Concerttoelichting | Nieuwjaarsconcert

Page 1


Concerttoelichting

Nieuwjaarsconcert

do 9 januari 2025 • 20.15 uur

vr 10 januari 2025 • 20.15 uur

zo 12 januari 2025 • 14.15 uur

PROGRAMMA

Franz von Suppé (1819–1895)

Leichte Kavallerie: Ouverture (1866)

Johannes Brahms (1833–1897)

Hongaarse dans nr. 1, WoO 1 nr. 1 (1879)

Franz Lehár (1870–1948)

Gold und Silber, Wals, op. 79 (1902)

Josef Strauss (1827–1870)

Ohne Sorgen, Schnellpolka, op. 271

Karl Ziehrer (1843–1922)

Weana Mad’ln, Wals, op. 388 (1888)

Josef Strauss

Plappermäulchen, Schnellpolka op. 245 (1868) pauze

Johann Strauss jr. (1824–1899)

• Der Zigeunerbaron: Ouverture (1885)

• Éljen a Magyar, Schnellpolka, op. 332 (1869)

Josef Strauss

• Die Libelle, Polka-mazurka op. 204 (1866)

Johann Strauss jr.

• Kaiser-Walzer, Wals, op. 437 (1889)

• Auf der Jagd, Schnellpolka, op. 373 (1875)

• Im Krapfenwaldl, Polka française, op. 336 (1869)

• Unter Donner und Blitz, Schnellpolka, op. 324 (1868)

Einde concert circa 22.15/16.15 uur

Een uur voor aanvang van het concert geeft Remko de Jager een inleiding op het programma, toegang

€ 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.

Cover: Foto Nicolas Gras (Unsplash)

Johann Strauss en zijn orkest tijdens een Hofbal. Litho naar een aquarel van Theo Zasche (ca. 1890)

De Walsenkoning en zijn entourage

Johann Strauss jr. en zijn orkest waren grenzeloos populair – dirigent Manfred Honeck noemt ze ‘de Beatles van de late 19e eeuw’. Met dat succes stak de jonge Strauss zijn vader naar de kroon, die met zijn eigen Straussorkest ook al flink aan de weg timmerde.

Het was vader Strauss die in de eerste helft van de 19e eeuw de Boheemse dorpse polka had omgesmeed tot iets ultra-pittigs voor de grote stad. Hij was het ook die de wals, ontwikkeld uit de eenvoudige Ländler in ¾ maat uit Stiermarken, had uitgebouwd tot een grootste compositievorm die vijf tot zeven dansen aan elkaar ketende. Voor de uitvoering van die muziek had hij zijn eigen orkest: de musici in rode livrei, hijzelf met de viool onder de kin ervóór, knap en exotisch met zijn donkere uiterlijk, ‘een moderne duivelbezweerder.’

Maar zoon Johann liet de ster van zijn vader verbleken. Zijn allereerste wals moest meteen bij de première al negentien keer worden herhaald, waarop de krant schreef: ‘Guten Abend Strausz-Vater, guten Morgen StrauszSohn!’ Onder Johann jr. veroverde de wals niet alleen Wenen maar ook Europa, en zelfs de VS, waar Strauss eens in Boston een meer dan duizendkoppig orkest leidde in een uitvoering van An der schönen blauen Donau.

Entourage

Strauss jr. had vele vrienden, concurrenten en bewonderaars. Zo was er Franz von Suppé, die, wanneer hij eigen werk dirigeerde, eerst een flinke snuif tabak nam, waarop de nies de opmaat aangaf. Zijn ouverture Leichte Kavallerie is de openingsmuziek van een

operette over liefdesintriges in een dorpje dat wordt opgeschud door de aankomst van een groepje huzaren.

Een van Strauss’ grootste bewonderaars was Johannes Brahms, een Duitse Wener met een voorliefde voor Hongaarse muziek. De 21 Hongaarse dansen die hij verzamelde, arrangeerde en bundelde zouden vrijwel al zijn andere werk in populariteit overtreffen, met Nr. 1 als een van de absolute tophits.

‘Hang je viool aan de wilgen en ga liever componeren,’ was het advies van Antonín Dvořák aan de conservatoriumstudent Franz Lehár. Het jonge talent volgde die raad op en zou uiteindelijk de troonsopvolger van Johann Strauss worden. Zijn doorbraak kwam in 1902 met Gold und Silber, een wals waarvoor de drie jaar eerder overleden Walsenkoning zich niet had hoeven schamen.

Josef Strauss, jongere broer van Johann jr., was vastbesloten om niet het muziekleven in te gaan. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool van Wenen, gaf leiding aan de bouw van een stuwdam en vond een straatveegmachine uit. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon, en Josef schreef toch zijn eerste wals. ‘Die Erste und Letzte von Josef Strauss’ noemde hij die, vastberaden om het bij die ene compositie te laten. Gelukkig liep het anders; zestien jaar laten kwam de teller op 271 met de polka Ohne Sorgen.

Een echte concurrent was Carl Michael Ziehrer. Hij deed er alles aan om met zijn eigen kapel het Straussorkest te overtreffen en wenste

ook al componerend Strauss in de schaduw te stellen. De wals Weana Mad’ln, ofwel ‘Weense meisjes’ werd zo’n grote hit dat Strauss zich misschien inderdaad even achter de oren zal hebben gekrabd.

Van Josef Strauss, de broer die nooit componist had willen worden, is ook de polka Plappermäulchen – een ‘muzikale grap’, aldus de componist. Het ‘babbelkousje’ waarnaar de titel verwijst is Josefs tienjarige dochtertje Karolina Anna; de muziek portretteert haar als een energieke stuiterbal.

Walsenkoning

Na de pauze richten we de schijnwerpers op Johann Strauss jr., van wie we in 2025 het tweehonderdste geboortejaar vieren. Zijn operette Der Zigeunerbaron ontstond op een bijzondere manier: Strauss schreef eerst de muziek, waarna librettist Schnitzer er de woorden onder zette. Zo werd de componist niet door ‘de tirannie van het woord’ gehinderd. Die ongebruikelijke aanpak leverde een groot succes op: bij de première beleefde de operette direct 84 opvoeringen achter elkaar.

We blijven in Hongaarse sferen met Éljen a Magyar! – Leve de Hongaren! Strauss schreef de polka twee jaar nadat Oostenrijk en Hongarije waren verenigd in een dubbelmonarchie; het was zijn persoonlijke gebaar om de Hongaren te laten weten dat hij hun een warm hart toedroeg.

Als intermezzo klinkt Die Libelle van broer Josef. Die vond zijn inspiratie toen hij tijdens een vakantie waterjuffertjes zag vliegen boven de Traunsee. Johannes Brahms was een groot fan van deze polka-mazurka; in 1889 speelde hij de pianoversie ervan voor een van de allereerste geluidsopnames ooit gemaakt.

Strauss componeerde de Kaiserwalzer voor een ontmoeting tussen de keizers Franz Joseph I van Oostenrijk en Wilhelm II van Duitsland. Nog geen twee weken na de eerste uitvoering in Berlijn klonk de muziek al in Wenen, gedirigeerd door Carl Ziehrer of all people. Strauss‘ grote rivaal had een pianoversie van de bladmuziek weten te bemachtigen om daarvan razendsnel een eigen orkestratie te maken. Strauss was danig geïrriteerd en liet er geen gras over groeien: diezelfde maand nog dirigeerde hij zijn wals zelf in de Gouden Zaal van de Weense Musikverein. Het publiek hield pas op met juichen toen het orkest de wals voor een tweede keer inzette.

Zo was er Franz von Suppé, die, wanneer hij eigen werk dirigeerde, eerst een flinke snuif tabak nam, waarop de nies de opmaat aangaf.

Met Auf der Jagd krijgt indirect ook jongste Straussbroer Eduard nog even aandacht: hij dirigeerde in 1875 waarschijnlijk de eerste uitvoering van deze polka. De partituur schrijft echt een pistool voor. Russisch is de achtergrond van de polka française Im Krapfenwaldl. Strauss schreef ‘m tijdens een bezoek aan Rusland, waar hij zijn première beleefde onder de naam ‘Im Pawlosks Walde’, naar het landgoed waar Strauss al wandelend inspiratie opdeed. Maar in Wenen werd Pavlosk prompt Krapfenwald; het vogelgekwetter klonk in dat park niet anders dan in Rusland.

Voor de Vastenavond van de Weense kunstenaarsvereniging Hesperus schreef Strauss in februari 1868 Unter Donner und Blitz. Strauss’ populairste polka? Met zijn aanzwellende paukenroffels en bekkenslagen, een zomers onweer verbeeldend, is het in ieder geval zijn luidruchtigste.

Manfred Honeck • dirigent

Geboren: Nenzing, Oostenrijk

Huidige positie: chef-dirigent Pittsburgh Symphony Orchestra

Studie: Wiener Musikakademie

Prijzen: European Conductor’s Award (1993)

Orkestervaring: als altviolist van de Wiener Staatsoper en de Wiener Philharmoniker

Daarna: assistent van Claudio Abbado bij het Gustav Mahler Jugendorchester, oprichter en muzikaal leider

Jeunesses Musicales-orkest Wenen, muzikaal leider

Opernhaus Zürich; chef-dirigent Noorse Nationale Opera; vaste gastdirigent Oslo Filharmonisch Orkest; chef-dirigent Zweeds Radio Symfonieorkest; chefdirigent Staatsoper Stuttgart

Gastdirecties: Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Gewandhausorchester Leipzig, Staatskapelle Dresden, London Symphony Orchestra, Wiener en Berliner Philharmoniker, Koninklijk

Concertgebouworkest, Boston Symphony Orchestra, Chicago Symphony Orchestra, Cleveland Orchestra, Los Angeles Philharmonic Orchestra

Debuut Rotterdams Philharmonisch: 1995

Foto: Felix Broede

Rotterdams Philharmonisch Agenda

vr 7 februari 2025 • 20.15 uur

singer-songwriter Rufus Wainwright

dirigent Lee Mills

Songs van de albums Want 1 en Want 2

Olli begint een orkest (4+)

zo 9 februari 2025 • 20.15 uur

tekst en regie Freek den Hartogh

actrice Nina Elisa Euson

vormgeving Cynthia Borst

vr 14 februari 2025 • 20.15 uur

dirigent Tarmo Peltokoski

Isolde Miina-Liisa Värelä

Tristan Andreas Schager

Brangäne Martina Dike

König Marke Stephen Milling licht Paul van Laak

Wagner Tristan und Isolde: tweede akte (concertant)

Music for Breakfast nr. 3 zo 2 maart 2025 • 10.30 uur

Trattoria Sophia

Musici en programma zie rpho.nl

vr 7 maart 2025 • 20.15 uur

dirigent Han-na Chang

fagot Lola Descours

Ravel Pavane pour une infante défunte

Jolivet Fagotconcert

Ravel Boléro

Prokofjev Vijfde symfonie

Help ons met uw review

Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achter te laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt. Dank u wel!

Chef-dirigent

Lahav Shani

Eredirigent

Yannick Nézet-Séguin

Vaste gastdirigent

Tarmo Peltokoski

Eerste viool

Marieke Blankestijn, concertmeester

Quirine Scheffers

Hed Yaron Meyerson

Saskia Otto

Arno Bons

Rachel Browne

Maria Dingjan

Marie-José Schrijner

Noëmi Bodden

Petra Visser

Sophia Torrenga

Hadewijch Hofland

Annerien Stuker

Alexandra van Beveren

Marie Duquesnoy

Giulio Greci

Tweede viool

Charlotte Potgieter

Frank de Groot

Laurens van Vliet

Elina Staphorsius

Jun Yi Dou

Bob Bruyn

Eefje Habraken

Maija Reinikainen

Babette van den Berg

Melanie Broers

Tobias Staub

Sarah Decamps

Altviool

Anne Huser

Roman Spitzer

Galahad Samson

José Moura Nunes

Kerstin Bonk

Janine Baller

Francis Saunders

Veronika Lénártová

Rosalinde Kluck

León van den Berg

Olfje van der Klein

Jan Navarro

Cello

Emanuele Silvestri

Joanna Pachucka

Daniel Petrovitsch

Mario Rio

Eelco Beinema

Carla Schrijner

Pepijn Meeuws

Yi-Ting Fang

Contrabas

Matthew Midgley

Ying Lai Green

Jonathan Focquaert

Robert Franenberg

Harke Wiersma

Arjen Leendertz

Ricardo Neto

Javier Clemen Martínez

Fluit

Juliette Hurel

Joséphine Olech

Manon Gayet

Fluit/piccolo

Beatriz Da Baião

Hobo

Karel Schoofs

Anja van der Maten

Hobo/althobo

Ron Tijhuis

Klarinet

Julien Hervé

Bruno Bonansea

Alberto Sánchez García

Klarinet/ basklarinet

Romke-Jan Wijmenga

Fagot

Pieter Nuytten

Lola Descours

Marianne Prommel

Fagot/ contrafagot

Hans Wisse

Hoorn

David Fernández Alonso

Felipe Freitas

Wendy Leliveld

Richard Speetjens

Laurens Otto

Pierre Buizer

Trompet

Alex Elia

Adrián Martínez

Simon Wierenga

Jos Verspagen

Trombone

Pierre Volders

Alexander Verbeek

Remko de Jager

Bastrombone

Rommert Groenhof

Tuba

Hendrik-Jan Renes

Pauken/slagwerk

Danny van de Wal

Ronald Ent

Martijn Boom

Adriaan Feyaerts

Harp

Albane Baron

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.