijden, klinisch psycholoog bij het centrum Adolescentenpsychiatrie en P-opleider bij het Leerhuis van Reinier van Arkel, leverde een bijdrage aan dit artikel. Reinier ging met hem in gesprek over de aanloop naar zijn wetenschappelijke loopbaan, zijn werk als P-opleider en het schrijven en gepubliceerd krijgen van wetenschappelijke artikelen. Door Hester Genefaas

Foto Toine Maurix

Cola in de kantine Toen Paul klaar was met zijn studie psychologie, was de situatie op de arbeidsmarkt voor basispsychologen niet erg rooskleurig. Van een stagebegeleider kreeg hij de tip om drie maanden in Amerika stage te lopen. “Ook als ik daar alleen maar cola dronk in de kantine, zou dat goed staan op mijn cv, had mijn stagebegeleider gezegd”, aldus Paul. Het liep echter anders. Het hoofd van de Amerikaanse revalidatiekliniek waar Paul stage liep, was nogal Spartaans ingesteld. Niet alleen op het werk stelde hij hoge eisen, maar ook aan Paul. Zo kwam het dat hij in het korte tijdsbestek van drie maanden twee wetenschappelijke artikelen schreef. Paul: “Later tijdens mijn vervolgopleidingen tot gz- en klinisch psycholoog moest ik ook de nodige artikelen schrijven. Omdat

32

REINIER DECEMBER 2016

ik over veel onderzoeksgegevens beschikte, kon ik meer schrijven dan eigenlijk nodig was. Uiteindelijk vormde een aantal artikelen samen een proefschrift.” In die tijd onderzocht Paul onder andere profielen van verdachten die in het Pieter Baancentrum werden onderzocht, en bekeek hij of bepaalde persoonlijkheidstrekken een relatie hadden met het soort delict dat ze hadden gepleegd. Opleiding Inmiddels werkt Paul ruim tien jaar bij Reinier van Arkel. Naast zijn werk als klinisch psycholoog en als wetenschappelijk onderzoeker, is hij werkzaam als P-opleider. Dat houdt in dat hij verantwoordelijk is voor alle psychologische vervolgopleidingen die Reinier van Arkel in huis heeft. Dat zijn er momenteel vier: de basispsycholoog-trainee, gz-psycholoog (gz staat voor gezondheidszorg), klinisch psycholoog specialist en psychotherapeut. “Op dit moment zijn er vijfentwintig mensen die deze opleidingen doen. Ik regel hun opleidingsplaatsen en evalueer hun functioneren, en zorg in het algemeen voor een kwalitatief goed opleidingsklimaat.” Leuk aan dit werk vindt Paul de samenwerking, ook met andere instellingen. “We werken samen met het Jeroen Bosch ziekenhuis (JBZ) als het gaat om opleidingsplaatsen. Maar ook trekken we op met de HSK groep, Vincent van Gogh (ggz) en de Robert Coppesstichting. De laatste bijvoorbeeld heeft een heel specifieke deskundigheid - voor mensen met een visuele beperking - waardoor het lastiger is om volwaardige opleidingsplaatsen in te richten.”

Eerlijk liegen Een jaar lang deed Paul onderzoek bij collega ggz-instelling Vincent van Gogh, meer in het bijzonder bij het Topklinisch Centrum voor Korsakov en alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen. Hier was hij als copromotor betrokken bij een onderzoek naar zelfinzicht en zelfrapportage bij mensen die - als gevolg van hun langdurige alcoholgebruik - ernstige problemen hebben met hun geheugen en andere hersenfuncties. Wanneer heeft iemand eigenlijk Korsakov? “Er is sprake van een glijdende schaal: mensen die (nog) geen Korsakov hebben, kunnen zich slecht concentreren en hebben inprentingsproblemen, en hebben moeite hun leven op orde te houden. Maar iemand met Korsakov heeft dat allemaal in veel sterkere mate. In ons onderzoek hebben we een interessant verschil op die glijdende schaal gevonden: mensen met Korsakov hebben een slechter inzicht in wat ze kunnen dan mensen met mildere alcoholproblemen. Ze hebben nadrukkelijk de neiging om hun problemen actief te ontkennen. Als je ze confronteert met de realiteit, dan komt de boodschap niet binnen of het beklijft maar heel kort. Als je ze vraagt of ze elke dag de krant helemaal lezen, dan zeggen ze ‘ja’, terwijl ze dat in werkelijkheid niet doen. Ze willen zich niet beter voordoen, ze denken dat echt. Daarom wordt dit verschijnsel ook wel ‘eerlijk liegen’ genoemd.” Goede diagnostiek Het is dus zo dat juist de mensen met wie het echt slecht gaat, dit zelf harder ontkennen dan de mensen die minder cogni-


tieve problemen hebben. Wat betekent dat in de praktijk? “Het kan betekenen dat cliënten overvraagd worden, omdat ze eigenlijk trager zijn dan wordt ingeschat. Maar niet alleen de Korsakov-patiënt is wat hemzelf betreft een onbetrouwbare graadmeter, ook een behandelaar kan de cognitieve vermogens niet altijd even goed inschatten.” Wat betreft diagnostiek is het resultaat van dit onderzoek dan ook indirect een pleidooi voor het gebruik van goede vragenlijsten en testen, niet toevallig het stokpaardje van Paul. “In ziekenhuizen en revalidatieklinieken zie je dat neuropsychologische diagnostiek meer wordt toegepast. In de DSM 5 wordt bij bepaalde ziektebeelden zoals Korsakov vaker dan voorheen neuropsychologisch onderzoek gevraagd. Meestal zijn deze testen goed en valide. Toch zie je in met name de ambulante psychiatrie dat er nog niet zoveel expertise is op neuropsychologisch gebied. Dat zou beter kunnen.” >>

REINIER DECEMBER 2016

17


>> Kennis van (zelf)inzicht en wetenschap

Route naar publicatie Het artikel over zelfinzicht bij mensen met Korsakov waaraan Paul heeft meegewerkt, is tot stand gekomen als onderdeel van een promotietraject, waarbij Paul copromotor was. Serge Walvoort, werkzaam bij Vincent van Gogh, was promovendus; inmiddels is hij op 4 november van dit jaar gepromoveerd. Maar er zijn nog andere manieren om betrokken te worden bij een artikel. “Een gezamenlijk belang, zoals bijvoorbeeld de introductie van een nieuw medicijn, kan de reden zijn om een artikel te publiceren. Als het medicijn voor een specifieke groep is, bijvoorbeeld psychotische patiënten, en je hebt 200 patiënten nodig, dan kom je gemakkelijk aan twintig verschillende auteurs (verbonden aan evenveel instellingen), die allemaal hun naam boven het artikel hebben staan. Dat zie je vaak in de medische wereld. Op die manier een bijdrage leveren aan de onderzoeksdata kan voldoende zijn om genoemd te worden.” Er is ook altijd een vaste volgorde waarin de auteurs genoemd worden. “Er zijn strakke richtlijnen voor wat een auteur gedaan

34

REINIER DECEMBER 2016

moet hebben om op een bepaalde plek in de rij genoemd te worden. Ook zijn er tijdschriften die vragen om expliciet te vermelden wie wat precies heeft gedaan: data verzamelen, analyseren, schrijven.” Op dat moment ben je al met de redactie van het tijdschrift in gesprek. “Dan mag je van geluk spreken. Meestal wordt een artikel afgeschoten en mag je blij zijn als je het opnieuw mag proberen. Er kan van alles mis zijn; of ze vinden het niet binnen de scope van het tijdschrift passen, of het is te rommelig opgeschreven. Soms kunnen ze niet goed gekeken hebben omdat ze binnen het uur een afwijzing sturen.” De redactie van een wetenschappelijk tijdschrift bestaat uit een redacteur en twee anonieme lezers, die ook je collega’s kunnen zijn. Scherp blijven Om interessant gevonden te worden door een redactie moet een onderzoek liefst opzienbarend of baanbrekend zijn. Dat kan leiden tot frauduleuze praktijken,

waarvan in het recente verleden het schandaal rondom Diederik Stapel in 2011 het meest in het oog springt. Hoe kun je fraude in de wetenschap tegengaan? “Er zal altijd wel sprake zijn van een zekere verkleuring, omdat je een voorstander bent van je eigen methoden. Ik vind dat je transparant moet zijn over hoe je je onderzoek hebt gedaan, zodat iemand anders het kan narekenen. Om scherp te blijven is het goed om mensen met een andere visie erbij te betrekken, iemand die advocaat van de duivel kan spelen. Het is lastig, want ook al is er soms reden om sceptisch te zijn over resultaten van wetenschappelijk onderzoek, toch vind ik dat wetenschappelijke kennis betrouwbaarder is dan klinische intuïtie. Daarom zou ik als het om mezelf of mijn kinderen gaat altijd naar een instelling gaan die volgens wetenschappelijke inzichten werkt. Ergens over nadenken heeft de voorkeur. Er is een maatschappelijke ontwikkeling, er is meer aandacht voor wetenschap. Instellingen moeten zich verantwoorden, de minister eist het meer. Dat is positief.” ■


Door Gilles Tebrunsvelt

ACHTER GROND

Een cliëntgestuurd gastenverblijf Met de toezegging van Nex2next Meijerij en de voorfinanciering door de gemeente ’s-Hertogenbosch lijkt het cliëntgestuurd gastenverblijf er nu eindelijk toch te komen. Het oorspronkelijke idee kwam van de cliëntenraad en die is er uiteraard erg blij mee. Een gastenverblijf is niet nieuw bij Reinier van Arkel. Eerder was er al een gastenverblijf in het gebouw Jozef en later in het gebouw Magnolia. In het huidige gastenverblijf in de Klimop is alleen sprake van bed, brood en bad. De cliëntenorganisatie is van mening, dat de mensen die hun toevlucht zoeken tot het gastenverblijf meer gebaat zijn bij een veel persoonlijkere begeleiding, waarbij de ervaringsdeskundigen een cruciale rol spelen. De werkgroep stelt in haar notitie, dat de tijd er rijp voor is: beddenafbouw, ontwikkelingen rondom

HIC (High & Intensive Care), IHT (Intensive Home Treatment) en FACT (Flexible Assertive Community Treatment), maar ook de opkomst en positieve invloed van ervaringsdeskundigen. Een cliëntgestuurd gastenverblijf is binnen het herstelproces een waardevolle aanvulling. Het gastenverblijf is een plek waar mensen met een psychiatrische aandoening (maar dit zou later ook breder getrokken kunnen worden) tijdelijk voor maximaal twee à drie weken kunnen verblijven om een crisis te voorkomen, een time-out. De ‘time-out’ers’ kunnen tijdens hun verblijf ondersteuning krijgen van ervaringsdeskundigen: er wordt samen gewerkt aan herstel. Een werkgroep van de Cliëntenorganisatie ABC van Reinier van Ar-

kel, bestaande uit: Ingrid Fieman, Huib de Jong, Henk Keukens, Ineke Naber en Gerdien Vrielink, heeft in juni 2014 haar visie op een cliëntgestuurd gastenverblijf in een notitie neergelegd. Aan een van de belangrijkste voorwaarden om te komen tot een gastenverblijf, de financiering, lijkt nu ook voldaan te worden. Op 6 november jl. heeft Nico Hopman de werkgroep laten weten dat het project is opgenomen in de begroting van het programma Nex2next Meijerij, waarvan de voorfinanciering door de gemeente ’s-Hertogenbosch is toegezegd. Natuurlijk moet er nog veel voorbereid worden en zijn er veel haken en ogen, maar het enthousiasme is er en het plan is financieel gezien veelbelovend. Hoopvol zien we uit naar een gastenverblijf 2.0.

REINIERREINIER DECEMBER 2016 19 DECEMBER 2016

35


CAMPAGNE VAN DE NEDERLANDSE HERSENBANK

Hersenweefsel voor onderzoek Oorzaken en oplossingen vinden voor neurologische en psychiatrische hersenziekten. Dat is het doel van de Nederlandse Hersenbank (NHB). Maar dit kunnen wij niet alleen, daar hebben wij uw hulp bij nodig. Het menselijk brein is zo complex dat dit niet goed in diermodellen of in reageerbuizen nagebootst kan worden. De beschikking over menselijk hersenweefsel voor onderzoek is daarom essentieel. Door wetenschappelijk onderzoek aan dit weefsel ontstaat er meer inzicht in de werking van onze hersenen. Hierdoor kunnen therapieën ontwikkeld worden voor de behandeling van hersenziekten. Helaas wordt dit onderzoek belemmerd door een groot tekort aan menselijk hersenweefsel. Door de hoeveelheid hersenweefsel, beschikbaar voor onderzoek, te vergroten, bieden we onderzoekers meer kans om antwoorden te vinden. Hopelijk leidt dit tot de ontwikkeling van betere behandelmethoden. NHB-Psy: programma voor psychiatrische diagnoses De hoeveelheid beschikbaar hersenweefsel van donoren met psychiatrische diagnoses is momenteel wereldwijd onvoldoende om aan de vraag vanuit de onderzoekswereld te kunnen voldoen. Met NHB-Psy, de ‘Nederlandse Hersenbank voor Psychiatrie’, heeft de NHB enkele jaren geleden een nationale infrastructuur opgezet om hersenweefsel van patiënten met psychiatrische diagnoses te verzamelen voor onderzoek. Belangrijk, want psychiatrische aandoeningen komen veel voor, veroorzaken veel leed en tot op

heden is er geen genezing mogelijk, omdat we niet goed begrijpen wat er precies mis gaat in het brein. Focus NHB-Psy NHB-Psy richt zich op mensen met: • schizofrenie of andere psychosen • bipolaire stoornis • depressie • obsessieve compulsieve stoornis • PTSS • Autismespectrumstoornis • ADHD Waarom hersenonderzoek na overlijden (postmortem)? Wat is de meerwaarde van postmortem onderzoek, als er al zoveel onderzoek verricht wordt? Met MRI-onderzoek kunnen veranderingen in grootte en activiteit van hersengebieden worden vastgesteld. We kunnen

echter niet zien wat er op celniveau verandert. En het lastige van dieronderzoek is dat het niet mogelijk is om psychiatrische symptomen, zoals wanen of suïcidaliteit na te bootsen in dieren. Door onze goede bloed-hersenbarrière kunnen de resultaten van genetisch onderzoek middels bloedafname niet zomaar vertaald worden naar wat er precies in de hersenen gebeurt. Als we dus goed willen begrijpen wat er in bepaalde hersengebieden gebeurt, moeten we letterlijk ín menselijke hersenen kijken en dit kan enkel door middel van postmortem hersenonderzoek. Hoe werkt NHB-Psy: faciliteren van postmortem hersenonderzoek De NHB is een goed geoliede machine, die al meer dan dertig jaar 24/7 hersenobducties uitvoert ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. De hersenobductie kan snel plaatsvinden, gemiddeld binnen 6,5 uur na overlijden, wat de kwaliteit van het hersenweefsel ten goede komt. Na de obductie wordt het hersenweefsel op verschillende manieren opgeslagen, waaronder ook vers weefsel. Het hersenweefsel wordt uitgegeven aan de beste hersenonderzoekers in binnen- en buitenland en is, door de procedures van de NHB, van uitstekende kwaliteit. Bovendien is er van de donoren veel klinische informatie beschikbaar, deels al tijdens het leven van de donor verzameld.

Voorbeeld van hoe een bewerkt stukje hersenweefsel onderzocht wordt onder de microscoop op afwijkingen. Het hersenweefsel is een zeer dun plakje van 8 µm bevestigd op een glazen plaatje, genaamd ‘coupe’.

36

REINIER DECEMBER 2016


Hersendonoren nodig: hoe gaat NHB-Psy te werk Om hersenweefsel ter beschikking te kunnen stellen voor postmortem onderzoek zijn uiteraard donoren nodig. NHB-Psy informeert patiënten met een psychiatrische aandoening en hun familieleden over de mogelijkheid om hersendonor te worden. Dit gebeurt in samenwerking met vijf universitair medische centra, die aan het project verbonden zijn. Reinier van Arkel Wij zien graag het aantal geregistreerde hersendonoren verder toenemen en zijn daarom blij met de samenwerking met Reinier van Arkel omtrent donorvoorlichting in het kader van NHB-Psy.

Dit artikel is geschreven door Saskia Palmen, (kinder- en jeugd)psychiater UMCU Hersencentrum en klinisch coördinator NHB-Psy, Marleen Rademaker, projectcoördinator NHB-Psy, en Chantal Penseel, onderzoeksassistent bij NHB-Psy.

Meer weten? W ilt u meer weten over NHB-Psy? Neem dan contact op met Chantal Penseel, onderzoeksassistent bij NHBPsy via e-mail (c.penseel@nhb-psy.nl) of telefonisch (020 - 891 3531). U kunt op deze manier ook brochures bestellen voor uw eigen afdeling of praktijk. Of bezoek onze website www.nhb-psy.nl waarop, naast informatie over werkwijze en registratieproces, een korte film te zien is over hersendonatie en korte films met voorbeelden hoe je als behandelaar het onderwerp hersendonatie bespreekbaar kunt maken.

REINIER DECEMBER 2016

37


Familiebeleid bij het FACT-team

Cliënten, familie en hulpverleners hebben elkaar nodig Net een aflevering van Spoorloos gezien, waarin mensen op zoek gaan naar hun biologische familie. Familie is voor velen zo ontzettend belangrijk, misschien wel het belangrijkste wat er bestaat. Samen lief en leed delen, het leven delen. Ook bij Reinier van Arkel. Door Marjo Roes We vinden het belangrijk familie en naasten te betrekken bij de behandeling en begeleiding van cliënten. Voor het familiebeleid in onze instelling kregen de Familie-/Betrokkenraad (FBR) en Reinier van Arkel, van het landelijk Platform GGz, de LPGGz-ster uitgereikt. Maar hoe ziet familiebeleid er in de praktijk uit? Reinier ging in gesprek met Joop Verputten (sociaal-psychiatrisch verpleegkundige) en Eugenie van Heijningen (aandachtsfunctionaris FBR) van het FACT-team Zuid-Oost. We vinden het nu vanzelfsprekend dat familieleden cliënten kunnen bijstaan in de behandeling en de begeleiding. Dat was een aantal jaren geleden wel anders. Cliënten waren zelf verantwoordelijk voor hun

38

REINIER DECEMBER 2016

doen en laten, en familie werd geacht op de achtergrond te blijven. Joop: “In 2008 kreeg ik een cliënt toegewezen die al langer in behandeling was. Met de moeder had ik op een gegeven moment contact. Zij gaf aan een keer bij een gesprek te willen zijn, maar had dat niet durven vragen. Zij was zo betrokken en had het beste met haar zoon voor en ze had het snel in de gaten als het niet goed ging met hem. Wanneer ze dan aan de bel trok, kreeg ze als antwoord ‘uw zoon moet zelf bellen’. En wat als hij dat niet deed, vroeg zij zich af? Dit voorbeeld is me altijd bijgebleven.”

Contact In het FACT-team Zuid-Oost is veel aandacht voor familie en naasten van cliënten. Via de cliënt probeert het team hen zo veel mogelijk bij het behandelproces te betrekken. Zij krijgen bijvoorbeeld een uitnodiging voor een behandelplan-evaluatie, mits de cliënt dat goed vindt. Naar cliënten toe wordt het belang van de aanwezigheid van familie en naasten benadrukt. Daarnaast zijn er informatiepakketjes voor zowel de cliënt als zijn netwerk. Er is psycho-educatie voor naasten van mensen met een psychotische kwetsbaarheid. En tweemaal per jaar is er een familiecontactavond, een bijeenkomst van ontmoeten en verbinden tussen familie/ naasten en hulpverleners. Eugenie: “We nodigen familie en naasten uit en ook de cliënten zijn welkom. We vertellen wie we zijn en hoe we te werk gaan. Zo kan de familie zien wie de hulpverleners zijn, en wij leren de achterban van onze cliënten kennen. Dat leidt tot laagdrempelig contact.”

Bij de uitreiking van de LPGGz-ster. V.l.n.r.: Marie-Louise van der Kruis, lid Raad van Bestuur Reinier van Arkel, Els van der Sanden, voorzitter Familie-/ en Betrokkenenraad (FBR) en Rita van Maurik, Landelijk Platform GGz.

De ondersteuning door de familie komt alleen op gang als de cliënt daarmee akkoord gaat. Meestal gaat dat goed maar het


kan wel eens lastig zijn. Joop: “We hebben hier te maken met volwassen mensen die zelf mogen beslissen wat wel en wat niet gebeurt. Je moet de wens van de cliënt respecteren. Soms gaat het niet zo soepel en wil de cliënt niet dat je contact opneemt met zijn naasten. En anderzijds kan de familie heel terughoudend zijn in het contact met ons. Vaak is er dan zo veel gebeurd dat ze iets hebben van ‘daarmee wil ik nu even helemaal niets te maken hebben’. En dat moet je ook respecteren.” Dat betekent niet dat je daar tijdens het behandelproces niet op kunt terugkomen, want het netwerk is een belangrijk gegeven voor het welzijn van de cliënten. Deze samenwerking is van groot belang. Open communicatie Familieleden trekken gelukkig ook zelf aan de bel als zij signaleren dat het niet goed gaat met hun familielid. Als de samenwerking met de cliënt optimaal is, kunnen de signalen met hem of haar besproken worden. Joop: “De familie mag mij altijd bellen, ook als de cliënt geen toestemming heeft gegeven. Ik zal dan zelf geen informatie geven aan de familie, maar de input die ik van hen krijg, kan ik inzetten in de behandeling, de bejegening, of het maken van een spoedafspraak. Dit bespreek ik later met de cliënt. Er is een open communica-

tie. Ook tegen de familie zeg ik: ‘Ik ga in gesprek met uw zoon of dochter, maar ik vertel wel dat u mij gebeld hebt.’ De familie vindt dat niet altijd fijn, omdat ze zich feitelijk bemoeit met het leven van hun naaste, terwijl die dat niet wil. Ik probeer wel uit te leggen aan de cliënt dat dit uit bezorgdheid wordt gedaan.” Psycho-educatie Familieleden die iets willen bespreken, verwijst Eugenie regelmatig door naar de cliëntenraad of naar Els van der Sanden van de FBR. Zij luisteren naar de verhalen en kunnen tips geven. Ook de psycho-educatie is een manier om familie goed te informeren over het ziektebeeld, medicatiegebruik en leefstijl. Eugenie: “Mensen delen hun verhalen met elkaar, vinden herkenning en erkenning, en kunnen elkaar tot steun zijn. Aan de andere kant hebben psycho-educatiegroepen een belangrijke functie voor ons werk. We kunnen zo ons werk beter doen, we weten meer van wat er allemaal leeft.” Kennis over het ziektebeeld is van belang omdat je dan rekening kunt houden met de cliënt. Ondanks het feit dat familieleden de cliënt als geen ander kennen, verwachten ze soms te veel van hem of haar, of worstelen ze met vragen. Psychoeducatie is dan een welkome aanvulling.

Als er maar iemand is De contacten met de naasten zijn divers. Het gaat om ouders, broers of zussen, maar ook om kinderen van cliënten. Naast familie kan het ook gaan om een goede vriend of de buurvrouw. Het maakt niet zo veel uit; als er maar iemand is die nauw betrokken wil zijn en met wie de cliënt een goed contact heeft. Eugenie: “De samenwerking met de FBR gaat erg goed. Het voelt als gedragen met elkaar: cliënten, hun achterban en de hulpverleners hebben elkaar nodig, vullen elkaar goed aan. Cliënten vinden het meestal heel fijn dat hun netwerk meekijkt.” Helaas zijn er ook cliënten die geen netwerk hebben. "Hoe eenzaam kan het zijn als je hulpverlener je enige contact is." Ondanks het feit dat de familieparticipatie best goed verloopt, vinden Joop en Eugenie dat er nog wel wat verbeterd kan worden. Joop: “De uitrol van het beleid naar de werkvloer verloopt niet altijd even gladjes. De familieparticipatie kan nog beter. Niet dat het nu slecht is, maar we geven het een cijfer 7 en dat kan best een 9 worden. Het gaat er niet zozeer om nieuwe dingen te ontwikkelen, maar meer om dat wat we hebben neergezet eerst te verfijnen en nog meer te integreren.” ■

REINIER DECEMBER 2016

39


EEN WANDELING DOOR HET ZORGPARK VOORBURG

De Reinierwandeling bestaat sinds 2012 en is een initiatief van de Provinciale Raad Gezondheid, Natuur en milieuwerkgroep Vught, IVN en Reinier van Arkel.

Afhankelijk van de groep nemen we de lange of de korte wandeling

Rut Stokman is een van de vrijwilligers die de wandelingen verzorgen en hij neemt ons vandaag mee.

. . . en 103 verschillende mossoorten waarvan 29 korstmossen . . .

o p het terrein vind je 341 plantensoorten, 60 boomsoorten . . .

Ik kan niet geloven dat deze boom hier pas in de jaren '80 is geplant

. . . en 36 soorten paddenstoelen waarvan nu in de herfst deze prachtige vliegenzwammen onder de beuken

d eze laan heette vroeger het 'vrijerslaantje'

40

REINIER DECEMBER 2016

Van 1885 tot 1984 werden geestelijken, artsen en cliĂŤnten van Voorburg op het eigen terrein begraven. Op de gesloten oude begraafplaats krijgt de tand des tijds alle ruimte, het mag in schoonheid vergaan.

V oor Vijverhof zien we de ballen van Stuyt (architect was jan stuyt)


l angs magnolia lopen we richting de Watertoren waar tegenwoordig van alles te beleven is

het is ooit hier begonnen met de Engelse landschapstuin van Villa Voorburg uit 1772

I n de Weverij zijn cliĂŤnten druk aan het werken bij verschillende vaktherapieĂŤn

o p het terras van de Brandweerkazerne kun je doordeweeks genieten van koffie en een versnapering In de winkel is van alles te koop

V rijwilligers zijn dagelijks in de weer om de dieren van de Dierenweide te verzorgen

En je fiets kan ook nog eens gerepareerd worden hier, wat wil je nog meer?

Dank je wel Rut, het was een bijzondere wandeling

REINIER DECEMBER 2016

41


UITZICHT

Gratis EHBO-app voor hulp in een noodsituatie

‘Ik ben...' documentaire geeft inkijkje in dagelijks leven cliënten

Zorg dat je weet wat je moet doen bij een ongeval. Van brandwond tot vergiftiging en van bewusteloosheid tot een kneuzing. Met deze EHBO-app heb je alle EHBO-instructies altijd op zak. In een noodsituatie geeft de app je ook gesproken instructies. Download gratis voor iPhone, Android en Windows smartphones. Met de app kun je ook jezelf testen op kennis over reanimatie en vind je de dichtstbijzijnde AED. http://www.rodekruis.nl/eerste-hulp/ehbo-app

Een documentaire voor iedereen die graag meer wil weten over hoe het leven eruitziet met een psychische aandoening en benieuwd is naar de ervaringsverhalen van de mensen. Veel mensen worstelen dagelijks met psychische klachten, niet alleen persoonlijk, maar ook in de maatschappij. Esther, Kim en Hans geven een inkijk in hun dagelijkse leven. Ze vertellen over de problemen waar ze tegenaan lopen, maar ze laten ook zien waar ze juist goed in zijn, en waar ze voldoening uit

De doorgeefwinkel is een lokale marktplaats waar goederen, diensten, talenten, kennis en informatie gratis kunnen worden uitgewisseld. De doorgeefwinkel op de Kooikersweg 553 maakt verbindingen tussen bestaande projecten en organisaties op vrijwilligersgebied (zoals de Wijkwerkwinkel West, Proper Jetje, de Wijkraad West, de Talentenbank, het Klussenproject, Meer met Elkaar, etc.). Alles rondom de winkel wordt georganiseerd door vrijwilligers/buurtbewoners maar ze trekken samen op met de professionals in de buurt, zoals het Wijkteam, de woningcorporaties, sociaal wijkbeheer, de Brede Bossche School De Kruiskamp en welzijnsonderneming Divers. Samen ondersteunen ze ook eventuele andere bewonersgroepen die initiatieven willen ontwikkelen. Kijk op de website www.doorgeefwinkelwest. nl voor de actuele openingstijden. .

42

REINIER DECEMBER 2016

halen. Op deze (persoonlijke) manier wordt duidelijk dat ieder mens meerdere rollen vervult, maar daar niet per definitie mee geïdentificeerd hoeft te worden. Want je bent veel meer dan de som van al deze rollen, je bent in essentie: mens. De documentaire is een productie van de Kwartiermakers Etten-Leur. https://www.ggzbreburg.nl/nl-NL/Nieuws/2016/ Ik-ben-documentaire-geeft-inkijkje-in-dagelijksleven-clienten.aspx

Verward, en dan..? In de regio Oost-Brabant spelen de ervaringen en belangen van cliënten, naasten en ervaringsdeskundigen een belangrijke rol in het realiseren van een sluitende aanpak voor mensen met verward gedrag. In de eerste fase van het project zijn de verschillende partijen bij elkaar gebracht, gezichtspunten gedeeld en kaders geformuleerd om de samenwerking rondom mensen met verward gedrag en hun omgeving te verbeteren. In het vervolgproject worden de kaders uitgewerkt in concrete lokale initiatieven, die vervolgens breder in de regio geïmplementeerd kunnen worden. De doelstelling is dat ieder die in verwarde toestand aangetroffen wordt snel en humaan op de juiste plek komt en de juiste zorg of ondersteuning krijgt. Om dit te realiseren wordt gewerkt aan eenduidigheid in de werkprocessen voor preventieve en persoonsgerichte aanpak, triage, vervoer, eerste opvang en vervolgzorg. Het sluitstuk van het project is het borgen van de nieuwe werkwijzen in een sluitende, persoonsgerichte aanpak, die moet garanderen dat niemand in de regio Oost-Brabant tussen wal en schip geraakt. In de regio Oost-Brabant werken veel partijen sinds ruim een jaar intensief samen aan een humane en sluitende aanpak in de zorg voor en ondersteuning van mensen met verward gedrag. Partners in dit project zijn 40 gemeenten in Oost-Brabant, politie-eenheid Oost-Brabant, Openbaar Ministerie, GGZ Eindhoven en de Kempen, GGZ Oost Brabant, Reinier van Arkel, Novadic-Kentron, de GGD’s Hart voor Brabant en Brabant Zuidoost en de Regionale Ambulance Voorzieningen Brabant Zuidoost en Brabant Noord. Gaandeweg sluiten zich meer partijen aan zoals huisartsenposten, afdelingen Spoedeisende Hulp, Veiligheidshuizen en Reclassering Nederland.


Depressieplatform MIND Blue Cursussen Ypse in Schijndel en Boxtel De online community MIND Blue is een veilig platform waar mensen met een depressie en hun naasten ervaringen kunnen delen en met elkaar in contact kunnen komen. Tevens biedt het platform informatie over het thema depressie. De Depressie Vereniging lanceerde dit platform eind september samen met Fonds Psychische Gezondheid, Korrelatie en het Landelijk Platform GGz. Iedereen die wil, kan haar of zijn verhaal delen via www.mindblue.nl.

Nieuw in Den Bosch is het kloosterhotel ‘de Soete Moeder’ in de Muntel. Uniek aan het hotel is dat het onlosmakelijk verbonden is aan het leerwerkbedrijf dat plaats én kansen biedt aan jonge mensen die een duwtje in de juiste richting nodig hebben. Jaarlijks krijgen 20 werkzoekenden -van 16 tot en met 26 jaar en in een lastige startsituatie- de kans om hun talenten te ontdekken én te ontwikkelen. Zij gaan aan de slag in het hotel en krijgen de mogelijkheid om zich te oriënteren op diverse vakgebieden in het hotelwezen. Onder begeleiding van maatschappelijk betrokken professionals doen zij praktijkervaring en vakvaardigheden op als kok, gastheer/-vrouw en facilitair medewerker. Het doel is te zorgen dat de jongeren, aan het eind van het leertraject, klaar zijn om aan de slag te gaan, in een baan of een opleiding.

De cursussen ‘Ondersteuning voor familieleden van naasten met een psychische kwetsbaarheid’ zijn gestart in Schijndel (sociaal cultureel centrum 'De Vink') en Boxtel (gemeenschapshuis 'de Walnoot'). Ook gaan hier begin 2017 de cursussen ‘Angst de baas’, ‘In de put uit de put’ en ‘Rouwverwerking’ van start. Voor meer informatie en aanmelding kunt u onze website raadplegen www. ypse.nl. Of u belt met Ypse, telefoon (073) 2200044 en vraag naar Lia Zwaans of Yvonne Hombergen. Er zijn geen kosten voor deelname aan deze cursussen.

Landelijke kunstprijs voor professionele kunstenaars met een psychiatrische achtergrond Kunstuitleen en galerie Beeldend Gesproken reikt in 2017 voor de vijfde keer de Beeldend Gesproken Kunstprijs uit, de nationale aanmoedigingsprijs voor professionele beeldend kunstenaars met een psychiatrische achtergrond. De driejaarlijkse prijs werd in 2005 voor het voor het eerst uitgereikt en bestaat uit een geldbedrag van € 3000,-. Een onafhankelijke vakjury wijst de prijswinnaar aan en stelt uit alle inzendingen een tentoonstelling samen. Op zaterdag 6 mei 2017 is de prijsuitreiking tijdens de opening van de tentoonstelling in de galerie van Kunstuitleen Beeldend Gesproken. De uiterste inzenddatum is 15 maart 2017. Voor meer informatie, voorwaarden en deelnameformulier kijk op www.beeldendgesproken.nl.

Factsheet over ‘verwarde personen’ zet feiten op een rij Gaming4Therapy (G4T) Veel jongeren die in behandeling zijn bij een ggz-instelling hebben daar om verschillende redenen vaak moeite mee. Het Games4Therapy consortium wilde een speelse leeromgeving te maken voor jongeren met op anderen gerichte gedragsproblemen. Het project heeft meerdere game-concepten opgeleverd, waarvan één concept is doorontwikkeld om te kunnen worden verkend in een therapie. Het project heeft daarnaast geresulteerd in een speelse toolkit voor e-health-projectleiders voor het snel verkennen van nieuwe game- en andere e-healthideeën. Meer informatie op www.games4therapy.info

In de afgelopen jaren is de term ‘verwarde personen’ een begrip geworden in politiek, media en beleid. In de discussie rondom ‘verwarde personen’ worden veel aannames gedaan. Maar wat zijn eigenlijk de feiten? Kloppen de aannames wel? Het Trimbos maakte een factsheet waarin een aantal feiten op een rijtje is gezet. Vaak wordt een relatie gelegd tussen de (vermeende) toename van het aantal ‘verwarde personen’ en de ambulantisering van de GGz. Hier zijn echter geen cijfermatige aanwijzingen voor . Vergeten dreigt te worden dat ‘verwardheid’ geen eigenschap is van mensen maar een oordeel over iemands gedragingen en gedachten. Het generaliserende gebruik van de term ‘verwarde personen’ leidt tot stereotypen die de werkelijkheid niet altijd recht doen. Het toeschrijven van maatschappelijke problemen aan ‘verwarde personen’ en hen daarbij typeren als ‘overlast gevende psychiatrische patiënten’ draagt bij aan de stigmatisering van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Negatieve beeldvorming en stigma zijn grote belemmeringen voor maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Mogelijk is ‘mensen met een acute zorgnood’ een betere aanduiding van de schrijnende situaties. Bron en download factsheet op www.trimbos.nl

REINIER DECEMBER 2016

43


Krachtig de toekomst in REINIER VAN ARKEL IN BEELD 2015 betrokken - betrouwbaar - bevlogen

Locaties:

’s-Hertogenbosch Vught Helmond Vlijmen Rosmalen Schijndel Zaltbommel Veldhoven Haarsteeg Waalwijk Drunen Oss

Cliënten komen uit heel Nederland

50-60 11,3%

Gedrag 69%

Stemming 39%

Angst en spanning 44%

56%

School en leren 70%

30%

3480

31%

2962

61%

36%

1621 1280 1109

Contacten leggen 75% 25 638 Psychose 56 44 614 Gemiddeld rapportcijfer dat cliënten aan Reinier van Arkel geven

0-10 8,5%

40-50 11,9%

1442

Aanmeldklachten

Traumatische gebeurtenis 64%

Leeftijd Cliënten 70+ 60-70 5,4 6,2% %

In 1442 laat koopman Reinier van Arkel een erfenis na waarmee een huis voor “zinnelozen” wordt gesticht. Reinier van Arkel is de oudste ggz-instelling van ons land.

Bij Reinier van Arkel werken ruim betrokken en bevlogen medewerkers. En bijna 300 vrijwilligers.

1500

10-20 29,9%

30-40 12,9%

20-30 13,9%

jongste cliënt 1 jaar oudste cliëanrt 102 ja

Behandeling (2015)

ISO 9001 gecertificeerd Reinier van Arkel heeft contracten gesloten met alle zorgverzekeraars. BASISG VERZEKERIN In de polisvoorGGZ-ZORG waarden staat of de verzekeraar de ggz-zorg vergoedt.

Ambulant 86,4%

Aanmelden bij Reinier van Arkel kan met doorverwijzing van de huisarts. Klinisch 8,3% Deeltijd 3,8% 1,5% Beschermd wonen

Entree Tel. (073) 658 68 68 entree@reiniervanarkel.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.