Rudy Uytenhaak

Page 1

Rudy Uytenhaak

•• Hoewel 80% van de consumenten een laagbouw-

te worden opgericht. Dit verlicht de woonlasten

woning wil, worden er in de steden vooral apparte-

aanzienlijk.

menten gebouwd; appartementenbouw beslaat maar

5. Vooralsnog blijkt de levensduur van laagbouw-

liefst 80% van de woningnieuwbouw. Dit niet voldoen

woningen aanmerkelijk langer te zijn dan die

aan de wensen van veel bewoners kan niet simpel

van appartementen. De eenvoud van eigendom,

verklaard worden uit financiële redenen. Immers:

bouwkundig onderhoud en mogelijkheden tot

1. De bouwkosten van appartementengebouwen zijn

per vierkante meter ca. 15% hoger dan die van laagbouw. Bovendien zijn voor trappenhuis, galerij,

aanpassing aan nieuwe wensen blijkt een primaire kwaliteit. 6. Deze voordelen, gecombineerd met de sociale

balkons en dergelijke ca. 25% meer (en relatief

(betere condities voor zowel privacy als ontmoetin-

dure) vierkante meters nodig dan bij een zelfstan-

gen) en ecologische voordelen, leveren een door de

dig huis. Een laagbouwhuis is dus bij gelijk netto

gebruiker gewenste en dus duurzamer woonsituatie

oppervlak ca. 40% goedkoper te bouwen.

op. Minder materiaal en energie wordt aangewend

2. Het is mogelijk ook in vrij hoge stedelijke dicht-

om woningen te maken die zorgzamer bewoond

heden (FSI ca. l,S) laagbouw te realiseren. De

worden, meer samenhang realiseren en dus langer

beschikbare bouwgrond kan kwantitatief net zo

meegaan.

goed benut worden als met appartementen het geval zou zijn, inclusief de bijbehorende grondop-

'Staande' wijken met hoogbouw zijn voor bestuur-

brengst. Stedelijke schaarste aan grond hoeft dus

ders, ontwikkelaars en architecten eenvoudig,

niet automatisch tot hoogbouw te leiden. 3. Bij qua dichtheid vergelijkbare stedelijke woon-

pragmatisch en ook nog spraakmakend (want in het oog springend) te maken. Te vaak zijn ze echter

omgevingen zal tussen compacte laagbouwmilieus

een product van een 'kort door de bocht' -instelling

minder openbare ruimte aanwezig zijn dan tussen

van bestuurlijk-planologische programmeringen.

appartementengebouwen. Daarmee zijn naast de

De geschiedenis van onze steden biedt een bron van

bouwkosten ook de aanleg- en onderhoudskosten

voorbeelden van 'liggende' buurten, waarbij inventief

van de publieke ruimte beperkter. De gemeente

gebruik is gemaakt van de beschikbare ruimte. Ook

zou daar een reductie van de grondprijs aan kun-

recente voorbeelden kunnen bovenstaande stellingen

nen verbinden, bijvoorbeeld op voorwaarde dat

rijk illustreren. Daarbij is het zinvol om op te merken

privéparkeren op eigen terrein wordt opgelost.

dat een concurrerende hoge dichtheid niet vanuit

Dit maakt het mogelijk de in principe introverter

economische motieven (winst en grondprijs) per se

woningen, ter compensatie, van binnen ruimer

noodzakelijk is, maar ook om ecologische redenen

op te zetten. Een revolutie in de residuele grond-

en ter vergroting van de diversiteit van onze woon-

waardetheorie!

milieus.

4. Bij woningen zonder gemeenschappelijke ruimten

46

zijn onderhoud van verlichting, verwarming en

Als we voldoende landschap willen behouden, terwijl

schoonmaak van de trappenhuizen overbodig.

de toename van de woninggrootte per persoon

Er hoeft dus ook geen vereniging van eigenaren

onomkeerbaar lijkt, is het noodzakelijk attractieve


stedelijke milieus te maken. De aantrekkingskracht van de stad met haar veelheid aan gebeurtenissen en potentieel aan activiteiten biedt compensatie voor de huidige, vaak kleine, woningen (50 à 70m 2 ). Maar uiteindelijk is doorslaggevend of de stad een scala aan karaktervolle milieus met riante woningen biedt en daarmee echt bijdraagt aan keuzevrijheid en afwisseling. Niet alleen omdat enquêtes die voorkeur melden, maar ook omdat diversiteit en identiteit een ontspannend tegenwicht bieden aan het gevoel van dichtheid van een stad, is het noodzakelijk om, naast appartementen in soorten en maten, te investeren in een ruim palet aan stedelijke laagbouw. De productie van woningen is geen louter technische zaak, maar betekent bouwen aan stad en landschap.

DE STAD ALS CULTUURPRODUCT In een stad komen vele individuele en gemeenschappelijke belangen bij elkaar. De behoefte aan onderlinge nabijheid, die vraagt om ruimte voor elkaar overlappende territoria, is de essentie van de stad. Daarmee ontstaat een ingenieus systeem van publieke en multiprivate ruimten: allerlei soorten binnen- en buitenruimten waar de juiste condities zijn geschapen voor de te verwachten en te stimuleren activiteit. Omdat dit systeem is georganiseerd volgens de waarden van een cultuur en daar expressie aan geeft, is een stad één van de belangrijkste cultuurproducten. In bestaande steden ligt zo een schat aan meer of minder expliciete kennis opgeslagen. Iedereen heeft aan steden zijn eigen herinneringen die vertellen van haar gebruik. Op pleinen en bruggen, in straten, parken, stations en kerken wordt een domein uitgezet dat - als een symfonie van ruimten - van een ongekende rijkdom aan ervaringen kan zijn. Ruimte staat hier voor een areaal aan kwaliteiten, een dichtheid van kwaliteiten. Om een stad attractief te maken is de kwaliteit van deze dichtheid heel belangrijk; worden de fysieke mogelijkheden van een plek groter, gevarieerder en intensiever door de wijze waarop

De Bongerd.

maar schraal palet. Enerzijds het populaire en eenvoudig te bouwen rijtjeshuis, anderzijds de door

gebouwen ten opzichte van elkaar zijn geordend en

Gropius en Le Corbusier gepropageerde en in de

gecomprimeerd? En in welke samenhang staat dit tot

jaren '50 en '60 veelvuldig ingezette middel- en hoog-

het gebruik ervan?

bouw. Hoewel appartementen luxe wonen kunnen

De Nederlandse woningbouw heeft zich een eeuw

van flats: de portiek- of galerij ontsluiting mag dan

lang uitgeput in de optimalisatie van een beperkt

een lift hebben, de ambiance - fysiek en sociaal - is

aantal laag- en hoogbouwtypen. Zo bouwden we

voor de bewoners moeilijk beïnvloedbaar. De woning

onze remmende voorsprong op met een economisch,

ligt hoog en droog, maar de oriëntatie is, als gevolg

betekenen, zijn we ook niet onbekend met de nadelen

47


met betrekking tot het wonen. Veeleer zijn het uiterlijke vormverschillen: of je nu woont in een 'schijf' of een 'toren~ in beide gevallen kom je via een lifthal in een appartement met terras/balkon en uitzicht naar twee (of één!) zijden. De argumenten voor compacte laagbouw betreffen dus niet alleen de woonkwaliteit, de kosten en de duurzaamheid van de woningen zelf, maar zeker ook de kwaliteit van de stedenbouwkundige ruimten. Het bouwen van meer grondgebondeh woningen levert minder en daardoor beter te ontwerpen-, te bekostigen, te controleren en te beheren openbare ruimte op. Dit méér aan kwaliteit zou de ambitie moeten en kunnen zijn, maar betekent zeker geen taboe op appartementen. Eerder een pleidooi voor differentiatie van woonmilieus in de woningmarkt. Door het uit elkaar halen en steeds opnieuw in elkaar zetten van woningtypen kunnen architecten en ontwerpers, in plaats van het steeds opnieuw verpakken van dezelfde standaarden, in zowel laag- als hoogbouw bijdragen aan de ontwikkeling van dit palet van zinvolle verschillen. In de laagbouw is overigens een scala aan typen mogelijk aan de hand van de belangrijkste variabelen in de relaties huis-huis, huis-straat en huis-buiten, te weten: grond ontsloten, grondgebonden en de mate van individualiteit van de woning in beheer, ontsluivan zuinig ingezette liften, vaak eenzijdig ofkwalita-

Overhoekse tuin in

ting, buitenruimte en parkeren. Voorbeelden zijn

tiefbeperkt door een galerij. Een gebrek aan privacy

De Bongerd.

individuele stadshuizen, drive-in woningen, duplex-

in ontsluiting en buitenruimte en soms ook geluids-

woningen, toren-huizen (donjons) en patiowoningen.

overlast tussen de woningen completeren de poten-

De geschiedenis biedt hiervoor vele referenties:

tiële achilleshiel.

Venetië, Naarden, Groningen, 19<eeuwse arbeiders-

Binnen de hoogbouwwoning is, zeker bij de loft-

wijkjes, etc. Japanse steden bieden een zeer uitgebrei-

achtige typen, de flexibiliteit vaak groot door de

de bibliotheek van vaak zeer inventieve, hedendaagse

neutraliteit van de ruimten. Daar staat echter tegen-

oplossingen voor individueel gebouwde huizen, in-

over dat een laagbouwwoning vaak meer intern

clusief auto, op eigen minikavels. Er zijn ook recente,

karakterverschil èn meer mogelijkheden tot uitbrei-

inspirerende Europese collectieve referenties zoals de

dingbezit.

Siedlung Halen in Bern, de Engelse new towns en de

In verticale buurten is doorgaans weinig bewoning op

Deense woningbouw van ca. 1970 tot nu. We kunnen

de begane grond; bergingen, garages, vuilcontainers

ons laten inspireren door deze voorbeelden, maar

en entrees met postkastjes en bellen tableaus bezetten

daarnaast kunnen we ook mathematisch ons voorstel-

de onderbouw. Hierdoor ontstaat op het maaiveld

lingsvermogen opnieuw uitdagen.

een weinig publiek karakter dat vaak veel minder levendig is dan dat van laagbouwsituaties. Vaak ontstaat er, ook door de bouwmassa's, een open ruimte

STEDENBOUWKUNDIGE KWALITEIT

van matige kwaliteit, met grote schaduwvlakken en

48

onaangename temperatuur- en windverschillen.

Het thema grondontsloten woningen en de daarmee

Bij hoogbouw is een diversiteit van woonsituaties

eventueel verbonden tuin als buitenruimte biedt

zelden gebaseerd op essentiële verschillen in waarden

ook nog een stedenbouwkundig perspectief dat zou


kunnen worden onderzocht. De opgave bij compacte laagbouw schuilt erin weinig vierkante meters aan publieke ruimte te maken, ten gunste van het privé-areaal. Dit leidt tot smallere straten en diepere kavels. Varianten ontstaan als de publieke ruimte in of op de bebouwing wordt geïntegreerd, wanneer de privébuitenruimte achter, voor of op de woning wordt gemaakt of als er hybride woningtypen worden gemaakt. Smalle straten met smalle kavels leiden al snel tot typisch Hollandse stedelijkheid. Wanneer de kavels breder worden, zijn er soms nog smallere straten mogelijk. In bijvoorbeeld tuinstad de Bongerd (1995 - 2008), met een dichtheid van ca. 70 wo/ha, zijn er 4 meter smalle laantjes waaraan relatief brede, overhoekse voortuintjes liggen. Daarmee ontstaan kansen voor een vrijere relatie tussen interieur en de publieke ruimte. De grondontsloten woning is de variant op de grondgebonden woning die geen prioriteit legt bij de tuin, omdat op een meer stedelijke wijze in een private buitenruimte kan worden voorzien, al dan niet met de aanvulling van een openbaar plantsoen of parkachtig areaal. Wel wordt de eigen voordeur, en dus een meer ongedwongen relatie met de openbare ruimte, de straat en de buren als een essentiële kwaliteit gezien. Zo verkrijgt men immers de mogelijkheid zijn buren via de stoep te kiezen in plaats

Straatbeeld De Bongerd.

per hectare op een eiland als Sporenburg ligt dat zeer voor de hand) de strategie van diversiteit van bewo-

van ze via het trappenhuis te krijgen toegewezen.

ningstypen gebruikt moeten worden om diversiteit in

De straat moet daarbij garant staan voor een zekere

karakter van stedelijke ruimten te verkrijgen. Daarbij

anonimiteit, zodat er een keuzevrijheid van contac-

zou niet alleen een differentiatie van typen wonin-

ten ontstaat. Misschien is het beter te spreken van

gen aangebracht moeten worden, maar deze typen

een zekere formaliteit: anderen zijn niet verborgen

zouden ook moeten reageren op hun verschillende

of weg, maar aanspreekbaar op verschillende in het

locaties. Het maken van louter appartementengebou-

gedrag gecodeerde niveaus.

wen is daartoe niet geëigend, omdat de invloed hiervan op de directe woonomgeving al snel abstract en

Naast het bedenken van specifieke vormen voor

beperkt van aard is. Het gebruik maken van laagbouw

specifieke plekken, zullen we daarom in stedelijk

is op stedenbouwkundig niveau de ideale manier om

bedoelde laagbouwmilieus vooral de heterogeniteit

gevarieerde vormen van interactie aan te gaan met de

van levens- en woonwijzen moeten accentueren,

omgeving.

om zo een gedifferentieerd en levendig functionerend gebied te krijgen. Een voordeel van laagbouw is immers dat ze vrijer kan ingaan op diversiteit

Rl/dy Uytenhaak houdt zich als architect al jaren bezig met de re/atie

aan woonsituaties en deze verschillen kan benut-

tussen dichtheid en stedelijke woonkwaliteit. In september wordt Zijll

ten om verschillen in stedenbouwkundige ruimten

boek 'Steden vol ruimte' gepubliceerd. het resultaat van het onderzoek

te maken. Vooral in een wijk waar de bestemming

dat hij deed als praktijkhoogleraar Woningbouw aan de TU Delft. Hierin

hoofdzakelijk wonen is zou, om enige mate van

worden O.Q. instrumenten gepresenteerd om netto en bruto dichtheid op

stedelijkheid te genereren (en bij honderd woningen

verschillende schaalniveau 's te beschrijven.

49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.