CASEBOOK BioSCENTer Jasper Vandegaer, Frederik Lagrange, Sam Weckx KHLim - MAD-Faculty 2011
& Laura Gorissen
Casebook Inhoud Voorwoord Inleiding
p1 p1 p2
Research: invalshoek Doelgroepenanalyse Wervingscampagnes door scholen in binnen en buitenland Omgevingsanalyse SWOT-analyse
p4 p5 p7 p9 p 15
Conceptbeschrijving
p 16
Marketingcommunicatieplannen: Communicatieplan voor de derde graad Communicatieplan voor de studenten van BioSCENTer
p 17 p 18 p 23
ICT:
Briefing: Huisstijl Communicatie Abstract
Concurrentie analyse Trendanalyse ER schema / relationeel schema Toekomstige aanpassingen
p 25 p 27 p 28 p 28
Grafische Vormgeving : Concurrentie/trendanalyse Screenshots van de website
p 29 p 30
Audiovisuele : Concept Storyboard
p 31 p 32
Schriftelijk verslag van usability testing
p 33
Bibliografie
p 35
Bijlagen
p
Planning :
p
Voorwoord Dit casebook komt voort uit een samenwerking tussen de MADFaculty en BioSCENTer. Het is een resultaat van hard werken, research doen en vergaderen. Gedurende een periode is er door de groep BioVision hard gewerkt om een resultaat neer te zetten dat kan voldoen aan alle wensen van BioSCENTer en de beoordelende lectoren. Dit eindresultaat kan ook gezien worden als een wisselwerking van kennisoverdracht. De materie die de studenten van BioSCENTer behandelen ligt mijlenver van de materie waar wij dagelijks tijdens opleiding mee bezig zijn. Zonder de goede samenwerking met de studenten en professoren van BioSCENTer was het nooit mogelijk geweest om dit project tot een einde te brengen. Voor de mensen van BioSCENTer was het ook niet altijd gemakkelijk om meteen mee te zijn in de uitleg van onze projecten. Het was een kwestie van begrijpbaar communiceren.
Inleiding In het schooljaar 2010-2011 besloten de MAD-Faculty en BioSCENTer een samenwerking aan te gaan. Deze samenwerking resulteerde in een opdracht voor de studenten van het schakeljaar Communicatie & Multimediadesign van de MAD-Faculty voor het programmaonderdeel Project Lab. BioSCENTer besloot de hulp van de studenten in te schakelen voor de herprofilering van de huisstijl. De huidige huisstijl was verouderd en had niet het gewenste internationale karakter waarmee BioSCENTer naar buiten wil treden. Er moest een nieuwe uniforme huisstijl komen die op nationaal en internationaal niveau toepasbaar is en een reflectie is van de 4 componenten van BioSCENTer: moleculair, computationeel, bio informatica en life sciences. De hulp van de studenten van de MAD-Faculty kon hierbij wel gebruikt worden. Door de inzichten vanuit de studie moesten zij in staat zijn met een creatieve aanpak te komen om de vernieuwde huisstijl door te voeren voor alle communicatieniveaus die tot de verbeelding van de doelgroepen spreekt. Het resultaat is het concept BioVision bestaande uit BioSCENTer en BioSCENTv met een overkoepelende grafische stijl geworden. Deze huisstijl heeft een vernieuwing ondergaan en er is sprake van meer interactiviteit en dynamiek.
01 Briefing BioSCENTer uit Leuven is de samenwerking met de MAD-Faculty aangegaan voor een drietal einddoelen: een nieuwe huisstijl, een communicatieplatform voor nieuwe wetenschappers opstarten en communicatie met het breed publiek opzetten.
Huisstijl
Communicatie
De studenten van het schakeljaar Communicatie & Multimediadesign van de MAD-Faculty kregen de opdracht een nieuwe huisstijl te ontwerpen voor BioSCENTEr. Deze huisstijl moet op nationaal en internationaal vlak een uniforme, herkenbare uitstraling hebben. Het centrum wil zich met deze uitstraling nationaal en internationaal kunnen profileren. De stijl moet ook een reflectie zijn van de 4 clusters van BioSCENTer: moleculair, computationeel, bio informatica en life sciences.
Er is nood aan een webplatform om bredere communicatie mogelijk te maken. Er heerst een kloof tussen wetenschappers en het brede publiek en afstuderende leerlingen van de middelbare school. Wetenschap moet toegankelijker worden gemaakt voor jonge mensen met een interesse in wetenschap en het brede publiek. BioSCENTer wil daarom haar projecten en opleidingen op een begrijpbare manier voorstellen aan de doelgroepen. Dit moet een beter inzicht geven in de praktijken van BioSCENTer. Deze voorstelling van BioSCENTer kan gebeuren aan de hand van filmpjes, interviews met jonge wetenschappers en studenten, een project in de kijker plaatsen of case studies. Mensen moeten op een ludieke manier worden overgehaald om een studie rond Wetenschap en Technologie te gaan studeren. Communicatie die gericht is van klein tot oud.
Voor de huisstijl moet een nieuw logo ontworpen worden, vernieuwing van de website en templates voor een PowerPointpresentatie, posters en aankondigingen. Met de vernieuwde huisstijl moeten wetenschappers naar buiten kunnen treden met hun onderzoeksresultaten.
Abstract Het project dat we in dit casebook aanreiken, zou een oplossing kunnen bieden aan het eenzijdige communicatieplatform van BioSCENTer. Het nieuwe aangeboden communicatieplatform geeft de bezoeker de mogelijkheid om zelf inhoud te genereren. Omdat we in een visuele maatschappij leven en nieuwe media niet meer weg te denken is, hebben wij een dynamisch project ontwikkeld dat gewapend is voor de toekomst. Bovendien ontstaat er een steeds grotere vraag naar videocontent, niet alleen in het privéleven, maar ook in het zakenleven. We leven in een beeldcultuur waarbij beeld een integraal onderdeel vormt van de rest van de communicatiemix. Om deze trend te kunnen beantwoorden hebben wij BioSCENTer opgesplitst in 2 “luiken” die elkaar aanvullen en met elkaar in wisselwerking staan. Luik 1, genaamd “BioSCENTER”, is een dynamische website waar alle informatie te vinden is over BioSCENTer. Dit luik beantwoordt vooral vragen over BioSCENTer en de verschillende clusters. Luik 2, genaamd BioSCENTv, is de naam van het visueel platform dat doorheen het hele project de rode draad vormt. Dit luik bestaat uit zowel User Generated Content (UGC) als Producer Generated Content (PGC). Waar UGC meer gericht is op interactie met de doelgroep en het creëren van traffic naar de website, wordt PGC meer gebruikt voor sturende en educatieve doelstellingen.
03
www.bioscenter.be
Research Voor het project zijn we gestart vanuit een brede research niet alleen voor de doelgroep, maar ook is er gekeken naar eerdere campagnes om hieruit inspiratie te putten. We kunnen dan ook stellen dat we uit de research de nodige input hebben verzameld die ons concept heeft vormgegeven.
Invalshoek De inspiratie voor het concept BioSCENTv komt van de Antwerpse Campus Tv en de gelijknamige Nederlandse versie. Campus Tv werkt volgens het principe voor studenten en door studenten gemaakt. Campus Tv brengt het reilen en zeilen van de campus in beeld. De Antwerpse versie brengt wekelijks een portret van een persoon, die belangrijk is voor UA-studenten in beeld. Wekelijks komt een uitgebreide reportage aan bod en krijgen kijkers elke aflevering een interessante tip voorgeschoteld over het leven op de UA. Uiteraard komen de studenten zelf ook aan bod, ze kunnen hun zegje doen via de babbelbox, die wekelijks op een andere locatie te vinden is. De Nederlandse Campus Tv werkt met filmpjes en artikels rond verschillende thema’s lifestyle, werken, wonen, studie, sport, specials, liefde en vereniging. Kortom het volledige studentenleven komt aan bod. Vanuit Campus Tv is het productielabel Campus Productions in 2006 opgericht door de bekende presentator Beau van Erven Dorens, Mark Koster en Wouter Laumans. Campus Productions is een internet tv-bedrijf dat video’s produceert, maakt en verzint voor tientallen bedrijven, non-profitorganisaties en mediapartijen.
05 Doelgroepenanalyse Jongeren in het algemeen (16-24 jaar) Een studie over jongeren gemaakt door Microsoft (Microsoft, 2009) geeft een goed inzicht in deze doelgroep. Jongeren als algemeen begrip klopt niet. Je kan niet spreken van een homogene groep; er zijn namelijk verschillen tussen mannen en vrouwen, landen, leeftijd en verschillen in interesses, gewoonten en hobbies. Toch zijn er gelijkenissen. Ze hebben gemeen dat jongeren tussen 16 en 24 jaar zware gebruikers van digitale media in hun dagelijkse leven zijn. Jongeren zijn praktijkgericht, maar tegelijk ook wantrouwig over veiligheid en privacy. Ze zijn op zoek naar echte betekenisvolle menselijke relaties/interacties en geven de voorkeur aan plezier maken. Jongeren hebben ook angsten en ambities. Ze spiegelen zich veel met oudere generaties. Met reclame kan je hierop inspelen. Ze maken zich het meeste zorgen om het krijgen van een goede carrière (46%) en het krijgen van een goede opleiding (45%). Ze maken zich meer zorgen om dingen die hun dagelijkse leven raken dan hun omgeving, sociale issues of economie. Ze hechten veel waarde aan hun familie, partner en vrienden (volgorde van belangrijkheid). Vriendschappen zijn ook hiërarchisch geordend door de invloed van internet en sociale netwerken.
De websites die ze bezoeken en onderwerpen waarover ze discussiëren weerspiegelen hun dagelijkse interesses. Nieuws, gezondheid en financieën behoren niet tot hun interesses. Sport, technologie en muziek wel. Jongeren zijn vertrouwd met technologie, zij zijn ermee opgegroeid. Bij reclame is de tone of voice essentieel. Ze zien zichzelf als goed geïnformeerd en oplettend. Interactieve elementen trekken hen online aan. Ze zijn gevoelig voor humor, interactie en informatie van familie en vrienden. Ze staan open voor advertenties als ze surfen, het zoeken van informatie of winkelen online. Ze multitasken immers vaak online daardoor verdelen ze hun aandacht en hebben dan ook oog voor advertenties. Televisie wordt nog wel gekeken, maar wordt minder populair. Ze kijken wel televisie maar op andere schermen (pc, mobiel). Tegenwoordig is er het fenomeen media meshing: ze geven niet aan 1 medium tegelijkertijd hun volledige aandacht. Zelfs bij internet hebben ze op de achtergrond de tv of radio aan. Internet is het sleutel medium bij jongeren. Ze gebruiken het voor alles, internet is dan ook een medium dat alles onder 1 dak heeft. Hierdoor is het een must-have medium onder jongeren. Ze surfen niet alleen thuis, maar ook vanuit school, college of universiteit. Nu gebruiken ze ook de gsm of tablets zoals de ipad. Technologie gebruiken ze om sociaal actief te kunnen zijn vb. tijdens het shoppen sturen ze foto’s naar vriendinnen om advies te vragen. Jongeren worden gerekend tot een techno-savvy cultuur waarbij internet dan de meest geliefde technologie is. 70% van de 14 tot 24-jarigen gebruikt sociale media. Video is populair om online te kijken. 76% kijkt wel eens korte videoclips en 57% kijkt films of programma’s online. Dagelijks wordt op YouTube voor 14uur aan videomateriaal per uur geupload. Jongeren zijn erg beïnvloedbaar. Ze bezitten kennis en willen deze ook delen. User driven content laat zien hoe individuen en groepen een verschil kunnen maken en hun mening kunnen verspreiden over verschillende mediakanalen.
Marketingaanpakken die werken bij jongeren Virale marketing Mond-aan-mond reclame: promoten vb. mails met wensen, sms’en die je kan doorsturen. Wat je van een vriend krijgt wordt meer gewaardeerd. · Tribal Marketing Groep (stam) met leider: ze gaan zich van elkaar (andere groepen) onderscheiden met producten. Evenementen organiseren voor deze groepen. · Street marketing Individu in de straat aanspreken vooral om nieuwe producten te promoten of uit te testen. · Buzz marketing Mond-aan-mond hype creëren. Nieuw product lanceren en kijken hoe snel het opgepikt wordt. · Undergrond marketing Men geeft niet het gevoel dat er reclame wordt gemaakt of dat men aan het testen is. Acties worden “onbewust” georganiseerd (undercover: niemand zit erachter) · Product placement Verborgen reclame vaak in tv-series: product wordt door acteur gebruikt. · Mobile marketing De smart phones zijn zeer in opkomst en de mogelijkheden bijna onbegrensd. Bij jongeren is dit medium niet weg te denken waardoor ze op deze manier goed bereikbaar zijn. · Co-creatie Je maakt gebruik van de doelgroep. Zij geven informatie of suggesties over het product of dienst.
Vertaling van de doelgroepen naar het project Interne doelgroep: studenten van het bioSCENTer die zelf ook leveranciers zijn voor beelden voor BioSCENTv. Een van de behoeften van BioSCENTer zelf was om de activiteiten/projecten van studenten online te kunnen voorstellen. Door middel van het dagboek kunnen studenten op creatieve wijze zichzelf tonen dit beperkt zich niet alleen tot hun schoolprojecten maar ook in sociaal opzicht en het tonen van Leuven en de school. Studenten van het BioSCENTer hebben door hun studiekeuze al feeling met biotechnologie en BioSCENTer. Zij geven aan dat ze zichzelf zien als vakidioten en dat ze de indruk hebben dat onderzoek saai en moeilijk overkomt. Met het concept van BioSCENTv kunnen zij hun kennis met de toekomstige studenten delen om zo een negatieve klank aan biotechnologie en onderzoek om te zetten in een positief beeld.
Externe doelgroep: (mogelijke) studenten van het middelbaar onderwijs die voor het bioSCENTer kunnen kiezen. Dit zijn de studenten van de 3de graad van het middelbaar onderwijs. Dit is een leeftijdsgroep tussen de 15 -18 jaar. · 14-18 jaar: Puberteit. Kledij, cosmetica wordt belangrijk, net zoals e-mail en msn. Jongeren gaan zich onderscheiden vb. gothic,… Ze willen bijna individueel benaderd worden, maar kopiëren wel gedrag van 1824 jarigen. · 18-24 jaar: “Einstein”-generatie: grote hoeveelheid informatie die deze leeftijd moet verwerken. Ze worden vaak oppervlakkig genoemd, omdat er geprobeerd wordt alles te volgen, maar niet altijd met diepgang. --> Multitasken (tv, msn, gsm of huiswerk tegelijkertijd) Hot media voor deze doelgroep zijn sociale media, internet (algemeen), sms en televisie vaak al in afnemende mate. Voordelen van hot media zijn sterk ingeburgerd bij het publiek. Dus daardoor goed geschikt om opvattingen te verspreiden. Het medium zelf vormt geen drempel tussen zender en ontvanger. Jongeren zijn zelf ontvanger en zender zijn bij de media die ze gebruiken. Zij bepalen zelf de volgorde en het tempo van de boodschap die ze verspreiden. Jongeren reageren positief op interactieve campagnes. Mogelijke campagnevormen die goed werken bij jongeren zijn virale marketing, tribal marketing, street marketing, buzz marketing, underground marketing, product placement, mobile marketing, co-creatie. Belangrijk is op de eerste plaats dat het project aansluit bij de belevingswereld van jongeren. Het moet voor hen meteen duidelijk zijn wat ze aan het project hebben. Jongeren worden ook graag actief betrokken bij het geheel, dit doet ze sneller participeren. Door ze zelf voor een deel van het onderhoud van de website te laten zorgen, zorg je ervoor dat ze zich speciaal voelen (exclusiviteit). Jongeren zijn heel gevoelig voor authenticiteit. Ze hebben het door wanneer ze gemanipuleerd worden. Ze hebben een hekel aan “fake”. Je blijft daarom best dicht bij hun leefwereld, maar zorgt dat je niet nep uit de hoek komt door overdreven veel jongerentaal te gebruiken.
Intermediairs: dit kunnen lectoren zijn die een schakel vormen om de leerlingen van middelbare scholen te bereiken. Dit kunnen ook de professoren van BioSCENTer zijn die eigen studenten stimuleren om content te leveren, projecten voordragen van studenten, of zelf bijdragen leveren voor de reportages. Er is geen aparte segmentatie op basis van geslacht of op basis van geografie voor deze doelgroep.
07 Wervingscampagnes door scholen in binnen en buitenland Katholieke Hogeschool uit Mechelen De Katholieke Hogeschool uit Mechelen schakelde reclame- en communicatiebureau KickTease in om de hogeschool opnieuw te positioneren. Het bureau moest de KHM als de praktijk- en arbeidsmarktgerichte gerichte hogeschool naar laatstejaars uit het middelbaar onderwijs communiceren en daarmee leerlingen overtuigen om voor de KHM te kiezen. KickTease ontwikkelde een campagne rond de slogan: “Met theorie alleen red je het niet”, gevisualiseerd door het beeld van een klas die leert zwemmen op het droge. Dit concept werd omgezet naar o.a. : advertenties, bierviltjes ,affichage via het ‘Rapid’ netwerk, een videoclip Naast het concept rond de slogan werd er gekozen voor virale marketing Virale marketing: Om leerlingen te motiveren werd een ‘action marketing’ campagne ontwikkeld in de vorm van virale marketing. Laatstejaars kregen een e-mail met de uitdaging ‘Wie is de beste klascoach?’ De opdracht bestond uit zoveel mogelijk virtuele KHM-klassen met vrienden, medeleerlingen enz. te vormen. De hoofdprijs was een iPod. Deze actie kende een uitzonderlijk succes.
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
IPabo
De Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) is een van de grootste kunstacademies van Europa. Sinds 2005 is 178 aardige ontwerpers nauw betrokken bij de ontwikkeling van diverse communicatieprojecten van de HKU. Studentenwervingscampagnes, jaarverslagen, website, magazine’s, eindexamencatalogus en de aankleding van studiebeurzen/open dagen werden door de aardige ontwerpers van vorm en inhoud voorzien. Verder ontwikkelde 178 een uitbreiding op de bestaande HKU huisstijl, ter vergroting van de herkenbaarheid.
In de wervingscampagne Daarom IPabo prijzen studenten zelf hun school aan. IPabo is een hogeschool voor uitsluitend Pabo studenten, met vestigingen in Alkmaar en Amsterdam. Centraal in de campagne staan de leerlingen van IPabo zelf. Bijvoorbeeld op de site, via een filmpje of in een blog vertellen ze, wat zij zo bijzonder aan hun opleiding vinden. Ook in de andere middelen is dit idee verder uitgewerkt, zoals op affiches, in promotiemateriaal voor open dagen, op de website en in de folder. De campagne is een samenwerking tussen Huiscommunicatie en Ontwerpwerk.
Ook in 2010 vormt de pay-off ‘HKU. Vraagt wat’ de basisgedachte van de wervingscampagne. Het thema van de campagne is dit keer: Aan de HKU’er herken je de HKU. In zeven portretten is te zien hoe zeven verschillende studenten op de proef worden gesteld. Hard werken, niet opgeven, niet bang zijn en durven doen is wat op indringende maar positieve wijze wordt gecommuniceerd aan aankomende studenten. Middelen ontwikkeld door 178: website, poster, opleidingengids, brochures, advertenties en stadsbus bestickering.
Stenden Hogeschool (Leeuwarden) Ook Stenden Hogeschool schakelde een bureau in voor haar campagne om meer studenten naar de school te lokken. Dit keer ging het om Doornvogel een marketingbureau dat is gespecialiseerd in brand intimacy. Doornvogel bedacht een crossmediale wervingscampagne voor nieuwe studenten. Door gebruik te maken van een actiesite en minizines (die werden verspreid via cafés) werden scholieren door middel van aansprekende vrijetijdstips op de hoogte gebracht van de studiemogelijkheden aan Stenden Hogeschool. Zo was de tip ‘Stand-up comedie’ gekoppeld aan de lerarenopleiding en de tip ‘Overnachten in een capsule’ aan de hotelschool opleiding. Deze campagne met de naam Ten Things To Do Before You Decide’ werd ondersteund door posters en bagagelabels (die aan fietsen van scholieren werden gehangen). Via een bezoek aan de actiesite maakten scholieren kans op een reis naar de campus van CHN in Zuid-Afrika. De wervingscampagne zorgde voor landelijke persaandacht.
Hogeschool van Amsterdam De Hogeschool van Amsterdam en het bedrijfsleven zijn een samenwerking gestart voor de arbeidsmarktkrapte in de ICT enerzijds en de verminderde belangstelling van scholieren voor een ICT-opleiding anderzijds. Sinds 2001 kenden de opleidingen ICT een terugloop in nieuwe studenten. Aan de andere kant nam de vraag naar ICT’ers toe, waardoor er binnen 4 jaar een tekort van 12.000 ICT professionals zou zijn. Als antwoord op dit fenomeen heeft de opleiding Information Engineering (IE) van de HvA in Almere samen met het bedrijfsleven een innovatieve wervingscampagne opgezet. Voor campagne genaamd IE Challenge 2008 is een internetsite met veel visuele elementen gebouwd. Er werden radiostations ingeschakeld en er zijn 18.000 scholieren die havo-, vwo- of mbo-eindexamen persoonlijk op de hoogte gesteld. Het belangrijkste onderdeel van de campagne is de IE Challenge, deze biedt elke scholier de mogelijkheid zijn of haar talent te tonen. Een van de prijzen is 4 jaar gratis studeren aan de opleiding IE. Andere prijzen zijn laptops en Ipods. Bedrijven en ondernemers die zijn afgestudeerd bij de opleiding, leveren hiermee een bijdrage aan de oplossing van de arbeidskrapte in de ICT-branche. Bedrijven participeren ook in het onderwijs zelf.
Avans Hogeschool In januari 2009 is Avans Hogeschool met de wervingscampagne “Avans Hogeschool helpt je vooruit gestart’. De bedoeling is om de doelgroep klantgericht te benaderen en helpen met het maken van de juiste keuzes. Er wordt bij de campagne uitgegaan vanuit de student. Wat wil de student, wat kan hij en waar liggen zijn interesses? Naast de campagne is er ook een wervingssite die meer aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep. Er staan onder meer YouTube-filmpjes en een motivatie test op deze website. Deze test is gebaseerd op 5 typologieën. Deze typologieën zeggen iets over je. De uitslag van de test zegt iets over welk type je bent en worden een aantal suggesties wat betreft opleidingen gegeven. Op de website is ook informatie te vinden over de opendagen en andere wervingsevenementen. Voor deze wervingscampagne is meer gebruikt gemaakt van online media dan in het verleden.
09 Omgevingsanalyse Het beleid voor onderwijs en vorming gaat in een beleidsnota voor de jaren 2009 tot 2014 in op de factoren in de omgeving van Belgische scholen die een invloed kunnen hebben. Dit is een omgevingsanalyse voor het Belgisch onderwijs in zijn geheel dus van kleurteronderwijs tot hoger onderwijs. De factoren waarop wordt in gegaan zijn ook van toepassing op het hoger universitair onderwijs waartoe het BioSCENTer behoort. Of dit zijn factoren in de omgeving die in de toekomst een rol kunnen gaan spelen.
1. Demografische ontwikkelingen 1.1 Toenemende instroom in het onderwijs Sinds 2003 neemt het aantal geboorten opnieuw toe in zowel het Vlaams als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het FPB-ADSEI voorspelt dat het aantal geboorten in het Vlaams Gewest na een aantal jaren zal stabiliseren, terwijl dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verder stijgt gedurende het hele decennium. De inschrijvingen in het kleuteronderwijs nemen tot in 2016 toe. Pas in 2017 wordt een eerste (voorzichtige) daling voorspeld. Vanaf het schooljaar 2010-2011 zal het aantal inschrijvingen in het lager onderwijs stijgen. Vanaf 2016-2017 zal ook de leerlingenpopulatie in het secundair onderwijs aangroeien. De aangroei van de Brusselse leerlingenpopulatie lijkt nog sterker. Uit een recente studie bleek dat er tussen 2010 en 2020 drieduizend plaatsen in het basisonderwijs zouden moeten bijkomen, als de Vlaamse gemeenschap een vijfde van de leerlingen in Brussel wil blijven aanspreken. Tegen 2025 zouden er zelfs 4.500 extra plaatsen nodig zijn. Dat is het equivalent van een tiental scholen. Ook andere grote steden zullen in de toekomst kampen met een capaciteitsprobleem. In Antwerpen bijvoorbeeld verwacht men aan het begin van het schooljaar 2010-11 reeds een tekort van 1.450 plaatsen in de inloopklas van de kleuterschool. Bij ongewijzigde demografische tendens (en aanhoudend de huidige verhoogde vruchtbaarheidscoëfficiënt) groeit tegen 2025 de leerplichtige bevolking in Antwerpen met minimaal 36.000, maximaal 77.000 kinderen en jongeren aan. Jaarlijks komen heel wat kinderen en jongeren onder de 20 jaar België binnen. Ook dat aantal is de laatste jaren gestegen van 16.000 in de jaren 90 tot meer dan 22.000 in 2006. De grote meerderheid van deze kinderen is niet Nederlandstalig. In 2007 vroegen ongeveer 14.000 personen asiel aan, één op drie daarvan was een minderjarige in gezinsverband. Uit inschrijvingsgegevens blijkt dat in toenemende mate jongeren die in het Waals Gewest of in één van onze buurlanden wonen, in het Vlaams onderwijs ingeschreven zijn. Logischerwijze zullen deze leerlingen vooral voorkomen in onderwijsinstellingen nabij de land- of taalgrens. De relatief grote aanwezigheid van niet-Nederlandstalige inwoners in de Rand is een zaak van blijvende aard met als gevolg een grotere instroom van anderstalige leerlingen in het onderwijs.
1.2 Aanhoudende immigratie Inwijking vanuit het buitenland blijft de belangrijkste component van onze bevolkingsgroei. 2005 was een recordjaar met 105.000 geregistreerde immigranten en erkende/geregulariseerde asielzoekers. Iets meer dan de helft van de immigranten is afkomstig uit een EU-lidstaat, vooral Nederland en Frankrijk. Een belangrijke aandeel van immigranten uit de tweede generatie gaat op zoek naar een huwelijkspartner in het land van herkomst. In 2005 zou nog 70% van de Turkse en 50% van de Marokkaanse immigranten in België en Nederland een partner hebben gezocht in het land van oorsprong. Terwijl vroeger een groot deel van de immigranten naar Wallonië trok, is het Vlaams Gewest recent de populairste bestemming, gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het grootste deel van de immigranten kent bij aankomst in België de landstalen niet. In Vlaanderen volgen jaarlijks naar schatting 65.000 volwassen anderstaligen een cursus Nederlands als tweede taal (NT2) in een centrum voor basiseducatie, een centrum voor volwassenenonderwijs of een universitair talencentrum. Het gaat zowel om ongeletterde asielzoekers als om Europese ambtenaren.
1.3 Vergrijzing van bevolking en lerarenkorps De Vlaamse bevolking veroudert. Bevolkingsvooruitzichten voorspellen dat het Vlaams Gewest in 2021 33% inwoners jonger dan 30 jaar zal tellen en 21% 65-plussers. Volgens prognoses van de OESO zal het aantal mensen van 65 jaar en ouder in België bijna verdubbelen tegen 2050 (in concreto van 1,8 naar 3,2 miljoen). Ook al heeft Vlaanderen een relatief jong lerarenkorps, toch slaat ook hier de vergrijzing toe en dreigt - volgens het Arbeidsmarktrapport - weldra een tekort aan leerkrachten te ontstaan in zowel het basis- als het secundair onderwijs. In welke mate de economische crisis de instroom in het leerkrachtenberoep gunstig beïnvloedt, is op dit ogenblik nog niet helemaal duidelijk.
11 2. Onderwijs en arbeidsmarkt De introductie van het begrip ‘learning outcomes’ creëert een paradigmawissel waarbij niet het bereikte onderwijsniveau maar wel competentieontwikkeling steeds meer op de voorgrond treedt. Die benadering staat ook centraal in het Europees raamwerk voor kwalificaties (EQF).
2.1 De vraagzijde: tertiarisering en polarisering van de banenstructuur Technologische ontwikkelingen zorgen voor een automatisering van routinetaken, waardoor de tewerkstelling in bepaalde beroepen, voornamelijk in de secundaire sector, afneemt ten voordele van beroepen in de tertiaire en quartaire sector. De tewerkstelling groeit in beroepen waarvan abstracte taken de kern uitmaken en die complexe informatieverwerkende competenties vereisen. Die beroepen worden voornamelijk ingevuld door hoogopgeleide werknemers. Op het vlak van de vereiste competenties en kwalificatieniveaus is de tertiaire sector echter zeer duaal. Behalve kennisintensieve en goedbetaalde banen zijn er ook relatief veel laaggekwalificeerde en laagbetaalde banen. Salomons en Goos spreken van de polarisatie van de banenstructuur waarbij zowel de laagstbetaalde als de bestbetaalde banen relatief in omvang toenemen, terwijl het relatieve belang van de middencategorieën afneemt. Volgens de projecties van het Europese agentschap Cedefop zal die tendens zich in de toekomst verder zetten. Werkgevers blijken echter bij voorkeur mensen met relatief hoge onderwijsniveaus te rekruteren, ook voor vacatures voor zogenaamde ‘elementary jobs’. In de EU25 neemt de vraag naar hoger geschoolde arbeidskrachten (hoger onderwijs) toe van 20,9 % in 1996 tot 25,3 % in 2006 en 29,3 % in 2015. De vraag naar lager gekwalificeerde arbeidskrachten (maximum lager secundair) neemt af van 32,9 % in 1996 tot 26,2 % in 2006 en 20,8 % in 2015.
2.2 De aanbodzijde: toenemende scholingsgraad De laatste decennia is de scholarisatie sterk gestegen in vrijwel alle geïndustrialiseerde landen. Hierdoor neemt het aantal hooggeschoolden op de arbeidsmarkt systematisch toe, het aantal laaggeschoolden systematisch af. Bij de oudere generatie die in Vlaanderen de arbeidsmarkt verlaat, heeft slechts één op vijf een diploma hoger onderwijs en is ongeveer de helft laaggeschoold (maximum lager secundair onderwijs). Zij worden vervangen door jonge schoolverlaters waarvan minder dan 15 % laaggeschoold is en bijna 45% een diploma hoger onderwijs op zak heeft.
Met andere woorden, ook bij constant beleid zal in de toekomst het opleidingsniveau van de beroepsbevolking sterk stijgen vanwege de demografische vervanging. Volgens de projecties van Cedefop zal in België de proportie laagopgeleiden (15+) dalen van 3.813.000 in 2007 tot 2.907.000 in 2020, dat is een daling van 23,8%. In dezelfde periode zou de proportie hoogopgeleiden stijgen van 2.130.000 tot 2.958.000, een stijging van 38,8 %. De Europese post-2010 doelstelling dat tegen 2020 45 % van de jongvolwassenen een diploma hoger onderwijs moet hebben, zal in Vlaanderen waarschijnlijk al veel vroeger worden gehaald. Bijna 88 % van de jongeren (20-24 jaar) heeft minstens een diploma secundair onderwijs, tegenover een EU15 gemiddelde van 75,8 %. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest scoort met minder dan 70 % wel zeer zwak. In absolute aantallen telt het Vlaams Gewest toch nog ongeveer 1.268.000 kortgeschoolden op arbeidsmarktactieve leeftijd (15-64 jaar), maar het is duidelijk dat deze zich vooral bij de oudere leeftijdsgroepen situeren. Jaarlijks verlaten ongeveer 10.000 jongeren de schoolbanken zonder diploma. Op middellange termijn zal het terugdringen van de ongekwalificeerde uitstroom dus slechts een geringe impact hebben op de terugdringing van het totale aantal kortgeschoolden op arbeidsmarktactieve leeftijd. Toch blijft het terugdringen van vroegtijdig of ongekwalificeerd schoolverlaten een belangrijke doelstelling. Vroegtijdige schoolverlaters hebben minder kansen op kwalitatief aantrekkelijke jobs. De jobs die ze vinden, hebben een lagere verloning, minder autonomie, lagere arbeidstevredenheid en weinig leer- en groeimogelijkheden. De Europese doelstelling met betrekking tot het aantal vroegtijdige schoolverlaters wordt opgevolgd op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Volgens deze enquête daalde de proportie 18- tot 24-jarigen, die niet gekwalificeerd is en geen verder onderwijs of vorming volgt, halverwege 2006 tot onder de 10 %. Daarmee heeft het Vlaams Gewest de Europese doelstelling bereikt. Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen berekent het aandeel vroegtijdige schoolverlaters op basis van de administratieve data van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming (met inbegrip van de schoolverlaters uit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel). Daarbij wordt geen rekening gehouden met schoolverlaters die een non-formele opleiding volgen. Volgens hun berekeningen neemt de proportie schoolverlaters zonder kwalificatie toe van 12,3 % in 1999 tot 14,5 % in 2006.
2.3 Mismatch tussen vraag en aanbod: de persistentie van de knelpuntberoepen Uit analyses van de VDAB blijkt dat de vacatures voor knelpuntberoepen relatief meer werkaanbiedingen zonder diplomavereisten en voor afgestudeerden van het beroeps- en technisch secundair onderwijs bevatten dan voor afgestudeerden uit het algemeen vormend onderwijs of voor bachelors en masters. Op alle niveaus bestaan specifieke tekorten en afstemmingsproblemen. De instroom in het technisch en beroepsonderwijs blijft onvoldoende, ondanks alle geleverde inspanningen om die onderwijsvormen te waarderen.
2.4 Levenslang leren: hardnekkige Mattheüseffecten In 2007 volgde meer dan de helft van de personen met een universitair diploma een bijkomende opleiding of vorming, bij personen met hoogstens een getuigschrift lager onderwijs was dit amper 6%. Bovendien zijn hoger opgeleiden zich meer bewust van het belang van levenslang te leren dan lager opgeleiden. Ze hebben er ook meer zin in en zijn meer bereid dan lager opgeleiden om buiten de werkuren een jobgerichte opleiding te volgen. De ongelijke deelname aan levenslang leren versterkt de kloof tussen hoger en lager opgeleiden bijgevolg nog. Niet enkel laagopgeleiden, maar ook ouderen participeren minder aan levenslang leren. Uit de Survey Sociaalculturele Verschuivingen blijkt nochtans dat oudere mensen meer dan jongere belang hechten aan permanente opleiding en vorming. Toch vertaalt zich dat niet in een hogere deelname. Slechts één op zes van de 55-64-jarigen nam in de 12 maanden die aan de enquête voorafgingen deel aan levenslang leren, tegenover één op drie (33,5%) van de 25-34-jarigen. In de groep 55-64-jarigen heeft deelname aan permanente vorming nog vaak een werkgerelateerd karakter: 19% van de werkende 55-64-jarigen rapporteert onderwijs of opleiding te hebben gevolgd in de voorbije 12 maand tegenover slechts 5% van de groep die niet meer actief is op de arbeidsmarkt.
13 3 Cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen
3.2 Laaggeletterdheid en ICT vaardigheden
3.1 Sociale achterstelling in en via het onderwijs
De kloof tussen hoger en lager opgeleiden laat zich op een pijnlijke manier voelen in het isolement maatschappelijk van mensen die over onvoldoende geletterdheidscompetenties beschikken.
Het succesverhaal van de onderwijsexpansie heeft een keerzijde. Voor heel wat jongeren – vooral uit een achtergesteld sociaal milieu - verloopt de schoolloopbaan problematisch en is de kans reëel dat ze het onderwijs ongekwalificeerd verlaten. Het onderwijs slaagt er nog steeds niet in de effecten van de sociale achtergrond van de jongeren weg te werken, integendeel zelfs, in vele gevallen versterkt het die nog. Het onderwijsniveau van de ouders en vooral van de moeder blijft doorslaggevend voor de onderwijskansen van de kinderen. In de A-stroom heeft 42% van de leerlingen een moeder met een diploma hoger onderwijs, bij de leerlingen uit de B-stroom is dit slechts ca 6,6%. In het ASO, TSO en BSO heeft respectievelijk ca. 55%, 27% en 9,7% van de leerlingen een moeder met een diploma hoger onderwijs. Ook allochtone jongeren lopen meer risico op een problematische schoolloopbaan vanaf het basisonderwijs. Die problematische start bepaalt hun verdere loopbaan. Ze stromen later in het secundair onderwijs in en belanden vaker in de B-stroom. Van daaruit wordt het bijzonder moeilijk nog een getuigschrift of diploma te behalen. Aan het hoger onderwijs participeren jongeren uit arbeidersmilieus nog altijd minder dan jongeren uit andere sociale milieus. De vraag rijst of de rekruteringskracht van het hoger onderwijs bij kinderen van laagopgeleide ouders ooit het niveau zal halen dat ze bij andere sociale groepen haalt. Onderwijs is steeds meer de bepalende factor voor de dualisering van de maatschappij. De kloof tussen hoger en lager opgeleiden neemt toe en manifesteert zich als een maatschappelijke breuklijn in alle domeinen van het leven: van culturele en politieke voorkeuren over levenshoudingen, aspiraties en opvoedingspatronen tot werk, inkomen, gezondheid en levensverwachting. Een belangrijk deel van de jongeren – vooral in het BSO – identificeert zich niet met schoolse waarden zoals ernst, vlijt, respect en tolerantie en neigt naar etnocentrisme en autoritarisme. Ondanks de algemene stijging van de levensverwachting en de afname van genderverschillen daarin, is de onderwijskloof zelfs toegenomen. Bij Belgische mannen bedroeg de kloof in levensverwachting tussen laag- en hoogopgeleiden 5,23 jaar in 1991. Tien jaar later bedraagt die kloof 7,47 jaar. In diezelfde periode nam de onderwijskloof bij vrouwen toe van 3,22 jaar in 1991 tot 5,92 jaar in 2001. De interpretatie van de causale relatie tussen onderwijs en levensverwachting is een complexe zaak. Toch vinden de onderzoekers sterke aanwijzingen dat het gaat om een algemeen effect van onderwijs, via kennis, vaardigheden en competenties en dat het niet enkel een probleem is van relatieve deprivatie en armoede waarmee lager opgeleiden te maken krijgen.
De resultaten van het PIAAC-onderzoek (Programme for the International Assessment of Adult Competencies) zullen beschikbaar zijn in 2013. Momenteel is de meest recente bron de International Adult Literacy Survey (IALS) van tien jaar geleden. Vlaanderen scoort daarin globaal vrij goed inzake geletterdheid, maar verontrustend is de 15,3% tot 18,4% van de bevolking die tot het laagste niveau van geletterdheid behoort. Het pact 2020 streeft naar een beperking van de laaggeletterdheid tot 3 % van de bevolking. De ontwikkeling van de geïnformatiseerde kennismaatschappij leidde ertoe dat ook ICT-geletterdheid een belangrijke sleutelcompetentie werd en dat beleidsplannen werden ontworpen om de digitale kloof te dichten. In de toekomst zal het gebrek aan toegang tot ICT een belangrijke oorzaak van sociale uitsluiting vormen. Het PIAAC-programma zal behalve geletterdheid en gecijferdheid ook een assessment van probleemoplossende vaardigheden in technologierijke omgevingen omvatten. Uit de ICT-monitor van 2008 leiden we af, dat veruit de meeste scholen van het basisonderwijs (93,7 %) en bijna alle scholen van het secundair onderwijs (97 %) over breedband beschikken. De huidige specificaties van deze breedbandverbindingen zoals de I-line zijn door de introductie van webgebaseerde toepassingen onvoldoende aangepast aan de noden van de scholen.
3.3 Gender maakt nog steeds het verschil Jongere vrouwen hebben hun achterstand duidelijk ingehaald. Ze zijn vaker hoger geschoold dan mannen. Stemmen gaan nu op om de achterstand van jongens weg te werken. De horizontale seksesegregatie in het onderwijs is echter niet afgenomen, integendeel zelfs. Jongens hebben nog steeds een overwicht in het TSO en hetzelfde doet zich nu stilaan in het BSO voor. In het DBSO stijgt het aandeel jongens tot twee op drie. In het secundair onderwijs zijn meisjes sterk in de minderheid in studierichtingen die voorbereiden op traditioneel mannelijke beroepen. In studierichtingen die voorbereiden op traditioneel vrouwelijke beroepen vormen ze de meerderheid. Ook in het ASO is de segregatie toegenomen. Studiegebieden zoals wetenschappen en wiskunde zijn nog ‘mannelijker’ geworden, richtingen zoals menswetenschappen en talen nog ‘vrouwelijker’. Jongens vormen ook de meerderheid in zowel het buitengewoon lager als buitengewoon secundair onderwijs. In het hoger onderwijs zijn vrouwen oververtegenwoordigd in ‘zachtere’ richtingen als onderwijs, gezondheidszorg, taal- en letterkunde en de menswetenschappelijke richtingen, mannen in de exact wetenschappelijke en economische richtingen. Ook in het hoger onderwijs nam de seksesegregatie de afgelopen tien jaar nog toe.
3.4 Milieubewustzijn bij jongeren kan nog beter Tussen 1995 en 2005 ging het milieubesef bij de Vlamingen eerder achteruit. In de peilingen basisonderwijs in de 1ste graad secundair onderwijs (A-stroom) haalde respectievelijk 66% en 65% van de leerlingen de eindtermen over milieuzorg. De resultaten van PISA 2006 wijzen in dezelfde richting: 15-jarige Vlaamse leerlingen bezitten iets minder kennis over milieuproblemen en maken zich minder zorgen over milieuproblemen dan hun leeftijdgenoten in andere landen. Wetenschappelijk geletterde Vlaamse jongeren hebben - net zoals hun buitenlandse collega’s - meer kennis over milieuproblemen en zijn er sterker van overtuigd dat economische groei het milieu niet mag schaden. In tegenstelling tot andere landen lijkt in Vlaanderen geen significant verband te bestaan tussen wetenschappelijke geletterdheid en bezorgdheid over het milieu. Tot slot blijkt dat Vlaamse jongeren het meest geïnformeerd worden over milieuproblemen door hun school en de massamedia. Helaas is de actuele staat van de schoolinfrastructuur geen schoolvoorbeeld van duurzaamheid. De schoolgebouwmonitor van AGION toont dat 48 % van de huidige vestigingsplaatsen niet of in geringe mate voldoet aan het criterium van energiezuinigheid en dat het gebruik van alternatieve energiebronnen bijna verwaarloosbaar is.
3.5 Veranderende positie van onderwijs in de maatschappij In vergelijking met andere publieke sectoren, geniet het onderwijs vrij veel vertrouwen. Toch heeft de school en hebben leerkrachten de laatste decennia maatschappelijk aanzien verloren en gaan mensen onderwijs steeds meer beschouwen als een consumentenproduct. De afgelopen twintig jaar heeft dit consumentisme de trend gevoed om de relatie tussen ouders en school en hun wederzijdse rechten en plichten contractueel vast te leggen (bijvoorbeeld de ondertekening van het schoolreglement door de ouders). CliĂŤntisering en juridisering hebben de verwachtingen ten aanzien van het onderwijs alvast niet doen dalen en er wordt van scholen steeds meer verwacht dat ze een opvoedende rol opnemen, niet alleen in falende opvoedingssituaties, maar ook voor de kinderen van hardwerkende tweeverdieners. De werkzaamheidsgraad van vrouwen op de leeftijd dat ze instaan voor opgroeiende kinderen is de laatste decennia enorm gestegen. Tussen 1999 en 2004 is de gezinsarbeid van vrouwen afgenomen, terwijl die van mannen nauwelijks steeg, waardoor de combinatie van werk en gezin in toenemende mate onder druk is komen te staan.
3.6 De wijzigende samenleving De samenleving wijzigde de afgelopen jaren ontzettend snel en dat zal de komende decennia zo blijven. Routinetaken zullen in de toekomst nog meer door robots overgenomen worden, de informatiestroom neemt enorm toe alsook de communicatiemogelijkheden tussen mensen, het samenleven van mensen met een verschillende culturele en/of religieuze achtergrond vraagt van elkeen een ontwikkeld aanpassingsvermogen en zekerheden worden vervangen door voortdurende veranderingen. In deze tijd volstaat kennisoverdracht niet en is het hebben van kennis een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde om goed en gelukkig te functioneren in de samenleving. Het onderscheiden van nuttige en/of relevante informatie van overbodige en/of gemanipuleerde informatie vormt een van de grote uitdagingen van onze democratische rechtsstaat.
15 SWOT-Analyse
Sterktes
- BioSCENTer neemt deel aan strategische initiatieven in biologie, biotechnologie en biomedische wetenschappen. - Binnen BioSCENter is er een integratie van biologische en biomedische expertise. - BioSCENTer heeft het tot haar missie gemaakt om een nieuwe dimensie te geven aan ‘aan onderzoek doen’. Het onderzoek dat gedaan wordt is van hoge kwaliteit. - BioSCENTer stimuleert cross-fertilization. - BioSCENTer ondersteunt nieuwe takken van wetenschap. - BioSCENTer omvat een groot aantal proffen, post-docs en PhD’s van diverse achtergronden. - Er is een aanbod binnen de 4 grote domeinen (bio-informatica, biofysica, biochemie & evolutie) om zich verder in te verdiepen.
Zwaktes
- De huidige huisstijl voldoet niet aan het internationale karakter dat BioSCENTer wil uitstralen. - Er is een te grote kloof tussen mensen die afstuderen van het middelbaar en wetenschappers aan de universiteit . - Er is geen communicatie met het breed publiek; er heerst een sfeer van onwetendheid, te moeilijke materie en het idee van vakidioten. - Er heerst een v Het idee speelt nog altijd dat dit niet ethisch gebeurt.
Kansen
- BioSCENTer kan uitgroeien tot een internationaal bekend centrum voor biotechnlogie en biochemie - Studenten van BioSCENTer kunnen als een brug fungeren naar jongeren
Bedreigingen
- Er zijn ook andere hogescholen en universiteiten in België die een brede basis aan studies in biotechnologie en biochemie aanbieden. - De materie is voor professoren en studenten van BioSCENTer moeilijk in begrijpbare woorden uit te leggen, waardoor de afstand niet kan verkleind worden als hier geen verandering in komt.
Concept
Conceptomschrijving Het concept dat wij hieronder aanreiken moet toekomstige studenten op een overtuigende en vlotte manier een goed beeld geven van het BioSCENTer. Momenteel is er bijna geen interactie met de buitenwereld, en verloopt de communicatiestroom maar in één richting. We kunnen besluiten dat de website niet voldoet aan de verwachtingen van een gedreven en potentiële student. Bovendien ontstaat er een steeds grotere vraag naar videocontent, niet alleen in het privéleven, maar ook in het zakenleven. We leven in een beeldcultuur waarbij beeld een integraal onderdeel vormt van de rest van de communicatiemix. Zakelijke beslissers nemen steeds min der de tijd om lange teksten door te lezen. Zij willen geprikkeld en overtuigd worden met beeld. Het concept dat wij hebben uitgewerkt is vooruitstrevend en biedt een kader dat geschikt is voor de toekomst. We hebben een platform ontwikkeld dat de bezoeker in een enkele oogopslag een duidelijke “beeld” geeft, maar ook de moge lijkheid biedt om inhoud toe te voegen. Hiervoor hebben wij BioSCENTer opgesplitst in 2 “luiken” die elkaar aanvullen en in wisselwerking staan. Luik 1, genaamd “BioSCENTER”, is een dynamische website waar alle informatie te vinden is over BioSCENTer. Dit luik beantwoordt vooral vragen over BioSCENTer en de verschillende clusters. Naast de dynamische inhoud (zoals een wistjedatjes-box), vindt u hier ook een toepassing die de bezoeker kan helpen bij de keuze van een cluster. Deze website wordt ook gebruikt voor evenementen aan te kondigen onbelangrijk nieuws mee te delen. Luik 2, genaamd BioSCENTv, is de naam van het visueel platform dat doorheen het hele project de rode draad vormt. De “v” in BioSCENTv staat voor “Vision”. Het is een dynamische website die tot stand komt door de input van de bezoeker. De technologische ontwikkelingen en de beschikbaarheid van goedkopere software en hardware, hebben het voor de internetgebruiker mogelijk gemaakt, om zelf inhoud te creëren en deze op het web te plaatsen. Deze vorm van interactie heet User-Generated Content (UGC) of Gebruikers Gecreëerde Inhoud. BioSCENTv bestaat uit zowel User Generated Content (UGC) als Producer Generated Content (PGC). Waar UGC meer gericht is op interactie met de doelgroep, wordt PGC meer gebruikt voor sturende en educatieve doelstellingen.
De UGC-zijde van BioSCENTv bestaat uit een videodagboek en een videowedstrijd. Het videodagboek wordt gemaakt studenten van het BioSCENTer en is gericht naar studiegenoten, maar vooral naar toekomstige leerlingen. Op deze manier maken toekomstige studenten op een zeer persoonlijke ma nier kennis met het leren en leven aan het BioSCENTer. Via een ingebedde webcam-applet op het communicatief platform (website) kan de student zijn videoboodschap op een juiste manier opnemen. Door de laagdrempeligheid van deze technologie, is het voor een student niet moeilijk om een boodschap op te nemen. De Videowedstrijd, is gericht naar studenten van de derde graad van het middelbaar. Nadat zij de maandelijkse wedstrijdvraag hebben bekeken, kunnen zij doormiddel van een videorespons hierop een reactie op plaatsen. Via een stemsysteem wordt er dan winnaar bepaald door alle deelnemers en geïnteresseerden. Het platform stimuleert de deelnemer dus om zijn video via tal van sociale media te verspreiden. Op deze manier wordt er veel traffic naar BioSCENTv “gelokt”. De winnaars worden beloont met een “award” en eeuwige roem. De Producer Generated Content wordt vertegenwoordig door een maandelijkse aflevering van “Scent in Beeld”. “Scent in beeld” is een rubriek waarin belangrijke momenten binnen het BioSCENTer in beeld worden gebracht. Bijvoorbeeld de aankoop en installatie van een nieuwe microscoop, maar ook evenementen en seminars. Er wordt gestreefd naar een maandelijkse aflevering van SCENT in Beeld, om de content voldoende up te date te houden. Het BioSCENTv-luik beantwoordt dus op een visuele manier vragen over het leven op en rond de BioSCENTer campus. Het is belangrijk te onthouden dat beide luiken, één geheel vormen en dus niet van elkaar los te koppelen zijn. Visueel komt dit door uiting door een gemeenschappelijke hoofding op de website die de mogelijkheid biedt om tussen de twee luiken te wisselen.
17 Marketingcommunicatieplannen voor BioSCENTer Binnen ons concept voor BioSCENTv hebben we te maken met verschillende doelgroepen van wie we input in beeldvorm willen genereren. Dit zijn de studenten van BioSCENTer samen met de professoren en daarnaast willen we derde graad leerlingen bereiken. We hebben er daarom voor gekozen om deze doelgroepen gelijkwaardig te behandelen en dat zij elk een eigen aanpak qua communicatie verdienen. Een andere reden om te kiezen voor 2 marketingcomunicatieplannen is omdat je met 2 doelgroepen te maken hebt die een andere achtergrond en interesses hebt. Je kan dezelfde doelgroep niet bereiken met dezelfde campagne.
Communicatieplan voor derde graad leerlingen:
Talent for science?
Situatieanalyse Huidige situatie in kaart brengen
In Vlaanderen
BioSCENTer heeft de opdracht gegeven aan de studenten van het schakeljaar Communicatie & multimediadesign van de MAD-Faculty om een verandering van hun website en huidige huisstijl door te voeren. De huidige profilering van het BioSCENTer kijkende naar de website mocht wel een verjonging ondergaan, meer dynamiek bevatten en meer tot de verbeelding spreken van de doelgroep. De doelgroep zijn de aankomende studenten die nu in de derde graad van het secundair onderwijs zitten. Dit houdt uiteraard in dat de doelgroep moet worden overtuigd voor een studiekeuze in de richting van biotechnologie, maar ook voor de campus van het BioSCENTer.
Vlaanderen kan steunen op een lange en bewezen ervaring op het vlak van ontdekking en innovatie in biotechnologie. De biotechindustrie in Vlaanderen realiseerde belangrijke doorbraken op het vlak van de genetica en de plantkunde. Heel wat Vlaamse biotechbedrijven zijn daardoor belangrijke spelers geworden op de internationale markt.
Issues De issues die op dit moment van toepassing zijn hebben vooral te maken rond het gebied van biotechnologie en biochemie. Er heerst de opvatting dat dit een moeilijke materie is en daarom niet voor iedereen is weggelegd. De studiekeuze voor biotechnologie is geen voor de hand liggende keuze bij jongeren. De misvatting in de volksmond is vaak dat je te maken hebt met vakidioten. Het probleem is om de materie op een verstaanbare manier over te brengen. Studenten en lectoren van het BioSCENTer praten in vakjargon waardoor het voor de buitenwereld moeilijk te begrijpen is en ook niet binnendringt. Voor jongeren is dit daardoor ook niet aantrekkelijk omdat ze de inhoud niet begrijpen. Je zou jongeren dan toch op een of andere manieren nieuwsgierig moeten kunnen maken.
Relevante en actuele thema’s Biotechnologie als opkomende sector in België. In België zijn meer dan 140 biotechnologiebedrijven actief (7% van de Europese biotechbedrijven). De Belgische bedrijven zijn goed voor 16% van de Europese omzet en voor nagenoeg 10% van de Research & Development-uitgaven. De ontwikkeling van de biotechsector in België heeft aanleiding gegeven tot een aantal biotechnologieclusters. Deze clusters brengen een aantal universiteiten, bedrijven en organisaties samen die actief zijn in de biotechnologie. Universiteiten en bedrijven De universiteitsdepartementen spelen een belangrijke rol in het proces van de technologische transfers. De samenwerking tussen deze departementen geeft aanleiding tot een intensieve uitwisseling van kennis en clustering, die als een belangrijke stimulans kan worden beschouwd voor de verdere ontwikkeling van deze sector. Het aantal biotech spin-offbedrijven in België neemt alsmaar toe. De meeste Belgische biotechbedrijven zijn gegroepeerd in en worden vertegenwoordigd door Bio.be, die de biotechindustrie op federaal en Europees niveau vertegenwoordigt.
De bedrijven en onderzoeksinstituten zijn geconcentreerd in Gent, Leuven en Mechelen. Een van de belangrijkste drijfveren achter het wetenschappelijk onderzoek is het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Ook het onderzoeksinstituut FlandersBio (en) is een drijvende kracht op dat vlak.
In Wallonië Wallonië heeft biotechnologiecentra in Luik, Charleroi, Bergen, Ottignies, Gembloers en Namen. Een goed voorbeeld van gebundelde inspanningen is de samenwerking tussen het Directoraat-Generaal Technologie, Onderzoek en Energie (DGTRE), het Waals Exportagentschap (AWEX), het ‘Office for Foreign Investors’ (OFI) en de belangrijke financiële afdeling van de plaatselijke autoriteiten. Wallonië gaat verder op haar elan van wetenschappelijk vernieuwer. Hightechbedrijven hebben de rol van de zware industrie overgenomen. Bovendien zijn alle ‘key biotechnology sectors’ vertegenwoordigd in Wallonië, onder de vorm van zowel bedrijven als onderzoekscentra.
In Brussel Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een zeer aantrekkelijke en opkomende biotechnologische sector ontwikkeld. Het succes van deze activiteiten is toe te schrijven aan de nauwe samenwerking tussen de universiteiten en de industrie, en aan de steun van de gewestelijke instanties. Het Brussels Agentschap voor de Onderneming heeft een aparte website ontwikkeld die volledig gewijd is aan de biotechsector in Brussel: ‘Biotech in Brussels’ (Business Belgium, 13-04-2011).
19 Studiekeuze jongeren
Motieven om al dan niet verder te studeren
DREAM (DREAM, 2006) deed in 2006 onderzoek naar jongeren en hun professionele toekomst. Voor dit onderzoek namen ze enquĂŞtes af bij 1100 jongeren uit het 5e, 6e en 7e jaar secundair onderwijs. Er werd jongeren o.a. gevraagd naar hun studiekeuzes, reden voor de studie en sectoren waarin ze wilden werken. Dit onderzoek schetst een beeld van de keuzes van jongeren om voor een bepaalde studie te kiezen en wanneer ze deze keuze maken. Dit kan helpen bij het ontwikkelen van een campagne voor het bereiken van jongeren en sturen van hun studiekeuze.
De ondervraagde leerlingen die te kennen gaven dat ze van plan zijn hogere studies aan te vatten, hadden de mogelijkheid om meerdere van de elf aangeboden redenen om verder te studeren aan te duiden:
73,55% van de ondervraagde jongeren gaf te kennen dat ze na het afronden van hun middelbare studies verder willen studeren. 12,73% van hen wil geen hogere studies aanvatten en 13,73% twijfelt nog over het al dan niet verder zetten van zijn of haar studies. Er blijkt een significant verband te bestaan tussen het type onderwijs waarin de leerlingen op het moment van de bevraging les volgden en de intentie om verder te studeren. Jongeren die in een ASO-richting zitten, hebben het meest aangegeven verder te willen studeren na hun middelbare schoolopleiding. Leerlingen uit BSO-richtingen willen het minst verder studeren. Deze resultaten verrassen niet aangezien de beroepsrichtingen er in het algemeen op gericht zijn jongeren voor te bereiden op het uitoefenen van een beroep waardoor zijzonder verder studeren onmiddellijk tot de arbeidsmarkt kunnen toetreden. Van de 73,5% van alle ondervraagde leerlingen weet 66,6% al welke studierichting ze na hun middelbare studies willen aanvatten. Er is geen significant verschil tussen het type onderwijs waarin de leerlingen onderwijs volgen. Leerlingen uit het vijfde en zesde middelbaar weten even goed welke studierichting ze willen aanvangen na hun middelbare studies. Men zou kunnen verwachten dat de leerlingen uit het zesde jaar dit al beter weten. Dit blijkt dus niet te kloppen. (Met andere woorden de leerlingen die al weten wat ze willen verder studeren, zijn niet significant meer afkomstig uit het zesde middelbaar.)
De belangrijkste reden om voor een studierichting te kiezen De meeste jongeren (70,9%) die al weten welke studierichting ze na hun middelbare school willen volgen, kiezen die richting voornamelijk in functie van het beroep dat ze later willen uitoefenen. Hieruit blijkt dus dat voor vele jongeren studie- en beroepskeuze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Deze reden steekt met kop en schouders uit boven de andere mogelijkheden. Een vijfde kiest hoofdzakelijk in navolging van hun huidige interesses. Jongeren volgen absoluut niet blindelings de studiekeuze van hun vrienden en kennissen wanneer ze naar hoger onderwijs overstappen. (Slechts 0,19% duidde deze mogelijkheid aan.) Dit duidt er enigszins op dat jongeren een eigen mening hebben en er ook voor uitkomen.
1. Om meer kans te hebben op een goede job later (75,7%) 2. Om het beroep van mijn keuze te kunnen uitoefenen (59,8%) 3. Om een goed loon te verdienen (53,6%) 4. Omdat het onderwerp van de studies interessant is (27,2%) 5. Omdat ik me persoonlijk wil vormen (27,1%) 6. Omdat het vanzelfsprekend is dat ik verder ga studeren (22,8%) 7. Omdat ik nog niet wil gaan werken (9,3%) 8. Omdat mijn ouders willen dat ik verder studeer (9,3%) 9. Andere (4,4%) 10. Omdat ik graag studeer (3,0%) 11. Omdat mijn vrienden/klasgenoten doen het ook (1,1%) De top vijf van de meest aangehaalde redenen bij de jongens: 1. Om meer kans te hebben op een goede job later 2. Om een goed loon te verdienen 3. Om het beroep van mijn keuze te kunnen uitoefenen 4. Omdat het onderwerp van de studies interessant is 5. Verder studeren is iets vanzelfsprekends De top vijf van de meest aangehaalde redenen bij meisjes: 1. Om meer kans te hebben op een goede job later 2. Om het beroep van mijn keuze te kunnen uitoefenen 3. Om een goed loon te verdienen 4. Omdat ik me persoonlijk wil vormen 5. Omdat het onderwerp van de studies interessant is Hieruit kan besloten worden dat de ondervraagde jongens en meisjes ongeveer dezelfde redenen aanhaalden, maar dat de volgorde verschilt. Bij jongens zie je dat geld verdienen toch iets belangrijker is dan bij meisjes. De reden “persoonlijk vormen� staat niet in de top 5 bij de jongens terwijl meisjes dit wel op een vierde plaats zetten. Jongens beweerden ook vaak dat verder studeren iets vanzelfsprekend is.
Welk type opleiding van het hoger onderwijs verkiezen jongeren Deze vraag werd enkel voorgelegd aan de leerlingen die willen verder studeren of nog twijfelen of ze hogere studies zullen aanvatten. Ongeveer 1 op 4 leerlingen die op deze vraag hebben geantwoord, geven aan dat ze nog twijfelen. 19,28% kiest voor een masteropleiding. Academische bachelor werd door 17,49% van de betrokken leerlingen aangeduid. 16,65% opteert voor een professionele bachelor en 18,86% wil een andere opleiding volgen. Hieronder dient te worden verstaan: een specialisatiejaar, avondschool,… Er bestaat een significant verband tussen het type onderwijs waarin de leerlingen op het moment van de bevraging les volgden en het opleidingstype dat zij in het hoger onderwijs wensen te volgen. In dit onderzoek kwam tot uiting dat ASOers significant meer kiezen voor masteropleidingen dan TSOers en BSO-ers. TSO-ers blijken significant meer te kiezen voor een academische bacheloropleiding en BSO-ers blijken significant meer te kiezen voor andere opleidingen. 52% van de ondervraagde BSO-leerlingen die willen verder studeren, opteert voor een andere opleiding tegenover slechts 0,5% van hen die een masteropleiding willen volgen.
Welke zijn de sectoren waarin jongeren willen werken of helemaal niet willen werken Er werd gevraagd de respondenten telkens drie sectoren aan te duiden. Bij de eerste vraag werd gevraagd de drie sectoren aan te duiden waarin ze later graag wilden tewerkgesteld worden.De tweede vraag werd op dezelfde manier geformuleerd, alleen moesten ze hier de drie sectoren aanduiden waarin ze later helemaal niet wensen te werken. De leerlingen hadden de keuze uit onderstaande mogelijkheden: Artistieke / grafische sector Industrie en textiel/ Bank, financiën en verzekeringen/ Landbouw en bosbouw/ Bouw en hout / Logistiek, transport en distributie/ Chemie/ Notariaat en advocatuur/ Communicatie, media en entertainment/ Onderwijs /Elektronica en elektrotechnieken/ Overheid en non-profit/ Energie en milieu/ Sociaal-culturele sector/ Farmacie Sport/ Gezondheidszorg/ Telecom, ICT en internet/ Handel en verkoop/ Voeding/ Horeca en toerisme/ Andere ... De meest aangeduide sectoren zijn handel en verkoop (29%), onderwijs (26,1%), communicatie, media en entertainment (23,7%), gezondheidszorg (21,6%) en sport (18,3%). Landbouw en bosbouw, energie en milieu, overheid en non-profit, farmacie en voeding werden het minst aangeduid.
Voorkeurssectoren Genderverschillen De top vijf van de jongens verschilt enigszins van die van de meisjes: JONGENS handel en verkoop (27,8%) sport (26,2%) onderwijs (34,6%) elektronica en elektromechanica (22,3%) communicatie, media en entertainment (21,9%) ICT, telecom en internet (18,6%) MEISJES gezondheidszorg (36,6%) onderwijs (34,6%) handel en verkoop (30,4%) communicatie, media en entertainment (25,7%) socio-culturele sector (21,6%) Meisjes kiezen voor de humane sectoren, terwijl jongens kiezen voor techniek en technologie. De keuzes zijn dus nog altijd eerder traditioneel van aard. Op basis van dit onderzoek hebben zijn er ook een aantal seksegerichte sectoren kunnen onderscheiden. Als seksegerichte sectoren noteerden we onderwijs; sociaal-culturele sector; gezondheidszorg en voeding als typische vrouwelijke sectoren. Mannelijke sectoren bij uitstek zijn: bouw en hout; logistiek en transport; elektronica en elektrotechnieken; sport, telecom, ICT en internet. Verband met het type onderwijs waarin de leerlingen op het moment van de bevraging zaten: Onderwijs is populair bij de leerlingen uit alle drie de onderwijstypes (ASO,BSO,TSO). Technische en beroepsrichtingen voelen zich ook aangetrokken tot de gezondheidszorg, de algemeen secundaire opleidingen en technische richtingen hebben een voorkeur voor communicatie, media en entertainment.
Afgewezen sectoren Genderverschillen Onderstaande tabel geeft weer welke sectoren het minst populair zijn bij respectievelijk jongens en meisjes: JONGENS chemie (36%) landbouw en bosbouw (30,6%) bouw en hout (22,1%) farmacie (20,6%) gezondheidszorg (19,5%) MEISJES bouw en hout (42,1%) landbouw en bosbouw (41,4%) chemie (33,9%) elektronica en elektrotechnieken (29%) bank, financiën en verzekeringen (23%)
21 CONCLUSIE
Imago van het BioSCENTer
De meest populaire sectoren zijn communicatie, media en entertainment en handel en verkoop. Deze twee sectoren vonden we vaak terug in het lijstje met voorkeursectoren en werden het minst aangeduid in de categorie sectoren waarin jongeren later niet willen werken. Chemie is blijkbaar een zeer onpopulaire sector. Maar liefst 35% duidde deze sector aan als sector waarin ze later niet wensen tewerkgesteld te worden. Chemie was ook nergens terug te vinden in de lijst met topantwoorden met betrekking tot de voorkeursectoren van jongeren (DREAM, 07-03-2006).
BioSCENTer wil een positief imago verkrijgen bij het publiek. Er is op het internet vooral veel negativiteit te vinden rondom de sector. BioSCENTer moet in dit imago centraal staan als een centrum voor biotechnologie. De schoonheid van het onderzoek moet naar buiten worden gebracht om dit te kunnen uitdragen naar het publiek.
Strategieën bij studiekeuze In het rapport staan drie strategieën omschreven die laten zien hoe jongeren omgaan met deze complexe keuze: jongeren die doelgericht kiezen, jongeren die hun keuze uitstellen en de zekerheid zoekende jongeren. • De doelgerichte kiezers hoeven zich maar beperkt te oriënteren en worden bevestigd in hun keuze, waardoor deze redelijk snel gemaakt is. Ze zijn zeker van hun keuze en twijfelen niet of nauwelijks. • De uitstellende kiezers hebben nooit echt een overtuigende keuze gemaakt voor hun profiel of sector, waardoor ze zich heel breed oriënteren op een vervolgopleiding, wat de keuze lastig maakt. • De zekerheid zoekende kiezers oriënteren zich op een aantal randvoorwaarden van een opleiding en zijn pas bevestigd na hun opleiding, wanneer hun wensen uitkomen (bijvoorbeeld goed salaris, status, etc.)
Doelgroep De doelgroep die met deze campagne bereikt moet worden zijn leerlingen van de 3de graad van het middelbaar onderwijs. Deze leerlingen kiezen in de 3de graad of ze een vervolgstudie gaan doen en welke vervolgstudie dit gaat worden. Zoals in de relevante thema’s werd omgeschreven weet een overgrote groep van deze leerlingen al welke vervolgstudie ze willen volgen, maar er zijn ook twijfelaars. Toch is het mogelijk om beide groepen open te stellen voor biotechnologie. Jongeren moeten in aanraking komen met biotechnologie, BioSCENTer en de website van BioSCENTer. Leerlingen van middelbare scholen moeten zo overgehaald worden dat ze nieuwsgierig worden en meer informatie willen vinden over BioSCENTer.
Definitieve probleemstelling BioSCENTer moet op de kaart worden gezet door middel van een pakkende website die de bezoeker laat terug komen. Dit is vooral belangrijk bij het bereiken van de derde graad van het secundair onderwijs. Deze doelgroep moet getriggerd worden met hun studie de richting van biotechnologie uit te gaan en vervolgens BioSCENTer zien als de geschikte school om deze studie te volgen. Belangrijk hierbij is dat de materie op een verstaanbare manier overkomt. Jongeren zullen niet snel vanuit zichzelf online de website van BioSCENTer bezoeken, tenzij hier van nature uit interesse voor hebben. Jongeren moeten daarom, in hun natuurlijke omgeving dit kan de huidige school zijn of thuisomgeving via media, in contact gebracht worden met BioSCENTer. Hiervoor is dan ook een campagne nodig die de vernieuwde website ondersteunt.
Strategie De (communicatie)doelstellingen -BioSCENTer en de website bekend maken bij leerlingen van de 3de graad middelbaar onderwijs -Leerlingen van de middelbare school aanzetten tot deel name aan de website -Nieuwsgierigheid, interesse opwekken op het gebied van biotechnologie -Beïnvloeding van de studiekeuze of toch bewust maken van de mogelijkheden binnen biotechnologie -Kloof tussen mensen die afstuderen van het middelbaar en wetenschappers universiteit verkleinena
De doelgroepen De doelgroep zijn de leerlingen van de 3de graad van het middelbaar onderwijs. Dit zijn de leerlingen die voor een studiekeuze staan over een vervolgonderwijs. Dit zijn dan ook de leerlingen die BioSCENTer uiteindelijk wil begroeten op de campus. Ze moeten daarom al worden open gesteld voor de mogelijkheden die BioSCENTer ze kan bieden.
De kanalen Website De website van BioSCENTer en BioSCENTv spelen een centrale rol in het bereiken van de leerlingen. Op de website van BioSCENTer moeten zij meer informatie vinden over de clusters, mogelijkheden en studeren aan de KuLeuven. BioSCENTv laat leerlingen zien hoe het leven op de campus is en laat hen kennis maken met biotechnologie en biochemie door middel van het stimuleren tot experiment. De website is het hart van de campagne; leerlingen moeten naar deze website worden geleid. De communicatie moet er daarom op gericht zijn om de website bekend te maken en daarmee ook BioSCENTer en haar mogelijkheden bij de leerlingen bekend te maken.
SID-In De SiD-In is een ideale manier om leerlingen te bereiken. Ze komen hier op zoek naar meer informatie voor hun studiekeuze. Vaak hebben leerlingen al vaste vervolgscholen en opleidingen waarvan ze de stand willen bezoeken. Daarom is het aan BioSCENTer om op te vallen en leerlingen naar hun stand te “lokken”. Door het demonstreren van experimenten en leerlingen zelf te laten experimenteren kan er traffic naar de stand van BioSCENTer worden gegenereerd. Persbericht Op de website van de KuLeuven komt een persbericht over de lancering van de vernieuwde website van BioSCENTer. Wanneer aankomende studenten zich dan oriënteren naar een nieuwe studie en hierbij ook de website van KuLeuven bezoeken zullen zij dit bericht lezen en een bezoek kunnen brengen aan BioSCENTer. Facebook Facebook speelt in het bereiken en communiceren met jongeren een belangrijke tool. Facebook wordt in de communicatie naar de derde graad een tool om meer traffic te krijgen naar de website. Op de website BioSCENTv komt een Facebook implementatie waardoor jongeren de filmpjes die ze plaatsen op de website kunnen link naar hun Facebook. Door te linken naar Facebook zien de “vrienden” van de persoon die het filmpje ook op zijn Facebook post of ernaar doorlinkt ook deze post. Deze vrienden zullen hierdoor ook in aanraking komen met BioSCENTer, mogelijk de website eens bezoeken of zelfs ook filmpjes gaan posten. BioSCENTer heeft daarnaast ook een eigen Facebook pagina waarop de winnende video’s geplaatst kunnen worden die een award hebben gewonnen. SMS-dienst Bij deelname aan de Experiment Video Awards moeten derde graad leerlingen hun gegevens ingeven waaronder hun gsmnummer. Bij een nieuwe opdracht of bekendmaking van de winnaar kan er een sms gestuurd worden. Derde graad leerlingen worden er op deze manier op een actieve manier aan herinnert dat er nieuwe ontwikkelingen zijn rond het experiment video awards programma.
Toolkit op scholen uitdelen Derde graad leerlingen zullen allemaal een klein toolkitje ontvangen tijdens de lessen chemie of fysica. n deze toolkit zal een boomerang kaart zitten met daarop de link naar de website van BioSCENTer. Verder zitten er in de toolkit enkele middelen die veilig in gebruik zijn en gereedschappen waarmee ze zelf een experiment kunnen uitvoeren. Deze experimenten en de uitkomst hiervan kunnen ze via film vastleggen en uploaden op de website van BioSCENTv. In een begeleidende informatiebrochure van BioSCENTer krijgen ze meer informatie.
Tone of Voice en richting van communicatie De tone of voice naar leerlingen moet op een persoonlijke manier gebeuren. Er is een diagonale richting van communicatie waarbij er gecommuniceerd wordt naar leerlingen van de derde graad over de nieuwe website en kennismaking met BioSCENTer. Leerlingen kunnen ook communiceren door het plaatsen van filmpjes op de website BioSCENTv. Ze laten op deze manier zien dat ze affiniteit hebben met BioSCENTer en het experimenteren. Ze leren hierdoor op een onschuldige, onbewuste meer over BioSCENTer en krijgen misschien wel feeling met biotechnologie.
23
Communicatieplan voor studenten BioSCENTer Situatieanalyse Huidige situatie in kaart brengen BioSCENTer heeft de opdracht gegeven aan de studenten van het schakeljaar Communicatie & multimediadesign van de MAD-Faculty om een verandering van hun website en huidige huisstijl door te voeren. De huidige profilering van het BioSCENTer kijkende naar de website mocht wel een verjonging ondergaan, meer dynamiek bevatten en meer tot de verbeelding spreken van de doelgroep. De doelgroepen voor BioSCENTv zijn naast derde graad leerlingen ook de huidige studenten van BioSCENTer zelf. Voor ons ontwerp hebben voor een versie van campus tv gekozen waarvoor de Antwerpse en Nederlandse campus tv als inspiratiebron hebben gefungeerd. De campus tv van BioSCENTer zal de naam BioSCENTv krijgen. Deze website is een website voor en van studenten van BioSCENTer en aankomende studenten (derde graad Middelbare school). De huidige studenten van BioSCENTer moeten daarom worden gestimuleerd tot deelname aan het project.
Issues De issues die op dit moment van toepassing zijn hebben vooral te maken rond het gebied van biotechnologie. Er heerst de opvatting dat dit een moeilijke materie is en daarom niet voor iedereen is weggelegd. De studiekeuze voor biotechnologie is geen voor de hand liggende keuze bij jongeren. Studenten van BioSCENTer kunnen door middel van het programma videodagboek hun eigen projecten voorstellen. Op deze manier wordt de materie waarmee ze zich bezighouden toegankelijker voor aankomende studenten. Het videodagboek kan voor de studenten fungeren als een portfolio waarmee ze naar buiten kunnen treden. Hier was vanuit het BioSCENTer zelf vraag naar bij de omschrijving van de opdracht. Daarnaast kunnen ze binnen het programma hun leven op de campus vastleggen, ervaringen en meningen die ze over BioSCENTer hebben. Op deze manier krijgen aankomende studenten een beeld van het leven op de campus.
Relevante en actuele thema’s Tijdgebrek Studenten van BioSCENTer geven aan dat ze met veel enthousiasme en overgave kunnen beginnen aan een project. Dit zou in dit geval het videodagboek zijn. Studenten geven op den duur echter meer prioriteit aan hun eigen experimenten en onderzoek. Studenten zouden daarom gewezen moeten worden op het belang van hun eigen onderzoek vast te leggen en het stimuleren om blijvend deel te nemen aan het programma videodagboek.
Doelgroep De doelgroep zijn de eigen studenten van het BioSCENTer dit zijn naast de studenten ook de postgraduaatstudenten.
Imago van het BioSCENTer BioSCENTer wil een positief imago verkrijgen bij het publiek. Er is op het internet vooral veel negativiteit te vinden rondom de sector. BioSCENTer moet in dit imago centraal staan als een centrum voor biotechnologie. De schoonheid van het onderzoek moet naar buiten worden gebracht om dit te kunnen uitdragen naar het publiek. BioSCENTer studenten kunnen hieraan bijdragen door hun eigen onderzoek vast te leggen in een toegankelijke manier.
Definitieve probleemstelling BioSCENTer moet op de kaart worden gezet door middel van een pakkende website die de bezoeker laat terug komen voor een volgend bezoek. Dit is vooral belangrijk bij het bereiken van de derde graad van het secundair onderwijs. Deze doelgroep moet getriggerd worden met hun studie de richting van biotechnologie uit te gaan en vervolgens BioSCENTer zien als de geschikte school om deze studie te volgen. Belangrijk hierbij is dat de materie op een verstaanbare manier overkomt. Studenten van BioSCENTer kunnen hieraan een bijdrage leveren door hun onderzoek openbaar te maken. Studenten zouden daarom gewezen moeten worden op het belang van hun eigen onderzoek vast te leggen en het stimuleren om blijvend deel te nemen aan het programma videodagboek.
Strategie De (communicatie)doelstellingen -Studenten stimuleren om hun eigen onderzoek, ervaringen en campusleven vast te leggen -Materie van BioSCENTer op een verstaanbare manier naar buiten brengen -Kloof tussen studenten van BioSCENTer en aankomende studenten verkleinen
De kanalen Website Via de website van BIOSCENTv worden de student van het bioscenter aangespoord om een videoboodschap op te nemen. E-mail Intern, worden de studenten van het bioscenter aangespoord om een videoboodschap op te nemen. Wanneer studenten van het bioscenter een opdracht krijgen doorgemaild, wordt hen tevens warm aanbevolen hierover iets te vertellen in het videodagboek. Meldingsborden meldingsborden moet de bioscenter student er vaak genoeg aan doen herinneren, dat deze gebruik moet maken van de features van BIOSCENTv. Field Op drukke plaatsen, moet er een computer met een webcam staan. Deze computer moet leerlingen aansporen om een korte videoboodschap op te nemen via BIOSCENTv.
Tone of Voice en richting van communicatie Op een gemoedelijke, maar formele manier, wordt het de studenten van het BioSCENTer aanbevolen om voldoende het vi足 deodagboek te bezoeken. Het is belangrijk dat het videodagboek voldoende gebruikt wordt. Op deze manier hebben de studenten van het BioSCENTer zelf, maar ook toekomstige studenten weet van het leren en leven aan de BioSCENTer-campus. De communicatie naar de studenten van het BioSCENTer gebeurt op een formele manier, omdat ze op deze manier voldoende gewicht aan de oproep geven.
25 ICT Concurrentieanalyse Net zoals bij de concurrentieanalyse van de grafische vormgeving, werd ook hier gekeken naar de concurende scholen die de opleiding biotechnologie aanbieden. De meeste concurrenten hanteren dezelfde scripttaal als de K.U.Leuven, namelijk asp.net. Vaak wordt ook de scripttaal PHP gebruikt. Op de websites van de andere scholen zijn meestal ook gelijke functionaliteiten te vinden: zoekmogelijkheden, login mogelijkheden,… Het menu is ook meestal op dezelfde wijze opgebouwd: dropdownmenu’s, horziontale slidermenu’s en statische menu’s worden het meest gebruikt. De inhoud is op sommige scholen overzichtelijker gemaakt door het gebruik van uitklapsecties. Dit kan met verschillende scripttalen, alsook met CSS worden uitgewerkt. Zo zie je onderstaand een voorbeeld hoe de Universiteit van Hasselt zijn inhoud overzichtelijk weet weer te geven door deze handige uitklapmenu’s.
Het eerste item is hier uitgeklapt. De twee onderstaande items bieden deze mogelijkheid ook, maar zijn momenteel nog niet uigeklapt. Dit is een zeer handige functie, want zo zie je enkel de extra informatie op de webpagina, waarin je geïnteresserd bent en krijg je geen overload van informatie.
De K.U.Leuven maakt van deze functie geen gebruik, waardoor je telkens opnieuw wordt overladen door informatie. Onderstaand screenshot impliceert dit gebeuren:
Verder zien we dat de links op andere website beter geordend zijn. Op de website van de K.U.Leuven staan vaak alle links in de inhoud, waardoor je geen overzichtelijke inhoud krijgt. Dit maakt zowel het lezen, als het opzoeken zeer moeilijk. Weinig tot geen andere scholen maken gebruik van video’s. Enkel de Provinciale Hogeschool Limburg(PHL) onderscheidt zich hierin. Het eerste wat je te zien krijgt op de pagina van biotechnologie is een informatief, speels filmpje over de opleiding. Deze filmpjes zijn geüpload op youtube en inbedden ze nu op de pagina. Dit heeft als voordeel, dat de filmpjes op de server van youtube staan en er geen extra ruimte voorzien moet worden. Uit de broncode valt af te leiden dat de meest concurrenten gebruik maken van google analytics. Deze rapporteringstool zorgt ervoor dat je makkelijk de herkomst van bezoeken kan bijhouden. Google analytics is simpel te integreren. Je maakt een google account aan en voegt een stukje javascript toe aan je website. De rest gebeurt vanzelf. De Uhasselt en de Lessius hogeschool in Mechelen maken gebruik van Social media. In de sidebar van elke pagina kan je makkelijk de pagina linken naar Facebook, netlog, Myspace. Ook is er de mogelijkheid om de pagina direct te ‘liken’ en wordt het aantal ‘likes’ ook zorgvuldig weergeven.
Sociale media zijn een zeer belangrijk gegeven. De is een groot verbeterpunt voor BioSCENTer. Sociale media en in de eerste plaats Facebook zou zeker geïntegreerd moeten zijn. Zo krijg je meer interactie met toekomstige studenten. Dit is het middel bij uitstek om een directe dialoog te creëren tussen BioSCENTer en de studenten. De K.U.Leuven is de enige school, die achterblijft met deze technologie. Alle scholen maken gebruik van breadcrumbs. Dit geeft overzichtelijk weer waar je je bevindt op de webpagina. Bij de meeste scholen is ook een activiteitenkalender terug te vinden. Een functionaliteit die bij Bioscenter ontbreekt en zeker wenselijk is. Dit zorgt ook weer dat je site boeiend en dynamisch blijft. Op de meeste website is onderaan de webpagina een disclaimer te vinden met de rechten en plichten van de bezoeker. Deze link wordt heel subtiel weergegeven:
Naast een disclaimer maken alle websites ook gebruiken van copyright op elke pagina. Dit beschermt de inhoud, alsook de grafische vormgeving.
27
De K.U.Leuven heeft als enige school het Anysurfer-label. Dit label staat onderaan elke pagina. AnySurfer (vroeger BlindSurfer) is een Belgisch kwaliteitslabel voor toegankelijke websites. Websites met het label zijn voor iedereen bruikbaar - ook voor slechtzienden, blinden, kleurenblinden, ouderen, en wie een auditieve of motorische handicap heeft. Daarnaast zijn toegankelijke websites over het algemeen beter geschikt voor kleine beeldschermen, zoals dat van een GSM of zakcomputer, en zijn ze bruikbaar in iedere webbrowser. Verschillende subsites van de website van de K.U.Leuven hebben het anysurfer-label omdat zij aan de toegankelijkheidsrichtlijnen voldoen. U herkent deze subsites aan het label dat onderaan in de footer is opgenomen. De K.U.Leuven vraagt aan al haar decentrale webmasters om toegankelijke websites te bouwen. Wie gebruik maakt van de K.U.Leuven-templates en zich houdt aan de richtlijnen van de digitale huisstijl, kan er redelijkwijs van uit gaan dat zijn website toegankelijk is.
Trendanalyse Tegenwoordig zijn meer en meer websites bereikbaar via een smartphone. Het is dan ook een trend om je website te optimaliseren voor smartphones, tablets etc. Het maken van mobiele applicaties komt ook steeds meer voor. Mobiele applicaties worden vaak geschreven in Jquery. Het gebruik van Jquery slider, om meerdere afbeeldingen weer te geven, wordt ook tegenwoordig zeer vaak gedaan. Er kunnen zo vloeiende overgangen gemaakt worden tussen afbeeldingen. AJAX scripting wordt vandaag vaak toegepast bij contactformulieren. Dit geeft mooie overgangen. Velden kunnen ook onmiddellijk gecontroleerd worden met AJAX. Zonder dat dit eerst verzonden moet worden. CSS 3 verschijnt ook meer en meer op het toneel. De nieuwe functionaliteiten, zoals afgeronde hoeken, zijn zeer eenvoudig te programmeren en besparen een hele hoop werk in Photoshop.Het enige nadeel is dat CSS 3 niet ondersteund wordt door oudere browsers. Binnenkort wordt dit dus wel de standaard. HTML 5 is ook aan een ongelofelijke opmars bezig. Zo worden tegenwoordig filmpjes etc. weergeven door html 5. HTML 5 is momenteel nog de grote concurrent van flash, maar het lijkt goed op weg om flash van zijn kroon te stoten.
De centrale webmasters kunnen hun site echter ook laten valideren door anysurfer. Indien zij “slagen” voor deze validatie, mogen zij ook het anysurfer-label op hun site plaatsen. Dankzij dit label onderscheidt de K.U.Leuven zich van de concurrerende scholen, inzake erkenning van toegankelijkheid.
Ritme is herhaling en essentieel voor een vormgeving in balans in een design, want ritme brengt rust en herkenbaarheid. Daarom is het tegenwoordig ook een trend om een website te ontwerpen op basis van een grid. Je kan elke pagina breedte en –hoogte een regelmatige verdeling geven. ‘The Grid System’ is een veelgebruikt en zeer handig hulpmiddel
Uit de broncode valt ook af te leiden dat de Lessius hogeschool gebruik maakt van Drupal CMS. Dit geeft hun de mogelijkheid om direct op de kar te springen met de nieuwste trends. Zo kunnen ze bijvoorbeeld direct een functionaliteit toevoegen. Indien je zoals de K.U.Leuven met je eigen CMS werkt, is dit zeer moeilijk.
Het is tegenwoordig ook zeer belangrijk dat je de users een ‘ervaring’ kunt aanbieden via je je website. Flash blijkt hierbij wel een goede tool te zijn, maar meer en meer worden ook C++, Java, C+, Python, Javascript gebruikt om een website interactieve inhoud te ontwikkelen. Maar flash blijkt nog altijd het favoriete RIA-platform voor het web te zijn.
Wij gaan dan ook gebruik maken van Wordpress. Dit toegankelijk systeem zorgt dat alles zeer eenvoudig kan worden aangepast. De meeste websites maken gebruik van CSS 2. Enkel de Lessius hogeschool heeft al CSS 3 Stijlelementen verwerkt. Omdat oudere browsers dit niet ondersteunen, heeft dit voor- en nadelen.
Wordpress, Joomla, Drupal, … in 2011 is een goede CMS zeer belangrijk. Meer en meer websites maken gebruik van één van deze drie systemen. Welke beter is, is moeilijk te zeggen. Ze komen maandelijks met upgrades van hun systeem uit. Momenteel blijkt voor een simpele website, Wordpress het meest aangewezen systeem. Drupal en Joomla zijn al iets ingewikkelder en lijken eerder geschikt om echte grote sites te maken. 3D overgangseffecten met html en CSS. Dit kan dankzij de combinatie van CSS 3 en HTML 5. Het is een splinternieuwe techniek en een functionaliteit waar we nog veel van zullen horen. Heel handig om je website eruit te laten zien als een 3D Box Meer en meer websites maken ook gebruik van de Google font directory. Door een link te leggen in je CSS naar deze directory, kan je eenvoudig een lettertype toepassen op je website. Ook de @font-face CSS tag wordt tegenwoordig vaak gebruikt. Deze tag linkt naar je bestand op de server, waarna je het probleemloos kunt toepassen op inhoud op de website.
ER schema / relationeel schema Vermits wij onze website gaan ontwikkelen door deze om te zetten naar Wordpress CMS, maken wij gebruik van een bestaande database. Deze is standaard voor elke Wordpress website. Onderstaand diagram, geeft een visueel overzicht van de Wordpress database en de relaties tussen de tabellen
Toekomstige aanpassingen De website die wij gaan ontwikkelen voor BioSCENTer zal steunen op het Wordpress CMS. Toekomstige aanpassingen aan de website kunnen heel eenvoudig worden doorgevoerd door de beheerder van de website. Door gebruik te maken van meerdere accounts en rechten, zullen sommige mensen enkel berichten kunnen posten. Anderen, met meer technische kennis, zullen het volledige beheer krijgen van de website. Zij zullen dan ook zeer makkelijke nieuwe functionaliteiten kunnen invoeren door middel van de gebruiksvriendelijke widgets/plugins van Wordpress. Het Wordpress CMS zal zelf ook regelmatig scannen naar upgrades en deze automatisch uitvoeren als ze beschikbaar zijn. Zo blijft de website, het CMS, altijd up to date.
29 Grafische Vormgeving Concurrentieanalyse Voor de concurrentieanalyse is er vooral gekeken naar de concurrerende scholen die ook een opleiding in de biotechnologie aanbieden. Dit zijn verschillende scholen in België op universiteitsniveau en hogeschoolniveau. Er bevinden zich scholen in Gent, Antwerpen, Luik, Mechelen, Hasselt en zo kunnen er nog steden worden opgesomd. Er is ook gekeken naar scholen in Nederland en bedrijven die binnen de sector actief zijn, maar de focus lag vooral op de scholen in België. Het viel ons op dat er een beter kleurgebruik is op andere websites en een betere onderverdeling van de content op de website. Dit maakt het geheel al overzichtelijker dan de website die BioSCENTer zelf aanbiedt. Het aanbod op BioSCENTer is vooral platte tekst, waarbij er door andere scholen al meer met beelden gewerkt wordt. De website van de PHL werkt zelfs met een video. Dit is dan ook meteen een verbeterpunt dat mogelijk is voor BioSCENTer. Bij biotechnologie spreek je over een moeilijke materie die beter begrijpbaar zal zijn door te werken met visuele beelden. Daarnaast doet de website van BioSCENTer in de profilering als centrum voor biotechnologie onder aan andere websites. Dit komt in zijn geheel niet direct over. Je hebt te maken met platte, statische tekst die niet meteen overkomt als je op de website belandt. Hierdoor komt het niet over dat het om een centrum voor biotechnologie gaat. Je hebt ook vrij veel kliks nodig om alle gewenste informatie te vinden. De websites van concurrerende scholen ogen ook enigszins moderner door hun kleurgebruik en plaatsing van de verschillende elementen.
Trendanalyse (Webdesignshock, 2011) Trends op het gebied van webdesign zijn meer minimal, opgeruimde interfaces. Minimal betekent in dit geval een beter gebruik van diagrammen zonder de pagina te vullen met irrelevante informatie. Opgeruimde, lege ruimtes lijken niet lui, maar net welgekozen. Het brengt rust. Een andere trend is het gebruik van grote en vetgedrukte lettertypes om de aandacht te trekken van surfers. Je kan een titel van 60 punten gebruiken zolang het goed uitziet en niet als een vergissing overkomt. Het mixen van schreeflettertypes en schreefloze lettertypes, kleur, lettertypes en verschillende groottes kan je website tot leven brengen. Designers hebben geleerd dat ze niet meer hoeven te werken met hoge resoluties, je kan het beste werken met een grid van 960. Deze vermindering in grootte is een van de beste manieren om plaats te winnen door de plaats tussen woorden en karakters te verkleinen. Het is belangrijk om het juiste lettertype grootte te gebruiken en te spelen met contrast om zo de leesbaarheid te handhaven.
Populair zijn de grunge en drukke texturen, houttexturen, je kan gewoon vrij experimenteren. Grunge was al in de jaren 90 populair en is nu opnieuw geïnterpreteerd naar de tijd van nu door deze te mixen met opgeruime interfaces en vetgedrukte lettertypes. Resoluties veranderen in 2011. Je krijgt het idee van pixel perfect; elk detail is zorgvuldig gepland zodat je geen blurry en pixelated gebieden ziet. De truc om mooie pixelelementen te maken is om altijd anti-aliasing te gebruiken samen met the snap to pixel-optie. Een andere trend is het maken van grotere iconen. Er moet dan wel goed gelet worden op het maken van de iconen, fouten komen beter uit als je werkt met grotere iconen. Door de toename van het gebruik van spiegelreflexcamera’s worden er steeds betere foto’s gemaakt die uit meer pixels bestaan. Deze foto’s kunnen goed gebruikt worden als achtergrond van je website. Fotografie is de beste manier om emoties op te roepen bij mensen. Als je nog verder wil gaan kan je opteren van animated achtergronden. Afgeronde hoeken is ook een nieuwe trend voor dit jaar. Gebruik niet alleen de verticale ruimte op een website, maar denk ook eens horizontaal. Footers zijn een vitaal onderdeel van een website, hieraan moet je dan ook aandacht besteden om deze te betrekken bij de gehele website. In de footer kan je dingen plaatsen zoals sociale netwerkiconen, contact formulieren en andere informatie.
Verwerking van de trendanalyse Ten opzichte van de huidige website van BioSCENTer wilden we voor de vernieuwde website een opgeruimd gevoel creëren door alles goed te structureren en in overzichtelijke vakken te plaatsen. De navigatie van de vernieuwde website moet meer in het oog springen door een grotere plaats in het scherm in te nemen. Hierdoor kan een bezoeker ook beter navigeren doorheen de website. De inhoud zal beter in vakken worden ingedeeld. De trend waarbij ons concept het meeste in de buurt komt is die van het minimalisme. De rustige stijl komt ten goede van de websites, omdat op onze websites toch nogal wat inhoud staat. Door de website rustig te houden en de indeling van de website komt deze inhoud niet zo nadrukkelijk naar voren.
Screenshots van de website
Voor grafische huisstijl zie bijlage “Bioscenter identity guide”
31
Audiovisuele Vormgeving Concept Videodagboek Het videodagboek brengt het leren en leven aan de campus in beeld. Een student van het departement vertelt over de gebeurtenissen binnen en buiten de campus. Een student kan vertellen over de experimenten waarmee hij/zij bezig is, dit kunnen positieve punten maar ook negatieve punten zijn. Via een ingebedde webcam-applet op het communicatief platform (website) kan de student zijn videoboodschap op een juiste manier opnemen. Door de laagdrempeligheid van deze technologie, is het voor een student niet moeilijk om een boodschap op te nemen. Het videodagboek wordt gemaakt door studenten en is gericht naar andere studenten van de faculteit, maar vooral ook naar toekomstige leerlingen. Op deze manier maken toekomstige studenten op een zeer persoonlijke manier kennis met het leren en leven aan de campus.
Concept SCENT in BEELD Scent in beeld is een rubriek waarin belangrijke momenten binnen het Bioscenter in beeld worden gebracht. Bijvoorbeeld de aankoop en installatie van een nieuwe microscoop, maar ook evenementen en seminars. Er wordt gestreefd naar een maandelijkse opname van SCENT in Beeld.
Concept EXPERIMENT VIDEO AWARDS (Eva) Het onderdeel experiment video awards is gericht naar jongeren van de derde graad van het middelbaar onderwijs. De bedoeling is dat deze jongeren een leuk filmpje opnemen waarin zij een experiment uitvoeren. Op deze manier komen leerlingen van de derde graad in aanraking met de materie van BioSCENTer en kunnen de experimenten de interesse opwekken voor de studies die BioSCENTer aanbiedt. Via een stemsysteem wordt er dan de winnaars bepaald door alle deelnemers en geïnteresseerden. Het platform stimuleert de deelnemer om zijn video via tal van sociale media te verspreiden. Op deze manier wordt er veel traffic naar BioSCENTv “gelokt”. De winnaars worden beloont met een “award” en eeuwige roem.
33
Schriftelijk verslag van usability testing ‘Je kan 80% van de fouten uit je website halen, door hem te laten testen door 5 personen’ Evaluatierapport usability testing Wanneer we de testdata evalueerden zijn we tot de conclusie gekomen dat er enkele aanpassingen moesten doorgevoerd worden. Als eerste bleek de onderverdeling van de Bioscenter.be website in BioSCENTer en BioSCENTv niet altijd duidelijk voor de testpersonen. Men zag soms over het hoofd dat je van de ene deelsite naar de andere kon doorklikken via de header. We hebben hier ingegrepen door een widget te plaatsen die op elke pagina terug komt. Deze widget is een link naar BioSCENTv. Het omvat het logo van BioSCENTv en triggert mensen om door te klikken naar deze website. De widget komt in de body van elke BioSCENTer.be pagina. Zo zal het duidelijk zijn voor de gebruiker dat je ook kan doorklikken naar BioSCENTv. Nu hoef je niet te weten dat dit ook via de header kan. Dit geeft de gebruiker twee doorklikmogelijkheden en lost deze problemen op. Een tweede puntje was de link naar de website KU Leuven die niet werkte. De testpersonen klikte op het logo maar er gebeurde niets. Dit werd aangepast waardoor mensen nu via dit logo in header op de KU Leuven website terecht komen. De derde en laatste aanpassing die we hebben doorgevoerd na de usability testing is het verbeteren van de zoekfunctie. We kregen als opmerking dat deze enkel door de website zelf zoekt, maar niet door de database. Na dit aan te passen, zoekt deze functie zowel op de website naar kernwoorden als in de database.
Legende beoordeling 0: is in orde 1: moet gefixt worden 2: moet gefixt worden, maar kan wachten 3: zou een verbetering kunnen zijn in de toekomst
Taak
Pad
Commentaar/suggesties
1a 1b 1c 1d 1e
Contactgegevens raadplegen: je wilt contact opnemen met Bioscenter. Hoe zou je dit doen? _klik _klik _klik _klik _klik
2a 2b 2c
Wisselwerking Bioscenter, BioSCENTv: is het duidelijk dat er een tweede deelsite is? Ga eens naar Bioscentv _klik BioSCENTv in de header _klik BioSCENTv in de header _klik BioSCENTv in de header
'contact 'contact 'contact 'contact 'contact
us' us' us' us' us'
0 0 0 0 0
0 0 0
2d
/
2e
na tijdje, _klik BioSCENTv in header
3a 3b
Cluster: je hebt extra informatie(namelijk de clusterinhoud) over de cluster virtual life nodig. Zoek dit op.
3c 3d 3e
4a 4b
persoon vindt nergens een link terug naar de deelsite 'BioSCENTv'. De link in de header is niet duidelijk! Op het eerste zicht niet echt duidelijk, mag wat duidelijker
_klik Clusters, roll over Clusters, _klik Virtual life _klik Clusters, roll over Clusters, _klik Virtual life _klik zoekvak, _tijp 'Search', 2 resultaten die verwijzen naar de cluster virtual life _klik Clusters, roll over Clusters, _klik Virtual life _klik Clusters, roll over Clusters, _klik Virtual life
Logo’s. Je wilt toch eens gaan kijken op de klik logo KU Leuven in header website van de KU Leuven. Probeer door te klikken naar deze site. Is het duidelijk dat je kan klikken op het logo van de KU Leuven? klik logo KU Leuven in header klik logo KU Leuven in header
klik logo KU Leuven in header klik logo KU Leuven in header
5a
Clusterkeuze. Je weet zelf niet welke cluster het meest geschikt is voor jou. Daarom ga je naar de applicatie ‘find your cluster’ en voer je deze test uit.
5b
5e
6a 6b 6c 6d 6e
Scent in beeld. Je wil meer informatie, visuele weergave krijgen van projecten in het Bioscenter. Wat doe je? Is de link tussen Scent in beeld en de Bioscenter projecten duidelijk?
_roll over Clusters, _klik de Erlenmeyer gesleept, _roll over Clusters, _klik de Erlenmeyer gesleept,
Find your cluster, 5 woorden naar resultaat bekeken Find your cluster, 5 woorden naar resultaat bekeken
_roll over Clusters, _klik de Erlenmeyer gesleept, _roll over Clusters, _klik de Erlenmeyer gesleept,
Find your cluster, 5 woorden naar resultaat bekeken Find your cluster, 5 woorden naar resultaat bekeken
Neen, het is niet duidelijk dan me op het logo kan klikken en het werkt niet! Het lijkt meer op een soort sponsoring of samenwerkingsverband
1
Lukt niet
1 1
Eenmaal in de Erlenmeyer zijn de woor niet meer duidelijk, ze liggen over elkaar
0 0
Klik op “ find your cluster” (Homepage). Ik voer de test uit! De test is simpel om uit te voeren en is creatief, maar ik kan niet alle woorden ( de 5 naar keuze) gebruiken.
vrij duidelijk
Bioscentv
0 0
Makkelijk vindbaar door 2 links: in het menu en op de website zelf. Leuke applicatie
_klik BioSCENTv, _klik_'scent in beeld' _klik BioSCENTv, _klik_'scent in beeld' / zat te klikken op de verkeerde deelsite. Eens concept BioSCENTv duidelijk werd, was deze vraag ook duidelijk.
Seminars. Je wil meer informatie over _klik de toekomstige seminaries vinden. Zoek dit op. _klik _klik _klik _klik
10a 10b 10c 10d 10e
1 1
niet duidelijk
9a 9b 9c 9d 9e
7c 7d
klikken hierop werkt niet
_klik About, Klik What we do - read more
7e
7a
Duidelijk
0 0 0
_roll over Clusters, _klik Find your cluster, 5 woorden naar de Erlenmeyer gesleept, resultaat gekregen
_klik BioSCENTv, _klik Scent in beeld, _klik Facebook delen. Je vindt een project van Scent in beeld op het BIOSCENTv gedeelte ontzettend leuk. Je zou dit graag delen op je facebook profiel. Zoek een Scent in beeld fimpje en deel dit op je facebook. _klik BioSCENTv, _klik Scent in beeld, _klik _Filmpje afspelen, _klik 'like' on facebook _klik BioSCENTv, _klik Scent in beeld, _klik _Filmpje afspelen, _klik 'like' on facebook / _klik BioSCENTv, _klik Scent in beeld, _klik _Filmpje afspelen, _klik 'like' on facebook
7b
1
0 0
klikken hierop werkt niet
5c 5d
1
klikken hierop werkt niet
4c 4d 4e
Beoordeling
duidelijk! onduidelijk want ziet geen BioSCENTv link scent in beeld' is niet duidelijk. Graag nog een beschrijving wat dit betekend
0
0 0 0 1 2
niet gevonden
3 Project, 0 Project,
Project,
onduidelijk want ziet geen BioSCENTv link Logisch terug te vinden, verschijnt direct op mijn facebook pagina
0 1 0
Bioscenter, _roll over News, _klik Seminars Makkelijk Bioscenter, Bioscenter, Bioscenter, Bioscenter,
_roll _roll _roll _roll
over over over over
News, News, News, News,
_klik _klik _klik _klik
Seminars Seminars Seminars Seminars
Zoekfunctie. Je wilt een bepaald _ plaatsing zoekfunctie is perfect. Direct gevonden. trefwoord ingeven in de zoekfunctie om iets op te zoeken op de site. Ga naar de zoekfunctie en geef een trefwoord op. Is de plaatsing van de zoekfunctie duidelijk? ja De plaatsing van de zoekfunctie is duidelijk! De plaatsing van de zoekfunctie is gebruikelijk Zoekfunctie is duidelijk!
Voor de hand liggend
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
35
Bronnenlijst Coomans, W. 2009. Cursus Voorlichting. Xios Hogeschool Limburg: Hasselt. Microsoft. 2009. Youth state of the nation. An insight report. Dive into a new world of youth. Microsoft Group
Websites
Aczents. Kies uit 18 online marketing methodes. http://www.aczents.nl/service-informatie-beheer/service-website-beheer/ online-marketing.html geraadpleegd op 24-03-2010. Avans Hogeschool. Nieuwe wervingscampagne. http://avanshogeschool.wetpaint.com/page/Nieuwe+wervingscampagne geraadpleegd op 01-04-2010. Beleid Onderwijs en Vorming. Beleidsnota 2009-2014. Omgevingsanalyse. http://www.ond.vlaanderen.be/beleid/nota/20092014-omgevingsanalyse.htm geraadpleegd op 10-04-2011. Bureau Promotie podiumkunsten. Marketingproject Jong & Grijpbaar. http://www.promotiepodiumkunsten.nl/Content. aspx?id=111#tips_&_trics geraadpleegd op 24-03-2010 Campus Pro. http://productions.campus.tv/ geraadpleegd op 13-5-2011. CampusTV. (Nederland) http://www.campus.tv/ geraadpleegd op 13-5-2011. Campus TV. (Antwerpen) http://www.atv.be/campus-tv geraadpleegd op 13-5-2011. Dag van de biotechnologie. (2010) http://www.dagvandebiotechnologie.be/downloads/biotechmarkt.pdf geraadpleegd op 8-52011. Doornvogel. 2007. Crosmediale wervingscampagne voor studenten hogeschool. http://brand-intimacy.com/?p=58 geraadpleegd op 01-04-2011. Dream. (2006). Jongeren en hun professionele toekomst: visie van jongeren en professionals. Exactwatjezoekt.nl. http://www.exactwatjezoekt.nl/ geraadpleegd op 8-5-2011. Hogeschool van Amsterdam. 2008. Innovatieve wervingscampagne geeft extra impuls aan ICT-opleiding in Almere. http://www. hva.nl/nieuws/persberichten/pers233.htm geraadpleegd op 01-04-2011. Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. 2009. HKU Wervingscampagne 2010/2011. http://178.nl/hku-wervings-campagne-1011/ geraadpleegd op 01-04-2010. Ipabo. Wervingscampagne IPabo. http://www.ontwerpwerk.nl/portfolio/wervingscampagne-ipabo geraadpleegd op 01-04-2010. Katholieke Hogeschool Kempen. Agro- biotechnologie. http://www.khk.be/khk04/opleidingen/ba_agroBio/doel/default.asp geraadpleegd op 25-03-2011. KickTease. Katholieke Hogeschool Mechelen. http://www.kicktease.be/documents/news-items/khm.xml?lang=nl geraadpleegd op 01-04-2010. Lessius Mechelen. Master in IndustriĂŤle wetenschappen: Biotechnologie. http://mechelen.lessius.eu/studeren-aan-de-khmechelen/masteropleidingen/industri%C3%ABle-wetenschappen-biotechnologie geraadpleegd op 25-03-2011. Luik. Agro Bio Tech Universiteit. http://www.fusagx.be/ geraadpleegd op 25-03-2011. Natuurinformatie.nl http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i001438.html geraadpleegd op 8-5-2011 PHL. Biotechnologie. http://www.phl.be/eCache/DEF/3/402.html geraadpleegd op 25-03-2011.
Sint-Lieven Hogeschool. Agro- en biotechnologie. http://www.kahosl.be/site/index.php?p=/nl/page/331/agro-en-biotechnologie geraadpleegd op 25-03-2011. Universiteit Antwerpen. Biochemie en biotechnologie. http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.BIOCHEMIE geraadpleegd op 25-032011. Universiteit Antwerpen. Biomedische wetenschappen. http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.BIOMEDISCHE geraadpleegd op 25-032011. Universiteit Gent. Biochemie en biotechnologie. http://www.phl.be/eCache/DEF/3/402.html geraadpleegd op 25-03-2011. Vrije Universiteit Brussel. Faculteit wetenschappen en bio- ingenieurswetenschappen http://we.vub.ac.be/ & http://www.vub.ac.be/infoover/onderwijs/bama/of-tbw.html geraadpleegd op 25-03-2011. Webdesignshock. The real design trends for 2011. http://www.webdesignshock.com/review/design-trends-for-2011/ geraadpleegd op 31-03-2010.
37
Bijlagen Verslagen Verslag 1 | 16-03-2011 Bezoek BioSCENTer Woensdag 16-03-2010 kwamen voor het eerst in aanraking met onze opdrachtgever BioSCENTer op hun thuislocatie de campus in Leuven. We kregen een briefing die van start ging over de structuur van BioSCENTer. Hierin werd meer uitleg over de 4 domeinen/ studierichtingen binnen het overkoepelend orgaan BioSCENTer gegeven. Deze 4 domeinen zijn Biomint, iCEB, Virtual Life en de cluster bioinformatics en bio systems. Er werd ons meteen duidelijk gemaakt dat in ons ontwerp deze 4 domeinen als een apart onderdeel moet worden gezien en dit ook goed naar voren moet worden gebracht. Uit de briefing kwam ook de opdrachtomschrijving naar voren. Voor hen is het belangrijk dat onderzoeksresultaten niet binnen de poorten van de school moeten blijven. Ze willen een nieuwe dimensie geven aan ‘aan onderzoek doen’ door dit publiek te maken, samenwerkingen op te zetten en ook vragen van buitenaf kunnen beantwoorden. BioSCENTer wil een centrum zijn voor topprojecten en een internationale status generen, dit moet vertaalbaar worden naar een ontwerp dat deze uitstraling heeft. Er moet een portfolio zijn voor de projecten van studenten dat ze in het buitenland zo kunnen afgeven. Een van de andere vereisten is daarbij komend een nieuwe huisstijl die ook deze internationale uitstraling heeft. De 4 pijlers/domeinen binnen BioSCENTer moeten terug te vinden zijn in deze huisstijl. Daarnaast verwachten ze een website, een nieuw logo en templates voor powerpoint presentaties, posters en aankondigingen. Er moet gedacht worden dat het logo gelinkt is aan de KuLeuven, ditzelfde geldt ook voor de website. Qua communicatie is er een webplatform nodig waarbij wetenschap toegankelijk is voor afgestudeerden en de kloof van onwetendheid met het brede publiek verkleint.
Logo Biosc = bioscience ENT= enginieering technology Het logo staat voor connecties zoeken tussen dna, proteïnes en moleculen die elk verwerkt zijn in dit logo. De kleuren binnen het logo zijn ook gelinkt aan de 3 sectoren binnen biotechnologie namelijk: wit voor industrie en milieu (wasproducten), groen voor landbouw en voeding (gewassen) en rood voor mens en gezondheid (medicatie en stamcellen). Er is ook nog een 4de sector: ecologische biochemie (denk aan vervuiling), maar deze sector heeft geen kleur. Deze kleuren zijn internationaal aanvaard. De kleuren in het logo mogen vrij gebruikt worden, maar moeten linken aan de sectoren. Er moet een combinatie gemaakt worden met een naamlogo waar uiteraard BioSCENTer in verwerkt is.
Verslag 2 | 21-03-2011 Stap 1: vaststelling van de doelgroep De gekozen doelgroep waarrond wij willen werken zijn de ASO leerlingen die BioSCENTer als toekomstige studenten ziet. De focus ligt op de 3de graad waarin vaak definitief gekozen wordt welke vervolgstudie ze willen volgen. Maar we willen ons niet beperken tot enkel de 3de graad. Leerlingen van het middelbaar onderwijs hebben vaak al in de eerste graad een idee van welke richting ze uit willen gaan na het middelbaar. Ook de 2de graad speelt een belangrijke rol, omdat leerlingen hier al een profiel kiezen en een beter zicht hebben op wat ze willen. Stap 2: (communicatie)doelstellingen Kennisoverdracht, bewustzijn creëren, overtuigen en onderscheiden van de concurrentie. Stap 3: vereisten vanuit bioSCENTer en de to do list Website, newsflash, huisstijl, nieuw logo, powerpoint template en voorziene ruimte voor activiteiten en projecten. Stap 4: conceptidee BioSCENTer --> BioSCENTv Een website die meer kennis brengt over biotechnologie in de vorm van korte, simpele maar duidelijke teksten; wistjedatjes, biotechnologie in het dagelijkse leven. Mogelijkheid waar studenten kunnen testen of ze passen binnen het profiel van de studie. Grootste peiler om leerlingen over te halen is BioSCENTv, een vorm van Campus tv en Brainiac. Er worden filmpjes gepost door studenten van BioSCENTer over hun activiteiten om zo leerlingen een goed beeld te geven van de studie. Het gaat in dit geval om studenten van de verschillende studiejaren. Op deze manier kunnen de studenten (en de school) hun projecten ook onder de aandacht brengen, laten zien waarmee ze bezig zijn. Een idee is om alumni ook hun projecten in beeld te laten komen of hen in ieder geval ook een eigen plekje te geven. Een trigger op BioSCENTv is een wedstrijdvorm waarbij leerlingen van het middelbaar kunnen deelnemen. Ideeën zijn het maken van eigen bier, experimenteren met eigen huis- tuin- en keukenspullen. Van hun projecten kunnen de leerlingen filmpjes maken en kunnen deze op BioSCENTv plaatsen/laten plaatsen. Er kan een project van de week worden of er kunnen op experimenten gestemd worden. Studenten van bioSCENTer kunnen ook how to filmpjes plaatsen, zodat leerlingen een experiment kunnen nadoen. Een onderscheid van graad van moeilijkheid moet er wel zijn om zo iets te kunnen bieden aan alle graden van het middelbaar onderwijs. To Do: er moeten een 3-tal programma’s of wedstrijden worden uitgedacht voor welk studiejaar. BioSCENTv moet een plek zijn waarop wekelijks nieuwe input verschijnt, het moet hier niet gaan om incidentele acties. BioSCENTv moet ook bekijkbaar zijn op de ipad. Marketinggericht zijn er ook mogelijkheden in de vorm van product placement. Verder is het mogelijk om comments te plaatsen onder de geplaatste filmpjes en kunnen deze via de sociale media waarop ze geplaatst zullen worden een eigen leven gaan leiden en zo buzz genereren. Jongeren zullen dan nog meer gaan experimenteren en elkaar stimuleren telkens iets nieuws te bedenken. Om een eenheid in de geplaatste filmpjes te krijgen en er rekening mee houdende dat leerlingen niet veel kennis hebben van het maken van filmpjes kan er een (imovie) template worden gemaakt die ze zo kunnen gebruiken.
Verslag 3 | 23-03-2011 Deze dag was de conceptbespreking voor de lectoren. Van tevoren hebben we eerst onze mindmap uitgewerkt om nog eens duidelijk door te nemen wat er gezegd moest worden.
Feedback Het is belangrijk in het oog te houden dat de content op een grappige manier wordt aangeboden, maar dat het hier wel om een wetenschappelijke opleiding gaat. Dit is een serieuze opleiding daarom moet er niet overdreven worden en de website zo in een lachertje laten eindigen. Deze grens moeten we goed bewaken om niet over de grens heen te gaan. Er moet niet het idee komen dat ze bij bioSCENTer alleen maar bier brouwen. De doelgroep is op dit moment veel te breed. Er moet een duidelijke afbakening komen waarbij er een keuze gemaakt moet worden tussen de 2de of 3de graad leerlingen.
39
Wanneer je gebruikers zelf content wil laten uploaden moet dit ook doenbaar zijn. Dit betekent meer werk voor BioSCENTer en het moet ook mogelijk zijn om dit te kunnen verteren en controleren. Mocht je scholen inschakelen om studenten te bereiken, betekent dit ook weer extra werk. Wanneer je wedstrijden organiseert moet de link met BioSCENTer er wel zijn. Het is daarom beter om BioSCENTer zelf een vraag te laten stellen of ze een thema te geven. Aan de hand van deze feedback zijn we opnieuw samen gaan zitten om over de inhoud van ons concept verder na te denken.
Bespreking Na de feedback waren we ons bewust dat we een keuze moesten maken tussen 2de en 3de graad ASO leerlingen. We kozen voor de 3de graad, omdat deze leerlingen het dichtste bij het afstuderen zijn en zij dus ook bezig zijn met de keuze voor een vervolgstudie. Zij staan al open voor meer informatie. Belangrijk voor ons is dat het niet simpel BioSCENTv is, maar BioVision. Dit moet ook duidelijk zo gecommuniceerd worden bij het conceptvoorstel.
UGC Doelstelling: feeling met opleiding en campus. Er moet een actieve interactie komen die hun interesse opwekt. Een van de programma’s op BioSCENTv zal het dagboek van enkele studenten van BioSCENTer zijn. Dit zullen studenten zijn uit de verschillende jaren en domeinen. Op deze manier komen alle domeinen aan bod en is dit voor aankomende studenten ook een inzicht in de precieze inhoud van de opleidingen. Onderwerpen in het dagboek zijn hun projecten, het groeiproces, fail van de week, eureka van de week, blik in de studie, campus in beeld (waarom je in Leuven zou gaan studeren). Een ander programma zal gericht zijn aan de aankomende studenten. BioSCENTer stelt een vraag of geeft een thema waarop studenten gaan experimenteren rond deze opdracht. Hun experimenten leggen ze vast op film en kunnen ze via YouTube of Vimeo uploaden. Filmpjes kunnen dan door BioSCENTer worden geëmbed op BioSCENTv. Deze opdrachten zijn in wedstrijdvorm. Wistjedatjes kunnen ook als vraagvorm gesteld worden aan studenten.
PGC Doelstelling: passieve interactie Logo Een van de voorlopige besproken ideeën is om de kleuren van de domeinen te verwerken in bollen.
Verslag 4 | 28-03-2011 Deze dag was om het concept nog eens volledig door te nemen en de afgesproken taken te bespreken. Concreet is er overleg geweest over de logo’s die Sam heeft gemaakt. We hebben gesproken over de compositie die ons het beste leek, het kleurgebruik en de plaatsing van de kleuren. Verder hebben we bekeken welk lettertype ons het meest geschikt leek. Voor de technische kant is er besproken hoe we het dagboek mooi kunnen weergeven. Eerder hebben we het er al over gehad dat dit gedeelte mooi moet opgaan in de website en dat dit met een webcamapp moet gebeuren. Jasper had hier onderzoek naar gedaan en had een Wordpress plug-in gevonden die wel de functie zou kunnen vervullen, maar nog niet geheel aan de verwachtingen voldeed. Deze optie blijft wel open. Er is ook nog uitvoerig gesproken over de mogelijke problemen die er zouden kunnen zijn met het inloggen, de beveiliging en de gebruiksvriendelijkheid van het beheer. We hebben enkele argumenten besproken die deze kunnen tegengaan. Er was ook nog een bedrijf gevonden dat het systeem voor integreren van het webcamsysteem wel beheert. De overige tijd van de bespreking was gebruikt voor het werken aan de presentatie, het logo en de look en feel van de website. Er zijn voorbeelden gezocht van websites die ons idee representeerden en zijn er schetsen gemaakt voor een mogelijk ontwerp. Deze look en feel moet passen bij BioSCENTer, maar ook bij ons idee voor BioSCENTv.
Verslag 5 | 30-03-2011 Feedback door lector en studenten BioSCENTer 30 maart was de dag van de conceptpresentatie voor de mensen van BioSCENTer. Bij andere groepen was er feedback gekomen dat er telkens duidelijk moet zijn welk experiment in welk jaar en door welk vak wordt behandeld. Het is ook belangrijk de negatieve kanten te laten zien, studeren is niet alleen leuk dus kan je ook de negatieve kanten laten zien om eerlijk, realistisch over te komen. Dit zijn punten die we ook kunnen meenemen in ons eigen concept. De feedback op ons persoonlijke concept was over het algemeen positief. Het idee van BioSCENTer en BioSCENTv als een dynamische website stond hen aan. De website kan dan in hun ogen een eigen leven leiden, maar toch op de achtergrond gecontroleerd worden. Er zou ook een filter aanwezig moeten zijn om onacceptabele video’s of berichten te kunnen detecteren en verwijderen. De website van BioSCENTer moet ook dynamisch en interactief zijn. Zo blijft deze website ook aantrekkelijk en ligt in lijn met BioSCENTv. Je hebt namelijk iets nodig om ook naar de officiële website te gaan en niet alleen nog maar naar BioSCENTv. Dit kan een agenda zijn, weetjes van professoren die ze zelf kunnen uploaden of een artikel zelf kunnen uploaden. Vooral het zelf kunnen uploaden is belangrijk om telkens input te hebben op de website. Op dit moment moet iemand dit voor zijn rekening nemen en telkens achter berichten, nieuwtjes aangaan door iemand aan te spreken. Opmerking: de 4 richtingen beter te integreren op BioSCENTv. Dit mag meer naar de achtergrond en net op de voorgrond springen op de website van BioSCENTer. Het idee waarin het element centrum en oog is verwerkt in het logo was heel goed. Na de conceptpresentaties is er in de groep nog even besproken wat hoe de feedback was en hoe de presentatie ging. Om dan nu vooruit te gaan werken met de aankomende vakantie is er een planning gemaakt die over een langere tijd gaat. To do:
- voor vrijdag concrete vragen op stellen - powerpoint doorsturen - feedback vragen over het logo en het kleurgebruik. - 2 domeinen kopen - bronnen bijhouden
Laura:
- doelgroepenanalyse - omgevingsanalyse - ideeën voor communicatieplan - trendanalyse - research (campagnes) - concurrentieanalyse uitschrijven
Jasper:
- Sleepbox (Java) - experimenteren met de webcam - facebook pagina aanmaken - wist je datjes-box - Er schema?
Sam:
- logo - lay-out website - huisstijl
Frederik:
- lay-out website - ideeën voor marketing (6 c’s) of communicatieplan - concept verder uitwerken
41
Verslag 6 | 03-05-2011 Bij het bezoek aan BioSCENTer tijdens de paasvakantie waren alleen Jasper en Laura aanwezig daarom was een bespreking van deze dag de start van deze vergadering. We hebben het gehad over de feedback die we gekregen hebben en de informatie gedurende de dag. De feedback en informatie was belangrijk om rekening mee te houden. Vooral de feedback dat we niet veel input moeten verwachten van studenten en dat het moeilijk is de materie van BioSCENTer om te zetten in een vraag. Dit heeft ons doen besluiten om de programmering van BioSCENTv aan te passen. We hebben ervoor gekozen om twee programma’s te schrappen: Experiment Video Awards 1 en Scentcontest. Dit moest ook in de evalutatiemeeting naar voren komen in de Powerpoint. Er moest een slide komen met de relevante feedback gevolgd door de verwerking van deze feedback. Door de indrukken van het bezoek aan BioSCENTer wilden we een algemeen filmpje invoeren op de website van BioSCENTer.be waarbij de campus en clusters in beeld komen. Hiermee willen we inspelen op eerdere feedback dat de website van BioSCENTer ook dynamischer mag zijn en ze sluit op deze manier beter aan op BioSCENTv. Een andere reden is het schrappen van twee programma’s. Een tweede toevoeging is de invoering van een tweede communicatiecampagne voor de studenten van BioSCENTer. Er werd aangegeven dat het enthousiasme snel vervaagd en eigen experimenten krijgen snel de voorrang waardoor we een extra campagne willen inlassen. Met deze campagne willen we studenten aansporen deel te nemen aan het videodagboek. Tijdens de bespreking werd er ook ingegaan op de kleuren van de website en het hosten van de website. Met het oog op de PowerPoint moeten er schetsen zijn. We hadden al enkele schetsen, maar wilden deze beter uitwerken in de kleuren die we uiteindelijk gaan gebruiken. Als laatste is er besproken wat er precies in de powerpoint moet komen en in welke volgorde. Er is een planning opgesteld wat er in de komende periode gedaan moet worden.
Verslag 7 | 05-05-2011 Tussentijdse evaluatie met lectoren Er waren enkele interessante opmerkingen/punten tijdens de feedback op andere groepen waar onze groep ook rekening mee moet houden: - De doelstelling van de website moet goed naar voren komen qua marketing. Denk hierbij ook aan een nieuwsbrief of Google Analystics. - In de foto’s moet duidelijk het onderscheid van de clusters naar voren komen - Moet het embleem van de KuLeuven op posters, de powerpoint,‌ verschijnen? - Moet de website in het Nederlandse en Engels? Bij de feedback op ons persoonlijke project kwamen er nog enkele punten naar voren waarmee we rekening moeten houden bij het uitwerken van de huisstijl. Zo is er ter sprake gekomen dat er een uniforme toepassing moet gebeuren van het woord BioSCENTer. Er moet worden overlegd met de mensen van BioSCENTer of het woord Bioscenter ook volledig in hoofdletters mag worden geschreven, omdat dit grafisch beter oogt. Bij de toepassing van het logo BioSCENTv mag de v net wel in kleine letters. De schetsen van de website zijn goed, de elementen zijn goed geplaatst waardoor de filmpjes goed naar voren komen. Voor het lettertype van de website is Calibri niet geschikt. Dit lettertype is wel geschikt voor briefpapier en de PowerPoint. Door de minimalistische website komt het niet direct over dat er veel informatie op de website schuil gaat. Voor het uitwerken van het concept moet er telkens rekening worden gehouden dat de juiste doelgroep aangesproken wordt. Op BioSCENTer lopen veel doctoraatstudenten rond en studenten die aan hun thesis werken, dit moet goed in het achterhoofd blijven.
Bespreking feedbacksessie Na de feedbacksessie is er in de groep besproken wat er als feedback naar voren is gekomen. Vervolgens is er een nieuwe planning opgesteld die tegen woensdag 11 mei afgewerkt moet zijn. Sam:
- Huisstijl uitwerken (in detail) - Storyboard algemeen filmpje & event scent in beeld - Visualisatie van het storyboard
Jasper:
- Erleymeyer afmaken - Reksten nalezen - Concurrentieanalyse voor ICT (dus cms systemen vergelijken, inbedding van filmpjes,..) - Java-aplet voor die webcam (videobloggin wordpress plug in)
Frederik:
- 2 website maken - Begin communicatie plannen
Laura:
- Communicatieplan - Wistjedatjes - Teksten voor de website verzamelen - Algemeen teksten (huisstijl vision) - Contact BioSCENTer voor filmdag
43
Verslag 8 | 11-05-2011 Overlopen van de filmdag Er moeten afspraken worden gemaakt met de verschillende labo’s en 1 professor voor filmopnames. Laura zal daarom zorgen dat er voor de filmdag alle clusters aan bod komen om hier opnames te maken. Op de dag zelf kan een student of lector ook gevraagd worden voor usability testing van de website. Er moet aan de labo’s gevraagd worden of er iets opmerkelijks is gebeurd in de laatste maanden dat het filmen waard is.
Huisstijl Er is een kort overleg geweest over de lettertypes voor de verschillende communicatie-uitingen. Calibri voor de powerpoint en het briefpapier en Arial voor de website. Welke elementen moeten allemaal nog in de huisstijl verwerkt worden: poster en persbericht. In de huisstijl wordt enkel het logo van de KuLeuven verwerkt, er komen geen aparte specificatie vermelding in de huisstijl. Overzicht van punten uit het casebook die nog gedaan moeten worden: - disclaimer --> jasper - invalshoek campus tv. --> laura - briefing ---> laura - conceptbeschrijving. --> frederik - abstract. -- > frederik - woord vooraf ---> frederik - corpus - inleidend hoofdstuk - communicatieplannen --> laura en frederik - usablity testing --> jasper en proefpersonen - huisstijl --> sam en laura - rechten voor wordpress --> Jasper - vormgeving casebook --> sam
Verslag 9 | 26-05-2011 De voorlaatste bespreking voor het einde van Project Lab was vooral bedoeld op alles nog eens door te nemen en met name de website nogmaals door te nemen. De inhoud van de website lag eigenlijk al vast, doordat we de huidige inhoud konden/moesten behouden. Dit hield ook in dat we voor een Engelstalige navigatie moesten kiezen. We wilden de navigatie van de website veranderen, omdat de huidige niet duidelijk is. Samen kwamen we tot de volgende onderverdeling: BIOSCENTER · · · · · · ·
HOME ABOUT o Context o Mission o Objectives Clusters o BioMint o Virtual Life o Evolutionary Biology o Bio-informatics/Systems biology Structure News o News o Press o Workshops o Semniaries Jobs Contact
BIOVISION · · · · · ·
HOME ABOUT SCENT IN BEELD VIDEODAGBOOK WEDSTRIJD CONTACT
De huidige inhoud van de website is nogal een zware brok tekst als deze gewoon onder elkaar verschijnt. We hebben daarom besloten dat een accordeonfunctie een goeie oplossing is om de tekst overzichtelijker op de website te plaatsen. Als laatste is er een opsomming gedaan van alle elementen die nog ontbraken in het casebook en een bespreking van de filmpjes gedaan. Er moet nog een wedstrijdvraag worden opgenomen die zal draaien rond het onderwerp bananen. Frederik zal deze taak voor zijn rekening nemen. Andere punten die nog moeten gebeuren in het casebook zijn: · Een lijst met afbeeldingen · Een communicatieplan voor studenten van BioSCENTer · Een handleiding voor Wordpress · Usability testing · Concluderend hoofdstuk · Plaatsen van de Erlenmeyer · Abstract · Conceptbeschrijving · Doorlezen van het casebook De laatste vergadering zal op 31-05-2011 plaatsvinden. Deze laatste bespreking zal volledig besteed worden aan het voorbereiden van de presentatie aanstaande woensdag en de laatste puntjes op de i zetten.
45
Planning Deadline 28-03-2011 Frederik: - Het idee achter User Generated Content en Producer Generated Content uitwerken - Werken aan het design voor de website en het logo Sam: - Concurrentieanalyse voor grafisch vormgeving - Werken aan het logo en design Laura: - Concurrentieanalyse voor grafisch vormgeving - Research naar de doelgroep jongeren Jasper: - Research naar de webcam-applet - Research naar Erlenmeyer voor kernwoorden Deadline 25-04-2011 Laura: - Doelgroepenanalyse verder uitwerken - Omgevingsanalyse - IdeeĂŤn voor communicatieplan - Trendanalyse voor grafisch vormgeving - Research naar campagnes van scholen - Concurrentieanalyse voor grafisch vormgeving Jasper: - Sleepbox (Java) - Experimenteren met de webcam - Facebook pagina aanmaken - Wist je datjes-box - Er schema Sam: - Logo verder uitwerken - Lay-out website schetsen - Uitwerking huisstijl starten Frederik: - Lay-out website schetsen - IdeeĂŤn voor marketingcommunicatieplan Deadline 05-05-2011 Laura: - Mailen naar mensen BioSCENTer voor meer informatie over de website enz. - Powerpoint opstellen - Punten voor huisstijl opstellen en teksten Jasper: - Erlenmeyer verder uitwerken in Flash - Scenario algemeen filmpje website BioSCENTer Sam: - Storyboard - Huisstijl verder uitwerken Frederik: - Uitwerken van de website - Schets videodagboek Deadline 11-05-2011 Laura: - Communicatieplan derde graad aanpassen en communicatieplan voor studenten BioSCENTer schrijven - wistjedatjes zoeken - Teksten voor de website verzamelen - Teksten voor de huisstijl schrijven - Contact met BioSCENTer over filmdag Sam: - Huisstijl in detail uitwerken - Storyboard algemeen filmpje & Scent in beeld Jasper: - Erleymeyer aanpassen - Teksten nalezen - Concurrentie analyse voor ICT - Trendanalyse ICT - Toekomstige aanpassingen ICT Frederik: - 2 websites maken - Kanalen voor het communicatieplan voor de studenten van BioSCENTer uitwerken
FILMDAG op 19-05-2011 Foto’s trekken: - Binnen en buiten - Persoon - Content foto’s Filmen:
- Overzichts beelden - Beelden binnen - Beelden buiten - Interview - Scent in beeld - Persoon filmen voor dagboek - Filmpje met vraag van een professor
Deadline 25-05-2011 & 29-05-2011 Jasper: - Disclaimer schrijven - Gebruik van Wordpress Laura: - Invalshoek voor campus tv uitwerken - Briefing schrijven - Communicatieplan derde graad puntje toevoegen - Inleidend hoofdstuk - Woord vooraf Frederik: - Abstract - Conceptbeschrijving - Communicatieplan voor studenten BioSCENTer - film Sam: - Vormgeving van het Casebook - Montage van het beeldmateriaal Iedereen: - Usablity testing Deadline 30-05-2011 Iedereen: - Nalezen casebook - Usablity testing