vr 20 december 2024 • 20.15 uur
zo 22 december 2024 • 14.15 uur
vr 20 december 2024 • 20.15 uur
zo 22 december 2024 • 14.15 uur
dirigent Reinhard Goebel sopraan Elisabeth Breuer alt Anna Lucia Richter tenor/evangelist Laurence Kilsby bas Felix Mischitz koor Laurens Collegium
Johann Sebastian Bach (1685–1750)
Weihnachtsoratorium BWV 248
Naar de evangelisten Lucas en Matteüs, met teksten van Christian Friedrich Henrici, genaamd Picander
• Deel I. Voor de eerste kerstdag
• Deel IV. Voor nieuwjaarsdag
pauze
• Sinfonia uit Deel II. Voor de tweede kerstdag
• Deel V. Voor de eerste zondag in het nieuwe jaar
Einde concert circa 22.45/16.45 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: dec 2019, dirigent Jos van Veldhoven (deel 1 en 2); dec 2011, Richard Egarr (deel 4)
Een uur voor aanvang van het concert geeft Michel Khalifa een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Jaka Skrlep (Unsplash)
Blaník. Omslagillustratie door Antonín König voor de eerste uitgave van Smetana’s partituur (1894) Richard-Strauss-Institut Kerstmarkt in Leipzig: schilderij van Günter Hildebrandt voor prentbriefkaartenuitgeverij Brück & Sohn, Meißen
De oorsprong van ons kerstfeest is een samengaan van oude heidense gebruiken en christelijke toevoegingen. Ook het kerstoratorium van Bach is een amalgaam van eerder gecomponeerde en nieuw geschreven muziek.
In het geloof van de vroege christenen had Christus’ geboorte nog niet zo’n centrale plaats. Dat veranderde in de vierde eeuw, toen er aan deze gebeurtenis een vaste kalenderdatum werd toegekend. De 25ste december had al carrière gemaakt als de heidense feestdag Sol Invictus, ter ere van de onoverwinnelijke zon. Die dag werd gekerstend, en de vier voorafgaande zondagen werden aangewezen als bezinningsmomenten voor de gelovigen, ter voorbereiding op Kerstmis.
Het kerstfeest maakte daarna nog een grote ontwikkeling door, om begin zeventiende eeuw vastere vorm te krijgen in het lutherse Duitsland. De Saksische hofkapelmeester Heinrich Schütz leverde daaraan een muzikale bijdrage met zijn Weihnachtshistorie voor de kerstliturgie; in de keizersstad Neurenberg vond rond dezelfde tijd een kerstmarkt van vier weken plaats. In kerstlekkernijen als speculaas, Lebkuchen en marsepein kwamen ingrediënten uit allerlei Europese en Aziatische gebieden bijeen – bij voorkeur ook specerijen met een licht-hallucinogene werking, om de inwendige mens wat te verlichten tijdens de donkerste dagen. Ook het kerstfeest zelf werd steeds meer een mengelmoes van tradities uit verschillende streken.
Voor de keurvorst
Een eeuw later lieten de wisselende winden van zijn tijd ook Johann Sebastian Bach niet onberoerd. Dat is goed te zien aan zijn Weihnachtsoratorium, dat in 1734 voor het eerst werd uitgevoerd en nu een van zijn meest geliefde werken is. Die populariteit dankt dit oratorium aan het feit dat Bach het kerstverhaal voorzag van zeer moderne, aanstekelijke muziek, zonder zijn gebruikelijke intellectuele trekjes en kerkmuzikale sjablonen. In feite was dat het resultaat van een noodgreep: gedwongen door tijdgebrek hergebruikte Bach de muziek die hij eerder had geschreven als klinkende lofprijzing voor Frederik August II, de nieuwe keurvorst van Saksen en koning van Polen, en voor diens gemalin, de Habsburgse aartshertogin Maria Josepha. Hoe kwam dat zo te gebeuren?
Toen Frederik August I, ‘de Sterke’, in februari 1733 was gestorven, werd er een periode van nationale rouw afgekondigd: een heel jaar zonder welke muziek dan ook. Bach, op dat moment werkzaam in Leipzig, benutte die stille tijd door een zeer doorwrocht werk te componeren waarmee hij een gooi wilde doen naar de positie van hofkapelmeester in de hoofdstad Dresden, een post die al lang vacant was.
Het muziekverbod werd al in juni opgeheven; de maand daarop overhandigde Bach aan de nieuwe keurvorst het Kyrie en Gloria van wat later zijn Hohe Messe zou worden, samen met zijn sollicitatiebrief. Een week later klonk voor het eerst Frohes Volk, vergnügte Sachsen,
een wereldlijke inhuldigingscantate van Bach voor zijn beoogde nieuwe broodheer. Het was een compositie op een bedje van dansritmes –vooral menuetten, hier en daar een polonaise –met een roomtoefje van vederlichte elegantie.
In de maanden daarna schreef Bach nog meer jubelcantates voor Frederik August II en Maria Josepha. Toch zou dit alles hem uiteindelijk niet de felbegeerde benoeming in Dresden opleveren. Het jonge vorstenpaar had allang de keuze laten vallen op de modieuze componist Johann Adolf Hasse, succesvol in heel Europa.
Voor de kerstijd
Bach was dan afgewezen, zijn inspanningen waren niet helemaal voor niets geweest. Hij beschikte nu over een voorraad hoogst moderne muziek. Die kwam goed van pas toen hij zes kerkelijke cantates moest leveren voor de kersttijd en jaarwisseling van 1734–35, een klus waarvoor hij slechts tien dagen de tijd had. Bach ging zijn feestmuziek voor Frederik August II en Maria Josepha hergebruiken voor een andere viering.
Zoiets lijkt misschien kinderspel: je pakt een bestaand stuk muziek van de stapel, knalt er nieuwe woorden onder en klaar is Kees. De werkelijkheid was een stuk ingewikkelder. Voor elke kerkelijke feestdag was er een vaste evangelietekst. Op basis daarvan moest er voor de bijbehorende cantate een tekstplan komen dat daar inhoudelijk op aansloot. Bij dat plan diende Bach passende stukken uit zijn muziekvoorraad te vinden, waarna een tekstdichter aan de slag kon om de tekst rijmend op maat te maken bij de muziek.
Muziek en tekst gaan in zo’n nieuwe constructie niet altijd even goed samen als in de oorspronkelijke zetting. Toen Bach de woorden ‘Tönet ihr Paucken, erschallet Trompeten, klingende Saiten erfüllet die Luft’ toonzette in
zijn verjaardagscantate voor Maria Josepha, liet hij eerst de pauken klinken, vervolgens de trompetten en daarna de strijkers. Dat dramaturgische effect ging verloren toen hij diezelfde muziek opnieuw gebruikte voor de tekst ‘Jauchzet, frohlocket, auf preiset die Tage’, waarmee de eerste cantate van het Weihnachtsoratorium begint.
Bach moest zes kerkelijke cantates voor de kersttijd leveren, een klus waarvoor hij slechts tien dagen de tijd had
Voor enkele onderdelen van zijn kerstoratorium had Bach geen pasklare muziek klaarliggen. Daarvoor componeerde hij iets nieuws. Dat gold niet alleen voor alle recitatieven en accompagnato’s, maar ook voor vier grotere delen. Het eerste van die vier is de Sinfonia waarmee de tweede cantate begint. Ook voor de aria met soloviool in de derde cantate schreef Bach nieuwe muziek, evenals voor het openingskoor en het terzet ‘Ach, wann wird die Zeit erscheinen’ in de vijfde – een hoogtepunt in zijn oeuvre.
Bachs Weihnachtsoratorium straalt met wereldlijke vurigheid. Ook de opgloeiende liefde voor het kindje Jezus, die in de orthodoxe lutherse traditie nog zeer ingetogen werd beleden, schemert er al in door. Zeven jaar na Bachs dood zou de Berlijnse dichter Karl Wilhelm Ramler Die Hirten bei der Krippe zu Bethlehem schrijven, een ‘geestelijke cantate’ die sindsdien vaak op muziek is gezet. ‘Hier ligt het – o, hoe zacht – en glimlacht in zijn slaap, het heerlijk kind,’ luiden de eerste regels. Naar de stille, heilige nacht is het dan niet ver meer.
Reinhard Goebel
Geboren: Haus im Ennstal, Oostenrijk
Studie: muziekeducatie aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Graz, zangstudie bij
Elisabeth Batrice
Doorbraak: 2019: Mozarts Il re pastore in het Teatro La Fenice, Venetië
Daarna: optredens in Wenen (Musikverein), Hamburg (Elbphilharmonie), Leipzig (Gewandhaus), Helsinki, Madrid, Milaan, München, Stockholm
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Geboren: Sieger, Duitsland
Huidige positie: artistiek leider Neues Bach
Collegium Musicum Leipzig, professor historische uitvoeringspraktijk aan het Mozarteum Salzburg
Studie: viool bij Franzjosef Maier, Saschko
Gawriloff, barokviool bij Marie Leonhardt en Eduard Melkus, Musicologie aan de Universiteit
Keulen
Doorbraak: 1973 als oprichter en leider van Musica Antiqua Köln
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Geboren: Keulen, Duitsland
Studie: zangstudie bij Kurt Widmer, Klesie KellyMoog, Christoph Prégardien en Margreet Honig
Prijs: o.a. Borletti-Buitoni Trust Award 2016
Daarna: optredens met Wiener Philharmoniker, Gewandhausorchester Leipzig, London Symphony Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Herbert Blomstedt, Iván Fischer, Bernard Haitink, Klaus Mäkelä
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Geboren: Stow on the World, (Glaucesterhire), England
Zang: zang aan Royal College of Music in London en Curtis Institute of Music in Philadelphia
Doorbraak: 2022: winnaar Wigmore Hall/Bollinger
Internationaal Zangconcours en Cesti Concours
Innsbrucker Festwochen der Alten Musik
Daarna: Salzburger Festspiele, Berliner Festspiele, BBC Proms, Festival d’Aix-en-Provence
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Felix Mischitz • bas
Geboren: Villach, Oostenrijk
Studie: koorschool Regensburger Domspatzen, zangstudie aan de Universität Mozarteum Salzburg en in Leipzig bij Hans-Joachim Beyer
Daarna: ensemblelid van het Theater für Niedersachsen in Hildesheim (Die Fledermaus, Carmen, La bohème, Dornröschen, The Postman Always Rings Twice), solo-optredens met ensembles als Les essences en Lautten Compagney
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Opgericht: 2002 door Barend Schuurman
Huidige dirigent: Wiecher Mandemaker
Repertoire: alle stijlperiodes in kamerkoorbezetting
Prijzen: Concertgebouw Prijs 2017
Repertoire: groot-symfonische werken, opera, negentiende- en twintigste-eeuwse koorwerken
Samenwerking: Koninklijk Concertgebouworkest, Orkest van de Achttiende Eeuw, Residentie Orkest met dirigenten als Frans Brüggen, Stéphane Denève, Yannick Nézet-Séguin, Lahav Shani en Jaap van Zweden, projecten met Natuurmonumenten en Ntjam Rosie
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2011
A Christmas Carol (4+)
za 28 december 2024 • 13.15 en 15.15 uur
zo 29 december 2024 • 13.15 en 15.15 uur
dirigent Nicolò Foron
regie & tekst Fons Merkies
auteurs Sanne Franssen, Chjristiaan
Koetsier, Eric Jan Lens
vormgeving Cynthia Bors muziek van Anderson, Ravel, Prokofjev en Delius
do 9 januari 2025 • 20.15 uur vr 10 januari 2025 • 20.15 uur zo 12 januari 2025 • 14.15 uur
dirigent Manfred Honeck
Ouvertures, walsen en andere dansen van Strauss, Suppé, Brahms Lehár en Ziehrer
vr 7 februari 2025 • 20.15 uur
singer-songwriter Rufus Wainwright dirigent
Songs van de albums Want 1 en Want 2
Olli begint een orkest (4+) zo 9 februari 2025 • 20.15 uur tekst en regie Freek den Hartogh actrice Nina Elisa Euson vormgeving Cynthia Borst
vr 14 februari 2025 • 20.15 uur dirigent Tarmo Peltokoski
Isolde Miina-Liisa Värelä
Tristan Andreas Schager
Brangäne Martina Dike
König Marke Stephen Milling licht Paul van Laak
Wagner Tristan und Isolde: tweede akte (concertant)
Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achter te laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt. Dank u wel!
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Albane Baron