
10 minute read
Zwerven als lifestyle
from High Life NL 13-09
by SoftSecrets
Zwerfjeugd, thuisloze jongeren. Meestal noodgedwongen op straat terecht gekomen na een langdurig conflict aan het thuisfront. Vaak is het kommer en kwel, bittere ellende. Maar een enkeling maakt van de nood een deugd en maakt van het zwerversbestaan een levenswijze. Highlife sprak met twee van hen. En peilde de huidige stand van zaken voor de steeds groter wordende probleemgroep.
Tekst: Mike de Leede
"Als mijn maat zegt: laten we naar Parijs gaan, dan moet ik ja kunnen zeggen en binnen tien minuten kunnen vertrekken. Zo heb ik altijd willen leven. Zonder verplichtingen, zonder verantwoordelijkheid. Ja, in het begin viel het zwerven mij vies tegen. Ik had er een heel romantisch beeld van. Dat is nu, na acht jaar rondtrekken, wel aan gruzelementen. Toch zou ik niet anders meer willen. Het zit gewoon in mijn bloed."
Moeilijkheden thuis
Martin heet hij, 23 jaar geleden geboren in een klein plaatsje in de Betuwe. Zijn vader was een Italiaanse zigeuner, zijn moeder een boerendochter uit Bemmel. Ze leerden elkaar kennen op de kermis, werden verliefd, trouwden en leefden zes jaar bij elkaar. Toen begon het bij pa weer te kriebelen. Hij verdween richting de verre einder en kwam nooit meer terug. Zoonlief ging hem op vijftienjarige leeftijd achterna. Ont-

snappend aan het hem benauwende dorpsbestaan, gehoor gevend aan een innerlijke drang, geërfd van zijn vader. Mede door de moeilijkheden thuis ("Ik was stronteigenwijs, kon absoluut niet meekomen op school en deed nooit wat me gevraagd werd") werd de keuze makkelijk: weg, ver weg van alle ellende. Martin liftte naar Amsterdam. Maar dat bleek van een afstand mooier dan van dichtbij. "Ik had geen geld, geen dak boven mijn hoofd en was pas vijftien," vertelt Martin, blond en bruingebrand, tatoeages op beide armen, rugzak en gitaar om zijn nek. "Ik kwam bij de zwerfjeugd rond het Centraal Station terecht. Daar leerde ik alles wat God verboden heeft. Na een jaartje was ik volwassen en aan de sigaretten, de dope, de wiet en de alcohol. Ik sliep en at bij het Leger des Heils en hing verder maar wat doelloos rond. De tijd doden. Mijn gezondheid ging steeds verder achteruit.”
Slapen onder bruggen
“Op een gegeven moment ben ik tegen Freddie aangelopen, een zwerver van in de dertig. Die nam mij op sleeptouw, leerde mij de kneepjes van het vak. Ik ben met hem heel Europa door geweest. We sliepen onder de bruggen van Parijs, in Hyde Park in Londen, het strand van Marseille, Barcelona, Napels. Waar niet. We verdienen wat munten met straattekeningen of het maken van muziek. Net genoeg voor ons natje en droogje. In de zomer is het fantastisch, in de winter een stuk minder. Dan schuilen we individueel in het thuislozencircuit: bijvoorbeeld De Veste of 't Hekeltje in Amsterdam, of Huize Vaartserijn in Utrecht. Dat is altijd de moeilijkste periode. Krijg je weer met allemaal regels, eisen, afspraken en tijden te maken. En met al die andere zwervers, die het veel slechter hebben getroffen dan wij twee. Maar goed, het is of of. En als je weleens in de kou hebt geslapen, neem je al snel veel voor lief. In de lente komen Freddie en ik weer bij elkaar en gaan we gezamenlijk op pad. Hoelang ik dat nog vol denk te houden? Mijn hele leven! Wat moet ik anders? Een weg terug is er niet meer als je eenmaal hiervoor gekozen hebt."
Steeds meer zwerfjeugd
Ruim 9000 jongeren leiden jaarlijks voor kortere of langere tijd een zwervend bestaan. Dat blijkt uit recent onderzoek in opdracht van staatssecretaris van Volksgezondheid Marlies Veldhuijzen van Zanten (CDA) en uit aanvullende informatie van SZN, de Stichting Zwerfjongeren Nederland. Ongeveer twee jaar geleden schatte de Algemene Rekenkamer het aantal Nederlandse zwerfjongeren nog op 6000. In het nieuwe onderzoek wordt echter gewerkt met een andere definitie van het begrip zwerfjongeren. Volgens deze definitie gaat het bij zwerfjeugd voortaan om jongeren onder de 23 jaar die dakloos zijn en met verschillende problemen kampen. Door omstandigheden slapen zij op straat; in treinen, parken, kelders of portieken. Ongeveer 1800 van hen houden zich op in Amsterdam. De rest is voornamelijk verspreid over de steden Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Het overgrote deel van deze honklosse kids heeft een ware lijdensweg achter de rug: seksuele-, geestelijke- en
lichamelijke mishandeling, verwaarlozing, een lange reeks hulpinstellingen en pleeggezinnen. Verstoten door hun ouders, weggelopen uit tehuizen, uitgekotst door de maatschappij, komen ze uiteindelijk op straat terecht, waar de wet van de sterkste geldt.
Zonder poen, zonder dak boven het hoofd. Totaal op zichzelf aangewezen. Levend van dag tot dag. Zonder toekomstperspectief. Overlevend in een keiharde jungle waar geen plaats meer is voor een thuis. De meesten gebruiken drugs en alcohol. En bijna allemaal houden ze zich bezig met criminele activiteiten: diefstal, inbraken, autokraken, prostitutie, enzovoorts. Ja, je moet toch wat. Een uitkering krijg je niet als je geen vaste woon- of verblijfplaats hebt. Laat staan te eten. Slechts een enkeling weet de vicieuze cirkel te doorbreken.
Geen werkmotivatie
Driekwart van de zwerfjongeren heeft een schuld opgebouwd van tussen de 3500 en 7000 euro. Ze hebben geen geld om die schuld af te lossen. Ook zijn ze ongemoti-
veerd om te gaan werken, omdat het geld dat ze verdienen direct naar hun schuldeisers gaat. Zwerfjongeren hebben meestal geen financiële opvoeding gehad. Waardoor voor hen vaak niet duidelijk is dat schulden groter worden als je ze niet afbetaalt. Zwerfjongeren die nergens – ook niet bij familie of vrienden – terecht kunnen, zijn aangewezen op opvang. Opvanginstellingen zijn verplicht hen om een eigen bijdrage te vragen. Jongeren onder de 21 kunnen die onmogelijk betalen. Daardoor lopen opvanginstellingen
Psychische ellende
De staatssecretaris wil nu samen met gemeenten aan de slag om de hulp voor deze zwerfjongeren te verbeteren. Volgens haar is die hulp nu nog niet op orde vanwege de complexe problematiek (verslaving, schulden, psychische en sociale ellende) waarmee deze groep te maken heeft. Hiervoor bestaat logischerwijs geen pasklare oplossing. Gemeenten worden de komende jaren onder meer verantwoordelijk voor alle jeugdzorg en andere zorgtaken. Met die nieuwe taken kunnen gemeenten ook de zorg en begeleiding van zwerfjongeren beter organiseren, stelt de staatssecretaris. Zij wil echter niet wachten totdat gemeenten deze nieuwe taken krijgen. “Daarom gaan we nu al individuele gemeenten ondersteunen met het creatief oplossen van knelpunten. Zo worden gemeenten bijvoorbeeld gestimuleerd de verschillende organisaties die bij zwerfjongeren betrokken zijn beter te laten samenwerken.”

Knelplunten
SZN wil graag dat alle gemeenten zwerfjongeren één loket bieden, zodat ze letterlijk en figuurlijk niet blijven zwerven. De Stichting onderzocht onlangs de knelpunten in de hulpverlening aan dakloze jongeren. Hieruit blijkt dat vooral de financiële situatie van zwerfjongeren ingewikkeld is. Dat maakt het moeilijk voor hen om zaken te regelen die voor de meeste van hun leeftijdgenoten normaal zijn. Volgens de wet- en regelgeving zijn ouders financieel verantwoordelijk voor hun kinderen onder de 21 jaar. Dat maakt het voor zwerfjongeren (die niet kunnen terugvallen op hun ouders) uiterst moeilijk om
in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Jongeren tot 21 jaar hebben slechts recht op een uitkering binnen de WIJ-wet van 227 euro per maand. Als zwerfjongeren hun leven willen oppakken en willen gaan studeren, is ook de basisbeurs voor studiefinanciering te laag. Voor een aanvullende studiefinanciering is veel informatie van ouders nodig. Daar kunnen zwerfjongeren doorgaans niet op terugvallen. Zo ontstaat een penibele inkomenssituatie waarvan ze niet rond kunnen komen.
Ik trek met de zon mee. 's Winters kun je mij vinden in het warme zuiden: Spanje, Portugal, Griekenland en Italië.
inkomsten mis en komen ze bovendien zelf in financiële problemen. Tevens is het moeilijk jongeren die daaraan toe zijn te laten ‘uitstromen’ omdat er amper betaalbare jongerenhuisvesting is. De gemiddelde huur van 350 euro kunnen ze niet ophoesten, waardoor ze langer in de opvang blijven dan wenselijk. “Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de hulp aan zwerfjongeren. Zij moet hun beleid aanpassen om deze vicieuze cir-
kel te doorbreken,” aldus Hella Masuger, directeur van SZN. “Jongeren moeten zich nu voor elk probleem bij een ander loket melden. Soms werken die loketten elkaar ook nog eens tegen. Gemeenten zouden kunnen beginnen met één jongerenloket. Zodat er één punt is dat alle problemen in één keer in kaart brengt. Ze moeten onderkennen dat zwerfjongeren een aparte groep vormen waarvoor specifiek beleid nodig is. Want uiteindelijk moeten ook deze jongeren zich voorbereiden op hun toekomst en bezig zijn met werk en studie in plaats van nog meer schulden te maken en te zwerven van plek naar plek.”

Autoriteitsprobleem
"Ja, kan ik er wat aan doen dat mijn vader altijd dronken was en mij sloeg tot ik niet meer wist waar ik was. Mijn moeder was een psychisch wrak en de familie mocht mij niet. Ik moest op een gegeven moment wel het huis uit vluchten. Anders was ik nu invalide of dood geweest. Hulpverleners en tehuizen zijn niet aan mij besteed. Ik kan absoluut niet tegen autoriteit. Dus het werd de straat, de vrijheid. En dat bevalt mij eigenlijk prima." Aan het woord is Esther, een ietwat schichtige meid van achttien jaar met grote bruine ogen en een eigenwijs kapsel. Highlife treft haar in het zonnetje voor Hoog Catharijne in Utrecht, waar ze een broodje smeert op het marktplein. Esther zwerft nu zo'n vier jaar en maakt ondanks haar lelijke verleden en harde bestaan een vrij onbeschadigde indruk. Ze past dan ook niet in het kadertje model-probleem zwerfjongere. Esther is zogezegd de uitzondering op de regel. Ze steelt niet, rookt wel stevig maar blowt niet. Ze zal haar lichaam nooit verkopen, laat staan dat ze met geweld haar kostje bij elkaar schraapt.
Vrouwelijke Swiebertje
Esther heeft het beter bekeken. "Ik ben van nature iemand die van aanpakken weet," stelt ze. "Als je wilt werken, is er altijd wel wat te vinden: vakken vullen in een supermarkt, serveren op een terras, bloembollen poten en bloemen snijden in het Westland, spullen verkopen langs de deuren. Kranten staat er vol mee. Tja, om werk te krijgen,
moet ik de waarheid nogal eens naar mijn hand zetten, liegen zeg maar. Daar ben ik zeer bedreven in geworden. Als ik zeg dat ik zwerf, lukt het natuurlijk nooit." Esther werkt nooit langer dan "een week of vier" op een plek. Mede door de onrust die in haar zit. "Als ik genoeg geld heb, trek ik weer verder: op naar een nieuwe horizon. Ik ben een soort Swiebertje," zegt ze lachend. "Ik trek met de zon mee. 's Winters kun je mij vinden in het warme zuiden: Spanje, Portugal, Griekenland en Italië. In de zomer ben ik hier, in mijn eigen Nederland. Da's toch een beetje mijn thuis, weet je. Ik slaap meestal voor een paar euro in een sleep-in, soms gratis bij kennissen in een kraakpand en een heel enkele keer buiten, op een station of in een park. Als het tegen zit."
Vrijheid
Op de vraag of ze nooit verlangt naar een vaste stek, of al dat heen en weer getrek haar op een gegeven moment niet tegen gaat staan, zegt ze: "Ach, dit is mijn manier van leven. Ik ben niet anders gewend. Ik weet niet of ik dat nog wel kan. Nog wel wil. Mijn vrijheid is mij lief. Ik fantaseer er wel eens over. Hoe het geweest zou zijn als ik bij andere ouders geboren was, als ik een gewone jeugd had gehad. De school afgemaakt, een beroepsopleiding, een vast vriendje, liefde, genegenheid. Als ik daar lang over nadenk, word ik depressief. Ga ik mij heel klote voelen. Dus sluit ik het af. Je moet toch verder, weet je. Ik kan mijn ouders niet eeuwig de schuld geven. Het is uiteindelijk mijn leven. Ik moet er wat van zien te maken. En niemand anders."
Ze begrijpt haar medelotgenoten maar al te goed die naar drank en drugs grijpen om de realiteit te verzachten. Die stelen om in leven te blijven. Blowen om de problemen te vergeten. "Kijk, als jongere word je al niet echt serieus genomen. Als je dan ook nog zwerft, verslaafd en arm bent, ben je helemaal niets. Een regelrechte nobody zonder toekomst, waar niemand naar omkijkt. Als je met je problemen bij de hulpverlening aanklopt, gaan ze aan je kop zeuren met hun eeuwige waarom-vragen, denkend dat ze je daarmee kunnen helpen. Waarom gebruik je drugs? Waarom zwerf je? waarom steel je? Waarom? Dan flip je toch de pan uit. Daar gaat het verdomme helemaal niet om.
Maar dat schijnt niemand te begrijpen." Ze pakt haar spullen op, staat op en verdwijnt in de massa. Op weg naar nergens…