
5 minute read
Reinier Rookvrij 3
Een rookvrije omgeving: naast het goede gesprek gaat het ook om doén
Ellen en Manon werken binnen de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Coornhert. De FPA is een gesloten kliniek. Cliënten die hier worden opgenomen, kampen met een psychische aandoening en hebben vaak een strafrechtelijke maatregel opgelegd gekregen. De kliniek richt zich op behandeling en begeleiding in een beveiligde omgeving, met als doel dat cliënten een zinvol leven kunnen opbouwen zonder terug te vallen in grensoverschrijdend of delictgedrag. Hoe ze deze bijzondere omgeving rookvrij maken, dat lichten Ellen en Manon graag toe.
Ellen is psychomotorisch therapeut en werkte een aantal jaren binnen een vergelijkbare setting in Londen. Daar deed ze ervaring op met het rookvrij worden van een zorgorganisatie. Manon is werkzaam als receptionist en begeleider op de FPA en rookt zelf. Ze maken deel uit van de projectgroep rookvrij van de FPA. Ellen: “Een paar jaar geleden raakte ik betrokken bij de eerste stappen die Reinier van Arkel zette op weg naar de rookvrije organisatie. Mijn ervaringen en de opgedane kennis uit Londen kon ik hier inzetten, we werden een voortrekker-locatie. We organiseerden klinische lessen waarin we met elkaar inventariseerden waar je aan moet denken als het gaat om een rookvrije omgeving, waar je praktisch gezien mee te maken krijgt en of je als zorgprofessional een voorbeeldfunctie hebt.”
“Een voorbeeld van zo’n praktisch punt is dat cliënten de eerste twaalf weken van hun opname op de afdeling blijven”, licht Manon toe. “Voorheen konden zij hun rookwaar kopen op de afdeling. Als je daarmee wilt stoppen moet je doordenken wat de gevolgen zijn en nieuw beleid maken. Cliënten die we nu opnemen laten we vooraf weten dat er geen rookwaar beschikbaar is; willen ze kunnen roken dan betekent dat dat ze zelf voldoende rookwaar meenemen op de dag van opname of moeten ze organiseren dat bezoek dit bijvoorbeeld voor hen meeneemt.”
Een rookvrije omgeving ontstaat allerminst vanzelf
Het rookvrij worden van de afdeling leverde behoorlijk wat gespreksstof op; ongeveer 75% van de cliënten rookt en bij het team is de verhouding ongeveer fifty-fifty. “Je ontmoet overtuigingen en ontdekt dat er ook in de directe zorg sprake is van vaste patronen”, aldus Ellen. “Overtuigingen dat iemand kalmeert op het moment dat je in een dreigende of gespannen situatie een rookmoment aanbiedt. Of collega’s die denken dat ze het niet volhouden om tijdens het werk niet te roken.” Zoals bij alle cultuurveranderingen was er tijd en ruimte nodig om de weerstanden te overwinnen. Veel praten met elkaar was nodig maar met praten alleen kom je er niet. Het team besloot dan ook zelf een datum te stellen waarop zij rookvrij zouden worden. Dat werd afgelopen 1 juli. Het team sprak af dat het vanaf die datum niet meer zou roken. Ellen: “We lopen voor op de organisatie die met ingang van januari 2025 rookvrij wordt. Enerzijds fijn, dan zijn wij vast zover. Anderzijds ook een extra uitdaging, want er is soms nog geen organisatiebeleid waarop we kunnen meevaren. Bijvoorbeeld als het gaat om het inrichten en bepalen van de buitenlocatie waar cliënten en collega’s dan wel nog kunnen roken.”
Manon: “We kunnen onze inbreng en ideeën nu wel delen met de organisatiebrede projectgroep. Bijvoorbeeld dat bij het aanwijzen van een rookplek ook veiligheidsoverwegingen van belang zijn, zeker voor een setting als de onze.”
Geen woorden maar daden
Na de eerste weken in juli waarin het team besloot tijdens werktijd niet meer te roken, breidt het aantal rookvrijafspraken zich gestaag uit. “De FPA is nu een rookvrije omgeving, aldus Manon. “Een van de cliënten helpt in het realiseren hiervan door de sigarettenpeuken voor het gebouw op te rapen en in de afvalbak te gooien. Het doorvoeren van de rookvrije omgeving heeft soms ook onvoorziene gevolgen bijvoorbeeld voor het dagprogramma. Het is aan ons om dan een passende oplossing te bedenken. We hebben een inloopuurtje in de ochtend waar cliënten laagdrempelig kunnen aanschuiven voor een kop koffie, de krant, een praatje. Voorheen een drukbezochte activiteit maar nu de omgeving rookvrij is, bleek de animo veel beperkter. Rokende cliënten rookten samen een sigaretje buiten. Nu hebben we tijdens het inloopuurtje een pauze-moment ingelast. Zo zetten we telkens kleine stappen. Door tegelijkertijd het gesprek over het stoppen met roken te blijven voeren, hopen we dat het aantal rokende cliënten gaat dalen.”
Ander beleid vraagt om andere vaardigheden
Ellen: “Veel cliënten willen wel stoppen met roken maar hebben daarbij begeleiding nodig. Rokers geven vaak aan dat ze roken om even te kunnen ontspannen. Enkel feiten aandragen waaruit blijkt dat dat roken niet zorgt voor ontspanning, is dan onvoldoende om te komen tot gedragsverandering. Rokers hebben de veiligheid nodig om te ervaren dat er andere manieren van ontspannen zijn.” Het aanbieden van ontspanningstechnieken kan helpen. Cliënten leren alternatieve gezonde vaardigheden om de vaste ongezonde patronen te doorbreken. “Laatst ben ik met een cliënt languit op het grasveld gaan liggen en kon hij ervaren dat hij op een andere manier kan ontspannen.”
Ellen en Manon vinden dat er voor deze vormen van ondersteuning meer aandacht mag zijn. Niet iedere zorgverlener kent deze mogelijkheden of is vaardig om cliënten zo te ondersteunen.
Rookvrij is voor de FPA het nieuwe normaal. En daar staan Manon en Ellen achter want een rookvrije omgeving is een recht dat iedereen toekomt. Dit ontstaat niet vanzelf en de komende tijd blijft aandacht voor een rookvrije omgeving nodig. Door de eerste positieve effecten gaan ze vol goede moed verder.