5 minute read

Alle begin heeft een eind

Actieonderzoek naar ontslaggericht werken in FACT-teams

“Wil jij jezelf als hulpverlener in de specialistische ggz ook overbodig maken in het leven van jouw cliënten?” Gerlinde van de Wetering weet je meteen te pakken wanneer je haar pitch bekijkt voor de Wetenschapsprijs Brabant Academie. Want ja, we werken graag binnen de ggz en zijn daarvan ‘afhankelijk’ van cliënten, maar is ons doel niet inderdaad om ervoor te zorgen dat we niet meer nodig zijn?

Hoe zorg je daar dan voor?

Gerlinde onderzocht binnen twee FACTteams, Vught en Meierij, op welke manier ze cliënten het snelst kunnen uitschrijven. Gerlinde: “Dit doen we natuurlijk wel op een goede manier, niet dat we iemand zomaar de deur wijzen. Het is van belang dat iemand van tevoren weet dat een behandeling bij het FACT-team tijdelijk is. Voor sommige cliënten is een langere behandeling nodig, maar voor een hele grote groep niet. De meeste cliënten kunnen doorstromen naar een lichtere vorm van zorg.”

Het onderzoek diende als afsluitend onderdeel van haar studie. Op aanraden van verpleegkundig specialist Cerise Kruize, die al onderzoek deed naar ontslaggericht werken, kwam ze bij dit onderwerp terecht. Gerlinde: “Ik ben gaan onderzoeken op welke manier wij in onze dagelijkse werkzaamheden die tijdelijkheid kunnen integreren. Daar kwam uit dat echt al tijdens de intake duidelijk moet worden gemaakt dat een behandeling bij een FACT-team voor ongeveer drie jaar is. We moeten overigens sowieso andere netwerkpartners betrekken bij het proces. Het is belangrijk om vanaf het begin niet als enige zorgverlenersgroep betrokken te zijn, maar bijvoorbeeld ook met een WMO- of wijkteam, zodat de cliënt minder vaak aan één specifieke hulpverlener blijft ‘hangen’. Bij ons in het team doen we aan shared caseload en vinden we het belangrijk dat elke cliënt drie tot vier hulpverleners kent uit ons team. Het zendt ook de boodschap: we zijn er met meer mensen voor je.”

Heeft dit ook effect op de zorg die geleverd wordt aan de cliënten?

Gerlinde: “Niet per se in negatieve zin. Er ontstaat juist een gezonde relatie tussen hulpverlener en cliënt, want je raakt niet te diep verwikkeld in allerlei situaties. Het blijkt dat zodra je aan een cliënt gehecht raakt, het loslaten minder goed verloopt door de connectie en persoonlijke band.” Dankzij het onderzoek van Gerlinde is ontslag of uitschrijven in elk behandelplan toegevoegd. Twee keer per jaar wordt het besproken met de cliënt. Gerlinde: “Door het vaker te herhalen en het bij het mo- meer uitschrijvingen. Daarnaast gingen collega’s ook nadenken als een cliënt al langer bij ons was. Er zijn na mijn onderzoek echt meer mensen uitgeschreven. Zoveel dat we op een gegeven moment dachten: ‘Oeps, schrijven we er niet te veel uit? Hebben we daarna nog wel werk?’ Het blijkt dus enorm effectief te zijn!”

Interessant voor alle afdelingen

Dit onderzoek heeft Gerlinde in FACT-teams uitgevoerd, maar haar onderzoek is voor alle collega’s interessant. “Mensen blijven soms acht jaar onder behandeling bij een poli en dan vraag ik me af of het dan nog nuttig is.

Het lijkt me interessant als er binnen andere onderdelen van Reinier van Arkel verder onderzoek naar wordt gedaan.” Met de huidige stand van zaken in de wachtlijstproblematiek kan het een waardevolle toevoeging zijn om in plaats van de instroom van cliënten ook te focussen op de uitstroom. Gerlinde: “Aan de hand van SMART-doelen kunnen we over een langere periode observeren en rapporteren. Per FACT-team, casemanager of behandelaar kun je inzien waar cliënten snel doorstromen. Bij welke behandelingen blijven mensen lang hangen? Is het specifiek bij een behandelaar of de casemanager? Vervolgens kun je hen persoonlijk benaderen: Hé, wat vind je dan lastig aan het uitschrijven van mensen en welke risico’s voel je daarbij? Waarom vind je het spannend? Want het is natuurlijk wel een risico dat je neemt als een cliënt al 25 jaar in een FACT-team zit en je nu ineens zegt ‘je hoeft niet meer bij ons te zitten, je kunt het ook alleen’. Dat is echt lastig”.

Aandacht

Dankzij haar deelname aan de wetenschapsprijs komt er nu extra aandacht voor ontslaggericht werken. Het had niet veel gescheeld of de tweede plaats was aan haar neus voorbijgegaan. Gerlinde: “Michelle Hendriks en Koen Westen, die mij hebben begeleid tijdens het onderzoek, gaven aan dat we als studenten mee konden doen met de wetenschapsprijs. Ik was het echter alweer vergeten en meldde mezelf met het onderzoek pas aan na de deadline. Ik dacht: misschien is het nog wel leuk om even in te sturen.” Maar goed dat ze dat nog deed, want ze rolde door naar de top 3 en mocht haar onderzoek pitchen in een video. Uiteindelijk werd ze beloond met een tweede plaats. Gerlinde: “Toen ik mijn onderzoek ging doen had ik nooit gedacht dat het zoveel aandacht zou krijgen. Het was een schoolopdracht en ik heb het met veel passie gedaan en vond het erg leuk om te doen. Maar het was wel gewoon school. Ondertussen is het uitgegroeid tot iets waar ik voor sta in mijn werk als aandachtsfunctionaris.”

En de toekomst?

Gerlinde: “Ik ben net klaar met mijn studie en wil nu ook even die verantwoordelijkheid voelen dat je echt collega bent en echt verantwoordelijk bent voor de cliënt die je hebt. Dat vind ik heel fijn en leerzaam. Wel zou ik nog mijn master Verpleegkundig Specialist willen doen, maar wanneer…dat staat nog op losse schroeven. Nu wil ik me focussen op mijn werk.” Als laatste hoopt Gerlinde dat er meer onderzoek gedaan wordt naar ontslaggericht werken, juist ook breder dan alleen binnen de FACTteams. Het uiteindelijke doel is betere cliëntenzorg. Daar doet ze het voor. Dat verdient toch de hoofdprijs?!

This article is from: