
3 minute read
Nicole Maalsté
from High Life NL 13-06
by SoftSecrets
Blowen voor de flow
Het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) heeft de drempelwaarde van cannabis verhoogd bij dopingtests. Tot voor kort werden sporters positief getest bij 15 nanogram THC per milliliter in hun urine. Dat is nu verhoogd naar 150 nanogram per milliliter. De WADA denkt dat daardoor het aantal overtredingen op basis van cannabisgebruik sterk zal afnemen. Met de nieuwe drempelwaarde richt WADA zich vooral op het opsporen van cannabisgebruik tijdens de wedstrijd.
Het was maar een klein berichtje, maar het kan verstrekkende gevolgen hebben voor sporters die af en toe een jointje roken. Het zou ook eens tijd worden. Hoeveel sporters zouden hiermee al de mist zijn ingegaan?
Op de website van de Nederlandse dopingautoriteit staat dat een op de vier
dopingovertredingen het gevolg is van cannabisgebruik. Blowen is buiten de wedstrijd in principe toegestaan, maar
de sporen daarvan kunnen nog heel lang zichtbaar zijn in urine. Daarom raadt de dopingautoriteit het roken van cannabis af. En meeroken kan volgens het dopingbureau niet tot een overschrijding van de limiet leiden. Dat wordt niet als een geldig excuus geaccepteerd.
Eigenlijk is het sowieso vreemd dat wiet als doping wordt gezien. Klimmers en snowboarders willen van oudsher regelmatig
een jointje roken. Dat hoort een beetje bij het scenetje. Ik kan zo gauw geen sport bedenken waarbij de prestaties verbeteren door cannabisgebruik. Misschien schaken. Maar dat is geen Olympische sport. In de spelregels van WADA is te lezen dat een stof op de dopinglijst kan komen als deze prestatiebevorderend werkt en schadelijk is voor de gezondheid. Maar ook wanneer het gebruik ervan in strijd is met de ‘spirit of sport’. De essentie van de Olympische gedachte is dat sport op een eerlijke manier wordt bedreven.
Dat verklaart nog steeds niet waarom cannabis op die lijst staat. De dopingautoriteit schrijft terecht dat een trage reactietijd, verminderde concentratie en lichaamscoordinatie en het minder goed inschatten van risico’s, niet bepaald garant staan voor topprestaties. En roken bevordert de conditie ook niet echt. Wat wel een voordeel zou kunnen zijn is dat cannabis een sporter helpt om in een ‘flow’ te komen. “De fel begeerde toestand waarin alle handelingen als vanzelf lijken te gebeuren. Alles klopt en lukt. De sporter voelt geen vermoeidheid meer en stijgt boven zichzelf en zijn/haar tegenstanders uit”. Interessante gedachte. Maar als ik de nadelen daar tegenover zet, vraag ik mij of er geen betere alternatieven zijn om als sporter in zo’n flow te komen…. Ik kan me voorstellen dat je je onder invloed van cannabis misschien ook wel gaat afvragen waarom je überhaupt zo’n prestatie zou moeten leveren. Wat de zin ervan is en zo….
Rolmodellen
Voor de dopingautoriteit lijkt het verlangen om topsporters rolmodellen te laten zijn de voornaamste reden om cannabis op de
‘verboden lijst’ te plaatsen. De sporthelden van de jeugd moeten geen blowende, snuivende of dronken losers zijn. Zwemlegende Michael Phelps (goed voor veertien gouden Olympische medailles) werd ooit drie maanden geschorst omdat een Britse krant een foto van hem publiceerde lurkend aan een wietpijp. Zijn reclamecontract met een cornflakesbakker werd onmiddellijk beëindigd.
Er zijn nog wel enkele markante doping issues. Zo werd de Zweed Hans-Gunnar Liljenwall als eerste sporter ooit betrapt op het gebruik van alcohol. Voorafgaand aan het onderdeel pistoolschieten bij de vijfkamp had hij een pintje gevat voor de zenuwen. Het resultaat was dat het hele Zweedse team werd gediskwalificeerd. En de Amerikaanse wielrenner Alexi Grewal werd in 1992 betrapt op het gebruik van morfine. Hij at regelmatig muffins met maanzaad als ontbijt. Nader onderzoek bleek dat het eten van maanzaadmuffins inderdaad de dopingsensors rood doet gloeien en de wielrenner ging vrijuit.
De moraal van dit verhaal: bezint eer ge aan de start verschijnt.