11 minute read

HIGH WEIRDNESS

Taxi’s krijgen daktuintje

Taxi’s in Bangkok, de hoofdstad van Thailand, hebben een nieuwe taak gekregen. Omdat er door de coronacrisis amper toeristen zijn, hebben vele voertuigen een nieuw gebruik gekregen. Op hun daken zijn nu moestuintjes aangelegd. Er zit wel een zwart randje aan deze innovatie; want de werknemers van de coöperaties die de autodakkweek hebben bedacht willen hiermee aandacht krijgen voor de benarde situatie waarin ze verkeren. Door het wegblijven van toeristen is er geen droog brood meer te verdienen. Duizenden tijdelijke chauffeurs zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke geboorteplaats op het platteland. Daar is geen werkgelegenheid, maar het is er goedkoper om te overleven. De overheid weigert om bij te springen.

Bloeddorstige chocoladereep

Een bloeddorstige chocoladereep uit het voormalige Oostblok is een onverwachte hit in de Verenigde Staten. Op Amazon wordt de traktatie aanbevolen met de tekst ‘Het ziet eruit als een chocoladereep, maar het is geen snoep. Het wordt verkocht in apotheken, maar kinderen zijn er dol op.’ Het gaat om een chocoladereep met de naam Hematogen. Dat klinkt bijna als een geneesmiddel, en zo wil de verkoper het ook aanraden. Want een van de voornaamste bestanddelen van de reep is ‘black albumin’. En dat is niets minder dan koeienbloed. Daarom raad de verkoper het aan als je een lage bloedspiegel hebt. Verwacht wel dat je in de VS ongeveer tien keer zoveel moet betalen voor dit alternatieve geneesmiddel dan in het Oostblok.

Hangen aan je haar is pijnlijk

Een zeldzame en moeilijke circusact, haarophanging, bestaat al sinds het begin van de twintigste eeuw. Slechts een handvol aerialists, waaronder Erin Blaire uit New York, heeft creatief getraind om deze klassieke circusact, bekend als de hair hang, nieuw leven in te blazen. En ja, het is net zo pijnlijk als het klinkt. De huiveringwekkende act is ontstaan in China, waar zowel mannen als vrouwen het uitvoerden. Een vroege circusposter toont zelfs een groep Chinese mannen die in kleermakerszit aan hun lokken slingeren terwijl ze thee drinken. De uitvoerders van deze act werden opgehangen of gezwaaid door de lucht, vastgehouden door het ankerpunt bovenop hun hoofd. Hun haar is strak gewonden en vastgezet in een strategische “knoop” rond een metalen lus. Dat gezegd hebbende, kapsel betekent alles. Elke artiest vlecht zijn of haar lokken anders en geeft nooit de geheime formule voor

Opnieuw de vraag: Zijn coffeeshops horeca of niet?

Coronapas? Ja, bij consumeren; nee, bij afhalen

Vanaf eind september moeten klanten van horecagelegenheden een coronatoegangsbewijs tonen. Geldt dat ook voor de coffeeshops? Het roept opnieuw de vraag op of coffeeshops horecagelegenheden zijn of niet.

Op 27 januari 2021 bepaalde De Raad van Europa dat vaccinatie tegen COVID-19 niet verplicht is: vaccinatiebewijzen mogen niet worden gebruikt als paspoort of toegangsbewijs en vaccinatieweigeraars mogen niet worden gediscrimineerd. Velen twijfelen of dat te rijmen is met regelingen omtrent de coronapas die vanaf 25 september 2021 gelden. Vanaf die datum moeten mensen aantonen dat ze gevaccineerd zijn of een negatief testbewijs laten zien als ze cafés, bioscopen, voetbalstadions of theaters willen bezoeken. Los van de vraag of je vindt dat hier sprake is van discriminatie, geldt voor coffeeshops dat je het coronatoegangsbewijs niet nodig hebt als je als klant een coffeeshop betreedt om cannabisproducten af te halen. Maar, als je binnen in de coffeeshop iets eet of drinkt dan moet je wel een coronatoegangsbewijs hebben. Over roken in de coffeeshop zijn de regels niet helemaal duidelijk. Je mag natuurlijk geen tabak roken binnen. Maar over het roken van een pure joint binnen met of zonder coronatoegangsbewijs is geen duidelijkheid. Werknemers hoeven geen coronacheck te doen, de beperkingen gelden alleen maar voor klanten.

Horeca of niet?

Tot zover de vraag of de coronapas nodig is in de coffeeshop. Op de achtergrond speelt een andere steeds weer terugkerende vraag: is een coffeeshop een horecagelegenheid of niet? Coffeeshops waren tot in de jaren ‘90 vaak nog cafés waar ook hasj of wiet werd verkocht. Dat veranderde halverwege de jaren ’90, in de ene gemeente wat eerder dan in de andere. De cannabiskroegen moesten kiezen voor cannabis of alcohol. In het eerste geval werden ze coffeeshop die geen alcohol mocht verkopen, in het tweede geval werden ze café dat geen cannabis mocht verkopen. In Amsterdam hoefden de coffeeshops pas in 2007 als laatste gemeente de alcoholverkoop te laten varen. Als coffeeshops nieuwe stijl (zonder alcohol) al als horeca werden gezien, dan was het als ‘droge horeca’ (zonder alcohol).

Locatie

Wat ook speelde en speelt is de locatie van het pand waarin de coffeeshop is gevestigd. Wederom zijn er per gemeente andere regels. In sommige gemeenten kon en kun je alleen een coffeeshop starten in panden met

Het corona-beleid zorgt voor veel protesten

een horecabestemming. In andere gemeenten kan dit ook in panden met een winkelbestemming. De kwestie ‘horeca-of-niet?’ speelde ook rondom de handhaving van de Tabakswet. De wet verbiedt het roken van tabak in horecazaken. Veel horecazaken richtten daarom al jaren geleden een rookruimte in. In dat soort ruimten in cafés of restaurants konden rokers zich even terugtrekken om een sigaretje te roken. Binnen het kader van de Tabakswet werd de coffeeshop als een horecagelegenheid gezien door de overheid. In veel coffeeshops werd de rookruimte hierdoor al snel een essentieel onderdeel van de zaak. Veel coffeeshops zagen het als hun taak om cannabisliefhebbers een veilige plek te geven om cannabis te consumeren en de meeste Nederlandse blowers mengen hun wiet of hasj nou eenmaal met tabak.

Nietes welles

Horeca dus! Of toch niet? De horeca-branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft coffeeshops nooit als horecaondernemingen erkend. Coffeeshops kunnen geen lid worden van KHN. Dat heeft nogal gevolgen voor het verdedigen van de belangen van ondernemers met een coffeeshop. KHN is een machtige organisatie met korte lijnen naar ‘Den Haag’. Deel kunnen uitmaken van zo’n krachtige brancheorganisatie zou een aantal actuele coffeeshopproblemen waarschijnlijk heel wat eenvoudiger maken. Maar dat kan dus niet. Geen horeca dus! De niet-horeca-benadering kwam ook vorig jaar in maart naar voren. Op het moment dat alle cafés en restaurants hun deuren moesten sluiten in het kader van de lockdown, mochten coffeeshops deels openblijven voor het afhalen van cannabis. De coffeeshop werd als winkel gezien. En niet zomaar een winkel, maar een essentiële winkel. Nog steeds is niet helemaal helder of je coffeeshops nou tot de horeca kunt rekenen of niet. Met als gevolg dat de uitleg coronapas of niet in de coffeeshop ook min of meer tweeledig is. Daar waar je de coffeeshop als winkel (afhaal) ziet, gelden een aantal regels niet die wel gelden voor de horeca.

Takeaway Only

Een deel van de gemeenten is coffeeshops gaan gedogen met als overweging om zo de overlast van blowers op straat terug te brengen. Coffeeshops in die gemeenten moeten daarom klanten in de zaak toelaten om hun cannabis te consumeren. Coffeeshops zijn daarmee een soort gereedschap voor overlastbeperking. De laatste jaren zijn veel coffeeshops onder druk van de verscherpte handhaving van de gedoogregels overgestapt van wietverkooppunt-met-verblijfsfunctie (de ouderwetse coffeeshop) naar afhaalloket. Die verandering was al voor het coronatijdperk in gang gezet. Ondernemers met een gezellige coffeeshop met veel stamgasten vonden het steeds vaker moeilijk om te dealen met de problemen die sommige klanten de zaak mee innamen en besloten om door te gaan als cannabiswinkel zonder verblijfsfunctie, als afhaalloket dus. Zo vermijd je veel risico’s met klanten. Ook het einde van de rookruimte deed veel ondernemers besluiten over te stappen naar een coffeeshop zonder verblijfsfunctie.

Er is veel weerstand tegen een corona-pas

Afhaalwinkel

De status ‘Afhaalwinkel’ is een eenvoudige en veilige strategische keuze voor een coffeeshop. Maar er zit voor de gehele coffeeshopsector natuurlijk wel een adder onder het gras, als de meeste coffeeshops oude stijl (met verblijfsfunctie) overstappen naar ‘Take-away Only’. Want vroeg of laat zal Nederland cannabis legaliseren. De vraag is wat er dan met de huidige coffeeshops gaat gebeuren. Het verblijf van klanten in de zaak is altijd een belangrijk onderdeel geweest van het idee om coffeeshops te gedogen. De achterliggende gedachte is dat klanten die hun wiet niet op straat maar in een coffeeshop kopen hun jointjes niet op straat oproken maar binnen de shop. Dat zou de straatoverlast van blowers beperken. Daarbij zou het personeel van de coffeeshop een oogje in het zeil kunnen houden bij mogelijk problematisch cannabisgebruik. Preventie en voorlichting zijn beter te geven als een consument min of meer bekend is bij de staf en daardoor ook makkelijker aanspreekbaar.

Huiskamer

Daarnaast hebben de coffeeshops ook decennialang de rol vervuld van ‘huiskamer’ voor mensen die thuis niet kunnen of willen blowen. Of mensen die gezelschap zoeken en hun verhaal willen delen met anderen. Of mensen die om welke reden dan ook behoefte hebben aan een sociale structuur. Die rol werd belangijker nadat buurthuizen niet meer werden gefinancierd door de overheid. In aanloop naar het einde van de rookruimte rees hier en daar de vraag of er nog wel behoefte zou zijn aan een ouderwetse coffeeshop als consumenten hun jointje niet binnen kunnen roken. Nu de shops zijn gedwongen om afhaalloket te worden, speelt die vraag opnieuw. Een brisante vraag voor coffeeshops, aan de vooravond van het wietexperiment. Want een overstap naar een systeem met legaal geteelde wiet die wordt verkocht in legale afhaalloketten die onder direct toezicht staan van de overheid is minstens zo aannemelijk als het handhaven van het huidige systeem van verkoop via coffeeshops. Een landelijk netwerk van staatsgecontroleerde cannabisafhaalloketten is immers heel wat overzichtelijker voor de overheid dan een lappendeken van zaakjes, afhaal winkels en (wel/niet?) horecagelegenheden waar cannabis wordt verkocht. De gedoogde (en binnenkort legale) verkoop van cannabis is inmiddels tot een essentiële winkelactiviteit verheven. Maar of cannabisverkoop aan coffeeshops blijft voorbehouden is verre van zeker.

Nederland had eind 2020 nog 564 coffeeshops

Eind 2020 telde Nederland in totaal 564 coffeeshops. Dit blijkt uit onderzoek van Breuer & Intraval in opdracht van het WODC. Sinds de vorige meting over het jaar 2018, toen er nog 567 coffeeshops waren, zijn er negen coffeeshops verdwenen en zes bijgekomen. De langzame daling van het aantal coffeeshops gaat dus verder.

Ooit telde Nederland wel drie keer zoveel coffeeshops, tussen 1500 tot 1700. Door beleid van de overheid is dat aantal drastisch gedaald. De laatste vijf jaar is de daling echter minder hard gegaan dan voorheen. In 2016 waren er nog 573 shops. Als je je bedenkt dat er in maart 2021 een extra coffeeshop is bijgekomen, dan betekent dat dat je de laatste vijf jaar van 573 naar 565 bent gegaan. Minister van Justitie Ferd Grapperhaus schrijft in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer: ‘De meest voorname redenen voor het sluiten van coffeeshops zijn overtredingen van de landelijke gedoogcriteria, het door de eigenaar stoppen met de exploitatie, een negatief Bibob-advies en overtreding van lokale voorwaarden. Redenen voor het vestigen van nieuwe coffeeshops zijn dat coffeeshops in de plaats zijn gekomen van de gesloten coffeeshops en dat gemeenten het aantal coffeeshops nader in overeenstemming wilden brengen met het toegestane maximum dat in hun gemeentelijke coffeeshopbeleid is vastgelegd.’

Gedoogcriteria

Eind 2020 hadden 102 van de 355 Nederlandse gemeenten een gedoogbeleid voor coffeeshops, hadden 246 gemeenten een ‘nulbeleid’ (in deze gemeenten worden geen coffeeshops gedoogd) en hadden zeven gemeenten geen coffeeshopbeleid. Alle 102 coffeeshopgemeenten hebben een maximumbeleid waarbij het aantal coffeeshops het maximum niet mag overschrijden. In 86 coffeeshopgemeenten is het aantal coffeeshops gelijk aan het vastgestelde maximum. Begin jaren negentig van de vorige eeuw heeft het Openbaar Ministerie (OM) gekozen voor een landelijke invoering van gedoogcriteria voor coffeeshops. Dit zijn regels waaraan coffeeshops zich moeten houden. Het OM ziet af van vervolging wanneer aan deze criteria wordt voldaan. In 2020 zijn er in 21 coffeeshopgemeenten in totaal 42 overtredingen op de gedoogcriteria geconstateerd; dit is een toename ten opzichte van het aantal overtredingen volgens de vorige metingen over 2016 en 2018.

Concentratie in Randstad en middelgrote provinciesteden

In de geografische spreiding van coffeeshops is weinig veranderd. De concentraties bevinden zich voornamelijk in de Randstad en de middelgrote steden in de provincies. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn de enige gemeenten met meer dan 20 coffeeshops. Samen hebben zij 241 coffeeshops, hetgeen neerkomt op 42,7% van het totale aantal shops in Nederland. In Amsterdam is het aantal coffeeshops gedaald van 168 in 2018 naar 166 in 2020. In Rotterdam is er één coffeeshop bijgekomen; daar steeg het aantal coffeeshops van 38 eind 2018 naar 39 eind 2020. In Den Haag is het aantal coffeeshops (36) ten opzichte van de vorige meting gelijk gebleven. Net als voor alle andere Nederlandse gemeenten met coffeeshops geldt voor Amsterdam, Rotterdam en Den Haag dat het aantal coffeeshops de laatste jaren relatief stabiel is gebleven. Amsterdam blijft de gemeente met het laagste aantal inwoners per coffeeshop; namelijk één coffeeshop per 5.259 inwoners. Daarmee is het aantal inwoners per coffeeshop in Amsterdam vrijwel gelijk aan dat bij de voorgaande meting toen de coffeeshopdichtheid 5.138 inwoners per coffeeshop bedroeg. De gemeente Zoetermeer heeft met één coffeeshop voor alle 125.265 inwoners het hoogste aantal inwoners per coffeeshop.

Coffeeshops in Nederland 2020

Aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999-2020 R. Mennes R. Pieper I. Schoonbeek B. Bieleman

This article is from: