Nicole Maalsté

Column

Botsende mensbeelden

Voor veel blowers hoort een jointje bij het goede leven, maar zo denkt niet iedereen erover. Tijdens het Cannabis Tribunaal werd mij duidelijk hoe dat precies zit. Kamerlid Lea Bouwmeester (PvdA) vertelde dat debatten in de Tweede Kamer soms niet over feiten gaat, maar over emoties. Sommige mensen willen de feiten volgens haar helemaal niet horen: “Mensen die drugs willen verbieden, denken dat drugs slecht zijn omdat ze van de duivel komen. Drugs horen bij de kwade kant van het leven en daarom moet je ze verbannen.”

Het punt dat Bouwmeester hier maakt is dat tegenstrijdige opvattingen over blowen en coffeeshops voortkomen uit botsende visies op het leven. Voor iemand die niet in God of de duivel gelooft, is het christenstandpunt daarom niet te bevatten. Voor- en tegenstanders spreken vanuit een andere dimensie.

Eerdere optredens op het Cannabis Tribunaal van de woordvoerders van de jongeren van ChristenUnie en CDA bevestigen de emotionele kant van het verhaal. Zo begon de CU-woordvoerder zijn uitspraken steevast met: “Ik ben bang dat….” En dan volgde zijn angst voor normalisering van hasj en wiet. Of zijn angst dat het hek van de dam is wanneer cannabis eenmaal geaccepteerd is. Want dan wordt de stap naar andere drugs volgens hem namelijk veel kleiner. En dat kan toch nooit de bedoeling zijn... Ach, het hoort gewoon niet.

Griekse mythe

Zijn collega van de CDA-jongeren was iets milder in zijn oordeel. Hij onderbouwde zijn opvattingen over het cannabisbeleid met een prachtige Griekse mythe. Deze mythe gaat over vroegere goden die over het heelal heersten. Hij vertelt over Zeus die getrouwd was met Hera. Zeus hield er wel van om af en toe een uitstapje te maken met andere vrouwen. Uit een van die escapades werd een zoon geboren, Dionysus. Deze Dionysus stond volgens de jonge CDA’er voor de goedheid in de mens en de genietingen in het leven. Tot ergernis van de jaloerse Hera hield Zeus enorm van deze bastaardzoon. Zij riep de hulp van de Titanen in om Dionysus uit de weg te ruimen. Dionysus werd verscheurd en eindigde in een grote plas bloed. Daarop barstte Zeus in woede uit en verpulverde de Titanen tot as. Deze as vermengde zich met het bloed van Dionysus, waardoor goed en kwaad zich vermengden. En hieruit ontstond de mens.

Tot zover de mythe. Volgens de CDA’er leert deze mythe ons dat genietingen (oftewel genot) altijd een beetje bevlekt is. Daarom moeten we met mate genieten, zodat het goede niet kan ontsporen tot het kwade. Hij legt uit dat je de consumptie van softdrugs ook zo moet zien. Er kan enige vrijheid zijn (je kunt ze op een gereguleerde manier tot je nemen) maar we moeten ook aandacht hebben voor de kwade kant van de mens. Het gebruik mag niet ontsporen en moet daarom strikt worden gehandhaafd.

Ouderwets burgerschapmoraal

gens hem kenmerkt de huidige samenleving zich door ongeremd hedonisme. Hij bedoelt daarmee dat vrijheid niet alleen maar individueel genot is: “Vrijheid is je inzetten voor iets dat groter is dan jezelf”, houdt hij het publiek voor. Hij pleit voor een herinvoering van ouderwets burgerschapmoraal, waarbij gelijkheid wordt gecombineerd met verantwoordelijkheid. Om zijn visie te onderstrepen gebruikt hij aan het einde van zijn bevlogen speech over gemeenschapszin, naastenliefde en solidariteit een citaat van Wim Kan: ‘Je moet in Nederland precies weten hoe ver je té ver kunt gaan’. Daarom is hij voor een restrictievere aanpak van cannabis. Het huidige gedoogbeleid zit volgens hem namelijk te veel aan de kwade kant.

Minder krampachtig

Geprikkeld bijt een toehoorder de vertegenwoordiger van de jongeren van het CDA toe dat hij zich juist heel veel inzet voor de gemeenschap. Hij doet vrijwilligerswerk en beschouwt zichzelf als een goede vader die zijn kinderen verantwoordelijkheidsbesef bijbrengt. Hij wil daarom niet als blowende ongeremde hedonist worden neergezet. En zo is het maar net.

Ik denk dat het zou helpen als christelijke politici hun visie op het goede leven iets minder krampachtig zouden uitdragen. Goed burgerschap komt juist tot uiting in het geven van ruimte aan andersdenkenden en niet bij het uitgangspunt dat blowen en alles wat daarmee te maken heeft tot het kwaad behoort.