Reinier nummer 8, winter 2018

Page 1

MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL

OP WEG NAAR EEN ECHTE BAAN

SOCIAAL WIJKTEAM WELKOM BIJ REINIER

8

WINTER '18-'19

HERSTELGERICHT WERKEN MET ART


Stripheld Jeroen Bosch heeft een eigen stripboek genaamd ‘Teufelswerk’. Een stripbiografie in het Duits van Willi Blöß Verlag. Op pagina 26 vinden we daar een vermelding van Reinier van Arkel: Bereits 1442 ist die erste psychiatrische klinik der Niederlande in ’s-Hertogenbosch eingerichtet worden. Meer informatie op https://kuenstler-biografien.de/ hieronymus-bosch

Verwenzorgmiddag op Kasteel Maurick Ongeveer 100 mensen waren te gast op de High Tea. De mensen luisterden ademloos, zongen mee of dansten bij de prachtige stem van Maurice de Greef en pianospel van Arjan van der Mee. ‘Verwenzorg’ heeft ook deze middag weer bewezen dat het goed is dat het bestaat. Een middag met een gouden randje.

Bezoekers aan het woord: fantastisch! Een topuitje op een toplocatie!


IN DIT NUMMER

Nieuws

Achtergrond

Wetenschap

Column

8 - Inzicht Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel.

4 - Op weg naar een echte baan Mensen met een psychische aandoening die betaald werk willen of hebben, herstellen sneller en beter. Reinier vraagt Donny en Joeri naar hun ervaring.

30 - Thema Goede zorg Reinier van Arkel volgt de laatste ontwikkelingen op de voet en doet wetenschappelijk onderzoek. In dit thema een dwarsdoorsnede van onze huidige projecten en onderzoeken.

13- Raad van Bestuur Een column van Eddy van Doorn.

54 - Uitzicht De rubriek waarin we een kijkje nemen over onze eigen grenzen heen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen.

Rubriek 14 - Moreel beraad Dilemma: mag ik mijn gezondheid vooropstellen? 15 - Buiten de kaders Onze nieuwe en jonge redacteuren krijgen in elk nummer de ruimte om hun eigen pagina’s te vullen. 19 - Boek en psychiatrie Verhalen uit het gekkenhuis’ is een nieuwe bundel van de schrijver Maarten Biesheuvel. 20 - Stoornis in beeld Gegeneraliseerde angststoornis. 28 - Kunst en psychiatrie Een reportage over kunstenaar en muzikant Arjen den Boer. 47 - Netflix en psychiatrie Over de serie Atypical waarin Sam, die een vorm van autisme heeft, centraal staat. 50 - Wij zijn Reinier Paul Timmers, sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij de crisiszorg.

10 - Sociaal Wijkteams gemeente Den Bosch Het sociaal wijkteam Binnenstad van de gemeente ’sHertogenbosch verhuist naar de locatie Bethaniestraat van Reinier van Arkel. Reden om het wijkteam voor het voetlicht te brengen. 22 - Complexe somatische zorg Op de kliniek komen mensen met somatische aandoeningen die aanleiding zijn voor psychiatrische klachten. Onze medewerkers bieden naast psychiatrische behandeling, ook complexe, intensieve somatische zorg aan. 44 - Active Recovery Triad Reinier van Arkel wil zich verder ontwikkelen en professionaliseren in het herstelgericht werken. Binnen Beschermd Wonen werken we nu volgens Art Recovery Triade methode. 52 - Klinisch neuropsycholoog Iris van Oostrom en Gwenny Janssen vertellen over de toegevoegde waarde van de klinisch neuropsycholoog.

Leefstijl 26 - Respijthuis Chantal en Suzanne zijn, om kennis en ervaring op te doen, naar de Verenigde Staten geweest, omdat daar ‘Respijthuizen’ al een poos bestaat.

48

ik zorg

COLOFON nummer 8. Winter 2018/2019. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie Nicole van de Gevel, Jorienne Winnubst, Gijs Hendriks, Jorinde Lieshout, Terry Mooren, Marjo Roes, Gilles Tebrunsvelt, Martine Koopman, Noortje van Ballegooij, Zjos Dekker, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Met bijdragen van Maria Jansen, Eddy van Doorn, Merel van Ommen Fotografen Toine Maurix, Eveline Gerrits, Nuray Sahin, Marc Bolsius, Duncan de Fay Vorm en productie btz vorm en regie Oplage 2.000 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073) 658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl www.herlaarhof.nl www.demarrage.info www.ypse.nl


Tekst Erik Welten Foto Toine Maurix

ACHTER GROND

Betaald werk vinden door Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

Op weg naar een echte baan Mensen met een psychische aandoening die betaald werk willen of hebben, herstellen sneller en beter. IPS (Individuele Plaatsing en Steun) is een bewezen succesvolle methodiek om mensen met een psychische aandoening aan een betaalde baan te helpen en ervoor te zorgen dat zij langdurig aan het werk blijven. IPS-coaches verlenen maatwerk, begeleiden op de werkvloer en zijn voortdurend op zoek naar werkgevers

Joeri met zijn collega’s en werkbegeleidster

4

REINIER WINTER 2018-2019


Reinier van Arkel biedt via Demarrage begeleiding naar werk in een beschutte leeromgeving. Van oudsher is er de OAD (Ontwikkelingsgerichte Arbeidsmatige Dagbesteding). Cliënten kunnen zich stap voor stap klaarmaken op weg naar een betaalde baan. Bij Demarrage kunnen zij cursussen volgen en een dagritme aanleren. De cliënt leert stap voor stap zodat op een gegeven moment de de overgang gemaakt kan worden naar een reguliere baan. De nieuwe methode IPS ( Individuele Plaatsing en Steun) heeft als belangrijk verschil dat er direct een reguliere baan gezocht wordt en de begeleiding op de werkplek plaatsvindt. Daar wordt gekeken of de cliënt nog scholing of training nodig heeft of andere begeleiding om zijn werk goed te kunnen doen of uit te breiden. Eugénie van Heijningen werkt bij het FACT-team als IPS-coach in opleiding en is individueel begeleider bij Demarrage. Eugénie: “Het zijn twee verschillende methodes met elk een eigen aanpak. Het is belangrijk aan te sluiten bij de cliënt en begeleiding op maat aan te bieden. Vanuit de specifieke vraag heb je vele mogelijkheden om cliënten te begeleiden. Dat kun je zien bij Joeri en Donny. Beiden hebben grote stappen gezet op weg naar werk, maar allebei met een andere aanpak.”

Donny werkt bij AudioExpert OAD-methode

“Een jaar geleden heeft de behandelend psycholoog van Reinier van Arkel mij doorverwezen naar Eugénie van Heijningen”, vertelt Donny. “Ik had een subtiele schop onder mijn kont nodig om actiever te worden en mijn dromen na te streven.” Donny is 29 en legt voor zichzelf de lat zo hoog dat het moeilijk is ergens aan te beginnen. Hij streeft een perfectie na die niet of lastig te verwezenlijken is. Hij werd aangemeld bij Demarrage om hem stap voor stap voor te bereiden op werk. “De druk lag voor mij erg laag vanuit Demarrage. Mijn aanwezigheid was in het begin al voldoende. Uiteraard legde ik de lat voor mezelf een stuk hoger; binnen een paar weken heb ik een cursus afgerond. De begeleiding greep in en we hebben afspraken gemaakt zodat ik het rustiger aandoe.” Donny is opgeleid als schilder en kent een werkverleden in de bouw. Voor hem was duidelijk dat hij een ander soort werk wilde.

Hij noemt zich een emotioneel mens en zocht werk dat daarmee meer in lijn is. Zijn vader nam hem altijd al mee op karwei in de bouw en de verhalen over audio en muziek die hij vertelde, zoog Donny op als een spons. Ook was hij bezig stereosetjes uit elkaar te halen, te maken en te verbeteren. Zijn begeleider stelde hem voor werk te gaan verrichten bij AudioExpert in Den Bosch. Het klikte gelijk goed met Peter van AudioExpert omdat ze elkaar ook nog eens kenden van vroeger. “Ik word echt gezien als een van de medewerkers ook al werk ik nog als vrijwilligger een dagdeel per week. Het gaat goed, maar ik heb in het verleden zo vaak een terugval gehad dat ik daar bang voor ben. Ik wil dus langzaam gaan opbouwen. Misschien eerst nog een dag extra bij Demarrage aan de slag en dan daarna uitbreiden bij AudioExpert. Maar dat is allemaal voor de toekomst. Ik ben nu vooral blij dat ik een fijne werkplek heb gevonden.”

IPS-coach (i.o.) Eugénie van Heijningen en Joeri >> REINIER WINTER 2018-2019

5


>>Naar betaald werk met steun van IPS

Joeri werkt bij van Neynsel IPS-methode

Vught. Sinds 1 oktober 2018 werkt Joeri daar vijf dagen per week van 11:00 tot 14:00 uur. Joeri: “Het is fijn die dagelijkse structuur te hebben en het is geen punt elke dag op en neer naar Vught te fietsen. Ik doe mijn werk met plezier, of het nu als hulp in de keuken of in de bediening is. Dit is wat ik wil en het past bij mij.” Een keer per maand komt Eugenie langs voor een gesprek op de werkplek. Ze kijken dan wat Joeri nog nodig heeft om verder te komen en of alles goed gaat. Wellicht wil Joeri in de toekomst uitbreiden qua uren. Joeri: “Het is nog steeds zwaar af en toe. Dat maakt dat ik na het werk erg moe ben. Vaak ga ik bij mijn vader eten in de avond. Dan kan ik het ook over mijn werk hebben. Dat doet me altijd goed.”

IPS (Individuele Plaatsing en Steun) is een uit de Verenigde Staten afkomstige interventie met de volgende kenmerken:

Terwijl Joeri als postbezorger zijn ronde deed, besefte hij dat hij uitdagender werk nodig had. Werk dat meer bij zijn ervaring in het verzorgingshuis ligt. “Ik wilde meer met mensen werken en vind het fijn als er aandacht en goede zorg is. In de ochtenden bleef ik op bed liggen omdat er geen noodzaak was om vroeg op te staan. Ik hoefde pas voor 17.00 uur de post te bezorgen. Ik heb een verplichte bezigheid zoals werk nodig, zodat ik niet ga thuiszitten en veel ga nadenken.” Joeri krijgt begeleiding vanuit het FACTteam in Den Bosch. Zijn behandelaar stel-

6

REINIER WINTER 2018-2019

de hem voor aan Eugénie van Heijningen. In de gesprekken die volgden, vertelde Joeri over zijn ervaringen in het verleden en zijn wensen. Er volgde ook een gesprek bij het UWV waarin Joeri werd uitgelegd wat de gevolgen zouden zijn voor zijn rechten op uitkering. Gelukkig verliest hij die rechten niet en die geruststelling en ruimte heeft Joeri nodig om verder te kunnen. Al snel zagen Eugénie en Joeri een geschikte vacature bij Van Neynsel als cateringmedewerker bij de locatie Boswijk in

• Iedere cliënt die een reguliere baan wil, kan meedoen aan IPS. • Niemand wordt uitgesloten. Iedere werkzoekende met een ernstig psychische aandoening en die de wens heeft tot werken in een gewone baan kan aan een IPS-traject deelnemen (‘zero exclusion’). • Er wordt snel gezocht naar een echte baan. • De arbeidswensen van de cliënt staan centraal. • Er wordt langdurige ondersteuning geboden, zowel aan de persoon als aan de werkomgeving. • IPS is geïntegreerd met behandeling: de trajectbegeleider is lid van een ambulant ggz-team. • Er is ondersteuning rond werk en inkomen.


DEMARRAGE Demarrage begeleidt mensen met psychiatrische en/of psychische problematiek op het gebied van wonen, werken en maatschappelijke deelname. Meedoen en integreren is niet voor iedereen vanzelfsprekend. We begeleiden mensen op hun werkplek, maar ook in hun eigen omgeving. Daarnaast kan bij ons een leerwerktraject, een dagbestedingsactiviteit of een training gevolgd worden. Demarrage is onderdeel van Reinier van Arkel. Voor meer informatie kijk op www.demarrage.info

• Baanontwikkeling, IPS-trajectbegeleiders onderhouden systematisch een netwerk van werkgevers die mensen met een psychische aandoening willen aannemen. IPS vertrekt vanuit het idee dat iedere cliÍnt die dat wil, kan werken op een reguliere arbeidsplaats. Langdurige trainingen vooraf blijven daarbij achterwege. Deelnemers worden snel in de gekozen functie geplaatst, en daarna gericht getraind in de benodigde werkvaardigheden. Verder maakt de trajectbegeleider altijd deel uit van een ambulant ggzteam, omdat de gebruikelijke afstand tussen ggz-hulp en arbeidsrehabilitatie tot veel afstemmingsproblemen leidt.

FACT, THUIS SAMEN WERKEN AAN HERSTEL Bij mensen die al geruime tijd psychische problemen hebben of die door de aard van de psychische aandoening een langere periode behandeling nodig hebben, staat het werken aan herstel voorop. Een behandeling die bij voorkeur in de eigen vertrouwde omgeving wordt geboden door een team van deskundige hulpverleners. Dat is waar de wijkgerichte zorg van FACTteams zich op richt. Wij gaan naar de mensen toe in plaats van andersom. Op deze manier sluit de behandeling goed aan bij datgene wat voor hen in het dagelijks leven belangrijk is, zoals het leren leven met hun ziekte, passend en plezierig werk of bezigheden en goede relaties met mensen die voor hen belangrijk zijn. Meer informatie op www.reiniervanarkel.nl/fact.

.

REINIER WINTER 2018-2019

7


INZICHT

Socialrun Team Reinier van Arkel heeft in september een geweldige prestatie geleverd. De weersomstandigheden waren uitzonderlijk zwaar, maar de harde wind, felle regen en drie lekke fietsbanden kregen ons team niet klein. Doornat, koud maar vooral enthousiast passeerden de deelnemers op zondag 23 september om half drie de finish als vijfde van de in totaal 31 deelnemende teams. Er is door ons team een bedrag van € 2.896,50 bij elkaar gelopen. In totaal heeft de Socialrun bijna € 80.000,- opgeleverd, bedoeld voor projecten die maatschappelijk meedoen mogelijk maken. Ook Reinier van Arkel kan hiervoor projecten indienen bij Stichting Socialrun. Socialrun 2019 vindt plaats van 20 tot en met 22 september, wil jij dan meelopen of fietsen, laat het vast weten aan communicatie@reiniervanarkel.nl

5 jaar Repair Café Vught op terrein Reinier van Arkel: Een duurzaam succes In dit Café kunnen bezoekers – nu al 5 jaar- hun kapotte kleding, meubels en (elektrische) apparaten laten repareren. Eind november werd het jubileum gevierd. Het begon met gemiddeld 35 reparaties per maand, nu worden er ongeveer 50 items onder handen genomen. Elke maand werken er circa 20 enthousiaste vrijwilligers. Doelstellingen van het Café zijn onder meer het kleiner maken van de afvalberg en zorgen dat reparatietechnieken niet verloren gaan. Elke laatste zaterdag van de maand komen er zo rond de 75 klanten. Bezoekers kunnen ook terecht bij Hebbes, de tweedehandswinkel in kleding en schoenen en de kadoshop in de Brandweerkazerne. Reparaties zijn gratis, een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld. Open: elke laatste zaterdag van de maand van 11.00 tot 15.00 uur. Repair Café is te vinden in de Stenen Hut. Voor meer info: Facebook.com/repaircafevught, www.repaircafevught.nl 073-658 59 12

8

REINIER WINTER 2018-2019


Verwenzorg Woensdagmiddag 14 november een mooie herfstdag…… We kwamen aan op een mooi kasteel (Maurick- Vught) voor een high tea van de Verwenzorg. Daar werden we heel gastvrij ontvangen, iedereen van de organisatie was aardig. Joke kwam nog even bij ons langs in een mooie groene jurk, waarvan we de mouwen bewonderden. De zanger was een echte entertainer. Begeleid door een pianist zong hij liedjes van Jacques Brel; “Sur le pont d’Amsterdam”.

We kregen heerlijke tomatensoep in een wijnglas. De broodjes, muffins en -chocolade met noten en karamel- taart waren super lekker!! Dit alles werd uitgeserveerd door lieve en mooie meisjes. Tot slot kregen we ook nog een cadeautje mee. We zijn echt heel erg VERWEND!!! Verwenzorg en Joke Zwanikken: Dank je wel! Aziza, Naïma, Mina en Myrna

Nu ook cursus Eerste hulp bij psychische problemen gericht op adolescenten Twee van onze drie trainers hebben de opleiding gevolgd tot trainer YMHFA (cursus MHFA specifiek gericht op adolescentie). Dit is een nieuw product binnen Nederland en wordt nog maar door een paar licentiehouders aangeboden. In deze cursus leer je hoe je eerste hulp kunt bieden aan jongeren met (beginnende) psychische problemen of aan jongeren die in een crisis verkeren. In de cursus krijg je informatie over veel voorkomende psychische aandoeningen bij jongeren en leer je hoe je het gesprek kunt aangaan. Na de cursus kun je een jongere de hand reiken; je kunt echt het verschil maken voor iemand die zich mogelijk heel eenzaam voelt en die verstrikt is geraakt in de problemen die hij ervaart. De cursus eerste hulp bij psychische problemen kan op individuele basis of in-company worden gevolgd. Reinier van Arkel geeft deze cursus in het noordelijk deel van de provincie Noord-Brabant. Na afronding van de cursus krijg je een certificaat. Een MHFA-training duurt in totaal 12 uur, verdeeld over 4 dagen. Meer informatie of aanmelden: mhfa@reiniervanarkel.nl

Aandacht voor Reinier van Arkel tijdens Brabantse Dag in Heeze 'Leven met je chaos, kun jij het' is het thema waarmee Vriendenkring de Oude Ambachten uit Heeze op zondag 26 augustus deelnam aan de Brabantse Dag in Heeze. Dat zij dit jaar kozen voor Reinier van Arkel en dan specifiek Zorgpark Voorburg voor hun wagen is natuurlijk heel bijzonder. De tekst in het programmaboekje omschrijft het als: Geesteszieken. Je vindt er ongetwijfeld iets van. Maar weet je ook wat er omgaat in het hoofd van iemand met bijvoorbeeld een depressie of een psychose? Zij leven iedere dag met een hoofd vol chaos... Zou jij het kunnen?

REINIER WINTER 2018-2019

9


COLUMN

10

De tevredenheid van onze cliënten en hun naasten willen we ook verbeteren door de implementatie van de ART-methodiek bij onze cliënten in onze beschermde woonvormen. Door middel van deze gestructureerde aanpak denken we nog beter in te kunnen spelen op de (zorg)behoefte van deze kwetsbare groep. De eerste effecten zien er veelbelovend uit, zoals u kunt lezen.

Onze ambitie voor de komende jaren leggen we binnenkort vast in ons meerjarenbeleidsplan 2019-2021, maar komt in essentie op het volgende neer: 1/3 meer herstel bij onze cliënten én een tevredenheid van een 8, van onze cliënten en hun naasten, van onze medewerkers en onze netwerkpartners. Dat is onze ambitie en deze leest u ook terug in de verschillende artikelen in deze Reinier. De zorg die wij bieden kan in onze ogen niet zonder samenhang met het voorliggend veld en de diverse partners, zoals bijvoorbeeld het wijkteam en de huisarts. Dit doen we niet alleen door goede samenwerkingsafspraken te maken, maar ook door mensen dichter bij elkaar te brengen. Een mooi voorbeeld is de komst van het wijkteam Centrum en ons FACT-team binnenkort op onze locatie aan de Bethaniestraat.

Om te veranderen en te verbeteren is het nodig zaken soms anders aan te pakken. Dit doen we ook in deze Reinier. De redactie heeft een groep enthousiaste jonge collega’s gevraagd een aantal pagina’s in deze oplage voor hun rekening te nemen. Wie weet kan dit de volgende keer nog verder uitgebreid worden.

REINIER WINTER 2018-2019

Reinier van Arkel is weer in beweging en het geeft veel energie om met elkaar te werken aan onze ambitie voor de komende jaren: 1/3 meer herstel met een waardering van een 8. Dat kan in mijn ogen alleen met betrokken en bevlogen collega’s, die als een betrouwbare partner werken in hun professionele omgeving. Op de werkvloer kom ik gelukkig dagelijks veel deskundige en enthousiaste collega’s tegen, waardoor ik vertrouwen heb in de haalbaarheid van onze doelstellingen.

In onze ambitie voor een betere en positieve gezondheid van onze cliënten/burgers staan we niet alleen. Samen met de gemeente en diverse zorgpartijen in Den Bosch slaan we vanaf 2019 de handen ineen voor een gezamenlijk ambitie voor onze stad: Den Bosch, de gezondste stad van Nederland. In de volgende Reinier vertel ik u daar meer over. Voor nu wens ik u veel leesplezier.

Eddy van Doorn, voorzitter Raad van Bestuur Reinier van Arkel groep, lid Raad van Toezicht Fonds Psychische Gezondheid, Lid Raad van Toezicht Stichting Korrelatie en bestuurslid MIND.

Een prettige bijkomstigheid van mijn rol als bestuurder is dat ik het voorrecht heb regelmatig in de Reinier een column te mogen schrijven. De onderwerpen die u in deze Reinier terugleest, geeft u een mooie weergave van de beweging die op dit moment gaande is binnen onze organisatie. Wij willen er zijn voor de meest kwetsbare groep cliënten en onze netwerkpartners.

Eddy van Doorn

Reinier weer ambitieus vooruit


ACHTER GROND

Iedereen die wel eens bij Reinier van Arkel in de Bethaniestraat komt, zag de afgelopen maanden dat er flink verbouwd werd in de vleugel bij de hoofdingang. Binnenkort verhuist het sociaal wijkteam Binnenstad van de gemeente ’s-Hertogenbosch naar deze verbouwde ruimtes. De medewerkers van het wijkteam Claire Meisner en Martine Roodnat vertellen enthousiast aan magazine Reinier wat hun taken zijn en hoe ze de samenwerking met Reinier van Arkel zien. Daarnaast bezochten we Anne Wilsens die vanuit Herlaarhof verbonden is aan een wijkteam.

Tekst Erik Welten Noortje van Ballegooij Foto's Toine Maurix Eveline Gerrits

Wijkteam binnenstad verhuist naar Bethaniestraat Het sociaal wijkteam heeft als taak samen met de hulpvragende burger naar vormen van passende zorg te zoeken en hen de weg te wijzen. Eventueel kan het team verwijzen naar specialistische zorg. Daarnaast signaleert het wijkteam behoeftes in een wijk en stemt die met alle andere partners in de wijk af. Zo kan een signaal van het wijkteam ervoor zorgen dat een van de partners een nieuw aanbod creëert in de wijk. Een inwoner komt in contact met het sociaal wijkteam wanneer die hiernaar is doorverwezen door een beroepskracht van een zorg- en welzijnsinstelling. Inwoners kunnen niet rechtstreeks contact met het wijkteam opnemen tenzij die al bekend is bij een van de medewerkers. Martine: “We willen onze burgers vooruit helpen. Tot nu toe hebben we voornamelijk toeleiding tot zorg geregeld maar als we straks in de Bethaniestraat zitten, gaan we meer de regie voeren bij complexe problematiek. Als er meerdere instanties betrokken zijn bij een burger dan gaan wij de regie voeren en zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan.” Claire vult aan: “We kijken eerst

REINIER WINTER 2018-2019

11


>>Wijkteam

naar wat iemand zelf kan en hoe veilig de thuissituatie is. Wat gaat er goed en waar heeft iemand hulp bij nodig? Het kan ook zijn dat iemand te veel zorg krijgt van verschillende instanties.” Martine: “Soms schuurt het met de wetgeving, maar als we voor ogen houden dat we allemaal de burger vooruit willen helpen dan is het belangrijker naar oplossingen te zoeken met elkaar.” SAMENWERKING MET FACT-TEAM

Op dit moment telt Den Bosch zes wijkteams. Daarnaast zijn er in elke wijk buurtteams actief. Claire: “Het buurtteam is er voor de kortdurende afgebakende zorg en bestaat ook uit medewerkers van andere instanties. Zo kan iemand kortstondig budgethulpverlening nodig hebben of iets anders wat praktisch opgelost kan worden.” Martine: “Pas wanneer zaken vast dreigen te lopen of niet opgelost kunnen worden binnen de buurtteams komt het wijkteam in actie.” Vanaf de start heeft het wijkteam al veel contact met het FACT-team Den Bosch Zuid-Oost van Reinier van Arkel. Martine: “Het FACT-team verhuist ook naar dit gebouw en we verwachten dat de samenwerking dan nog beter wordt. Het meeste contact is nu telefonisch en straks kunnen we even bij elkaar binnenlopen en efficiënter met elkaar samenwerken.” WIJKPLEIN BETHANIESTRAAT

De Binnenstad heeft behoefte aan een wijkplein en dat komt er nu op de Bethaniestraat. De gastvrouwen zijn het eerste aanspreekpunt voor binnenlopende burgers en zij hebben korte lijnen met alle medewerkers die bij de wijk- en buurtteams werken. Daardoor kan iemand met een vraag snel de juiste informatie krijgen of met de juiste personen in contact komen. Martine en Claire: “Wij hebben er zin in om hier te beginnen. De ruimtes zien er mooi uit en het uitzicht op de binnentuin is prachtig. We zijn er allemaal om de burger van Den Bosch vooruit te helpen en we gaan dit vanaf nu nog meer samen doen.”

12

REINIER WINTER 2018-2019

Expertise Herlaarhof in de wijkteams Anne Wilsens werkt als ambulant medewerker vanuit Herlaarhof in een wijkteam van Den Bosch. Ik sprak haar vandaag over haar werkzaamheden. Den Bosch telt zes wijkteams en aan elk wijkteam is éé medewerker van Herlaarhof verbonden. Naast deze zes medewerkers bestaat het Herlaarhof-wijkteam uit een GZpsycholoog, een jeugdarts-ggz, een spv’er en ambulante begeleiders in Boxtel, SintMichelsgestel en Haaren. VERBINDING

Elke wijkteammedewerker werkt zowel voor het wijkteam als binnen Herlaarhof. Ik begrijp dat de kracht hiervan vooral zit in de verbinding die gemaakt kan worden vanuit Herlaarhof richting het wijkteam en terug. Anne vertelt dat de wijkteams zijn ontstaan doordat de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de jeugdwet naar de gemeenten is gegaan. Het doel daarvan was om meer preventief te gaan werken en te denken vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Het gaat dan om normaliseren en ontzorgen, maar ook om eerder de juiste hulp op maat te kunnen bieden.

PASSENDE VORM VAN HULP

Anne vertelt dat een wijkteam bestaat uit regievoerders, met allemaal een achtergrond in de hulpverlening. Ze verlenen zelf geen zorg. Een regievoerder komt pas in beeld als er sprake is van complexe gezinssituaties. Wanneer er sprake is van psychiatrische problematiek, of vermoedens daarvan, kan een regievoerder de medewerkers van wijkteam Herlaarhof benaderen. Zij kunnen meedenken en ondersteunen. Anne vertelt dat ze kortdurende interventies mogen inzetten om te voorkomen dat een cliënt naar de specialistische ggz moet. Het kan ook andersom werken, waarbij ze juist zorgdragen voor een tijdige opschaling. Tot slot helpen ze ook mee met het afschalen, waarbij ze een behandeltraject proberen te borgen thuis. Ze denken en zoeken in ieder geval mee naar een passende vorm van hulp. Dat kan naar Herlaarhof zijn, maar kan ook een andere instelling zijn. Een conclusie die ik kan trekken uit het verhaal van Anne, is dat de samenwerking tussen Herlaarhof en de wijkteams Den Bosch belangrijk is. Ze vullen elkaar over en weer aan en proberen zo de juiste zorg op maat te bieden. (NB)


SOCIAAL WIJKTEAM In een sociaal wijkteam werken hulpverleners met verschillende achtergronden samen. Mensen die ruime kennis en ervaring hebben op het gebied van jeugd, maatschappelijk werk, ouderen of mensen met beperkingen. Ze kunnen snel hulp in gang zetten. De medewerker van het team geeft zelf geen ondersteuning, maar haalt er andere professionele hulp bij als dit nodig is.

WIJKPLEIN In het wijkplein in de Bethaniestraat komen naast het wijkteam ook gastvrouwen en buurtteams, en er komen open werkplekken voor medewerkers van andere instanties. De bedoeling van deze zogenoemde wijkpleinen is dat de inwoners van Den Bosch alle relevante informatie kunnen vinden over onder andere jeugdzorg, participatie en WMO, passend onderwijs, bijstand, schuldhulpverlening en (jeugd) gezondheidszorg.

KOO Vanaf 31 januari 2019 kunnen inwoners bij Koo terecht met hun vragen. Vragen die mensen in hun persoonlijk leven raken. Koo is een samenwerking van gemeente ’s-Hertogenbosch, Juvans, Welzijn Divers, MEE en GGD. Het doel ervan is dat inwoners, vrijwilligers en professionals beter hun weg vinden als het gaat om hulp en ondersteuning in het sociale domein. Een van de doelen van Koo is het anders invullen van de informatie- en adviesfunctie. De vraag van de inwoner en hoe die zijn informatie wil verkrijgen staat daarbij centraal. Dit kan onder andere door het bundelen van informatie/ondersteuning op sociaal gebied, het aanbieden van een website over het sociale domein en het instellen van een centraal telefoonnummer en e-mailadres. De wijkpleinen blijven ook een mogelijkheid voor de inwoner om hun vragen te stellen.

REINIER WINTER 2018-2019

13


AAD ER

REEL B MO

Een moreel dilemma ontstaat als er een botsing is tussen verschillende morele waarden. Medewerkers van Reinier van Arkel lopen regelmatig tegen morele dilemma’s aan. Er zijn geen eenduidige antwoorden mogelijk en de medewerker heeft er in meer of mindere mate last van. Daarom kent Reinier van Arkel een moreel beraad waarin een team een eigen casus met een moreel dilemma bespreekt. Onafhankelijke groepsleiders begeleiden het beraad. Het beraad helpt om anders naar het dilemma te kijken en er anders mee om te (leren) gaan. De morele dilemma’s waar onze medewerkers tegenaan lopen zijn niet uniek. Andere zorgverleners zullen zich erin herkennen. Daarom deelt het Moreel Beraad van Reinier van Arkel in elk nummer van Reinier een casus.

MAG IK MIJN GEZONDHEID

VOOROPSTELLEN?

HET DILEMMA Iedereen heeft een mening over roken. De een vindt dat het gewoon moet kunnen, de ander vindt dat het overal verboden moet worden. En daartussenin zitten veel verschillende meningen. Zelf ben ik sterk tegen roken. Roken is gewoon slecht voor ieders gezondheid en het is echt vies. Bij thuiskomst na een avondje met rokende vrienden verwissel ik snel mijn kleren. In mijn huis mag niet gerookt worden.

Als werknemer heb ik recht op een rookvrije werkomgeving. Hoe valt dit met elkaar te rijmen als een bewoner op zijn eigen kamer mag roken? Ik kan toch niet tegen een bewoner zeggen: “Sorry, maar zolang je rookt, kom ik niet meer binnen.” Of kan ik dat wel?

Op de afdeling waar ik werk, kom ik automatisch in aanraking met roken. Vanuit gezondheidsaspect mijd ik elk contact met rook, maar in mijn cliëntencontact word ik min of meer gedwongen in kamers te komen waar soms stevig gerookt wordt. Ik merk dat dit steeds meer bij mij begint te wringen. Rokerige kamers ga ik zo kort als mogelijk binnen. Ik heb last van deze situatie en vanuit mijn irritatie en weerzin doe ik wellicht ook nog op sommige momenten de bewoner tekort door contactmomenten zo kort mogelijk te houden. Dat voelt niet goed!

HET BERAAD De normen en waarden die bij deze casus naar voren komen, zijn o.a. gezond leven, goede zorg willen bieden, authenticiteit, recht op eigen woonomgeving, openheid, gehoorzaamheid, loyaliteit, flexibel zijn. In het Moreel Beraad met mijn team kwam naar voren het dilemma bespreekbaar te maken met de bewoner en samen naar passende oplossingen te zoeken. Ook het team zelf wil erbij betrokken worden om op zoek te gaan naar mogelijkheden. Sommige collega’s hebben misschien minder moeite met rokerige ruimtes. En ten slotte kan de arbo-commissie of personeelszaken om advies gevraagd worden als we er samen echt niet uitkomen.

Het roept bij mij veel vragen op. Moet ik mijn principes wel overboord gooien? Mag ik een collega vragen het cliëntencontact te onderhouden? Negeer ik daarmee niet de cliënt of mijn zorgplicht? Heb ik überhaupt iets te kiezen in deze? En wat dan als een deel van het team elders is en ik deze bewoner wel moet bezoeken en ik wil dat niet? Ben ik dat verplicht aan de bewoner, aan mezelf? Gaat de cliënt altijd voorop? Mag ik mijn gezondheid vooropzetten en werk weigeren?

14

REINIER WINTER 2018-2019

Hier zit dus mijn morele dilemma: Mag ik werk weigeren omwille van mijn eigen principes en gezondheid? Ik wil de cliënt niet tekortdoen maar mijzelf ook niet.

Een kamer minder hoeven te betreden is natuurlijk al een stap in de goede richting. Als werknemer in de zorg zit je in een grijs gebied wat betreft rookvrije werkplek, omdat je bij de mensen thuis komt. Roken blijft dus een grijs, mistig gebied...?


BUITEN DE

REINIER WINTER 2018-2019

15

Foto’s Nuray Sahin

Deze keer stellen ze zich voor samen met andere medewerkers met ervaring bij Herlaarhof. We zijn benieuwd waar dit experiment heengaat en hopelijk leren wij er als redactie ook van. Soms heb je collega’s nodig die zonder de ballast van bestaande kaders hun eigen ding mogen doen. En wij kijken mee en genieten ervan. (EW)

KADERS

Buiten de kaders, zo heet de nieuwe rubriek in de Reinier die gevuld gaat worden door Zjos Dekker en Noortje van Ballegooij. Beiden zijn jong en nieuw bij de redactie van Reinier. Om ze niet meteen vast te zetten in de bestaande kaders van dit magazine krijgen ze deze ruimte. Op geheel eigen wijze en naar eigen inzicht kunnen ze deze pagina’s invullen, met onderwerpen die hen bezighouden.


NOORTJE VAN BALLEGOOIJ:

Super tof dat ik deze kans krijg

oij. Ik ben 19 jaar, en werk als Mijn naam is Noortje van Ballego hof, centrum voor kinder- en projectmedewerker bij Herlaar en bij Herlaarhof zijn begonjeugdpsychiatrie. Mijn ervaring opgenomen op een crisisnen in 2014. Toen werd ik daar zelf ame waren voornamelijk afdeling. De redenen van deze opn ten. De opname heeft ach stemmingsproblemen en angstkl jaar heb ik heel hard e twe die helaas twee jaar geduurd, in l veel geleerd, zoals een balans aan mezelf gewerkt. Ik heb hee mijn gevoelens op een goede vinden in mijn dagbesteding en en gezonde manier uiten. , nam Mariëlle Ploumen, Nadat ik hier uit behandeling was met mij op. Zij vroeg mij directielid van Herlaarhof, contact werken. Hier hoefde ik geen of ik bij Herlaarhof wilde komen natuurlijk meteen mijn minuut over na te denken, ‘ja’ was mogen inzetten om anderen antwoord. Mijn eigen ervaringen oren. Dus vanaf 1 juni 2018, te helpen, klonk mij goed in de Arkel. Als projectmedewerker ben ik in dienst van Reinier van cliënt te delen met professioprobeer ik mijn perspectief als ig met het verbeteren van het nals. Ik ben nu bijvoorbeeld bez cliënttevredenheidsonderzoek. mijn zin. Ik vind het dan ook Ik heb het hier ontzettend naar n heb. Dit werk maakt ook rege super tof dat ik deze kans gek persoonlijke ontwikkeling. een heel groot deel uit van mijn te dragen en die ook te neDoor een verantwoordelijkheid in mezelf en mijn kwaliteiten. men, krijg ik meer vertrouwen te kunnen voortzetten om In de toekomst hoop ik dit werk eigen ontwikkeling te mijn de kwaliteit van zorg, maar ook bevorderen.

16

REINIER WINTER 2018-2019

Mijn naam is Zjos Dekker, ik ben 22 jaar en werkzaam als projectmedewerker bij Herlaarhof, en als communicatiemedewerker bij Reinier van Arkel. Heel mijn leven wist ik al wat ik ging worden: actrice. Totdat ik in 2014 in een diepe depressie kwam, en mijn onderliggende diagnoses naar boven kwamen. Mijn leven stopte, terwijl

die van mijn leeftijdsgenoten doorgingen. Ik voelde mij eenzaam, niet gezien en een loser. Ik heb heel goede, maar helaas ook heel slechte ervaringen binnen de ggz gehad. Hoewel ik zelf nooit onder behandeling ben geweest bij Herlaarhof, pakte ik de kans meteen met beide handen aan


BUITEN DE

KADERS

ZJOS DEKKER:

Elke ggzinstelling is hetzel fde maar ook anders toen ik gevraagd werd door Mariëlle Ploumen (directielid Herlaarhof) om hier te komen werken. Elke ggz-instelling is anders, maar ook hetzelfde. Het doel om cliënten zo snel mogelijk weer te laten herstellen staat voorop. En dat is ook mijn doel in het leven. Door mijn ervaringen bij de ggz, weet ik wat cliënten kan helpen

JILL MOSER:

of juist niet. Als projectmedewerker help ik professionals door mijn blik over een situatie te delen, maar ook door echt dingen aan te pakken. Door onder andere het hebben van een baan, heeft mijn leven weer perspectief. En daar kan geen behandeling tegenop.

Spreken vanuit ervaring, gevoe l en passie Ik ben Jill Moser en werk vanaf 1 december bij He Als 15-jarig meis rlaarhof. je kwam ik met een onduidelijk mezelf en het le beeld van ven terecht als cli ënt op Herlaarho niet meer wat ik f. Ik wist voelde, of ik über ha upt nog voelde. dacht, wat ik vo Wat ik nd. Wat echt wa s en wat niet. M en gedachten wa ijn gevoelens ren gefuseerd to t een grote klom leven had voor m p klei. Het ij totaal geen zin meer. Inmiddels ben ik 17 jaar en heb ik samen met mijn leners, familie en hulpvervrienden van di e grote klomp klei mooie beeldjes kleine, kunnen maken. Ik leef weer, ik m leven. En nu hoop ag weer ik dat door te ku nnen geven aan anderen. Ervaringsdeskun digheid is iets wa ar ik heel erg in Wanneer ik teru geloof. gkijk naar mijn eig en proces, denk medewerker m ik dat een et ervaring mij on tzettend had ku Wij kunnen iets nnen helpen. wat hulpverlene rs niet kunnen: ervaring. Ook va spreken vanuit nuit gevoel, vanu it passie. Ik hoop ervaringen (zowe door mijn l de nare als de go ede) te delen, er ren iets mooiers voor andevan te kunnen m aken, want moo worden. Los van i zal het nooit dat, hoop ik deel te mogen zijn va groters. Er moe n nog iets t verandering ko m en in de taboes rondom menta en stigma's le stoornissen. Zo wel binnen als bu wil ik hieraan we iten de zorg rken, door open heid en educatie. manier zal ik m Op mijn eigen ijn weg vinden.

“Iedereen is een genie. Maar als ee n vis wordt beoo bomen te klimm rdeeld op zijn vaar en, zal hij zichzelf digheid om in zijn hele leven als Albert Einstein een mislukkeling beschouwen.”

REINIER WINTER 2018-2019

17


BUITEN DE

KADERS

QUIZZZZ 1

Welk deel van alle Nederlanders krijgt in zijn leven te maken met een depressie? A. 5% B. 10% C. 20% D. 30% 2 Wanneer is Reinier van Arkel gesticht? WILLEM Bruin en zijn muzikale A. 1321 B. 1442 C. 1563 D. 1684 de Nadat Willem t de succesui r ke ek st de 3 Hoe zwaar zijn je hersenen? partner Twan , bepposites’ haalde O he . 0,5 kilo A ‘T e ul rm fo Vrij een depressie. in em B. ill 1,5 kilo W de e nd la essi eft hij deze depr he s ht C. 2,5 ac kilo rw ve on m n geweldig albu ee ar na D. 3,5 ld kilo aa rt ve t over waarin hij vertel ‘Man in Nood’ chtes en da ge e , suïcidal es si es pr de jn zi angstaanvallen.

T

T TO

PLAN-

IT COM MA

NDER V In de je ugd OOR K len – ofw psychiatrie w INDER orden n e EN ME aast be psychis l ‘serious gam T ADH handeli es’- ing che kla D n g c e e h z n steed et, die b Comm t e n a ls and s vaker angste n en AD ijvoorbeeld ku spelren en h er jongeren m HD. Zo nnen h et ADH oe ze w leert se e D hoe z eer rus heden a rious ga lpen bij t in hun e zich b an, zod me Pla e hoofd k ter kun at ze in Het is w n-It rijgen. Z nen con de el duur e leren centreom dez toekomst het gespee nieuwe e game spel nie ld mag vaardig s te ma t meer worden deskun ken. Vo nodig h , do digen ja ordat e renlang en zoek. w en 'serio ebben. onderww.pla us gam nitcom e' mande (Bron h r.nl et Jeugd journaa l)

18

c ar n p ld g hi di ha wa St ee t Sc ein dsc ver en, en pun - l on ien , on ing tie et e er ora vr ven oet nfic op h in t vo le tm -fa ie rtu aat en et on ars ra d fo et g s, e t m W ata een r h lme tel s en de tu aat aa Ho ors rni n in an st n. M Aza at w too itte al v ve er e d ngs te z ira ov eisj wa t e sp . m n d kom nd ten ee em ikke ach kl rst ged ve ar ha

IS T JE LIEF A W S E L . AL de wereld

herstel herl leren diagnoaarhof reinier hulp ses medicat ie kracht

REINIER WINTER 2018-2019

EN D AD E het P G LD DI tot in er t I H IN en ov he SC NE padd gaat voor hte e O

CREATIE INTELLI VITEIT IS DIE PLE GENTIE MAAKT ZIER

quizz z z 1. C 2. B 3. B

HET RO VAN GR SIE PROJECT AEME SIM SION De autistisch e Don Tillm an doceert ge ne universiteit tica aan de .H intelligent, ij is superkan geweld ig koken en is op zoe een vrouw. k naar sociale onh Door zijn and hij echter n igheid is gekomen d ooit verder an een date. Met b eerste eh een zestien ulp van pag tellende vr ina's hoopt hij zi agenlijst jn perf partner te ecte vinde Dan komt R n. osie Jarman in zi jn le verre van p ven: maar wel in erfect, tellig en mooi. En ent ze is ook op zoe kn haar biolog aar ische vader - een zoektocht w aa Don haar m r is schien bij zo kunnen help u en.

L T H F H K E A O E W T R W L U R L V N D E A U C H L T K M I I B K N E A P U N A T G R E R A E I H G A M A R S R J V R N C F C E T H M J W O I A H L E O F O V S D L T I L F T B W E E A B X S S M J H WOORDZOE KER:

IN

HE

ch voor r niet is allergis entien jaa Madeline ze t al zev a die ze te d n ch se n is e Zo allerg e enige m D . st e e w ge buiten is r t, zijn haa zien krijg ge le rp e v n moeder e e n li . Made ster Carla t e m jd ti e verdrijft d hrijven sc t e h n lezen e kende' boe van 'spoil r e t o gen. T besprekin n e g n jo e een nieuw r komt naast haa et ogen in wonen, m nan de Atla v r u de kle y. ll O : n aar al a a online, m tische oce ap begint h sc d n ... e g ri e Hun v eer geno verlangen at niet m over het gauw is d t a a g at we is f je lie ver alles w Alles wat bare, en o ik re e b n . o e efd naar het voor de li el zetten op het sp


B O E K E N P SYC H I AT R I E Door Maria Jansen

Verhalen uit het gekkenhuis J.M.A. Biesheuvel ‘Verhalen uit het gekkenhuis’ is een nieuwe bundel van de schrijver Maarten Biesheuvel met een selectie eerder gepubliceerde verhalen en niet eerder verschenen werk over leven met een psychiatrische stoornis, ingeleid door Biesheuvels echtgenote Eva Biesheuvel en uitgeleid door zijn voormalig psychiater Andy Lameijn. De verhalen van Biesheuvel zijn allerminst een droge weergave van realistische gebeurtenissen, maar kleurrijk, chaotisch, vreemd, verrassend, soms surrealistisch/ absurdistisch, warrig, geestig en triest. In ‘De heer Mellenberg’, het eerste verhaal in deze bundel, is sprake van vreemde gebeurtenissen waarover in ogenschijnlijk normale taal wordt verteld. Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-verteller. De openingszin van het verhaal geeft al aan dat de gekte van de hoofdpersoon een blijvend karakter heeft: ‘Acht jaren geleden achtte men het voor de eerste maal dienstig mij naar een gekkenhuis te brengen.’ Hierin steekt hij onder meer de draak met het onderscheid tussen ‘gek’ en ‘gezond’ door verplegers en behandelaren voor ‘de gek’ te houden. In de daaropvolgende verhalen worden uiteenlopende aspecten van zijn ziekte (Biesheuvel lijdt aan een bipolaire stoornis) verwerkt. De plotseling opkomende angsten, de draaikolk van gedachten tij-

dens een manische periode, zijn maatschappelijke betrokkenheid door middel van de Verlosser, het (zelf)beeld van de psychiatrische patiënt tijdens een pijnlijk voorval en de intense triestigheid van een overtollig mens. Wat mij vooral trof was de rijke fantasie, de geestigheid, de kwetsbaarheid en het logische absurde, waardoor je meegenomen wordt naar een wereld waarin werkelijkheid en verbeelding vloeiend door elkaar lopen. Al met al is ‘Verhalen uit het gekkenhuis’ een bundel met verrassende vertellingen over ziekte, gezondheid en de psychiatrie van de jaren 70. Maarten Biesheuvel debuteerde in 1972 met de verhalenbundel ‘In de bovenkooi’. Tientallen bundels met soms autobiografische, soms surrealistische, altijd geestige verhalen bezorgen hem de titel ‘onbetwiste meester van het korte verhaal’. Voor zijn hele oeuvre ontvangt hij in 2007 de P.C. Hooft-prijs. De jury oordeelt dat zijn verhalen, ‘die het autobiografische en het fantastische op een zo wonderbaarlijke manier met elkaar vermengen’, een unieke bijdrage hebben geleverd aan de Nederlandse literatuur. Hoewel het oeuvre van Maarten Biesheuvel bijzonder rijk is, schrijft hij, ten gevolge van zijn lichamelijke en psychische achteruitgang, al langere tijd nauwelijks meer.

Bijna even absurd als veel verhalen van Biesheuvel was de plotselinge verschijning van dit nieuwsbericht: ‘Goedendag. Ik ben dood.’ Zo begint de opmerkelijke rouwadvertentie van Eva Biesheuvel, de vrouw van Maarten Biesheuvel, in de NRC van 20 november. De vrouw, muze, steun en toeverlaat van Maarten Biesheuvel overleed aan de gevolgen van een hersenbloeding. In oktober waren Eva en Maarten Biesheuvel te gast in DWDD vanwege de verschijning van Verhalen uit het gekkenhuis. ISBN 978 94 92754 05 9 Paperback 320 pagina's Uitgeverij Brooklyn oktober 2018


STOORNIS IN BEELD

door Gijs Hendriks

Achtergrond

Gegeneraliseerde angst De een iets meer dan de ander, maar elk mens piekert wel eens, jong of oud. We piekeren over ons werk, over studie, over onze relatie, over geld, over het verleden, over de toekomst, en over nog veel meer. En met een beetje piekeren is niets mis. Het houdt je scherp, en zorgt ervoor dat je organiseert en presteert wanneer dat nodig is. Het is toch ongezellig als de kerstcadeautjes pas in de tweede week van januari bezorgd worden, en de kalkoen op kerstochtend nog uit de vriezer moet komen. Een goed voorbereide sollicitatie, tijdig ingrijpen als je relatie een beetje stroef loopt, elke maand rond kunnen komen; voor een deel is dit succes te danken aan een gezonde hoeveelheid piekeren. DIAGNOSE

Bij sommige mensen slaat het piekeren door. Hun dagelijks leven wordt erdoor beïnvloed, de controle over het piekeren verdwijnt, en het leidt

20

REINIER WINTER 2018-2019

tot stress en angstklachten. Bij 2,5% van de Nederlanders neemt het piekeren de vorm aan van een psychische stoornis. In het geval van langdurig (langer dan zes maanden) en overmatig piekeren wordt dit een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) genoemd. Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis piekeren doorlopend over gevaren en problemen die zouden kunnen optreden. Daarbij zijn ze ook nog bang deze gevaren en problemen niet aan te kunnen, en onderschatten daarmee hun eigen vermogens en capaciteiten. Een reële basis voor de zorgen ontbreekt. Ze kunnen de zorgen niet van zich afzetten, waardoor er een gevoel van onbeheersbaarheid over het piekeren ontstaat. Het piekeren kan ook ’s nachts doorgaan, waardoor er slaapproblemen ontstaan. Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis hebben meerdere gedachten over het piekeren. Zo be-

staat vaak het idee dat piekeren leidt tot controle over de gevaren die zouden kunnen komen, en het piekeren hen zo op het ergste voorbereidt. Het voelt als het oplossen van problemen, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Daarnaast kan piekeren onderdeel zijn van het vermijden van angstige gevoelens, die ontstaan wanneer ze verder zouden denken over de ramp waar ze bang voor zijn. Uiteindelijk ontstaat er ook angst voor het piekeren zelf, bijvoorbeeld de angst gek te worden van het piekeren, of er helemaal niet meer door te kunnen functioneren. Patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis voelen zich doorlopend rusteloos, gejaagd, gespannen en nerveus. Naast chronische zorgen en angsten bestaan begeleidende verschijnselen als vermoeidheid, prikkelbaarheid, concentratieproblemen, hartkloppingen, spierpijnen, diarree en overmatig zweten.


e stoornis BEHANDELING

Een gegeneraliseerde angststoornis geneest zonder behandeling slechts bij 10-15% van de patiënten. Gelukkig zijn er goede behandelopties. Deze bestaan vooral uit medicatie, en cognitieve gedragstherapie. In het geval van medicatie wordt er het meest behandeld met een antidepressivum of met een benzodiazepine. Bij cognitieve gedragstherapie worden de piekergedachten zelf onder de loep genomen. De therapie is gericht op het herkennen, en bijstellen van niet-kloppende gedachten over het piekeren. Bij patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis gaat het daarbij vooral over het overschatten van de kans op gevaar, en de ernst van mogelijke ‘rampen'. En daarnaast over het juist ónderschatten van de eigen mogelijkheden om

daarmee om te gaan. Daarnaast zijn er ontspanningstechnieken die kunnen worden ingezet. Omdat de verhoogde spierspanning, die vaak ontstaat bij een angststoornis, op zijn beurt weer leidt tot een nog groter gevoel van stress en angst, gaat het hierbij om het leren ontspannen van spiergroepen. De filosoof Epictetus wist het 2000 jaar geleden al: “Niet de dingen zelf maken de mensen van streek, maar de gedachten over de dingen.”

REINIER WINTER 2018-2019

21


Tekst Marjo Roes en Martine Koopman Foto Toine Maurix

ACHTER GROND

Veel kennis en ervaring in complexe, somatische zorg

Kliniek ouderenpsychiatrie levert gecombineerde zorg ‘U bent ernstig depressief, meneer. Ik verwijs u door naar de ggz’, zei een huisarts tegen zijn patiënt die gestopt was met eten en drinken, en die geen zin meer had of in staat was ook maar iets te ondernemen. De man had een psychiatrische voorgeschiedenis, was al bekend met een depressie. Hij kwam terecht op de kliniek ouderenpsychiatrie van Reinier van Arkel in het Jeroen Bosch ziekenhuis. Daar bleek dat er geen aanwijzingen waren voor een ernstige depressie, de man had kanker.

Dit is de dagelijkse praktijk waarmee psychiaters en verpleegkundigen van de ziekenhuis- en ouderenpsychiatrie te maken krijgen. Op de kliniek komen mensen binnen met somatische aandoeningen die aanleiding zijn voor psychiatrische klachten. Het is een vrij uniek gegeven dat deze kliniek, naast psychiatrische behandeling, ook complexe, intensieve somatische zorg kan bieden. Reinier ging hierover in gesprek met Laura Breuning, ouderenpsychiater, en Karin Schreurs, verpleegkundige op de ouderenkliniek. ALLE ZORG BIJ DE HAND

“Door de nabijheid van het ziekenhuis heb je veel meer mogelijkheden”, vertelt Laura. “Je hebt gemakkelijker toegang tot bijvoorbeeld het laten maken van een MRI-scan, het laten prikken op het lab of het aanvragen van een consult. Soms heb je een anesthesist nodig om iemand te sederen.

22

REINIER WINTER 2018-2019

Dat kan niet gebeuren als je niet bij een ziekenhuis zit. Ook elektroconvulsietherapie (vroeger elektroshocktherapie genoemd) vindt hier plaats. Ouderenpsychiatrie-afdelingen die niet aan een ziekenhuis gebonden zijn, moeten een ambulance inschakelen als een patiënt voor onderzoek of behandeling naar het ziekenhuis vervoerd moet worden. Dat is heel belastend voor patiënten, en sowieso voor patiënten met een psychiatrische aandoening. De kliniek ouderenpsychiatrie neemt veel patiënten van buiten onze regio op, bijvoorbeeld van GGZ Oost Brabant, omdat wij naast de psychiatrische ook de somatische zorg kunnen leveren. De verpleegkundigen hebben meer kennis en ervaring op dit gebied in huis, doordat er meer aanbod is op de afdeling. Ze verzorgen meer gecombineerde zorg. Van onze verpleegkundigen eisen we dat ze onder andere kunnen katheteriseren, een infuus kunnen aanleggen, sondevoeding kunnen

toedienen, wondverzorging doen, een hartfilmpje (ECG) kunnen maken, etc.” Karin voegt toe: “Het vraagt wel iets extra’s van de verpleegkundigen, want het kan heel lastig zijn als je bijvoorbeeld een sonde moet inbrengen bij iemand die verward is of alle slangetjes eruit wil trekken.” KRITISCH BLIJVEN

Mensen worden verwezen via de huisarts, andere ggz-instellingen, de spoedeisende hulp of via afdelingen van het Jeroen Bosch ziekenhuis. Het is in deze setting gemakkelijker patiënten met een psychiatrisch, maar ook met een somatisch beeld van het ziekenhuis over te nemen. Soms zijn het mensen met een primair neurologisch beeld, zoals iemand die een herseninfarct of hersenbloeding heeft gehad die daardoor ander gedrag gaat vertonen. Laura: “Je moet als psychiater altijd kritisch blijven kijken of het


primair psychiatrie is of toch iets anders. De ouderenpsychiater wordt over het algemeen veel meer opgeleid met patiënten met een somatische co-morbiditeit (meerdere aandoeningen tegelijkertijd – red.) En daarnaast ook met patiënten met neuropsychiatrische beelden, die dus een neurologische oorzaak hebben, maar zich psychiatrisch uiten. Het is onderdeel van

ons vak. Je krijgt er vanzelf oog voor als je hier lang in zit. Als iemand een psychiatrische voorgeschiedenis heeft, is er bij doorverwijzing lang niet altijd sprake van een psychiatrisch beeld. Je moet soms veel moeite doen om iemand op de juiste behandelplek te krijgen.” De aandoeningen waarmee mensen binnenkomen zijn uiteenlopend. “Een vrouw

was opgenomen met een psychotische ontregeling, zij was al jarenlang bekend met schizofrenie. Bij het bloedprikken bleek dat zij opeens geen nierfunctie meer had, terwijl bij opname er nog niets aan de hand was met de nierfunctie. Zij bleek een enorme tumor in de buik te hebben. Dan is het fijn dat je alle zorg zo in de buurt hebt. >>

REINIER WINTER 2018-2019

23


"ELKE DAG GAAT HET IETSJE BETER MET MIJ" In de kleurige huiskamer met frisse bloemengordijnen wandelt mevrouw Kelder (72), patiënte van kliniek Ouderenpsychiatrie, naar haar eenpersoonskamer. Het is een keurig ingerichte ruimte met wat functionele meubels. Ze ziet er zeer verzorgd uit met pareloorbellen in en ook haar colbert is afgezet met kleine pareltjes. “Mijn man en ik hadden tien modezaken in Limburg, vandaar.” “Ik ben twee jaar geleden naar Vught verhuisd, dichter bij een van mijn dochters. Al snel ging het niet zo goed met mij en een depressie stak weer de kop op. Door de huisarts ben ik hiernaartoe verwezen. Bij de intake in het ziekenhuis werd ik helemaal onderzocht. Nu krijg ik eens per week onder meer een ECT-behandeling (zie kader) voor mijn depressie en ik spreek regelmatig een psychiater. We zijn ook begonnen met medicatie die het positieve effect van de behandeling moet vasthouden. Voor de wond op mijn been ga ik tweemaal per week naar de afdeling dermatologie waar ze mijn abces verzorgen. Regelmatig bespreek ik samen met de dermatoloog het verloop van de wondgenezing. Dat verloopt traag, ook doordat ik in het begin van mijn depressie bijna niet kon of wilde lopen. Op de afdeling stimuleren ze dat ik meer wandel, want dit bevordert het genezingsproces. Nu ik dat meer doe, gaat het ook beter. De reumatoloog stelt de medicatie af als ik klachten heb of bij negatieve bloeduitslagen. De cardioloog richt zich op de behandeling van mijn hartziekte. Onderling hebben de behandelaars ook contact, zeker omdat de psychiater moet weten hoe het een en ander is afgestemd met mijn medicatie en behandeling. De dag wissel ik af met de dagbesteding, bezoekjes aan specialisten en ik spreek regelmatig met de verpleegkundige. Ik merk wel dat het iedere dag een beetje beter met me gaat.”

24

REINIER WINTER 2018-2019

>> Complexe, somatische zorg

De gynaecoloog kon meteen komen. Voor deze mevrouw zou het niet fijn geweest zijn als ze op een afdeling in het algemeen ziekenhuis had gelegen. En voor die afdeling zelf ook niet. Ze zijn er niet op ingericht. Deze vrouw past prima op onze afdeling. Hier komt de psychiatrische zorg ook weer samen met de somatische zorg. Het is wat kleinschaliger op onze afdeling. We proberen wat huislijke sfeer te brengen en we dragen geen witte jassen. Het is minder ziekenhuisachtig”, vertelt Karin. De gemiddelde opnameduur is vijf weken. De ene patiënt verblijft enkele dagen, een ander is een paar maanden op de kliniek. Dit kan te maken hebben met het niet kunnen doorplaatsen van patiënten naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Zo worden er ook wel dementerenden met probleemgedrag

tijdelijk opgenomen op de kliniek om het team van het verpleeghuis te ontlasten. Kan iemand ingesteld worden op medicatie waardoor het probleemgedrag afneemt? Of er wordt een bejegeningsplan opgesteld hoe anders om te gaan met de betreffende patiënt. Vaak komen ze vanuit het verpleeghuis meekijken met het team. “Als we een terminale patiënt op de afdeling hebben, consulteren we het palliatieve team”, vertelt Laura. “Zoals bij die man die in eerste instantie als ernstig depressief werd beschouwd, hij is uiteindelijk hier overleden, dat was zijn wens. We proberen zo de beste, gecombineerde zorg voor onze patiënten te regelen. Dat is best heel intensieve zorg die je moet verlenen, ook aan familie en naasten. We hebben veel positiefs te bieden.”


"ONS DOEL IS DAT ZE WEER PLEZIER IN HET LEVEN KRIJGT" ACUUT VERWARDE OUDEREN Op dit moment heeft de kliniek ouderenpsychiatrie een pilot met de afdeling geriatrie en de verpleeghuizen: een bed voor acuut verwarde ouderen. De afspraak is dat als iemand met acuut ontstane verwardheid aangetroffen wordt door een huisarts of de crisisdienst, waarbij het niet bekend is wat de patiënt heeft gehad van tevoren, dat hij dan eerst wordt ingestuurd naar de spoedeisende hulp in het Jeroen Bosch ziekenhuis. Geriatrie screent of er somatisch iets aan de hand is. Als er van somatiek geen sprake is dan komt de patiënt bij de psychiater terecht voor onderzoek. Binnen enkele dagen is er dan overleg tussen de geriater, de psychiater en de specialist ouderengeneeskunde om te kijken waar de patiënt thuis hoort: is er sprake van een psychiatrische stoornis of heeft de patiënt dementie en kan hij doorgestuurd worden naar een verpleeghuis, of gaat de patiënt terug naar geriatrie omdat er toch iets somatisch aan de hand is.

Liliane Slangen, verpleegkundige, werkt op de kliniek Ouderenpsychiatrie. Hier zijn drie open afdelingen met totaal 32 patiënten voor ‘Opname en diagnostiek’, ook is er een gesloten unit met acht bedden en één bed voor verwarde ouderen (zie kader). Ze kent mevrouw Kelder goed: “Door de verschillende aandoeningen heeft ze te maken met veel specialisten. Het is voor haar dus heel praktisch om hier te zijn. De lijntjes zijn kort. Het uiterlijk is heel belangrijk voor mevrouw. Dus als ze zich niet verzorgt, is dat een teken dat het echt slecht met haar gaat. Nu krijgt ze tegen de reuma medicijnen bijvoorbeeld, waardoor wat vlekken op de huid ontstaan en dat vindt ze heel erg. Daar kan ze moeilijk mee omgaan. Ze neemt dingen heel zwaar op. We ondersteunen haar om daar beter mee om te kunnen gaan. We kijken naar wat ze wél kan. Een arts neemt wekelijks een vragenlijst om depressie vast te stellen af, waaruit kan worden opgemaakt of mevrouw Kelder vooruitgang boekt. En je ziet het ook aan haar, ze verzorgt zich weer, heeft belangstelling voor de omgeving en zin om naar huis te gaan. Ons doel is ook dat ze weer zin en plezier in het leven krijgt en dat ze zelfstandig kan functioneren. Maar eerlijk gezegd heb ik nog geen idee hoe lang dat nog duurt. Haar behandeling is nog niet afgerond. Ze moet haar veranderde stemming vasthouden met een goede dosering medicatie die haar daarin ondersteunt.”

REINIER WINTER 2018-2019

25


Door Gilles Tebrunsvelt

NIEUWS

Hoop; je staat er niet alleen voor! Vier jaar geleden was ik te gast bij de Cliëntenraad en daar kwam toevallig de notitie over de oprichting van een ‘Respijthuis’ aan de orde. Het was vooral de passie van Gerdien Vrielink, waarmee zij over haar Respijthuis-droom sprak, die mij bijgebleven is. Nu, vier jaar later, komt dit ‘Respijthuis’ steeds dichterbij, want niet alleen Gerdien had die droom, maar, misschien wel dankzij die notitie, kwam dit doel ook op het netvlies van het management.

De directieleden en de Raad van Bestuur vinden het belangrijk dat er een respijtvoorziening komt en zij besloten dit project te faciliteren. Reinier van Arkel heeft Chantal van den Bogaert, ervaringsdeskundige bij maatschappelijk steunpunt ‘De

26

REINIER WINTER 2018-2019

Stijl’, voor acht maanden uitgeleend aan de stichting ‘Nex2Next’ om samen met die stichting te onderzoeken hoe een Respijthuis verkregen en in gebruik genomen kan worden. Chantal: “Er is een projectgroep geformeerd samen met Nex2Next. Daar neem ik zitting in samen met drie personen van de Cliëntenraad, een docent van Avans Hogeschool, Caroline Truijens en Suzanne Volker (ervaringsdeskundige). Suzanne is twee maanden geleden gevraagd deel te nemen aan het project. Suzanne: “Wij houden ons vooral bezig met onderzoek in literatuur en onderzoek bij andere Respijthuizen. Daarnaast probeer ik een netwerk op te bouwen met sleutelpersonen met betrekking tot Respijthuizen en de financiële, praktische en psychomedische implicaties”.

NAAR AMERIKA

Chantal en Suzanne zijn, om kennis en ervaring op te doen, naar de Verenigde Staten geweest, omdat daar het fenomeen ‘Respijthuizen’ al een paar decennia bestaat. Het zijn daar de ‘Rose Houses’ en die hebben als motto: “There is hope. You are not alone!” Ieder heeft zijn eigen verhaal: mensen die aan geestelijke gezondheidscrises (overweldigende emotionele stress en/of trauma) hebben blootgestaan, ze hebben die aangepakt en overwonnen en dat keer op keer. Dus er is hoop! Een Rose House en dus ook een Respijthuis is een succesvol alternatief gebleken ten opzichte van opname in een psychiatrisch ziekenhuis of bij een crisisdienst. Het is een methode ontworpen en be-


heerd door ‘peers’ al dan niet bijgestaan door een beroepsdeskundige. Een ‘peer’ is een persoon met zijn of haar eigen ervaringen met psychische aandoeningen, psychiatrische labels, emotionele problemen en/of traumageschiedenis. Deze persoon heeft een aanzienlijke vooruitgang geboekt door te werken aan zijn of haar eigen herstel van een psychische aandoening en wil anderen met een soortgelijke behoefte helpen. Voor het gemak noemen we de ‘peer’ hier een ervaringswerker. Tijdens hun verblijf hebben Chantal en Suzanne vijf dagen in een Rose House in Putnam, Garrison NY gezeten. Suzanne: “In een Rose House wonen maximaal zes gasten en overdag zijn er altijd twee ‘ervaringswerkers’. Er is één nachtdienst en deze draait tevens mee met een 24-uurs crisislijn”. Chantal: “Het huis ligt op een prachtige, prikkelarme omgeving in de schitterende natuur. Omdat het nogal afgelegen is van de stad, is er een ‘auto van de zaak’ en omdat er altijd twee ervaringswerkers aanwezig zijn, kan een van hen dan chaufferen. Wat mij opviel, is dat de ervaringswerkers vooral kijken en zoe-

ken naar mogelijkheden en oplossingen, en daarbij buiten de lijntjes kleuren wanneer dat nodig is. Dit alles onder het motto: ‘Transforming crisis into an opportunity to learn, heal and grow”. Bovendien stralen zij een echte warme hartelijkheid uit. STEUN EN WAARDERING

Een van de kenmerken van een Respijthuis, is, dat tijdens het verblijf van een cliënt de nadruk komt te liggen op waardering en persoonlijke verantwoordelijkheid en niet bij beoordeling en risico-inventarisatie. De mensen worden uitgenodigd zelf met oplossingen te komen. Men heeft de overtuiging dat herstel en groei voor iedereen mogelijk is en er bestaat een visie op zelfbeschikking en wederkerigheid. Daarbij wordt niet uitgegaan van ziekte en beperking. Gasten, die voor kortere of iets langere tijd in een Respijthuis verblijven, worden uitgenodigd bijzondere of moeilijke ervaringen met elkaar en met de ervaringswerkers te delen en betekenis te geven aan ontreddering. Niemand kan het alleen: ieder mens heeft steun nodig van een ander!”

REINIER WINTER 2018-2019

27


Reinier in gesprek met Arjen den Boer

Schrootoorlog: entertainment met een Voordat ik Arjen den Boer bezoek op zijn werkplek in het werkhuis op Zorgpark Voorburg besluit ik nog even zijn expositie te bekijken in de Brandweerkazerne. Het duurt even voor ik doorheb waar ik precies naar kijk. Arjen heeft een wereld gecreëerd voor een bordspel genaamd ‘Schrootoorlog’. Veel verschillende soorten kunstuitingen waaronder muziek nemen je mee die wereld in. Het is me direct duidelijk dat Arjen en zijn werk niet in een hokje te stoppen zijn. In het werkhuis op Zorgpark Voorburg heb ik met de 40-jarige Arjen afgesproken. Arjen: “Met Schrootoorlog ben ik zo’n vijftien jaar geleden begonnen. Ik wilde een spel maken en daaromheen heb ik een verhaal bedacht.” Het verhaal gaat over een vondeling met bijzondere gaven die in een gezin wordt opgenomen en in een (machts)strijd belandt met zijn ‘broer’. De vondeling wordt uiteindelijk koning van het land en schaft de democratie af. Zijn ‘broer’ onderneemt nog een laatste poging het tij te keren. Het verhaal is in een muzikale vorm gegoten. Arjen: “De muziek is een unieke combinatie van rap met progressieve rock en duurt 77 minuten. Naast gezongen en gerapte nummers zijn er gesproken teksten voor een zo compleet mogelijk verhaal en luisterervaring. Als je het verhaal wilt snappen dan kun je de nummers niet los van elkaar beluisteren.” De meeste instrumenten heeft Arjen zelf bespeeld. Echter zonder de medewerking van vriend en collega-muzikant Duko had de CD niet tot stand kunnen komen. Het strategisch bordspel is een klein onderdeel uit het verhaal en kan met twee tot vier personen gespeeld worden. Het is een uitgebreid en tactisch spel, met de nodige humor gemaakt. Arjen: “Het spel is nu af en bevindt zich in de testfase. Samen met vrienden test ik de speelbaarheid en kan ik nog verbeteringen aanbrengen. Hopelijk is er een uitgever die wat ziet in het spel en het op de markt wil brengen. Dat zou echt geweldig zijn.” STABILITEIT

Arjen de Boer volgt dagbesteding bij Reinier van Arkel. Twee dagen per week in het werkhuis en twee dagen per week bij de tuinderij. Hij woont samen met zijn vrouw en

28

REINIER WINTER 2018-2019

zoontje in Vught. Het verhaal van Arjen is bijzonder. Pas toen hij zijn huidige vrouw leerde kennen, is hij gediagnostiseerd met het syndroom van Asperger. Daarvoor was hij op school die jongen die er met de pet naar gooide. Later heeft hij wel verschillende banen gehad, maar was die ook weer snel kwijt. Structuur houden en samenwerken waren moeilijke dingen voor hem. “Of het nu gaat om huiswerk of financiën, ik raakte snel het overzicht kwijt.” Hij herkende zoveel van zichzelf bij zijn vrouw, die dezelfde diagnose heeft, dat hij verder is gaan zoeken. Dit resulteerde erin dat Arjen op 27-jarige leeftijd is gediagnosticeerd met het syndroom van Asperger en onder behandeling en begeleiding bij de ggz kwam. Vanuit de Achterhoek is hij vanwege de liefde verhuisd naar Vught. Nadat Arjen en zijn vrouw eerst allebei in een andere beschermde woonvorm van Reinier van Arkel woonden, zijn ze met begeleiding gaan samenwonen. Inmiddels hebben ze ook een kind mogen ontvangen. Arjen voelt zich rijk met zijn gezin en met de ruimte en vrijheid om muziek en kunst te maken. Hij heeft eindelijk een stabiel leven en dankzij de begeleiding en zijn netwerk blijft hij op dit goede spoor. NABIJE TOEKOMST

Arjen had van jongs af aan een ongebreidelde fantasie en drang om zich creatief te uiten en een grote affiniteit met muziek maken. Bij het nieuwe project, waar hij al mee begonnen is, staat muziek dan ook weer centraal. Deze keer wil Arjen met de muziek meer losse nummers maken: “De idee is dat het een muzikale advent-cd wordt en het verhaal gaat over een jongere met problemen die reist


KUNST EN PSYCHIATRIE Door Erik Welten Foto Marc Bolsius

boodschap in stasis (sciencefictiontaal voor ruststand, red.) naar een rustoord op een andere planeet. Hij kan echter de slaap niet vatten.” Hij vervolgt: “Er zit altijd wel een laagje maatschappijkritiek in de dingen die ik maak. Ik maak me zorgen over de huidige wereld en waar we heengaan. Zowel het nieuwe project als Schrootoorlog spelen zich af in een nabije toekomst die een uitvergroting vormt van de huidige tijd. In Schrootoorlog zijn er nog maar weinig morele kaders. Individualisme en rijkdom staan voorop bij het maken van keuzes door de hoofdrolspelers en dat pakt slecht uit. Maar het ligt er allemaal niet te dik bovenop. Wat ik maak is entertainment met een boodschap.“

Arjen heeft geëxposeerd in de Brandweerkazerne op Zorgpark Voorburg en ook heeft hij in 2018 meegedaan aan de tweede editie van de Art Brut Biënnale in Hengelo. Het werkhuis heeft van 1 april tot 13 mei 2019 een gezamenlijke expositie in de Brandweerkazerne op het Zorgpark Voorburg in Vught.

Informatie over het project ‘Schrootoorlog’ vind je op www.schrootoorlog.nl Via streamingsdiensten zoals Spotify is de muziek van ‘Schrootoorlog’ te beluisteren onder de artiestennaam Konstrukto & Duko.

REINIER WINTER 2018-2019

29


Door Nicole van de Gevel, Ilse van den Eeden en Erik Welten

THEMA

GOEDE ZORG projecten en onderzoeken binnen Reinier van Arkel

4

REINIER ZOMER 2018


Goede zorg leveren, vanuit de beleving van de mensen die een beroep op ons doen. Maar ook vanuit het oogpunt van hun naasten, verwijzers, netwerkpartners en de medewerkers en vrijwilligers die deze zorg dagelijks bieden. Dat is en blijft onze belangrijkste drive de komende jaren. Goede zorg draait niet alleen om effectief behandelen, maar ook om de wijze waarop we dat doen en hoe onze cliënten dat ervaren en om maatschappelijke integratie en verbinding met iedereen die een rol speelt in het leven van cliënten. En: om het faciliteren van het herstelproces van de cliënt.

‘Goede zorg leveren’ is het thema in deze Reinier. Het is onze overtuiging dat ernstige psychische problematiek voorkomen wordt, of de gevolgen verminderd, wanneer tijdig de juiste zorg geboden wordt in de nabijheid van de cliënt. Wat is de juiste en goede zorg en hoe wordt die ervaren door cliënten? Om onze zorg te optimaliseren volgen we de laatste ontwikkelingen op de voet en doen we wetenschappelijk onderzoek. In dit thema treft u een dwarsdoorsnede van huidige projecten en onderzoek bij Reinier van Arkel aan. Die hebben uiteindelijk één gemeenschappelijk doel: een bijdrage leveren aan goede zorg.

STAPPEN BLIJVEN ZETTEN MET STAP Amy Jongkind, verpleegkundig specialist ggz Wat is het STAP - project? STAP, Specialistische Trajecten Aanhoudende Psychose (1), is ontwikkeld door Amy Jongkind. Het is een behandelaanbod voor cliënten waarbij de gangbare antipsychotica niet werken. Deze cliënten worden vaak therapieresistent genoemd. Deze term is echter niet juist aangezien zij vaak nog goed behandeld kunnen worden met Clozapine (2). Met de term ‘aanhoudende psychose’ wordt bedoeld dat de psychose tot dan toe heeft aangehouden en niet volledig kon worden weggenomen. STAP staat symbool voor ‘stappen blijven zetten’. STAP bestaat uit de volgende elementen: 1. De cliënt en zijn naasten zijn onderdeel van het behandelteam (collaborative care). 2. De cliënt wordt gezien als regievoerder en voert zoveel als mogelijk de eigen regie over zijn of haar behandeling ondersteund door de betrokken hulpverlener, familie en naasten. 3. Er wordt in een multidisciplinair team gewerkt; cliënt en familie/naasten worden gezien als onderdeel van het team. Een STAP-verpleegkundige biedt de interventies aan. 4. Het gehele behandeltraject wordt gewerkt met shared decision making (gedeelde besluitvorming)

5. De interventies die worden ingezet zijn bewezen effectief (evidence-based): • behandeling met Clozapine • gezonde leefstijl • lotgenotengroep • training ‘beslissen is mijn keuze’ • training motiverende gespreksvoering voor naasten In 2018 zijn we begonnen met een stapsgewijze invoering van STAP binnen het FACT-team Den Bosch Zuid-Oost. Cliënten, die in aanmerking komen, is gevraagd of zij gebruik wilden maken van interventies uit het STAP-programma. Inmiddels hebben cliënten een begin gemaakt met het maken van een eigen behandelplan. Hiervoor is een hulpmiddel ontwikkeld dat de cliënt helpt eigen doelen SMART te formuleren. Op basis van door de cliënt gekozen doelen, bespreken we wie bij welk doel het beste kan ondersteunen (bijvoorbeeld familie, naastbetrokkenen of hulpverleners). Wat is de meerwaarde van STAP voor de cliënt? Met het STAP-programma bieden we cliënten, die vaak al jaren klachten hebben ondanks behandeling tot dan toe, interventies op een geïntegreerde en methodi-

sche wijze aan. In het STAP-programma worden het medisch model en de herstelvisie gecombineerd. Wij verwachten dat dit zal bijdragen aan symptomatisch en functioneel herstel. De interventies van STAP zijn niet nieuw, maar de methodische aanpak wel. Het STAP-programma is een kwaliteitsverbetering van de huidige zorg met als doel te doen wat we moeten doen; cliënten evidence-based behandelen. Zijn er al resultaten? Cliënten die deelnemen aan STAP zijn tot nu toe positief. Wij denken dat dat komt door het gepersonaliseerde karakter van STAP: de cliënt beslist. AIOS Jelske Dekkers gaat onderzoek doen naar de eerste ervaringen van hulpverleners met STAP binnen dit FACT-team. De bevindingen worden meegenomen in het implementatieplan van STAP in andere FACT-teams. Voetnoten (achtergrond) 1 Reinier no 5, juli 2017, p. 24., gedeelde besluitvorming, hoe ervaren cliënten dat eigenlijk. STAP-programma toegelicht. 2 Reinier no. 6, december 2017, p. 31., clozapinepoli; een behandeling met clozapine is dermate complex dat het thuishoort in de specialistische ggz.

REINIER WINTER 2018-2019

31


GOEDE ZORG

Tekst: Merel van Ommen, voor Reinier bewerkt door Ilse van den Eeden Foto: Duncan de Fay

“DE MENS FUNCTIONEERT IN EEN CONTEXT, EEN DIAGNOSE IS SLECHTS EEN LABEL OM TE BEGRIJPEN WAAROVER WE HET HEBBEN”

Zon of regen, voorspoed of oorlog. Het overkomt ons. Hoe kun je leren leven met datgene wat op je pad komt? Waar ligt de grens tussen lot en verantwoordelijkheid? Elisa van Ee, klinisch psycholoog/ psychotherapeut en onderzoeker bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland, werd gegrepen door de mogelijkheden van wetenschappelijk onderzoek bij de behandeling van gezinnen die zijn geconfronteerd met oorlog en geweld. Het leidde, naast haar behandeltaken, tot een promotieonderzoek en de ontwikkeling van een onderzoekslijn. Haar uitgangspunt is steeds nieuwe behandelinterventies te ontwikkelen voor deze cliënten met een (complexe) posttraumatische stressstoornis en hun gezinnen. GROEI ALS AANJAGER VOOR HERSTEL

Elisa: “Als posttraumatische klachten blijvend zijn, betekent dat niet dat het leven stopt. De klachten die cliënten in behandeling bij het Psychotraumacentrum hebben, zijn een zware en continue belasting voor hen. Aan de ene kant kan ik heel erg goed begrijpen wat er door die belasting gebeurt in het contact tussen ouder en kind. Sinds ik zelf moeder ben geworden, heb ik daar ook in geleerd. Maar aan de andere kant vind ik dat ondanks die belasting je verantwoordelijkheid naar je kind

32

REINIER WINTER 2018-2019

niet stopt: als ouder héb je nu eenmaal die verantwoordelijkheid, de kinderen hebben je nodig. Soms zijn cliënten te ziek, soms geven cliënten te veel op, vanuit de gedachte: ‘Ik ben zo ziek.’ Dat is een dilemma. Als psycholoog moet je ze dan dáár proberen vast te pakken waar ze wél krachtig in zijn. Soms lukt dat niet. Dan is het de vraag: wat kan er nog wél in dit gezin en wat niet? Dat is óók een dilemma. Ik vind het mooi om altijd het werken naar herstel als uitgangspunt te nemen. Voor ouders is het kind enorm belangrijk: waar zit ruimte om ouders te laten groeien, zodat zij kunnen zorgdragen voor hun eigen kinderen? Het gaat vaak beetje bij beetje, maar die groei kan hen uiteindelijk heel veel kracht geven en dat jaagt vervolgens het herstel aan.” “Een belangrijk kantelpunt voor cliënten is, denk ik, de verzoening met het feit dat je als ouder verantwoordelijkheid hebt, maar daar niet volmaakt in zult zijn. Momenten van falen zijn onvermijdelijk en dat hoeft niet erg te zijn - als je op andere momenten de verantwoordelijkheid maar wél goed kunt pakken. Als het gaat om ouders met oorlogstrauma’s, gaat het ook nog over iets anders: de verzoening met het feit dat de posttraumatische klachten er zijn, maar dat dat niet betekent dat het leven stopt. Je moet verder. Mét je kinderen.”

DE IMPACT VAN ERVARINGEN UIT HET VERLEDEN OP HET HIER EN NU VAN HET GEZIN

De traumatische ervaringen van oorlog of geweld zijn van invloed op het gezin. “Vaak gaat het binnen het gezin continu over ambivalentie en conflict. De oorlog is verleden tijd, maar de ouders leven er nog steeds in. Dat vind ik altijd heel schrijnend om te zien. Aan de ene kant willen ouders dat hun kind het anders – beter – heeft. Maar aan de andere kant kunnen zij de oorlogservaringen niet loslaten. Ze willen bijvoorbeeld graag dat hun kind het heel goed doet en goedmaakt wat zij zelf niet hebben gehad. Dat belast het kind. Veel ouders hebben niet goed door hoe voelbaar de zwaarte van oorlog of geweld is voor kinderen; het is niet intentioneel. Deze onbewuste ballast wordt vaak niet uitgesproken, terwijl ze natuurlijk wél van alles betekenen in de dynamiek. Kijk maar naar je eigen gezin. Daar bestaan ook allerlei patronen waaraan alle gezinsleden meedoen. Vaak kun je pas als je daar uitstapt – bijvoorbeeld door in therapie te gaan – je afvragen of het allemaal wel gaat zoals je zou willen en hoe die dynamiek in het gezin je heeft gevormd.” DURVEN VERTROUWEN, ZORGEN EN LOSLATEN

In de psychotherapeutische behandeling komt het erop aan dat je heel erg goed in contact moet kunnen zijn met de cliënt én


Elisa van Ee Dr. Mr. Elisa van Ee is werkzaam als klinisch psycholoog, psychotherapeut bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland en wetenschappelijk hoofd van de onderzoekslijn Trauma en herstel bij Reinier van Arkel. Daarnaast is zij als hoofdopleider psychotherapie en onderzoeker verbonden aan de Stichting Psychologische vervolgOpleidingen Nijmegen en het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW) en is zij jurist.

tegelijkertijd met jezelf. Wat gebeurt er ook bij mij? Dat vraagt natuurlijk heel veel van iemand. Het is een leerproces dat eigenlijk nooit ‘af’ is. Als therapeut ben je medeverantwoordelijk voor het herstel van de cliënt. Ook als er iets niet goed gaat – bijvoorbeeld in het geval van (een poging tot) suïcide of als een cliënt ontregelt op een manier die tot schade leidt. Het is als therapeut een voortdurende zoektocht naar het vertrouwen dat iemand aan het herstellen is en tegelijkertijd ruimte krijgt om te vallen en weer op te staan. Tegelijkertijd moet je ook rekening houden met risico’s en bijvoorbeeld de belangen van een kind, dat zorg en aandacht nodig heeft. Hoeveel ruimte is dan acceptabel? Wanneer laat je iemand gaan? Wanneer neem je iemand op – ook al weet je dat dat een lapmiddel is? Het is soms een strijd: je moet durven vertrouwen op je eigen oordeel, zorgen en ook weer los kunnen laten.” BEHANDELEN IN DE CONTEXT OM COMPLEXE PROBLEMATIEK EFFECTIEF AAN TE PAKKEN

Binnen het vakgebied van de psychotherapie is momenteel een discussie gaande over evidence-based traumagericht werken versus deze interventies integreren binnen een persoonsgerichte benadering. Die discussie splijt ons werkveld en is be-

hoorlijk zwart-wit. Ik denk dat er een grote groep cliënten is die heel erg profiteert van EMDR of imaginaire exposure. Maar aan de andere kant zie ik cliënten die daar niet genoeg aan hebben. Het gaat in die gevallen niet alleen over PTSS-klachten, maar ook over de vraag: hoe leef ik mijn leven? Hoe heb ik nog vertrouwen in de mensheid? En wat als die klachten blijven? Als psycholoog kun je iemand dan helpen bij het vinden van een manier van functioneren, een tevredenheid met het leven. De discussie kan maken dat de getraumatiseerde mens wordt gereduceerd tot PTSS-symptomen. De mens functioneert in een context, een diagnose is slechts een label om te begrijpen waarover we het hebben. Therapeuten zijn over het algemeen symptoom- en dus individugericht. Dat tekent zich bijvoorbeeld af in gescheiden zorgafdelingen en zorgkaders voor volwassenen en jeugd. Zodra de behandeling complexer wordt, blijkt het binnen ons Nederlandse zorgsysteem heel ingewikkeld om holistisch en afdelingsoverschrijdend te kijken. Ik geloof oprecht dat als de problematiek complexer wordt, we des te meer moeten investeren in de therapeutische relatie als fundament van de behandeling en we daarvoor moeten kijken naar de persoon in zijn context. Op dat fundament kunnen onze evidence-based methodes vorm krij-

gen, gericht op symptomen én functioneren, zodat complexe problematiek ook effectief behandeld kan worden.”

Onderzoekslijn Trauma en herstel Deze onderzoekslijn omvat onderzoek naar diagnostiek en behandeling van trauma en traumagerelateerde problematiek, gericht op herstel van symptomen en functioneren, zodat het vermogen van getraumatiseerde cliënten om met de fysieke emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan, versterkt wordt. Er is specifiek aandacht voor de complexe interactie tussen traumasymptomen en systemische en contextuele factoren. De onderzoekslijn wil vanuit therapeutisch perspectief een bijdrage leveren aan kennis en kunde rondom de inbedding van interventies binnen de context van trauma, systeem en maatschappij.

Dit artikel is in oorspronkelijke vorm verschenen in BIGmagazine een uitgave van SPON/RadboudCSW Nijmegen.

REINIER WINTER 2018-2019

33


GOEDE ZORG

VROEGTIJDIGE SIGNALERING EN BEHANDELING VAN PERSOONLIJKHEIDSPROBLEMEN BIJ KINDEREN EN JONGEREN Paul van der Heijden

VROEGTIJDIGE HERKENNING

Bij Reinier van Arkel willen we ernstige psychische aandoeningen voorkomen. Psychische stoornissen ontstaan meestal voor het 25e levensjaar en het is bekend dat behandelingen beter werken naarmate we er sneller bij zijn. Dit geldt voor vrijwel alle psychische stoornissen en in het bijzonder voor persoonlijkheidsstoornissen zoals de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Om deze reden zijn we een groot project gestart om cliënten met een kwetsbare persoonlijkheid vroegtijdig te leren kennen en te ondersteunen. Aan jongeren van 12 tot 24 jaar vragen we tijdens de intake een aantal vragenlijsten in te vullen over hun karakter, de manier waarop zij naar zichzelf kijken en naar belangrijke ervaringen in hun leven. Op deze manier krijgen we beter zicht op hun kwetsbaarheden en kunnen we sneller de best passende behandeling aanbieden. Omdat vroegtijdige signalering naast helpend soms ook als stigmatiserend kan worden ervaren, kiezen we ervoor de persoonlijkheid op een persoonlijke, genuanceerde manier in kaart te brengen. We houden daarbij rekening met biologische factoren, zoals het temperament, psychologische factoren zoals de hechting aan ouders en bijvoorbeeld of je anderen gemakkelijk kunt vertrouwen. We gaan ook

34

REINIER WINTER 2018-2019

in op het levensverhaal van jongeren en belangrijke gebeurtenissen daarin. We kijken vooral hoe jongeren met hun emoties omgaan en hoe zij in hun leven staan. Deze visie draagt bij aan een respectvolle en persoonlijke beeldvorming, omdat het uitgaat van de unieke ontwikkeling van iedere jongere. Het geeft zicht op sterke en kwetsbare kanten van jongeren en het biedt aanknopingspunten voor verandering. APOLO

Er is wetenschappelijk onderzoek gekoppeld aan dit project waarbij de persoonlijkheidsontwikkeling van jongeren over een langere tijd gevolgd wordt. Dit onderzoek, APOLO (Adolescenten en hun Per-

Noortje van Ballegooij: “Toen ik met mijn blik als ervaringsdeskundige door middel van een interview werd meegenomen in het APOLO-onderzoek, was ik laaiend enthousiast. Allereerst vind ik het er prachtig te zien dat er

soonlijkheidsOntwikkeling, een Longitudinaal Onderzoek) wordt vormgegeven in samenwerking met het Vincent van Gogh Instituut en Universiteit Utrecht. Meer informatie: www.uu.nl/onderzoek/ apolo/onderzoek VIBE

Tegelijk met het initiatief om kwetsbaarheden vroegtijdig te signaleren, hebben we ook een initiatief opgepakt voor vroegtijdige behandeling. Jongeren die wij als kwetsbaar beschouwen voor het ontwikkelen van bijvoorbeeld borderlineproblematiek kunnen deelnemen aan het VIBEprogramma. VIBE (Vroege Interventie Borderline- en Emotieregulatiestoornissen) is

nu meer gekeken wordt naar de persoon zelf en minder naar de diagnoses. Als cliënt krijg je al snel een label, ik weet ook dat persoonlijkheidsstoornissen vaak erg negatief gelabeld worden. Vaak wordt gedacht dat iedereen met

een borderlinepersoonlijkheidsstoornis manipulatief is. Het is naar mijn mening belangrijk te kijken naar de mens, want naast psychisch kwetsbaar, zal deze persoon altijd mens blijven. Ook het feit dat er


een kortdurende behandeling voor kinderen en adolescenten (12-23 jaar) die problemen ervaren in het omgaan met hun gevoelens en die vastlopen in contacten met andere jongeren of hun ouders. Binnen het behandelprogramma wordt individuele psychotherapie aangeboden, indien nodig begeleiding in het dagelijks functioneren, gezinsgesprekken en soms ook medicatie. De kracht van dit programma is dat alle interventies worden vormgegeven door ĂŠĂŠn team vanuit een zelfde visie op de problematiek. De individuele therapie binnen het VIBE-programma is gebaseerd op schematherapie. Met schematherapie richt men zich op onderliggende, negatieve patronen in voelen, denken en doen van de jongere. Deze patronen wor-

eerder onderzocht wordt of kinderen en jongeren een kwetsbare persoonlijkheid hebben, vind ik erg positief. Voorheen werd hier te laat naar gekeken, vind ik. Zoals Laurien, Paul en Ben (1) zelf al zeggen; hoe

den schema’s genoemd en ontstaan als er tijdens de kinderjaren om een of andere reden niet is voldaan aan een van de basisbehoeften. Door jongeren en hun ouders vroegtijdig te helpen deze negatieve patronen bij te stellen kunnen we bijdragen aan een gezonde ontwikkeling en hopen we de kans op ernstige problemen te voorkomen. Meer informatie: www.adolescentenpsychiatrie.nl

eerder je erbij bent, hoe beter. (Laurien Willems-Passtoors, Ben Baaijens en Paul van der Heijden zijn betrokken bij het APOLO-project) Noortje stelt zich voor op pagina 16.

Paul van der Heijden is klinisch psycholoog, wetenschappelijk onderzoeker en opleider psychologen

REINIER WINTER 2018-2019

35


GOEDE ZORG

FARMACOTHERAPEUTISCHE ZORG VERBETEREN VOOR CLIËNTEN MET ERNSTIGE PSYCHISCHE AANDOENINGEN Rob Weijts, verpleegkundig specialist ggz

Bij het FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) behandelen we cliënten met ernstige psychische aandoeningen. Deze cliënten hebben problemen op meerdere levensgebieden en gebruiken doorgaans meerdere soorten medicatie. Dit kan voor problemen zorgen. Rob Weijts deed onderzoek en ontwikkelde een behandelmodel met als doel de farmacotherapeutische zorg voor deze doelgroep te verbeteren. POLYFARMACIE

Polyfarmacie komt vaak voor bij mensen met een ernstige psychische aandoening (1). Deze mensen gebruiken doorgaans meerdere soorten medicijnen tegelijk. Als iemand gedurende langere tijd vijf of meer verschillende soorten geneesmiddelen tegelijk gebruikt, heet dat polyfarmacie. Polyfarmacie kan voor problemen zorgen. Er ontstaan combinaties van medicijnen die niet bij elkaar passen, bijvoorbeeld combinaties van verschillende antipsychotica, benzodiazepines of antidepressiva (2). De verschillende medicijnen kunnen elkaar tegenwerken of versterken. Dit risico wordt nog groter als geneesmiddelen voorgeschreven worden door verschillende specialisten. Zij weten vaak niet van

36

REINIER WINTER 2018-2019

elkaar welke medicijnen zij voorschrijven. De dossiers van deze cliënten geven doorgaans geen duidelijkheid, het is dikwijls niet terug te vinden wat de overweging was om een bepaald medicijn voor te schrijven of te staken. Bij deze cliënten komt ook onderbehandeling voor (3). Cliënten die sinds jaren twee soorten antipsychotica krijgen, maar niet klachtenvrij zijn, moeten volgens protocol worden ingesteld op een ander antipsychoticum (4). Psychofarmaca kennen allerlei (somatische) bijwerkingen (5) die bij psychiaters bekend zijn. Ze zijn vaak tijdelijk van aard. Soms zien we ook ernstige bijwerkingen. Om deze op tijd te herkennen is de nodige farmacologische kennis noodzakelijk (6). SOMATISCHE SCREENING

Cliënten die in behandeling zijn bij het FACT-team krijgen jaarlijks een somatische screening (7). Tijdens deze screening wordt ook gekeken naar de medicatie die cliënten gebruiken. Dit gebeurt echter niet volgens een richtlijn (8). Een medicatiebeoordeling moet volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd jaarlijks volgens een richtlijn (methode) worden beoordeeld (9).

BEHANDELMODEL

In dit onderzoek heb ik me toegelegd op het vinden van een passende methode voor het verbeteren van de farmacologische zorg. Dit resulteerde in een behandelmodel waar de systematische medicatiecontrole een vast onderdeel is van de somatische screening. Belangrijke elementen van dit model zijn een optimale samenwerking tussen de verschillende specialismen (collaborative care) en gedeelde besluitvorming in het medicatieproces. Het medicatiegebruik wordt volgens de STRIP-methode systematisch, in samenwerking met de cliënt besproken en geëvalueerd. WAT IS DE MEERWAARDE VAN DIT ONDERZOEK VOOR CLIËNTEN?

Dit onderzoek laat zien dat somatische problematiek bij ambulante psychiatrische cliënten substantiële co-morbiditeit oplevert, en goed kan worden onderkend in een screening. In de praktijk vinden we bij cliënten vooral afwijkingen van de BMI en de bloeddruk, bijwerkingen vaak veroorzaakt door jarenlang gebruik van medicatie. Door de somatische screening te combineren met een medicatiereview is het mogelijk de risico’s op polyfarmacie te verminderen en wat te doen aan mogelijke bijwerkingen.


De medicatiecontrole kan het best door een verpleegkundig specialist ggz worden uitgevoerd. De verpleegkundig specialist ggz heeft hier meer tijd voor in vergelijking met de (arts) psychiaters (10, 11). Ook blijkt dat de verpleegkundig specialist de zorg bovendien veiliger, efficiënter, cliëntgericht en toegankelijker maakt. Hierdoor is het bijna logisch de verpleegkundig specialist ggz als coördinator van een medicatiebeoordeling bij cliënten met een ernstige psychische aandoening in te zetten. Hierbij is de verwachting dat het ontwikkelde model efficiënt wordt gehanteerd en voldoende is geborgd. Dit zal naar verwachting leiden tot een beter behandelresultaat, een betere continuïteit van zorg en een grotere tevredenheid bij cliënten.

ties/richtlijn-voor-het-gebruik-van-clozapine/5. Beljaarts & Naarding, 2013 4. Naarding, P., Beers, E., Birkenhäger, T., Batelaan, N., Boer, K. d., Haarman, B., Vinkers, C. (2015). Molemans Praktische Psychofarmacologie. Houten: Prelum medische media. Landelijke richtlijn Psychiatrie Nederland, 2016 5. Verduijn, M., Leendertse, A., Moeselaar, A., Niek, N. d., & Marum, R. (2013). Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Utrecht: Huisarts & Wetenschap. IGZ 2015 6. Vulto, M., & Vianen, G. (2009). Toekomstige behoefte verpleegkundig specialisten bij somatische aandoeningen. Utrecht: Drukkerij Dipas, Zoetermeer.

7. Wallenburg, I., Bont, A. d., Janssen, M., Kelder, M., Schouten, S., Knitel, A., Postma, E. (2015). De rol van de Verpleegkundig Specialist en de Physician Assistant in de zorg. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.

STAND VAN ZAKEN

Op dit moment denken we na hoe dit behandelmodel geïmplementeerd kan worden in de huidige zorg. In een volgende Reinier hoop ik verslag te kunnen doen van de eerste ervaringen en bevindingen. LITERATUUR

1. Delespaul, P., Haan, L. d., Hoof, F. v., Gaag, F. v., Keet, R., Kroon, H., . Wiersma, D. (2013). Consensusgroep EPA. Tijdschrift psychiatrie, 299-306. 2. Sterrenburg-van de Nieuwegiessen, C., Loonen, A., & Bakker, J. (2000). Polyfarmacie en irrationele combinaties van psychofarmaca bij verblijfspatiënten in het apz: kunstfout of onvermijdelijk? tijdschrift voor psychiatrie 42, 565574]. Lahti, et al., 2012 3. Dijk, D. v., Cohen, D., Bogers, J., Schulte, R., Bakker, B., Arends, J., Jongkind, A. (2012, januari 1). https:// www.clozapinepluswerkgroep.nl/publicaties/richtlijn-voor-het-gebruikvan-clozapine/. Opge-haald van Clozapine Plus werkgroep: https://www. clozapinepluswerkgroep.nl/publica-

REINIER WINTER 2018-2019

37


GOEDE ZORG

IMPLEMENTATIEONDERZOEK ACTIVE RECOVERY TRIAD (ART)

De laatste jaren zijn er veel ontwikkelingen en vernieuwingen ingezet in de geestelijke gezondheidszorg. In deze ontwikkelingen bleef de groep cliënten, bij wie het herstel in de langdurige psychiatrische zorg is gestagneerd, onderbelicht. Het Active Recovery Triad (ART)-model beoogt de kwaliteit van zorg voor deze groep cliënten te verbeteren. Centraal in dit model staat de triade: de cliënt, naasten en de hulpverleners. Hier wordt gefocust op het op gang brengen van het herstelproces. Er wordt gewerkt met een monitor waardoor vakinhoudelijke, organisatorische en bouwkundige kenmerken van het ART-concept in kaart gebracht kunnen worden. De ARTmonitor meet de kwaliteit en betrouwbaarheid van het model waarin ART-zorg wordt geboden. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN

De probleemstelling die de basis vormt van dit onderzoek luidt als volgt: Wat is er nodig om ART modelgetrouw te implementeren en hoe kan worden vastgesteld in hoeverre ART modelgetrouw wordt uitgevoerd?

38

REINIER WINTER 2018-2019

Deelvragen: 1. Is de ART-monitor valide als indicator voor de mate waarin ART is gerealiseerd? 2. Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren bij het implementeren van ART? PLAN VAN AANPAK

Aan dit onderzoek werken 13 ggz-instellingen mee. Er worden audits gedaan op basis van de ART-monitor, waarna de uitkomsten worden teruggekoppeld aan de afdelingen. De audits en de terugkoppelingen geven inzicht in de validiteit van de ART-monitor. Ook komen tijdens de terugkoppelingen bevorderende en belemmerende factoren bij het implementeren van ART naar voren. Daarnaast worden er interviews gehouden met betrokken stakeholders om verschillende ervaringen met het werken met ART in kaart te brengen. Ten slotte zijn er intervisiebijeenkomsten met auditoren, waarin stilgestaan wordt bij het gebruik van de ART-monitor. Om de monitor in te zetten als meetinstrument voor de mate van de implementatie van ART, moe-

ten zowel de betrouwbaarheid als de validiteit van de monitor worden vastgesteld. Reinier van Arkel is een van de 13 ggz-instellingen die meedoet aan dit onderzoek. Bij Beschermd Wonen is gestart met de ART-methode. De afkorting ART vertalen zij als Actief heRstel in de Triade. Het is ontwikkeld om het herstel van mensen weer op gang te brengen door hen een duidelijke stempel te laten drukken op het eigen zorgproces, met de hulp van familie, naasten en professionals. Reinier ging in gesprek met Inge Goverde, behandelaar, en Denny van Boxtel, teammanager, over wat ART betekent voor de beschermde woonvormen. Zie pagina 44.


GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG. EEN EXTRA UITDAGING? Doris Verwijmeren, arts-assistent en arts-onderzoeker bij Herlaarhof

Shared decision making staat voor ‘gedeelde besluitvorming’. Het is een proces waarin cliënten samen met hun behandelaar (grote én kleine) beslissingen nemen over behandel- en gezondheidsdoelen tijdens het diagnostisch en behandeltraject. Wat is het belang van gezamenlijke besluitvorming, hoe ervaren cliënten deze vorm van samenwerken met hun behandelaar? Doris Verwijmeren doet momenteel literatuuronderzoek naar wat gezamenlijke besluitvorming nou juist zo uitdagend maakt in de geestelijke gezondheidszorg. ‘Why shared decision making is more challenging in mental health’. HET BELANG VAN GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING

Als cliënten meedenken in bijvoorbeeld de keuze tussen verschillende behandelopties, en samen met de behandelaar een keuze maken die bij hun normen, waarden en levensstijl past, dan is de therapievorm vaak prettiger voor de cliënt en minder moeilijk vol te houden. Daarnaast is het voor het vertrouwen tussen cliënt en hulpverlener belangrijk dat de hulpverlener de cliënt actief betrekt in alle stappen, zijn/haar mening hoort en op waarde schat. In de psychiatrie worden vaak hele

persoonlijke en moeilijke onderwerp besproken, waarbij vertrouwen belangrijk is. WAAROM IS GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING ‘EXTRA UITDAGEND IN DE PSYCHIATRIE?

Gezamenlijke besluitvorming in de psychiatrie is extra uitdagend als je het vergelijkt met de lichamelijke gezondheidszorg. In de psychiatrie speelt de mate van wilsbekwaamheid vaak mee, bijvoorbeeld als een cliënt een psychose heeft, of erg depressief is. Soms kunnen cliënten in dit soort omstandigheden bepaalde keuzes niet meer zelf maken, of erin meedenken. Het kan zelfs nodig zijn de cliënt tegen zijn of haar wil op te nemen of te behandelen. Maar juist dan is het een uitdaging de cliënt in andere, kleine keuzes, wel mee te laten denken, zonder de veiligheid in gevaar te brengen. Daarnaast is het door sommige symptomen van psychiatrische ziekten, zoals concentratiestoornissen of ernstige vermoeidheid, soms lastig voor cliënten om actief mee te denken. HOE VER ZIJN WE MET SHARED DECISION MAKING IN DE GGZ? WAT MOET ER NOG GEBEUREN?

Shared decision making staat sterk in de belangstelling in de geestelijke gezondheidszorg. Ook bij Reinier van Arkel is er

in toenemende mate aandacht voor gedeelde besluitvorming. Er worden bijvoorbeeld presentaties gegeven in behandelteams en in de opleidingen. En door cliënten is er een cursus ‘gezamenlijke besluitvormig’ gemaakt voor cliënten. In vergelijking met de somatische gezondheidszorg is er in de ggz nog weinig onderzoek gedaan. Er moet nog veel gebeuren op dit gebied. Onderzoek naar non-verbale communicatie in de spreekkamer kan heel waardevol zijn, non-verbale communicatie speelt een grote rol in gezamenlijke besluitvorming. Onderzoek naar implementatie en toepassing van shared decision making in de praktijk verdient ook aandacht. Hoe kunnen we dat verder verbeteren? Wat is nodig om tot een optimale uitvoering in de praktijk te komen? Opnemen in richtlijnen en/of inpassen in curricula van opleidingen zijn hiervan mogelijke voorbeelden. Van de uitvoering van mijn onderzoek gaat de cliënt in de praktijk niet zoveel merken omdat het literatuuronderzoek is. Maar alles draagt bij en ik hoop dat de cliënt, door alle ontwikkelingen, steeds meer ruimte gaat ervaren in het meedenken in alle mogelijkheden, klein of groot, van het behandelproces.

REINIER WINTER 2018-2019

39


GOEDE ZORG

Tekst Ilse van den Eeden Foto Nuray Sahin

WERKZAME FACTOREN HIGH & INTENSIVE CARE - JEUGD

Een psychiatrische stoornis kan zo heftig zijn dat er een acute psychiatrische situatie ontstaat, die het leven van een jongere en zijn of haar naasten totaal ontregelt. In dat geval kan acuut hulp nodig zijn. Als het niet (langer) mogelijk is deze hulp in de thuissituatie van de jongere aan te bieden, kan een kortdurende opname op een High & Intensive Care (HIC) volgen. Herlaarhof, specialistisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, startte in 2017 met een HIC-afdeling voor jeugdigen. Anne Pelzer, toen nog arts-assistent in opleiding, was vanaf de start nauw betrokken bij de transformatie van de gesloten opname-afdeling tot HIC. Anne: “De werkwijze verschilt fundamenteel van hoe we voorheen werkten in de kliniek. Uitgangspunt van het HIC-gedachtegoed is dat de opname van de jeugdige een intermezzo is. Een intermezzo gericht op herstel zodat de jongere zo snel mogelijk weer kan participeren in de eigen omgeving. Een opname op zich is in onze optiek niet helend; we kijken naar wat de jeugdige en zijn omgeving nodig hebben om thuis verder te kunnen. We bieden herstelondersteunende zorg waarbij we zoveel mogelijk eigen regie geven aan de jeugdige en contact en een gastvrije bejegening de basis vormen van de behandeling.” UITGANGSPUNTEN HIC-AANPAK

In de HIC-aanpak staan eigen regie en contact maken centraal in de behandeling. “Beheersing is geen onderdeel van herstel. Wij controleren de jeugdigen op

40

REINIER WINTER 2018-2019

de HIC in principe dan ook niet, niet wanneer ze worden opgenomen maar ook niet op de afdeling zelf, er zijn bijvoorbeeld geen camera’s. Zolang geen sprake is van een gestoorde realiteitswaarneming kunnen jeugdigen eigen verantwoordelijkheid nemen op het moment dat wij ze deze ook geven. We geven vertrouwen en luisteren,” aldus Anne. Een ander uitgangspunt is dat een verblijf op de High & Intensive Care kortdurend is. “De jongeren die we opnemen verkeren vaak in onrustige, onstabiele situaties. We maken naar verwijzers, jeugdigen en ouders direct heel duidelijk waarvoor we zijn en dat is om herstel thuis weer mogelijk te maken. Het systeem van de jeugdige is tijdens de opname dan ook intensief betrokken, zodra het kan gaat de jeugdige vanuit de HIC op therapeutisch verlof. Ook worden mentoren ingezet om in de thuissituatie coaching te kunnen bieden. Zo nodig worden intensieve ambulante behandelmogelijkheden zoals Intensieve Home Treatment en Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding aangeboden na een opname op de HIC.” In vergelijking met de opnameafdeling van voorheen, levert de HIC-jeugd in de eerste twee jaar tot een forse reductie van de opnameduur en forse vermindering van dwang & drangmaatregelen. Was de gemiddelde opnameduur in 2015 nog 60 dagen, sinds maart 2018 is deze teruggebracht tot minder dan 20 dagen. Het aantal gestarte separaties in 2015 bedroeg 44, in 2018 waren dit er 7. De verkorting van de opnameduur betekent ook dat meer jeugdigen gedurende het jaar gebruik kunnen maken van de HIC, tegelijkertijd is het

aantal heropnames (cliënt die een tweede keer of vaker terugkeert) verminderd. ONDERZOEK

Het behandelen volgens de HIC-aanpak is nog relatief nieuw. Het HIC-model voor volwassenen werd in 2013 geïntroduceerd door o.a. Tom van Mierlo en Frits Bovenberg. In 2017 is het vertaald naar een werkwijze die geschikt is voor adolescenten (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie). “De behandelmethodiek van HIC-jeugd is nog volop in ontwikkeling,” vertelt Anne. “Het is dan ook van belang om elementen waarvan wij denken dat ze werken ook te toetsen bij de jeugdigen en hun ouders of opvoeders zelf. Het leidde tot de opzet van een multicenter-onderzoek naar werkzame factoren van kortdurende psychiatrische crisisopnames in samenwerking met de instellingen De Bascule (Amsterdam) en Karakter (Nijmegen), die vanuit eenzelfde HIC-visie werken. Aan het onderzoek namen 30 kind-oudersystemen deel, wat resulteerde in totaal 47 interviews. Ze vulden een vragenlijst met gesloten vragen in en beantwoordden open vragen. In de geslotenvragenlijst scoorden jeugdigen op een 5-punts Likertschaal diverse opname-elementen zoals ‘voelde je je begrepen’, ‘heb je het gevoel gehad dat je eigen regie/invloed had op het proces naar herstel’ en ‘de geboden structuur was helpend’. Ook is gevraagd of jeugdigen na een opname op de HIC in staat waren om de bereikte veranderingen in de eigen omgeving vast te houden en of zij het sociaal/maatschappelijk functioneren weer konden opbouwen.


WERKZAME FACTOREN

Uitkomstmaat

Variabelen met significante relatie

Fisher's exact test

df

S13 doelen bereiken

S4* vertrouwen in behandelaren en behandeling

22,95

16

S9** passende vrijheden

23,347

16

S10** de-escalerend werken

24,821

16

S12* voldoen aan verwachtingen

21,78

16

O2* benadering

15,604

16

O3** welkom voelen

19,43

16

O5** sfeer

17,241

16

O6C** geleerde vaardigheden in het omgaan met

13,829

16

crisissituaties of preventie hiervan 22,816

16

S14 verandering kun- S10* de-escalerend werken

nen vasthouden

S12* voldoen aan verwachtingen

21,082

16

S15* opbouw sociaal/maatschappelijk functioneren

23,646

16

S15 opbouw sociaal/

S14* verandering kunnen vasthouden

23,646

16

O2** benadering

17,132

16

O5** sfeer

16,833

16

maatschappelijk functioneren

df= degrees of freedom (vrijheidsgraad), *= p < 0,05, **= p <0,01

Tabel 1: Significante associaties tussen variabelen en uitkomstmaten.

Diverse opname-factoren blijken significant van invloed te zijn op het behalen van doelen tijdens opname, het vasthouden van veranderingen na ontslag en het kunnen opbouwen van het sociaalmaatschappelijk functioneren na ontslag (Tabel 1). Analyse van de onderzoeksresultaten tussen de instellingen laat zien dat behoud van behandeleffect, zelfvertrouwen van de deelnemers aan het onderzoek en bijdrage van het uiterlijk van de afdeling aan behandeling significant verschillen. Vaders en moeders voelen zich meer begrepen en hebben meer vertrouwen in zichzelf dan jongeren. Een groot deel van de jongeren maakt een positieve opmerking over leren omgaan met emoties en/of life events tijdens opname. Geconcludeerd kan worden dat er diverse factoren zijn die significant bijdragen aan een (duurzaam) effectief behandelresultaat op een HIC-Jeugd. Ook toont het onderzoek aan dat daar waar na een HIC-opname de mogelijkheid bestaat om intensieve ambulante thuisbegeleiding in te zetten, het behouden behandeleffect groter is. Anne: “Het is zaak om met elkaar, bij voorkeur landelijk, te komen tot een gedeelde visie op de High & Intensieve Care voor jeugdigen en de resultaten met elkaar te monitoren. Een visie betekent overigens niet een one-size fits all model; het is zaak de behoeften van de jeugdige en ouders als uitgangpunt van het herstel te blijven zien. Verder onderzoek is noodzakelijk om de ervaringen uit de praktijk wetenschappelijk verder te onderbouwen.�

De resultaten van het multicenter-onderzoek werden eerder dit jaar gepubliceerd in een poster tijdens het NvvPcongres en in een artikel in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Het onderzoek is uitgevoerd door Drs. A. Pelzer, Dr. P. Herpers, Drs. J. Steenmeijer, Prof. Dr. W. Staal, Dr. K. Grootens, Dr. G. van Lankveld.

2016 REINIERREINIER WINTERJULI 2018-2019

27 41


GOEDE ZORG

EEN BREDERE KIJK OP GEZONDHEID Marlies de Groot, GZ-psycholoog in opleiding tot specialist

Als je in behandeling bent in de geesONDERZOEK telijke gezondheidszorg krijg je te In het onderzoek ‘de relatie tussen maken met ROM, Routine Outcome klachtvermindering en verbetering in Monitoring. Kort gezegd zijn dit de het sociaal-maatschappelijk functivragenlijsten die cliënten invuloneren’ worden deze vragenlijsLichaamsfuncties len aan het begin, tijdens en ten geanalyseerd om inzichtelijk aan het einde van de behante maken: Dagelijks functioneren deling. Met de uitkomsten • of en hoeveel van onze Mentaal welbevinden kun je zien wat het effect cliënten verbeteren in het is van de behandeling. Sasociaal-maatschappelijkmen met de behandelaar functioneren tijdens hun kun je bepalen of en hoe de behandeling; behandeling voorgezet moet • wat het verband is tussen Kwaliteit van leven Zingeving worden. hun klachten en het sociaalLang werd gedacht dat het volmaatschappelijk functioneren. doende was om gedurende de behandeling alleen te meten of iemands We willen weten wat het verband Sociaal maatschappelijk participeren klachten afnamen. Maar, wat voor inis tussen de hoeveelheid klachten die zichten levert het op als ook het sociaaliemand ervaart en de mate van sociaalmaatschappelijk functioneren van cliënmaatschappelijk functioneren. Nemen de ten in kaart wordt gebracht? klachten eerst af en heeft iemand daardoor meer energie om het huishouden te POSITIEVE GEZONDHEID doen? Of is het omgekeerd? Lukt het deze Gezondheid is namelijk meer dan alleen persoon beter voor zichzelf te zorgen en van leven’. Een van de dimensies is ´sohet ontbreken van klachten. Herstellen voelt hij of zij zich daardoor minder somber? ciaal-maatschappelijk functioneren’. Hiervan een psychische aandoening betemee wordt onder andere bedoeld: zorgen kent bijvoorbeeld ook het behalen van Met de inzichten die we door dit ondervoor jezelf, kunnen werken, omgaan met individuele (herstel)doelen: weer tevreden zoek opdoen, kunnen we in de toekomst tijd en met geld. zijn met de manier waarop je voor jezelf beter aansluiten bij de hulpvraag van cliSOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE VRAGENLIJST zorgt, of dat het je weer lukt om te gaan ënten en nog beter richting geven aan de werken. In 2015 is aan het ROM-onderzoek bij behandeling. Moeten we vooral klachtgeMachteld Huber introduceerde het begrip het team stemming en angst van Reinier richt blijven werken, omdat dan iemand ‘positieve gezondheid’. Dit betekent ‘het van Arkel een vragenlijst toegevoegd met sneller weer zijn werk kan oppakken? Of vermogen van mensen om met de fysieke, sociaal-maatschappelijke items. Hierin moeten we juist zorgen dat iemand snel emotionele en sociale levensuitdagingen wordt gevraagd of iemand voor zichzelf aan het werk gaat, zodat dan de klachten om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie kan zorgen en zich goed genoeg voelt zullen verminderen? te voeren’ (Huber et al, 2011). Huber onweer deel te nemen aan de samenleving, Volgend jaar hoop ik hier mijn bevindingen derscheidt zes dimensies van gezondheid bijvoorbeeld door te sporten of te werte kunnen presenteren. zoals ‘mentaal welbevinden’ en ‘kwaliteit ken.

42

REINIER WINTER 2018-2019


SNELLER HERSTEL DOOR SAMENWERKING RONDOM ARBEID EN PSYCHISCH HERSTEL Helma Cissen begon in 2015 met het project ‘Sneller herstel door samenwerking rondom arbeid en psychisch herstel’. De pilot kreeg begin 2018 een zeer positieve evaluatie. Na het afsluiten van de pilot is de samenwerking tussen UWV en Reinier van Arkel gecontinueerd en verbreed. In oktober 2018 hebben 64 cliënten deelgenomen aan het project. Hiervan hebben 24 cliënten hun traject afgerond, waarvan tien personen een werkervaringsplaats hebben en zes een betaalde baan. Opvallend was de toename van het aantal cliënten van team persoonlijkheidsstoornissen. ‘Sneller herstel door samenwerking rondom arbeid en psychisch herstel’ wordt nu verder geïmplementeerd binnen de ambulante teams van Reinier van Arkel. WAT IS WERKGERICHTE BEHANDELAANPAK?

Vanaf het begin van de behandeling binnen de specialistische ggz wordt op twee gebieden gewerkt: werkgerichte

(cognitieve) therapie voor de psychische klachten en tegelijkertijd aandacht voor re-integratie. Er wordt op maat samengewerkt met het UWV. Behandelplan en re-integratieplan worden vanaf het begin in elkaar gevlochten tot één integraal behandel-re-integratieplan. Met regelmaat is er afstemming tussen partijen waarin de cliënt centraal staat. WAT IS HET VOORDEEL VOOR CLIËNTEN?

Door de samenwerking blijft de werkcontext tijdens de behandeling in beeld. Dat betekent dat er snel en adequaat kan worden ingespeeld in wat cliënten tegenkomen. Cliënten geven aan dat ze zich door de samenwerking en de korte lijn tussen ggz en UWV meer begrepen en gesteund hebben gevoeld. Het gecombineerde behandel- en re-integratietraject biedt cliënten vermindering van klachten en sociaal maatschappelijk herstel. Dit laatste is een belangrijke beschermende factor voor ht psychisch welbevinden.

WAT ZIJN WERKZAME ELEMENTEN?

Werkgerichte geïntegreerde behandelaanpak sluit goed aan op de brede maatschappelijke trend om meer te denken vanuit de kracht van de cliënt dan eenzijdig gericht te zijn op vermindering van diens klacht. Door de samenwerking is er een basis van vertrouwen ontstaan tussen de betrokken professionals van beide organisaties (UWV en Reinier van Arkel). Dit heeft een positieve weerslag op cliënten. Meedenken vanuit meerdere perspectieven heeft meerwaarde voor een zorgvuldige diagnostiek en voor een ‘oefen’-werkplek op maat. De belangrijkste waarde van dit project zit in de cultuurverandering. Werk is meer op de agenda gekomen van de behandelaren en wordt gezien als middel tot herstel.

JULI 2016 REINIER REINIER WINTER 2018-2019

27 43


ACHTER GROND

Tekst Marjo Roes Foto Toine Maurix

Een duidelijke stempel in het eigen zorgproces Wanneer werken we herstelgericht?

Ieder mens heeft behoefte aan een stuk autonomie in zijn leven. Ook mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) die, soms al jarenlang, in een ggz-instelling wonen. Vaak zitten zij in een voortkabbelende situatie, zijn zij gestagneerd in hun herstel, en hebben zij zich erg geïdentificeerd met het patiënt zijn. Om dit te doorbreken is het ART-gedachtegoed ontstaan. ART staat voor Active Recovery Triad en betekent Actief heRstel in de Triade. Het is ontwikkeld om het herstel van mensen weer op gang te brengen door hen een duidelijke stempel te laten drukken op het eigen zorgproces, met de hulp van familie, naasten en professionals. Reinier ging in gesprek met Inge Goverde, behandelaar, en Denny van Boxtel, teammanager, over wat ART betekent voor de beschermde woonvormen.

44

REINIER WINTER 2018-2019

“Actief zijn, vanuit de herstelgedachte en in de triade, zijn de drie belangrijkste pijlers waarop ART gebaseerd is”, vertelt Inge. Cliënten staan centraal in dit proces, waarin zij, bijgestaan door hun omgeving, een zo normaal mogelijk leven proberen te leiden met de mogelijkheden die ze hebben. “Deze omslag vraagt iets van cliënten, familieleden en naasten, maar ook van zorgprofessionals. Zorgverleners moeten gaan denken en handelen in vraaggestuurde zorg in plaats van aanbodgerichte zorg. Niet meer de zorg overnemen, maar vragen wat mensen nodig hebben en dat faciliteren, zodat de stap naar herstel wordt gestimuleerd. Vanuit cliënten met hun netwerk betekent het dat ze op zoek gaan naar het plafond van hun zelfstandig functioneren. Mensen kunnen op deze manier hun eigen identiteit en kracht hervinden, en hun eigen rol in het leven en in de maatschappij vervullen. ”


Reinier van Arkel wil zich verder ontwikkelen en professionaliseren in het herstelgericht werken. Denny: “We willen beter herstelgericht kunnen werken en hierin onze ketenpartners betrekken, zodat we een optimale samenwerking krijgen door het hele proces heen. Vanuit de ARTwerkgroep hebben we gekozen voor de training ‘Werken met VERVE’. Hierin kijk je als professional naar je basishouding in

het herstelgericht werken. Hoe kun je dat vormgeven? Iedereen wordt op dezelfde manier geschoold, van unit-assistent tot verpleegkundige, alle functies worden hierin meegenomen, zodat het een basishouding wordt van de teams: ‘wanneer zijn we herstelgericht aan het werken?’ De medewerkers van de sociaal wijkteams hebben deze training ook gevolgd, en dat is goed voor de samenwerking.”

Daarnaast worden er meer kortstondige beschikkingen afgegeven. “Daardoor moeten we inzoomen op de activiteiten in het herstelplan, waarin de hersteldoelen worden geformuleerd. We willen cliënten aansporen tot herstel, en daarvoor zijn korte-termijn-doelen nodig waarmee cliënten successen kunnen ervaren.” >>

REINIER WINTER 2018-2019

45


>>Wanneer werken we herstelgericht?

ON THE ROAD

De ART-werkgroep komt eens in de drie weken bij elkaar. De groep bestaat uit leden van de cliëntenraad, de familie-/betrokkenenraad (FBR), ervaringsdeskundigen, de teammanager, begeleiders van de beschermde woonvormen, de kwaliteitsmedewerker en behandelaren. Ook de directie sluit regelmatig bij de overleggen aan. Denny: “Als je iets wilt implementeren, moet je ook zorgen dat het door iedereen gedragen wordt. Er zitten veel mensen aan tafel, en het is fantastisch om te zien dat mensen ideeën hebben en dit vorm willen gaan geven. De kracht hiervan is dat het gesprek op gang komt met mensen die allemaal hetzelfde belang hebben, maar vanuit een andere invalshoek. Je merkt dat het uiteindelijk allemaal niet zo ver van elkaar afstaat. Je zoekt het in praktische zaken. Bijvoorbeeld het opzetten van een herstelplan: wat houdt dat dan in? Welke punten komen hier aan bod? Hoe komt het triadisch werken daarin tot stand?” De afspraak is dat de uitkomsten van de werkgroep worden gedeeld met alle beschermd-wonen-locaties door middel van een zogenoemde roadshow. Inge: “Per locatie waren er informatiebijeenkomsten over ART. Tijdens deze bijeenkomsten zijn cliënten, familie en naasten, en begeleiders op hetzelfde moment geïnformeerd. Vervolgens hebben we gesprekken gevoerd om feedback op te halen. We hebben alle locaties op één na, gehad. De laatste volgt in januari 2019. Omdat de populatie per locatie zo verschillend is, hebben we de organisatie van de avond overgelaten aan de locatie zelf. Het ene team had een leuk zaaltje geregeld, anderen hadden bijvoorbeeld een buffet voorbereid; cliëntenraad en FBR uitgenodigd. Allemaal onder het mom van gezelligheid, maar wel met een inhoudelijke boodschap: wat willen we met elkaar bereiken?”

46

REINIER WINTER 2018-2019

AFVINKEN

“Voorheen hadden we eens per jaar de evaluatie van het begeleidingsplan, maar in de praktijk bleken dat ellenlange plannen waarvan niemand meer wist wat erin stond, gebaseerd op de lange termijn en niet altijd concreet. Nu gebruiken we zorgafstemmingsgesprekken (ZAG) zodat cliënten veel meer grip op hun vooruitgang hebben. Eens in de drie maanden vindt er een gesprek plaats met diegenen die op dat moment nodig zijn voor het herstelproces. Als het over voeding gaat, kan de diëtist erbij aanwezig zijn, of als het over medicatie gaat, kan de behandelaar aansluiten. Dit gebeurt allemaal triadisch, dus de cliënt, zijn netwerk en iemand vanuit de professionele begeleiding zijn hierbij aanwezig. Het gaat om doelen die binnen drie maanden te verwezenlijken zijn. Mensen kunnen iets afvinken van hun lijstje, hebben weer een stap gezet,” vervolgt Denny. Maar ook als je er samen achter komt dat iets niet lukken wil, dat iets ‘niet leerbaar’ is, kun je verder kijken naar welke andere ondersteunende bronnen beschikbaar zijn. En dat hoeft lang niet altijd vanuit Reinier van Arkel gerealiseerd te worden. In samenspraak met andere partijen kan er onderzocht worden wat het meest passend is om de ondersteuning te bieden. Denny: “De locaties van de beschermde woonvormen zijn bijna netwerkorganisaties. Zij coördineren de zorg met het sociaal wijkteam om te kijken met welke bronnen de herstelgerichte doelen gehaald kunnen worden.” SAMENWERKING

De woonbehoefte van cliënten is ook onderwerp van gesprek tussen cliënt, zijn netwerk en de zorgverleners. Er zijn verschillende faseringen binnen de beschermde woonvormen. Door de diverse

schalen, kunnen mensen gemakkelijker stappen maken. Als iemand aangeeft zelfstandig te willen gaan wonen, wordt er gekeken hoe dat kan worden verwezenlijkt: wat zijn de cliëntdoelen, hoe zijn de financiën, wat is de meest passende plek. De tendens is dat cliënten in een eigen huis willen wonen. Denny: “Veel van onze bewoners maken momenteel die stap. We zijn bezig met ‘geclusterde’ woonvormen, waarin mensen zelf huurder zijn van hun eigen appartement, met een eigen voordeur. Dus zelfstandig, maar met een wat intensievere zorgvorm. Zelfstandig wonen geeft de regie over het eigen leven terug. Mensen gaan voor zichzelf zorgen, moeten boodschappen doen, zelf rekeningen betalen, en ook de sociale omgang met de omgeving is een belangrijk punt.” Inge: “Mensen juichen het echt toe dat ze mogen meedenken en meepraten, naar successen mogen toewerken. Je ziet dat er energie ontstaat. Cliënten, familie en netwerk krijgen een stem. Alle betrokkenen nemen samen besluiten, zodat er veel meer bereikt kan worden.”

Triade De driehoek die wordt gevormd door cliënt, naasten en zorgverlener. Ieder heeft zijn eigen belang en inbreng in het proces. Triadisch werken ofwel samenwerken in de triade is belangrijk voor het herstel.


N E T F L I X E N P SYC H I AT R I E Door Martine Koopman

'Atypical' zijn we allemaal “Heel mooi aan de Netflix-serie Atypical vind ik dat autisme nu eens niet als probleem wordt neergezet. Hoofdpersoon Sam is misschien een buitenbeentje op school, maar niet in de maatschappij. Je zou de serie moeten zien om een beetje inzicht te krijgen in hoe het leven zou kunnen zijn van mensen met autisme”, zegt Zjos Dekker (22). Zjos kreeg op haar achttiende de diagnose autisme. Net als bij de hoofdpersoon Sam uit de serie, komen prikkels allemaal hard en tegelijkertijd bij haar binnen. In een scène ervaar je zelf als kijker hoe Sam zo’n prikkeloverkill ondergaat. In het kort Atypical volgt het leven van de 18-jarige middelbare scholier Sam. Heel lang draaide het leven om hem, maar hij wil zelfstandig worden en een vriendin. Zijn therapeut Julia vindt dit een goed idee. Zijn overbezorgde moeder Elsa schrikt zich wezenloos, want ze moet Sam loslaten en wat moet ze doen met al die vrije tijd die ze nu heeft. Met behulp van zijn vader Doug en collega Zahid stelt Sam een plan op om date-ervaring op te doen. Niet alleen voor Sam, maar ook voor onder meer zijn stoere 16-jarige zus Casey zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op komst. In een humoristische setting wordt een poging gedaan de menselijke tekortkomingen in het aangaan van relaties van mensen in kaart te brengen. En daarin is iedereen wel eens een stumpert. Waarom zouden mensen die serie moeten kijken? “Je krijgt meer begrip ook bijvoorbeeld voor ouders met een kind met autisme, er zijn

namelijk nog steeds vooroordelen dat kinderen met autisme een slechte opvoeding hebben gehad. De serie laat zien hoe zwaar het soms is kinderen met autisme op te voeden. Bij de moeder van Sam mag dat wel een tandje of zes minder, maar ze doet het wel uit liefde. Verder kan ik er echt van genieten. Er zitten veel leuke karakters in, zoals zus Casey. Ze is de enige in het gezin die normaal met haar broer omgaat. Ze pest hem, maar beschermt hem ook.” Worden er verder nog vooroordelen om zeep geholpen? “Zonder Atypical als complete waarheid te nemen, zie je dat mensen met autisme ook behoefte hebben aan relaties, al gaat het misschien wat minder soepel dan bij neurotypische mensen. Door Atypical besef je dat een persoon met autisme ook je collega of mede-student kan zijn, iemand die gewoon naast jou in de klas of op kantoor zit.” Vanaf het begin is het meteen zichtbaar dat Sam autisme heeft. Hij is sociaal onhandig, super gevoelig voor geluiden en licht, niet empathisch en maakt graag lijstjes. De scenarioschrijvers hebben veel kenmerken uitvergroot. Herken je dit bij jezelf? “Ik heb minder moeite met sociale contacten. Iemand als Sam zou - denk ik - niet op een communicatie-afdeling kunnen werken. Verder heeft hij een obsessie voor Antarctica, terwijl er veel autisten zijn zonder obsessie. Ook de heftige paniekaanvallen zijn nogal overdreven. Sam somt dan - om

weer rustig te worden - de vier pinguïnsoorten herhaaldelijk op. Ik tel dan gewoon in mijn hoofd, zonder dat mijn omgeving hier iets van merkt. Maar net als Sam heb ik ook menig keer iets lulligs tegen mijn omgeving en mijn vriendin gezegd. Ik denk dan heel feitelijk en oplossingsgericht bezig te zijn, maar dat komt dan blijkbaar onaardig over.” Met Sam gaat het steeds beter, is dat bij jou ook zo? “Met mij gaat het ook steeds beter, maar dat is niet bij iedereen met autisme zo. Autisme is niet te genezen, maar je kunt wel allerlei handvatten aannemen, waardoor je de wereld beter leert begrijpen. Het is wel vermoeiend, want je bent de hele tijd bezig met: Wat is deze situatie? Wat wordt er van mij verwacht? Wat kan ik wel en niet doen? Ik sta dus de hele tijd aan. Doordat Sam vertelt wat er in zijn hoofd omgaat, hoor je als kijker hoe hij daar mee worstelt. Er zijn ook hulpmiddelen om beter te functioneren. Zo zag ik dat Sam een noise cancelling-koptelefoon draagt, toen heb ik er ook een aangeschaft. Het werkt goed. Ik kan zelfs een paar dagen in een kantoortuin werken.” Zjos is ervaringsdeskundige bij Herlaarhof en communicatiemedewerker bij Reinier van Arkel. Twitter: @zjosdekker 8.000 volgers. Atypical, Netflix; 2017 seizoen 1, 8 afleveringen; 2018 seizoen 2, 8 afleveringen; wellicht volgen er in 2019 weer nieuwe afleveringen.

REINIER WINTER 2018-2019

47


Deze en de ruim 1600 andere medewerkers van Reinier van Arkel zoeken nieuwe collega’s.

Per augustus worden de volgende verpleegkundige leerlijnen aangeboden: • Leerling-verpleegkundige kwalificatie niveau 6, HBO V deeltijd verkort • Leerling-verpleegkundige kwalificatie niveau 6 HBO V duaal 3e en 4e leerjaar • Leerling- verpleegkundige kwalificatie niveau 4, BBL-4 regulier of instroom.

Alice

Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Werkzaam bij Reinier van Arkel sinds 1993 Toen ik mijn HBO-V had afgerond, had ik nog geen duidelijk beeld van wat ik precies wilde. Direct na mijn opleiding vond ik een baan bij Reinier van Arkel. Daar kreeg ik al snel wél een helder beeld van wat ik wilde. Ik weet dus niet meer precies waarom ik verpleegkundige ben geworden, maar ik weet wel waarom ik het ben gebleven. Het was de kwetsbaarheid van de mensen met een psychiatrische aandoening met wie ik in aanraking kwam. Die kwetsbaarheid raakte mij onmiddellijk. En het raakte mij dat zij aan de rand van onze samenleving staan. Dat ze gebukt gaan onder een stigma. Als verpleegkundige in de GGZ hoop ik een intermediair te zijn tussen de cliënt en samenleving. Ik wil bruggen slaan en meer begrip kweken voor mensen met een psychiatrische aandoening. Soms zie je niet aan iemand dat hij een ernstige psychische aandoening heeft, terwijl zijn lijden heel groot is. En soms zien we alleen maar de aandoening, terwijl een mens veel meer is dan alleen zijn ziektebeeld: hij of zij is een uniek persoon met een eigen persoonlijkheid, visie en kracht. In mijn werk merkte ik al snel dat ik voor hen het verschil kon maken: het verschil tussen niet mee mogen doen, en hoop. Ik heb een cliënt die mij sinds kort elke keer binnen laat in haar huis: dat is al winst. Het is een teken dat ze meer vertrouwen krijgt. Als ze onenigheid heeft met haar buren, dan praat ik met haar en de buren. Zo kweek ik meer begrip aan beide kanten. Ik kan mensen niet genezen. Wel kan ik ze leren omgaan met hun aandoening, zodat ze weer mee kunnen doen en regie hebben over de herstel die wél mogelijk is. Al is dat maar in kleine stapjes. Zodat ze inzien dat hun leven de moeite waard is. Dat geldt ook voor de samenleving: ik wil laten zien dat zij net zo waardevol zijn als wij.

Nicole den Otter HR-medewerker “In alle takken van de zorg is er een groeiend tekort aan goed personeel. Dat maakt mijn werk best een uitdaging. Op het moment dat we iemand op het oog hebben voor een bepaalde functie, is het een kwestie van snel contact leggen, een afspraak plannen en kijken of we bij elkaar passen.”


Kijk op www.reinierwerktenleert.nl voor een actueel overzicht van de vacatures.

Kijk op www.reinierwerktenleert.nl voor meer informatie over de opleidingsplaatsen of kom naar de

informatiebijeenkomst ‘Werken en Leren’ 7 februari 2019 van 18.30 tot 19.30 uur Locatie: Reinier van Arkel, Bethaniestraat 2 in ’s-Hertogenbosch Aanmelding gewenst via Leerhuis@reiniervanarkel.nl

Eveline

Ambulant begeleider Werkzaam bij Reinier van Arkel sinds 2003

Stefan Sterrenberg Beleidsadviseur kwalioteit en innovatie “Hoe ervaren cliënten onze organisatie? Hoe ervaren de medewerkers het zelf? Welke knelpunten signaleren we, wat zijn onze resultaten? Door antwoorden te vinden op deze vragen help ik de organisatie te reflecteren op zichzelf, en zichzelf te verbeteren, te leren en waar mogelijk te vernieuwen.”

Hoe kan je iemand weer wat perspectief bieden? Als ambulant begeleider voor mensen met een ernstige psychische aandoening probeer ik de omstandigheden van mijn cliënten in positieve zin te veranderen, zodat dat perspectief er weer is. Als ambulant begeleider bezoek ik mijn cliënten thuis. Ze wonen zelfstandig, maar voor hun aandoening, krijgen ze enige vorm van begeleiding. Die begeleiding is afhankelijk van hun wens. Een cliënt van mij heeft bijvoorbeeld wat hulp nodig bij het maken van sociale contacten. Ik heb ook een cliënt die last had van dwanggedachten zodra ze eten ging bereiden. Door die dwanggedachten kwam ze niet toe aan koken. Ze at slecht, en dat had weer negatieve invloed op haar gezondheid. Ik heb haar een tijdje begeleid bij het koken en boodschappen doen, en nu gaat het een stuk beter met haar. Ik doe dit werk nu 15 jaar, maar nog altijd met veel plezier en inzet. Even heb ik in de gehandicaptenzorg gewerkt, maar eigenlijk wist ik al van jongs af aan dat ik iets in de psychiatrie wilde doen. Dat kwam door de mooie verhalen die mijn vader vertelde over zijn werk. Ook hij werkte als begeleider bij Reinier van Arkel. In de stad kwamen we wel eens een cliënt tegen; mijn vader en hij bleven altijd even praten. Het contact tussen hen vond ik mooi: heel respectvol en gelijkwaardig. Dat heb ik altijd onthouden. Een (ernstige) psychische aandoening psychiatrische ziekte kan namelijk iedereen overkomen. Samen met de cliënt probeer ik een manier te vinden waardoor een dag prettiger verloopt. Regelmatig kan ik het verschil maken voor iemand. Soms voor een lange periode, soms voor een week of een paar dagen. Maar al is het maar voor een half uur, tot een paniekaanval overgaat, dan kan dat voor iemand al een verschil zijn.

REINIER WINTER 2018-2019

49


Tekst Erik Welten Foto Nuray Sahin

Wij zijn Reinier Paul Timmers sociaal psychiatrisch verpleegkundige

50

REINIER WINTER 2018-2019


Paul Timmers is sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv) bij de crisiszorg van Reinier van Arkel. In het voorjaar van 2017 rijpte het idee om vanuit Reinier van Arkel als crisisdienst actief samen te gaan werken met de Huisartsenpost (HAP). Paul: “We hebben als spoedeisende diensten veel met elkaar te maken, maar we kenden elkaar niet goed. Via ZonMw is een aanvraag voor projectsubsidie ingediend en we hebben afgelopen jaar de pilot kunnen draaien.” Na de eerste gesprekken met de HAP en de Spoedeisende Hulp (SEH) is pragmatisch gestart met fysiek bij elkaar zitten in dezelfde ruimte. Paul: “Een groot deel van de dienst in de avond en weekenden was een spv van ons team aanwezig op de huisartsenpost. We zijn nu een jaar verder en hebben met veel huisartsen uit de regio samengewerkt. We zoeken elkaar sneller op om af te stemmen en de gesprekken verlopen een stuk soepeler doordat we elkaar persoonlijk kennen.” In de laatste maanden van het pilotproject is de aandacht naar de triagisten uitgegaan. Paul: “Op de triagepost op de Bruistensingel in Den Bosch zijn al snel meer dan twintig triagisten aanwezig om binnenkomende somatische en psychische spoedeisende meldingen te beoordelen. Het gaat hier om medische studenten, doktersassistenten, verpleegkundigen en een van hen is specialist voor psychische problemen. We hebben met hen nieuwe afspraken gemaakt. Ze kunnen ons zonder tussenkomst van derden nu direct raadplegen via een mobiel nummer. En cliënten die bekend zijn bij de FACT-teams kunnen nu direct naar onze crisisdienst toe en hoeven dus niet meer eerst door de huisarts gezien te worden.” We proberen zo huisartsen te ontlasten door cliënten die erg bekend zijn en regelmatig gebruik maken van ggz-hulp buiten de kantoortijden laagdrempelig te spreken. “De samenwerking is ons erg goed bevallen afgelopen jaar”, aldus Paul. “De lijntjes zijn korter door de fysieke aanwezigheid. We hebben meer inzicht in elkaars werkwijze gekregen maar weten ook beter waar de mogelijkheden en belemmeringen zitten.

Daarnaast is snel overleg, consultatie en afstemming mogelijk. Van ons uit vragen we nu veel sneller om een somatische screening.” “De pilot is nu afgelopen en de rapportage wordt geschreven. We hebben de ambitie en wens dat we snel weer samen gaan werken met de Spoedeisende Hulp en de Huisartsenpost. Het idee is om een team spoedeisende psychiatrie samen te stellen. Daarin zitten de psychiater van de achterwacht, een arts-assistent, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, een verpleegkundig specialist en een verpleegkundige van de Intensive Home Treatment (IHT). De triagepost kan veel sneller en beter naar deze dienst doorverwijzen en wij bieden dan een compleet aanbod voor de spoedeisende vragen.” Dit past ook in het algemeen geldend beleid rondom Acute Psychiatrie. Vanwege de toenemende zorg met betrekking tot verwarde personen zijn er nieuwe afspraken gemaakt. De nieuwe richtlijnen die hieruit zijn voortgekomen, heet ‘de generieke module acute psychiatrie’. Enkele speerpunten uit dit beleid geven aan dat er beter moet worden samengewerkt en de drempels moeten worden geslecht. Deze pilot heeft bewezen dat dat kan als je fysiek bij elkaar bent als spoedeisende diensten.

Wanneer u ’s avonds, ’s nachts of in het weekend met spoed een huisarts nodig hebt, belt u de huisartsenpost. Woont u in of rond Eindhoven, Geldrop of Helmond dan belt u 0900 – 8861. Woont u in of rond ’s-Hertogenbosch, Oss, Uden of Zaltbommel dan belt u 0900 – 8860. U krijgt een goed opgeleide triagist/ doktersassistent aan de lijn die zorgt dat u zo snel mogelijk de juiste hulp krijgt. Bij voorkeur belt de patiënt zelf. Belt u voor iemand anders, zorg dan dat u alle patiëntgegevens bij de hand hebt.

REINIER WINTER 2018-2019

51


Tekst Jorienne Winnubst foto Toine Maurix

“Ja”, knikken ze direct als ik de stelling uit de titel uitspreek, “roerend mee eens!” Voor mij zitten Iris van Oostrom en Gwenny Janssen. Beiden zijn als klinisch neuropsycholoog (KNP’er) verbonden aan Reinier van Arkel. Ze zijn ook gelijk de énige twee binnen Reinier. In totaal zijn er in Nederland rond de honderdvijftig opgeleide klinisch neuropsychologen. Zij hebben een meerwaarde binnen de behandeloptiek.

nisch psycholoog als een klinisch neuropsycholoog vanuit de eigen discipline nét met een andere blik bekeken. De klinisch neuropsycholoog benadert het vraagstuk vanuit de interactie van lichaam, geest en omgeving. Gedrag en omgeving zijn van invloed op het ontstaan, het verloop en de beleving van de ziekte. En op zijn beurt beïnvloedt het ziek-zijn weer het psychologisch welzijn en de sociale relaties.

Iris: “het werk van neuropsycholoog sluit goed aan bij herstelgerichtheid. De klinisch neuropsycholoog is gespecialiseerd in de relatie tussen hersenen en gedrag en heeft veel kennis over ernstige en chronische beelden zoals dementie, psychotische stoornissen, hersenletsel/hersenbloeding en ontwikkelingsstoornissen. Bij deze stoornissen is herstelgericht werken en het betrekken van de omgeving van oudsher de insteek.”

Zowel Iris als Gwenny worden regelmatig geconsulteerd door collega’s, wanneer er sprake is van cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) en/of bijkomende cognitieve stoornissen. Daarbij moeten we denken aan situaties waarbij de gebruikelijke diagnostiek geen eenduidig beeld oplevert. Zij bestuderen dan uiteraard het dossier en nemen, indien dat meerwaarde oplevert, een aantal testen af. Het doel is een sterkte-zwakte profiel van het individu te maken, kijkend naar de cliënt in de volle breedte van het denken, voelen en sociaal gedrag. Vanuit dat totaalplaatje kunnen zij analyseren wat er nodig is voor het dagelijks functioneren

Iris en Gwenny onderstrepen de meerwaarde van werken binnen een multidisciplinair team. Complexe problemen worden zowel door een psychiater, een kli-

52

REINIER WINTER 2018-2019

CONSULTATIE

en hoe begeleiding en behandeling kan worden vormgegeven. Daarnaast treden zij ook regelmatig op als regie(hoofd)behandelaar van cliënten. Dan hebben zij verantwoordelijkheid voor het proces bij het stellen van een diagnose, het komen tot indicatie en de behandeling. Zij geven advies voor wijze van behandeling door het behandelteam, rekening houdend met sterkte en zwakte van de cliënt. “Het wordt op die manier een behandeling op maat”, merkt Gwenny op. TESTEN

Gwenny en Iris gaan het gesprek met de cliënt aan en kijken naar hersenen en gedrag op hun eigen wijze. Er zijn diverse testen die gericht zijn op onderzoek van cognitieve domeinen. Iris noemt als voorbeeld het werken met de STROOP-test.** Deze wijze van onderzoek en behandelen sluit aan bij de visie van Reinier van Arkel. Gwenny: “Wij betrekken het systeem, de sociale omgeving van de cliënt in het proces naar beter functioneren”. “Soms wordt de keuze gemaakt om juist de omgeving te ‘behandelen’ en aan te passen”, volgens Iris. “Vooral wanneer een cliënt wei-


Klinisch neuropsycholoog heeft toegevoegde waarde voor Reinier van Arkel nig ziekte-inzicht heeft of te weinig mogelijkheden om zelf het gedrag te controleren en te veranderen.” Bijvoorbeeld door overvraging te voorkomen door bepaalde taken uit handen te nemen of door de aanleiding voor probleemgedrag, waar mogelijk, weg te nemen. Hierbij is er een belangrijke rol voor het verpleegkundig team en/of voor de familie van de cliënt. Het is sowieso heel belangrijk om aan familie van de cliënt uit te leggen dat hij deze dingen niet expres doet of zegt, maar dat degene niet anders kan! “Bewustwording is belangrijk. En zo de ‘onwilligheid/onwetendheid’ die er soms bestaat bij familie weg te nemen. Dat er erkenning en begrip komt voor het onvermogen van de cliënt”, vult Gwenny aan. WAAROM DIT BEROEP?

Iris: “Ik wilde eigenlijk onderzoeksjournalist worden, maar toen ik een jaar met ver-

standelijk gehandicapten heb gewerkt in Frankrijk, besloot ik dat ik met ménsen wilde werken. Gedrag boeit en intrigeert me. Ik wil het begrijpen. Mijn onderzoekende houding kan ik goed kwijt in mijn vak; samen met de cliënt op onderzoek naar het probleem waarvoor hij hulp zoekt, begrijpen hoe verschillende aspecten samenhangen en daaruit volgend hoe dit beïnvloed kan worden, door de cliënt zelf en/ of de omgeving. Ik heb gekozen voor de specialisatie klinische neuropsychologie omdat het denkkader en de brede manier van kijken mij erg aanspreekt. Het emotioneel, cognitief en gedragsmatig functioneren wordt bekeken vanuit een ontwikkelingsperspectief en vanuit kennis over de werking van de hersenen. Ons denken, voelen en handelen wordt immers door vele factoren bepaald. Het is een uitdaging om de enorme kennistoename over de werking van de hersenen van de afgelopen decennia te vertalen naar de klinische praktijk. Daar wil ik graag aan bijdragen.”

mijn werkzaamheden als behandelaar ook bezig te zijn met wetenschappelijk onderzoek. Het werken volgens het “scientist practitioner”-model, met als doel een brug te kunnen slaan tussen de uit onderzoek verkregen inzichten en de toepassing daarvan in de klinische praktijk, maakt mij nog altijd enthousiast. De keuze voor de specialisatie tot klinisch neuropsycholoog was dan ook een logische vervolgstap: het toetsen van hypotheses over de verklaring van symptomen vanuit onze kennis over hersenstructuren en het begrijpen van de effecten op het cognitieve, sociale en emotionele functioneren van cliënten, is een belangrijk onderdeel van ons vak. Het onderzoeken van complexe vraagstellingen en dit kunnen vertalen naar een behandeling die aansluit op de vraag van de cliënt en/of van zijn of haar omgeving vind ik een boeiende uitdaging!“

Gwenny is na haar studie psychologie aan de slag gegaan binnen de ggz. Gwenny: “Daar kreeg ik de mogelijkheid om naast

**De STROOP-test is in 1935 door de student John Ridley Stroop bedacht om afleidbaarheid en het onderdrukken van een automatische reactie te onderzoeken. In de test wordt bijvoorbeeld het woord ‘groen’ geschreven met rode letters.

Klinisch Neuropsycholoog is sinds 2010 een van de twee erkende specialismen van de ‘gezondheidspsycholoog in de gezondheidszorg’. De klinisch neuropsycholoog is de specialist in de gezondheidszorgpsychologie ten aanzien van de functies van de hersenen en de relatie daarvan op gedrag. Het merendeel van deze specialisten is werkzaam binnen de geestelijke gezondheidszorg en algemene ziekenhuizen. Deskundigheidsgebieden • diagnostiek en indicatiestelling: van cruciaal belang van efficiënt inzetten van zorg • behandeling, inclusief psychotherapie: behandelplan afstemmen op specifieke kernmerken • wetenschappelijk onderzoek: en zo geeft de KNP’er richting aan de zorginnovatie • beleid en management: is nadrukkelijk geschoold op deze terreinen

Demonstratie Stroop-effect: Noem zo snel mogelijk de kleuren.

rood groen blauw geel rood groen blauw geel Het stroopeffect houdt in dat men in de bovenste regel sneller reageert dan in de onderste regel.


UITZICHT

Chris Verlaan wint 'Cameretten' met voorstelling over autisme

Verlaan (34) werd eind 2018 tweevoudig winnaar van het Cameretten-festival in Rotterdam met zijn voorstelling over autisme Man in de maak. Verlaan won de publieksprijs én de grote prijs van de jury van het Camerettenfestival 2018. ‘De jury vindt het knap hoe hij zijn autisme heeft verwerkt in Man in de Maak. Zijn voorstelling heeft een grote grapdichtheid en hij wisselt mooi af tussen verhaal en liedjes. Er zitten in het programma veel slimme vondsten en woordgrapjes’, aldus de jury. De prijswinnaar werd door de jury onder andere vergeleken met cabaretier Hans Dorrestijn. Behalve cabaretier is Verlaan ook singersongwriter en in het dagelijks leven werkt hij als data-analist bij de GGD in Flevoland. Verlaan en de andere finalisten gaan de komende tijd op tournee https://cameretten.nl/agenda/

Warme omarming in donkere dagen Naast dat er een religieuze gedachte achter het kerstfeest zit, is het een mooi moment om samen te zijn. Veel mensen hebben met kerst de behoefte aan gezelschap. Maar wat als dat niet vanzelfsprekend is? Vanuit die gedachte heeft Jeannette Saatruhe uit Vught een prachtig initiatief genomen: “Thuis kerst vieren, samen met mensen die op die avond anders alleen zouden zijn, en die je het zo graag gunt.” Zo ontstond haar idee ‘EngelenTafel’: “We spreiden onze armen uit om hen een warme kerst en oprechte aandacht te schenken. Het is een avond vol bijzondere ontmoetingen. De naam EngelenTafel

is geïnspireerd op een van onze gasten die ons als dank een kaart met de volgende tekst stuurde: Engelen bestaan nog! Jullie zijn met recht engelen. Dank voor alles.” Haar droom heeft een vlucht genomen: inmiddels zijn er initiatieven in Helvoirt, Den Haag, Schijndel, Son en Breugel, Naarden en Utrecht. Dit jaar organiseert Jeannette in haar gezin voor de zesde keer de ‘EngelenTafel’. Zij hoopt dat er nog vele door het hele land volgen. Opgeven als kok of als gast kan via www.engelentafel.nl Daar kun je ook een promopakket aanvragen met folder, tips, draaiboek, poster en uitnodigingskaarten.

'Het beste voor Kees' is beste documentaire De documentaire ‘Het beste voor Kees’ van Monique Nolte is door het publiek verkozen tot beste 2Doc documentaire van de afgelopen vijf jaar. De 44-jarige Kees Momma - die autisme heeft – is in deze documentaire op zoek naar een woning. Dit verslag van zijn zoektocht werd onbedoeld een film met grote maatschappelijke impact. Voor de eerste uitzending van de film op de televisie telde de Facebookpagina vijftig ‘vrienden’. Nolte: ‘Maar na de uitzending ontplofte het echt. Uiteindelijk ontstond er een actieve community van 55.000 mensen.’ Mensen begonnen Kees op Facebook massaal tips te geven op basis van de inhoud van zijn brieven, maar ook aan elkaar. De grote kracht van de Facebook-gemeenschap ontdekte Nolte vooral nadat Kees in een van zijn brieven schreef dat hij last had van ‘ledigheid’ in zijn leven. Nolte: ‘Daarop kwam ik op het idee om mensen via de Facebook-groep te vragen of zij tegen betaling hun woning door Kees wilden laten tekenen. Daar werd zo massaal op gereageerd dat er meteen een wachtlijst ontstond. Nu, 4,5 jaar later, tekent Kees nog steeds elke maand één woning. Hij reist hiervoor met de trein door heel Nederland en ontvangt klanten in zijn eigen huis.’

.

54

REINIER WINTER 2018-2019


Rinkeldekink-boek over hersenbloeding Dit boek van Martine Bijl gaat over de hersenbloeding die zij kreeg in september 2015. Na haar langdurige herstel in een revalidatieoord, waar zij vrijwel alles opnieuw moest leren, bracht ze nog enkele maanden door in een ziekenhuis, waar ze behandeld werd voor depressie. Haar taalvermogen bleef onaangetast. Over therapeuten, over welzijnstaal, de val-klas en de ergotherapie, over angsten en wanen, over hoe het voelt als iemand anders in je brein is gekropen en daar de boel dreigt over te nemen schrijft ze eerlijk, met wrange humor, zonder opsmuk en daardoor indrukwekkend. Ebook € 9,99 en Hardcover € 14,99

Youtubers moedigen gezond gedrag aan bij jongeren GGD Regio Utrecht, het Trimbos-instituut en RadarAdvies onderzoeken hoe vlogs ingezet kunnen worden als middel om bewustwording en gezond gedrag bij jongeren van 12-16 jaar te stimuleren. Dit gezamenlijke project is gesubsidieerd door ZonMw (de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie). Vloggers Steven Vegter, EllisInJoetoepLand en het kanaal Tieners maakten filmpjes over soa’s, onzekerheid, telefoon/social media-verslaving en depressie. Na praktijkonderzoek bekijkt de doelgroep deze vlogs kritisch op wat wel en niet werkt en hoe dat komt. Daarna gaat het Trimbos een handzame methodiek ontwikkelen die toepasbaar is in het werkveld van jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland. Deze methodiek wordt samen met jeugdverpleegkundigen ontwikkeld en in oktober 2019 verspreid onder JGZorganisaties. (Bron: Trimbos-Instituut)

Juvans en Welzijn Divers gaan samen verder als Farent Per 1 januari 2019 gaan Juvans Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Welzijn Divers fuseren. Daarmee ontstaat een brede welzijnsorganisatie met een sterke positie in de regio Midden-Brabant en de Meierij op het terrein van basisondersteuning, leefbaarheid, veiligheid, wonen, welzijn en zorg.

Pleidooi voor een mentaal offensief Joep Verbugt, voorzitter van de Raad van Bestuur van GGzE, schreef in boekvorm een ‘Pleidooi voor een mentaal offensief’. In het jaar waarin GGzE 100 jaar bestaat, blikt hij terug en vooruit en beschrijft hij aan de hand van actuele maatschappelijke ontwikkelingen dat het niet goed gaat met onze collectieve mentale gezond– heid. Zonder bevangen te worden door een pessimistische reflex, roept hij op tot een mentaal offensief dat moet leiden tot een nieuwe mentaliteit in de samenleving. Het boek (40 pagina’s) is kosteloos te downloaden op www.ggze.nl

PLEIDOOI VOOR EEN

MENTAAL OFFENSIEF Joep Verbugt

Meer wegen naar werk: voorbeelden uit de praktijk De ‘meest gebruikelijke’ weg naar werk is een opleiding volgen en daarna solliciteren. Maar voor mensen met een aandoening of beperking is die route niet altijd vanzelfsprekend of succesvol. Voor hen is soms een andere weg wenselijk of noodzakelijk. In het (eenmalige) magazine ‘Meer wegen naar werk’ staan verhalen over succesvolle projecten

en initiatieven. Ze zijn geschreven door ervaringsdeskundigen. Verder vertellen werkgevers, ondernemers en HR-professionals hoe zij ruimte maken voor mensen met een arbeidsbeperking. Het magazine wordt gemaakt door Patiëntenfederatie Nederland, Ieder(in) en Mind, en is gratis te downloaden via deze organisaties.

REINIER WINTER 2018-2019

55


Reinierwerktenleert.nl Nieuwe site voor werken en leren bij Reinier van Arkel

WERKEN AAN GROEI EN ONTWIKKELING Wil jij onze cliĂŤnten-van jong tot al wat ouder-helpen om het beste uit hun leven te halen? Wil jij jezelf ontwikkelen en werken bij een organisatie waar bevlogenheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid hoog in het vaandel staan? Kijk dan of er een geschikte opleiding of vacature voor jou is op www.reinierwerktenleert.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.