et pm sta Op
Godsdienstles in de kerk Iedereen die naar een katholieke school ging, herinnert zich waarschijnlijk wel de lessen over het Evangelie, over de feestdagen van het liturgisch jaar en de sacramenten. Maar wat weten jullie er nog van? We nemen samen met Benedicte Roose een kijkje in de kerken in het Pajot tenland en de Zennevallei. Zij coördineert vanuit de erfgoedcel Pajottenland Zennevallei het project ‘Weg van God’ rond het inventariseren van religieus erfgoed.
Het Nieuwe Testament of het handboek van de les
Altaarschilderij door Otto van Veen, SintPieterskerk, Sint-Pieters-Kapelle
Glasramen, Sint-Rumolduskerk, Schepdaal
30
De kruisweg van Meunier, Sint-Pieterskerk, Sint-Pieters-Kapelle
De eerste vier boeken van het Nieuwe Testament zijn ge schreven door Johannes, Lucas, Marcus en Matteüs: de evan gelisten of de eerste godsdienstleerkrachten als het ware. In elke kerk vinden we veel van deze evangeliën terug. Niet enkel in schilderijen zoals Het Laatste Avondmaal, maar ook de prachtige glasramen in de Sint-Rumolduskerk (Schepdaal) bijvoorbeeld geven deze taferelen weer. Een kruisweg met 14 staties kan je in elke rooms-katholieke kerk bewonderen. Groot, klein, geschilderd of gebeeldhouwd, in welke vorm dan ook. Een bekend voorbeeld hiervan is de Kruisweg van Meu nier in de Sint-Pieterskerk in Herne, maar er zijn nog andere prachtige voorbeelden te vinden de streek zoals de art-deco kruisweg in de Sint-Theresiakerk in Dilbeek. Een rooms-katholieke kerk zonder de aanwezigheid van de vier evangelisten zelf? Onmogelijk! Het zijn misschien zelfs de meest afgebeelde heiligen in de kunstgeschiedenis. Wist je dat ze ook een eigen symbool hebben? Het symbool van Marcus is een Leeuw, van Lucas een Stier, van Matteüs een Engel en van Johannes een Adelaar. Vaak worden ze name lijk niet als mensen afgebeeld, maar zijn ze aanwezig in hun symbolische vorm. Op de preekstoel in de Sint-Pieterskerk in Herne zien we hen terug maar opvallend is ook de duif aan het klankbord, een symbool voor eenvoud, onschuld, zuiverheid en de Heilige Geest.
De juiste kleur …
Art-déco kruisweg, Sint-Theresiakerk, Dilbeek
Preekstoel, Sint-Pieterskerk, Herne
Religieus textiel vind je de dag van vandaag in allerlei kleu ren en vormen met verschillende motieven en symbolen. Dit is echter niet altijd zo geweest. Tot en met de 4e eeuw was enkel wit een liturgische kleur. Pas later kwamen er ook rood, groen en zwart bij, en in de late middeleeuwen werden ook paars, blauw en geel regelmatig gebruikt. Toen werd de bete kenis van de kleur bepaald door een plaatselijke gewoonte. Zo was bijvoorbeeld in Germaanse gebieden rood de feestkleur. Na het Concilie van Trente (1545-1563), een vergadering van christelijke kerkleiders waar theologische en kerkelijke on derwerpen besproken worden, kwam hierin verandering. De kleur geel werd afgeschaft en blauw mocht enkel nog gedra gen worden voor het Hoogfeest van Maria’s Onbevlekte Ont vangenis. Voor alle andere kleuren werden bepalingen vast gelegd. Groen en rood mogen dan wel typische kerstkleuren zijn, op Kerstmis zal het textiel altijd een witte kleur hebben. Elke kleur heeft immers een eigen betekenis. Groen wordt gedragen op alle dagen dat er geen bijzonde re feestdag of nagedachtenis is en staat voor de hoop (op eeuwig leven). Wit is het kleur van de kledij op feestdagen en heeft daarom ook soms een zilveren of gouden kleur. Wit staat voor de zuiverheid, reinheid en onschuld terwijl goud staat voor de overwinning, heerlijkheid en puurheid.
Preekstoel, Sint-Pieterskerk, Herne
Op feestdagen zoals Kerstmis, Pasen en Hemelvaart zal de priester dus altijd een witte of gouden kazuifel dragen. De kleur paars wordt daarentegen gebruikt voor de dagen van de Advents- en de Vastentijd en op andere boetedagen. Het is de kleur van boete en bezinning. Rood staat voor het bloed van de martelaren. Rood textiel in overvloed, maar heb je ooit al een roze kazuifel gezien? Dat komen we niet vaak tegen! Roze wordt enkel gedragen op de derde zondag van de Adventstijd en de vierde zondag van de Veertigdagentijd. Zwart staat voor droefheid, leegheid en ver latenheid die gepaard gaat bij het verlies van dierbaren. Men wilde aanvankelijk emoties op een intense manier beleven en uitdruk ken. Zwart werd dan ook gedragen op Goede Vrijdag, Allerzielen en bij uitvaarten. Sinds de liturgiehervorming is zwart voor Goede Vrij dag vervangen door rood en voor Allerzielen en uitvaarten wordt vaker paars gebruikt. De dood is voor katholieke gelovigen immers niet het einde aangezien de ziel kan voortleven.
De juiste plaats … Wist je dat de doopvont steeds aan de noordkant staat wan neer je binnenkomt in een kerk, eventueel zelfs in een aparte doopkapel? Door het doopsel word je immers opgenomen in de geloofsgemeenschap, maar hiervoor had je het licht nog niet gezien. In het noorden schijnt de zon immers niet. Door heen de kerk doorloop je dus een hele levenscyclus, waaron der de overige sacramenten vallen zoals de communie, het vormsel, het huwelijk en eindig je het leven in het westen, waar soms nog een rouwkapel te vinden is. Een huwelijk heeft iedereen al eens meegemaakt, maar wat heb je nodig voor de ziekenzalving of de biecht? In elke kerk vinden we steeds één of meerdere biechtstoe len waarin gelovigen te biecht kunnen komen. De objecten van de andere sacramenten zijn wat meer verstopt. In de sacristie of de brandkast komen we bijvoorbeeld chrismatoria tegen, kleine doosjes die de heilige oliën be vatten voor de geloofsleerlingen, voor de vormelingen en pas gedoopten en Biechtstoel en chrismatorium, Sint-Apollonia, Ledeberg voor de zieken. Benieuwd naar meer religieus erfgoed in de regio? Neem zeker een kijkje op Erfgoedplus.be.