9 minute read

Joop Zoetemelk en Jan Janssen

INTERVIEW JAN & JOOP

Vueltawinnaars voor het leven

Advertisement

Voor het grote publiek zijn ze vooral bekend als de twee Nederlandse winnaars van de Tour de France. Eén jaar voordat ze op de Franse wegen hun grootste succes boekten, schreven Jan Janssen en Joop Zoetemelk beiden al de Vuelta op hun naam. Janssen is in 1967 de beste in de Ronde van Spanje, terwijl Zoetemelk in 1979 het ‘amarillo’ mee naar huis neemt. “We krijgen nu door alle publiciteit rond de eerste drie Nederlandse ritten van de Vuelta meer aandacht dan destijds voor onze eindzege”, stelt Zoetemelk.

TEKST: RAYMOND KERCKHOFFS FOTOGRAFIE: ASO, COR VOS, RAYMOND KERCKHOFFS, GEM. UTRECHT.

Als ambassadeurs van La Vuelta Holanda zullen de twee enige Nederlandse winnaars van de Ronde van Spanje in Utrecht, ‘s-Hertogenbosch en Breda geëerd worden voor hun Spaanse succes. Ze merken dat het aanzien van hun Vuelta-eindzege de laatste jaren enorm is gegroeid. Een erkenning die onlosmakelijk is verbonden aan het huidige aanzien van de Spaanse ronde die steeds meer in één adem met de Tour en Giro wordt genoemd.

Jan Janssen kan zich zijn gloriedag in de Vuelta van 1967 nog goed herinneren. Op de voorlaatste dag vindt de 28 kilometer lange tijdrit naar Zarauz plaats. Op een dikke minuut achterstand van zijn ploeggenoot Jean Pierre Ducasse staat Jan Janssen tweede in het klassement.

INTERVIEW JAN & JOOP

Wanneer ze in de ochtend samen met ploegleider Maurice de Muer per auto het parcours verkennen, begint Ducasse plotseling te huilen. “Ik ga de Vuelta verliezen. In deze tijdrit kan ik nooit de leiderstrui verdedigen”, zegt hij tussen het snikken door. Janssen zit erbij en troost zijn jongere ploegmaat enigszins.

“Op dat moment wist ik dat ik deze Vuelta kon winnen”, zegt Janssen nu. “Enkele dagen eerder had Ducasse ook al een slechte dag in een veel langere tijdrit gekend en meer dan zes minuten op mij verloren. Natuurlijk gaf mij dit moraal om in de tijdrit voluit te gaan. Ik vond het triest voor Jean Pierre, maar ik moest natuurlijk ook de belangen van onze Pelforth-ploeg verdedigen. In een tijdrit is het immers ieder voor zich.”

Zo veroverde Janssen een dag voor het einde de ‘amarillo’leiderstrui die hij in de slotrit naar Bilbao niet meer prijsgaf. Hiermee was de Zuid-Hollander de eerste Nederlander die erin slaagde om een grote ronde te winnen.

STERKE PLOEG

Twaalf jaar later is Zoetemelk de tweede landgenoot die triomfeert op de Spaanse wegen. Aan het begin van het seizoen 1979 wordt hij door zijn Franse ploegleider Jean-Pierre Danguillaume gevraagd of hij de Vuelta wil rijden. “Ik zag dat wel zitten”, herinnert Zoetemelk zich. “Ik wist dat ik in de Tour de France wederom op een ijzersterke Bernard Hinault zou stuiten, die de voorgaande twee jaren oppermachtig was. Ik hoef daar niet lang omheen te draaien, Hinault was gewoon beter dan ik. Ik was dus bang dat ik de Tour nooit zou kunnen winnen en dan bood de Vuelta me misschien de mogelijkheid om toch een keer de beste te zijn in een grote ronde.”

Zoetemelk wil dus in die Vuelta van 1979 van start gaan, maar eist wel een sterke ploeg om zich heen. Hier gaat de teamleiding van zijn ploeg Miko-Mercier in mee. “De Vuelta begon dat jaar twee dagen na Luik-Bastenaken-Luik. Veel renners reden de klassieker in de Ardennen nog en vlogen pas daags voor de start naar Spanje. Dat wilde ik niet. Doordat ik er al eerder was, kon ik het parcours van de proloog goed verkennen. Dat ik daar won en meteen de leiderstrui pakte gaf veel vertrouwen.”

In totaal draagt Zoetemelk in die Vuelta het ‘amarillo’ liefst 15 dagen, wat aangeeft hoe dominant hij in deze ronde is. “Ik kan niet zeggen dat ik die ronde in een bepaalde rit heb gewonnen. Ik pakte al op de eerste dag de leiding, maar we wilden niet drie weken lang de verplichting van het controleren van het peloton in handen hebben. Toen er in de vijfde rit een kopgroep ontstond zonder gevaarlijke mannen voor het klassement, hebben we die mannen de vrijheid gegeven. Christian Levavasseur nam de trui over, maar ik wist dat we hem in de bergen en tijdritten op achterstand konden rijden. Eigenlijk heb ik die hele Vuelta verdedigend kunnen rijden. Als je er als klassementsrenner eenmaal als beste voorstaat, kun je anders koersen. Zo deed ik dat in 1980 in de Tour ook toen ik de gele trui eenmaal om mijn schouders had.”

In 1967 is er bij terugkomst in Nederland voor Janssen geen ontvangstcomité en zeker geen huldiging. Business as usual. Janssen: “Nee, nee. Helemaal niks. De zege bracht in Nederland

Janssen veroverde een dag voor het einde de ‘amarillo’ leiderstrui, die hij in de slotrit naar Bilbao niet meer prijsgaf

niks te weeg. De Ronde van Spanje sprak nauwelijks iemand aan. Er waren hooguit twee Nederlandse journalisten in die ronde, maar denk niet dat ze overliepen van enthousiasme. Internationaal telde de Vuelta toen ook nog nauwelijks mee. Het was dat ik voor een Franse ploeg reed die met sponsor Pelforth-bier de nodige belangen in Spanje en in het Baskenland had.”

Zoetemelk weet op de dag van vandaag nog altijd niet of zijn prestatie in die Vuelta iets teweeg heeft gebracht in Nederland. “Ik kan me alleen herinneren dat de NOS op de laatste dag aanwezig was. Verder heb ik geen Nederlandse journalisten gezien. Omdat ik na de ronde direct naar huis in Frankrijk ging, heb ik nooit een idee gehad of die eindzege in Nederland heeft geleefd. Ik denk het echter niet.”

ZWAARDER GEWORDEN

Volgens Janssen is de Vuelta tegenwoordig niet meer te vergelijken met de ronde die hij in 1967 op zijn naam schreef. “Nu is het een belangrijke ronde en is je carrière geslaagd wanneer je de Vuelta op je palmares kunt schrijven. De ronde is de laatste jaren ook veel zwaarder geworden. De steile beklimmingen, zoals de Alto de El Angliru, maken de wedstrijd ook veel lastiger dan in mijn tijd. Natuurlijk was de Vuelta toen ook al behoorlijk bergachtig met vooral zware ritten in de Pyreneeën, het Baskenland en Oviedo. Maar je had ook de ritten met de ellendig lange loodrechte wegen. Als je in Salamanca op de fiets stapte had je het gevoel dat je honderd kilometer rechtdoor moest rijden. En dat meestal onder een brandende zon.”

De hitte kan Zoetemelk zich ook nog herinneren. “Ik heb twee keer de Vuelta gereden. In 1971 en 1979. Ik vond die rondes qua zwaarte te vergelijken met de Tour. Je had toen ook al elk jaar enkele ritten in de Pyreneeën, terwijl in de binnenlanden van Spanje ook nog de nodige bergketens werden opgezocht.”

GEEN GIRO

Janssen en Zoetemelk stonden nooit aan de start van de Giro d’Italia. Janssen: “Ik reed vooral voor Franse ploegen en onze sponsors hadden nauwelijks belangen in Italië. Daarnaast had je in de periode van de Giro in Frankrijk ook rittenkoersen als de Midi Libre en de Dauphiné Libéré. Daarom was het voor onze ploeg geen optie om naar de Giro te gaan.”

Voor Zoetemelk geldt in zijn jaren precies hetzelfde: “Of het nu in Franse dienst was of later bij Raleigh, de Giro d’Italia stond gewoon niet op ons programma. Achteraf vind ik dat wel jammer. Maar ja, dat ga ik op mijn 75ste niet meer rechtzetten.”

INTERVIEW JAN & JOOP

Dat de Vuelta tegenwoordig bij het grote publiek veel populairder is dan in de voorgaande decennia, heeft volgens Zoetemelk maar één reden: de media-aandacht. “En dan vooral de televisie-uitzendingen. Van de Vuelta die ik in 1979 won zijn in Nederland hooguit een paar minuten op televisie uitgezonden. Tegenwoordig kun je de Vuelta overal vrijwel helemaal integraal op televisie volgen. Dat heeft ervoor gezorgd dat de ronde veel meer aanspreekt bij het grote publiek en dat heeft het aanzien van de Vuelta veel groter gemaakt.”

Janssen spreekt het tegen dat de eindzege in de Vuelta hem het nodige vertrouwen voor zijn Tour de France-zege een jaar later heeft gegeven. “Ik heb in die Tour geen seconde meer aan de Vuelta gedacht”, is hij resoluut.

Janssen: “Ik was in het begin van mijn loopbaan vooral een klassieke renner en had een goede sprint in mijn benen. Toen ik in 1966 in de Tour als tweede achter Lucien Aimar eindigde, realiseerde ik me dat ik de Tour ook kon winnen. Sterker, ik had die Tour al moeten winnen. Ik reed in de gele trui en liet me volkomen verrassen door een aanval van een groep met Aimar in een afdaling. Omdat de Fransen allemaal samen spanden, kreeg ik de kloof niet meer overbrugd. Jammer, want ik was juist een renner die altijd bij de eerste twintig in het peloton reed. Juist dit ene moment dat ik me even liet afzakken heb ik duur moeten betalen. Jammer, al gaf het me wel in 1968 de overtuiging dat ik deze Tour wel kon winnen.”

ZELFVERTROUWEN

En ook voor Zoetemelk is de Vuelta-zege niet dé trigger om een jaar later (in 1980) het zelfvertrouwen te vinden om de Tour de France te winnen. “Ik was al vijf keer als tweede in de Tour geëindigd. Dan weet je dat je in het klassement met de besten kunt wedijveren. Toch ging ik er in 1980 niet vanuit dat ik de Tour kon winnen. Nadat ik in 1970 en 1971 op een sterkere Eddy Merckx stuitte, moest ik in 1977, 1978 en 1979 het hoofd buigen voor Hinault. En eerlijk, ik ging in 1980 er ook vanuit dat de tweede plek achter Hinault het hoogst haalbare zou zijn.”

Wanneer Janssen terugkijkt op zijn mooiste overwinningen dan plaatst hij zijn Vuelta-zege in een rijtje met het wereldkampioenschap op de weg in 1964 en zijn overwinning in Parijs-Roubaix in 1967. “Prachtige zeges, die ik alle drie evenveel koester. Maar ze staan wel een trapje lager dan de eindzege in de Tour de France in 1968. Die overtreft alles.”

Zoetemelk kan zich daar in vinden. Ook hij plaatst zijn Tour de France-zege in 1980 met stip op 1. “Daarachter zet ik de wereldtitel op de weg in 1985, de gouden olympische medaille op de ploegentijdrit in 1968 en dan de Vuelta-zege.”

Dankzij La Vuelta Holanda krijgen Jan Janssen en Joop Zoetemelk eindelijk de erkenning voor hun eindzeges in Spanje

HERBELEVEN

Trots zijn beide Nederlandse wielericonen dat ze dit jaar bij La Vuelta Holanda een prominente plek krijgen. De start van de Ronde van Spanje in Utrecht, ’s-Hertogenbosch en Breda zet hun eindzege van weleer weer in de spotlights. “Ik heb in de maanden voor deze Vuelta-start al meer journalisten over mijn eindzege in 1979 gesproken dan destijds”, stelt Zoetemelk. Janssen beaamt dat. “55 jaar na dato herbeleef ik mijn Vueltazege van 1967 opnieuw.”

This article is from: