Een stadssage
De Ruïne van Raedorp
© René van Stekelenborg
Namens Grond & Ontwikkeling in opdracht van het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam voor het project Tuinen van West in stadsdeel Nieuw-West, maart 2021.
René van Stekelenborg Coltermanstraat 9 rood 2013 BA Haarlem www.aandachtsfabriek.nl
INLEIDING
Het gonst in Nieuw-West van de verhalen, legendes en saga’s. Het Haarlemmermeer was echt een woest en woelig water dat in contact stond met de zee. Schiphol heet Schiphol omdat daar ter plekke vele schepen averij opliepen en op de klippen sloegen. Het water had haar eigen grillige karakter en de vele zandbanken maakten het er voor een gemiddelde schipper niet makkelijker op. Tel er het onberekenbare weer met flinke onweersbuien en rukwinden bij op en je krijgt een idee van het onstuimige landschap ten westen van het huidige Nieuw-West. Hier spookte het en lag het dreigende water altijd op de loer.
HOOFDSTUK 1 DE WATERLANDEN
Complete dorpen zijn van de kaart geveegd. Vijfhuizen bestaat nog. Maar, bijvoorbeeld de dorpen Nieuwerkerk, Rietwijk en Raesdorp zijn tussen 1591 en 1611 helaas ten onder gegaan omdat de tentakels van het Haarlemmermeer tot diep in de huidige Lutkemeerpolder reikten. Het Lutkemeer dankt trouwens haar naam aan het kleine meertje dat het ooit was. Lutke = klein. Een lue is daar de overtreffende trap van. Zo noemen we een lue tegenwoordig ook wel een wadi, een natuurlijke waterkom die regenwater van de hogere delen verzamelt, infiltert en afvoert naar de lagere delen en het open water. De hoogteverschillen van de wadi zorgen voor droge en natte delen. Hierdoor ontstaat een gevarieerde begroeiing. De lue slingert tussen muren en grote stenen, onder burgen of losse houten boomstammen tot aan het water. Het oude Lutkemeer was ten noorden en oosten begrensd door Osdorp, ten westen door Raesdorp en ten zuiden door Nieuwerkerk. De voormalige slibvelden in de noordwesthoek van de Lutkemeerpolder zijn van 2004 tot en met 2015 door Rijkswaterstaat en stadsdeel NieuwWest ingericht tot een gevarieerd en divers natuurlandschap. Naast ‘natte natuur’ zoals water, riet en zeggenmoeras zijn gebieden met een hoogte tot maximaal tien meter blootgelegd. Het zijn eilanden met elk een eigen karakter. Het hoogst gelegen eiland heet de Raesberg waar de ruïne van Raesdorp is te bezoeken.
'Naast ‘natte natuur’ zijn gebieden met een hoogte tot maximaal tien meter blootgelegd.'
2
DE LANDLEEUW VERSUS DE WATERWOLF
'Raesdorp slaapt immers nooit, is altijd waakzaam en klaar om het spel der elementen te overwinnen!'
Tijdens zware westenwinden bood Raesdorp aan de kant van het Lutkemeer een schuilplaats aan de vissers van het Haarlemmermeer. In 1632 verdween het dorp voorgoed onder de wrede golven van het woelige water. Nog steeds kennen we de verhalen waarin de allegorie op onze strijd tegen het water aan de hand van een Hollandse leeuw en een wrede waterwolf wordt verduidelijkt. Joost van den Vondel schreef in 1641 al: ‘Aan den Leeuw van Hollant’ waarin hij zijn steun betuigt aan de voorstellen om het Haarlemmermeer uit te malen. Wie nu de Raesberg en dus het voormalige Raesdorp bezoekt ziet een uitdagende, avontuurlijke en mysterieuze muur. Hier verheft de stad zich krachtig om de westelijke wind en de elementen van de natuur te weerstaan: die machtige, maar wrede ‘waterwolf’. De bewoners van dit deel van Raesdorp beschouwden zichzelf als krijgers. Ze aanbaden de snelheid en de kracht van hun lichaam, want ze werden geacht snel te reageren wanneer de waterwolf aanviel. Dit gedeelte van Raesdorp slaapt immers nooit, is altijd waakzaam en altijd klaar om het spel der elementen te overwinnen! De andere kant van het dorp heeft een eindeloos uitzicht over de horizon. Hier leefde het grootste deel van de bevolking. Ze waren georganiseerd, in evenwicht en gedisciplineerd. Tussen het gestructureerde patroon van gebouwen stonden drie huizen waar drie wijzen woonden. In één ervan vind je nog een oeroud instrument waarmee men de tijd kon meten. Zodoende kon men zich voorbereiden op de lente, het jaargetijde waarin de Waterwolf waarschijnlijk zou toeslaan. Tussen de ruïne ligt de Zonnekijker. Vanaf het Raesdorper pad kun je via een paar treden naar het lagere plateau. De Zonnekijker is gemaakt van twee in elkaars
verlengde gelegde buizen. Samen vormen ze een zonnetunnel. Bij zonsopgang op de eerste dag van de lente schijnt de zon precies door de twee buizen en zo kan de positie van de zon bij de lente-equinox bepaald worden.
3
VAN BREDERODE DE DOBBELENDE WATERWOLF
'De Spanjaarden hadden het niet zo op de Van Brederodes, de Amsterdammers trouwens ook niet, maar dat volgt later…'
Reinoud III van Brederode (1492-1556) was ambachtsheer van Amstelveen, Sloten, Sloterdijk en Osdorp. Hij bezat de ‘heerlijke’ rechten in het hele gebied ten westen en zuiden van Amsterdam. De familie Brederode wordt gerekend tot de belangrijkste adellijke geslachten in het oude gewest Holland en stamde weer af van die andere adellijke familie: de Van Teylingens. Waarschijnlijk is een verre voorvader van Reinout, Willem van Brederode rond 1285 begonnen met de bouw van het kasteel Brederode aan de duinrand bij Santpoort, dat in 1573 door de Spanjaarden werd verwoest en waar nu nog de bekende ruïne van over is. Men gaat ervan uit dat onze Reinout in Santpoort op het kasteel geboren is als zoon van Walraven II van Brederode en Margaretha van Borselen. In 1573 sloot zijn zoon Lancelot van Brederode zich als bevelhebber bij de Watergeuzen aan, maar werd, toen Haarlem zich overgaf aan de Spanjaarden door Don Frederik onthoofd. De Spanjaarden hadden het niet zo op de Van Brederodes. De Amsterdammers trouwens ook niet, maar dat volgt nog.
Want, onze Reinoud III bezat door de ‘heerlijkheden’ het (alleen-)recht om recht te spreken, waardoor hij niet alleen heer van Brederode en Vianen, maar ook burggraaf van Utrecht, houtvester en jagermeester van Holland was en lid was van de Raad van State. Daarnaast had hij een belangrijke functie als raads- en kamerheer van Karel V. Tot 1529 was hij dus ook ambachtsheer van Sloten, Sloterdijk, Osdorp en Amstelveen.
Naar alle waarschijnlijkheid had Reinoud deze laatste ‘heerlijkheden’ verkocht aan Amsterdam, hoewel Cornelis Lambertszoon Opsij blijft beweren dat onze Reinoud de dorpen vergokt en verdobbeld heeft. De stad Amsterdam was in de middeleeuwen enorm gegroeid en liet haar invloed gelden op het platteland. En dus kwam Amsterdam als landleeuw steeds vaker in conflict met de gevestigde belangen van de waterwolf Reinoud III. Het is algemeen bekend dat Reinoud zich actief verzette tegen de inbreuk die Amsterdam volgens hem maakte op zijn heerlijke rechten. Het stadsbestuur had meermalen geprobeerd om – voor grote bedragen – de ambachtsheerlijkheden van Reinoud te kopen, maar hij had pertinent geweigerd. De bedragen waren volgens hem te gering en Reinoud wilde de familiebelangen in Haarlem en de noord-zuid-waterweg via het Spaarne liever voor de lokale economie aldaar behouden ten koste van een directe oost-west-vaarroute dwars door zijn ‘heerlijkheden’ heen. Menig schipper zette liever koers vanuit de Zaan, Amsterdam of verder nog vanuit de Vecht via het IJ naar Spaarndam, want na het passeren van de sluis aldaar kon je, via de rivier het Spaarne in Haarlem en diverse binnenwateren, de lading goed en heelhuids afleveren in Leiden. Of zelfs in Gouda.
De schepenen van Amsterdam wisten echter dat Reinoud ‘seer genegen was tot dronckenschap ende spelen’. Het paste wel bij de Bourgondische en Vlaamse inslag die de familie als Kennemers kenmerkte. Op een dag, toen hij met zijn gezelschap logeerde in de herberg ‘de Hof van Holland’, stuurden ze een aantal bedreven dobbelspelers op hem af, die hem al zijn geld afhandig maakten, ‘tot sijn gouden keten toe’. Daarna stapte één van de burgemeesters op de inmiddels beschonken Reinoud III van Brederode af. Hij smeet een grote som geld op tafel en daagde Reinoud uit om te spelen om de jurisdictie. Reinoud verloor, ‘seer verhitt’ geraakt ‘door ’t voortgaende verlies en den wijn’. De Amsterdammers hadden een secretaris en een aantal getuigen klaarstaan en lieten ter plaatse een akte opmaken en ondertekenen waarin Reinoud afstand deed van de ambachtsheerlijkheden rond Amsterdam. De waterwolf had verloren. In 1529 werden de ambachtsheerlijkheden Amstelveen en Sloten (met Sloterdijk en Osdorp) overgedragen aan Amsterdam.
4 DE INVLOED VAN DE VAN BREDERODES OP AMSTERDAM NIEUWWEST
'Een blinde fascinatie bij alle Van Brederodes was de optimale verbinding tussen Haarlem, IJmuiden, de Zaan en Amsterdam.'
Reinoud III kreeg 10 kinderen tijdens zijn huwelijk met Philippote van der Marck. Daarnaast verwekte hij nog eens 10 kinderen. Zes bij Anna Simonsdochter en vier bij Catharina Goossens van Holten. En dat voor iemand die werd opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies! Een van bastaardkinderen was Lancelot die de oorlog tegen de Spanjaarden dus niet wist te overleven. Veel van de Brederodes echter bleven trouw aan hun familiegrond in Kennemerland. Ze waaierden echter uit in het noorden tot aan Alkmaar, in het zuiden via Hillegom en Lisse tot aan Leiden en Den Haag en in het oosten tot bijna aan Amersfoort. Een blinde fascinatie bij alle Van Brederodes was de optimale verbinding tussen Haarlem, IJmuiden, de Zaan en Amsterdam. Huis te Bretten dat ooit in handen van de familie was stond in Sloterdijk tussen Spieringhorn en de ingang van scheg de Bretten, waarschijnlijk ter hoogte van de huidige Seineweg. Omdat ook Halfweg, Spaarnwoude en Spaarndam tot de heerlijkheden van de familie behoorde, zijn de Van Brederodes altijd actief in de weer geweest om de meest optimale verbinding als handelsroute aan te leggen. Zo waren ze al eeuwen geleden de voorbereiders van de huidige trekvaart en de N200 en mag de NS haar spoor danken aan de lijnrechte verbinding die belangrijk was voor de familie om linea recta contact te houden met Haarlem en het achterliggende Santpoort.
Het huis te Bretten moet zijn gebouwd in de zestiende eeuw en is destijds met de aanleg van de eerste spoorlijn voor de stoomtrein van Haarlem naar Sloterdijk pas afgebroken. Huis te Bretten (of Britten) is vernoemd naar Brittenburg. Zo heette een versterking van de Romeinen op de plek waar de Oude Rijn in zee stroomde bij Katwijk. Maar, de overlevering van Kinheim vertelt ons ook dat het woord ‘Bretten’ een platitude is op de gehele familie Van Brederode. De familie heeft in elk geval het huis lang in bezit gehad. Het heeft dienst gedaan als tapperij aan de vaart en heeft op een bescheiden perceel gestaan.
5
MYSTERIEUZE PAADJES
'Om en nabij 3,7 meter is één roede, een spanbalk die voor molenwieken werd gebruikt en dus gangbaar was als lengtemaat.'
De Lange Bretten is enige tijd een soort niemandsland geweest met opgespoten zand van het nieuwe havengebied. Je hebt er nu volkstuinen, sportparken, speelgelegenheden. Door het wilde groen kronkelen echter mysterieuze paadjes. In de bosjes kun je een vos weg zien rennen. Het is wel de ‘stadswildernis’ van Amsterdam genoemd. Het kan er erg drassig zijn. Het Brettenpad loopt door deze groene ‘wildernis’. Aan de Halfwegse kant van de Lange Bretten ligt het volkstuincomplex De Grote Braak. De weg die de Lange Bretten scheidt van bedrijventerrein Sloterdijk III heet Daveren. En je houdt het niet voor mogelijk, maar hier sta je even op een stukje Spaarndammerdijktracé. Uitgerekend hier hadden de plannenmakers een drukke weg willen aanleggen en de spoorlijn. De spoorlijn is overigens wel iets verlegd, want die loopt niet meer helemaal langs de trekvaart tot bij de stadsgrens. Al voor de plek waar Huis te Bretten heeft gestaan verlaat de spoorlijn komend uit Haarlem de trekvaart om te koersen naar station Sloterdijk.
De mededeling ‘1800 Roeden’ dat met dakpannen is ingelegd op het dak van een cultureel bedrijvengebouw aan de N200 verwijst naar een oude lengtemaat. Om en nabij 3,7 meter is één roede, een spanbalk die voor molenwieken werd gebruikt. De naam '1800 Roeden' is gebaseerd op de afstand tot de Haarlemmerpoort, tot 1870 de westelijke begrenzing van Amsterdam. Vanaf deze poort liep sinds 1632 de trekvaart naar Haarlem, met daarlangs een jaagpad. De 1800 Roeden bevindt zich dus 6.780 meter, ofwel bijna zeven kilometer, ten westen van de Haarlemmerpoort. Een kleine 1800 roeden verderop richting het westen en je komt uit bij de Amsterdamse Poort in….Haarlem.
HOOFDSTUK 6
DE RAESBERG NU
'De ecologische diversiteit in dit natuurgebied is verrijkt door de verschillende gradaties aan de oevers van de eilanden.'
De Raesberg is een natuurgebied dat ligt in een waterrijk gebied in het Zuidwestelijke deel van Tuinen van West. De ecologische diversiteit in dit natuurgebied is verrijkt door de verschillende gradaties aan de oevers van de eilanden.
Met het ontwerp voor de herinrichting van De Raesberg, verbindt de gemeente Amsterdam het heden met het verleden en richt zij het vernieuwde landschap in met speelnatuur die verwijst naar de oorspronkelijke geschiedenis van het dorp en haar omgeving. De Raesberg wordt terrasvormig ingericht om de verschillende gebieden en vormen van gebruik te markeren.
Er zijn vier gebieden te onderscheiden:
• 1e plateau, de hoofdingang met informatiebord en een plek voor de fietsen;
• 2e plateau, de ruïne van Raesdorp;
• 3e plateau, de arena;
• 4e plateau, het podium.
Over het midden van het eiland loopt het Raesdorperpad. Via het pad bereik je de verschillende plateau’s. Haaks op het middenpad loopt een wadi, de Lue of Lutke, die de verschillende niveaus met elkaar verbindt, en zorgt voor een goede afwatering en voor gevarieerde begroeiing. De wadi heeft ook een grote speelwaarde voor kinderen.