1
Interventies in Den Haag Mooie stad achter de duinen
Rijnboutt Magazine
2
Colofon Tekst Directie en medewerkers Eindredactie Richard Koek Fotografie Kees Hummel, Rijnboutt Vormgeving Thonik Oplage 1500 exemplaren Copyright Rijnboutt, mei 2010
Rijnboutt Magazine
3 31
Interventies in van DenDen Haag Ervaringen Haag
Rijnboutt Magazine Rijnboutt Magazine
Ervaringen van in Den Haag Interventies Den Haag De vernieuwing van de stad blijft ons werd inspireren en in staat In de het afgelopen decennium Rijnboutt bezig houden. Verdichting het kan, verhoging gesteld om voor of inwaar de regio Den Haag een aantal ingrepen van deinruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte het bestaand stedelijk gebied te ontwerpen en uit te overal.voeren. En in elke opgave zoeken naarvan de versterking Ze zijn elk verschillend vraagstelling en ligging van bestaande karakteristieken en eigenaardigheden. in de stad. Ze hebben gemeen dat ze elk meer dan alleen Den Haag zijn omgeving bron een en vernieuwing zijn.zijn Heteen zijngeweldige alle veranderingen die tot van studie, reflectie en ontwerp, die kleuring geeft doel hebben het ruimtelijke beleid te concretiseren, te aan onze ontwerpopvatting. expliciteren of te verscherpen. De regio staat nog voor een aantal ingrijpende opgaven. De vernieuwing van de wederopbouwwijken en de wijken uit de zeventiger jaren is nog niet halverwege. Daarin ligt de opgave om Den Haag als groene woonregio verder te profileren.
Samen geven deze projecten onze lezing van de stad weer, en dat vormt de rode draad in het werk. Door ze gezamenlijk te presenteren wordt de veelzijdigheid van de stadse De kust blijft een attractie en een zorg tegelijk. De landopgave zichtbaar, maar ook welke betekenis deze stedelijke schappelijke kwaliteiten van de plek zijn evident hoog, wat in stedenbouw en architectuur niet vaak genoeg projecten samen kunnen hebben. kan worden benadrukt. De ligging aan zee, maar vooral de specifieke rol die dat in het stedelijk weefsel speelt, biedt hier nog volop kansen. Het internationale karakter, verweven in de mooie woonwijken en landschappen van de regio, zou meer indruk kunnen achterlaten in het netwerk van deelcentra, kernen en milieus. De vrij grote dynamiek van de internationale betekenis voor de stad moet meer tot uiting komen in de stedelijke vernieuwings- processen. Topniveau vraagt om topkwaliteit, ook in de stedelijke ruimte en architectuur.
Rijnboutt en Den Haag
De transformatie van binnenstedelijke bedrijven locaties naar hoogwaardige gemengde milieus, zoals met de Binckhorst wordt beoogd en met Laakhaven al gaande is, vergt nog een lange adem en een flexibele houding. Voorinvesteren in infrastructuur en verleiden van bijzondere entrepreneurs zijn strategisch handelen nodig om het gewenste vernieuwingsproces gaande te houden. De infrastructuur, het stedelijk netwerk van lange, vaak statige lanen en lommerrijke pleinen, is de basis voor de permanente vernieuwing van de stad. De continuĂŻteit die dit biedt aan de reeks grote en kleine transformaties, waar dit tijdschrift ook een beeld van schetst, is een niet mis te verstane kwaliteit. En tenslotte is de stedelijke vernieuwing een project van lange duur, vele betrokkenen, een flexibele houding en permanente aandacht voor duurzaamheid. Duurzaamheid die zich vertaalt in betrokkenheid, vakmanschap, inspiratie en continuĂŻteit. Rijnboutt heeft het afgelopen decennium bij kunnen dragen aan het stedelijke project in de Haagse regio. De ervaringen van het werken op de middenschaal in Den Haag, tussen de stad, het landschap en het stedelijk project, zijn in dit tijdschrift toegelicht.
Rijnboutt is in januari 2009 ontstaan uit de samenvoeging van het Amsterdamse Rijnboutt Van der Vossen Rijnboutt en het Haagse CH & Partners. Door die samenvoeging is een breed opgezet bureau ontstaan op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en strategisch ruimtelijk advies. Rijnboutt heeft, vanwege de verschillende achtergronden van het bureau, een langdurige relatie met Den Haag opgebouwd. In 1979 werd CH & Partners opgericht, gevestigd aan de Haagse Herengracht. De keuze voor Den Haag was niet toevallig; vanaf het begin werd de stad inspiratiebron, referentiekader en object van bewerking tegelijk. De fascinatie voor de stad groeide mee. Het intrigerende stadsweefsel, de kwaliteit van de stedelijke ruimte en de eigenaardigheden van de dualiteit (de stad op de zandruggen en de stad in de veengebieden) die de stad beheerst bieden een permanent podium voor stedelijk debat en ontwerp. In een reeks projecten, studies en publicaties van de TU Delft heeft Willem Hermans bijvoorbeeld steeds uitdrukkelijk de aandacht gericht op de vele vakinhoudelijke kwaliteiten die Den Haag als object van bewerking heeft. Het resultaat is een reeks van afstudeerprojecten en publicaties die de potenties van het stadsontwerp als onderwerp hebben. Om dit werk te kunnen uitvoeren werd en wordt met velen samengewerkt. Dit zijn de gemeenten, maar ook allerlei marktpartijen en belangenorganisaties die zich betrokken voelen bij de stad of
4
Interventies in Den Haag
er de mogelijkheden van investeren in zien. De belangrijkste betrokkenheid bij Den Haag van CH & Partners in de jaren ‘90 was op het niveau van de stadsregio (een integrale toekomstvisie voor de Kamer van Koophandel) en het stadsontwerp voor de Laakhaven en de Resident. In 1996 werd Kees Rijnboutt, na zijn Rijksbouwmeesterschap, stadsstedebouwer van Den Haag, een positie die hij 3 jaar vervulde. In die periode wist hij samen met wethouder Peter Noordanus de stad en de stedelijke diensten die zich met het ontwerp van de stad bezig hielden te inspireren om meer over de stad als geheel na te denken en daaraan te ontwerpen. Hij betrok daarbij internationaal vermaarde ontwerpers als Joan Busquets om het stedenbouwdebat als ontwerp-debat vorm te geven. In zijn rol als stadsstedebouwer nam hij het voortouw bij een groot aantal stedelijke ontwikkelingsprojecten door speciaal ingestelde ‘workshops’ te organiseren. Bij deze methode is het voor de initiator niet altijd nodig een eigen visie te etaleren; het efficiënt sturen van het creatieve proces van anderen leidt immers ook tot onverwachte resultaten. Voorbeelden daarvan zijn de Grotiusplaats, een project dat al in de tijd als Rijksbouwmeester van start ging, en de Spuimarkt, twee belangrijke stedelijke projecten die nog immer in aanbouw zijn. In deze periode werd De Resident van plan tot werkelijkheid. De periode van Kees Rijnboutt als stadsstedebouwer eindigde met het ontwerpersforum ‘Globe 750’, dat ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad gehouden werd, en waarbij De Nieuwe Kaart van Den Haag werd gepresenteerd. Deze kaart was het resultaat van twee jaar studie naar de mogelijkheden van vernieuwing van de stad binnen het bestaand stedelijk gebied, en noteerde daarop de agenda voor het komende decennium. De laatste jaren van de twintigste eeuw waren cruciaal voor Den Haag. De Resident was bijna voltooid, maar grote investeringen in Scheveningen, het centrum, de stationsgebieden of de omgeving van het Congresgebouw waren alleen nog maar papier. Er ontstond een sterker bewustzijn van de regionale opgave vanwege de Vinex-operatie, de nationale opgave van infrastructuur en de veranderingen in de buurgemeenten. En het werd steeds duidelijker dat grootschalig ingrijpen in de vooroorlogse wijken en de wederopbouwwijken noodzakelijk werd om de sluimerende segregatie een halt toe te roepen. De Nieuwe Kaart van Den Haag, waarin de ambitie van de stad tot uitdrukking kwam, was net klaar, en deze bevatte op een verfrissende wijze de agenda voor de 21ste eeuw. In 1998 trad Maarten Schmitt aan als opvolger van Kees Rijnboutt om de ingezette visie en aanpak voort te zetten. De aandacht voor de stad, het stadsontwerp en de architectuur bleef groeien. Het debat over de stad werd breed gevoerd, in platforms als het Haags Architectuurcafé en Wils & Co. Als in Den Haag
Rijnboutt Magazine
gevestigd stedenbouwkundig bureau deden we volop mee met dat debat. Over bouwen in de binnenstad, hoogbouw, de Vinex-operatie, de kust en allerlei andere onderwerpen die de stad en de regio aangaan. Richard Koek maakte jarenlang deel uit van de besturen van beide architectuurplatforms, en organiseerde een reeks lezingen, tentoonstellingen en evenementen over de stedelijke ontwikkeling in de jaren rond de eeuwwisseling. Willem Hermans werd in 2005 lid van de Haagse welstandscommissie als stedenbouwkundig lid. De manier waarop Den Haag de welstandstoetsing en het kwaliteitsbeleid heeft georganiseerd, sloot direct aan op de aandacht voor de stad en het vak vanuit ons bureau. Architectuur die dienstbaar is aan de stad en de stedelijke ruimte, met een hoge kwaliteit van materiaal en detail. Als resultaat van deze veelzijdige inzet kan ook het werk in Den Haag en de regio worden beschouwd. Het werk is veelzijdig; van het structuurplan en de welstandsnota voor de hele gemeente Wassenaar tot de herstructurering van het winkelcentrum De Savornin Lohmanplein, en van een strategische verkenning voor Sammersbrug in de Rijswijkse landgoederenzone tot een gedetailleerd inrichtingsplan voor een deel van de Rivierenbuurt. In alle projecten is onze aandacht voor de eigenheid van de stad en regio voelbaar gemaakt. Onze betrokkenheid blijft ook in de komende jaren zeker nog bestaan. Zo zullen bijvoorbeeld de vernieuwing van het winkelcentrum De Savornin Lohmanplein, de realisatie van Nieuw Rozenburg en een uitbreiding van de Haagse Bijenkorf de komende jaren tot stand komen. Ook zal de renovatie van het landgoed Oostduin-Arendsdorp uitgevoerd worden. In dit tijdschrift worden de meeste projecten gepresenteerd in hun huidige stand van zaken, voorjaar 2010. Ze zijn ingedeeld in drie categorieën: de projecten voor de lange lijnen in Den Haag, de nieuwe kernen van stedelijkheid en de zorgvuldige vernieuwing van de stad. Het gemeenschappelijke karakter van de projecten ligt in de vernieuwing van het stedelijk gebied.
5
Interventies in Den Haag
De Haagse regio Het ruimtelijke beleid in de regio is voor een belangrijke mate gericht op intensief, kwalitatief en duurzaam ruimtegebruik en benutting van de openbare ruimte. Het stedelijk gebied is naar Nederlandse begrippen dicht bebouwd, en de druk op de openbare ruimte is groot. In de vernieuwing van de stad staat daarom de publieke ruimte centraal. Als woongebied ontlenen Den Haag en de buurgemeenten hun kwaliteit aan de goede samenhang tussen verstedelijking en landschap, tussen bebouwing en groenstructuur, met de landgoederen, parken en lanen als dragers daarvan. Binnen die bijzondere gridstructuur verandert het stedelijk gebied, wordt het verdicht of getransformeerd. Op knopen ontstaan nieuwe kernen, compacte plekken met stedelijke potentie en ambitie. Nieuwe ensembles ondersteunen de dynamiek en kwaliteit van de regio als vestigingsplaats. Gewerkt wordt aan ensembles die ook uiting geven van de bestaande kwaliteiten en historische karakteristieken. De gehechtheid aan de plattegrond van de stad verantwoordt de keuzes. Door het intensieve gebruik van het stedelijk gebied slijt de openbare ruimte sneller. In een consequente aanpak wordt de stad stukje bij beetje vernieuwd, waarbij duurzame inrichtingsprincipes worden gehanteerd. In Den Haag zijn alle woonstraten in principe hetzelfde, en zijn de hoofdwegen alleen in profiel anders. Dit leidt tot een aangename rust en eenvoud, waarin bijzondere plekken ook daadwerkelijk als zodanig herkenbaar zijn. De monumentale lange lijnen van de regio, die zo kenmerkend zijn voor de beleving, worden vernieuwd om nieuwe functies een plek te geven en de dynamiek van de stad te accommoderen.
Rijnboutt Magazine
6
Rijnboutt Magazine
Inhoud
Inhoud P.08 Laan van NOI Van de Vliet naar de kust P.09 Stadhoudersplantsoen Landschappelijke monumentenzorg en natuurontwikkeling P.10 Erasmuszone Ruimte voor de natuur
Rijnboutt Magazine
Inhoud
P.20 Prinsenhof Central business district als woonen verblijfsmilieu P.22 ’t Haegsch Hof Klassieke stedelijke ruimte
P.12
P.24 Nieuw Rozenburg De grenzen van het haalbare in de stedelijke vernieuwing
P.09
P.27 Overgoo Reservering voor de toekomst
P.28 Shell Research Strategische P.16 Centrum Loosduinen vernieuwing van bedrijfsterrein Vernieuwing van Plaspoelpolder een eigenwijs stadsdeelcentrum P.30 Diaconessenhuis P.18 Voorburg ’s Gravendreef Het onmogelijke Identiteit in de mogelijk maken nieuwe stad
P.08 P.20
P.26 De Savornin Lohmanplein P.12 Oostduin Arendsdorp Uitnutting van bestaande Landgoedbeheer en stedelijke vernieuwing centrumkwaliteit P.14 De Voordes – Sammersbrug Nieuwe mogelijkheden voor grensoverschrijdende vernieuwing
7
P.27
P.22
P.18
P.26 P.30
P.24 P.16 P.10
P.14
P.28
8
Laan van NOI – Van de Vliet naar de kust
Rijnboutt Magazine
Categorie: Lange lijn
9
Stadhoudersplantsoen – Landschappelijke monumentenzorg
Rijnboutt Magazine
Categorie: Lange lijn
Stadhoudersplantsoen Landschappelijke monumentenzorg en natuurontwikkeling
Laan van NOI Van de Vliet naar de kust
De President Kennedylaan is het stedenbouwkundige hoogtepunt van de Haagse wederopbouw. Het ontwerp van Dudok voor een internationaal cultureel centrum kreeg vorm langs de laan. De laan zelf heeft een asymmetrisch profiel, waarin de Haagse Beek is opgenomen in een lineaire parkstrook, het Stadhoudersplantsoen. Deze verbindt de dynamiek van de rijbaan met de attractieve woonwijken Duinoord en Statenkwartier. Het Stadhoudersplantsoen was na bijna zestig jaar toe aan een opknapbeurt. Verschillende stormen en ziektes hadden gezorgd voor gaten in de beplanting, de heestervakken waren ver uitgegroeid, en de paden waren aan vernieuwing toe. De opknapbeurt is echter ook een herdefiniëring van de monumentale kwaliteiten, die vooral zitten in de combinatie van lange doorzichten, intieme plekken, een rijk assortiment aan bomen en heesters en karakteristieke hoogteverschillen.
Nadat in de jaren ’60 de laanbomen werden gekapt was de Laan van NOI over een lengte van ruim 2 kilometer kaal, hard en ongenaakbaar. De verblijfskwaliteit was gering, de oversteekbaarheid een probleem, het imago slecht. De route voert door het Bezuidenhout en door het Haagse Bos; in beide gevallen is de verkeersfunctie zwaar en bewerkstelligt een scheiding tussen de twee verschillende zijden van de weg. De noodzakelijke technische vernieuwing van de weg was aanleiding voor een integrale vernieuwing van het wegprofiel. In een interactief proces met aanwonenden en buurtbewoners is uitgebreid verkend welke de te realiseren kwaliteiten zouden kunnen worden. Dit beperkte zich niet tot het profiel, de verharding en de laanbeplanting, maar ging ook over de betekenis van de laan als stedelijke ruimte voor verblijf, met winkels,
kantoren, woningen en horeca. Bovendien ging het over de rol van de Laan van NOI in de drieslag tussen de Vliet (de Laan van Nieuw Oost Einde in Voorburg) en de Van Alkemadelaan (in Scheveningen), een stadsroute par excellence. In het Haagse Bos deelden we de weg in tweeën, door een ruim 5 meter brede middenberm te maken. Die middenberm is met bomen beplant om de continuïteit van het bos te bevorderen. Op termijn groeien de kruinen ineen waardoor de laan er als twee tunnels in de boommassa uit zal zien. Twee nieuwe bruggen en een eco-tunnel completeren de ecologische verbinding. In het Bezuidenhout is de laan hersteld. De 120 nieuw geplante bomen zullen over een decennium weer het beeld van de laan bepalen. Gemakkelijk was
dat niet; volgens de strikte regelgeving van de ASVV is de verkeersruimte circa 3,5 meter te smal. Door slim om te gaan met de beschikbare ruimte zijn de bomen, de parkeerplaatsen, de vrijliggende fietspaden, een vrije bus-trambaan en rijbanen gebundeld tot een aangenamer route in de stad. Alleen de stationsomgeving bij NS-halte Laan van NOI ontbeert nu nog de benodigde kwaliteit om de totale route van de Vliet naar de kust goed te maken.
Bovendien wenste de gemeente een aanpak die de waarde als ecologische verbindingszone zou versterken. Door de barrières langs en door het plantsoen was die kwaliteit te beperkt. In het ontwerp wordt ruim gebruik gemaakt van een breed assortiment van vaste planten, besdragende heesters en oeverbeplantingen. In de compositie van deze nieuwe beplantingen met de te handhaven bomen wordt de monumentale kwaliteit versterkt en verrijkt.
Laan van Nieuw Oost Indië opdrachtgever: Dienst Stadsbeheer. In samenwerking met Van der Waal en Partners, Ingenieursbureau Den Haag en Infra Consult + Engineering. Uitvoering: 2005-2008
Stadhoudersplantsoen opdrachtgever: Dienst Stadsbeheer. In samenwerking met DG Groep. Uitvoering: 2010
10
Rijnboutt Magazine
Erasmuszone – Ruimte voor de natuur Categorie: Lange lijn
Na bijna zestig jaar was de strook ruimtelijk en functioneel aan een vernieuwing toe. De beplanting was te ver uitgegroeid waardoor de ruimtelijke kwaliteit verloren ging, paden en wegen waren slecht begaanbaar, en de waterkwaliteit liet te wensen over. Vanuit het gemeentelijke beleid was geld beschikbaar gesteld voor een gedegen vernieuwing, met de opgave de monumentale kwaliteit te combineren met een ecologische kwaliteit.
Erasmuszone – Ruimte voor de natuur Categorie: Lange lijn
Erasmuszone Ruimte voor de natuur Als onderdeel van de vernieuwing van de naoorlogse woonstad wordt in Den Haag Zuidwest de laanstructuur vernieuwd. Deze sterke ruimtelijke assen, dragers van het structuurplan van Dudok, hebben een hoge ruimtelijke kwaliteit. Ze bevatten veel groen in duidelijke laanbeplantingen, en organiseren het stadsdeel. De Erasmusweg is de belangrijkste laan tussen het Haagse centrum en het Westland, en heeft meer dan lokale betekenis. In het profiel ligt de Laak, een hoofdwatergang voor stad en regio.
11
De oplossing is gevonden in een omkering van het gebruiksprofiel. Waar voorheen de honden werden uitgelaten zijn de paden verwijderd en zijn strakke moeraszones gemaakt. Uitgegroeide essen en esdoorns zijn verwijderd en vervangen door een keur aan nieuwe parkbomen. Het nieuwe flaneergebied is gelegd aan de kant waar de relatie met de woningbouw groter is: een pad aan de voet van het talud, met vlonders boven het water van de Laak, en een hele reeks van zitplekken. Vernieuwing van deze openbare ruimte staat niet op zichzelf. De aangrenzende buurten Moerwijk Oost en Zuid worden beide voor meer dan driekwart vernieuwd, en met de vernieuwing van de Erasmuszone wordt een grotere verblijfskwaliteit geschapen. De laatste fase zal bestaan uit de vergroening van de trambaan en de herindeling van de hoofdrijbaan. Erasmuszone opdrachtgever: Dienst Stadsbeheer. In samenwerking met DG Groep. Uitvoering: 2008-2010
Rijnboutt Magazine
12
Oostduin Arendsdorp – Landgoedbeheer en stedelijke vernieuwing Categorie: Stedelijke vernieuwing
Rijnboutt Magazine
13
Oostduin Arendsdorp – Landgoedbeheer en stedelijke vernieuwing
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing Monumentale kwaliteiten
Oostduin Arendsdorp Landgoedbeheer en stedelijke vernieuwing Midden in het Benoordenhout ligt het landgoederencomplex OostduinArendsdorp. Hoewel de landhuizen al sinds de tweede Wereldoorlog ontbreken ademt het gebied nog steeds de kwaliteit van een buitenplaats. Maar het 30 ha grote gebied leunt sterk op de gemeentelijke beheergelden, die voor het dagelijkse onderhoud maar net toereikend zijn. Om te benadrukken welke waarde het gebied voor de gemeente heeft is een ontwikkelingsvisie en een beheervisie opgesteld. De ontwikkelingsvisie geeft de kaders aan voor de geplande vernieuwing van de in het gebied staande gebouwen en objecten, de beheervisie geeft richting aan de verbetering van het onbebouwde gebied, de monumentale elementen en bomen.
Het landgoed als som der delen
Het uiteindelijke doel is in het landgoed een goede afstemming te krijgen tussen bebouwing en landschap, en tussen cultuur en natuur. Bestaande kwaliteiten als de lanen, bruggen, entrees, monumenten en watergangen worden hersteld en opgeknapt. Vroegere, nu verdwenen, kwaliteiten
worden teruggebracht of opnieuw geïnterpreteerd. Er worden nieuwe lanen aangelegd, toegangen worden vernieuwd, bestaande lanen worden hersteld, monumenten worden opgeknapt. Maar ook worden mantelbeplantingen toegevoegd, padenstructuren verbeterd, natuurvriendelijke oevers gemaakt en de kansen voor de waardevolle stinzenbeplanting en paddestoelen uitgebreid. De inpassing van de vervangende nieuwbouw van beide ouderenwooncomplexen is gericht op een optimale landschappelijke oplossing. Parkeren verdwijnt geheel uit het zicht en het parklandschap loopt door tot op de gevel. De bebouwing past bij de status die het gebied als landgoed heeft: open, voornaam en duurzaam. Door het landgoedontwerp uit te breiden staat de nieuwbouw als hedendaags landhuis in het park.
Oostduin - Arendsdorp opdrachtgever: Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Dienst Stadsbeheer, Staedion. In samenwerking met DG Groep. Uitvoering vanaf 2010
14
De Voordes – Sammersbrug – Nieuwe mogelijkheden
Rijnboutt Magazine
15
Categorie: Stedelijke vernieuwing
Categorie: Stedelijke vernieuwing
Impressie woonmilieu
De Voordes – Sammersbrug Nieuwe mogelijkheden voor grensoverschrijdende vernieuwing Rijswijk en Den Haag zuidwest worden prachtig verbonden via een langgerekte historische landgoederenzone. De zone bevat in en tussen de oude landgoederen een groot aantal stedelijke functies: van sportcomplexen tot bijzondere woonvormen, van een congreshotel tot schoolgebouwen. De toegankelijkheid is echter niet overal optimaal. De vernieuwing van Den Haag Zuidwest, en dan met name van Moerwijk, leidt tot een veel gevarieerder woonmilieu dan bestaand. De nieuwe buurten zouden veel meer gericht kunnen worden op een goede relatie met de landgoederen. In onze visie voor de Voordes zijn de verschillende opgaven voor de landgoederenzone en Moerwijk aan elkaar gekoppeld. Door van elkaars kwaliteiten gebruik te maken, en door barrières te slechten, zou een duurzamer stedelijk milieu kunnen ontstaan. Veel meer nadruk wordt gelegd op dwarsrelaties, routes voor langzaam verkeer, groene en blauwe verbindingszones en menging in het overgangsgebied. Het wonen aan het landschap van de landgoederen geïntensiveerd. Door enkele bijzondere functies in de groene omgeving te situeren worden de landgoederen gerevitaliseerd. De oude landhuizen krijgen nieuwe functies. Nieuwe paden vullen ontbrekende schakels. Een bijzonder programma in de zone is zorgcomplex Sammersbrug, een deels verouderd gebouwencomplex ter weerszijden van de Strijp. In enkele fasen zal dit complex vernieuwen van een bejaar-
De Voordes – Sammersbrug – Nieuwe mogelijkheden
denhuis naar een woon-zorg-milieu met een veel hogere woonkwaliteit. Dit woonmilieu profiteert ook van de landgoederen, en omgekeerd zorgt het nieuwe Sammersbrug voor een toename van het gebruik van de landgoederen. Ook wordt het groene, randstedelijke woonmilieu verrijkt. En met Sammersbrug wordt de landgoederenzone beëindigd en de relatie met de groene Erasmuszone vorm gegeven. Hier wordt het laatste te vernieuwen deel van Moerwijk bij betrokken. Werd het gebied voorheen als stadsrandlocatie beschouwd, het ensemble als geheel krijgt nieuwe betekenis als knooppunt in het overgangsgebied tussen de vernieuwde naoorlogse stad en de nieuwbouwlocaties Strijp en Wateringseveld. Met Sammersbrug wordt de plek in de plattegrond van de Haagse regio verankerd. Het wordt een ensemble dat landschappelijk is op maaiveld en stedelijk in programma en skyline.
Overvoorde - Sammersbrug opdrachtgever: WZH, Wooninvest, Staedion, Bouwfonds. In studie
Rijnboutt Magazine
16
Centrum Loosduinen – Vernieuwing van een eigenwijs stadsdeelcentrum
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing
Centrum Loosduinen – Vernieuwing van een eigenwijs stadsdeelcentrum Categorie: Stedelijke vernieuwing
Centrum Loosduinen Vernieuwing van een eigenwijs stadsdeelcentrum Het in verschillende fasen gebouwde centrum van Loosduinen was al geruime tijd toe aan een integrale vernieuwing. Door meerdere redenen bleef dat uit tot 2007. Loosduinen is 70 jaar geleden door Den Haag ingelijfd, maar heeft nog steeds een eigenwijze identiteit. Dat zelfbewustzijn is vertaald in het ontwerp, dat qua materiaalgebruik niet onderdoet voor het Haagse stadscentrum. Van belang was dat in het centrum van Loosduinen de met de mond beleden eigen identiteit ook in de openbare ruimte zichtbaar werd. Het Hoofdplein speelt daarin een centrale rol, als huiskamer van Loosduinen. Het evenementenplein heeft een natuurstenen vloer gekregen, de op één na langste bank van de stad en een waterobject dat met het gerestaureerde carillon de centrale blikvanger is.
17
De aanloopstraten zijn een duidelijke inleiding op het plein, met natuurstenen goten en een verleidelijke verlichting. Op speciale plekken zijn bomen aanwezig, informatiezuilen en trappen. De mede voor het centrum ontworpen nieuwe luifels maken het beeld compleet. Met de luifels wordt ook het gebouwde centrum een facelift gegeven waarmee de samenhang tussen gebouw en ruimte tot stand wordt gebracht.
Centrum Loosduinen opdrachtgever: Dienst Stedelijke Ontwikkeling. In samenwerking met IPV Delft en Ingenieursbureau Den Haag. Uitvoering: 2008-2010
Rijnboutt Magazine
18
‘s Gravendreef – Identiteit in de nieuwe stad
Rijnboutt Magazine
19
Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
‘s Gravendreef – Identiteit in de nieuwe stad Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
’s Gravendreef is een belangrijk stedelijk project voor Den Haag, en een project dat in een bijzondere ontwikkelingsvorm wordt gerealiseerd. De inhoudelijke opzet, met een fors programma in een hoge dichtheid, een complexe bereikbaarheidsproblematiek en een hoge ambitie, vergt een strakke regie. Samen met Ruud Voskuijl werd door Rijnboutt supervisie en aansturing uitgevoerd en tegelijk het ontwerp voor de openbare ruimte gemaakt. De ontwikkeling lag tot eind 2009 in handen van een publiekprivate organisatie, waarvan de gemeente Den Haag en enkele ontwikkelaars gelijkelijk deel uitmaakten. Het sturings- en bindmiddel was het masterplan dat in 2006 is vastgesteld. Op basis van dit document konden de verschillende deelplannen worden uitgevoerd. Het kerngebied is nu klaar; wat resteert is een kantoorprogramma, twee appartementenblokken en een vestiging van het ROC Mondriaan, dat in 2011-2012 wordt gebouwd.
’s Gravendreef opdrachtgever: Ontwikkelingsbedrijf Leidschenveen, BAM Vastgoed, Wooninvest, Schouten de Jong, e.a. In samenwerking met Oranje Advies en Ingenieursbureau Den Haag. Uitvoering: 2006-2013
’s Gravendreef Identiteit in de nieuwe stad In elk van de drie Haagse Vinex-wijken (Leischenveen, Ypenburg en Wateringseveld) is een centrumgebied gepland. In Leidschenveen is het ’s Gravendreef, een centrale zone tussen twee zware infrastructuren, de provinciale weg naar Zoetermeer en de Randstadrail, in. Deze zone verbindt de vier woonbuurten en het werkgebied van Leidschenveen, maar is daarboven ook een knooppunt in de regio Haaglanden met een bovenwijkse functie. Deze komt vooral voort uit de ideale ligging aan rail- en weginfrastructuur. Het milieunadeel hiervan is in het plan omgezet in een sterk vestigings-milieu met een hoge dichtheid, stoere blokken en een even stoere openbare ruimte. Het winkelcentrum Het Hoge Veen is de centrale plek waaromheen zorg, onderwijs, sport, kantoren en heel veel wonen gesitueerd is.
Met het masterplan voor ‘s Gravendreef wordt het ontwerp van de bebouwing gestuurd en de openbare ruimte ingericht. Vanwege de veelzijdige programma’s (bijna alle bouwblokken hebben een gemengde invulling) en de grote omvang is de nadruk gelegd op een neutrale architectuur van stevige bouwblokken met als architectonische karakteristieken: baksteen in aardetinten, plasticiteit door diepte in de gevels en een interessante ontworpen skyline. De blokken hebben tenminste twee stedenbouwkundige betekenissen: op het niveau van de kavel zelf is er altijd sprake van een kwalitatieve buitenruimte als intermediair tussen de bebouwing en de straatruimte, en op het niveau van heel ’s Gravendreef is er de interactie met de andere kavels via de park- en straatruimte. De op de kruising van twee hoofdstructuren gelegen Randstadrailhalte is daarbij blikvanger.
Rijnboutt Magazine
20
Prinsenhof – Central business district als woon- en verblijfsmilieu
Rijnboutt Magazine
Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
21
Rijnboutt Magazine
Prinsenhof – Central business district als woon- en verblijfsmilieu Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
Prinsenhof Central business district als woon- en verblijfsmilieu
Prinsenhof is een complex met kantoren, woningen, een hotel en een parkeergarage aan de Prinses Beatrixlaan in Den Haag. Het maakt deel uit van het zakendistrict in het Beatrixkwartier in Den Haag. Als basis heeft het masterplan gediend van Joan Busquets, dat in workshopverband is uitgewerkt onder leiding van Kees Rijnboutt. Prinsenhof bevat 60.000 m2 aan kantoorruimte, 2.000 m2 winkels en horeca, 207 woningen, 1000 parkeerplaatsen en drie tuinen. Prinsenhof heeft een transparant karakter, met hoge glazen gevels op straatniveau. Het bestaat uit vier schijven, met op de kop een kantoortoren en hotel aan de zijde van het spoor. De schijven zijn gekoppeld door middel van bruggebouwen. De drie 70 meter hoge woontorens van Prinsenhof bevatten 207 appartementen. De 63 verschillende woningtypen variëren van twee- tot vijfkamerwoningen in een tot drie lagen ruim voorzien van uitzicht en zon. Daarnaast zijn in de plint een aantal woonwerkeenheden en een crèche opgenomen. Prinsenhof kwam tot stand in een intensieve samenwerking tussen Joan Busquets, Atelier Pro, Kraaijvanger Urbis, Mathieu Derckx en Rijnboutt. Er is gezocht naar een zo optimaal mogelijke positionering van de woningen in het stedenbouwkundig
model. Wonen en werken worden in dit kavel niet gescheiden, ze worden gemengd om zo het hoogstedelijke karakter van het plan te onderstrepen. Samen met de stedenbouwkundige concepten van de Beatrixlaan als ‘salon’ en de ‘corporate gardens’ bood deze menging de mogelijkheid een bijzondere kwaliteit te creëren voor zowel wonen als werken in een nieuwe stedelijk woonvorm. De woningen zijn zowel op de Prinses Marijkestraat als op de Carolina van Nassaustraat georiënteerd. Het grootste deel van de woningen bestaat uit appartementen en maisonnettes in een drietal torens. De woningen zijn zodanig georganiseerd binnen het volume van de torens dat zij alle optimaal kunnen profiteren van hun hoge ligging. In alle woningen zijn het uitzicht en de oriëntatie op de zon belangrijke uitgangspunten. Appartementen hebben altijd een ruimte aan de zuidzijde van de torens. Van de maisonnettes bevinden zich altijd één of meerdere woonvertrekken aan de oost of westzijde. Door de intelligente stapeling die dit mogelijk maakt, ontstaan woningen van hoogstedelijk karakter, met een grote ruimtelijkheid. Prinsenhof: opdrachtgever: BPF Bouwinvest. Ontwerp en uitvoering: 1999-2006
22
‘t Haegsch Hof – Klassieke stedelijke ruimte Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
Rijnboutt Magazine
23
Rijnboutt Magazine
‘t Haegsch Hof – Klassieke stedelijke ruimte Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
’t Haegsch Hof Klassieke stedelijke ruimte De Haagse Rivierenbuurt was vóór de 2e Wereldoorlog een arme arbeidersbuurt. Direct naast het centrum en het centraal station was de dichtbevolkte wijk geen aangename woonplek. De menging van bedrijven met wonen had geleid tot rug-aan-rug woningen, hofjes, steegjes en gebruik door marginale bedrijvigheid en prostitutie. In de jaren ’50 besloot de Rijksoverheid de Staatsdrukkerij, tot dan gevestigd aan de Fluwelen Burgwal, een nieuwe vestiging te geven, en kocht daarvoor enkele bouwblokken op in het hart van de Rivierenbuurt. Ongeveer gelijktijdig met de sloop van de Muzenbuurt (op een steenworp afstand gelegen; hier is in de 90-er jaren De Resident gebouwd) en de bouw van het Prins Bernhardviaduct werd een groot gat in de Rivierenbuurt geslagen. Met het vertrek van de SDU in de eerste jaren na 2000 ontstond de mogelijkheid deze brutale ingreep te herstellen. Niet door de vooroorlogse achterbuurt terug te brengen, maar door de keuze voor een bij de buurt passende ruimtelijke opzet. Het stedenbouwkundig plan werd gemaakt door Krier & Kohl, waarmee Rijnboutt in Den Haag eerder samenwerkte aan De Resident. Kern van de stedenbouwkundige opzet is de vorming van een driehoekig pleintje en het creëren van nieuwe straten en verbindingen. Hierbij is uitgebreid onderzoek gedaan naar de historisch, programmatisch en cultureel passende vorm en invulling van de openbare ruimte. Het totale project bestaat uit ruim 200 woningen waarvan een belangrijk deel als vierlaagse stadswoning is uitgevoerd. De ruimte wordt gevormd door woningen, afzonderlijk herkenbaar en voorzien van bij de wijk passende stijlkenmerken, eveneens ontworpen door Krier & Kohl. Een toren aan de Boomsluiterskade verankert het project in de stad. Deze toren heeft nog een andere stedenbouwkundige betekenis, staande in een reeks van hogere gebouwen die allure verlenen aan de stadsbuitengracht. In de lengterichting van het plan zorgt een tweede toren voor de verankering in de Rivierenbuurt. Het centrale pleintje wordt bepaald door een met bomen omzoomde waterpartij in twee delen. De ondiepe waterbak met fonteinen en een brede natuursteen rand creëert een herkenbare plek in de directe omgeving van de binnenstad. In de reeks van pleinen van Den Haag is het een unieke toevoeging. De openbare ruimte is verder terughoudend van indeling en fraai van materialisering, met gebruikmaking van bestaande materialen, forse bomen en klassieke details. ’t Haegsch Hof: opdrachtgever: Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Blauwhoed. In samenwerking met Krier & Kohl Architekten en TAUW. Uitvoering 2007-2010
24
Nieuw Rozenburg – De grenzen van het haalbare in de stedelijke vernieuwing
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing
25
Nieuw Rozenburg – De grenzen van het haalbare in de stedelijke vernieuwing
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing
Nieuw Rozenburg De grenzen van het haalbare in de stedelijke vernieuwing De Oude Haagweg is de historische verbindingsweg van Den Haag met Loosduinen. Oorspronkelijk als trekvaart gemaakt was er een rijke verzameling functies gevestigd: landgoederen, bedrijfjes, kassen, begraafplaats, woongebouwen. Ter weerszijden van de Haagweg groeide de stad in de 20ste eeuw uit. Mooie woonwijken uit de jaren ’20 en ’30 schoven tegen de oude functies aan of namen ze over. Sinds het eind van de 20ste eeuw verdwijnt de bedrijvigheid om redenen van ruimtegebrek en milieu. Nieuw Rozenburg is een van die locaties: een plek met enkele stomerijen, detailhandelsvestigingen en kleine woningen komt vrij voor
stedelijke vernieuwing. Het gebied ligt nabij een strategische kruising van historische routes, waar recente vernieuwing in de omgeving al tot een herwaardering van het stedelijk gebied heeft geleid. Met het plan wordt de Oude Haagweg weer, over 150 meter, tot een voorname route hersteld. Bebouwing van 5-9 lagen, in een gevarieerde opbouw, legt weer de klemtoon op de stedelijke ruimte. In de plint komt nieuwe bedrijfsruimte, daarboven een keur aan woningen, van groot tot klein, van duur tot betaalbaar. Het plan is geheel een initiatief vanuit de markt, waar de gemeente welwillend tegenover staat. Het programma
voor de nieuwe invulling moet de plan- en ontwikkelingskosten, waaronder sloop en sanering, kunnen opbrengen. Door de bouw van een voorname gevel aan de Oude Haagweg ontstaat een rustig en informeel binnengebied. Hierop wordt een nieuwe woonhof van overwegend laagbouw gerealiseerd. Passend bij de aangrenzende Notenbuurt, in schaal en architectuur. De buitenruimte op de ondergelegen garage is collectief eigendom.
Nieuw Rozenburg: opdrachtgever: Madevin. Stedenbouwkundig ontwerp: Rijnboutt / van der Vossen, 2002. Uitwerking in samenwerking met WK Architecten. In ontwerp
Bijschrift
26
De Savornin Lohmanplein – Uitnutting van bestaande centrumkwaliteit
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing
27
Overgoo – Reservering voor de toekomst
Rijnboutt Magazine
Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
De Savornin Lohmanplein Uitnutting van bestaande centrumkwaliteit De eigenaar van het winkelcentrum De Savornin Lohmanplein heeft Rijnboutt gevraagd de mogelijkheden van herontwikkeling van het winkelcentrum en het bijbehorende woonen kantoorprogramma te bestuderen. In eerdere studies werd gekeken naar een totale herontwikkeling van zowel het plein als het gebied tot aan de zee. Met name het plan van Ricardo Bofill uit de tachtiger jaren is hier een bekend voorbeeld van. In onze studie wordt alleen gekeken naar het winkelcentrum. Hierbij heeft de ontwikkeling van het grotere gebied als leidraad gefungeerd. Het De Savornin Lohmanplein is gelegen aan de Laan van Meerdervoort. Hieraan geldt het als één van een aantal verbijzonderingen die de laan rijk is. Reeds in het oorspronkelijke plan West uit 1927 werd de locatie al zo behandeld. Met name de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan benadrukken de bijzondere positie die het plein heeft. In het huidige gebouw is het de kantoortoren die op afstand als oriëntatiepunt geldt. Vanuit de opdrachtgever leeft de
wens het winkelcentrum een vernieuwde uitstraling te geven en het uit te breiden. Daarnaast is een uitbreiding van de woonfunctie gewenst. Dit kan bijvoorbeeld door het wijzigen van de kantoorfunctie in de huidige toren naar een woonfunctie. Door het aanpassen van de stedenbouwkundige structuur ter plaatse van de Treublaan ontstaat er tevens een nieuwe plek waar nog een klein gebouw gerealiseerd kan worden. De uitbreiding van zowel het winkel- als het woonprogramma zorgt wel voor een noodzakelijke uitbreiding van het parkeerprogramma die efficiënt in het plan opgenomen zal worden. Onze benadering van het plan is er één die de structuur van de omgeving en het gebouw zoveel mogelijk respecteert. De oorspronkelijke compositie van architect P. Zanstra bestaande uit een toren, een schijf en een paviljoen op een gemeenschappelijke plint wordt op een zorgvuldige wijze getransformeerd zodat het originele concept versterkt wordt en de verhoudingen van Zanstra’s compositie bewaard blijven. Het winkelcentrum
wordt op de begane grond en eerste verdieping uitgebreid en zoekt hierbij de rooilijnen op aan de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan. Hiermee wordt het gebied beëindigd volgens het plan West uit 1927. De kantoortoren blijft behouden in tegenstelling tot de studies uit 2003 en zal de functie wonen krijgen. In onze ogen ontbrak er nog een element om de algehele compositie compleet te maken. Deze hebben wij toegevoegd in de vorm van een slanke hoge woontoren. Deze toren ontleent zijn positie en vorm aan de rooilijn en richting van de Groen van Prinstererlaan en neemt een terughoudende positie in ten opzichte van de overige gebouwen. Echter door de vorm en de hoogte van het gebouw zal deze toren het voornaamste herkenningspunt worden van het uiteindelijke vernieuwde winkelcentrum aan het De Savornin Lohmanplein.
De Savornin Lohmanplein opdrachtgever: Urban Interest. In ontwerp
Overgoo Reservering voor de toekomst Voor het gebied Overgoo is een stedenbouwkundig plan gemaakt waar zowel ruimte is voor ontwikkeling van kantoren als voor woningen. De goede ontsluiting voor autoverkeer vanaf de A4 en de Sijtwende tunnels, en de nabijheid van openbaar vervoer en fietsroutes vormen het vertrekpunt voor het ontwerp. Overgoo is een schakelgebied tussen de Vliet, Sijtwende, de Vinex-wijk
Leidschenveen en de woonbuurten van Leidschendam tussen de Vliet en de A4. Het is nu een vergeten restgebied, waarbij infrastructuur de ruimte domineert. Het sluit aan op een verouderend bedrijventerrein dat een nieuwe impuls nodig heeft. In het ontwerp wordt de locatie beschouwd als bebouwde buitenplaats aan de Vliet. Het bestaat uit drie delen: een hof met wonen en wer-
ken direct aan de Vliet, een klassiek gevormde parkruimte met een nieuwe Randstadrailhalte in het midden en een markante vestigingsplek aan de A4 als blikvanger. Door de verschillende hoogtes te benutten worden parkeerplaatsen grotendeels aan het zicht onttrokken. Overgoo Leidschendam opdrachtgever: 2RC en AM Vastgoed. Studie 2008
28
Shell Research – Strategische vernieuwing van bedrijfsterrein Plaspoelpolder
Rijnboutt Magazine
Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
29
Shell Research – Strategische vernieuwing van bedrijfsterrein Plaspoelpolder
Rijnboutt Magazine
Categorie: Nieuwe kernen van stedelijkheid
Shell Research Strategische vernieuwing van bedrijfsterrein Plaspoelpolder Als één van de twee belangrijkste onderzoekscentra van Shell was de vestiging in Rijswijk toe aan een grote kwaliteitsslag. Het ruim 40 jaar oude complex voldeed niet aan de internationale standaard die Shell aan een werkomgeving stelde. Nieuwe vormen van samenwerking, onderzoek en educatie vroegen om een nieuwe architectonische en stedenbouwkundige identiteit, met gebruikmaking van de bestaande bebouwing.
Het gebouwencomplex is aan de eisen van de tijd aangepast, is dynamisch en open van structuur, flexibel en aanpasbaar en tegelijk veilig en voornaam. Binnen het ruim 100.000 m2 grote complex bevinden zich verschillende buitenruimtes. De meest bijzondere ligt op de vloer van de garage, een 1000 m2 grote bamboetuin die de garage in twee delen geleed en daglicht tot diep in de garage brengt.
De primaire keuze van het masterplan lag in het ondergronds brengen van 800 parkeerplaatsen. Hierdoor ontstond op het terrein ruimte voor een hoogwaardige openbare ruimte op het dak van de garage. Deze ruimte is tegelijk een bijdrage aan de stad en aan het onderzoekscentrum. Daaraan kwamen de belangrijkste functies te liggen: de hoofdentree, het vergadercentrum, het opleidingsgebouw en de entree van de laboratoria. Verder werden een hotel, de stedelijke bibliotheek, horeca en kantoren gebouwd om de stedelijkheid van de plek te benadrukken. Het park is pauzeruimte voor Shell-medewerkers en recreatieve ruimte voor de stad tegelijk. Er vindt uitwisseling plaats van ideeën en culturen, en dat zeven dagen per week.
Shell Research: opdrachtgever: Shell International Exploration and Production. In samenwerking met Broekbakema, Tebodin en BDP Architects. Uitvoering: 2006-2008
2 30
Diaconessenhuis Voorburg – Het onmogelijke mogelijk maken
Rijnboutt Magazine Rijnboutt Magazine
31
Ervaringen van Den Haag
Rijnboutt Magazine
Categorie: Stedelijke vernieuwing
Ervaringen van Den Haag
Colofon Tekst Directie en medewerkers Eindredactie Richard Koek
De vernieuwing van de stad blijft ons inspireren en bezig houden. Verdichting waar het kan, verhoging van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte overal. En in elke opgave zoeken naar de versterking van bestaande karakteristieken en eigenaardigheden. Den Haag en zijn omgeving zijn een geweldige bron van studie, reflectie en ontwerp, die kleuring geeft aan onze ontwerpopvatting.
Fotografie Kees Hummel, Rijnboutt Vormgeving Thonik Oplage 1500 exemplaren Copyright Rijnboutt, mei 2010
Diaconessenhuis Voorburg Het onmogelijke mogelijk maken Het Diaconessenhuis is medio twintigste eeuw gevestigd op een prachtige plek aan de Vliet. Het modernistische gebouw vormt een uitzondering in de continuïteit van landgoederen, kernen en woonbuurten langs de rivier die al in Romeinse tijd bewoond was. Het Forum Hadriani lag direct naast deze plek. De locatie heeft kwaliteit, maar die wordt niet door de ziekenhuisbebouwing en de buitenruimte ondersteund. Door vernieuwing van de zorg moet het terrein worden geïntensiveerd in gebruik. Door toevoeging van een omvangrijk zorgprogramma kan het ziekenhuis ook in de 21ste eeuw blijven functioneren als gespecialiseerd zorgcentrum. Hiervoor maakten wij een masterplan dat is gebaseerd op uitgebreid historisch onderzoek van de locatie. Als archeologisch vindgebied, maar ook als fragment in de stadsrand, heeft het gebied verschillende gezichten. Ook het modernistisch ensemble draagt zijn sporen bij. Door het gebied als buitenplaats te definiëren ging de aandacht primair uit naar het vormen van een herkenbare, sterke en openbare groene ruimte aan de Vliet. De benaderingswijzen vanuit de stad en vanuit het landschap, boden de mogelijkheid om een compacte vorm van nieuwbouw toe te voegen, waarbij andere delen van het terrein worden opgeschoond. Diaconessenhuis Voorburg opdrachtgever: Reinier de Graaf Groep/ Parnassia. In samenwerking met Prent Landman Architecten. Ontwerp 2007-2008
De regio staat nog voor een aantal ingrijpende opgaven. De vernieuwing van de wederopbouwwijken en de wijken uit de zeventiger jaren is nog niet halverwege. Daarin ligt de opgave om Den Haag als groene woonregio verder te profileren. De kust blijft een attractie en een zorg tegelijk. De landschappelijke kwaliteiten van de plek zijn evident hoog, wat in stedenbouw en architectuur niet vaak genoeg kan worden benadrukt. De ligging aan zee, maar vooral de specifieke rol die dat in het stedelijk weefsel speelt, biedt hier nog volop kansen. Het internationale karakter, verweven in de mooie woonwijken en landschappen van de regio, zou meer indruk kunnen achterlaten in het netwerk van deelcentra, kernen en milieus. De vrij grote dynamiek van de internationale betekenis voor de stad moet meer tot uiting komen in de stedelijke vernieuwings- processen. Topniveau vraagt om topkwaliteit, ook in de stedelijke ruimte en architectuur. De transformatie van binnenstedelijke bedrijven locaties naar hoogwaardige gemengde milieus, zoals met de Binckhorst wordt beoogd en met Laakhaven al gaande is, vergt nog een lange adem en een flexibele houding. Voorinvesteren in infrastructuur en verleiden van bijzondere entrepreneurs zijn strategisch handelen nodig om het gewenste vernieuwingsproces gaande te houden. De infrastructuur, het stedelijk netwerk van lange, vaak statige lanen en lommerrijke pleinen, is de basis voor de permanente vernieuwing van de stad. De continuïteit die dit biedt aan de reeks grote en kleine transformaties, waar dit tijdschrift ook een beeld van schetst, is een niet mis te verstane kwaliteit. En tenslotte is de stedelijke vernieuwing een project van lange duur, vele betrokkenen, een flexibele houding en permanente aandacht voor duurzaamheid. Duurzaamheid die zich vertaalt in betrokkenheid, vakmanschap, inspiratie en continuïteit. Rijnboutt heeft het afgelopen decennium bij kunnen dragen aan het stedelijke project in de Haagse regio. De ervaringen van het werken op de middenschaal in Den Haag, tussen de stad, het landschap en het stedelijk project, zijn in dit tijdschrift toegelicht.
Rijnboutt bv Barentszplein 7 1013 NJ, Amsterdam Postbus 59316 1040 KH Amsterdam T +31 (0)20 530 48 10 F +31 (0)20 530 48 20 info@rijnboutt.nl www.rijnboutt.nl