Reinier
MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL
PARK VOORBURG: RUIMTE VOOR ZORG ÉN WONINGEN
“VEEL MENSEN DENKEN DAT ’S NACHTS IEDEREEN SLAAPT”
“MENTALE GYM IS GEK GENOEG GEEN VAK OP SCHOOL”
PARK VOORBURG: RUIMTE VOOR ZORG ÉN WONINGEN
“VEEL MENSEN DENKEN DAT ’S NACHTS IEDEREEN SLAAPT”
“MENTALE GYM IS GEK GENOEG GEEN VAK OP SCHOOL”
Samen met netwerkpartners in de regio is Reinier van Arkel met trots de Nederlandse ‘hub’ van het Europese uitwisselingsprogramma EU-PROMENS. Van oktober tot en met januari ontvangt Reinier van Arkel verschillende groepen gezondheidsprofessionals uit heel Europa die willen weten hoe we in Nederland netwerkzorg voor vol-
wassenen, jongeren en ouderen organiseren. Zij nemen deel aan een intensief programma bestaande uit werkbezoeken en meeloopmomenten bij o.a. KOO, Stichting Maatschappelijke Opvang, Van Neynsel, Amarant, Thuiz, GGD, Centrale Opvang Asielzoekers, zorgboerderij Oosterhoeve, Novadic-Kentron etc..
8 – Belangrijke mijlpaal
Plannen Voorburg na instemming gemeenteraad Vught definitief rond
12 – Esketamine, nieuwe behandeling van ernstige depressie
Sinds februari biedt Reinier van Arkel deze behandeling aan bij therapieresistente depressie.
40 – De Sportproeverij in Den Bosch
Proef, beweeg en ontdek jouw sport. Met die slogan organiseert het Sportloket nieuwe activiteiten in Den Bosch.
56 – Muziektherapie
Ed de Tollenaer, muziektherapeut wint in de categorie
Praktijkgericht Onderzoek van de Brabant Academie Wetenschapsprijs.
58 – Ontslaggericht werken
Gerlinde van de Wetering deed onderzoek naar ontslaggericht werken in FACTteams.
60 – Prijzenregen
In de afgelopen maanden vielen teams en medewerkers flink in de prijzen.
15 – 25 jaar verwenzorg bij
Reinier van Arkel
Precies 25 jaar geleden heeft Reinier van Arkel de verwenzorg omarmd.
47 – Reinier rookvrij
Met ingang van januari 2025 heeft Reinier van Arkel een rookvrije werk- en behandelomgeving.
62 – Werkgeluk
Persoonlijke verhalen van medewerkers over wat hen drijft
Column
9 – Raad van Bestuur van Reinier van Arkel
Deze keer Robert Derksen
21 – Moreel Beraad
Seksualiteit en intimiteit, vanzelfsprekend?
35 – GROEN
GROENs groei en purpose als fundament
46 – Niet gek…
Een column van sociaalpsychiatrisch verpleegkundige Alice Corten
4 – Gijs geeft zijn leven een 9,5 en dat had niemand durven hopen
Behandelafdeling Herlaarhof realiseerde met Gijs en zijn pleegouders uniek maatwerk.
24 – Een nacht op stap met de nachtcoördinator
Elke nacht als iedereen slaapt zijn het de nachtdiensten die de zorg over de cliënten overnemen. Wat doen ze en wat maken ze allemaal mee?
28 – IHT-deeltijd: Je leven thuis weer op de rit Interview met zorgverleners van de IHT-deeltijd en een ervaringsverhaal
32 – Reinier van Arkel in de Tweede Wereldoorlog Wat gebeurde er tijdens de 2e Wereldoorlog op Voorburg en bij Reinier van Arkel?
38 – Ruimte voor zingeving in de ggz
Binnen de ggz wordt steeds meer het belang van zingeving erkend. Wat betekent zingeving, en waarom is het zo belangrijk?
54 – Beveiligers
Beveiligers met een groot hart voor de mensen van Reinier van Arkel
10 – Inzicht
Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel
36 – Boek & psychiatrie
Bij de psycholoog. Vind je weg in de psychologische hulpverlening.
41 – Boek & psychiatrie
De basis van mentale gezondheid van Tom van Mierlo
74 - Uitzicht
De rubriek waarin we een kijkje nemen over onze eigen grenzen heen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen.
25 jaar verwenzorg bij
Reinier van Arkel
70 – Verleden, heden en toekomst van de psychiatrie
In de regio Den Bosch vieren we dit jaar 750 jaar zorg en welzijn.
COLOFON nr. 17. Winter 2024. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie René Berende, Mireille Borg, Nicole van de Gevel, Michelle Hendriks, Daan van Ooyen, Anouk Roelofs, Marjo Roes, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Fotografen Eveline Gerrits, Jolanda Ruijs - van Rossum Bijdragen van Robert Derksen, Miranda van Houtum, Veerle den Boer, Veronique Dijkzeul, Diane DrostJansen, Alice Corten en fotografie van Roel van der Aa en Marc Bolsius. Vorm en productie btz vorm en regie Oplage 2.500 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073) 658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl www.reinierwerktenleert.nl www.herlaarhof.nl www.ypse.nl www.MoMS.nl
Behandelafdeling Herlaarhof realiseerde met Gijs en zijn pleegouders uniek maatwerk
“Wat goed om je weer te zien Gijs, jeetje je bent een stuk gegroeid.” Gijs, nu 15 jaar, lacht breeduit. De ontvangst bij de voordeur van de behandelafdeling voor kinderen aan de Boxtelseweg in Vught is spontaan en hartelijk. Het is duidelijk dat Laura van Genugten en Janne van den Boom, beiden sociotherapeut, Gijs en zijn pleegmoeder Marieke goed kennen. Ze hebben elkaar ongeveer een half jaar geleden voor het laatst gezien. Gijs mocht toen naar huis.
Gijs ontwikkelt zich anders
Dat Gijs nu ‘gewoon’ thuis woont, had vijf jaar geleden niemand durven hopen. Hij werd samen met zijn biologische broertje op vierjarige leeftijd liefdevol opgenomen in het gezin van pleegouders Marieke en Jasper. Het werd zijn thuis, zijn pleegouders zijn voor hem zijn ma en pa. Gijs ontwikkelde zich anders dan anderen, had het lastig op school. Er was sprake van gedragsproblemen in combinatie met chronisch lichamelijke aandoeningen. “Ik werd veel boos op school en dat kwam er thuis dan uit“, legt Gijs uit. De boosheid, het opzoeken van grenzen, de voortdurende discussies en spanningen braken het
gezin op. Marieke: “Gijs had het goed thuis, maar de rest van het gezin ging eraan onderdoor.” Pleegzorg trok aan de bel, thuis blijven wonen was niet langer een gezonde situatie.
Flinke escalaties
Gijs kwam in 2019 terecht op de behandelafdeling van Herlaarhof. Hij weet zich het moment precies te herinneren. “Het was op de maandag van de carnavalsvakantie om 10 uur.” Janne werd mentor van Gijs. “Als mentor ben je het eerste aanspreekpunt voor het kind en de ouders/verzorgers. Je stemt af, hebt gesprekjes met het kind en kijkt samen naar leerdoelen”, vertelt ze. “Gijs kwam de eerste periode maar moeilijk tot rust. Ervoer niet de veiligheid van er te mogen zijn en wantrouwde nieuwe gezichten. Pa en ma waren zijn veilige haven. Hij had veel last van spanningen, de boosheid die daarop volgde kon hij moeilijk uiten. De escalaties waren, voorzichtig uitgedrukt, flink. Zowel in heftigheid als in aantal, zelfs voor het ervaren team van de behandelafdeling. Uitzoeken wat voor Gijs werkte was een ingewikkelde zoektocht waarbij de puzzel uit veel diverse
binnen kookte ik. Door mij stevig vast te houden voelde ik een tegendruk waardoor de boosheid zakte.”
Structuur als voorwaarde voor veiligheid en vertrouwen
Janne onderhield als mentor nauw contact met Marieke en Jasper. De afdeling betrekt de ouders/ verzorgers en school (het systeem) zoveel mogelijk bij de behandeling. Het team is immers een tijdelijke voorbijganger in het leven van het kind en het gezin. In het geval van Gijs werd, naast de overlegmomenten op de afdeling, ook regelmatig over en weer gebeld om ervaringen uit te wisselen of te overleggen wat in bepaalde situaties thuis en op de afdeling wel of niet werkte voor Gijs.
De behandelafdeling biedt de kinderen een vaste structuur, met daarbij behorende grenzen en kaders. “De duidelijkheid die we bieden, kan streng of misschien gevoelloos lijken, maar biedt juist veiligheid”, licht Laura toe. En die veiligheid zorgt voor rust van waaruit gewerkt wordt aan vertrouwen. Vertrouwen van het kind in zichzelf én in de ander. Zo ontstaat ruimte om te werken aan behandeldoelen. In het geval van Gijs bijvoorbeeld het tijdig leren herkennen van triggers en valkuilen. Laura: “We leren kinderen herkennen hoe ze zich voelen zodat ze meer in ‘het groen’ kunnen blijven in plaats van door te schieten naar ‘rood’. We gaan met hen op zoek naar alternatief gedrag.” De kleuren waar Laura op doelt, hangen samen met de zogenaamde lichaamsmeter, zie het kader voor meer informatie.
Gijs leerde veel op de afdeling, over zichzelf en over hoe hij kon omgaan met zijn emoties. Over het maken van contact met anderen en dat er meer mensen te vertrouwen zijn dan ma en pa.
De forse (gedrags-)problemen waar Gijs bij opname last van had waren verminderd. Het lukte hem steeds beter om stabiel te zijn en de boosheid was afgenomen.
Deuren blijven dicht
Na een opname van bijna een jaar liep de behandeling ten einde en Gijs verhuisde naar een woongroep die bij zijn hulpvragen het best passend was. Helaas liep het fout.
Dat wat Gijs had geleerd en wat was opgebouwd, verdween stukje bij beetje. Er was een warme overdracht geweest, maar toch bleek na verloop van tijd dat de nieuwe omgeving hem onvoldoende structuur en veiligheid kon bieden. Gijs voelde ruimte om grenzen over te gaan, de gedragsproblematiek stukjes bestond. Zoals het vinden en tijdig herkennen van triggers, bieden van heel veel structuur, duidelijkheid en veiligheid, aanleren van nieuw passend gedrag, wederzijds vertrouwen opbouwen. Bij de escalaties van Gijs boden nabijheid en hem letterlijk stevig tegen ons aandrukken uitkomst.” Gijs: “Mijn boosheid kon er niet uit, van
Over de behandelafdeling voor kinderen van Herlaarhof
“De behandelafdeling voor kinderen van Herlaarhof is een plek voor intensieve 24-uurs behandeling,” licht orthopedagoog-generalist Kim Denteneer, toe. Kim was als regiebehandelaar nauw betrokken bij de behandeling van Gijs. “De afdeling geeft plek aan zeven kinderen van 6 t/m 13 jaar. De behandelduur varieert van enkele maanden tot maximaal negen maanden.” Naast een team van sociotherapeuten zoals Janne en Laura bestaat het team uit onder andere een kinder- en jeugdpsychiater, arts in opleiding tot psychiater, systeemtherapeutisch werker en orthopedagoog-generalist. Er worden verschillende diagnostiek- en/ of behandelmodules gebruikt zoals vaktherapie, traumabehandeling en psychotherapie.
Kim vertelt dat de tweede opname van Gijs bij Herlaarhof ook voor het behandelteam behoorlijk wat voeten in de aarde had. Als alle deuren van gespecialiseerde zorgorganisaties dicht bleven, zou het hen dan lukken Gijs na de eerdere behandeling en de terugval opnieuw te stabiliseren? Konden zij voorzien in de specifieke en complexe zorgbehoeften van Gijs op zowel mentaal als lichamelijk vlak? Kim: “Na uitvoerig overleg besloten we dat er voldoende vertrouwen was bij ons als team om datgene te kunnen bieden wat nodig was. Vooral omdat we daarbij Gijs, zijn thuissituatie en zijn toekomstperspectief duidelijk voor ogen hadden.” De open en constructieve samenwerking met de pleegouders speelde ook een rol. Het systemisch werken is onderdeel van het behandelklimaat van de afdeling. “Ouders komen op bezoek, worden uitgenodigd om deel te nemen aan behandelgesprekken en ouderparticipaties (leermomenten op de groep) en de sociotherapeuten brengen bezoeken aan huis.” De klinische behandeling samen laten gaan met outreachend, gezinsgericht werken, maakt dat de stap naar huis voor kinderen succesvoller kan verlopen en voor de langere termijn een beter perspectief biedt.
"Onze Gijs is een 'speciaaltje', anders maar ook heel lekker"
en escalaties kwamen weer terug en hij voelde zich steeds slechter. Voor Gijs is het emotioneel om eraan terug te denken. Alle betrokkenen zien dat het niet gaat, maar de zoektocht naar een geschikt alternatief verloopt moeizaam en duurt lang, heel lang.
Marieke: “Ik zeg vaak ‘onze Gijs is een ‘speciaaltje’, anders maar ook heel lekker. Door zijn combinatie van hulpvragen is de situatie van Gijs uniek. Het is continu het wiel uitvinden. Bestaande kaders passen niet, voor Gijs zijn kaders nodig die rondom hem passend worden gemaakt.” Samen met de voogden zochten de pleegouders naar de voor Gijs geschikte omgeving. Zoals dat gaat; eerst regionaal, uiteindelijk landelijk. Telkens was het wachten, kijken en telkens durfden de zorgorganisaties het niet aan. Gijs werd ‘niet passend’ bevonden en de deuren bleven dicht.
Unieke vragen, vragen om unieke oplossingen
Gijs kon na drie jaar van zoeken naar een geschikte plek echt niet meer wachten. Hij zat er mentaal volledig doorheen. Gijs: “Op de schaal van 0 tot 10 gaf ik mijn leven een 0,5. En dat alleen nog maar omdat ik in het weekend naar huis kon, naar ma en pa.” Marieke en Jasper stelden uiteindelijk voor om Gijs dan maar naar huis te laten komen. Dat mogelijk maken vroeg om grote besluiten voor het gezin. Marieke zegde haar betaalde baan op en er werd verbouwd. “Een unieke situatie vraagt om een unieke maatwerkoplossing, met goede afspraken en voorwaarden”, aldus Marieke. Een van die voorwaarden was dat Gijs voldoende stabiel moest zijn. Om dat te realiseren keerde Gijs terug naar de behandelgroep op Herlaarhof. Gijs zag er het vertrouwde gezicht van mentor Janne en daarnaast werd Laura zijn mentor. Gijs: “’Het heeft me echt geholpen, ook al dacht ik toen dat ik hier niet hoorde. Dat was wel zo.”
Samen zoeken naar wat werkt
Ook bij de tweede opname ging het om het geven van de voor Gijs juiste structuur en kaders en om het hervinden van hoe Gijs zelf zijn gedrag kan bijsturen en zijn emoties kan controleren. Laura: “We spiegelen in de behandeling veel. Geven terug wat we zien en hoe gedrag op de ander overkomt. Zo leert het kind ook rekening te houden met de ander.” Gijs: “Dat spiegelen deden jullie echt heel goed. Jullie waren streng, maar wel op een grappige manier.” Laura en Janne geven aan dat het behouden van het juiste klimaat een belangrijk onderdeel is van het werk op de groep. De kaders bieden, deze benoemen maar vervolgens ook zorgen dat de lucht is geklaard en ruimte hebben voor samen lol maken.
Omdat Gijs nu al wat ouder was, kon hij zelf meedenken over oplossingen. Als hij de grenzen opzocht, vroegen we of hij zelf een oplossing voor ogen had. Ook de wijze van handelen om de boosheid te laten afnemen veranderde. “We hanteren de werkvorm van geweldloos verzet (zie kader). Het fysieke vasthouden wat Gijs rust bood in de eerste opname bouwden we af naar het bieden van aanwezigheid zonder dat daarbij lichamelijk contact nodig was.”
“Weet je nog Gijs wat voor jou uiteindelijk werkte tijdens de tweede opname als je voelde dat de spanning toch weer opliep?” vraagt Janne. Gijs: “Dan ging ik naar buiten naar het bankje bij het vijvertje naar de eendjes kijken. Dan dacht ik na over waarom ik zo boos werd en of dat eigenlijk wel nodig was.” Dat werkte voor hem, de emotie nam af zonder hem te hoeven vasthouden waarna hij dan kon terugkeren naar de groep.
Het leven krijgt een 9,5 Gijs was er na de tweede opname van een half jaar klaar voor. Hij ging naar huis. Gijs krijgt daar de intensieve begeleiding die hij
nodig zal blijven hebben. Hij én het gezin gedijen er goed bij. Al is het ook hard werken. Sinds kort gaat Gijs drie dagen in de week naar een passende dagbesteding. Daar ontmoet hij anderen, verzorgt de dieren en doet klusjes. Zo blijft de balans ook voor Marieke en de anderen in het gezin goed. Gijs: “En ik zit op schaken, dat vind ik echt heel leuk.” Zijn leven geeft hij een inmiddels een 9,5. Dat zegt alles.
Noot: Gijs, Marieke en Jasper zijn gefingeerde namen. De foto van Gijs op pag. 4-5 is niet echt
Geweldloos verzet
Geweldloos verzet helpt ouders of verzorgers omgaan met uitdagend/destructief gedrag van kinderen en jongeren. Geweldloos verzet met de bijbehorende interventies biedt een handelingskader die ouders en behandelaren uit de onmacht laat komen. Belangrijke interventies bij geweldloos verzet zijn gerichte aandacht, aanwezigheid en nabijheid voor het kind. Zo kunnen escalaties worden voorkomen. De aanpak helpt om een positieve en constructieve relatie tussen ouders/verzorgers en kinderen op te bouwen, wat essentieel is voor hun ontwikkeling en welzijn. De onderstaande vijf punten vormen de kern van geweldloos verzet:
Janne van den Boom, Laura van Genugten en Kim Denteneer
• Ouders als Leiders: Ouders worden aangemoedigd om een sterke, maar liefdevolle leiderschapsrol aan te nemen zonder gebruik van geweld of agressie.
• Escalatie Voorkomen: Door kalm en vastberaden te blijven, kunnen ouders escalatie van conflicten voorkomen en een veilige omgeving creëren.
• Steunnetwerk: Het betrekken van een steunnetwerk, zoals familie, vrienden en professionals, om gezamenlijk het gedrag van het kind aan te pakken.
• Duidelijke Grenzen: Het stellen van duidelijke en consistente grenzen zonder dreigementen of straf, maar met positieve bekrachtiging en logische consequenties.
• Dialoog en Empathie: Het bevorderen van open communicatie en empathie om de oorzaken van het gedrag te begrijpen en aan te pakken.
De lichaamsmeter, ook wel emotiethermometer of gevoelsthermometer genoemd, is een manier om kinderen te laten aangeven hoe ze zich voelen. Uitgangspunt is dat iedereen in meer of mindere mate op een dag te maken heeft met spanning die zich opbouwt en weer afneemt. Bij de een uit die spanning zich in angst, bij de ander in boosheid en bij weer een ander in rusteloos of juist clownesk gedrag. Naarmate de spanning oploopt, neemt de ervaren controle af. Dat geldt voor iedereen. Ga maar na; op het moment dat je stress ervaart omdat je bijvoorbeeld ergens de weg niet kunt vinden en je benzinetank bijna leeg is, dan denk je vaak niet meer zo helder na als wanneer je met een volle tank ergens feilloos de weg weet.
Aan de mate van spanning kunnen kleuren worden gekoppeld. Voelt het kind zich ontspannen dan is de kleur groen, naarmate de spanning oploopt is er sprake van geel, oranje of rood. Kinderen wordt geleerd om aan te geven in welke kleur ze spanning voelen. Vervolgens kan de omgeving die ondersteuning bieden die passend is om te zakken in de lichaamsmeter. Welke ondersteuning passend is, wordt samen in de behandeling bepaald. Voor de een helpt het om te gaan wandelen, voor de ander tekenen of de rust van de eigen kamer opzoeken.
Donderdagavond 14 november stelde de gemeente Vught de ontwikkelvisie Park Voorburg en de samenwerkingsovereenkomst die Reinier van Arkel en gemeente Vught samen uitwerkten vast. Daarmee is een grote stap gezet in de realisatie van de beoogde inclusieve gemeenschap op 'Park Voorburg'. Een plek waar, wonen, werken, leren, recreeren en gezond samenleven in het groen samenkomt. Concreet betekent dit dat Reinier van Arkel, de community verder gaat opbouwen en de verkoop van grond gaat opstarten.
Op weg naar een Park Voorburg waar iedereen meedoet
De eerste plannen voor herontwikkeling en het toevoegen van woningen stammen uit 2003. De afgelopen jaren stonden in het teken van deze visievorming met de gemeente. Daarnaast zetten we zélf actief stappen in het steeds toegankelijker maken van het park voor burgers. Denk daarbij aan het opzoeken van samenwerking met organisaties in het sociale domein en initiateven met (sport-)verenigingen en bijvoorbeeld op het gebied van kunst en cultuur. Sinds dit jaar geven onze community-builders hier een stevig impuls aan met onder andere de komst van RIO, onze bruisende hub voor sociale ondernemers op het park en door het leggen van nieuwe netwerkverbindingen (zie ook de column van de Raad van Bestuur) .
Zo gaat onze zorg op Park Voorburg in de toekomst samen met de uitgangspunten die we in de ontwikkelvisie samen hebben vastgesteld. Een park waar gezond samenleven, wonen, werken, recreëren en leren bij elkaar komen. En willen we realiseren dat iedereen kan meedoen in een gemeenschap waar iedereen ertoe doet.
Ruimte voor zorg én voor woningen Tegelijkertijd biedt deze ontwikkelvisie kansen voor de gemeente Vught om een stap te zetten in de woningopgave. Ons 80 hectare tellende locatie is voor Reinier van Arkel te groot geworden. In de ontwikkelvisie geven we aan welke stukken grond Reinier van Arkel in de toekomst wil verkopen. De ontwikkelvisie en de samenwerkingsovereenkomst schetsen het kader waarbinnen dat dient te gebeuren. Nu de gemeente Vught deze heeft vastgesteld, is de volgende stap dat we op zoek gaan naar een geschikte projectontwikkelaar. Deze selectie vindt in 2025 plaats. De ontwikkelaar is vervolgens verantwoordelijk voor het maken van bouwplannen binnen de door ons vastgestelde kaders.
Woongenot en werkplezier vergroten Naast de plannen voor het gehele zorgpark, kijken we ook goed naar het vastgoed en
de grond die in eigendom van Reinier van Arkel blijven. De voorbereidingen voor verschillende nieuwbouwplannen en renovatie zijn inmiddels gestart. Zo willen we goede voorzieningen creëren die bijdragen aan het woongeluk van cliënten en het werkgeluk van medewerkers.
Wat vooraf ging
In de aanloop naar de ontwikkelvisie informeerden we cliënten, hun naasten en collega’s. Ook hielden we samen met gemeente Vught inloopbijeenkomsten voor burgers. Ongeveer 100 belangstellenden bezochten deze bijeenkomsten. Zij waren over het algemeen positief over de inhoud van de plannen én over de opzet van de bijeenkomst. De bezoekers van de inloopbijeenkomsten staan achter het doel van de ontwikkelvisie: het creëren van een 'samen-leving' en vinden het waardevol dat Reinier van Arkel zorg blijft bieden aan een kwetsbare groep burgers. Er werden talrijke ideeën aangedragen om wonen en zorg dichter bij elkaar te brengen. "Het plan vormt een mooie inclusieve woonwijk voor iedereen die in het groen wil wonen met elkaar", aldus een van de bezoekers.
Volg het laatste nieuws over RIO en Park Voorburg op de nieuwe website: www.parkvoorburg.nl
Reinier van Arkel heeft de ambitie Zorgpark Voorburg om te vormen tot ‘Park Voorburg’. Lang was dit een vergezicht, nu komt het stap voor stap dichterbij. Op Park Voorburg gaat onze zorg in de toekomst samen met gezond samenleven, wonen, werken, recreëren en leren. Het hart van de visie van Reinier van Arkel gaat over inclusie; meedoen in een gemeenschap waar iedereen ertoe doet. Een ‘samen’leving. Dat is wat we willen realiseren. Hierin zetten we zelf stappen én zijn we in gesprek met de gemeente Vught.
RIO
Het gebouw Onder de Watertoren is na een periode van leegstand open en herbergt een nieuwe groep sociale ondernemers. We noemen het RIO een bruisend hart op het park van waaruit ontmoeting ontstaat. Het vormt een bruisende plek samen met de al aanwezige verbindende initiatieven zoals: Kadowinkel de Brandweerkazerne, Grab & Go, de fietswerkplaats, Heppie Plastic, houtwerkplaats, Crea-atelier, de dierenweide, Herstelacademie de Stenen Hut, Living Museum, kledingwinkel HeBBes. Stuk voor stuk waardevolle initiatieven die gericht zijn op herstel, ontwikkeling en ontplooiing. Met de komst van RIO werken er nog meer sociale en betrokken mensen op het park, die in de optelsom oneindig veel creativiteit genereren. Allemaal mensen die elke dag opstaan met de intentie om bij te dragen en daarmee van toegevoegde waarde zijn voor huidige en toekomstige bewoners van het Park. Samen bouwen we zo aan een plek waar iedere Vughtenaar zich thuis voelt. Waar het normaal is dat mensen met verschillende achtergronden elkaar dagelijks ontmoeten. Waar we kijken naar mensen en niet naar wat er mogelijk met iemand aan de hand is.
Door deze kruisbestuiving ontstaat kracht. Zo werken collega’s van vier organisaties aan een nieuw concept ‘Food for Thought’ waarbij jongeren
samen dineren en onder begeleiding spreken over hun mentale gezondheid, waar groenten worden verbouwd door huidige bewoners, de kok een vaste plek heeft op het park om flink met de BBQ in de weer te gaan en begeleiders in een groene healty hotspot jeugdigen helpen bij hun herstel. Studenten van AVANS/ HAS brengen er de nieuwste kennis over food en leefstijl binnen en zijn zo een inspiratiebron voor jeugdigen die het even niet lukte om de weg te vinden naar studie of werk. Kortom een bruisende ‘social hub’.
Zo krijgen we een mix aan nieuwe buren en bouwen we ook met onze bestaande partners zoals Cello, Novadic-Kentron, Van Neynsel, de Herbergier, de tandartsen en Medtzorg verder aan inclusie.
Wonen
Je zou kunnen zeggen dat bovenstaande het sociale fundament vormt om straks ook nieuwe bewoners op Park Voorburg welkom te heten. In de plannen is uitgewerkt wat de bedoeling is met de locatie, welke gebieden op het park worden ontwikkeld, hoeveel woningen er maximaal komen en welke type woningen.
Gezondheid
Een nieuwe definitie op gezondheid (positieve gezondheid) geeft ons veel nieuwe inzichten. We leren dat goede behandelingen essentieel zijn en blijven, maar deze staan ten dienste van een zo prettig mogelijk leven. Daarbij is de context waarin je leeft en zijn de contacten die je hebt zeker zo belangrijk. Deze context en contacten geven houvast hoe om te gaan met kwetsbare momenten in het leven, zelfs als die er voortdurend zijn. Niet voor niets doen we hier zelf veel onderzoek naar. Dat gaan we ook doen op het park en maken we gebruik van onderzoek, kennis, studenten en wetenschap bij de verdere ontwikkeling van deze gezonde samenleving.
Nieuwbouw Reinier van Arkel
Dat Park Voorburg geleidelijk een gedeelde bestemming krijgt is van belang om de verbouw- en nieuwbouwplannen van Reinier van Arkel op het park mogelijk te maken. Momenteel wordt de Waterboog gerenoveerd en worden de plannen uitgewerkt voor de nieuwbouw van Herlaarhof en Reinier in de Kliniek. Zodat we goede woon- en werkomgevingen creëren die bijdragen aan herstel, woonen werkgeluk.
Thuis
We gaan ons mooie park samen delen, zodat het een thuis wordt voor allerlei verschillende mensen. Dat kan ook gezien de ruimte die de afgelopen decennia is ontstaan. In die zin dragen we wederom vanuit de bedoeling van Reinier van Arkel bij aan inclusie. Dit keer omgedraaid, Reinier was in 1442 zijn tijd ver vooruit en zorgde als eerste Nederlander voor een plek midden in de stad voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Nu draaien we het om en verwelkomen we de stad op ons prachtige park.
Volg de actuele ontwikkelingen op www.parkvoorburg.nl
Heb je voor die tijd ideeën en wil je meebouwen aan de gemeenschap op Park Voorburg, neem gerust contact op met @Kristel Tholen - Robben of @Jaap Klink
Na maanden hard werken is de nieuwe website van Ypse gepubliceerd. De inhoud en uitstraling zijn vernieuwd. De nieuwe website is toegankelijker. Informatie is beter en sneller te vinden voor de cliënt, naaste en verwijzer. Een grote verbetering is dat op basis van een hulpvraag trapsgewijs te zien is welk aanbod op welk niveau beschikbaar is. De bezoeker krijgt snel een beeld van de mogelijkheden van zelfhulp, preventietrainingen en behandeling binnen de basis-ggz.
Met deze veranderingen is de website eigentijds en in lijn gebracht met de andere websites van Reinier van Arkel. Ypse-medewerkers hebben samen met team communicatie van Reinier deze klus geklaard. Kijk op www.ypse.nl
Het Psychotraumacentrum Zuid Nederland heeft een eigen website. De website is ontworpen om zowel cliënten als hun naasten te ondersteunen met betrouwbare informatie, praktische tips en toegang tot waardevolle bronnen. Ook voor verwijzers en onze netwerkpartners is de website een bron van informatie.
Wat kom je tegen op de website
• Lees alles over behandelingen, ons team en onze missie
• Lees verhalen verteld door cliënten én naasten over hun weg naar herstel
• Toegang tot waardevolle info, tips, adviezen en inzichten over psychotrauma
• Voor naasten is het belangrijk dat ze goed voor zichzelf zorgen. Lees adviezen om je eigen welzijn te behouden terwijl je voor een ander zorgt
• Informatie voor Verwijzers over second opinion, consultatie en advies
Kijk op www.psychotraumacentrumzuidnederland.nl
Op 27 juni was het zover: Heppie Plastic onthulde de eerste bank gemaakt van recycled plastic dat cliënten inzamelen binnen Reinier van Arkel.
Onder het motto #iedereenkanmeedoen wordt op steeds meer locaties van Reinier van Arkel plastic ingezameld. Gebruikt plastic wordt in de werkplaats op Park Voorburg door cliënten gereinigd, versnipperd en omgesmolten tot balken. Van deze balken maken ze zitbanken die op Park Voorburg worden geplaatst. Sanne van Haaren en Bram van Druenen hebben een video gemaakt waarop je kunt zien hoe er in de werkplaats van Heppie Plastic gewerkt wordt.
Reinier van Arkel won met dit idee in 2022 de CZ Zorgprijs. De jury was enthousiast omdat het initiatief zorg voor mensen met een psychische aandoening combineert met zorg voor het milieu. Heppie Plastic is een kleinschalige dagbesteding voor mensen met een zorg- en/of dagbestedingsindicatie. Cliënten kunnen zich nog aanmelden. Meer informatie: heppieplastic@reiniervanarkel.nl.
Zorgorganisaties in Brabant bundelen krachten rondom opleiding tot GZ-psycholoog
Het creëren van een aantrekkelijke en brede opleiding voor psychologen en pedagogen die zich willen ontwikkelen tot gezondheidszorg (GZ)-psycholoog. Met dit doel hebben acht zorgorganisaties in de regio Den Bosch en Vught een samenwerkingsverband opgericht.
Deze organisaties zijn: Reinier van Arkel (regievoerder), Jeroen Bosch Ziekenhuis, Cello, Zorggroep Elde Maasduinen, Kentalis, De Viersprong, Co-eur en Trubendorffer. Paul van der Heijden, opleider postacademische psychologenopleiding bij Reinier van Arkel licht toe: “Door GZ-psychologen in verschillende zorgsectoren hun opleiding te laten volgen, worden ze breder opgeleid en ervaren ze direct de voordelen van het samenwerken in het netwerk.”
De aftrap van de Personeelsvereniging was op 1 juli met een zomerborrel. Het was er gezellig druk. Collega's kletsten bij met elkaar onder het genot van een drankje en een 'vette snack' van de Frietkar. Er waren volop ideeën voor activiteiten van de 'pv', van suppen tot bierproeverij, van chocoladeworkshop, via concerten naar wintersport. De personeelsvereniging organiseert ieder jaar vier tot zes activiteiten. Iedereen met een dienstverband bij Maatschappelijke Opvang Den Bosch of Reinier van Arkel kan lid worden.
Prima wandelweer, festiviteiten rondom Herstelacademie de Stenen Hut en meer dan 1800 (!) wandelaars op het Zorgpark. Deze ingrediënten zorgden op 12 juni voor een geslaagde tweede dag van de avondvierdaagse.
Vanaf 18:00 gingen zo'n 1800 deelnemers van start om kennis te maken met ons mooie Zorgpark Voorburg. Basisschoolkinderen, ouders en cliënten van Reinier van Arkel liepen de 5 of 10 km. Cliënten van Reinier van Arkel haalden na de wandeling met veel enthousiasme hun ééndaagse medaille op.
Namens de organisatie van de Avondvierdaagse en het Sportloket bedanken wij de vrijwilligers van Herstelacademie de Stenen Hut en de Avondvierdaagse voor de mooie avond.
Wat kan er veel bij Reinier als het gaat om werk. Er zijn ontelbaar veel werkplekken, functies, doelgroepen en teams. In de podcast-serie ‘Met ZIN aan 't werk bij Reinier' hoor je meer over het werk en onze medewerkers. Maandelijks verschijnt er een nieuwe aflevering waarin je kennismaakt met een van de medewerkers en hoe die ZIN ontleent aan het werk en er ZIN in houdt. De podcasts zijn te beluisteren via: www.reinierwerktenleert.nl/podcast
Opbrengst veiling Kunstenmakers meer dan 1000 euro
Op 29 juni was de eerste Kunst- en creamarkt in de tuin van Herstelacademie de Stijl. Cliënten, medewerkers en vrijwilligers toonden hier hun zelfgemaakte tassen, tekeningen en schilderijen, sieraden en dichtbundels. Het idee kwam van Rian Schreuder, psychiater bij Reinier van Arkel: “Ik kom in mijn werk zoveel creatieve mensen tegen. Zij haken, breien, schilderen of boetseren. Samen deze producten verkopen schept een band, daar gaat het mij om.” Aan het einde van de dag was er een veiling waar iedereen kon bieden op de producten en kunstwerken. De bezoekers boden tegen elkaar op de mooiste items. De opbrengst van de veiling was € 1043,00. Joke Zwanikken was blij verrast met dit bedrag dat gebruikt gaat worden voor verwenzorgactiviteiten.
Een prachtig jubileum vierden we op vrijdag 21 juni: het 12,5 jarig bestaan van FACT bij Reinier van Arkel. Dit vierden we bij Perron-3 met het congres 'De kracht van FACT' voor al onze FACT-medewerkers én netwerkpartners. De middag begon met een inleiding van Chamroeun Chann, klinisch psycholoog in een FACT team, gevolgd door een lezing over zingeving van Arjan Braam, psychiater en bijzonder hoogleraar. "Laat het verhaal gewoon 't verhaal zijn, begin er eens over. Luister zonder oordeel en beïnvloeding”, gaf hij de aanwezigen mee. De deelnemers konden daarna kiezen uit zes prachtige workshops. 'Psychisch Gestoord Producties' sloot de middag af met muziektheater gebaseerd op de eigen ervaringen van Nicky en 'onze' Danielle van der Sluis.
Depressie is een veelvoorkomende en vaak slopende aandoening waar volgens het Trimbos-instituut* ongeveer 19% van de Nederlanders ooit in hun leven mee te maken krijgt. Traditionele behandelingen, zoals antidepressiva en psychotherapie, helpen veel patiënten, maar er is een aanzienlijke groep die niet reageert op deze behandelingen (zie kader therapieresistente depressie). Voor deze groep biedt esketamine die via een neusspray wordt ingenomen, nieuwe hoop. Sinds februari biedt Reinier van Arkel deze behandeling aan. Reinier magazine sprak met het esketamineteam over de resultaten tot nu toe.
Reinier van Arkel heeft al langer een team dat depressies met elektroconvulsietherapie (ECT) behandeld. Leden van dit team vormen nu het esketamineteam. Psychiater Laura Breuning is samen met Nathalie Frankowski een van de aanja-
gers geweest om de behandeling binnen de muren van Reinier van Arkel aan te kunnen bieden. Laura: "Dit betekende flink onderhandelen met de zorgverzekeraars en de voorwaarden scheppen om de behandeling te kunnen uitvoeren. Dit is gelukt bij een aantal verzekeraars en sinds februari bieden we deze behandeling aan. Nadat een patiënt is aangemeld doet een psychiater of arts-assistent de intake. We kijken of de patiënt in aanmerking komt voor een esketamine- of ECT-behandeling. Wanneer voor de esketamine wordt gekozen, wordt verpleegkundig specialist Bart van den Bergh betrokken om de vragenlijsten af te nemen zodat de basislijn vastgesteld wordt. Maar het echte werk, de behandeling zelf, wordt gedaan door de verpleegkundigen."
Het echte werk, de behandeling zelf
Verpleegkundigen Anouk van Hassel en Dorith van Drunen zijn vanaf de opstart betrokken bij het team. Samen met An-
nelous Barten - Alberts begeleiden zij de patiënten tijdens de behandeling. Anouk: “Bij de eerste behandeling starten we met twee neussprays per neusgat. Dat maakt samen 56 mg esketamine. We kijken hoe de patiënt reageert op de behandeling. Bij de tweede behandeling gaan we al naar drie keer een neusspray per neusgat. Dat is gelijk aan 84 mg esketamine, wat de maximale dosis is. Tussen de sprays
Bij 10% tot 30% van de mensen die depressie hebben komt therapieresistente depressie voor. In Nederland zijn dat jaarlijks 85.000 tot 255.000 mensen die niet behandelbaar zijn met de gangbare therapie. Voor hen bestaan onder andere de volgende behandelingen:
• Combinatietherapie: combineren van
zit telkens 5 minuten voordat de volgende wordt toegediend. Bij ouderen kan bij het slecht verdragen de dosering soms op 56 mg blijven staan.”
Dorith: "Elke patiënt is minimaal twee uur aanwezig voor de behandeling en dat twee keer per week. Die tijd is echt wel nodig, mede vanwege de vragenlijsten die elke keer ingevuld moeten worden na afloop. De patiënt dient de neusspray zelf toe."
meerdere antidepressiva of toevoegen van andere soorten medicatie zoals antipsychotica of stemmingsstabilisatoren.
• Augmentatietherapie: toevoegen van een niet-antidepressivum zoals lithium, schildklierhormoon of atypische antipsychotica om de werking te versterken van de antidepressiva.
• Esketaminebehandeling: zie dit artikel
• Elektroconvulsietherapie (ECT): onder
Dorith en Anouk laten me een dummyverstuiver zien en geven uitleg. Ik kom er al snel achter dat er een behoorlijke druk gezet moet worden om een nevel in het neusgat te schieten. Heel goed dus dat er geoefend wordt voordat de kostbare esketaminesprays zelf gebruikt worden. Elke verstuiver bevat twee sprays en een apart venster laat zien of deze al gebruikt zijn of niet.
gecontroleerde omstandigheden elektrische stroompjes door de hersenen geleiden om een korte gecontroleerde aanval op te wekken.
• MAO-remmers: vertragen de afbraak van bepaalde chemische stoffen in de hersenen, zoals serotonine en dopamine.
In Nederland is het beleid dat esketamine (in combinatie met een SSRI of SNRI) in de tweedelijnszorg een plaats als vierde
Dorith: “Patiënten ervaren de spray echt als vies en metaalachtig. Misselijkheid en duizeligheid komen vaak voor. Daarom geven we de behandeling in de ochtend en moeten de patiënten nuchter zijn."
Anouk: "Iedereen heeft een eigen kamer waar ook de naaste aanwezig is. De uitwerking begint al vaak na een kwartier zichtbaar te worden. Iedereen reageert weer anders. De een wil niet praten en trekt zich terug in zijn eigen wereld terwijl de ander lekker een boek leest of wil kletsen. Na anderhalf uur is de esketamine uitgewerkt."
Dorith: "Het is bijzonder om te zien. Mensen zitten in een korte trip en wij zijn de reisleiders. We hebben een keer een patiënt gehad die er angstig van werd, omdat ze er geen controle over had. Deze patiënt wilde hierdoor de behandeling staken, maar na gesprekken heeft ze toch besloten door te gaan.”
Anouk: "Voorwaarde is dat er begeleiding meekomt en voordat iemand vertrekt beoordelen we hoe het met hen gaat. Ik laat niemand vertrekken voor ze iets te eten hebben gehad.”
Optimalisatie en afbouw
Dorith laat me een schema zien van de behandelstappen (zie kader behandelstappen) en alle vragenlijsten die ingevuld moeten worden. Dorith: "Iedereen is positief over de behandeling. Tot nu toe heeft het bij elke patiënt twee inductiefases geduurd voordat het effect van de behandeling positief was. In de optimalisatiefase dienen we nog maar een keer per week de sprays toe en in de onderhoudsfase
medicamenteuze behandeloptie heeft, dat wil zeggen na het falen van twee verschillende antidepressiva én falen van het toevoegen van lithium, mirtazapine of een atypisch antipsychoticum.
bouwen we de frequentie van de esketaminebehandeling af. In de deze fases zijn er patiënten die aangeven dat ze toe zijn aan de behandeling, omdat er steeds grotere pauzes zijn.
Het hele traject duurt ongeveer een half jaar. Maar de complexiteit van de doelgroep vraagt om flexibiliteit. Zowel de inductiefase als de onderhouds-/afbouwfase moeten soms herhaald worden, omdat de patiënt een te grote terugval ervaart.”
Uitbreiding?
De medicatie tegen depressie die de patiënt al had, wordt niet gestopt tijdens de behandeling. Daarnaast wordt op indicatie een psychotherapeutisch traject gestart. Dit is belangrijk omdat bij het herstellen uit een depressie emoties los kunnen komen. De stemming verbetert maar dan ben je er nog niet. De weg naar volledig herstel kan lang zijn. Een goede begeleiding is daarbij noodzakelijk.
Waarom al die vragenlijsten tijdens de behandeling?
Voorwaarde om als instelling deze behandelmethode te gebruiken, is dat we meedoen binnen het landelijk netwerk ENC-NL aan geanonimiseerde dataverzameling. Vandaar dat de patiënt bij elke behandeling vragenlijsten in moet vullen. Het ENC-NL is een landelijk samenwerkingsverband van gespecialiseerde centra die de esketamine-neusspraybehandeling aanbieden of dit in de toekomst willen doen. Samen zetten deze centra zich in voor onderzoek naar deze behandeling, verbetering van de behandelrichtlijn en raadplegen ze elkaar bij ingewikkelde casuïstiek. Meer informatie vind je op https://enc-nl.nl/
Verschil esketamine en ketamine
Ketamine wordt al lange tijd gebruikt als anestheticum en pijnstiller. Het wordt ook off-label gebruikt voor de behandeling van therapieresistente depressie. Esketamine is specifiek goedgekeurd voor de behandeling van therapieresistente depressie en wordt vaak toegediend via een neusspray (Spravato). Dit maakt het gebruiksvriendelijker en beter controleerbaar in een klinische setting.
Trimbos-instituut
Een kenniscentrum dat onderzoek doet naar geestelijke gezondheid, verslaving en welzijn. Ze verzamelen en verspreiden informatie om beleid en zorg te verbeteren, en om mensen te helpen gezonder te leven.
Laura: "We zitten nu echt aan het maximum van vijf patiënten die we per dag kunnen behandelen met dit team van drie verpleegkundigen. Vanwege de positieve ervaringen is de behandeling in de landelijke richtlijn opgenomen als vierde stap in het behandelprotocol. Dat betekent dat ook de andere zorgverzekeraars de behandeling zullen vergoeden en de aanmeldingen kunnen gaan stijgen." Dorith: "Dan moeten we goed nadenken over hoe we de patiënten opvangen. Nu heeft elke patiënt een aparte kamer. Bij uitbreiding kan dat niet meer en moeten we naar andere oplossingen kijken zoals ligstoelen in een grotere ruimte."
De behandeling is nieuw maar de eerste resultaten zijn hoopgevend. Patiënten kunnen aangemeld worden via de huisarts of behandelaar. De behandeling vindt poliklinisch plaats in het centrum ouderen- en ziekenhuispsychiatrie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
Behandelstappen esketamine
• Intake (psychiater of arts-assistent)
• 0-metingen (verpleegkundig specialist)
• Inductiefase - duur 4 weken twee keer/week toediening esketamine maximale dosis drie keer in elk neusgat (84 mg)
deze fase kan worden verlengd of bij terugval worden herhaald
• Optimalisatiefase - duur 4 tot 8 weken een keer/week toediening esketamine maximale dosis drie keer in elk neusgat (84mg)
deze fase na een nieuwe inductiefase worden herhaald
• Onderhoudsfase - duur afhankelijk van afbouw esketamineafbouw van een keer per week naar een keer per vier weken maximale dosis drie keer in elk neusgat (84 mg)
• Staken van de behandeling Totale duur half jaar
Verwenzorg begon bij Reinier van Arkel lang geleden met een kistje kersen dat Joke Zwanikken als leerling-verpleegkundige van huis uit meebracht voor de cliënten. Precies 25 jaar geleden heeft Reinier de verwenzorg omarmd en zijn er vele kleine en grote verwenmomenten geweest. Hoe overweldigend veel dit was, daar kwamen we achter toen we oude personeelsbladen door gingen spitten.
De cijfers vliegen je om de oren als je de berichten over verwenzorg leest. Honderden individuele wensen gehonoreerd dankzij de ZON stimuleringsprijs, 46 cliënten gaan de lucht in met airport Eindhoven, 25 jaar lang high Tea op Kasteel Maurick, PSV verrast de kinderen op Herlaarhof, 100 cliënten genieten van optreden Willeke Alberti, 34 gratis kaartjes voor cliënten, overweldigende hoeveelheid bonbons via Marcel Mutsers, ontelbare kerstpakketten en ga zo maar door. Wij denken dat er vele duizenden zo niet tienduizenden cliënten een verwenmoment meegemaakt hebben in de afgelopen 25 jaar. En dat dankzij een kistje kersen en een niet aflatende energie en doorzettingsvermogen van Joke Zwanikken en haar ambassadeurs.
Iedereen kan zich inzetten om iets extra's te doen voor iemand die dat nodig heeft. Binnen Reinier van Arkel hebben collega's of teams heerlijke diners verzorgd voor cliënten. Burgemeesters kwamen pannenkoeken bakken en bedrijven nodigden cliënten uit voor een high tea, lunch of rondleiding. Geldprijzen werden gewonnen dankzij de CZ-verwenzorgprijs. Voetballers en artiesten kwamen op bezoek en concerten en musea openden hun deuren.
Wat we vooral niet lezen in de berichten maar wel in ingezonden brieven is de dankbaarheid voor de soms kleine dingen die gerealiseerd werden. Het is ontroerend om te lezen wat een klein gebaar kan betekenen voor iemand. Daarvoor hoef je soms alleen maar even samen op een terras iets te drinken of aan iemand te denken door een kaartje te sturen. Zorg dan wel dat dit een kaartje is van Margot Pijnenborg, die in de loop van de jaren prachtige tekeningen voor verwenzorgkaarten en -boeken heeft gemaakt.
Artieste geeft optreden voor 120 cliënten met een ggz-achtergrond in Vught
Het overlijden van haar dochter Daniëlle (55) en kort daarna ook nog haar broer Tonny (73) leidde tot intens verdriet bij Willeke Alberti en een letterlijke brok in haar keel. Maar zingen is en blijft haar uitlaatklep. En dat deelt ze het liefste met mensen die 'Verwenzorg' nodig hebben.
Nadat ze in oktober haar dochter verloor én in december haar broer, probeert Willeke Alberti (79) haar leven weer op te pakken. “Ik ben niet de enige met zo veel verdriet", reageerde ze deze week na afloop van een van haar eerste optredens na deze twee 'gigagrote verliezen'. “Je hebt geen keuze. En het was de wens van mijn dochter dat ik zou blijven zingen voor mensen die zorg nodig hebben." Een speciaal plekje in haar hart heeft haar goede vriendin Joke Zwanikken uit Den Bosch, oprichter van het inmiddels landelijk bekende Verwenzorg, die zorgt voor dat ene geluksmomentje voor mensen die hun dagen slijten in een psychiatrische kliniek. Een high tea, een leuk kerstpakket of een concert. Eenvoudige dingen die het leven de moeite waard
Muziek riep emoties op Dat bleek meerdere keren. Alberti zorgde voor een lach én een traan. Ze ontroerde met liedjes van Liesbeth List en Ramses Shaffy en richtte, met een brok in haar keel, haar blik zo nu en dan naar boven. Toen ze de meezinger Ik geef je een roosje mijn roosje inzette, kreeg ze uit het publiek spontaan een roos in haar handen gedrukt. En bij Het tuinpad van mijn vader, vloeiden de tranen rijkelijk. ”Muziek verbindt", aldus de zangeres die Dit artikel
maken. “En echt verlangen naar dit soort bijzondere uitjes. In een kasteel", aldus Zwanikken.
Half jaar stem kwijt
Zo'n 120 cliënten met een ggzachtergrond en hun begeleiders zongen, dansten en klapten mee op de muziek van Alberti die haar optreden begon met het nummer: Ik ben er nog. Het optreden vond plaats in de serre van Kasteel Maurick in Vught. “Ik ben een half jaar mijn stem kwijt geweest", bekende Alberti. “Daar ben ik een beetje onzeker van geworden en ik heb voor het eerst in mijn leven zangles. Er zijn momenten dat je minder blij bent en een brok in je keel hebt, maar ik ben zo blij dat ik hier nu weer sta. Joke belt me zowat iedere dag, ze zou mijn zus kunnen zijn. Daar ben ik heel dankbaar voor." Ook Zwanikken genoot van het optreden van haar vriendin, maar vooral ook van de vele stralende gezichten om haar heen. “Jullie weten dat niet, maar het is heel bijzonder hoe deze groep mensen reageert op het optreden van Willeke. Een enorm verschil met hoe ze op de afdeling zijn. Muziek doet iets met mensen."
Foto's Roel van der Aa
voor iedereen tijd maakte, handen schudde en op de foto ging. ”En herinneringen ophalen en mensen ontmoeten. Dat houdt ons op de been. Ik kan eigenlijk niet verwoorden wat muziek al mijn hele leven met mij doet." De ongedwongen sfeer, de grapjes van Alberti én de liefdevolle aandacht waar het allemaal om begonnen was, leidden voor het aanwezige publiek tot een echt 'verwenmomentje'. “Je snapt het of je snapt het niet", luidde de inmiddels gevleugelde uitspraak van Zwanikken. En Alberti voegde eraan toe: “En je zult moeten zeilen op de wind van vandaag, want aan de wind van gisteren heb je geen ene moer."
"Muziek verbindt en houdt ons op de been"
Een high tea, een leuk kerstpakket of een muziekmiddag. Reinier van Arkel ‘verwent’ haar cliënten al 25 jaar met eenvoudige dingen die het leven in de instelling de moeite waard maken. Met als aanstichtster: Joke Zwanikken, de koningin van de Verwenzorg, die donderdag 80 jaar is geworden.
Joke Zwanikken was nog maar net leerling-verpleegkundige. Ze ergerde zich aan het slechte eten in het ‘gesticht Voorburg’ in Vught en besloot een kistje kersen voor haar patiënten mee te nemen van thuis. Van Mariahout naar Vught, 29 kilometer op de fiets. In een vloek en een zucht was het kistje leeg. “En toen moest ik bij de hoofdzuster komen”, blikt de Bossche terug. “En kreeg ik op mijn donder. De patiënten hadden wel in de kersen kunnen stikken. Ze stuurde me naar de geneesheer-directeur, maar die knipoogde een keer en ik mocht weer aan het werk. Hij snapte het tenminste!”
De kers als symbool Sindsdien staat de kers symbool voor dat ene geluksmomentje voor mensen die hun dagen slijten in een psychiatrische kliniek. Ze worden verblijd met een lekkere lunch in Kasteel Maurick,
een optreden van Willeke Alberti of een leuk kerstpakket. De inmiddels landelijk bekende Verwenzorg wordt ook door Reinier van Arkel al 25 jaar stevig omarmd. “En dat hebben we gevierd”, vertelt Tom van Mierlo,
Joke samen met een deel van de verwenzorgambassadeurs en oud-burgemeester van Den Bosch Tom Rombouts tijdens het verwenzorgfestival 10 oktober op park Voorburg in Vught.
psychiater en bestuurder bij Reinier van Arkel. “Op de verjaardag van Joke, die gisteren 80 jaar werd. Zij heeft Verwenzorg destijds vanuit haar functie opgezet. In 1999 kreeg Verwenzorg echt zijn plaats binnen Reinier van Arkel en nog steeds klopt Jokes hart voor de cliënten. Ze is voortdurend bezig met hun leven aangenamer te maken, maar inmiddels hebben we ook binnen Reinier van Arkel echte ambassadeurs van Verwenzorg.”
Nieuwerwets gewoon doen
Een van die ambassadeurs is Ingrid van Opstal-Jansen. “Verwenzorg hoeft niet groots te zijn. Het gaat om die aai over de bol, aandacht, mensen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. Joke noemt het ‘het nieuwerwets gewoon doen’, dat vind ik zo’n mooie uitspraak.”
Ook Jokes lijfspreuk ‘je snapt het of je snapt het niet’ is inmiddels wijd en zijd bekend. Of het nu gaat om de grote baas van de Sligro of Philips waar Joke regelmatig aanklopt voor ‘iets leuks’ voor de cliënten, of Patisserie De Rouw in Vught voor lekkere taartjes.
Een geluksmomentje en het verbeteren van de levensomstandigheden van psychiatrische patiënten is haar levensdoel. “En dat doe ik eigenlijk al veel langer dan 25 jaar. In 1974 ging ik al met cliënten, uit de ‘separeer’, naar een chique restaurant in Boxtel. Ze kregen allemaal nieuwe kleren en mochten naar de schoonheidsspecialiste. Iedereen was bang dat er iets zou gebeuren, maar er gebeurde helemaal niks. Ze vinden lekker eten net zo lekker als jij en ik.”
Onze cliënten zijn het waard In 2005 werd Verwenzorg zelfs opgenomen in de Dikke Van Dale. “En ik blijf het doen”, aldus
Verzorgende Ingrid van Opstal-Jansen draagt Verwenzorg een warm hart toe en doet regelmatig iets extra’s met de cliënten, zoals een ‘soepmiddag’ met de gekregen soepterrine.Op de foto samen met links Henri Thomassen en rechts Jean George Rutten. © Marc Bolsius
Joke. “Mijn gratis advies aan iedereen is ook: bezig blijven!” Zo was ze afgelopen week nog bij Cello. “Een cliënt had een ‘Van Goghbord’ geschilderd. Echt heel mooi. Toen heb ik de burgemeester van Nuenen gebeld en zijn we haar, samen met de cliënt, het bord gaan brengen. Het komt eerst op
En zo heeft Joke meer mensen om zich heen verzameld die ‘het snappen’. Bijvoorbeeld haar inmiddels goede vriendin Willeke Alberti, die met regelmaat optreedt voor cliënten van Reinier van Arkel, en acteur Marcel Musters, die jaarlijks kerstbonbons uitdeelt.
We willen iedereen een zo normaal mogelijk bestaan geven en dat kan niet zonder Verwenzorg
Tom van Mierlo, psychiater en bestuurder Reinier van Arkel
haar kamer te hangen en gaat later naar het Van Gogh Village Museum. Dan mogen enkele cliënten komen kijken en gaan we eten bij de Aardappeleters. Allemaal door één telefoontje. Die burgemeester ‘snapt het’.”
Van Opstal: “Of Joke regelt leuke sjaaltjes. En ik heb bij de plaatselijke AH bijvoorbeeld boodschappen geregeld voor een picknick met de cliënten en wol voor onze ‘breiclub’. Het gaat niet altijd om een zak geld. Door de donaties kunnen we leuke activiteiten voor de cliënten organiseren zoals een ‘vrouwenavondje’. Dan gaan we gezellig nagels lakken.”
“En tijdens de ‘soepmiddag’ serveren we soep uit een hele mooie terrine die we hebben gekregen en maken we met onze bewoners een praatje. Het levert echt heel mooie en waardevolle momenten op. Ik zou me echt niet kunnen voorstellen dat Verwenzorg er niet zou zijn. Dit moet worden doorgezet. Onze cliënten zijn het waard.”
Het vuurtje moet blijven branden
Ook Van Mierlo vindt het belangrijk dat het vuurtje van Verwenzorg blijft branden. “Dat sluit ook aan bij hoe we naar de zorg kijken. We willen iedereen een zo normaal mogelijk bestaan geven en dat kan niet zonder Verwenzorg.”
Op de verjaardag van Joke vond een groots ‘Verwenfestival’ plaats op het terrein van Reinier van Arkel in Vught. Bedoeld voor de cliënten, hun naasten en verschillende genodigden. Verschillende zangers en zangeressen traden op, er was een nagelstyliste aanwezig, cliënten konden foto’s van zichzelf maken, er werd een bingo gehouden en er zijn pannenkoeken gegeten. “Omdat we cliënten die zich niet altijd gezien voelen, echt in het zonnetje wilden zetten.”
Omdat Reinier van Arkel 25 jaar geleden verwenzorg omarmde, werd een Verwenfestival georganiseerd op
Dit artikel is geschreven door Miranda van Houtum en eerder verschenen in het Brabants Dagblad van 11 oktober 2024.
park Voorburg in Vught. Cliënten, naasten, vrijwilligers, medewerkers en speciale genodigden vierden dit met elkaar.
Pop-up Steffi's nagelstudio
Een ander of jezelf verwennen is heel gewoon. Iedereen doet het. En toch is er een grote groep mensen die vergeten wordt of zichzelf niet kan verwennen. Denk aan chronisch zieken, eenzame ouderen en jongeren en mensen met een kleine beurs, zelfstandig wonend of in een woongroep. Om zich fijn te voelen zijn zij meer afhankelijk van anderen dan jij en ik. Niet iedereen heeft (genoeg) vrienden of familie die ervoor kunnen zorgen dat hij of zij leuke dingen kan doen.
Om dit gemis te compenseren kun jij ook iets betekenen. Iedereen, of je nu zorgverlener bent, ondersteuner, vrijwilliger, familie of buurtgenoot kan een ander blij maken zodat ze meer van het leven genieten.
Verwenzorg hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Het gaat vooral om de kleine dingen. Neem even de tijd om iets extra's te doen. Op warme dagen
Dit jaar introduceerde Het Noordbrabants Museum het initiatief Koop een ticket voor een ander. Door donaties komen er museumkaartjes beschikbaar voor mensen met een kleine portemonnee. Farent, Reinier van Arkel, Quiet Den Bosch en Vluchtelingenwerk zorgen dat de juiste mensen de kaartjes krijgen Om een gezicht te geven aan de ontvangers van de kaarten vertelden cliënten van de verschillende organisaties wat kunst voor hen betekent. John en Gerard, van dagbesteding de Spoel op zorgpark Voorburg in Vught, hebben hieraan meegewerkt. Zij kregen dan ook de allereerste kaartjes.
De introductie onder een kleine groep leverde maar liefst 132 kaartjes op waarvan een vierde deel voor Reinier van Arkel bestemd was. In het kader van verwenzorg, inclusie en meedoen zijn we de Vrienden en het museum erg dankbaar voor de kaartjes. Een kaartje biedt zoveel meer dan toegang tot een museum alleen.
Lees meer over deze actie of doneer zelf een kaartje via https://www.hetnoordbrabantsmuseum.nl/doneren/actie/
samen een ijsco eten en op koude dagen een lekkere warme chocomel met slagroom drinken. Een uitstapje, bloemen kopen, naar de nagelstudio of gewoon gezellig winkelen. Met een paar collega's of vrienden pannenkoeken bakken of met velen een mooi feest organiseren. Maar kijk vooral waar jij de mensen die het nodig hebben, blij mee kunt maken.
Binnen Reinier van Arkel hebben we een aantal verwenzorgambassadeurs. Zij doen al veel, maar kunnen wel wat hulp gebruiken.
• Wil je ook iets betekenen voor de mensen die bij Reinier van Arkel zorg ontvangen?
• Heb je een mooi idee maar weet je niet hoe je het aan moet pakken?
• Wil je ook ambassadeur worden of help je gewoon graag mee?
• Wil jij contactpersoon zijn voor een team/groep/afdeling?
Mail dan naar verwenzorg van Reinier van Arkel via rvb@reiniervanarkel.nl Een ambassadeur neemt dan contact met je op.
Tekst Veerle den Boer, geestelijk verzorger i.o.
Binnen de psychiatrie is de behoefte aan intiem contact en seksualiteit een beladen onderwerp. We zien seksualiteit vaak als een belangrijk aspect van ons eigen leven, maar vergeten soms dat dit ook voor onze cliënten geldt. Voor cliënten kan seksualiteit een belangrijk thema zijn, ook in levensfases waarin we het misschien minder verwachten. Zo deelde een oudere vrouw onlangs met mij dat ze voor het eerst had gemasturbeerd. Deze ervaring riep bij haar zowel schaamte als een prettig gevoel op, maar vooral confronteerde het haar met iets dat ze haar hele leven had moeten missen, namelijk een plezierige relatie met haar eigen lichaam. Voor haar was dit een wezenlijke ervaring die haar bezighield.
Deze persoonlijke getuigenis riep bij mij vragen op over de plek van seksualiteit en intimiteit in het bieden van ‘goede zorg’. Hoeveel ruimte geef ik eigenlijk aan dit onderwerp? Hoe kan ik cliënten uitnodigen hierover te praten zonder over hun grenzen heen te gaan? En waar liggen mijn eigen grenzen in het gesprek over seksualiteit?
Cliënten zijn in zorgcontext erg afhankelijk van de visies op seksualiteit van hulpverleners. Voor cliënten zijn (intieme) relaties, soms door de aard van de aandoening of door het proces van herstel niet altijd vanzelfsprekend. Bovendien kan intimiteit of seksualiteit
ook doorwerken in iemands psychische problemen. Dit kan zorgverleners in de positie brengen dat zij beslissingen moeten nemen over kwesties rondom intimiteit en seksualiteit. Zo kunnen er vragen spelen als: 'Mogen we binnenkomen als er bezoek is?', 'Wie mogen seks met elkaar hebben?’, ‘Wie bepaalt de grens?’ In dit soort situaties is 'het goede’ vaak niet eenduidig, je staat voor een dilemma, waarbij je met beide opties iets wint en iets verliest. Het zijn dilemma's die niet alleen vragen om professionele kennis, maar ook om afwegen, reflecteren, in dialoog gaan en gezamenlijk onderzoek.
Hoe er in een zorgcontext omgegaan wordt met (morele) vragen rondom seksualiteit en intimiteit wordt allereerst beïnvloed door de waarden en ervaringen van de zorgverlener. Praten over seks doet namelijk een beroep op onze eigen houding naar seksualiteit. Daarnaast spelen de visie op het beroep van de zorgverlener en de cultuur binnen de instelling een grote rol. Lang niet altijd zijn we ons bewust van de waarden en visies die een rol spelen als we een beslissing nemen. Daarom kan het helpen om met een reflectieve en ethische blik te kijken naar de vragen rondom intimiteit en seksualiteit die zich in de werkpraktijk voordoen.
Wat voor morele vragen kom jij tegen rond seksualiteit en intimiteit in de ggz?
Wil jij ook met je team in gesprek over dilemma’s die je tegenkomt in je werk? Of wil je met je collega’s dit onderwerp uitdiepen?
Stuur een mail naar moreelberaad@reiniervanarkel.nl.
Als de medewerkers van de late dienst naar huis gaan, nemen de collega’s van de nachtdienst het stokje over. Bij Reinier van Arkel zijn per nacht ongeveer 22 wakkere nachtdiensten actief. Het gaat dan om beveiligers, begeleiders en verpleegkundigen van de afdelingen, een nachtcoördinator en twee medewerkers nachtzorg. Daarnaast zijn er een aantal slaapdiensten en mensen die bereikbaarheidsdiensten draaien. Zij slapen thuis of op locatie en worden alleen wakker gebeld als zij nodig zijn. Al deze medewerkers zorgen met elkaar dat er ook in de nacht goede zorg geleverd wordt.
Deze nacht loop ik mee met Menno Spijkers en ontmoet hem bij de receptie. Menno, verpleegkundige en sinds 2023 nachtcoördinator, is een soort vliegende kiep op Zorgpark Voorburg in Vught. Als ik vraag waarom Menno graag in de nacht werkt vertelt hij: “Het leuke van deze functie is dat je nooit weet wat er gaat gebeuren. Je kunt met allerlei vragen bestookt worden vanuit allerlei disciplines, van jeugd tot ouderenzorg. Je moet overal iets van afweten om daarop in te kunnen spelen. Ik ben er ter ondersteuning van het vaste nachtteam op locatie en kan meedenken in situaties vanuit mijn ervaring. Ik
ben ook een soort schakel tussen de medewerkers en de artsen of externe partijen.”
23:00
Receptie, het kloppend hart van de nacht
Ondertussen komen de twee beveiligers binnen die deze nacht de receptie bemannen, Dennis en Nick. Zij werken beiden voor Met WA, het bedrijf dat de beveiligers levert voor Reinier van Arkel. De receptie is het kloppend hart van de nachtzorg voor heel Reinier van Arkel. Sinds 2,5 jaar doen zij in de
Veronique Dijkzeul werkt sinds juni 2020 als vaste nachtdienst op Herlaarhof. In juni heeft ze een opleiding onderzoeksjournalistiek afgerond. Met dit artikel geeft ze kijkje in de wereld van de nachtdienst. Elke nacht als iedereen slaapt of hoort te slapen zijn het de nachtdiensten die de zorg over de cliënten overnemen. Wat doen ze en wat maken ze allemaal mee?
nacht ook de telefonische bereikbaarheid voor GGz Breburg. Dennis: “Behalve dat hier brand- en inbraakmeldingen binnenkomen, krijgen we voor zowel Reinier van Arkel als GGz Breburg alle mogelijke externe instellingen aan de lijn. Maar ook eigen artsen, crisisdienst, personeel op afdelingen, cliënten op afdelingen, cliënten die onder behandeling zijn, maar thuis zitten en mensen die midden in de nacht zichzelf of bijvoorbeeld de buurman willen laten opnemen. Veel mensen die alleen overdag werken, denken dat ’s nachts iedereen slaapt, maar dat is allesbehalve het geval. Het kan nogal eens hectisch zijn en
je komt soms de gekste situaties tegen. Dat maakt het werk juist leuk.”
Om iets over 23.00 uur krijgt Menno een telefoontje dat er een nachtdienst op de kliniek in Den Bosch uit is gevallen. De collega op de kliniek geeft aan dat zij die groepen deze nacht overneemt. Zij wil graag de zekerheid, dat als het nodig is, Menno kan komen ondersteunen. Even later komt Carla bij de receptie binnenlopen. Carla is de coördinator van Met WA die terreindienst heeft en komt informeren naar de eerdere problemen met het nieuwe alarmsysteem. Menno spreekt met Carla af dat hij gedurende deze nacht op een
aantal locaties het alarmsysteem test om te kijken of alles in orde is.
Spoedeisende psychiatrische onderzoeksruimte (SPOR)
Om 23.45 uur komt er bij de receptie een telefoontje binnen van de politie dat zij onderweg zijn met een cliënt naar de de spoedeisende psychiatrische onderzoeksruimte (SPOR). Dat is een ruimte waar in de nacht beoordeeld wordt of cliënten opgenomen worden bij Reinier van Arkel. De crisisdienst wordt door de receptie op de hoogte gebracht dat er een cliënt onderweg is. Ook de ouders van de cliënt komen eraan. We
stappen in de auto die de nachtcoördinator tot zijn beschikking heeft en rijden naar de Zilverlinden, waar de SPORruimte is. Daar aangekomen hebben we even tijd om een korte overdracht te krijgen. Deze nacht zijn Wim en Aerd aan het werk op groep 1 en 2 van de High Intensive Care (HIC). Het is gelukkig rustig op de afdeling. Wim: “We hebben hier dertien bedden die beschikbaar zijn voor cliënten. Er zijn twee IC’s (Intensive Care), twee separeers en een comfort room. Als er geen cliënten op de IC of separeer verblijven werken we met tweeën, anders komt er soms een derde persoon bij die bij de IC en separeer aanwezig is.” Aerd vult aan: “Je kunt hier nooit weten hoe de nachten gaan verlopen. De ene nacht is er niet veel te doen, andere nachten loop je de benen onder je lijf vandaan. Toch vind ik de sfeer in de nachten fijn, het is veel minder hectisch dan overdag.”
00:00
Om middernacht krijgt Menno wederom een telefoontje van de receptie dat de cliënt en politie bij de slagboom staan. We lopen naar de SPOR ruimte waar de beoordeling plaats gaat vinden. De client wordt door vier agenten begeleid. Als zijn boeien afgedaan worden, gaat hij direct op de bank liggen in de ruimte en zegt daarna helemaal niets meer. De ouders komen ongeveer een kwartier later aan en zijn zichtbaar geëmotio-
’s nachts iedereen slaapt
neerd. Menno probeert hen wat op hun gemak te stellen en biedt iedereen iets te drinken aan. De politie kan na 10 minuten vertrekken, omdat de cliënt niet bekend is met agressie en rustig is. Wel is Nick van de beveiliging gekomen als extra ondersteuning. Even later komen de twee medewerkers van het crisisteam binnen, Esther en Marije. Zij gaan in gesprek met ouders en proberen in contact te komen met de cliënt, maar dat lukt helaas niet. Uiteindelijk wordt besloten dat er een crisismaatregel moet komen en de cliënt gedwongen opgenomen wordt. Marije van het IHT vertelt: “Wij doen alleen de beoordeling of er gronden zijn voor een opname, er moet dan sprake zijn van een psychiatrisch ziektebeeld.” De dienstdoende psychiater, die snel ter plaatste is, komt om de opname te doen. Als de ouders naar huis zijn vertrokken, wordt de client naar zijn kamer gebracht met ondersteuning van Menno en de beveiliger.
Bij de crisisdienst werken ze met bereikbaarheidsdiensten. Ik vraag aan Ester of zij nu wakker is gebeld. “Nee, wij zijn deze dienst al vanaf 18.00 uur vanavond bezig, het is vandaag echt super druk. We hebben eerst iemand thuis beoordeeld. Ik was net thuis en mijn tanden aan het poetsen toen de volgende melding binnen kwam.” De psychiater die de opname heeft gedaan, Laura, lag wel te slapen. “Het hoort erbij, wij hebben om de zoveel weken een paar bereikbaarheidsdiensten. Soms slaap je
de hele nacht door, dan kunnen de voorwachten alle hulpvragen afhandelen. Andere keren moet je eruit om een beoordeling te komen doen. Morgenochtend om half 9 moet ik weer paraat zijn, dus het is fijn als ik nog wat kan slapen vannacht.”
02:00
Als Menno even napraat met Ester en Marije, loop ik naar groep 3 van de HIC, de voormalige Medium Care. Hier zijn Edwin en Erdal aan het werk. Zij hebben tot nu toe een rustige dienst. Als ik met Erdal in gesprek ben, komt een cliënte om medicatie vragen. Erdal vraagt waarom ze haar medicatie wil, cliënte zegt niet te kunnen slapen. Erdal roept Edwin of hij cliënte haar medicatie wil geven. Omdat Erdal een ZZP’er is mag hij dit zelf niet. “Dat is soms lastig voor de vaste medewerkers. Ik wil graag een volwaardige collega zijn, maar als ZZP’er mag ik geen medicatie geven*.” zegt hij.
03:00
Magnolia
Menno komt me ophalen om naar Magnolia te gaan, een verblijfsafdeling waar veel ouderen wonen. Op Magnolia zijn drie nachtdiensten actief en ook nog een slaapdienst die wakker gebeld kan worden bij ernstige calamiteiten. Om 03.00 uur komen de medewerkers samen voor een half uur pauze. Vandaag
zijn alleen Bas en Mohamed er, op de 2e verdieping is een invalkracht aan het werk. Bas werkt op de eerste verdieping waar 38 bewoners wonen, verdeeld over twee groepen. Als ik Bas vraag waarom hij graag ’s nachts werkt zegt hij: “Ik vind vooral de zelfstandigheid fijn, en de korte lijnen. En met cliënten heb je toch andere gesprekken dan overdag, je kan dieper op dingen ingaan waar mensen tegenaan lopen. Ook heb je soms tijd om echt in dossiers te duiken, dat lukt overdag echt niet.” Mohamed werkt op de begane grond waar drie groepen met in totaal 20 bewoners zijn. “Eerst werkte ik hier veel als ZZP’er, maar ik ben nu in vaste dienst. Dat bevalt me heel goed. Er is nu een pilot bezig om ook de meldingen van groep C te doen. De cliënten daar hebben een deurmelder, zodra ze van hun kamer afkomen krijg ik een melding op mijn alarmeringssysteem.”
04:00
Herlaarhof
Herlaarhof is de volgende afdeling die we bezoeken, mijn thuisbasis. Hier zijn mijn collega's Mario en Jan aan het werk. Er zijn deze nacht 25 jongeren tussen de 6 en 23 jaar verdeeld over vier huisjes. Hier wordt gewerkt met een inluistersysteem. Mario: ” Als er een geluid is op een van de kamers komt er een melding op ons scherm binnen. Er wordt dan geluisterd of er iets bijzon-
ders te horen is. Ook kunnen jongeren via dit systeem roepen als zij hulp van de nachtdienst nodig hebben.” Op Herlaarhof zijn er nog wat opstartproblemen met het nieuwe persoonsalarm. “Het nieuwe systeem werkt nog niet helemaal goed”, zegt Jan. Als we een test doen, blijkt inderdaad dat er op andere afdelingen geen melding binnen is gekomen. Menno belooft het terug te koppelen naar de technische dienst zodat zij er de volgende dag naar kunnen kijken.
Het is nu 05.30 uur en buiten beginnen de vogels al te fluiten. Menno moet nog wat dingen afhandelen omdat dit zijn laatste nacht is, hij kan dus niet meer mee naar de volgende locatie. Ik besluit alleen naar het hostel Oosterwende in Den Bosch te gaan. Ik bedank Menno voor zijn tijd en de interessante nacht en stap in mijn auto.
05:30
Hostel Oosterwende
Op het hostel Oosterwende zit de medewerker nachtzorg die beschikbaar is voor de cliënten van het Hostel. Ook zijn zij telefonisch bereikbaar voor de buitenlocaties zoals Zaltbommel, Schijndel, Rosmalen en de beschermde woonvormen in Den Bosch. Als ik binnenkom moeten de aanwezige nachtdiensten, Tuba en Marie Jose, net naar een cliënte van het hostel. “Een cliënte heeft net gebeld en geeft aan duizelig te zijn. Ik
heb haar bloedsuiker gemeten en deze was veel te hoog. De huisartsenpost gaf net aan dat we nog even wat metingen moeten doen en controleren of cliënte ook verward is”, zegt Tuba. Omdat dit Tuba haar eerste nacht als vaste medewerker nachtzorg is, wordt zij nu ingewerkt door Marie Jose. Sinds januari is op beide Hostels in Den Bosch een medewerker nachtzorg aanwezig die wordt ondersteund door een beveiliger. Marie Jose legt uit: “In eerste instantie was er één wakkere begeleidingsdienst, en op beide locaties een beveiliger aanwezig. Maar de gemeente stelde als voorwaarde dat er op beide locaties van het hostel een wakkere begeleider moet zijn. Daarom is ons team nu uitgebreid”.
07:00
Om iets voor zeven uur komt de vroege dienst binnen op het hostel voor de overdracht met nachtzorg. Ook mijn nacht zit erop en ik bedank Marie Jose en Tuba voor hun tijd. Even later zit ik in de auto op weg naar huis met een prachtige opgaande zon.
* Een ZZP’er mag bij Reinier van Arkel geen medicatie uitdelen tenzij deze langer in dienst is en de cursus ‘omgaan met geneesmiddelen’ bij de Reinier Academie gevolgd heeft.
Het kan ons allemaal gebeuren. Als het leven je even niet toelacht, om welke reden dan ook, kun je zomaar in een diep dal terechtkomen. Vaak zijn we in staat om daar zelf uit te krabbelen, maar er zijn momenten dat dat echt niet meer lukt. En dan heb je hulp nodig en misschien zelfs acute hulp. Intensive Home Treatment (IHT)*, de crisisdienst van Reinier van Arkel, helpt mensen in hun thuissituatie uit die crisis te komen. Mensen die gewoon thuis wonen, met een baan, met een gezin. Mensen die even in de ziektewet zitten.
Een onderdeel is de deeltijd IHT waar clienten in groepsverband aan hun herstel werken. “Onze doelstelling is dat de crisis is verbleekt als de mensen bij ons weggaan en dat zij weer grip hebben op hun leven.” Reinier magazine ging op bezoek bij Wilma Augustinus en Monique van den Heuvel, twee bevlogen verpleegkundigen bij de IHT-deeltijd.
Vaak gaat het om suïcidaliteit. En dan is er acuut hulp nodig. Soms staat suïcidaliteit niet op de voorgrond, maar heeft het meer te maken met zelfverwaarlozing en nergens meer aan toekomen, geen zin meer hebben in het leven. Maar ook dan moet er doorgepakt worden. Cliënten die geïndiceerd worden voor de deeltijd IHT komen twee tot drie keer in de week naar Zilverlinden op Zorgpark Voorburg. Daar volgen zij een dagprogramma in groepsverband. “Je legt het accent op het thuis zijn, thuis herstellen. En daarom is dit heel passend binnen de IHT”, legt Wilma uit. “Dat wat ze hier leren, kunnen ze thuis in praktijk brengen”, vult Monique aan. Het traject duurt ongeveer zes weken, daarna stromen cliënten eventueel door naar andere behandelvormen.
Ruimte maken voor herstel
Belangrijk is dat mensen zich veilig voelen, niets moet. Persoonlijke verhalen delen mag, maar hoeft niet. “We zijn hier vooral bezig met motiveren en aanmoedigen. Het gaat om het verdragen van de situatie zoals die is. Je ziet dat mensen zo knokken tegen wat er gebeurd is. ‘Ik wil dit niet, het moet nu over zijn. Ik wil mijn leven weer oppakken.’ Dat knokken kost veel energie. Als mensen dat kunnen loslaten en de situatie kunnen verdragen, dan komt er ruimte voor herstel”, vertelt Wilma. Monique: “Vaak denken cliënten dat ze hier van alles moeten doen, een soort school. Het aanwezig zijn is al goed, maar meedoen aan het programma kan je echt helpen. Hoe lager we de lat leggen, hoe fijner cliënten het vinden. De druk gaat eraf. In het begin doen mensen zich vaak beter voor dan ze zich in werkelijkheid voelen, ze houden een masker voor. En daar proberen we doorheen te prikken.”
Het dagprogramma bestaat uit verschillende verbale en non-verbale onderdelen. Er is een dagopening en -sluiting. Bespreken hoe dingen thuis gaan, hoe het misschien anders kan en hoe cliënten dat thuis kunnen oefenen. Of bij het evalueren van de dag vragen naar wat er goed is gegaan. “De mensen zijn vaak somber en leggen de nadruk op wat er niet goed is gegaan. Maar er is ook ruimte voor waar ze tegenaan zijn gelopen”, geeft Wilma aan.
Praten is heel fijn, maar ook het doen, ervaren en uit het hoofd komen is heel belangrijk tijdens de muziek- en creatieve therapie, wandelen over het zorgpark, yoga of psychomotorische therapie. Dat geeft de ontspanning. Verder is er aan-
dacht voor cognitieve gedragstherapie, het bespreken van weekdoelen, leefstijl, zingeving en het werken aan een crisissignaleringsplan. De thema’s gaan vooral over ‘de lat lager leggen’, ‘milder en liever zijn voor jezelf’, ‘rust’ en ‘grenzen aangeven’.
De groepen bestaan uit mensen die in verschillende fasen van hun herstel zitten. En dat is ook de kracht. Daardoor herkennen ze veel dingen bij elkaar, praten ze erover in de pauze of tijdens groepsgesprekken en kunnen ze elkaar goed ondersteunen. Iedereen leert van elkaar. Een zinvolle ondersteuning is die van de ervaringsdeskundige tijdens het thema-uur over herstel. “Hier hebben clienten super veel aan. Er komt iemand die precies weet waar de cliënten het over hebben. Die heeft zelf van alles meegemaakt, is opgenomen geweest. En dat geeft hoop, want daar zit iemand die zijn leven weer heeft opgebouwd. Een echt voorbeeld. Toch anders dan wanneer wij erover praten”, geeft Monique aan. “Ervaringsdeskundigen hebben tijd en ruimte om met cliënten het gesprek aan te gaan. Ze zijn vaak heel direct, maken bespreekbaar dat cliënten hun eigen verantwoordelijkheid hebben en zelf hun leven moeten gaan oppakken.”
Crisissignaleringsplan
Tijdens de gesprekken over het crisissignaleringsplan wordt er op individueel niveau aandacht besteed aan het maken of bijstellen hiervan. Het plan is een gebruiksaanwijzing voor cliënten en hun omgeving. Wat doe je als het helemaal niet goed met je gaat of als je je wat gespannen voelt? Kun je zelf iets doen? Bijvoorbeeld vragen of je buurvrouw een paar keer bij je binnen wil lopen; of bellen met het IHT-team. “Dat vin-
>> IHT-deeltijd
den we een belangrijk onderdeel binnen de IHT”, zegt Monique. Cliënten moeten een beetje stabiel zijn en hun situatie wat kunnen overzien voordat ze aan een plan kunnen werken. “Ook wij willen de mensen wat beter hebben leren kennen voordat ze hiermee aan de slag gaan. We willen goed met hen mee kunnen denken.” Vaak vinden vervolgafdelingen het heel fijn als er al zo’n plan ligt. Het crisissignaleringsplan komt ook in andere therapieprogramma’s terug. Een belangrijk vraagstuk is hoe mensen thuis hun leven weer op de rit krijgen als de deeltijd is afgelopen. Hoe gaat je dag er dan uitzien? Zingeving is hierin belangrijk: wat is belangrijk voor jou? Waar doe je het voor? Soms zijn cliënten er nog niet aan toe om hun werk te hervatten of te re-integreren. Monique: “Dan kijken we naar vrijwilligerswerk of een herstelacademie, bijvoorbeeld De Stenen Hut, De Stijl of Bommelerwaard.”
En er zijn mensen die helemaal klaar zijn met de deeltijd, op een positieve manier dan. Die zijn dan toe aan een volgende stap in hun herstelproces.
*IHT staat voor Intensive Home Treatment. Het team van Intensive Home Treatment levert een belangrijke bijdrage om mensen met ernstige psychiatrische problemen die in crisis zijn geraakt, in hun eigen omgeving te begeleiden en te behandelen. Het voordeel is dat mensen hun rollen kunnen behouden, als ouder of partner. Per situatie wordt ingeschat of het verantwoord is dat mensen thuis behandeld worden. Dat is afhankelijk van het ziektebeeld en de omgeving waarin iemand leeft. Soms zijn mensen zo overprikkeld dat toch een opname gewenst is. Naast de zorg voor de cliënt worden familie/betrokkenen ondersteund tijdens de crisis. De zorg tijdens de crisis kan zo intensief als nodig, geleverd worden. Zo kort als mogelijk, zo lang als nodig.
Na een aanloopperiode begin 2024 komt Edwin op 1 mei thuis te zitten. "Ik ben letterlijk ingestort. Zelf noem ik het een autistische burn-out. Het was een zwart gat waarin ik kwam te zitten. Ik was helemaal op en kwam nergens meer toe." Edwin had al eerder in zijn leven de diagnose autisme gekregen. Hij had een baan als financieel controller en draaide al die tijd gewoon mee in de maatschappij.
In deze donkere periode was er gelukkig een goede vriendin die aan de bel trok. Via de huisarts kwam Edwin bij het IHT* van Reinier van Arkel terecht. Edwin: "Ik zat zo in de put dat deze stap logisch voelde. Ik moest gewoon geholpen worden. Na een aantal gesprekken werd voorgesteld dat ik drie dagen de IHT-deeltijd zou volgen. Dat voelde meteen goed omdat ik behoefte had aan structuur. Ik was mijn dagritme helemaal kwijt. Op maandag, woensdag en vrijdag deed ik mee aan het dagprogramma van 9 tot 15 uur."
Niets moet
De verschillende onderdelen van de dagbehandeling vinden in een groep plaats. "Daar heb ik me wel overheen moeten zetten. Je stapt in een groep en denkt dat iedereen elkaar kent en jij nieuw bent. Maar iedereen in die groep volgt een eigen schema en dagen en de een zit op het eind van de behandeling en de ander start net. Je voelt je al snel onderdeel van de groep. Het allerbelangrijkste voor mij was dat er gezegd werd dat niets moet. Als je even niet wilt meedoen dan kan dat. Zo nodig heb je buiten de groep dan een een-opeen gesprek met een van de begeleidende verpleegkundigen. Zeker toen ik een terugval had waren deze gesprekken erg belangrijk. Juist omdat ik de vrijheid heb om ergens niet aan mee te doen, lukte het mij om goed mee te doen."
Praktisch
Elke dag begint en eindigt met een groepsgesprek met de verpleegkundigen. Daartussen zijn er therapieën en
Tekst Erik Welten
ontspannende momenten van uur tot uur. "De groepsgesprekken met de ervaringsdeskundigen elke week zijn waardevol. Het is leerzaam om met mensen te praten die hetzelfde meegemaakt hebben. Overigens zijn de verpleegkundigen toegankelijk en praktisch ingesteld. Je voelt dat je praat van mens tot mens."
"De muziektherapie was voor mij confronterend. Voordat het met mij minder goed ging was ik veel bezig met muziek. Ik luisterde veel naar muziek, maar ik ben vroeger ook actief geweest als drummer in bandjes. Dat was allemaal weggevallen. Ik raakte er zelfs gestrest van. Stap voor stap ben ik het weer gaan waarderen en kreeg ik vaak de rol van de ritmesectie toegewezen door de muziektherapeut."
"Bij de yogalessen heb ik leren voelen waar mijn stress zit. Ik was gewend om me fysiek uit te putten door bijvoorbeeld te mountainbiken. Maar tijdens yoga leerde ik anders om te gaan met mijn lichaam. Ik begin de dag nu dagelijks met de rek- en stretchoefeningen die ik daar geleerd heb. Ik voel dan of er spanning in mijn lijf zit. Daarnaast ben ik me gaan verdiepen in mindfulness."
Laat je vooroordelen los De grootste winst heeft Edwin gehaald uit de creatieve therapie. "Ik noem het gewoon knutselen hoor. Ik ben helemaal niet creatief. Ik had ook veel hulp nodig. Maar als ik dan aan een opdracht bezig was, merkte ik dat de tijd omvloog en ik rust kreeg in mijn hoofd. Dat was voor mij een openbaring. Met mijn werk als financieel controller was
ik continu bezig in mijn hoofd en was ik uitgeput als ik thuiskwam. Met deze therapie leerde ik dat werken met mijn handen erg goed voor me is. In mijn vrijwilligerswerk nu ben ik veel aan het sjouwen en spullen in elkaar aan het zetten. Daar voel ik me erg fijn bij en ik zie me dit soort werk ook als betaalde kracht doen."
Na zijn dagbehandeling bij IHT krijgt Edwin begeleiding van de Leermakers autismegroep. Het signaleringsplan dat tijdens de deeltijd is gemaakt is door hen overgenomen. Dit plan helpt hem om veranderingen in de gezondheid of gedrag te herkennen en daaraan ook acties te koppelen. Hij heeft nog een belangrijk advies voor iedereen die hetzelfde meemaakt. "Laat je niet leiden door je vooroordelen maar doe gewoon mee aan het programma. Zelf had ik ook vooroordelen over creatieve therapie, muziektherapie en sporttherapie. Je denkt dan 'moet ik als een volwassen man hieraan meedoen'. Die gereserveerdheid helpt je niet. Ik moest soms mijn schaamtegevoel of gêne loslaten. Dan blijkt dat je er heel veel aan hebt. Dat elke therapie je iets op kan leveren en je jezelf beter leert kennen. Dus laat los die vooroordelen en doe mee."
* Intensive home treatment (IHT): intensieve behandeling voor mensen die in crisis (dreigen) te raken.
Je denkt dan 'moet ik als een volwassen man hieraan meedoen'.
Die gereserveerdheid helpt je niet.
”In het najaar, op 27 oktober, is Den Bosch 80 jaar bevrijd. Daar kun je in de Reinier mooi aandacht aan geven. Het gesprek met mij past daar dan ook mooi bij.” Zo e-mailde Jo Gerrits me deze zomer. Helaas heeft dit gesprek nooit plaatsgevonden. Op 20 augustus 2024 overleed Jo na een noodlottig auto-ongeluk.
Jo was een zeer gewaardeerde oud-medewerker en actieve vrijwilliger bij Reinier van Arkel. Hij begon op jonge leeftijd als verpleegkundige en bekleedde later diverse leidinggevende functies. Gelijkwaardigheid en menselijk contact stonden bij Jo voorop. Jo heeft bij Reinier 40 jaar in vaste dienst gewerkt en 24 jaar als vrijwilliger. Hij zette zich in voor de kapelvieringen op zorgpark Voorburg en het oud-medewerkerscomité.
De geschiedenis van Reinier van Arkel had altijd al zijn speciale aandacht en samen met Mario Oerlemans realiseerde hij in 2007, precies 565 jaar na de stichting van Reinier van Arkel, de oudheidkamer ‘De zolders van Reinier’.
Je kon Jo regelmatig tegenkomen in het museum. Dan was hij bezig met het onderhoud of doorontwikkeling van het museum. Of hij was er vol toewijding en plezier een rondleiding aan het geven.
Jo was een betrokken en bevlogen collega en vooral een warm mens. Hij had nog volop plannen met ‘zijn’ museum de oudheidkamer ‘De zolders van Reinier’. We missen hem enorm.
Door het materiaal van het historisch genootschap kunnen we het artikel over het museum en Reinier van Arkel in de Tweede Wereldoorlog toch schrijven. Vooral dankzij Jo’s aantekeningen die we hebben gekregen van zijn dochter Evelien. Zij is naast medewerker bij Reinier van Arkel ook fotograaf voor Reinier magazine en had de foto’s van haar vader al gemaakt. Als geen ander heeft ze het warme karakter van Jo kunnen vastleggen.
Over de oorlog in Vught en ’s-Hertogenbosch zijn boeken volgeschreven. Voorburg en Reinier van Arkel worden af en toe in de marge genoemd. Veel van wat er zich daar heeft afgespeeld, is niet bekend bij een breder publiek.
Voorburg Vught
De Duitse bezetter vorderde op Voorburg drie gebouwen. Vijf Engelse zusters werden weggevoerd naar een interneringskamp in Schoorl. In 1942 verslechterde de situatie door de komst van zo’n duizend patiënten van psychiatrische instellingen uit de kuststreek. Grote delen van de kuststreek werden ontruimd vanwege de aanleg van de Atlantikwall, de verdedigingslinie die de Duitsers moest beschermen tegen een geallieerde invasie. Duizenden huizen werden gesloopt en bijna 300.000 mensen werden gedwongen geëvacueerd. Van de psychiatrische ziekenhuizen in Heiloo, Santpoort en Noordwijkerhout kwamen meer dan 1000 evacuees terecht op Voorburg. De gevolgen van de evacuatie voor de psychische en lichamelijke toestand van de patiënten waren rampzalig. Het sterfte-
cijfer steeg flink, vooral door infectieziekten zoals tuberculose en dysenterie. De begraafplaats op Voorburg moest flink uitgebreid worden. Ook waren er veel meer hongerige monden te vullen. Om dat mogelijk te maken werden plantsoenen en grasvelden omgeploegd om als land- en tuinbouwgrond te dienen.
Op Voorburg woonden al twee joodse patiënten, Abraham van Leeuwen en Helene van der Gaag-Krug, en daar kwamen er vijf bij vanuit Santpoort. De Duitsers hielden razzia’s om hen op te sporen en hen via Westerbork naar Auschwitz te transporteren. In totaal zijn er binnen Reinier van Arkel en Voorburg negen oorlogsslachtoffers te betreuren.
Eind oktober 1944 rukten de geallieerden op en waren er hevige gevechten op en rond Voorburg. Veel gewonde Engelse soldaten werden door Engelse artsen behandeld op de ziekenzaal, in de tabaksstripperij en later ook in de weverij, Beukenhof en de schuilkelders. Op 26 oktober werd Vught bevrijd. De oorlog ging boven de rivieren door. Daardoor kon het gebeuren dat op 21 februari 1945 een bom viel op een afdeling van Voorburg waarbij veel materiële schade was en een cliënt om het leven kwam.
Reinier van Arkel Den Bosch
In het najaar van 1944 namen in Den Bosch, Vught en omgeving de gevechtshandelingen tussen Duitsers en geallieerden toe. Er vlogen regelmatig
bommenwerpers over waarvan de piloten wisten dat zij hun lading niet moesten richten op een dak met een rood kruis. Op veel luchtfoto's uit de laatste oorlogsjaren zijn rode kruizen zichtbaar op de daken. In de mobilisatietijd* werden ziekenhuizen voorzien van deze rode kruizen om te voorkomen dat ze doelwit werden van luchtaanvallen. Het rode kruis op het dak van Reinier van Arkel aan de Hinthamerstraat in Den Bosch bestaat nog steeds en is uniek in Nederland. Voor zover bekend zijn deze kruizen bijna overal verdwenen na de oorlog.**.
Tijdens de (dreigende) bombardementen schuilde men in de schuilkelders. Vooral in Den Bosch waren daar ook onderduikers aanwezig. De gevechten gingen in Den Bosch rondom Sluis 0, vlakbij Reinier van Arkel, van man tot man. Daardoor kon het gebeuren dat aan de voorkant de Duitsers de gebouwen ontvluchtten terwijl aan de achterkant de Engelsen er naar binnen gingen. Uiteindelijk wordt ‘s-Hertogenbosch op 27 oktober 1944 bevrijd.
Museumbezoek
De tentoonstelling Reinier van Arkel tijdens de Tweede Wereldoorlog geeft met verschillende foto's en beschrijvingen een indruk van deze moeilijke tijd. Breng een bezoek aan de tentoonstelling in de gangen rondom het museum ‘De zolders van Reinier’ op onze locatie aan de Bethaniestraat. >>
>> Reinier van Arkel in de Tweede Wereldoorlog
Het museum en de tentoonstelling zijn op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur vrij toegankelijk. Wil je met meerdere personen het museum bezoeken of een toelichting van een oud-medewerker, maak dan een afspraak via info@reiniervanarkel.nl.
* Mobilisatietijd is de periode waarin een land zijn leger klaarmaakt voor een mogelijke oorlog. Dit betekent dat soldaten worden opgeroepen, wapens en voertuigen worden verzameld, en strategische plekken worden beveiligd. Het is de overgang van vredestijd naar een staat van paraatheid voor oorlog.
**Bron: Bossche kringen jaargang 10, nummer 4
Lees het artikel over het rode kruis op het dak op https://www.calameo.com/books/004175058dba 36c4b5c9f of scan de QR-code.
Oudheidkamer ‘De zolders van Reinier’
De dag van de ondertekening van de stichtingsakte van Reinier van Arkel was 26 november 1442. De dag erna werd de akte in de St. Anthoniuskapel hardop voorgelezen tijdens een drukbezochte bijeenkomst. Precies 565 jaar later is de oudheidkamer ‘De zolders van Reinier’ geopend. In de hal en overdekte patio van het hoofdgebouw van Reinier van Arkel in Den Bosch is een vaste collectie te vinden die het verhaal vertelt van de psychiatrie. Daarnaast zijn er met regelmaat wisselende tentoonstellingen waaronder de tentoonstelling ‘Reinier van Arkel tijdens de Tweede Wereldoorlog’.
Op 18 januari 2024 is de podcastserie ‘In het nauw’ verschenen. De podcastserie van ARQ Kenniscentrum Oorlog gaat over Nederlandse psychiatrische instellingen tijdens de tweede wereldoorlog. In de serie komen vier onderwerpen aan bod: Jodenvervolging, Oorlogsgeweld, Ontbering en Honger. Vier onderwerpen die duizenden Nederlanders die in psychiatrische instellingen leefden, troffen en hen extra kwetsbaar maakten. Jo Gerrits en Alfred van Egmond, beiden oud-medewerker en actieve vrijwilliger van het museum ‘De zolders van Reinier’, werkten mee aan aflevering 2 ‘In de vuurlinie’.
Je beluistert de podcast via Spotify of Apple Podcasts. Scan de QR-code
Bij GROEN werken we aan een ambitieus doel: een positieve impact maken op de mentale gezondheid en het welzijn van onze jeugd en hun omgeving.
Het afgelopen jaar hebben we een indrukwekkende groei doorgemaakt. Niet alleen hebben meer jongeren onze werkwijze leren kennen, maar ook is ons team uitgebreid met enthousiaste collega’s die zich vol toewijding inzetten voor dezelfde missie. Het is een bevestiging van het vertrouwen dat jongeren, hun families en de omgeving in ons hebben, en het is geweldig om te zien hoe we blijven groeien met professionals die hetzelfde doel nastreven. Wat onze missie krachtig maakt, is ons gedeeld commitment aan samenwerking en gelijkwaardigheid. Iedereen binnen GROEN werkt vanuit zijn of haar unieke perspectief en expertise, maar altijd met de focus op het gezamenlijk maken van een positieve impact. We handelen als één team en delen de verantwoordelijkheid om van onze visie realiteit te maken.
We vroegen aan verschillende mensen om vanuit hun functie of rol de ervaring met GROEN te beschrijven.
Verpleegkundige bij GROEN
"Binnen onze organisatie staat samenwerking centraal. We werken niet vanuit hiërarchieën of rigide structuren, maar als een organisch ecosysteem waarin ieder teamlid gelijkwaardig is. Dit geldt niet alleen voor het dagelijkse werk, maar ook bij het nemen van beslissingen. Zo benutten we optimaal de verschillende kennis, vaardigheden en perspectieven van ons team. We spreken elkaar hier ook op aan en moedigen elkaar voortdurend aan. Door deze manier van werken kunnen we flexibel inspelen op de behoeften van jongeren en hun omgeving, en trekken we een divers palet aan beroepsgroepen aan. We richten ons op de vaardigheden van onze collega’s en dat maakt ons werk dynamisch en inspirerend."
Hersteldeskundige bij GROEN
"We zijn een energieke groep mensen die elkaar continu inspireert. Geen enkele dag verloopt zoals gepland, en
dat maakt het juist zo leuk! Door mijn werk hier ben ik enorm gegroeid. Mijn talenten krijgen de ruimte om te bloeien en sinds kort ben ik verantwoordelijk voor onze sociale media. Als ik bezig ben met Instagram en TikTok, voelt het niet eens meer als werk."
Netwerkpartner
"Gelijkwaardigheid is bij GROEN geen theoretisch concept, maar de basis van de werkcultuur. Elk teamlid krijgt de ruimte om zijn of haar eigen perspectief in te brengen, wat zorgt voor een omgeving waarin iedereen zich gehoord voelt. Dit versterkt niet alleen het onderlinge vertrouwen binnen het team, maar ook het vertrouwen dat jongeren, hun omgeving, en wij als gemeenten in GROEN hebben. We voelen ons hierdoor ook echt onderdeel van deze beweging."
Ouder
"De aanpak van GROEN is inspirerend; ze laten zien hoe een team met een gezamenlijke missie daadwerkelijk een verschil kan maken. Voor mij is het duidelijk dat samenwerking en gelijkwaardigheid essentieel zijn voor hun succes. De impact die GROEN heeft op het leven van mijn zoon, mijzelf en vele anderen, is enorm. Ik hoop dat ze nog op veel meer plekken zullen bloeien."
Wethouder
"GROEN inspireert niet alleen de jongeren, maar ons allemaal om te werken vanuit samenwerking en gelijkwaardigheid. Dat geeft vertrouwen, en we bouwen hier graag samen aan verder."
Manager bij GROEN
"Samenwerken vanuit respect en waardering voor ieders unieke waarde is de basis voor onze cultuur. Dit zorgt voor werkgeluk en dat is aanstekelijk. Bij GROEN ontstaat werkgeluk niet zomaar; het is het resultaat van een bewuste keuze voor samenwerking en gelijkwaardigheid. We bouwen samen aan een werkplek waar we gezamenlijk trots op kunnen zijn."
In het hedendaagse leven komen we allemaal vroeg of laat in aanraking met de geestelijke gezondheidszorg, hetzij direct door eigen ervaringen, hetzij indirect via familie, vrienden of collega’s. Toch blijft er vaak een waas van onduidelijkheid hangen over wanneer je precies hulp moet zoeken en wat er gebeurt als je eenmaal in het proces van psychologische hulpverlening stapt. Het boek ‘Bij de psycholoog’, geschreven door Paul van der Heijden, Laurence Claes en Cilia Witteman, biedt een helder en toegankelijk antwoord op deze vragen.
Het boek is geschreven met een breed publiek in gedachten. Het is in de eerste plaats bedoeld voor mensen die vastlopen in hun persoonlijke of professionele leven en overwegen om psychische hulp te zoeken. Daarnaast richt het zich ook op naasten van mensen die in behandeling zijn bij een psycholoog en op andere zorgverleners zoals huisartsen. Het boek biedt een begrijpelijk en uitgebreid overzicht van wat je kunt verwachten wanneer je het pad van psychologische hulpverlening betreedt.
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is de manier waarop het complexe en vaak abstracte concepten rondom psychologische hulpverlening begrijpelijk maakt. De auteurs slagen erin om moeilijke termen en processen op een toegankelijke manier uit te leggen, zonder de lezer te overladen met jargon of te verzanden in details. Dit maakt het boek bijzonder geschikt voor mensen die voor het eerst met de geestelijke gezondheidszorg te maken krijgen en nog niet bekend zijn met de terminologie en procedures.
De juiste stappen
De auteurs zijn zich goed bewust van de vele vragen en onzekerheden die cliënten en hun naasten kunnen hebben. Vragen als: Wat gebeurt er als ik hulp zoek? Wat kan
ik verwachten van een behandeling? En wat zijn de mogelijke risico’s van een behandeling? worden allemaal op een nuchtere en informatieve manier behandeld. Dit helpt om de drempel voor het zoeken van hulp te verlagen en geeft lezers het vertrouwen dat ze de juiste stappen zetten.
‘Bij de psycholoog’ biedt een uitgebreid overzicht van het hele hulpverleningsproces, van de eerste afspraak bij de huisarts tot en met het laatste gesprek met de psycholoog. Het boek begeleidt de lezer door elke stap van het proces, waarbij het begint bij het moment waarop iemand beseft dat hij of zij hulp nodig heeft. De auteurs beschrijven vervolgens wat psychische aandoeningen precies zijn, hoe vaak ze voorkomen en hoe het diagnostische proces verloopt.
Het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van hoe psychologen te werk gaan bij het onderzoeken en begrijpen van klachten. De auteurs nemen de lezer ook mee in de reflectieve praktijk van psychologen, waarbij ze belangrijke vragen bespreken zoals: Hoe zeker is de kennis van psychologen? En welke rol speelt de cliënt zelf in dit proces?
Een ander sterk punt van dit boek is de uitgebreide bespreking van verschillende behandelingsopties. De auteurs leggen duidelijk uit wat psychotherapie inhoudt, hoe het werkt en welke vormen van therapie beschikbaar zijn. Ze bespreken de sterke en zwakkere punten van verschillende therapieën, net als mogelijke ongewenste effecten. Dit geeft lezers een goed geïnformeerd uitgangspunt bij het nemen van beslissingen over hun eigen behandeling.
Het boek gaat verder dan alleen het behandelen van de theorie en praktijk van psychotherapie. Het biedt ook
waardevolle inzichten in wat een goede psycholoog maakt en wat je kunt doen als je niet tevreden bent of een klacht hebt. Deze praktische adviezen zijn bijzonder nuttig voor cliënten die misschien niet weten hoe ze hun zorgen of ontevredenheid moeten uiten.
Ervaringsdeskundigen
Wat ‘Bij de psycholoog’ extra waardevol maakt, zijn de persoonlijke verhalen van ervaringsdeskundigen die aan het eind van elk hoofdstuk aan bod komen. Deze verhalen geven een realistisch en vaak ontroerend beeld van hoe het is om psychologische hulp te ontvangen. Ze laten zien hoe de weg naar herstel niet altijd gemakkelijk is, maar dat het doorzettingsvermogen en de juiste begeleiding tot positieve veranderingen kan leiden. Deze ervaringsverhalen bieden hoop en herkenning voor lezers die zelf midden in een hulpverleningstraject zitten en geven een menselijk gezicht aan de theorieën en praktijken die in het boek worden besproken.
In een tijd waarin de behoefte aan geestelijke gezondheidszorg groter is dan ooit, is dit boek een onmisbare gids die helpt om het proces van psychologische hulpverlening begrijpelijker en toegankelijker te maken. Het is een boek dat je niet alleen informeert, maar ook inspireert en begeleidt op de weg naar herstel.
Paul van der Heijden, Laurence Claes & Cilia Witteman | Bij de psycholoog: Vind je weg in de psychologische hulpverlening | ISBN 9789057125706 | Paperback | 240 pagina’s | Uitgeverij Nieuwezijds | juli 2024
Dit boek is opgenomen in de vaste collectie van de Vakbibliotheek van Reinier van Arkel. Medewerkers kunnen een leenaanvraag doen via de site van de Vakbibliotheekhttps://reiniervanarkel.vakliteratuur.info/ of door een mail te sturen naar vakbibliotheek@reiniervanarkel.nl. Geleende boeken kunnen worden opgehaald bij de Vakbibliotheek of via de interne post worden verstuurd. De Vakbibliotheek is op dinsdag en donderdag geopend van 08.30 tot 17.00 uur, en is te vinden in ruimte E1.21 op de Bethaniestraat 2 te ’s-Hertogenbosch.
Prof. dr. Paul van der Heijden (Eindhoven, 1975) is werkzaam als klinisch psycholoog en senior wetenschappelijk onderzoeker bij het centrum adolescentenpsychiatrie (CAP), onderdeel van Reinier van Arkel. Sinds 2017 is hij bij Reinier van Arkel verantwoordelijk voor de praktijkopleiding van de psychologische vervolgopleidingen tot gezondheidspsycholoog, psychotherapeut en klinisch psycholoog specialist. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar bij het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hij is waarnemend hoofopleider voor de postmasteropleidingen tot Gezondheidszorgpsycholoog, Psychotherapeut en Klinisch Psycholoog van de Stichting Postdoctorale Opleidingen Nijmegen (SPON) en hoofddocent psychodiagnostiek voor de opleiding tot klinisch psycholoog bij het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW).
Binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) wordt steeds meer het belang van zingeving erkend. Ook bij Reinier van Arkel krijgt dit onderwerp steeds vaker aandacht. Maar wat betekent zingeving precies, en waarom is het zo belangrijk? In dit artikel gaan we dieper in op de nieuwe kwaliteitsstandaard voor zingeving binnen de ggz. Ook verkennen we de rol die zingeving speelt in positieve gezondheid en in de zorg voor cliënten binnen onze organisatie.
Daarnaast nemen we een kijkje onze eigen praktijk, waar we actief bouwen aan werkgeluk, met zingeving als een van de belangrijkste pijlers. Om een beter beeld te krijgen, delen de drie leden van ons team geestelijke verzorging hun inzichten en ervaringen met ons: Sanne Graste, Chantal Huijgen en Tijmen Legemaate.
Er zijn veel mensen die over zingeving hebben nagedacht, wat houdt het in?
“Zingeving is een essentieel onderdeel van ons werk,” vertelt Tijmen. “Ons team heeft de laatste jaren een grote verandering doorgemaakt: Waar zingeving vroeger vooral vanuit religie werd benaderd, doen we dit nu vanuit een bredere opvatting van zingeving. “Er bestaat geen eenduidige definitie van zingeving. Het is een breed begrip. Enkele kernaspecten komen in verschillende bewoordingen terug in de literatuur. Dat zijn doelgerichtheid, ertoe doen of van waarde zijn, samenhang in je leven ervaren en het gevoel ergens thuis te horen of deel van uit te maken.”
Hij legt verder uit: "Doelgerichtheid gaat in het bijzonder over langetermijndoelen. Je kunt er bijvoorbeeld naar streven een goede vader te zijn, maar wat betekent dit voor je dagelijkse keuzes? Dit streven kan je dagelijks handelen richting geven. Daarmee verbind je je dagelijks handelen aan betekenisvolle doelen en persoonlijke waarden. Naast doelgerichtheid is het belangrijk dat je het gevoel hebt dat je ertoe doet, dat je erkenning krijgt voor wat je doet en wie je bent. Ook het ge-
voel dat je ergens deel van uitmaakt, van verbinding ervaren met anderen speelt een grote rol.”
“Tot slot is het essentieel om je leven en de wereld waarin je leeft tot op zekere hoogte te begrijpen en ervaringen te kunnen plaatsen binnen je eigen levensverhaal. Soms kunnen ingrijpende gebeurtenissen deze logica verstoren. Je begrijpt niet wat er gebeurt en hebt er behoefte aan je levensverhaal opnieuw tegen het licht te houden. Dit komen we vaak tegen in gesprekken met cliënten.”
De nieuwe kwaliteitsstandaard zingeving in de psychische hulpverlening
In 2023 is de ggz-standaard voor zingeving in de psychische hulpverlening geintroduceerd (1). Chantal licht toe: “Het is uniek in de wereld dat zo’n standaard bestaat en het is écht waardevol. Onderzoek toont namelijk aan dat cliënten een sterke behoefte hebben aan aandacht voor zingeving (1, 2). Ondanks deze behoefte is zingeving vaak een onderbelicht thema.”
Sanne voegt toe: “De standaard is bedoeld voor alle medewerkers in de ggz en heeft als doel de aandacht voor zingeving te vergroten. Het biedt profes-
sionals, cliënten en hun naasten handvatten om het gesprek over zingeving te voeren. Daarnaast kunnen wij collega's ondersteunen bij het integreren van zingeving in de hulpverlening.”
Positieve gezondheid
Chantal wijst erop dat zingeving ook deel uitmaakt van het model van Machteld Huber, positieve gezondheid. Dit model is de laatste jaren breed omarmd in de ggz en is ook de basis van onze zorgverlening. Het biedt een bredere kijk op gezondheid, en ziet gezondheid als veel meer dan ‘niet ziek zijn’. Het model is uitgewerkt in zes dimensies. Een van die dimensies is zingeving.
“Volgens Huber is zingeving de sterkst gezondmakende kracht en kan de aandacht hiervoor in de ggz een enorm positieve impact hebben op het welzijn van cliënten”, vult Chantal aan.
Integratie van zingeving in de zorgverlening
Hoe begeleiden wij onze medewerkers in het integreren van zingeving in de zorgverlening? Sanne: "De meeste hulpverleners besteden natuurlijk al aandacht aan zingeving. Maar je merkt dat de behoefte aan kennis hierover toeneemt.
We geven brede scholing met als hoofdthema’s zingeving en verlies. We reiken handvatten en tools aan, geven consultatie en worden bij individuele casuïstiek om advies gevraagd.” Chantal vult aan: “Iemand komt niet met de vraag ‘kun je me begeleiden in zingeving?’ Het is belangrijk dat je de vraag herkent door op een andere manier te luisteren.”
Praktijkvoorbeelden
Naast het voeren van individuele gesprekken met cliënten en begeleiden van groepsgesprekken, geeft het team geestelijke verzorging steeds vaker scholing aan teams. Tijmen vertelt: “Naast scholingen over zingeving en verliesverwerking geven we ook scholingen palliatieve zorg: "Een van de onderwerpen is hoe je in gesprek gaat over de dood. ”Soms is het voldoende om even bij iemand te gaan zitten, zonder altijd antwoorden te bieden. Het gaat erom dat je er bent en luistert.”
Moreel Beraad
De geestelijk verzorgers maken deel uit van het team van gesprekleiders moreel beraad. Sanne vertelt: “Tijdens een moreel beraad worden dilemma's uit de dagelijkse praktijk van het werk besproken. Dit doen we gestructureerd, aan de hand van een gespreksmethodiek.” Chantal vult aan: Deelname aan moreel beraad leidt bij mij echt
tot werkgeluk. Je begrijpt beter wat iemand drijft en leert je collega’s op een andere manier kennen. Dit zorgt voor verbinding."
Zorg rondom overlijden
Bij een overlijden houden we, indien gewenst een herdenking op de afdeling, voor cliënten en medewerkers. “Verpleegkundigen hebben vaak ook behoefte aan zo’n samenzijn,” zegt Chantal. "We steken een kaarsje aan, halen herinneringen op en er is ruimte om het gemis en verdriet te delen.
Wat doet ertoe in jullie werk?
Wat zorgt voor werkgeluk?
Chantal en Sanne geven aan dat het werk heel betekenisvol is. “Mensen geven je vertrouwen en delen dingen met je die ze soms voor het eerst aan iemand vertellen.”
Chantal: “Ik vind het daarnaast heel fijn dit werk in de ggz te doen. Er zit vaak geen filter tussen de cliënt en jou. Het heeft iets puurs.”
Tijmen werkt inmiddels anderhalf jaar bij Reinier van Arkel in het team Geestelijke Verzorging. “Vanaf het begin richten we ons op de ontwikkeling van ons werk: waar willen we naartoe en wat willen we bieden. We overleggen samen over wat goede geestelijke verzorging voor ons betekent en hoe we hier vorm aan willen geven. Deze doelgerichtheid en het feit dat we als
team invloed hebben op de manier waarop we dit aanpakken, zijn voor mij belangrijke elementen die zin geven aan ons werk.”
Zijn er belemmeringen in jullie werkgeluk?
"We zijn een klein team en ons werk is heel breed, met veel verschillende taken binnen een grote organisatie. We bedienen veel afdelingen, maar ik heb vaak het gevoel dat ik tekortschiet. Eigenlijk zou ik elke dag wel naar Magnolia willen gaan, of naar die specifieke cliënt. Gelukkig overleggen we dit samen en proberen we rechtvaardige keuzes te maken in hoe we met z’n drieën zoveel mogelijk van waarde kunnen zijn."
Verwijzingen
1 Kwaliteitsstandaard ‘zingeving in de psychische hulpverlening’, via deze link kun je hem bekijken: https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/zingeving-in-de-psychische-hulpverlening/ introductie
2 Nieuw Amerongen – Meeuse, J.C. van, Schaap –Jonker, H., Westerbroek G., Anbeek, C. & Braam, A.W. (2020). Conversations and beyond: Religious/spiritual care needs among clinical mental health patients in the Netherlands. Journal of Nervous and Mental Disease 208 (7): 524- 532. doi: 10.1097/NMD.0000000000001150
"Mentale gym is gek genoeg geen vak op school zoals maatschappijleer en gym."
Hoe we lichamelijk fit blijven dat weten we wel. Maar hoe we mentaal gezond blijven is niet altijd duidelijk. Tom van Mierlo, psychiater en bestuurder bij Reinier van Arkel, schreef er een boek over dat op 10 oktober, de dag van de mentale gezondheid het licht zag. "Het is belangrijk dat je leert bewust om te gaan met je mentale gezondheid."
Als je kijkt naar de cijfers dan snap je waarom het zo belangrijk is hier serieus mee aan de slag te gaan. Van de volwassenen had 25% (dat zijn 3,3 miljoen) mensen in 2023 last van mentale gezondheidsproblemen (Trimbos-instituut). Van de jongvolwassenen ervaart zelfs 50% mentale problemen. Tom: "Mentale gym is gek genoeg geen vak op school zoals maatschappijleer en gym."
En toch is mentale gezondheid even belangrijk als lichamelijke gezondheid. Door meer aandacht hieraan te geven ben je beter in staat jezelf te helpen. Dat is nodig omdat de maatschappij vandaag de dag veel van je vraagt en professionele hulp niet altijd direct aanwezig is. Zelf nadenken en oefenen geeft je meer eigen regie over je gezondheid en kan erger voorkomen. Door het gesprek over mentale gezondheid met elkaar te voeren zorg je ervoor dat problemen minder groot worden en sneller opgelost zijn.
De 5 pijlers van mentale gezondheid
Dit handzame boek geeft je inzicht in de basis van je eigen mentale gezondheid. Het geeft je meer taal om hierover na te
denken en te praten. Dit is van belang zodat je mentale gezondheid kunt oefenen! Om te kunnen oefenen verdeeld Tom het boek in vijf pijlers die je houvast bieden: je goed kunnen voelen, positief kunnen denken, een gezond sociaal netwerk, investeer in jezelf en in de ander.
Elke pijler start met een voorbeeld uit het gewone leven. Daarna wordt de basiskennis op een eenvoudige manier uitgelegd en aan het einde van elke pijler vind je een oefening om je de informatie eigen te maken.
Iedereen mentaal gezond
“Met de inhoud van het boek hopen we een stap voorwaarts te maken in het creëren van een beweging. Een beweging naar een mentaal gezonder Nederland. Een beweging die we alleen samen kunnen maken en die bijdraagt aan een fijn leven.”
Het boek is bedoeld om te delen. Hoe meer mensen bewust om leren gaan met hun mentale gezondheid, hoe eerder het door de hele maatschappij omarmd kan worden. Mentale gezondheid is voor iedereen, want iedereen heeft recht op een fijn leven.
De digitale versie van het boek is gratis beschikbaar via www.debasisvanmentalegezondheid.nl
Op de volgende bladzijden enkele pagina's uit het boek.
van je eigen mentale woorden om over je mentale biedt het je handvatzodat je je mentale veer- bestand tegen de uitdagin-
Dit boekje biedt in eenvoorbeelden, nuttige en blijven of te worden, een
gezondheidszorg Erasmus Psychiatrie
voor iedereen. Dit boek mentale gezondheid. gesprek, iets wat in deze
ervaringskennis, grondlegger
Wat je altijd al wilde weten over mentale gezondheid
Tom van Mierlo
Arkel,ggz-organisatie gezondheid sinds 1442.
Wat je altijd al wilde weten over mentale gezondheid
Tom van Mierlo
Het boek wil een beweging naar en mentaal gezonder Nederland in gang zetten. Waarom?
1. Omdat mentale gezondheid even belangrijk is als lichamelijke gezondheid
Als je weet hoe je fysiek gezond kunt worden, dan kun je eraan werken. Dat geldt ook voor mentale gezondheid. Om jezelf beter te kunnen helpen, heb je kennis nodig over wat mentale gezondheid is.
2. Omdat meer aandacht voor mentale gezondheid de mentale veerkracht versterkt
En als je meer aandacht voor je mentale gezondheid hebt, ben je ook beter in staat jezelf te helpen. ‘Je gaat het pas zien als je het door hebt,’ zoals Johan Cruijff het zei.
3. Omdat de maatschappij vandaag de dag vraagt om flexibiliteit en veerkracht
Voor veel mensen is het leven een ‘ratrace’ en een competitie met jezelf en iedereen in je omgeving inclusief sociale media. Dat vraagt om handvatten die je basis mentale gezondheid solide maken en versterken.
4. Omdat de boodschap ‘zoek professionele hulp’ leidt tot een zorginfarct
Praten over mentale problemen wordt steeds normaler, gelukkig! Maar tot op heden is het antwoord steeds geweest: zoek professionele hulp. Terwijl meer zelf nadenken en oefenen van je mentale gezondheid je meer eigen regie, eigen kracht en handvatten geven om zelf je mentale gezondheid te bevorderen.
den steeds meer psychische problemen medische aandoeningen. De toestroom met mentale problemen naar de geestelijke heidszorg (ggz) is fors toegenomen, zijn lang en er is te weinig personeel deze
5. Omdat het helpt terug te keren naar de basis
Iets wat vaak wordt overgeslagen in ons denken en doen over mentale problematiek, ook in de zorg. De eerste drie pijlers van het boek ‘De basis van mentale gezondheid’ zijn: omarm je gevoelens, denk positief en bouw aan
Waarom werken aan je mentale gezondheid van belang is? Een aantal feiten.
>25% van de volwassen Nederlanders had volgens het Trimbos-instituut in 2023 een psychische aandoening. Dat zijn 3,3 miljoen mensen. Dertien jaar geleden waren dat 1,9 miljoen mensen. Deze sterke stijging is vooral te zien onder jongvolwassenen.
> 50% van de jong- volwassenen ervaart mentale problemen, zo blijkt uit onderzoek van de GGD-GHOR. Suïcide is de grootste doodsoorzaak onder jongeren. Volgens MIND heeft zelfs 85 procent van de jongeren last van mentale klachten. En dat kan grote gevolgen hebben: een derde (33 procent) zegt dat ze zich in de afgelopen twee jaar afgemeld hebben van school of werk vanwege die klachten.
onwaarheden’ hersenkraker, maar wat deze relatiozeggen, is dat je zelf verantwooreigen geluk en ongeluk. Een ander dat je gelukkig of ongelukkig oorzaak. Die oorzaak ligt nameiemand wat zegt of doet wat niet zo van alles bij voelen (boos, bang, dat betekent niet dat je daar te worden.
dan is dat iets wat in jezelf geander (soms onbewust) in je trigverantwoordelijk voor bent. In Anne en Mark maken zij de ander hun eigen geluk en ongeluk. verwijten, stellen zich te afhankelijk veel voor de ander uit angst
een gezond sociaal netwerk. Het zijn bewezen effectieve onderdelen van mentale gezondheid. Pijler vier gaat over investeren in jezelf en pijler vijf gaat over investeren in de ander. De bedoeling van ‘De basis van mentale gezondheid’ is om terug te gaan naar deze basispijlers.
verantwoordelijk geluk en ongeluk.
Dramadriehoek
Twee keer swipen door je socials en je ziet iemand die mooier en succesvoller is dan jij. Sociale media en internet maken de wereld sneller én complexer. Ze versterken het geloof in een maakbaar perfect leven. Gewoon lijkt niet langer goed genoeg.
Curlen (een term die gebruikt wordt voor het pamperen van je kinderen) maakt dat we niet meer gewend zijn aan tegenslag in het leven. Door toenemend gemak in het leven, lijken mensen steeds minder in staat te zijn om met problemen om te gaan.
‘Mentale gym’ is gek genoeg geen vak op school zoals maatschappijleer of gymles.
Bouw aan een gezond sociaal netwerk
Stap je in de relationele onwaarheden dan loop je het risico terecht te komen in de zogenaamde ‘dramadriehoek’; een communicatievalkuil waarin je als het ware gevangen wordt zonder dat jij en anderen het zelf door hebben.
In de dramadriehoek zijn er drie sociale rollen die elkaar kunnen afwisselen, namelijk: de rol van de aanklager (bijvoorbeeld verwijten maken), het slachtoffer
(bijvoorbeeld jezelf te afhankelijk opstellen) of de redder (bijvoorbeeld voor elkaar gaan zorgen). De aanklager geeft de redder of het slachtoffer de schuld dat het niet goed gaat, het slachtoffer roept ‘help’ maar wil niet echt gered worden, en de redder wil redden maar heeft niet gevraagd of er iemand ge red wil worden. De communicatie in deze driehoek is niet helpend. Het staat vaak echt luisteren en gezond en adequaat gedrag in de weg. Dit kan je ongelukkig maken.
Ik ontmoet Tim Quik voor het eerst, maar zijn naam is me erg bekend. Wekelijks zie ik e-mails en berichten op intranet voorbijkomen met uitnodigingen en aanmoedigingen deel te nemen aan sportieve activiteiten. Deze activiteiten voor cliënten van Reinier van Arkel organiseert het Sportloket waar Tim deel van uitmaakt.
Tim is zo actief bezig dat hij de agenda van de redactie van dit magazine zelfs inhaalt waardoor we in een soort van estafette terecht zijn gekomen met hem. Aanvankelijk zou ik hem spreken over het project ‘in beweging met autisme’. Dit is een project gesubsdieerd door de Hersenstichting om mensen vanuit de psychiatrie maatschappelijk te verbinden door middel van beweging. Dit project bestaat inmiddels twee jaar en telt een trouwe groep van 13 cliënten die elke week enthousiast en sportief deelnemen aan het programma. Om de cliënten te motiveren werkt ‘in beweging met autisme’ met privileges. Als de persoonlijke strippenkaart in 10 weken voor 70% is afgetekend, krijg je een
gratis privilege. En anders kun je ook meedoen met het privilege maar moet je een deel nog zelf betalen. Dat klinkt heel spannend en dat is het ook, want het is telkens iets anders wat er te verdienen is. Op dit moment is dat karten maar een volgende keer gaan we eten in een restaurant. Fantastisch toch voor de deelnemers.
Verbinding met verenigingen Het estafette-effect zit hem in het project ‘de sportproeverij’ die in oktober van start is gegaan in de sportzaal van de Brede Bossche School de Graaf. Dit project richt zich op alle cliënten bij Reinier van Arkel die verbinding zoeken met het sportverenigingsleven. Wil je meer bewegen maar weet je niet welke sport bij jou past, doe dan mee met de sportproeverij. De sportproeverij wordt gesubsidieerd door FNO Klein Geluk. Elke week worden deelnemers uitgedaagd in een clinic met een nieuwe sport en kunnen ze ontdekken welke sport bij hen past. De verbinding met gewone verenigingen in de wijk is wat dit project zo waardevol maakt; in een veilige setting kennismaken met het verenigingsleven. Sporten die op dit moment beoefend worden, zijn honkbal, jeu de boules, bokszaktraining, poolen, basketbal, handboogschieten, tafeltennis, badminton en dans. In de toekomst komen er nog andere sporten bij.
Wat is een clinic precies?
Tim: “In samenspraak met de vereniging proberen we twee momenten te plannen. Het eerste moment wordt altijd, waar mogelijk, gehouden in de veilige omgeving, zodat cliënten kennis kunnen maken met de sport en de lesgever. Het tweede moment vindt bij de vereniging zelf plaats. Op die manier leren de cliënten het verenigingsleven kennen. Hoe ziet zoiets er nu uit?
Wat wordt er verwacht als je komt sporten? Wat zijn de huisregels? Hoe gaat het er aan toe? Vervolgens kijken we aan de hand van een kleurenmethode of de sport iets voor de client is. Als dat zo is dan gaan we met de cliënt in gesprek. We bespreken dan wat nodig is voor de cliënt om zich aan te melden en structureel mee te doen met de vereniging.”
Zie je positieve ontwikkeling bij cliënten?
Tim: “Het mooie aan het project ‘in beweging met autisme’ is dat de deelnemers onderling een hele hechte groep zijn geworden. Iedereen lijkt op elkaar ingespeeld en probeert de ander te helpen. Dat vind ik het mooiste aan deze groep. We hopen dat dit bij ‘de sportproeverij’ net zo zal zijn.
Er is voor elke cliënt wel iets dat aanspreekt. Omdat het aanbod zo gevarieerd is, zie je de ene week een deel van de groep helemaal opbloeien en de andere week het andere deel van de groep. Het is ook maar net wat bij de cliënt past.”
Waarom het belangrijk is dat cliënten laagdrempelig kennis kunnen maken met sport?
Tim: “Ik denk dat het belangrijk is omdat het niet voor elke client mogelijk is om oneindig aan deze projecten deel te nemen. Voor ‘de sportproeverij’ hebben we een subsidie voor één jaar. Daarom is het goed, binnen de mogelijkheden van de cliënt, om buiten de deur te kijken. Ook zonder ons moeten cliënten in staat zijn mee te doen. Sporten beweegplezier dragen bij aan het herstel, betere sociale contacten en zingeving.”
Heb je hier een voorbeeld van?
Tim: “Tijdens de clinic bij tafeltennisvereniging JCV Vught is een deelnemer enthousiast geworden. Deze neemt nu structureel deel aan het aanbod van de vereniging met veel plezier. Daarnaast is het leuk om te benoemen dat door middel van deze initiatieven sociale contacten zijn opgebloeid tussen de deelnemers en ze zelfs bij elkaar op de verjaardag komen!”
Ben je nu zelf enthousiast geworden om te gaan sporten en wil je weten of er voor jou ook mogelijkheden zijn als cliënt bij Reinier van Arkel. Neem dan contact op met het Sportloket via Sportloket@Reiniervanarkel.nl of scan de QR-code
Janine Schoenmakers
De sportproeverij wordt begeleid door Janine Schoenmakers. Zij werkt als verpleegkundige in de kliniek volwassenen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
Voor ze verpleegkundige werd, had ze de sportopleiding in Tilburg gevolgd. Janine: “Wat is er mooier dan dat ik beide diploma’s in mijn werk kan gebruiken. Ik ben veel met sport bezig en haal daar veel voldoening en energie uit. Dit draag ik graag over aan de deelnemers. Ik geniet ervan om op verschillende manieren met mensen bezig te zijn en te helpen.”
Naast de sportproeverij doet Janine voor het Sportloket ook nog andere activiteiten op verschillende afdelingen van Reinier van Arkel. “Met de sportproeverij zijn we net gestart, het begint nu wat drukker te worden. Er is nog ruimte voor meer mensen dus ben je of ken je iemand die niet goed weet welke sport passend is en is de drempel te hoog om zelf naar een vereniging te gaan, meld je aan. Het is echt heel leuk, ook om nieuwe mensen te leren kennen.”
Foto Evelien Gerrits
Als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige werkt Alice Corten al vele jaren bij Reinier van Arkel. Ze betreedt daarbij de leefwereld van de kwetsbaarste cliënten en is oprecht nieuwsgierig naar het verhaal van de mens achter de kwetsbaarheid. In deze column probeert ze onder woorden te brengen hoe ze de verbinding aangaat met de cliënten en hun omgeving
Je wilt niet in gesprek met mij. Het zit immers niet tussen je oren. Dat kan de arts wel gezegd hebben, maar het is gewoon niet zo.
Je ogen spuwen vuur en je handen proberen met woeste bewegingen je krullenbos te vangen in een staart. Het lukt je niet en je zucht. Het elastiekje gooi je op het bed en je benen bungelen wild over de rand.
Van de verpleegkundigen heb ik gehoord dat er lichamelijk niets met je aan de hand is. Toch heb je na de operatie nog steeds buikpijn. Zo erg dat er allerlei onderzoeken uitgevoerd zijn om de oorzaak te achterhalen. Je buikpijn is er, toch is er niets gevonden en je mag daarom vandaag naar huis. Maar eerst nog een gesprek met de psychiatrie heeft de arts gezegd.
Je herhaalt dat je niet gek bent. Maar zo te zien ben je wel erg boos. Zelfs je krullen lijken woest, grap ik en je glimlacht zowaar.
De stoel zet ik schuin naast je bed om je benen de ruimte te geven. Ik hoef je niets te vragen, je woorden rollen zo je mond uit. Over de operatie en het feit dat je eigenlijk blij moet zijn dat alles goed is gegaan. Dat je eerder in een ander ziekenhuis hebt gelegen met gecompliceerde blaasproblemen en dat er toen ook gezegd werd dat de pijn door stress zou komen. Wat niet zo bleek te zijn en door verkeerd ingrijpen heb je nu last van incontinentie en dat terwijl je nog maar begin 20 bent. Er rolt een traan over je gezicht. De boosheid maakt plaats voor verdriet.
Ik vraag je of je samen met mij wilt bekijken wat dit voor nu kan betekenen. Je knikt berustend. Eigenlijk weet je het wel, dat de focus zo enorm ligt op het ophouden van je urine dat je nu zelfs moeite hebt met de ontlasting. Dat je niet meer kan ontspannen bevangen door schaamte. Dat je zoveel angst hebt opgebouwd en het doemscenario zich genesteld heeft, dat deze operatie ook weer schade zal brengen in plaats van oplossingen. En de buikpijn is nu je bewijs.
Je laat het toe dat ik uitleg geef over angst. Ik mag je vertellen dat je eigenlijk een heel krachtig persoon bent. Iemand die geleerd heeft om voor zichzelf op te komen maar die zich ook heeft aangeleerd om bepaalde dingen weg te stoppen. Je bent doorgegaan met je leven zonder echt te accepteren dat je blaas niet meer functioneert. Alle verdriet en woede over wat jou is overkomen heb je binnengehouden. Letterlijk… Nee, gek ben je zeker niet! Wel wordt het tijd dat je een andere strategie aanleert. Eentje waarin er ruimte is voor het leren omgaan met je handicap, waar verlies en rouw een plek hebben en waar angst wordt teruggebracht naar hapklare brokken. Waar je vooruit leert kijken zonder buikpijn.
Rustig kijk je me aan, je haar zit inmiddels in een strakke staart en je bent klaar voor ontslag. Een verwijzing naar de medische psychologie neem je dankbaar aan. Wanneer ik de kamer verlaat, geef je me met een glimlach mee dat een gesprek met de psychiatrie zo gek nog niet is.
Bij Reinier van Arkel zetten we ons in voor een gezonde, rookvrije omgeving voor al onze cliënten, medewerkers, bezoekers en naastbetrokkenen. Eind 2018 ondertekende brancheorganisatie de Nederlandse ggz het Nationaal Preventieakkoord voor het deelakkoord Roken. “Voor Reinier van Arkel betekent dit dat ook wij met ingang van januari 2025 een rookvrije werk- en behandelomgeving bieden”, zo licht Wendy Schalke, projectleider Reinier Rookvrij toe.
“Als zorgorganisatie hebben we een voorbeeldfunctie als het gaat om gezond gedrag. We streven naar een rookvrije zorginstelling waar niemand last heeft van rook en waar niemand getriggerd wordt om zelf te gaan roken. Sinds 2020 werken we stapsgewijs toe naar een volledig rookvrije organisatie. Niet roken is daarbij de norm, en dat geldt niet alleen voor sigaretten maar voor alle nicotinehoudende middelen zoals vapes, heets en snus.”
Naar een rookvrije omgeving gaat niet zonder slag of stoot, merkte projectleider Wendy Schalke. “Het gaat echt om een cultuurverandering. Daarin ontmoet je overtuigingen, beste bedoelingen en gewoontes die als ingesleten patronen bestaan in de zorgverlening.” Maar gaandeweg zijn er stappen gezet. Zoals het afbouwen van de verkoop van sigaretten op Zorgpark Voorburg en zorgteams die met elkaar en cliënten op zoek gingen naar de manier die hen past om het beleid uit te voeren.
Toch zal 1 januari voor sommige zorgprofessionals (én cliënten) nog even slikken zijn.
Vanaf dan is de norm dat er niet meer gerookt wordt in het bijzijn van cliënten, hun
familie, vrienden of andere bezoekers. Ook roken medewerkers niet onder werktijd. Als ze ervoor kiezen om te roken tijdens wettelijke pauzes, gebeurt dit buiten het zicht van cliënten. Er wordt niet gerookt in de binnenruimtes van onze gebouwen en in de open lucht wijzen we plekken aan waar wel gerookt kan worden, zonder overlast te veroorzaken.
“Het afgelopen jaar hebben we ingezet op veel informeren en kennis delen. De
afspraken zijn breed gedeeld, zodat iedereen zich op de hoogte kan stellen. Er is een e-learning beschikbaar, je kon deelnemen aan externe en interne webinars en posters en folders zijn verspreid. De medewerker beschikt over de verschillende tools via het intranet om met cliënten het goede gesprek aan te gaan. Natuurlijk zijn we er dan nog niet, feitelijk begint het pas op 1 januari 2025. Samen blijven we werk maken van een rookvrije generatie."
Het is simpelweg die eerste niet meer pakken
Al tientallen stoppogingen ondernam Lysanne Lips. Soms hield ze het een paar dagen vol, met hulp van hypnose zelfs drie jaar. Lysanne is niet de enige. De meeste rokers hebben meerdere pogingen nodig om te stoppen met roken.
Schattingen lopen uiteen, maar algemeen wordt aangenomen dat maar vijf tot tien procent van de rokers erin slaagt om de eerste keer succesvol te stoppen met roken. Niet gek dat Lysanne al meerdere pogingen deed, want roken is een echte verslaving. Op het moment van het interview is ze 22 dagen gestopt en ervan overtuigd dat het haar deze keer écht lukt. “Dit is mijn moment, ik voel het aan alles”, aldus Lysanne. Haar belangrijkste advies aan iedere roker? Gun jezelf dat je stopt, het is goed voor je!
Lysanne heeft een verpleegkundige achtergrond en werkt sinds enkele jaren als roosteraar. Een functie waarin ze voor een aantal klinische teams de 24-uurs diensten roostert. “Als roosteraar wil ik iedere dag weer kwaliteit leveren. Voor
De effecten van stoppen met roken
Na 20 minuten: Bloeddruk en hartslag
Na 12 uur: Het koolmonoxideniveau in je bloed normaliseert, waardoor zuurstof beter kan circuleren.
cliënten die mogen rekenen op de best mogelijke kwaliteit en voor collega’s die wensen hebben voor een zo optimaal mogelijke werkplanning. Het is best een stressvolle baan, om het voor iedereen zo goed mogelijk te doen en om creatieve oplossingen te bedenken bij een ziekmelding. Als ik vandaag nog rookte, had ik er al veel gedraaid”, zegt ze met een brede lach en met een stukje zoethout in de buurt. Op dat zoethoutje knabbelt ze, als alternatief voor ‘het sigaretje’.
Rookvrije ggz
In 2025 is Reinier van Arkel net als alle andere lidinstellingen van de Nederlandse ggz rookvrij. Dat betekent onder an-
dere dat gebouwen en terreinen rookvrij zijn, dat collega’s niet onder werktijd roken op hun werkplek en dat zij als ze willen worden ondersteund bij het stoppen met roken. Op weg naar Reinier Rookvrij zijn er veel initiatieven; het maken van beleid, opstellen van gedragsregels, het doordenken van de gevolgen én het voeren van het goede gesprek met cliënten en collega’s. Een van die initiatieven was het aanbieden van een groepscursus voor rokende collega’s. De effectiviteit van hulpmiddelen zoals een groepstraining is bewezen. Lysanne twijfelde geen moment en meldde zich direct aan. “Dat we als medewerkers, ook werkzaam in de ondersteuning, samen zorgdragen
Na 2 dagen:
Geur en smaak verbeteren, je begint de dingen beter te proeven en te ruiken.
Na 3 dagen:
Nicotine is volledig uit je lichaam verdwenen. Je kunt ontwenningsverschijnselen ervaren zoals prikkelbaarheid en zin hebben in roken.
Na 1-2 weken: Beter ademhalingsvermogen; je merkt dat je minder snel buiten adem bent bij fysieke inspanning.
Na 2-3 weken: Bloedcirculatie verbetert, waardoor je beter kunt bewegen en je energieniveau stijgt.
voor een rookvrije omgeving, dat vind ik belangrijk. Voor mij persoonlijk geldt daarnaast: het roken is gewoonweg onbetaalbaar. Ik gebruik een app die bijhoudt hoeveel sigaretjes ik niet heb gerookt en hoeveel geld ik heb bespaard. De teller staat na 22 dagen niet-roken op € 146 euro.”
Klein houden
De groep stoppende collega’s is heel divers, werkzaam in verschillende teams en in allerhande functies. Sommigen voor Lysanne al bekend, anderen nog niet. Bij aanvang van de cursus rookte iedereen nog. “Onder begeleiding bepaalden we een stopdatum en we bereidden ons samen voor op dat moment. Ieder met zijn eigen motivatie.” Deze motivatie werd in de voorbereidende fase goed verkend. Waarom is dit het juiste moment om te stoppen? Waarom lukt het deze keer? Wat is de onderliggende overtuiging?
Tijdens de bijeenkomsten was ook ruimte voor feiten en fabels, voor wat er lichamelijk en mentaal gebeurt bij het stoppen met roken. Lysanne: “Het is het
Binnen 1-9 maanden: Hoest en kortademigheid nemen af. De longen beginnen zich te herstellen en slijm wordt effectief afgevoerd.
Na 3 maanden: Longfunctie kan met 30% verbeteren.
stemmetje in je hoofd dat voortdurend op-plopt. Op al die momenten dat je normaal een sigaret opsteekt, stress ervaart of juist bij dat feestje waar het zo gezellig is. In de cursus leerden we het stemmetje herkennen en het zo klein mogelijk te houden.” Vooral de eerste nacht ging haar hoofd met haar aan de haal. Vol goede moed haalde ze alle rookwaar uit haar huis, maar ’s nachts gingen op volle toeren levensechte scenario’s door haar hoofd. Ze bedacht dat ze uit haar bed kon stappen, in haar ochtendjas de straat op kon gaan om vervolgens met een sleutel bij iemand verderop in de straat naar binnen te gaan om daar een sigaret te gaan halen. Ze deed geen oog dicht die nacht, maar wist zich te beheersen.
In 2022 gebruikte 21% van de (ex-)rokers professionele begeleiding, nicotinevervangers of geneesmiddelen bij hun meest recente stoppoging. Het stoppen met hulpmiddelen zoals nicotinepleisters helpt. De lichamelijke ontwenningsverschijnselen verminderen en het lichaam leert stap voor stap te functioneren zon-
Na 1 jaar: Het risico op coronaire hartziekten (aandoeningen aan de kransslagader) is gehalveerd vergeleken met rokers.
der nicotine. De combinatie van begeleiding en nicotinepleisters verdubbelt de kans van slagen van de stoppoging. Ook Lysanne maakt er gebruik van. “Dat gun ik mezelf, het is al moeilijk genoeg.”
Het samen met collega’s stoppen, vormde voor haar een uitkomst. “We hebben een whatsappgroepje en iedereen heeft een maatje binnen de groep. Zo’n maatje maakt hetzelfde mee. Het is heel fijn als je elkaar kunt bellen of appen om even flink te klagen, maar vooral om met humor de zware momenten door te komen. Sommige collega’s die met elkaar werken op het Zorgpark in Vught zoeken elkaar op moeilijke momenten op. Een korte wandeling maken, even van je afpraten en dan weer door.” Nu een aantal weken later hebben een aantal collega’s hun stoppoging gestaakt. Gek genoeg sterkt het Lysanne om door te zetten. “Het is simpelweg die eerste niet meer pakken!”
Na 5 jaar: Het risico op beroerte kan vergelijkbaar worden met dat van een niet-roker.
www.rokeninfo.nl/ www.stivoro.nl/ www.rookvrijegeneratie.nl/ www.rookvrij.nl/
Na 10 jaar: Het risico op longkanker is gehalveerd in vergelijking met rokers; ook het risico op andere kankers (zoals mond-, keel- en slokdarmkanker) neemt af.
Na 15 jaar: Het risico op hartziekten is vergelijkbaar met dat van iemand die nooit heeft gerookt.
Afgelopen februari startte het team van locatie Haarsteeg een projectgroep om met elkaar te verkennen wat Reinier Rookvrij voor cliënten en collega’s betekent. De locatie biedt wonen en zorg aan cliënten die er vaak langere tijd verblijven en er hun thuis hebben. Minstens 75% van de cliënten rookt.
Wauben (achternaam) is een van hen. Hijzelf is aan het minderen met roken, langzaamaan werkt hij toe naar het volledig stoppen. Een hele stap voor iemand die al sinds zijn vroege jeugd rookt, tot wel een pak shag per dag. Dat Haarsteeg net als de rest van Reinier van Arkel per januari 2025 rookvrij wordt, juicht hij toe. “Mijn cannabisverslaving heb ik al overwonnen en vandaaruit weet ik, het is een kwestie van het doorbreken van de gewoonte die ik mezelf heb aangeleerd. Een rookvrije omgeving helpt me die te veranderen.”
Beter voor mijn lijf én mijn bankrekening Margriet, 77 jaar, is inmiddels al enkele maanden succesvol gestopt. Zonder problemen! Net als Wauben woont ze op Haarsteeg, ze deelt een woning met anderen waarvan sommigen nog buiten roken.
“Toen mijn echtgenoot 12 jaar geleden overleed, maakte ik een zware periode door en had ik moeite mijn weg te vinden.” Haar echtgenoot was haar steun en toeverlaat.
“Om afleiding te vinden van het gemis, ben ik begonnen met roken en daarmee
doorgegaan toen ik hier kwam wonen. Toen een vriendin van me besloot te stoppen en ik hoorde over het rookvrij worden van Haarsteeg, ben ik gestopt.” Het ging Margriet eenvoudig af, ze rookt simpelweg niet meer. Zonder pleisters of tabletten. “Roken heeft veel invloed op mijn gezondheid, het is slecht voor mijn bloedvaten. Het is dus beter voor mijn lijf én voor mijn bankrekening”, aldus Margriet.
Praten over (niet) roken niet vanzelfsprekend
Wauben en Margriet staan achter het rookvrijbeleid van Haarsteeg, omdat ze ervan overtuigd zijn dat roken hun gezondheid schaadt. Maar dat geldt nog niet voor alle cliënten en collega’s van de woongroep. Een projectgroep op de locatie starten was volgens kwaliteitsverpleegkundige Gerlinde van de Wetering dan ook zeker geen overbodige luxe. “Er komt veel kijken bij het bewegen naar een rookvrije locatie”. Praktische en morele vragen zoals: Vind je het jouw taak als zorgprofessional om de vraag te stellen
‘Mag ik het met je over het roken hebben?’ en ‘Rook je zelf in het bijzijn van cliënten?’ of ‘Denk je dat roken de-escalerend kan werken?’
Als projectgroep, bestaande uit rokende en niet-rokende collega’s, gingen ze met deze en andere vragen aan de slag. En omdat praten over (niet-)roken bijna net zo gevoelig kan zijn als het praten over je politieke voorkeur, namen ze met een aantal collega’s deel aan het Moreel Beraad dat Reinier van Arkel over het thema organiseerde. “Om zo bewustwording en inzicht te creëren en om de dialoog te bevorderen. Want door met elkaar te praten, konden we stappen zetten naar meer eenduidigheid in het beleid. Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend om rookgedrag bespreekbaar te maken, bijvoorbeeld uit angst voor negatieve reacties. Door als team het beleid op een eenduidige manier uit te dragen, voorkom je lastige situaties.”
Naast praten ook doen
Naast het vormgeven van het rookvrijbeleid voor de locatie, zette de projectgroep praktische stappen. Zo is de rookruimte in de gemeenschappelijke serre inmiddels omgetoverd tot een sfeervolle ruimte, met een nieuwe tv, waar cliënten elkaar kunnen ontmoeten. Voor de nietrokende cliënten is dat nu een fijne plek om elkaar te ontmoeten. De rokende cli-
enten doen dat nu buiten op het terras. Gerlinde ervaart dat het belangrijk is het onderwerp actueel te houden. “Een rookvrije omgeving ontstaat niet vanzelf. Zien roken doet vaak roken en het gesprek moet op gang blijven om cliënten te helpen beslissen of zij willen stoppen of niet. In oktober tijdens de jaarlijkse familiedag stond het ook op de agenda.”
“Door roken niet te bespreken, doe je clienten tekort’, vindt ook Wauben. “Want hoe kun je de nummer 1 oorzaak van gezondheidsproblemen negeren?” Ook zijn gezondheid is door het roken aangetast.
“Ik heb een ernstige vorm van COPD, ben kortademig en gebruik daarvoor puffers. Stoppen met roken is echt beter voor mijn gezondheid. Ik weet uit eigen ervaring dat roken vaak als een ‘zelfsusser’ of demper wordt gebruikt. Het is een echte verslaving. Om te stoppen met roken is naast het gesprek ook hulp in de vorm van een training of een alternatief zoals nicotinepleister nodig.”
“Ook daar hebben we het als projectgroep over”, aldus Gerlinde. “Want als zorgprofessional is het van belang dat je weet naar wie je de cliënt kunt verwij-
zen voor begeleiding voor het stoppen met roken of voor hulpmiddelen en dat je kennis hebt over de invloed van nicotine op medicatie die cliënten gebruiken. Roken kan er namelijk voor zorgen dat het lichaam de medicatie minder goed opneemt. Als cliënten van de ene op de andere dag willen stoppen met roken, kan dat dus gevolgen hebben.”
Ook na 1 januari 2025 blijft rookvrij dus een thema waaraan gewerkt wordt op Haarsteeg met Wauben en Margriet als enthousiaste voorbeelden dat het kan!
rookvrije omgeving, waar je praktisch gezien mee te maken krijgt en of je als zorgprofessional een voorbeeldfunctie hebt.”
“Een voorbeeld van zo’n praktisch punt is dat cliënten de eerste twaalf weken van hun opname op de afdeling blijven”, licht Manon toe. “Voorheen konden zij hun rookwaar kopen op de afdeling. Als je daarmee wilt stoppen moet je doordenken wat de gevolgen zijn en nieuw beleid maken. Cliënten die we nu opnemen laten we vooraf weten dat er geen rookwaar beschikbaar is; willen ze kunnen roken dan betekent dat dat ze zelf voldoende rookwaar meenemen op de dag van opname of moeten ze organiseren dat bezoek dit bijvoorbeeld voor hen meeneemt.”
Rookvrij is voor ons het nieuwe normaal
Ellen en Manon werken binnen de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Coornhert. De FPA is een gesloten kliniek. Cliënten die hier worden opgenomen, kampen met een psychische aandoening en hebben vaak een strafrechtelijke maatregel opgelegd gekregen. De kliniek richt zich op behandeling en begeleiding in een beveiligde omgeving, met als doel dat cliënten een zinvol leven kunnen opbouwen zonder terug te vallen in grensoverschrijdend of delictgedrag. Hoe ze deze bijzondere omgeving rookvrij maken, dat lichten Ellen en Manon graag toe.
Ellen is psychomotorisch therapeut en werkte een aantal jaren binnen een vergelijkbare setting in Londen. Daar deed ze ervaring op met het rookvrij worden van een zorgorganisatie. Manon is werkzaam als receptionist en begeleider op de FPA en rookt zelf. Ze maken deel uit van de projectgroep rookvrij van de FPA. Ellen: “Een paar jaar geleden raakte ik betrokken bij de eerste stappen die Reinier van Arkel zette op weg naar de rookvrije organisatie. Mijn ervaringen en de opgedane kennis uit Londen kon ik hier inzetten, we werden een voortrekker-locatie. We organiseerden klinische lessen waarin we met elkaar inventariseerden waar je aan moet denken als het gaat om een
Een rookvrije omgeving ontstaat allerminst vanzelf Het rookvrij worden van de afdeling leverde behoorlijk wat gespreksstof op; ongeveer 75% van de cliënten rookt en bij het team is de verhouding ongeveer fifty-fifty. “Je ontmoet overtuigingen en ontdekt dat er ook in de directe zorg sprake is van vaste patronen”, aldus Ellen. “Overtuigingen dat iemand kalmeert op het moment dat je in een dreigende of gespannen situatie een rookmoment aanbiedt. Of collega’s die denken dat ze het niet volhouden om tijdens het werk niet te roken.” Zoals bij alle cultuurveranderingen was er tijd en ruimte nodig om de weerstanden te overwinnen. Veel praten met elkaar was nodig maar met praten alleen kom je er niet. Het team besloot dan ook zelf een datum te stellen waarop zij rookvrij zouden worden. Dat werd afgelopen 1 juli. Het team sprak af dat het vanaf die datum niet meer zou roken. Ellen: “We lopen voor op de organisatie die met ingang van januari 2025 rookvrij wordt. Enerzijds fijn, dan zijn wij vast zover. Anderzijds ook een extra uitdaging, want er is soms nog geen organisatiebeleid waarop we kunnen meevaren. Bijvoorbeeld als het gaat om het inrichten en bepalen van de buitenlocatie waar cliënten en collega’s dan wel nog kunnen roken.”
Manon: “We kunnen onze inbreng en ideeën nu wel delen met de organisatiebrede projectgroep. Bijvoorbeeld dat
bij het aanwijzen van een rookplek ook veiligheidsoverwegingen van belang zijn, zeker voor een setting als de onze.”
Geen woorden maar daden
Na de eerste weken in juli waarin het team besloot tijdens werktijd niet meer te roken, breidt het aantal rookvrijafspraken zich gestaag uit. “De FPA is nu een rookvrije omgeving, aldus Manon. “Een van de cliënten helpt in het realiseren hiervan door de sigarettenpeuken voor het gebouw op te rapen en in de afvalbak te gooien. Het doorvoeren van de rookvrije omgeving heeft soms ook onvoorziene gevolgen bijvoorbeeld voor het dagprogramma. Het is aan ons om dan een passende oplossing te bedenken. We hebben een inloopuurtje in de ochtend waar cliënten laagdrempelig kunnen aanschuiven voor een kop koffie, de krant, een praatje. Voorheen een drukbezochte activiteit maar nu de omgeving rookvrij is, bleek de animo veel beperkter. Rokende cliënten rookten samen een sigaretje bui-
ten. Nu hebben we tijdens het inloopuurtje een pauze-moment ingelast. Zo zetten we telkens kleine stappen. Door tegelijkertijd het gesprek over het stoppen met roken te blijven voeren, hopen we dat het aantal rokende cliënten gaat dalen.”
Ander beleid vraagt om andere vaardigheden
Ellen: “Veel cliënten willen wel stoppen met roken maar hebben daarbij begeleiding nodig. Rokers geven vaak aan dat ze roken om even te kunnen ontspannen. Enkel feiten aandragen waaruit blijkt dat dat roken niet zorgt voor ontspanning, is dan onvoldoende om te komen tot gedragsverandering. Rokers hebben de veiligheid nodig om te ervaren dat er andere manieren van ontspannen zijn.” Het aanbieden van ontspanningstechnieken kan helpen. Cliënten leren alternatieve gezonde vaardigheden om de vaste ongezonde patronen te doorbreken. “Laatst ben ik met een cliënt languit op het grasveld gaan liggen en kon hij ervaren dat hij
op een andere manier kan ontspannen.”
Ellen en Manon vinden dat er voor deze vormen van ondersteuning meer aandacht mag zijn. Niet iedere zorgverlener kent deze mogelijkheden of is vaardig om cliënten zo te ondersteunen.
Rookvrij is voor de FPA het nieuwe normaal. En daar staan Manon en Ellen achter want een rookvrije omgeving is een recht dat iedereen toekomt. Dit ontstaat niet vanzelf en de komende tijd blijft aandacht voor een rookvrije omgeving nodig. Door de eerste positieve effecten gaan ze vol goede moed verder.
Bert van de Wetering en Gijs Hendricx zijn beveiliger* bij Reinier van Arkel. Bert werkt er al ruim 20 jaar. Hij wist meteen: dit ligt mij wel, het helpen van mensen. Gijs startte in september 2020 bij Reinier van Arkel en heeft ruim 15 jaar ervaring in de beveiliging. Hij werd door Bert wegwijs gemaakt in het vak van beveiliger in de zorg. Bert: “In onze functie is affiniteit hebben met deze groep mensen het belangrijkste. Gijs is een van de collega's die deze doelgroep snapt en weet hoe je met hen om moet gaan. Laagdrempelig werken en de hoge spanning weghalen die er bij cliënten is, dat doen wij als beveiliger.”
Ze hebben allebei geen zorgachtergrond, toch is zorg en aandacht voor de mensen een groot onderdeel van hun functie, vinden ze zelf. Bert: “We komen regelmatig op de afdelingen en praten met cliënten en medewerkers. We bouwen een band op, de mensen vertellen ons best veel. Soms moeten we assistentie verlenen. Doordat we al een band hebben opgebouwd, helpt dat in het contact.” Gijs knikt instemmend. Gijs: "Het is een ondergeschikte taak in onze functie, maar we kunnen een steentje bijdragen aan de zorg. Goede communicatie en informatie richting de beveiliging vinden wij belangrijk, zodat we goed geïnformeerd en snel ter plaatse kunnen zijn."
Bert: “Ik heb in die 20 jaar mensen opgehaald die buiten het terrein van het zorgpark in verwarde toestand aangetroffen waren. Soms denk ik daar wel eens aan als ik thuis op de bank zit, gelukkig gaat dat luikje dan weer snel dicht. Want sommige situaties waren toch wel heftig. Ik herinner me één voorval nog goed. Een mevrouw was erg overprikkeld en wilde zichzelf iets aandoen. De politie stond erbij, maar kon niet veel met haar beginnen. Toen ze mij zag zei ze: ‘Bert ik ben zo blij dat jij er bent’. Ik heb kort met haar gesproken, ze werd daar rustig van en ging mee terug naar haar woonplek. Dat maakte wel indruk op de po-
litie en zelfs op de Raad van Bestuur, van wie ik een bedankje kreeg. Hierna kwam de vraag vanuit de Raad van Bestuur of ik als vast gezicht en aanspreekpunt op het park wilde gaan werken om de politie-assistentie te verminderen. Dat is ook gelukt. We zijn vooruitgegaan op het gebied van veiligheid, met camera's op het park en een andere manier van werken.” Gijs: “Als beveiliger in de zorg heb je weinig tools. We werken met name de-escalerend. Daar krijgen we ook trainingen in. Het belangrijkste wat we doen, is inschatten hoe het is met de cliënt en daarop anticiperen. En daarbij ook aan je eigen veiligheid denken.”
Assisteren en ondersteunen
Naast de normale beveiligingstaken zoals het lopen van rondes en receptietaken tijdens de nacht, reageren de beveiligers ook op alle voorkomende alarmeringen zoals BHV- (brand en EHBO), persoons- en inbraak-
meldingen. Ook wordt er een beroep op hen gedaan wanneer er incidenten zijn op een afdeling. Ze worden ook vaak gevraagd te assisteren bij aanmeldingen vanuit de crisisdienst voor de SPOR, de Spoedeisende Psychiatrische Onderzoeksruimte. Reinier van Arkel heeft hierin een regiofunctie.
Bert: “Bij de SPOR zien we van alles binnenkomen, van verwarde mensen tot mensen met verslavingsproblematiek. Wij ondersteunen de politie, het ambulancepersoneel en het personeel van de crisisdienst. De crisisdienst bepaalt hoe te handelen. Bijvoorbeeld als iemand op een brancard met handboeien om binnenkomt vanwege agressief gedrag. De politie gebruikt hulpmiddelen om de agressie te beteugelen. Als dat niet meer nodig is, dan gaat de politie weg en dan zijn wij er voor de veiligheid. De crisisdienst gaat dan een plek zoeken voor iemand en dat kan wel even duren. Onze beveiligingstaak bij de SPOR neemt, over het algemeen, veel tijd in beslag.”
Extra aandacht
Gijs: “We zijn er voor de veiligheid op het park en in de gebouwen op locatie Zorgpark Voorburg en Bethaniestraat. We lopen rond op de afdelingen voor de veiligheid van
personeel en cliënten en controleren op potentieel gevaarlijke situaties. Terloops maken we een praatje met cliënten. Zo leren we ze beter kennen. Extra aandacht vinden de mensen prachtig. Maar het is ook nodig om risico's te kunnen inschatten. Bert: “Mijn werkdag begint met koffie drinken in de Weverij. Daar komen veel mensen bij elkaar en zie en hoor je al veel. De een ziet er gespannen uit en met de ander gaat het niet zo goed. Ik ken onze vaste kern mensen van het park van haver tot gort. Als daar een incident is, dan kom ik erbij en kan ik helpen.”
Hoe doet Gijs dat in de Bethaniestraat? Gijs: “In de wandelgangen of de centrale hal kom ik, met enige regelmaat, cliënten tegen die ik ook van Zorgpark Voorburg ken. Deze cliënten heb ik bijvoorbeeld leren kennen in een voor hen mindere periode op bijvoorbeeld de opnameafdeling. Een open en vriendelijke houding richting cliënten op locatie Den Bosch helpt je bij het contact wanneer ze voor opname op Zorgpark Voorburg zijn. Helaas merken we dat het gedrag van cliënten, net als in de samenleving verhardt. Zo zien we dat er vaker en sneller agressie wordt gebruikt richting zorgverleners. We krijgen daarom vaker het verzoek om toezicht te houden bij slecht-nieuws gesprekken, beoordelingen en andere contactmomenten.”
De beveiliging ziet mensen in hun betere tijden en in hun slechtere tijden. Het ene mo-
ment drinken ze gezellig een kop koffie en het andere moment zien we elkaar tijdens een calamiteit. Ze leren de mensen in de goede maar ook de donkere momenten van hun leven kennen, dat schept een band.
*Met WA Beveiliging
Een SPOR, of Spoedeisende Psychiatrische Onderzoeksruimte, is een speciale ruimte die is ingericht voor het snel en veilig beoordelen van patiënten met acute psychiatrische problemen. De SPOR is gekoppeld aan de opnamekliniek (HIC) zodat eventueel een soepel en snel vervolg voor opname kan worden gerealiseerd.
De SPOR biedt:
• Veilige omgeving: De ruimte is ontworpen om de veiligheid van zowel patiënten als personeel te waarborgen, met beveiligde elementen en minimale afleidingen.
• Snelle beoordeling: Patiënten die zich in crisis bevinden, kunnen hier snel worden beoordeeld door psychiaters en ander medisch personeel.
• Toegankelijkheid: De SPOR is toegankelijk voor ambulancediensten en andere hulpverleners, zodat patiënten snel kunnen worden overgedragen.
“Leuk om met muziek bezig te zijn én tegelijkertijd mensen te kunnen helpen”
In juni 2024 viel hij in de prijzen in de categorie Praktijkgericht Onderzoek van de Brabant Academie Wetenschapsprijs. Ed de Tollenaer, muziektherapeut bij Reinier van Arkel, voerde een praktijkonderzoek uit naar het inzetten van elek- tronische muziek in de muziektherapie. “Met elektronische muziek kunnen cliënten niet alleen muziek maken, maar er ook naar luisteren. Dat geeft een extra laag in de ervaring.” Een mooie aanleiding om nader kennis te maken met Ed, zijn onderzoek en het vak muziektherapie.
Sinds 2021 werkt Ed als muziektherapeut op de acute afdelingen bij Reinier van Arkel. Daarvoor was hij bijna 30 jaar werkzaam in de IT, waarvan de laatste jaren in een coachende functie. Na een zwaar motorongeluk in 2019 kwam hij zelf in aanraking met de zorg. Na zijn herstel wilde hij iets voor de zorg betekenen en begon aan de studie muziektherapie. Deze studierichting kwam niet uit de lucht vallen. Hij is vanaf zijn zesde jaar met muziek bezig, heeft in diverse bands gespeeld en produceert muziek in zijn eigen muziekstudio.
Muziektherapie Muziek kan diep raken en heeft invloed op iemands emoties en stemming. Het kan aanzetten tot beweging en je kunt het gebruiken als middel om te communiceren. “Muziektherapie is een unieke vorm van therapie waarbij ik samen met de cliënt op zoek ga naar hoe muziek bij hem of haar
het beste gedachten en gevoelens oproept. We kijken naar wat de cliënt wil, kan en wat bij deze persoon past. Denk aan luisteren naar muziek, improviseren, componeren, spelen, zingen of bewegen op muziek. Tijdens dit proces zijn het denken, voelen, handelen en willen steeds aanwezig. Cliënten worden zich bewust van de problematiek, trainen vaardigheden en oefenen met handelingen die ze in het dagelijks leven kunnen gebruiken. Muziektherapie gaat niet over praten, maar over voelen en ervaren.”
Muziektherapie is letterlijk ‘spelen met elkaar’ wat een veilige en positieve ervaring oplevert. “Muziek is verbindend en ik krijg regelmatig te horen dat cliënten muziektherapie een leuke therapievorm vinden. Dan staan ze er meer voor open. Op IHT* en HIC** werk ik veel met groepen en zet ik het vooral in voor spanningsregulatie en
stabilisatie. Bij individuele cliënten kijk ik naar de hulpvraag en gaan we samen werken aan bijvoorbeeld stemmingsverbetering, verdriet, angst, zelfvertrouwen, perfectionisme, depressie, eenzaamheid, gedragsproblemen of problemen met zingeving.”
Elektronische muziek
Toen Ed aan muziektherapie begon, viel het hem op dat de studie vooral gericht was op het gebruik van traditionele instrumenten. Ed had al vele jaren, naast traditionele instrumenten, ervaring met het maken van elektronische muziek. Dus was het voor hem een logische keuze om deze muziekvorm ook te gebruiken in zijn sessies. “In eerste instantie dacht ik dat het interessant kon zijn voor de jongere generatie, maar elektronische muziek bestaat al zo lang. In de jaren 80 werd er al veel gebruikgemaakt van synthesizers en drumcomputers. Ook cliënten van boven de vijftig jaar zijn geïnteresseerd. Zij hebben de jaren 80 bewust meegemaakt.” Het was voor Ed vanaf het begin van zijn studie duidelijk dat dit het onderwerp zou worden voor zijn afstudeeronderzoek. Hij had het geluk hiervoor Dr. Michael Viega te mogen interviewen, die wereldberoemd is om zijn werk met elektronische muziek in de muziektherapie.
Muziektherapeuten werken afdelingsoverstijgend.
Als je binnen Reinier van Arkel een cliënt behandelt voor wie muziektherapie een mogelijke behandelvorm kan zijn, dan kun je je cliënt aanmelden via muziektherapie@reiniervanarkel.nl.
Daarna volgt een intake met een van de muziektherapeuten om te kijken of muziektherapie geschikt is. Deze neemt dan contact op met de behandelcoördinator zodat muziektherapie aan het behandelplan van de cliënt wordt toegevoegd.
De resultaten van Eds onderzoek tonen aan dat elektronische muziek en muziekproductie effectief kunnen worden ingezet binnen muziektherapie. Cliënten ervaren sneller succes doordat ze minder vaardigheid nodig hebben dan bij het bespelen van instrumenten. Ze kunnen geluiden maken waarmee ze op bijzondere wijze hun identiteit kunnen uiten, iets wat met traditionele instrumenten niet mogelijk is. “Observaties tijdens mijn onderzoek hebben laten zien dat elektronische muziek en muziekproductie de spanning bij cliënten kunnen verminderen.”
Uitwerking in de praktijk
Ed heeft een aantal werkvormen bedacht waardoor cliënten op een laagdrempelige manier met elektronische muziek kunnen spelen. “Ik maak gebruik van verschillende werkvormen en heb daarvoor mijn eigen
boekje samengesteld.” Eén werkvorm heet ‘Mix & Match’, waarbij de cliënt als dj geluiden kan samenvoegen om zo een nummer samen te stellen dat past bij hoe hij of zij zich op dat moment voelt. “Wat daaruit komt zegt veel over hoe een cliënt erin zit. En van daaruit gaan we dan zelf geluiden maken met behulp van de synthesizer om het nog meer eigen te maken.” Een tweede werkvorm is ‘Identiteit’ waarbij de cliënt zelf een soort klanklandschap maakt met diverse synthesizers om zo de emoties weer te geven. “Cliënten kunnen hier helemaal in opgaan. Je hoort als het ware een weergave van de staat van zijn van een cliënt, dat is heel krachtig.” Cliënten kunnen ook even uit de muziek stappen en luisteren naar wat ze gemaakt hebben. “Op deze manier combineer je actieve met receptieve muziektherapie, iets wat niet of nauwelijks mogelijk is met traditionele instrumen-
ten.” De elektronische muziek wordt nu bij Reinier van Arkel ingezet tijdens de individuele behandelingen. “Binnenkort willen we dat ook gaan inzetten voor groepen.”
“Mijn hoofddoel bij IHT is ervoor te zorgen dat cliënten even niet met hun gedachten bezig zijn en dat hun stemming verbetert. Cliënten bij IHT en HIC hebben spanningen en zitten veel in hun hoofd. Tijdens de sessie kunnen cliënten bijna altijd uit hun gedachten komen. Het is dus heel waardevol voor een cliënt om te beseffen dat er momenten kunnen zijn waarop gedachten hem of haar niet in beslag nemen.”
Het onderzoek is te bekijken via de QR-code.
*Intensive Home Treatment **High Intensive Care
“Wil jij jezelf als hulpverlener in de specialistische ggz ook overbodig maken in het leven van jouw cliënten?” Gerlinde van de Wetering weet je meteen te pakken wanneer je haar pitch bekijkt voor de Wetenschapsprijs Brabant Academie. Want ja, we werken graag binnen de ggz en zijn daarvan ‘afhankelijk’ van cliënten, maar is ons doel niet inderdaad om ervoor te zorgen dat we niet meer nodig zijn?
Hoe zorg je daar dan voor?
Gerlinde onderzocht binnen twee FACTteams, Vught en Meierij, op welke manier ze cliënten het snelst kunnen uitschrijven. Gerlinde: “Dit doen we natuurlijk wel op een goede manier, niet dat we iemand zomaar de deur wijzen. Het is van belang dat iemand van tevoren weet dat een behan-
deling bij het FACT-team tijdelijk is. Voor sommige cliënten is een langere behandeling nodig, maar voor een hele grote groep niet. De meeste cliënten kunnen doorstromen naar een lichtere vorm van zorg.”
Het onderzoek diende als afsluitend onderdeel van haar studie. Op aanraden van verpleegkundig specialist Cerise Kruize, die al onderzoek deed naar ontslaggericht werken, kwam ze bij dit onderwerp terecht. Gerlinde: “Ik ben gaan onderzoeken op welke manier wij in onze dagelijkse werkzaamheden die tijdelijkheid kunnen integreren. Daar kwam uit dat echt al tijdens de intake duidelijk moet worden gemaakt dat een behandeling bij een FACT-team voor ongeveer drie jaar is. We moeten overigens sowieso andere netwerkpartners betrekken bij het proces. Het is belangrijk om vanaf het begin niet als enige zorgverlenersgroep betrokken te zijn, maar bijvoorbeeld ook met een WMO- of wijkteam,
zodat de cliënt minder vaak aan één specifieke hulpverlener blijft ‘hangen’. Bij ons in het team doen we aan shared caseload en vinden we het belangrijk dat elke cliënt drie tot vier hulpverleners kent uit ons team. Het zendt ook de boodschap: we zijn er met meer mensen voor je.”
Heeft dit ook effect op de zorg die geleverd wordt aan de cliënten?
Gerlinde: “Niet per se in negatieve zin. Er ontstaat juist een gezonde relatie tussen hulpverlener en cliënt, want je raakt niet te diep verwikkeld in allerlei situaties. Het blijkt dat zodra je aan een cliënt gehecht raakt, het loslaten minder goed verloopt door de connectie en persoonlijke band.” Dankzij het onderzoek van Gerlinde is ontslag of uitschrijven in elk behandelplan toegevoegd. Twee keer per jaar wordt het besproken met de cliënt. Gerlinde: “Door het vaker te herhalen en het bij het mo-
ment van intake te benoemen, merk je dat het leeft en dat het ook daadwerkelijk zorgt voor
meer uitschrijvingen. Daarnaast gingen collega’s ook nadenken als een cliënt al langer bij ons was. Er zijn na mijn onderzoek echt meer mensen uitgeschreven. Zoveel dat we op een gegeven moment dachten: ‘Oeps, schrijven we er niet te veel uit? Hebben we daarna nog wel werk?’ Het blijkt dus enorm effectief te zijn!”
Interessant voor alle afdelingen Dit onderzoek heeft Gerlinde in FACT-teams uitgevoerd, maar haar onderzoek is voor alle collega’s interessant. “Mensen blijven soms acht jaar onder behandeling bij een poli en dan vraag ik me af of het dan nog nuttig is.
Het lijkt me interessant als er binnen andere onderdelen van Reinier van Arkel verder onderzoek naar wordt gedaan.” Met de huidige stand van zaken in de wachtlijstproblematiek kan het een waardevolle toevoeging zijn om in plaats van de instroom van cliënten ook te
Actieonderzoek
focussen op de uitstroom. Gerlinde: “Aan de hand van SMART-doelen kunnen we over een langere periode observeren en rapporteren. Per FACT-team, casemanager of behandelaar kun je inzien waar cliënten snel doorstromen. Bij welke behandelingen blijven mensen lang hangen? Is het specifiek bij een behandelaar of de casemanager? Vervolgens kun je hen persoonlijk benaderen: Hé, wat vind je dan lastig aan het uitschrijven van mensen en welke risico’s voel je daarbij? Waarom vind je het spannend? Want het is natuurlijk wel een risico dat je neemt als een cliënt al 25 jaar in een FACT-team zit en je nu ineens zegt ‘je hoeft niet meer bij ons te zitten, je kunt het ook alleen’. Dat is echt lastig”.
Aandacht
Dankzij haar deelname aan de wetenschapsprijs komt er nu extra aandacht voor ontslaggericht werken. Het had niet veel gescheeld of de tweede plaats was aan haar neus voorbijgegaan. Gerlinde: “Michelle Hendriks en Koen Westen, die mij hebben begeleid tijdens het onderzoek, gaven aan dat we als studenten mee konden doen met de wetenschapsprijs. Ik was het echter alweer vergeten en meldde mezelf met het onderzoek pas aan na de deadline. Ik
dacht: misschien is het nog wel leuk om even in te sturen.” Maar goed dat ze dat nog deed, want ze rolde door naar de top 3 en mocht haar onderzoek pitchen in een video. Uiteindelijk werd ze beloond met een tweede plaats. Gerlinde: “Toen ik mijn onderzoek ging doen had ik nooit gedacht dat het zoveel aandacht zou krijgen. Het was een schoolopdracht en ik heb het met veel passie gedaan en vond het erg leuk om te doen. Maar het was wel gewoon school. Ondertussen is het uitgegroeid tot iets waar ik voor sta in mijn werk als aandachtsfunctionaris.”
En de toekomst?
Gerlinde: “Ik ben net klaar met mijn studie en wil nu ook even die verantwoordelijkheid voelen dat je echt collega bent en echt verantwoordelijk bent voor de cliënt die je hebt. Dat vind ik heel fijn en leerzaam. Wel zou ik nog mijn master Verpleegkundig Specialist willen doen, maar wanneer…dat staat nog op losse schroeven. Nu wil ik me focussen op mijn werk.” Als laatste hoopt Gerlinde dat er meer onderzoek gedaan wordt naar ontslaggericht werken, juist ook breder dan alleen binnen de FACTteams. Het uiteindelijke doel is betere cliëntenzorg. Daar doet ze het voor. Dat verdient toch de hoofdprijs?!
wint FACT-Inspiratieprijs 2024
Reinier van Arkel beweegt naar netwerkzorg en voegde afgelopen jaar daarom regioteams toe aan het bestaande zorgnetwerk met onder meer FACT- en ARTvoorzieningen. In de regio Bommelerwaard geven de collega’s van FACT en regioteam daar op inspirerende en innovatieve wijze verder invulling aan door als één team samen op te trekken. En dat is niet onopgemerkt gebleven want ze hebben de FACT-Inspiratieprijs 2024 gewonnen!
De collega’s hebben de beweging naar netwerkzorg als kans aangegrepen om het zo veel mogelijk ontschotten van de specialistisch ggz ook daadwerkelijk uit te voeren. “Hierbij werken we procesgericht, zodat dit de minste belemmeringen en wachttijden voor de cliënt oplevert,” aldus Annegeert Michielse, een van de collega’s van team Bommelerwaard.
“We werken vanuit een model dat FACT en regioteam verbindt waarbij we zoveel mogelijk inclusie van zorg bewerkstelligen door onze zorg in de breedste zin uit te voeren, op een transdiagnostische wijze met een eigen screenings-/triageteam. Daarbij hebben we een behandelaanbod gecreëerd met als hoofdlijn groepsbehandeling met 15 draaiende groepsbehandelingen. Herstel van de cliënt staat hierbij centraal.” Niet alleen werken ze als FACT en regioteam samen, als zorgnetwerk in de Bommelerwaard zijn ook de lijnen met de Herstelacademie en Ypse kort. “Zo creëren we een vloeiend proces en sluiten we op ieder moment aan bij de behoefte van de cliënt.”
De prijs, naast de eer bestaande uit een geldbedrag te besteden aan het team, is namens het team in ontvangst genomen door Annegeert en Samuël Hartgers tijdens het landelijke FACT-congres. Van harte gefeliciteerd met het winnen van deze mooie prijs, collega’s team Bommelerwaard!
Ben je nieuwsgierig naar de werkwijze? Kijk dan ook naar het filmpje via de QR-code!
Op 4 oktober ontving collega Michel van den Boogaard, de P3NL-prijs 2024! Deze prijs is een zeer prestigieuze prijs voor psychologen en pedagogen die veel betekenen op het gebied van overstijgend werken, preventie en passende zorg binnen het werkveld van de psychologie en pedagogiek. Michel ontvangt de prijs omdat hij, aldus P3NL, “een gedreven professional is die de speerpunten van P3NL op voortreffelijke wijze uitdraagt.
Zijn werk binnen de jeugdggz heeft een blijvende impact, zowel op patiënten en hun naasten als op de bredere zorgsector.”
In deze mooie woorden herkennen wij Michel, die werkzaam is bij Herlaarhof als klinisch psycholoog en regiebehandelaar, ten volle. Zo is hij initiator en drijvende kracht achter de ‘vliegende brigade’; een luchtbrug tussen de kinder- en jeugdpsychiatrie en orthopedagogiek waarbij expertise kort ‘invliegt’, zodat anderen verder kunnen.
Ook is hij verbonden aan crisis- en intensieve behandelafdeling ‘Boxtelseweg 34’ voor jongeren (en hun gezinnen) in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Wat deze jongeren kenmerkt, is dat ze doorgaans vanwege diverse redenen stagneren binnen het reguliere zorgaanbod en/ of vastlopen in het onderwijs. De behandeling richt zich op het weer laten zetten van stappen door jongere en gezin richting een andere, betere toekomst, zodat zij en anderen verder kunnen zonder dat zij terugvallen. Niet alleen bij Herlaarhof, maar ook regionaal en landelijk is Michel een bruggenbouwer en verbinder pur sang, getuige zijn betrokkenheid bij de Beweging van Nul en het Bovenregionaal Expertisenetwerk. Daarnaast deelt hij zijn inhoudelijke expertise in (wetenschappelijke-) publicaties en zijn betrokkenheid bij (richtlijn-) ontwikkeling, onderwijs en werkbegeleiding. De prijs is wat ons betreft dan ook een dubbel en dwars verdiende erkenning voor het werk van deze duizendpoot, namens alle collega’s van harte gefeliciteerd Michel!
P3NL is een federatie van 11 wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen. Binnen P3NL werken zij domeinoverstijgend samen op basis van de collectieve verantwoordelijkheid die ze delen voor een mentaal gezonde samenleving. Voor meer informatie zie: www.p3nl.nl
Young financial: prachtige tweede plek voor Joost de Boer
Tijdens het Fizi Jaarevent maakte de beroepsvereniging zorgfinancials bekend wie van de drie finalisten zich ‘Young Financial 2024’ mag noemen. De drie finalisten waren Mike Mennen (financial business controller bij Stichting ORO), Chrystal Huberts (business controller bij Woonzorgcentrum Haaglanden in Den Haag) én Joost de Boer van Reinier van Arkel.
Trots zijn we op de prachtige tweede plek die Joost behaalde! De jury keek bij de beoordeling onder andere naar het daadwerkelijk verschil dat de zorgfinancial maakt en hoe deze zich onderscheidt met resultaten en visie. De verkiezing bestond uit twee gespreksronden en uiteindelijk een publieksstemming. Joost: “Er zijn weinig plekken waar je als financial zoveel impact maakt als in de ggz-sector. Het is de plek waar je, als jij je werk goed doet, rechtstreeks ruimte biedt aan professionals voor betere zorg. Waar je het kritische financiële geweten bent, maar altijd met hart voor de publieke zaak: kwalitatief hoogwaardige en humane zorg.” Felicitaties aan alle finalisten en een dikke
dankjewel voor iedereen die op ‘onze’ Joost heeft gestemd.
Coschap psychiatrie genomineerd voor titel 'Coschap
van het jaar 2023-24'
Het coschap psychiatrie dat Reinier van Arkel geneeskundestudenten van de Radboud Universiteit in Nijmegen biedt, is samen met De Braamberg in Arnhem en het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem genomineerd voor de titel ‘Coschap van het jaar 2023-2024’. En daar zijn we trots op, want als lerende organisatie zit opleiden in ons DNA! Geneeskundestudenten kunnen bij ons terecht voor een regulier coschap, een keuze-coschap en een wetenschappelijke stage. Maar ook hebben we volop opleidingsmogelijkheden voor verpleegkundigen en psychologen. De nominatie is tot stand gekomen door de beoordeling die studenten na het aflopen van hun coschap geven door middel van een enquête. Volgens de Medische Faculteitsvereniging Nijmegen en de Ko-raad heeft het coschap psychiatrie van Reinier van Arkel daarbij afgelopen jaar ‘bovengemiddeld goed gescoord’. Opleider Veronique van Thiel: "Dat we door de studenten zelf zijn genomineerd voelt als een hele mooie waardering voor het opleidingsklimaat dat we hen bieden." Wie van de genomineerden er uiteindelijk met de titel vandoor gaat?
De coschap psychiatrie van Reinier van Arkel is derde geworden van alle catego-
rieën bij elkaar. Winnaar is geworden coschap chirurgie van het Slingeland ziekenhuis. De tweede plek is ook voor een coschap psychiatrie, die van Rijnstate. In de categorie psychiatrie is Reinier dus tweede geworden met een verschil in score van 0.04 punt. Een prestatie om trots op te zijn, proficiat.
Groen Verbonden:
Reinier van Arkel als Te Gek Groen icoonlocatie
Na een feestelijk groen ontbijt in de dierenweide, met deelnemers, medewerkers van Reinier van Arkel en vertegenwoordigers van IVN Nederland, werd een fruitboom symbolisch overhandigd voor de tuin van KIBW. Tuinontwerper en televisiepresentator Lodewijk Hoekstra maakte bekend dat Reinier van Arkel voortaan is erkend als ‘Te Gek Groen Icoonlocatie’ van de Groene GGZ.
Dit betekent dat Reinier van Arkel in 2024 en 2025 extra financiële middelen en deskundige ondersteuning ontvangt om Park Voorburg om te vormen tot een biodiverse en inspirerende omgeving. Dankzij de inzet van medewerkers, vrijwilligers, cliënten, familieleden en partners zoals IVN Vught, KANT en Welzijn Vught, heeft
Reinier van Arkel een mooi plan gepresenteerd om zorg en natuur te verbinden. Zo willen we samen met cliënten de tuinen van verblijfslocaties omtoveren tot verlengde huiskamers en de biodiversiteit vergroten door grasvelden om te zetten in bloemenweides.
Groene GGZ staat voor de integratie van natuur in de geestelijke gezondheidszorg. Het doel is om het welzijn van cliënten te bevorderen door hen in contact te brengen met natuur en buitenruimtes. Dit draagt bij aan een betere mentale gezondheid, verhoogde biodiversiteit en een herstelgerichte benadering van zorg.
Team Techniek deed mee aan ‘tobbedansen’ van het tv-programma 'Ter land, ter zee en in de lucht' in de Efteling! Eddy, Jimmy, Niki en Freek hadden een mooie en sterke constructie gemaakt (Opel Manta). Helaas heeft het team de bel niet bereikt maar zijn ze wel een mooie/ leerzame ervaring rijker,
waarin ze plezier hebben gehad en veel gelachen hebben. De ervaring is in de smaak gevallen, aangezien de mannen zich volgend jaar weer willen aanmelden.
Tekst Ilse van den Eeden Foto Evelien Gerrits
Bij Reinier maken we werk van werkgeluk. Dat betekent dat we éxtra aandacht hebben voor de ruimte om je als medewerker verder te ontwikkelen, te doen waar je goed in bent en je gewaardeerd te voelen. Want werkgelukkige medewerkers staan garant voor de best passende (hoog-) specialistische zorg, tonen eigenaarschap en maken dat we met elkaar Reinier van Arkel ‘zijn’. Daarom heeft werkgeluk, naast netwerkzorg en een gezonde bedrijfsvoering, de volle aandacht met als uiteindelijke ambitie de leukste werkgever van Brabant te zijn.
“Ik geloof erin dat de kracht van een organisatie wordt bepaald door de kracht van de medewerkers. Hoe mooi is het dat we deze kracht kunnen versterken door het werkgeluk van onze professionals te vergroten. De aandacht voor werkgeluk is ook geen overbodige luxe. We moeten keihard aan het werk want de toch al grote personeelstekorten binnen de ggz zullen naar verwachting tot 2033 bijna verdriedubbelen,” aldus Paul Raaijmakers, directeur Werkgeluk en Ontwikkeling
Een flinke uitdaging dus, maar het biedt ook (innovatie)kansen. Kansen ziet Reinier van Arkel ook als het gaat om de handhaving van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) per 1 januari 2025. De overheid wil met deze handhaving een eind maken aan schijnzelfstandigheid en
daarmee arbeidsongelijkheid. Samen met de zorgorganisaties binnen Zorgzaam ’s-Hertogenbosch e.o. gebruikt Reinier van Arkel het jaar 2025 om de zzp-inhuur af te bouwen, waarbij elke organisatie zijn eigen tempo bepaalt. Paul: “Onze gezamenlijke inzet is om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, in nauwe samenwerking met de betrokken professionals. Waar we naartoe werken is een brede en sterke basis van vaste medewerkers. Dat maakt ons als zorgorganisatie minder kwetsbaar, vergroot de kwaliteit van zorg en komt tegemoet aan de wens van cliënten én collega’s voor vaste gezichten. Hiermee versterken we de verbinding en betrokkenheid van collega’s met elkaar en de organisatie. En daarmee onze cultuur en manieren van werken, verbonden aan cliënten.”
Arbeidstekorten ggz lopen op
In het AZW-programma werken arbeidsmarktfondsen in zorg en welzijn en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen om betrouwbare, onafhankelijke informatie te bieden over de arbeidsmarkt. Het programma maakt prognoses voor de arbeidsmarkt zorg & welzijn. De laatste prognose voor de branche geestelijke gezondheidszorg schetst:
• Het arbeidsmarkttekort loopt op van 5.800 in 2024 naar 14.100 in 2033.
• De arbeidsvraag neemt tussen 2023 en 2033 toe met 4.700 werknemers. Het personeelsaanbod daalt met 1.600. Het resultaat is een toename van het tekort.
• De verwachting is dat zowel de instroom als de uitstroom uit de geestelijke gezondheidszorg zal afnemen tot en met 2033.
Bron: https://www.oofggz.nl/
Wat kan er veel bij Reinier, als het gaat om werk! Er zijn ontelbaar veel werkplekken, functies, doelgroepen en teams. Hoor in deze podcastserie meer over het werk en collega’s van Reinier van Arkel, hoe hij of zij er ZIN aan ontleent en ZIN in houdt! En maak kennis met die kant van het werk of van collega’s die je nog niet kende! Wij hechten er waarde aan dat collega’s bij Reinier van Arkel kunnen doen waar ze goed in zijn, zich als individu en als team verder kunnen ontwikkelen, vanuit de overtuiging dat professionals op deze wijze nóg betere kwaliteit van zorg leveren. Ben jij benieuwd naar alle ontwikkel- en groeimogelijkheden bij Reinier van Arkel, kijk dan op reinierwerktenleert.nl of mail ons werken@reiniervanarkel.nl.
In aflevering #1 is host Robert Derksen in gesprek met Jasper Damen Jasper Damen werkt al 44 jaar voor Reinier van Arkel. Hij werkt nu als sociaalpsychiatrisch verpleegkundige en autismespecialist. Wat drijft hem?
In aflevering #2 is host Paul Raaijmakers in gesprek met Chamroeun Chann Chamroeun werkt ongeveer 4,5 jaar als klinisch psycholoog bij FACT Zuid-Oost. De veelzijdigheid van zijn werk vormt voor hem een belangrijk aspect van zijn werkgeluk. Naast zijn werk als regiebehandelaar is hij actief als covoorzitter van de Vakgroep Gedragswetenschappers en als beleidsmaker.
In aflevering #3 is host Robert Derksen in gesprek met Jolanda Bekkers Jolanda werkt een jaar of tien op, in haar ogen, de mooiste afdeling van Reinier van Arkel; de Waterboog! Een voor Nederland unieke afdeling voor cliënten met een (ernstige) psychische aandoening en een auditieve beperking. Ze vertelt over haar studie en loopbaan, over gebarentaal, de bijzondere doelgroep én over 'de Waterboogmagie'! Benieuwd naar het hele verhaal? Luister dan nu deel 3 van de podcast!
In aflevering #4 is host Paul Raaijmakers in gesprek met Annegeert Michielse Annegeert Michielse werkt al ongeveer 12 jaar bij Reinier van Arkel. Ze is werkzaam als maatschappelijk werker bij het FACT en regioteam Bommelerwaard. Een plek waar ze het bijzonder goed naar haar ZIN heeft. Onze podcast-host Paul Raaijmakers ging bij haar langs en sprak met haar. Over de hechte club collega's met hart voor goede en innovatieve cliëntenzorg én met hart voor elkaar zo blijkt uit het verhaal van Annegeert! Wat haar drijft, wat haar werk met haar collega's iedere dag de moeite waard maakt?
In aflevering #5 is host Robert Derksen in gesprek met Laura Breuning
Laura Breuning is werkzaam als ouderenpsychiater binnen het centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie. Laura vertelt over haar grote affiniteit met de oudere mens, over de mooie samenwerkingen die ze heeft met bijvoorbeeld de verpleegkundige teams, het fijne opleidingsklimaat én over zorginnovatie waarbij ze recent gestart zijn met esketaminebehandeling.
Hoe ontlenen medewerkers van Reinier van Arkel zin aan hun werk? Hoe geven zij er betekenis aan en waar worden zij gelukkig van? In deze serie verhalen vertellen medewerkers op verschillende plekken in de organisatie over hun kleine en grote momenten van werkgeluk. Hans Ausma, ervaringsdeskundige op de High Intensive Care in Vught bijt het spits af.
Datgene wat voor Hans Ausma het verschil heeft gemaakt, past hij nu zelf toe in zijn werk. Hij kwam iemand tegen die hem ‘echt hoorde en zag’. Deze persoon erkende hem in datgene wat hij allemaal had meegemaakt. Maar zei tegelijkertijd ‘jongen, na alles wat jij hebt meegemaakt, verslaving, opname, psychische kwetsbaarheid: Je bent er nog steeds! Hoe ga jij die kracht gebruiken voor anderen?’ Hans werkt nu twee jaar op de High Intensive Care (HIC) in Vught. Wat maakt hem gelukkig in zijn
werk? Een gesprek over contact maken en houden, over ruimte krijgen, samenwerken en nog meer.
Gehoord en gezien
Hans haalt me op in de wachtkamer van de HIC, hij is een grote, vriendelijk ogende man. We beginnen ons gesprek in de ruimte van de creatieve therapie. Dat hij veel heeft meegemaakt wordt me al snel duidelijk. Een leven met uitdagingen. Op verschillende momenten van zijn leven ging het mis. Zowel in de privé-
sfeer als in zijn werkzame leven. Hans is van huis uit opgeleid en werkzaam in de logistiek. Hij werkte telkens voor andere bedrijven. “Niet langer dan twee jaar, want dan liep ik tegen mijn eigen patronen op en wilde ik iets anders.”
In 2016 liep het pas echt goed mis. Hij raakte alles kwijt, hield alleen zijn huis nog over en werd opgenomen in de psychiatrie. “Ik heb daar van alles meegemaakt, separatie, dwangmedicatie. Maar ben daar gelukkig iemand tegengeko-
men die het verschil voor me maakte. Ik voelde me door hem voor de eerste keer gehoord en gezien. Hij zei ‘ga nou eerst maar voor jezelf zorgen en ontdekken wie je bent’.” Na een intensief traject zette Hans de stap om zichzelf te ontwikkelen tot ervaringsdeskundige.
Ervaringsdeskundige
Twee jaar geleden zag Hans de vacature voor ervaringsdeskundige op de HIC in Vught. Na twee dagen meelopen was de keuze snel gemaakt en kon hij beginnen op de HIC.
Veilige werkomgeving
In het begin voelde hij aardig wat weerstand van het team. Het team was nogal terughoudend. Hans: “Ik moest mezelf bewijzen als ervaringsdeskundige, laten zien wat de meerwaarde is van die functie. Nu ervaar ik dat zeker niet meer. Ik voel me onderdeel van het team. Maar in die tijd was het wel fijn dat ik terecht kon bij de leiding en de behandelstaf van het team. En ook bij het Herstelpunt kon en kan ik altijd met mijn verhaal terecht. Zonder oordeel. Dat voelt heel veilig.”
Sinds kort heeft Hans er een collega ervaringsdeskundige bij. Daar trekt hij samen mee op. Er moet ook nog veel
gebeuren en alleen lukt dat niet. Hans: “We kunnen de taken verdelen en bespreken wat we wel doen en wat niet. Hij is mijn sparringpartner, we zitten er hetzelfde in en we kunnen spiegelen. We zijn een team, heel fijn!”
Wat ik doe doet ertoe
“Mijn échte werkgeluk is dat ik geen rol hoef te spelen. Dat heb ik, in het verleden jarenlang gedaan. Ik was logistiek manager met een auto onder mijn kont en een stoere laptop. Status was voor mij een belangrijk ding.”
Waar de verpleging soms vastloopt, lukt het mij meestal wel in contact te komen met een cliënt.
Dát is onderdeel van mijn werkgeluk”
Wat ik hier doe doet ertoe, op een hele gezonde manier. Ik sta naast cliënten, cliënten maken verbinding met mij en ik heb verbinding met hen. Dat gaat vaak gemakkelijk omdat ik ook ervaring heb. Ik hoef geen rol te spelen, geen masker op te zetten, ik ben wie ik ben. En daarmee kan ik het verschil maken voor de cliënt. Maar ook voor naasten en medewerkers.”
Familie wordt nu echt gehoord
Toen Hans op de HIC begon, werden naasten bijna niet betrokken in de be-
handeling. Hans: “Terwijl dat echt belangrijk is. Naasten weten hoe cliënten echt zijn in de thuissituatie en ze kennen de voorgeschiedenis.” Samen met de familie- en betrokkenenraad en de leiding van de afdeling organiseerde hij een familieavond. En dat was direct al een succes. “Door alleen al de vraag te stellen hoe het met hen gaat, krijg je mooie gesprekken. Familie en naasten voelen zich gehoord en betrokken. Feedback nemen we weer mee naar het team.”
Op dit moment gaat het echt goed met het betrekken van familie. De familieavonden worden nog steeds georganiseerd. En familie en naasten worden nu ook betrokken bij de wekelijkse zorgafstemmingsgesprekken. “Dit is echt een mooie ontwikkeling waar het team trots op mag zijn. En ik ben blij dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen”, zegt Hans.
Hoe draag jij bij aan goede cliëntenzorg?
Hans: ”Door dingen bespreekbaar te maken en zonder oordeel proberen te werken. Ik geef je een voorbeeld. Een opname op de HIC is heel ingrijpend. Mensen zijn de regie over hun leven voor een deel kwijt. De deuren zijn op slot. Als mensen geen vrijheden hebben, mogen ze niet naar buiten zonder dat ze toestemming hebben gekregen. En soms is het nodig dat mensen tot rust komen in een extra beveiligde ruimte. Ik vraag dan altijd waarom dat is, wat het plan is en wanneer mensen weer terug kunnen naar de afdeling. Ik ben hier kritisch op, omdat ik dit zelf heb meegemaakt. Ik probeer deze ervaring op een zinvolle manier in te zetten. Dat geeft voldoening.
Hans werkt vier dagen per week op de HIC. Hij zegt niet over zijn grens heen te gaan. Naast zijn werk doet hij een avond in de week vrijwilligerswerk bij ‘een dierbaar maatje’. Samen met zijn hond begeleidt hij een cliënt met een verstandelijke en een lichamelijke beperking. “Dat is mijn relativeringsmoment”, licht hij toe. “En op vrijdagen rijd ik in een taxibusje. Dat doe ik echt voor mijn ontspanning. Het zijn mensen van alle leeftijden met een zorgcontract. Bijvoorbeeld kinderen die naar school gaan. Meestal heb ik alle tijd voor ze, ik geniet van de gesprekken.” En in het weekend? “Dan ben ik er voor mijn gezin en rust ik uit. ” >> Contact houden
Werkgeluk: het verhaal van Tijmen Legemaate
Hoe ontlenen medewerkers van Reinier van Arkel zin aan hun werk? Hoe geven zij er betekenis aan en waar worden zij gelukkig van? In deze serie verhalen vertellen medewerkers over hun kleine en grote momenten van werkgeluk. In het volgende verhaal vertelt Tijmen Legemaate, geestelijk verzorger, over wat er voor hem toe doet in zijn werk.
Tijmen werkt sinds anderhalf jaar als geestelijk verzorger bij Reinier van Arkel. Zijn professionele pad begon hij jaren geleden in de theaterwereld, waar hij toneelvoorstellingen maakte in Nederland en Noorwegen. Toen al met een bijzondere focus op existentiële thema's (1). Na enkele jaren in de theaterwereld verlangde hij naar meer stabiliteit in zijn loopbaan. Dit leidde hem uiteindelijk naar de studie Humanistiek.
Vertrouwen
Tijdens zijn stage bij het VUMC ontdekte hij de waarde van het werk als geestelijk verzorger.
“In de tweede week van mijn stage werd ik gevraagd voor een gesprek met een patiënt die zei dood te willen. Ik stelde me aan haar voor en mocht na wat aarzeling blijven, vervolgens heb ik twee uur naast het bed van
deze vrouw gezeten (ik had nog wat te leren over afbakenen). Hier werd voor mij duidelijk hoe ik van waarde kon zijn als geestelijk verzorger, door iemands lijden te erkennen zonder dit direct te willen (of te kunnen) oplossen en te luisteren naar wat er achter de uitgesproken doodswens zat.”
Tijdens de coronapandemie werkte hij in het IJssellandziekenhuis, op de COVID-afdeling. Hij werd geconfronteerd met verlieservaringen, radeloosheid en eenzaamheid. “In het ziekenhuis heb je vaak maar een of enkele gesprekken met een patiënt. Deze gesprekken gaan snel de diepte in, bijvoorbeeld over verlieservaringen op het vlak van identiteit, lichamelijkheid of waardigheid, of over de onmacht om niet te weten hoe het verder zal gaan. Ik vind het bijzonder om het vertrouwen van mensen te krijgen en deelgenoot te zijn van hun persoonlijke belevingswereld.”
Wat geeft jou werkplezier?
“Het soort contact dat er kan zijn en dan specifiek het vertrouwen dat mensen je geven vind ik heel waardevol. De contacten gaan over fundamentele zaken zoals wat het leven de moeite waard maakt, hoe om te gaan met verlies van controle of juist
toegenomen vrijheid. Of hoe we betekenis geven aan specifieke gebeurtenissen in ons leven.”
“Ook de vrijheid die ik heb in het vormgeven van mijn contacten en mijn werk draagt bij aan mijn werkplezier. Er is ruimte om te onderzoeken welke (werk) vorm het beste aansluit. Het contact met ouderen op Magnolia geef ik bijvoorbeeld anders vorm dan het contact met de relatief jongere doelgroep van het VIP-team (Vroege Interventie Psychose). Ik probeer in mijn werk aan te sluiten bij een specifieke groep of persoon en ga hiervoor graag op zoek naar creatieve manieren om het contact vorm te geven.”
Mijn ervaring in het theaterwerk komt hierbij goed van pas. Ik zoek naar werkvormen die bijvoorbeeld kunnen helpen bij het in kaart brengen en onderzoeken van het eigen levensverhaal. Een concreet voorbeeld: Ik vraag mensen een opzet te maken voor een boek over hun eigen leven. Ik vraag ze wat de titel van het boek is en hoe de omslag eruitziet. Welke hoofdstukken heeft het boek? In welk hoofdstuk bevind je je nu? Hoe wil je dat het volgende hoofdstuk heet?"
Het werk kan ook zwaar zijn. Hoe zorg jij voor balans tussen werk en privé?
Deels zit dat in het werk zelf, waar veel afwisseling in zit. Dat zorgt voor balans. Het werk varieert inhoudelijk van individuele contacten tot het reflectief en overstijgend meedenken over wat goede zorg is. "Naast de individuele contacten begeleid ik bijvoorbeeld groepen en moreel beraden. Ik geef scholingen en werk mee aan projecten zoals 'Walk into the Light'.
Daarnaast werk ik drie dagen per week. Er blijft dus voldoende tijd over voor andere dingen. Ik ben dan thuis met mijn kinderen en werk graag hobbymatig met hout in mijn werkplaats. Het is fijn om met mijn handen bezig te zijn en iets tastbaars te creëren. Dat is een goede tegenhanger voor het werk hier, dat soms ongrijpbaar is. Verder sport ik graag en probeer van tijd tot tijd iets nieuws te leren en op die manier nieuwe inspiratie te zoeken. Zo ben ik recent bijvoorbeeld begonnen met trombonelessen.”
Waardering kan ook een onderdeel van werkgeluk zijn. Ervaar je waardering voor wat je doet?
“Vaak wel. Ik werk in een heel fijn team en er is zeker onderlinge waardering. Ook in cliëntencontact ervaar ik voldoende waardering. Bepaalde contacten blijven me bij. Een persoon die ik begeleidde in de thuissituatie had een combinatie van lichamelijke en psychische klachten. Hij gaf me heel duidelijk terug dat de gesprekken hem hielpen om de juiste woorden te vinden om zichzelf uit te kunnen drukken en dat dit waardevol voor hem was. Dat vind ik mooi om terug te horen.
Ik krijg te maken met vragen als ‘leef ik een goed leven,’ ‘ben ik een goed mens,’ of ‘kan ik mezelf vergeven?’ Bij dit soort vragen is het belangrijk te weten hoe je er zelf in staat en hoe dit van invloed is op je begeleiding. Hoe kan ik deze persoon dan het beste begeleiden in zijn zoektocht? In dit soort vragen komen mijn eigen interesses samen met de behoeften van anderen. Dat ervaar ik als zinvol en geeft me voldoening.”
1) Existentieel: thema's die te maken hebben met de diepere vragen van het menselijke bestaan of de ervaringen die daarmee samenhangen. Bijvoorbeeld: de betekenis van het leven, de eindigheid van het leven.
Werkgeluk: het verhaal van Angelique Kleinloog
Hoe ontlenen medewerkers van Reinier van Arkel zin aan hun werk? Hoe geven zij er betekenis aan en waar worden zij gelukkig van? In deze serie verhalen vertellen medewerkers over hun kleine en grote momenten van werkgeluk.
Tijdens het gesprek met Angelique Kleinloog, verpleegkundig specialist, valt me direct op hoe enthousiast en gedreven zij vertelt over haar werk. Het wordt me ook al snel duidelijk waar haar motivatie vandaan komt: "Ik leer van cliënten, dat vind ik heel waardevol."
vinden. Wat in het ene team goed werkt neem ik mee naar het andere en andersom, maar beide teams houden hun eigen karakter”, vertelt ze.
Een nieuwe werkwijze in de regioteams De werkwijze in de regioteams verschilt aanzienlijk met de werkwijze van voorheen. Voordat er regioteams waren werd iemand met somberheidsklachten aangemeld bij team Stemming en Angst. Als er tijdens het traject ook sprake bleek te zijn van bijvoorbeeld persoonlijkheidsproblemen werd iemand doorverwezen naar team persoonlijkheids-
schillende plekken afgewezen, wat steeds pijnlijk voor haar was en invloed had op haar vertrouwen en zelfbeeld. Als regioteam konden we haar daarin bijstaan en onder andere traumabehandeling, systeemtherapie en medicatie inzetten. Ze volgde een groepstraining in een van de clusters. Aan het einde van haar behandeling volgde Cecile nog een herstelgerichte training om haar zelfvertrouwen te vergroten. Cecile heeft geleerd stil te staan bij haar gevoel en wat ze nodig heeft. Ze zal in de toekomst nog wel wiebelmomenten hebben, maar weet dan wat te doen. Ze
Angelique is verpleegkundig specialist. Ze begon bij Reinier van Arkel als verpleegkundige, zette daarna ook haar ervaringsdeskundigheid in en ontwikkelde zich steeds verder.
Na het afronden van haar MBO- en HBO-opleiding tot verpleegkundige sloot zij vorig jaar september de opleiding tot verpleegkundig specialist af. Ze werkt nu in twee regioteams; Den Bosch binnenstad en Den Bosch Noord-West. “In september 2023, bij het afsluiten van mijn opleiding, mocht ik kiezen tussen deze twee teams. Dat vond ik een moeilijke keuze, maar ik besloot uiteindelijk voor beide teams te gaan. Daar ben ik achteraf blij mee. Omdat ik betrokken ben bij beide teams kan er een soort kruisbestuiving plaats-
stoornissen. Met nieuwe wachttijden en behandelaars.
“Nu blijft een cliënt het hele traject bij het regioteam. Met dezelfde regiebehandelaar, die daardoor een volledig beeld heeft van de cliënt. Als er specialistische hulp nodig is raadplegen we een van de clusters waar de verschillende specialismes van Reinier werkzaam zijn? Zo kunnen we een volledig en samenhangend beeld vormen van de cliënt en de behandeling gerichter aanpakken.
Zoals Cecile, een vrouw van 30 die met somberheidsklachten onder behandeling kwam. Er bleek ook sprake van andere, onderliggende problematiek. Omdat niet duidelijk was welke problematiek op de voorgrond stond, werd zij op ver-
voelde zich door ons team gesteund, gezien en erkend in wie ze is. Dat geeft me enorm veel voldoening.”
Wat maakt je gelukkig in je werk? “Mijn werk is heel gevarieerd. Ik zie cliënten tussen de 18 en 65 jaar, met verschillende soorten problemen. Geen dag is hetzelfde. “Ik doe bijvoorbeeld intakes, individuele behandeltrajecten, medicatieconsulten en inzichtgevende behandelingen. Daarbij werk ik ook nauw samen met mijn collega’s. De grote variatie in werkzaamheden maakt het voor mij interessant en uitdagend.”
Creativiteit en cliëntgerichte aanpak “Wat ik ook fijn vind is dat je binnen het regioteam wat meer ‘out of the box’ kunt nadenken over de manier waarop
“Het gevoel dat je bij kunt dragen aan iemands herstelproces staat met stip op nummer één”
je iets gaat aanpakken. Je denkt echt mee met de cliënt over wat hij of zij nodig heeft. Het gros van mijn cliënten voelt zich echt gezien en gewaardeerd en dat helpt in de behandeling. Ik vind het top om te zien wat dat kan opleveren. Natuurlijk past wat we doen binnen de kaders van evidence-based behandeling, maar soms met net een ander accent.”
Betekenisvol werk in een positieve werkomgeving Werkgeluk is voor Angelique ook nauw verbonden met persoonlijke groei en zingeving. “Het gevoel dat je bij kunt dragen aan iemands herstelproces staat met stip op nummer één. Dat zie ik ook wel iedere dag terug, vooral in cliëntencontact. Maar soms ook door te
sparren met collega’s en op andere ideeën te komen. De samenwerking binnen het regioteam is heel prettig. Je kunt gemakkelijk bij elkaar binnenlopen als je ergens tegenaan loopt. De sfeer is open en laagdrempelig.
Eigen invloed op werkgeluk Angelique legt uit hoe belangrijk het is te begrijpen dat je zelf invloed hebt op je werkgeluk. Kijk naar wat binnen je invloed ligt en wat niet, is haar advies. “Focus je op dingen waar je iets aan kunt veranderen, in plaats van energie te verspillen aan zaken waar je geen controle over hebt. Als ik ergens last van heb dan kaart ik dat aan bij iemand van wie ik denk dat hij of zij invloed heeft. Het is vervolgens aan hem of haar wat ermee gebeurt.
Toekomstplannen
In het kader van haar opleiding tot verpleegkundig specialist deed Angelique onderzoek naar zelfstigma. (Zie Reinier no 15, aandacht voor zelfstigma) Op basis van dit onderzoek pleit zij voor meer aandacht voor zelfstigma en daarmee voor het verbeteren van de
In de regio Den Bosch vieren we dit jaar 750 jaar zorg en welzijn. De zorg is door de eeuwen heen veranderd en verandert nog steeds. Sinds haar stichting in 1442, levert Reinier van Arkel hier een substantiele bijdrage aan op het gebied van geestelijke gezondheid. Hoe zijn de lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg door de tijd heen veranderd en wat ligt er nu in het verschiet?
Verleden
In de klassieke oudheid werden gezondheid en ziekte door de Griekse arts Hippocrates (460 – 370 v.Chr.) verklaard door, respectievelijk, een balans of disbalans tussen de vier lichaamssappen (humoren): sanguis (bloed), xanthe chole (gele gal), melaina chole (zwarte gal) en phlegma (slijm). Deze vier lichaamssappen werden ook geassocieerd met vier temperamenten, namelijk: de sanguinische mens (vurig, energiek), de cholerische mens (prikkelbaar en snel kwaad), de melancholische mens (zwaarmoedig en neerslachtig) en
750 jaar zorg en welzijn in regio ’s-Hertogenbosch
de flegmatische mens (kalm en weinig emotie). Behandeling was gericht op het herstellen van de onderliggende balans, bijvoorbeeld door aderlating. (Humores. 2024)
In de middeleeuwen (500 –1500 n.Chr.) evolueerde het denken over psychische ziekte onder invloed van de kerk; toentertijd de machtigste organisatie. Men sprak over zinneloosheid wat zou ontstaan doordat de ziel hinder ondervond van een lichamelijke stoornis. De algemene overtuiging was dat de zinnelozen gestraft waren door God, bezeten waren door demonen of een pact hadden gesloten met de duivel (zoals de heksen) (Egmond, 2023). De rol van de kerk bij de behandeling van (geestelijke) ziekte was destijds groot. In deze tijd werd ook Reinier van Arkel gesticht. Op 26 november 1442 werd na het overlijden van Reinier van Arkel door Rutger van Arkel de stichtingsacte opgesteld voor het Huis voor Zes Zinnelozen. Deze was bedoeld om psychiatrische patiënten ‘te sluiten, te spannen en te binden.’ (Egmond, 2023) Het duurde nog circa twee eeuwen, voordat een humane behandeling van psychiatrische patienten de standaard zou worden.
De volgende grote verschuiving binnen de psychiatrie vond plaats in de 17e eeuw. De humorenleer werd langzaam losgelaten en het brein werd het belangrijkste studieobject. In de 18e eeuw werden nauwkeurige observaties gedaan in grote psychiatrische klinieken, in de hoop hiermee psychische ziekten te kunnen doorgronden. Een van de belangrijkste centra, was destijds het Hôpital de la Salpêtrière. (Hôpital de la Salpêtrière, 2024) Onder leiding van hoofdarts dr. Philippe Pinel (1745 – 1826) werd in dit ziekenhuis een nieuwe bejegening gangbaar: de traitement moral.
Psychiatrische patiënten werden niet meer vastgeketend in donkere, vochtige kerkers, maar op een menselijke en liefdevolle manier verpleegd. (Moral treatment, 2024).
In de 19e eeuw werd parallel aan de ontwikkeling van de psychoanalyse door dr. Sigmund Freud (1856 – 1939), de biologische psychiatrie verder ontwikkeld door dr. Emil Kraepelin (1856 – 1926). Kraepelin poogde als eerste een allesomvattend diagnostisch systeem te ontwikkelen: het Compendium der Psychiatrie; de voorloper van de tegenwoordige Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Ondanks deze belangrijke ontwikkelingen, waren er tot de tweede helft van de 20e eeuw nog maar weinig menselijke behandelingen beschikbaar. De psychiaters moesten het tot die tijd doen met behandeling als: warme baden bij agitatie, koude baden bij apathie, malariatherapie tegen neurosyfilis en lobotomie, insuline-comatherapie en elektroconvulsietherapie voor ernstige psychiatrische ziekte. Voor mij is dit een zwarte bladzijde uit de psychiatrie.
De meer humane behandelingen ontstonden in de tweede helft van de 20e eeuw met de psychofarmaceutische revolutie (Anti-Psychotics Explained and the History of Psycho-Pharmacology, 2022).
In een zoektocht naar betere antihistaminica werden per toeval twee middelen gesynthetiseerd: chloorpromazine (c.a.1950) en imipramine (c.a. 1958). Chloorpromazine werd aanvankelijk gebruikt als anestheticum, waarbij patiënten ook na de operatie opvallend rustig bleven. Later werd dit middel gegeven aan een manische patiënt met verbluffend goed effect, waarna het op de markt kwam als thorazine; het eerste antipsychoticum. Later werd duidelijk dat het effect van chloorpromazine te danken was aan blokkade van de D2receptor en zo ontstond de dopaminehypothese van psychose. Van imipramine werd gedacht dat het mogelijk nog beter zou kunnen werken tegen manie en psychose dan chloorpromazine. Echter, bij nader onderzoek had het geen antipsychotisch effect – omdat het de D2-receptor niet blokkeert – maar wel een positief effect op de stemming.
Daarmee was het een van de eerste antidepressiva. Later bleek dat imipramine de concentratie van verschillende monoamines (waaronder serotonine) in de synapsspleet vergrootte, wat de aanleiding was voor de monoaminehypothese van stemmingsstoornissen. Hoewel psychofarmaca niet perfect waren – en nog steeds niet zijn – waren ze wél een zeer welkome behandeloptie.
Het Heden
Reinier van Arkel is vandaag de dag de oudste ggz-instelling van Nederland. De laatste jaren verlenen wij zorg vanuit de herstelgerichte visie. Daarbij is het uitgangspunt niet dat de zorgverlener de patiënt beter maakt door te focussen op de klachten, maar dat de patiënt en zijn naasten de leiding nemen in het herstelproces, waarbij de zorgverlener ondersteunt. De focus ligt niet meer alleen op het wegnemen van de klachten, maar op het behalen van de door de patiënt gestelde doelen, zoals het vinden van werk of het kunnen uitvoeren van voor hem/ haar belangrijke bezigheden. Om dit te bewerkstelligen, zijn gezamenlijk besluiten en het betrekken van het systeem onontbeerlijk. (Herstelondersteuning, 2021)
Ook wordt het ‘hokjes-denken’ steeds meer losgelaten. De mens en het ontstaan van geestesziekte zijn dusdanig complex, dat er niet zoiets bestaat als een ‘typische patiënt’. Ieders verhaal is
uniek. Het doorgronden van dit individuele verhaal is noodzakelijk om het ontstaan van de klachten te kunnen begrijpen en om een pad richting herstel te kunnen uitstippelen. Het unieke verhaal van de patiënt wordt samengevat in een beschrijvende diagnose, die rekening houdt met de complexe interactie tussen biologische-, psychologischeen sociale factoren. Op basis van deze beschrijvende diagnose wordt samen met de patiënt een behandelplan opgesteld, die de basis vormt voor de behandeling binnen de ggz. Als dit proces wordt vergeleken met de traditionele paternalistische benadering die eeuwenlang de standaard is geweest, dan zijn we volgens mij, een goede weg ingeslagen. Het is toch de relatie met de patiënt die voor het grootste deel bijdraagt aan een succesvolle behandeling.
De Toekomst
Terugkijkend lijkt de ontwikkeling van de psychiatrie op een pendelbeweging. Het ene moment overheerst het sociaalpsychiatrisch denken – bijvoorbeeld in de middeleeuwen toen de maatschappij zoveel mogelijk probeerde op te vangen, maar deze ook patiënten opsloot als het gedrag niet te hanteren was. Het andere moment werd de psychologische benadering naar voren geschoven – bijvoorbeeld tijdens de ontwikkeling van de psychoanalyse
door Sigmund Freud in de 19e eeuw. Vervolgens stemde in de 20e eeuw de ontwikkeling van de eerste psychofarmaca weer positief dat alle psychopathologie een neurobiologische basis zou moeten hebben en dat we die uiteindelijk zouden vinden en behandelen. Dit optimisme is inmiddels wat getemperd en er lijkt met de herstelgerichte zorg opnieuw een sociaalpsychiatrische wind te gaan waaien met meer focus op het sociale netwerk van de patiënt.
De waarheid ligt ergens in het midden, maar het is inmiddels wel duidelijk dat het ontstaan van psychische klachten niet terug te brengen is tot enkel biologische, psychologische of sociale factoren. In de toekomst gaat ons begrip van de complexe interactie tussen deze factoren verder toenemen. Kunstmatige intelligentie kan hierbij als belangrijk hulpmiddel dienen, aangezien deze in grote datasets patronen kan herkennen die de mens over het hoofd kan zien.
Ook zullen er hopelijk meer behandelingen ontwikkeld worden om deze biopsychosociale factoren te integreren. Een mooi voorbeeld van dit laatste is een van de recentste ontwikkelingen in de psychiatrie: de psychedelica-geassisteerde therapie. Hierbij neemt iemand een psychedelicum (bio) die een star gedachtepatroon en -gevoelsleven helpt open te breken (psycho), waardoor deze persoon de relatie met zichzelf en tot
anderen in een nieuw licht kan bekijken (sociaal). Nieuwe behandelingen als deze stemmen volgens mij positief voor de toekomst van de psychiatrie; een toekomst waarin nog meer mensen het pad richting herstel gaan inslaan.
Bronnen
• Humores. (2024). Geraadpleegd op 28-09-2024, van https://nl.wikipedia.org/wiki/ Humores
• Alfred van Egmond. Reinier van Arkel, de oudste psychiatrische instelling van Nederland sinds 1442 in Den Bosch. 2023.
• Hôpital de la Salpêtrière. (2024). Geraadpleegd op 28-09-2024, van https://nl.wikipedia.org/ wiki/H%C3%B4pital_de_la_ Salp%C3%AAtri%C3%A8re
• Moral treatment. (2023). Geraadpleegd op 28-09-2024, van https://en.wikipedia.org/ wiki/Moral_treatment
• Herstelondersteuning. (2021). GGZ Standaarden. Geraadpleegd op 05-102024, van https://www. ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/herstelondersteuning/introductie
• Anti-Psychotics Explained and the History of PsychoPharmacology (History of Psychiatric Drugs). 2022. Psychofarm. Geraadpleegd op 06-102024van https://www.youtube. com/watch?v=zUJbACZZj5k
‘Van
In de regio ‘s-Hertogenbosch vieren we dit jaar dat zorg en welzijn 750 jaar bestaan. Iets om trots op te zijn. De zorg is door de eeuwen heen veranderd en verandert nog steeds. De vraag naar zorg en ondersteuning neemt toe en er zijn iedere dag minder mensen die deze zorg en ondersteuning kunnen geven. Zorg is in de toekomst geen vanzelfsprekendheid meer.
Mij’n Zorg
Gelukkig helpen (technologische) ontwikkelingen, goede samenwerkingsverbanden tussen cliënten en zorginstellingen en tussen formele en informele zorg mee, maar dat is helaas niet genoeg. Professionele zorg wordt moeilijker beschikbaar en is meer voorbehouden aan mensen die het écht hard nodig hebben. Misschien denk je nu ‘boeiend, mij’n zorg’, maar wat nou als jij zelf of je moeder, je buurman, je beste vriend(in) of collega geen professionele zorg meer kunnen krijgen?
Mijn Zorg
Daar kunnen we samen iets aan doen! Iedereen kan helpen door zelf oog te hebben voor de eigen mentale en fysieke gezondheid of door te zorgen voor familie, buren of vrienden, of gewoon door er voor iemand te zijn.
Laten we samen bouwen aan een omgeving, waarin we goed voor onszelf én goed voor elkaar zorgen en trots op elkaar kunnen zijn. Van Mij’n Zorg naar
Mijn Zorg. Dat is een gezamenlijke zorg!
Op het platform ‘ook mijn zorg’ inspireren we elkaar met verhalen om daar samen iets aan te doen.
Kijk op www.ookmijnzorg.nl
Buurtgenoten: online programma tegen eenzaamheid in Den Bosch
Een groot deel van de Nederlanders voelt zich eenzaam. In de gemeente Den Bosch zegt 48 procent van de volwassenen zich eenzaam te voelen. Van de Bosschenaren is 14 procent zelfs langdurig eenzaam. De gemeente Den Bosch is daarom samen met Farent en Humanitas ‘Buurtgenoten’ gestart. Dit is een online programma voor mensen die hulp willen bij het maken van sociale contacten.
Wil jij graag meer contacten en je zelfverzekerder voelen in sociale situaties? Dan is Buurtgenoten misschien iets voor jou! In dit programma ontdek je hoe je gemakkelijker contact maakt met anderen en hoe je meer (betekenisvolle) relaties krijgt.
Kijk voor meer informatie en aanmelding op https://www.humanitas.nl/ afdeling/s-hertogenbosch/activiteiten/buurtgenoten/
Landelijk 'Meldpunt Zorgwekkend Gedrag'
Meldpunt Zorgwekkend Gedrag is een landelijk telefoonnummer voor mensen die zich zorgen maken over iemand in hun omgeving die verward of onbegrepen gedrag vertoont. Mensen die bellen naar 0800-1205 worden doorgeschakeld naar een meldpunt in de buurt. Deskundigen van het meldpunt geven melders advies en praktische stappen om met de situatie om te gaan. Het meldpunt is niet voor spoedsituaties.
Meestal vragen mensen die verward of onbegrepen gedrag vertonen niet om hulp. Ze zorgen vaak voor overlast of onveiligheid in hun omgeving. In veel gevallen is de politie als eerste ter plaatse, hoewel zij vaak niet de beste instantie zijn om toekomstige problemen te voorkomen. Door het landelijk meldnummer te bellen, worden signalen sneller op de juiste plek behandeld. www.meldpuntzorgwekkendgedrag.nl
Lees Simpel: app die moeilijke brieven gemakkelijk maakt
Lees Simpel is een app die mensen helpt om ingewikkelde brieven te lezen. Je maakt een foto van je brief en de app geeft met hulp van artificiële intelligentie (AI) een samenvatting in begrijpelijke taal. Lees Simpel kan de samenvatting ook voorlezen en vertalen naar Engels, Arabisch, Turks en Oekraïens. Je kunt de app gratis downloaden in de App Store en Play Store. Stichting Lees Simpel heeft als doel om mensen te ondersteunen bij zelfredzaamheid en participatie en om bij te dragen aan een toegankelijke samenleving, door middel van sociale software en social-design-projecten. https://www.leessimpel.nl/
Nieuwe site geeft suïcidale jongvolwassenen laagdrempelige informatie en hulp
Jongvolwassenen die zich somber voelen of zelfdodingsgedachten hebben, vinden het vaak moeilijk laagdrempelige steun of psychologische hulp te vinden. Om die drempel te verlagen, is de nieuwe hulpsite Ikvoelmerot.nl gelanceerd. De site is gericht op mensen tussen de achttien en dertig jaar oud. Op de site staan praktische tips om sombere gevoelens aan te pakken. Daarnaast kunnen jongvolwassenen herkenbare verhalen van leeftijdsgenoten vinden. Ook staat er informatie over hoe mensen de weg kunnen vinden naar professionele hulp. En hoe ze over hun mentale problemen en gedachten aan zelfdoding kunnen praten met vrienden en familie. Denk jij aan zelfdoding? Je bent niet alleen. Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of bel 113 (lokaal tarief) of 0800-0113 (gratis).
Museum van de Geest verkeert in een ernstige financiële crisis en dreigt de deuren te moeten sluiten. De situatie is nijpend. Zonder structurele subsidies en sponsoring kunnen de salarissen van de werknemers niet meer worden betaald. Daarom zoekt het museum naar sponsoren, hoe groot of klein ook, om sluiting te voorkomen.
Museum van de Geest is uniek in zijn soort. Met kunst en cultuur wordt mentale gezondheid bespreekbaar gemaakt. Het vervult een belangrijke functie om het stig-
ma dat op psychische problemen rust te bestrijden. Daarnaast gaat het om uniek erfgoed, om meer dan 700 jaar aan zorggeschiedenis die wordt verteld. In 2022 werd het museum nog verkozen tot ‘Beste Museum van Europa’.
Vind jij het belangrijk dat het museum open blijft? Doneer dan via de website van het museum. https://museumvandegeest.nl/steun
Zorgstandaard 'Leefstijl in de ggz'
Op 16 september is tijdens de vierde editie van Het Festival van de Leefstijl de zorgstandaard Leefstijl in de ggz gelanceerd. Leefstijl is heel belangrijk voor iemands mentale gezondheid. Het helpt niet alleen bij het voorkomen van psychische klachten, maar speelt ook een belangrijke rol bij herstel. De zorgstandaard geeft praktische handvatten voor de dagelijkse praktijk in de ggz. Het omvat het bespreken, motiveren en adviseren van patiënten. Waar nodig kunnen collega's met specifieke expertise op het gebied van leefstijl worden ingezet.
Hiermee zet de ggz-sector een grote stap vooruit: vanaf 2025 is het stimuleren van een gezonde leefstijl een vast onderdeel van iedere behandeling, zoals afgesproken in het Integraal Zorgakkoord (IZA). Mentale en lichamelijke gezondheid gaan vaak hand in hand. Daarom is ook de zorgstandaard Somatische screening uitgebracht tijdens het Festival van de Leefstijl. In deze zorgstandaard staan tips over het goed in kaart brengen van de lichamelijke gezondheid.
https://www.ggzstandaarden.nl/
Twee nieuwe hoogleraren in ons Brabants
Daan Creemers, klinisch psycholoog/psychotherapeut en hoofd wetenschappelijk onderzoek bij GGZ Oost Brabant, is benoemd tot bijzonder hoogleraar Preventie en behandeling van depressie en suïcidaliteit bij adolescenten aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Binnen de leerstoel doet Daan onderzoek naar nieuwe behandelvormen van suïcidaliteit in de specialistische ggz.
Arjan Videler, psychotherapeut/psycholoog en coördinator topklinische zorg en wetenschap bij GGz Breburg, is per 1 juli benoemd tot bijzonder hoogleraar Psychotherapie bij ouderen aan het onderzoekscentrum Tranzo van Tilburg University. Vanuit de nieuwe leerstoel werkt Arjan aan het vergroten van de kennis over effectieve psychotherapeutische behandelmethoden voor ouderen en het verbeteren ervan.
Reinier van Arkel werkt binnen de Brabant Academie met GGZ WNB, GGZ Oost Brabant en GGz Breburg samen op het gebied van kennisdelen, opleiden en onderzoek.
START & FINISH
Bij de Stenen Hut Watertorenlaan 15 Vught
STARTTIJDEN
Kidsrun 1-2 km 13.30 uur Wandelroute 2,5 - 5 km: 13.50 uur
(rolstoelvriendelijk)
Hardlopen 5-10-15 km: 13.55 uur
De opbrengst gaat naar ‘Wij omarmen vught’
INSCHRIJVEN
De inschrijfbalie is op de dag zelf geopend tot 13.15 uur.
Inschrijfgeld t/m 12 jaar: € 3,00 vanaf 13 jaar € 7,50
glühwein
Sportieve en sociale interactie gaan hand in hand op Zorgpark Voorburg en voor de oliebol, glugwein (18+) en warme choco wordt gezorgd!
Meer informatie: www.vughtbeweegt.nl
Herstel bij licht tot matig ernstige problematiek
• Ik wil lekkerder in mijn vel zitten
• Ik wil me minder angstig voelen
• Ik wil een nare gebeurtenis verwerken
• Ik wil meer zelfvertrouwen en positief denken over mijzelf
• Ik wil beter met mijn emoties om kunnen gaan
• Ik wil graag een betere sfeer in mijn gezin
• Ik wil leren omgaan met mijn klachten passend bij ADHD/autisme
• Ik wil hulp bij mijn identiteitsvraagstukken (o.a. gender, seksualiteit en geaardheid)
Het aanbod van Ypse
• Generalistische basis-ggz voor volwassenen
• Generalistische basis-ggz voor jeugd
• Preventie-activiteiten (in 12 gemeenten)
Contactgegevens
Vragen of wil je overleggen?
Neem dan contact met ons op via: 073-2200044 info@Ypse.nl www.ypse.nl
óók
Ypse ondersteunt kinderen, jongeren en hun ouders in hun psychisch herstel en helpt hen om hun eigen kracht te ontdekken en te versterken.
Voor wie?
Ypse is in Den Bosch gevestigd. Afhankelijk van het contract met de gemeenten zijn cliënten uit de hele regio welkom.
Verwijzing
Jeugdarts (GGD), wijkteam of huisarts.
Kosten
Tot 18 jaar vergoedt de (gecontracteerde) gemeente behandeling binnen de generalistische basis-ggz. Vanaf 18 jaar vergoedt de zorgverzekering (na eigen risico).
Monodisciplinaire behandeling 10-15 sessies
CGT, EMDR, ACT, Oplossingsgerichte therapie, Imaginaire exposure en rescripting, Schematherapeutische interventies, Hechtingsbevorderende interventies, Ouderbegeleiding, Psycho-educatie en Ehealth
Zorgkaart Nederland
Cliënten waarderen onze zorg met een: 8,7