6 minute read

TYPEX

Next Article
WIL & RUUD OOMEN

WIL & RUUD OOMEN

Typex Typex

Stripkameleon

De Amsterdamse tekenaar Typex is bekend om zijn aparte illustraties en stripboeken. Zo tekende hij een boek over Rembrandt en een eigen biografie over kunstenaar Andy Warhol. Telkens met veel humor en beeldgrappen, waarbij hij leent van oude strips, advertenties, verpakkingen of zelfs oud-Hollandse schilderijen.

Als tekenaar ben je een soort kameleon: je neemt allerlei verschillende stijlen aan.

Ik probeer me in te leven in wat ik teken en zoek naar een sfeer die daarbij past. Soms neem ik een stijl van een ander over, als een parodie bijna. Maar vaker kies ik voor een bepaalde tijd zoals sixties of een periode zoals punk. Bij muziekblad Oor tekende ik de ene keer een portret van Lady Gaga en daarna Queens of the Stone Age. Ik kan me niet voorstellen, dat ik die allebei in dezelfde stijl doe.

Heb je altijd tekenaar willen worden?

Ja. Als kind wilde ik al striptekenaar worden, maar ik had het opgegeven. Ik kon niet steeds precies hetzelfde tekenen, daar werd ik helemaal gek van. Op de middelbare school las ik van alles en zag undergroundstrips, waarin iedereen het op zijn eigen manier deed. Ik was gek op het Amerikaanse stripblad Mad, waar ik op was geabonneerd. Daarin zag je dat er veel stijlen werden geript. Dat vond ik heel leuk, dat was veel meer mijn wereld. Toen ik naar de kunstacademie ging, zag ik bij kunstenaars dat het heel normaal was, als je op verschillende manieren werkt. Dat werd zelfs aangemoedigd. Er kwam een ander soort striptekenaars, zoals Kamagurka. Die tekeningen waren voor mij een eyeopener. Ik dacht, ó hetzelfde tekenen hoeft dus helemaal niet, er is geen enkele wet.

boek Lowlands Love Letters

In je strips neem je meestal de grafische vormgeving mee.

De generatie striptekenaars voor ons voelde zich altijd in de pis gezet door kunstenaars. Mijn generatie heeft dat nooit gehad. Wij hadden geen eindeloos respect voor kunst, maar zagen het gewoon als een andere uiting. De vrijheid die je hebt in kunst, dat je alles kan aanpakken, heb ik wel meegenomen. Dat betekent dat je altijd alles opnieuw kan uitvinden en zelf kunt bepalen hoe het geheel eruit ziet.

Toen je de academie deed, werden strips serieuzer genomen?

Nee hoor. Ik moest het stiekem doen. Strips zijn hier nog steeds een bijzaak. In andere landen, al meteen in België ligt dat heel anders. Of Frankrijk.

Met welke materialen werk je?

Met van alles. Eerst veel met penselen, de laatste jaren meer met potlood. Maar ik bewerk het allemaal digitaal. Ik verander heel veel.

Je hebt veel popportretten gemaakt voor Oor en soms voor het Engelse muziekblad Mojo.

Bij Oor deed ik eerst een strip en daarna lange tijd een portret bij de rubriek ‘Album van de maand’. Ik heb er meer dan honderd gedaan. Mojo is een van de grote Europese bladen, daar wilde ik graag in staan. Maar het was

Iggy en Josh Andy Warhol, deel 3

moeilijk om met ze in contact te komen. Totdat ik in opdracht van het Rijksmuseum een stripboek had gemaakt over Rembrandt. Dat is verschenen bij een Engelse uitgever. Zij hebben voor mij het contact met het blad geregeld. Ik word ook weleens door platenlabels gebeld om iets speciaals te maken. Of door Mojo, de concertorganisator. Die wilden laatst een fake concertposter laten maken als persoonlijk cadeau voor Elton John, voor zijn afscheidstournee.

Kreeg je reacties van de artiesten die je tekende?

Dat is een aantal keren gebeurd. Arctic Monkeys zagen me in Mojo en vroegen me om een T-shirt en poster. Helaas ging dat niet door, vanwege iets met hun tour. Toen ik er een maakte van Grinderman, de band van Nick Cave, mailde de platenmaatschappij dat hij hem heel leuk vond. Ik antwoordde dat hij een mooie print kon krijgen. Ik kreeg daarop twee backstagepasjes voor de show in Utrecht, waar ik hem ontmoette. Ik moest beloven nog naar hun concert in Groningen te komen, want de rest van de band wilde ook een printje. Dat was een geweldige show en bij de toegift droeg hij zelfs een nummer aan me op. Na het optreden van Iggy Pop met de Queens of the Stone Age in de AFAS Live kreeg zanger Josh Homme backstage een print van mijn tekening van hun twee. Hij rende meteen naar Iggy die op dat moment door journalisten werd belaagd. ‘Ig, I gotta show you something’. Ze gingen terug naar de kleedkamer en daar klonk een tijdlang alleen maar een daverend gelach en ze zijn niet meer naar buiten gekomen. Het management heeft mij toen nog proberen te bellen, maar ik was al thuis. Dat zijn van die dingen waar je wel een beetje spijt van hebt.

Waar maak je momenteel illustraties voor?

Vooral De Volkskrant, soms voor de VPROgids of NRC en losse dingen. Ik heb de laatste jaren van alles gedaan, van Vrij Nederland tot aan de Playboy. Ik wil nu meer tijd gaan besteden aan mijn eigen werk.

In 2018 verscheen je stripbiografie, van bijna zeshonderd pagina’s, over Andy Warhol. Waarom koos je voor hem?

Ik denk dat hij misschien wel de belangrijkste kunstenaar van de twintigste eeuw is. Hij heeft veel invloed gehad op deze tijd. De selfiecultuur, de manier waarop met kunst wordt omgegaan, kunst als zakendoen. Die dingen vinden hun oorsprong bij hem. Met films en polaroidfoto’s legde hij constant alles vast, wat nu iedereen doet.

Lowlands prent

Het boek is ook in het buitenland uitgebracht?

Ja, in vijftien landen. Het project wordt geleid door de Franse uitgever Casterman. De eerste editie is uitverkocht. Het is hier nu in tien losse delen verschenen. Elk stripboek gaat over een fase in zijn leven, maar ook over die tijd. Hij leefde van 1928 tot 1987. Toen hij opgroeide was Frankenstein een nieuwe film, toen hij dood ging kwamen de eerste houseparty’s. Dus hij heeft de opkomst van veel dingen meegemaakt. Het eerste deel gaat bijvoorbeeld over de jaren twintig, het begin van films in kleur en geluid, en de strips. De stripboeken gaan dus ook over de twintigste eeuw, over alles wat ik mooi vind aan de popcultuur.

Hoe lang ben je ermee bezig geweest?

Bij elkaar vijf jaar, met lange werkdagen. Ik werkte nauw samen met vormgevers. Bij elk nieuw deel, gingen we bij elkaar zitten en zei ik welke stijl ik erin wilde hebben. Dan kwamen zij met plaatjes en vormgeving uit die tijd. Elk deeltje is anders vormgegeven.

Nieuw is het boek Lowlands Love Letters, met tekeningen die jij en Peter Pontiac maakten over 25 jaar Lowlands-festival.

Ik ben er vanaf de tweede editie elk jaar geweest. Meteen al als tekenaar, want ik tekende promotiemateriaal voor platenzaak Concerto. Die had daar een platenstand. Ondertussen kon ik ook al die bands kijken. En ik bleef er slapen. Ik tekende ter plekke altijd voor het festivalkrantje. Peter nam ik voor de eerste keer mee toen we panelen maakten voor Concerto. Er staat een lange strip van hem in over onze Lowlands-avonturen.

Van welke muziek hou je zelf?

Ik heb een paar oerhelden: David Bowie, Velvet Underground, Iggy Pop. Dat is muziek van mijn jeugd. Maar ik probeer wel bij te blijven. Ik hou van ‘rare muziek’ en gitaarmuziek. Soms is er weer een band, die mij erg aanstaat, zoals The White Stripes, System Of A Down of in de jaren negentig Faith No More. Op Lowlands heb ik veel bands gezien waar ik van hield. De laatste jaren ben ik meer naar zwarte muziek gaan luisteren, omdat daar toch meer vooruitgang in zit. Soul en experimentele muziek.

Rook je weleens een jointje?

Ja hoor, maar ik ben niet zo’n fan van stoned zijn. Ik hou ervan dat je het kan doseren. Ik vind het leuk als het de waarde van een pilsje heeft. Je wordt vrolijker en na een tijdje is het ook weer weg.

Weed of stuff?

Stuff altijd, maar als mensen naar me toe komen met een hele zware spliff, dan bedank ik.

https://typex.nl/

This article is from: