14 minute read

EEN TERUGBLIK OP HET FENOMEEN HIGHLIFE CUP

Eerste editie in 1993 telde slechts 3 categorieën, inmiddels zijn er 15 Een terugblik op het fenomeen HIGLIFE CUP

Al in 1993 vond de eerste editie van de HighLife Cup plaats. Inmiddels is de HighLife Cup een traditie en een fenomeen. We blikken terug in de tijd om te zien hoe de strijd om de Kampioen der Kampioenen zich ontwikkeld heeft. Dat doen we in sprongen van 5 jaar. En we laten juryvoorzitter en ‘Mister Highlife Cup’ Cliff Cremer aan het woord. Hoe kijkt hij als insider terug naar de geschiedenis van een van de langst durende cannabis competities ter wereld? Zijn verhaal lees je op de volgende pagina.

1993

Tijdens de laatste editie van de HighLife Cup dit jaar moest de jury maar liefst 15 verschillende categorieën beoordelen. Dat ging er heel anders aan toe in 1993, toen de strijd om de beste wiet van Nederland voor de eerste maal plaatsvond in Utrecht. Er waren slechts drie categorieën tijdens deze Highlife Nederwietcup, namelijk Buitenteelt, Biologische Binnenteelt en Hydro Binnenteelt. De jury kreeg 49 samples om te testen (vergelijk, dat waren er dit jaar maar liefst 213). Coffeeshop Catweazle (Culemburg) won in 1993 twee eerste prijzen, Dutch Flower (Amsterdam) won de categorie Hydro Binnenteelt. Andere prijswinnaars waren Genesis (Geleen), Sensi Smile (Rotterdam) en Highlander (Tilburg). Tijdens de bijeenkomst werd meteen de Cannabis Consumenten Bond opgericht. Dat leidde tot veel mediabelangstelling, waaronder zelfs de Amerikaanse zender CNN. In de jury van dat eerste jaar zaten onder andere Ben Dronkers en Armand.

1998

Vijf jaar later, in 1998, was de competitie verdeeld tussen growshops en coffeeshops. Wel nog steeds dezelfde drie categorieën; Bio, Hydro en Buiten. Rond de Cup vond een groot feest plaats in het Marcanti Plaza in Amsterdam. Sponsors gooien duizenden pre-rolls vanaf het podium in het uitzinnige publiek. Inmiddels moest de jury zich over 98 samples buigen. De grote winnaar was Hawaiian van growshop VOF Friends uit Tilburg. Eigenaar Zwiep verklaarde: “De Hawaiian is een apart wietje, een beetje eigenwijs ook. We hebben haar helemaal zelf ontwikkeld en houden haar ook in eigen beheer.”

In 2003 bezochten ruim 9000 mensen de Highlife Hennepbeurs in de Jaarbeurs in Utrecht. De menigte werd getrakteerd op 110 stands met de laatste hennepproducten en bands als Beef en Postmen. Op het grote podium vond de uitreiking van de HighLife Cup plaats. Boven ons verslag plaatsten we de kop: Veni, vidi, vici: Sensi, want zij kaapten liefst negen prijzen weg, waaronder de grote HighLife Cup beker met hun klassieker Jack Herer. Alan Dronkers: “Ik stond met knikkende knieën toen ik hoorde hoeveel punten onze inzendingen hadden gekregen. Dit had ik echt niet verwacht.” In 2003 waren de drie eerdere categorieën nog steeds bepalend, alleen waren ook zadenbedrijven in een aparte competitie verzameld. Een extra categorie Nederhasj was inmiddels toegevoegd. Andere prijswinnaars in deze editie waren oude bekenden als Catweazle, Genesis, Spliff, Twins, De Vrolijke Gaper en ’t Bunkertje. De jury had het er met ruim honderd ingezonden samples maar druk mee. Maar je hoorde ze verder niet klagen…

HighLife Cup in Aquabest

2008

Brabant was met Club Rembrandt in Eindhoven de gastheer in 2008, waar rond de 500 genodigden de befaamde uitreiking mochten meemaken. De jury moest een ‘Mount Everest aan toppen’ beoordelen, aldus onze verslaggever ter plaatse. Opvallend is dat de uitreiking toen al in handen was van DJ Cobus, hij mag zich dus echt een veteraan noemen. Er was een goede reden voor het grote aantal samples, want er waren opnieuw extra categorieën bijgekomen: Haze Hydro en Bio. Grote winnaar was de toenmalige growshop Hydroland uit Nijmegen met hun S5. Debutant DNA Genetics haalde een prijs op met hun Chocolope. Een andere opmerkelijke winnaar was Weckels’s Frisian Dew van Atami, onder meer omdat Weckels in die tijd kweekartikelen voor Highlife schreef. Verder veel Usual Suspects, waaronder Paradise Seeds en Sensi Seeds. Dichter Simon Vinkenoog, een trouw jurylid sinds de eerste jaren, was er niet meer bij. Hij overleed een jaar later op 80-jarige leeftijd. Een bijzondere editie en dat blijkt wel uit de kop: BHO extractie hasj verplettert de concurrentie. Het was de Royal OG Kush Blend van Royal Queen Seeds die er met de Cup der Cups vandoor ging: ‘Een boterzachte maar spectaculair zware hasj-soort die met behulp van butaangas werd vervaardigd. Een hasj-tovenaar van RGS gebruikte naar verluidt de beste Kush-soorten van het bedrijf om er deze uitmuntende Budder bho (Butane Honey Oil) van te maken.’ En dat op het feestelijke festivalterrein van de Cannabis Bevrijdingsdag in het Westerpark in Amsterdam, dat in die tijd jaarlijks werd georganiseerd door het VOC. De hasj extracties waren dat jaar een aparte categorie en maakten dus veel indruk bij hun introductie. Wat valt verder op? Dutch Passion, een van de grondleggers van de Nederlandse zadenbranche, viel weer eens in de prijzen met hun Jorge’s Diamonds. En de growshop categorieen zijn verdwenen. Want die werden eerder door de Nederlandse overheid verboden verklaard. De Hollandse Hennepoorlog was helaas al in alle hevigheid losgebarsten.

2018

Na enige memorabele edities in het kunstenaarsdorp Ruigoord bij Amsterdam keerde de HighLife Cup terug naar Brabant op Aquabest in Best. Voor het eerst werd een trend duidelijk die al enige jaren gaande is; de opmars van de Amerikaanse genetica. De uitreiking werd gecombineerd met de European Plant of the Year competitie van Soft Secrets. Grote winnaar was het alom gerespecteerde Dutch Passion met hun Lemon Zkittle: ‘Een Amerikaanse sativa-dominante soort die vrij nieuw is en die is ontstaan door een Las Vegas Lemon Skunk te kruisen met een Zkittle.’ Andere soorten met Amerikaanse genetica gooiden ook hoge ogen, zoals de Gorilla Glue van Kosbor. Andere opvallende aspecten? Haagse coffeeshops zoals Dizzy Duck zien we vaker terug. En inmiddels zijn er 12 categorieën! Autoflowers hebben hun intrede gedaan. Kush heeft naast Haze een eigen categorie verdiend, net als Skunk. Er zijn Sativa’s en Indica’s. De opkomst van de Medicinale CBD zorgt er voor dat ook deze een eigen categorie krijgt.

HighLife Cup 2021: inmiddels 15 categorieën

Anno 2021 telt de HighLife Cup inmiddels de volgende 15 categorieën

1. Hybriden algemeen geteeld op hydrocultuur 2. Hybriden algemeen geteeld op aarde (bio) 3. Automatisch bloeiende soorten (indoor en outdoor) 4. Haze soorten geteeld op hydrocultuur 5. Haze soorten geteeld op aarde (bio) 6. Kush soorten 7. Skunk soorten 8. Sativa’s (>70% Sativa genetica) 9. Indica’s (> 70% Indica genetica) 10. Amerikaanse soorten (moet Amerikaanse genetica bevatten) 11. Outdoor soorten ( buiten geteelde buitensoorten) 12. Medicinale soorten (met aantoonbaar hoog CBD gehalte) 13. Hasj IMPORT (traditionele hasj uit buitenland) 14. Hasj NEDERHASJ (traditionele hasj gemaakt in Nederland) 15. Hasj EXTRACTIES

Niet alle cannabiscups zijn te koop

HighLife Cup, de geschiedenis

Van Ahoy tot de Rai, van Ruigoord tot foute tent Marcanti, van het Flevopark tot de zolderkamer van Giel Beelen: als er één ongrijpbaar fenomeen is in de Nederlandse cannabiswereld, dan is het wel de geheimzinnige, bijna mystieke cup genaamd de HighLife Cup.

Begonnen in 1993 was de HighLife Cup natuurlijk geïnspireerd op de enige andere cannabis cup die toen bestond, de Amerikaanse High Times Cup. Nou was het een publiek geheim dat de sponsors van deze cup jaar na jaar automatisch in de prijzen vielen. Hoe meer men sponsorde, hoe meer bekers er werden binnengehaald. Daarnaast ontwikkelde de High Times Cup zich al snel tot een soort reisorganisatie, om Amerikaanse cannabistoeristen naar Amsterdam te vervoeren middels een gepeperd geprijsd all-inclusive pakket. De reizigers moesten betalen om jurylid te mogen zijn en gingen op een soort gesponsorde coffeeshop-toer, waarbij ze in amper drie dagen tijd tientallen samples moesten testen.

Blinde test

De Nederlandse HighLife Cup wilde duidelijk maken dat niet alle cannabis cups te koop zijn en maakte er een punt van om vooral eerlijk, transparant en objectief te werk te gaan. Bovendien wilde de HighLife Cup veel meer aandacht voor lokale, Nederlandse wietsoorten die in de talloze coffeeshops van het land werden verkocht. Zo werd de blinde test geboren, waarbij juryleden dus niet weten welke soort van welke shop ze roken. Elke shop die thuishoorde in de Nederlandse cannabisbranche was welkom om mee te doen. Er waren verder geen beperkingen en deelname was gratis. Dit gold ook voor de juryleden, die jaar na jaar worden uitgezocht en uitgenodigd door de juryvoorzitter. Men kan zich dus niet opgeven om jurylid te worden, men moet uitgenodigd worden. Wat ook weer niet wil zeggen dat elk HighLife Cup jurylid automatisch werd gepromoveerd tot wiet- of hasjkenner, daarvoor hebben we teveel zeperds gehad de afgelopen 20 jaar. Juryleden die met uitslagen kwamen waar de honden geen brood van lusten. Nader onderzoek wees dan uit dat deze figuren hun juryzak kant en klaar zo doorverkochten aan de hoogste bieder. Hun jurypunten werden vervolgens geannuleerd en de juryleden uit de jury getrapt, met een levenslange verbanning aan de broek. Laster en roddelpraatjes

Aan de andere kant waren het vaak shops die niet in de prijzen vielen die laster en roddelpraatjes verspreidden over hoe ‘oneerlijk’ de HighLife Cup was, of dat alles doorgestoken kaart was. Als huidig juryvoorzitter kan ik alleen maar zeggen: kijk naar de lijst met winnaars van de afgelopen 20 jaar (her en der te vinden op internet). Daaronder bevinden zich shops of personen die op geen enkele wijze ooit commercieel betrokken zijn geweest bij HighLife Magazine of de HighLife Cup. Met andere woorden: ook al had je geen cent te makken, dan kon je nog steeds de HighLife Cup binnenslepen. Als je hasj of wiet maar goed genoeg was!

Het is ook opvallend te noemen dat de vaste deelnemers aan de High Times Cup, vrijwel nooit durfden mee te doen aan de HighLife Cup – en nog steeds niet. Misschien is dat wel het beste compliment dat je als cannabis cup kunt krijgen!

Juryvoorzitter Cliff

Ooit wilde justitie Highlife de nek omdraaien

Ooit wilde justitie Highlife de nek omdraaien. In mei 1996 stelde het CDA-Kamerlid Van de Camp vragen over het adverteren van coffeeshops in Highlife. De Minister van Justitie beloofde de kwestie op gemeentelijk niveau aan de orde te zullen laten stellen in het driehoeksoverleg tussen politie, justitie en gemeente.

Hij maakte daarbij duidelijk dat ‘zolang niet blijkt dat Highlife actief wordt verspreid buiten de kring van cannabisgebruikers niet tegen het blad zal worden opgetreden’. Hiermee werd tot uitdrukking gebracht dat Highlife niet via het reguliere tijdschriftenkanaal aan de man mocht worden gebracht. Highlife wilde echter wel in de kiosk komen. Immers, waarom zou men wel in aanraking mogen komen met pornografische literatuur en niet met een onschuldig blad als Highlife? De knuppel werd in het hoenderhok gegooid en Highlife kwam via de reguliere tijdschriftenhandel in de kiosk terecht. Om te voorkomen dat een achteloze lezer ongewild in aanraking zou komen met

informatie waar hij verre van zou willen blijven, werd op de cover van Highlife in woord en afbeelding volstrekt duidelijk gemaakt dat je als lezer een blad in handen nam dat gericht was op de cannabisbranche.

Overtreding van de Opiumwet

Ik vroeg om informatie. Het College van procureurs-generaal schreef dat de wetgever het gevaar voor misbruik van de in de Opiumwet verboden middelen wilde beperken en het om die reden wenselijk heeft geacht ‘ook de aanprijzing van die middelen onder de werkingssfeer van de wet te brengen, met inbegrip van elke openbaarmaking welke erop is gericht dan wel tot gevolg kan hebben dat een verboden verdovend middel wordt verkocht, afgeleverd, verstrekt anders dan voor medische of wetenschappelijke doeleinden...’. Het College maakte duidelijk dat Highlife vervolgd wegens overtreding van de Opiumwet door in het blad advertenties te plaatsen ‘welke er kennelijk op zijn gericht de verkoop van drugs te bevorderen’. Het College wees in diezelfde brief ook op de wettelijke drukpersvrijheid, waardoor de drukker en de uitgever worden gevrijwaard van strafvervolging van misdrijven door middel van de drukpers gepleegd.

Wat mag wel of niet?

Het duurde niet lang of de uitgever van Highlife werd door de politie opgeroepen voor verhoor. Boy Ramsahai, de toenmalige eigenaar van Highlife, legde uit dat hij coffeeshops en growshops actief benaderde voor het plaatsen van advertenties. De adverteerders waren volgens hem echter zelf verantwoordelijk voor de inhoud van hun advertenties. Hij verklaarde ook dat de adverteerders van Highlife altijd werd verzocht niet te adverteren met joints, wietbladeren of iets dat verwijst naar hasj of wiet. De politie noteerde uit zijn mond de volgende woorden: “Ik zou het zeer op prijs stellen als naar aanleiding van dit onderzoek van justitie bekend wordt wat nu wel en niet mag met het blad Highlife”. Het strafrechtelijke onderzoek tegen Highlife haalde de media. Dat had tot gevolg dat direct een einde kwam aan de verspreiding van het blad via de reguliere tijdschriftenhandel. In 1999 stond ik de eigenaar van Highlife bij in de strafzaak bij de rechtbank te Den Bosch. Door Highlife uit te geven en te distribueren, terwijl daarin de advertenties waren opgenomen van een aantal bij naam en vestigingsplaats aangeduide coffeeshops, zou hij het maken van reclame voor drugs hebben bevorderd. De sfeer in de zittingzaal was alles behalve ontspannen. Ik kan me de woorden van de voorzitter nog goed herinneren. “Mijnheer Beckers, de rechtbank is gebleken dat u columnist bent in het blad Highlife. U gebruikt Highlife als een soort spreekbuis, terwijl het blad zich heel specifiek richt op de cannabisbranche”.

Onschuldig

Toen ik antwoordde dat ik niet de enige was die het blad gebruikte om een bepaalde doelgroep te bereiken, en daarbij als voorbeeld wees op een interview in Highlife van de toenmalige Zwolse Hoofdofficier van Justitie mr. J. Hulsenbek, werd de sfeer grimmiger. Ik bepleitte vol overtuiging de niet ontvankelijkheid van justitie. In mijn ogen stond de drukpersvrijheid vervolging in de weg en moest de Officier van Justitie het recht worden ontzegd om de eigenaar van Highlife voor de strafrechter te dagen. Ook bepleitte ik dat de advertenties die waren

geplaatst uiterst onschuldig waren en niet konden worden aangemerkt als het aanprijzen van drugs. De Officier van Justitie verdedigde een ander standpunt en eiste betaling van een geldboete van tienduizend gulden, waarvan vijfduizend voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank wees veertien dagen later vonnis. Al mijn verweren werden door de rechtbank naar de prullenbak verwezen. De rechtbank zag in de ernst van het feit zelfs aanleiding een hogere straf op te leggen dan door de Officier van Justitie was geëist. De eigenaar van Highlife werd veroordeeld tot betaling van een geldboete van tienduizend gulden.

Het proces tegen Highlife was in mijn ogen te gek voor woorden.

Hoger beroep

Het proces tegen Highlife was in mijn ogen te gek voor woorden. Op 16 maart 1999 wees Minister Borst van Volksgezondheid er in de Tweede Kamer nog op dat destijds jaarlijks ongeveer 30.000 mensen stierven aan de gevolgen van roken en ongeveer 700 mensen aan de gevolgen van alcoholmisbruik. En wat zei de minister over cannabis? “De statistieken hebben nog nimmer een cannabisdode opgeleverd.” Waar maakten we ons dan nog druk over? Met veel vertrouwen gingen we het ingestelde hoger beroep tegemoet. In februari van het jaar 2000 was het zover. De meervoudige strafkamer van het Gerechtshof te Den Bosch behandelde het hoger beroep. De drie raadsheren van het Hof straalden onafhankelijkheid uit. Uit helemaal niets viel tijdens de behandeling van de strafzaak af te lezen hoe zij over deze zaak dachten. Wel zag ik verbazing op de gezichten toen ik de Gouden Gids uit Amsterdam aan de raadsheren en de procureur-generaal van het Hof overhandigde en met hen de advertenties van vele Amsterdamse coffeeshops doorbladerde. Daar stonden advertenties tussen die qua inhoud veel minder onschuldig waren dan de advertenties in Highlife.

Opdracht van Justitie

Ik wees er op dat iedereen jaarlijks ongevraagd een dergelijke gids op zijn deurmat aantrof, terwijl Highlife toch echt moest worden gekocht. En zo’n aankoop van een tijdschrift verricht je alleen als je van de inhoud daarvan op de hoogte wilt geraken. Waarom waren de ogen dan alleen gericht op Highlife? De procureur-generaal vertelde dat het strafrechtelijk optreden tegen Highlife voortvloeide uit een opdracht van de Minister van Justitie. Hij eiste in hoger beroep bevestiging van het vonnis van de rechtbank en ik bepleitte opnieuw de niet ontvankelijkheid van justitie. Het Gerechtshof wees op 3 maart 2000 arrest. Het Hof oordeelde ten aanzien van de niet ontvankelijkheid dat door de eigenaar van Highlife voldaan was aan alle voorwaarden zoals bedoeld in artikel 53 van het Wetboek van Strafrecht. Ik citeer het Hof: ‘Dit artikel beoogt bij misdrijven door de drukpers gepleegd de uitgever, indien aan de in gemelde bepaling genoemde voorwaarden is voldaan, te vrijwaren tegen een strafrechtelijke vervolging wegens deelnemingshandelingen aan het drukpersmisdrijf, mits hij deze handelingen slechts als uitgever heeft verricht. De omstandigheid dat verdachte de betreffende advertenties actief heeft geworven, doet aan dit oordeel niet af, nu deze activiteit heden ten dage moet worden aangemerkt als behorende tot de gebruikelijke werkzaamheden van een uitgever’. Het Gerechtshof verklaarde het Openbaar Ministerie om deze reden niet ontvankelijk in de vervolging. Highlife kon blijven bestaan. Op naar de volgende 30 jaar.

André Beckers

www.wolf.partners

This article is from: