magazine Overijssel Bouwt en Ontwikkelt 2024

Page 1


Overijssel BOUWT en ONTWIKKE LT

Vastgoedrapportage Twente: “Vastgoedinformatie de sleutel tot verbinding, netwerken en samenwerken”| 52

Wethouder Jan Peter van der Sluis: “Kampen schroeft het tempo op om woningnood te verminderen” | 58 Stichting

Peter Vollenbroek en Bastiaan Piksen :

“Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg: al 75 jaar met plezier maximaal presteren” | 86

COLOFON

Overijssel Bouwt en Ontwikkelt 2024 is een uitgave van RondOm Vandaag

Uitgever

RondOm Vandaag Holding bv

Ronald Jousma

Morra 2 - 40 9204 KH Drachten 0512-726 900 www.rondomvandaag.nl www.bouwtenontwikkelt.nl

Bladmanagement

Mieke Alferink | 06 - 42 35 98 97

Bouke Niggendijker | 06 - 18 760 711

Redactie

Jacomien Wolfkamp

Danielle Stoel

Pieter Steenbergen

Richard Bender

Fotografie

Aleph communicatie Ont.Daan Tekstbureau Riesj-Art Industrie WalterFrisart

Vormgeving Dana Elmendorp

Foto credits voorpagina

Gemeente Almelo, Indie Terrein

Foto credits colofon

Reevedelta, Artist impression: Karres en Brands

Verkoop Commercie & Advertenties

Mieke Alferink 06 - 42 35 98 97 mieke@bouwtenontwikkelt.nl

Bouke Niggendijker 06 - 18 760 711 bouke@rondomvandaag.nl

Drukwerk Veldhuis Media

Nabestellingen/lezersservice

Losse nummer zijn te bestellen via verkoop@rondomvandaag.nl

Disclaimer

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Typ- en/of zetfouten voorbehouden. De uitgever kan niet instaan voor de juistheid of volledigheid van artikelen, RondOm Vandaag aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid, van welke aard dan ook, voor schade als gevolg van informatie uit deze uitgave. nl

In deze uitgave

DAT IS WAAR PLATFORM STEDELIJKE ONTWIKKELING VOOR STAAT:

“Samen bouwen aan een toekomstbestendig Almelo”

BERT DAMINK EN FLOOR RIKMANSPOEL | WOONWIES:

“Toekomstbestendige woningen waar senioren zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen”

JOHN LAMMERS, MARTIJN RINK EN WILCO WITTENBERG Bouwstroom Oost: “Samenwerking voor versnelde, betaalbare en duurzame woningbouw”

SANNE ELFERDINK EN WETHOUDER

GERARD GERRITS AMBITIEUZE

PROJECTEN EN LEVENDIG

BINNENSTAD LEIDEN TOT NIEUW

ELAN:“Hengelo is volop in beweging”

MALKIS JAJAN WETHOUDER GEMEENTE ENSCHEDE: “Waardevol samenleven in een fijne, veilige stad met een sterke economie”

ANNE EN BEREND VAN DER STEEG:

“Van der Steeg groeit door maatwerk en menselijkheid”

LAMBERINK EN SELEKTHUIS VINDEN ELKAAR IN WOONWENSFABRIEK" “Mensen helpen hun woondroom te realiseren” 36 44 74 90

VERDER IN DIT NUMMER:

Gedeputeerde Liesbeth Grijsen: "Ambitie in de woningbouw: waar staat Overijssel?" 6 | Stedelijke ontwikkeling met de POVI en ROS als fundament “De kracht van samen bouwen aan het Almelo van de toekomst” 10 | Almelo’s uitvoeringsagenda “De route naar groei en balans” 16 | Een interregionale spoorlijn, met internationale visie. “De Nedersaksenlijn is de verbinding van de toekomst voor Noord- en Oost-Nederland” 22 | Rick Lohuis en Rob Gerritsjans namens Janssen de Jong Projectontwikkeling “Parkbuurt Almelo: een nieuwe familiebuurt met 131 woningen” 26 | Barry Hegeman, Marianne ten Feld-Sprik en Gert-Jan de Jonge Stichting Vastgoedrapportage Twente: “Vastgoedinformatie de sleutel tot verbinding, netwerken en samenwerken” 52 | Rob Knobben, Carbo Property: “De Bruningmeyer is een landmark van hergebruik en samenwerking in het hart van Enschede” 56 | Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Jan Peter van der Sluis: “Kampen schroeft het tempo op om woningnood te verminderen” 58 | Programmamanager voor versnelling woningbouw Hanna de Weerd over woningnood in Kampen: “De ambtelijke uitdaging is enorm” 62 | René Breman, De Breman installatiegroep: “Plek waar innovatie, ondernemerschap en onderwijs samen komen om aan de wereld van morgen te werken” 66 | Wethouder Harrie Rietman: “Wonen is een recht” 70 | BREiNN, Breman Innovatie, De Drijvende Kracht: Bouwen op het water oplossing voor woningnood én waterbeheersing 78 | Het ‘Geheim van Hardenberg’? Gewoon doen! 82 | Peter Vollenbroek en Bastiaan Piksen: “Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg: al 75 jaar met plezier maximaal presteren” 86 | Locoburgemeester en wethouder Melvin Smit: “Slim en in overleg met inwoners groei realiseren in Steenwijk en alle andere kernen van Steenwijkerland” 94 |

Gedeputeerde Liesbeth Grijsen:

“Ambitie

in de woningbouw: waar staat Overijssel?”

Overijssel heeft zich de afgelopen jaren sterk geprofileerd op het gebied van woningbouw. In 2022 werden ambitieuze woondeals gesloten, met als doel het realiseren van betaalbare en duurzame woningen voor iedereen. Gedeputeerde Liesbeth Grijsen licht toe waar Overijssel nu staat en welke uitdagingen er nog in het verschiet liggen.

Overijssel scherpt ambitie aan Als eerste provincie sloot Overijssel in 2022 woondeals met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het oorspronkelijke doel was om 42.300 woningen te bouwen tot 2030. Het ministerie heeft gevraagd om dit aantal met 5000 op te hogen tot 47.300 woningen. En Grijsen zet zelfs nog hoger in: de provincie mikt op 60.000 woningen, mits haalbaar. De provincie vindt het belangrijk dat iedereen in Overijssel een huis kan krijgen. Daarom wordt op gemeenteniveau gestuurd op een vaste verdeling van 30% sociale woningen, 40% middensegment en 30% in het hogere segment.

De realisatie van deze plannen kent echter uitdagingen. Stijgende rente, hogere bouwkosten en een tekort aan arbeidskrachten zijn obstakels. Om de productiviteit te verhogen, zet Overijssel in op seriematige bouw, dat is efficiënter zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. “Seriematige bouw betekent dat het efficiënter kan en niet dat het saai wordt” benadrukt Liesbeth Grijsen.

Woningbouw in cijfers: 2022 en 2023 In 2022 werden er 4.800 woningen gerealiseerd en in 2023 kwamen daar 5.300

woningen bij, zowel door nieuwbouw als door transformaties van bestaande gebouwen, zoals scholen en kantoren. Dit verschuift steeds meer naar nieuwbouw. In de eerste helft van 2024 werden bijna 2.750 nieuwe woningen opgeleverd. Daarmee ligt Overijssel ook voor dit jaar op koers. Over de extra 5.000 woningen op verzoek van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wordt momenteel overlegd met de gemeenten.

‘Seriematige bouw betekent dat het efficiënter kan en niet dat het saai wordt’

Toekomstbestendige gebieden en woningen

Naast woningbouw ligt de nadruk op gebiedsontwikkeling. Inbreiding en verdichting door middel van hoogbouw wordt gecombineerd met aandacht voor openbare ruimte en groen. “Ruimtelijke kwaliteit is cruciaal. Hoogbouw wordt gestimuleerd, maar tegelijkertijd moet de leefomgeving aantrekkelijk blijven. Energiezuinige woningen, natuurinclusief

bouwen en ontmoetingsplekken creëren zijn belangrijke speerpunten. Deze aanpak sluit aan bij landelijke doelstellingen en wordt ondersteund door de woningbouwcoalitie.”

‘Wij willen gebieden ontwikkelen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en informele zorg gemakkelijk ontstaat’

Levensloopbestendige woningbouw Gezien de vergrijzing en veranderende zorgbehoefte, heeft Overijssel afspraken gemaakt om 14.850 levensloopbestendige woningen te bouwen. Dit omvat woningen zonder drempels en trappen, woningen geschikt voor langdurige zorg en woningen met gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes.

Deze levensloopbestendige woningen bevorderen de doorstroom op de woningmarkt, waardoor er weer meer woningen beschikbaar komen voor starters en gezinnen.

“Wij willen gebieden ontwikkelen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en informele zorg gemakkelijk ontstaat. Daarover zijn samen met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afspraken gemaakt met 25 gemeenten. Inmiddels focust Overijssel op investeerders voor deze projecten.”

Regionale projecten in de schijnwerpers Om de woningbouw te versnellen zijn voor alle gemeenten sleutelprojecten afgesproken. Twee opvallende voorbeelden zijn:

Hart van Zuid in Hengelo

Dit 50 hectare grote terrein, voorheen een fabrieksterrein van Stork, wordt getransformeerd tot een woongebied met 1.500 woningen. Grijsen is enthousiast over dit project. Het is een goed voorbeeld van inbreiding, het bouwen tussen bestaande gebouwen, in dit geval het centrum van Hengelo, waar de provincie de voorkeur aan geeft.

Revedelta bij Kampen

In dit gebied, ontstaan door het project Ruimte voor de Rivier, komen 3.200

woningen die klimaatadaptief en met oog voor watermanagement worden gebouwd.

Overijssel bouwt bij voorkeur op locaties met bestaande voorzieningen zoals openbaar vervoer en winkels, maar ontwikkelt ook nieuwbouwwijken aan de stadsranden waarbij voorzieningen goed bereikbaar blijven. “We willen niet dat bewoners afhankelijk worden van de auto.”

Samenwerking voorop

Om de ambitieuze woningbouwplannen te realiseren, is samenwerking tussen woningcorporaties, ontwikkelaars, bouwers, gemeenten, het Rijk en de provincie essentieel. Dit netwerk met meer dan 1000 leden heet in Overijssel ‘de Woonkeuken’. “We hebben veel contact en hebben begrip voor elkaars positie. Daarin is Overijssel toonaangevend. Door kennis te delen en problemen gezamenlijk aan te pakken, werkt Overijssel aan de woondeals. Deze intensieve samenwerking, die we de Overijsselse Woonaanpak noemen, is cruciaal om de afspraken uit 2022 waar te maken.”

Overijssel als aantrekkelijke woonregio

De focus voor woningbouw verschuift van de Randstad naar de provincies. Overijssel wil aantrekkelijk blijven door te investeren in drie regio’s: Zwolle, de Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen) en Twente. “Twente heeft door zijn innovatieve economie, bijvoorbeeld in de toelevering aan ASML, veel potentie. Het werk is er, nu de mensen nog. Daarvoor zijn voldoende woningen nodig. Door verstedelijking van Almelo, Hengelo en Enschede willen we 70.000 woningen realiseren.” Voor de Stedendriehoek maakt Overijssel soortgelijke afspraken. Voor de regio Zwolle ligt er een plan voor 50.000 nieuwe woningen.

Herstel van de balans: betaalbare oplossingen

De woningmarkt is uit balans en Overijssel wil bijdragen aan de oplossing. “We versterken de samenwerking en bieden financiële steun waar nodig. De huidige regeldruk belemmert de bouw, daarom lobbyen we om deze belemmeringen weg te nemen.” Een goed voorbeeld van samenwerking tussen een woningcorporatie en een ontwikkelaar is Bundle in Enschede, waar 185 betaalbare studio’s voor jongeren en 17 woon/ werkstudio’s voor startende ondernemers zijn gerealiseerd.

‘De woningmarkt is uit balans en Overijssel wil bijdragen aan de oplossing’

Persoonlijke uitdagingen en ambities

“We hebben goed beleid, maar uiteindelijk komt het aan op actie. Gebiedsontwikkeling duurt gemiddeld tien jaar, maar mijn ambitie is om sneller gebieden te creëren waar jong en oud samen kunnen wonen en werken. Ik wil iedereen ondersteunen die bij deze opgave betrokken is. Een woning gaat minstens drie generaties mee. Kwaliteit en betaalbaarheid zijn sleutelbegrippen. Opschaling in prefab bouw kan een belangrijke rol spelen in onze opgave, het is sneller en goedkoper zonder in te boeten op kwaliteit. Er bestaan vooroordelen over prefab, maar het biedt juist veel kansen.” “Overijssel moet leefbaar blijven voor iedereen. Alleen dan kunnen mensen blijven wonen waar ze zich thuis voelen en ontstaat er een diverse, verbonden samenleving.”

Stedelijke ontwikkeling met de POVI en ROS als fundament

“De

kracht van samen bouwen aan het Almelo van de toekomst”

wethouder Arjen Maathuis

Wethouder Jan Martin van Rees

In het hart van Twente worden haalbare plannen uitgewerkt om de regio te laten groeien. Als centraal gelegen stad, en samen met Hengelo en Enschede is het van belang dat Almelo haar positie van de technologische top regio blijft versterken. De Provinciale Omgevingsvisie (POVI) en Regionale Ontwikkeling Strategie (ROS) vormen de basis voor een duurzame toekomst van Almelo, waar technologie, woningbouw en natuur in balans zijn.

Provinciale Omgevingsvisie (POVI)

De POVI zet de koers uit voor groei en leefbaarheid. In de komende jaren (tot 2050) moeten er maar liefst 100.000 nieuwe woningen komen in Twente, waarvan 69.000 in steden als Almelo, Hengelo en Enschede. Deze nieuwe woningen zijn niet zomaar bedoeld om de woningnood op te lossen; ze moeten ook bijdragen aan een levendige en duurzame regio waar natuur en landschap belangrijke kwaliteiten blijven. De gemeente Almelo wil ongeveer 75% van de woningen binnen de bebouwde kom realiseren en de resterende 25% in omliggende gebieden, zodat stedelijke groei in balans blijft met het omringende landschap.

Om het beeld rondom de grote hoeveelheid woningen duidelijk te maken vertelt wethouder Arjen Maathuis dat het gaat

over het bijbouwen van drie keer Almelo in omvang. Om het goed in de omgeving te laten passen, zal men niet het hele landschap volbouwen, maar inzetten op verdichting van het huidige oppervlak en de bouw de hoogte in laten gaan.

Wethouder Jan Martin van Rees benadrukt het belang van balans: “Onze omgeving zal veranderen, maar het karakter blijft behouden. Het natuur- en cultuurrijke landschap rondom Almelo vormt de basis van de stedelijke uitbreidingsplannen.”

‘Hier ligt de kern van de POVI, groei in harmonie met de natuur’

De kracht van verbinding

Belangrijke pijlers die meespelen bij de toekomstige groei van Twente zijn de verbindingsmogelijkheden met openbaar vervoer. Denk aan een goede verbinding met Zwolle en de Nedersaksenlijn waar op verschillende niveaus over gesproken wordt. Door bezig te blijven met de infrastructuurinvestering vergroot de gemeente de mogelijkheden voor woonwerkverkeer, waardoor meer mensen uit omliggende regio’s toegang krijgen tot de werkgelegenheid en voorzieningen van Almelo. Door de regio hechter met elkaar te verbinden, versterkt het meteen het Daily Urban System (DUS). Dit concept richt zich op de dynamische verbindingen tussen steden en hun omliggende gemeenschappen. DUS erkent de cruciale wisselwerking tussen stedelijke en landelijke gebieden, met Almelo als regionale trekpleister voor haar omliggende gemeenten.

Gemeenschapsgevoel vergroten

De nieuwe woningen in Twente zijn niet alleen in aantallen indrukwekkend, maar ook in diversiteit. Met een streven naar meer balans in woonwijken wil men wijken creëren waarin mensen met diverse leefstijlen samenwonen en waarin een gezonde mix van sociale huur, middenhuur en koopwoningen voorhanden is. Veel bestaande wijken kampen met een gebrek aan variatie, waarbij een groot aandeel van de woningen sociale huur betreft. Door de oude voorraad te vernieuwen en aan te vullen met moderne, goed geïsoleerde woningen, ook in de middenhuur en koop, ontstaat een frisse, uitnodigende omgeving die ontmoeting en sociale samenhang bevordert.

Jan Martin van Rees licht toe waarom dit zo belangrijk is: “We willen eenzaamheid tegengaan en de gemeenschap versterken.” Naast woningen wordt er daarom ook

Nieuwbouw zwembad
Almelo ©DMOO

aandacht besteed aan voorzieningen zoals scholen, winkels en sportfaciliteiten die bewoners bij elkaar brengen. Het uiteindelijke doel? Een stad waar iedereen zich welkom en thuis voelt.

Regionale Ontwikkeling Strategie (ROS)

Naast de POVI speelt de Regionale Ontwikkeling Strategie (ROS) een sleutelrol in het groeiplan. Onder leiding van wethouder Arjen Maathuis wordt de Spoorzone van Almelo omgetoverd tot een bloeiende woon- en werkomgeving. De Spoorzone biedt ruimte voor de bouw van 2.000 tot 3.000 nieuwe woningen, waarvan de bouw van de eerste 1.000 gepland staan tot 2030. Door deze uitbreiding hoopt men niet alleen in de woonbehoefte van de huidige bevolking te voorzien, maar ook nieuwe inwoners aan te trekken die bijdragen aan de economische en sociale vitaliteit van de stad. In de Spoorzone wordt bewust gekozen voor een woningmix

van sociale huur, koop en middenhuur, wat een inclusieve wijk creëert. Dit betekent dat bewoners van verschillende inkomensniveaus elkaar ontmoeten en elkaar versterken, wat verbinding weer bevordert. Bovendien biedt dit ruimte om bestaande wijken elders in de stad te herstructureren, zodat ook hier diversiteit en gemeenschapsgevoel kunnen groeien.

‘Het ontwikkelen van het nieuwe, maakt dat er ruimte ontstaat om ook in bestaand gebied verder te ontwikkelen’
Nieuwbouw zwembad Almelo ©DMOO

Samenwerken

Het succes van POVI en ROS is onlosmakelijk verbonden met samenwerking. Almelo, Hengelo en Enschede trekken samen op in hun ambities en vormen een sterke eenheid in de regio. Deze steden vormen samen de vijfde grote stad van Nederland en zetten zich gezamenlijk in om hun ambities ook op nationaal niveau te verwezenlijken. Twente wordt een aantrekkelijke regio om te wonen en werken, door het bouwen aan een sterk netwerk van bedrijven, overheden en kennisinstellingen.

Arjen Maathuis benadrukt dat de integrale aanpak van de Regionale Stedelijke Investeringsagenda (RSIA) de kern vormt van dit samenwerkingsverband. De RSIA richt zich op vier speerpunten: economische kracht, positionering binnen belangrijke vervoerscorridors, grootstedelijke

dynamiek, en een duurzaam landschap. Elk van deze speerpunten draagt bij aan een gehele ontwikkeling die de economische groei ondersteunt zonder de natuurlijke omgeving uit het oog te verliezen.

Ook de komst van Platform Stedelijke Ontwikkeling vormt een welkome verlichting. Door de samenwerking die hier ontstaat tussen gemeente en betrokken partijen als makelaars, corporaties en bouwers, ontstaan inzichten en samenwerkingen die de stedelijke ontwikkeling kunnen versterken en versnellen.

Groen en Duurzaam

Naast het bouwen van woningen, nemen de steden ook hun verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid. Het gebruik van groene ruimte en duurzame bouw speelt een grote rol in de plannen

Indie Terrein - Almelo

voor toekomstige stadsontwikkeling. Bovendien wordt er volop geïnvesteerd in mobiliteitsprojecten die bijdragen aan een snellere en schonere verbinding met omliggende regio’s. De verbinding met Zwolle, de komst van de Nedersaksenlijn en de ligging aan de A1 versterken de positie van Almelo als centraal knooppunt in OostNederland.

Jan Martin van Rees onderstreept de noodzaak van deze duurzaamheid: “Als gemeente willen we groeien, maar niet ten koste van onze omgeving. Het behouden van natuur en landbouw is essentieel voor het unieke karakter van Almelo en omliggende gemeentes.” De samenwerking tussen de gemeente en verschillende partners maakt een geïntegreerde aanpak mogelijk, waarbij stedelijke ontwikkeling hand in hand gaat met natuurbescherming en duurzaamheid.

De toekomst

Met een sterke focus op verbinding, diversiteit en duurzaamheid, bouwt Twente aan een toekomstbestendige regio voor iedereen. Het vertrouwen van de inwoners en ondernemers van Almelo, maakt dat iedereen die meewerkt aan het project zich aangemoedigd voelt om zich in te blijven zetten voor de gestelde doelen.

‘Een stad waar samenwerken, innoveren en bouwen aan een duurzame toekomst hand in hand gaan, dat is het Twente van morgen’
Indie Terrein - Almelo
Almelo’s uitvoeringsagenda
“De route naar groei en balans”

Almelo is klaar voor vernieuwing en versterking. Arend Sick, Hoofd Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Almelo, ligt toe hoe de gemeente in samenhang werkt aan een uitvoeringsagenda die de stad naar een duurzame en toekomstbestendige ontwikkeling moet leiden. Vanuit de kracht en identiteit van de stad streeft Almelo naar een betekenisvolle bijdrage aan de ruimtelijke ontwikkeling, om zo de sociaal-maatschappelijke uitdagingen waar zij als stad voor staan aan te pakken. De uitvoeringsagenda biedt richting en structuur. Op de werkvloer wordt deze agenda ook wel het ‘handboek soldaat’ genoemd, een praktische leidraad die als actief stuurmiddel dient voor de stedelijke ontwikkeling.

Ontwikkeling

Net als voor veel andere gemeenten waren de afgelopen decennia uitdagend voor Almelo. De financiële crisis van 2008 trof de woningbouw hard en bracht de ontwikkelingen tot stilstand. Het was dan ook van groot belang om de balans in de stad te herstellen en een toekomstvisie te formuleren. In de uitvoeringsagenda zijn de kernambities van de stad gebundeld met een sterke nadruk op het ontwikkelen van nieuwe projecten, de bouw van woningen en het versterken van de economische infrastructuur.

Balans in de woningvoorraad

Almelo kampt met een woningvoorraad die niet helemaal in balans is. Om een fijne en aantrekkelijke woonomgeving te creëren voor alle inwoners, is een bredere mix nodig in deze woningvoorraad. In de nieuwbouwprojecten wordt

er in delen van de stad ook gekeken naar herbestemming en vernieuwing, dit om een nog fijnere en aantrekkelijkere woonomgeving te realiseren. Hierbij wordt er gekeken naar een breed aanbod in variatie. Op deze wijze komt de stad meer in balans en wordt de economische draagkracht vergroot. Dit is één van de belangrijke punten om een toekomstbestendige stad te kunnen zijn.

Strategische pijlers

De uitvoeringsagenda richt zich op een aantal strategische pijlers die samen de basis vormen voor Almelo’s toekomstige ontwikkeling:

• Economie: Verdere versterking van het lokale bedrijfsleven en de samenwerking met Twentse steden zijn essentieel om Almelo’s positie in de regio toekomstbestendig te borgen.

Arend Sick

• Industrie en werkgelegenheid: Het Businesspark XL2, een initiatief waarin Almelo samenwerkt met andere Twentse steden en de provincie, biedt ruimte voor grote bedrijven zoals VDL en draagt bij aan werkgelegenheid en economische groei.

• Cultuur en binnenstad: In de binnenstad zijn vier kerngebieden: de compacte kern, de Kop van Zuid, de Stadskade en het Gravenkwartier. Door de gebieden op te delen ontstaan er nieuwe en aantrekkelijkere verbindingen en een gezonde mix van de diverse functies. Dit versterkt de beleving van de binnenstad en draagt bij aan de leefbaarheid.

• Mobiliteit: Mobiliteit is van groot belang voor het economisch en sociaal functioneren van de Almelose samenleving. De ontwikkelingen rondom de mobiliteit van de stad gaan gepaard met verbeterde infrastructuur en een aantrekkelijker stationsgebied.

• Woningbouw en leefbaarheid: Met een juiste mix van woningen in elke wijk, wil Almelo mensen met diverse achtergronden samenbrengen. Dit bevordert de leefbaarheid.

• Groen: Almelo heeft een sterke groen-blauwe structuur. De vier groene longen (N-O-Z-W) zijn de dragers van de stad. In de komende jaren wil de gemeente Almelo deze structuur verder doorzetten binnen de stad. Het is iets wat Almelo uniek en onderscheidend maakt.

De route

De uitvoeringsagenda is een stip op de horizon voor Almelo. Met een tijdlijn tot 2030, waarin specifieke doelen en ambities goed zijn uitgelicht. Naast de uitvoeringsagenda ligt er de Regionale Stedelijke Investeringsagenda (RSIA), een strategisch ontwikkel- en investeringsplan dat tot 2050 loopt. Dit plan, opgesteld met de regio Twente, is de routekaart voor de verdere regionale ruimtelijke ontwikkeling. Het succes van deze aanpak hangt uiteraard af van duurzame betrokkenheid op verschillende niveaus. Van gemeentelijke bestuurders tot bedrijven en de provincie, Stedelijke Ontwikkeling is namelijk een kwestie van het hebben van een lange adem. Ook ontwikkelaars, corporaties, bouwers en makelaars spelen hierin een belangrijke rol om de visie van een leefbaar en verbonden Almelo te realiseren. Dit is dan ook de reden waarom de gemeente ook nadrukkelijk investeert in deze netwerken.

Een belangrijke prioriteit van de agenda is het binden van mensen aan Almelo. Om dat te bereiken zet de stad sterk in op samenwerking met bedrijven, het versterken van mobiliteit ook van en naar werklocaties en het versterken van een Binnenstad en woonmilieus die aansluiten bij

de wensen van mensen. De mogelijke komst van de Nedersaksenlijn, een nieuwe spoorverbinding, waarover op diverse niveaus druk over gesproken wordt, zal in aanvulling hierop zeker ook een belangrijke rol kunnen spelen omdat hiermee de verbinding met de regio maar ook de aantrekkelijkheid van de stad en achterland als vestigingsplaats voor nieuwe inwoners en bedrijven alleen nog maar meer versterkt worden.

Visie

Almelo’s ontwikkelstrategie benadrukt dus het belang van continuïteit en vastberadenheid. Zoals Arend het verwoordt, is stedelijke ontwikkeling een kwestie van ‘bestendig koers houden’. Ook als de omstandigheden tijdelijk tegenzitten, economisch of anderszins, is het belangrijk om vast te houden aan de lange-termijnambities en gezamenlijk te blijven werken aan een stad waar verbinding en kwaliteit van leven centraal staan. De uitvoeringsagenda maar ook de RSIA weerspiegelt daarin een visie, waarbij economische groei, leefbaarheid en duurzaamheid samenkomen. Waar steden en omliggende regio’s steeds meer functioneren als netwerken is het cruciaal dat de stad zich blijft ontwikkelen als economische centrumfunctie voor diverse voorzieningen zoals scholen, culturele instellingen, winkels maar ook als openbaar vervoersknooppunt.

Almelo werkt daarom, in afstemming met de regio, aan een evenwichtige en toekomstbestendige stad, met projecten die de kernwaarden van de gemeenschap versterken en bijdragen aan een aantrekkelijke woon- en leefomgeving. Met de uitvoeringsagenda en de RSIA heeft Almelo daarmee een instrument in handen om de stad te transformeren, voor bewoners van vandaag en morgen. Ontwikkelingen die de stad blijvend van betekenis maakt maken, voor de gehele regio.

Reconstructie

Dat is waar Platform Stedelijke Ontwikkeling voor staat

“Samen

bouwen aan een toekomstbestendig Almelo”

Tine-Loes Hemmes

Almelo is een stad in ontwikkeling. Het zal je dan ook niet verbazen dat zich hier dagelijks kansen en uitdagingen aandienen. De noodzaak voor een efficiënte aanpak in stedelijke vraagstukken heeft geleid tot een platform, waarbij betrokken partijen de handen ineenslaan om samen een goede basis te leggen voor de toekomst van Almelo.

Ontstaan

Het platform is ongeveer een jaar geleden ontstaan vanuit passie voor de stad en betrokkenheid bij stedelijke ontwikkeling. De gedeelde overtuiging is dat complexe stedelijke opgaven alleen kunnen worden aangepakt door kennis en expertise te bundelen. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat stedelijke ontwikkeling vraagt om samenwerking. Partijen zoals bouwbedrijven, makelaars, woningcorporaties, banken, en projectontwikkelaars brengen bij het Platform Stedelijke Ontwikkeling hun krachten samen en stellen het belang van de stad centraal. Tine-Loes Hemmes, voorzitter van het platform is vanaf de oprichting betrokken en bekleed ondertussen sinds enige tijd deze rol.

‘Passie voor de stad en betrokkenheid bij stedelijke ontwikkeling’

Versnellen en verbinden Het doel van het platform is duidelijk: Door inzicht en samenwerking zorgen voor het versnellen van stedelijke ontwikkeling. Almelo is gebaat bij een structurele en transparante aanpak, waarin verschillende belanghebbenden elkaar kunnen vinden en ondersteunen. Door partijen samen te brengen, zorgen ze ervoor dat er sneller en effectiever beslissingen genomen

kunnen worden. Op die manier kun je echt impact maken. Het platform fungeert als een adviserende en verbindende schakel, zonder eigen belang, maar met een gezamenlijke visie: een Almelo waar iedereen zich thuis voelt en kansen vindt.

Het platform werkt samen met een breed netwerk van partners. Niet alleen bedrijven en ontwikkelaars, maar ook de gemeente speelt een belangrijke rol. Door de gemeente nauw te betrekken, kunnen vraagstukken snel worden afgestemd en knelpunten effectief worden aangepakt. Dit creëert een samenwerking waarin publieke en private partijen elkaar versterken en gezamenlijk werken aan de opbouw en uitbreiding van de stad.

In kaart brengen

Een van de uitdagingen waar Almelo mee kampt, is het tekort aan woningen. Het platform speelt een cruciale rol bij de woningbouwversnelling door inzicht te geven in wat er nodig is om dit proces

te stroomlijnen. Sinds de oprichting heeft het platform drie centrale thema’s vastgesteld: imago, leefbare wijken, en versnelling van de woningbouw. Met voor elk thema een werkgroep, richt men zich op de praktische stappen die gezet kunnen worden om plannen om te zetten in realiteit.

“We willen echt inzicht creëren in het totale plaatje, zodat we niet alleen op individuele projecten focussen, maar begrijpen wat er structureel nodig is. Alleen door deze bredere blik kunnen we knelpunten wegnemen en ervoor zorgen dat de stad daadwerkelijk groeit op een manier die past bij de vraag en de behoeften van de inwoners.”

Ontwikkeling

Binnen het platform worden plannen gemaakt en uitgevoerd om een gezonde balans te creëren tussen woningentypen en de aansluiting bij de behoeften van de bevolking. Er is niet enkel vraag naar

Rechtbank - Almelo

appartementen of eengezinswoningen; er is behoefte aan een gevarieerd woningaanbod dat past bij een diverse samenleving. Door duidelijke inzichten te geven in wat er nodig is om drempels weg te nemen, creëert het platform een stevige basis voor de toekomst.

“De vrijblijvendheid moet verdwijnen,” benadrukt Tine-Loes. “We moeten weten waar we naartoe werken en zorgen dat we concrete stappen zetten om daar te komen. Daarom leggen we in het platform niet alleen de nadruk op overleg, maar vooral op actie. Samen bouwen we aan een toekomstbestendig Almelo.”

Door systematisch te werk te gaan en thema’s niet alleen aan denktanks te hangen, maar ook als actiepunten, onderscheidt dit platform zich. Zo staat niet alleen het denken centraal, maar vooral het belang om stappen te zetten en deze visie om te zetten in actie.

Samenwerken aan toekomstbestendigheid

Het platform nodigt iedereen die actief is in de stedelijke ontwikkeling van Almelo uit om deel te nemen. Door deelgever te worden, werk je actief mee aan projecten waarin kennisdeling, samenwerking en daadkracht centraal staan. De inbreng van de verschillende partijen is wat het verschil maakt. Het platform is dus niet zomaar een samenwerkingsverband; het is een netwerk waarin expertise en betrokkenheid worden omgezet in concrete resultaten. Door kennis te bundelen, versnelt het platform samen met alle betrokkenen de woningbouw, versterkt het de leefbaarheid van wijken, en bouwt het aan een Almelo dat klaar is voor de toekomst.

Wil jij samen met ons bouwen aan een toekomstbestendig Almelo? Kijk dan op onze LinkedIn pagina: Platform Stedelijke ontwikkeling Almelo

Indie Terrein - Almelo

Een interregionale spoorlijn, met internationale visie.

“De Nedersaksenlijn is de verbinding van de toekomst voor Noord- en Oost-Nederland”

Ontstaan vanuit een persoonlijke wens, is het uitgegroeid tot een toekomstgerichte verbinding die Nederland en zelfs Duitsland dichter bij elkaar moet brengen. Het project zet in op een duurzame en sociaal relevante infrastructuur, waarmee niet alleen Noord- en Oost-Nederland beter bereikbaar worden, maar ook de verbindingen over de grens worden verbeterd.

Ontstaan

Het plan voor de Nedersaksenlijn (NSL) vindt zijn kern in het privéleven van initiatiefnemer en ondernemer Melle Mulder. De eerste zaadjes werden gepland op het moment dat zijn vijftienjarige dochter bij hem aangaf dat ze op kamers wilde in Groningen. Ze zou hier gaan studeren en de lange reistijd, van twee

uur op een enkele reis, maakte het bijna onmogelijk om thuis te blijven wonen. De gedachte aan deze lange reis liet Melle inzien hoe onhandig de huidige verbindingen in Noord- en Oost-Nederland kunnen zijn. Zijn vraag werd daarom: Hoe kan ik mijn dochter thuis laten wonen en toch een snellere reis tussen Ter Apel en Groningen mogelijk maken?

Melle Mulder.
‘Het is meer dan gewoon

een spoorlijn; het is een middel om mensen, regio’s

en kansen samen te brengen’ Verbinding als drijfveer

De persoonlijke drijfveer van Melle werd versterkt door de wens vanuit de regio naar meer verbinding. De NSL is daarom ook meer dan alleen een spoorlijn, het is een middel om mensen en regio’s met de rest van Nederland samen te brengen en zo meer verbinding te creëren. In 2019 werd de eerste bijeenkomst georganiseerd om de plannen bespreekbaar te maken. Wat ingeschat werd als een kleinschalige ontmoeting, trok uiteindelijk 250 mensen. Dit enorme enthousiasme bevestigde Melle’s idee en motiveerde om dit met een klein team verder uit te bouwen.

De oorspronkelijke focus voor een verbinding tussen Ter Apel en Groningen, verschoof al snel naar een ambitie om heel Noord- en Oost-Nederland te voorzien van een beter verbindend spoornetwerk. Het grootste deel van de NSL lag er al, alleen het stuk tussen Emmen en Stadskanaal moest nog worden aangelegd.

Keerpunt

In 2022 kreeg het plan echt handen en voeten. Er werden concrete stappen gezet en belangrijke gesprekken gevoerd. Een van deze momenten was het bezoek van staatssecretaris Vivianne Heijnen, waarbij de plannen voor de NSL uitvoerig werden besproken. Naar aanleiding van dit gesprek kwam het verzoek om een bidbook te maken. Dat verzoek werd opgepakt door de Stichting onder leiding van Melle, in samenwerking met de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel, het

Graafschap Bentheim en de regio Emsland. In november 2022 boden de stichting en de provincies het uitgewerkte Bidbook aan aan de staatssecretaris, het hele kabinet en de tweede kamer. De regio sprak zich nadrukkelijk uit voor het plan, wat uiteindelijk leidde tot een onderzoek naar het nut en de haalbaarheid van de spoorlijn.

‘Als je je idee staat te pitchen voor 250 man, besef je dat er echt behoefte is aan deze spoorlijn’

IBOTZ

Een belangrijk kenmerk van het project is de manier waarop het wordt aangepakt: de Nedersaksenlijn volgt de zogenoemde IBOTZmethode, waarbij Inwoners, Bedrijfsleven, Onderwijs, Toerisme en Zorg actief betrokken worden bij de ontwikkeling. Deze aanpak garandeert dat de wensen van de samenleving meegenomen worden, en dat de lijn daadwerkelijk waarde toevoegt aan het dagelijks leven van mensen.

Dit blijkt ook uit het betrokken "boerenklompengedrag" dat de initiatiefnemers vertonen. Ze observeren zelf regelmatig het gebruik van huidige stations om zo een goed beeld te krijgen van wie, wanneer en waarom er met de trein wordt gereisd. Dit toont niet alleen een hands-on aanpak, maar ook een oprechte toewijding om de lijn aan te passen op de behoefte van reizigers.

Uit de observaties en recent onderzoek is gebleken dat studenten en forensen enorm zullen profiteren van de snellere en betrouwbare verbinding die ontwikkeld wordt. Door nieuwe stations en betere bereikbaarheid, zal de vraag naar woonlocaties rondom de stations gaan groeien en kunnen bedrijven en woningbouwprojecten hier hun voordeel uit halen. Voor bedrijven wordt het makkelijker

AMSTERDAM

HEERENVEEN

LEEUWARDEN

DWINGELDERVELD

GRONINGEN

AMERSFOORT

DEVENTER ZUTPHEN

AMERSFOORT

DELFZIJL

MÜNSTER/DORTMUND

HÜMMLING

OLDENBURG

om werknemers uit een bredere regio aan te trekken, zonder dat reistijd een obstakel vormt. Door de basis goed te leggen zal een sterkere infrastructuur ontstaan.

Ambitie

BREMEN

CLOPPENBURG

ESSEN

Hoewel de focus ligt op de verbetering van het openbaar vervoer in Noord- en Oost-Nederland, reikt de ambitie van de Nedersaksenlijn over de landsgrenzen heen. Door de verbinding met Almelo als knooppunt te realiseren, ontstaat er potentieel een spoorsysteem dat Nederland en Duitsland dichter bij elkaar brengt. Door de strategische ligging van de stad, is Almelo de spil in een grensoverschrijdende verbinding, wat zowel forensen als internationale reizigers en bedrijven ten goede zal komen. De Nedersaksenlijn versterkt niet alleen de bereikbaarheid en economische positie van Almelo, maar werkt ook ondersteunend aan de stedelijke ontwikkeling van de stad.

BREMEN

OSNABRÜCK

Dit langetermijnperspectief wordt ook wel het ingroeimodel genoemd, waarbij de lijn in stappen wordt ontwikkeld en steeds nieuwe verbindingen mogelijk worden gemaakt. Hierdoor blijft de Nedersaksenlijn niet alleen relevant voor de huidige generatie reizigers, maar wordt deze ook voorbereid op toekomstige uitbreidingen.

‘Door de verbinding met Almelo als knooppunt te realiseren, ontstaat er potentieel een spoorsysteem dat Nederland en Duitsland dichter bij elkaar brengt’

BERLIN

Duurzaamheid

De Nedersaksenlijn belooft niet alleen sneller en toegankelijker te zijn, maar ook duurzaam. De ambitie is om volledig elektrische treinen te gebruiken. Bovendien wordt zorgvuldig gekeken naar de integratie van de spoorlijn in het landschap, zodat deze naadloos aansluit bij de omgeving. Het doel is om een spoorlijn te ontwikkelen die niet alleen praktisch maar ook maatschappelijk en ecologisch verantwoord is van aanleg tot exploitatie.

‘Het is heel belangrijk dat de NSL zo ontworpen wordt dat deze maatschappelijk inpasbaar is in het landschap’

Realisatie

Het project heeft zich in korte tijd snel ontwikkeld, zeker gezien de schaal en complexiteit. Momenteel wordt onderzocht welke route voor het ontbrekende deel het meest geschikt is, maar voor Melle Mulder en velen met hem, staat het vast dat de bouw van de Nedersaksenlijn in 2030 zal beginnen. Deze datum markeert de volgende fase in het realiseren van een infrastructuur die Noord- en Oost Nederland met elkaar, met de aangrenzende Duitse regio en de rest van Nederland verbindt.

De Nedersaksenlijn is een project dat vanuit een persoonlijke wens tot een grootschalige visie is uitgegroeid. Het vertegenwoordigt niet alleen een betere bereikbaarheid, maar ook een vernieuwende manier van samenwerken tussen burgers, bedrijfsleven, onderwijs en overheid. Met de blik op een grensoverschrijdende gezamenlijke toekomst biedt de Nedersaksenlijn eenhoopvolle weg voor de regio.

Bezoek ook de website van de stichting: www.nedersaksenlijn.nl

Rick Lohuis (projectmanager Oost) en Rob Gerritsjans (regiodirecteur Oost) namens Janssen de Jong Projectontwikkeling

“Parkbuurt Almelo: een nieuwe familiebuurt met 131 woningen”

Foto's: Jelle de Ru

Een buurt waar kinderen veilig buitenspelen, opa en oma om de hoek wonen, en het gezegde ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ geldt. Met deze visie won Janssen de Jong Projectontwikkeling de tender voor Parkbuurt Almelo, een nieuwe buurt aan de noordzijde van Almelo. Het gaat om 131 koopwoningen, waarvan de eerste fase-woningen begin 2025 al in de verkoop gaan. Rick Lohuis en Rob Gerritsjans delen alvast de eerste details van dit Twentse project.

Een echte familiebuurt

“Parkbuurt Almelo wordt een echte familiebuurt! Een veilige, gezinsvriendelijke wijk midden in het groen, ideaal voor

kinderen en ouderen.” vertelt Gerritjans. “Het wordt een echt park, zoals de naam al zegt. Je woont er echt midden in het groen, wat een levendig straatbeeld oplevert waar

buren elkaar gemakkelijk ontmoeten. Door verschillende generaties samen te brengen en collectieve faciliteiten te bieden, ontstaat een buurt waar iedereen zich welkom voelt.”

De woningen worden gefaseerd opgeleverd.

Lohuis: “In de eerste fase richten we ons vooral op koppels, gezinnen en doorstromers. Later bouwen we ook veel woningen voor ouderen. Denk aan levensloopbestendige woningen en appartementen. Deze variatie in woningen maakt het mogelijk om je hele leven in Parkbuurt Almelo te blijven wonen.”

Samenleven in een groene oase

De 131 woningen in Parkbuurt Almelo sluiten naadloos aan op het groene karakter van de omgeving, aldus Gerritjans. “We hebben bewust gekozen voor een architectonische stijl die de natuurlijke eenvoud en de gezelligheid van het Twentse landschap weerspiegelt. Warme, aardse tinten en natuurlijke materialen zorgen ervoor dat de woningen opgaan in de natuur.”

Groen speelt een hoofdrol in de buurtindeling.

Lohuis: “Door kleinere voortuinen en meer openbaar groen ontstaat een open, uitnodigende sfeer. Dit ontwerp stimuleert ontmoetingen en versterkt de saamhorigheid. Kinderen spelen op groene veldjes en buren maken een praatje op een bankje.”

Daarnaast hebben bewoners ook een eigen, ruime tuin. “Hier kun je met familie en vrienden barbecueën. Of juist rustig een boek lezen. De diepe achtertuinen en gezamenlijke groene zones maken het uitnodigend om van het buitenleven te genieten.”

Een toonbeeld van onze visie

“Het winnen van de tender laat zien waar we goed in zijn: buurten ontwikkelen waar mensen gezond en gelukkig samenleven,”legt Gerritsjans uit. “Onderscheidend is onze integrale aanpak. Zo hebben we nauw samengewerkt met de gemeente en hun visie op een groene buurt verrijkt met de verkaveling van woningen. Ook hebben we de woningen zo geplaatst dat ze harmoniseren met de natuurlijke omgeving.

Het collectieve groen heeft echt een functie gekregen, waardoor het park niet alleen mooi, maar ook functioneel is. Een echte ontmoetingsplek voor jong en oud.”

Daarnaast speelden de architectuur en het slimme stedenbouwkundige ontwerp een cruciale rol in het winnen van de tender. “Samen met LKSVDD architecten hebben we een ontwerp gemaakt dat naadloos aansluit op het Twentse landschap. Door de verkaveling te optimaliseren, voldoen de woningen aan de marktvraag en is de ruimtelijke werking in de buurt verbeterd. Dit maakte ons plan zowel kwalitatief als economisch haalbaar, wat de doorslag gaf bij de gemeente.”

‘Warme, aardse tinten en natuurlijke materialen zorgen ervoor dat de woningen opgaan in de natuur ’

Voortvarende samenwerking gemeente Almelo

De gemeente Almelo heeft de ambitie om veel nieuwe woningen te bouwen. “In dit project zien we hoe voortvarend de gemeente die ambitie waarmaakt. Kort na de gewonnen tender is de gemeente al gestart met het bouwrijp maken van de locatie. Dat zien we graag! We waarderen de open houding en de praktische aanpak van de gemeente. Samen maken we hier dé familiebuurt van Twente,” concluderen de heren. Parkbuurt Almelo

Bert

Damink en Floor Rikmanspoel | WoonWies:

“Toekomstbestendige woningen waar senioren zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen”

Op dit moment wordt in Wierden het allereerste bouwproject gerealiseerd volgens het woonconcept WoonWies. Dit concept werd door ontwikkelaar Bert Damink bedacht nadat hij vanuit Nejboer Ontwikkeling diverse seniorenappartementen had ontwikkeld waarbij er volgens hem ‘diepgang’ mist. Damink wilde meer betekenen voor de senioren dan alleen het afleveren van een appartement. Daarom ging hij samen met Floor Rikmanspoel aan de slag met een concept dat keek naar de zorggeschiktheid van een gebouw, dat ook qua techniek rekening houdt met de doelgroep en ook na oplevering nog meerwaarde biedt aan de bewoners. Hieruit is het concept WoonWies ontstaan.

Nejboer Vastgoed en Ontwikkeling Voordat we dieper ingaan op het WoonWies concept stellen we eerst de initiatiefnemer voor. Bert Damink (39) heeft jarenlang als bouwkundige gewerkt en veel ervaring opgedaan bij diverse aannemers en projectontwikkelaars. Om zijn eigen ideeën, passie en marktkennis volledig te benutten, besloot hij in 2019 Nejboer Vastgoed en Nejboer Ontwikkeling te starten. Samen met zijn broer Erik Damink, investeerder en sparringpartner, begonnen ze met het eerste herbestemmingsproject in Nijverdal. In slechts zes jaar tijd is het bedrijf van beide broers al op meer dan tien Twentse, vooral binnenstedelijke, projectlocaties actief.

Passende huisvesting voor senioren Het in Ootmarsum gevestigde bedrijf kenmerkt zich door een focus op goed advies, betrouwbaarheid en persoonlijke aandacht. Waarbij al sinds de oprichting een duidelijke richting is gekozen om huisvestiging voor senioren te realiseren. Al die kenmerken komen samen in WoonWies. Een woonconcept voor vitale senioren die zo lang mogelijk zelfstandig thuis willen wonen. Om dit zoveel mogelijk handen en voeten te geven werkt Damink daarin samen met Floor Rikmanspoel. Zij heeft Vastgoedkunde gestudeerd in Groningen en is werkzaam bij de opleiding Vastgoedkunde van Saxion Hogeschool in Enschede. En die

samenwerking komt goed van pas, want om het concept WoonWies zo sterk mogelijk neer te zetten worden er veel gesprekken gevoerd met zorginstellingen, gemeenten, en corporaties en zorg gerelateerde bedrijven.

Damink: “Passende huisvesting voor senioren is op dit moment in de markt ook echt een urgent topic. Nejboer Ontwikkeling is daarin de ontwikkelaar, koopt de locatie en ontwikkelt het gebouw. Vervolgens wordt het concept van WoonWies eroverheen gegoten.

Dat betekent dat er wordt gekeken naar de bouwkundige aspecten, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het gebouw, maar ook welke zorgaanbieder er aan het plan wordt gekoppeld en een meldcentrale. Ook subsidies die vanuit de overheid beschikbaar zijn voor de realisatie van het project. Dat deel ligt volledig bij WoonWies.”

Ook als de mensen er wonen, blijft WoonWies betrokken. Waar Nejboer na de ontwikkeling niet meer actief betrokken is en niet meer zichtbaar zal zijn, blijft WoonWies voor de bewoners hét aanspreekpunt voor huisvestingsvraagstukken. Damink: “Er is één centraal telefoonnummer waar de mensen altijd terechtkunnen met vragen.

Daarmee neemt WoonWies ook een stukje conciërgefunctie op zich.”

Voor de duidelijkheid: WoonWies is geen veredeld bejaarden- of verzorgingstehuis. De bewoners van de appartementen zijn ook nog niet per definitie zorgbehoevend. Sterker nog: WoonWies richt zich op vitale, actieve senioren die met hun woonkeuze zich alvast voorbereiden op een eventuele zorgvraag. Damink: “De appartementen hebben een luxe uitstraling, maar als je er dieper op inzoomt, dan is wel overal goed over nagedacht zodat ze bij een zorgbehoefte niet uit huis hoeven.”

Concrete en toekomstige zorgbehoeften Damink vervolgt: “Denk daarbij aan smarthome installatie waardoor de appartementen gemakkelijk zijn aan te sluiten voor zorg op afstand, maar ook aan schuifdeuren in plaats van gewone deuren of een wandschakelaar met een afwijkende kleur zodat slechtzienden de

schakelaar ook gemakkelijk kunnen vinden. De bouwtekening wordt zo samengesteld dat er geen doodlopende gangen zijn, want dat is voor mensen met dementie lastig. In het appartement is ook een noodknop aanwezig die rechtstreeks bij de sociale meldkamer uitkomt. In die sociale meldkamer zitten als eerste aanspreekpunt de kinderen, de buren of vrienden van de bewoners die dus direct op de hoogte zijn dat er iets aan de hand is. Is er een concrete zorgbehoefte, denk daarbij bijvoorbeeld aan hartfalen, dan kan er een koppeling gemaakt worden met de personenalarmering organisatie Alerta uit Hengelo. En tot slot is er bij elk WoonWies appartementencomplex een gemeenschappelijke huiskamer zodat vereenzaming minder snel optreedt.”

Zoektocht naar samenwerkingspartners De appartementen hebben een gemiddelde oppervlakte van 90 m2, een fatsoenlijke buitenruimte, parkeergelegenheid op eigen terrein en marktconform geprijsd. Allemaal om het aanbod zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Deze invulling zal in elk WoonWies project identiek zijn. Enige verschil is dat er per plaats en regio wordt gezocht naar een lokale zorgaanbieder. Damink: “Alle woningen voldoen sowieso aan de eisen zoals die zijn vastgesteld in Woonkeur, dus daarin zijn geen projectverschillen. Dat komt pas als we samenwerking zoeken met partijen die tijdens de bouw in beeld komen, zoals de gemeente en de zorginstellingen. Zo werken we bij ons WoonWies project in Losser samen met Zorggroep Sint-Maarten en in Hengelo met de lokale zorgpartij en de Ledenservice,

De Wingerd

onderdeel van Carintreggeland. Daarmee bevond ik mij als ontwikkelaar wel echt op onbekend terrein. De Het afgelopen jaar was dat een hele zoektocht, maar die is nu grotendeels afgerond waardoor we nu echt van start kunnen gaan met WoonWies.”

Voldoen aan marktbehoefte

En dus werd samen met Floor Rikmanspoel het WoonWies concept verder ontwikkeld en opgericht. Haar taak is nu onder meer het concept door te ontwikkelen en aan de man brengen, zodat het zich als een olievlek over Twente kan gaan uitbreiden. Rikmanspoel: “Termen als levensloopbestendig en duurzaamheid kom je bij de bouw van (senioren)woningen overal tegen. WoonWies gaat veel verder dan dat. De afgelopen tijd hebben we geïnventariseerd wat de behoefte in de markt is. De stap om te verhuizen is voor senioren een moeilijke stap, thema’s als veiligheid en eenzaamheid zijn hierbij belangrijk. Daarnaast laten ze vaak veel achter, en verdienen ze daarvoor ook wat moois terug.”

Rikmanspoel vervolgt: “Ook kwamen we er al snel achter dat de gemeente tegen hoge WMO-kosten aanloopt. Elke bewoner die we in een WoonWies (WieseWoning) kunnen laten wonen, een minder groot beroep doet op de WMO uitgaven. Daarnaast denk ik dat er in elke stad of dorp behoefte is aan kleinschalige Woonconcepten. Want als je ouder word, wil je je dorp niet uit. WoonWies is daar dan een mogelijke oplossing voor.”

Vitale, reislustige en actieve senioren

Daarmee wordt er ook weer ruimte vrijgemaakt voor jonge mensen, starters. “En deze doelgroep willen meeste dorpen en steden dolgraag behouden door ze woonruimte te bieden”, aldus Rikmanspoel. “Bij zorginstellingen is het vooral een kwestie van personeelstekorten die hen parten speelt. Die komen handjes tekort en roepen dan ook massaal om clustering. Ook zijn de investeringskosten voor nieuwbouw vaak een te groot risico voor zorginstellingen. Die punten hebben we dus ook allemaal meegenomen in het WoonWies concepten.

Alleen het bouwen van levensloopbestendige woningen is simpelweg niet genoeg als je de vraag vanuit de mark en overheid analyseert. Daarom bouwen wij appartementen waar je als vitale, reislustige en actieve senior in kan wonen en mocht je hulpbehoevend worden in het klein of in het groot, dan kan je daar blijven wonen. En dat past weer naadloos in het integraal zorgakkoord waar het nieuwe normaal wordt omschreven als: ‘Zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan.”

‘WoonWies wordt door steeds meer
partijen omarmd’

Het initiatief van WoonWies is ook in de markt zelf niet onopgemerkt gebleven, want inmiddels komen zorgaanbieders en gemeenten uit zichzelf aankloppen bij WoonWies. Rikmanspoel: “Zij zeggen ook als wij daar zorg kunnen leveren, dan kan er één auto naar dat complex in plaats van zorgverlening op diverse locaties die de efficiëntie niet ten goede komt. Toekomstige ontwikkeling binnen de zorgsector leidt er ook toe om doelmatig te werken. Ik verwacht dan ook dat steeds meer zorginstellingen zich hierin actief zullen opstellen. Ons doel is om dit senioren woonconcept in korte termijn in Twente van de grond te krijgen. Daar hebben Bert en ik ook wel heel veel vertrouwen in, want mensen zien hoe mooi en uniek WoonWies is en dat wordt door steeds meer partijen omarmd als de oplossing voor toekomstbestendig en zelfstandig wonen.”

Martinusplein Losser

John Lammers, Martijn Rink en Wilco Wittenberg

Bouwstroom Oost:

“Samenwerking voor versnelde, betaalbare en duurzame woningbouw”

De druk op de woningmarkt in Oost-Nederland vraagt om slimme en schaalbare oplossingen. Bouwstroom Oost, een samenwerking tussen vijf woningcorporaties, is hierop het antwoord. Het doel is om 2.500 sociale huurwoningen te bouwen. In gesprek met vertegenwoordigers - directeur Vechtdal Wonen Martijn Rink, adviseur innovatie en duurzaamheid Wilco Wittenberg, teamleider vastgoedontwikkeling bij De Woonplaats Arjan Kiewiet, projectmanager Viverion Karin van Gogh en strategisch verbinder bij Domijn John Lammers –wordt duidelijk hoe Bouwstroom Oost met efficiënte processen, kennisdeling en innovatie de bouwproductie versnelt, kosten beheerst en duurzame woningen realiseert. Het initiatief speelt in op de woningnood en de uitdagingen binnen de sector door op grote schaal samen te werken met gemeenten en aannemers.

De drie kernpunten van Bouwstroom Oost zijn versnelling van de bouwproductie, opschaling van het woningaanbod en kostenbeheersing. Martijn Rink legt uit:

“We staan voor een enorme bouwopgave. Door samenwerking willen we dit volume zo snel mogelijk verhogen, tegen een lagere prijs.” Bouwstroom Oost maakt gebruik van gestandaardiseerde woningtypen, zogenaamde conceptwoningen, die

passen binnen de sociale huurcategorie. Wilco Wittenberg vult aan: “Per bouwproject beoordeelt de gemeente veel technische aspecten; door een bepaald woningtype in één keer goed te keuren, voorkomen we herhaling van dit traject. Welstandbeoordelingen zullen project specifiek blijven, maar als een woning in Hengelo goedgekeurd is, moet deze in het ideale geval ook in Enschede voldoen. Door deze samenwerking met gemeenten verkennen we waar we het goedkeuringsproces kunnen versnellen, dat bespaart veel tijd en kosten.”

Inkoopkracht en innovatie door collectieve samenwerking Bouwstroom Oost verenigt vijf woningcorporaties en creëert daarmee een aanzienlijke inkoopkracht. Dit biedt niet alleen financiële voordelen, maar stimuleert ook innovatie binnen de sector. Karin van Gogh, sterk betrokken bij het inkoopproces, vertelt: “Het heeft tijd gekost voordat we onderling de uitgangspunten op één lijn hadden. Maar die investering doe je eenmalig. Na goede discussies levert het waardevolle aanvullingen op. De kwaliteit en innovatiekracht wordt verhoogd door deze

samenwerking, omdat we de gezamenlijke kennis van de corporaties optimaal benutten.” John Lammers: “We zijn allemaal goed in ons vak, maar samen vullen we elkaar aan en worden we nog beter.”

Afstemming over bestaand beleid en onderhoud

De vijf corporaties binnen Bouwstroom Oost hebben allemaal sociale huurwoningen. Wilco Wittenberg legt uit dat iedere corporatie binnen dit segment keuzes heeft gemaakt die van invloed zijn op de samenwerking. “Voor onderhoudscontracten zijn bijvoorbeeld al afspraken gemaakt, die per corporatie kunnen verschillen. Bij een gezamenlijk project als Bouwstroom Oost betekent dat ook dat we die bestaande afspraken goed moeten afstemmen en bekijken hoe we daar gezamenlijk invulling aan geven.” De samenwerking vraagt dus niet alleen om afstemming op nieuwbouwprojecten, maar ook op het bestaande beleid en onderhoudspraktijk.

‘We kopen verschillende modellen woningen, zoals je auto’s in verschillende uitvoeringen koopt’

Gemeenten als belangrijke partners in Bouwstroom Oost

De samenwerking met gemeenten is een essentieel onderdeel van Bouwstroom Oost. Zij hebben belang bij het versnellen van de woningproductie en werken actief mee aan het stroomlijnen van processen. Arjan Kiewiet merkt op: “Efficiëntie in gemeentelijke processen zorgt ervoor dat ons personeelstekort minder knelpunten veroorzaakt. Door gezamenlijk in te kopen met vaste partners, voorkomen we dat we aanbestedingen telkens opnieuw moeten doorlopen en besparen we tijd en kosten.” De regionale woondeals verbinden gemeentes en corporaties. Martijn Rink: “Het project

staat op de agenda en heeft prioriteit, omdat het aansluit op de woondeals die we als corporaties met gemeenten hebben afgesloten.”

Efficiënter werken met slimme inzet van capaciteit

Naast tijdsbesparing leidt de bouwstroom ook tot efficiënt gebruik van capaciteit. Door gebruik te maken van vaste woningtypen en standaardprocedures, kunnen de corporaties hun personeelscapaciteit inzetten op complexere projecten, terwijl eenvoudiger projecten via de bouwstroom worden gerealiseerd. John Lammers: “Onze ontwikkelmanagers kunnen in de bouwstroom drie keer zoveel projecten begeleiden als bij traditionele bouwprojecten. Dit vergroot onze capaciteit aanzienlijk.” Martijn Rink benadrukt dat de samenwerking een cultuuromslag vereist, vooral voor teams die gewend zijn autonoom te werken. “Deze nieuwe manier van samenwerken vraagt aanpassing en kost tijd.”

Toekomstgerichte eisen voor duurzaamheid en circulariteit Bouwstroom Oost zet hoog in op duurzaamheid en circulariteit. Door collectieve inkoop kunnen de corporaties hoge eisen stellen aan materialen en energie-efficiëntie. Dat biedt ook op de lange termijn voordelen. Op het gebied van circulariteit maakt Bouwstroom Oost gebruik van prestatieniveaus uit Het Nieuwe Normaal. Deze duurzaamheidseisen gaan verder dan het wettelijk minimum. Wilco Wittenberg noemt als voorbeeld de losmaakbaarheid van materialen, zodat woningen eenvoudig gedemonteerd kunnen worden en onderdelen hergebruikt. Karin van Gogh: “In de eisen van Bouwstroom Oost zijn drie energie-opties vastgelegd: bijna energieneutraal, energieneutraal en Nul-op-de-meter, waarbij een woning zowel het gebouwgebonden als het huishoudelijk energieverbruik opgewekt.” (*) Door de schaalgrootte van Bouwstroom Oost kunnen we aannemers prikkelen tot innovatie. Zo realiseren we toekomstbestendige woningen die niet alleen nu, maar ook over twintig jaar voldoen aan hoge duurzaamheidsnormen.”

Standaardisatie met ruimte voor variatie in 2.500 sociale huurwoningen Hoewel Bouwstroom Oost werkt met vaste woningtypen, is er ruimte voor aanpassingen per locatie en doelgroep. John Lammers vergelijkt het met de autoindustrie: “We kopen verschillende modellen woningen, zoals je auto’s in verschillende uitvoeringen koopt.” Er is ruimte voor variatie in grootte en indeling, waardoor woningen kunnen worden aangepast aan de lokale vraag. Het ambitieuze doel is om in de komende vier jaar 2.500 sociale huurwoningen te realiseren, gelijkmatig verdeeld over grondgebonden woningen en appartementen. John Lammers: “Onze bouwstroom is gestart met vijf basispartners, maar andere corporaties kunnen aanhaken. Door onze inkoopkracht kunnen zij profiteren van de voordelen van Bouwstroom Oost zonder zelf de voorbereidingsfase te doorlopen. Er zijn inmiddels vijf corporaties geïnteresseerd.”

Martijn Rink vult daarop aan: “We hebben een heldere projectstructuur met een stuurgroep en een uitvoerende projectgroep. De uitdaging is om nieuwe corporaties een plek te geven binnen deze structuur, zodat zij zich onderdeel voelen van de samenwerking en hun stem kunnen laten horen.”

Kennisdeling en inspiratie voor de toekomst

Naast concrete voordelen voor de woningmarkt in Oost-Nederland dient Bouwstroom Oost ook als inspiratie voor andere regio’s. Het project leert van ervaringen uit andere bouwstromen en deelt op zijn beurt kennis via brancheorganisaties en netwerken. Martijn Rink: “We hebben bijvoorbeeld geleerd van bouwstromen in Eindhoven en dragen deze lessen nu over aan andere corporaties en gemeenten. Samenwerking binnen de sector is essentieel om sneller en efficiënter te bouwen.”

John Lammers benadrukt dat de samenwerking ook een positieve energie oplevert. “Het is een intensief traject, maar wij vinden het leuk om samen te werken.”

Karin van Gogh vult daarop aan: “Het is

mooi om te zien hoe wij elkaar binnen Bouwstroom Oost ook voor andere zaken steeds vaker opzoeken voor overleg. De drempel is verlaagd om gebruik te maken van elkaars kennis en dat geeft een positieve dynamiek.”

Conclusie

Met Bouwstroom Oost laten deze vijf corporaties zien hoe samenwerking en innovatie een antwoord kunnen bieden op de woningnood. Door collectieve inkoop, standaardisatie en hoge duurzaamheidsnormen te combineren, realiseren zij versneld betaalbare sociale huurwoningen in Oost-Nederland die voldoen aan de eisen van vandaag én morgen. Deze aanpak biedt niet alleen oplossingen voor de huidige woningmarkt, maar inspireert ook andere regio’s om een vergelijkbare samenwerking aan te gaan.

(*) Toelichting energie-opties:

• Bijna energieneutraal: de minimale eisen zoals gesteld in het BBL (Besluit Bouwwerken Leefomgeving)

• Energieneutraal: de woning wekt het gebouwgebonden energieverbruik op

• Nul-op-de-meter: de woning wekt zowel het gebouwgebonden als het huishoudelijke energieverbruik op

Ambitieuze projecten en levendig binnenstad leiden tot nieuw elan:

“Hengelo

is volop in beweging”

Hengelo is volop in beweging en transformeert in een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en leven. De waardering voor de binnenstad stijgt en plannen voor grootschalige woningbouw en stadsontwikkeling geven de stad nieuw elan. Met ambitieuze projecten zoals de herontwikkeling van het Stork-terrein en het Hart van Zuid wordt Hengelo een magneet voor jong talent. Wethouder Gerrits zet stevig in op vernieuwing en samenwerking met de regio Twente, waarbij wonen in een bruisende binnenstad de sleutel is. Deze dynamische ontwikkelingen maken Hengelo klaar voor de toekomst.

Wethouder Gerard Gerrits (VVD) heeft onder meer ruimtelijke ordening en wonen in zijn portefeuille. Hierdoor is hij intensief betrokken bij al deze plannen rondom de herstructurering van de binnenstad en de inbreidingsprojecten bestemt voor meer woningen in de stad. Gerrits werkt daarbij vaak samen met Sanne Elferdink die namens de gemeente Hengelo als ontwikkelmanager werkzaam is en vanuit die functie onlangs de omgevingsvisie Hart van Hengelo heeft helpen vaststellen. Die werkzaamheden worden in samenwerkingen met externe partijen en (woning)corporaties uitgevoerd.

Aantrekkelijke binnenstad Werd de binnenstad van Hengelo in 2018 door de inwoners nog met een onvoldoende gewaardeerd, in 2023 was dat een 7 geworden. Sinds 2019 zet de positieve waardering voor de binnenstad daarmee door. Dit is grotendeels te danken aan de herinrichting met als hoogtepunt de afronding van het marktplein in april 2023 als onderdeel van de uitvoering van

het Actieplan Vitale Binnenstad 20222026. Door de Gemeente Hengelo en de binnenstadpartners wordt dagelijks hard gewerkt om de ambities in dit actieplan te verwezenlijken: hogere waardering inwoners en bezoekers, toename bezoekersaantallen en verblijfsduur en het verminderen van de leegstand. Op de website www.Hengelo.nu zijn al die ontwikkelingen te volgen.

‘Hengelo is volop in beweging en transformeert in een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en leven’

Vitaliteit van de binnenstad bepaalt immers voor een groot deel de aantrekkelijkheid van de stad als geheel. Daarbij horen voorzieningen als winkels, horeca, cultuur, evenementen etc. In een levendig en

aangename binnenstad willen ondernemers zich vestigen, komen mensen met plezier op bezoek en wonen mensen graag. Een vitale binnenstad biedt arbeidsplaatsen, is een belangrijke plek voor ontmoeting en bepaalt de identiteit van de stad. Het concept van de compacte binnenstad is het antwoord op de ambitie van de gemeente om de Hengelose binnenstad weer vitaal te maken. De compacte binnenstad geeft focus op het kernwinkelgebied. Samen met horeca, de terrassen en de evenementen vormt dit het hart van de levendige binnenstad. Gerrits: “Mijn belangrijkste taak is om voor iedereen een passende woning te realiseren in onze mooie stad. Daarbij verliezen we de leefbaarheid van het gebied waarin we werken niet uit het oog. En dat beperkt zich niet tot Hengelo, maar omvat feitelijk heel Twente. Om dat gebied toekomstbestendig te krijgen en te houden moeten we als regio onze talenten binden. We zullen dus moeten zorgen dat het voor jongeren interessant is om in Hengelo te (blijven) wonen. Een aantrekkelijke,

levendige binnenstad is daarbij van cruciaal belang. In Twente hebben we te maken met een meer dan gemiddelde vergrijzing en hebben we ook te maken met een minder snelgroeiende beroepsbevolking dan in de rest van Nederland. Dat komt omdat we in het verleden ooit als anticipeerregio zijn bestempeld. En dat is plat gezegd een krimpregio. Die inzichten zijn inmiddels verouderd en achterhaald, waardoor er kansen zijn blijven liggen. Die kansen zijn we nu volop aan het benutten door bedrijven te behouden, dat de voorzieningen in stand blijven en zorgen dat er nieuwe voorzieningen bijkomen die bijdragen aan het hoogstedelijke milieu dat we nodig hebben om jonge talenten te binden en te boeien om in Twente en in Hengelo te blijven.”

Hazemeijer en Stork

Dat betekent volgens Gerrits maar één ding en dat is bouwen, bouwen en nog eens bouwen. “Omdat we in het verleden weinig aan stadsontwikkeling hebben

Het nieuwe stadhuis

gedaan is er bijvoorbeeld in Hart van Zuid 48 hectare beschikbaar om te bouwen.

Daarmee zijn we nu druk bezig en zijn we ook al een heel eind opgeschoten.

Ook zijn er veel panden in de binnenstad die we aan het transformeren zijn naar wonen. Oude industriepanden zoals bijvoorbeeld de Hazemeijer en de Storklocatie die de gemeente in samenwerking met projectontwikkelaars, corporaties en investeerders echt onder handen nemen zonder de ziel van dit voor Hengelo historisch belangrijke terrein aan te tasten.”

Volgens Gerrits gebeurt er op dit moment al heel veel, maar tegelijkertijd geeft hij ook toe dat dat niet voldoende is om Hengelo toekomstbestendig te maken. De vier- tot vijfhonderd woning die er nu elk jaar worden gebouwd is echter wel een mooie eerste stap om in de komende jaren de uitgesproken ambities te behalen. zoals inmiddels langzaam maar zeker zichtbaar wordt op het Stork-terrein. Een gebied dat door bouwbedrijf Trebbe is opgekocht

om dat voormalige KMS (Koninklijke Machinefabriek Stork) terrein gelegen dicht bij het centrum én het stadion een heel nieuw gezicht te geven. Dit wordt gezien als één van de grootste vastgoeddeals uit de bestaansgeschiedenis van de stad Hengelo.

Veel groen in de vernieuwde binnenstad

Mijn belangrijkste taak is om voor iedereen een passende woning te realiseren in onze mooie stad’

“Samen met Enschede schouders eronder zetten”

De ontwikkeling van de binnenstad staat niet op zichzelf. In het visiedocument ‘Hengelo 2040, Stad van verbinding: samen werken samen leven’ staan de ambities van de hele stad Hengelo uitgewerkt die in de komende twintig jaar gerealiseerd zullen

worden. De vitaliteit en aantrekkelijkheid van de binnenstad is een belangrijke drager van die ambitie. Volgens wethouder Gerard Gerrits is uitvoering van dit visiedocument essentieel voor het vestigingsklimaat voor bedrijven en talent dat Hengelo een binnenstad heeft die aantrekkelijk is en voldoende voorzieningen biedt. “Met binnenstedelijke ontwikkeling ben je nooit klaar. Maar als je een versnelling wilt maken zul je ook naar uitbreiding moeten kijken. Dat betekent niet zomaar iets in een weiland iets bouwen. Daar zit een gebiedsontwikkeling visie achter. Hoe ga je om met je groenvoorziening, waterberging en met de mobiliteit van de stad. Met al die opgaves die we hebben moeten we integraal denken. En daar is Spoorzone Hengelo – Enschede een heel mooi voorbeeld van. Het mooie daarvan is dat we hier gezamenlijk met Enschede de schouders onder zetten. Dit gaat niet alleen over wonen, maar ook over sporten, een avondje uit of genieten in het groen. Kortom: meer leefbaarheid en dynamiek voor de inwoners van beide steden.”

Spoorzone en Hart van Zuid

De Spoorzone is grofweg tussen de binnensteden van Hengelo en Enschede. Inclusief bestaand stedelijk gebied zoals Hart van Zuid en omgeving FBK stadion. Hier komen veel zaken samen: werken rond de stations, wonen rond het spoor en daartussenin sporten en ontspannen, dat is grofweg de ambitie waarmee Hengelo en Enschede zich samen willen profileren als ‘groene top-technologische regio’. Hierin spelen de UT en spin off-bedrijven een grote rol. Het is en blijft een groen gebied waar stad en landschap in elkaar overgaan. Dat betekent dat er wel (betaalbare) woningen gebouwd gaan worden maar ook werkgelegenheid en meer goede voorzieningen gecreëerd. We zijn hier mee bezig omdat we jonge talenten willen vasthouden in Twente.

De gemeente Hengelo verwacht dat stedelijk leven, dicht bij het groen, de Spoorzone tot een onderscheidende en gewilde locatie maakt. Elferdink: “Om maar met de deur in huis te vallen: we zijn niet van plan dit gebied vol te gaan bouwen. Rondom de knooppunten gaan

Het nieuwe marktplein: van grijs naar groen

we de verstedelijking naar een hoger plan trekken met verdichtingsopgaven en een stationsomgeving creëren waarin een mix van functies samenkomen. En dat alles in combinatie met de voorzieningen die er al zijn, zoals Metropool. Dat zijn gebieden waar de kansen liggen. Daar komen de mensen al samen, ze zijn goed bereikbaar en zijn gesitueerd dicht bij de binnenstad.”

“Leerbaar voor komende generaties” Dit is ook de basis van de omgevingsvisie Binnenstad-Hart van Zuid die in ontwikkeling is. Direct ten zuiden van de binnenstad ontwikkelt Hengelo in de komende jaren een nieuw hoogwaardig woon-, werk- en onderwijsgebied met Hart van Zuid. Elferdink: “Een vitale en aantrekkelijke binnenstad is voor Hart van Zuid van groot belang om een goed vestigingsklimaat te bieden met een hoogstedelijk woonmilieu. En omgekeerd heeft een sterke ontwikkeling van Hart van Zuid ook een positief effect op de binnenstad. De plannen die we nu maken, zijn ontstaan door voorschrijnend inzicht. De Spoorzone, Hart van Zuid en het Stork-

terrein zijn de magneten voor al onze ambities. We hebben hier echt al heel veel pareltjes. We hoeven er alleen nog maar een ketting van te maken. En dat zijn we nu aan het doen door alle opgaves integraal aan te pakken. Zo zorgen wij als stad Hengelo, de gemeente Enschede en al onze bouwpartners dat er een aantrekkelijk woonklimaat ontstaat voor nu en voor de komende generaties die in het gebied Hengelo – Enschede gaan wonen, leren, werken en recreëren.”

Gerard Gerrits en Sanne Elferdink
De nieuwe Kerktuin
Hengelo

Malkis Jajan wethouder gemeente Enschede:

“Waardevol samenleven in een fijne, veilige stad met een sterke economie”

Malkis Jajan is sinds 21 oktober actief als wethouder in de gemeente Enschede. De voormalig VVD-fractievoorzitter in de Twentse stad heeft onder meer ruimtelijke ordening, economie, innovatie, wonen en huisvesting in zijn portefeuille. Daaronder vallen veel projecten waaronder Kennispark, Technology Base, Centrumkwadraat en de Spoorzone. We spreken Jajan nadat hij slechts enkele dagen ervoor is begonnen in deze functie. Hij heeft al een goed beeld van de doelen, ambities en uitdagingen die hij voor zijn stad Enschede wil gaan waarmaken in de komende twee jaar waarin hij als wethouder actief zal zijn.

Geluk is belangrijkste

In zijn nieuwe rol als wethouder wil de pas 28-jarige Jajan zich met name richten op het versterken van de lokale economie, het bouwen van woningen en het bevorderen van het culturele en sociale leven in Enschede. “Wat Enschede bijzonder maakt, zijn de mensen die er wonen. Niet de straatnamen of de gebouwen. Ik wil ervoor zorgen dat onze mensen gelukkig zijn, dat vind ik heel belangrijk. Voor geluk moet je aangenaam kunnen wonen in kwalitatief goede huizen die in een fijne, prettige omgeving staan. Daarom wil ik mij inzetten voor iedereen die hier wil wonen een

het

station

in

Vermeer Bouw Hengelo en de Gemeente Enschede een grootschalig appartementencomplex gebouwd met ruimte voor woningen, commerciële voorzieningen en horeca . Dit complex vormt samen met het stadskantoor de poort naar de binnenstad.

passend huis kan vinden en dat Enschede steeds leuker wordt met meer evenementen en cultuur. We willen allemaal hetzelfde: een beter Enschede voor nu en voor de volgende generaties. Daar zijn uiteraard ook uitdagingen aan verbonden, zoals de aantallen (woningen) die we komende jaren willen realiseren, maar die uitdaging gaan wij hier in Enschede graag aan.”

‘De inwoners maken de stad’

Daarbij wordt nadrukkelijk de samenwerking gezocht met onder meer de gemeente Hengelo, maar ook regionaal en zelfs landelijk. Jajan vindt het samen met al die partijen niet meer dan normaal dat Enschede te midden van al die samenwerkingsverbanden wel haar eigen

identiteit blijft behouden. “Die identiteit wordt bepaald door de inwoners van Enschede. Zij maken onze stad tot wat het nu is en wat het straks nog steeds zal zijn. Ik ben zelf ook inwoner van Enschede, geboren op Zuid en trots op deze stad. Wat we hebben, wil ik behouden, maar tegelijkertijd is het belangrijk te kijken hoe we met de inwoners, de raad en het college de stad nog sterker en mooier kunnen maken”, zo stelt Jajan die in het huidige college van B&W de plaats inneemt van zijn voorganger Jeroen Diepemaat.

Uitnodiging aan marktpartijen

Jajan: “Jeroen is nu burgemeester van Losser en dat is een fantastisch kans voor hem om daar zijn werk voort te zetten. Ik ga naast consistentie op het beleid van mijn voorganger ook mijn eigen accenten aanbrengen. Zo focus ik mij op realisatie van beleid dat onder meer door Jeroen is uitgezet. Daarbij daag ik de markt graag

Op de plek van de bekende discotheek ’t Bölke – pal tegenover
NS
wordt
samenwerking met Zecc Architecten, Ska-pa, Dura

uit om innovatieve stappen te zetten. Ik doe hierbij dan ook een open uitnodiging aan markpartijen om met ons in contact te treden als men denkt een echte bijdrage te kunnen leveren aan de bouw- en ontwikkelingsopgaven van Enschede en Twente.”

‘Meer

variatie in het

woningaanbod”

Om de economische en groene kracht van zowel Enschede en Hengelo met in totaal 250.000 inwoners te behouden en te versterken is een schaalsprong in de verstedelijking noodzakelijk. Dat voornemen past ook in het voornemen van het Rijk, zoals verwoord is in het voorontwerp van de Nota Ruimte. Werner Gerritsen, ambtelijk opdrachtgever stedelijke vernieuwing sluit zich dan ook aan bij de oproep van de wethouder. Gerritsen: “Wat we willen bereiken is meer variatie in het woningaanbod. Omdat doelgroepen verschillen en veranderen ten opzichte van het verleden. Wij stellen hiervoor de kaders, maar zoeken nadrukkelijk ook de samenwerking met innovatieve ondernemers die ons als ervaringsdeskundige hierbij kunnen helpen. Er zit namelijk heel veel innovatie in de sector. Laat ons dat zien, verras ons als gemeente Enschede en gebruik de ontwikkelingen in het gebied tussen Enschede en Hengelo ook als proeftuin, want daar is het uitermate geschikt voor. In deze samenwerking kunnen we ook samen de uitdagingen aangaan en overwinnen op weg naar een nog mooier Enschede.”

Spoorzone Hengelo Enschede

Gerritsen benadrukt dus dat beide steden bij de uitdagingen van de verstedelijking elkaar nodig hebben en dat de schaalsprong van het gebied tussen het centraal station van Hengelo en Enschede als

één stedelijk gebied wordt gezien. De Spoorzone Hengelo – Enschede, is tot stand gekomen in samenspraak met een brede groep publieke en private partijen zoals Universiteit Twente, Provincie Overijssel, NS, Twenteboard, ROC van Twente, corporaties en marktpartijen. De Spoorzone moet het nieuw stedelijk visitekaartje van Twente worden, vindt ook wethouder Jajan. “De Spoorzone is een unieke plek waar stad en landschap in elkaar overgaan; de ruggengraat van het stedelijke gebied van Hengelo en Enschede. Het is veel meer dan een project. Het is een langjarig programma voor een schaalsprong. Het draait om samenwerking tussen gemeenten Hengelo en Enschede, het voelen van een gedeelde urgentie en het activeren van alle (markt) partijen. Het gaat over boeien en binden van talent. Het creëren van banen dichtbij huis, een goede bereikbaar en het bouwen van passende woningen.”

Economische en Ruimtelijke kracht

Eén van de ruimtelijke opgaven is de Ruimtelijke Ontwikkeling Strategie (ROS) waarbij veertien Twentse gemeenten samenwerken met als doel: goed wonen, werken en recreëren in Twente. Jajan: “Om de verstedelijkingsopgaven na 2030 te behalen is er een schaalsprong nodig waarbij we onze economische en ruimtelijke kracht als regio behouden. We werken daarbij vanuit de kaders die vanuit het Rijk zijn gesteld in de Nota Ruimte. De samenwerking met het Rijk en Provincie is hierin uitstekend. Ik zit hier nog niet zo lang dus ik heb vooral van afstand gekeken, maar wat mij direct opviel, is dat hier met zowel de woningcorporaties als marktpartijen enorm goed wordt samengewerkt. Dat komt onder meer tot uiting in het Platform Stedelijke Ontwikkeling Enschede (PSOE).”

PSOE is in het leven geroepen om vooruitgang te brengen in de stedelijke ontwikkeling van de stad vanuit het perspectief van de woningmarkt. PSOE is een samenwerkingsverband tussen marktpartijen, corporaties,

gemeente en provincie. Vanuit dit samenwerkingsverband wordt de gemeente gevraagd en ongevraagd te adviseren over onderwerpen die hieraan gerelateerd zijn.

Centrumkwadraat

Eén van de speerpunten bij het bereiken van die doelen is het Centrumkwadraat. Doel in dit gebied is een hoog stedelijk woon én werk omgeving te bieden voor talent waarbij knappe koppen én gouden handen samenkomen. Centrumkwadraat is de grootste gebiedsontwikkeling in Enschede en maakt deel uit van de Spoorzone Hengelo-Enschede. De focus ligt nu op de omgeving van het centraal station, met diverse projecten in uitvoering en voorbereiding. Het omvat de bouw van 2.500 woningen, waarvan 1.500 in het betaalbare segment. En ongeveer 30.000 m² aan commerciële ruimte, zoals winkels en kantoren. Voorbeelden van ontwikkelingen binnen Centrumkwadraat zijn: Het Pakhuiskwartier, Bundle, Bölke Next, de Stationspleintoren en het Boddenkamp.

Als tweede ontwikkelgebied binnen de Spoorzone is er het Kennispark Twente waar ondernemers, overheid en kennisinstellingen hun kracht bundelen. Gerritsen licht dat toe vanuit zijn functie als ambtelijk opdrachtgever stedelijke vernieuwing: “We willen meer Tukkers na hun studie hier houden of terug laten keren. Doorstroming is daarbij cruciaal. Ook wij hebben te maken met vergrijzing en de stijgende lijn die we zien in het aantal alleenstaande huishoudens. We anticiperen in onze bouwplannen dan ook op die (nieuwe) demografie. Als je dat goed doet, dan krijg je ook de gewenste doorstroming, waarbij er ook voor starters en jongeren meer woningen beschikbaar komen. Als je die jongeren in die woningen wilt hebben zul je als stad de voorzieningen op peil moeten hebben als het gaat om een aantrekkelijk binnenstad, maar ook mogelijkheden om te sporten of te recreëren.”

Malkis Jajan wethouder gemeente Enschede:

Woongenot

De gemeente kiest in haar Omgevingsvisie dan ook duidelijk voor om het landelijke gebied van Enschede te koesteren. Wethouder Jajan: “We koesteren dat groen omdat dat de nabijheid van echt groen het aangenamer maakt om in Enschede te wonen. Hiermee onderscheiden we ons als stad en regio echt. En dan heb ik het niet over groenstroken tussen de wijken waarin niets gebeurt, maar groen wat echt van meerwaarde is op het woongenot.”

Jajan en Gerritsen geven beiden ook aan dat al die innovaties niet zullen leiden tot een totaal nieuwe stad, maar wel tot een toekomstbestendige stad. Jajan sluit het gesprek dan ook af met een belofte richting de huidige en toekomstige inwoners van Enschede: “Wij willen niet een kopie worden van een andere stad, maar op onze eigen manier de beste en mooiste stad van Nederland worden. Ik ben zelf ook inwoner van Enschede en ben daar ook trots op. We hebben komende tijd veel dingen die

we gaan oppakken en we doen ook veel tegelijk. Wij willen in Twente veel extra banen, daar hebben we de mensen nog niet voor en dat betekent dat we die mensen moeten interesseren om hierheen te komen. Daar moeten we woningen voor hebben en dus komen er bij elk project waaraan we werken veel dingen samen. Integraal beleid is niet een term die ik snel zelf zal gebruiken, maar samenwerken is wel heel belangrijk en zelfs noodzakelijk om als overheid bij te dragen aan het woongeluk in een mooi en veilig Enschede met een sterke lokale economie. En ik roep dan ook graag iedereen die hieraan een bijdrage denkt te kunnen leveren op om samen met ons aan dit doel te bouwen.”

‘Samenwerken is heel belangrijk’
Pakhuis

Barry Hegeman,Marianne ten Feld-Sprik en Gert-Jan de Jonge Stichting Vastgoedrapportage Twente:

“Vastgoedinformatie

de sleutel tot verbinding, netwerken en samenwerken”

Met ruim 200 leden heeft Stichting Vastgoedrapportage Twente een sterk netwerk opgebouwd van diverse organisaties en ondernemers. Samen zorgen zij voor de juiste informatie en rapportage rondom vastgoed in de regio Twente. Door jaarlijks verschillende evenementen te organiseren en een online portal met marktontwikkelingen en vastgoedcijfers aan te bieden, creëren zij steeds meer verbinding in de vastgoed- en bouwwereld van Twente.

Ontstaan

De oorsprong van de stichting ligt bij een aantal enthousiaste mensen die zo’n twintig jaar geleden besloten netwerkbijeenkomsten te organiseren, waarbij de presentatie van regionale vastgoedcijfers centraal zou gaan staan. Deze manier van netwerken was nog niet bekend in de regio Twente en werd vanaf de start goed ontvangen. Het bestuur besloot daarom al snel versterking te zoeken om de evenementen nog beter vorm te kunnen geven. Samen met de huidige drie founders - Kienhuis Legal, Dura Vermeer Hengelo B.V. en Snelder Zijlstra Makelaars - werd de behoefte om vastgoedcijfers te rapporteren ingevuld. Stichting Vastgoedrapportage Twente heeft zich in de daaropvolgende jaren ontwikkeld tot een plek waar men kan verbinden, netwerken en waar mooie samenwerkingen ontstaan.

‘Diversiteit maakt dat je elkaar versterkt in wat je doet’

Bestuur

De stichting wordt geleid door drie bestuursleden, elk afkomstig uit één van de bovengenoemde bedrijven. Momenteel bekleden Marianne ten Feld-Sprik, Barry Hegeman en Gert-Jan de Jonge deze rol. Het huidige bestuur heeft zich in de afgelopen vier tot zeven jaar gericht op het digitaliseren en moderniseren van de vastgoedrapportages. Dankzij hun inzet is er een digitaal platform ontwikkeld. Dit biedt ruimte om nog actuelere informatie

te delen dan voorheen. De komst van het platform heeft ervoor gezorgd dat de cijfers niet één maar twee tot vier keer per jaar geactualiseerd kunnen worden. De bestuursleden geven aan een erg prettige samenwerking te hebben en zijn trots op de behaalde resultaten. De stichting probeert ongeveer elke vijf jaar ruimte te maken voor een nieuw bestuur. Het huidige bestuur geeft aan dat er momenteel ruimte begint te ontstaan om hun taken over te dragen aan nieuwe bestuursleden, zodat de stichting verder kan groeien vanuit een frisse invalshoek.

‘Vernieuwing is goed! Hierdoor ontstaat ruimte om de stichting vanuit een andere invalshoek verder te laten groeien’

Missie

Het verbinden van partijen en het leveren van actuele, betrouwbare vastgoedinformatie is de kern van Stichting Vastgoedrapportage Twente. De diversiteit van aangesloten bedrijven maakt de stichting uniek, doordat ieder zijn eigen expertise en perspectief inbrengt. Dit versterkt de samenwerking en leidt tot nieuwe inzichten die helpen bij uitdagingen in de sector. Door het monitoren en delen van marktontwikkelingen en trends krijgen leden beter inzicht in de voortgang van de regio Twente. Dit bevordert transparantie, onderbouwd besluitvorming en stimuleert samenwerkingen en investeringen in de regio.

De missie van de stichting heeft geleid tot succesvolle samenwerkingen met diverse gemeentes en de provincie. De waardevolle vastgoeddata en marktinformatie die de stichting levert, worden door deze partners gebruikt om beslissingen te onderbouwen en projecten vorm te geven. Tijdens de bijeenkomsten wordt kennis gedeeld over gemeenschappelijke thema’s, waardoor organisaties elkaar kunnen inspireren en verder helpen.

‘Alles wat bouw- en vastgoedgerelateerd is in de regio Twente: van onderwijs tot gemeente en overheid tot bedrijfsleven, verbinden wij via Stichting Vastgoedrapportage

Twente’

Evenementen

Jaarlijks worden er drie evenementen georganiseerd: een zomerborrel, het Symposium met de uitreiking van de vastgoedprijs en een winterevenement. Het Symposium trekt jaarlijks veel bezoekers, ook zonder lidmaatschap ben je welkom om hierbij aanwezig te zijn.

De zomerborrel en het winterevenement zijn exclusief voor leden. Elk evenement heeft zijn eigen charme en wordt gekenmerkt door een interactieve en informele setting. Ook geeft de stichting op één van de drie evenementen een podium aan studenten van Saxion, wat hen de kans biedt om hun project te pitchen, ervaring op te doen en later als werknemer terug te keren bij de aangesloten organisaties.

Er is bewust gekozen om het aantal evenementen per jaar beperkt te houden, op deze manier blijft het laagdrempelig en van toegevoegde waarde voor de aangesloten partijen. Het bestuur denkt actief mee over de invulling van de programma’s, terwijl de praktische uitvoering in handen ligt van TETSKE communicatieen adviesbureau, een samenwerking die zorgt voor succesvolle en gezellige evenementen.

‘De afgelopen jaren is gebleken hoe belangrijk het is om met elkaar te kunnen sparren’

Vastgoedprijs

Elk jaar vindt op het symposium de uitreiking plaats van de vastgoedprijs. Dit biedt partijen in de vastgoedsector de kans om erkenning te krijgen voor door hun uitgevoerde projecten. Elk jaar wordt een nieuw thema gekozen, zoals zorg, binnenstedelijke ontwikkeling of transformatie van openbare gebouwen. Dit jaar staat het thema ‘appartementen’ centraal.

Regio

Volgens de bestuursleden zijn er veel mooie en ambitieuze plannen in de regio Twente. Plannen die ook daadwerkelijk uitgevoerd worden en leiden tot mooie resultaten. Wel wordt opgemerkt dat de procedures rondom de start van projecten steeds langer duren, zowel in de industrie als in de woningbouw. Dit is geen regionale, maar landelijke trend.

Als we naar drie grote steden in Twente kijken: Almelo, Hengelo en Enschede, dan zijn er in de afgelopen 10 jaar flinke stappen gezet in ontwikkeling. Elke plaats doet dit op eigen wijze en door deze diversiteit in dynamiek houdt elke stad ook zijn eigenheid. Dat is dan ook de kracht van de regio, ieder heeft zijn eigen dynamiek en toch is er ruimte om als steden verbinding met elkaar te zoeken en samenwerkingen aan te gaan.

Visie & Samenwerkingen

Het bestuur van Vastgoedrapportage Twente kijkt met een heldere visie naar de toekomst: nog meer samenwerkingen, verbindingen leggen en krachten bundelen in de regio Twente.

Contact of lid worden?

Bezoek www.vastgoedrapportage.nl voor meer informatie.

“De

Bruningmeyer is een landmark van hergebruik en samenwerking in het hart van Enschede”

ENSCHEDE De Bruningmeyer in Enschede, door Carbo Property ontwikkeld op een voormalige industriële locatie, heeft sinds 2016 een complete metamorfose ondergaan. Wat ooit bekend stond als een “rotte kies” en een bron van overlast voor omwonenden was, is nu een hoogwaardig appartementencomplex dat de binnenstad een nieuw gezicht geeft. “Het project was vrij complex,” vertelt Rob Knobben, eigenaar van Carbo Property, “omdat we rekening moesten houden met zowel de stedelijke uitdagingen van de locatie als de wens om het gebouw naadloos te laten passen binnen de omgeving.”

De locatie van de Bruningmeyer biedt een unieke balans tussen natuur en stadsleven. Het gebouw ligt aan een nieuw aangelegd stadspark, wat zorgt voor een rustpunt midden in het centrum. Vanuit het gebouw

stroomt hemelwater via het maaiveld naar filtratiepunten in het park, waardoor water op een natuurlijke manier in de bodem kan dringen. Dit groene ontwerp, waarin stad en natuur op elkaar aansluiten, is tot

stand gekomen in samenwerking met de gemeente en benadrukt het duurzame karakter van het project.

Buurtbetrokkenheid en architectuur als sleutel Een belangrijk aspect van de Bruningmeyer was de betrokkenheid van de buurt bij het ontwerp en de bouw. De locatie had jarenlang last van verval en een actiegroep genaamd ‘De Eeuwige Ellende’ werd opgericht om de problemen aan te kaarten. Carbo Property besloot daarom om na aanschaf omwonenden nauw te betrekken bij de plannen. Knobben blikt terug: “We zijn hier begonnen met een aanzienlijke achterstand door de eerdere overlast. Door veel tijd te investeren in buurtparticipatie en hun ideeën mee te nemen, hebben we tegenstanders weten om te buigen naar medestanders. Uiteindelijk was er geen enkel bezwaar tegen het ontwerp en de omgevingsvergunning.”

Het ontwerp van de Bruningmeyer is een homage naar het industriële verleden van Enschede. Met gevels in diverse kleuren en structuren doet het complex denken aan kleinere, individuele panden die goed aansluiten bij de omringende stadsvilla’s. Het gebouw straalt zo een vriendelijke en diverse uitstraling uit, terwijl het één geheel vormt. “Dankzij de industriële detaillering en materialisatie in het metselwerk, maar ook door de herbouw van de bestaande gevels van het voormalige karakteristieke kantoor herken je de uitstraling die zo kenmerkend is voor dit deel van Enschede,” aldus Knobben.

Een microstad in de stad

Binnen de Bruningmeyer heerst een gevoel van ruimtelijkheid en licht. De woningen zijn ontworpen met brede plattegronden en veel daglicht en elke woning heeft een eigen buitenruimte in de vorm van een balkon, loggia of dakterras. In het hart van het complex bevindt zich een open lichthof, waardoor de entreehal en brede galerijen een sociale functie krijgen in plaats van alleen als doorgang te dienen. Dit maakt de Bruningmeyer een unieke “microstad binnen de stad,” waarin bewoners elkaar gemakkelijk kunnen ontmoeten.

Bij het ontwerp van de Bruningmeyer zijn toekomstbestendigheid en duurzaamheid belangrijke uitgangspunten geweest. “Het project is vanuit een beleggersvisie ontwikkeld, waarbij we drie factoren voor ogen hadden: de bouwkosten, de onderhoudskosten en de levensduur van het pand,” legt Knobben uit. Op het dak van de Bruningmeyer zijn 239 zonnepanelen geplaatst. Waarvan 164 gebruikt worden voor de voorziening van

de algemene ruimten en de overige panelen 75 stuks t.b.v. particulier gebruik. Het complex maakt daarnaast gebruik van Ennatuurlijk voor verwarming en warm water, waarmee het een stap zet richting duurzame energieoplossingen.

‘De Bruningmeyer biedt een woonervaring waarin stad en natuur, verleden en toekomst, en bewoners en buurt op een unieke manier met elkaar verbonden zijn’

Mobiliteit en duurzaamheid hand in hand

Bij de Bruningmeyer is ook veel aandacht besteed aan duurzame mobiliteit. Er is een half verdiepte parkeergarage voor de bewoners, zodat auto’s efficiënt gestald kunnen worden. Daarnaast is een toegankelijke fietsenberging geïnstalleerd, met automatische deuren die via een tagsysteem werken. Door de ligging naast het station en nabij bushaltes is het complex ideaal voor bewoners die het centrum van Enschede te voet, met de fiets of het openbaar vervoer willen bezoeken.

De Bruningmeyer biedt een woonervaring waarin stad en natuur, verleden en toekomst, en bewoners en buurt op een unieke manier met elkaar verbonden zijn.

Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Jan Peter van der Sluis:

“Kampen

schroeft het tempo op om woningnood te verminderen”

Met het programma versnelling woningbouw wil de gemeente Kampen vaart maken met het realiseren van duizenden woningen. Die komen vooral in Kampen Zuid waar met Reevedelta een nieuw stadsfront wordt gerealiseerd. Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Jan Peter van der Sluis licht toe.

Met het ontwikkelen van Reevedelta komt Kampen tegemoet aan de enorme vraag naar woningen. De gemeente heeft hoge ambities op dit vlak en wil tot 2032 4000 woningen realiseren.

Om aan de woonwens te voldoen is een productie van 400 woningen per jaar gewenst. “Vanuit het coalitieakkoord ligt de focus heel erg op wonen. In 2021 hebben we als raad en college besloten dat de ambitie omhoog moest van 250 naar 400 woningen per jaar, in afstemming met de provincie. We hebben gekeken waar we kunnen versnellen en daarover afspraken gemaakt met ontwikkelaars. Veel staat in de steigers, zowel in Kampen als in IJsselmuiden, zoals de Bakkerij. Dat gaat om 300 woningen.”

Parallel Versnelling van woningbouw realiseer je onder meer door plannen niet achter elkaar,

maar parallel aan elkaar te laten lopen, zegt Van der Sluis. “Dat vraagt extra capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie en daarvoor heeft de gemeenteraad geld beschikbaar gesteld. Veel is in procedure of klaar om te beginnen, in de wetenschap dat zoiets niet van vandaag op morgen is geregeld. Denk aan procedures en bezwaren”

Het leeuwendeel van die woningen, 3600, is bestemd voor Reevedelta, een gebied ten zuiden van de stad, waar water, natuur en mensen hand in hand gaan. “Dat is wat het gebied aan kan, zo blijkt uit berekeningen. Het gaat om een relatief laag gebied, dus is er gekeken wat ervoor nodig is om daar met droge voeten en volgens het principe van ‘water en bodem sturend’ te kunnen wonen”, zegt Van der Sluis.

Reevedelta Artist impression: Karres en Brands

Wethouder Jan Peter van der Sluis:

Uniek

Het wordt volgens hem een uniek gebied. Niet voor niks heeft het Rijk al enkele miljoenen subsidie toegezegd voor de ontwikkeling van Reevedelta. Maart 2022 is gestart met de bouw van de eerste woningen in het nieuwe dorp Reeve, onderdeel van Reevedelta. “Waterrijk en het duurdere segment”, vat de wethouder samen. Voor de rest van Reevedelta bestaat de programmering voor een groot deel uit betaalbare woningen en sociale huur, een aanpassing aan de markt. Middels een sluis in de klimaatdijk kunnen bewoners vanaf april volgend jaar met hun boot het dorp in en uit varen.

‘Om de doorstroming op gang te helpen is een goed aanbod voor ouderen van groot belang’

Vanwege alle planologische procedures duurt het naar verwachting nog zeker tot 2026 voordat daadwerkelijk kan worden gestart met de bouw van woningen in het Venekwartier en het oostelijk deel van Reeve.

Haalbaarheid

Grootste uitdaging is en blijft de financiële haalbaarheid. De gemeenteraad dient begin volgend jaar te beslissen over grootschalige investeringen in onder meer onderwijs, sport, natuur, landschap en infrastructuur. “Want huizen bouwen is niet het meest ingewikkelde, maar je hebt ook voorzieningen nodig. Neem station Kampen Zuid, dat lag bij oplevering in the middle of nowhere, maar ligt straks midden in de stad. Dat gebied moet je dus aantrekkelijker maken. Al met al praat je over investeringen van honderd miljoen euro. Dat kan niet zonder partners als het Rijk, woningcorporaties en gebiedsontwikkelaar BPD”, zegt Van der Sluis. Het vergt scherpe keuzes van de raad, weet de wethouder. “Maar ook lef, want je bouwt geen wijk voor vijf jaar, maar een stad voor de komende honderd jaar.”

Onlangs werd bekend dat Kampen, net als veel andere Overijsselse gemeenten, geld over houdt aan de opvang van Oekraïners in de gemeente. Van dit bedrag wil het college van burgemeester en wethouders bijna zes miljoen euro reserveren voor het versnellen van woningbouw in de gemeente.

Prioriteit

Inmiddels is de gebiedsvisie Reevedelta definitief vastgesteld en de tijd rijp om die visie naar concrete plannen te vertalen en de woningbouwproductie daadwerkelijk te versnellen. “We gaan nu van droom naar werkelijkheid, naar uitvoering dus, hoe gaan we dat voor elkaar krijgen.”

Het zou volgens Van der Sluis mooi zijn als de Raad van State prioriteit geeft aan behandeling van grootschalige ontwikkelingen waartegen beroep is aangetekend. “Zodat mensen niet collectief aan het wachten zijn. De maatschappelijke urgentie vraagt daarom. Oud-minister Hugo de Jonge heeft daar al een aanzet toe gegeven. Bij een aantal projecten in onze gemeente hebben we door goede gesprekken met de omgeving bezwaren zelfs weg kunnen nemen.”

De grote klap moet uiteraard van nieuwbouw komen, maar de gemeente schaakt op meerdere borden, denk aan woonwagens, de vele dorpskernen en flexwoningen, zoals aan de Buitenbroeksweg. Om de doorstroming op gang te helpen is een goed aanbod voor ouderen van groot belang. “Het toevoegen van een nieuwe woning, moet twee, drie, misschien wel vier verhuisbewegingen organiseren. Daarom moet je goed nadenken wat voor woningen je wilt toevoegen, denk aan levensbestendige huizen of een knarrenhof.”

Voorkeursrecht

Om regie en tempo te houden in het bouwen van woningen, vestigde Kampen het afgelopen jaar voorkeursrecht op zeven locaties in de gemeente voor wonen. “Wat wij als gemeente kunnen doen, doen we.”

Tegenwoordig is het niet meer de vraag hoeveel je mag bouwen, maar hoeveel je kunt bouwen, vat Van der Sluis de veranderingen in de markt samen. “Reevedelta is een sleutelproject voor de provincie omdat we in een regionale vraag voorzien. De woningbehoefte is de komende jaren in West Overijssel extra groot. Het heeft alles in zich om een succes te worden, ook omdat het station midden

in het plangebied ligt. De gemeente gaat daardoor met tien, vijftien jaar naar 70.000 inwoners.”

Reevedelta

Artist impression: Karres en Brands

‘Tegenwoordig is het niet meer de vraag hoeveel je mag bouwen, maar hoeveel je kunt bouwen’

Reevedelta in aanbouw. Foto: VOF Reeve-Kampen

Programmamanager voor versnelling woningbouw Hanna de Weerd over woningnood in Kampen:

“De ambtelijke uitdaging is enorm”

De woningcrisis vraagt om een andere manier van werken binnen een gemeentelijke organisatie. Bij de gemeente Kampen is Hanna de Weerd aangesteld om hier handen en voeten aan te geven. Als programmamanager versnelling woningbouw hoopt zij een cultuuromslag te bewerkstelligen.

“De versnellingsopgave is meer dan een paar losse projecten bij elkaar gooien, daar is sturing op nodig, een programma. Zo ontstond het idee voor een programmamanager, want de ambtelijke uitdaging is enorm. Met een programmatische aanpak ben je flexibel en wendbaar, kun je inspelen op onvoorspelbare ontwikkelingen. Corona en de oorlog in Oekraïne hebben geleerd hoe snel het speelveld kan veranderen. Wij zijn continu bezig om die aanpak te optimaliseren en kansen te verzilveren. Voldoende personele capaciteit is daarbij cruciaal. Je moet mensen vrijmaken en aantrekken. Daarvoor heeft de gemeenteraad budget beschikbaar gesteld, maar krijg die posten maar eens gevuld met goede mensen. Het liefst in vaste dienst, want dat geeft continuïteit en borging van kennis. Neem bijvoorbeeld een strategisch planeconoom, dat soort functies zijn overvraagd.”

Cultuuromslag

“Het zit ’m naast mensen ook in cultuur. Planning is heel belangrijk, terwijl ze bij de gemeente gewend zijn inhoudelijk met projecten bezig te zijn, dus goede, mooie dingen neerzetten. Dat is prima, maar het moet ook snel want de woningnood is nu en vraagt ook nu om oplossingen. Dat vraagt een andere mindset. Als je die versnelling wilt bewerkstelligen, moet je ambtelijk sneller knopen doorhakken. Voorkomen dat je op die rotonde blijft rijden en elke

specialist er een plasje over doet, dat kan eeuwig doorgaan. Dit zie je op veel plekken binnen de overheid.”

“Een manier om dat te doorbreken is ambtelijk opdrachtgeverschap, dus wie er binnen een project ambtelijk gezien eindverantwoordelijk is. Daarmee voorkom je dat teams via het poldermodel tot een oplossing te komen, dat kost teveel tijd. Je moet ook niet elk detail bij een bestuurder neer willen leggen. Soms moet je accepteren dat op jouw vakgebied niet voor de optimale oplossing is gekozen. Als je een sterk inhoudelijk gedreven organisatie bent, is het lastig om een zesje te aanvaarden. Toch moet dat soms, want iedereen zit op die woningen te wachten. Een ambtelijk opdrachtgever kan hierin een belangrijke rol spelen. Maar het is ingewikkeld hoor, je hebt ook met landelijke en Europese regels te maken.”

Versnellen

“Reevedelta is het motorblok onder de versnelling. Het gaat nog even duren voordat daar daadwerkelijk de grote aantallen kunnen worden gehaald, terwijl mensen nu op zoek zijn naar een woning. Dus hebben we gekeken hoe we binnen twee, drie jaar extra woningen kunnen creëren binnen het sociale segment, want daar is de vraag het grootst. Een voorbeeld zijn de 24 flexwoningen aan de Buitenbroeksweg, die naar verwachting in het voorjaar kunnen worden bewoond. Dat heeft vanaf het idee tot bewoning dan twee jaar geduurd, best snel dus. Ook in Reevedelta en aan de Zenegroen, een locatie waar voorheen een tijdelijke school stond, willen we in sneltreinvaart extra sociale huurwoningen realiseren. Locatie Buitenbroeksweg is voor 15 jaar, maar die andere locaties zijn wat ons betreft permanent, ook al is het fabrieksbouw,

want daar win je veel tijd mee. Ook die projecten willen we versneld realiseren.”

Instrumenten

“De gemeente heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking. Als je zeker bent van je zaak bij een lopende procedure bij de Raad van State, biedt de wet ruimte om voor eigen rekening en risico al over te gaan tot uitvoering. De wachttijd bij de Raad van State is inmiddels opgelopen tot bijna 2 jaar. Je kunt tijdens deze wachttijd bijvoorbeeld al starten met het ophogen van de grond. Omdat hier in Kampen veen in de grond zit, moeten we altijd ophogen en dat moet vaak minstens een half jaar zetten. Begin daarmee, ook al loopt er bezwaar. Daarbij moet je de kans van slagen wel goed afwegen en het vergt bestuurlijk lef.

‘Wij zijn continu bezig om die aanpak te optimaliseren en kansen te verzilveren’

“De raad heeft het college opgeroepen een actief grondbeleid te voeren. Dat kan via het voorkeursrecht. De gemeente Kampen heeft in het afgelopen jaar op maar liefst 7 gebieden voorkeursrecht ten behoeve van wonen gevestigd. Dat gaat over de langere termijn, want je hebt nog veel stappen te nemen, maar je voorkomt dat marktpartijen vroegtijdig speculeren en je als gemeente vanaf het begin slechts aan de zijlijn staat. “Tot slot kun je marktpartijen verleiden snel te beginnen met bouwen, bijvoorbeeld als voorwaarde aan een vergunning.”

René Breman | De Breman installatiegroep :

“Plek waar innovatie, ondernemerschap en onderwijs samen komen om aan de wereld van morgen te werken”

In de komende maanden zal de oude Philips Locatie aan de Ceintuurbaan in Zwolle worden omgebouwd naar de Makersfabriek. De bedrijven die op deze iconische, herkenbare locatie voor Zwolle en omgeving gevestigd zijn, zullen allemaal een bijdrage leveren aan innovatie en duurzaamheid. Eén van de initiatiefnemers en mede-eigenaren van het gerevitaliseerde terrein is de Breman Installatiegroep. Zij helpen bij het ombouwen, verduurzamen en invulling geven aan het terrein en de gebouwen die door velen worden gezien als het enige industriële erfgoed dat Zwolle rijk is.

De Breman installatiegroep is in de regio bekend als een expert op het gebied van duurzame en energiebesparende oplossingen in woningen en gebouwen. Dit familiebedrijf, waar ruim 1600 installatie experts werkzaam zijn, is in de afgelopen decennia betrokken geweest bij vele iconische bouwprojecten in

de provincie Overijssel en daarbuiten. Maar het revitalisering- en herbestemmingsproject aan de Ceintuurbaan in Zwolle is zelfs voor Breman een unicum. “Als het hek straks weg is, dan verschijnt er een prachtige dynamische plek waar vakmanschap, innovatie en ondernemerschap samengaan

om aan de wereld van morgen te werken. En onderwijs zit in alle drie lijnen verweven.”, aldus René Breman, medeeigenaar van de Breman Installatiegroep.

René is de derde generatie van de familie Breman die aan het hoofd staat van het in Genemuiden gevestigde bedrijf. René is onderdeel van de groepsdirectie die hij samen met Bernardo Eenkhoorn en Erik van Heuveln vormt. Binnen die directie is René als medeverantwoordelijk voor de lange termijn visie. “Ik ben mij de laatste jaren vooral bezig gaan houden met de dag van morgen. Hoe ziet ons bedrijf er over honderd jaar uit en in welke wereld ondernemen we dan? Eén van de dingen die we doen om bij te dragen aan het vormen van die toekomst is het ontwikkelen van de Makersfabriek. Toen we in 2020 op dit terrein kwamen zagen we direct dat hier al ontzettend veel mooie bedrijven gevestigd zijn. Denk aan GOA, Lux038 (OBM en Deltion college), het TechLab, Zwinc (Windesheim) en natuurlijk ook het Polymer Science Park. Het voormalige ketelhuis stond nog leeg en werd vervolgens het authentieke clubhuis van BREiNN, wat staat voor Breman Innovatie. Omdat ze allemaal min of meer gerelateerd zijn aan het thema innovatie, duurzaamheid en toekomstbestendig ondernemerschap wisten we al snel dat we iets moois in handen hadden.”

Ondernemerschap en transitie

Met de ontwikkeling van het strategisch zeer aantrekkelijk gelegen gebied dat gesitueerd is tussen een woonwijk, een bedrijfsterrein en de snelweg A28, komt er een einde aan een jarenlang traject waar meerdere partijen zich op hebben stukgebeten. Volgens René Breman is het nu wel gelukt omdat er een invulling is gevonden die voor alle partijen voordelen biedt. “We ontwikkelen een terrein voor ondernemerschap en transitie. De wereld verandert en dus het ondernemen ook. Die visie wordt door iedereen ondersteund, want iedereen vindt dit initiatief een goed idee. Maar wat het lastig maakt, is dat er veel zaken tegelijk spelen die allemaal moeten kloppen.”

“Hoofdgebouw volgend jaar klaar” “Het afgelopen half jaar hebben we daar ontzettend veel extra energie in gestopt en dat proces bevindt zich nu in de eindfase. Eind 2025 moet de verbouwing van het hoofdgebouw aan de Ceintuurbaan afgerond zijn en daarmee bereiken we echt een enorme mijlpaal voor dit gebied én Zwolle. De verbouwing zal ook ruimte bieden aan nieuwe partijen om hier te komen ondernemen. Breman zal zelf ook haar intrek nemen in de nieuwe kantoorruimten met daarbij ook de mogelijkheid om als bedrijf een flexruimte of vergaderruimte te huren. Er zal een binnentuin worden gerealiseerd zodat er in een inspirerende sfeer gewerkt kan worden.”

‘Vormen van de toekomst’
René Breman

SNEL EN EFFICIËNT

JURIDISCH

ADVIES

Met alle juridische expertises onder één dak biedt Het Notarieel snelheid en maatwerk. Wij begeleiden projectontwikkelaars door elke fase, van planning tot realisatie. U hoeft zich geen zorgen te maken over juridische details. Persoonlijk, snel en effectief.

Eekwal 8

8011 LD Zwolle

info@hetnotarieel.nl

Makersforum

Eén van die plekken is de evenementenruimte. Deze komt naast Het Ketelhuis. Momenteel wordt die ruimte ook al zo nu en dan gebruikt, maar richting het einde van 2025 is die ruimte helemaal omgebouwd tot het Makersforum. René Breman: “De bedoeling is om daar zoveel mogelijk partijen bij elkaar te brengen om elkaar te inspireren in een gebouw dat centraal staat op het terrein en om daar met name die onverwachte ontmoeting voor elkaar te krijgen. Dat kan gaan over de startup die tijdens de lunch even een financieel adviseur aanschiet of een ondernemer die wil investeren, maar ook een bedrijf dat een product nodig heeft. “

“Onverwachte ontmoetingen”

“Het draait hier om het verbinden van het onderwijs, het bedrijfsleven en de samenleving. Een mooi voorbeeld was het event dat we onlangs hier hebben gehouden genaamd ‘Klerenzooi’. Toen liepen hier ouders rond die tweedehands kleren komen kopen en dan zien dat hier ook vakmensen worden opgeleid. Als ze informatie willen, dan is er één loket waar ze alle informatie kunnen verkrijgen om te ontdekken of er ook wat voor hun eigen kinderen tussen zit bij één van de vele praktijkopleidingen op het terrein. Continu staat die onverwachte ontmoeting centraal, want daaruit ontstaan vaak de mooiste dingen.”

Samenwerkingen

René benadrukt dat het revitaliseren, verduurzamen en behouden van de ethische, herkenbare elementen – zoals sheddaken – mogelijk wordt gemaakt door een samenwerking van veel partijen. Zowel aan de voorkant tijdens de werkzaamheden als daarna. “Wij hebben daar als Breman de afgelopen jaren wel een mooie rol in gehad om alles bij elkaar te brengen en er extra

energie in te stoppen, maar het komt absoluut niet alleen door ons. Er zijn veel partijen druk bezig om hier straks een levendige plek voor vindingrijk Zwolle te ontwikkelen waar aan de wereld van morgen wordt gewerkt. De vastgoedexploitatie is samen met Jansen Vastgoed opgemaakt, de financiering via Rabobank IJsseldelta en Energiefonds Overijssel en daar hangen allerlei partijen omheen die de realisatie mogelijk maken.” “Samen maken, ondernemen en opleiden” “Ook op het terrein zelf draait het om samen maken, ondernemen en opleiden. Het is niet het terrein van de hi-tech chips. Waar onze regio om bekend staat en waar het ook bij de Breman Installatiegroep om gaat, is ondernemerschap. En dat gebeurt dan vooral binnen het MKB-bedrijf en het familiebedrijf. Bedrijven waarin iedereen samen optrekt en waar saamhorigheid heerst. Dat combineren we met het opleiden van vakmensen. En dat maakt de Makersfabriek echt uniek.”

‘Samen maken, ondernemen en opleiden’
“Wonen is een recht”
Wethouder Harrie Rietman:

Met de woonplannen uit het coalitieakkoord ligt er een stevige uitdaging voor gemeente Zwartewaterland: voldoende en betaalbare woningen bouwen voor de huidige inwoners, terwijl de druk vanuit omliggende steden toeneemt. Wethouder Harrie Rietman legt uit waar de prioriteiten liggen en hoe de gemeente de balans zoekt tussen groei, betaalbaarheid en het behoud van het lokale karakter.

“Onze hoofdlijn is inspelen op de natuurlijke groei van onze bevolking en een woning voor onze inwoners, of het nu om jongeren, senioren of gezinnen gaat. We willen in de eerste plaats bouwen voor mensen die hier wonen en werken,” vertelt wethouder Harrie Rietman. Mensen van buitenaf zijn welkom, maar onze prioriteit is dat inwoners hier kunnen blijven wonen. Jongeren en starters moeten kansen krijgen op de woningmarkt.”

Toch blijkt dit in de praktijk niet altijd even eenvoudig. Vooral mensen uit nabijgelegen steden zoals Zwolle zijn regelmatig kopers van woningen in Zwartewaterland. Door het prijsverschil blijven de woningen hier aantrekkelijk voor buitenstaanders, maar dat drukt op de beschikbare woningen voor de lokale bevolking. “We kijken er serieus naar of we dit met verordeningen kunnen maximeren tot 50%.”

Betaalbare woningen en inkomensverschillen

Harrie Rietman: “Ik vind wonen een recht. Dat betekent dus dat een woning altijd moet passen bij je inkomen.” De betaalbaarheid van woningen, vooral voor starters, is een van de grootste uitdagingen. “De prijzen zijn ook hier flink gestegen. Wat nu als ‘betaalbaar’ wordt gezien, ligt voor starters vaak ver buiten bereik.” De landelijke norm voor een ‘betaalbare’ woning ligt rond de € 399.000. “Ga dat maar eens uitleggen aan een starter, vooral als die geen hulp kan krijgen van ouders of weinig heeft kunnen sparen. Voor veel inwoners blijft een eigen woning een enorme opgave.”

De gemeente wil daarom met projectontwikkelaars afspraken maken om betaalbare woningen te bouwen, bij voorkeur onder de drie ton. “Blijft de woningprijs onder dat bedrag, dan kunnen wij zakendoen.” Daarnaast is er een tekort aan woningen voor statushouders en levensloopbestendige woningen in Zwartewaterland. Ook dat vraagt om uitbreiding.

‘Mensen die hier wonen en werken hebben onze prioriteit’

Duurzaamheid in nieuwbouw en bestaande bouw

Nieuwbouwwoningen voldoen aan strenge normen voor isolatie en energiezuinigheid en hebben daardoor een gunstig energielabel. Harrie Rietman: “Gasloos bouwen en duurzame materialen gebruiken is nu de standaard.” Om energiearmoede tegen te gaan, zet de gemeente in op het energiezuiniger maken van bestaande woningen, onder meer via subsidieregelingen voor mensen met een smalle beurs. Met ‘Energy on Tour’ bezoekt de gemeente actief wijken met woningen met lage energielabels en helpt bewoners bij het aanvragen van subsidies. “Veel mensen kennen de weg niet of denken dat het enorm ingewikkeld is. Als we ze informeren en laten zien wat mogelijk is, blijken ze vaak

enthousiast. Een van de inwoners bedankte ons zelfs, omdat hij na zo’n gesprek ontdekte dat hij met enkele formulieren 2 x € 600,- kon ontvangen voor verduurzaming.”

Woningverdeling en de 30-40-30-regel

Tot 2030 moeten er in Zwartewaterland 750 woningen worden gebouwd. Bij het opstellen van plannen hanteert de gemeente de 30-40-30-verhouding: 30% sociale huur, 40% betaalbare koopwoningen en de resterende 30% in het hogere segment. Het doel van 30% sociale huur blijkt echter lastig te realiseren, dat aandeel ligt nu gemiddeld op 22%. Harrie Rietman: “We merken dat er veel interesse is om te kopen, maar voor starters en andere groepen blijft de huurmarkt essentieel. Daarom willen we in nieuwe projecten toch minstens die 30% halen, zodat ook zij toegang krijgen tot betaalbare woonruimte.”

Bouwen voor starters, senioren en mensen met een zorgvraag

Voor starters bouwt de gemeente specifiek kleinere rug-aan-rugwoningen. Deze hebben minder vloeroppervlak maar zijn goed

betaalbaar. Voor senioren ligt de focus op levensloopbestendige woningen. Daarnaast loopt in Genemuiden een bijzonder project voor mensen met een specifieke zorgvraag. Hier worden 70 tot 80 sociale huurappartementen gerealiseerd, voor inwoners met een ziekte of beperking. Dit initiatief komt uit de lokale gemeenschap, waar familieleden een veilige woonplek willen creëren voor hun kinderen en ouders. De gemeente faciliteert dit door grond beschikbaar te stellen tegen een acceptabele prijs.

Tag West, Hasselt om de Weede en een boerderijlocatie

Zwartewaterland ontwikkelt enkele belangrijke woningbouwprojecten die bijdragen aan de gestelde doelen.

Tag West

Aan de westkant van Genemuiden verrijzen 600 woningen, een mix van rijtjeshuizen en twee-onder-een-kapwoningen. Bij de bouw wordt ruimte gelaten voor enige eigen invulling door de aannemer. De wijk krijgt

Nieuwbouw Hasselt om de Weede

een traditionele uitstraling, met bijzondere terpen in Zuiderzeestijl als verwijzing naar de historische wortels van het gebied.

Hasselt om de Weede

Dit project wordt gefaseerd uitgevoerd en biedt ruimte aan 600 woningen, variërend van sociale huurwoningen tot ruime kavels voor vrijstaande huizen. “Dit is een prachtig groene wijk, waarvan minder dan 50% bebouwd wordt. Het is ruim en duurzaam opgezet met een parkachtig landschap om te spelen en te recreëren. We willen voorkomen dat het een eenzijdige wijk wordt met alleen rijtjeshuizen, zoals in de jaren 50 en 60 vaak gebeurde. Het doel is een wijk waar alle bevolkingsgroepen zich thuis voelen” vertelt Harrie Rietman.

Boerderijlocatie

In de gemeente staat een grote, markante boerderij die inmiddels door de eigenaar is verlaten. “Omdat dit een beeldbepalend pand is, zoeken we naar een specifieke invulling voor bewoning. Daarom hebben we een bureau de opdracht gegeven om een beeldkwaliteitsplan op te stellen. Dit is ook belangrijk voor de mensen die dicht bij de boerderij wonen, aangezien er kavels onder optie liggen. Zij willen graag weten: wat komt er straks op die plek? Met het beeldkwaliteitsplan hopen we hen en onze inwoners daar een duidelijk beeld van te geven.”

Zwartsluis: uitdagingen bij uitbreiding in kwetsbaar gebied

Er is dringend behoefte aan uitbreidingslocaties in Zwartsluis, maar de slappe bodem, het Natura 2000-gebied De Weerribben en stikstofregels maken dit ingewikkeld.

Harrie Rietman: “We hebben hier dezelfde woonbehoefte, maar de omstandigheden maken uitbreidingen complex.”

Klimaatverandering voegt daar nog een extra uitdaging aan toe. “We moeten inzetten op klimaatadaptatie. Dat geldt voor iedereen, maar in Zwartsluis is dat extra ingewikkeld. Het realiseren van een woonwijk in deze situatie brengt aanzienlijke extra kosten met zich mee.”

Verantwoorde groei en toekomstige nieuwbouw

Voor nieuwbouw in Zwartewaterland moet altijd een stuk polder of natuur wijken. Richting de toekomst gaat de gemeente hier voorzichtiger mee om. “Dan moeten we meer denken aan hoogbouw die past bij de aard en schaal van dit gebied. Geen hoge torenflats, maar bijvoorbeeld appartementen met vier verdiepingen. Met terrassen en balkons hebben bewoners dan toch een mooie buitenruimte.”

De gemeente overlegt twee keer per jaar met woningcorporaties, ontwikkelaars, makelaars en hypotheekverstrekkers. “Het is waardevol om te horen hoe zij de markt inschatten en wat ze voorspellen. Zo proberen wij zo goed mogelijk in te spelen op de ontwikkelingen en de veranderende woonwensen van inwoners.” Onlangs heeft de gemeente samen met Wetland Wonen een woonbehoefteonderzoek uitgevoerd onder alle inwoners. De verkregen inzichten worden gebruikt om nieuwe plannen te maken die vraag en aanbod op de woningmarkt beter op elkaar afstemmen.

Samen het verschil maken

Harrie Rietman doet tot slot een oproep aan de inwoners zelf. Hij hoopt dat zij bij de verkoop van hun woning ook kijken naar de koper, en zich afvragen of die bijdraagt aan het behouden van het lokale karakter. “We willen allemaal dat onze jongeren hier kunnen blijven wonen. Maar als betaalbare woningen voor de hoogste prijs worden verkocht aan kopers van buiten de gemeente, helpt dat niet. Als gemeente kunnen wij veel doen, maar soms moeten we samen het verschil maken.”

Anne en Berend van der Steeg:

“Van der Steeg groeit door maatwerk en menselijkheid”

Sinds 1917 bouwt familiebedrijf Van der Steeg met vakmanschap aan vertrouwen. Wat begon als een bescheiden timmerwerkplaats, waar overgrootvader speelgoed en konijnenhokken maakte, is uitgegroeid tot een solide bouwbedrijf met een focus op seriematige woningbouw, zorgvastgoed en duurzaamheid. In 2018 namen Berend Jan en Anne van der Steeg het bedrijf over van hun vader. Ze bouwen verder op de tradities van hun voorouders en spelen tegelijk in op de groeiende vraag naar duurzame oplossingen in de bouwsector.

Van der Steeg werkt nauw samen met woningcorporaties om de grote vraag naar betaalbare woningen in Nederland aan te pakken. Berend Jan van der Steeg: “We richten ons vooral op huurwoningen voor corporaties, waarbij naast de woning ook de leefbaarheid van de wijk centraal staat. We zien het als onze taak om een positieve bijdrage te leveren aan het woonklimaat van verschillende doelgroepen. Het product blijft hetzelfde, maar de maatschappelijke impact en de aard van de samenwerking met corporaties vereisen een mensgerichte aanpak.”

Van der Steeg onderscheidt zich door een sterke betrokkenheid bij zowel de woningen als de gemeenschappen waarin ze bouwen. In Dronten en op Urk werken ze al tientallen jaren samen met woningcorporaties en zorginstellingen om te zorgen voor maatwerkoplossingen die verder gaan dan enkel budgettaire overwegingen. Berend Jan van der Steeg: “We hebben ook oog voor groenvoorzieningen en ontwikkelen woonoplossingen die passen bij specifieke doelgroepen. Dat is voor ons een natuurlijke manier van werken.”

Mensgericht en flexibel maatwerk

Van der Steeg is er trots op dat het persoonlijke contact met klanten en partners centraal staat in hun aanpak. De uitkomst van een recent klanttevredenheidsonderzoek bevestigt dat hun authentieke aanpak gewaardeerd wordt. Anne van der Steeg: “Klanten waarderen de korte lijnen en het persoonlijke contact. Doordat ze tijdens het project slechts met een paar vaste mensen werken, ontstaat er helderheid en vertrouwen.”

De interne structuur van het bedrijf maakt deze aanpak mogelijk. “Wij geven onze medewerkers de vrijheid en verantwoordelijkheid om een project van begin tot eind te begeleiden” vertelt Anne van der Steeg. “Die brede rolverdeling zorgt ervoor dat klanten snel en adequaat geholpen worden. We werken projectmatig en vraaggericht, waarbij we steeds opnieuw maatwerk leveren. Die korte lijntjes en onze heldere communicatie versterken onze samenwerkingen.”

‘Wonen met zorg is ontstaan vanuit vier lokale ouder-initiatieven die een woonplek met zorg willen realiseren voor hun

kinderen en ouders’

Nieuwbouwproject wonen met zorg in Zwartewaterland

Een van de projecten waar Van der Steeg bijzonder trots op is, is het nieuwbouwproject in Genemuiden, gemeente Zwartewaterland. Dit project is ontstaan vanuit vier lokale ouder-initiatieven die een woonplek met zorg willen realiseren voor hun kinderen en ouders. “Deze vier initiatieven zijn elk afzonderlijk te klein om zelfstandig een duurzame zorgexploitatie te draaien,” vertelt Berend Jan van der Steeg. “Daarom hebben wij het initiatief genomen om de krachten te bundelen en een oplossing voor hen te ontwikkelen.” Het project omvat woningen voor zowel ouderen als voor mensen met een beperking, met bijzondere aandacht voor zorg en maatschappelijke integratie.

“Het is mooi om te zien hoe we bijdragen aan een gemeenschap waarin mensen dicht bij hun familie en vrienden kunnen blijven wonen. Dat is belangrijk voor hun welzijn. We borgen dat de regie zoveel mogelijk bij de initiatiefnemers blijft.”

door het hele proces te begeleiden, van ontwerp tot oplevering. Naar verwachting start de bouw van dit project begin 2026.”

Ambacht en duurzaamheid in de eigen timmerfabriek

De timmerfabriek vormt het kloppend hart van Van der Steeg en maakt een wereld van verschil. Hier worden de kozijnen voor alle projecten met zorg en precisie geproduceerd en dat biedt cruciale voordelen. “Omdat we zelf produceren, kunnen we flexibel inspelen op klantwensen – zelfs in een laat stadium van het bouwproces,” legt Anne van der Steeg uit. “Dat is iets wat veel andere bedrijven niet kunnen bieden.”

Beeld van de nieuwe ramen in de eigen timmerfabriek. Foto HofmanDujardin.

Recent organiseerde Van der Steeg diverse workshops voor alle betrokkenen om wensen en behoeften helder in kaart te brengen. Berend Jan van der Steeg: “We bespreken bijvoorbeeld hoe het ontwerp eruit moet zien: worden het vier afzonderlijke gebouwen of juist aan elkaar gerelateerde structuren? Welke zorgvoorzieningen delen ze en waar hebben ze behoefte aan een eigen invulling? Het is onze taak om deze groepen

Terwijl veel bouwbedrijven hun timmerfabrieken hebben afgestoten, kiest Van der Steeg er bewust voor om dit onderdeel in huis te houden. “Onze werkplaats geeft ons niet alleen volledige controle over de kwaliteit, maar stelt ons ook in staat om duurzaamheidsnormen te halen. Denk aan triple beglazing en het gebruik van circulaire materialen,” zegt Berend Jan van der Steeg. “Het ambacht dat hier leeft, is een belangrijk deel van onze identiteit.”

De nieuwe timmerwerkfabriek is uitgerust met een eigen spuitcabine, wat de kwaliteit nog verder verbetert. “Voorheen moesten we onze kozijnen laten spuiten bij een extern bedrijf,” vertelt Anne van der Steeg. “Nu doen we alles in huis en dat zorgt voor betere kwaliteit én meer efficiëntie in ons productieproces. Verschillende zzp’ers in de bouw bestellen hier hun kozijnen.”

Nieuw pand: huiselijk, tijdloos en functioneel

Het nieuwe kantoorpand van Van der Steeg is niet alleen praktisch en functioneel, maar straalt ook huiselijkheid en vakmanschap uit. Het pand is ontworpen door architectenbureau HofmanDujardin uit Amsterdam. Het puntdak refereert aan hun woningbouwprojecten en de keramische elementen aan de gevel verwijzen naar

Anne en Berend Jan van der Steeg

de bakstenen die Van der Steeg vaak gebruikt in bouwprojecten. Binnen vind je een open, transparante structuur met warme tinten en natuurlijke materialen. “Dat voelt uitnodigend aan en dat is een bewuste keuze” zegt Anne van der Steeg. “We wilden een plek waar zowel onze medewerkers als klanten zich thuis voelen. Onze timmerfabriek is direct zichtbaar bij binnenkomst, zodat bezoekers zien waar wij voor staan: ambacht en kwaliteit.”

Berend Jan van der Steeg voegt daaraan toe: “We spelen een centrale rol in elk project, van grondverwerving tot oplevering en nazorg. Dit kantoor is onze thuishaven, een plek waar we trots op zijn. Hier ontvangen we onze klanten op een manier die volledig aansluit bij onze bedrijfswaarden.”

Duurzaam groeien naar de toekomst Groei is voor Van der Steeg geen doel op zich, maar een natuurlijk gevolg van hun manier van werken. “We hebben geen ambitie om onze omzet te verdubbelen,” legt Berend Jan van der Steeg uit, “maar als je doet waar je goed in bent, volgt groei vanzelf.” Het bedrijf richt zich de komende jaren op uitbreiding van projecten voor woningcorporaties, koopwoningen en zorg en verdiept zich in circulaire en duurzame bouwmethodes.

Een belangrijk aspect daarbij is de steeds complexere regelgeving rondom duurzaamheid en bouwkwaliteit. “Met nieuwe regelgeving zoals BENG en de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) wordt het voor opdrachtgevers steeds lastiger om een complete uitvraag te doen,” vertelt Berend Jan van der Steeg. “Wij hebben de kennis in huis om vanaf het begin van een project mee te denken in een bouwteam. Door slimme keuzes te maken, kunnen we projecten realiseren die niet alleen goed aansluiten bij de doelgroep, maar ook kostenbesparend zijn.”

Relaties, vertrouwen en kwaliteit

De kernwaarden van Van der Steeg –relaties, vertrouwen en kwaliteit – vormen

al jarenlang de basis van hun manier van werken. “Vertrouwen ligt aan de basis van alles wat we doen,” vertelt Berend Jan van der Steeg. “We investeren in duurzame relaties met klanten en partners. Terwijl we ons aanpassen aan veranderende omstandigheden, blijven we trouw aan onze eigen identiteit. Dáár ligt de kracht van ons bedrijf en daarop bouwen we onze toekomst.”

Ons nieuwe kantoor, van buiten en binnen. Foto HofmanDujardin

‘Wij hebben de kennis in huis om vanaf het begin van een project mee te denken in een bouwteam’

Ontwerper: Waterstudio.nl

BREiNN, Breman Innovatie | De Drijvende Kracht:

“Bouwen

op

het

water oplossing voor woningnood én waterbeheersing”

Overijssel is de plek waar al veel innovaties werden geboren. Eind 2022 kwam daar De Drijvende Kracht bij. Dit is een initiatief van BREiNN, dat staat voor Breman Innovatie. Het ervaren team, waarin experts zitten die al decennia lang met deze materie werken, heeft De Drijvende Kracht zich twee jaar geleden ten doel gesteld om in een wereld vol klimaatverandering en woningtekorten revolutionaire oplossingen voor het collectief wonen op water mogelijk te maken. Daarbij worden duurzaamheid, gemeenschapszin en innovaties om klimaat-adaptieve wijken en drijvende gemeenschappen te creëren gecombineerd.

Als visionair achter het idee dat er nu ligt, is René Breman nauw betrokken bij De Drijvende Kracht. Uitkijkend over het terrein waar BREiNN gevestigd is, werpt hij een blik op de toekomst van het bouwen op water.

“Het vraagstuk is een paar jaar geleden geboren deels doordat er bij BREiNN aan de ‘watertafel’ gesprekken werden gevoerd over de dreiging van het stijgende water. Toen drong het besef door dat dit echt een thema is waar we mee aan de slag moeten. We

willen de bouw vernieuwen. Het traditionele denken doorbreken.”

En dat lukt volgens Breman prima zodra je over drijvende gebouwen begint. “Dan kan men het oude denken in één keer loslaten. Iedereen snapt dat als je een bouwplaats op het water wil naspelen dat de verbinding met de kant qua energie zo klein mogelijk moet zijn. Iedereen snapt ook dat je daar duurzame materialen moet gebruiken, want

bij bouwen op het water is de vraag wat de bouw voor impact heeft op de natuur nog relevanter dan bij bouwen op het land. Het bouwen op het water opent deuren richting anders denken. Neem daarbij de dreiging van het stijgende water en de woningnood in ons land. Dan wordt het bouwen op het water ineens wel heel interessant. De keuze tussen natuur, wonen, werken, recreëren en waterberging leidt tot steeds complexere gebiedsopgaven. Willen we Nederland klimaatbestendig inrichten en daarnaast voldoen aan de woon- en natuuropgaven, kunnen we ons niet meer permitteren ieder gebied enkelvoudig te bestemmen.”

Ingewikkelde wetgeving

René geeft ook direct aan dat dat thema weliswaar heel actueel is, maar ook voor Breman niet direct morgen al relevant is, omdat er nou eenmaal heel veel bij komt kijken. Maar gezien het feit dat de grootste doelgroep de betaalbare woningen in de huursector zijn, dan komen er wel heel veel dingen bij elkaar. Waarom gebeurt het dan niet? Met die vraag gingen ze bij Breman op pad op zoek naar De Drijvende Kracht. “Er zijn tienduizend woonboten in Nederland en dat zijn in principe allemaal vrijstaande woningen en het gros daarvan kunnen we labelen als villa. Dus de vraag werpt

zich dan op waarom de woonboot geen doorslaand succes is geworden? Zodra we onszelf die vraag hadden gesteld kwamen we erachter dat dit voor een deel te maken heeft met ingewikkelde wetgeving omdat een woonboot onder de scheepvaart valt. Die wetgeving wordt niet aangepast omdat er niemand bezig is buiten de wetgeving om te werken. Het welbekende kip en het ei verhaal. Waarop wij zeiden: laten wij aan de slag gaan om het eerste drijvende appartementencomplex te realiseren waardoor wij eraan bij kunnen dragen dat die wetgeving aangepast wordt.”

Ontwerper: Waterstudio.nl

‘Stijgend water en woningnood’

Bouwen met een meervoudige bestemming Bijkomend doel is dat daarmee ook direct wordt aangetoond dat het echt anders kan en dat het allemaal niet zo heel spannend hoeft te zijn als het nu misschien wel lijkt. “Die uitdaging ga ik graag aan, want ik hou juist van het onmogelijke mogelijk maken. Drie keer links is immers ook rechts. Het voordeel daarbij is dat het thema wel resoneert. Mensen zijn geen tegenstander

Ontwerper: Waterstudio.nl

van het bouwen op water. Alleen al de woningnood is genoeg aanleiding om dit thema serieus onder handen te nemen. Op korte termijn liggen er echt wel kansen, maar op de lange termijn is de potentie nog veel groter. Complete wijk- en stadsontwikkeling met een meervoudige bestemming komt met het bouwen op het water wel heel dichtbij. Waar we nu nog zeggen: dit is bestemd voor de natuur, dit voor wonen en daar maken we ruimte voor waterberging, kunnen we straks wijken ontwikkelen waar natuur, wonen en waterberging op één plek kan. Hoe mooi is het om te wonen in de natuur en aan het water? Dat wil bijna iedereen.”

‘Drijvende woningen met daaromheen hybride huizen’

Voorlopig is dat plaatje dus vooral in beeld voor de lange termijn, maar René ziet het al wel voor zich hoe dit in de praktijk eruit kan komen te zien. “In een gebied waar een nieuwe wijk gepland is, wordt een gat gegraven waar de drijvende woningen komen, daaromheen wellicht wat hybride huizen die op het land liggen en meestijgen of op palen zijn gebouwd. De vrijgekomen grond op de dijk kan gebruikt worden om traditioneel te bouwen en als het water daar eens in de tien/twintig jaar toch komt, zoals tijdens de kerst van 2023, dan kan de sluis open zodat de wijk volloopt en de rivier ontlast wordt. Dat is onze visie en ambitie voor de klimaat-adaptieve wijk van de toekomst.”

Ambities samenbrengen

Maar dat moet wel betaalbaar en schaalbaar, anders hoeft je daar helemaal niet aan te beginnen, zo stelt Breman. ”Vandaar dat wij gezegd hebben: prioriteit één is een drijvend appartementencomplex op het water waarin we zoveel mogelijk ambities

instoppen. Duurzaam, biobased, prefab en het liefst ook op een manier gebouwd zodat het ook bijdraagt aan het community gevoel. Als installateursbedrijf gooien wij daar vanuit Breman nog een ambitie bovenop om zo min mogelijk installatiewerk in de bouw op te nemen, zodat we ook daarin voorloper zijn van het anders denken. Wij zullen dan ook zelf het hele ontwerp maken, wat als voordeel heeft dat wij als installateur worden uitgedaagd om het installatiewerk ook vanaf de bouwkundige kant te bekijken.”

Omgekeerd boodschappenkrat

Er komt dus heel veel samen in de ambities die uitgesproken worden in De Drijvende Kracht. Bouwtechnisch is het nu al mogelijk door gebruik te maken van (geschakelde) betonnen bakken. Op termijn ziet René ook daarin nog wel wat innovaties hun toetreden doen. “Een mogelijkheid is om platgezegd onder een omgekeerd boodschappenkrat drijvende ballen te plaatsen waarbij de kratten aan elkaar gekoppeld worden om zo gezamenlijk een drijvend fundament te vormen. We kijken ook naar gebouwen die nu al op het water staan. Er is nog geen drijvend appartementencomplex, maar er staat wel al jaren een Chinees restaurant op het water in Amsterdam. En dat gebouw is ook best groot. Het groot bouwen op het water is niet het probleem. Onze ambitie is om dat zoveel mogelijk fabrieksmatig te doen zodat we geen bouwplaats op het water hoeven te hebben. En dat moet dan ook nog een mooi gebouw worden wat goed is voor de omgeving en de bewoners. Het worden dus geen blokkendozen. Wij gaan voor rond met allerlei speelse vormen. En dat is wat de meeste bouwbedrijven juist niet willen. Toch houden we daaraan vast en inmiddels zijn er steeds meer partijen die daar ook de voordelen van inzien. Vanaf het begin af aan hebben we ook gezegd dat er een koepel op moet vanwege het positieve effect op het binnenklimaat en de sfeer. Op het water kan er in veel gevallen veel meer dan op het land, maar tegelijkertijd hebben we ook gezegd dat we normaal blijven doen om het betaalbaar te houden.”

‘Geen bouwplaats op het water ’

“Het ingewikkelde zit hem in de verbinding met de kant. Wat als de ambulance of brandweer moet komen? Waar laat je je scootmobiel? En hoe zorg dat je dat het gebouw voor iedereen toegankelijk is? Dat zijn allemaal vragen waar we de komende tijd achter gaan komen. Op dit moment zijn we al redelijk concreet aan het worden qua ontwerp. We hebben met de Zwolse woningcorporatie Delta Wonen goede gesprekken om het appartement via hen te gaan verhuren en ook de gemeente Zwolle is zeer welwillend om met ons mee te kijken waar we hier in de regio een geschikte plek hebben om dat complex te gaan realiseren. We zijn dus al best dichtbij, 2025 is de ambitie om te starten. Maar als we realistisch zijn is dat net te vroeg. We willen het goed doen, in samenspraak met de mensen in de omgeving en het liefst op een plek met een goede infrastructuur. Er ligt natuurlijk nergens een bestemmingsplan voor bouwen in een plas water klaar. Maar ik hoop dat we in 2026 een mooie plek gevonden hebben waar we kunnen gaan bouwen en dan ook alle ambities waar kunnen maken die we in De Drijvende Kracht hebben geformuleerd.”

Ontwerper: Waterstudio.nl

Wethouder Didi Dorrestijn:

Het ‘Geheim van Hardenberg’? Gewoon doen!

De woorden zijn al jaren een begrip in de gemeente Hardenberg: Gewoon doen! Aanpakken en niet stilzitten, het is kenmerkend voor alle kernen in de gemeente Hardenberg. Niet wachten, maar de handen uit de mouwen steken. En dat geldt ook als het gaat om het bouwen en ontwikkelen in deze aan de oostgrens gelegen Overijsselse gemeente.

Wethouder Didi Dorrestijn stapte ruim een half jaar geleden in het college van B&W, met in haar portefeuille onder meer Wonen, Ruimtelijke Ordening, Financiën, Landbouw, Kernbeleid en Sport. Dorrestijn was voor haar aanstelling onder meer wethouder in Barneveld. Vanwege het wethouderschap in de gemeente Hardenberg verhuisde ze van

Renswoude naar Dedemsvaart. Zo ondervond ze min of meer hoe het is om in deze tijd woningzoekende te zijn. “Dat was inderdaad wel heel even een moment waarop ik zelf ook dacht: oké, nu moet ik een passende en betaalbare woning voor mijzelf gaan zoeken. Dan ga je alle mogelijkheden onderzoeken. Waar kan ik terecht? Is huur een optie?

Foto: Jasper vd Zwan Fotografie

Waardoor ik toch ook in de schoenen heb gestaan van een woningzoekende in onze gemeente die een huis zoekt om goed in te wonen en dat bij je past.”

Dorrestijn kwam na haar zoektocht terecht in Dedemsvaart, waar ze nu met veel plezier woont. “Ik neem natuurlijk ook mijn persoonlijke ervaringen mee om te kijken hoe we hier in Hardenberg voor een goed woonaanbod kunnen zorgen. De woonopgave die we ook in Hardenberg hebben, zou ik niet als moeilijk of makkelijk willen omschrijven, maar als belangrijk. Belangrijk omdat we passend woonaanbod voor al onze inwoners willen realiseren. Dan heb ik het over jongeren, maar ook over ouderen en mensen met een gezin of alleenstaanden. Dat zijn een heleboel verschillende smaken. Daarnaast is betaalbaarheid belangrijk, maar ook de leefbaarheid. Dat geldt voor al onze 29 kernen. Overal willen we zorgen voor een goede mix in het woonaanbod. Dat aanbod moet passen bij de woningbehoefte vanuit ons eigen onderzoek én aansluiten op de 3040-30 afspraak (1*) uit de Woondeal.”

Daarbij zijn volgens Dorrestijn niet alleen zaken als een mooi uitzicht of een leefbare buurt belangrijk, maar ook het schoolaanbod in alle dorpskernen en de aanwezigheid van een multifunctioneel centrum, sportclub of dorpshuis. Dit komt voort uit de eigen wil om te zorgen voor een prettige en fijne

leefomgeving met goede voorzieningen voor onze inwoners. Deze ambitie wordt ondersteund vanuit de Wet Versterking regie volkshuisvesting. Bij de uitvoering van deze wet slaan het Rijk, de provincie en gemeenten de handen ineen bij het realiseren van de doelen die in eerder al in de Woondeal West Overijssel voor Hardenberg zijn vastgesteld.

Fotografie: Gert Smilde. Deelgebied Marshoogte in de wijk Marslanden.

‘Zorgen voor goede mix in het woonaanbod’

Sleutelproject Marslanden

Een voorbeeld van een project waarbij al die dingen samenkomen is de woonwijk Marslanden in Hardenberg. “De bouwactiviteiten in Marslanden dragen voor een groot deel bij aan onze doelstelling om de tweeduizend aan onze gemeente toegewezen woningen te realiseren en aan de duizend woningen die we vanuit de provinciale opgave hebben toegezegd te gaan bouwen”, zo begint Dorrestijn haar uitleg over dit woningbouwproject. “In die wijk realiseren we een mix van nieuwe woningen in de vrije sector, huurwoningen en alles daar tussenin. Marslanden is zodoende één van onze sleutelprojecten, net zoals bijvoorbeeld de woningbouwprojecten in

Fotografie: Gert Smilde. Woningen in aanbouw in deelgebied Ydenhoogte in de wijk Marslanden.

Dedemsvaart en Balkburg sleutelprojecten zijn bij de realisatie van onze doelen. Heel belangrijk voor ons is de samenwerking met marktpartijen, zoals Roosdom Tijhuis in Marslanden. Hun grondposities in dat gebied zijn samengevoegd met de gemeentelijke grondposities. Daardoor is er ineens veel mogelijk geworden. We hebben daarin het gezamenlijke belang dat de geplande woningen in een goed tempo worden gebouwd. Maar we werken bijvoorbeeld ook samen met de corporatie Vechtdal Wonen die ons helpt bij het bouwen van sociale huurwoningen, onder meer vanuit de afspraken binnen Bouwstroom Oost.”

‘Een groene en gezonde leefomgeving’

Landstad Hardenberg

Er is veel vraag naar nieuwe woningen in Nederland, maar zeker ook in Hardenberg. In de omgevingsvisie ‘Landstad Hardenberg’ werd al afgesproken dat er in 2040 een florerend bedrijfsleven moet zijn, dat er goede voorzieningen in alle dorpen aanwezig zijn en ook dat er in alle kernen een passende woning beschikbaar moet zijn voor mensen

die in de gemeente Hardenberg willen wonen.

Die ambitie werd in de zomer van 2021 vastgesteld en bleek niet veel later toen de woningnood in Nederland echt op de agenda kwam te staan een vooruitziende blik te bevatten. Dorrestijn: “De ambities uit die omgevingsvisie komen nu bij elkaar. Als wij die Landstad Hardenberg willen realiseren hebben wij inwoners nodig met een bepaalde demografische opbouw. Vergrijzing vindt ook hier plaats dus daar moeten we rekening mee houden als we gaan bouwen, maar we willen ook jongeren vasthouden en mensen trekken die een gezin willen stichten. Dat past ook in het plaatje wat er nodig is in Nederland.”

Wijkkwaliteit

“Voor nu ligt de focus dus op het bouwen naar behoefte, maar door onze oogharen heen kijken we ook naar de wijkkwaliteit. Waar we bouwen, willen we ook een aantrekkelijk en groen woonmilieu creëren met moderne inrichtingseisen en klimaatadaptieve woningen. Ook onze gemeenteraad vindt een groene en gezonde leefomgeving heel belangrijk. Daarom is de raad bezig met het opzetten van een Groene & Gezonde Maatlat. Dat is een methode om biodiversiteit, klimaat en gezondheid te meten. En om te bepalen wat we met die thema’s willen doen bij nieuwe en bestaande woonwijken en bedrijventerreinen.

Het moeten mooie, groene en gezellige buurten worden. Woningen bouwen is één, maar de mensen die erin wonen maken de buurt. Dus daar letten we ook zeker op bij al onze plannen en ambities.”

Feiten en cijfers:

• 3.000 woningen harde planvoorraad tot en met 2030

• 2.300 woningen harde planvoorraad beschikbaar (januari 2024)

• 670 woningen gebouwd in 2022 en 2023

• 11 woningbouwconvenanten met Plaatselijk Belangen

• 40 hectare (circa 600 woningen) in vergevorderd stadium.

Op koers

Hardenberg staat er op dit moment al goed voor. In de afgelopen decennia is er continu vooruitgedacht en doorgebouwd. Dat zorgt ervoor dat de gemeente nu met relatief gemak de gestelde 400 woningen per jaar kan realiseren. In 2024 is de stand van zaken in november: 113 sociale huurwoningen, 94 betaalbare woningen en 175 vrijesector koopwoningen. “Volgend jaar komen we boven de vierhonderd woningen uit”, stelt Dorrestijn. “Daarmee liggen we dus goed op koers. Essentieel daarin is het programma Versnellen Woningbouw 2022-2025. Dat is zelfs onmisbaar, want hierdoor is de versnelling van de woningbouw topprioriteit geworden. Dat betekent dat we er goede capaciteit en slagkracht op hebben gezet. Hierdoor kunnen we steeds vooruitlopen op de behoefte en noodzaak.”

“We zijn nu al aan het nadenken over de harde plancapaciteit na 2030. Zo kan er ruim van tevoren een planning gemaakt worden, ook door marktpartijen. Natuurlijk hebben ook wij onze uitdagingen, maar inwoners van onze gemeente kijken vooral naar oplossingen. Dat zit in onze genen. Wij houden er hier van om gewoon te doen. Wij zitten hier op het snijvlak van Overijssel en Drenthe aan de oostkant van Nederland. Er is een enorme drive binnen deze gemeente om onze positie met een duidelijk steekfunctie

te versterken. Alles en iedereen is daarin belangrijk: de landelijke, provinciale en lokale politiek, het bedrijfsleven en de inwoners. Achteroverleunen en kijken hoe het gaat lopen past niet bij ons. Het geheim van Hardenberg is dat wij er alles aan doen om te versterken wat we hebben en dat we deze mooie plek koesteren. Daarin tonen we regelmatig lef. Bijvoorbeeld door in tijden van crisis, zo’n tien jaar geleden, er toch voor te kiezen om door te bouwen. Dat werpt nu zijn vruchten af.”

‘Achteroverleunen past niet bij Hardenberg’

Toelichting bij Woondeal: In het kader van betaalbaar bouwen en om doorstroom te bevorderen geldt voor alle te bouwen woningen als norm: minimaal 30% sociale huurwoningen, minimaal 40% middeldure huur- en betaalbare koopwoningen (tot maximaal 390.000 euro’) en maximaal 30% vrije sectorwoningen.

Fotografie: Bertil van Wieren In september 2024 legden gedeputeerde Liesbeth Grijsen en wethouder Didi Dorrestijn de eerste steen van van de nieuwbouw op De Spinde in Hardenberg. Hier komen vier nieuwe gebouwen met in totaal 80 huur- en koopappartementen.

Peter Vollenbroek en Bastiaan Piksen:

“Ter

Steege Bouw Vastgoed Hardenberg: al 75 jaar met plezier maximaal presteren”

De Ter Steege Groep uit Rijssen is een prachtig familiebedrijf. Sinds de oprichting in 1911 is het bouwbedrijf uitgegroeid tot een groep van zelfstandig opererende bedrijven, onderverdeeld in de divisies: Bouw Vastgoed, Handel (Gamma- en Bouwmaat-vestigingen) en Industrie (Reginox).Bijna 25 jaar geleden werd het toenmalige, in 1949 opgerichte Oude Lenferink overgenomen door Ter Steege. Al 75 jaar wordt er vol passie gebouwd in- en vanuit Hardenberg. Een mooi moment om terug te blikken én vooruit te kijken.

DNA waarborgen

Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg houdt zich onder meer bezig met eigen projectontwikkeling, nieuwbouw voor corporaties en beleggers, grootschalige renovaties en verduurzaming voor woningcorporaties. Het bouw- en vastgoedbedrijf is al sinds de oprichting lokaal zeer betrokken. Zo is het bedrijf al 25 jaar hoofdsponsor van het ballonfestival in Hardenberg en steunt het divderse lokale initiatieven en sportverenigingen. Dat past ook bij het DNA van het bedrijf waarbij de medewerker voorop staat en een opdracht alleen wordt aangenomen als hij realistisch is, bijdraagt aan de omgeving of samenleving en door middel van reële doelstellingen kan worden gerealiseerd. Algemeen directeur Peter Vollenbroek: “Mijn persoonlijke motivatie is het borgen van de continuïteit, het bieden van werkplezier in een prettige werkomgeving en het werken aan mooie projecten met onze vaste opdrachtgevers.”

Na een traineeship en diverse functies binnen Ter Steege is Bastiaan Piksen

twee jaar geleden als adjunct directeur toegetreden tot de directie. “De basis is werkplezier, voor alle 85 medewerkers, zowel op kantoor als op de bouwplaatsen. Wij zijn een laagdrempelige organisatie waar op een normale manier gecommuniceerd wordt. Wat we zeggen maken we ook waar. Afspraak is afspraak. Dat zijn clichés, maar dat is wel heel erg ons DNA.”

‘Nuchter, praktisch en laagdrempelig’

Trots

Als we terugkijken op de afgelopen jaren dan zijn beide heren duidelijk trots op hetgeen er met het gehele Hardenbergteam is gerealiseerd. We zijn trots op de projecten die we realiseren, maar nog meer op de medewerkers die zich maximaal inzetten om tot een goed resultaat te komen. We zijn dan ook enorm blij met de vele lange dienstverbanden. De drie pilaren onder onze organisatie zijn:

Hengelo – De Brouwerij ca 100 woningen, eigen ontwikkeling

Gebiedsontwikkeling, duurzame renovaties en nieuwbouw van huurwoningen voor corporaties & beleggers. Die beslaan alle drie ongeveer een derde van onze omzet waardoor ze zorgen voor stabiliteit omdat ze elkaar ondersteunen én versterken. De verscheidenheid in onze orderportefeuille in verschillende product marktcombinaties biedt ons al jarenlang de gewenste continuïteit.

‘Focus op drie product marktcombinaties’

Slagvaardig

25 appartementen aan de Vecht voor Vechtdal Wonen

Peter benadrukt dat juist de focus op die drie marktsegmenten het bedrijf in de afgelopen jaren veel heeft gebracht. “We weten waar we goed in zijn. Doordat we onze activiteiten blijven herhalen zijn we steeds beter in staat om sneller te schakelen en te innoveren. Zo is het ons tot op heden nog altijd gelukt om in goede en slechte tijden een gezond bedrijf te blijven met de juiste kwaliteit.”

Bastiaan: “Ter Steege is een financieel draagkrachtig familiebedrijf die de middelen heeft om blijvend grondposities aan te kunnen kopen.” Op dit moment is het bedrijf vanuit Hardenberg druk bezig met de realisatie van woningbouwprojecten in diverse Overijsselse gemeenten. Vanwege het huidige aanbestedingsbeleid (minder 1 op 1) en bijvoorbeeld het Didam Arrest is het niet meer vanzelfsprekend dat je eenvoudig een vervolgopdracht krijgt. Je moet je onderscheiden, waarbij een hoog kennisniveau enorm belangrijk is. Met de 75 jaar ervaring die Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg heeft, zit dat wel goed. Waar nodig doen we een beroep op onze zusterbedrijven binnen de groep.

Woningcorporaties

Zo is ook in de loop der jaren een zeer goede relatie met de woningcorporaties ontstaan. Al in de jaren ’50, vlak na de oprichting, werden de jaren ’20 woningen door Ter Steege Bouw Vastgoed Hardenberg gerenoveerd. Peter: “Vanuit die renovatieprojecten ontstonden weer nieuwe samenwerking voor nieuwbouwprojecten. Op dit moment werken we met ongeveer acht corporaties samen. Daardoor bouwen we niet alleen hier in het Vechtdal maar ook in Enschede, Almelo, Zwolle, Hengelo, Drenthe, maar ook in Groningen. We zijn dus actief in heel Noordoost-Nederland.”

Toekomstvisie

Kijkend naar de toekomst werpt zich de slogan uit een bekende reclamespot zich op waarin wordt gezegd dat men ‘benieuwd is wat ze er de komende 75 jaar mee gaan doen’. Die vraag leggen we beide heren ook voor. Bastiaan: “We zitten als bedrijf middenin een proces waarbij we enerzijds al concreet bezig zijn met duurzaam bouwen maar deels ook zoekende zijn naar de beste manier om bij te dragen aan de reductie van CO2 uitstoot. Onze sector kenmerkt zich door tal van wet- en regelgeving. Dat zit ons vaak in de weg, maar helpt ons als branche ook om grote

stappen te zetten. Als voorbeeld noem ik het gasloos bouwen. We waren er als branche van overtuigd dat die verplichting uitgesteld zou worden. Dat gebeurde niet, waardoor we zonder enorme vertraging toch in staat waren om snel oplossingen te bedenken. De wispelturige markt speelt daar ook in mee. Als het gaat om klimaat- en duurzaamheid hebben we nu echt besloten niet meer af te wachten op wetgeving, maar zelf concrete doelstellingen te formuleren richting 2030 en 2050. Dat zit hem dan met name in grondstoffen, water, energie en biodiversiteit. Zo hebben we onlangs een overeenkomst met een corporatie getekend voor een bouwproject waarin een grijswater systeem (*) wordt aangelegd. Dat is mede tot stand gekomen doordat wij onszelf ook de doelstelling hebben gesteld om ermee aan de gang te gaan. Het is dan fijn om te zien dat corporaties daar enthousiast en meewerkend op reageren.”

“Onze medewerkers keihard nodig”

Peter sluit zich daar bij aan: “We hebben binnen Ter Steege voor de toekomst echt duidelijk de keuze gemaakt om innovatiebudgetten beschikbaar te stellen voor het duurzaam bouwen. Zo blijven we bij de tijd en kunnen we op dezelfde voet doorgaan als we in de afgelopen 75 jaar.

Daar hebben we onze mensen keihard voor nodig, want zonder hen kunnen we onze ambities niet verwezenlijken. De toekomst zal dan ook vooral van hun afhangen. Als bedrijf blijven we ons dan ook inzetten om goed te zijn voor onze medewerkers. Uit het meest recente medewerker tevredenheidsonderzoek dat we hebben gehouden kwamen ook hoge scores. En dat is dan weer onze drijfveer om met zijn allen met plezier maximaal te presteren, ook in de komende 75 jaar.”

* Note: grijswater is een ander woord voor regenwater

Duurzame renovatie 90 appartementen Almelo, St Joseph

De Weverij Almelo, met eigen buurtaccu

Lamberink en SelektHuis vinden elkaar in Woonwensfabriek:

“Mensen helpen hun woondroom te realiseren”
Luuk Nijman en Arjan Lamberink

Arjan Lamberink directeur van Lamberink Nieuwbouwmakelaars en Woonwensfabriek, onderdeel van Lamberink Makelaars & Adviseurs heeft begin 2024 contact gezocht met Luuk Nijman, directeur bij SelektHuis, bouwbedrijf voor het bouwen van vrijstaande woningen en het invullen van kavels met maatwerk woningen. De eerste gezamenlijke bouwprojecten via de Woonwensfabriek zijn inmiddels van start gegaan, waarbij door beide heren duidelijk de verwachting is uitgesproken dat dit nog maar het begin is.

Wat is de Woonwensfabriek?

Reden voor dat enthousiasme bij Lamberink en Nijman is de win-win situatie die ontstaan is vanuit hun samenwerking. Het ontwerpplatform de Woonwensfabriek is een formule waarbij in samenwerking met architecten en bouwpartners woningen gerealiseerd worden op basis van de woonwensen van de consument. En dat gebeurt volgens een vast traject: mensen die een kavel onder optie hebben of hebben gekocht willen graag een bouwplan op maat. Zij geven hun woonwensen op voor een oriënterend gesprek in het Woonwensfabriek Inspiratiecentrum, hierop wordt een schetsontwerp met bouwkostenofferte gemaakt en vervolgens wordt men begeleid in het realiseren van hun woondroom. Arjan: “De meeste opdrachten die via Woonwensfabriek gerealiseerd worden

zijn dan ook maatwerkopdrachten. We kijken daarbij naar verschillende aspecten: wil men mixen en matchen op basis van voorbeeldwoningen? Of liever onder architectuur bouwen? Wil men casco bouwen, sleutelklaar of geheel verhuisklaar via ons label WoonGereed? Wij begeleiden iedereen van begin tot eind tijdens het gehele bouwproces.”

Samenwerking met SelektHuis SelektHuis is een familiebedrijf dat bijna 45 jaar geleden werd opgericht en waar inmiddels ruim 250 mensen werken. Van timmerman tot adviseur en van energiespecialist tot architect. Ze hebben alle vakmensen in eigen huis. In de ruim vier decennia dat het bedrijf bestaat heeft het zich ontpopt als één van de markleiders op het gebied van vrijstaande woningbouw. Algemeen directeur Luuk Nijman:

”Omdat wij landelijk vestigingen hebben zijn wij na gaan denken met welke partijen we willen samenwerken. Bij toeval kwamen we met Arjan Lamberink in gesprek. Dat klikte meteen. De Woonwensfabriek werkt aan de voorkant namelijk op precies dezelfde manier als wij. Door onze landelijke dekking zag Arjan in SelektHuis de juiste partner om efficiënter te werken omdat wij door onze automatisering en standaardisering gestructureerd kunnen leveren. Hierdoor hoeft Arjan niet steeds terug naar de aannemer om te vragen wanneer en tegen welke kosten er geleverd kan worden. Ook zorgt de samenwerking tussen SelektHuis en de Woonwensfabriek ervoor dat we gezamenlijk sneller kunnen inspelen op de klant- en marktbehoefte. En dat verhoogt het aantal verhuisbewegingen en dus ook de doorstroming.”

‘Overijssel is koploper in bouwplannen en kaveluitgifte’

Overijssel is voor beide bedrijven een heel belangrijke markt. Lamberink heeft tien makelaarskantoren in noordoost Nederland.

Eén daarvan zit in Hardenberg, de geboortestreek van de familie Lamberink. Het is dan ook geen toeval dat de Woonwensfabriek in deze provincie haar marktaandeel wil uitbreiden.

SelektHuis richt zich bij het bouwen van woningen op vrijstaande huizen voor de particuliere markt. Dat doet het bedrijf vanuit zeven vestigingen verdeeld over heel Nederland. Het hoofdkantoor zit in Rijssen. Volgens beide heren is Overijssel ook uitermate geschikt voor het segment waar Woonwensfabriek en SelektHuis zich op richten. Van gemeente tot welstandscommissie en het beschikbaar stellen van kavels: Lamberink en Nijman vinden eigenlijk altijd een luisterend oor dat graag mee wil werken aan de plannen die gelanceerd worden. Lamberink: “Dit geldt niet alleen voor de particuliere bouw, maar ook voor de projectmatige bouw. Onder andere in de gemeente Hardenberg waar in de eerste zes maanden van 2024 in totaal 159 woningen zijn opgeleverd, waarmee Hardenberg op de vijfde plaats staat van Overijsselse gemeenten met dank aan nuchter en gezond beleid.”

Gezamenlijke woonlijn

Beide heren hebben dus een duidelijke win-win weten te realiseren. “Dingen vallen soms mooi samen”, stellen ze in koor.

En daarnaast is er ook nog ongelooflijk veel wederzijds respect. Een prachtige match dus die ervoor kan zorgen dat beide bedrijven in zowel de pieken als de dalen in de particuliere woningbouw kwaliteit kunnen blijven leveren. Natuurlijk zijn daarbij ook wel wat uitdagingen te overwinnen, maar de eerste is al min of meer overwonnen, zo stelt Lamberink. “Het creëren van een woonlijn die we gezamenlijk tot uitvoering kunnen brengen was onze eerste uitdaging. Die woonlijn hebben we samen voor een deel al staan. Een ander deel van die lijn zit nog in de ontwerpfase. Woonwensfabriek, in naam de opvolger van Lamberink Kavel & Huis, heeft in de afgelopen 37 jaar al veel kennis en ervaring opgedaan bij het opzetten hiervan. Gecombineerd met de expertise van SelektHuis, verwachten we dat ook het tweede deel snel uitgerold kan worden. Begin 2025 willen we dan ook met de Woonwensfabriek breed de markt opgaan. Overijssel zal daar ook weer één van onze belangrijkste werkgebieden zijn en blijven.”

Luuk Nijman vult Lamberink aan: “Het is tot nu toe echt een goed nieuwsshow voor wat betreft onze samenwerking, maar we weten ook dat we nog heel veel uitdagingen met elkaar gaan krijgen. Dat hoort er bij en is ook goed om de kwalitatieve uitgangspunten

te waarborgen. Woonwensfabriek gaat iets verkopen dat wij gaan bouwen. Daar gaat ergens in de verwachting van de klant echt wel een keer iets zijn dat verbeterd kan worden. Maar Arjan en ik staan er allebei zo pragmatisch in, dat ik daarin geen problemen verwacht. Wij zijn beide van het motto ‘samen kom je verder’. De ene keer zal SelektHuis daarbij iets moeten slikken en de andere keer de Woonwensfabriek, maar wel altijd met als doelstelling om er samen uit te komen en een stabiele partner voor elkaar te zijn. Want zo kunnen we de meeste mensen helpen om hun (woon)droom in Overijssel –en natuurlijk ook daarbuiten – te realiseren.”

Foto: Barbara Trienen
Photo

Locoburgemeester en wethouder Melvin Smit:

“Slim en in overleg met inwoners groei realiseren in Steenwijk en alle andere kernen van Steenwijkerland”

Hij werd geboren in Oldemarkt, groeide daar ook op en is inmiddels weer terug in de gemeente waar het dorpje Paasloo nu zijn thuis is. De gemeente Steenwijkerland kent voor locoburgemeester en wethouder Melvin Smit dus weinig geheimen. In zijn rol als wethouder heeft hij zich voorgenomen woningbouw in alle woonkernen aan te jagen, in Steenwijk maar juist óók in de kleinere kernen, zodat jongeren en ouderen kunnen blijven wonen op de plek waar ze zijn opgegroeid en hun sociale contacten hebben. Overigens wél met behoud van het landelijke karakter. “Wij zijn een echte plattelandsgemeente waar de inwoners zich over het algemeen zeer verbonden mee voelen. Ik kom zelf uit één van die kleinere woonkernen, ben daar ook actief in het verenigingsleven en dan zie je ook hoe belangrijk dat is. Dus één van mijn grote doelen is om daar wat voor te betekenen.”

Betaalbare starters- en gezinswoningen

De gemeente Steenwijkerland bestaat uit bijna vijftig kernen en 45.000 inwoners. Een groot deel daarvan, ruim 18.000 woont in Steenwijk, de overige 27.000 verspreiden zich over de overige kernen, van groot tot klein. Smit beseft dat het betaalbaar aanbieden van nieuwe huisvesting voor al die inwoners nog niet zo heel eenvoudig is aangezien de landelijke grens voor een starterswoning inmiddels op ongeveer 450.000 euro ligt. “Dat is voor een starter niet betaalbaar. We hebben pasgeleden in Blokzijl een tender aanbesteed gericht op betaalbaarheid. In dat project - dat door Van der Steeg uit Genemuiden wordt gerealiseerd en verkocht - wordt de goedkoopste woning voor 260.000 euro aangeboden. Dat is in deze tijd bijna uniek en we zijn er echt ontzettend blij mee dat we dat op die manier in de markt hebben kunnen zetten. Op heel veel plaatsen lukt dat helaas niet om voor dat bedrag een mooie starters- of gezinswoning te realiseren, dus dat is echt wel een uitdaging in de bouw- en ontwikkelplannen die we nu met elkaar aan het maken zijn.”

Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle

De volgende stap die Smit met het gemeentebestuur en de bouw- en woningbouwsector aan het maken is, betreft het realiseren van 1000 tot 1500 extra woningen in het kader van de verstedelijkingsstrategie van de Regio Zwolle. “We kijken naar locaties in de omgeving van openbaar vervoer en snelweg in Steenwijk, en dat is dus vooral rondom het intercitystation. Met die 1000 tot 1500 woningen kunnen we ook in Steenwijk tegemoetkomen aan de woonbehoefte van onze inwoners op de lange termijn. Er is door het Team Wonen afgelopen tijd een studie gedaan naar de meest geschikte locaties. Over de uitkomsten van die studie gaan we in de laatste weken van dit jaar met de raad in gesprek. De vraag die dan voorligt is: gaan we verder met deze locaties die als ‘kansrijk’ uit het onderzoek komen?”

Start van de bouw van woningen in Sint Jansklooster

Woonagenda

Naast deze woningbouwopgave loopt er nog een ander ontwikkelingsproject in Steenwijkerland. In 2022 heeft de gemeente Steenwijkerland de lokale vraag vastgelegd in de Woonagenda en die staat nu op 1735 woningen tussen 2022 en 2030 voor de lokale behoefte. Elk half jaar brengt de gemeente hierover een update naar buiten hoe de vorderingen in die Woonagenda ervoor staan. “Door elk jaar een deel van die 1735 woningen te realiseren kunnen we onze lokale mensen ook op de lange termijn een plekje geven om fijn te wonen. Ook in de dorpen wordt gesmeekt om extra woningen omdat ze perspectief willen bieden aan de jongere én oudere inwoners in het dorp. Tien jaar geleden waren we nog een krimpgemeente en mochten we in de dorpen niks meer bij bouwen. Maar dat is nu hier – en in de rest van Nederland ook overigens – veranderd in een noodzaak om te bouwen. Daarbij richten we ons plan specifiek op alle dorpen in onze gemeente. En tot nu toe koersen we mooi af op die geplande 1735 woningen.”

‘De dorpen verdienen ook echt aandacht’

Natuurgebied De Weerribben

De gemeente Steenwijkerland bezit één van de grootste laagveenmoerassen van Europa: nationaalpark De Weerribben –Wieden. En dat is een Natura 2000 gebied, wat de woningbouwopgave lastiger maakt. Smit: “Dat is een gebied met ook heel veel natuur en dat zorgt op zijn minst voor een paar uitdagingen als het gaat om stikstof. Maar ook als het gaat om wateren bodembeheer. De bouwlocaties die we hebben aangewezen voor het bouwen van woningen liggen allemaal op hoger gelegen zand- en veengronden. Hierdoor is in de studie met betrekking tot het realiseren van die 1000 tot 1500 woningen het wateren bodem sturende element wel één van leidende principes geworden.

PFAS

Dit heeft ook in de kleine dorpen al voor een mooie spin-off gezorgd doordat op plekken waar woningbouwcorporaties zeggen: dit is te klein voor ons, lokale initiatieven zijn opgetuigd om alsnog woningbouw mogelijk te maken. In Ossenzijl is er zelfs een eigen ‘corporatie’ opgericht. “Dat soort initiatieven ondersteunen we vanuit de gemeente, daar hebben we ook budget en mensen voor vrijgemaakt, want de dorpen verdienen wat mij betreft ook echt aandacht in al deze woningbouwplannen.” Om de lokale belangen een plek te geven in de woningbouwplannen, zitten er in het Team Wonen van de gemeente twee aanjagers voor lokale wooninitiatieven die voortdurend in gesprek zijn met de plaatselijke bevolking.

En dan is er nog de PFAS-kwestie (Poly- en perfluoralkylstoffen) die in Steenwijk zelf speelt. Smit: “Dat speelt op twee locaties, onder andere bij een oude tapijtfabriek. Voor die PFAS-sanering is inmiddels een Rijkssubsidie binnen, dus het bestemmingsplan dat al klaarligt voor 240 woningen op die locatie kan begin volgend jaar aan de raad aangeboden worden. De uitbreiding van het Kornputkwartier is al door de raad geweest. Daar stonden zestig woningen gepland, maar dat zullen er nu ruim honderd worden. Dat hebben we bereikt door het oorspronkelijke plan met hele grote kavel op te knippen en daarvoor in de plaats kleinere, betaalbare woningen in te tekenen. En dat is weer in lijn met de Woonagenda zoals we die in 2022 hebben opgesteld waarin bouwen naar behoefte centraal staat.”

Succesformule

Terwijl Smit en het voltallige gemeentebestuur dus tal van uitdagingen moet overwinnen, zijn de gestelde doelen in zicht. Smit licht toe wat de succesformule is om dat te bereiken: “Over het algemeen slagen we er inderdaad wel in om plannen te maken waar dat echt nodig is. Alleen in Giethoorn blijven we achter, omdat daar natuurlijk het Natura 2000 verhaal ook

speelt. Maar ook omdat de ondergrond daar het niet heel eenvoudig maakt om geschikte bouwlocaties te vinden. In overige woonkernen verloopt het naar tevredenheid. Zo hebben we in Vollenhove onlangs met een projectontwikkelaar een intentieovereenkomst ondertekend om 250 woningen te realiseren, waardoor we ook daar langjarig in de woonbehoefte kunnen voorzien. In de kleinere dorpen werken we ook veel aan inbreidingsprojecten zoals het ombouwen van scholen naar woningbouw. Vanuit het project ‘Scholen onder één dak’ komen schoolgebouwen leeg te staan. Dat zijn we nu aan het doen in Steenwijkerwold, en Wanneperveen. Komende tijd zullen daar nog meer dorpen bij gaan komen, zo is de verwachting.”

‘Echt bijdragen aan het woongenot’

“We zoeken altijd wel naar kansen bij het maken van plannen. Dat is denk ik ook de kracht en maakt het traject succesvol. Wij willen echt bijdragen aan het woongenot in onze steden en dorpen. Daar investeren we ook flink in, zoals onder meer beschreven in het ambitiedocument Spoorzone. Dat betreft het opknappen van het stationsgebied, maar ook het verbeteren van de mobiliteit. Ik vind het mooi om als wethouder te mogen bijdragen aan een thema als woningbouw omdat je het ziet ontstaan, je ziet dat er gegraven wordt, je ziet dat er gebouwd wordt en je ziet dat er straks mensen wonen. Dat vind ik fantastisch, zeker voor de kernen waar de ontwikkeling al heel lang heeft stil gestaan, vind ik het geweldig dat we daar nu eindelijk ook wat voor kunnen doen. Maar zoals gezegd, er zijn nog heel veel uitdagingen dus ik ben nog niet klaar.”

Wethouder Melvin Smit. Foto Wilbert Bijzitter.
Reevedelta Artist impression: Karres en Brands

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.