d tij de in ug T er
onderwijs door de eeuwen heen Lang geleden bestonden er geen scholen. De ouders leerden hun kinderen wat ze nodig hadden om te overleven: planten en dieren leren kennen, sporen zoeken, brood bakken … Gelukkig zijn de tijden veranderd en sinds 1918 gaan alle kinderen in België naar school. Maar in 100 jaar veranderde ons onderwijs drastisch: meisjes en jongen gingen opeens samen naar school én het traditi onele krijtbord (het uithangbord van het klaslokaal) werd vervangen door het chiquere 'smartboard'.
6
»1000 v.Chr.: eerste vorm van formeel onderwijs in China. »400 v.Chr.: het Oude Griekenland. De school van Socrates: “De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe. Ze heeft slechte manieren, veracht alle gezag, heeft geen respect, en praat, als ze zou moeten werken. Jongeren spreken hun ouders tegen, … slaan hun benen over elkaar en tiranniseren hun ouders." »500 n.Chr.: Het klaslokaal – kathedraal scholen bieden onderwijs aan in de litur gie, boekhouden en logica. »800 n.Chr.: Karel De Grote laat scholen oprichten. »1500 n.Chr.: De pastoor geeft les - ont staan van de parochiescholen en tijdens de reformatie vinden Luther en de hu manisten dat de overheid beter over on derwijs zou beslissen. »1842: De schoolwet: iedere gemeente moet vanaf nu een school hebben. »1914: De Wet Poullet introduceert de leer plicht voor kinderen tussen 6 en 12 jaar »1918: Invoering van de leerplicht in de praktijk.
Na de oorlog: iedereen naar school Het was de Eerste Wereldoorlog die roet in het eten gooide en er voor zorgde dat pas vanaf 1918 kinderen vanaf 6 jaar naar school moesten. Jammer genoeg niet de laatste keer dat oorlog het recht op on derwijs onder druk zou zetten. Jeanette Meert uit Wambeek liep school tijdens de Tweede Wereldoorlog en kan nog meespreken over de impact van de oorlog: "De kinderen uit ‘Devenderp’ (of Overdorp) gingen in groep naar school die in het centrum over de steenweg was gelegen. Een tocht die garant stond voor kattenkwaad en veel plezier. Tijdens de oorlog werd de school in het dorp in beslag genomen door de Duitse soldaten waardoor we geen les konden volgen in de schoolgebouwen. Verschillende notabelen in de omgeving van de school zochten naar een oplossing. Zo moesten we naar
school bij Pappaert (waar later de notaris woonde). Er werden daar verschillende klassen gehuisvest. Ik herinner me nog dat er werd gemeld dat er bombardementen gingen zijn op de Bieshoop (waar een Duitse radarbasis was gevestigd nvdr.) en toen werden alle kinderen van school naar huis gestuurd.”
Jongens en meisjes apart In Vlaanderen gingen jongens en meisjes tot in de tweede helft van de twintigste eeuw naar aparte scholen. Vaak was de jongensschool door de gemeente geor ganiseerd en de meisjesschool door de parochie of een religieuze orde. Door deze regeling was lange tijd op het Vlaamse platteland de term ‘jongensschool’ bijna synoniem voor gemeenteschool.
hobby was fotografie. De foto hieronder werd met zijn toestel genomen.”
Een leerkracht uit de duizend, al waren de pedagogische methoden vroeger ook soms een beetje verschillend dan van daag. Edgard Van Droogenbroeck: “In 1950, toen ik in het tweede studiejaar zat, dienden wij de Twaalf artikelen van het geloof ‘van buiten’ te kennen. Een jongen uit mijn geburen, Lucien Van Herrewegen beter gekend onder de bijnaam Vinksken, zei steevast 'Die gelegen heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven' in plaats van 'geleden heeft' … Meester Zelderloo was dat op een dag zo beu, dat Lucien vooraan op de trede op zijn buik moest gaan liggen en ik op zijn rug, waarmee hij wou aantonen aan Lucien wat gelegen is betekent.”
Naar Brussel Francis De Ridder uit Groot-Bijgaarden liep school in de jaren ’60 en herinnert zich de scheiding nog goed: “Op school zaten alleen jongens, wij hadden geen contact met de meisjes … Hun school waar zusters lesgaven bevond zich op zo’n 4 km van de onze. Aan één leerkracht heb ik goede herinneringen, hij gaf goed les en was vriendelijk en behulpzaam. Zijn
Vele inwoners van het Pajottenland en Zennevallei werkten in de hoofdstad, en vaak kozen ze ervoor om hun kinderen naar school te sturen in het tweetali ge Brussel. Zo ook de ouders van Helga Boom: "Het statige schoolgebouw was opgedeeld in twee delen: het Nederlandstalig en het Franstalig onderwijs. De lange inkomhal was gemeenschappelijk; de rest