Zeg eens eu 2015 2

Page 1

Inleiding en handleiding

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2012 – www.ryckevelde.be


Ryckevelde vzw Beweging voor Europees burgerschap T 050 35 27 20 F 050 37 11 01 info@ryckevelde.be www.ryckevelde.be

Dit project werd gefinancierd met de steun van het LLP Programma van de Europese Commissie.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

2


Inleiding en handleiding

Inleiding De Europese Unie staat dichter bij ons dan de meeste mensen denken. Het overgrote deel van de Vlaamse of Belgische wetten zijn van Europese makelij. Of het nu gaat om de landbouwproducten die we consumeren, de voedselveiligheid, gezondheids- of milieuvoorschriften … de EU zit er vaak voor iets tussen. Bij veel grote realisaties van meer dan 50 jaar Europese samenwerking staan we nauwelijks nog stil. Denk maar aan meer dan een halve eeuw vrede en welvaart, het vrij verkeer van diensten, reizen zonder grenscontroles, de euro, vlot transport over de Europese grenzen … Toch zijn vele Vlamingen niet vertrouwd met die Europese Unie. Meer nog, er doen zoveel misverstanden en indianenverhalen de ronde dat we er soms eerder afkering tegenover staan. Dit didactisch pakket van Ryckevelde vzw biedt de nodige basisinformatie om dat probleem uit de wereld te helpen. Waarom was en is die Europese samenwerking zo belangrijk? Hoe zie je de Europese Unie in je dagelijks leven? Hoe wordt ze bestuurd? Waar houdt ze zich mee bezig of net niet? Je leest er in ‘Zeg eens EU’ meer over. Daarnaast wil het pakket ook een aanzet tot discussie zijn. In Vlaanderen wordt de Europese integratie vaak zonder meer ‘geslikt’ en van maatschappelijk debat is weinig sprake. Het aangeboden materiaal is een goede basis om kritisch van gedachten te kunnen wisselen over het thema Europa. Qua inhoud behandelt ‘Zeg eens EU’ een staalkaart van de belangrijkste thema’s die de Europese Unie te bieden heeft. Talen en cultuur, landbouw, milieu, de euro en de eurocrisis, veiligheid, regionaal beleid en de open grenzen: het komt allemaal aan bod. Daarnaast schetsen we nog een algemeen beeld van de Europese landen, we vertellen meer over het ontstaan en groei van de Europese Unie en ook het bestuur van de Unie staat op het menu. Al die informatie wordt in deze vernieuwde editie van ‘Zeg eens EU’ zoveel mogelijk vanuit de leefwereld van de doelgroep gebracht. De Europese Unie is immers niet altijd een evident thema, maar de leerlingen en cursisten kunnen zeker geboeid worden als ze zien dat de Europese Unie toch niet zo’n ver-van-hun-bed-show is. Als initiële doelgroep hielden we de cursisten van de Centra voor Basiseducatie en de leerlingen van de derde graad van het (deeltijds) beroepsonderwijs voor ogen. Uiteraard bevat die doelgroep een grote caleidoscoop aan niveaus en richtingen. Daarom is het pakket zeer modulair opgebouwd. Dat laat u toe om zelf te beslissen welke delen en welke opdrachten voor uw cursisten of leerlingen van toepassing zijn. Naar vorm kozen we voor een gestructureerde aanpak. Hoe het pakket concreet is opgebouwd en hoe u het kan hanteren leest u in de ‘Handleiding voor de docent’ die hierna volgt. U zal ook merken dat ‘Zeg eens EU’ relatief sober is uitgevoerd. Het is immers de bedoeling dat u de onderdelen die u wil behandelen zelf kopieert, projecteert of bewerkt. Eventueel kunt u ze aanpassen aan de behoeften van uw groep. Het originele pakket kwam in 2005 tot stand met ondersteuning van Diane Dekeyzer van het VOCB, Marleen Baeten van het Centrum voor Basiseducatie Leuven, Lies Bonte en Cinthe Lemmens van het ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

3


Inleiding en handleiding Centrum voor Basiseducatie Brussel, Nathalie Clerckx (Instituut Mariawende-Blydhove Brugge) en Stefanie De Groote. In 2012 kwamen we tot de vaststelling dat het thema nog steeds razend actueel was, maar dat de cursus wel een serieuze opfrissing kon gebruiken. De Europese Unie evolueert verder en we hebben ook de ambitie om de cursus mee te laten evolueren. In deze update is niet alleen de inhoud en vorm geactualiseerd, maar ook de aanpak en structuur werden flink herwerkt. Elk hoofdstuk start vanuit een fotopagina. Hiermee proberen we, waar mogelijk, het onderwerp vanuit het dagelijkse leven en de actualiteit te behandelen. Bovendien sluit die visuele aanpak meer aan bij de doelgroep en de tijdsgeest. ‘Zeg eens EU…’ kwam er in 2005 met financiële steun van de Vlaamse overheid. De update van 2012 werd financieel ondersteund door de Europese Commissie. Maar ondertussen wordt het pakket regelmatig opnieuw aangepast aan de actualiteit. Maar didactisch materiaal is natuurlijk nooit echt af. Het kan altijd verbeterd worden. Dan kan maar als u ons (vanuit de praktijk) suggesties en tips doorspeelt. Ryckevelde vzw zal ze graag verwerken in een volgende editie van het pakket of in andere materialen. Tot slot wensen we iedereen die met ‘Zeg eens EU’ aan de slag gaat, heel veel boeiende en leerrijke momenten toe. Brugge, 2015

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

4


Inleiding en handleiding

Handleiding voor de docent De structuur van de verschillende hoofdstukken in ‘Zeg eens EU’ werd grondig bijgeschaafd om het meer op de leefwereld van de leerlingen/cursisten af te stemmen. Bovendien moet de nieuwe structuur ook de aanpak van de lesgever vereenvoudigen. Maar ‘Zeg eens EU’ blijft nog steeds een modulair pakket. Je kan zelf kiezen welke hoofdstukken nuttig zijn voor jouw klas en je kruist per hoofdstuk zelf aan welke opdrachten je in jouw lessen wenst in te passen. Elk hoofdstuk staat immers op zichzelf en een streepje voorkennis kan nuttig zijn.

Algemene structuur van het pakket De hoofdstukken over de ‘Europese landen’, ‘het ontstaan en de groei van de Europese Unie’ en de ‘werking van de Europese Unie’ staan vooraan. Je bent uiteraard vrij deze hoofdstukken te behandelen, maar een basiskennis van de verschillende Europese lidstaten, het groeiproces van de EU en de Europese instellingen kan er wel voor zorgen dat de leerlingen/cursisten het Europees verhaal beter begrijpen. Daarna volgen de hoofdstukken met de ‘Europese thema’s’: cultuur en talen, open grenzen, landbouw, milieu, veiligheid, de euro en regionaal beleid. De bijlagen bij de opdrachten vind je helemaal achteraan. Ook de landenfiches met basisinfo per lidstaat vind je hier terug.

Opbouw van de hoofdstukken Elk deel begint met een fotopagina. De foto’s illustreren waarover het hoofdstuk gaat en, belangrijker, de impact van dit Europees thema in ons leven. Daarna beginnen de opdrachten. De opdrachten zijn meestal opgebouwd als volgt:  De opdracht met de fotopagina laat de leerlingen zelf de link tussen de EU en het thema ontdekken.  De kennisopdrachten scherpen de kennis en inzicht over het thema aan.  De uitbreidingsopdrachten graven dieper en geven meer achtergrondkennis.  De discussie wordt daarna aangezwengeld met enkele kritische stellingen in ‘geef je mening’.  Dan volgen enkele ICT-opdrachten, waarin de leerlingen/cursisten aangemaand worden om online te gaan grasduinen.  Ten slotte is er nog een herhalingsopdracht die gelinkt is aan de doelstellingen van het hoofdstuk. Wat hebben we vandaag geleerd?  Meteen na de opdrachten staan alle oplossingen opgelijst. De oplossingen van de fotopagina worden grondig uit de doeken gedaan, zodat de lesgever hier meteen mee aan de slag kan. Bij elke opdracht staat ook uitleg voor de leerkracht. Wat is het doel van de oefening? Welke voorbereidingen moet je treffen? Hoe pak je de oefening aan? Je leest het telkens in het kadertje

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2012 – www.ryckevelde.be


Inleiding en handleiding ‘Aanpak leerkracht/docent’. Maar je kan natuurlijk steeds zélf kiezen hoe je dit in je lessen wilt integreren.

De fotopagina: de leerlingen ontdekken zelf waar het om draait De fotopagina op de omslag van het hoofdstuk is meteen de aanzet tot de eerste (klassikale) opdracht. De leerlingen/cursisten vertellen wat op de foto’s staat en proberen uit te zoeken wat dit precies met Europa te maken heeft. Het is uiteraard de bedoeling dat de lesgever dit inductief klasproces begeleidt en eventueel de nodige vragen stelt om de leerlingen/cursisten tot inzicht te brengen. Per fotopagina kunnen de leerlingen een drie of viertal klemtonen of basisaspecten van het thema terugvinden. Dit vormt telkens de basis van het hoofdstuk. De leerkracht/docent kan ook nog verder ingaan op de fotopagina en een klasgesprek op gang brengen. Na deze opdracht begrijpen de leerlingen/cursisten al de basis van dit thema. Ze kunnen dan verder aan de slag met de opdrachten om de kennis ‘vast te zetten’.

Achteraan het hoofdstuk: meer achtergrondmateriaal voor de leerkracht Na de opdrachten (en oplossingen) staat nog wat meer informatie over het thema. Je vindt er een tekst met achtergrondinformatie en daarna een aantal links van websites, filmpjes en teksten die nuttig zijn om het hoofdstuk op interactieve wijze te behandelen. Helemaal op het einde van het hoofdstuk staan ten slotte een aantal suggesties om het thema in de klas te brengen of de klas het thema aan de lijve te laten ondervinden. Die doe-mogelijkheden zijn uiteraard niet essentieel om het thema te doorgronden. Maar ze kunnen wel een leuke afwisseling vormen of bv. handig van pas komen bij een Europese themaweek.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

6


Inhoudstafel

Inleiding ....................................................................................................................................... 3 Handleiding voor de docent .......................................................................................................... 5 Algemene structuur van het pakket ................................................................................................ 5 Opbouw van de hoofdstukken ........................................................................................................ 5 De fotopagina: de leerlingen ontdekken zelf waar het om draait .................................................. 6 Achteraan het hoofdstuk: meer achtergrondmateriaal voor de leerkracht ................................... 6 ZEG EENS, Ken je de landen van de Europese Unie? ..................................................................... 13 Inleiding ............................................................................................................................................. 13 Doelstellingen .................................................................................................................................... 13 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ......................................................................................... 13 1. Kennisopdrachten ..................................................................................................................... 13 2. Uitbreidingsopdrachten ............................................................................................................ 17 Oplossingen ....................................................................................................................................... 21 Achtergrondinformatie.................................................................................................................. 29 ZEG EENS, Hoe is de Europese Unie ontstaan en gegroeid? .......................................................... 32 Inleiding ............................................................................................................................................. 32 Doelstellingen .................................................................................................................................... 32 Opdrachten voor leerlingen/cursisten .............................................................................................. 32 1. Kennisopdrachten ..................................................................................................................... 32 2. Uitbreidingsopdrachten ............................................................................................................ 35 3. Geef je mening .......................................................................................................................... 41 4. ICT-opdrachten .......................................................................................................................... 42 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................... 42 Oplossingen ....................................................................................................................................... 43 Achtergrondinformatie ..................................................................................................................... 51 Extra................................................................................................................................................... 52 Online en media ............................................................................................................................ 52 Wat kan je doen met de klas? ....................................................................................................... 53

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

7


Inhoudstafel ZEG EENS, Hoe wordt de Europese Unie bestuurd? ...................................................................... 56 Inleiding ............................................................................................................................................. 56 Doelstellingen .................................................................................................................................... 56 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ......................................................................................... 56 1. Kennisopdrachten ..................................................................................................................... 56 2. Uitbreidingsopdrachten ............................................................................................................ 59 3. Geef je mening .......................................................................................................................... 62 4. ICT-Opdrachten ......................................................................................................................... 62 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................... 63 Oplossingen ....................................................................................................................................... 64 Achtergrondinformatie ..................................................................................................................... 69 Extra................................................................................................................................................... 71 Online en media ............................................................................................................................ 71 Wat kan je doen met de klas? ....................................................................................................... 71 ZEG EENS, Wat houdt het Europese landbouwbeleid in?.............................................................. 74 Inleiding ............................................................................................................................................. 74 Doelstellingen .................................................................................................................................... 74 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ......................................................................................... 74 1. Kennisopdrachten ..................................................................................................................... 74 2. Uitbreidingsopdrachten ............................................................................................................ 77 3. Geef je mening .......................................................................................................................... 79 4. ICT-Opdrachten ......................................................................................................................... 79 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................... 80 Oplossingen ....................................................................................................................................... 80 Achtergrondinformatie ..................................................................................................................... 85 Extra................................................................................................................................................... 86 Online en media ............................................................................................................................ 86 Wat kan je doen met de klas? ....................................................................................................... 87 ZEG EENS, Wat houdt het Europees regionaal beleid in? .............................................................. 90 Inleiding ............................................................................................................................................. 90 Doelstellingen .................................................................................................................................... 90 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ......................................................................................... 90 1. Kennisopdrachten ..................................................................................................................... 90 2. Uitbreidingsopdrachten ............................................................................................................ 95 3. Geef je mening .......................................................................................................................... 97

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

8


Inhoudstafel 4. ICT-opdrachten .......................................................................................................................... 98 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................... 98 Oplossingen ....................................................................................................................................... 99 Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 104 Extra................................................................................................................................................. 105 Online en media .......................................................................................................................... 105 Wat kan je doen met de klas? ..................................................................................................... 105 ZEG EENS, Wat betekenen de ‘open grenzen’ in de Europese Unie? ............................................107 Inleiding ........................................................................................................................................... 107 Doelstellingen .................................................................................................................................. 107 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ....................................................................................... 107 1. Kennisopdrachten ................................................................................................................... 107 2. Uitbreidingsopdrachten .......................................................................................................... 110 3. Geef je mening ........................................................................................................................ 113 4. ICT-opdracht ............................................................................................................................ 113 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................. 114 Oplossingen ..................................................................................................................................... 114 Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 120 Extra................................................................................................................................................. 121 Online en media .......................................................................................................................... 121 ZEG EENS, Wat houdt het Europese milieubeleid in? ..................................................................123 Inleiding ........................................................................................................................................... 123 Doelstellingen .................................................................................................................................. 123 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ....................................................................................... 123 1. Kennisopdrachten ................................................................................................................... 123 2. Uitbreidingsopdrachten .......................................................................................................... 125 3. Geef je mening ........................................................................................................................ 128 4. ICT-Opdrachten ....................................................................................................................... 128 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................. 128 Oplossingen ..................................................................................................................................... 129 Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 134 Extra................................................................................................................................................. 135 Online en media .......................................................................................................................... 135 Wat kan je doen met de klas? ..................................................................................................... 135 ZEG EENS, Wat houdt het Europese beleid over de euro en de eurocrisis precies in? ...................137

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

9


Inhoudstafel Inleiding ........................................................................................................................................... 137 Doelstellingen .................................................................................................................................. 137 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ....................................................................................... 137 1. Kennisopdrachten ................................................................................................................... 137 2. Uitbreidingsopdrachten .......................................................................................................... 143 3. Geef je mening ........................................................................................................................ 144 4. Herhalingsopdracht ................................................................................................................. 145 Oplossingen ..................................................................................................................................... 145 Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 153 Extra................................................................................................................................................. 154 Online en media .......................................................................................................................... 154 Wat kan je doen met de klas? ..................................................................................................... 154 ZEG EENS, Wat houdt de Europese samenwerking rond veiligheid in? .........................................156 Inleiding ........................................................................................................................................... 156 Doelstellingen .................................................................................................................................. 156 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ....................................................................................... 156 1. Kennisopdrachten ................................................................................................................... 156 2. Uitbreidingsopdrachten .......................................................................................................... 158 3. Geef je mening ........................................................................................................................ 160 4. ICT-Opdrachten ....................................................................................................................... 160 5. Herhalingsopdracht ................................................................................................................. 161 Oplossingen ..................................................................................................................................... 162 Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 167 Extra................................................................................................................................................. 168 Online en media .......................................................................................................................... 168 Wat kan je doen met de klas? ..................................................................................................... 169 ZEG EENS, Wat doet de Europese Unie voor talen en cultuur? ....................................................171 Inleiding ........................................................................................................................................... 171 Doelstellingen .................................................................................................................................. 171 Opdrachten voor de leerlingen/cursisten ....................................................................................... 171 1. Kennisopdrachten ................................................................................................................... 171 2. Uitbreidingsopdrachten .......................................................................................................... 174 3. Geef je mening ........................................................................................................................ 179 4. Herhalingsopdracht ................................................................................................................. 180 Oplossingen ..................................................................................................................................... 180

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

10


Inhoudstafel Achtergrondinformatie ................................................................................................................... 187 Extra................................................................................................................................................. 187 Online en media .......................................................................................................................... 187 Wat kan je doen met de klas? ..................................................................................................... 188 BIJLAGE 1 ..................................................................................................................................191 BIJLAGE 2 ..................................................................................................................................220 BIJLAGE 3 ..................................................................................................................................226 BIJLAGE 4 ..................................................................................................................................228

BIJLAGE 5 ..................................................................................................................................243 BIJLAGE 6 ..................................................................................................................................249 BIJLAGE 7 ..................................................................................................................................254 BIJLAGE 8 ..................................................................................................................................263 BIJLAGE 9 ..................................................................................................................................266 BIJLAGE 10 ................................................................................................................................268

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be

11


‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2013 – www.ryckevelde.be


Landen van de EU

ZEG EENS, Ken je de landen van de Europese Unie? Inleiding De Europese Unie bestaat uit 28 lidstaten met elk hun eigen kenmerken, taal, cultuur… Om het beleid van de ‘Europese Unie’ te begrijpen is het ook belangrijk om die verschillende landen te leren kennen. Dit hoofdstuk gaat hierover. De infofiches over de 28 EU-lidstaten (bijlage 1) vormen het uitgangspunt van de meeste opdrachten.

Doelstellingen  

De leerlingen/cursisten weten dat er 28 EU-lidstaten zijn en kunnen ze opsommen. De leerlingen/cursisten kunnen iets meer vertellen over elk van die landen.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Leer de landen van de Europese Unie kennen Bekijk de Europese landkaart en beantwoord per land (1 – 28) de volgende vragen:  Om welk EU-land gaat het?  Wat is de hoofdstad van dit land?  Wat weet je over dit land? Ken je iets (cultuur, natuur, eten of drinken, bekende personen, clichés, films …) waarvoor dit land bekend staat?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

13


Landen van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Leer de landen van de Europese Unie kennen (klassikale opdracht) Kopieer de landkaart (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de kaart te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Je bespreekt best telkens land per land de drie vragen. De leerlingen kunnen via het internet vragen 2 en 3 beantwoorden. Daarnaast is het ook mogelijk om elke leerling als inleiding op de lessen over de EU ook één EU-land te laten bespreken. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen.  Weet je welke 6 Europese landen als eerste begonnen samen te werken in 1951?  In welke EU-landen is Duits een officiële landstaal?  Welke landen zouden in de toekomst nog lid mogen worden van de Europese Unie?  Welke voorwaarden zou de EU moeten opleggen om lid te worden van de EU?  Weet je welke landen officieel kandidaat-lidstaat zijn?  Cyprus is maar voor de helft lid van de EU. Weet je waarom?  Zwitserland ligt in het midden van Europa maar is geen lid van de EU. Weet je ook waarom?  Weet je waar de meeste Europese instellingen, zoals de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en een ‘zetel’ van het Europees Parlement, gelegen zijn?  Heb je een idee welk land gekend is voor z’n vele gsm-gebruikers en het bedrijf Nokia?  In dit EU-land is wodka de nationale drank en men beweert er ook als eerste het goedje gestookt te hebben. Om welk land gaat het?  In welk land is het de gewoonte in de traditionele cafés (‘Kneipen’) om zacht op de tafel te kloppen als je aan de tafel toekomt of vertrekt?  Waar eet je je mosselen op met een lege schelp?  In dit land zijn ‘tapas’ (kleine hapjes) zeer populair. In tapasbars mag je trouwens je afval van de tapas op de grond gooien. Weet je om welk land het gaat?  In 2007 trad dit land toe tot de EU. Je moet er knikken als je ‘nee’ wilt zeggen en met je hoofd schudden als je ‘ja’ bedoelt.  Ken je nog traditionele gewoonten die in bepaalde EU-landen normaal zijn, maar voor ons wat vreemd overkomen?  Deze twee landen zijn lid van de Europese Unie maar hebben toestemming gekregen om de euro niet in te voeren. Het gaat om Denemarken en … ?  Welke twee kleine eilanden traden in 2004 toe tot de Europese Unie?  Welke land werd in 2013 de 28ste lidstaat? De stropdas werd er uitgevonden.

Opdracht 2: Het verschil tussen landen van de Europese Unie, Europa en de wereld. Kies om beurt een kaartje uit de zak. Situeer het land op de landkaart en leg de kaartjes per kleur. Zoek dan het verband tussen de landen met hetzelfde kleur.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

14


Landen van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Het verschil tussen landen van de Europese Unie, Europa en de wereld (spelopdracht) Zie bijlage 2. De leerlingen/cursisten ontdekken met dit spel het verschil tussen Europa en de Europese Unie. Er zijn kaartjes in drie kleuren (af te drukken op gekleurd papier): een kleur voor de landen die niet tot het continent Europa behoren (eerste tabel in bijlage), een kleur voor landen die wel tot Europa maar niet tot de Europese Unie (tweede tabel in bijlage) en een kleur voor landen van de EU (derde tabel in bijlage). Alle kaartjes worden in één zak gestopt. Laat de deelnemers één voor één eerst een kaartje trekken. Vraag hen of ze het land kunnen situeren op de wereldkaart. Laat de leerlingen/cursisten daarna de kaarten per kleur groeperen en vraag of ze het verband kunnen vinden tussen de kaartjes van hetzelfde kleur. Zo kan je het verschil tussen landen uit de wereld, Europa en de Europese Unie uitleggen.

Opdracht 3: Situering van de EU-lidstaten op een blinde kaart Situeer de 28 landen van de EU op de blinde kaart. Noteer enkel het cijfer van het land op de kaart. 1 2 3 4 5 6

België Nederland Luxemburg Frankrijk Italië Duitsland

15

Finland

Griekenland

16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

Polen Tsjechië Slowakije Hongarije Slovenië Malta Estland Letland Litouwen Cyprus

7 8 9

Het Verenigd Koninkrijk Ierland Denemarken

10 11 12

Spanje Portugal

26 27

Roemenië Bulgarije

13 14

Oostenrijk Zweden

28

Kroatië

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Situering van de EU-lidstaten op een blinde kaart (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht de Europese landkaart en de EU-lidstaten beter kennen. Kopieer hiervoor de blinde kaart (bijlage 3) voor alle leerlingen en laat ze individueel de kaart aanvullen. Daarna geeft iedere leerling/cursist de ingevulde kaart aan zijn/haar buur en wordt de opdracht klassikaal verbeterd.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

15


Landen van de EU

Opdracht 4: De namen van de EU-lidstaten De Europese Unie telt momenteel 28 lidstaten. Kan je ze allemaal opsommen? B……...ë

Fr…………..k

N……………d

Lux………..…g

It……..…ë

Ver…….... K……....

Ie……..…..d

Den……………n

Dui……..….d

Zw………..….n

Oo……..…..k

Fi…………...d

Sp……..…..e

Po……..….al

Gr……..……d

Po……..n

Tsj……..….ë

Slo……..….e

Ho……………e

Es……..….d

Le……..….d

Li……..……n

M………..a

Cy………..s

Slo……..…ë

B……..…….ije

Ro…………..….e

Kr………..…ië

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: De namen van de EU-lidstaten (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten proberen zonder hulpmiddelen de lijst van EU-landen aan te vullen.

Opdracht 5: De hoofdsteden van de EU-lidstaten Vul de hoofdsteden van de EU-landen aan. Als de hoofdstad al ingevuld is, vul dan het bijhorende land aan. Frankrijk … … Italië Verenigd Koninkrijk … … Griekenland … Denemarken … Luxemburg Slowakije Roemenië

… Brussel Praag … … Berlijn Boedapest … Wenen … Amsterdam … … …

… … … Spanje Zweden … Estland … … … Malta … … …

Dublin Lissabon Warschau … … Helsinki … Riga Vilnius Ljubljana … Nicosia Sofia Zagreb

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

16


Landen van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: De hoofdsteden van de EU-lidstaten (individuele opdracht) Herhaling en variatie op vorige opdrachten.

Opdracht 6: De autokentekens van de EU-lidstaten Dit zijn de autokentekens van de EU-lidstaten. Plaats de namen van de landen naast het juiste kenteken. Je kan kiezen tussen: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Kroatië, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden. L

GB

PL

B

F

IRL

H

SF

D

BU

LT

SK

I

E

LV

M

NL

S

CY

P

DK

A

RO

SLO

CZ

GR

EST

HR

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: De autokentekens van de EU-lidstaten (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht opnieuw de verschillende EU-lidstaten duiden aan de hand van de autokentekens.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 7: Vraagjes over de EU-lidstaten Los de onderstaande vragen op aan de hand van de infofiches van de EU-lidstaten. 1. Welk land van de EU telt het meeste inwoners? 2. Welk land van de EU heeft het minst inwoners? 3. Wat is het kleinste land in de Europese Unie? 4. Wat is het grootste land in de Europese Unie? 5. In welke maand vieren de meeste EU landen hun nationale feestdag? 6. Waar in de EU is het werkloosheidscijfer het hoogst (cijfers 03/2015)?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

17


Landen van de EU 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.

Waar in de EU is het werkloosheidscijfer het laagst (cijfers 03/2015)? Waar in de EU leven de mensen gemiddeld het langst? Waar in de EU leven de mensen gemiddeld het kortst? Welk land van de Europese Unie heeft de langste kustlijn? Welke landen van de Europese Unie hebben geen kust? Als je naar Tsjechië wil bellen, welk voornummer moet je dan intoetsen? In welk EU-land is de gemiddelde temperatuur in de zomer het hoogst? In welk EU-land is de gemiddelde temperatuur in de winter het laagst?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Vraagjes over de EU-lidstaten, op te lossen aan de hand van de infofiches (individuele opdracht of in groepjes) De leerlingen/cursisten gebruiken de infofiches (zie bijlage 1) om op die manier meer te leren over de algemene kenmerken van andere EU-lidstaten. Je kan de infofiches per land afdrukken, eventueel op A3-formaat, en in de klas ophangen. De leerlingen raadplegen dan individueel of in groepjes de infofiches om de vragen op te lossen. Achteraf overloop je de oplossingen klassikaal.

Opdracht 8: Het aantal inwoners van de EU-lidstaten Voor deze opdracht gebruik je de infofiches over de EU-lidstaten. 1. Vul de 6 ontbrekende landen in volgens het aantal inwoners (laag naar hoog). 2. Noteer op de grafiek het juiste aantal inwoners naast elk land. 3. Reken ook eens uit hoeveel inwoners de hele Europese Unie telt. Is dit meer dan de Verenigde Staten? Of Japan? Zoek de inwonersaantallen van deze landen op het internet.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

18


Landen van de EU

Aantal inwoners per lidstaat aantal inwoners

Frankrijk Italië Spanje Roemenië Nederland Portugal Griekenland Tsjechië Hongarije Zweden Oostenrijk Bulgarije Denemarken Slowakije Finland Ierland Kroatië Litouwen Letland Slovenië Estland Cyprus

Bron: Europa Nu

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Het aantal inwoners van de EU-lidstaten (individuele opdracht of in groepjes) De leerlingen/cursisten gebruiken de infofiches om op die manier meer te leren over het aantal inwoners van de EU-landen. Je kan de infofiches per land afdrukken, eventueel op A3-formaat, en in de klas ophangen. De leerlingen raadplegen dan individueel of in groepjes de infofiches om de vragen op te lossen. Achteraf overloop je de oplossingen klassikaal.

Opdracht 9: Juist/fout stellingen rond de EU-lidstaten Ga na of volgende stellingen juist of fout zijn. Neem de infofiches over de lidstaten van de Europese Unie erbij.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

19


Landen van de EU 1. Luxemburg heeft het minste aantal inwoners van de Europese Unie. 2. Finland grenst aan Rusland. 3. De hoofdstad van Slowakije is Ljubljana. 4. Frankrijk telt het meeste inwoners van de Europese Unie. 5. In Finland spreekt men naast Fins ook Zweeds. 6. Oostenrijk heeft het grootste aantal EU-buurlanden. 7. Tsjechië vormde vroeger één land met Slowakije. 8. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit 4 delen: Schotland, Wales, Engeland en Noord-Ierland. 9. Spanje heeft meer inwoners dan Frankrijk. 10. De hoofdstad van Duitsland is Bonn. 11. In Zweden leven er gemiddeld het meeste inwoners die ouder zijn dan 65 jaar. 12. Als we het hebben over Ierland bedoelen we eigenlijk Noord-Ierland. Het zuidelijk deel van Ierland behoort tot het Verenigd Koninkrijk. 13. Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk voerden de euro nog niet in. 14. De Baltische staten zijn Estland, Letland en Polen. 15. Slovenië en Kroatië behoorden vroeger tot Joegoslavië.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Juist/fout stellingen rond de EU-lidstaten (individuele opdracht of in groepen) De leerlingen/cursisten gebruiken de infofiches (zie bijlage 1) om de juist/fout-stellingen over de EU-landen op te lossen. Je kan de infofiches per land afdrukken, eventueel op A3-formaat, en in de klas ophangen. Projecteer de vragen zodat de leerlingen ze individueel of in groepjes kunnen oplossen aan de hand van de infofiches. Achteraf overloop je de oplossingen klassikaal.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

20


Landen van de EU

Oplossingen Opdracht 1: Leer de landen van de EU kennen Land 1  Om welk EU-land gaat het: België.  Wat is de hoofdstad van dit land: Brussel.  Wat weet je over dit land: Een van de stichtende landen van de EU, Manneke Pis, Atomium, frietjes, bier, Brussel is de hoofdstad van de EU, strips, wafels, koningshuis, de Rode Duivels, Rubens en andere ‘Vlaamse primitieven’ … Land 2  Om welk EU-land gaat het: Groothertogdom Luxemburg.  Wat is de hoofdstad van dit land: Luxemburg.  Wat weet je over dit land: Rijk land, een van de kleinste en stichtende landen van de EU, buurland België, Schengenverdrag, bosrijk land, goedkoper brandstof tanken, kastelen, nationale sport ‘kegelen’, Processie van Echternach … Land 3  Om welk EU-land gaat het: Nederland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Amsterdam.  Wat weet je over dit land: Een van de stichtende landen van de EU, tulpen, vlak land, veel water, molens, Goudakaas, voetbal, caravan, oranje, klompen, zuinig, Koningin Beatrix, drop … Land 4  Om welk EU-land gaat het: Frankrijk.  Wat is de hoofdstad van dit land: Parijs.  Wat weet je over dit land: Een van de stichtende landen van de EU, Eiffeltoren, Parijs, romantiek, Napoleon, Provence, wijn, stokbrood, kaas, filmfestival van Cannes, warmte, chauvinisten, Mont Blanc, mode, champagne, petanque/jeu de boules, TGV … Land 5  Om welk EU-land gaat het: Duitsland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Berlijn.  Wat weet je over dit land: Een van de stichtende landen van de EU, meeste aantal inwoners van de EU-lidstaten, Wereldoorlogen, bier, worst en zuurkool, Zwarte Woud, sterke economie, rijk land, een grote Turkse gemeenschap, gezelligheid, vroeger opgesplitst in Oosten West-Duitsland, zeppelin, BMW, VW, Mercedes, Bach … Land 6  Om welk EU-land gaat het: Italië.  Wat is de hoofdstad van dit land: Rome.  Wat weet je over dit land: Een van de stichtende landen van de EU, spaghetti en pasta, de Romeinen, het Colosseum, maffia, tomaten, Berlusconi, ‘de laars’, zonnebril, Prosecco, ijsjes, pizza, Vespa, vulkanen, Pinocchio, gondel …

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

21


Landen van de EU Land 7  Om welk EU-land gaat het: Verenigd Koninkrijk.  Wat is de hoofdstad van dit land: Londen.  Wat weet je over dit land: Fish & chips, The Beatles, bolhoed, thee, Pond, humor, Mr. Bean, de Queen, rode bussen, Harry Potter, rode telefooncellen, English breakfast, cricket, Wimbledon, … Land 8  Om welk EU-land gaat het: Ierland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Dublin.  Wat weet je over dit land: Groene heuvels, klavertje, pubs, Ierse folkmuziek, Guinness en whisky, Ryanair, Noord-Ierland hoort bij het Verenigd Koninkrijk, mooie wandelingen, schapen, haggis, Kelten … Land 9  Om welk EU-land gaat het: Denemarken.  Wat is de hoofdstad van dit land: Kopenhagen.  Wat weet je over dit land: Legoland, plat land, Deense kroon (geen euro), Vikings, de kleine zeemeermin, deel van Scandinavië … Land 10  Om welk EU-land gaat het: Griekenland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Athene.  Wat weet je over dit land: Griekse cultuur, filosofen, crisis, fetakaas, ouzo (drank), Griekse eilanden, Olympische Spelen, een Spartaanse opvoeding, Griekse goden, het Griekse alfabet, de Akropolis, Griekse mythen, olijven, de sirtaki (dans) … Land 11  Om welk EU-land gaat het: Portugal.  Wat is de hoofdstad van dit land: Lissabon.  Wat weet je over dit land: Porto (de drank), ontdekkingsreizigers, deel van Iberisch schiereiland, Algarve, Fadomuziek, gedroogde kabeljauw, voetbaltrainer José Mourinho, de rivier de Taag, anjers, de Portugese haan … Land 12  Om welk EU-land gaat het: Spanje.  Wat is de hoofdstad van dit land: Madrid.  Wat weet je over dit land: Tapas, Barcelona, stierengevechten, paella, appelsienen, Sinterklaas, voetbal, flamenco, Pyreneeën, ETA, Basken en Catalanen, deel van Iberisch schiereiland, Costa Brava en Benidorm, zwart haar, siësta, chorizo, Gaudi, cava, Franco, sangria, een Spaanse furie, Columbus … Land 13  Om welk EU-land gaat het: Oostenrijk.  Wat is de hoofdstad van dit land: Wenen.  Wat weet je over dit land: de Alpen, bergkoeien, kaas, Duitse taal, Donau, walsen, Tirol, Strauss en Mozart, klimmen en wandelen, apfelstrüdel, skiën, Wiener schnitzl, schnaps, Sissi, schilder Gustav Klimt … Land 14  Om welk EU-land gaat het: Zweden.  Wat is de hoofdstad van dit land: Stockholm.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

22


Landen van de EU 

Wat weet je over dit land: Ikea, Vikings, blonde inwoners, deel van Scandinavië, Nobelprijs (Alfred Nobel), het Zweedse Koningshuis, het Noorderlicht, veel sneeuw en koude winters, typisch buffet ‘Smörgåsbord’, elanden … Land 15  Om welk EU-land gaat het: Finland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Helsinki.  Wat weet je over dit land: Nokia, blonde inwoners, deel van Scandinavië, veel sneeuw en koude, donkere winters, de Kerstman, Lapland, rendieren, sauna, bossen en meren, relatief weinig inwoners voor een groot land, Lapland ligt ook in Finland … Land 16  Om welk EU-land gaat het: Estland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Tallinn.  Wat weet je over dit land: Uitvinders Skype, betalen met euro, veel sneeuw en koude winters, veel natuur, deel van de ‘Baltische Staten’, organisatoren Eurosongfestival in 2002 (Tallinn), er wonen veel Russen … Land 17  Om welk EU-land gaat het: Letland.  Wat is de hoofdstad van dit land: Riga.  Wat weet je over dit land: Bloemen voor de leerkracht op 1/9, deel van de ‘Baltische staten’, veel sneeuw en koude winters, bekend voor zangfeesten, er wordt veel geschommeld, ijshockey … Land 18  Om welk EU-land gaat het: Litouwen.  Wat is de hoofdstad van dit land: Vilnius.  Wat weet je over dit land: Amber (barnsteen), veel sneeuw en koude winters, deel van de ‘Baltische staten’, basketbal, volksdansen en zingen … Land 19  Om welk EU-land gaat het: Polen.  Wat is de hoofdstad van dit land: Warschau.  Wat weet je over dit land: Wodka, bizons, Wereldoorlog II en de concentratiekampen, Zurek, geboorteland van paus Johannes Paulus II, astronoom Copernicus en de componist Chopin, Polen betaalt nog met de eigen munt (de Zloty), het toeristische Tatragebergte, voor de rest een vlak maar bosrijk land … Land 20  Om welk EU-land gaat het: Tsjechië.  Wat is de hoofdstad van dit land: Praag.  Wat weet je over dit land: Vroeger deel van Tsjecho-Slowakije, Praag met de bekende Karelsbrug, uitvinders van de Pils, soort Smarties (snoepjes) zijn er populair, men betaalt er met de Tsjechische kroon, veel heuvels en bergen, populair land om te skiën, er wordt veel bronwater geproduceerd … Land 21  Om welk EU-land gaat het: Slowakije.  Wat is de hoofdstad van dit land: Bratislava.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

23


Landen van de EU 

Wat weet je over dit land: Vroeger deel van Tsjecho-Slowakije, de Karpaten (bergketen), roodkapje, Donau, grotten, goedkoop land, er staan vaak forten op de bergtoppen, koolsoep met worst, er wordt geskied … Land 22  Om welk EU-land gaat het: Hongarije.  Wat is de hoofdstad van dit land: Boedapest.  Wat weet je over dit land: Balatonmeer, Donau, Rubik’s kubus, salami, goulash, betalen nog met de eigen munt (de Forint), het land heeft geen kustlijn maar wel 7 buurlanden, zeer muzikaal land (bv. componist ‘Liszt’) ... Land 23  Om welk EU-land gaat het: Slovenië.  Wat is de hoofdstad van dit land: Ljubljana.  Wat weet je over dit land: Deel van ex-Joegoslavië, hun hoogste berg de ‘Triglav’ staat ook op de vlag, Lippizaner paarden, veel overblijfselen Wereldoorlog I, betalen met de euro, veel natuur en groen, meer van Bled, populair voor wandelaars en klimmers, typische ‘potica’ walnotentaart … Land 24  Om welk EU-land gaat het: Malta.  Wat is de hoofdstad van dit land: Valletta.  Wat weet je over dit land: Typische gekleurde bootjes, een eiland, het ridderkruis (zie ook vlag), ex-kolonie van het Verenigd Koninkrijk, auto’s rijden er links, veel kerken, Italiaanse keuken … Land 25  Om welk EU-land gaat het: Cyprus.  Wat is de hoofdstad van dit land: Nicosia.  Wat weet je over dit land: Een eiland, veel zon, ‘geboorteplaats van Aphrodite, godin van de liefde’, het eiland is in 2 delen gesplitst (Grieks/Turks) en alleen het Grieks deel is lid van de Europese Unie, ex-kolonie van het Verenigd Koninkrijk, men rijdt er links … Land 26  Om welk EU-land gaat het: Roemenië.  Wat is de hoofdstad van dit land: Boekarest.  Wat weet je over dit land: Trad in 2007 toe tot de EU, kasteel van graaf Dracula, armere EU lidstaat, zigeuners, Karpaten (bergketen), veel natuur en wild (wolven, beren …), eigen munt (de Leu), uitvinders van de vulpen, grote vleeseters, ligt aan de Zwarte Zee … Land 27  Om welk EU-land gaat het: Bulgarije.  Wat is de hoofdstad van dit land: Sofia.  Wat weet je over dit land: Rozenwater, trad pas in 2007 toe tot de EU, eigen munt (de Lev), het cyrillisch alfabet, yoghurt, folkmuziek, ligt aan de Zwarte Zee, kunstenaar ‘Christo’ die gebouwen ‘inpakt’ … Land 28  Om welk EU-land gaat het: Kroatië.  Wat is de hoofdstad van dit land: Zagreb. Wat weet je over dit land: Stropdas, 1.244 eilanden en kust, ligt aan de Adriatische Zee, heeft de kleinste stad ter wereld met 14 inwoners,

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

24


Landen van de EU kanovaren is er een oude traditie, veel natuurreservaten waar bv. beren wonen …

Uitbreiding bij opdracht 1: 1. Weet je welke 6 Europese landen als eerste begonnen samen te werken in 1951? België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. 2. In welke EU-landen is Duits een officiële landstaal? Duitsland, Oostenrijk, België, Luxemburg, Denemarken en Italië. 3. Welke landen zouden in de toekomst nog lid mogen worden van de Europese Unie? Eigen mening. 4. Welke voorwaarden zou de EU moeten opleggen om lid te worden van de EU? De toetredingsvoorwaarden zijn: geografisch in Europa liggen, alle Europese wetten overnemen, een democratische regering hebben, de mensenrechten respecteren en een werkende vrijemarkteconomie hebben. 5. Weet je welke landen officieel kandidaat-lidstaat zijn? Turkije, Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië en Albanië. 6. Cyprus is maar voor de helft lid van de EU. Weet je waarom? Cyprus is opgedeeld in een Grieks en een Turks deel. In 1974 deed de Griekse dictatuur een poging om Cyprus bij Griekenland in te lijven. Daarop ging Turkije over tot een invasie: zij bezetten het noordelijk deel van het eiland. Turkije installeerde daar de Turkse Republiek van Noord-Cyprus, die enkel door Turkije werd erkend. Daarom trad in 2004 alleen het Griekse deel van Cyprus toe tot de Europese Unie. 7. Zwitserland ligt in het midden van Europa maar is geen lid van de EU? Weet je ook waarom: Hoewel de EU heel wat afspraken met Zwitserland maakt, wil Zwitserland graag onafhankelijk blijven. Als rijk land zou Zwitserland veel moeten bijdragen aan de EU, vandaar dat het land liever niet toetreedt tot de EU. 8. Weet je waar de meeste Europese instellingen, zoals de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en een ‘zetel’ van het Europees Parlement, gelegen zijn? Brussel (België). 9. Heb je een idee welk land gekend is voor z’n vele gsm-gebruikers en het bedrijf Nokia? Finland. 10. In dit EU-land is wodka de nationale drank en men beweert er ook als eerste het goedje gestookt te hebben. Om welk land gaat het? Polen. 11. In welk land is het de gewoonte in de traditionele cafés (‘Kneipen’) om zacht op de tafel te kloppen als je aan de tafel toekomt of vertrekt? Duitsland. 12. Waar eet je je mosselen op met een lege schelp? België. 13. In dit land zijn ‘tapas’ (kleine hapjes) zeer populair. In tapasbars mag je trouwens je afval van de tapas op de grond gooien. Weet je om welk land het gaat? Spanje. 14. In 2007 trad dit land toe tot de EU. Je moet er knikken als je ‘nee’ wilt zeggen en met je hoofd schudden als je ‘ja’ bedoelt. Bulgarije 15. Ken je nog traditionele gewoonten die in bepaalde EU-landen normaal zijn, maar voor ons wat vreemd overkomen? Eigen mening. 16. Deze twee landen zijn lid van de Europese Unie maar hebben toestemming gekregen om de euro niet in te voeren. Het gaat om Denemarken en … ? Verenigd Koninkrijk

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

25


Landen van de EU 17. Welke twee kleine eilanden traden in 2004 toe tot de Europese Unie? Cyprus en Malta 18. Welke land werd in 2013 de 28ste lidstaat? De stropdas werd er uitgevonden. Kroatië

Opdracht 2: Het verschil tussen landen van de Europese Unie, Europa en de wereld Opdracht 3: Situering van de EU-lidstaten op een blinde kaart

Opdracht 4: De namen van de EU-lidstaten België Italië Duitsland Spanje Tsjechië Letland Slovenië

Frankrijk Verenigd Koninkrijk Zweden Portugal Slowakije Litouwen Bulgarije

Nederland Ierland Oostenrijk Griekenland Hongarije Malta Roemenië

Luxemburg Denemarken Finland Polen Estland Cyprus Kroatië

Opdracht 5: De hoofdsteden van de EU-lidstaten Frankrijk België Tsjechië Italië Verenigd Koninkrijk Duitsland Hongarije Griekenland Oostenrijk

Parijs Brussel Praag Rome Londen Berlijn Boedapest Athene Wenen

Ierland Portugal Polen Spanje Zweden Finland Estland Letland Litouwen

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

Dublin Lissabon Warschau Madrid Stockholm Helsinki Tallin Riga Vilnius

26


Landen van de EU Denemarken Nederland Luxemburg Slowakije Roemenië

Kopenhagen Amsterdam Luxemburg Bratislava Boekarest

Slovenië Malta Cyprus Bulgarije Kroatië

Ljubljana La Valetta Nicosia Sofia Zagreb

Opdracht 6: De autokentekens van de EU-lidstaten L

Luxemburg

GB

Het Verenigd Koninkrijk

PL

Polen

B

België

F

Frankrijk

IRL

Ierland

H

Hongarije

SF

Finland

D

Duitsland

BU

Bulgarije

LT

Litouwen

SK

Slowakije

I

Italië

E

Spanje

LV

Letland

M

Malta

NL

Nederland

S

Zweden

CY

Cyprus

P

Portugal

DK

Denemarken

A

Oostenrijk

RO

Roemenië

SLO

Slovenië

CZ

Tsjechië

GR

Griekenland

EST

Estland

HR

Kroatië

Opdracht 7: Vraagjes over de EU-lidstaten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.

Duitsland: 80,7 miljoen inwoners Malta: 425.384 inwoners Malta: 316 km² Frankrijk: 547.030 km² Juni In Griekenland: 26,5% In Oostenrijk: 4,9% In Spanje: 81,8 jaar In Litouwen: 73,4 jaar Griekenland: 13.676 km Luxemburg, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, Hongarije 420 Cyprus Litouwen

Opdracht 8: Het aantal inwoners van de EU-lidstaten 1. Malta, Luxemburg, België, Polen, Verenigd Koninkrijk, Duitsland (onder naar boven). 2. Zie infofiches. 3. De Europese Unie heeft bijna 507 miljoen inwoners. Dat is meer dan de VS (311 miljoen) en Japan (129 miljoen) samen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

27


Landen van de EU

Aantal inwoners per lidstaat Duitsland Frankrijk Verenigd Koninkrijk Italië Spanje Polen Roemenië Nederland Portugal Griekenland België Tsjechië Hongarije Zweden Oostenrijk Bulgarije Denemarken Slowakije Finland Ierland Kroatië Litouwen Letland Slovenië Estland Cyprus Luxemburg Malta

Bron: Europa Nu

Opdracht 9: Juist/fout stellingen rond de EU-lidstaten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Fout. Malta heeft het minste inwoners. Juist. Fout. Ljubljana is de hoofdstad van Slovenië. Fout. Duitsland heeft het meeste inwoners van de EU. Juist. Juist. Juist. Juist. Fout. Fout. De hoofdstad is Berlijn. Fout. Het is Italië. Fout. Het is omgekeerd: het noorden van Ierland hoort bij het Verenigd Koninkrijk, niet het zuiden. 13. Juist. 14. Fout. Niet Polen maar Litouwen is de derde Baltische staat.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

28


Landen van de EU 15. Juist.

Achtergrondinformatie Overzicht van de Europese lidstaten, kandidaat-lidstaten en potentiële lidstaten (bron: http://europa.eu/about-eu/countries/index_nl.htm) EU-lidstaten (toetredingsjaar)

België (1951)

Letland (2004)

Bulgarije (2007)

Litouwen (2004)

Cyprus (2004)

Luxemburg (1951)

Tsjechië (2004)

Malta (2004)

Denemarken (1973)

Nederland (1951)

Estland (2004)

Oostenrijk (1995)

Finland (1995)

Polen (2004)

Frankrijk (1951)

Portugal (1986)

Duitsland (1951)

Roemenië (2007)

Griekenland (1981)

Slowakije (2004)

Hongarije (2004)

Slovenië (2004)

Ierland (1973)

Spanje (1986)

Italië (1951)

Verenigd Koninkrijk (1973)

Kroatië (2013)

Zweden (1995)

Kandidaat-lidstaten  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië  Albanië  Montenegro  Servië  Turkije Potentiële kandidaten  Bosnië en Herzegovina  Kosovo

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

29


Ontstaan en groei van de EU

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

30


Ontstaan en groei van de EU

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

31


Ontstaan en groei van de EU

ZEG EENS, Hoe is de Europese Unie ontstaan en gegroeid? Inleiding De Europese Unie is ontstaan in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Men geloofde dat alleen een duurzame vrede kon zorgen voor stabiliteit en welvaart op het Europese continent. Daarom besloten de landen op economisch vlak samen te werken. Want landen die handel drijven, worden afhankelijk van elkaar en raken minder snel in conflict. Doorheen de jaren werd de samenwerking steeds hechter en groeide de EU uit tot een succesvol democratisch project van 28 lidstaten. In dit hoofdstuk schetsen we het ontstaan en de groei van de Europese Unie.

Doelstellingen   

De leerlingen/cursisten begrijpen dat het idee voor de Europese samenwerking gegroeid is vanuit de traumatiserende oorlogservaringen op ons continent. Door samen te werken willen de Europese landen vermijden dat ze ooit nog met elkaar in de clinch gaan. De leerlingen/cursisten zien in dat vrede de basisvoorwaarde is om welvaart te kunnen opbouwen. Als een oorlog alles weer stuk maakt, kan er geen welvaart ontstaan. De leerlingen/cursisten leren de belangrijkste stappen van de Europese samenwerking kennen.

Opdrachten voor leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie Bekijk het blad met foto’s over het ontstaan en de groei van de Europese Unie en hoe je de gevolgen ervan kan zien in het dagelijks leven. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:  Wat zie je op de foto’s?  Wat heeft dit met de Europese Unie te maken?  Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

32


Ontstaan en groei van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier basisprincipes van de Europese Unie ontdekten: Vrede, welvaart, democratie en mensenrechten en samen groeien. 

Vrede: o o o o o

Wat betekent dit volgens jou? Welke foto’s gaan over ‘vrede’? Waarom zijn de Europese landen gestart met samenwerken? Wat is de link tussen kolen/staal en oorlog of vrede? Ken je mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt of zag je er al films of documentaires over? Wat waren de grootste problemen na de oorlog? Hoe zag het leven eruit?

Welvaart: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘welvaart’? o De Europese landen werken heel nauw samen op economisch vlak. Hoe kan je dat zien? Ken je hier voorbeelden van?

Democratie en mensenrechten: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘democratie en mensenrechten’? o Ken je landen waar de mensenrechten niet gerespecteerd worden? o Is de Europese Unie zélf democratisch? Heb jij als Europese burger ook iets te zeggen?

Samen groeien: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘samen groeien’? o Hoeveel landen zijn gestart met de Europese samenwerking? En hoeveel leden telt de Europese Unie nu? o Welke landen kunnen in de toekomst misschien nog toetreden? o In het begin werd vooral op economisch vlak samengewerkt. Ken je nog domeinen waarop de Europese landen nu samenwerken?

Opdracht 2: Waarom is de EU ontstaan? Hieronder vind je enkele uitspraken. Schrijf er telkens naast of de uitspraak gedaan werd tijdens een periode van vrede of in oorlogstijd. 1. Er is een overvloed aan producten in de supermarkt. Elke dag kan ik eten waar ik zin in heb.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

33


Ontstaan en groei van de EU 2. Mijn vader is opgeroepen om naar het front te gaan. Omdat hij de enige was die werkte, moeten wij nu overleven van het spaargeld van mijn ouders. 3. Gisteren hebben we de hele dag geschuild in de kelder omdat het bomalarm had geluid. 4. Volgende week vertrekken we met enkele vrienden op vakantie naar het Zwarte Woud in Duitsland. 5. Als ik naar school ga, moet ik altijd voorbij een controlepost van soldaten passeren. 6. Deze week is het weer schitterend. De terrasjes worden overspoeld door dorstige mensen. 7. Onze airco op het werk was gisteren stuk. Gelukkig kwam er snel iemand om de airco te herstellen. 8. Vanmorgen zijn we nog voor zonsopgang bomen gaan hakken in het bos. Dat is verboden, maar er is nergens hout te verkrijgen. Hoe moeten we de kachel anders doen branden? 9. Er is niet voldoende voedsel voor iedereen. Daarom krijgt iedereen een aantal voedselbonnen. Zijn die op, dan kan je geen voedsel meer kopen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Oorlog en vrede (individuele opdracht) Met deze opdracht ondervinden de leerlingen/cursisten welke gevolgen de oorlog had op het dagelijkse leven. Hierdoor wordt de ontstaansreden van de EU ‘Nooit meer oorlog’ in de verf gezet. De leerlingen/cursisten vullen zelf aan in de rechterkolom als het om oorlog of vredestijd gaat.

Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto’s over de Europese integratie Bij deze opdracht vind je een tijdslijn van de afgelopen halve eeuw. Op de tijdslijn staan een aantal krantenartikels die iets meer vertellen over het Europese integratieproces.  Bij sommige artikels hoort een foto. Plaats de juiste foto bij het juiste artikel.  Zoek daarna in de tekstjes een antwoord op de onderstaande vragen. 1. Over welke oorlog spreekt men in de artikels van de jaren ‘40? Wanneer vond die oorlog plaats? Welke landen waren toen de grote aartsvijanden? 2. Wat is het verband tussen het artikel ‘Start Europese samenwerking’ en deze van de jaren ’40? 3. Waarom startte de Europese samenwerking op het gebied van kolen en staal? 4. Hoeveel landen zijn gestart met die Europese samenwerking? Welke landen waren dat? 5. Op welke domeinen gingen de landen van de EGKS in 1957 ook nog samenwerken? 6. De afkorting EEG staat voor Europese Economische Gemeenschap. Zoek eens op waarvoor de afkorting EGA staat. (Tip: Het gebouw dat voor de Expo 58 gebouwd werd, verwijst ook naar de laatste letter van deze afkorting.) 7. Uit artikel ‘Start Expo 58’ kan je een belangrijk voordeel van de Europese samenwerking halen. Welk? 8. Welke drie landen traden tot de EG toe in 1973? 9. Wanneer werden de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement gehouden? 10. Welke landen traden tot de Europese samenwerking toe in de jaren tachtig? Reken eens uit met hoeveel landen ze toen al samenwerkten. 11. Welke gebeurtenis heeft ervoor gezorgd dat ook landen uit Oost-Europa lid konden worden van de Europese Unie? 12. Met welk verdrag beslisten de lidstaten dat de euro er zou komen? In welk land ligt die stad? 13. Hoeveel landen werden in 2004 lid van de Europese Unie? ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

34


Ontstaan en groei van de EU 14. Kan je uit het artikel over Oost-Duitsland (geschreven in 1996) opmaken waarom zoveel landen uit Oost-Europa lid wilden worden van de Europese club? 15. Welke landen werden lid in 1995? 16. Hoeveel lidstaten telt de Europese Unie nu? 17. In het Verdrag van Lissabon werd een Voorzitter van de Europese Raad (de ‘Europese President’) voorzien. Weet je wie de eerste ‘president’ was? En wie is nu de president? 18. Welke landen traden toe in 2007? En welk land in 2013?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto’s over de Europese integratie (individuele of groepsopdracht) Door de krantenartikels en foto’s uit bijlage 4 ontdekken de leerlingen/cursisten op speelse wijze de belangrijkste momenten in de geschiedenis van de Europese Unie. Je kan de tijdslijn en foto’s kopiëren en deze oefening individueel of in groep laten oplossen. Hierna overloop je klassikaal de foto’s en de vraagjes.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 4: De Europese samenwerking groeit De Europese samenwerking bestaat al meer dan zestig jaar. In de loop van de jaren legden de Europese landen die samenwerking vast in officiële documenten of verdragen. In de linkerkolom vind je een aantal Europese verdragen. Verbind het verdrag met de juiste uitleg. 1. EGKS-verdrag. 1951

2. EEG-verdrag en Euratom. 1957

3. Eenheidsakte. 1986

4. Verdrag van Maastricht. 1992 5. Verdrag van Amsterdam. 1997 Verdrag van Nice. 2001 Europese Grondwet. 2004 Verdrag van Lissabon. 2007

a. De Europese samenwerking liep heel erg goed. Zo goed zelfs dat de landen nog meer dingen samen wilden doen. Voortaan zouden ze niet meer enkel samenwerken op vlak van kolen en staal. Ook voor transport, landbouw en havenbeleid sloegen ze de handen in elkaar. Daarnaast gingen Europese lidstaten samen onderzoek doen naar atoomenergie. b. De EU breidde uit van 15 naar 25 en later naar 27 en 28 lidstaten. Om vlot te blijven samenwerken zag iedereen in dat er nieuwe afspraken moesten komen. De Europese instellingen moesten hervormd worden. Maar dat bleek geen eenvoudige klus. Men had 4 verdragen nodig om de klus te klaren. c. Dit verdrag moest ervoor zorgen dat de douanecontroles aan de grenzen verdwenen. Open grenzen zouden vanaf 1 januari 1993 de handel tussen de Europese landen makkelijker maken. d. België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië werken samen op vlak van kolen en staal. e. Tot nu toe werkten de landen vooral samen op vlak van economie. De Europese Unie moest voortaan ook zorgen voor meer veiligheid. Als er een probleem opduikt in de wereld, zoals de conflicten in het Midden-Oosten, dan wil Europa met één standpunt naar buiten komen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

35


Ontstaan en groei van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: De Europese samenwerking groeit (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht de verschillende Europese verdragen kennen. Ze verbinden hiervoor het verdrag in de linkerkolom met de correcte beschrijving in de rechterkolom.

Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek Je krijgt kaartjes met vragen en kaartjes met antwoorden over de Europese samenwerking. Leg beide in aparte stapels. Lees om beurt een vraag. Weet je het antwoord? Kijk dan als deze bij jouw antwoorden ligt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek (klassikale- of groepsopdracht) Met deze opdracht leren de leerlingen/cursisten op speelse wijze meer over de Europese historiek. In bijlage 5 vind je vragen en antwoorden over verschillende aspecten van de Europese samenwerking. Kopieer ze in twee verschillende kleuren en verknip ze tot vraag- en antwoordkaartjes. Voor de oefening verdeel je de kaartjes over de groep. Zorg ervoor dat iedereen zeker één vraag- en één antwoordkaartje heeft. Wanneer alle kaartjes zijn uitgedeeld, leest de eerste deelnemer een vraagkaartje voor. De anderen zoeken bij hun antwoordkaartjes of zij het kaartje met het juiste antwoord hebben.

Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking We geven je enkele stellingen. Noteer je in de rechterkolom of ze juist of fout zijn? 1. Enkele Europese landen zijn gestart met de Europese samenwerking om oorlog in Europa te vermijden. 2. Er zijn vandaag 28 landen lid van de Europese Unie. 3. Vijf landen zijn in de jaren vijftig met de Europese samenwerking gestart. 4. Duitsland kwam pas na 15 jaar bij de EG. 5. Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als officiële munt. 6. De Europese Unie heeft 290 miljoen inwoners. 7. De EU heeft zijn eigen feestdag. Die vieren we op 9 mei. 8. Op de Europese vlag staat elke ster voor een lidstaat. 9. Op 1 januari 2002 kwamen de eurobiljetten en –munten in omloop. 10. De Europese vlag is blauw gekleurd met 12 gele sterren erop. 11. De Europese Gemeenschap is net na de Eerste Wereldoorlog, in het begin van de jaren twintig, ontstaan. 12. De Europese Unie heeft een eigen volkslied.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Je kan deze oefening klassikaal doen ofwel eerst de leerlingen/cursisten laten zoeken naar het antwoord (eventueel met toegang tot internet). Achteraf overloop je samen de oplossingen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

36


Ontstaan en groei van de EU

Opdracht 7: De Europese vlag    

Hieronder zie je zes vlaggen. Duid de Belgische, de Vlaamse en de Europese vlag aan. Van welke landen (of regio’s ) zijn de overblijvende vlaggen? Waar zie je de Europese vlag soms hangen? Wekt de Europese vlag een bepaald gevoel bij je op?

1. ……………………

2. …………………….

3. ……………………

4. ……………………

5. …………………

6. …………………….

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: De Europese vlag (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten.

Opdracht 8: De Europese feestdag  

Belangrijke zaken moeten gevierd worden en krijgen dan ook een eigen feestdag. Hieronder vind je er enkele. Verbind de juiste datum met de juiste feestdag. Weet je ook waarom we de Europese feestdag precies op die datum vieren? Waarom vieren we de andere feestdagen op die dagen? Belgische nationale feestdag Internationale Vrouwendag Feest van de Vlaamse Gemeenschap Dag van Europa Wapenstilstand Dag van de Arbeid

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

8 maart 9 mei 21 juli 11 november 1 mei 11 juli

37


Ontstaan en groei van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: De Europese feestdag (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten.

Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied 

Naast een eigen feestdag heeft de Europese Unie ook een motto: “Eenheid in verscheidenheid” (of: “In verscheidenheid verenigd”). Wat wordt hiermee bedoeld? Ga je akkoord? Ken je het Belgische volkslied? Kan je het zingen? Ken je ook het Europese volkslied? Beluister ze.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Je kan aan de leerlingen/cursisten het Europese volkslied en het Belgische volkslied laten horen. Voor het Europese volkslied is er geen officiële tekst.

Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6.

De afkorting van de naam van het eerste Europese verdrag, ondertekend in 1951. De naam van de Europese munt. Met de Europese samenwerking wou men dit probleem vermijden. De stad waar het EEG- en het EGA-verdrag (Euratom) ondertekend werden. Een eiland dat in 2004 lid werd van de EU. De familienaam van de eerste ‘voorzitter van de Europese Raad’ (‘president’). 1. 2. 3. 4. 5. 6.

. .

. . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . .

.

.

.

.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten schrijven de antwoorden op de vragen in het rooster. Elke stip staat voor een letter. In de kolom ontdekken ze het kernwoord.

Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking Sinds de start van de Europese samenwerking is het aantal lidstaten toegenomen van zes tot achtentwintig. Dit gebeurde in verschillende uitbreidingsgolven. Maar wanneer zijn welke landen lid geworden? Probeer de onderstaande tabel aan te vullen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

38


Ontstaan en groei van de EU Kies uit: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden. 1951 1. 2. 3. 4. 5. 6.

1973 1. 2. 3.

1981 + 1986 1. 2. 3.

1995 1. 2. 3.

2004 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

2007 1. 2.

2013 1.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking (individuele opdracht) Deze opdracht herhaalt voor de leerlingen/cursisten de verschillende stappen van de Europese uitbreiding. Ze kunnen hiervoor eventueel ook het internet raadplegen of de fotopagina bekijken.

Opdracht 12: ‘Memory’-spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen Draai om de beurt twee kaartjes om. Horen ze bij elkaar, dan mag je ze houden en verder spelen. Niet gelijk? Draai dan beide kaartjes weer om en het is aan de volgende speler.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 12: ‘Memory’-spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen (klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Met dit spel leren de leerlingen/cursisten welke landen tot de Europese Unie behoren. Kopieer hiervoor 2 keer bijlage 6 met de namen van de lidstaten van de Europese Unie. Verknip daarna de pagina’s tot gelijke kaartjes. Je legt de kaartjes willekeurig op een tafel met de rugzijde naar boven. De eerste speler draait twee kaartjes om. Horen ze bij elkaar dan mag hij de kaartjes houden en nog een poging wagen. Indien niet, dan draait hij ze opnieuw om met de rugzijde naar boven. Dan is het aan de beurt van de volgende speler om twee kaartjes om te draaien. Enzovoort. Degene die het meeste duo’s kan vormen, wint het spel. Eventueel kan je de oefening uitbreiden door ook de verschillende uitbreidingsgolven van de EU te overlopen. Je maakt een tijdslijn met daarop de verschillende data waarop de EU uitbreidde. Telkens iemand twee gelijke kaartjes heeft gevonden, hangt hij of zij die bij de juiste datum van toetreding.

Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten Er zijn zeven groepjes. Elke groep krijgt 10 stellingen over lidstaten van de Europese Unie. Zoek bij elke stelling uit om welk land uit je lijstje het gaat.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

39


Groep 1

Ontstaan en groei van de EU België, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Italië.

Groep 2

Ierland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken.

Groep 3

Griekenland, Spanje en Portugal.

Groep 4

Zweden, Finland en Oostenrijk.

Groep 5

Estland, Polen, Slowakije, Hongarije en Malta.

Groep 6

Letland, Litouwen, Tsjechië, Slovenië en Cyprus.

Groep 7

Bulgarije, Roemenië en Kroatië.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten (groepsopdracht) Zie bijlage 7. Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht meer over de achtergrond en kenmerken van de Europese lidstaten. Verdeel de klas maximaal in zeven groepjes met telkens een aantal landen. Geef elk groepje 10 stellingen over lidstaten van de Europese Unie (zie bijlage 7). De bedoeling is dat ze uitzoeken over welk land elke stelling gaat. Na afloop kan je eventueel de verschillende uitbreidingsgolven van de EU bespreken. Ook de kenmerken van de lidstaten die aan bod kwamen in de stellingen, kunnen overlopen worden. Meer informatie over de landen van de Europese Unie vind je in bijlage 1.

Opdracht 14: Wat is democratie? Als een land wil toetreden tot de Europese Unie moet het aan een aantal voorwaarden voldoen. Een van die voorwaarden is de democratie respecteren. Maar wat is democratie eigenlijk? Zoek de definitie van democratie op in een woordenboek of op internet. Hieronder vind je een aantal uitspraken van inwoners van verschillende landen. Geef telkens aan of het over een democratisch land gaat of niet. 1.

2.

3.

Rosa uit Cuba: “In mijn land werd in 2001 een poging gedaan om de grondwet uit te breiden. Men wilde dat vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en persvrijheid rechten werden in Cuba. Dit werd echter geweigerd door de enige politieke partij in het land, de Communistische Partij. Achteraf heeft de Partij er zelfs voor gezorgd dat 75 mensen werden opgesloten omdat ze dat voorstel hadden verdedigd.” Jean uit Frankrijk: “In Frankrijk staken we heel vaak. De Franse bevolking laat op die manier weten aan de regering dat ze met iets niet akkoord gaat. We hebben hier ook recht op: in onze grondwet staat het recht op staken. Dit zorgt ervoor dat ook de Franse bevolking een zekere macht heeft en niet enkel de regering.” Britney uit Australië:

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

40


4.

5.

6.

Ontstaan en groei van de EU “Bij ons in Australië mogen we regelmatig gaan stemmen. Sommige mensen vinden dit vervelend maar ik vind verkiezingen belangrijk. Door onze stem uit te brengen, beslissen we wie ons de komende jaren zal vertegenwoordigen in het parlement.” Abel uit Zimbabwe: “In mijn land is president Mugabe al sinds 1980 aan de macht. Af en toe worden er wel verkiezingen gehouden, maar of die eerlijk verlopen, is niet altijd duidelijk. In 2008 mochten de Zimbabwanen een nieuwe president verkiezen. Ook bij deze verkiezingen werd volop gefraudeerd en gesjoemeld en dus heeft Mugabe weer gewonnen. Ik geloof niet echt meer in de Zimbabwaanse politiek!” Kim uit Noord-Korea: “In Noord-Korea is er slechts 1 partij, de communistische. Zij zorgt ervoor dat ons land geïsoleerd is van de rest van de wereld. We mogen zelfs niet vrij het internet gebruiken. Alle informatie die we krijgen is gecontroleerd of door de overheid zelf opgesteld.” Mia uit Zweden: “Bij ons in Zweden bestaat er zoiets als persvrijheid. Dit wil zeggen dat journalisten in de kranten over alles mogen schrijven. Als zij vinden dat de regering blundert dan mogen ze dat aan de Zweedse krantenlezers vertellen. Zo is iedereen goed op de hoogte van wat de Zweedse regering doet (en niet doet).”

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 14: Wat is democratie? (klassikale opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht wat de term ‘democratie’ eigenlijk inhoudt en ontdekken dat democratie niet overal vanzelfsprekend is. Je kan eerst de leerlingen zelf laten aangeven wat volgens hen democratie is en hun antwoorden kernachtig op het bord schrijven. Daarna kan je het resultaat toetsen met de definitie uit een woordenboek. De leerlingen/cursisten kunnen dan telkens een citaat voorlezen en stemmen als dit democratie is of niet.

3. Geef je mening Opdracht 15: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

De Europese samenwerking is gestart als vredesproject. Nu er vrede is in Europa, kan de EU afgeschaft worden. Alle landen die dat willen, zoals Turkije, Albanië of Servië, mogen lid worden van de EU. Europa moet een Europees leger oprichten, ook al is de EU opgericht vanuit het idee: ‘nooit meer oorlog ‘.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 15: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

41


Ontstaan en groei van de EU

4. ICT-opdrachten Opdracht 16: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vragen.   

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten Britse en Duitse soldaten een bloedige strijd uit in en rond een West-Vlaamse stad. Welke stad was dat? Wat herinnert er nu nog in en rond de stad aan de oorlog? (Zoektip: www.wo1.be). Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter het Fort van Breendonk. Vind je op de website www.breendonk.be waarvoor het gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt werd. Wat was het gebouw oorspronkelijk? Zoek op http://nl.wikipedia.org een antwoord op de volgende vragen over personen die heel wat hebben bijgedragen tot de Europese samenwerking: o Wanneer en waar werd Robert Schuman geboren? Wat heeft hij met de Europese samenwerking te maken? o Welk soort bedrijf leidde Jean Monnet voor hij in de politiek stapte? Wat deed hij voor de Europese samenwerking? o Welke nationaliteit had Paul-Henri Spaak? Wat deed hij tijdens de jaren 1952-1953? Kan je op http://europa.eu vinden: o Waarom er 12 sterren op de Europese vlag staan? o Wanneer we de Europese feestdag vieren? o Wat de titel van het Europees volkslied is?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 16: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

5. Herhalingsopdracht Opdracht 17: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?    

Waarom begonnen de Europese landen samen te werken na Wereldoorlog II? En hoe werd dat gerealiseerd? Wat zijn de basisprincipes van de Europese samenwerking? Hoeveel landen zijn momenteel lid van de Europese Unie? Som enkele domeinen op waarrond de EU samenwerkt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 17: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

42


Ontstaan en groei van de EU

Oplossingen Opdracht 1: Het ontstaan en de groei van de Europese Unie Foto 1:  Wat: Een blad met ‘persvrijheid is niet overal even vanzelfsprekend’.  Wat heeft dit met de EU te maken: Journalisten (‘de pers’) hebben niet in alle landen de vrijheid om te gaan, te staan en te zeggen wat ze willen. De lidstaten van de Europese Unie vinden persvrijheid nochtans belangrijk voor de democratie. Het maakt deel uit van het ‘recht op vrije meningsuiting’ en is één van de basisprincipes van de Europese Unie.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten. Foto 2:  Wat: Een oude foto van een rij jongens die staan aan te schuiven om voedsel te krijgen van een soldaat (hongersnood na WO II).  Wat heeft dit met de EU te maken: Na de Tweede Wereldoorlog was er voedselschaarste in Europa. Om dat tekort op te vangen besloten de Europese landen om samen te werken op vlak van landbouwbeleid. De nood aan voldoende voedsel en welvaart was één van de redenen waarom de Europese landen toenadering tot elkaar zochten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 3:  Wat: Een foto van de ‘Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal’, het begin van de Europese samenwerking tussen België, Nederland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Duitsland.  Wat heeft dit met de EU te maken: De EGKS (1951) is een samenwerking tussen 6 landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland) op vlak van de twee belangrijke economische sectoren ‘kolen’ en ‘staal’. Hierdoor hoopte men de economie aan te zwengelen en vrede te garanderen. Want zonder kolen en staal kon je ook geen oorlog voeren. Voor velen was deze ‘Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal’ het begin van de Europese samenwerking. Het begon dus als economische samenwerking, maar in de volgende jaren gingen de Europese landen op meer vlakken samenwerken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien. Foto 4:  Wat: Twee mensen van de Europese Unie (observatoren) staan te kijken hoe een vrouw haar stem uitbrengt tijdens de verkiezingen.  Wat heeft dit met de EU te maken: Democratie is een basisprincipe van de Europese Unie. En eerlijke verkiezingen zijn een mooi voorbeeld van hoe democratie werkt. Landen die willen toetreden moeten dan ook aantonen dat ze democratisch zijn. De EU stuurt vaak mensen uit (ook naar landen buiten de Unie) om te kijken of de verkiezingen democratisch verlopen. Daarnaast wil de EU zélf ook democratisch zijn. Europese burgers kunnen om de vijf jaar verkiezen wie er in het Europees Parlement zetelt.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

43


Ontstaan en groei van de EU Foto 5:  Wat: Een oude foto van steden die zijn kapotgeschoten na WO II.  Wat heeft dit met de EU te maken: Na Wereldoorlog II lag heel Europa in puin. De steden waren platgebombardeerd, de bedrijven werkten niet meer en er heerste hongersnood. De Europeanen beseften dat er maar 1 remedie was: vrede! Dit was dé reden waarom de Europese landen besloten samen te werken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vrede. Foto 6:  Wat: Een overzicht van meer dan 50 jaar ‘Europese Unie’ en de stapsgewijze groei van de EU met steeds meer lidstaten.  Wat heeft dit met de EU te maken: De Europese Unie begon met 6 landen die samenwerkten op vlak van kolen en staal, maar die groep groeide al snel aan. In 1973 beslisten Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat ze graag ook een graantje wilden meepikken van de economische groei. En in de jaren 80 wierpen Griekenland, Portugal en Spanje de dictatuur van zich af en kozen voor de democratie van de Europese Unie. De volgende uitbreiding gebeurde in 1995 met Finland, Oostenrijk en Zweden die ook lid werden omwille van economische reden. Na de val van het communisme wilden heel wat landen de EU vervoegen. Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Cyprus, Malta en Slovenië traden in 2004 toe. Bulgarije en Roemenië in 2007 en Kroatië in 2013.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien. Foto 7:  Wat: Mensen staan aan te schuiven aan een goed gevuld groenten- en fruitkraam op de markt.  Wat heeft dit met de EU te maken: Om hongersnood na de oorlog te vermijden maakten de Europese landen van voldoende voedsel een prioriteit. Het landbouwbeleid van de Europese Unie had veel succes en het leidde in de jaren 70 en 80 zelfs tot grote overschotten. Vandaag de dag hebben wij een enorme keuze in de winkel of op de markt.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 8:  Wat: Een logo van ‘together’ (s@men), over 50 jaar Europese samenwerking die zorgt voor vrede, welvaart en partnerschap.  Wat heeft dit met de EU te maken: Om vrede en welvaart te creëren op Europees vlak startte men een samenwerking op economisch en politiek vlak. Landen die hecht samenwerken, zijn ook afhankelijk van elkaar en hebben minder reden om oorlog te voeren. Hoewel de 6 startten met een samenwerking op vlak van kolen en staal, beschouwen sommigen de Verdragen van Rome in 1957 als het officiële begin van de Europese samenwerking. Ook landbouw, visserij, kernenergie … werden nu gemeenschappelijk aangepakt. Daarom was 2007 een feestelijk jaar voor de Europese Unie: we vierden 50 jaar samenwerking.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Samen groeien.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

44


Ontstaan en groei van de EU Foto 9:  Wat: Logo van een witte vredesduif op de Europese vlag.  Wat heeft dit met de EU te maken: ondanks onze bloedige geschiedenis, slaagde de samenwerking er in duurzame vrede te realiseren. De gedachte dat ‘vrede en democratie landen economisch en politiek sterker maakt’, blijft een rode draad in het Europese beleid. De Europese Unie steunt acties om vrede te bewerkstelligen en te behouden binnen (bv. in Noord-Ierland) én buiten de Europese grenzen (bv. Somalië).  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vrede. Foto 10:  Wat: Een hoop geld (eurobriefjes) vliegen in de lucht.  Wat heeft dit met de EU te maken: De Europese Unie werd opgericht om vrede te brengen, maar ook welvaart voor de burgers. Door heel wat afspraken op economisch vlak, is de EU nu één gemeenschappelijke ‘markt’ geworden, is de EU het grootste handelsblok ter wereld en voerden we een gemeenschappelijke munt in, de euro. Zo kunnen bedrijven gemakkelijker handel drijven en wordt de Europese samenwerking nog hechter.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Welvaart. Foto 11:  Wat: Een foto over 15 jaar EU steun voor ‘democratie’ en ‘mensenrechten’.  Wat heeft dit met de EU te maken: Mensenrechten en democratie zijn basisprincipes van de Europese Unie en staan ook in de EUverdragen. Landen die tot de EU willen toetreden, moeten de Rechten van de Mens respecteren. Spanje, Portugal en Griekenland bijvoorbeeld traden pas toe in de jaren 80. Daarvoor zwaaiden dictators er nog de plak. Ook landen die met de Unie handels- en andere akkoorden willen sluiten, moeten mensenrechten respecteren. De EU gaat dus de strijd aan met racisme, foltering, vreemdelingenhaat en andere vormen van discriminatie op grond van geloof, geslacht, leeftijd, handicap of seksuele geaardheid.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Democratie en mensenrechten.

Uitbreiding bij opdracht 1: Vrede:  Wat: Na Wereldoorlog II was Europa helemaal verwoest. De landbouw en economie lagen plat, mensen hadden honger en alles moest heropgebouwd worden. Bovendien was het vertrouwen tussen de Europese landen, na jarenlang vechten, helemaal zoek. Een aantal Europeanen waren vastbesloten een einde te maken aan die rivaliteit tussen de Europese landen. “Nooit meer oorlog” was de slogan. Geïnspireerd door een idee van de Fransman Jean Monnet stelde de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, op 9 mei 1950 voor om een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op te richten. De productie van kolen en staal (die nodig zijn om wapens te maken) werd vanaf 1951 gemeenschappelijk aangepakt. Kolen en staal werden dus omgevormd tot instrumenten van verzoening en vrede. Door een hechte economische samenwerking hoopte men dat oorlog onmogelijk zou worden. Die vredesgedachte is overigens ook belangrijk in het Europees beleid. De Europese Unie geeft namelijk ondersteuning aan programma’s die vrede moeten stimuleren binnen de Europese grenzen (bv. in Noord-Ierland) en daarbuiten (bv. Somalië).  Foto’s: 5, 9.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

45


  

Ontstaan en groei van de EU Waarom samenwerking: om vrede te realiseren op het Europese continent. Door de hechte economische samenwerking werd oorlog ondenkbaar en in principe ook onmogelijk. Link tussen kolen/staal en oorlog of vrede: Om wapens, munitie, tanks… te maken heb je kolen en staal nodig. Als deze door alle landen samen worden beheerd, dan kan je als land niet meer op grote schaal wapens maken, zonder dat de andere landen het zien en kunnen tegenhouden. Situatie na Wereldoorlog II: hongersnood, veel steden waren verwoest, wantrouwen tussen de Europese grootmachten, werkloosheid …

Welvaart:  Wat: De economische samenwerking tussen de Europese landen is altijd de motor geweest van de Europese integratie. Eerst ging het om samenwerking op vlak van kolen en staal, maar al snel werd ook samengewerkt rond landbouw, visserij of transport. Dit moest ondermeer het voedseltekort oplossen en voor meer welvaart zorgen. Met succes. Door de samenwerking en nieuwe landbouwmethodes steeg de voedselproductie spectaculair. Er kwamen zelfs overschotten. De economische samenwerking werd ook bij elke stap hechter, met het wegvallen van de binnengrenzen en het ontstaan van één gemeenschappelijke Europese markt tot gevolg. De invoering van de euro sloot hierbij aan. Want handel drijven over de grens werd goedkoper en de Europese burger profiteerde hier ook van (bv. wegvallen wisselkosten). Het verhogen van de welvaart is dan ook vaak een argument voor landen om toe te treden tot de Europese Unie.  Foto’s: 2, 7, 10.  Hoe zie je de economische samenwerking: het invoeren van de euro, het openen van de binnengrenzen, de EU die als 1 handelsblok een rol speelt in de wereldhandel, makkelijker als burger om in het buitenland dingen aan te kopen … Democratie en mensenrechten:  Wat: Mensenrechten en democratie zijn basisprincipes van de Europese Unie en staan ook vermeld in de EU-verdragen. Landen die tot de EU willen toetreden, of die handels- of andere akkoorden met de EU willen sluiten, moeten daarom die basiswaarden respecteren. Er moeten dus eerlijke verkiezingen georganiseerd worden, de pers moet vrij zijn, iedereen heeft recht op vrije meningsuiting, de menselijke waardigheid moet beschermd worden, er mag niet gediscrimineerd worden … De reactie van de EU op de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo toont aan hoe belangrijk men de vrije meningsuiting vindt.  Foto’s: 1, 4, 11.  Vrijheden, democratie en mensenrechten in de wereld: In sommige landen bestaat er geen vrije pers (bv. Noord-Korea), in andere landen worden minderheden of vrouwen (bv. Midden-Oosten) gediscrimineerd. Maar ook in Europa duiken er schendingen van de mensenrechten op. Zo werd België veroordeeld voor het opnemen van minderjarige asielzoekers in gesloten asielcentra. En in Hongarije was er discussie over de persvrijheid. In kandidaat-lidstaat Turkije bijvoorbeeld bestaat er ook heel wat discussie over de bescherming van etnische minderheden en gevangenen …  Democratie in de Europese Unie: Om de vijf jaar mogen de EU-burgers hun stem uitbrengen voor de verkiezingen van het Europees Parlement. Dat parlement heeft een grote invloed op het beleid van de EU en op die manier de burger dus ook. Ondertussen werd ook het ‘Europees Burgerinitiatief’ ingevoerd. Burgers die genoeg handtekeningen verzamelen, kunnen een belangrijk thema op de Europese agenda zetten. Samen groeien:  Wat: Op 9 mei 1950 stelt de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman voor om samen te werken tussen Europese landen. Zijn voorstel leidt in 1951 tot de ‘Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal’ waaraan België, Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en Italië deelnemen. Al snel beslist men ook op andere vlakken samen te werken zoals landbouw, visserij, transport… In 1957 werd deze samenwerking verankerd in de Verdragen van Rome. En de samenwerking breidt uit: om vlot op 1 vlak samen te werken, groeit ook de nood om op andere vlakken akkoorden te sluiten. Dit ‘sneeuwbaleffect’ (de ene actie leidt tot een volgende) is een constante in de Europese samenwerking. Op die manier worden ook de grenzen geopend, voert men de euro in, begint men op vlak van ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

46


  

Ontstaan en groei van de EU veiligheid en politie samen te werken, komt veiliger transport op de agenda … Maar ook ‘in de breedte’ groeit de Europese Unie. Van de 6 landen in 1951 zijn we ondertussen gegroeid naar 28 landen. Was het nu vooral omwille van economische redenen (bv. Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken, …) of politieke redenen (bv. Griekenland, Spanje …), de Europese Unie werd snel groter en moest zich hier ook aan aanpassen. Maar de basisprincipes zoals solidariteit, vrede, welvaart, democratie en de vrije markt bleven altijd centraal. Foto’s: 3, 6, 8. Kandidaat-lidstaten: Albanië, Turkije, Servië, Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Montenegro. Ook deze landen willen graag lid worden, zoals Bosnië en Herzegovina en Kosovo. Op welke vlakken wordt samengewerkt: landbouw, milieu, buitenlands beleid, binnenlands beleid, politie, migratie, cultuur en media, onderwijs, regionaal beleid, volksgezondheid, visserij, transport …

Opdracht 2: Oorlog en vrede 1. vrede – 2. oorlog – 3. oorlog – 4. vrede – 5. oorlog – 6. vrede – 7. vrede – 8. oorlog – 9. oorlog.

Opdracht 3: Tijdslijn met krantenartikels en foto’s over de Europese integratie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

De Tweede Wereldoorlog vond plaats van 1940-1945. Frankrijk en Duitsland waren toen aartsvijanden. Men is gestart met de Europese samenwerking om oorlog te vermijden. Die sectoren liggen aan de basis van de wapenindustrie. Zes: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. Transport, landbouw, havenbeleid, atoomenergie… Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Het economisch voordeel: door samen te werken kwam er meer welvaart. Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. 1979. Griekenland (1981), Spanje en Portugal (1986). Toen waren ze al met twaalf. De val van het communisme, de val van de Berlijnse Muur. Het Verdrag van Maastricht. Die stad ligt in Nederland. Tien. Ze hopen dat de welvaart in hun land zal verbeteren door toe te treden tot de Europese Unie. Oostenrijk, Finland en Zweden. Achtentwintig. Eerste president: Herman Van Rompuy (België). President nu: Donald Tusk (Polen). Bulgarije en Roemenië; Kroatië.

Opdracht 4: De Europese verdragen 1. d – 2. a – 3. c – 4. e – 5. b.

Opdracht 5: Vraag- en antwoordspel over de Europese historiek 1 - A, 2 - B, 3 - C, enz.

Opdracht 6: Stellingen rond de Europese samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Juist Juist Fout: Ze zijn met zes landen gestart. Fout: Duitsland was er van bij het begin bij. Fout: Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en de meeste nieuwe lidstaten hebben de euro (nog) niet ingevoerd. Fout: De Europese Unie telt ongeveer 500 miljoen inwoners. Juist. Fout: Twaalf is het symbool voor perfectie en eenheid. Juist. Juist.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

47


Ontstaan en groei van de EU 11. Fout: De Europese samenwerking startte na de Tweede Wereldoorlog. 12. Juist.

Opdracht 7: De Europese vlag 1. VS - 2. Europese Unie - 3. Vlaanderen - 4. Wallonië - 5. België - 6. Duitsland.

Opdracht 8: De Europese feestdag      

Belgische Nationale Feestdag: 21 juli – Leopold I, eerste Belgische koning, legt in 1831 de eed af. Internationale Vrouwendag: 8 maart – Herdenking eerste ‘vrouwenstaking’ in 1908 (New York). Feest van de Vlaamse Gemeenschap: 11 juli – Herdenking Guldensporenslag in 1302. Dag van Europa: 9 mei – Herdenking Schumanverklaring in 1950. Wapenstilstand: 11 november – Herdenking einde WO I. Dag van de Arbeid: 1 mei – Herdenking demonstratie voor 8-urige werkweek in de VS (1888).

Opdracht 9: Het Europese motto en volkslied Het motto ‘In verscheidenheid verenigd’ betekent dat Europa bestaat uit een waaier aan verschillende culturen, tradities en talen. Ondanks deze diversiteit slagen we erin om samen te werken en de diversiteit als een sterkte te gebruiken.

Opdracht 10: Woordpuzzel rond de Europese samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6.

O C

E O R Y V

E U R O P A

G R L M R N

K O O E U R

S G S O

M

P

U

Y

Opdracht 11: De uitbreidingsgolven van de Europese samenwerking 1951 1. België 2. Nederland 3. Luxemburg 4. Frankrijk 5. Duitsland 6. Italië

1973 1. Ver.Koninkrijk 2. Ierland 3.Denemarken

1981 + 1986 1. Griekenland (‘81) 2. Spanje (‘86) 3. Portugal (‘86)

1995 1. Zweden 2. Oostenrijk 3. Finland

2004 1. Estland 2. Letland 3. Litouwen 4. Polen 5. Tsjechië 6. Slowakije 7. Hongarije 8. Slovenië 9. Malta 10. Cyprus

2007 1. Bulgarije 2. Roemenië

2013 1. Kroatië

Opdracht 12: ‘Memory’-spel om de EU-lidstaten beter te leren kennen Opdracht 13: Stellingen over de EU-lidstaten   

Groep 1 Stelling 1: België, 2: Italië, 3: Nederland, 4: Luxemburg, 5: Frankrijk, 6: Duitsland, 7: Frankrijk, 8: Nederland, 9: Duitsland, 10: Italië. Groep 2 Stelling 1: Verenigd Koninkrijk, 2: Ierland, 3: Ierland, 4: Denemarken, 5: Denemarken, 6: Verenigd Koninkrijk, 7: Verenigd Koninkrijk, 8: Denemarken, 9. Ierland, 10: Verenigd Koninkrijk. Groep 3

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

48


   

Ontstaan en groei van de EU Stelling 1: Portugal, 2: Portugal, 3: Griekenland, 4: Griekenland, 5: Spanje, 6: Spanje, 7: Griekenland, 8: Spanje, 9: Spanje, 10: Portugal. Groep 4 Stelling 1: Zweden, 2: Finland, 3: Oostenrijk, 4: Oostenrijk, 5: Zweden, 6: Finland, 7: Oostenrijk, 8: Finland, 9: Finland, 10: Zweden. Groep 5 Stelling 1: Estland, 2: Polen, 3: Slowakije, 4: Hongarije, 5: Estland, 6: Polen, 7: Hongarije, 8: Malta, 9: Malta, 10: Hongarije. Groep 6 Stelling 1: Cyprus, 2: Slovenië, 3: Letland, 4: Litouwen, 5: Slovenië, 6: Letland, 7: Slovenië, 8: Tsjechië, 9: Cyprus, 10: Tsjechië Groep 7 Stelling 1: Roemenië, 2: Kroatië, 3: Roemenië, 4: Bulgarije, 5: Kroatië, 6: Bulgarije, 7: Roemenië, 8: Kroatië, 9: Roemenië, 10: Bulgarije

Opdracht 14: Wat is democratie 1. Democratie: staat(svorm) waarbij de hele bevolking invloed heeft op de regering 2. Democratische landen: 1. Niet democratisch – 2. Democratisch – 3. Democratisch – 4. Niet democratisch – 5. Niet democratisch – 6. Democratisch.

Opdracht 15: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Stelling 1: De Europese samenwerking is gestart als vredesproject. Nu er vrede is in Europa, kan de EU afgeschaft worden. Akkoord: o Samenwerken is een dure aangelegenheid. Nu er vrede is, heeft de samenwerking geen zin meer. De bestaansreden is weg. o De EU bemoeit zich met teveel zaken. We handelen onze eigen zaakjes, zoals onze overheidsschulden en ons beleid over voedsel of milieu, beter zelf af. o … Niet akkoord: o Een goede verstandhouding tussen de landen in Europa is iets waar we moeten blijven aan werken. o Vrede is inderdaad geen prioriteit meer, maar economische samenwerking (in een geglobaliseerde wereld) wel, net als milieu, migratie en alle andere belangrijke thema’s waarrond de EU samenwerkt. o …

Stelling 2: Alle landen die dat willen, zoals Turkije, Albanië of Servië, mogen lid worden van de EU. Akkoord o Europa mag niemand uitsluiten. Wie aan de voorwaarden voldoet moet lid kunnen worden van de club. o Als Turkije, Servië … toetreden, zijn ze ook verplicht om alle Europese wetten over te nemen. Europa kan er dus op toezien dat de mensenrechten beschermd worden, dat de scheiding tussen kerk en staat gerespecteerd wordt. o … Niet akkoord o Het is nu al moeilijk om met 28 landen beslissingen te nemen. Als er nog meer landen toetreden, dan wordt dat nog moeilijker. o Er moeten grenzen zijn: enkel Europese landen mogen lid worden van de samenwerking. o …

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

49


Ontstaan en groei van de EU Stelling 3: Europa moet een Europees leger oprichten, ook al is de EU opgericht vanuit de idee: ‘nooit meer oorlog’. Akkoord: o Europa moet het recht hebben om zich te verdedigen. Andere landen zoals de Verenigde Staten, Rusland en China zijn militair heel sterk en spelen een belangrijke rol in de wereld. Europa moet dat ook doen. o Net door tussen te komen, kunnen we vrede brengen in regio’s die nu in oorlog of in een dictatuur leven. o … Niet akkoord: o Een Europees leger oprichten gaat in tegen de vredesgedachte van de Europese samenwerking. o De Europese Unie moet proberen op andere manieren tussen te komen in te wereld, dan met een leger, bv. met ontwikkelingshulp. o …

Opdracht 16: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vraag.   

De stad Ieper. Hier staan ondermeer de IJzertoren en de Menenpoort waar dagelijks de ‘Last Post’ wordt geblazen. Het Fort van Breendonk is een militaire vestiging gebouwd tussen 1909 en 1914, en maakte deel uit van de fortengordel rond Antwerpen. Belangrijke personen: o Robert Schuman werd geboren in Luxemburg stad in 1886. Hij nam als Franse minister van Buitenlandse Zaken het initiatief om de EGKS op te richten. o Jean Monnet werkte vooraf in het Cognacbedrijf van de familie. o Paul-Henri Spaak was een Belg die tussen 1952 en 1953 voorzitter was van de Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS. Kan je op http://europa.eu vinden: o 12 sterren: 12 wordt beschouwd als een ‘volmaakt’ getal (bv. maanden in het jaar, uren van de klok of tekens in de dierenriem) o De Europese feestdag: 9 mei (naar 9 mei 1951: oprichting EGKS) o Het Europese volkslied: Ode aan de Vreugde

Opdracht 17: Herhalingsopdracht 

 

Waarom begonnen de Europese landen samen te werken na Wereldoorlog II? En hoe? Vrede! De generatie van de babyboomers is de eerste generatie die geen oorlog kende op het Europese continent. Na jarenlang vechten op het Europese continent waren de mensen de rivaliteit en het geweld meer dan moe. Toen kwam de Fransman Jean Monnet op de proppen met een idee om samen te werken op het vlak van ‘kolen’ en ‘staal’. Een Europese autoriteit zou voortaan beslissingen nemen over kolen en staal en niet meer de lidstaten zelf. Op die manier kon geen enkel land zich nog zwaar bewapenen zonder dat de andere landen dit merkten. De EGKS (‘Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal’) werd in 1951 opgericht met 6 landen: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Italië en Duitsland. Oorlog werd dus in principe onmogelijk maar ook ondenkbaar. Want de verschillende landen zouden in het geval van oorlog ook hun eigen economie in gevaar brengen. Wat zijn de basisprincipes van de Europese samenwerking? De basisprincipes van de Europese samenwerking zijn onder meer: vrede, welvaart, mensenrechten, democratie, solidariteit en de rechtstaat. Hoeveel landen zijn momenteel lid van de Europese Unie? Momenteel telt de Europese samenwerking 28 lidstaten. Heel wat landen traden toe omwille van economische redenen: Het Europees project maakte snelle sprongen en de lidstaten profiteerden enorm van de economische heropleving in Europa. Veel landen willen hiervan een graantje meepikken. Maar dat was niet de enige reden waarom zoveel landen lid wilden worden van de Europese Unie. Sommige landen wilden ook een welvarend democratisch land worden en ontsnappen aan de dictatuur

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

50


Ontstaan en groei van de EU (bv. Griekenland, Spanje, Portugal) of wilden zich afkeren van het communisme (bv. Tsjechië, Slowakije …). Nu nog altijd oefent de Europese Unie een aantrekkingskracht uit op haar ‘buurlanden’. Som enkele domeinen op waarrond de EU samenwerkt. De EU werkt samen rond economie, milieu, landbouw en visserij, migratie, volksgezondheid, consumentenbescherming, enz.

Achtergrondinformatie In het verleden probeerden heel wat grote heersers om Europa één te maken. Caesar veroverde zowat heel Europa en maakte van het Romeinse Rijk een grootmacht. Later probeerden andere machthebbers zoals Karel de Grote, Keizer Karel V en Napoleon hetzelfde te doen. Hun idee van een verenigd Europa was gebaseerd op oorlog en geweld. Die eenheid, waar onderdrukking belangrijker was dan vrede, hield nooit lang stand. De laatste die Europa op gewelddadige manier probeerde één te maken, was Hitler. Na de Tweede Wereldoorlog bleef Europa als een puinhoop achter. Overal waren de industrie, de dienstensector, het wegennet en de steden beschadigd of zelfs compleet vernield. Miljoenen mensen waren op de vlucht. Economisch had Europa geen enkele betekenis meer. Ook moreel had de oorlog diepe wonden geslagen bij de Europeanen. In de verschillende Europese landen gingen daarom meer stemmen op om met elkaar samen te werken in plaats van het tegen elkaar op te nemen. Door die Europese samenwerking hoopte men er op economisch vlak gemakkelijker bovenop te komen. De Europeanen verlangden vooral dat die samenwerking zou zorgen voor blijvende vrede. Vrede en welvaart waren de belangrijkste beweegredenen van de Europese landen om met hun samenwerking te beginnen. De Europese Unie is dus ontstaan als vredesproject. Maar er zijn nog andere waarden die de basis vormen van de Europese samenwerking, zoals onderlinge solidariteit en democratie. Ook menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn waarden waarop de EU gebouwd is. De Europese instellingen zijn verplicht om zich aan deze grondrechten te houden. Dat geldt ook voor de EU-regeringen bij de toepassing van de EU-wetgeving. Voordat het echte Europese integratieproces van start ging, ontstonden in West-Europa enkele samenwerkingsverbanden. De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking werd opgericht om de Amerikaanse steun aan Europa (het Marshallplan) te beheren. De NAVO zag het levenslicht als gemeenschappelijk verdedigingsmechanisme. De Raad van Europa hield zich bezig met het herstel van de gemeenschappelijke waarden. Het echte integratieproces kwam pas op gang na de toespraak op 9 mei 1950 van Robert Schuman, toenmalig Frans minister van Buitenlandse Zaken. Hij stelde voor om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal tussen Duitsland en Frankrijk op te richten onder het gezag van een onafhankelijke supranationale autoriteit. Andere Europese landen konden zich bij dit project aansluiten. Jean Monnet, die het idee had uitgedacht, koos voor kolen en staal omdat die aan de basis lagen van de wapenindustrie. Om een oorlog in de toekomst te vermijden, was samenwerking in die sectoren absoluut noodzakelijk. Zes regeringen reageerden positief: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. Op 18 april 1951 ondertekenden zij het verdrag dat de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal oprichtte. Daarmee was de EGKS een feit. De Europese landen besloten daarop om de Europese integratie verder te zetten langs de weg van de economische samenwerking. Op 25 maart 1957 ondertekenden ze twee nieuwe verdragen, de verdragen ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

51


Ontstaan en groei van de EU van Rome. Met het EEG-verdrag (Europese Economische Gemeenschap) spraken ze af om op termijn een interne markt te creëren met vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Ze wilden ook een gemeenschappelijk beleid uitstippelen op gebied van handel, transport, landbouw,… Met de oprichting van de Euratom of EGA (Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) beslisten de lidstaten de handen in elkaar te slaan op het vlak van atoomenergie voor burgergebruik. Het succes van de Europese samenwerking was overweldigend. In de jaren zestig was de Europese Gemeenschap uitgegroeid tot een economische reus. Andere landen werden door dit economisch succes aangetrokken en zochten toenadering tot de EG. Op 1 januari 1973 traden het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Ierland tot de Europese Gemeenschap toe. Drie zuiderse landen traden enkele jaren later ook toe: Griekenland in 1981, Spanje en Portugal in 1986. Daarmee wilden ze definitief afrekenen met hun dictatoriaal verleden. De EG wilde deze jonge democratieën steunen. In 1986 was de tijd rijp voor een nieuw verdrag. De Eenheidsakte bereidde de Europese interne markt voor. Vanaf 1 januari 1993 ontstond zo een Europese economische ruimte zonder grenzen met vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de hele Europese Unie. In 1992 werd het Verdrag van Maastricht ondertekend. Dit verdrag kwam er om twee redenen. Eerst en vooral waren er plannen om een Economische en Monetaire Unie op te richten. Die stap moest in een verdrag vastgelegd worden. De EMU zou leiden tot het invoeren van de euro, op 1 januari 2002. Anderzijds wilde men een versterkte samenwerking om de macht van het herenigde Duitsland in te perken. Vanaf nu zouden de Europese landen niet enkel op economisch vlak maar ook op vlak van buitenlandse politiek en veiligheid samenwerken. Het Verdrag van Maastricht bestond uit drie pijlers. In de pijler van de Europese Gemeenschap werden alle vroegere verdragen hernomen. Ook de Economische en Monetaire Unie kreeg een plaats binnen de eerste pijler. Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid beslaat de tweede pijler. De derde pijler heeft het over Justitie en Binnenlandse Zaken. Omdat de samenwerking vanaf het Verdrag van Maastricht politieke domeinen bevatte, besloot men de EG om te dopen tot ‘Europese Unie’. De Europese Unie hield zich niet alleen bezig met het uitbreiden van haar bevoegdheden. Ze werd ook in oppervlakte stapsgewijs groter. In 1995 sloten Zweden, Oostenrijk en Finland zich bij de EU aan. Na de Val van de Muur in 1989 dienden ook heel wat Oost-Europese landen een aanvraag tot lidmaatschap in. In 2004 traden tien landen al toe: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus. In 2007 slaagde de EU er eindelijk in om een nieuw Europees verdrag te sluiten. Dit ‘Verdrag van Lissabon’ moest leiden tot een democratischer en efficiënter besluitvormingsproces. Behalve defensie en buitenlands beleid, worden beslissingen met meerderheid van stemmen genomen. Bovendien kregen het Europees Parlement en de burger meer inspraak. Er kwam ook een Voorzitter van de Europese Raad (‘Europees President’) en een Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid (‘Europees Minister van Buitenlandse Zaken’). In 2007 traden ook Bulgarije en Roemenië toe tot de Europese Unie en in 2013 Kroatië. Landen die nog in de wachtrij staan zijn: Albanië, Macedonië (FYROM), Servië, Montenegro en Turkije.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Document (PDF) over de uitbreiding van de Europese Unie (bron: EU): http://europa.eu/pol/enlarg/index_nl.htm ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

52


        

Ontstaan en groei van de EU Website (officieel) van de Europese Unie: http://europa.eu/index_nl.htm Website over ’10 mijlpalen’ in de Europese ontwikkeling (bron: EU): http://bookshop.europa.eu/nl/europa-in-12-lessen-pbNA3110652/ Website over het ‘waarom’ van de Europese samenwerking (bron: EU): http://bookshop.europa.eu/nl/europa-in-12-lessen-pbNA3110652/ Website en filmpjes over de grondleggers van de EU (bron: EU): http://europa.eu/about-eu/eu-history/founding-fathers/index_nl.htm Filmpje over het ontstaan van de EU (bron: Europese beweging): www.youtube.com/watch?v=sPBEwpz8UXQ Filmpje over het ontstaan van de EU (bron: schoolTV): http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20060706_historieeu/ Filmpje over de groei van de EU (bron: schoolTV): www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20081013_groeieu01 Filmpje met de Europese hymne: www.youtube.com/watch?v=vXuhvzbQ5EI

Wat kan je doen met de klas? 

Het thema ‘oorlog en vrede’ als startpunt voor lessen of projecten rond de Europese integratie: o In Flanders Fields Museum Grote Markt 34 8900 Iepertel. 057/23.92.20 – fax 057/22.85.89 www.inflandersfields.be o

Talbot HouseGasthuisstraat 43 8940 Poperinge tel. 057/33.32.28 talbot.house@skynet.be www.talbothouse.be

o

Memorial Museum Passchendaele 1917 Dienst voor Toerisme Ieperstraat 5 8980 Zonnebeke tel. 051/77.04.41 – fax 051/78.07.50 info@passchendaele.be www.passchendaele.be

o

Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk Brandstraat 57 2830 Willebroek tel. 03/860.75.25 – fax 03/866.53.91 www.breendonk.be

o

Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten Kazerne Dossin Sint-Katelijnestraat 139 2800 Mechelen tel. 015/ 29 06 60 info@kazernedossin.eu www.kazernedossin.be

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

53


Ontstaan en groei van de EU 

Een bezoek aan Mini-Europa in het Bruparck te Brussel: www.minieurope.com tel. 02/474.13.13 info@minieurope.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

54


Bestuur van de EU

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

55


Bestuur van de EU

ZEG EENS, Hoe wordt de Europese Unie bestuurd? Inleiding De Europese Unie telt 28 lidstaten die allemaal een deel van hun macht afstonden aan de EU. Op die manier willen de landen een gezamenlijk beleid voeren over thema’s van algemeen belang. Een aantal instellingen staan hiervoor in: de Europese Commissie, de Raad van Ministers, de Europese Raad en het Europees Parlement. Het zijn deze instellingen die de Europese wetten maken. Het Europees Hof van Justitie komt tussen als die Europese wetten niet duidelijk zijn of niet nageleefd worden. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de belangrijkste instellingen en de wisselwerking ertussen.

Doelstellingen  

De leerlingen/cursisten leren de belangrijkste Europese instellingen kennen die bij het besluitvormingsproces betrokken zijn. De leerlingen/cursisten weten hoe een Europese wet tot stand komt.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het bestuur van de Europese Unie Bekijk het blad met foto’s over het bestuur van de Europese Unie. Sommige foto’s zijn aan elkaar gekoppeld (gebouw + politici die er in vertegenwoordigd zijn). Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:     

Wat zie je op de foto’s? Wie werkt er in deze ‘instelling’ (organisatie)? Waar (land/stad) ligt deze instelling? Ken je Belg(en) die in deze instelling zetelen? Waar houdt deze instelling zich mee bezig?

Voor de eerste vraag (‘Wat zie je op de foto’s?’) kan je kiezen tussen: het Hof van Justitie van de Europese Unie; het Justus Lipsiusgebouw van de Raad van Ministers (op deze foto de ministers van Justitie); de Europese Top en het gebouw waar de Europese Raad vanaf eind 2015 samenkomt; het Europees Parlement en de Belgische leden van dit parlement; de Europese Commissie Barroso en het (stervormige) Berlaymontgebouw.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

56


Bestuur van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het bestuur van de Europese Unie (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Omdat dit hoofdstuk minder evident is, geven we ook al enkele tips die in de foto’s en de antwoordmogelijkheden verwerkt zijn. Eventueel kunnen de leerlingen/cursisten hiervoor ook het internet gebruiken of kunnen ze vooraf de tekst in bijlage 8 lezen. Hiermee kunnen ze al heel wat opdrachten oplossen. Je kan deze opdracht bovendien best foto per foto behandelen. Wie wil kan ook een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vijf instellingen van de Europese Unie ontdekten: het Europees Parlement, de Europese Raad (Europese Top), de Europese Commissie, de Raad van Ministers (Ministerraad) en Hof van Justitie van de Europese Unie. 

Het Europees Parlement: o Wie zetelt er in het Parlement? o In een democratisch land bestaan verschillende machten: de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht. Welke macht heeft het Europees Parlement volgens jou? Wat betekent dat concreet? o Met welke Belgische instelling kan je dit vergelijken? o Waarom is het belangrijk dat het Europees Parlement door ons wordt verkozen? o Wanneer vinden de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement plaats?

De Europese Raad (Europese Top): o Wie zetelt er in de Europese Raad? o Heb je ooit al eens van een ‘Europese Top’ (in Brussel) gehoord? Wat betekent dit? o Weet je wie de Voorzitter van de Europese Raad is? o De Voorzitter van de Europese Raad wordt soms wel eens de ‘President van de Europese Unie’ genoemd. Waarom, denk je? o In de Europese Raad komen de staats- en regeringsleiders van Europese lidstaten samen. Wie is de regeringsleider voor België? En weet je ook wie ons staatshoofd is?

De Europese Commissie: o Wie zetelt er in de Europese Commissie? o In een democratisch land bestaan verschillende machten: de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht. Welke macht is de Europese Commissie volgens jou? Wat betekent dat concreet? o Met welke Belgische instelling zou je dit kunnen vergelijken?

De Raad van Ministers (Ministerraad): o Wie zetelt er in de Raad van Ministers? o In een democratisch land bestaan verschillende machten: de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht. Welke macht is de Raad van Ministers volgens jou? Wat betekent dat concreet? o Waarom is het belangrijk dat, naast de Europarlementsleden, ook de Ministers meebeslissen over wetten?

Het Hof van Justitie van de Europese Unie: o Wie zetelt er in het Hof van Justitie? o In een democratisch land bestaan verschillende machten: de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht. Welke macht is het Hof van Justitie volgens jou? Wat betekent dat concreet?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

57


Bestuur van de EU

Opdracht 2: Over de Europese instellingen In de onderstaande tabel vind je info over enkele EU-instellingen. Schrijf de juiste instelling naast de omschrijving. Je kan kiezen uit: Europese Commissie, Raad van Ministers, Europees Parlement, Europese Raad (of Europese Top). 1.

2.

3.

4.

Deze instelling bestaat uit 28 commissarissen. Elke lidstaat stuurt er één. Het zijn echte Europeanen want ze werken voor de hele EU, niet voor hun eigen land. Zij maken wetsvoorstellen. Hierin komen 751 mensen samen die de inwoners van de Europese Unie vertegenwoordigen. Zij worden om de vijf jaar verkozen. Ze vergaderen in Straatsburg en in Brussel. Af en toe komen de ministers van de 28 lidstaten in Brussel bijeen. Niet álle ministers natuurlijk. Als er in enkele EU-landen varkenspest uitbreekt, dan vergaderen de ministers van Landbouw, gaat het over de euro dan zijn de ministers van Financiën er, enz. Zij beslissen mee of een wetsvoorstel ook echt een wet wordt of niet. Op deze bijeenkomsten komen alle staats- en regeringsleiders van de 28 landen samen. Zij bepalen de grote lijnen van het beleid van de Europese Unie.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Over de Europese instellingen (individuele opdracht) Met deze opdracht leren de leerlingen/cursisten meer over de Europese instellingen. Je kan ze eventueel vooraf de tekst in bijlage 8 laten lezen.

Opdracht 3: Hoe komt een Europese wet tot stand? Hoe komt een Europese wet tot stand? Probeer de verschillende stappen in de juiste volgorde te zetten. 1. Nu het voorstel door iedereen is goedgekeurd, mag de Commissie het voorstel in de praktijk brengen. Alle producenten van mp3-spelers in de EU moeten hun nieuwe toestellen voorzien van een geluidsbegrenzer. 2. Als een bedrijf zich niet houdt aan deze regel, wordt het voor het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg gebracht. 3. De Raad van Ministers gaat ook akkoord met het voorstel. 4. De Commissie merkt dat Europese jongeren steeds vaker te maken krijgen met gehoorschade omdat mp3-spelers te luid gaan. De commissarissen doen een voorstel om alle mp3-spelers uit te rusten met een geluidsbegrenzer. 5. Het Europees Parlement bespreekt het voorstel van de Commissie om alle mp3-spelers uit te rusten met een geluidsbegrenzer. De europarlementsleden vinden het een goed idee.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Hoe komt een Europese wet tot stand? (individuele opdracht) Met deze opdracht ontdekken de leerlingen/cursisten hoe een Europese wet tot stand komt.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

58


Bestuur van de EU

Opdracht 4: De Europese bestuurders De EU wordt door diverse mensen bestuurd. Je vindt er onder andere EU commissarissen, ministers, leden van het Europees Parlement en rechters. Hieronder vind je een aantal uitspraken. Als je denkt dat een uitspraak gedaan werd door een eurocommissaris, dan plaats je een C in de rechterkolom. Voor een minister zet je een M, voor een europarlementslid een E en voor een rechter een R. 1.

Ik vind het niet zo leuk dat we de ene keer in Brussel en de andere keer in Straatsburg vergaderen.

2.

Ik neem mijn taak als volksvertegenwoordiger zeer ernstig.

3.

Elke morgen ga ik naar mijn werk in Luxemburg.

4.

Wie zich niet aan de Europese regels houdt, mag zich van mij aan een fikse boete verwachten.

5.

Als het Europees Parlement de wetsvoorstellen van de Europese Commissie heeft goedgekeurd, dan krijg ik ze voorgeschoteld.

6.

Voor mijn werk trek ik een toga aan.

7.

Als ik een wetsvoorstel heb uitgeschreven, dan stuur ik dat naar het Europees Parlement en later naar de Ministerraad.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: De Europese bestuurders (individuele of klassikale opdracht) De leerlingen/cursisten leren met deze opdracht welke rol de verschillende figuren in de Europese instellingen spelen.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 5: Stellingen rond de werking van de Europese Unie Zijn de volgende stellingen juist of fout? 1. Op een Europese Top komen de staats- en/of regeringsleiders van alle lidstaten samen. België stuurt de eerste minister, maar kan eigenlijk ook de koning naar zo’n Top sturen. 2. Per jaar wordt minstens 4 keer een Europese Top gehouden. 3. De Europese Commissie heeft 766 leden. 4. Alle leden van de Europese Commissie houden zich met allerlei zaken bezig. Ze zijn niet verantwoordelijk voor een bepaald domein. 5. Het is de Commissie die wetsvoorstellen uitschrijft.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

59


Bestuur van de EU 6. In de Ministerraad komen de ministers van alle lidstaten samen. Ze komen samen per onderwerp. 7. De Ministerraad beslist over de wetsvoorstellen van de Commissie. 8. De leden van het Europees Parlement worden verkozen door de Commissie. 9. Om de vier jaar wordt er een nieuw Europees Parlement verkozen. 10. Het Europees Parlement vergadert zowel in Straatsburg als in Brussel. 11. Stel je de volgende situatie voor: In België is er een wet die zegt dat speelgoed met loszittende onderdelen verboden is voor kinderen onder de twee jaar. Een Europese wet zegt dat kinderen minstens drie jaar oud moeten zijn om met dat speelgoed te mogen spelen. België zal zijn wet moeten aanpassen. 11. Het Hof van Justitie van de Europese Unie kan een lidstaat een boete opleggen als die lidstaat een Europese wet of regel niet respecteert.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Stellingen rond de werking van de Europese Unie (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten.

Opdracht 6: Kruiswoordraadsel rond de werking van de instellingen Vul het kruiswoordraadsel in. 1. Een Europese Raad van staats- en regeringsleiders noemt men ook soms een Europese … 2. De vergadering van 751 volksvertegenwoordigers uit de 28 EU-lidstaten, noemen we het Europees … 3. In 1957 werden in deze stad 2 verdragen afgesloten: het EEG en het EGA verdrag. 4. In deze EU-instelling worden wetsvoorstellen opgesteld. Elke lidstaat mag één commissaris afvaardigen. 5. Deze persoon zetelt samen met zijn collega’s uit de andere lidstaten in de Ministerraad. 6. In deze Europese hoofdstad zijn de meeste EU-instellingen gevestigd. 7. Deze persoon werkt in het Europees Hof van Justitie. 8. De naam van de Europese Gemeenschap werd in 1992 veranderd in EU: Europese …

1

4

.

.

3

.

.

6

2  . . . . . . . . . 

.

.

.

5  . . . . . . . .

.

.

.

.

8  . . .

.

.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

7  . . . . . . .

.

60


Bestuur van de EU .

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: Kruiswoordraadsel rond de werking van de instellingen (individuele opdracht) Met deze opdracht herhalen de leerlingen/cursisten op speelse wijze hun kennis over de Europese instellingen. De leerkracht/docent projecteert achteraf de correcte oplossing, schrijft die op het bord of overloopt die.

Opdracht 7: Het Europees Parlement Het Europees Parlement is de enige EU-instelling waarvan de leden rechtstreeks door de Europese burgers worden verkozen. Daarom gaan we iets dieper in op deze instelling. Je krijgt een aantal meerkeuzevragen over het Europees Parlement. Duid telkens het juiste antwoord aan. 1. Hoeveel leden telt het Europees Parlement? a. 626 b. 751 c. 732 2. Hoeveel Belgen zetelen in het Europees Parlement? a. 14 b. 21 c. 34 3. Hoeveel van die Belgen zijn Vlamingen? a. 10 b. 12 c. 22 4. Wanneer werd het Europees Parlement voor de eerste keer rechtstreeks verkozen door de EU-burgers? a. 1979 b. 1986 c. 1992 5. Om de hoeveel jaar wordt een nieuw Europees Parlement verkozen? a. Om de 5 jaar b. Om de 6 jaar c. Om de 7 jaar 6. Als er verkiezingen zijn voor het Europees Parlement dan… a. kunnen we enkel op kandidaten uit de andere EU-landen stemmen. b. kunnen we enkel op kandidaten stemmen die in Vlaanderen wonen en EU-burger zijn. c. kunnen we zowel stemmen op kandidaten die in Vlaanderen wonen als op kandidaten die in de andere EU-landen wonen. 7. In het Europees Parlement zijn er verschillende groepen. Welke? a. groepen per leeftijd. b. groepen per land. c. groepen per politieke familie. 8. Wat is de taak van het Europees Parlement? a. Wetsvoorstellen doen. b. Samen met de Ministerraad de wetsvoorstellen goedkeuren, aanpassen of afkeuren. c. De richting en prioriteiten bepalen van de Europese Unie. 9. Waar vergadert het Europees Parlement? a. In Straatsburg. b. In Brussel. c. Zowel in Straatsburg als in Brussel. 10. Hoe verlopen de vergaderingen van het Europees Parlement? ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

61


Bestuur van de EU a. Alle parlementsleden vergaderen altijd samen. b. De parlementsleden vergaderen in kleine groepen, die we parlementaire commissies noemen. Met zoveel leden kan je onmogelijk samen vergaderen. c. Eén week per maand vergaderen alle parlementsleden samen. Dit noemt men een plenaire zitting. Die grote plenaire vergaderingen worden vooraf in kleine groepen (parlementaire commissies) voorbereid.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Het Europees Parlement (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten.

3. Geef je mening Opdracht 8: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

Het is goed dat we verplicht zijn om te gaan stemmen voor de Europese verkiezingen. Het is goed dat we een ‘voorzitter van de Europese Raad’ (‘Europees president’) hebben. De Europese Unie moet de Europese burger beter informeren over wat ze doet.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-Opdrachten Opdracht 9: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vragen.   

Zoek op de website van de Europese Commissie wie de Belgische commissaris is. Waarvoor is hij/zij verantwoordelijk? Zoek een foto van het gebouw van het Europees Parlement in Straatsburg en in Brussel. Wat vind je van de gebouwen van het Europees Parlement? In het Europees Parlement verenigen gelijkaardige politieke partijen zich in politieke fracties. Zo proberen ze er meer invloed te krijgen. Hieronder vind je een tabel met de namen van de politieke families in het Europees Parlement. De meeste Vlaamse politieke partijen, met een Europarlementslid, behoren tot zo’n politieke fractie. Zoek eens uit tot welke groep deze Vlaamse partijen horen: CD&V, Groen, sp.a, Open VLD en N-VA. Zoek ook de namen van de parlementsleden die voor de Vlaamse partijen in het Parlement zetelen. Noot: het Vlaams Belang behoort niet tot een Europese fractie.

Groepen in het Parlement:

Naam van het parlementslid

Naam van zijn/haar partij

EPP (Fractie van de Europese Volkspartij) ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

62


Bestuur van de EU

S&D (Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten)

ALDE (Fractie alliantie van liberalen en democraten voor Europa)

Greens/EFA (Fractie De Groenen en Vrije Europese Alliantie)

GUE/NGL (Confederale Fractie Europees Unitair Links en Noords Groen Links)

ECR (Fractie Europese Conservatieven en Hervormers)

EFD (Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie)

NI (Niet ingeschrevenen)

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet: www.europarl.europa.eu/meps/nl/search.html.

5. Herhalingsopdracht Opdracht 10: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?  

Noem 5 belangrijke EU-instellingen en leg uit welke taak ze hebben. Leg kort uit welke weg een wet aflegt door de Europese instellingen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

63


Bestuur van de EU

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: Het bestuur van de Europees Unie Foto 1:  Wat zie je op de foto’s: Het Europees Parlementsgebouw In Brussel en de Belgische leden.  Wie werkt er in deze instelling: de Europarlementsleden.  Waar (land/stad) ligt deze instelling: Deze foto toont het Europees Parlement in Brussel (België). Maar de ‘officiële zetel’ van het Europees Parlement ligt in Straatsburg (Frankrijk). Het Europees Parlement vergadert 3 weken per maand in Brussel in (commissie)vergaderingen en trekt 1 week per maand naar Straatsburg (Frankrijk) om gezamenlijk (plenair) te beslissen.  Ken je Belg(en) die in deze instelling zetelen: Om de 5 jaar mogen wij stemmen wie er naar het Europees Parlement gaat. Voor België zetelen momenteel (2015): per rij vlnr. Sander Loones, Mark Demesmaeker, Helga Stevens, Anneleen Van Bossuyt, Tom Vandenkendelaere, Ivo Belet, Hilde Vautmans, Guy Verhofstadt, Philippe De Backer, Kathleen Van Brempt, Bart Staes, Gerolf Annemans, Marc Tarabella (Fr), Marie Arena (Fr), Hugues Bayet (Fr), Claude Rolin (Fr), Philippe Lamberts (Fr), Louis Michel (Fr), Gerard Deprez (Fr), Frédérique Ries (Fr), Pascal Arimont (Dui).  Waar houdt deze instelling zich mee bezig: Het Europese Parlement gaat, samen met de Raad van Ministers, wetsvoorstellen goedkeuren of wijzigen. Daarnaast controleert het Parlement de begroting en ook de Europese Commissie. Foto 2:  Wat zie je op de foto’s: De ‘Europese Raad’ (of ‘Europese Top’) en het gebouw waar deze in de toekomst zal samenkomen.  Wie werkt er in deze instelling: In de Europese Raad komen de staats- en regeringsleiders samen. De Europese Raad heeft een voorzitter (Donald Tusk). Daarnaast nemen ook de voorzitter van de Europese Commissie (Jean-Claude Juncker) en de verantwoordelijke voor het Buitenlands Beleid (Federica Mogherini) deel.  Waar (land/stad) ligt deze instelling: Het ‘Europa’-gebouw wordt eind 2015 in gebruik genomen in Brussel (België).  Ken je Belg die in deze instelling zetelt: premier Charles Michel.  Waar houdt deze instelling zich mee bezig: De Europese Raad of ‘Europese Top’ is de richtingaanwijzer van de Europese Unie. Hier worden de visie en de toekomst van de EU uitgestippeld. De Europese Raad beslist bijvoorbeeld wie er lid kan worden van de EU, of er een Europees leger komt … ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

64


Bestuur van de EU Foto 3:  Wat zie je op de foto’s: De Europese Commissie Juncker en het (stervormige) Berlaymontgebouw.  Wie werkt er in deze instelling: De Europese commissarissen of Eurocommissarissen.  Waar (land/stad) ligt deze instelling: Brussel (België).  Ken je Belg(en) die in deze instelling zetelen: Marianne Thyssen (verantwoordelijk voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit).  Waar houdt deze instelling zich mee bezig: De Europese Commissie is zowat de ‘regering’ van de Europese Unie en voert het dagelijks beleid. De Europese Commissie doet voorstellen voor Europese wetten, ze gaat gestemde wetten uitvoeren en uiteindelijk controleert ze of de lidstaten die wetten naleven. Foto 4:  Wat zie je op de foto’s: Het Hof van Justitie van de Europese Unie.  Wie werkt er in deze instelling: In het Hof zetelen 28 rechters, één voor elke lidstaat.  Waar (land/stad) ligt deze instelling: Luxemburg (Luxemburg).  Ken je Belg(en) die in deze instelling zetelen: Koenraad Lenaerts (rechter), Melchior Wathelet (advocaat-generaal).  Waar houdt deze instelling zich mee bezig: Het Hof van Justitie ziet erop toe dat de Europese wetgeving in alle lidstaten wordt toegepast. Daarnaast komt het ook tussen als een land botst met een EU-instelling. En ook de doorsnee Europeanen of bedrijven kunnen als laatste rechtsmiddel naar dit Hof trekken als hun Europese rechten geschonden zijn. Foto 5:  Wat zie je op de foto’s: Het Justus Lipsiusgebouw van de Raad van Ministers (in dit geval de ministers van Justitie).  Wie werkt er in deze instelling: In een Raad van Ministers (Ministerraad) zetelt telkens 1 minister per lidstaat, in totaal dus 28. Er zijn verschillende Ministerraden die samenkomen per thema, bijvoorbeeld Binnenlandse Zaken, landbouw, milieu … en telkens neemt de bevoegde minister per land deel.  Waar (land/stad) ligt deze instelling: Brussel (België).  Ken je Belg(en) die in deze instelling zetelen: ministers, zoals Geens, Crevits of Reynders.  Waar houdt deze instelling zich mee bezig: De Raad van Ministers keurt, samen met het Europees Parlement, wetsvoorstellen goed of af. Daarnaast controleert de Raad van Ministers ook mee de begroting van de Europese Unie.

Uitbreiding bij opdracht 1 Het Europees Parlement  Wie wordt vertegenwoordigd: De Europese bevolking.  Welke macht: Wetgevende macht.  Wat houdt die macht in: Wetten goedkeuren en aanpassen.  Vergelijk met Belgische instelling: Het Belgische federale parlement (Kamer en Senaat).  Waarom verkiezen: De EU draagt ‘democratie’ hoog in het vaandel en geeft de burger op die manier inspraak.  Volgende verkiezingen: 2019 en 2024. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

65


Bestuur van de EU De Europese Raad  Wie wordt vertegenwoordigd: De lidstaten van de Unie.  Wat is een Europese Top: Een samenkomst van de staats- en regeringsleiders van de EU-lidstaten. Men spreekt daarom van een Europese Top.  De Voorzitter: Donald Tusk is momenteel ‘Europees president’.  Waarom de ‘president van Europa’: Omdat hij eigenlijk ‘het gezicht’ zou moeten zijn van de Europese Unie, namelijk Voorzitter van alle staatshoofden en regeringsleiders. Bovendien betekent ‘president’ in het Frans en het Engels ‘voorzitter’.  Regeringsleider- en staatshoofd in België: Charles Michel is onze regeringsleider (premier), de koning is ons staatshoofd. Maar alleen de Belgische regeringsleider gaat naar de vergaderingen van de Europese Raad. De Europese Commissie  Wie wordt vertegenwoordigd: De Europese Unie als geheel en dus niet de landen op zich. Een eurocommissaris werkt daarom onafhankelijk van het land waar hij/zij vandaan komt.  Welke macht: De uitvoerende macht.  Wat houdt die macht in: Het beleid van de EU ‘uitvoeren’, controleren als de wetten gevolgd worden en initiatieven nemen voor nieuwe wetten.  Vergelijk met Belgische instelling: De Belgische regering (ministers). De Raad van Ministers  Wie wordt vertegenwoordigd: De lidstaten.  Welke macht: Wetgevende macht.  Wat houdt die macht in: Wetten goedkeuren en aanpassen.  Waarom meebeslissen: In het EU-verdrag staat: “de EU is een unie van landen en burgers”. De Ministerraad vertegenwoordigt de belangen van de lidstaten, het Europees Parlement de belangen van de EU-burgers. Het Hof van Justitie van de Europese Unie  Welke macht: De rechterlijke macht.  Wat houdt die macht in: Deze instelling doet de rechtspraak over de Europese wetten, grondrechten en instellingen.

Opdracht 2: Over de Europese instellingen 1. Europese Commissie – 2. Europees Parlement – 3. Raad van Ministers – 4. Europese Raad of Top.

Opdracht 3: Hoe komt een Europese wet tot stand? 4–5–3–1–2

Opdracht 4: De Europese bestuurders 1. E – 2. E – 3. R – 4. R – 5. M – 6. R – 7. C.

Opdracht 5: Stellingen rond de werking van de Europese Unie 1. Juist. De eerste minister is onze regeringsleider en de koning is het staatshoofd. De meeste Europese landen sturen enkel hun regeringsleider. Frankrijk bijvoorbeeld stuurt het staatshoofd. 2. Juist. 3. Fout. De Europese Commissie telt 28 leden; één commissaris per lidstaat. 4. Fout. Elke commissaris heeft zijn eigen bevoegdheid. Zo is er bijvoorbeeld een commissaris voor landbouwbeleid, iemand voor ontwikkelingssamenwerking, enz. 5. Juist. 6. Juist. Als er zich een probleem voordoet in de landbouw zullen alle nationale ministers van Landbouw samenkomen in de Ministerraad. Is er een probleem met de euro, dan komen de ministers van Financiën samen, enz. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

66


Bestuur van de EU 7. Juist. De Ministerraad overlegt wel met het Europees Parlement voor ze een beslissing neemt, maar de uiteindelijke beslissingsmacht ligt in handen van de Ministerraad. 8. Fout. De leden van het Europees Parlement worden al sinds 1979 rechtstreeks verkozen door de Europese burgers. 9. Fout. Om de vijf jaar. 10. Juist. 11. Juist. De Europese wet heeft voorrang op de Belgische wet. 12. Juist.

Opdracht 6: Kruiswoordraadsel rond de werking van de instellingen

1

4

T

O

3

C

O

6

2  P A R L E M E N T 

O

M

B

5  M I N I S T E R

E

S 8  U N I E

S

I

S

S

7  R E C H T E R

L

Opdracht 7: Het Europees Parlement 1. b – 2. b – 3. b – 4. a – 4. a – 6. b – 7. c – 8. b – 9. c – 10. c.

Opdracht 8: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Stelling 1: Het is goed dat we verplicht zijn om te gaan stemmen voor de Europese verkiezingen. Akkoord o Bij een democratie horen rechten, maar ook plichten. Door te stemmen zorgen we dus dat de overheid wordt gecontroleerd en dat de ‘stem’ van de hele bevolking aanwezig is in het parlement en niet alleen die van een klein deel. o Op die manier worden de burgers verplicht om zich te informeren over wat de EU en het Europees Parlement allemaal doen. Bovendien moet de EU dan ook haar werk beter uitleggen. o ... Niet akkoord o Het is misschien wel goed dat we mogen stemmen, maar het zou niet verplicht mogen zijn. Als ik niet wil stemmen, dan is dat mijn recht. o Er zijn meer dan 700 Europarlementsleden uit 28 verschillende landen. 1 stem maakt dus weinig verschil. o …

Stelling 2: Het is goed dat we een ‘voorzitter van de Europese Raad’ (‘Europees president’) hebben. Akkoord o Het is belangrijk dat de Europese Unie meer met 1 stem spreekt en 1 gezicht krijgt. Op die manier kunnen we meer invloed uitoefenen in de wereld.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

67


Bestuur van de EU In de Europese Raad denken alle regeringsleiders aan hun eigen nationaal belang. Het is dus belangrijk om een voorzitter te hebben die zoekt naar compromissen. o … Niet akkoord o De president heeft niet zoveel te zeggen. Telkens als er iets belangrijks gebeurt in de wereld, zijn de verschillende Europese presidenten en premiers er als de kippen bij om zelf hun mening te verkondigen. De ‘Europese president’ is misschien wel het gezicht van de EU, maar als de Amerikaanse president een belangrijke vraag heeft, belt hij toch de Franse president, de Duitse Bondskanselier of de Britse premier. o De president wordt niet rechtstreeks verkozen en komt maar uit 1 lidstaat. De Britten of Duitsers gaan nooit een Belg als ‘hun president’ zien. o … o

Stelling 3: De Europese Unie moet de Europese burger beter informeren over wat ze doet. Akkoord o Een groot deel van onze wetten en regels is afkomstig van Europa. Het is dus belangrijk dat we weten wat er allemaal in Europa gebeurt. o Als we beter weten wat er gebeurt, zullen we misschien bij de volgende verkiezingen beter kunnen stemmen en ons meer betrokken voelen bij het Europese project. o … Niet akkoord o De Europese Unie spendeert al genoeg geld. Het is niet nodig dat ze nog extra geld uitgeeft aan promotiecampagnes. o We krijgen de kans om te stemmen, het is dan aan de politici om onze mening te verdedigen in Europa. De EU is toch veel te ingewikkeld om er alles van af te weten. o …

Opdracht 9: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vragen.  

De Belgische eurocommissaris: Marianne Thyssen – Werk, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit. De politieke fracties.

Naam van het parlementslid

Naam van zijn/haar partij

EPP (Fractie van de Europese Volkspartij)

Ivo Belet Tom Vandenkendelaere

CD&V

S&D (Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten)

Kathleen Van Brempt

Sp.a

ALDE (Fractie alliantie van liberalen en democraten voor Europa)

Philippe De Backer Hilde Vautmans Guy Verhofstadt

Open VLD

Greens/EFA (Fractie De Groenen en Vrije Europese Alliantie)

Bart Staes

Groen

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

68


Bestuur van de EU

GUE/NGL (Confederale Fractie Europees Unitair Links en Noords Groen Links)

ECR (Fractie Europese Conservatieven en Hervormers)

Mark Demesmaeker Anneleen Van Bossuyt Sander Loones Helga Stevens

N-VA

Gerolf Annemans

Vlaams Belang

EFD (Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie)

NI (Niet ingeschrevenen)

Opdracht 10: Herhalingsopdracht 

Noem 5 belangrijke Europese instellingen en leg uit welke taak ze hebben. o Het Europees Parlement: keurt, samen met de Raad van Ministers, wetsvoorstellen goed of af. Daarnaast controleert het Parlement de begroting en het werk van de Europese Commissie. o De Europese Raad: is de richtingaanwijzer van de Europese Unie. Hier worden de belangrijkste beslissingen voor de toekomst van de EU genomen. o De Europese Commissie: is zowat de ‘regering’ van de Europese Unie en voert het dagelijks beleid. Ze doet voorstellen voor Europese wetten, gaat gestemde wetten uitvoeren en controleren of ze door de lidstaten nageleefd worden. o De Raad van Ministers (Ministerraad): keurt, samen met het Europees Parlement, wetsvoorstellen goed of af. Ze controleert de begroting van de Europese Unie. o Hof van Justitie van de Europese Unie: is een scheidsrechter die optreedt bij geschillen tussen lidstaten, EU-instellingen en burgers van de Europese Unie. Leg in het kort uit welke weg een wet aflegt door de Europese instellingen. Eerst maakt de Europese Commissie een wetsvoorstel. Het Europees Parlement bespreekt dat voorstel en wijzigt het. Daarna bekijkt de Raad van Ministers ook het voorstel. Het voorstel kan zelfs een aantal keer besproken en/of gewijzigd worden door het Parlement en de Ministerraad. Wanneer het door beide is goedgekeurd, mag de Commissie het voorstel uitvoeren. Indien er landen of bedrijven zijn die de nieuwe Europese regel niet volgen, kan het Hof van Justitie van de Europese Unie eventueel tussenkomen.

Achtergrondinformatie Net zoals een land of een bedrijf moet ook de EU bestuurd worden. Daarvoor werden een reeks instellingen in het leven geroepen. Het zou ons te ver leiden om ze allemaal te bespreken. Daarom beperken we ons tot de vijf instellingen die aan de basis liggen van de besluitvorming in de EU. 

De Europese Raad o Wie: De Raad is samengesteld uit een voorzitter (de ‘Europese president’), de staats- en/of regeringsleiders van de EU-lidstaten, de voorzitter van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

69


o

o

o

Bestuur van de EU Wat: De Europese Raad is de ‘richtingaanwijzer’ van de Europese Unie. In de Europese Raad worden de grote beleidslijnen van de EU uitgestippeld. Zij beslissen wie er lid kan worden van de Europese Unie, of er een Europees leger komt … Waar: De Europese Raad komt minstens vier keer per jaar samen. Dit aantal kan oplopen als er zich een crisissituatie voordoet, bijvoorbeeld de eurocrisis of de annexatie van de Krim door Rusland. Voor meer informatie zie: www.european-council.europa.eu.

De Europese Commissie o Wie: Elke EU-lidstaat mag één afgevaardigde naar de Commissie sturen. Er zijn dus 28 commissarissen, waaronder één voorzitter. Die Europese commissarissen zijn onafhankelijk. Zij werken in het algemene belang van de Unie, niet in het belang van hun eigen land. o Wat: De Europese Commissie vormt het dagelijks bestuur van de Europese Unie. Dat bestaat concreet uit drie belangrijke taken:  Het initiatiefrecht: de Commissie schrijft de wetsvoorstellen.  De uitvoerende macht: nadat de Ministerraad en het Europees Parlement beslisten over een wetsvoorstel, moet de Commissie dat uitvoeren.  Controlerecht: de Commissie controleert of de Europese wetgeving door de lidstaten en de EU-burgers wordt nageleefd. o Waar: De Europese Commissie werkt in het Berlaymontgebouw in Brussel. o Waarom: De Commissie verdedigt de belangen van de Unie. Daarom moeten de commissarissen onafhankelijk van de lidstaten kunnen werken. o Meer info: www.ec.europa.eu

De Raad van Ministers of Ministerraad o Wie: In de Raad van Ministers zetelen 28 ministers. Er zijn in totaal tien Ministerraden. Welke ministers samenkomen, is afhankelijk van het onderwerp. Wordt er bijvoorbeeld een aanslag gepleegd in een EU-lidstaat, dan komen de ministers van Binnenlandse Zaken samen. Breekt er een voedselcrisis uit, dan zullen de 28 ministers van Landbouw vergaderen. Om de 6 maanden is een andere lidstaat voorzitter van de Ministerraad. o Wat: De Ministerraad heeft wetgevende macht. Hij beslist, meestal samen met het Europees Parlement, over de wetsvoorstellen van de Commissie. De Ministerraad stelt, samen met het Europees Parlement, ook de begroting van de Europese Unie vast. o Waar: De Ministerraad vergadert in het Justus Lipsiusgebouw aan het Schumanplein in Brussel. o Waarom: Via de Ministerraad kunnen de lidstaten hun stem laten horen. De lidstaten komen er op voor hun nationale belangen. o Meer info: www.consilium.europa.eu.

Het Europees Parlement o Wie: Het Europees Parlement telt 751 volksvertegenwoordigers, waarvan 21 Belgen. De europarlementariërs worden sinds 1979 rechtstreeks verkozen door de EU-burgers. Ze zitten niet samen per land maar per ‘politieke familie’ (fractie). o Wat: Het Europese Parlement staat als wetgevende macht in de meeste beleidsdomeinen op gelijke voet met de Ministerraad. Verder moet het de EU-begroting goed- of afkeuren en controleren of de Commissie haar taken behoorlijk uitvoert. o Waar: Eén week per maand vergaderen alle Europarlementsleden samen, in plenaire zitting, in Straatsburg. Commissievergaderingen vinden plaats in Brussel. Het secretariaat van het Europees Parlement is gevestigd in Luxemburg. o Waarom: In het Europees Parlement zitten parlementsleden die rechtstreeks door de EUburgers zijn verkozen. Zij moeten dus de belangen van de burger verdedigen. De volksvertegenwoordigers van het Europees Parlement hebben hiervoor ook meer effectieve ‘beslissingsmacht’ dan vroeger, toen hun rol alleen adviserend was. o Meer info: www.europarl.europa.eu.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

70


o

o

o o o

Bestuur van de EU Wie: In het Hof van Justitie van de Europese Unie zetelen 28 rechters, één voor elke lidstaat. De rechters worden benoemd voor een periode van zes jaar. Ze worden bijgestaan door 8 advocaten-generaal. Wat: Het Hof is de hoogste beroepsinstantie voor particulieren. Wanneer een EU-burger vindt dat zijn Europese rechten geschonden worden, kan hij, naar het Hof van Justitie van de Europese Unie stappen. Het Hof doet ook uitspraken over geschillen tussen lidstaten en instellingen, of tussen lidstaten onderling. Ten slotte spreekt het Hof zich uit over de geldigheid en de interpretatie van Europese verdragen. Waar: Het Hof van Justitie zetelt in Luxemburg. Verwar het dus niet met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Waarom: Het Hof is een onafhankelijke scheidsrechter bij geschillen tussen lidstaten, EUinstellingen en burgers van de Europese Unie. Meer info: www.curia.europa.eu.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen.   

Website met een pagina over de Belgen in de Europese instellingen: http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Europese_Unie/belgie_en_de_eu/belgen_in_de_euinstellingen Website over de Europese instellingen (bron: EU): http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/index_nl.htm Website over de werking van de Europese Unie (bron: EU): http://europa.eu/abc/12lessons/lesson_4/index_nl.htm

Wat kan je doen met de klas? 

Een bezoek aan het Europees Parlement: Meer informatie bij de Eenheid Bezoekersgroepen en Studiedagen. Europees Parlement PHS 1C05 Wiertzstraat 60 1047 Brussel tel. 02/284.21.11 www.europarl.europa.eu

Een gegidst bezoek door de Europese wijk: Je vindt alle gidsenverenigingen op de website www.uitinbrussel.be. Of rechtstreeks bij: Brukselbinnenstebuiten Hopstraat 47 - bus 1 1000 Brussel tel. 02/218.38.78 bruksel@skynet.be www.brukselbinnenstebuiten.be

Met de fiets door de Europese wijk: Het Brussels Fietsershuis Londenstraat 15

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

71


Bestuur van de EU 1050 Brussel (Elsene) tel. 02/502.73.55 – fax 02/502.86.41 info@provelo.org 

Een zoektocht in de Europese wijk Download gratis het plan: www.ryckvelde.be (bij vorming >volwassenen)

Ga naar het bezoekerscentrum van het Europees Parlement (Parlamentarium): Willy Brandtgebouw Wiertzstraat 60 1047 Brussel parlamentarium@europarl.europa.eu www.europarl.europa.eu/visiting/nl/visits/parlamentarium.html

Wandeling met gids in de Europese wijk (kort of lang) ARAU (Action Urbaine) Adolphe Maxlaan 55 1000 Brussel 02/219 33 45 info@arau.org

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

72


Landbouwbeleid

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

73


Landbouwbeleid

ZEG EENS, Wat houdt het Europese landbouwbeleid in? Inleiding De Europese Unie is op veel terreinen actief. Het beleidsdomein dat het meeste budget opslokt, is het Europese landbouwbeleid. Dat heeft een goede reden: het landbouwbeleid gaat over voldoende en veilig voedsel voor alle EU-burgers, over het milieu, over dierenwelzijn, en nog zoveel meer.

Doelstellingen   

De leerlingen/cursisten begrijpen dat het Europees landbouwbeleid gestart is om ervoor te zorgen dat er voldoende voedsel was voor alle Europese burgers. De leerlingen/cursisten begrijpen dat Europa eerst meer geld gaf aan de boeren om méér te produceren en weten dat Europa nu andere klemtonen legt zoals voedselkwaliteit, nieuwe initiatieven (bv. hoevetoerisme) of duurzaamheid van het landbouwbeleid. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van het Europese landbouwbeleid in hun dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het Europees landbouwbeleid in je dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je het Europees landbouwbeleid in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

74


Landbouwbeleid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het Europees landbouwbeleid in je dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier klemtonen of prioriteiten van het Europees landbouwbeleid ontdekten: voldoende voedselvoorziening, voedselveiligheid en consumentenbescherming, landbouwers ondersteunen door het promoten van voedsel uit de EU en dierenwelzijn. Daarna doorloop je de vragen per prioriteit. 

Voldoende voedselvoorziening: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over voldoende voeding?

Voedselveiligheid en consumentenbescherming: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over veilig en gezond voedsel en consumentenbescherming? o Ken je nog Europese beslissingen over voedselveiligheid? o Kan je enkele crisissen in de landbouw opsommen? o Wat zijn bioproducten? Eet je ze soms? Waarom wel/niet? o Als je groenten, fruit of vlees eet, vraag je je dan af of die op een veilige manier gekweekt zijn? o Bekijk je soms de etiketten van voedingswaren? Wat wil je dan te weten komen?

Landbouwers ondersteunen door het promoten van voedsel uit de EU: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over promotie van voedsel en landbouw uit de EU? o Kan je enkele typische landbouwproducten uit de Europese Unie opnoemen? o Ken je campagnes om landbouwproducten te promoten? o Welke erkende Belgische streekproducten heb je al gegeten? o Heb je ooit een uitstap of vakantie gedaan op een boerderij?

Dierenwelzijn: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over dierenwelzijn? o Moeten er regels voor dierenwelzijn bestaan? Welke?

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met landbouw bezig? Elk jaar geeft de Unie een pak geld uit aan landbouw: meer dan 50 miljard euro per jaar. Waarom? Ontdek het door de tekeningen in de juiste volgorde te plaatsen. Zet daarna de bijhorende letters op een rij in onderstaande tabel.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

75


Landbouwbeleid

… de kwaliteit van het voedsel daalt.

In de landbouw komen er grote technische verbeteringen.

A

B

De EG belooft de landbouwers een goede prijs in ruil voor meer productie.

Na WOII heerst in Europa honger en armoede.

C

D

De EG steunt nu vooral landbouwers die werken aan de kwaliteit van hun producten en die andere bronnen van inkomsten zoeken.

Het gebruik van betere machines, meststoffen … leidt tot overschotten en …

E

F

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

76


Landbouwbeleid

Na een tijd is er voldoende voedsel tegen betaalbare prijzen.

G Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met landbouw bezig? (individuele opdracht) Met deze opdrachten willen we vooral kennis meegeven over waarom de Europese Unie gestart is met een Europees landbouwbeleid en waarom ze dat vandaag nog altijd doet. De leerlingen/cursisten plaatsen daarbij de letters van de tekeningen in de juiste chronologische volgorde.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 3: Juist of fout? Zijn volgende beweringen juist of fout? Schrijf het juiste antwoord in de rechter kolom. 1. De landbouw slorpt slechts een klein deel van het Europese geld op. 2. De Europese landen werkten na de Tweede Wereldoorlog samen aan de landbouw om hongersnood te vermijden in Europa. 3. De Europese Unie steunt vandaag vooral landbouwers die zoveel mogelijk produceren. 4. De ‘boterberg’ en de ‘melkplas’ zijn voorbeelden van overschotten. Die overschotten kwamen er omdat de landbouwers te veel produceerden om zoveel mogelijk subsidies te krijgen. 5. De Europese Unie vindt het nu belangrijk dat de landbouwproducten gezond zijn. 6. De Europese Unie geeft enkel Europese subsidies aan landbouwers die biologisch telen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

77


Landbouwbeleid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdrachten zijn bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de uitbreidingsopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2.

Opdracht 4: Typische landbouwproducten uit de EU-lidstaten Schrijf naast elk product het land waarvan het een typisch product is. Je kan kiezen uit: Griekenland, Hongarije, Frankrijk, België, Nederland, Portugal, Duitsland, Tsjechië, Malta en Ierland. Fetakaas

Pils

Witloof

Porto

Champagne

Goudakaas

Zuurkool

Goulash

Whisky

Lampuki

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

78


Landbouwbeleid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdrachten zijn bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de uitbreidingsopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2.

3. Geef je mening Opdracht 5: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.    

Europa geeft te veel geld uit aan de landbouw (+ 50 miljard euro per jaar). Europa moet enkel investeren in landbouwers die biologisch telen. Campagnes om de Europese landbouwproducten te promoten zijn nutteloos. Het is goed dat de Europese Unie haar markt afschermt voor landbouwproducten uit de Derde Wereld.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-Opdrachten Opdracht 6: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vragen. 

 

Op www.hoevetoerisme.be vind je een overzicht van alle plattelandshoeven (selecteer in het menu: ‘boerderij’). o Zoek op of er een plattelandshoeve is in de buurt van jouw huis. o Welke activiteiten kan je er zoal doen? Zoek op de website www.bioforum.be wat het biogarantielabel is. Ga eens kijken op de website van je provincie op zoek naar leadergebieden (tip: zoek op internet: ‘Leader’ + de naam van je provincie). o Wat is Leader? o Geef twee voorbeelden van Leader-projecten in je provincie. Zoek op internet waarvoor de eicode 0-PT-9871234 staat. o Om welk soort ei gaat het? o Uit welk land is het afkomstig?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

79


Landbouwbeleid

5. Herhalingsopdracht Opdracht 7: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?   

Waarom begon de EU samen te werken rond landbouw? Waar schenkt het Europese landbouwbeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van het Europees landbouwbeleid die je in je dagelijks leven terug vindt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: Het Europees landbouwbeleid in je dagelijks leven Foto 1:  Wat: volle winkelrekken in de supermarkt.  Beslissing EU: Iedereen heeft recht op voldoende gezond voedsel.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: voldoende voedselvoorziening.

Foto 2:  Wat: Informatie op de etiketten van onze voedingsproducten.  Beslissing EU: Iedereen moet kunnen weten wat er in onze voeding zit, waar het vandaan komt, hoe lang het houdbaar is, wat de productiewijze is …  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voedselveiligheid en consumentenbescherming. Foto 3:  Wat: Promotiecampagne over het belang van melk voor de gezondheid.  Beslissing EU: Europeanen stimuleren om kwaliteitsproducten van Europese landbouwers te consumeren.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Landbouwers ondersteunen door promotie van voedsel en landbouw uit de EU.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

80


Landbouwbeleid Foto 4:  Wat: Krantenartikel over vakantie op de boerderij (hoevetoerisme).  Beslissing EU: Landbouwers stimuleren om hun werking te ‘verbreden’ en alternatieve inkomsten te genereren.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Landbouwers ondersteunen door promotie van voedsel en landbouw uit de EU.

Foto 5:  Wat: Geraardsbergse mattentaarten.  Beslissing EU: Producten die afkomstig zijn uit een bepaalde streek en/of gemaakt worden volgens een specifiek procedé kunnen als officieel streekproduct beschouwd worden.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Landbouwers ondersteunen door promotie van voedsel en landbouw uit de EU.

Foto 6:  Wat: Informatie op de etiketten van onze voedingsproducten.  Beslissing EU: Iedereen moet kunnen weten wat er in onze voeding zit. Ook ‘productsporen’ die allergieën kunnen veroorzaken moeten op de etiketten staan.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voedselveiligheid en consumentenbescherming.

Foto 7:  Wat: Label ‘beschermde geografische aanduiding’, streekproduct (Geraardsbergse mattentaarten).  Beslissing EU: Producten die afkomstig zijn uit een bepaalde streek en/of gemaakt worden volgens een specifiek procedé kunnen als officieel streekproduct beschouwd worden.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Landbouwers ondersteunen door promotie van voedsel en landbouw uit de EU.

Foto 8:  Wat: Spelende varkens in de stal.  Beslissing EU: De Europese Unie streeft naar een duurzaam landbouwbeleid. Om stress bij varkens te beperken, moet er voldoende afleiding zijn in de vorm van speelmateriaal.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Dierenwelzijn.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

81


Landbouwbeleid Foto 9:  Wat: Europees biolabel.  Beslissing EU: Iedereen moet kunnen weten wat er in onze voeding zit. Alleen producten die echt biologisch geteeld/samengesteld zijn, mogen dit label gebruiken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voedselveiligheid en consumentenbescherming. Foto 10:  Wat: Reclamecampagne voor ‘vlees van topkwaliteit’.  Beslissing EU: Europeanen stimuleren om kwaliteitsproducten van Europese landbouwers te consumeren.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Landbouwers ondersteunen door promotie van voedsel en landbouw uit de EU.

Foto 11:  Wat: Kweken van genetische gemanipuleerde voeding (GGO).  Beslissing EU: Iedereen moet kunnen weten wat er in onze voeding zit. Producenten moeten op hun etiket vermelden als er GGO’s in zitten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voedselveiligheid en consumentenbescherming. Foto 12:  Wat: Kippen in een legbatterij.  Beslissing EU: De Europese Unie streeft naar een duurzaam landbouwbeleid. Daarom heeft de EU legbatterijen verboden.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Dierenwelzijn. Foto 13:  Wat: Informatie op de eischaal – de eicode.  Beslissing EU: Iedereen moet kunnen weten wat er in onze voeding zit, waar het vandaan komt, hoe lang het houdbaar is, wat de productiewijze is …  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voedselveiligheid en consumentenbescherming.

Uitbreiding bij opdracht 1: Voldoende voedsel:  Wat: Tijdens en na WOII was er in Europa veel armoede en hongersnood. Het Europese landbouwbeleid wilde daarom de voedselproductie verhogen. Door de financiële steun voor de Europese landbouw en nieuwe productiemethodes wordt er voldoende voedsel in Europa geproduceerd en is hongersnood van de baan. Nu ligt de klemtoon van het landbouwbeleid niet meer op het verhogen van productie, maar wel op gezonde en verantwoorde landbouwproducten voor elke Europeaan.  Foto: 1. Veilig voedsel en consumentenbescherming:  Wat: In de Europese Unie draagt alle voedsel een etiket. Daarop staan de ingrediënten vermeld, maar ook bv. de houdbaarheid, de herkomst of het feit dat een product glutenvrij is. Dit wordt allemaal opgelegd door de Europese Unie om de voedselveiligheid te garanderen en de consument te informeren en beschermen. Op eieren staat bijvoorbeeld een ‘eicode’. Men kan hiermee het land (bv. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

82


   

Landbouwbeleid NL) en landbouwbedrijf traceren en kijken als het gaat om een biologisch ei (0), een ei van vrije uitloop (1) of een scharrelei (2). Biovoeding met het Europese biolabel moet consumenten vertrouwen geven in de herkomst en kwaliteit van hun voeding en drank. Verder maakte de Europese Unie ook afspraken over de productie en verspreiding van GGO’s (bv. in soja, koolzaad …). Ze willen hiermee de consument en het leefmilieu beschermen zonder de moderne landbouw een hak te zetten. Foto’s: 2, 6, 9, 11, 13. EU-beslissingen: Voedseletiketten, Europese kwaliteitslabels, prijsaanduiding (de prijs per eenheid, zoals kg, liter of meter, moet aangeduid worden), een gebruiksaanwijzing moet opgesteld zijn in begrijpbare taal, enz. Landbouwcrisissen: De dioxinecrisis, gekke-koeienziekte, mond-en-klauwzeer, varkenspest, vogelpest, enz. Bioproducten: Biologische landbouw heeft veel aandacht voor milieubescherming en dierenwelzijn. Bioboeren gebruiken geen of nauwelijks synthetische chemicaliën, zoals meststoffen, pesticiden, additieven en geneesmiddelen. Voedingsmiddelen worden beschouwd als biologisch als minstens 95% van de landbouwingrediënten biologisch zijn.

Landbouwers ondersteunen door het promoten van voedsel uit de EU:  Wat: De Europese unie voert campagnes om de consumptie van kwaliteitsvol voedsel van eigen bodem aan te raden (bv. melk, vlees …). Dit beleid moet de Europese landbouwsector ondersteunen en de bevolking gezonde voeding laten consumeren. Ook de landbouwsector zelf wordt soms in de kijker gezet. Landbouwers worden gestimuleerd om alternatieve inkomsten te genereren uit hun landbouwbedrijf. Hoevetoerisme (of agrotoerisme) is hier een goed voorbeeld van. Europa maakt ook reclame voor traditionele streekproducten in haar lidstaten. Dergelijke producten kunnen een Europese erkenning als ‘streekproduct’ krijgen. De naam van het product mag alleen hiervoor gebruikt worden (bv. mattentaart uit Geraardsbergen, Griekse fetakaas…). Door de erkenning van de streekproducten krijgen zowel de streek als de plaatselijke producenten indirect meer bestaanszekerheid. Het kan namelijk de consumptie van deze producten bij de bevolking stimuleren.  Foto’: 3, 4, 5, 7, 12.  Typische landbouwproducten: Feta, witloof, asperges, yoghurt, enz.  Campagnes: ‘Vlees van bij ons’, ‘Melk. Een kracht van de natuur’, ‘Flandria groenten’, ‘Meritus, en dan is’t goed’, enz.  Streekproducten: Geraardsbergse mattentaarten, Vlaams-Brabantse tafeldruif, Ardeense ham (Jambon d’Ardenne), Paté Gaumais, Brussels grondwitloof, Beurre d’Ardenne, Fromage de Hervé, Oude Geuze, Oude Kriek. Dierenwelzijn:  Wat: Gezonde voeding hangt samen met (milieu)normen in de landbouwsector en het welzijn van dieren. Daarom bestaat er reglementering in de landbouwsector (bv. EU-nitraatrichtlijn) om het milieu te beschermen. Ook dierenwelzijn staat op de Europese agenda. Zo mogen kippen niet meer in legbatterijen zitten (min. 750 cm² ruimte per kip), moeten varkens voldoende afleiding in hun hokken krijgen (hokverrijking) of worden cosmeticaproducten niet langer getest op dieren.  Foto’s: 8, 10.

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met landbouw bezig? D-C-H-B-F-A–E

Opdracht 3: Juist/fout stellingen 1. 2. 3. 4. 5.

Fout. Zowat 40% van het Europese budget gaat naar de landbouw. Juist. Fout. Men let vooral op de kwaliteit van de producten. Juist. Juist.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

83


Landbouwbeleid 6. Fout. De Europese Unie wil landbouwers aanmoedigen om kwaliteitsvolle landbouwproducten. Biologische landbouw steunen is één van de manieren om dit te realiseren, maar niet de enige.

Opdracht 4: Typische landbouwproducten uit de EU-lidstaten Fetakaas Witloof Champagne Zuurkool Whisky

Griekenland België Frankrijk Duitsland Ierland

Pils Porto Goudakaas Goulash Lampuki*

Tsjechië Portugal Nederland Hongarije Malta

*Lampuki: soort witte vis die enkel op Malta voorkomt.

Opdracht 5: Geef je mening 

Stelling 1: Europa geeft te veel geld uit aan de landbouw (+ 50 miljard euro per jaar). Akkoord o Zoveel geld investeren in landbouwbeleid is niet meer van deze tijd. We moeten investeren in de economie van de toekomst en dus meer investeren in onderzoek en ontwikkeling. o Door zoveel geld te pompen in de landbouw, zijn er teveel bedrijven die niet echt rendabel meer zijn, maar die in leven gehouden worden met Europese subsidies. o … Niet akkoord o Het gaat hier inderdaad om veel geld, maar landbouw gaat over voldoende en veilig voedsel en dus mag daar een prijskaartje tegenover staan. o Door zoveel geld te pompen in de landbouw behouden veel landbouwers hun job. Als de wereldconcurrentie zou spelen, dan zouden de landbouwers de concurrentie niet aankunnen. o …

Stelling 2: Europa moet enkel investeren in landbouwers die biologisch telen. Akkoord: o Biologische producten zijn gezonder en kwaliteitsvoller dan ‘gewone’ landbouwproducten. o Op die manier stimuleert de EU duurzame landbouw en heeft ze meer aandacht voor het milieu. o … Niet akkoord: o Biologische producten zijn duurder voor de consument en dat past niet in het Europese beleid van ‘betaalbaar voedsel’. o Het aanbod aan biologische landbouwproducten is nu nog te klein. Enkel investeren in biologische landbouw zou kunnen leiden tot een voedseltekort. o …

Stelling 3: Campagnes om de Europese landbouwproducten te promoten zijn nutteloos. Akkoord: o Een promofilmpje leidt niet tot gedragsverandering: als ik geen melk lust, dan blijft dat zo na het bekijken van de campagne. o Het geld voor de campagnes kan beter besteed worden aan de landbouwers zelf. o … Niet akkoord: o Het is goed dat Europa ons informeert over gezonde en lokale producten, dan kunnen we betere keuzes maken. o Via de campagnes leren we bepaalde kwaliteitslabels kennen en weten we beter welk voedsel kwaliteitsvol is. o …

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

84


Landbouwbeleid Stelling 4: Het is goed dat de Europese Unie haar markt afschermt voor landbouwproducten uit de Derde Wereld. Akkoord: o Zo kan de Unie haar markt beschermen tegen producten uit andere landen die van een slechte kwaliteit zijn of die genetisch gemanipuleerd zijn. Zo behoudt ze de controle over het voedsel. o Zo beschermt de Unie haar eigen landbouw. o … Niet akkoord: o Derde Wereldlanden krijgen op die manier niet de kans om op economisch vlak te groeien en kunnen we niet spreken van eerlijke handel want landbouw is vaak hun grootste economische bedrijvigheid. o De landbouwproducten zouden een stuk goedkoper worden. o …

Opdracht 6: ICT-opdrachten  

Het biogarantielabel is een logo dat verplicht moet vermeld worden op alle voorverpakte producten uit de EU die aan de biowetgeving voldoen. Concreet gaat het dus om alle producten die gecertificeerd zijn als bioproduct. Leader is een Europees programma voor plattelandsontwikkeling. o Antwerpen: www.provincieantwerpen.be/aanbod/dwep/dlp/plattelandsbeleid/leader.html o Limburg: www.limburg.be/leader o Oost-Vlaanderen: www.oostvlaanderen.be/public/economie_landbouw/landbouw/plattelandsbeleid/leader/index.cfm o Vlaams-Brabant: www.vlaamsbrabant.be/over-de-provincie/europa-invlaamsbrabant/europese-subsidies-voor-organisaties/europesesubsidieprogrammas/plattelandsontwikkeling/index.jsp o West-Vlaanderen: www.west-vlaanderen.be/leader Het gaat hier om een biologisch ei uit Portugal.

Opdracht 7: Herhalingsopdracht  

Waarom begon de EU samen te werken rond landbouw? De EU begon samen te werken rond landbouwbeleid om hongersnood op het Europese continent te vermijden en dus om ervoor te zorgen dat alle Europeanen voldoende voedsel zouden hebben. Waar schenkt het Europese landbouwbeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Vandaag legt de Europese Unie in haar landbouwbeleid de klemtoon op: voldoende en veilig voedsel, consumentenbescherming, het ondersteunen van de landbouwers door voedsel uit de EU te promoten en dierenwelzijn. Geef enkele voorbeelden van het Europees landbouwbeleid die je in je dagelijks leven terug vindt. Enkele voorbeelden zijn: het voedingsetiket, voedingslabels (biogarantielabel en beschermd streekproduct, Meritus), de eicode, enz.

Achtergrondinformatie Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is één van de domeinen waar de Europese landen het sterkst samenwerken en de meeste beslissingen door de EU worden genomen. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog was er honger in Europa. Iedereen besefte dat een eigen voedselproductie van levensbelang was. In het EEG-verdrag van 1957 besloten de toenmalige Zes om dat meteen op ruime schaal aan te pakken en er dus een Europese materie van te maken. Ze wilden de strategisch belangrijke landbouwsector ook niet aan het spel van vraag en aanbod overlaten. Het Verdrag van Rome formuleerde vijf duidelijke doelstellingen:  de productiviteit van de landbouw doen stijgen,  een redelijk inkomen voor de landbouwers, ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

85


Landbouwbeleid   

een stabiele markt creëren, veilig voedsel garanderen, betaalbaar voedsel.

Om dat in praktijk te brengen, beloofde Europa de landbouwers onbeperkte verkoop tegen een gewaarborgde prijs. De landbouwers waren zeker dat hun oogst altijd zou verkocht worden. Exportsubsidies zorgden ervoor dat de Europese landbouwers hun (duurdere) producten op de (goedkopere) wereldmarkt kwijt konden. Omgekeerd zorgde Europa ervoor dat wie zijn landbouwproducten van buitenaf op de Europese markt wilde verkopen, een heffing moest betalen. Daardoor werden die producten duurder dan de Europese, waardoor ze moeilijker te verkopen waren. De Europese markt werd dus goed afgeschermd. De consument kreeg door dat systeem een hele waaier aan goedkope Europese landbouwproducten in de supermarkt. Het oorspronkelijke systeem van het GLB functioneerde heel goed. Vanaf de jaren zestig werd het slachtoffer van zijn succes. Toen nam (door kunstmest, betere machines…) de opbrengst per hectare enorm toe. De landbouwers bleven echter zo veel mogelijk produceren, want ze kregen toch een gewaarborgde prijs voor wat ze oogstten. De Europese consument kon het allemaal niet meer opkrijgen en ook de wereldmarkt was verzadigd. Het gevolg daarvan was dat de EG de overschotten moest opkopen en stockeren. Het was de tijd van de zogenaamde melkplassen en de boterbergen. Soms moesten grote hoeveelheden producten vernietigd worden. Het kostte de belastingbetaler handenvol geld. Geleidelijk aan werd het GLB hervormd. Er kwam in Europa zelf veel kritiek op de manier van werken die tot overschotten leidde. De gesubsidieerde dumping van Europese landbouwproducten op de wereldmarkt en het afschermen van de eigen markt voor producten van buitenaf, wekte dan weer wrevel op bij de rest van de wereld. Vandaar dat het accent nu niet meer op de kwantiteit, maar wel op kwaliteit ligt. Via directe inkomenssteun vraagt de EU nu aandacht voor plattelandsontwikkeling, een milieu- en diervriendelijke manier van produceren, kwaliteitszorg en voedselveiligheid. Een grote uitdaging voor het landbouwbeleid was de toetreding van de nieuwe lidstaten sinds 2004. In die landen werkt gemiddeld 15% van de bevolking in de landbouw. Dat is erg veel als je weet dat dat in de oude EU-lidstaten ongeveer 6% is. Om ervoor te zorgen dat het GLB financieel niet uit zijn voegen zou barsten, werd de subsidieregeling aangepast. De subsidies voor de boeren uit de oude lidstaten worden langzaamaan verminderd. De steun voor boeren uit de nieuwe lidstaten wordt slechts geleidelijk naar hetzelfde niveau gebracht. Vanaf 2014 werd het landbouwbeleid verder bijgestuurd. Een competitief en duurzaam landbouwbeleid gericht op voldoende kwalitatieve voeding, de ontwikkeling van het platteland en met aandacht voor milieu staat nu centraal.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Document (PDF) over etikettering op voeding: http://ec.europa.eu/food/food/labellingnutrition/foodlabelling/publications/leaflet_NL_12112007_we b.pdf  Website over 50 jaar gemeenschappelijk landbouwbeleid: http://ec.europa.eu/agriculture/50-years-of-cap/index_nl.htm  Website biogarantielabel: www.bioforum.be  Website over Belgische streekproducten: www.streekproduct.be ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

86


   

Landbouwbeleid Website over landbouw: www.onthaalopdeboerderij.be Website over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (bron: Boerenbond): www.steunglb.be Filmpje over gemeenschappelijk landbouwbeleid (ENG): www.youtube.com/watch?v=rHxwz3xRaKo Filmpje over gemeenschappelijk landbouwbeleid (NL): http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20060706_subsidie01/

Wat kan je doen met de klas? 

Nodig een spreker uit: o Vzw Plattelandstoerisme www.logereninvlaanderenvakantieland.be – www.onthaalopdeboerderij.be vzw Plattelandsontwikkeling Nieuwevaart 117 9000 Gent 09/ 233 51 51 info@platteland-stad.be – www.platteland-stad.be o

Boerenbond Dietsevest 40 3000 Leuven 016/ 28 60 00 info@boerenbond.be – www.boerenbond.be

o

GAIA Ravensteingalerij 27 1000 Brussel 02/ 245 29 50 fax: 02/ 215 09 43 info@gaia.be – www.gaia.be

o

Bezoek een veiling. Bijvoorbeeld:  www.veilinghaspengouw.be (Sint-Truiden)  www.veilinghoogstraten.be (Hoogstraten)  www.veilingborgloon.be (Borgloon)  www.reo.be (Roeselare)  www.mechelseveilingen.be (Sint-Katelijne-Waver)  www.ltv.be (Herk-De-Stad)

o

Ga naar de supermarkt. Maak een vergelijkende studie van de te verkrijgen landbouwproducten: Vind je veel Belgische producten? Uit welke landen komen de meeste producten? Kan je er bioproducten kopen? Vind je het Europese biolabel terug op sommige producten?

o

Breng een bezoek aan een bioboerderij. We lijsten hier enkele boerderijen op die groepen ontvangen na een (telefonische) afspraak.  ’t Bioschuurke. Danny Billens, Warandestraat 26, 1755 Oetingen, tel. 054/56.84.25 – fax 054/56.84.35 – Danny.billens@skynet.be  Het Ranke Riet. Antoon Devreese, Oostvleterenstraat 9, 8647 Lo-Reninge, tel. 057/40.00.41  De Dobbelhoeve. Magda, Jef en Hern De Meutter, Goorstraat 43, 2970 Schilde tel. 03/383.07.82 – fax 03/385.27.46 – www.dobbelhoeve.be – info@dobbelhoeve.be  Luc Pauwels, Kruisstraat 2B, 1740 Ternat, tel. 02/582.33.80 – fax 02/582.33.80  Luc Dekens, Peverstraat 14-16, 1755 Kester-Gooik, tel. 054/56.60.53 – fax 054/56.60.53

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

87


  

Landbouwbeleid Joris Willems, Groesaard 1, 2275 Poederlee, tel. 014/55.51.29 – fax 014/55.51.29 – biojoris@hotmail.com Geert Van Laere, Zandvoortstraat 10, 9200 Grimbergen, tel. 0486/51.85.10 't Goed ter Heule. Hubert Dewitte, Dronckaertstraat 665, Lauwe (Menen), tel. 0486/70.80.56, 056/41.45.13 – hubert.dewitte@tgoedterheule.be – www.tgoedterheule.be Je vindt meer (bio)boerderijen op: www.onthaalopdeboerderij.be.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

88


Regionaal beleid

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

89


Regionaal beleid

ZEG EENS, Wat houdt het Europees regionaal beleid in? Inleiding Er is in de Europese Unie nog altijd een grote kloof tussen arme en rijke gebieden. Het Regionaal beleid, dat gebaseerd is op solidariteit tussen de verschillende lidstaten, wil die welvaartskloof dichten. De Europese Unie ontplooit hiervoor tal van initiatieven op economisch, ecologisch, toeristisch en sociaal vlak.

Doelstellingen   

De leerlingen/cursisten zien in dat de rijkdom binnen de Europese Unie niet gelijk verdeeld is: er bestaat een kloof tussen de arme en rijke lidstaten. De nieuwste lidstaten (toetreding in 2004, 2007 en 2013) hinken vaak achterop. De leerlingen/cursisten ontdekken dat de Europese Unie werkt aan herverdeling van de rijkdom via de regionale fondsen. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van het Europees regionaal beleid in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het Europees regionaal beleid in het dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je het Europees regionaal beleid in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

90


Regionaal beleid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het Europees regionaal beleid in het dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht drie klemtonen of prioriteiten van het Europees regionaal beleid ontdekten: investeren in de toekomst van regio’s, grenzen overbruggen en investeren in economisch zwakkere regio’s. 

Investeren in de toekomst van regio’s: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘investeren in de toekomst van regio’s’? o Zag je al eens een bord ‘…met steun van de Europese Unie…’? Waar? o Ken je groene zones of historische sites uit je buurt die ondersteuning kregen van de EU? Investeren in economisch zwakkere regio’s: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘investeren in economisch zwakkere regio’s’? o Wat zijn volgens jou de armere streken in Europa? En welke de rijkere? o Waarom geeft Europa geld aan armere regio’s? Worden wij hier ook beter van? o Wat betekent ‘solidariteit’ tussen de Europese lidstaten voor jou? Grenzen overbruggen: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘grenzen overbruggen’? o Nam je zelf al eens een lokale bus of trein over de grens? Ging dat gemakkelijk?

Opdracht 2: Het BBP van de EU-lidstaten en de kloof tussen arm en rijk Het Bruto Binnenlands Product (BBP) geeft de waarde aan van alles wat er tijdens een jaar in één land geproduceerd werd. Het gaat dus om de samengetelde waarde van alle broden, huizen, broeken, meubels… die in dat land in 1 jaar gemaakt werden. Als je dat deelt door het aantal inwoners van dat land dan krijg je het BBP per inwoner. Het BBP is een soort meter om de welvaart van een land weer te geven. Hoe hoger het BBP per inwoner, hoe hoger de welvaart. Hieronder vind je de rangschikking van de Europese landen volgens BBP per inwoner. Het land met het laagste BBP per inwoner staat bovenaan, het land met het hoogste onderaan.  Enkele landen ontbreken nog. Vul ze zelf op de juiste plaats in. Je kan kiezen uit: België, Luxemburg, Portugal, Roemenië, Spanje.  Enkele tips: o Het BBP per persoon van Spanje is flink lager dan dat van België. o Zowel het achtste rijkste land als het voorlaatste land eindigen op een E.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

91


Regionaal beleid

BBP/inwoner Bulgarije Hongarije Polen Kroatië Letland Litouwen Estland Slowakije Tsjechië Malta Slovenië Griekenland Cyprus

BBP/inwoner

Italië Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Ierland Finland Nederland Oostenrijk Zweden Denemarken 0

20000

40000

60000

80000

100000

Bron: Wikipedia (2012)

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Het BBP van de EU-lidstaten en de kloof tussen arm en rijk (individuele opdracht) Met deze opdracht willen we de leerlingen/cursisten laten ondervinden dat er grote verschillen bestaan qua welvaart tussen de verschillende EU-lidstaten. De leerlingen/cursisten bekijken hiervoor het schema met het BBP per land en vullen aan de hand van de tips de lijst aan. Je kan vooraf nog eens duiden wat het BBP precies betekent.

Opdracht 3: Kruiswoordraadsel rond een kernbegrip van de Europese samenwerking Vul het kruiswoordraadsel in. Wat heeft het woord in het kadertje met Europa te maken? 1. Land dat zwaar getroffen werd door de eurocrisis. 2. Met de Europese samenwerking wilde men dit vermijden in Europa. 3. Een hulporganisatie die geld inzamelt voor de ontwikkelingslanden heet: Broederlijk …. 4. In het Duits heet dit ‘Wirtschaft’. Zoek de vertaling in een woordenboek Duits-Nederlands. 5. Het tegengestelde van ‘oorlog’. 6. Het tegengestelde van ‘rijkdom’. 7. Eén van de rijkste landen van de EU. (tip: het kleinste buurland van België). 8. Een streek = een…. 9. Eén van de armste landen van de EU. (tip: buurlanden van dit land zijn Estland en Litouwen). 10. Een ander woord voor rijkdom. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

92


Regionaal beleid 11. Een Vlaamse provincie die veel steun ontving van het Europees regionaal fonds om te vermijden dat het sluiten van de mijnen een economische ramp zouden betekenen. 12. Een land in het zuiden van Europa. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Kruiswoordraadsel rond een kernbegrip van de Europese samenwerking (individuele opdracht) Met het kruiswoordraadsel ontdekken de leerlingen/cursisten op speelse wijze dat ‘solidariteit’ een van de belangrijkste begrippen is binnen het regionaal beleid. De leerlingen/cursisten lossen de 12 vragen op, vullen de lege rijen van het kruiswoordraadsel op en ontdekken dan het kernbegrip ‘solidariteit’. Eventueel kan je na deze oefening nog duiden wat hiermee precies bedoeld wordt en waarom dit zo belangrijk is voor de Europese samenwerking.

Opdracht 4: Het regionaal fonds Om het geld wat beter te verdelen over heel Europa, heeft de Europese Unie een soort spaarpot gemaakt. We noemen dat een ‘fonds‘. De EU geeft geld uit dat regionaal fonds aan projecten die armere gebieden er bovenop helpen. Ze kunnen het gebruiken om verschillende problemen aan te pakken. Hieronder vind je een aantal projecten die steun kregen van de EU. Verbind de projecten met het probleem dat ze willen oplossen. Je kan kiezen uit de volgende problemen: werkloosheid, sociale uitsluiting, verouderde bedrijven, transportproblemen, gebrekkige gezondheidszorg, energieproblemen. 1. De bewoners van enkele kleine eilandjes voor de westkust van Ierland hadden vroeger vaak problemen met hun elektriciteit. De elektriciteitstoevoer hing af van grote installaties die nu eens wel, dan weer niet elektriciteit opwekten. Daarom begon men in 1998 de elektriciteitskabels van op het vaste land onder de zee door te trekken ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

93


2.

3.

4.

5.

6.

Regionaal beleid naar de eilanden. Sinds 2000 is het werk voltooid. De Europese Unie betaalde een groot deel van de kosten. Tot voor enkele jaren was de Schilderswijk in de Nederlandse stad Den Haag niet de leukste plek om te wonen: er was veel vandalisme, veel mensen leefden van een werkloosheidsuitkering, er was geen plaats om eens rustig te zitten,… Met de hulp van de Europese Unie kwam daar verandering in. Nu is er een mooi park aangelegd met een speeltuin voor de kinderen. 12 parkwachters zorgen ervoor dat de buurt veilig blijft. Plots werd het een stuk fijner wonen in de Schilderswijk. In België moet je nooit ver rijden om een ziekenhuis te vinden als je plots ziek wordt. In de Ierse streek West-Wicklow en Zuid-Kildare was dat heel lang wel het geval. Sommige mensen moesten twee en een half uur rijden voor ze het ziekenhuis bereikten. Dankzij de steun van de Europese Unie is er nu een ziekenhuis gebouwd in de streek. Een hele opluchting voor de patiënten! Een forellenkwekerij in Forges Philippe, een klein dorpje in Henegouwen, kreeg een tijd geleden een inspecteur van de gezondheidsdienst op bezoek. Hij vond dat de installaties om de forellen schoon te maken dringend gemoderniseerd moesten worden. De eigenaars konden die kosten zelf niet betalen. Daarom stonden ook de jobs van hun medewerkers op de helling. Gelukkig kwam de Europese Unie met geld over de brug. Bij ons rij je vlot van de ene naar de andere kant van het land. Dat komt omdat er overal goede autowegen zijn. In Spanje was dat wel anders. Tot 1995 was het bijvoorbeeld heel moeilijk om van het zuiden van Spanje naar buurland Portugal te rijden. De weg was er in zo een slechte staat dat je uren onderweg was. Vooral voor vrachtwagens die goederen moeten leveren is dat erg vervelend. Daarom kregen Spanje en Portugal financiële steun van de Europese Unie om een autosnelweg aan te leggen die Madrid en Lissabon verbindt. Mensen die al een tijdje werkloos zijn, raken vaak moeilijk terug aan de slag. Loca Labora, een organisatie uit Beernem bij Brugge, doet daar wat aan. Werklozen kunnen er een nieuw beroep aanleren. Eens ze de job onder de knie hebben zoekt Loca Labora ook een plek waar ze een tijdje stage kunnen lopen om hun nieuwe vak in te oefenen. De organisatie helpt hen ook een echte baan te vinden. Voor al die opleidingen krijgt Loca Labora steun van de Europese Unie.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Het regionaal fonds (individuele opdracht) Met deze opdracht leren de leerlingen/cursisten diverse voorbeelden kennen van projecten die regionale ondersteuning kregen. De leerlingen/cursisten lezen telkens de artikeltjes en kiezen de juiste problematiek uit de lijst bovenaan de oefening.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

94


Regionaal beleid

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 5: Europees geld in België Het Cohesiefonds financiert projecten in gebieden met grote economische achterstand, zoals milieuprojecten of aanleg van wegen. Sterkere economische regio’s krijgen ook subsidies, maar dan om hun economie competitief te houden. Ook in België zijn er economisch sterke en minder sterke regio’s. Bekijk onderstaand kaartje. Welke gebieden zijn rood en welke blauw zijn gekleurd. Kan je deze verschillen verklaren?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Europees geld in België (klassikale opdracht) De opdracht met de Belgische kaart toont aan dat er ook in België verschillen zijn qua welvaart. De leerlingen/cursisten bepalen (eventueel met atlas of internet) welk gebied in de rode zone ligt en proberen aan te geven waarom er een verschil is. Je kan dit eventueel extra duiden.

Opdracht 6: De grensoverschrijdende samenwerking in België Het regionaal beleid van de Europese Unie geeft geld aan armere regio’s in Europa. Zo kunnen die regio’s investeringen doen en dezelfde welvaart als de andere regio’s in Europa verwerven. De Europese Unie geeft ook geld aan regio’s die over de grenzen samenwerken met andere regio’s. In België zijn er verschillende grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. Bekijk onderstaande kaartjes en zoek uit om welk grensoverschrijdende partnerschap het gaat: de Cross channel, de grensregio Vlaanderen-Nederland, Maas-Rijn of Benego.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

95


Regionaal beleid

1. …………………………………………………………

2. …………………………………………………………

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: De grensoverschrijdende samenwerking in België (individuele opdracht) Deze opdracht toont de leerlingen/cursisten dat er in de Europese Unie vaak grensoverschrijdend wordt gewerkt om de welvaart in die ‘regio’s’ op te krikken. De leerlingen/cursisten lezen de inleiding van de vraag en vullen zelf de correcte regio aan onderaan de kaart.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

96


Regionaal beleid

Opdracht 7: Zijn de volgende beweringen juist of fout? Zoek op in een atlas of op internet 1.

De stad Luik (Liège in het Frans) ligt op meer dan vierhonderd kilometer van Tongeren.

2.

Je kan vanuit Hasselt naar Aken rijden zonder het Belgische grondgebied te verlaten.

3.

Aken wordt in het Duits Achen genoemd en ligt in de Duitse deelstaat Nordrhein Westfalen.

4.

De Rijn stroomt door Aken.

5.

De Maas stroomt door Hasselt en door Maastricht.

6.

De streek rond Eupen, Malmedy en Sankt-Vith noemen we ‘de Oostkantons‘, omdat ze helemaal in het oosten van België ligt.

7.

Hasselt ligt ten noorden van Luik en ten westen van Aken.

8.

De Belgische provincie West-Vlaanderen is van de Nederlandse provincie Zeeland gescheiden door de Westerschelde.

9.

Zeeland bestaat uit een aantal schiereilanden.

10. Het stadje Terneuzen ligt in West-Vlaanderen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Zijn de volgende beweringen juist of fout? Zoek op (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten moeten een atlas bij zich hebben of toegang hebben tot het internet. Daarmee kunnen ze individueel deze opdracht oplossen.

3. Geef je mening Opdracht 8: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

Het is niet de taak van de EU om geld te geven aan armere regio’s. De landen waarin die regio’s liggen kunnen dit beter zelf doen. We zouden het geld dat we besteden aan de armere regio’s in Europa beter besteden aan ontwikkelingshulp voor de Derde Wereld. Zij hebben het harder nodig. Als jij het geld van het regionaal beleid zou mogen uitdelen, waaraan zou je het besteden? Aan welke streken in Europa? Aan welke Belgische regio’s? Aan welke projecten?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

97


Regionaal beleid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-opdrachten Opdracht 9: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vraag. 

De provincie Limburg kreeg heel wat middelen van de Europese Unie. Bekijk de website www.agentschapondernemen.be/efro en ga op zoek naar de naam van een project dat in Neerpelt werd gerealiseerd met deze middelen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

5. Herhalingsopdracht Opdracht 10: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?   

Waarom begon de EU samen te werken rond Regionaal beleid? Waar schenkt het Europese Regionaal beleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van het Europees regionaal beleid die je in je dagelijks leven terug vindt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

98


Regionaal beleid

Oplossingen Opdracht 1: Het Europees regionaal beleid in het dagelijks leven Foto 1:  Wat: Een fiets staat aan een fietsroute op de grens tussen België en Nederland.  Beslissing EU: Het Regionaal beleid van de Europese Unie wil elke regio stimuleren om haar toeristisch potentieel te benutten en zich zo verder economisch te ontwikkelen. Het aanleggen van goede fiets(knooppunt)routes die niet aan de grens stoppen, sluit aan bij die visie. Dankzij steun van de EU zijn er bijvoorbeeld fiets- en wandelroutes tussen meer dan vijftig steden en gemeenten in Vlaanderen en Nederland.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grenzen overbruggen. Foto 2:  Wat: Arbeiders zijn bezig met het aanleggen van moderne riolering.  Beslissing EU: De Europese Unie wil de levensstandaard in armere en minder ontwikkelde EU-regio’s zo snel mogelijk verbeteren. Het aanleggen van moderne riolering sluit hierbij aan. Het zorgt bovendien voor werkgelegenheid en een beter milieu. Hierdoor worden verwaarloosde gebieden en verarmde dorpen en steden vaak aangenamere plaatsen om in te leven, werken en te bezoeken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in economisch zwakkere regio’s. Foto 3:  Wat: Een infobord over Europese steun door bij de aanleg van een autoweg.  Beslissing EU: Regio’s die goed toegankelijk zijn kunnen hier ook economisch van profiteren. Het vrachtwagentransport verloopt bijvoorbeeld sneller, werknemers kunnen zich beter verplaatsen en ook toeristen vinden vlotter de weg. De Europese Unie geeft daarom vaak financiële steun voor de aanleg van veilige en moderne (auto)wegen in regio’s die dit nodig hebben. Bovendien zorgen zo’n infrastructuurwerken ook voor jobs.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in economisch zwakkere regio’s. Foto 4:  Wat: Een bord over het project ‘Schone Kreken III’ in de gemeente Maldegem.  Beslissing EU: Een duurzaam regionaal beleid met aandacht voor het milieu kan een bron van economische groei zijn, zoals ecotoerisme. Het natuurgebied ‘Schone Kreken’ in het grensgebied van België/Nederland kreeg daarom Europese steun. Het water werd gezuiverd in de omgeving van Maldegem, werd gezorgd voor herbeplanting en werden ook acties ondernomen om toeristen toegang te verlenen tot het gebied.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in de toekomst van regio’s. (of: Grenzen overbruggen).

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

99


Regionaal beleid Foto 5:  Wat: Kinderen lopen door een straat met oude en kapotte huizen.  Beslissing EU: Het Regionaal beleid wil de welvaartskloof tussen verschillende regio’s en bevolkingsgroepen in de Europese Unie dichten. Sommige bevolkingsgroepen, zoals een deel van de Romagemeenschap in Oost-Europa, leeft vaak nog in erbarmelijke omstandigheden qua hygiëne en huisvesting. De Europese Unie voorziet daarom fondsen voor de verbetering van infrastructuur en de bouw van nieuwe huizen. Zo’n initiatieven moeten die regio’s aantrekkelijker maken voor investeringen en de bevolking helpen om een betere levensstandaard op te bouwen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in economisch zwakkere regio’s. Foto 6:  Wat: Een bord over steun van de Europese Unie staat nabij de Akropolis (Parthenon) in Athene.  Beslissing EU: Duurzaam toerisme is belangrijk voor de ontwikkeling van Europese regio’s en zorgt ervoor dat Europees Cultureel Erfgoed bewaard blijft, zoals het Parthenon op de Akropolis. De Europese Unie geeft daarom steun voor het onderhoud en ontwikkeling van toeristische infrastructuur. Dit zorgt niet alleen voor de nodige inkomsten, maar ook voor jobs.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in de toekomst van regio’s. Foto 7:  Wat: Een boer zit op balen stro terwijl hij met zijn laptop werkt (op internet surft).  Beslissing EU: Alle EU-burgers, ook mensen uit plattelandsgebieden, moeten beschikken over een snelle internetverbinding. De Europese Unie steunt daarom de aanleg van snel internet in landelijke gebieden waar geen investeringen gebeuren in internet. Het zorgt voor jobs, verkleint de informatiekloof en maakt de kans op investeringen door bedrijven groter.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in economisch zwakkere regio’s. Foto 8:  Wat: Een bord over steun van de Europese Unie met zicht op een drukke haven.  Beslissing EU: De Europese Unie wil de concurrentiekracht en werkgelegenheid in regio's verhogen door te investeren in economische sectoren zoals transport over water. Het is goedkoop, milieuvriendelijk, zorgt voor jobs, verbindt verschillende regio’s binnen Europa en zorgt ervoor dat de bedrijven in de omgeving van de haven zich verder kunnen ontwikkelen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in de toekomst van regio’s.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

100


Regionaal beleid Foto 9:  Wat: Reclame op een autobus voor een rechtstreekse lijnbus tussen Hulst-Antwerpen-Breda (tussen België en Nederland).  Beslissing EU: De Europese Unie wil regio’s helpen om zich zoveel mogelijk economisch te ontwikkelen. Een vlot en goed georganiseerd openbaar vervoer is hierbij van groot belang. Zeker in grensregio’s is het belangrijk dat het openbaar vervoer ook over de landsgrenzen heen werkt. Op die manier kunnen werknemers, studenten, toeristen … zich vlotter verplaatsen binnen de regio. Dit vereist aanpassingen qua infrastructuur, tarieven, uurroosters …  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grenzen overbruggen. Foto 10:  Wat: Een kaart van de Europese Unie met daarop allerlei transportlijnen voor auto/trein/boot/… die heel Europa doorkruisen (Pan European Transport Network).  Beslissing EU: De Europese Unie ondersteunt tal van projecten die een vlot water-, spoor-, lucht- en wegvervoer in Europa stimuleren. Op die manier kan men zich makkelijker verplaatsen van Zuid-Portugal tot Noord-Finland. Dit bevordert de economie: handel, toerisme, enz.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grenzen overbruggen. Foto 11:  Wat: Een jongen werkt aan een elektrisch apparaat terwijl een oudere begeleider (leerkracht) toekijkt.  Beslissing EU: Mensen opleiden en hun vaardigheden en talenten laten ontwikkelen, is van cruciaal belang om de Europese concurrentiekracht veilig te stellen. De Europese Unie steunt daarom opleidingsprojecten. Dit moet ook in de armere regio’s van de Europese Unie leiden tot goed opgeleide, flexibele werknemers.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Investeren in economisch zwakkere regio’s.

Uitbreiding bij opdracht 1: Investeren in de toekomst van regio’s:  Wat: Het Regionaal beleid van de Europese Unie wil er ook voor zorgen dat iedere regio haar potentieel waarmaakt. Daarom investeert de EU in (economische) sectoren met veel toekomst. Dit moet de leefbaarheid, concurrentiekracht van en werkgelegenheid in de regio’s ten goede komen. Zo kan de EU bijvoorbeeld investeren in vernieuwende economische sectoren, zoals biotechnologie of alternatieve energie. Maar ook steun voor de modernisering van havens (duurzaam transport over het water), het opfrissen van groenzones voor ecotoerisme en het renoveren van historische sites behoort tot de mogelijkheden.  Foto’s: 4, 6, 8. Investeren in economisch zwakkere regio’s:  Wat: De Europese Unie is een van de rijkste gebieden in de wereld, maar er zijn toch grote verschillen qua welvaart tussen én binnen de EU-landen. Zo is Luxemburg, het rijkste land, zowat 7 keer rijker dan Roemenië en Bulgarije, de armste lidstaten. Die verschillen zijn vaak ook merkbaar in de infrastructuur, wegen, riolering, nutsvoorzieningen, onderwijs enz. van die landen. Door financiële ondersteuning wil de Europese Unie de leefbaarheid en economische activiteit in die regio’s verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door de aanleg van snel internet in plattelandsgebieden, het moderniseren van riolering in verouderde steden, het ondersteunen van onderwijsprojecten bij achtergestelde bevolkingsgroepen …  Foto’s: 2, 3, 5, 7, 11.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

101


 

Regionaal beleid Armere lidstaten met recht op Cohesiefondsen (2014-2020): Portugal, Griekenland, Cyprus, Tsjechië, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Slovenië, Malta, Roemenië, Bulgarije, Polen en Kroatië. Tot de rijkere landen behoren o.m. Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk. Waarom geld geven: Alle EU-burgers hebben recht op welvaart en dus wordt geïnvesteerd in regio’s om er de levensstandaard omhoog te krikken waardoor die landen op termijn ook afzetmarkten worden voor producten uit de rijkere regio’s.

Grenzen overbruggen:  Wat: De Europese Unie kijkt ook altijd voorbij de landsgrenzen van de lidstaten. Om de ‘economische unie’ goed te laten werken, moeten de regio’s vlot samenwerken over de grenzen heen. Op die manier kunnen ook grensregio’s ten volle profiteren van het vrije verkeer van goederen en mensen. Daarom investeert de EU in moderne en aaneensluitende vervoersnetwerken in de hele Unie. Zo kunnen toeristen zich vlotter verplaatsen via de grensoverschrijdende fietspaden, vrachtwagens rijden gemakkelijker van het noorden naar zuiden van de EU, mensen kunnen met het openbaar vervoer sneller de grens over om te gaan shoppen …  Foto’s: 1, 9, 10.

Opdracht 2: Het BBP van de EU-lidstaten en de kloof tussen arm en rijk Oplossingen van onder naar boven op het BBP-schema 1. Luxemburg – 9. België – 14. Spanje – 19. Portugal – 26. Roemenië

Opdracht 3: Kruiswoordraadsel rond een kernbegrip van de Europese samenwerking 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

L

E

C

O

N V

U

X

E

M R

P

D O R B E L

O

O E M E U G E W L R

S O L I D A R I T E I T

P R E E E R G O L L M U

A L N

N O

J G

E

M

O

E

D

E

A V B G

N A U A

D A R L

R G

T

Opdracht 4: Het regionaal fonds 1. Energieproblemen – 2. Sociale uitsluiting – 3. Gebrekkige gezondheidszorg – 4. Verouderde bedrijven – 5. Transportproblemen – 6. Werkloosheid.

Opdracht 5: Europees geld in België Binnen België komt enkel de provincie Henegouwen (rood gebied) in aanmerking om steun te krijgen uit de cohesiefondsen van de EU. De andere Belgische regio’s zijn ingekleurd als ‘competitieve regio’s’ (blauw gebied). Na een industrieel verleden van voornamelijk kolen- en staalindustrie had Henegouwen namelijk te maken met socio-economische problemen. Er waren minder jobs en de levensstandaard lag er lager. De Europese steun moe(s)t die situatie helpen aanpakken.

Opdracht 6: De grensoverschrijdende samenwerking in België Kaart 1: Grensregio Vlaanderen-Nederland Kaart 2: Cross channel

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

102


Regionaal beleid

Opdracht 7: Zijn de volgende beweringen juist of fout? Zoek op in een atlas of op internet 1. De stad Luik (Liège in het Frans) ligt op meer dan vierhonderd kilometer van Tongeren. 2. Je kan vanuit Hasselt naar Aken rijden zonder het Belgische grondgebied te verlaten. 3. Aken wordt in het Duits Achen genoemd en ligt in de Duitse deelstaat Nordrhein Westfalen. 4. De Rijn stroomt door Aken. 5. De Maas stroomt door Hasselt en door Maastricht. 6. De streek rond Eupen, Malmedy en Sankt Vith noemen we de Oostkantons, omdat ze helemaal in het oosten van België ligt. 7. Hasselt ligt ten noorden van Luik en ten westen van Aken. 8. De Belgische provincie West-Vlaanderen is van de Nederlandse provincie Zeeland gescheiden door de Westerschelde. 9. Zeeland bestaat uit een aantal schiereilanden. 10. Het stadje Terneuzen ligt in West-Vlaanderen.

fout fout juist juist juist juist juist fout juist fout

Opdracht 8: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Stelling 1: Het is niet de taak van de EU om geld te geven aan armere regio’s. De landen waarin die regio’s liggen kunnen dit beter zelf doen. Akkoord o Een land heeft meer kennis van de lokale situatie in bepaalde regio’s en weet dus ook beter waar en hoe het moet ingrijpen. o De EU kan veel moeilijker controleren waarvoor de fondsen gebruikt worden en als er geen geld verspild wordt. Als de landen dit zelf zouden doen, zouden ze korter op de bal kunnen spelen. o … Niet akkoord o De EU kijkt over de landsgrenzen heen. De sterkte van Europa ligt net in het feit dat regio’s vanuit een groter perspectief bekeken worden. Regio’s worden grensoverschrijdend aangepakt, armere regio’s zijn geen ‘eilandjes’, maar worden verbonden met sterkere regio’s en kunnen zo ook gemakkelijker groeien. o De Europese Unie is gebaseerd op solidariteit. Dat betekent dat sterkere regio’s steun verlenen aan zwakkere regio’s en landen. Op lange termijn komen er meer afzetmarkten en wordt iedereen er beter van. o …

Stelling 2: We zouden het geld dat we besteden aan de armere regio’s in Europa beter besteden aan ontwikkelingshulp voor de Derde Wereld. Zij hebben het harder nodig. Akkoord: o De sociale en economische problemen zijn nog veel groter in de Derde Wereld. Steun aan landen in de Derde Wereld kan bovendien ook de democratie in die landen stimuleren. o De Europese Unie verspilt teveel geld aan nutteloze projecten omdat ieder land en iedere regio een ‘deel van de koek’ wil. o … Niet akkoord: o Steun die we geven aan armere regio’s en lidstaten in de EU is efficiënter en heeft grotere gevolgen. De Europese Unie kan gemakkelijker eisen stellen qua mensenrechten, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting … o Als de zwakkere lidstaten en regio’s in de EU sterker worden, dan hebben onze bedrijven een grotere afzetmarkt voor hun producten. De Unie wordt dus een sterkere handelsmacht in de wereld en kan op die manier ook een belangrijkere rol spelen in de wereld. o Het is belangrijk dat onze ‘buurlanden’ sterk en stabiel zijn. o …

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

103


Regionaal beleid 

Stelling 3: Als jij het geld van het regionaal beleid zou mogen uitdelen, waaraan zou je het besteden? Aan welke streken in Europa? Aan welke Belgische regio’s? Aan welke projecten? o …

Opdracht 9: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vraag. Gun uw handelspand een face-lift: via een subsidie voor gevelrenovatie wil de gemeente leegstaande handelspanden weer opknappen om zo de lokale handel te stimuleren.

Opdracht 10: Herhalingsopdracht 

Waarom begon de EU samen te werken rond Regionaal beleid? Binnen de Europese Unie waren (en zijn nog altijd) grote welvaartsverschillen tussen armere en rijkere landen. Ook binnen de lidstaten zelf zijn er armere en rijkere regio’s. Met het regionaal beleid wou de EU de welvaartskloof verminderen door financiële steun. Dit past volledig binnen de visie van ‘solidariteit’ van de EU. De verschillende landen en regio’s zijn solidair met elkaar en geloven dat iedereen er sterker van wordt als ook de armere regio’s een hogere levensstandaard bereiken. Waar schenkt het Europese Regionaal beleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? De belangrijkste doelstellingen van het Regionaal beleid sluiten aan bij de toekomstige prioriteiten van de hele Europese Unie: het creëren van jobs en voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten, innovatie, de relatie tussen economische groei en aantasting van het milieu, een modern energiebeleid … Geef enkele voorbeelden van het Europees regionaal beleid die je in je dagelijks leven terug vindt. Enkele voorbeelden zijn: tal van projecten die ondersteund worden door de EU op vlak van toerisme, wegenbouw, modernisering van industriegebieden, openbaar vervoer, ontwikkeling van armere regio’s …

Achtergrondinformatie De Europese Unie is één van de rijkste gebieden ter wereld. Toch is de welvaart binnen de Unie niet gelijk verdeeld. Er zijn armere en rijkere landen. Ook binnen de lidstaten zelf zijn er armere en rijkere regio’s. Het regionaal beleid werd eind de jaren 60 in het leven geroepen om deze ongelijkheden te verminderen door financiële steun. Een belangrijk uitgangspunt van dit beleid is de ‘solidariteit’ tussen de verschillende lidstaten. Het regionaal beleid wil grote sociale, economische en territoriale kloven tussen Europese lidstaten aanpakken. Het kan bijvoorbeeld de verspreiding van internet en het transport naar minder bereikbare gebieden stimuleren. Ook de ondersteuning van kleine bedrijven in achtergestelde gebieden of aandacht voor het onderwijs, innovatie en het milieu kunnen op de agenda staan. Door de jaren heen werd meer geld vrijgemaakt voor het regionaal beleid. Het bedrag voor de regionale ‘structuur- en cohesiefondsen’ verdubbelde bijvoorbeeld tussen 1994 en 1999. Voor de periode 2014-2020 staat zo’n 336 miljard euro op de EU-begroting voor het regionaal beleid. Deze budgetverhoging valt voor een deel ook te verklaren door het toetreden van economisch minder sterke landen uit Oost-Europa. Hierdoor nam de kloof tussen de arme en rijke regio’s binnen de EU plots sterk toe. Met een budgetverhoging en een stapsgewijze budgetwijziging (stap voor stap kregen de nieuwe lidstaten meer, de oude minder) pakte de EU dit probleem aan. Uit een tussentijds rapport uit 2013 blijkt trouwens dat de voorbije investeringen al geleid hebben tot vooruitgang op verschillende domeinen. Daarnaast werden ook nieuwe prioriteiten vooropgesteld. Vanaf de Lissabonstrategie (2000) lag de nadruk alsmaar meer op groei, jobs en innovatie. Ook projecten in het kader van klimaatverandering en milieuvoorzieningen wonnen het laatste decennium aan aandacht.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

104


Regionaal beleid Enkele fondsen van het huidige regionaal beleid:  Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO): hiermee wil de Europese Unie de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van regio’s verkleinen. Dit fonds financiert ook in Vlaanderen diverse projecten: aanleg van industrieterreinen, dorpskernvernieuwing, de bouw van ontmoetingscentra, crèches of buitenschoolse opvang, ontmoetingscentra… Twee recente EFRO-projecten zijn: ‘Boost your talent’ en ‘Kobra’. Het project ‘Boost your talent’ is een onderdeel van een groots project om de Brusselse Kanaalzone nieuw leven in te blazen. Zo wil men nieuwe ondernemers aantrekken in deze zone en jongeren ondernemerschap bij te brengen. Het Kobra-project werkt aan stadsvernieuwing en bouwde onder meer een nieuwe stadshal in het centrum van Gent.  Het Europees Sociaal Fonds (ESF) moet verschillen in welvaart en levensstandaard tussen EU-lidstaten en -regio's terugdringen. Het ESF wil de werkgelegenheid binnen de EU bevorderen, door te investeren in opleiding van werkzoekenden of laaggeschoolden, door projecten rond werkgelegenheid, enz.  Landen met de grootste economische achterstand kunnen een beroep doen op het Cohesiefonds. Het gaat om lidstaten waarvan de levensstandaard onder 90% van het EU-gemiddelde ligt: de 13 nieuwste lidstaten plus Portugal en Griekenland. In deze landen wordt geïnvesteerd in milieuprojecten en weginfrastructuur of in andere infrastructuurprojecten, zoals aanleg van elektriciteit, riolering, enz. Wellicht zal het nog vele jaren duren voor de welvaartskloof tussen de verschillende regio’s volledig gedicht zal zijn. De huidige economische crisis draagt hier immers niet echt toe bij. Toch hebben alle EUburgers er belang bij dat het welvaartspeil nivelleert. Het regionaal beleid wordt daarom ook als crisismaatregel gebruikt: nu de landen die zwaarst getroffen worden door de crisis zware besparingen moeten doorvoeren, kan de EU parallel daarmee investeren in economische groei, werkgelegenheid, enz.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Document (PDF) over de geschiedenis van het Regionaal beleid 1988 – 2013: http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/panorama/pdf/mag26/mag26_nl.pdf  Website met Europese fondsen in Vlaanderen: http://ec.europa.eu/belgium/funding/flanders/index_nl.htm  Website over Interreg Vlaanderen – Nederland met EU-projecten aan de grens: www.grensregio.eu  Website over Europees fonds voor regionale ontwikkeling in België: www.agentschapondernemen.be/efro  Website en filmpjes over de geschiedenis van het Regionaal beleid (bron: EU): http://ec.europa.eu/regional_policy/what/milestones/index_nl.cfm#2  Website met overzicht van regionale projecten die steun kregen (bron: EU): http://ec.europa.eu/regional_policy/projects/stories/index_nl.cfm  Filmpje over de Roma-zigeuners (bron: schoolTV): www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20081014_roma01

Wat kan je doen met de klas?  

Ontwerp een folder om één van de twee grensregio’s in België te promoten. Ga in je eigen provincie op zoek naar projecten die geld krijgen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Doe hiervoor navraag bij de administratie van de provincie zelf.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

105


Open grenzen

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

106


Open grenzen

ZEG EENS, Wat betekenen de ‘open grenzen’ in de Europese Unie? Inleiding Voor velen is het vandaag de dag vanzelfsprekend, maar de interne markt is één van de grootste verwezenlijkingen van de Europese Unie. Hierdoor kunnen mensen, goederen, diensten en geld vrij van de ene lidstaat naar de andere. Het openen van die grenzen had heel wat positieve gevolgen voor de burgers en bedrijven in de EU.

Doelstellingen    

De leerlingen kennen de principes van de Europese interne markt: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. De leerlingen/cursisten zien in welk verschil deze open grenzen maken voor de EU-burger die reist naar of werkt/woont in een andere EU-lidstaat. De leerlingen/cursisten begrijpen waarom het wegvallen van de grenzen tussen de landen van de Europese Unie grote voordelen oplevert voor bedrijven. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van hoe je het ‘open grenzenbeleid’ in de Europese Unie kan zien in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: De open grenzen in het dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je de open grenzen of de ‘interne markt’ in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

107


Open grenzen

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: De open grenzen in het dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht drie klemtonen of prioriteiten voor de interne markt ontdekken: grotere afzetmarkt en stimuleren economie, lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie en gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. 

Grotere afzetmarkt en stimuleren economie: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘grotere afzetmarkt en stimuleren economie’? o Waarom is het voor bedrijven interessant dat de grenscontroles werden afgeschaft? o Gaan jullie soms inkopen doen over de grens? Waar? Wat koop je dan en waarom ga je daarvoor over de grens? o Mag je onbeperkt alcohol meebrengen uit een ander EU-land?

Lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie’? o Welke gsm-operatoren bestaan er allemaal? Weet je welk bedrijf vroeger als enige telefonie aanbood? o Waarom is het goed dat er concurrentie is?

Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland’? o Ging je al eens op reis naar een niet-EU-land? Was er controle aan de grens? Hoe verliep dat? Vind je het een goede zaak dat dit in de EU werd afgeschaft? o Heb je al gehoord van uitwisselingsprogramma’s voor studenten zoals ’Erasmus‘? Wat weet je ervan? o Ken je mensen die vanuit andere landen in de EU naar hier kwamen om te komen werken?

Opdracht 2: Tekst met vragen over de open grenzen Lees de onderstaande tekst en los de vragen op. 1. Wat was volgens jou de voornaamste reden om de grenzen in Europa te openen? 2. Sinds wanneer zijn die grenzen open? 3. Wat is er voor de Europese burgers sindsdien eenvoudiger geworden? En voor bedrijven? 4. Kan je de vier categorieën opnoemen waarvoor de grenzen zijn opengegaan? 5. Geef enkele voorbeelden van diensten.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

108


Open grenzen Vóór 1 januari 1993 waren er nog echte grenzen in Europa. Als je op reis ging naar een ander land, moest je stoppen en je identiteitskaart tonen. Ook je auto werd gecontroleerd door de douaniers die wilden controleren of je illegaal goederen meenam naar het buitenland. Voor bedrijven was het nog erger. Als zij producten wilden verkopen in het buitenland, moesten ze zeer veel papieren invullen. Hun vrachtwagens stonden uren aan te schuiven aan de grens. Want de douane controleerde grondig wat in de vrachtwagen vervoerd werd, of de belastingen betaald werden en of de papieren wel in orde waren. Er ging dus heel wat tijd verloren! De Europese Unie wou daar iets aan doen. Vanaf 1 januari 1993 gingen de grenzen in Europa open. We mogen nu werken, studeren, aankopen doen en reizen in een ander EU-land alsof we in België zouden zijn. Er is vrij verkeer van personen en van goederen en de Europese Unie besliste ook dat kapitaal vrij zou zijn: je mag dus een bankrekening openen in het buitenland. Ten slotte werd het dienstenverkeer vrij gemaakt. Nu de grenzen open zijn kunnen mensen, goederen, diensten en kapitaal zich even vrij bewegen in de Europese Unie als binnen één en hetzelfde land.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Tekst met vragen over de open grenzen (individuele opdracht) Met deze opdracht moeten de leerlingen/cursisten begrijpend lezen. De leerlingen/cursisten lezen eerst individueel de tekst en lossen daarna de 5 vragen op over de open grenzen. Daarna kan de leerkracht dit klassikaal overlopen.

Opdracht 3: Aanvultekst rond de open grenzen Lees de tekst in bijlage 9. Vul daarna de oefening aan. Vanaf ……….. (a) gingen de grenzen in Europa open. Er was vanaf toen vrij verkeer van personen, van goederen, van diensten en van kapitaal. Vrij verkeer van personen wil zeggen dat je als EU-burger vrij bent om in een andere lidstaat te gaan wonen en ………………(b), net alsof je dat in je eigen land zou doen. Vrij verkeer van goederen is voor vrachtwagenchauffeurs heel belangrijk. Bedrijven kunnen vrij hun producten verkopen in alle 28 EU-lidstaten. De vrachtwagens moeten niet meer aan de grens ……………………… (c) en formulieren ………………………… (d). Je moet ook geen taksen meer betalen als je een product in een ander EU-land wil invoeren. De smokkel van ………………. (e), zoals in de jaren vijftig, is dus nu niet meer nodig. Je kan ze gewoon gaan kopen in Nederland. Er kwam op 1 januari 1993 ook vrij verkeer van diensten. Vroeger waren er in de EU-lidstaten vaak ……………….. (f) voor bepaalde diensten. Dit wil zeggen dat maar één bedrijf die dienst mocht aanbieden. Er werden geen concurrenten toegelaten. Dat was in België bijvoorbeeld zo voor de luchtvaart. Vroeger was ……..…………. (g) hier de enige luchtvaartmaatschappij. Omdat er nu veel meer concurrentie is, ………………….. (h) de prijzen van de vliegtuigtickets. Door het vrij verkeer van kapitaal kan je overal in de EU een bankrekening kunt openen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

109


Open grenzen

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Aanvultekst rond de open grenzen (individuele opdracht) Met deze opdracht moeten de leerlingen/cursisten begrijpend lezen. Ze lezen eerst individueel de tekst in bijlage 9 en vullen daarna de invultekst aan. Daarna kan de leerkracht dit klassikaal overlopen.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 4: Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in Europa. Op 1 januari 1993 zijn de grenzen in Europa opengegaan voor vier zaken: personen, goederen, kapitaal en diensten. Schrijf naast elk van de onderstaande situaties over welke categorie(ën) het gaat. 1. De dochter van onze buurman studeert Frans. Ze gaat volgend jaar een jaar studeren aan de Sorbonne-universiteit in Parijs. 2. Onlangs gingen we op reis bij vrienden in Italië. Om hen te verrassen namen we Belgische pralines mee. 3. Als je vroeger met het vliegtuig op reis wou, had je in België weinig keuze: bijna alle vluchten waren van Sabena. Nu zijn er heel wat luchtvaartmaatschappijen bijgekomen en zijn de prijzen sterk gedaald. 4. Mijn neef is vrachtwagenchauffeur. Sinds 1993 wordt zijn vrachtwagen niet telkens gecontroleerd aan de grens. Zo kan hij de producten veel sneller op hun bestemming brengen. 5. In de krant van gisteren stond een werkaanbieding van een Nederlandse firma. Ze zochten Vlamingen die Nederlands en Frans spreken om in hun bedrijf in Breda te komen werken.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in Europa (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Met deze opdracht kunnen de leerlingen/cursisten testen als ze het concept ‘vrij verkeer’ goed begrepen hebben.

Opdracht 5: Wat mag je wel of niet over de grens meenemen? De grenzen in Europa zijn sinds 1 januari 1993 open: er is dus vrij verkeer van goederen. Mag je de volgende zaken zomaar meebrengen van op reis? Surf naar http://diplomatie.belgium.be/nl/Diensten/Op_reis_in_het_buitenland/Bijkomende_reisinformatie/douane en vul aan of het verboden is of niet. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

6 flessen champagne uit Frankrijk 25 gram marihuana uit Nederland 10 liter wodka uit Polen een MP3-speler uit Finland een digitale camera uit Japan 30 kg chocolade uit Italië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

110


7. 8. 9. 10.

Open grenzen een machinegeweer uit Hongarije 20 liter whisky uit Schotland 2 bakjes aardbeien uit Spanje 200 liter bier uit Tsjechië

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Wat mag je wel of niet over de grens meenemen? (internetopdracht) Met deze opdracht ontdekken de leerlingen/cursisten dat er nog wel degelijk beperkingen zijn op het vlak van het vrij verkeer van goederen. De leerlingen/cursisten kunnen, met behulp van het internet, op zoek gaan naar de beperkingen op het vlak van alcohol, tabak, wapens … De leerkracht kan na de oefening de oplossingen overlopen.

Opdracht 6: De grenzen van de EU-lidstaten De meeste EU-lidstaten grenzen aan heel wat andere Europese staten. Hieronder zie je een aantal lijstjes met de buurlanden van één bepaald land. Neem er een atlas of Google Maps bij en zoek uit over welk land het gaat. Je kan kiezen uit: België, Frankrijk, Griekenland, Italië, Litouwen, Nederland, Oostenrijk, Polen, Slovenië en Zweden. 1. Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland zijn de buurlanden van …..…………………… 2. België en Duitsland zijn de buurlanden van ………………………….. 3. Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland zijn de buurlanden van ……………………………. 4. Oostenrijk, Frankrijk, Vaticaanstad, San Marino, Slovenië en Zwitserland zijn de buurlanden van ………………………… 5. Albanië, Bulgarije, Turkije en Macedonië zijn de buurlanden van ……………………….. 6. Finland en Noorwegen zijn de buurlanden van………………………….. 7. Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Italië, Liechtenstein, Slowakije, Slovenië en Zwitserland zijn de buurlanden van ……………………………. 8. Wit-Rusland, Tsjechië, Duitsland, Litouwen, Rusland (Kaliningrad), Slowakije en Oekraïne zijn de buurlanden van………………………. 9. Oostenrijk, Kroatië, Italië en Hongarije zijn de buurlanden van ……………….………… 10. Wit-Rusland, Letland, Polen en Rusland zijn de buurlanden van ………………………….

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: De grenzen van de EU-lidstaten (opdracht met atlas of internet) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Deze opdracht toont aan waar de Europese binnengrenzen liggen, beginnen en stoppen. De leerlingen/cursisten gaan alleen of in groepjes met een atlas met internet op zoek naar de buurlanden van EU-lidstaten.

Opdracht 7: Trans-Europese netwerken Omdat de grenzen zijn opengegaan in de Europese Unie, zou iedereen vlot door Europa moeten kunnen reizen. Daarvoor hebben we goede wegen, spoorwegen en bruggen nodig. En die moeten natuurlijk op elkaar aansluiten. Nu eindigen spoorwegen of wegen vaak aan de grens van een land. Daarom investeert Europa in de aanleg van nieuwe stukken snelweg en bruggen. Er gaat ook veel geld naar de aanleg van nieuwe sporen voor de hogesnelheidstrein. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

111


Open grenzen E-wegen o Sommige snelwegen hebben een cijfer met een E ervoor. Dat betekent dat het Europese wegen zijn, die verschillende landen doorkruisen. Welke E-wegen lopen er door Vlaanderen? o Zoek de volgende E-wegen op in je atlas of op Google Maps. Welke landen doorkruisen ze? E803, E712, E552, E462, E421. Hieronder vind je enkele voorbeelden van netwerken waar de Europese Unie geld aan gaf. Zoek ze op in een atlas of op internet. Welke landen doorkruisen deze netwerken? o Spoorweg: Berlijn-Verona-Milaan-Palermo. o Hoge Snelheidstrein: Parijs-Brussel-Keulen-Amsterdam-Londen. o Autosnelweg: Igoumenitsa-Athene-Sofia-Boedapest. o Spoorweg: Parijs- Straatsburg-Stuttgart-Wenen-Bratislava.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Trans-Europese netwerken (opdracht met atlas/internet) De leerlingen/cursisten leren dat je vlot kan reizen van het uiterste zuiden tot het uiterste noorden van de EU. De opdrachten kunnen in groepjes aangepakt worden met een atlas of internet. De leerkracht overloopt (projecteert) achteraf de oplossing en/of toon de oplossing op een landkaart.

Opdracht 8: Vrij verkeer van diensten Sinds 1 januari 1993 is het dienstenverkeer in de Europese Unie vrijgemaakt. Dit wil zeggen dat de meeste diensten aan de regels van de vrije concurrentie worden onderworpen. Voorbeelden van diensten zijn: telefonie, energieverdelers, luchtvaart, de post... Hieronder vind je de logo’s van bedrijven die een dienst aanbieden. Verbind de bedrijven die dezelfde dienst aanbieden. Welke dienst bieden zij aan?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

112


Open grenzen

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Vrij verkeer van diensten (klassikale opdracht) Deze opdracht leert de leerlingen/cursisten iets over de dienstensector in België. De leerlingen/cursisten kunnen deze opdracht klassikaal oplossen, terwijl de leerkracht op het bord de bedrijven per sector schikt en het soort dienst erbij schrijft.

3. Geef je mening Opdracht 9: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

Het is een goede zaak dat Poolse bouwvakkers en verpleegsters hier legaal kunnen werken. Iedereen die een beroepsopleiding volgt, moet verplicht een stage volgen in het buitenland. Het is een goede zaak dat de diensten in Europa, zoals de luchtvaart, elektriciteit of de post, vrij gemaakt worden.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-opdracht Opdracht 10: Surf op internet en probeer antwoord te vinden op onderstaande vragen.    

‘Test een boeking’ via het internet voor een reis naar Barcelona, Spanje. Vergelijk de prijzen van de vliegtuigtickets bij de verschillende maatschappijen. Ga naar de website van de VREG en vergelijk de elektriciteitsprijzen voor een standaard jaarverbruik: 3500 KWh voor elektriciteit (1 meter). Surf naar www.routenet.be. Kijk eens welke wegen je allemaal moet volgen om vanuit jouw gemeente naar Venetië te rijden. Welke grenzen moet je over? Moet je de EU verlaten? Kijk op de website van www.eures.info. Zij geven informatie over werken in het buitenland. Wat is een grensarbeider? Kan je een job vinden in een grensstreek?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

113


Open grenzen

5. Herhalingsopdracht Opdracht 11: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?    

Waarom opende de EU haar grenzen? Wat betekent de ‘interne markt’ of de ‘open grenzen’? Waar schenkt de EU binnen de interne markt vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van hoe je in het dagelijkse leven merkt dat de grenzen open zijn.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 11: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: De open grenzen in het dagelijks leven Foto 1:  Wat: Een foto van de lege grensgebouwen aan de oude grensovergang van Frankrijk.  Beslissing EU: Als gevolg van de Schengenakkoorden (zie hoofdstuk ‘Veiligheid’) gingen in 1993 de Europese binnengrenzen open en konden bewoners van de EU zonder beperkingen reizen naar andere lidstaten. Je kan nu dus zonder stoppen de oude grensposten voorbij rijden en je vrij verplaatsen in de Europese Unie. Dit noemt men het ‘vrij verkeer van personen’.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. Foto 2:  Wat: Een voorbeeld van een Europees overschrijvingsformulier.  Beslissing EU: De grenzen binnen de Europese Unie werden niet alleen geopend voor personen, maar ook voor geld (kapitaal). Daardoor kunnen we in iedere lidstaat een bankrekening openen, betalingen doen, gratis euro’s afhalen, leningen aangaan en verzekeringen afsluiten. De EU ondersteunt ook initiatieven van de Europese banken om dat vrij verkeer van kapitaal vlot te laten verlopen. Zo werden betalingen binnen de Unie bijvoorbeeld gemakkelijker met het ‘Europese overschrijvingsformulier’. Een Europese overschrijving naar een andere lidstaat kost nu evenveel als een overschrijving binnen België.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grotere afzetmarkt en stimuleren economie.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

114


Open grenzen Foto 3:  Wat: Een vrachtwagen rijdt voorbij een rijstrook voor de douane (aan de grens).  Beslissing EU: Voor bedrijven was het vroeger veel omslachtiger om goederen te verhandelen binnen Europa. Door het afschaffen van de douanecontroles aan de grens, moesten chauffeurs geen uren meer aanschuiven aan de grens. Door dit ‘vrij verkeer van goederen’ konden ze veel gemakkelijker en goedkoper producten kopen en verkopen binnen de Europese Unie. Europese bedrijven kregen zo een grotere afzetmarkt en de concurrentie werd gestimuleerd.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grotere afzetmarkt en stimuleren economie. Foto 4:  Wat: Een man ligt op een luchtmatras in de zee (op vakantie) en belt met zijn gsm.  Beslissing EU: Mensen en bedrijven steken binnen de EU sneller de grens over, met het nodige mobiele telefoonverkeer tot gevolg (‘roaming’). Maar bellen, sms’en en internetten in het buitenland was vaak peperduur. De EU bracht daar verandering in en voerde daarom het eurotarief in: 1 minuut bellen kost vanaf 2014 maximum 19 cent, een sms 9 cent en 1 megabyte datagebruik 20 cent. Reizigers in het buitenland krijgen ook een verwittiging als ze een rekening van meer dan 50 euro mogen verwachten. Dit alles moet een goede werking van de ‘interne markt’ waarborgen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie. Foto 5:  Wat: Een voorbeeld van een ‘Europees paspoort voor gezelschapsdieren’ (Nederlandse versie).  Beslissing EU: Als burger van de Europese Unie mag je vrij rondreizen met je hond, kat of fret, op voorwaarde dat je huisdier een Europees huisdierenpaspoort heeft. Hieruit moet blijken dat de inenting tegen hondsdolheid nog geldig is. Dit paspoort moet het transporteren van huisdieren veiliger maken en het verspreiden van ziektes tegengaan. Daarnaast moet je huisdier een elektronische microchip dragen met de identiteit van het dier als je ermee op reis gaat.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. Foto 6:  Wat: Een auto die volgestouwd is met materiaal en dan vooral alcohol (gekocht in het buitenland).  Beslissing EU: Door het ‘vrij verkeer van goederen’, is er in principe geen controle meer aan de grens binnen de Europese Unie. Maar voor bepaalde goederen, zoals alcohol en tabak, zijn er wel nog altijd beperkingen. Zo mag je als gewone burger ‘slechts’ 110 liter bier, 90 liter wijn en 800 sigaretten tussen de EU-lidstaten vervoeren.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Grotere afzetmarkt en stimuleren economie.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

115


Open grenzen Foto 7:  Wat: Een foto van een allochtone arbeider/bouwvakker.  Beslissing EU: De interne markt maakte het voor burgers van de Europese Unie ook gemakkelijker om in het buitenland te gaan werken, zelfs zonder werkvergunning. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat Europeanen gemakkelijker naar België kunnen komen om vacatures (bv. in schoonmaak, bouw, verpleging) in te vullen. Werknemers uit andere lidstaten moeten gelijk behandeld worden qua toegang tot werk, arbeidsvoorwaarden en op fiscaal en sociaal vlak. Het verblijfsrecht wordt uitgebreid tot de gezinsleden van de werknemer. Momenteel zijn er in sommige EU-landen nog beperkingen voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. Foto 8:  Wat: Reclame van de Europese Unie met daarop ‘uw rechten als reiziger’.  Beslissing EU: Europeanen nemen alsmaar vaker het vliegtuig, de trein, de bus of de boot naar het buitenland. De Europese Unie wilde er met een aantal afspraken en regels voor zorgen dat de ‘rechten van de passagier’ beschermd worden. Zo heb je bijvoorbeeld recht op maaltijden, vervoer of een slaapplek als je vliegtuig veel vertraging heeft. Ook bij zwaar oponthoud van je trein of bus krijg je een vergoeding. Je hebt ook altijd recht op informatie, minder mobiele passagiers hebben recht op gelijke service als alle andere reizigers, verloren bagage wordt terugbetaald …  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie. Foto 9:  Wat: Affiche 25 jaar ‘Erasmus’ van de Europese Unie over studeren in het buitenland.  Beslissing EU: Bewoners van de Europese Unie mogen niet alleen vrij wonen en werken in de EU, maar ook studeren. De Unie steunt de uitwisseling van studenten en leerkrachten in de Europese lidstaten en wil Europeanen stimuleren om ‘levenslang te leren’. Het Erasmus-programma voorziet hiervoor financiële steun en zorgde er de voorbije 25 jaar voor dat al bijna 3 miljoen Europeanen een tijdje in het buitenland konden studeren. Om het vrij verkeer van personen eenvoudiger te maken, werden in Europa regelingen getroffen over het erkennen van diploma’s in de hele EU.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. Foto 10:  Wat: Een voorbeeld van de European Health Insurance card (de Europese ziekteverzekeringskaart).  Beslissing EU: Omdat mensen vaak reizen naar andere Europese lidstaten, werden initiatieven genomen om dit vlot te laten verlopen. Eén daarvan is de ‘Europese ziekteverzekeringskaart’. Met deze kaart krijg je dezelfde medische hulp tegen dezelfde prijs als de verzekerde inwoners van dat land. Je medische kosten

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

116


Open grenzen en ‘remgeld’ worden hierdoor vlot terugbetaald. Deze kaart is natuurlijk geen vervangingsmiddel voor een reisverzekering.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland. Foto 11:  Wat: Logo’s van verschillende energieleveranciers (Essent, Electrabel, Luminus, Nuon).  Beslissing EU: De creatie van een ‘interne markt’ in de Europese Unie zorgde ook voor een ‘vrij verkeer van diensten’. Diensten zoals elektriciteit, telefonie of de post werden vroeger vaak maar door 1 bedrijf aangeboden. De EU zorgde ervoor dat er meer concurrenten op de markt kwamen. Dit moest de prijs verlagen en de dienstverlening verbeteren. Zo bood vroeger alleen Electrabel elektriciteit aan in België, terwijl nu ook Nuon, Luminus en Essent dit doen. Toch zijn er nog altijd uitzonderingen, zoals het openbaar vervoer, dat nog niet vrijgemaakt is.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie.

Uitbreiding bij opdracht 1: Grotere afzetmarkt en stimuleren economie:  Wat: De interne markt is één van de grootste verwezenlijkingen van de Europese Unie. Zeker het vrij verkeer van goederen was een belangrijke stap om de economie in Europa te stimuleren. Vroeger verloren bedrijven door de administratieve rompslomp heel wat tijd en geld als ze handel wilden drijven met andere EU-landen. Door het openen van de binnengrenzen in Europa werd dat veel eenvoudiger. Bedrijven hebben een grotere afzetmarkt (= meer mogelijke klanten) en kunnen veel sneller kopen en verkopen binnen de EU. Er kwam dus meer concurrentie tussen de bedrijven en meer keuze voor de consument. Alleen voor bepaalde goederen, zoals tabak en alcohol, zijn er nog beperkingen aan het vrij verkeer van goederen.  Foto’s: 2, 3, 6.  Beperkingen qua alcohol: Maximum 10 liter sterke drank, 20 liter aperitief, 90 liter wijn (waarvan 60 liter schuimwijn zoals champagne) en 110 liter bier. Lagere prijzen en betere service door aanmoedigen concurrentie:  Wat: Niet alleen voor goederen moest er concurrentie komen, ook voor diensten (bv. elektriciteit, internet, telefonie, luchtvaart, post …) wilde de Europese Unie meer concurrentie. Zo wou de EU ervoor zorgen dat de prijzen van diensten zouden dalen en de kwaliteit ervan verbeteren. In het verleden was het bijvoorbeeld zo dat telefonie alleen door Belgacom (RTT) werd aangeboden. Men sprak toen van een ‘monopolie’. Nu zijn er heel wat bedrijven die telefonie aanbieden (bv. Telenet, Base of Mobistar). Op die manier kon Belgacom niet meer als enige de prijzen bepalen en moest het bedrijf ook haar dienstverlening verbeteren. De EU legde ook regels op die ervoor moesten zorgen dat de bedrijven geen onderlinge prijsafspraken maakten en de service gewaarborgd bleef. Op de Vlaamse elektriciteitsmarkt werd bijvoorbeeld de ‘VREG’ opgericht. Die moet zorgen dat de concurrentie op de energiemarkt vlot speelt om een goede prijs en kwaliteit te garanderen. Daarnaast nam de EU ook maatregelen om bijvoorbeeld de rechten van reizigers met het vliegtuig, de trein, de boot … te beschermen. Al die initiatieven moesten de prijs en kwaliteit voor de gebruiker (de EU-burger) verbeteren.  Foto’s: 4, 8, 11. Gemakkelijker wonen, werken en reizen in het buitenland:  Wat: Door de Schengenakkoorden (zie ook hoofdstuk ‘Veiligheid’) gingen in 1993 de Europese binnengrenzen open. Er kwam een ‘vrij verkeer van personen’ waardoor Europese burgers gemakkelijk van het ene land naar het andere konden reizen. Bovendien kunnen we binnen andere EU lidstaten nu ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

117


Open grenzen ook gemakkelijk wonen, studeren (bv. Erasmus) en werken zonder werkvergunning. Dit vrij verkeer van werknemers in de Europese Unie is wel nog niet absoluut. In sommige landen van de EU, zoals Kroatië, is er momenteel een overgangsperiode waardoor werknemers nog aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om in andere Europese landen te kunnen werken. Foto’s: 1, 5, 7, 9, 10.

Opdracht 2: Tekst met vragen over de open grenzen 1. Om de handel te vergemakkelijken – 2. 1 januari 1993 – 3. Reizen, werken, wonen… in andere EUlidstaten is gemakkelijker voor EU-burgers. Voor bedrijven is het gemakkelijker geworden om handel te drijven binnen de EU. – 4. Personen, goederen, kapitaal en diensten – 5. Energie, telefoon, televisie, banken, verzekeringen, transport…

Opdracht 3: Aanvultekst over de open grenzen a. 1993 – b. werken – c. aanschuiven – d. invullen – e. boter – f. monopolie – g. Sabena – h. dalen.

Opdracht 4: Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in Europa 1. personen – 2. personen + goederen – 3. diensten – 4. goederen – 5. personen.

Opdracht 5: Wat mag je wel of niet over de grens meenemen? Wat betreft het vrij verkeer van goederen in Europa zijn er twee uitzonderingen. Alcohol en sigaretten mag je meebrengen over de grens maar enkel voor persoonlijk gebruik. Voor alcohol is dit 10 liter sterke drank, 20 liter aperitief, 90 liter wijn (waarvan 60 l schuimwijn zoals champagne) en 110 liter bier. 1. ja – 2. Neen – 3. Ja – 4. Ja – 5. Neen – 6. Ja – 7. Neen – 8. Neen – 9. Ja – 10. Neen.

Opdracht 6: De grenzen van de EU-lidstaten 1. België – 2. Nederland – 3. Frankrijk – 4. Italië – 5. Griekenland – 6. Zweden – 7. Oostenrijk – 8. Polen – 9. Slovenië – 10. Litouwen.

Opdracht 7: Trans-Europese netwerken 

E-wegen o België: E17 – E429 – E40 – E411 – E313 – E314 – E19 – E25 – E42 – E403 – E34. o E-wegen in Europa: E803: Spanje – E712: Zwitserland en Frankrijk – E552: Duitsland en Oostenrijk – E462: Tsjechië en Polen – E421: België en Luxemburg. Voorbeelden van netwerken o Spoorweg: Duitsland, Oostenrijk, Italië. o Hoge Snelheidstrein: Frankrijk, België, Duitsland, Nederland, Engeland. o Autosnelweg: Griekenland, Bulgarije, Hongarije, Roemenië. o Spoorweg: Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Slowakije.

Opdracht 8: Vrij verkeer van diensten    

Telefonie: Base, Proximus, Tele2, Telenet. Luchtvaart: Brussels Airlines, Ryanair, Virgin Airlines. Elektriciteit/gas: Essent, Luminus. Bank: Axa, KBC, Deutsche bank, ING.

Opdracht 9: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Stelling 1: Het is een goede zaak dat Poolse bouwvakkers en verpleegsters hier legaal kunnen werken. Akkoord o In sommige sectoren, zoals de bouw en verpleging, is het onmogelijk om voldoende werkkrachten te vinden. Gemotiveerde buitenlandse werkkrachten kunnen dit goed opvangen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

118


Open grenzen We hebben besloten om de grenzen te openen om vlotter te kunnen samenwerken met andere Europese lidstaten en er allemaal economisch van te profiteren. Wij mogen daar werken, dus is het maar logisch dat mensen uit andere Europese lidstaten ook hier kunnen werken. o … Niet akkoord o Er is nog altijd een hoge werkloosheid in België. Het is dus niet nodig om buitenlandse werkkrachten aan te trekken. Werklozen moeten omgeschoold worden, zodat ze kunnen ingezet worden voor knelpuntberoepen. o Ze ondergraven onze sociale zekerheid: ze werken tegen lage lonen en slechte voorwaarden (lange werkdagen, weinig vakantie, enz.). o … o

Stelling 2: Iedereen die een beroepsopleiding volgt, moet verplicht een stage volgen in het buitenland. Akkoord o Bedrijven werken sterk internationaal. Het is dus belangrijk dat je als werknemer de vaardigheden hebt om in een internationaal bedrijf mee te draaien. Een buitenlandse stage kan je talenkennis en sociale vaardigheden versterken. o In het buitenland werken ze vaak op een andere manier. Meedraaien in een bedrijf in een ander EU-land kan erg verrijkend zijn. o … Niet akkoord o Het moet een vrije keuze zijn: niemand kan verplicht worden om een buitenlandse stage te doen. o Het belangrijkste is dat iemand die een beroepsopleiding volgt, het beroep goed aanleert. Dat kan beter in de eigen taal in eigen land. o …

Stelling 3: Het is een goede zaak dat de diensten in Europa, zoals de luchtvaart, elektriciteit of de post, vrij gemaakt worden. Akkoord o Door de vrijmaking van de markt, worden de bedrijven klantvriendelijker en dalen de prijzen. In de luchtvaart zie je dat bijvoorbeeld heel sterk. o Als er geen concurrentie is, zullen de prijzen ook niet dalen. o … Niet akkoord o Als diensten vrijgemaakt worden, primeert de winst. Ze willen enkel veel geld verdienen en moet onder meer veiligheid daarvoor inboeten. Denk maar aan de gasontploffing in Gellingen in 2004 (door onvoorzichtige graafwerken werd een gasleiding geraakt). o Bepaalde diensten zouden beter niet vrijgemaakt worden, zoals het trein- en busvervoer of water. Dat zou voor een slechtere dienstverlening zorgen en de prijzen zeker niet doen dalen. o …

Opdracht 10: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vraag. Opdracht 11: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd? 

Waarom opende de EU haar grenzen? De EU opende haar grenzen om de handel tussen de EU-landen vlotter te laten verlopen. Sinds het opengaan van de grenzen hebben bedrijven geen last meer van douanecontroles aan de grens. Ze besparen op die manier veel geld uit, hebben nu een enorme afzetmarkt van zowat 500 miljoen Europeanen en hebben meer keuze om zélf goederen en grondstoffen in de Europese Unie aan te kopen. Wat betekent de ‘interne markt’ of de ‘open grenzen’? Met de interne markt kwam er vrij verkeer van personen (vrij reizen en wonen in de EU), vrij verkeer van diensten (bv. elektriciteit, luchtvaart, telefonie …), vrij verkeer van kapitaal (hierdoor konden we

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

119


Open grenzen vlotter betalen in het buitenland, een rekening openen …) en ook vrij verkeer van goederen (bedrijven en personen kunnen vlot in het buitenland gaan kopen/verkopen). Waar schenkt de EU binnen de interne markt vandaag de dag specifiek aandacht aan? Met het vrij verkeer van goederen en kapitaal wil de EU een grotere afzetmarkt creëren en de economie stimuleren. Met het vrij verkeer van diensten wil ze lagere prijzen en betere service voor de consument door concurrentie aan te moedigen. Met het vrij verkeer van personen wil ze dat Europeanen gemakkelijker kunnen wonen, werken en reizen in het buitenland. Geef enkele voorbeelden van hoe je in het dagelijkse leven merkt dat de grenzen open zijn. Enkele voorbeelden zijn: de grenscontroles zijn verdwenen, zodat handel drijven en reizen in de EU makkelijker wordt, er bestaan Europese overschrijvingsformulieren, de markt voor telefonie, energie en de luchtvaart zijn vrij gemaakt, bellen binnen de EU wordt goedkoper, enz.

Achtergrondinformatie In het Verdrag van Rome (1957) stond al dat de Europese Economische Gemeenschap (EEG) alle hindernissen voor de handel moest opruimen. Toch duurde het nog tot 1 januari 1993 voor de grenzen werden afgeschaft. Toen pas kon je spreken van vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Vrij verkeer van goederen is voor de Europese economie heel belangrijk. Bedrijven kunnen vrij hun producten kopen en verkopen in alle 28 Europese lidstaten. Ze hebben nu een afzetmarkt van zo’n 500 miljoen consumenten. Vroeger werd de handel tussen de Europese landen bemoeilijkt door allerlei handelsbarrières. Zo waren er douanecontroles aan de grens, met de nodige administratie voor bedrijven die handel wilden drijven met het buitenland. Het kostte bedrijven veel tijd en geld. Sinds 1 januari 1993 zijn de douanecontroles aan de grenzen tussen de Europese landen afgeschaft. De vrachtwagens kunnen sneller de grens over, wat de handel bevordert. De Europese interne markt zorgde ook voor meer concurrentie tussen de bedrijven. Toch is het vrij verkeer van goederen nog niet volledig gerealiseerd: zo heb je nog verschillende soorten stopcontacten of worden er verschillende metrieke stelsels gebruikt (miles in het Verenigd Koninkrijk en kilometers bij ons). Vrij verkeer van personen betekent dat je binnen Europa kunt werken, reizen en studeren zoals je dat in eigen land kan. Sinds de open grenzen kan je zonder problemen reizen van het noorden van Finland naar het zuiden van Portugal, zonder gecontroleerd te worden aan de grenzen. Je mag als EU-burger ook gaan wonen en werken in een andere lidstaat. Er werden daarom afspraken gemaakt over ziekteverzekeringen, pensioenen, enz. Er kwam ook vrij verkeer van diensten. Vroeger waren er in de EU-lidstaten vaak monopolies voor bepaalde diensten. Dat wil zeggen dat maar één bedrijf een bepaalde dienst mocht aanbieden. Er werden geen concurrenten toegelaten. Dat was zo voor bijvoorbeeld de telefoon: Belgacom (RTT) was in België de enige telefoonmaatschappij. Sinds het opengaan van de grenzen bieden meerdere firma’s telefoondiensten aan. Omdat de concurrentie vrij kan spelen, is het de bedoeling dat je als consument meer keuze krijgt en dat de prijzen dalen. Ook het vrij verkeer van diensten is nog niet volledig een feit. Zo werd de post in 2011 vrijgemaakt, maar van concurrentie op de Belgische markt is nog geen sprake, en ook het openbaar vervoer is nog niet vrijgemaakt. Vrij verkeer van kapitaal had als gevolg dat je makkelijker financiële transacties kan doen in de EU. Je kan gemakkelijk een bankrekening openen in een andere EU-lidstaat en door de invoering van het IBANnummer en het Europese overschrijvingsformulier kan je makkelijker betalingen doen binnen de EU.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

120


Open grenzen

Extra Online en media 

Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen o Website over ‘uw rechten als passagier’ – (bron EU): http://ec.europa.eu/transport/passenger-rights/nl/index.html o Filmpje over ‘20 jaar Interne Markt’ – (ENG): www.youtube.com/watch?v=PykuzLD86zQ

Wat kan je doen met de klas? o Bezoek het douanemuseum: Ellemanstraat 21 2060 Antwerpen 02/5758101 http://home.scarlet.be/douanemuseum douanemuseum@minfin.fed.be o

Volg de Smokkelroute aan de Belgisch-Nederlandse grens. De route start aan de sporthal van Eeklo. Zie www.fietsroute.org.

o

Interview een vrachtwagenchauffeur die internationaal vervoer doet. Naar welke landen rijdt hij meestal? Met welke producten? Merkt hij dat de grenzen tussen de EU-landen zijn weggevallen? Moet hij vaak aan grenzen van niet-EU-landen aanschuiven? Waarom is dat zo en hoeveel tijd neemt dat in beslag? Is er veel veranderd aan de grenzen in Oost-Europa sinds de toetreding van de nieuwste lidstaten?

o

Haal iemand naar de klas die komt vertellen over smokkelen of over werken over de grens.

o

Bezoek een transportbedrijf.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

121


Milieu

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

122


Milieu

ZEG EENS, Wat houdt het Europese milieubeleid in? Inleiding Milieubeleid is één van de belangrijkste actieterreinen geworden van de Europese Unie. De meeste wetten die in Vlaanderen gelden rond milieu zijn van Europese makelij. Afvalbeleid, waterzuivering, biodiversiteit: Europa houdt er zich allemaal mee bezig. En die rol is de afgelopen jaren enkel maar toegenomen als gevolg van de klimaatopwarming.

Doelstellingen  

De leerlingen/cursisten begrijpen dat het geen zin heeft om bepaalde milieuproblemen op nationaal vlak te willen oplossen. Milieuproblemen zijn vaak grensoverschrijdend en vergen dus een Europese of zelfs mondiale aanpak. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van het Europese milieubeleid in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het Europees milieubeleid in je dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je het Europees milieubeleid in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

123


Milieu

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het Europees milieubeleid in je dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek voeren a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier klemtonen of prioriteiten van het Europees milieubeleid ontdekten: klimaatverandering tegengaan, natuur en biodiversiteit beschermen, aandacht voor milieu en volksgezondheid en afvalbeleid. Daarna doorloop je de vragen per prioriteit. 

Klimaatverandering tegengaan: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over het tegengaan van klimaatverandering? o Gebruiken jullie thuis groene energie? Of hebben jullie zonnepanelen geïnstalleerd? o Houdt jouw gezin thuis rekening met het energieverbruik van nieuwe elektronische toestellen? o Wat doe jij om je energieverbruik binnen de perken te houden?

Natuur en biodiversiteit beschermen: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over natuur en biodiversiteit? o Hebben jullie thuis de ‘viswijzer’ al gebruikt als je vis koopt? Zoniet, zou je dit doen? Waarom niet/wel?

Aandacht voor milieu en volksgezondheid: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over milieu en volksgezondheid? o Kan je voorbeelden geven van milieuvervuiling in Europa? o Ken je voorbeelden van Europese maatregelen over vervuiling? o Heb je het Europese biolabel of het ‘Recupel’-logo ooit al gezien? Waar?

Afvalbeleid: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over afvalbeleid?

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met milieuproblemen bezig? Kies en omcirkel de juiste reden uit de vijf redenen die hieronder staan. 1. De lidstaten hebben te weinig geld om milieuproblemen aan te pakken. 2. Alleen de EU heeft de nodige specialisten in huis om de milieuproblemen op te lossen. 3. Er bestaat een Europese milieubelasting en dus heeft de EU geld om aan een beter milieu te werken. 4. Het heeft geen zin dat elke lidstaat afzonderlijk probeert de problemen op te lossen. Vervuiling stopt niet aan de grenzen. 5. De Europese Unie wil dat de wetgeving over milieuproblemen overal in Europa dezelfde zou zijn. Daarom pakt ze de problemen zelf aan.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

124


Milieu

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met milieuproblemen bezig? (individuele opdracht) Met deze opdrachten willen we vooral kennis meegeven over de reden waarom de Europese Unie gestart is met een Europees milieubeleid en waarom ze dat vandaag nog altijd doet.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 3: Europese acties rond het milieu Hieronder vind je een aantal acties die met het milieu te maken hebben. Wie moet ze volgens jullie uitvoeren? Is dat de Europese Unie, de Vlaamse overheid of de gemeente? Noteer je antwoord in de rechter kolom en geef aan waarom. 1.

Een nieuw bos aanplanten.

2. 3.

Er voor zorgen dat de schepen hun vuile olie niet meer lozen in zee. Gebruikt papier ophalen.

4.

Een containerpark openhouden.

5.

Een campagne voeren om ervoor te zorgen dat iedereen zijn afval selecteert. 6. Zorgen dat de fabrieken geen vies water meer in de rivieren lozen. 7. Zorgen dat de mensen minder de auto gebruiken en meer met de trein of bus reizen. 8. Er voor zorgen dat ons voedsel volledig in orde is en zeker niet vervuild is. 9. Fabrieken verplichten om de gassen die ze uitstoten te zuiveren. 10. Mensen die afval op straat gooien een boete geven.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

125


Milieu

Opdracht 4: EU-maatregelen om milieuvervuiling tegen te gaan In de onderstaande tabel vind je links foto’s en titels van krantenartikels die gaan over milieuvervuiling. In de rechter kolom vind je EU-maatregelen om die vervuiling tegen te gaan. Verbind de titels met de bijhorende maatregel.

A

1

Schepen die in Europese wateren varen, moeten veilig en stevig zijn. Daarom mogen enkel schepen met een dubbele wand rondvaren in de EU. Zo wil men het risico op lekken bij een botsing verminderen.

Afvalberg in Europa alsmaar groter

B

2

In de EU moeten alle nieuwe auto’s uitgerust zijn met een katalysator. Een katalysator is een toestel dat de vieze gassen van de uitlaat filtert.

Olietanker gezonken voor de Spaanse kust

C

3

De Europese Unie bepaalt dat minstens 55% van het verpakkingsmateriaal moet gerecycleerd worden. Als je als producent een bijdrage betaalt om je verpakking te recycleren, mag je een symbool op de verpakking zetten: het zogenaamde ‘Groene punt’.

Uitlaatgassen oorzaak van luchtvervuiling

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

126


Milieu

D

4

Europa eist dat de lidstaten hun afvalwater zuiveren. Ze moeten daarom waterzuiveringsinstallaties plaatsen.

Europese rivieren vervuild

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdrachten 1 en 2.

Opdracht 5: Juist of fout ? Noteer in de rechter kolom of onderstaande beweringen juist of fout zijn. 1 2 3

4 5 6 7 8 9 10

Elk land moet afzonderlijk zorgen voor het milieu. Europa heeft hier niets aan te zeggen. Een katalysator (een toestel dat uitlaatgassen zuivert) is enkel in België verplicht voor alle nieuwe auto’s. De Europese Unie maakte van sommige gebieden ‘vogelrichtlijngebieden’. Dit zijn natuurgebieden voor vogels waar iedereen moet buiten blijven. Als België er niet voor zorgt dat de Belgische rivieren zuiver zijn, krijgt het een boete van de EU. De EU heeft ervoor gezorgd dat loodvrije benzine goedkoper werd. Ook voor het opvangen en zuiveren van afvalwater bestaan een Europese wet. De Europese Unie organiseert de vuilnisophaling. Er bestaat een Europees milieukeurmerk. Dit duidt aan welk product voldoet aan de strenge milieunormen van de EU. Jaarlijks wordt er een Europese Milieudag georganiseerd. Het EU-klimaatplan zegt dat België tegen 2020 20% minder broeikasgassen (zoals CO2) moet uitstoten.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

127


Milieu

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2.

3. Geef je mening Opdracht 6: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

Europa moet nog strengere milieunormen opleggen aan bedrijven. Europa moet proberen een grotere rol te spelen in de wereld op vlak van milieubeleid. Er moeten meer campagnes komen om mensen milieubewust te maken.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan of niet door te stemmen. Daarna vraag je aan wie voor was om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die tegenstemden. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-Opdrachten Opdracht 7: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vragen.  

Kijk eens op www.ecolabel.be. Wat is het ecolabel? Bekijk ook eens welke producten zo’n label kregen. Zoek op het internet naar artikels over milieurampen in Europa.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

5. Herhalingsopdracht Opdracht 8: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?   

Waarom is het belangrijk om milieukwesties met alle EU-lidstaten aan te pakken? Waar schenkt het Europese milieubeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van het Europees milieubeleid die je in je dagelijks leven kan terugvinden.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

128


Milieu

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: Het Europees milieubeleid in je dagelijks leven Foto 1:  Wat: Ophaling/recyclage van materiaal (bvb. lege batterijen).  Beslissing EU: Het is verplicht om lege batterijen in te zamelen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Afvalbeleid.

Foto 2:  Wat: Affiche voor autoloze zondag.  Beslissing EU: Bevolking sensibiliseren over duurzaam vervoer en een gedragswijziging tot stand brengen qua vervoersbeleid met meer respect voor het leefmilieu.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Klimaatverandering tegengaan. Foto 3:  Wat: Windmolenpark in de zee (Thorntonbank voor de Belgische kust).  Beslissing EU: De Europese Unie wil een duurzamer energiebeleid. Zeker windenergie is hierin een belangrijke factor (12-14% in 2020). Windmolenprojecten kunnen daarom rekenen op Europese steun.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Klimaatverandering tegengaan.

Foto 4:  Wat: Een viswijzer. Deze lijst over duurzame visconsumptie geeft aan welke vis je met een gerust hart kan eten en welke soorten je beter links laat liggen.  Beslissing EU: De Europese Unie wil bij de visvangst in Europese zeeën meer rekening houden met het milieu en de hoeveelheid vis (overbevissing tegengaan).  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Natuur en biodiversiteit beschermen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

129


Milieu Foto 5:  Wat: Logo van Recupel (inzameling oude elektronische apparaten).  Beslissing EU: Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet apart ingezameld en ook behandeld of gerecycleerd worden.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Afvalbeleid. Foto 6:  Wat: Blauwe vlag op het strand voor kwaliteitsvol zwemwater.  Beslissing EU: De EU wil veiligheid en hygiëne van het zwemwater aan de Europese kusten verbeteren, waar nodig. De Blauwe Vlag is hiervoor een keurmerk.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aandacht voor milieu en volksgezondheid. Foto 7:  Wat: Een waterzuiveringsstation.  Beslissing EU: Steden moeten een systeem hebben voor opvang en zuivering van afvalwater.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aandacht voor milieu en volksgezondheid. Foto 8:  Wat: Het Europese Ecolabel.  Beslissing EU: De EU wil duurzame productie en consumptie van non-foodproducten stimuleren. Het Europese Ecolabel is een vrijwillig keurmerk dat bedrijven kunnen krijgen om hun duurzaam beleid in de kijker te zetten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aandacht voor milieu en volksgezondheid. Foto 9:  Wat: Een natuurgebied (met vogels).  Beslissing EU: De Europese Unie wil de instandhouding van de natuurlijke leefgebieden (‘habitat’) en de wilde fauna en flora verzekeren. Voor bepaalde vogelsoorten bijvoorbeeld moeten daarom beschermingszones worden voorzien.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Natuur en biodiversiteit beschermen. Foto 10:  Wat: Een (bel)bus van de lijn.  Beslissing EU: De EU wil de afhankelijkheid van de auto verkleinen en ondersteunt en stimuleert daarom het openbaar vervoer. Dienstverlening blijft centraal staan, daarom moet ook in kleine dorpen openbaar vervoer beschikbaar zijn.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Klimaatverandering tegengaan.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

130


Milieu Foto 11:  Wat: Europees energielabel dat energieverbruik van apparaten toont.  Beslissing EU: Het energielabel moet vermeld staan bij verkoop elektrische apparaten, wasmachines, lampen… Het toont de consument hoe zuinig en milieuvriendelijk het product is. Dit moet de energierekening en CO2-uitstoot verlagen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Klimaatverandering tegengaan.

Foto 12:  Wat: Een gloeilamp en een spaarlamp.  Beslissing EU: Om energie te besparen en de klimaatverandering af te remmen moest de traditionele gloeilamp verdwijnen ten voordele van efficiëntere soorten lampen, zoals de spaarlamp.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Klimaatverandering tegengaan. Foto 13:  Wat: Bord op snelweg max. 90km/u rijden wegens ‘smog’ (klein stof).  Beslissing EU: Lidstaten moeten van de EU de luchtverontreiniging aanpakken door de concentratie fijn stof te beperken. De snelheidsbeperking wegens ‘smog’ moet de hoeveelheid fijn stof tijdens kritieke periodes inperken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aandacht voor milieu en volksgezondheid. Foto 14:  Wat: Oplader van een gsm.  Beslissing EU: DE EU streeft ernaar de afvalberg te verkleinen. Daarom wil de EU zorgen voor een universele gsm-oplader, zodat mensen deze kunnen behouden als men verandert van telefoontoestel.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Afvalbeleid.

Uitbreiding bij opdracht 1: Klimaatverandering tegengaan:  Wat: Weinig mensen twijfelen nog aan de klimaatverandering. Ook in Europa zijn de gevolgen merkbaar: overstromingen, stijgende temperaturen, smeltende gletsjers … Om dit aan te pakken, zet de EU in op een duurzaam klimaatbeleid. Het EU-klimaatplan 20-20-20 wil tegen 2020 20% minder CO2 uitstoten, 20% meer energie halen uit hernieuwbare bronnen en 20% minder energie gebruiken. Tegen 2030 wordt dat 40%-27%-27%.  Foto: 2, 3, 10, 11, 12. Natuur en biodiversiteit beschermen:  Wat: Het beschermen van natuur en biodiversiteit is één van de milieuprioriteiten van de Europese Unie. Door de toenemende verstedelijking en milieuverontreiniging dreigen heel wat dier- en plantensoorten te verdwijnen. Over het hele Europese continent zijn 42% van de zoogdieren, 15% van de vogels en 52% van de zoetwatervissen bedreigd. Voorts zijn 1000 plantensoorten ernstig bedreigd of staan ze op het punt te verdwijnen. Om de biodiversiteit in stand te houden heeft de Europese Unie ondermeer een uitgebreid netwerk van natuurgebieden (bv. vogelrichtlijngebieden) uitgebouwd. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

131


Milieu Verder worden ook andere initiatieven genomen om bepaalde diersoorten te beschermen, zoals het tegengaan van overbevissing of het verbod op invoer van zeehondenproducten. Foto: 4, 9.

Aandacht voor milieu en volksgezondheid:  Wat: Verontreinigd water, voedsel of lucht hebben niet alleen invloed op het klimaat maar kunnen ook een effect hebben op onze gezondheid. Bovendien stopt lucht- of waterverontreiniging niet aan de landsgrenzen. Om dergelijke problemen aan te pakken neemt de Europese Unie tal van initiatieven zoals het verplicht opvangen, behandelen en lozen van stedelijk afvalwater, het vastleggen van kwaliteitsnormen voor drinkwater of het beperken van CO2-uitstoot. Ook het gebruik van milieuvriendelijke producten (bv. wasproducten) wordt gestimuleerd door de EU.  Foto: 6, 7, 8, 13.  Milieuvervuiling: lucht-, water- en bodemvervuiling.  EU-beslissingen: auto’s moeten voorzien zijn van een katalysator, als de norm voor fijn stof overschreden werd, moet dat als eerste item in het nieuws aan bod komen, landbouwers mogen hun gronden niet overbemesten, enz. Afvalbeleid:  Wat: Jaarlijks wordt er in de Europese Unie zowat 2 miljard ton afval geproduceerd. De beste oplossing hiervoor is: afval voorkomen. De EU wil zo de negatieve milieueffecten van afval beperken. De verplichte inzameling van batterijen, het verkleinen van de afvalberg en recyclage van afgedankte elektronische apparaten passen binnen die visie.  Foto: 1, 5, 14.

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met milieuproblemen bezig? Reden 4

Opdracht 4: EU-maatregelen om vervuiling tegen te gaan. A-3; B-1; C-2; D-4

Opdracht 5: Juist of fout? 

        

Fout. De Europese Unie houdt zich wel bezig met het milieu. Milieuvervuiling stopt namelijk niet aan de grenzen. Als de schoorstenen van de fabrieken in Duitsland vuile stoffen uitstoten, brengt de wind die ook naar Nederland en België. Als ze in Frankrijk afval in de Maas gooien, komt dat in België en Nederland terecht. Het heeft dus weinig zin dat elk land afzonderlijk maatregelen neemt om het milieu schoon te houden. Fout. Dit is een Europese regel. Alle nieuwe auto’s in de hele EU moeten een katalysator hebben. Juist. Deze gebieden vind je in heel Europa. Ze zijn er zodat vogels rustig zouden kunnen broeden. Juist. Alle lidstaten kregen van de EU de opdracht hun ‘oppervlaktewateren’ te zuiveren. Dat zijn de rivieren, de beken, de meren,… Het water moet zo snel mogelijk weer zuiver zijn. De lidstaten die dat aan hun laars lappen, krijgen een boete van de EU. Juist. De EU wil dat milieuvriendelijke goederen en diensten in de hele Unie goedkoper zijn dan milieuonvriendelijke. Juist. De Richtlijn Stedelijk Afvalwater bepaalt hoe de lidstaten het stedelijke afvalwater moeten opvangen, behandelen en lozen. Fout. Het zijn de gemeenten die hiervoor verantwoordelijk zijn. Juist. Ecolabel is het Europese milieukeurmerk. Fout. Sinds 1994 wordt jaarlijks een Europese Milieuweek georganiseerd. Fout. De Europese Unie wil inderdaad in totaal 20% minder CO2 uitstoten tegen 2020. Maar België moet ‘slechts’ 13% halen.

Opdracht 6: Geef je mening ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

132


Milieu Stelling 1: Europa moet nog strengere milieunormen opleggen aan bedrijven. Akkoord o De bedrijven zijn grote vervuilers en als we iets willen doen aan de klimaatopwarming, dan moeten er strengere normen komen voor bedrijven. o Strengere milieunormen zullen ervoor zorgen dat bedrijven ook meer gaan investeren in onderzoek naar milieuvriendelijkere manieren om te produceren. o … Niet akkoord o Je moet er voor zorgen dat niet alle bedrijven wegtrekken uit Europa naar landen waar ze die milieunormen niet moeten respecteren. o Er zijn nog andere grote vervuilers, zoals de gezinnen en de landbouw, dus dan moeten er daarvoor ook strengere normen komen. o …

Stelling 2: Europa moet proberen een grotere rol te spelen in de wereld op vlak van milieubeleid. Akkoord o Enkel door de problemen wereldwijd aan te pakken, kunnen we tot oplossingen komen. o Europa kan de rest van de wereld overtuigen om ook te investeren in het milieu. Want we hebben goede praktijkvoorbeelden van hoe investeren in milieu ook economisch interessant kan zijn. o … Niet akkoord o We moeten eerst proberen onze eigen problemen aan te pakken en ons dan pas bemoeien met de rest van de wereld. o De westerse economieën hebben zich economisch ontwikkeld d.m.v. vervuilende industrieën; de opkomende economieën hebben evenveel recht zich op die manier economisch te ontwikkelen. o …

Stelling 3: Er moeten meer campagnes komen om mensen milieubewust te maken. Akkoord o Het is belangrijk dat iedereen meewerkt aan een gezonde leefomgeving voor iedereen. o Campagnes kunnen mensen aantonen dat ze een verschil kunnen maken door kleine zaken anders aan te pakken. o … Niet akkoord o Campagnes zorgen niet voor gedragsverandering, boetes of duurdere prijzen wel. o Er zijn al voldoende campagnes, milieubewustmaking in het onderwijs zou een beter alternatief zijn. o …

Opdracht 7: ICT-opdrachten Het Europees Ecolabel geeft aan welke producten of diensten milieuvriendelijk zijn.

Opdracht 8: Herhalingsopdracht   

Waarom begon de EU samen te werken rond milieu? Milieuproblemen overstijgen de landsgrenzen en dus is een Europese en zelfs mondiale aanpak noodzakelijk. Waar schenkt het Europese milieubeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Vandaag legt de Europese Unie in haar milieubeleid de klemtoon op: klimaatverandering tegen gaan, natuur en biodiversiteit beschermen, aandacht voor milieu en volksgezondheid en afvalbeleid. Geef enkele voorbeelden van het Europees milieubeleid die je in je dagelijks leven terug vindt. Enkele voorbeelden zijn: het energie- en Ecolabel, de spaarlamp, de Blauwe Vlag, Recupel, Bebat, investeringen in windmolenparken, enz.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

133


Milieu

Achtergrondinformatie Milieu is hét voorbeeld bij uitstek van een beleidsdomein waar grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk is. Milieuvervuiling houdt geen rekening met de papieren grenzen van een land. Als de Maas in Frankrijk vervuild raakt, zal datzelfde water ook door België en Nederland stromen. Als de Engelse kust vervuild wordt, kan je dat ook op de stranden van Bredene en Oostende merken. Het is dus perfect logisch dat de Europese landen samen proberen een oplossing te vinden voor problemen op vlak van milieu. Toch is het één van de aspecten waar niemand bij stilstaat als het over de Europese Unie gaat. Niet iedereen is er zich bijvoorbeeld van bewust dat de recyclage van batterijen, de zuivering van stedelijk afvalwater … rechtstreekse gevolgen zijn van beslissingen op Europees niveau. Bij de start van de Europese samenwerking was milieubeleid helemaal nog geen discussiepunt. Op dat moment stonden alleen vrede en welvaart op het programma. Het was dan ook pas in de jaren 70-80 dat het milieubeleid op Europees niveau vorm kreeg. Dat was het gevolg van enkele alarmerende milieurapporten, zoals ‘Grenzen aan de groei’, en het groeiende milieubewustzijn bij de bevolking. De eerste Europese milieumaatregelen hadden vooral te maken met de creatie van een interne markt. Europese milieunormen moesten er voor zorgen dat de lidstaten geen handelsbelemmeringen konden opleggen omwille van strengere milieunormen. Er kwam toen ook – zij het nog heel beperkt – aandacht voor natuur- en afvalbeleid. In de jaren 90 werd het EU-milieubeleid verder uitgewerkt: strenger en gedetailleerder. Zo werd er toen ook op vlak van lucht-, bodem- en watervervuiling en chemische stoffen samengewerkt. Daarnaast besloot men om ook in andere beleidssectoren rekening te houden met het milieu, zoals binnen het transport of landbouwbeleid. Op dat moment kwam het milieubeleid op internationaal vlak hoog op de agenda te staan en dus begon men op Europees vlak samen te werken om meer met één stem te gaan spreken. Eind van de jaren 90 ging de EU resoluut voor duurzame ontwikkeling: het milieubeleid werd gekoppeld aan het economisch en sociaal beleid van de Unie. Daardoor ontstond er bij de eeuwwisseling een spanningsveld tussen economie en leefmilieu. De REACH-verordening was daarvan een duidelijke weerspiegeling. ‘REACH’ staat voor ‘registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen’. De bedoeling is dat de 100.000 chemische stoffen die in de industrie gebruikt worden, geregistreerd worden en dat hun impact om mens en milieu beschreven wordt. In het hele debat was de strijd tussen economie (de chemische industrie) en het milieu (milieu belangengroepen) ongezien. In 2006 kwam er een kentering in het Europese milieubeleid, na diverse verontrustende milieurapporten. Bovendien werd in tijden van stijgende energieprijzen en conflicten in ‘olielanden’ duidelijk dat de EU te sterk afhankelijk was van energie uit het buitenland. Als antwoord op deze uitdaging ontwierp de EU het klimaatplan 20-20-20. Tegen 2020 wil de EU:  de uitstoot van CO2 met 20% doen dalen;  het energieverbruik met 20% doen dalen;  de productie van hernieuwbare energie met 20% doen stijgen t.o.v. 1990. Deze doelstellingen werden verdeeld per land. België moet bijvoorbeeld de CO2-uitstoot met 15% naar beneden krijgen en de hernieuwbare energie met 13% doen stijgen tegen 2020. Eind 2014 kwam de Europese Raad tot een akkoord over het klimaatplan 2030: tegen 2030 moet de uitstoot van CO2 met 40% dalen, moet de productie van hernieuwbare energie stijgen tot 27% en moet de energie-efficiëntie verbeteren. Het Europese budget voor milieu- en klimaat bedraagt slechts 4% van de EU-begroting of zo’n 6 miljard euro per jaar. Toch evolueerde het in veertig jaar tijd van een beperkt aantal normen in functie van de interne markt naar één van de meest dynamische beleidsdomeinen van de EU.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

134


Milieu

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Website over ‘watervoetafdruk’-campagne van de EU www.imagineallthewater.eu/NL  Website en filmpjes over de universele oplader http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/rtte/chargers/index_nl.htm  Filmpje over gloeilamp versus spaarlamp (NL): www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101022_lamp01

Wat kan je doen met de klas?    

Ga op zoek naar verschillende manieren waarop afval kan verwerkt worden: verbrandingsoven, stortplaatsen, kringloopwinkel … Welke manier van afvalverwerking is het meest milieuvriendelijk? Een leuke doe-activiteit rond milieu is het bezoeken van een waterzuiveringsstation. De Europese Unie eist namelijk van al haar lidstaten dat ze hun afvalwater zuiveren. Op de site van Aquafin kan je een bezoek plannen: www.aquafin.be/nl/indexb.php?n=9&e=5 Maak een campagne met affiches, folders … rond sluikstorten. Zoek in je eigen ijskast of in de supermarkt naar producten waarop het groene label te vinden is.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

135


De euro

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

136


De euro

ZEG EENS, Wat houdt het Europese beleid over de euro en de eurocrisis precies in? Inleiding De Europese samenwerking is gestart met kolen en staal. Doorheen de jaren groeide de economische samenwerking: we kregen een douane-unie en zelfs een interne markt. De euro werd de kers op de taart van de Europese samenwerking op economisch vlak. De euro was aanvankelijk een economisch succesverhaal. Maar door de crisis doken donkere wolken op boven de euro. Dit hoofdstuk vertelt er meer over.

Doelstellingen    

De leerlingen/cursisten ontdekken de voordelen van het gebruik van de eenheidsmunt: wisselen van geld is niet meer nodig, je spaart een hele hoop wisselkosten uit en je hoeft geen prijzen meer om te rekenen. De leerlingen/cursisten weten welke landen de euro al invoerden en welke nog niet. De leerlingen/cursisten weten in grote lijnen hoe de eurocrisis is ontstaan en wat de Europese Unie eraan tracht te doen. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van het Europees beleid inzake de euro in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: De euro in het dagelijkse leven. Bekijk het blad met foto’s over het Europees beleid inzake de euro. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

137


De euro

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: De euro in het dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier belangrijke kenmerken van het Europees beleid inzake de euro ontdekken: Een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten, voordelen voor burgers en bedrijven, de euromunt en haar symboliek en aanpakken van de eurocrisis. 

Een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten’? o Welke landen zijn lid van de eurozone? o In welke landen kan je met de euro betalen? In alle landen van de hele Europese Unie? Zijn er landen buiten de EU waar de euro het officiële betaalmiddel is? o Denk je dat alle deelnemende eurolanden gezond waren, toen ze de euro invoerden?

Voordelen voor burgers en bedrijven: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘voordelen voor burgers en bedrijven’? o Heb je al eens geld moeten wisselen om op reis te gaan? Wat was hiervan het nadeel? o Stel: je gaat eenzelfde product kopen in alle landen van de eurozone. Kost het overal ongeveer evenveel? Is België duur? Waren de prijsverschillen vroeger groter? o Waarom profiteren onze bedrijven van een zone met één gemeenschappelijke munt?

De euromunt en haar symboliek: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke euromunten en eurobiljetten bestaan er? o Welke foto’s gaan over ‘de symboliek van de euromunt’? o Op de euromunten staan sterren. En op de briefjes staan telkens ramen, deuren en bruggen. Heb je een idee wat de eurolanden hiermee willen zeggen? o Weet je welke munt België, Nederland, Duitsland of Frankrijk vroeger hadden? o Kijk eens in je geldbeugel. Hoeveel verschillende euromuntstukken bestaan er? Weet je ook hoeveel verschillende eurobiljetten er zijn?

Aanpakken van de eurocrisis: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘aanpakken van de eurocrisis’? o Is er alleen crisis in Europa? Of ook nog in andere landen? o Weet je in welke Europese landen de crisis het grootst is? Weet je ook waarom? o Ken je voorbeelden van wat de Europese Unie allemaal probeert te doen om de crisis aan te pakken?

Opdracht 2: Getuigenissen met vragen over de invoering van de euro. “Door de invoering van de euro op 1 januari 2002 moeten we minder voorbereiden als we enkele dagen naar Frankrijk op reis gaan of een dagtrip met de fiets naar Nederland doen. Vroeger moest je er altijd voor ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

138


De euro zorgen dat je op voorhand bij de bank was langsgegaan om je Belgische franken te wisselen tegen Nederlandse gulden of Franse franc. Nu kunnen we zelfs gewoon ter plaatse euro’s halen uit de bankautomaat.” Jean-Pierre, gepensioneerde “De euro is voor ons een zegen! Onze buurlanden zijn dol op echte Belgische chocolade, dus wij voeren veel uit naar het buitenland. Vroeger moesten we zeker tien verschillende prijslijsten hebben voor al de landen in Europa waar we chocolade leverden. Nu volstaat één prijslijst. Veel gemakkelijker. Er is nu één groot gebied waarin we gemakkelijk onze producten kunnen verkopen want er zijn geen grenzen meer en we betalen overal met dezelfde munt.” Mia, manager van een chocoladebedrijf “Ik ga elk jaar op vakantie naar de Griekse eilanden en neem souvenirs mee voor mijn neefjes en nichtjes. Dat is nu allemaal eenvoudiger geworden. Ik hoef niet meer telkens om te rekenen hoeveel dat leuke Tshirt op Kreta eigenlijk kost. En ook het betalen van wisselkosten is nu verleden tijd. “ Lien, reiziger “Ik ben een grote fan van de Europese Unie! Het is goed voor onze economie, we kunnen allerlei problemen efficiënter aanpakken en we hebben hierdoor ook al meer dan 50 jaar vrede. Door de euro voelen we ons nóg een beetje meer Europeaan. Als je bijvoorbeeld naar Nederland inkopen gaat doen, merk je nog nauwelijks dat je de grens oversteekt en we betalen bovendien met hetzelfde geld!” Herman, grote voorstander van Europese samenwerking    

Som de voordelen van de invoering van de euro op. Kan je ook enkele nadelen noemen? Vroeger had elk land in Europa zijn eigen munteenheid. Als we dus naar een ander land reisden, moesten we telkens onze Belgische frank omwisselen in een andere munt. Toch was er één land dat dezelfde munt had als wij. Welk? Vanaf wanneer konden we eurobiljetten uit de bankautomaat halen?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Getuigenissen met vragen over de invoering van de euro (individuele opdracht) Met deze opdracht ontdekken de leerlingen/cursisten aan de hand van een korte tekst waarom de euro is ingevoerd en welke gevolgen dit heeft voor de Europeanen uit de eurozone. De leerlingen/cursisten lezen individueel de getuigenissen en lossen daarna de vragen op. Daarna kan je dit klassikaal overlopen en bespreken.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

139


De euro

Opdracht 3: Tegenstand tegen de euro in het Verenigd Koninkrijk

Hoeveel Britten zijn voor de EU en voor het behoud van de pond? Op deze grafiek zie je wat de Britten denken over de euro. Waarom zijn veel Britten zo sterk tegen de euro gekant?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Tegenstand tegen de euro in het Verenigd Koninkrijk (klassikale opdracht) In deze opdracht proberen de leerlingen/cursisten uit te vinden waarom sommige landen (zoals het Verenigde Koninkrijk) de euro niet willen invoeren. Stel deze vraag aan de hele klas. Eventueel kan je ook enkele argumenten als waar/niet waarvragen formuleren en die aan de klas voorleggen.

Opdracht 4: De EU-landen die de euro invoerden: munten- en kaartopdracht 

Hieronder zie je munten uit eurolanden. Plaats het juiste land onder de juiste munt. Kies uit: België, Nederland, Malta, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Ierland, Finland, Spanje, Estland, Slovenië, Portugal, Oostenrijk, Griekenland, Letland, Cyprus, Slowakije, Litouwen.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

140


De euro

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

15.

16.

17.

18.

19. 

Plaats op de blinde kaart een euroteken in de negentien eurolanden.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: De EU-landen die de euro invoerden: munten- en kaartopdracht (individuele opdracht) De leerlingen/cursisten leren bij deze opdracht welke landen lid zijn van de eurozone en hoe de euromunten er telkens uit zien. De leerlingen/cursisten kunnen individueel (of in kleine groepjes) proberen te bepalen welke euromunten van welke landen zijn en welke landen lid zijn van de eurozone. Ze kunnen hiervoor eventueel ook op internet gaan zoeken (www.ecb.europa.eu/euro). De leerlingen noteren de antwoorden van vraag 1 onder de euromunten, die van vraag 2 op de blinde kaart (bijlage 3). Achteraf kan je de correcte oplossingen overlopen.

Opdracht 5: De eurocrisis Hieronder vind je het verhaal van de eurocrisis. Plaats de 6 tekstjes in de juiste chronologische volgorde.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

141


De euro 1. De speculanten (mensen die snel winsten willen maken op de beurs) begonnen daarop te speculeren tegen de eurolanden die het moeilijk hadden, zoals Griekenland, Portugal en Spanje, die zo nog meer in de problemen kwamen. 2. In 1992 werd beslist om de euro in te voeren. Enkel landen met een gezonde economie mochten de euro invoeren. Om te meten of een land een gezonde economie had of niet werden de ‘Maastrichtnormen’ vastgelegd. Daarin staat bijvoorbeeld dat de staatsschuld van een land niet te hoog mag zijn. 3. De Europese Unie probeert er nu alles aan te doen om de euro te redden. Zo heeft ze een noodfonds opgericht. 4. Door de financiële en economische crisis kwamen de banken in de problemen en moesten ze gered worden. De landen pompten veel geld in de banken. Het gevolg was dat heel veel eurolanden niet meer de Maastrichtnormen haalden en dat hun economie minder en minder gezond werd. 5. Ook nadat de euro ingevoerd was, moesten de eurolanden hun economie gezond houden. Toch lapten veel landen de Maastrichtnormen aan hun laars. Ze werden toch niet gestraft door de EU. 6. Na de aanslagen van 11 september kreeg de economie rake klappen en begon er zich stilaan een wereldwijde financiële en economische crisis te ontwikkelen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: De eurocrisis (klassikale opdracht) Deze opdracht doet de leerlingen/cursisten nadenken over enkele belangrijke aspecten van de eurocrisis. Ze kunnen hiervoor eventueel ook het internet inschakelen om de verschillende zinnen telkens in een juiste volgorde te zetten in de tabel. Stel deze vraag aan de hele klas. Je kan hierbij eventueel wat extra uitleg geven.

Opdracht 6: De eurocrisis Verbind telkens de uitleg in de linkerkolom met het correcte land in de rechterkolom. A. Eind 2009 onthulde de nieuwe regering van dit land dat de vorige regeringen foute cijfers over hun economie gepresenteerd hadden. Het land gaf veel teveel geld uit en kon de schulden niet meer terugbetalen. Hierdoor kwam het land, en de volledige eurozone, in de problemen. B. In 1992 werd beslist dat enkel landen met een gezonde economie de euro mochten invoeren. Zo moest hun staatsschuld beperkt zijn en mochten ze niet teveel uitgeven. Toen de eurocrisis losbrak, bleek dat niet alle landen die regels gevolgd hadden. In welk land werden die regels (of: ‘Maastrichtnormen’) vastgelegd? C. Om de eurocrisis aan te pakken, moeten de landen die hun schulden niet meer kunnen terugbetalen besparen. Dit euroland doet het economisch goed en is dan ook een grote voorstander van zware besparingen voor de landen in moeilijkheden.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

1. De Verenigde Staten

2. Duitsland

3. Nederland

142


De euro Bovendien wil het land niet zomaar financiële steun geven aan eurolanden die hun financiële afspraken niet nakomen. D. In 2004 konden heel wat mensen in dit land de lening van hun woning niet langer terugbetalen aan de bank. Hierdoor kwamen heel wat banken overal ter wereld in de problemen. Ook in de Europese Unie kregen banken het moeilijk. Dit maakte iedereen ongerust. Wat zou er gebeuren met de spaarboekjes van de mensen? En kunnen de banken wel nog geld lenen? Weet je in welk groot land buiten Europa die crisis van de huizenmarkt begon?

4. Griekenland

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: De eurocrisis (klassikale opdracht) Deze opdracht doet de leerlingen/cursisten nadenken over enkele belangrijke aspecten van de eurocrisis. Ze kunnen hiervoor eventueel ook het internet inschakelen. Stel deze vraag aan de hele klas. Je kan hierbij eventueel wat extra uitleg geven.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 7: Wie betaalt met de euro? Wie niet? 

Op dit moment hebben 19 van de 28 EU-lidstaten de euro als officiële munt. Je vindt hierbij drie reeksen van landen. Schrap telkens het land dat de euro nog niet invoerde. Weet je hoe de munt van dat land heet? 1. 2. 3.

België Italië Zweden

Frankrijk Estland Finland

Verenigd Koninkrijk Denemarken Nederland

Duitsland Ierland Cyprus

Verschillende nieuwe EU-lidstaten voerden de euro nog niet in. Ze behielden hun eigen nationale munt. Verbind de naam van de munt met het land waar ze gebruikt wordt. Polen Tsjechië Bulgarije Hongarije Roemenië Kroatië

Forint Lev Kuna Zloty Leu Tsjechische Kroon

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

143


De euro

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Wie betaalt met de euro? Wie niet? (individuele opdracht) Deze opdracht maakt de leerlingen/cursisten duidelijk welke landen een ‘opt-out’ hadden (euro niet invoeren) en welke nieuwe lidstaten nog niet met de euro betalen. De leerlingen/cursisten duiden bij vraag 1 per rij aan welk land een andere munt heeft en zeggen welke munteenheid dat precies is. Bij vraag 2 trekken ze een lijn tussen het land en haar munteenheid. Eventueel kunnen ze hiervoor het internet gebruiken.

Opdracht 8: Juist/fout stellingen rond de euro Zijn de volgende stellingen juist of fout? 1. De ontwerper van het euroteken is een Fin. 2. De ontwerper van de voorzijde van de euromuntstukken is een Belg. 3. In Griekenland voerde men nooit de stukjes van één en twee eurocent in. 4. In Vaticaanstad betaalt men nog altijd met de Italiaanse lire. 5. In Bosnië en Herzegovina is de euro de officiële munt, ook al is Bosnië en Herzegovina geen lid van de Europese Unie. 6. Op de Franse euromunten staat hun nationale slogan: “eerlijkheid, vrijheid en broederschap.” 7. Op de Griekse munt staat een uiltje omdat de uil het symbool van Athene is. 8. Er zijn acht euromuntstukken. 9. Er zijn slechts vijf eurobiljetten. 10. In het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Finland is de euro niet de officiële munt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Juist/fout stellingen rond de euro (individuele opdracht) Deze opdrachten zijn bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten kunnen hiervoor ook het internet gebruiken. Achteraf overloop je de antwoorden klassikaal.

3. Geef je mening Opdracht 9: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.  

Elk land van de Europese Unie moet verplicht de euro invoeren. Landen die zich niet houden aan de afspraken en bijvoorbeeld teveel schulden maken, mogen uit de eurozone gezet worden.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

144


De euro

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Vraag hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. Herhalingsopdracht Opdracht 10: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?    

Waarom werd de euro ingevoerd? Welke landen zijn lid van die eurozone? Leg in je eigen woorden de eurocrisis uit. Geef enkele voorbeelden van hoe je de euro in het dagelijks leven tegenkomt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: De euro in het dagelijks leven Foto 1:  Wat: Cartoon van een kleine man (ex-premier Jean-Luc Dehaene) die de grote Belgische staatsschuld draagt en een grotere man (exDuitse bondskanselier Helmut Kohl) die de veel kleinere Duitse staatsschuld torst. Ze lijken op die manier even groot (en dus ‘gelijkwaardige partners’ om samen een gemeenschappelijke munt in te voeren), maar de schulden van België zijn wel veel groter dan die van Duitsland.  Beslissing EU: Bij de invoering van de euro wou men vermijden dat het ene euroland economisch supersterk was en het andere economisch onstabiel was. Daarom werden afspraken gemaakt. Om de euro te mogen invoeren mocht de staatsschuld van een land bijvoorbeeld niet te hoog zijn en ook de jaarlijkse overheidsuitgaven mochten niet veel hoger zijn dan de inkomsten (= het begrotingstekort). Deze regels (of ‘Maastrichtnormen’) moesten ervoor zorgen dat de eurolanden economisch gezond waren. Maar toen de euro uiteindelijk werd ingevoerd, bleken er nog grote verschillen te zijn. De Belgische staatsschuld was bijvoorbeeld veel te hoog, maar toch mocht België deelnemen aan de euro. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

145


De euro Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten.

Foto 2:  Wat: Een wisselbureau (om geld om te wisselen) met daarnaast de wisselkoersen van enkele belangrijke munten waaronder de euro, pond, dollar, yen …  Beslissing EU: Als je op reis gaat buiten de eurozone moet je je geld omwisselen naar de lokale munt. Dit kost tijd en ook geld, want wisselbureaus en banken doen dit uiteraard niet gratis. Ze ‘kopen’ en ‘verkopen’ geld en krijgen hiervoor altijd een ‘commissieloon’. Vroeger was dit ook binnen de eurozone het geval. Dankzij de euro is omwisselen binnen de eurozone niet langer nodig. Voor de burger is dit goedkoper en zorgt het voor extra comfort: je moet geen geld meer wisselen (en kosten betalen) als je naar een ander euroland wil reizen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voordelen voor burgers en bedrijven. Foto 3:  Wat: De Belgische munt van 2 euro met daarop koning Albert II.  Beslissing EU: Hoewel de euro sinds 1999 al werd gebruikt bij elektronische betalingen, werden de officiële euromunten en biljetten pas in 2002 beschikbaar. Er bestaan 8 euromunten. De munten hebben één gemeenschappelijke Europese zijde, ontworpen door de Belg Luc Luycx. Het ontwerp toont de kaart van Europa, met de 12 sterren van de Europese Unie op de achtergrond. De sterren symboliseren de eenheid en harmonie van de Europese Unie. Wat op de andere kant van de munt staat beslist elk euroland zelf. Op de Belgische euromunten staat een afbeelding van Koning Albert II of Koning Filip.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: De euromunt en haar symboliek. Foto 4:  Wat: Een foto van een Griekse betoging (tegen de aanpak van de eurocrisis).  Beslissing EU: In 2009 bleek dat de Griekse overheid kampte met enorme schulden en tekorten. Om te vermijden dat het land bankroet zou gaan, besliste de EU dat de overheid flink moest besparen. Meer belastingen, minder ambtenaren, lagere pensioenen. De Grieken kregen het dus hard te verduren. Hierdoor verloren veel mensen hun job en konden hun schulden niet meer betalen. Veel Grieken konden de eindjes niet meer aan elkaar knopen en betoogden tegen de strenge besparingen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aanpakken van de eurocrisis. Foto 5:  Wat: Het biljet van 20 euro met daarop enkele symbolen, zoals ramen en bruggen en ook de aanduiding van enkele beveiligingselementen.  Beslissing EU: Op de eurobiljetten kan je heel wat informatie terugvinden. De ramen en deuren verwijzen bijvoorbeeld naar de ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

146


De euro ‘openheid’ van Europa en de sterren tonen opnieuw de harmonie van de EU. Achteraan het biljet staat ook een brug die de samenwerking tussen de EU-lidstaten en ook de rest van de wereld toont. Daarnaast zijn de bankbriefjes ook beveiligd om te vermijden dat mensen ze kunnen vervalsen. Het gaat bijvoorbeeld om specifieke kleuren en papiervezels, maar ook watermerken (A), verhoogde inkt die je kan voelen (C) of een hologram die zichtbaar wordt als je het briefje draait (D).  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: De euromunt en haar symboliek. Foto 6:  Wat: Een cartoon van een figuurtje dat in de regen staat uit te rekenen hoeveel het zou kosten om een paraplu te kopen (in een andere munt).  Beslissing EU: Als je vroeger iets wou kopen in het buitenland moest je omrekenen hoeveel het product kostte in Belgische frank (de vroegere Belgische munt) om te weten als het product duur was of niet. Met de euro werd het veel gemakkelijker om te prijzen te vergelijken in het buitenland. Bovendien zijn ook de prijsverschillen kleiner geworden.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voordelen voor burgers en bedrijven. Foto 7:  Wat: Een kaart met daarop de landen van de Europese unie, de eurozone en de lidstaten die de euro nog niet (helemaal) hebben ingevoerd.  Beslissing EU: Alle lidstaten van de Europese Unie werken nauw samen op economisch en fiscaal gebied. In 1999 werd een nieuwe stap gezet in de samenwerking: de euro. Momenteel is de euro de gemeenschappelijke munt van de 19 landen van de eurozone. Die landen zijn: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Slovenië, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Slowakije, Griekenland, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta. Wanneer een land tot de EU toetreedt, belooft het de euro in te voeren zodra de voorwaarden zijn vervuld. Een aantal EUlanden gebruikt de euro echter (nog) niet. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk kregen een zogenaamde ‘opt-out’ en moeten de euro niet invoeren. Verschillende andere lidstaten (bv. veel van de ‘nieuwere’ EU-landen en Zweden) voldoen nog niet aan de voorwaarden om de gemeenschappelijke munt te mogen invoeren.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten. Foto 8:  Wat: Een cartoon van een vergadering waarop de eurocrisis wordt besproken. De aanwezigen maken een hele hoop plannen om de crisis op te lossen.  Beslissing EU: De Europese Unie legde voorwaarden vast om de euro te mogen invoeren (Maastrichtnormen). Uit cijfers blijkt dat veel landen die afspraken niet respecteren. Griekenland, Italië, Spanje, Portugal en Ierland bv. kampen met een enorme staatsschuld en slagen er niet in om hun jaarlijkse uitgaven te beperken. Dit brengt de stabiliteit van de hele eurozone in gevaar. Om het tij te keren, heeft de EU heel wat noodmaatregelen ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

147


De euro genomen om een faillissement van eurolanden te voorkomen. Daarnaast werden ook afspraken gemaakt om problemen in de toekomst te voorkomen. Zo zijn noodfondsen opgericht en zal strenger toezien op de inkomsten en uitgaven van die landen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aanpakken van de eurocrisis. Foto 9:  Wat: Verschillende vrachtwagens rijden vlotjes de grens over.  Beslissing EU: Sinds de Europese binnengrenzen geopend zijn, kunnen bedrijven eenvoudiger hun producten vervoeren naar, en verkopen in het buitenland. En sinds de invoering van de euro is dit nog eenvoudiger geworden. Bedrijven sparen nu ook veel uit aan wisselkosten, net zoals de gewone burger. Bedrijven hoeven niet in elk land andere prijslijsten te hanteren en kunnen ook zelf eenvoudiger en voordeliger goederen aankopen in andere eurolanden. Het invoeren van de euro was dan ook een enorme economische stimulans.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Voordelen voor burgers en bedrijven.

Uitbreiding bij opdracht 1: Een eurozone met ‘gezonde’ lidstaten:  Wat: Van bij het begin van de Europese eenmaking streefden de lidstaten naar een sterke economische samenwerking. Om die gemeenschappelijke handelsmarkt te laten groeien, ontstond ook de nood om op ‘monetair vlak’ (de munt) hechtere banden te smeden. In de stad Maastricht (Nederland) beslisten de Europese landen in 1992 om op termijn hun eigen munt om te ruilen voor een gemeenschappelijke munt: de euro. Landen die de euro wilden invoeren, moesten voldoen aan enkele voorwaarden. De staatsschuld van een land mocht bijvoorbeeld niet al te hoog zijn en ook de jaarlijkse overheidsuitgaven mochten niet veel hoger zijn dan de inkomsten (= het begrotingstekort). Deze ‘Maastrichtnormen’ moesten ervoor zorgen dat de verschillende eurolanden economisch ‘gezond’ waren. In 1999 werd de euro ingevoerd voor elektronische betalingen. De officiële euromunten en biljetten werden in 2002 beschikbaar voor alle Europeanen. Momenteel zijn 19 EU-lidstaten lid van de ‘eurozone’: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Slovenië, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Slowakije, Griekenland, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta. Ook in Vaticaanstad, Monaco en San Marino wordt betaald met de euro. Wanneer een land toetreedt tot de Europese Unie, moet het land de euro invoeren zodra alle voorwaarden zijn vervuld. Een aantal EUlanden gebruikt de euro echter (nog) niet. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk kregen een ‘opt-out’ en moeten de euro niet invoeren. Zweden en heel wat nieuwe EU-lidstaten voldoen nog niet aan de voorwaarden.  Foto’s: 1, 7.  Landen die lid zijn van de eurozone: Op dit moment zijn 19 Europese lidstaten lid van die ‘eurozone’: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Slovenië, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Slowakije, Griekenland, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta.  Met de euro betalen: de landen van de eurozone, en ook Vaticaanstad, Monaco, San Marino en enkele overzeese gebieden (bv. Madeira, Martinique, de Canarische eilanden …) betalen met de euro. Het Verenigd Koninkrijk en Denemarken betalen niet met de euro. Zweden, Polen, Tsjechië, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Kroatië voorlopig nog niet.  Economisch gezond bij het invoeren van de euro: heel wat landen voldeden niet aan de voorwaarden (Maastrichtnormen) en voerden toch de euro in. Zo was de staatsschuld van België, Italië en Griekenland bijna dubbel zo hoog als vastgelegd in de Maastrichtnormen. De euro: Voordelen voor burgers en bedrijven: ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

148


   

De euro Wat: Economische groei in de Europese Unie zorgt voor meer jobs en welvaart voor de Europeanen. Het invoeren van een gemeenschappelijke munt is hierin een belangrijke factor. De burger hoeft geen geld meer te wisselen als hij naar het buitenland gaat. Wat uiteraard een flinke besparing betekent. Je hoeft bovendien niet meer telkens om te rekenen als je iets koopt in een ander euroland. Met de euro werd het dus veel gemakkelijker om de prijzen te vergelijken in het buitenland. Maar ook voor bedrijven is de euro een stap in de goede richting. Door het wegvallen van de wisselkoersen, sparen bedrijven geld uit als ze hun producten verkopen in een ander euroland en ook als ze daar zelf producten kopen. Als een Belgisch bedrijf bijvoorbeeld chocolade uitvoert naar een ander euroland verliest het geen geld meer door schommelende wisselkoersen. De invoer van de euro was dus een enorme economische stimulans. De onderlinge handel tussen Europese landen bloeit en wij hebben hierdoor een ruimere keuze en stabielere prijzen in de winkel. Bovendien is de euro ook een symbool van de Europese identiteit. Het is een gemeenschappelijk kenmerk van alle inwoners van de eurozone. Foto’s: 2, 6, 9. Euromunten: 2 en 1 euro, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 eurocent; eurobiljetten: 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro. Nadeel om geld te wisselen: geld wisselen kost geld. Men deed ooit de test met 1000 Belgische frank die men in alle Europese landen wisselde (zonder 1 frank te gebruiken). Bij het terugkomen in België bleek er nog maar 500 fr. over te blijven. De helft was dus in rook opgegaan aan wisselkosten. Verschillen tussen producten in de EU: Er zijn nog altijd duidelijke prijsverschillen als je eenzelfde product (bijvoorbeeld een T-shirt) koopt in verschillende EU-landen. België is bovendien één van de duurste landen in de EU. Maar dankzij de euro zijn de verschillen veel kleiner geworden, want kopers en verkopers steken alsmaar vlotter de grens over. Beter voor bedrijven: het wegvallen van wisselkoersen maakt het eenvoudig en goedkoper voor de bedrijven. Ze verliezen geen wisselkosten meer, ze kunnen gemakkelijker hun producten naar andere eurolanden uitvoeren, ze hoeven geen tientallen verschillende prijslijsten (in mark, in gulden, in frank …) te hebben, ze krijgen sneller kopers uit het buitenland over de vloer, …

De euromunt en haar symboliek  Wat: De euro is hét symbool bij uitstek van de Europese eenmaking en samenhorigheid. Dit wordt ook getoond op de Europese munten en biljetten. De euro is beschikbaar in 8 euromunten en 7 bankbiljetten. De munten werden ontworpen door de Belg Luc Luycx (je ziet zijn initialen L.L. op de munt). Op de gemeenschappelijke Europese zijde van de euromunten staat telkens een kaart van Europa, met de 12 sterren van de Europese Unie op de achtergrond. De sterren symboliseren de eenheid en harmonie van de Europese Unie. Wat op de achterzijde van de munt staat beslist elk land zelf. België koos voor een afbeelding van het hoofd van Koning Albert II of Koning Filip. De 7 eurobiljetten zijn telkens verschillend qua formaat en kleur. Op de biljetten staan ook verschillende symbolen. De ramen en deuren verwijzen bijvoorbeeld naar de ‘openheid’ van Europa. Je herkent er verschillende Europese bouwstijlen in, wat verwijst naar ons cultureel erfgoed en dus naar de diversiteiten in Europa. De bruggen op de achterzijde tonen de samenwerking tussen de Europese lidstaten en ook de rest van de wereld. De bruggen, deuren en ramen van op de biljetten bestonden niet echt, tot de Nederlandse gemeente Spijkenisse besloot de bruggen te bouwen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Spijkenisser_Eurobruggen. De bankbriefjes zijn uiteraard beveiligd tegen vervalsing. Ze bestaan bijvoorbeeld uit speciale katoenvezels, verder staan op de briefjes ook watermerken en verhoogde inkt die je kan voelen, er is ook een hologram die zichtbaar wordt als je het briefje draait …  Foto’s: 1, 6, 7.  Oude munten: België = frank, Nederland = gulden, Duitsland = mark, Frankrijk = franc.  Aantal eurobiljetten en –munten: 7 biljetten en 8 euromunten. Aanpakken van de eurocrisis  Wat: De aanslagen van 11 september 2001 en het uiteenspatten van de ‘internetzeepbel’ in datzelfde jaar werden als eerste oorzaak van de kredietcrisis beschouwd. Om een recessie te voorkomen verlaagde de centrale bank van de VS (FED) de rente (tot 1% in 2004). Daardoor konden bedrijven en particulieren makkelijk en goedkoop geld lenen en werd er sterk geïnvesteerd in de Amerikaanse ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

149


 

De euro huizenmarkt. De banken namen erg grote risico’s en toen de eigenaars als gevolg van de inflatie hun lening niet meer konden betalen, kwamen ze in grote moeilijkheden. Het slinkende vertrouwen in de banken resulteerde in het kelderen van de aandelenkoersen op de beurs, daardoor leenden de banken minder makkelijk geld aan bedrijven en daalde het consumentenvertrouwen. Als gevolg van de globalisering resulteerde deze oorspronkelijk enkel financiële crisis in een wereldwijde economische crisis. Hierdoor kwamen ook de Europese banken, en de economie in het algemeen, in moeilijkheden. De eurolanden moesten de banken redden door zware financiële injecties. Daardoor konden ze de Maastrichtnormen niet meer halen. Daardoor begon men te speculeren tegen zwakkere eurolanden, zoals Griekenland, Spanje, Ierland, Portugal. De stabiliteit van de hele eurozone kwam in gevaar en de Europese Unie moest ingrijpen: strenge besparingen, strengere controle op het respecteren van de Maastrichtnormen en het oprichten van een noodfonds waren enkele EU-antwoorden op de crisis. Deze antwoorden lokken vaak felle protesten uit bij de Europese bevolking, zoals in Griekenland. Foto’s: 4, 8. Waar is er crisis: De nationale economieën in de wereld zijn nauw met elkaar verbonden. Hierdoor blijft een crisis zelden beperkt tot 1 land. Zowat de hele wereldeconomie heeft daarom te leiden onder de crisis. De woningmarkt in de Verenigde Staten heeft het bijvoorbeeld moeilijk en de werkloosheid ligt hoog. En ook de economische groei in Azië is flink vertraagd, er wordt minder ontwikkelingshulp betaald, … Crisis in de Europese landen: Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland, Cyprus, Italië… Deze landen hebben een veel te hoge staatsschuld en de overheden geven ook teveel uit terwijl ze te weinig inkomsten hebben. Het wantrouwen neemt toe: zullen deze landen hun schulden wel kunnen terugbetalen? Door dit wantrouwen kunnen deze landen moeilijker geld lenen en wordt het nog moeilijker om uit de put te kruipen. Maatregelen Europese Unie: De EU neemt tal van acties om de crisis aan te pakken. Zo bestaat er bijvoorbeeld een noodfonds dat landen met financiële moeilijkheden moet ondersteunen. Daarnaast voorziet de EU meer toezicht op de inkomsten en uitgaven van lidstaten. Eurolanden die zich niet aan de afgesproken begrotingsregels houden, kunnen sancties krijgen. De Unie lanceerde ook economische herstelmaatregelen om de Europese economie er terug bovenop te helpen.

Opdracht 2: Getuigenissen met vragen over de invoering van de euro.    

Je kan gemakkelijker reizen en betalen in het buitenland; je betaalt geen wisselkosten meer; bedrijven kunnen makkelijker handel drijven met de andere eurolanden; groter Europees gevoel. Men heeft het gevoel dat de prijzen gestegen zijn; voor oudere mensen was het moeilijk om zich aan te passen. Luxemburg. Sinds 1 januari 2002 kunnen we met euromunten- en biljetten betalen.

Opdracht 3: Tegenstand tegen de euro in het Verenigd Koninkrijk Meer dan de helft van de Britten (56%) wil wel bij de Europese Unie blijven, maar toch de pond behouden. Want de ‘vaderlandsliefde’ (chauvinisme) is bij de gemiddelde Brit groot en ze zijn zeer gehecht aan hun pond. Britten zijn bang dat ze hun ‘nationale eigenheid’ verliezen als ze de euro invoeren en dat de prijzen zullen stijgen.

Opdracht 4: De EU-landen die de euro invoerden: munten- en kaartopdracht  

1. België, 2. Duitsland, 3. Griekenland, 4. Finland, 5. Frankrijk, 6. Ierland, 7. Italië, 8. Luxemburg, 9. Nederland, 10. Oostenrijk, 11. Portugal, 12. Spanje, 13. Slovenië, 14. Malta, 15. Cyprus, 16. Slowakije, 17. Estland, 18. Letland, 19. Litouwen. Eurozone:

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

150


De euro

Opdracht 5: De eurocrisis 2–5–6–4–1–3

Opdracht 6: De eurocrisis A: 4 – B: 3 – C: 2 – D: 1

Opdracht 7: Wie betaalt met de euro? Wie niet? 

Wie betaalt niet met de euro: 1. Het Verenigd Koninkrijk: Britse pond. 2. Denemarken: Deense kroon. 3. Zweden: Zweedse kroon. Andere munten: Polen: Zloty – Tsjechië: Tsjechische Kroon – Hongarije: Forint – Roemenië: Leu – Bulgarije: Lev – Kroatië: Kuna.

Opdracht 8: Juist/fout stellingen rond de euro 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Fout. Het is een Belg, namelijk: Alain Billiet. Juist. Zijn naam is Luc Luyckx. Fout. Finland voerde nooit de munten van één en twee eurocent in. Fout. Zij betalen ook met de euro. Juist. Fout. Er staat: gelijkheid, vrijheid en broederschap. Juist. Juist. Fout. Er zijn 7 eurobiljetten. Fout. In Finland is de euro wel de officiële munt.

Opdracht 9: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Elk land van de Europese Unie moet verplicht de euro invoeren. Akkoord

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

151


De euro Ja, alle landen die toetreden tot de EU, moeten volgens het Verdrag van Maastricht de euro invoeren. Dan moeten ook alle landen die nu lid zijn van de Unie de euro als munt gebruiken. Afspraken zijn afspraken. o Als elk land beslist om een uitzondering te vragen op de verdragen, kan je onmogelijk spreken van een ‘Europese Unie’. Iedereen gelijk voor de wet! o … Niet akkoord o De Europese Unie respecteert de diversiteit van de verschillende lidstaten. Dan moet een land ook kunnen beslissen om de eigen nationale munt te behouden. o Landen die niet even sterk zijn qua economie gebruiken beter niet dezelfde munt. Dat is voor beide partijen niet goed. o … o

Stelling 2: Landen die zich niet houden aan de afspraken en bijvoorbeeld teveel schulden maken, mogen uit de eurozone gezet worden. Akkoord o Landen die de afspraken niet naleven, brengen ook de economie van de andere eurolanden in gevaar. Om de landen die zich wel aan de regels houden te beschermen, moet het mogelijk zijn landen zoals Griekenland uit de eurozone te zetten. o Het kan ervoor zorgen dat landen die zich niet aan de afspraken houden nog meer hun best gaan doen om de Europese afspraken na te komen. Een land uit de eurozone zetten zou dan een ultieme straf zijn. Landen die er niet in slagen om voldoende te bezuinigen, zouden er zelf ook beter van worden om de eurozone te verlaten. Het is bijna niet mogelijk om verder te concurreren met de sterke landen en ondertussen zoveel te bezuinigen. o … Niet akkoord o Als we een land uit de eurozone zetten, is dat geen garantie dat de andere landen nu gered zijn. Het kan een negatieve spiraal in gang zetten die ook de andere eurolanden meesleurt. o Solidariteit is een basisprincipe van de Europese Unie. Het is dus de taak van sterkere eurolanden om ook zwakkere eurolanden te ondersteunen. De sterkere eurolanden worden er overigens ook sterker van omdat hun bedrijven gemakkelijker terecht kunnen in landen met dezelfde munt. o …

Opdracht 10: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd? 

Waarom werd de euro ingevoerd? Na het realiseren van een interne markt was het invoeren van een gemeenschappelijke munt de volgende stap. Het moest de Europese economie vlotter laten verlopen. Het wegvallen van de wisselkoersen tussen de eurolanden moest ervoor zorgen dat bedrijven makkelijker handel konden drijven en burgers makkelijker konden reizen. Bovendien moest een sterke gezamenlijke munt zorgen voor een sterke positie van de Europese economie binnen de internationale economie. Welke landen zijn lid van die eurozone? Er zijn 19 Europese lidstaten lid van de ‘eurozone’: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Slovenië, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Slowakije, Griekenland, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta. Leg in je eigen woorden de eurocrisis uit. In 1992 werd beslist om de euro in te voeren. Enkel landen met een gezonde economie mochten de euro invoeren. Om te meten of een land een gezonde economie had of niet werden de ‘Maastrichtnormen’ vastgelegd. Daarin staat bijvoorbeeld dat de staatsschuld van een land niet te hoog mag zijn. Ook nadat de euro ingevoerd was, moesten de eurolanden hun economie gezond houden. Toch lapten veel landen de Maastrichtnormen aan hun laars. Ze werden toch niet gestraft door de EU. Na de aanslagen van 11 september kreeg de economie rake klappen en begon er zich stilaan een wereldwijde financiële en economische crisis te ontwikkelen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

152


 

De euro Door de financiële en economische crisis kwamen de banken in de problemen en moesten ze gered worden. De landen pompten veel geld in de banken. Het gevolg was dat heel veel eurolanden niet meer de Maastrichtnormen haalden en dat hun economie minder en minder gezond werd. De speculanten begonnen daarop te speculeren tegen de eurolanden die het moeilijk hadden, zoals Griekenland, Portugal en Spanje, die zo nog meer in de problemen kwamen. De Europese Unie probeert er nu alles aan te doen om de euro te redden. Zo heeft ze bijvoorbeeld een noodfonds opgericht. Geef enkele voorbeelden van hoe je de euro in het dagelijks leven tegenkomt. Enkele voorbeelden zijn: de euromunten en -biljetten in onze portefeuille, het feit dat je geen geld meer moet wisselen als je naar een ander euroland reist, je kan gemakkelijker prijzen vergelijken in andere eurolanden, de besparingen van onze overheid, de vele nieuwsberichten over de crisis in Griekenland, …

Achtergrondinformatie Om de interne markt - het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal dat in het begin van de jaren ’90 ontstond - maximaal te laten renderen moest er op monetair vlak meer eenheid komen. In 1992 beslisten de staats- en regeringsleiders van de EU-lidstaten in Maastricht om een Economische en Monetaire Unie (EMU) op te richten. Ze zouden dus hun economisch beleid op elkaar afstemmen, een gemeenschappelijke munt invoeren en het monetaire beleid in handen geven van de Europese Centrale Bank. De euro betekende op die manier de kroon op het economische integratieproces dat al in 1951 van start was gegaan. Landen die de euro wilden invoeren moesten in de eerste plaats aan bepaalde (economische) voorwaarden voldoen. Die voorwaarden zijn beter gekend als de Maastrichtnormen. Die normen hielden in dat de landen over een gezonde economie moeten beschikken en de staatsschuld en begrotingstekorten binnen de perken moeten houden. Momenteel zijn al 19 landen lid van die ‘eurozone’: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Slovenië, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Slowakije, Griekenland, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk lieten weten dat hun bevolking de euro niet zag zitten. Ze kregen een zogenaamde ‘opt-out’ en doen voorlopig niet mee. Zweden en de meeste nieuwe lidstaten zijn wel verplicht om de euro in te voeren, maar voldoen nog niet aan alle voorwaarden. Vanaf 1999 kon de euro al gebruikt worden voor bankverrichtingen (girale betalingen). Sinds januari 2002 zijn de euromunten en –biljetten in omloop. De financiële en economische situatie van landen die deelnamen aan de Economische en Monetaire Unie verschilden echter sterk van elkaar. Sommige landen, zoals Griekenland, hadden vooraf al een zwakkere economie, hoge tekorten en een enorme overheidsschuld. Men hoopte dat de landen economisch naar elkaar toe zouden groeien. Maar er was geen controlemechanismes om daarop toe te zien. De kloof tussen de sterkere en zwakkere eurolanden groeide alleen maar. De wereldwijde financiële en economische crisis bracht de zwakkere eurolanden, zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Italië, in het oog van de storm. En zo brak de eurocrisis uit. Om het vertrouwen in de eurozone te herstellen en de verzwakte Europese economie te ondersteunen nam de EU verschillende initiatieven:  Oprichting van een tijdelijk (EFSF) en een permanent noodfonds (ESM) dat steun geeft aan Griekenland, Portugal, Ierland … Steun uit deze twee fondsen wordt verbonden aan strikte voorwaarden (bezuinigingen en hervormingen) en strenge controle.  De landen in moeilijkheden konden moeilijker investeerders vinden om geld te lenen. Daarom besloot de Europese Centrale Bank om in die landen zelf te investeren tegen gunstige voorwaarden.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

153


 

De euro Landen in moeilijkheden moeten hun financiën terug op orde te brengen door te bezuinigen. De lidstaten van de eurozone hebben daarom beslist om de begrotingsregels en het Europees toezicht erop aan te scherpen. …

Een overzicht van de invoering van de euro 1999: Invoering euro voor girale betalingen: België, Duitsland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Finland. 2001: Griekenland 2002: Invoering van eurobiljetten en –munten voor cashbetalingen in alle eurolanden 2007: Slovenië 2008: Cyprus, Malta 2009: Slowakije 2011: Estland 2014: Letland 2015: Litouwen

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Document over de eurozone: http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/general/pdf/euro_area_map_nl.pdf  Document over ‘de euro: een goede zaak voor iedereen’– (bron: EU: verouderd): http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/publication9869_nl.pdf  Website over de euro – (bron: EU): http://ec.europa.eu/economy_finance/euro/index_nl.htm  Website over de EMU en de euro – (bron: EU): http://europa.eu/abc/12lessons/lesson_7/index_nl.htm  Filmpje over de geschiedenis van de Euro – (bron: EU): http://europarltv.europa.eu/nl/player.aspx?pid=60256726-8356-4321-866d-9ec900a3bada  Filmpje ‘van gulden tot euro’ – (NL schooltelevisie): www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_economie08  Filmpje over ‘het belang van de euro’ – (Nederlandse insteek): www.youtube.com/watch?v=qqKGCvA_y9w

Wat kan je doen met de klas? 

Ontwerp een eigen eurobiljet.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

154


Veiligheid

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

155


Veiligheid

ZEG EENS, Wat houdt de Europese samenwerking rond veiligheid in? Inleiding De Europese Unie neemt tal van maatregelen om werk te maken van de veiligheid in Europa. En dat is nodig: sinds 1993 zijn de grenzen tussen de EU-landen open (geen controles meer) en misdaadorganisaties werken over de landsgrenzen heen. Bovendien wil 80% van de EU-burgers dat Europa meer doet om de veiligheid te versterken. Er is dus nog werk aan de winkel. Noot: Met samenwerking op vlak van veiligheid bedoelen we samenwerking tussen douane-, politie- en justitiediensten.

Doelstellingen   

De leerlingen/cursisten begrijpen dat er al grenscriminaliteit bestond vóór het opengaan van de grenzen tussen de EU-lidstaten. Maar dat er toen nauwelijks sprake was van grensoverschrijdende samenwerking tussen de veiligheidsdiensten. De leerlingen/cursisten begrijpen dat samenwerking rond veiligheid binnen de EU noodzakelijk werd door het opengaan van de grenzen in 1993 en door het feit dat misdaad meer en meer internationaal georganiseerd is. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van de Europese samenwerking op vlak van veiligheid in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: De Europese samenwerking rond veiligheid in je dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je de Europese samenwerking rond veiligheid in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

156


Veiligheid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: De Europese samenwerking rond veiligheid in je dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier klemtonen of prioriteiten van de Europese veiligheidssamenwerking ontdekten: aanpak van grensoverschrijdende misdaad, vlotte samenwerking tussen politiediensten, meer verkeersveiligheid en Europa als één veilige regio. Daarna doorloop je de vragen per prioriteit. 

Aanpak grensoverschrijdende misdaad: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over ‘de aanpak van grensoverschrijdende misdaad’? o Waarom was het voor dieven (vroeger) interessant om inbraken over de grens te plegen? o Waarom pak je internetcriminaliteit beter internationaal aan?

Vlotte samenwerking tussen politiediensten: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over ‘de vlotte samenwerking tussen politiediensten’? o Waarom is een ‘Europees rijbewijs’ interessant voor de politie? o Weet je wat Child Focus doet? Ken je het telefoonnummer? o Waarom is het goed dat criminelen in andere EU-landen kunnen berecht worden?

Meer verkeersveiligheid: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over ‘meer verkeersveiligheid’? o Ken je (nog) preventiecampagnes voor meer veiligheid in het verkeer? o Waarom is het belangrijk om afspraken te maken over de rij- en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs binnen de EU? o Auto’s die op de Europese markt verkocht worden moeten aan bepaalde normen voldoen. Waarom? o Weet je waarom ‘dummies’ worden gebruikt voor crashtests?

Europa = 1 veilige regio: o Wat houdt dit volgens jou precies in? o Welke foto’s gaan over ‘Europa = 1 veilige regio’? o Heb je op de luchthaven ooit al een wegwijzer met ‘Schengen’ erop gezien? Moest jij deze pijl volgen? Waarom wel/niet? o Zijn alle landen van de Europese Unie lid van de ‘Schengenzone’? o Waarom investeert Europa in de bewaking van de buitengrenzen van de Unie? o Waarom heeft de Europese Unie overal het Europees noodnummer ‘112’ ingevoerd?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

157


Veiligheid

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met veiligheid bezig? Lees de onderstaande tekst en beantwoord daarna de vragen. 1. Wat is internationale of grensoverschrijdende misdaad? Geef enkele voorbeelden. 2. Waarom is het nodig dat de veiligheidsdiensten in Europa samenwerken? 3. In welke stad werden de afspraken rond de politiesamenwerking gemaakt? 4. Stel: een Duitse bende pleegt een overval in Hasselt. Onmiddellijk daarna rijdt ze terug de Duitse grens over. Wat kan de Belgische politie dan doen? Is dat altijd zo geweest? 5. In Straatsburg staat er een grote politiecomputer. Hoe wordt die genoemd? Wat is het nut van die computer? 6. Hoe heet de Europese politiedienst? Wat is haar taak? Op 1 januari 1993 gingen de grenzen in Europa open. Sindsdien worden we niet meer gecontroleerd als we een grens oversteken binnen de Europese Unie. Zo kunnen wij Europeanen veel gemakkelijker reizen in Europa. Jammer genoeg is dit ook goed nieuws voor misdadigers. Ook zij hebben geen last meer van identiteitscontroles aan de grens. De grenzen mochten dus opengaan in 1993, maar de EU wou dat het veilig bleef in Europa. Daarom besloot men dat de buitengrenzen van de Unie, zoals de zee- en luchthavens, beter moesten bewaakt worden. Bovendien moesten de politiediensten in de verschillende EU-lidstaten beter gaan samenwerken. Daarover werden afspraken gemaakt in het Luxemburgse stadje Schengen. De politie mag nu bijvoorbeeld achtervolgen in het buitenland. Vroeger kon dit niet en moest de politie bij een achtervolging stoppen aan de grens. In Straatsburg staat er een grote politiecomputer. Die noemt men het ‘Schengen Information System’. Daar stopt de politie alle gegevens in over gestolen auto’s, verboden wapens, gestolen identiteitskaarten, enz. Alle politieagenten uit heel Europa kunnen die bestanden inkijken. Als er bv. een auto gestolen wordt in België en in Duitsland opduikt, dan kan de Duitse politie meteen ingrijpen. Dan is er nog Europol. Dat is een Europese politiedienst die de agenten van de Europese lidstaten helpt. Europol verzamelt informatie over bv. drugsnetwerken of mensenhandel en stuurt die naar de nationale politiediensten. Als de misdadigers over de grenzen heen samenwerken, moeten de politiediensten dat natuurlijk ook doen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met samenwerking rond veiligheid bezig? (individuele opdracht) Met deze opdracht willen we vooral kennis meegeven over de reden waarom er Europese samenwerking bestaat over veiligheid en politie.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 3: Soorten internationale misdaad Het doel van de samenwerking rond veiligheid is onder meer om de internationale misdaad aan te pakken. Voorbeelden van internationale misdaad zijn: mensenhandel, diefstal, terrorisme en drugshandel. Hieronder vind je een aantal krantentitels over internationale misdaad. Schrijf in de tabel hieronder telkens de nummers van de artikels die over die vorm van misdaad gaan.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

158


Veiligheid A. B. C. D. E.

Mensenhandel Diefstal Terrorisme Drugshandel Wapenhandel

1.Terroristische aanslag op Charlie Hebdo in Parijs 2. Albanese vrouwenhandelaar veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf 3. Eén woninginbraak op vier is Oost-Europees 4. Franse drugstoeristen opgepakt bij drugsinval in Antwerps pand 5. Wapensmokkel via Italië naar België 6. Relletjes met verstekelingen in Oostende 7. IS bedreigt Europa 8. België en Frankrijk willen drugsoverleg met Nederland 9. Spanje bestrijdt illegalen met radarscherm

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2.

Opdracht 4: Artikels over de Europese veiligheidssamenwerking rangschikken Lees de zes artikels en plaats ze in de juiste chronologische volgorde.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2. Ze gebruiken bij deze opdracht bijlage 10.

Opdracht 5: De landen die de ‘Akkoorden van Schengen’ ondertekenden 26 Landen maken deel uit van de Schengen-zone: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Griekenland, Portugal, Denemarken, Zweden, Finland, Oostenrijk, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië en Malta. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland doen niet mee. Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland, die geen lid zijn van de EU, tekenden wel de afspraken. Bulgarije, Roemenië, Cyprus en Kroatië volgen later. Duid op de kaart aan: 1. Welke EU-landen ondertekenden de akkoorden (blauw)? 2. Welke EU-lidstaten ondertekenden de akkoorden niet (rood)? 3. Welke landen die niet tot de EU behoren, ondertekenden de akkoorden ook (groen)?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

159


Veiligheid

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten meestal gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2. Ze gebruiken bij deze opdracht ook bijlagen 4 en 10.

Opdracht 6: De Akkoorden van Schengen Zoek op in je atlas of op Google Maps: 1. Waar ligt het stadje Schengen? Waarom denk je dat ze precies daar de akkoorden ondertekenden? 2. Aan welke landen grenst België? 3. Als criminelen een overval plegen in Kortrijk en ze willen zo snel mogelijk uit België wegraken, naar welk land vluchten ze dan best, m.a.w. welke grens is het dichtste bij? En wat als ze die overval in Kalmthout plegen? Of in Eupen? 4. Europol is gevestigd in Den Haag. In welk land ligt die stad? 5. In de havens van Zeebrugge en Oostende vindt de politie vaak illegale vluchtelingen die zich verstoppen in vrachtwagens. Ze willen zo het ‘Kanaal’ oversteken. Naar welk land proberen zij te vluchten?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: Uitbreidingsopdracht (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Om de kennisopdrachten tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen/cursisten gebruik maken van de kennis die ze opdeden in opdracht 1 en 2. Ze mogen ook een atlas of internet gebruiken.

3. Geef je mening Opdracht 7: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom.   

Er moet één grote Europese politiedienst komen in plaats van een aparte politie per lidstaat. Om de (grensoverschrijdende) misdaad beter aan te pakken, zou de politie beter terug controles houden aan de grenzen tussen de Europese lidstaten. Als criminelen uit een andere EU-lidstaat in België een misdaad plegen, moeten ze in hun eigen land hun straf uitzitten.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan of niet door te stemmen. Daarna vraag je aan wie voor was om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die tegen stemden. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

4. ICT-Opdrachten Opdracht 8: Surf op internet en probeer een antwoord te vinden op onderstaande vragen. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

160


Veiligheid 

Zoek op de site van het Belgisch Ministerie van Buitenlandse Zaken welke documenten je nodig hebt als je op reis gaat naar de onderstaande landen (http://diplomatie.belgium.be): Frankrijk Tsjechië Costa Rica Australië Rusland Verenigde Staten Denemarken Verenigd Koninkrijk

Politiewebsites: o Surf naar de website van de politie van jouw gemeente. Waarmee houdt zij zich hoofdzakelijk bezig? o Zoek de webstek van de federale politie. Voor welk grondgebied is ze bevoegd?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: ICT-opdrachten (individuele opdracht) Voor deze opdracht laat je de leerlingen/cursisten best individueel de vragen opzoeken op het internet.

5. Herhalingsopdracht Opdracht 9: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?   

Waarom startte de EU een Europese samenwerking rond veiligheid? Waar schenkt het Europese veiligheidsbeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van de Europese samenwerking rond veiligheid die je in je dagelijks leven terug vindt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

161


Veiligheid

Oplossingen Opdracht 1: De Europese samenwerking rond ‘veiligheid’ in je dagelijks leven Foto 1:  Wat: Nieuwsitem over misdaad in Veurne en Turnhout, twee grensgebieden. Het gaat hier dus om ‘grensoverschrijdende misdaad’.  Beslissing EU: De EU wil dat politie en justitie samenwerken om grensoverschrijdende criminaliteit binnen de EU aan te pakken. Zo kunnen lidstaten bv. gemeenschappelijke politiepatrouilles vormen om misdaad aan hun grenzen aan te pakken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aanpak grensoverschrijdende misdaad. Foto 2:  Wat: Douane verzamelt/vernietigt (namaak)sigaretten.  Beslissing EU: Smokkel van echte en namaaksigaretten naar de EU is nog altijd erg winstgevend. Organisaties die illegaal grote hoeveelheden sigaretten over de grens brengen kunnen dus ook gestraft worden. Ook binnen de Unie mag je niet zomaar elke hoeveelheid tabak kopen en over de grens vervoeren. Je mag bijvoorbeeld maximum 800 sigaretten uit een andere EU-lidstaat meebrengen. Meer meebrengen is strafbaar.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vlotte samenwerking tussen politiediensten. Foto 3:  Wat: Twee politieagenten uit verschillende landen houden een stel handboeien vast (Europees aanhoudingsbevel).  Beslissing EU: Omdat misdadigers binnen de EU vlot de grenzen kunnen oversteken, werken justitie/politie beter samen. Door het Europees aanhoudingsbevel zijn EU-lidstaten verplicht om personen uit te leveren aan andere lidstaten als die hierom vragen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vlotte samenwerking tussen politiediensten. Foto 4:  Wat: Crashtest-poppen zitten met gordel aan in de wagen.  Beslissing EU: Europa verkeersveiliger maken, is ook een Europese prioriteit: sinds 2006 is het verplicht om veiligheidsgordels te dragen in alle voertuigen in de EU en de Unie ondersteunt het uitvoeren van ‘autocrashtests’ door het onafhankelijke orgaan Euro NCAP.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Meer verkeersveiligheid. Foto 5:  Wat: Reizigers met koffers lopen op de luchthaven onder een ‘Schengen’-bord.  Beslissing EU: Met het openen van de grenzen vielen de paspoortcontroles aan de binnengrenzen van de Europese Unie weg. Om de veiligheid in de EU te garanderen, werden de ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

162


Veiligheid Akkoorden van Schengen opgesteld: wie binnen de EU reist (bv. met het vliegtuig) heeft geen douanecontroles meer. Aan de buitengrenzen (bv. lucht- en zeehavens) zijn er wel strenge controles. Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Europa als één veilige regio.

Foto 6:  Wat: Een Europees en een Belgisch rijbewijs.  Beslissing EU: In de EU bestaan er meer dan 100 verschillende rijbewijzen. Dit zorgt soms voor fraude en bemoeilijkt de politiecontrole. Daarom wordt één Europees rijbewijs (in de vorm van een bankkaart) ingevoerd in alle EU-lidstaten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vlotte samenwerking tussen politiediensten. Foto 7:  Wat: Een ‘missing’-poster van Child Focus met het nummer 116000.  Beslissing EU: De Europese Unie wil een vlotte uitwisseling van informatie tussen politie en justitie binnen de EU. Dit moet ervoor zorgen dat onrustwekkende verdwijningen (bv. van kinderen) sneller opgelost geraken. Met het telefoonnummer 116000 kan je in alle EU-lidstaten aangifte doen van vermiste kinderen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vlotte samenwerking tussen politiediensten. Foto 8:  Wat: Een logo van het 112-telefoonnummer (Europees noodnummer).  Beslissing EU: In geval van nood moet je de hulpdiensten snel kunnen bereiken, ook in het buitenland. Daarom werd het Europees noodnummer ‘112’ geïntroduceerd in alle lidstaten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Europa als één veilige regio. Foto 9:  Wat: Een man (voormalig staatssecretaris voor Mobiliteit, Etienne Schouppe) houdt 2 autonummerplaten vast: de oude Belgische en de nieuwe Europese.  Beslissing EU: De kentekens van de wagens in de Europese Unie worden gestandaardiseerd. Op de Europese nummerplaat staan 7 karakters, daarnaast staan ook de Europese vlag en de landcode (bv. de ‘B’ van België). De lidstaten mochten wel zelf de kleuren kiezen. België koos opnieuw voor een witte achtergrond met rode letters.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Vlotte samenwerking tussen politiediensten. Foto 10:  Wat: Een affiche van de BOB-campagne (campagne tegen rijden onder invloed) met logo van de Europese Unie.  Beslissing EU: De Europese Unie werkt aan verkeersveiligheid, o.m. door campagnes. De Belgische BOB-campagne krijgt bijvoorbeeld steun van de EU en loopt in verschillende lidstaten.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

163


Veiligheid Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Meer verkeersveiligheid.

Foto 11:  Wat: Reclame voor de ‘Safer Internet Day’ 2015.  Beslissing EU: De aanpak van criminaliteit op het internet kan alleen maar op internationaal niveau gebeuren. Omdat kinderen ook online kwetsbaar zijn, wil de EU misbruik en de uitwisseling van illegaal materiaal strenger bestraffen. Daarnaast ondersteunt de Unie ook preventieve initiatieven, zoals de jaarlijkse campagne ‘Safer Internet Day’ die een veilige digitale wereld voor kinderen en jongeren willen promoten.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Aanpak grensoverschrijdende misdaad.

Uitbreiding bij opdracht 1: Aanpak grensoverschrijdende misdaad:  Wat: Voor het opengaan van de grenzen staken misdadigers ook al de grens over. Maar toen was er nauwelijks overleg tussen de verschillende nationale veiligheidsdiensten. In 1993 verdwenen de grenscontroles tussen de EU-landen. Gemakkelijk voor de Europeanen om naar andere landen te reizen, maar ook criminelen konden vlotter de grens over. Samenwerking tussen justitie en politiediensten van de verschillende EU-landen was dus noodzakelijk. Zo kwamen er gemeenschappelijke patrouilles om grenscriminaliteit, zoals ramkraken, tegen te gaan. Met de oprichting van Europol en Eurojust wou men misdaadnetwerken beter opsporen en bestraffen. De strijd tegen cybercriminaliteit en het beschermen van kinderen op het internet is daar een goed voorbeeld van.  Foto’s: 1, 11.  De veiligheidsdiensten werkten vroeger nauwelijks samen, en dus was de kans op een veroordeling klein.  Internetcriminaliteit wordt georganiseerd over de landsgrenzen heen, en dus moet dit ook door grensoverschrijdende samenwerking aangepakt worden. Vlotte samenwerking tussen politiediensten:  Wat: Omdat mensen vlot de ‘grenzen’ van de EU-lidstaten kunnen oversteken, werken politie, douane en justitie nog op heel wat andere vlakken samen. Politiediensten wisselen sneller informatie uit (bv. over verdwijningen) en er is nu ook een Europees nummer ‘116000’ voor het melden van vermiste kinderen. Ook kunnen verdachten en veroordeelden eenvoudiger uitgeleverd worden met het Europees aanhoudingsbevel. De Europese Unie besliste daarnaast om bepaalde zaken, zoals het autorijbewijs en het kenteken (nummerplaat), gemeenschappelijk te maken. Dit moet de aanpak van overtredingen en voertuigcriminaliteit binnen de Europese Unie vereenvoudigen. Ook fraude werd na het openen van de grenzen meer gezamenlijk aangepakt. Sigarettensmokkel, ontduiking van invoerrechten en accijnzen, enz. kosten de Europese belastingbetaler namelijk veel geld. Daarom werken douane en justitie intensief samen om dergelijke vormen van criminaliteit op Europees niveau doeltreffend te bestrijden.  Foto’s: 2, 3, 6, 7, 9.  Een Europees rijbewijs is eenduidig: je ziet meteen of het vals is of niet.  Child Focus wil verdwenen kinderen terugvinden en hun seksuele uitbuiting bestrijden. Het telefoonnummer van Child Focus is 116000.  Als EU-lidstaat kan je zo strenger optreden tegen criminelen die misdaden plegen in jouw land. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

164


Veiligheid Meer verkeersveiligheid:  Wat: Met de open grenzen reizen de Europeanen meer binnen de EU. Daarom is samenwerking op vlak van verkeersveiligheid nuttig. Dit moet het aantal slachtoffers van verkeersongevallen binnen de Europese Unie verminderen. Enerzijds stimuleert de EU goede praktijken zoals de BOB-campagne of het vrijwillig ‘crashtesten’ van de wagens (NCAP). Daarnaast worden ook officiële regels gemaakt om het verkeer veiliger te maken. Zo werden de rij- en rusttijden voor beroepschauffeurs d.m.v. de tachograaf in de EU geregeld. Ook het verplicht dragen van veiligheidsgordels in alle voertuigen is een initiatief van de Europese Unie.  Foto’s: 4, 10.  Campagnes: ‘Go for zero’, ‘Hij is te snel gegaan’, ‘Minder zuur achter ‘t stuur’, ‘Beep! Beep! Boem! Boem!’, enz.  Uit onderzoek blijkt dat vermoeide chauffeurs meer ongevallen veroorzaken. De verplichte rij- en rusttijden moeten dat voorkomen.  Auto’s die op de Europese markt verkocht worden, moeten veilig (en milieuvriendelijk) zijn.  Dummies worden gebruikt in crashtests om de veiligheid van wagens te testen. Europa als één veilige regio:  Wat: Door de Schengenakkoorden zijn er aan de meeste Europese binnengrenzen geen grenscontroles meer, tenzij dit nodig is voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Toch blijft veiligheid binnen de EU een prioriteit. Daarom werden strengere controles ingevoerd aan de Europese buitengrenzen. De samenwerking tussen politiediensten en justitie werd bovendien versterkt, waardoor de politie nu bijvoorbeeld tijdelijk criminelen mag achtervolgen op het grondgebied van een andere EU-lidstaat. Om de veiligheid van de burger binnen de Europese Unie te verbeteren, werd daarnaast een gezamenlijk Europees noodnummer ingevoerd: 112.  Foto’s: 5, 8.  Wie binnen de Schengenzone reist, moet de pijl ‘Schengen’ volgen op de luchthaven en heeft geen paspoortcontrole. Wie buiten de EU reist of van buiten de EU komt wel.  Nee, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Roemenië, Bulgarije, Cyprus en Kroatië maken nog geen deel uit van de Schengenzone.  De buitengrenzen van de EU worden strenger bewaakt omdat er niet meer gecontroleerd wordt aan de binnengrenzen.  Met het Europese noodnummer 112 kan iedereen in de hele EU snel en in de eigen taal de hulpdiensten verwittigen in geval van nood.

Opdracht 2: Waarom houdt de EU zich met veiligheid bezig? 1. Misdaad waarbij daders feiten plegen in het buitenland. Het kan bijvoorbeeld gaan om ramkraken van Noord-Franse bendes in de Belgische grensstreek, drugshandel, mensenhandel, terrorisme, internationale internetcriminaliteit, enz. 2. Misdadigers organiseren zich over de landsgrenzen heen. Zo werken drugshandelaars in meerdere landen. Als misdadigers zich internationaal organiseren, moet de politie dat ook doen. Enkel door samen te werken en informatie uit te wisselen op Europees niveau kan grensoverschrijdende misdaad aangepakt worden. 3. In de Luxemburgse stad Schengen. 4. Dankzij afspraken binnen de Europese Unie kan de politie nu tijdelijk misdadigers achtervolgen over de grens van een andere lidstaat. Op die manier kan criminaliteit in de grensgebieden beter aangepakt worden. 5. Het ‘Schengen Information System (SIS)’ bevat informatie voor politiediensten van de verschillende Europese lidstaten over gezochte personen, gestolen wagens, verboden wapens, enz. 6. ‘Europol’ verzamelt informatie over criminele netwerken en verspreidt die informatie naar de nationale politiediensten. Op die manier kan de grensoverschrijdende misdaad beter bestreden worden.

Opdracht 3: Soorten internationale misdaad ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

165


Veiligheid A: 2, 6, 7 – B: 3 – C: 1, 8 – D: 4, 9 – E: 5.

Opdracht 4: Artikels chronologisch rangschikken 4-6-2-5-3-1

Opdracht 6: De Akkoorden van Schengen 1. In Luxemburg, aan het drielandenpunt met Duitsland en Frankrijk. 2. Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. 3. De 3 steden: o Kortrijk: Frankrijk o Kalmthout: Nederland o Eupen: Duitsland 4. Nederland 5. Het Verenigd Koninkrijk

Opdracht 7: Geef je mening 

Stelling 1: Er moet één grote Europese politiedienst komen in plaats van een aparte politie per lidstaat. Akkoord o Criminelen organiseren zich over de grenzen heen, en dus moeten de politiediensten de misdaad ook over de grenzen heen aanpakken. o De krachten bundelen zou ook op financieel vlak voordelig zijn. o … Niet akkoord o Het is goed zoals het nu is: de nationale politiediensten die lokaal werken en Europol die grensoverschrijdend werkt. o De nationale politiediensten blijven nodig. o …

Stelling 2: Om de (grensoverschrijdende) misdaad beter aan te pakken, zou de politie beter terug controles houden aan de grenzen tussen de Europese lidstaten. Akkoord o Door de grenscontroles opnieuw in te voeren, kan je grensoverschrijdende misdaad, zoals ramkraken of inbraken van Oost-Europese bendes beter aanpakken. o Het opnieuw invoeren van de controles zal sowieso een afschrikkingeffect hebben op misdadigers. o … Niet akkoord o De grenscontroles zijn net afgeschaft op vraag van de bedrijven: de lange wachttijden aan de grens en de vele administratie die daarbij hoorde, kostten handenvol geld. Het opnieuw invoeren van de grenscontroles zou de bedrijven opnieuw op kosten jagen. o De veiligheid kan ook op andere manieren versterkt worden, want de grenzen kunnen toch niet aan alle grensovergangen dag en nacht bewaakt worden. o …

Stelling 3: Als criminelen uit een andere EU-lidstaat in België misdaden plegen, moeten ze in hun eigen land hun straf uitzitten. Akkoord o De gevangenissen in België zitten nu al vol en dan hoeven we ook niet voor de kosten op te draaien. o De gevangenissen in eigen land van de criminelen zijn vaak minder aantrekkelijk dan Belgische gevangenissen. Bijvoorbeeld voor Polen werkt dit ontradend. o … Niet akkoord

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

166


o o o

Veiligheid Als België criminelen veroordeelt, moeten we ook de consequenties daarvan dragen. Op die manier hebben we een betere controle op de effectieve uitvoering van de straf. …

Opdracht 8: ICT-opdrachten 

Reisdocumenten: Frankrijk: Belgische identiteitskaart; Tsjechië: Belgische identiteitskaart; Costa Rica: paspoort; Australië: paspoort, visum; Rusland: paspoort, visum; Verenigde Staten: paspoort + invullen ESTA-document; Denemarken: Belgische identiteitskaart; Verenigd Koninkrijk: Belgische identiteitskaart. Politiewebsites: o Lokale politie: wijkwerking, onthaal, interventie, politionele slachtofferbejegening, lokale opsporing en lokaal onderzoek, handhaving van de openbare orde, wegverkeer. o Federale politie: hele Belgische grondgebied (www.polfed-fedpol.be).

Opdracht 9: Herhalingsopdracht 

Waarom startten de EU-landen met samen te werken op vlak van veiligheid? Om de handel tussen de Europese landen makkelijk te laten verlopen, besloot de EU de grenscontroles af te schaffen aan de grenzen tussen de EU-lidstaten. Dit kon enkel als de politie-, justitie- en douanediensten meer gingen samenwerken over de grenzen heen. Bovendien organiseren misdadigers zich meer en meer internationaal en dus moeten de veiligheidsdiensten dat ook doen. Waar schenkt het Europese Veiligheidsbeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Vandaag legt de Europese Unie in haar veiligheidsbeleid de klemtoon op: aanpak van grensoverschrijdende misdaad, vlotte samenwerking tussen politiediensten, meer verkeersveiligheid en Europa als één veilige regio. Geef enkele voorbeelden van de Europese veiligheidssamenwerking die je in je dagelijks leven terug vindt. Enkele voorbeelden zijn: het Europese noodnummer 112, het Europees rijbewijs, de open grenzen, de veiligheidsnormen voor wagens en vrachtwagens, de internationale aanpak van grensoverschrijdende misdaad, ‘Schengen’, enz.

Achtergrondinformatie In 1993 gingen de grenzen tussen de landen van de Europese Unie open: de controles aan de grensovergangen verdwenen. De bedoeling daarvan was om de handel tussen de Europese landen vlotter te laten verlopen. Maar ook voor de gewone burger waren de open grenzen voordelig: je kon makkelijker naar een ander EU-land reizen. Ook voor criminelen had dit voordelen: geen controles meer aan de grens betekende dat het eenvoudiger werd om over de grens hun slag te slaan. De grenzen openen kon dus niet zonder ook de veiligheid in de Europese Unie te versterken. Bovendien wordt misdaad, zoals terrorisme, mensenhandel en drugshandel vaker grensoverschrijdend georganiseerd. Omwille van deze 2 redenen moesten politie-, justitie en douanediensten meer gaan samenwerken. Daarvoor werden enkele afspraken gemaakt. Met de Akkoorden van Schengen wilden de EU-lidstaten het vrij verkeer van personen (de open grenzen) regelen. Ze spraken af om de controles aan de binnengrenzen van de Schengenzone, zoals de BelgischFranse grens, af te schaffen. De controles aan de buitengrenzen, de zee- en luchthavens, werden strenger gemaakt. Concreet: wie van Brussel naar Rome vliegt heeft geen identiteitscontrole bij aankomst; wie van Brussel naar New York vliegt wel. Voor mensen van buiten de EU werden ook afspraken gemaakt. Wie een visum aanvraagt voor België kan meteen door de hele Schengenzone reizen. Asielzoekers kunnen enkel in het land van aankomst asiel aanvragen. Wie afgewezen wordt, kan geen asiel meer aanvragen in een ander land van de Schengenzone.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

167


Veiligheid Daarnaast werden binnen de Akkoorden van Schengen afspraken gemaakt rond politiesamenwerking. Zo mag de politie nu een tijdlang gangsters achtervolgen, ook op het grondgebied van een andere EU-lidstaat. Ze moeten wel onmiddellijk de collega’s van dat land verwittigen, zodat die de arrestatie kunnen uitvoeren. Er is geregeld overleg tussen de politiediensten van onze buurlanden om de communicatie op elkaar af te stemmen. Ten slotte werd in Schengen beslist om het Schengen Information System (SIS) te starten: een centrale databank met informatie over vermiste en gezochte personen, gestolen voertuigen, verboden wapens, enz. Alle politiediensten van de Schengenlanden kunnen die raadplegen en aanvullen. Binnenkort wordt het systeem ook uitgebreid en volledig gemoderniseerd tot ‘SIS II’. 26 EU-lidstaten maken deel uit van de Schengenzone. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland willen niet deelnemen; Bulgarije, Roemenië, Cyprus en Kroatië voldoen nog niet aan de voorwaarden. Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland, die geen lid zijn van de EU, tekenden wel de ‘Schengenakkoorden’. Een tweede maatregel om de veiligheid binnen de EU te verzekeren is Europol. Deze Europese politiedienst helpt de nationale politiediensten. Ze verzamelt informatie over de internationale misdaad en stuurt deze door naar de lidstaten. Daarnaast doet ze de nationale politiediensten zoveel mogelijk samenwerken. Enkel zo kunnen misdaadnetwerken aangepakt worden. Eurojust werkt gelijkaardig als Europol, maar deze dienst probeert informatie te verzamelen voor de nationale justitiediensten. Daarnaast probeert ze gerechtelijke diensten te laten samenwerken bij rechtszaken waarbij de daders feiten pleegden in meerdere EU-landen. Ten slotte schenkt de Europese Unie de laatste jaren meer en meer aandacht aan verkeersveiligheid. Elk jaar vallen in de EU 43.000 doden en 1,7 miljoen gewonden bij verkeersongevallen. Als men van de EU een (verkeers)veilige regio wil maken, moeten ook maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te bevorderen. De samenwerking op vlak van veiligheid in de EU startte met de bedoeling de binnenlandse veiligheid te garanderen op het moment dat de interne markt (open grenzen) een feit werd. Later zorgde de toegenomen internationaal georganiseerde misdaad ervoor dat de samenwerking op vlak van politie en justitie versterkt werd. De laatste tien jaar probeert de EU ook de burger te responsabiliseren om mee te werken aan de veiligheid binnen de Unie. Dat laat zich vooral voelen op vlak van verkeersveiligheid.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen.  PDF over vrij verkeer en verblijf in Europa (bron: Europese Commissie): http://ec.europa.eu/justice/policies/citizenship/docs/guide_free_movement_low_nl.pdf  Website over verkeersveiligheid (bron: Europese Commissie): http://ec.europa.eu/transport/road_safety/index_nl.htm  Website over Europees nummer ‘116000’ voor vermiste kinderen (ENG): www.hotline116000.eu  Website van het European Youth forum for road safety (bron: EU) – (ENG): http://ec.europa.eu/transport/eyfrs/index_en.htm  Filmpje over Schengengebied (bron: Europees parlement) – (eenvoudig): http://europarltv.europa.eu/nl/player.aspx?pid=788512e5-2fdd-4fc3-a104-a07c011d63d8  Filmpje over verkeersveiligheidcampagne (bron: Europese Commissie) – (ENG): www.youtube.com/watch?v=nCmV0Zu_CWg

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

168


Veiligheid

Wat kan je doen met de klas? 

Interview een politieagent uit de grensstreek. Wat waren voor hen de gevolgen van het openen van de grenzen? Zijn de taken van de politie daardoor veranderd?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

169


Talen en cultuur

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

170


Talen en cultuur

ZEG EENS, Wat doet de Europese Unie voor talen en cultuur? Inleiding Dit hoofdstuk over het Europees beleid qua talen en cultuur illustreert duidelijk de slogan van de Europese Unie: ‘In verscheidenheid verenigd’. Daarmee geeft de EU aan dat ze werk maakt van een samenwerking tussen de Europese landen (verenigd), maar met respect voor ieders eigenheid en identiteit (in verscheidenheid). Deze slogan vertaalt zich in het EU-talen en -cultuurbeleid waarbij de klemtoon ligt op het beschermen en promoten van de Europese talen en cultuur, niet op het creëren van een Europese eenheidsworst.

Doelstellingen   

De leerlingen/cursisten kennen het motto van de Europese Unie: ‘In verscheidenheid verenigd’. De leerlingen/cursisten zien in dat er, ondanks de vele verschillen, toch ook vele gelijkenissen zijn tussen de EU-burgers van de verschillende landen. De leerlingen/cursisten kennen voorbeelden van wat de Europese Unie doet voor talen en cultuur in het dagelijkse leven.

Opdrachten voor de leerlingen/cursisten 1. Kennisopdrachten Opdracht 1: Het Europees beleid qua talen en cultuur in het dagelijks leven Bekijk het blad met foto’s over hoe je het Europees beleid qua talen en cultuur in je dagelijks leven tegen komt. Bekijk de foto’s grondig en beantwoord per foto volgende vragen:   

Wat zie je op de foto’s? Wat zou de Europese Unie hierover beslist hebben? Waarom houdt de Europese Unie zich volgens jou hiermee bezig?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

171


Talen en cultuur

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 1: Het Europees beleid qua talen en cultuur in het dagelijks leven (klassikale opdracht) Kopieer het fotoblad (vooraan dit hoofdstuk) voor alle leerlingen/cursisten of projecteer het. Vraag de leerlingen/cursisten de foto’s te bekijken en de bijhorende vragen te beantwoorden. Kies zelf of je foto per foto bespreekt of als je eerst voor alle foto’s de eerste vraag bespreekt, daarna de tweede, om te eindigen met de derde. Wie wil, kan – na de opdracht – een klasgesprek op gang brengen a.d.h.v. onderstaande vragen. Je geeft daarbij aan dat de leerlingen/cursisten bij de eerste opdracht vier klemtonen of prioriteiten van het Europees beleid qua cultuur en talen ontdekten: beschermen en promoten van het Europees erfgoed, beschermen en promoten van Europese muziek, film en tv-producties, beschermen van de tv-kijker en beschermen en stimuleren EU-talen. 

Beschermen en promoten van het Europees erfgoed: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘beschermen en promoten van Europees erfgoed’? o Bezocht je al eens de Open Monumentendag? Wat heb je bezocht? o Ken je Europese kunstenaars? o Zijn er verschillen tussen Europese kunst en kunst uit bijvoorbeeld Azië of Afrika? Welke?

Beschermen en promoten van de Europese muziek, film en tv-producties: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘beschermen en promoten van Europese muziek, film en tvproducties’? o Wie maakt volgens jou meer films: de Europese of de Amerikaanse filmindustrie? En wie maakt meer winst? o Wat is volgens jou het verschil tussen Europese en Amerikaanse films?

Beschermen van de tv-kijker: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘beschermen van de tv-kijker’? o Tegen welke ‘ongeschikte programma’s’ op tv zouden minderjarigen moeten beschermd worden?

Beschermen en stimuleren EU-talen: o Wat betekent dit volgens jou? o Welke foto’s gaan over ‘beschermen en stimuleren EU-talen’? o Kan je enkele talen opnoemen die gesproken worden in Europa? o Wat is de meest gesproken taal in Europa? o Hoeveel officiële talen worden er volgens jou gebruikt in de EU?

Opdracht 2: Rooster met de officiële EU-talen De Europese Unie heeft 24 officiële talen. Alle EU-documenten worden in die 24 talen vertaald. Zo kunnen alle Europeanen in hun eigen taal volgen wat er in de EU gebeurt. In onderstaand rooster zijn de 24 talen verborgen. Zoek ze allemaal en schrijf ze daarna op een afzonderlijk blad.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

172


G R I E K S D E E W Z K I

R E P H C S I H C E J S T

A D O N V T H O R O O N J

S F R E I S L N L T N A E

K W T S M E N G L E D A H

A R U L V G E A N A T P I

Talen en cultuur A W O L S U M Q A L G E E S H O V E E N P T R E I L E I T C D E R L A A R S A E W P V M O A O F R A L O B U L S L E G N T S N E E

M F V S G K N P T N G E D

D U I T S F D E F S A D I

S U E K E P S R E N A R E

D S N A A I L A T I R E R

R O E M E E N S G F S W S

E I R U H C S I T A O R K

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 2: Rooster met de officiële EU-talen (individuele opdracht) Met deze spelopdracht ontdekken de leerlingen/cursisten de rijkdom aan talen binnen de EU. De leerlingen/cursisten kunnen aan de hand van het rooster zelf de 24 talen zoeken en daarna kan de leerkracht/docent dit klassikaal overlopen of de oplossing projecteren.

Opdracht 3: Schrap de taal die geen officiële EU-taal is In de Europese Unie zijn er 24 officiële talen. Je vindt hieronder enkele rijen met talen. Schrap per rij de taal die geen officiële taal van de Europese Unie is. 1. 2. 3. 4. 5.

Grieks Fries Ests Pools Duits

Spaans Zweeds Fins Slowaaks Engels

Portugees Deens Lets Russische Hongaars

Albanees Frans Noors Sloveens IJslands

Italiaans Nederlands Litouws Tsjechisch Maltees

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 3: Schrap de taal die geen officiële EU-taal is (individuele opdracht) Met deze opdrachten leren de leerlingen welke talen wel en welke géén officiële EU-talen zijn. De leerlingen/cursisten controleren per rij welke taal géén officiële EU-taal is.

Opdracht 4: Gemeenschappelijke Europese kenmerken  

De Europese volkeren zijn heel verschillend, maar toch zijn er ook heel wat gelijkenissen tussen de Europeanen. Wat hebben de Europeanen met elkaar gemeen? Geef enkele voorbeelden. Wat maakt Europeanen anders dan mensen uit Afrika, Azië of Amerika? Hieronder staan een aantal uitspraken over de gemiddelde Europeaan. Duid telkens de juiste mogelijkheid aan. De gemiddelde Europeaan woont in

  

een bakstenen huis een houten huis een huis uit leem

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

173


Talen en cultuur        

De gemiddelde Europeaan eet met

De gemiddelde Europeaan slaapt

De gemiddelde Europese stad is

 

De gemiddelde Europese man kijkt het liefst naar

De gemiddelde Europese vrouw draagt vaak eens een

Veel Europeanen spreken

        

een iglo stokjes zijn handen mes en vork in een bed in een hangmat op de grond opgebouwd uit rechte lanen, zoals een dambord gebouwd rond een historische stadskern opgebouwd uit huizen en gebouwen die heel ver van elkaar staan met heel veel groen ertussen voetbal rugby cricket kimono boerka rokje enkel hun moedertaal hun moedertaal en nog één vreemde taal hun moedertaal en nog twee andere talen

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 4: Gemeenschappelijke Europese kenmerken (individuele en/of klassikale opdracht) De leerlingen/cursisten ontdekken door deze opdracht enkele verschillen tussen de ‘Europese’ en niet-Europese cultuur. De leerlingen/cursisten kunnen eventueel eerst klassikaal de eerste vraag oplossen. Daarna kunnen ze individueel de meerkeuzevragen beantwoorden.

2. Uitbreidingsopdrachten Opdracht 5: Meest gesproken talen in Europa en de wereld Deze vijf talen zijn de meest gesproken talen in Europa (als moedertaal): Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans. Zet ze in de juiste volgorde. Begin met de meest gesproken taal. 1

2

3

4

5

………………..

………………..

………………..

………………..

………………..

Deze vijf talen zijn de meest gesproken talen in de wereld (als moedertaal): Chinees, Arabisch, Hindi, Spaans, Engels. Zet ze in de juiste volgorde. Begin met de meest gesproken taal.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

174


1

2

………………..

………………..

Talen en cultuur 3 4 ………………..

5

………………..

………………..

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 5: Meest gesproken talen in Europa en de wereld (individuele/klassikale opdracht) De opdracht maakt de leerlingen/cursisten duidelijk dat de ‘populairste’ Europese talen niet noodzakelijk het meest gesproken zijn in de wereld. De leerlingen/cursisten maken zelf een rangschikking die dan klassikaal wordt besproken.

Opdracht 6: ‘Goedendag’ in verschillende Europese talen Wat betekent ‘goedendag’ in de verschillende Europese talen? Hieronder vind je enkele voorbeelden. Verbind de taal met de juiste vertaling. Dobry den! Buongiorno! ¡Buenas dias! Bonjour! Dzien dobry! Gutentag! Kalimera! Hyvää päivää! Jo napot kivanok! Goddag!

Zweeds Duits Fins Italiaans Tsjechisch Grieks Hongaars Spaans Frans Pools

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 6: ‘Goedendag’ in verschillende Europese talen (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Met deze opdracht zien de leerlingen/cursisten de gelijkenissen en verschillen tussen EU-talen. De leerlingen/cursisten verbinden de woordjes met de juiste taal d.m.v. een lijn.

Opdracht 7: Woorden en zinnen in het Esperanto In Europa zijn er heel wat talen, wat de communicatie tussen Europeanen soms nogal moeilijk maakt. De Pool, doctor Ludwig Zamenhof (1859-1917), heeft hier iets op gevonden. Hij vond een nieuwe taal uit, ‘Esperanto’. Deze taal is een combinatie van verschillende talen: 60% van de woorden komt uit Romaanse talen, 25% uit Germaanse talen en 10% uit Slavische talen. Omdat de taal geen eigendom is van een bepaald land of volk, wordt niemand bevoordeeld. Wat zouden de volgende woorden in het Esperanto betekenen? Kies uit: het leven, vriend, de wang, roken, ik, vreemd, wijn, bloem, huis, mooi. la floro fremda bela la vivo ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

175


Talen en cultuur fumi amikoj domo la vango mi la vino Hieronder vind je twee reeksen van vier zinnetjes in het Esperanto. Zoek de juiste Nederlandse vertaling. Cis morgau. Hoe maak je het? Kiel vi fartas? Dank je, heel goed. Dankon, tre bone. Smakelijk eten. Bonan apetiton. Tot morgen.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 7: Woorden en zinnen in het Esperanto (individuele of klassikale opdracht) Deze opdrachten zijn bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. Ze kunnen individueel of klassikaal aangepakt worden.

Opdracht 8: Vooroordelen over Europeanen 

Er bestaan heel wat Europese volkeren. Zij spreken niet alleen een andere taal maar hebben ook andere gewoontes, ze eten anders, wonen anders enz. Soms worden volkeren (al dan niet terecht) in één adem genoemd met bepaalde gewoontes. We noemen dit vooroordelen of stereotypen. Voor deze opdracht krijg je vijf uitspraken van Europeanen. Welke nationaliteiten zijn hier aan het woord? Je kan kiezen uit een Brit, een Italiaan, een Zweed, een Nederlander en een Fransman. Ik eet altijd pindakaas en broodjes kroket. Ik loop op klompen en fiets het hele land door. Als ik ga winkelen let ik op de prijs: hoe goedkoper, hoe beter. Ik eet graag kikkerbillen en slakken. De taal die ik spreek, is de taal van de liefde. In mijn land leeft onder elke brug een clochard. Koken is niet mijn sterkste punt. Ik hou van voetbal en drink dan graag ook een pint teveel. In mijn land regent het altijd. Ik draag ook binnen in huis een zonnebril. De maffia regeert mijn land en we eten enkel pasta. In mijn land is iedereen blond en depressief. Daar komt nog eens bij dat alcohol onbetaalbaar is en het altijd koud is.

Ken je nog andere vooroordelen over Europeanen? Zijn die vooroordelen altijd terecht?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 8: Vooroordelen onder Europeanen (individuele of klassikale opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten kunnen deze opdracht apart of gezamenlijk invullen. Daarna kan een korte geleide discussie volgen over stereotypen per bevolkingsgroep.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

176


Talen en cultuur

Opdracht 9: Culturele hoofdsteden Elk jaar worden twee Europese steden uitgeroepen tot ’Europese Culturele hoofdstad’. Heel wat steden droegen de titel al. Zoek aan de hand van de tips hieronder om welke steden het ging. 1991 1993 1998 2000 2002 2004 2007

Ierland België Zweden Europese hoofdstad De reien Noord-Franse stad Europees Hof van Justitie Turkije

2010

Guinness Modestad Hoofdstad Zinneke parade Minnewaterpark Lille klein land

Ryanair Sportpaleis Nobelprijs Atomium België Frankrijk banken

Constantinopel

Bosporus

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 9: Culturele hoofdsteden (individuele opdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten. De leerlingen/cursisten kunnen aan de hand van de drie tips ontdekken welke Europese steden al Culturele hoofdstad van Europa waren. Ze vullen dit telkens aan in de vierde kolom. Eventueel kunnen ze hiervoor ook het internet gebruiken (ter controle).

Opdracht 10: Europees cultureel erfgoed In Europa hebben we heel wat cultureel erfgoed. Toch zijn we ons hier niet altijd van bewust.  Enkele grote kunstenaars uit het verleden zijn ook nu nog gekend in heel Europa. Zij behoren tot het gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Zelf reisden ze tijdens hun leven ook veel door Europa. Plaats de uitspraken van de kunstenaars hieronder in het juiste vakje. Schrijf ook op met welke van deze kunstvorm(en) de persoon zich bezig hield: architectuur, literatuur, schilderkunst, beeldhouwen, muziek. Leonardo da Vinci

Hans Christian Andersen

Wolfgang Amadeus Mozart

Victor Horta

Vincent Van Gogh

Nr. citaat Kunstvorm o

Citaat 1: “Ik ben geboren in Firenze, maar tijdens mijn leven ben ik verschillende keren verhuisd. Mijn beeldhouwwerken staan nu in verschillende Europese musea. Mijn bekendste werk ‘de Mona Lisa’ hangt in het Louvre in Parijs. In die stad heb ik tijdens mijn leven heel wat tijd doorgebracht.”

o

Citaat 2: “Ik ben geboren in Nederland, maar kon als jonge man aan de slag in een kunsthandel in Londen. Later verhuisde ik naar Parijs om ook daar in een kunsthandel te werken. Ik ben ook zelf beginnen schilderen. Tijdens mijn leven raakten mijn schilderijen echter niet verkocht dus heb ik zelfs een tijdje in de Belgische mijnen gewerkt.”

o

Citaat 3: “Tijdens mijn leven maakte ik 29 reizen door Europa. Overal waar ik kwam kon ik mijn verhalen publiceren. Een van de figuren uit mijn verhalen ‘de kleine zeemeermin’ heeft nu een standbeeldje in de haven van Kopenhagen, de hoofdstad van mijn geboorteland.”

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

177


o

o

Talen en cultuur Citaat 4: “Al toen ik kind was, nam mijn vader mij en mijn zussen mee op tournee door heel Europa. Toen ik wat ouder werd, verhuisde ik van Salzburg naar Wenen en van Wenen naar Italië om daar opera te studeren. Mijn werken worden nog vaak gespeeld.” Citaat 5: “Men noemt mij de uitvinder van de art nouveau, een stroming die in heel Europa populair is geworden. Ik werd geboren in Gent maar kwam tijdens mijn leven in Parijs, Brussel, Frankfurt, Turijn … Overal staan musea, stations en woonhuizen die door mij ontworpen zijn. “

Het ‘Europees erfgoedlabel’ zet belangrijke Europese monumenten in de kijker. Alleen monumenten met een grote symbolische waarde voor de Europese geschiedenis komen hiervoor in aanmerking. Je vindt hier enkele voorbeelden met de naam van het monument erbij. Weet je waar deze monumenten zich bevinden?

Foto

Naam monument

Stad + Land

Akropolis (Parthenon)

Forum Romanum

Palais des papes (Pausenpaleis)

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 10: Europees cultureel erfgoed (groepsopdracht) Deze opdracht is bedoeld ter aanvulling van de kennisopdrachten en maakt de leerlingen bewust van het feit dat heel wat ‘erfgoed’ bestaat dat de gezamenlijke Europese geschiedenis illustreert. De leerlingen/cursisten kunnen deze opdracht in groep uitvoeren met toegang tot het internet. Eventueel kan de leerkracht achteraf kort duiden wat het erfgoed betekende voor de Europese geschiedenis.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

178


Talen en cultuur

3. Geef je mening Opdracht 11: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom   

Europeanen hebben een gemeenschappelijke Europese cultuur. Er zijn namelijk veel gelijkenissen qua eetgewoontes, cultuur, taal, enz. Het is geen goed idee dat er in het Europees Parlement 24 officiële talen gesproken worden. Ze zouden er beter allemaal 1 taal spreken. Ik bekijk zelden Duitse of Franse films. Ik voel me veel meer aangesproken door Amerikaanse (of Engelse) films.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 11: Geef je mening (klassikale opdracht) De meningsvragen worden best klassikaal besproken tijdens een debat. Je start de oefening ‘Geef je mening’ door de leerlingen/cursisten een stelling voor te schotelen. Je vraagt hen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Daarna vraag je aan wie akkoord ging om hun argumenten te staven. Je doet hetzelfde voor de mensen die niet akkoord gingen. Op die manier probeer je tot een debat te komen.

Opdracht 12: Ter discussie: Europees burgerschap of niet? 

Maak een keuze en verklaar waarom: o Ik voel mij op de eerste plaats:  een inwoner van mijn gemeente of stad,  een inwoner van mijn provincie,  een Vlaming,  een Belg,  een Europeaan,  een wereldburger. o Kan je je tegelijkertijd een burger van je eigen land en een Europees burger voelen? o Hoe stel je jezelf voor aan anderen als je op reis gaat naar het buitenland? Zeg je dan dat je uit Europa komt, uit België, uit Vlaanderen of zeg je de naam van je stad of gemeente? o Voel je je meer verwant met de Nederlanders of met de Walen? Heb je daar een verklaring voor? o Kijk je ook naar het Eurovisiesongfestival of naar het WK voetbal als België niet meedoet? Indien ja, voor wie supporter je dan? Waarom?

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 12: Ter discussie (klassikale opdracht) De vragen rond Europees burgerschap kunnen gebruikt worden als klassikaal discussiemoment over de Europese identiteit. De leerkracht/docent kan deze vragen als stelling formuleren en telkens aan de leerlingen/cursisten vragen om een ‘kant te kiezen’.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

179


Talen en cultuur

4. Herhalingsopdracht Opdracht 13: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd?   

Waarom werkt de EU samen rond cultuur en talen? Waar schenkt de EU in haar cultuur en talenbeleid vandaag de dag specifiek aandacht aan? Geef enkele voorbeelden van het Europees beleid qua cultuur en talen die je in je dagelijks leven terug vindt.

Aanpak leerkracht/docent Opdracht 13: Herhalingsopdracht (individuele opdracht) Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van dit onderdeel van ‘Zeg eens EU…’ bereikt werden, is het belangrijk de kern van het geleerde nog eens samen te vatten. Vraag daarom aan de leerlingen/cursisten wat ze leerden en dit ook neer te schrijven.

Oplossingen Opdracht 1: Het Europees beleid rond cultuur en talen in het dagelijks leven Foto 1:  Wat: Een affiche/flyer van de ‘Prix Europa 2010’ over de beste Europese producties qua televisie, radio, media …  Beslissing EU: De Europese Unie steunt kwaliteitsvolle Europese films en tv-producties. Zo zet de ‘Europese Prijs’ jaarlijks de beste Europese tv-, radio- en onlineprogramma’s in de kijker en verspreidt ze die naar andere EU-landen. Daarnaast legt de Unie ook regels op: minstens 50% van de tv-programma’s moeten van Europese makelij zijn.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van de Europese muziek, film en tv-producties. Foto 2:  Wat: Een logo van de ‘Open Monumentendag’ (European Heritage Days), met daarin de sterren van de Europese vlag.  Beslissing EU: De Europese Unie wil het culturele erfgoed in stand houden en voor iedereen toegankelijk maken. Daarom ondersteunt de Unie initiatieven als de ‘Open Monumentendag’ (of ‘European Heritage Days’). Meer dan 20 miljoenen Europeanen bezoeken die dag de minder toegankelijke monumenten in hun streek.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van het Europese erfgoed. Foto 3:  Wat: Een foto van een kind dat voor de televisie zit en naar een reclamespot kijkt.  Beslissing EU: De Europese Unie wil niet alleen de makers van tvprogramma’s beschermen, maar ook de EU-burger. Zo bepaalt de ‘televisierichtlijn’ dat er maar 1 keer om de 30 minuten reclame mag uitgezonden worden tijdens jeugdtelevisie. Programma’s die niet geschikt zijn voor kinderen mogen pas laat op de avond

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

180


Talen en cultuur uitgezonden worden en tv-programma’s mogen de waardigheid van mensen niet in gevaar brengen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen van de tvkijker. Foto 4:  Wat: Informatie over de EU-steun die de Vlaamse speelfilm BenX (2007, Nic Balthazar) kreeg.  Beslissing EU: De Europese Unie steunt film- en tv-makers via het ‘MEDIA-programma’ van de EU. De films BenX en ‘Rundskop’ zijn hiervan enkele voorbeelden. De meeste centen gaan naar de promotie van film- of tv-producties in de Europese Unie en daarbuiten, maar ook naar opleidingen en nieuwe audiovisuele technieken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van de Europese muziek, film en tv-producties. Foto 5:  Wat: Een koptelefoon (voor de simultaanvertalingen) hangt in het Europees Parlement.  Beslissing EU: De Europese Unie heeft 24 officiële talen. Die meertaligheid toont de culturele diversiteit van de Unie aan en is een praktisch vertaling van het EU-motto: ‘In verscheidenheid verenigd’. Zo kan elk lid van het Europees Parlement zijn of haar eigen taal spreken in de debatten. Alles wordt vakkundig vertaald door een leger aan vertalers en tolken. Dit kost ons ongeveer drie euro per jaar per EU-burger. Die talendiversiteit wordt als een rijkdom beschouwd.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en stimuleren van EU-talen. Foto 6:  Wat: Een tv-gids met daarop verschillende Vlaamse zenders (een, canvas, vtm, vt4, vijftv, kanaal2, vitaya).  Beslissing EU: De Europese Unie wil diversiteit stimuleren en vermijden dat de tv- en radiomarkt gedomineerd worden door één (of enkele) grote spelers. Zo was er vroeger maar 1 grote openbare tv-omroep in Vlaanderen: de BRT. Door de verplichte vrijmaking van de markt kwamen nieuwe spelers op de markt, zoals VTM, Vier, VijfTV, Vitaya, regionale tv, buitenlandse zenders … Met digitale tv en onlineprogramma’s wordt dat aanbod nog uitgebreid.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van de Europese muziek, film en tv-producties. Foto 7:  Wat: Het logo van de Belgische stad ‘Mons’ (Bergen) die Europese Culturele Hoofdstad is in 2015.  Beslissing EU: Het cultuurprogramma van de Europese Unie wil het Europees cultuurerfgoed bekendheid geven en beschermen. Daarom worden elk jaar twee Europese steden uitgeroepen tot ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. Die steden krijgen een budget om hun stad op te knappen en een speciaal cultuurprogramma voor dat jaar samen te stellen.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van het Europese erfgoed.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

181


Talen en cultuur Foto 8:  Wat: Een tv-programma dat ondertiteld wordt (In de Gloria).  Beslissing EU: Uit een onderzoek blijkt dat het ondertitelen van tvprogramma’s het leren van vreemde talen bevordert. Het Europese Parlement wil Europese openbare zenders stimuleren om in de toekomst alle programma’s te ondertitelen. Dat is bovendien gemakkelijker voor doven en hardhorige tv-kijkers.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en stimuleren van Europese talen. Foto 9:  Wat: Reclame voor de ‘European Border Breakers Awards’ (EBBA) 2010, met reclame voor de Belgische artieste ‘Selah Sue’.  Beslissing EU: Met de ‘European Border Breakers Awards’ steunt de EU jonge Europese muzikanten die erin slagen om in andere landen door te breken. Zo wil ze de Europese muziekindustrie steunen en promoten buiten de EU. Jaarlijks ontvangen 10 Europese muziekanten de EBBA-Award. Enkele Belgische winnaars: Mélanie De Biasio (2015), Selah Sue (2012), Stromae (2011), Milow (2010), ReBorn (2008). Maar ook bekende buitenlandse artiesten, zoals Adele of Mumford and Sons kregen al een EBBA.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en promoten van de Europese muziek, film en tv-producties. Foto 10:  Wat: Een tekening van de toren van Babel/het Europees Parlement met de slogan ‘Europa: veel talen, 1 stem’.  Beslissing EU: Onze taal bepaalt onze identiteit en de Europese Unie eerbiedigt dit recht. Daarom kunnen we met de EU-instellingen communiceren in onze eigen taal. Naast de 24 officiële talen stimuleert de Unie eveneens het gebruik van verschillende regionale of minderheidstalen, zoals het Baskisch of Bretoens, die deel uitmaken van ons cultureel erfgoed. Die talendiversiteit weerhoudt er ons niet van om ons toch te verenigen en met 1 stem te spreken.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en stimuleren van Europese talen. Foto 11:  Wat: Een affiche van de ‘Europese dag van de talen’ uit 2010.  Beslissing EU: De Europese Unie wil niet alleen de taaldiversiteit beschermen, maar ook de talenkennis van de Europeaan bevorderen. Elke EU-burger zou naast de eigen moedertaal nog twee andere talen moeten kunnen spreken. Door die meertaligheid kunnen we makkelijker gaan studeren of aan de slag in andere EUlidstaten. Met initiatieven zoals de ‘Europese Dag van de Talen’ wil de EU de Europeanen aanmoedigen meer vreemde talen te leren en zet ons rijke erfgoed aan talen in de kijker.  Waarom houdt de EU zich hiermee bezig: Beschermen en stimuleren van Europese talen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

182


Talen en cultuur

Uitbreiding bij opdracht 1: Beschermen en promoten van Europees erfgoed:  Wat: Europa heeft een bijzonder rijke cultuur en geschiedenis. Hoewel ons erfgoed vaak verbonden is aan een bepaalde regio of land, maakt het deel uit van ons gemeenschappelijke Europese erfgoed. Het Cultuurprogramma van de EU wil die culturele rijkdom bekend maken en beschermen. Zo worden jaarlijks twee Europese steden uitgeroepen tot ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. De EU ondersteunt bovendien de ‘Europese Monumentendag’ en reikt een ‘erfgoedlabel’ uit. Deze initiatieven kunnen ervoor zorgen dat het Europese erfgoed in stand gehouden wordt en meer bezoekers aantrekt. Op die manier heeft cultureel erfgoed ook een positieve invloed op de economie en werkgelegenheid.  Foto’s: 2, 7.  Europese kunstenaars: Michelangelo, Van Gogh, da Vinci, Cézanne, Rembrandt, Degas, Rubens, Picasso, Monet, Dali, Miro …  Verschillen tussen Europese en Aziatische of Afrikaanse kunst: kunstenaars gebruik(t)en andere thema’s, andere materialen … Beschermen en promoten van Europese muziek, film en tv-producties:  Wat: De audiovisuele sector (muziek, film, televisie, radio) is niet alleen een belangrijke bron van ontspanning, maar is ook enorm belangrijk voor de economie. Het beleid wordt dan wel door landen zélf bepaald, maar de EU legt wel enkele richtlijnen vast. Deze moeten ondermeer eerlijke concurrentie, bescherming van minderjarigen en promotie van de Europese cultuur verzekeren. Zo wordt de hoeveelheid reclame en het percentage programma’s van Europese makelij vastgelegd. Daarnaast wil de EU ook Europese muziek, films en tv-programma’s steunen, zodat ze een groter bereik krijgen (meer kijkers of luisteraars). Met Europese steun kunnen Europese artiesten of films dus sneller Europees doorbreken.  Foto’s: 1, 4, 6, 9.  De filmindustrie: De Europese bioscopen halen drie vierde van hun inkomsten uit het draaien van Amerikaanse films, hoewel in de Europese Unie meer films worden gemaakt.  Europese films: de thema’s zijn vaak zwaar (armoede, gebroken relaties, lijden, enz.), de films worden gemaakt met veel minder middelen, in verschillende talen en over het algemeen minder ‘blockbusters’. Beschermen van de tv-kijker:  Wat: Het Europees audiovisueel beleid hecht veel belang aan het beschermen van minderjarigen en van de ‘menselijke waardigheid’. Zo bepaalt de ‘televisierichtlijn’ dat er maar 1 keer om de 30 minuten reclame mag uitgezonden worden tijdens jeugdtelevisie. Programma’s die niet geschikt zijn voor minderjarigen mogen pas laat op de avond worden uitgezonden. En illegale en schadelijke inhoud op het internet wordt bestreden. Deze maatregelen moeten de consument beschermen tegen misbruik.  Foto’s: 3.  Kinderen: beschermen tegen programma’s met extreem geweld of seks of vulgair taalgebruik. Beschermen en stimuleren van EU-talen:  Wat: De vele Europese talen weerspiegelen de diversiteit in Europa en worden daarom gezien als een ‘culturele rijkdom’ die moet beschermd worden. Daarom kunnen we met de EU-instellingen communiceren in onze eigen taal. Er zijn 24 officiële EU-talen en heel wat regionale of minderheidstalen. In de Europese instellingen, zoals het Europees Parlement, is altijd een leger aan vertalers en tolken aan de slag. Zij zorgen ervoor dat de meertalige debatten vlot verlopen. Alle EU-burgers worden bovendien aangemoedigd om vreemde talen te leren, door initiatieven zoals de ‘Europese talendag’ of het ondertitelen van televisieprogramma’s in plaats van ‘overdubben’. Dankzij een goede talenkennis kunnen we gemakkelijker studeren of werken in andere EU-lidstaten.  Foto’s: 5, 8, 10, 11.  De 24 officiële talen van de Europese Unie: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Kroatisch, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

183


Talen en cultuur Het Duits is de meest gesproken moedertaal in de EU, hoewel het Engels wel de meest populaire taal is voor Europeanen.

Opdracht 2: Rooster met de officiële EU-talen G r i e k s

Portugees Sloveens Ests Nederlands Hongaars Frans

Spaans Deens

L i t o u w s

M a l t e e s

D u i t s

I t a l i a a n s

R o e m e e n s

G R I E K S D E E W

R E P H C S I H C E

A D O N V T H O R O

S F R E I S L N L T

K W T S M E N G L E

A R U L V G E A N A

A U G O P L D A W A

W M E V T E E R P O

O Q E E R I R S V F

L A S E E T L A M R

S L H N I C A E O A

M F V S G K N P T N

D U I T S F D E F S

S U E K E P S R E N

D S N A A I L A T I

R O E M E E N S G F

E I R U H C S I T A

Slowaaks

Z K I

J S T

O N N A J E

D A H

T P I

L S T

O L S

B E N

U G E

L N E

G E D

A D I

A R E

R E R

S O W R S K

Bulgaars

Z w e e d s

T s j e c h i s c h

L e t s

P o o l s

Fins

Engels Iers

K r o a t i s c h

Opdracht 3: Schrap de taal die geen officiële EU-taal is 1. Albanees – 2. Fries – 3. Noors – 4. Russisch – 5. IJslands

Opdracht 4: Gemeenschappelijke Europese kenmerken  

Vraag 1: discussie Vraag 2: een bakstenen huis, mes en vork, in een bed, opgebouwd rond een historische kern, voetbal, rokje, hun moedertaal en nog 2 talen.

Opdracht 5: Meest gesproken talen in Europa en de wereld  

Meest gesproken talen in Europa: 1. Duits – 2. Frans – 3. Engels – 4. Italiaans – 5. Spaans Meest gesproken talen in de wereld: 1. Chinees – 2. Spaans – 3. Engels – 4. Hindi – 5. Arabisch

Opdracht 6: ‘Goedendag’ in verschillende Europese talen Dobry den!: Tsjechisch –Buongiorno!: Italiaans – ¡Buenas dias!: Spaans – Bonjour!: Frans – Dzien dobry!: Pools – Gutentag!: Duits – Kalimera!: Grieks – Hyvää päivää!: Fins – Jo napot kivanok!: Hongaars – Goddag!: Zweeds. ‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

184


Talen en cultuur

Opdracht 7: Woorden in het Esperanto  

Woorden: la floro: bloem – fremda: vreemd – bela: mooi - la vivo: het leven – fumi: roken – amikoj: vriend – domo: huis - la vango: wang – mi: ik - la vino: wijn. Zinnen vertalen in het Esperanto: Cis morgau: Tot morgen – Kiel vi fartas?: Hoe maak je het? – Dankon, tre bone: Dank je, heel goed – Bonan apetiton: Smakelijk eten.

Opdracht 8: Vooroordelen onder Europeanen Nederland – Frankrijk – Het Verenigd Koninkrijk – Italië – Zweden

Opdracht 9: Culturele hoofdsteden 1991: Dublin – 1993: Antwerpen – 1998: Stockholm – 2000: Brussel – 2002: Brugge – 2004: Rijsel – 2007: Luxemburg – 2010: Istanboel.

Opdracht 10: Europees cultureel erfgoed 

Enkele grote kunstenaars uit het verleden:

Nr. citaat Kunstvorm

Leonardo da Vinci

Hans Christian Andersen

1 Schilderkunst, beeldhouwen, etsen…

3 Literatuur

Wolfgang Amadeus Mozart 4 Muziek

Victor Horta

Vincent Van Gogh

5 Architectuur

2 Schilderkunst

Europees erfgoedlabel: o Foto 1: Athene, Griekenland. o Foto 2: Rome, Italië. o Foto 3: Avignon, Frankrijk.

Opdracht 11: Geef bij elke stelling aan of je akkoord gaat of niet en waarom. 

Stelling 1: Europeanen hebben een gemeenschappelijke Europese cultuur. Er zijn namelijk veel gelijkenissen qua eetgewoontes, cultuur, taal, enz. Akkoord o Europese landen hebben inderdaad veel gemeenschappelijke gewoontes. Bijvoorbeeld qua voeding eten de meeste Europeanen altijd 3 keer per dag met mes en/of vork, ze consumeren gelijkaardige landbouwproducten, hebben weinig taboes qua vlees, drinken vaak bier … Maar ook zeden en tradities (bv. vrij huwelijk uit liefde, beleefdheidsformules, individualisme …) zijn vrij gelijkaardig. o Vele Europese talen hebben gelijkenissen qua woordenschat en klanken waardoor je Europese talen soms (gedeeltelijk) kan begrijpen, ook al spreek je de taal niet. o … Niet akkoord o Ondanks de vele gelijkenissen zijn er evenveel verschillen tussen de Europese culturen. Nederlanders hebben bijvoorbeeld een veel directere manier van omgaan met elkaar, Italianen hebben over het algemeen meer aandacht voor stijl en kledij, Zuid-Europeanen leggen ’s middags vaak het werk neer om een siësta te kunnen doen, enz. o De talen in Europa zijn heel divers. Zo zijn Slavische talen zeer moeilijk te begrijpen voor de gemiddelde Belg, gebruiken de Grieken het Griekse alfabet en de Bulgaren het Cyrillische alfabet, enz. o …

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

185


Talen en cultuur Stelling 2: Het is geen goed idee dat er in het Europees Parlement 24 officiële talen gesproken worden. Ze zouden er beter allemaal 1 taal spreken. Akkoord o De vertalingen binnen de EU kosten elke Europeaan 3 euro per jaar. Toch wel een gigantische kost. Dat geld kan beter besteed worden aan pensioenen of het onderwijs bijvoorbeeld. o Vertalen kost veel tijd en de kans dat er fouten of misverstanden in sluipen of dat richtlijnen of wetten anders worden geïnterpreteerd is groot. o … Niet akkoord o De verschillende Europese talen zijn onze culturele rijkdom. Het is net die diversiteit die ons verbindt en sterker maakt. o Het is onmogelijk om alle Europarlementsleden te laten overschakelen naar 1 taal. De vraag is: welke taal zouden we kiezen? Het Duits is de meest gesproken moedertaal, de meeste mensen spreken een mondje Engels maar ook de Fransen zouden niet snel hun taal opgeven. o … Stelling 3: Ik bekijk zelden Europese films. Amerikaanse (of Engelse) films zijn meestal veel beter. Akkoord o Amerikaanse films zien er veel professioneler uit. Ze zijn dan ook met grote budgetten gemaakt. Het is dus soms aangenamer om naar Amerikaanse blockbusters te kijken. o De Europese films gaan vaak over ‘zware’ en moeilijke thema’s, zoals armoede, verlies, misbruik, enz. De Amerikaanse films zijn meestal ontspannender. o … Niet akkoord o De Europese film is anders dan de Amerikaanse, maar daarom niet beter of slechter. De kwaliteit van de Europese films moet zeker niet onderdoen voor de Amerikaanse. En bovendien zijn er veel goede Europese acteurs en regisseurs. o Als Europese bioscopen en televisiezenders meer Europese films en programma’s zouden uitzenden, zouden we de Europese acteurs ook beter kennen en zouden we de films ook meer gaan appreciëren. o …

Opdracht 12: Ter discussie Opdracht 13: Zeg eens, wat hebben we vandaag geleerd? 

Waarom werkt de EU samen rond taal en cultuur? ‘In verscheidenheid verenigd’ is de slogan van de Europese Unie. Diversiteit is een rijkdom die moet gekoesterd worden. De EU ziet het dan ook als haar taak om de Europese cultuur te beschermen en te promoten. Bovendien is de Europese cultuur ook belangrijk voor de economie. Toerisme en de muzieken filmindustrie zijn een belangrijke bron van inkomsten en zorgen voor veel werkgelegenheid. Waar schenkt de EU in haar beleid rond cultuur en talen vandaag de dag specifiek aandacht aan? Vandaag legt de Europese Unie in haar regionaal beleid de klemtoon op: beschermen en promoten van het Europees erfgoed, beschermen en promoten van Europese muziek, film en tv-producties, beschermen van de tv-kijker en beschermen en stimuleren EU-talen. Geef enkele voorbeelden van het Europees beleid qua cultuur en talen die je in je dagelijks leven terug vindt. Enkele voorbeelden zijn: de Europese Cultuurhoofdsteden, de EBBA Award voor muzikaal talent, de financiële steun voor de Europese film, de 24 officiële talen in de EU en het stimuleren om vreemde talen te leren.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

186


Talen en cultuur

Achtergrondinformatie De Europese Unie heeft een aantal symbolen zoals een eigen hymne, een feestdag, een vlag en ook een motto. Het Europese motto luidt als volgt: ‘In verscheidenheid verenigd’. Dat de Europese Unie verscheiden is, is duidelijk. Op vlak van talen is Europa een unicum: nergens ter wereld worden zoveel talen gesproken op zo’n kleine oppervlakte. De Europese Unie werkte daarom een taalbeleid uit. De klemtoon ligt daarbij op meertaligheid. Enerzijds betekent meertaligheid: de grote rijkdom aan talen, die deel uitmaakt van de culturele verscheidenheid van Europa. Dit vertaalt zich in het feit dat de EU zelf 24 officiële talen hanteert. In het Europees Parlement kunnen de parlementariërs zo elk in hun eigen taal spreken en wordt alles onmiddellijk vertaald. Alle EU-documenten worden ook in de 24 talen vertaald. Daarmee geeft ze aan dat elke taal evenwaardig is. Anderzijds betekent meertaligheid: de vaardigheid van een persoon om zich uit te drukken in andere talen. De Europese Unie neemt daarom allerlei initiatieven, zodat burgers aangemoedigd worden of de kans krijgen andere talen te leren. De diversiteit die bij de Europese talen aanwezig is, zien we ook op het vlak van cultuur. De Europese Unie (EU) was oorspronkelijk vooral met economie en handel bezig. Maar met het Verdrag van Maastricht (1993) kwam ook het beschermen en promoten van de Europese cultuur op de Europese agenda te staan. Het cultuurbeleid blijft in handen van de lidstaten; de EU probeert vooral ondersteunend te werken. De culturele wereld, zoals film- en muziekindustrie of toerisme, is een economisch belangrijke sector. De EU onderneemt daarom allerlei initiatieven om die culturele rijkdom in de kijker te zetten of te beschermen, zoals de Europese Culturele Hoofdsteden, de European Border Breakers Award of het Europees Erfgoedlabel. De culturele diversiteit is dé rijkdom van de Europese Unie. Het taal- en cultuurbeleid van de EU heeft daarom niet de bedoeling om van Europa een culturele eenheidsworst te maken, maar om de diversiteit te koesteren en beschermen.

Extra Online en media Hieronder staan enkele internetbronnen om het thema verder te behandelen  Document over het mediaprogramma – (ENG): www.mediadesk-vlaanderen.eu/files/MEDIA-plaquette-presentation-V2-WEB.pdf  Website van de Europese dag van de talen – (ENG): http://edl.ecml.at  Website over de Vlaamse ‘Open Monumentendag’: www.openmonumenten.be  Website van de ‘European Border Breakers Awards’: www.europeanborderbreakersawards.eu  Website over de Europese talen – (bron: EU): http://ec.europa.eu/languages/policy/linguistic-diversity/official-languages-eu_nl.htm  Spel (quiz) over vreemde talen (bron: Europese Commissie) – (ENG): http://ec.europa.eu/languages/quiz/index_nl.htm

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

187


Talen en cultuur

Wat kan je doen met de klas?   

Ga in je eigen stad of gemeente op zoek naar Europese elementen: straatnamen, kunstwerken, musea... Ga in groepjes op zoek naar mensen van andere EU-lidstaten die in je stad of gemeente wonen. Interview hen en vraag wat ze het meest opvallend vinden aan de Vlaamse cultuur. Chat online met een student uit een school van een ander Europees land via www.etwinning.net.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

188


‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

189


‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

190


Bijlage 1

BIJLAGE 1

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

191


Bijlage 1

België Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Brussel 30 528 km² 1 385 km landgrenzen grenst aan Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland 66,5 km gemiddelde temperatuur Juli: 23° - Januari: -1°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

koninkrijk 21 juli 1951

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

11,2 miljoen > 65 jaar: 18% 79,8 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

55% Vlamingen, 30% Walen, 15% andere 57% rooms-katholiek, 43% protestants of andere 60% Nederlands, 40% Frans, minder dan 1% Duits

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 8,5% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

32 86% van de bevolking (cijfers 2014) B

Voor meer informatie over België zie: www.visitbelgium.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

192


Bijlage 1

Bulgarije Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Sofia 110 912 km² 2 245 km landgrenzen grenst aan Roemenië, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië 378 km gemiddelde temperatuur Juli: 30° - Januari: -2°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 3 maart 2007

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

7,2 miljoen > 65 jaar: 19,2% 74 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Bulgaren 83,9%, Turken 9,4%, Roma 4,7%, anderen 2%, Bulgaarsorthodox 82,6%, moslim 12,2%, andere christenen 1,2%, anderen 4% Bulgaars 84,5%, Turks, Romani

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

lev 11,6% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

359 59% van de bevolking (cijfers 2014) BG

Voor meer informatie over Bulgarije zie: http://bulgariatravel.org/

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

193


Bijlage 1

Cyprus Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

1

Nicosia* 9 250 km² geen landgrenzen want het is een eiland 648 km gemiddelde temperatuur Juli: 37° - Januari: 5°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek* 1 oktober (Grieks deel)*, 15 november (Turks deel) 2004 (toetreding republiek Cyprus)*

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

858000 > 65 jaar: 13,2% 80,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Grieks 68%, Turks 27%, andere 5% Grieks-orthodox 69%, moslim 27%, andere Grieks, Turks, Engels

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

In het Griekse deel: euro*, in het Turkse deel: Turkse lira 16,1% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

357 70% van de bevolking (cijfers 2014) CY

Voor meer informatie over Cyprus zie: www.visitcyprus.com

1

Sinds 1983 is Cyprus feitelijk in twee gedeeld met een Grieks en een Turks deel. Het Turks deel wordt niet algemeen erkend. Alleen het Griekse deel, de ‘Republiek Cyprus’, trad toe tot de Europese Unie. Telkens we in deze landenfiche spreken over de Republiek Cyprus, plaatsen we er een asterisk (*) bij. Info zonder * slaat op het volledige eiland Cyprus.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

194


Bijlage 1

Denemarken Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Kopenhagen 43 000 km² 68 km landgrenzen grenst aan: Duitsland 7 314 km gemiddelde temperatuur

Juli: 22° - Januari: -2°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

koninkrijk 5 juni 1973

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

5,6 miljoen > 65 jaar: 17,9% 79,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Scandinavisch, Inuit, Duits, Turks, Iraans, Somalische luthers 80,9%, daarnaast ook protestanten, katholieken en moslims Deens, Faeröer, Groenlands, Duits

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Deense Kroon 6,6% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

45 96% van de bevolking (cijfers 2014) DK

Voor meer informatie over Denemarken zie: www.visitdenmark.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

195


Bijlage 1

Duitsland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Berlijn 357 021 km² 3 621 km landgrenzen grenst aan Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Polen, Zwitserland 2 389 km gemiddelde temperatuur Juli: 24° - Januari: -3°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

federale republiek 3 oktober 1951

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

80,7 miljoen > 65 jaar: 20,7% 80,2 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

91,5% Duits, 2,4% Turks, andere 6,1% (waaronder Grieks, Italiaans, Pools, Russisch, Servo-Kroatisch en Spaans) protestants 30%, rooms-katholiek 31%, 28,3% andere of niet-gelovig Duits

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 5% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

49 88% van de bevolking (cijfers 2014) D

Voor toeristische informatie over Duitsland zie: www.germany.travel

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

196


Bijlage 1

Estland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Tallinn 45 226 km² 633 km landgrenzen grenst aan: Letland, Rusland 3 794 km gemiddelde temperatuur

Juli: 20° - Januari: -10°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 24 februari 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

1,3 miljoen > 65 jaar 18% 76 jaar

Bevolkingsgroepen:

65% Esten, 28% Russen, kleine minderheden Oekraïners, Wit-Russen, Finnen Luthers, russisch-orthodox, Baptisten, ests-orthodox, Methodisten…. Ests (of Estisch), Russisch, Oekraïens, Fins

Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 7,4% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

372 86% van de bevolking (cijfers 2014) EST

Voor meer informatie over Estland zie: www.visitestonia.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

197


Bijlage 1

Finland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munt: Werkloosheidscijfer:

Helsinki 338 145 km² 2 690 km landgrenzen grenst aan: Noorwegen, Zweden, Rusland 1 250 km gemiddelde temperatuur Juli: 22° - Januari: -9°

republiek 6 december 1995

5,5 miljoen > 65 jaar: 18,8% 79,9 jaar

Finnen, Zweden, Russen, Esten luthers 77%, niet-gelovigen 20%, Russisch-orthodox. Fins, Zweeds

euro 8,7% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

358 93% van de bevolking (cijfers 2014) SF

Voor meer informatie over Finland zie: www.visitfinland.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

198


Bijlage 1

Frankrijk Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Parijs 547 030 km² 2 889 km landgrenzen grenst aan Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje, Zwitserland 3 427 km gemiddelde temperatuur Juli: 25° - Januari: 1°

republiek 14 juli 1951

65,8 miljoen > 65 jaar: 17,5% 81,4 jaar

Keltisch en Latijns met Teutoons, Slavisch, Noord-Afrikaanse en Baskische minderheden rooms-katholiek 64%, moslim 5%-10%, en rest protestants , joods, of nietgelovig 100% Frans met een aantal regionale dialecten zoals Provençaals, Bretoens, Corsicaans, Catalaans, Baskisch en Vlaams

euro 10,2% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

33 86% van de bevolking (cijfers 2014) F

Voor meer informatie over Frankrijk zie: http://nl.rendezvousenfrance.com/

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

199


Bijlage 1

Griekenland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Athene 132 000 km² 1 228 km landgrenzen grenst aan: Albanië, Bulgarije, Turkije, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) 13 676 km gemiddelde temperatuur Juli: 33° - Januari: 6°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 25 maart 1981

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

11 miljoen > 65 jaar: 20,1% 79,9 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Grieks 98%, andere 2% Grieks-orthodox 98%, moslim 1,3% Grieks

Munt: Werkloosheidscijfer:

euro 26,5% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

30 65% van de bevolking (cijfers 2014) GR

Voor meer informatie over Griekenland zie: www.visitgreece.gr

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

200


Bijlage 1

Verenigd Koninkrijk Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Londen 245 000 km² 360 km landgrenzen grenst aan: Ierland 12 429 km gemiddelde temperatuur

Juli: 22° - Januari: 2°

koninkrijk geen officiële feestdag 1973

64,3 miljoen > 65 jaar: 17,2% 80,3 jaar

Engels 81,5%, Schots 8,5%, Iers 2,7%, Welsh 1,9%, Ulster 1,8% en WestIndische, Indische en Pakistaanse minderheden anglicaans 60%, rooms-katholiek 9,6%, moslim 2,8% en ook presbyteriaanse, methodistische, sikh-, hindu- en joodse minderheid Engels, Welsh, Schots

Britse Pond 7,6 % (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

44 92% van de bevolking (cijfers 2014) GB

Voor toeristische informatie over het Verenigd Koninkrijk zie: www.visitbritain.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

201


Bijlage 1

Hongarije Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Boedapest 93 030 km² 2 171 km landgrenzen grenst aan: Oostenrijk, Kroatië, Roemenië, Servië, Montenegro, Slowakije, Slovenië en Oekraïne geen gemiddelde temperatuur Juli: 28° - Januari: -4°

parlementaire democratie 20 augustus 2004

9,9 miljoen > 65 jaar: 17,5% 74,6 jaar

Hongaren (92%), Roma (1,8%), Duitsers, Serviërs rooms-katholiek 55%, calvinisten 20%, luthers 5%, niet-gelovigen en andere 7,5% Hongaars

forint 7,7% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

36 78% van de bevolking (cijfers 2014) H

Voor meer informatie over Hongarije zie: www.visithungary.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

202


Bijlage 1

Ierland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Dublin 70 000 km² 360 km landgrenzen grenst aan: het Verenigd Koninkrijk 1 448 km gemiddelde temperatuur Juli: 20° - Januari: 1°

republiek 17 maart 1973

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

4,6 miljoen > 65 jaar: 12,2% 80,2 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Keltisch, Engels 87% rooms-katholiek, Ierse Kerk, andere Engels, Iers

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 11,3% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

353 82% van de bevolking (cijfers 2014) IRL

Voor meer informatie over Ierland zie: www.visitireland.com of www.discoverireland.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

203


Bijlage 1

Italië Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Rome 301 230 km² 1 932 km landgrenzen grenst aan Oostenrijk, Frankrijk, Vaticaanstad, San Marino, Slovenië en Zwitserland 7 600 km gemiddelde temperatuur Juli: 30° - Januari: 5°

republiek 2 juni 1951

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst:

Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

60,8 miljoen > 65 jaar: 21,2% 81,6 jaar

Italiaans overwegend rooms-katholiek met enkele protestante en joodse gemeenschappen en een groeiende gemeenschap van geïmmigreerde moslims Italiaans, Duits, Frans, Sloveens

euro 12,7 % (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

39 64% van de bevolking (cijfers 2014) I

Voor toeristische informatie over Italië zie: www.italia.it

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

204


Bijlage 1

Letland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat

Riga 64 589 km² 1 150 km landgrenzen grenst aan: Wit-Rusland, Estland, Litouwen en Rusland 531 km gemiddelde temperatuur Juli: 22° - Januari: -10°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

parlementaire democratie 18 november 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

2 miljoen > 65 jaar: 18,8% 73,6 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Letten 62%, Russen 27% … luthers, rooms-katholiek, Russisch-orthodox Lets, Litouws, Russisch

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Euro (2014) 10,8% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

371 77% van de bevolking (cijfers 2014) LV

Voor meer informatie over Letland zie: www.latvia.travel

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

205


Bijlage 1

Kroatië Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat

Zagreb 56.594 km² 2.197 km landgrenzen grenst aan: Slovenië, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië 4.012 km gemiddelde temperatuur Juli: 28° - Januari: 2°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

parlementaire democratie 25 juni 2013

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

4,2 miljoen > 65 jaar: 18,2% 76,6 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Kroaten 90%, Serviërs 5% … rooms-katholiek, orthodox Kroatisch

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

kuna 17% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

385 70% van de bevolking (cijfers 2014) HR

Voor meer informatie over Kroatië zie: www.kroatie.org of croatie.hr

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

206


Bijlage 1

Litouwen Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Vilnius 65 200 km² 1 273 km landgrenzen grenst aan: Wit-Rusland, Letland, Polen, Rusland 99 km gemiddelde temperatuur Juli: 23° - Januari: -11°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

parlementaire democratie 16 februari 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

2,9 miljoen > 65 jaar: 18,2% 73,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Litouwers 83%, Polen 7%, Russen 6% … voornamelijk rooms-katholiek Litouws, Pools, Russisch

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro (2015) 10,7% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

370 73% van de bevolking (cijfers 2014) LT

Voor meer informatie over Litouwen zie: www.travel.lt of www.visitlithuania.net

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

207


Bijlage 1

Luxemburg Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Luxemburg 2 586 km² 359 km landgrenzen grenst aan België, Frankrijk en Duitsland 0 km gemiddelde temperatuur Juli: 23° - Januari: -1°

Groothertogdom (parlementaire monarchie) 23 juni 1951

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

549 680 > 65 jaar: 14% 80,7 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Keltisch (mengeling tussen Duits en Frans), Portugees, Italiaans, Slavisch en Europees 87% rooms-katholiek, 13% protestant, joods, moslim en atheïst. Luxemburgs, Duits, Frans

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 6% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

352 95% van de bevolking (cijfers 2014) L

Voor meer informatie over Luxemburg zie: www.visitluxembourg.lu

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

208


Bijlage 1

Malta Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

La Valetta 316 km² geen landgrenzen want het is een eiland 197 km gemiddelde temperatuur Juli: 29° - Januari: 10°

republiek 21 september 2004

425 384 > 65 jaar: 17,1% 80,3 jaar

Maltees rooms-katholiek Maltees, Engels

euro 5,9% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

356 74% van de bevolking (cijfers 2014) M

Voor meer informatie over Malta zie: www.visitmalta.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

209


Bijlage 1

Nederland Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Amsterdam 41 526 km² 1 027 km landgrenzen grenst aan België en Duitsland 451 km gemiddelde temperatuur Juli: 22° - Januari: -1°

koninkrijk 30 april 1951

16,9 miljoen > 65 jaar: 16,8% 80,5 jaar

Bevolkingsgroepen:

81% Nederlands, daarnaast ook een aanzienlijke minderheid van nietWesterse origine zoals Turks, Marokkaans, Antilliaans, Surinaams en Indonesisch. 42% beschouwt zich als niet gelovig, 29% is rooms-katholiek, 21% protestants, moslim, andere Nederlands, Fries

Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 7,4% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

31 94% van de bevolking (cijfers 2014) NL

Voor meer informatie over Nederland zie: www.visitholland.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

210


Bijlage 1

Oostenrijk Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Wenen 83 870 km² 2 562 km landgrenzen grenst aan Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Italië, Liechtenstein, Slowakije, Slovenië, Zwitserland geen gemiddelde temperatuur Juli: 25° - Januari: -4°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 26 oktober 1995

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

8,5 miljoen > 65 jaar: 18,1% 80,3 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munt: Werkloosheidscijfer:

Duits 88,5%, Kroaten, Slovenen, Hongaren, Tsjechen, Slowaken, Roma rooms-katholiek 66%, protestant 4,7%, moslim 4,2%, niet-gelovig Duits, Sloveens, Kroatisch, Hongaars

euro 4,9% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

43 82% van de bevolking (cijfers 2014) A

Voor meer informatie over Oostenrijk zie: www.austria-tourism.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

211


Bijlage 1

Polen Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen:

Kustlijn: Klimaat:

Warschau 312 685 km² 2 788 km landgrenzen grenst aan: Wit-Rusland, Tsjechië, Duitsland, Litouwen, Rusland, Slowakije, Oekraïne 491 km gemiddelde temperatuur Juli: 24° - Januari: -6°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 3 mei 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

38 miljoen > 65 jaar: 14,2% 76,3 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Pools en kleine minderheden Duits, Wit-Russisch en Oekraïens rooms-katholiek 95% Pools

Zloty 9% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

48 69% van de bevolking (cijfers 2014) PL

Voor meer informatie over Polen zie: www.poland.travel

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

212


Bijlage 1

Portugal Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munt: Werkloosheidscijfer:

Lissabon 92 391 km² 1 214 km landgrenzen grenst aan: Spanje 1 793 km gemiddelde temperatuur

Juli: 27° - Januari: 8°

parlementaire democratie 10 juni 1986

10,4 miljoen > 65 jaar: 19,4% 79,8 jaar

vooral Portugezen en Afrikaanse, Braziliaanse en Russische minderheden rooms-katholiek 94%, protestanten Portugees, Mirandees

euro 14,1% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

351 67% van de bevolking (cijfers 2014) P

Voor meer informatie over Portugal zie: www.visitportugal.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

213


Bijlage 1

Roemenië Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munt: Werkloosheidscijfer:

Boekarest 230 340 km² 2 508 km landgrenzen grenst aan: Bulgarije, Hongarije, Moldavië, Servië, Oekraïne 225 km gemiddelde temperatuur Juli: 23° - Januari: -3°

republiek 1 december 2007

20 miljoen > 65 jaar: 16,3 % 74,2 jaar

Roemenen 89.5%, Hongaren 6.6%, Roma 2.5%, Duitsers Oekraïners, Duitsers, Russen, Turken, anderen orthodox 87%, protestants, rooms-katholiek, anderen (vooral moslims) Roemeens 91% (officieel), Hongaars, Romani, Duits, Turks, Tartaars …

leu 6,8% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

40 59% van de bevolking (cijfers 2014) RO

Voor meer informatie over Portugal zie: www.romaniatourism.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

214


Bijlage 1

Slowakije Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Bratislava 48 845 km² 1 524 km landgrenzen grenst aan: Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije, Polen en Oekraïne geen gemiddelde temperatuur Juli: 26° - Januari: -3°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

parlementaire democratie 1 september 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

5,4 miljoen > 65 jaar: 13,1% 75,7 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Slowaken, Hongaren, Roma rooms-katholiek 60%, protestanten 8%, orthodox 4%, andere en niet gelovigen 28% Slowaaks, Hongaars

euro 13,2% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

421 83% van de bevolking (cijfers 2014) SK

Voor meer informatie over Slowakije zie: www.slovakia.travel

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

215


Bijlage 1

Slovenië Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Ljubljana 20 273 km² 1 334 km landgrenzen grenst aan: Oostenrijk, Kroatië, Italië en Hongarije 46 km gemiddelde temperatuur Juli:27° - Januari: -4°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

republiek 25 juni 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

2 miljoen > 65 jaar: 17,1% 79,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Slovenen met kleine minderheden Kroaten, Servïers, Hongaren en Bosniërs rooms-katholiek 70%, luthers 1%, moslim 1%, niet-gelovig 4,5%, andere 23% Sloveens, Servo-Kroatisch

euro 9,8% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

386 74% van de bevolking (cijfers 2014) SLO

Voor meer informatie over Slovenië zie: www.slovenia.info

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

216


Bijlage 1

Spanje Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Madrid 504 782 km² 1 918 km landgrenzen grenst aan: Andorra, Frankrijk, Gibraltar, Portugal, Marokko 4 964 km gemiddelde temperatuur Juli: 31° - Januari: 2°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

koninkrijk 12 oktober 1986

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

46,5 miljoen > 65 jaar: 17,7% 81,8 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Spanjaarden, Zuid-Amerikanen, Afrikanen en Oost-Europese immigranten rooms-katholiek 70,5%, andere Spaans, Catalaans, Galicisch, Baskisch

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

euro 24,5 % (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

34 77% van de bevolking (cijfers 2014) E

Voor meer informatie over Spanje zie: www.spain.info

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

217


Bijlage 1

Tsjechië Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Praag 78 866 km² 1 881 km landgrenzen. grenst aan: Oostenrijk, Duitsland, Polen, Slowakije. geen gemiddelde temperatuur Juli: 23° - Januari: -5°

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

koninkrijk 28 oktober 2004

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

10,5 miljoen > 65 jaar: 16,8% 77,4 jaar

Bevolkingsgroepen: Godsdienst:

Tsjechen, Moraviërs, Slowaken, Duitsers, Polen, Roma rooms-katholiek 27%, protestant 4,6%, orthodox 3%, andere 13%, meer dan 60% niet-gelovigen Tsjechisch

Taal:

Munteenheid: Werkloosheidscijfer:

Tsjechische Kroon 6,1% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

420 81% van de bevolking (cijfers 2014) CZ

Voor meer informatie over Tsjechië zie: www.czechtourism.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

218


Bijlage 1

Zweden Hoofdstad: Landoppervlakte: Grenzen: Kustlijn: Klimaat:

Staatsvorm: Nationale feestdag: Toetreding tot EU:

Inwoners: Leeftijdsverdeling: Levensverwachting:

Bevolkingsgroepen: Godsdienst: Taal:

Munt: Werkloosheidscijfer:

Stockholm 450 000 km² 2 233 km landgrenzen. grenst aan: Finland, Noorwegen 3 218 km gemiddelde temperatuur Juli: 22° - Januari: -5°

koninkrijk 6 juni 1995

9,6 miljoen > 65 jaar: 19,1 % 81 jaar

Zweeds, Fins luthers 73%, rooms-katholiek, baptist, moslim, joods, boeddhisten Zweeds

Zweedse Kroon 7,9% (cijfers 03/2015)

Internationale telefooncode: Internetgebruikers: Autokenteken:

46 93% van de bevolking (cijfers 2014) S

Voor meer informatie over Zweden zie: www.visitsweden.com

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

219


Bijlage 2

BIJLAGE 2

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

220


Bijlage 2

Marokko

Egypte

Israël

Australië

Irak

Tunesië

Brazilië

China

Japan

Verenigde Staten van Amerika

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

221


Bijlage 2

Zwitserland

Noorwegen

IJsland

Servië

Oekraïne

Macedonië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

222


Bijlage 2

Italië

Frankrijk

Nederland

Spanje

Hongarije

Polen

Finland

Denemarken

Cyprus

Estland

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

223


Bijlage 2

België

Luxemburg

Duitsland

Griekenland

Portugal

Verenigd Koninkrijk

Ierland

Zweden

Oostenrijk

Tsjechië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

224


Bijlage 2

Letland

Litouwen

Malta

Slovenië

Slowakije

Bulgarije

Roemenië

Kroatië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

225


Bijlage 3

BIJLAGE 3

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

226


Bijlage 3

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

227


Bijlage 4

BIJLAGE 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

228


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

229


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

230


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

231


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

232


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

233


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

234


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

235


Bijlage 4

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

236


Bijlage 4

1.

2.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

237


Bijlage 4

3.

4.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

238


Bijlage 4

5.

6.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

239


Bijlage 4

7.

8.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

240


Bijlage 4

9.

10.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

241


Bijlage 4

11.

12.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

242


Bijlage 5

BIJLAGE 5

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

243


Bijlage 5

VRAGEN 1.

2.

Waarom zijn we met de Europese samenwerking gestart?

Hoeveel sterren staan er op de Europese vlag?

3.

4.

Welke Fransman stelde voor om met de Europese samenwerking te starten?

Welk verdrag was de start van de Europese samenwerking?

5.

6.

Met hoeveel landen is de Europese samenwerking gestart?

Hoeveel landen zijn momenteel lid van de Europese Unie?

7.

8.

Met welk verdrag besloot men om samen te werken op gebied van atoomenergie?

Hoeveel inwoners telt de Europese Unie?

9.

10.

Hoeveel inwoners telt de Verenigde Staten?

Wanneer vieren we de Europese feestdag?

11.

12.

In 1973 traden enkele landen Wanneer trad Griekenland tot tot de EG toe. Welke? de EG toe?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

244


Bijlage 5

13.

14.

Hoeveel landen traden toe tot de Europese Unie in 2004?

Waarom werd de euro ingevoerd?

15.

16.

Welke drie landen kwamen in 1995 bij de Europese Unie?

Hoe luidt het Europese motto?

17.

18.

Waarom startte de Europese samenwerking op vlak van kolen en staal?

In welk jaar gingen de grenzen open in Europa?

19.

20.

Wat is, naast vrede, een belangrijke reden om samen te werken in Europa?

Welk land, in het midden van Europa, is geen lid van de Europese Unie?

21.

22.

Wat is de titel van het Europese volkslied?

Wanneer viel de Berlijnse Muur?

23.

24.

Hoeveel lidstaten van de Europese Unie hebben de euro als officiële munt?

Hoe heette de Europese Unie vroeger?

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

245


Bijlage 5

ANTWOORDEN

A.

B.

Om vrede te stichten in Europa

12 D.

C.

Het EGKS-verdrag.

Robert Schuman

(Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)

E.

F.

6

28

G.

H.

Het Euratom-verdrag

Bijna 507 miljoen

I.

J.

310 miljoen

Op 9 mei

K.

L.

Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken

In 1981

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

246


Bijlage 5

N. M. Tien landen

Om de betalingen tussen de Europese landen te vergemakkelijken

O.

P.

Zweden, Finland en Oostenrijk

“Eenheid in verscheidenheid”

Q. Omdat deze grondstoffen nodig zijn bij het maken van wapens

R. In 1993

S.

T.

Ervoor zorgen dat er welvaart is in Europa

Zwitserland

U.

V.

“Alle mensen worden broeders”

In 1989

W.

X.

19 landen

De Europese Gemeenschap

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

247


Bijlage 7

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

248


Bijlage 6

BIJLAGE 6

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

249


Bijlage 6

Italië

Frankrijk

Nederland

Spanje

Hongarije

Polen

Finland

Denemarken

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

250


Bijlage 6

Cyprus

Estland

België

Luxemburg

Duitsland

Griekenland

Portugal

Het Verenigd Koninkrijk

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

251


Bijlage 6

Ierland

Zweden

Oostenrijk

Tsjechië

Letland

Litouwen

Malta

Slovenië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

252


Bijlage 6

Slowakije

Bulgarije

Roemenië

Kroatië

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

253


Bijlage 7

BIJLAGE 7

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

254


Bijlage 7

GROEP 1

1.

2.

De schilder James Ensor woonde in een stad aan de kust van dat land.

Leonardo Da Vinci en Michelangelo komen uit dat land.

3.

4.

De Deltawerken zijn er een geheel van bruggen en dijken die er moeten voor zorgen dat er geen overstromingen meer komen. In 1953 verdronken veel mensen toen de zee het land overspoelde.

Het staatshoofd van dat land is een groothertog.

5.

6.

Als je op de kaart kijkt, heeft dat land de vorm van een zeshoek.

Tussen 1901 en 1933 hebben in totaal 31 inwoners van dat land een Nobelprijs gekregen.

7.

8.

Algerije was tot begin van de jaren zestig een kolonie van dat land.

In 1830 werd België onafhankelijk van dat land.

9.

10.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

255


Bijlage 7

Dat land heeft maar liefst negen De Alpen en de Apennijnen zijn buurlanden. bergketens in dat land.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

256


Bijlage 7

GROEP 2

1.

2.

Schotland en Wales maken deel uit van dat land.

Dublin is de hoofdstad van dat land.

3.

4.

Het land wordt ook wel eens het ‘smaragdengroene eiland’ genoemd.

Lego, Tuborg en Carlsberg zijn merken uit dat land.

5.

6.

De Vikingen kwamen uit dat land.

India en Pakistan waren tot 1947 kolonies van dat land.

7.

8.

William Shakespeare en Rudyard Kipling zijn schrijvers uit dat land.

Kopenhagen is de hoofdstad van dat land.

9.

10.

Saint Patrick’s Day is er een belangrijke feestdag.

Dit land telt 64 miljoen inwoners.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

257


Bijlage 7

GROEP 3

1.

2.

Dat land vormt samen met Spanje het Iberisch schiereiland.

De ‘fado’ is er een geliefde muziekkeuze.

3.

4.

In de hoofdstad vind je de indrukwekkende Akropolis.

‘Moussaka’ is er één van de bekendste gerechten.

5.

6.

De bekende architect Gaudi komt uit dat land.

Van 1936 tot en met 1939 woedt in dat land een burgeroorlog. Daarna komt Franco er aan de macht.

7.

8.

In 776 voor Christus vinden er voor het eerst Olympische Spelen plaats, ter ere van de oppergod Zeus.

De ‘flamenco’ is hun bekendste dans.

9.

10.

De populaire vakantiebestemming Benidorm ligt in dit land.

Uit dat land gingen vele ontdekkingsreizigers op tocht over heel de wereld. Het land had dan ook verschillende kolonies. Eén van die ontdekkingsreizigers was Vasco da Gama.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

258


Bijlage 7

GROEP 4

1.

2.

Alfred Nobel, de uitvinder van het dynamiet, werd er geboren. Jaarlijks wordt de Nobelprijs uitgereikt aan mensen die iets goeds hebben verwezenlijkt

Dat land herken je aan de duizenden meren en ontelbare bossen.

3.

4.

In 1756 werd Wolfgang Amadeus Mozart er in Salzburg geboren.

De Alpen en Vooralpen beslaan er bijna 70% van het landoppervlak.

5.

6.

Volvo en Saab zijn automerken uit dat land.

Nokia, het bedrijf dat GSM’s maakt, komt uit dat land.

7.

8.

Johann Strauss is een componist uit dat land.

De inwoners zijn er dol op de sauna en de kerstman zou er wonen.

9.

10.

Een andere naam voor dat land is ‘Suomi’.

Astrid Lindgren, de schrijfster van ‘Pipi Langkous’ komt uit dat land.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

259


Bijlage 7

GROEP 5

1.

2.

Dit land is één van de Baltische Staten.

Krakau was vroeger de hoofdstad van dat land.

3.

4.

Voor 1992 vormde dat land één land met Tsjechië.

De inwoners van dat land noemen zichzelf Magyaren.

5.

6.

Meer dan 30% van de bevolking woont in de hoofdstad Tallinn.

Voor dat land is de beroemdste kunstenaar van die tijd, de in 1810 geboren pianist en componist Chopin.

7.

8.

De nationale munt is de forint.

Je vindt het land (eigenlijk een aantal eilanden) in de Middellandse Zee, tussen Sicilië en Tunesië.

9.

10.

De ridders van de Johannietenorde bouwden er mee aan de hoofdstad La Valetta.

Het bekendste gerecht uit dat land is de goulash.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

260


Bijlage 7

GROEP 6

1.

2.

Dat land is een eiland in de Middellandse Zee en ligt niet zo ver van Turkije.

De hoofdstad van dat land is Ljubljana.

3.

4.

Samen met Litouwen en Estland vormt dat land de ‘Baltische Staten’.

De munt van dat land heette vroeger de litas.

5.

6.

Dat land maakt deel uit van de streek die we ‘de Balkan’ noemen.

Ongeveer een kwart van de bevolking is er Rus, Witrus, Oekraïner, Litouwer of Pool.

7.

8.

Dit land was vroeger een onderdeel van Joegoslavië.

De hoofdstad van dit land ligt aan de rivier de Moldau.

9.

10.

Door de hoofdstad van dat land De naam van het bier ‘pils’ is uit loopt er een grens. Er is immers dat land afkomstig. een Grieks en een Turks gedeelte.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

261


Bijlage 7

GROEP 7

1.

2.

In dit Oost-Europese land wordt een Romaanse taal gesproken.

De stropdas werd in dit land uitgevonden.

3.

4.

Uit welk land komt voetbalploeg Steau Boekarest?

De munt van dit land

5.

6.

Zagreb is de hoofdstad van dit land.

Zo schrijf je de naam van dit land in de taal van dit land:

heet de ‘lev’.

‘България’. 7.

8.

De Romeinse provincie Dacia lag in dit land. Het automerk uit dit land draagt dezelfde naam.

Het land heeft 1.244 eilanden.

9.

10.

Als je het zwart in de Belgische vlag vervangt door blauw, dan bekom je de nationale vlag van dit land.

Een auto met landencode ‘BG‘ op de nummerplaat komt uit dit land.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

262


Bijlage 8

BIJLAGE 8

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

263


Bijlage 8 Als er een Europese wet moet gemaakt worden, start alles bij de Europese Commissie. Er zijn 28 commissarissen voor de hele EU. Elke lidstaat heeft er één, maar ze mogen niet aan het belang van hun eigen land denken. Ze moeten werken voor alle Europese lidstaten samen. Die commissarissen hebben elk een eigen domein waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Als zij bijvoorbeeld vinden dat op elk pakje sigaretten een gezondheidswaarschuwing moet staan, dan maken zij daarover een ‘wetsvoorstel’. In dit geval moet de commissaris voor volksgezondheid dat doen.

Het Berlaymont-gebouw waar de Commissie vergadert.

Dit voorstel gaat dan naar het Europees Parlement. Daar zetelen 751 mensen, die de inwoners van de EU vertegenwoordigen. De leden van het Europees Parlement worden om de vijf jaar door de Europeanen verkozen. Het Europees Parlement komt samen in Straatsburg en in Brussel. Ze bekijken het wetsvoorstel van de Commissie en geven er hun mening over.

Het Europees Parlement.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

264


Bijlage 8 Als het Europees Parlement akkoord gaat met het voorstel om op elk pakje sigaretten een waarschuwing te plaatsen, mag het voorstel naar de Ministerraad. Dat zijn de ministers van alle landen van de EU die geregeld bijeen komen. Natuurlijk komen ze niet telkens allemaal samen. Als er iets moet besproken worden over landbouw, dan vergaderen de ministers van Landbouw, gaat het over geld dan zijn de ministers van Financiën, enz. Voor het voorstel van de sigarettenverpakking zullen alle ministers van Volksgezondheid samenkomen.

Het Justus-Lipsius gebouw of Consilium waar de Ministerraad vergadert.

Als het wetsvoorstel is goedgekeurd dan moet de Commissie ervoor zorgen dat de wet in alle landen van de EU wordt toegepast. Als er landen, bedrijven of EU-burgers zijn die de wet niet toepassen, dan kan de Commissie ze voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dagen. De Europese rechters zullen dat land een zware boete opleggen. Tabaksbedrijven die geen waarschuwing op hun pakjes drukken, moeten dan voor het Hof van Justitie verschijnen.

Het gebouw in Luxemburg waar het Europees Hof van Justitie zetelt.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

265


Bijlage 9

BIJLAGE 9

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

266


Bijlage 9 Wilfried, 55 jaar, vrachtwagenchauffeur:

“Vorige week vierden we bij ons thuis een groot feest. Mijn vader werd 85 jaar oud en op dezelfde dag vierde mijn zoon zijn 30ste verjaardag. Een reden dus om te feesten! En ook een gelegenheid om straffe verhalen te vertellen…

Mijn vader, Jos, vertelde over hoe hij in de jaren vijftig boter smokkelde van Nederland naar België. Boter was in die tijd schaars in België en kostte ruim het dubbel van wat je er in Nederland voor betaalde. Aangezien er nog overal in Europa grenzen waren, moest je aan de grenzen belastingen betalen op de aankopen in het buitenland. Smokkelen was dus goedkoper. Mijn vader had bijvoorbeeld zijn auto omgebouwd: hij had een verborgen ruimte tussen het dak van de auto en de binnenkant waar hij de boter verstopte. De politie en de douane wisten van die smokkelaars en probeerden hen op allerlei manieren te betrappen. Maar mijn vader was de politie steeds te slim af…

Zelf weet ik ook veel van grenzen en grenscontroles. Als vrachtwagen-chauffeur moet ik regelmatig naar het buitenland. Gelukkig heeft men al in 1993 de grenzen in Europa afgeschaft. Wel, tenminste, de grenzen tussen de landen van de Europese Unie. Maar als ik in de jaren negentig naar Polen of Tsjechië moest met mijn vrachtwagen was dat een groot avontuur. Vaak moest ik meer dan twintig uur aanschuiven aan de grens! Die lange files zijn niet verwonderlijk als je ziet wat er allemaal door de douane moest gecontroleerd en ingevuld worden.

Mijn zoon Jonas heeft het allemaal gemakkelijker. Hij is net als ik vrachtwagenchauffeur maar hij moet nooit zo lang aanschuiven aan de grens. Sinds 2004 zijn Polen en Tsjechië en nog een heleboel landen ook lid geworden van de Europese Unie en nu zijn de grenzen met die landen opengegaan.

Met al die verhalen werd het een heel gezellig feest. Jammer dat mijn dochter Mieke er niet kon bij zijn. Sinds 1993 mag je als Europees burger gaan wonen en werken in een andere EU-lidstaat en dat is precies wat ze nu doet. Zij studeert een jaartje in Spanje en moest een examen voorbereiden. Gelukkig is er zoiets als de GSM. Zo kon ze toch nog eens bellen. Door de concurrentie tussen de telefoniebedrijven is bellen van Spanje naar België zelfs niet zo heel duur. Sinds 1993 is er immers vrij verkeer van diensten. Dit wil zeggen dat meerdere firma’s telefoondiensten mogen aanbieden. Alle firma’s houden de prijs zo laag mogelijk zodat de klanten zeker voor hen zouden kiezen. Soms rekenden buitenlandse operatoren echter toch nog fikse bedragen door, maar sinds 2007 zijn er maximumprijzen voor Europese GSM-gesprekken. En dat allemaal dankzij Europa!”

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

267


Bijlage 10

BIJLAGE 10

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

268


Bijlage 10

1. Meer landen bij het Akkoord van Schengen

Op onze berichtgeving over de open grenzen in Europa, kregen we heel wat lezersbrieven. Veel mensen zijn wel blij met de open grenzen, maar vrezen toch dat misdadigers nu vrij spel zullen krijgen. Minister van Binnenlandse Zaken Albert Delmeir ontkent dit:

“Als de grenzen binnen de Europese Unie open zijn, heeft dit alleen maar voordelen. Er kan vlot handel gedreven worden, want de vrachtwagens verliezen geen tijd aan de grens. Wie op vakantie wil, kan nu ook gewoon doorrijden. En onderschat vooral het belang niet van de euro die we begin 2002 hebben ingevoerd. Door die open grenzen en ons gezamenlijk geld kan iedereen leven, wonen, studeren en werken in de Europese Unie zoals hij dat in eigen land zou doen.

Om de misdadigers toch tegen te houden, bestaan de Akkoorden van Schengen. Dat hebben we met België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk in 1985 geregeld. Momenteel doen er al 26 landen mee met dat Akkoord van Schengen. Het zijn alle landen van de Europese Unie behalve Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Roemenië, Bulgarije en Kroatië. Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland, die geen lid zijn van de EU, doen wél mee. Daardoor heb je 26 landen die iedereen die van buiten de Europese Unie komt grondig controleren.

Vergeet echter niet dat de Akkoorden van Schengen er ook voor zorgen dat de politie van die zesentwintig landen goed met elkaar samenwerkt. En daardoor hebben de criminelen minder kans om te ontsnappen.”

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

269


Bijlage 10

2. Akkoord in Schengen tegen grensmisdaad

Al jaren worden vooral grensgemeenten en –steden geteisterd door gangsterbendes. Ze slaan toe en verdwijnen dan bliksemsnel over de grens. Omdat de politiediensten van de verschillende Europese landen niet goed samenwerken, worden de meeste bendes nooit gevat.

Om daar een einde aan te stellen, kwamen de ministers van Buitenlandse Zaken van ons land, Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland bijeen in het Luxemburgse stadje Schengen. Voor hen moet het jaar 1985 het jaar worden waarin de internationale dievenbendes een halt wordt toegeroepen.

Wat is er nu precies in Schengen afgesproken? Vooreerst zullen de politiediensten van de vijf landen beter met elkaar samenwerken. Er werd zelfs afgesproken dat ze in bepaalde gevallen boeven mogen blijven achtervolgen op elkaars grondgebied. Als gangsters dus bijvoorbeeld toeslaan in Knokke, zal de politie (of rijkswacht) van Knokke ze kunnen achternazitten tot in Nederland. Ondertussen kunnen ze de Nederlandse politie bellen, die de criminelen kan arresteren.

Een belangrijk element is zeker de installatie van het SIS: het Schengen Information System. Dat is een grote computer in Straatsburg waar de politie van de vijf landen allerlei gegevens zal instoppen. Dat zal gaan over gezochte personen, gestolen paspoorten of identiteitskaarten, mensen die vermist zijn of wagens die gestolen werden. Als al die gegevens verzameld worden, kan elke politieman van de vijf landen ze inkijken en gebruiken. Dat maakt bijvoorbeeld het opsporen van gestolen auto’s een stuk gemakkelijker.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

270


Bijlage 10

3. Ramkrakers in Sluis aangehouden

In de nacht van 1 op 2 september 2005 gebeurde er een ramkraak op de bekende Knokse juwelierszaak ‘Créations Gérard’. Een dievenbende poogde met een bestelwagen een uitstalraam aan de Van Renterghemdreef stuk te rijden. Toen dat niet lukte, reden ze weg richting Sluis. De gealarmeerde Knokse politie zette de achtervolging in en bleef doorgaan tot ze in Sluis versterking kregen van de Nederlandse collega’s. Met twee patrouillewagens van de Sluise agenten konden de daders worden klemgereden en in de kraag gevat.

Europol, de Europese politiedienst, die in Den Haag is gevestigd, liet ons weten dat het om een internationaal geseinde bende, met vertakkingen tot in Portugal en Denemarken, gaat. Naast het overvallen van juwelierwinkels, waren de gangsters nog actief in het drugmilieu en de mensenhandel. Kolonel Kerckhof van Europol toonde zich bijzonder tevreden met de arrestatie: “Neen, Europol heeft de bende niet gearresteerd. Dat is het werk van de Belgische en de Nederlandse politie. Wij zijn er enkel om informatie door te spelen aan de politiediensten van alle 25 landen van de Europese Unie. Met die informatie kunnen zij dan aan de slag. Het is de bedoeling dat Europol later nog uitgroeit tot een soort FBI (zoals ze dat in Amerika kennen), een politie die overal in Europa aan het werk kan. Maar voorlopig is dat nog niet het geval. Wij ondersteunen enkel de nationale politiemensen.”

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

271


Bijlage 10

4. Smokkelaars in de kraag gevat

Tijdens een grootscheepse actie pakte de rijkswacht, in samenwerking met de douane, zeven smokkelaars op. Onder hen de beruchte Germain Steyaert en Willy De Smet. Steyaert en De Smet worden ervan verdacht al lang allerlei goederen over de grens te smokkelen. Er wordt vermoed dat ze hun activiteiten in 1975 begonnen zijn. Nu, zeven jaar later, moeten ze wellicht een ongelofelijk groot aantal zaken over de Belgische grens naar Nederland gebracht hebben. De belastingen die ze daardoor niet betaald hebben, lopen in de miljoenen frank. Er wacht ze vermoedelijk een grote boete en een lange gevangenisstraf.

Steyaert werd in het begin van de jaren zeventig al eens aangehouden. Wegens een gebrek aan bewijzen werd hij echter vrijgelaten. Toen werd hij beschuldigd van een jarenlange smokkel van boter. Hij zou die met de bromfiets uit Nederland over de Belgische grens gebracht hebben. De verkoop ervan zou hem grote winsten hebben opgeleverd. Er werd destijds ook gedacht dat hij met omgebouwde auto’s werkte. Daarin was een vals plafond gemaakt, waarin hij boter kon verbergen en zo over de grens smokkelen.

In 1968 werd Willy De Smet veroordeeld voor de smokkel van vee. ’s Nachts bracht hij Nederlandse melkkoeien van Sluis naar Zeebrugge. Om de douane en de politie te verschalken stak hij zelfs met de dieren twee kanalen over. Soms gebeurde dat met een bootje, soms waadde hij door ondiepe plaatsen.

Het is zeer de vraag of de aanhouding van De Smet en Steyaert de smokkel in de grensstreek een halt zal toeroepen. De douanediensten, rijkswacht en politie blijven alert.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

272


Bijlage 10

5. Grenzen in Europa eindelijk open

Zoals elk jaar veranderen er ook nu weer een aantal zaken op 1 januari. De posttarieven stijgen, een treinkaartje kost wat meer en een gewoon brood slaat met 10% op. Maar 1 januari 1993 betekent toch wel een zeer grote verandering voor wie vaak op reis gaat. Op die dag bestaan de grenzen tussen de twaalf landen van de Europese Gemeenschap niet meer. In Rekkem, aan de Franse grens, hebben de Belgische en de Franse douaniers verleden week hun controleposten ontruimd. Hetzelfde gebeurde aan de NederlandsBelgische grens, de Frans-Duitse grens, enz.

Het is gedaan met stoppen aan de grens en je wagen laten controleren. Wie op reis gaat naar Spanje kan rustig doorrijden van ons land naar Frankrijk en zo de Spaanse grens overwippen. Niet alleen voor de reislustigen (of wie bvb. inkopen wil doen in Sluis) is dat leuk. Het is vooral goed nieuws voor de bedrijven. Hun vrachtwagens moeten niet meer uren aanschuiven aan de douaneposten en er moeten minder papieren worden ingevuld.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

273


Bijlage 10

6. Drieste overvallers met miljoenenbuit weg

De eerste april 1983 zal Monique Bullynck nog lang in het geheugen gegrift blijven. Toen ze om negen uur haar kledingzaak aan de Lippenslaan in Knokke opende, stond ze oog in oog met twee gemaskerde mannen. In een mum van tijd werd ze vastgebonden en stak er een prop in haar mond. Onder bedreiging van een machinepistool moest ze toezien hoe de gangsters (die geen woord spraken) de duurste kledingstukken van de collectie meegraaiden. Een kast met kleine juwelen werd eveneens leeggeroofd.

Toen Bullynck zich kort daarna kon bevrijden, sloeg ze onmiddellijk alarm. De politie van Knokke kwam ter plaatse en deed de nodige vaststellingen. De rijkswacht organiseerde een klopjacht en sloot de grens met Nederland volledig af. Dat leverde geen enkel resultaat op. Ook een actie met de helikopter bracht geen resultaten.

Volgens Commandant De Groote van de Bijzondere Opsporingsbrigade gaat het wellicht om een Poolse dievenbende. Ze slaan vaak toe in grensgemeenten en vluchten vervolgens razendsnel over de grens. Tegen dat de Belgische politiediensten de Nederlandse collega’s verwittigd hebben, zijn de gangsters al in Duitsland, vanwaar ze naar Polen doorrijden. Volgens De Groote werken de Europese politici momenteel aan afspraken om de politie in Europa beter te laten samenwerken. Minister Verhelst van Buitenlandse Zaken kon ons daarover nog niets concreet meedelen.

‘Zeg eens EU’ is een realisatie van Ryckevelde vzw © Ryckevelde vzw 2015 – www.ryckevelde.be

274


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.