
7 minute read
Maatwerk voor jongeren op behandelafdeling Herlaarhof
Gijs geeft zijn leven een 9,5 en dat had niemand durven hopen
Behandelafdeling Herlaarhof realiseerde met Gijs en zijn pleegouders uniek maatwerk
“Wat goed om je weer te zien Gijs, jeetje je bent een stuk gegroeid.” Gijs, nu 15 jaar, lacht breeduit. De ontvangst bij de voordeur van de behandelafdeling voor kinderen aan de Boxtelseweg in Vught is spontaan en hartelijk. Het is duidelijk dat Laura van Genugten en Janne van den Boom, beiden sociotherapeut, Gijs en zijn pleegmoeder Marieke goed kennen. Ze hebben elkaar ongeveer een half jaar geleden voor het laatst gezien. Gijs mocht toen naar huis.
Gijs ontwikkelt zich anders
Dat Gijs nu ‘gewoon’ thuis woont, had vijf jaar geleden niemand durven hopen. Hij werd samen met zijn biologische broertje op vierjarige leeftijd liefdevol opgenomen in het gezin van pleegouders Marieke en Jasper. Het werd zijn thuis, zijn pleegouders zijn voor hem zijn ma en pa. Gijs ontwikkelde zich anders dan anderen, had het lastig op school. Er was sprake van gedragsproblemen in combinatie met chronisch lichamelijke aandoeningen. “Ik werd veel boos op school en dat kwam er thuis dan uit“, legt Gijs uit. De boosheid, het opzoeken van grenzen, de voortdurende discussies en spanningen braken het gezin op. Marieke: “Gijs had het goed thuis, maar de rest van het gezin ging eraan onderdoor.” Pleegzorg trok aan de bel, thuis blijven wonen was niet langer een gezonde situatie.
Flinke escalaties
Gijs kwam in 2019 terecht op de behandelafdeling van Herlaarhof. Hij weet zich het moment precies te herinneren. “Het was op de maandag van de carnavalsvakantie om 10 uur.” Janne werd mentor van Gijs. “Als mentor ben je het eerste aanspreekpunt voor het kind en de ouders/verzorgers. Je stemt af, hebt gesprekjes met het kind en kijkt samen naar leerdoelen”, vertelt ze. “Gijs kwam de eerste periode maar moeilijk tot rust. Ervoer niet de veiligheid van er te mogen zijn en wantrouwde nieuwe gezichten. Pa en ma waren zijn veilige haven. Hij had veel last van spanningen, de boosheid die daarop volgde kon hij moeilijk uiten. De escalaties waren, voorzichtig uitgedrukt, flink. Zowel in heftigheid als in aantal, zelfs voor het ervaren team van de behandelafdeling. Uitzoeken wat voor Gijs werkte was een ingewikkelde zoektocht waarbij de puzzel uit veel diverse binnen kookte ik. Door mij stevig vast te houden voelde ik een tegendruk waardoor de boosheid zakte.”
Structuur als voorwaarde voor veiligheid en vertrouwen
Janne onderhield als mentor nauw contact met Marieke en Jasper. De afdeling betrekt de ouders/ verzorgers en school (het systeem) zoveel mogelijk bij de behandeling. Het team is immers een tijdelijke voorbijganger in het leven van het kind en het gezin. In het geval van Gijs werd, naast de overlegmomenten op de afdeling, ook regelmatig over en weer gebeld om ervaringen uit te wisselen of te overleggen wat in bepaalde situaties thuis en op de afdeling wel of niet werkte voor Gijs.
De behandelafdeling biedt de kinderen een vaste structuur, met daarbij behorende grenzen en kaders. “De duidelijkheid die we bieden, kan streng of misschien gevoelloos lijken, maar biedt juist veiligheid”, licht Laura toe. En die veiligheid zorgt voor rust van waaruit gewerkt wordt aan vertrouwen. Vertrouwen van het kind in zichzelf én in de ander. Zo ontstaat ruimte om te werken aan behandeldoelen. In het geval van Gijs bijvoorbeeld het tijdig leren herkennen van triggers en valkuilen. Laura: “We leren kinderen herkennen hoe ze zich voelen zodat ze meer in ‘het groen’ kunnen blijven in plaats van door te schieten naar ‘rood’. We gaan met hen op zoek naar alternatief gedrag.” De kleuren waar Laura op doelt, hangen samen met de zogenaamde lichaamsmeter, zie het kader voor meer informatie.
Gijs leerde veel op de afdeling, over zichzelf en over hoe hij kon omgaan met zijn emoties. Over het maken van contact met anderen en dat er meer mensen te vertrouwen zijn dan ma en pa.
De forse (gedrags-)problemen waar Gijs bij opname last van had waren verminderd. Het lukte hem steeds beter om stabiel te zijn en de boosheid was afgenomen.
Deuren blijven dicht
Na een opname van bijna een jaar liep de behandeling ten einde en Gijs verhuisde naar een woongroep die bij zijn hulpvragen het best passend was. Helaas liep het fout.
Dat wat Gijs had geleerd en wat was opgebouwd, verdween stukje bij beetje. Er was een warme overdracht geweest, maar toch bleek na verloop van tijd dat de nieuwe omgeving hem onvoldoende structuur en veiligheid kon bieden. Gijs voelde ruimte om grenzen over te gaan, de gedragsproblematiek stukjes bestond. Zoals het vinden en tijdig herkennen van triggers, bieden van heel veel structuur, duidelijkheid en veiligheid, aanleren van nieuw passend gedrag, wederzijds vertrouwen opbouwen. Bij de escalaties van Gijs boden nabijheid en hem letterlijk stevig tegen ons aandrukken uitkomst.” Gijs: “Mijn boosheid kon er niet uit, van nodig zal blijven hebben. Hij én het gezin gedijen er goed bij. Al is het ook hard werken. Sinds kort gaat Gijs drie dagen in de week naar een passende dagbesteding. Daar ontmoet hij anderen, verzorgt de dieren en doet klusjes. Zo blijft de balans ook voor Marieke en de anderen in het gezin goed. Gijs: “En ik zit op schaken, dat vind ik echt heel leuk.” Zijn leven geeft hij een inmiddels een 9,5. Dat zegt alles.
Geweldloos verzet helpt ouders of verzorgers omgaan met uitdagend/destructief gedrag van kinderen en jongeren. Geweldloos verzet met de bijbehorende interventies biedt een handelingskader die ouders en behandelaren uit de onmacht laat komen. Belangrijke interventies bij geweldloos verzet zijn gerichte aandacht, aanwezigheid en nabijheid voor het kind. Zo kunnen escalaties worden voorkomen. De aanpak helpt om een positieve en constructieve relatie tussen ouders/verzorgers en kinderen op te bouwen, wat essentieel is voor hun ontwikkeling en welzijn. De onderstaande vijf punten vormen de kern van geweldloos verzet:
• Ouders als Leiders: Ouders worden aangemoedigd om een sterke, maar liefdevolle leiderschapsrol aan te nemen zonder gebruik van geweld of agressie.
• Escalatie Voorkomen: Door kalm en vastberaden te blijven, kunnen ouders escalatie van conflicten voorkomen en een veilige omgeving creëren.
• Steunnetwerk: Het betrekken van een steunnetwerk, zoals familie, vrienden en professionals, om gezamenlijk het gedrag van het kind aan te pakken.
• Duidelijke Grenzen: Het stellen van duidelijke en consistente grenzen zonder dreigementen of straf, maar met positieve bekrachtiging en logische consequenties.
• Dialoog en Empathie: Het bevorderen van open communicatie en empathie om de oorzaken van het gedrag te begrijpen en aan te pakken.
De lichaamsmeter
De lichaamsmeter, ook wel emotiethermometer of gevoelsthermometer genoemd, is een manier om kinderen te laten aangeven hoe ze zich voelen. Uitgangspunt is dat iedereen in meer of mindere mate op een dag te maken heeft met spanning die zich opbouwt en weer afneemt. Bij de een uit die spanning zich in angst, bij de ander in boosheid en bij weer een ander in rusteloos of juist clownesk gedrag. Naarmate de spanning oploopt, neemt de ervaren controle af. Dat geldt voor iedereen. Ga maar na; op het moment dat je stress ervaart omdat je bijvoorbeeld ergens de weg niet kunt vinden en je benzinetank bijna leeg is, dan denk je vaak niet meer zo helder na als wanneer je met een volle tank ergens feilloos de weg weet.
Aan de mate van spanning kunnen kleuren worden gekoppeld. Voelt het kind zich ontspannen dan is de kleur groen, naarmate de spanning oploopt is er sprake van geel, oranje of rood. Kinderen wordt geleerd om aan te geven in welke kleur ze spanning voelen. Vervolgens kan de omgeving die ondersteuning bieden die passend is om te zakken in de lichaamsmeter. Welke ondersteuning passend is, wordt samen in de behandeling bepaald. Voor de een helpt het om te gaan wandelen, voor de ander tekenen of de rust van de eigen kamer opzoeken.

Janne van den Boom, Laura van Genugten en Kim Denteneer
Noot: Gijs, Marieke en Jasper zijn gefingeerde namen.
