5 minute read

Column: Ik wil alles

Vers Beton is een Rotterdams online tijdschrift voor journalistiek en opinie. Een medium dat eerst denkt en dan doet, en dat over alle facetten van Rotterdam. Lees verder op Versbeton.nl.

IK WIL ALLES

Advertisement

Basia Dajnowicz (1988) is na de Achterhoek, Arnhem en Antwerpen eindelijk in Rotterdam terechtgekomen. Die krijg je hier nooit meer weg. ‘Geen enkele boom, plant of bloem bloeit iedere dag van het jaar, dus waarom zou jij dat dan moeten doen?’ Zomaar een zin die ik las, in een essay over de winter. Soms kan één kleine opmerking je scheel doen kijken en dit was er precies zo eentje.

Ik ben een typische millennial: ik wil alles en ik moet alles, en in alles wat ik probeer moet een stijgende lijn zitten. Ik smacht naar perfectie en geluk en ik wil overal bij zijn. Op een dag zal ik een volmaakt wezen zijn met een volmaakt leven. Zoals veel van mijn generatiegenoten slaat dit onvermijdelijk om in overweldiging. Uitputting. Het gevoel dat je faalt. Schaamte. Laat ook maar. Ik wil niks. Ik kruip lui en lusteloos weg in het internet of in een realityserie.

Dat dit normaal en menselijk is, drong pas tot me door toen ik die zin las. Het is absurd om elke dag van je leven in bloei te moeten staan. Er zijn fases waarin je je blaadjes moet laten vallen, zodat je meer energie overhoudt voor je wortels, die dan dieper en sterker groeien om de mineralen uit de bodem te kunnen halen. Er zijn tijden dat je een winterslaap heel hard nodig hebt na een seizoen hard werken.

Twee jaar corona, je kunt het zien als een pauze. We moesten allemaal maar even teruggeworpen op de bank bedenken wat we nu aan het doen waren. Maar na de slaap komt de ontwaking.

En hoe! Ik hol als een woeste beer door het bos Rotterdam en raas de trap bij Het Nieuwe Instituut op! Tussendoor sla ik een zalm uit de rivier. Live-podcastopnames in Walhalla! Ik steel honing van bijen. Talkshows in WORM en Arminius! Gulzig snuif ik rond. Stampen in clubs Bit en Poing! Ik ben wakker, ik heb honger, geef me alles! ■

HI.M

tekst Helmut de Hoogh

AVONTUURLIJKE KUNSTRONDLEIDING IN WEDEROPBOUWPAND

Muurvast en onlosmakelijk verbonden met het gebouw. Dat is de verfrissende, avontuurlijke serie kunstwerken in Het Industriegebouw Modern in hartje centrum Rotterdam. Elk weekend zijn er rondleidingen. Dé hoofdrolspeler is echter de drager van al die kunst: het markante wederopbouwpand zelf.

Het nodige lef had het echtpaar Esther Dubbeldam en Luuk Schotsman toen het in 2015 officieel eigenaar werd van Het Industriegebouw aan de Goudsesingel. Het lef werd beloond. Anno 2022 herbergt het enorme rijksmonument bijna driehonderd veelal creatieve bedrijven, van eenpittters tot architectenbureau MVRDV van Winy Maas, en sfeerverhogende horeca. Met veel hout en glas ontwierp Piet Hein Eek in 2017 een prettige, warme en transparante kantooromgeving. Systeemplafonds werden grotendeels verwijderd om het oorspronkelijk ontwerp van Huig Maaskant en Willem van Tijen, opgeleverd in 1952, zo veel mogelijk tot zijn recht te laten komen. ‘Veel mensen brengen het grootste deel van hun tijd door op kantoor’, vertelt mede-directeur Eva Sharo van Het Industriegebouw. ‘We wilden daarom dat het een inspirerend bedrijfsverzamelgebouw zou worden.’ Die inspiratie komt deels van de prikkelende muurschilderingen en andere kunstwerken in het gebouw. Zo is de entreehal enorm opgefleurd door de vrolijke kleuren die Jan van der Ploeg er in brede stroken aanbracht. Sinds eind mei zijn de kunstwerken voor het publiek toegankelijk middels rondleidingen. Overigens staat de ontwikkeling in het gebouw niet stil en loont het de moeite om af en toe de rondleiding nog eens te lopen. Zo werd eind mei nog gewerkt aan een gloednieuw werk met neonletters op het hoogste punt van het gebouw: ‘Mi have een droom’, de titel van het iconische gedicht van de in Rotterdam geboren dichter en acteur Ramsey Nasr.

Vier fijne kunstwerken laten we alvast zien. Boek om ze echt goed te kunnen bekijken een rondleiding via hetindustriegebouw.nl/him/

HARRY MARKUSSE

Ooit struinde kunstenaar Harry Markusse gewapend met verfspuitbussen door zijn Rotterdam, waarin hij opgroeide en graffiti-artiest werd. In Het Industriegebouw maakte hij in 2019 twee wandschilderingen: Green Lines en het hier afgebeelde Orange Ribbon. Te zien is hoe hij zich laat inspireren door zich herhalende patronen. De oppervlakkige voorbijganger ziet een patroon dat niet zou misstaan op inpakpapier of een behangetje. Maar wie de moeite neemt om goed te kijken, ontdekt tal van ingenieuze afwijkingen. Bovendien gaat het werk perfect op in de muur. Zo is bepaald niet toevallig een witte lichtschakelaar precies in een wit vlak beland.

foto Ossip van Duivenbode foto Friso Boven

SABINE MARCELIS

Fabelachtig mooi is het werk dat ontwerpster Sabine Marcelis in haar studio aan de Maas in Delfshaven fabriceert. Met ronde vormen, aarde- en pasteltinten en veel glas creëert ze een gebalanceerd, haast rustgevend spektakel. Voor Het Industriegebouw nam ze een glazen wand op de vierde etage voor haar rekening. Het vertoont een opmerkelijk roodachtig kleurverloop dat vooral voor wie van binnen het gebouw naar buiten kijkt goed is te zien. Meegenomen is daarbij het bijzondere uitzicht op het centrum van Rotterdam dat nog weinig mensen vanuit deze hoek eerder konden aanschouwen.

artist impression Sabine Marcelis foto Sam Drukker

SAM DRUKKER

De hoogste etage van het gebouw kreeg Sam Drukker toebedeeld voor zijn kunstwerk. Dat vertaalde hij direct in een groep arbeiders die de laatste hand leggen aan de nok van een gebouw, misschien wel Het Industriegebouw. The Erection Team heet zijn werk, een mix van krijt en schraal opgebrachte verf. Gezamenlijk lijken de arbeiders een spant omhoog te duwen. Bij nadere beschouwing heeft de lichaamshouding van de mannen echter iets onlogisch. Ze lijken meer op dansers dan op timmerlui. Het gaat hier niet om noeste arbeid, maar om lichamen die samen een kloppend lijnenspel creëren.

ROBERT ZANDVLIET

Een ‘wow’-moment om letterlijk bij stil te staan. Dat biedt ‘de Hollandse meester van onze tijd’ Robert Zandvliet. In de ruwe, hoge westelijke toegang tot het gebouw schilderde hij futuristische wolkenkrabbers in puntig perspectief, waardoor ze oneindig hoog lijken. In blauw- en groentinten dreigen de gebouwen elke toeschouwer die naar boven durft te kijken te omsluiten. Zijn ‘Metropolis Alley’ overdondert iedereen die er onderdoor loopt, maar heeft tegelijk iets vertrouwds: zo voelt Rotterdamse hoogbouw in het centrum, zeker als we nog wat decennia verder zijn.

This article is from: