10 minute read

Gewilde stieren

Kunstmatige inseminatie bij koeien

“Zo’n stier wil altijd wel”

Door: Marian Henderson

In Nederland lopen zo’n 4 miljoen koeien rond, die bijna allemaal bevrucht moeten worden. Zien die koeien ooit een echte stier, of moeten ze het doen met de inseminator? Wat komt er zoal kijken bij kunstmatige inseminatie? We praten erover met Jaring Hiemstra, inseminator van Reproplus in Stiens.

Een doorsnee koe eet zo’n 70 kilo gras per dag en tevens verstouwt ze honderd liter water. Met behulp van die bouwstoffen levert ze met gemak 25 liter melk per dag. Soms meer, soms minder. Om de melkproductie op gang te houden, moet de koe ieder jaar een kalf werpen. Kalfjes zijn dus eigenlijk een bijproduct in de melkveehouderij. De koekalfjes worden meestal nieuwe melkkoeien, de stierkalfjes eindigen gewoonlijk op ons bord. Koeien zien behalve hun zonen nog maar zelden een echte stier. Vrijwel altijd worden ze via kunstmatige inseminatie bevrucht. Dit gebeurt al sedert 1935 en deze manier van bevruchten is nu vanzelfsprekend.

Diep, dieper, nog verder, hij verdwijnt bijna tot zijn oksel in het grote koeienlijf.

Pompwerk

Jaring Hiemstra is een vlotte vent met vriendelijke bruine ogen. Samen met een compagnon runt hij een onafhankelijk KIbedrijf. Hij begint een tikkeltje wantrouwig, want het feit dat ik over dierenwelzijn schrijf roept bij hem associaties op met extreme dierenbevrijdingsorganisaties. Ik kan hem geruststellen. Bovendien heb ik geen negatief beeld bij KI, zolang hij mij tenminste niks vreselijks laat zien...

Waarom vindt er eigenlijk zoveel kunstmatige inseminatie plaats bij koeien? Wat is er mis met het natuurlijk pompwerk van een echte stier? “Vroeger had elke boer inderdaad zijn eigen stier. Sommige hadden een goede fokstier en die bediende dan al gauw de boeren in de omgeving. Maar met de stier van de buurman haal je vaak ook ziektekiemen binnen. Bovendien is een voordeel van KI dat het sperma wordt verdeeld over heel veel koeien. Met één ‘sprong’ van de stier op een kunstkoe, kun je 500 rietjes vullen. Zo’n stier levert zo’n 2 tot 3 keer per week en kan dus in zijn eentje duizend koeien bevruchten. Het kopen van een paar rietjes met sperma is voordeliger dan zelf een stier te houden. Als het sperma bij -200 graden in vloeibare stikstof wordt bewaard, blijft het vrijwel onbeperkt goed. En je kunt natuurlijk voor een match kiezen met een stier die goed past bij je koeien. Tegenwoordig zijn er ook computerprogramma’s die precies bepalen met welke stier er de minste kans op inteelt is. Het gebruiken van een goede stier leidt tot een verbetering van je vee. Je krijgt gezondere koeien die veel melk leveren, zonder problemen afkalven en weinig dierenartskosten met zich meebrengen. Dat is tenslotte de wens van iedere boer.”

Inteelt

stier wil altijd wel. Die heeft een goed leven. Hij wordt goed verzorgd en mag een paar keer per week op de koe.” Deze nepkoe, ook wel fantoomkoe of dummy genoemd, wordt aantrekkelijk gemaakt met een echt koeienvel. De stierenneus wil tenslotte ook wat. Bij elke zaadlozing komen 5 miljard zaadcellen vrij. In principe zouden tien stieren volstaan om alle Nederlandse koeien te bevruchten. Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Dan zou er op grote schaal inteelt ontstaan. “Inteelt is bij KI een serieus probleem, zeker bij sommige rassen. Er zijn stieren waarvan minstens een miljoen rietjes worden verkocht. De wereld is aan de kop toe gevuld met stieren, maar als er een goeie fokstier is, wil iedereen hem hebben.” Zo is bijvoorbeeld Sunny Boy jarenlang de Nederlandse topstier geweest. Goed voor 2.2 miljoen porties sperma. Ook post mortem wordt zijn zaad nog steeds gebruikt.

De spermamarkt is steeds meer een globale aangelegenheid geworden. “Reproplus importeert bijvoorbeeld regelmatig sperma uit Duitsland, Frankrijk, Noord-Amerika en Canada. Nederlands zaad heeft niet echt een goede naam. We importeren dus veel meer dan we zelf exporteren, al zijn er in Nederland wel een paar goede stieren. Het komt steeds meer voor dat rassen gemengd worden om inteelt te voorkomen. Er wordt bijvoorbeeld gecombineerd met Yersey en Brown Swiss om nieuw bloed in het vee te brengen. Tegenwoordig is ook Fleckvieh erg in trek. Dat is een koeienras dat zowel melk als vlees levert.”

Van proefstier tot fokstier

Hoe vind je een goede fokstier? “Men kiest een stierkalfje van een goede melkkoe. Hopelijk zal het die eigenschap doorgeven. Dit

is de proefstier, die eerst moet opgroeien, voordat hij na anderhalf jaar sperma kan leveren. Daarna wordt er een koe met zijn sperma geïnsemineerd. Vervolgens moet er worden gewacht wat daar uit komt. Dat zie je pas als die dochter zelf volwassen is en melk gaat geven. Het duurt dus enkele jaren voordat je zekerheid hebt. Eén op de 20 stieren blijkt een goede fokstier. De rest eindigt bij de slager, maar is wel al die jaren in de kost geweest. Deze werkwijze is dus duur en tijdrovend. Tegenwoordig kun je via DNA-onderzoek (er worden een paar haartjes onderzocht) vrijwel meteen weten of de stier goede dochters zal verwekken. Deze methode heeft een redelijke betrouwbaarheid en wordt steeds meer toegepast.

Mannelijk en vrouwelijk sperma

Een andere ontwikkeling is het gebruiken van geseksed sperma. Met een bepaalde techniek is het mogelijk om mannelijk en vrouwelijk sperma te scheiden (hebben we dit niet vaker in de cannabisbranche gehoord? MH), zodat een boer rechtstreeks kan kiezen voor sperma dat koeien zal voortbrengen. Het is wel wat duurder. Een veehouder zal voor zijn beste koeien voor geseksed sperma kiezen, zodat hij zeker weet dat hij goede dochters krijgt. Bij de wat mindere koeien speelt dat niet zo’n rol, hun nakomelingen kan hij net zo goed als vleeskalveren verkopen.” Op de zogenaamde stierenkaart kan de boer zien welke stieren er beschikbaar zijn. Ze luisteren naar illustere namen zoals Stonewall, Goldcrown, Pleasure en Climax. Hun sperma kost tussen de 5 en de 200 euro, afhankelijk van de populariteit.

Het echte werk

We gaan natuurlijk voor het echte werk. Dus mag ik mee op een ronde, waarbij koeien worden gecontroleerd op drachtigheid en een paar dieren zullen worden geïnsemineerd. Ik hijs me in een overall en verruil mijn lage gele gummilaarsjes voor hoge zevenmijlslaarzen. Dat blijkt geen luxe, want de stalvloer is bedekt met stront. We lopen langs een hele rij koeienbillen. De exemplaren die onderzocht moeten worden, hebben een paarse streep. Jaring Hiemstra houdt geen inleidend praatje, zo van: Ha Marietje,

daar ben ik weer, schrik niet, ik ga je even onderzoeken. Welnee, hij duikt onmiddellijk met zijn in een lange plastic handschoen gehulde arm in het lijf van de aangestreepte koe. Die reis gaat via de anus en de endeldarm op weg naar de vrouwelijke organen. Er komt dus heel wat poep bij kijken. Diep, dieper, nog verder, hij verdwijnt bijna tot zijn oksel in het grote koeienlijf.

Het is mogelijk om mannelijk en vrouwelijk sperma te scheiden.

Baarmoeder

computerkastje het beeld zichtbaar. Zo kun je bijvoorbeeld duidelijk de navelstreng waarnemen en bij een verder gevorderde dracht zie ik zelfs de pootjes van het kalf. Er worden 24 koeien onderzocht, allemaal met hetzelfde apparaat. Daar komt geen steriliteit bij kijken, het gaat van koe naar koe. Drieëntwintig dieren blijken drachtig. Eentje zelfs van een tweeling. Niet dat de boer daar blij mee is, want vaak zijn er problemen met de vruchtbaarheid van tweelingen of sterft er later toch nog eentje af. Het is een goede score, want normaal gesproken lukt de inseminatie in tweederde van de gevallen. In een apart stukje stal ligt een verfromfraaid kalfje van een paar uren oud. Hoort zo’n diertje niet bij zijn moeder? Hoewel de koeien naar mijn beperkte inzicht goed behandeld worden, zie je toch dat ze vooral beschouwd worden als industriële producten en niet als individuen, waar je contact mee maakt of die je een schouderklopje geeft.

De kleurige spermarietjes worden in een stikstofcontainer bewaard.

“Dankbaar werk”

Op een volgend bedrijf vindt de eigenlijke inseminatie plaats. De boer stuurt een bericht als de koe tochtig is (dat zijn ze iedere drie weken totdat de bevruchting heeft plaatsgevonden). De kleurige spermarietjes worden voorzichtig uit een stikstofcontainer gehaald en verwarmd van -200 tot + 30. Hiemstra stopt de rieten die hij eerst in een pistolet plaatst in zijn overall, zodat ze warm blijven. Ook nu bereikt hij via de anus de voortplantingsorganen, waar het sperma wordt gelost. De eigenlijke bevruchting vindt in de eileider plaats. Er zijn twee baarmoederhoorns, waar het vruchtje kan innestelen. Met een beetje geluk zal Atje 456 na negen maanden een kalfje krijgen. “Het is dankbaar werk”, zegt Hiemstra, “En vruchtbaarheid heeft mijn interesse.”

Fucking Cocksucker!!!

Door: Rob Tuinstra

Ian McShane heeft in cultkringen een goddelijke status gekregen door zijn hoofdrol in Deadwood. In deze sublieme westernserie speelt hij de kroeg- en bordeelhouder Al Swearingen. Nog steeds circuleren op Internet petities om de Amerikaanse kwaliteitszender HBO (The Sopranos, The Wire, Six Feet Under) over te halen om alsnog een nieuw seizoen te maken. Maar dat zal helaas niet gebeuren. We moeten het dus met drie topseizoenen Deadwood doen.

Al vanaf het begin draait alles om twee hoofdpersonen. Seth Bullock en Al Swearingen. Bullock vertegenwoordigt als exsheriff het goede, terwijl Swearingen als bordeel- en kroeghouder het tegenovergestelde is. Maar al snel zie je dat het ook in het Wilde Westen niet zo zwartwit lag, want beide personages hebben hun goede en slechte eigenschappen. Tel daarbij een ijzersterke productie, steengoede vertolkingen (ook voor kleine bijrollen worden topprestaties geleverd) en je hebt een juweeltje in handen. Dit is in alle opzichten een topproductie!

Manchester United

Iets meer nu over Ian McShane, onze cultheld van dit nummer. De man loopt al een tijdje mee. Hij is in 1942 geboren als de zoon van Manchester United voetballer Harry McShane. Totdat hij in Deadwood speelde was hij mij nooit opgevallen, maar wat een kanjer is deze acteur. Natuurlijk, het helpt ook als je in een topserie mag spelen, waar je vloekend en scheldend alles mag zeggen! Al Swearengen: ‘You can’t cut the throat of every cocksucker whose character it would improve.”

In Deadwood is Ian McShane in de vuilgebekte Al Swearingen het kwaad, waarin ook iets goeds schuilt. In de laatste aflevering van seizoen 1 eist hij van een van zijn ‘hoeren’ een blowjob. Lurkend dertussen tierend en scheldend uit over zijn concurrenten en de wereld in het algemeen. Tussendoor meldt hij na zijn orgasme even: “Je hoeft het niet door te slikken, spuug het maar uit.”

2980 fucks

Het is een wonder dat een serie als Deadwood in de Verenigde Staten gemaakt is. Niet alleen door de vele seksueel getinte opmerkingen (Al Swearingen: “How’s that pussy-lotion? Should I try some on my ass?”), maar ook door het enorme aantal vloeken. Al krijgt amper een zin uit zijn mond zonder twee keer cocksucker of fucking te zeggen, de Chinees Wu kent maar twee woorden Engels, waarvan een cocksucka is, en ook dronkelappen als Calamity Jane (jawel, die uit Lucky Luke) kunnen er wat van. Er is eens geteld dat in het eerste uur Deadwood 43 keer het woord fuck werd gebruikt, in totaal zou het om 2980 fucks gaan. Het woord cocksucker is helaas niet geteld.

Hoe dan ook, onze held Ian McShane is nu in een totaal andere rol te bewonderen in POTC4, oftewel Pirates of the Caribbean; On Stranger Tides. Critici loven zijn optreden, want ook in zijn rol als Blackbeard is de getalenteerde Brit uitstekend in vorm. Maar toch, hij zal in deze Disney-productie niet snel Swearingen-uitspraken doen als: ‘Underarms clean? Cunts braided?”

Critical

This article is from: